Jaargang: 30 Nr. 1 Januari nederlands tijdschrift voor anesthesiemedewerkers

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaargang: 30 Nr. 1 Januari 2013. nederlands tijdschrift voor anesthesiemedewerkers"

Transcriptie

1 Jaargang: 30 Nr. 1 Januari 2013 nederlands tijdschrift voor anesthesiemedewerkers

2

3 fficieel orgaan van de Nederlandse Vereniging van Anesthesie Medewerkers Verschijnt op de eerste vrijdag van de oneven maanden en wordt gratis toegezonden aan alle - leden. plage: 2800 ex C.C. ISSN nr.: Commissie: F.E. Lam V. Meeusen H. Schrover Hoofdredaktie: F.E. Lam ntva01@gmail.com Redactie-adres: Postbus AJ Wijchen Telefoon ntva01@gmail.com Druk: Drukkerij de Kleijn B.V. Nieuweweg BV Wijchen Telefoon Fax Prijzen (ex BTW 6%): Losse nummers e 15,- Jaargang (6 nummers) e 36,- Nederlands Tijdschrift voor Anesthesie-medewerkers vername van artikelen uit dit tijdschrift is zonder schriftelijke toestemming van de redaktie en de auteur niet toegestaan. De redaktie en de uitgever zijn niet aansprakelijk voor de inhoud van de onder auteursnaam opgenomen artikelen,eventuele gevolgen van zetfouten, evenals onjuistheden in de artikelen, alsmede voor de inhoud van de advertenties. Inhoud 30e Jaargang, nummer 1 januari 2013 Van de voorzitter 3 Word ik wel wakker dokter? 4 Spirometrie op K, een meerwaarde? 8 Anesthesie bij een laparoscopische sigmoïdresectie trotse anesthesiemedewerkers schrijven 195 punten bij in het kwaliteitsregister 21 Een veilige luchtweg bij de obese patiënt; Een zware klus?! 24 NVAM & NU Geslaagden aan de Erasmus Zorgacademie Rotterdam 25 Een nieuwe kans voor ontwikkeling voor anesthesiemedewerkers 26 Contributie betaling Foto omslag: ECG apparaat circa 1930 uit het artikel Word ik wel wakker dokter. Aanwijzing voor het aanleveren van kopij - Aanleveren van teksten, berichten ingezonden brieven en mededelingen kunnen worden gezonden aan het redactieadres: Postbus 127, 6600 AJ Wijchen of ntva01@gmail.com - De sluitingstermijnen zijn de 2 e vrijdag van de maanden februari, april, juni, augustus, oktober en december. Het tijdschrift verschijnt op de 1 e vrijdag van de maanden januari, maart, mei, juli, september en november. - Teksten moeten in gangbaar Nederlands volgens de nieuwe spelling worden geschreven. - Teksten moeten op een éénzijdig A4 formaat papier worden getypt en kunnen per mail of op een cd per post worden aangeleverd. - Foto s kunnen uitsluitend als JPEG bestand op minimaal formaat van 10x15 cm met een resolutie van 300 dpi worden aangeleverd. - Foto s, grafieken, kaders en tabellen: in de tekst duidelijk aangeven waar de (voorkeurs)plaats is, en op een apart vel meeleveren dan wel aan het einde van de tekst in een bestand plaatsen. - Bij overnames en gebruik van foto s een toestemming van auteur(s) of fotograaf meezenden. - Bij aanleveren op een bestand op cd: altijd een papieruitdraai meezenden. - Cijfers onder de 10 volledig uitschrijven. - Persoonvormen zoveel mogelijk vermijden. - Plaatsbepalingen in de tekst aangeven als eerder genoemd of hierna volgend. - Geraadpleegde literatuur vermelden met nummers geplaatst als superschrift. - Teksten aanleveren met zo weinig mogelijk opmaakcodes. - De redactie behoudt zich steeds het recht voor aangeleverde teksten te redigeren, echter wel met behoud van de door de auteur aangegeven boodschap. - De redactie kan zonder opgaaf van reden kopij weigeren. - De redactie, drukker en uitgever zijn niet aansprakelijk voor de inhoud van onder auteursnaam opgenomen artikelen, eventuele gevolgen van zetfouten en onjuistheden in de artikelen, evenals voor de inhoud van advertenties. - Gedrukte informatie hoeft niet automatisch te betekenen dat dit de mening/standpunt van de redactie of de nvam is. 1

4 Bezoekadres NVAM (Alléén op afspraak!) Standerdmolen 8, 3995 AA Houten Postadres NVAM / Ambtelijk Secretaris Postbus 127, 6600 AJ Wijchen Telefoon: info@nvam.nl, Internet: Postbanknummer: (t.n.v. Penningmeester NVAM) De Nederlandse Vereniging van Anesthesie Medewerkers is in 1983 opgericht en heeft als doel (statuten art. 3): het behartigen van de beroepsbelangen van haar leden in de ruimste zin des woord; het bevorderen van de ontwikkelingen en toepassingen binnen de anesthesiologie in het belang van de gezondheidszorg. De contributie kan op 2 manieren worden voldaan: (1) Via automatische incasso, welke recht geeft op 5 euro korting. De contributie wordt ieder jaar begin januari van uw rekening afgeschreven. (2) Via een eenmalige storting. U betaalt ieder jaar in januari de contributie, en stort deze op rekeningnummer t.n.v. NVAM. (Voor buitenlandse betalingen: IBAN NL 32 INGB , BIC-code INGBNL2A). Indien de betaling niet is overgeboekt voor 31 januari, is de NVAM genoodzaakt 5,00 euro administratiekosten in rekening te brengen voor het sturen van een herinnering. Als extra service biedt de NVAM leden woonachtig en werkzaam in het buitenland het lidmaatschap voor dezelfde kosten als het reguliere lidmaatschap, tevens mogen de transactiekosten voor het buitenlands betalingsverkeer voor rekening van de NVAM komen. Bestuur: Het bestuur van de NVAM vergadert de eerste dinsdag van de maand (m.u.v. juli en augustus). Indien u zaken aan het bestuur kenbaar wilt maken, verzoeken wij u dit schriftelijk of telefonisch te doen uiterlijk één week voor de vergadering. Hieronder staan de namen van de bestuursleden van de NVAM met tussen haakjes hun aandachtsgebied. De afgedrukte telefoonnummers zijn privé nummers. U kunt ook contact opnemen met het secretariaat (zie boven). Jaap Hoekman, bestuurslid Tibsterwei 34, 9131 EH Ee tel.: jhoekman@nvam.nl Pim Aerts, voorzitter Kerboschstraat 23, 5913 WJ Venlo tel.: voorzitter@nvam.nl Robin Diesbergen, bestuurslid Fuutlaan 23-b, 5613 AA Eindhoven tel.: rdiesbergen@nvam.nl Domien Govaers, penningmeester Lavendelheide 36, 5953 GA Reuver tel.: dgovaers@nvam.nl Kim Poulussen, bestuurslid Akkermansdreef 6, 6162 JT Geleen tel.: kpoulussen@nvam.nl Hans van den Bosch, secretaris Nrd. Esweg 186, 7558 HJ Hengelo tel.: hvdbosch@nvam.nl Marieke Preuter, aspirant bestuurslid Disselweg 21, 7468 AK Enter tel.: mpreuter@nvam.nl 2

5 Van de voorzitter Beste collega s, Graag wil ik in dit eerste nummer allereerst namens het bestuur alle leden en trouwe lezers van ons NTVA de beste wensen voor een gezond, fijn en opbouwend 2013 toe te wensen! 2012 was voor de NVAM een goed jaar. Het ledenaantal is flink gegroeid. Je kunt daaruit constateren dat er in Nederland de laatste 2 jaar veel aandacht is voor het opleiden van nieuwe collega s. ok de inschrijvingen in het kwaliteitsregister voor anesthesiemedewerkers en in het kwaliteitsregister voor sedatie praktijk specialisten waren overweldigend. Er zijn nu al bijna 90 % van onze gediplomeerde collega s ingeschreven in het kwaliteitsregister voor anesthesiemedewerkers. ok de aanvragen voor accreditatie namen weer toe. Zoals jullie hebben kunnen lezen in het vorige nummer van de NTVA zal er in januari de nota s voor de contributie 2013 verstuurd worden naar hen die geen incasso machtiging hebben ondertekent. Bij de nota zal een nieuw machtigingsformulier mee gestuurd worden. Wil men voor 2013 toch gebruik maken van betaling via automatische incasso en de korting van 5,00 dan hoeft men alleen het machtigingsformulier terug te sturen en zal enkele weken later het bedrag dan automatisch van uw rekening worden afgeschreven. Wij hopen dat u allen dit zult doen. Het zal ons veel tijd en werk besparen in de toekomst. In deze uitgave van de NTVA natuurlijk aandacht voor het jaarlijks congres van de NVAM op 26 januari in Utrecht. Het is de congrescommissie weer gelukt om een boeiend en interessant programma samen te stellen. De dagvoorzitter Drs. W.G.J.M. van der Ham, anesthesioloog in het Catharina ziekenhuis in Eindhoven zal u door deze dag heen begeleiden. nze collega Henk Norder uit het Martini ziekenhuis in Groningen neemt ons mee naar een tentoonstelling over de geschiedenis van pijnbehandeling en anesthesie. In het Museum van de Geschiedenis van de Gezondheidszorg en het Lambotte Museum, Stuivenbergziekenhuis in Antwerpen. Een boeiend verhaal. ok een boeiend artikel van M. Middelbos, anesthesiemedewerker in het Wilhelminaziekenhuis in Assen. De titel: Spirometrie op K, een Meerwaarde? De kwaliteit van de beademing van de patiënt op de K kan worden verbeterd wanneer je spirometrie gebruikt omdat er sneller en duidelijker veranderingen in de loops te zien zijn dan in de andere curves. Hiervoor is wel de juiste kennis nodig over spirometrie en de bijbehorende loops onder de anesthesiemedewerkers. Deze kennis is niet voldoende aanwezig. m deze kennis toch over te brengen aan de anesthesiemedewerkers is bijscholing nodig. In deze en de komende NTVA s zal er op initiatief van Abbott en in samenwerking met de NVAM in het kader van continue na/bijscholing steeds een casuïstiek worden gepresenteerd. De casuïstieken zijn geschreven door anesthesiologen en worden afgesloten met een aantal multiple choise vragen die door de lezers kunnen worden beantwoord. De vragen worden op de NVAM website geplaatst en kunnen daar digitaal worden beantwoord. Bij juiste beantwoording van de vragen zullen door de AccreditatieRaad van de NVAM punten worden toegekend, die na toekenning automatisch op de portfolio s van de NVAM worden bijgeschreven. In elke volgend NTVA zullen de juiste antwoorden worden afgedrukt en gelijktijdig op de website worden gepubliceerd. In dit nummer gaat de aandacht uit naar de anesthesie bij een laparoscopische sigmoidresectie Heeft u het afgelopen jaar te weinig accreditatiepunten behaald, doe dan hier je voordeel mee om je kennis op te frissen. ok in deze uitgave de afwezige foto van de net gediplomeerden collega s uit Rotterdam. Nogmaals van harte gefeliciteerd met het behalen van jullie diploma. ok een terugblik naar de Workshop Moeilijke luchtweg 2012 in het MUMC Een veilige luchtweg bij de bese patient. Een zware klus?! Door Anne Huydts en Bo Ghelen. Gezien de reacties een daverend succes. ok is er info over het combilidmaatschap van NVAM met NU 91, wat houdt dit in en wat zijn de voor en nadelen. De NVAM is aangesloten bij de beroepsorganisatie voor de verpleging en verzorging NU 91. NU 91 biedt een combinatie van collectieve belangenbehartiging en beroepsinhoud en beschikt zowel nationaal als internationaal over een goed en uitgebreid netwerk. De volgende bij en na scholingen of masterclasses zijn al bekend. Noteer ze ook nog even in uw agenda. 4 februari Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam Symposium S-Ketamine. 5 februari Ikazia Ziekenhuis Rotterdam Een symposium rondom obesitas binnen de anesthesie. 6 februari Amphia Ziekenhuis Molengracht te Breda V.A.T.S Robot Assisted (RATS)- Easy Ventilation. 6 april e Masterclass Brandwonden Academisch Medisch Centrum AMC Amsterdam. 18 april Masterclass Sedatie in VieCuri Medisch Centrum Venlo. 30 mei e Noordelijke Nascholingsdag/NVAM Masterclass voor anesthesiemederwerkers en recoveryverpleegkundigen in het MartiniPlaza te Groningen. Veel leesplezier gewenst. Pim Aerts, voorzitter NVAM 3

6 Henk Norder Een tentoonstelling over de geschiedenis van pijnbehandeling en anesthesie. In het Museum van de Geschiedenis van de Gezondheidszorg en Lambotte Museum, Stuivenbergziekenhuis Antwerpen. Word ik wel wakker dokter? In maart 2011 was ik met mijn echtgenote een weekendje weg in Antwerpen. Wetende dat er een anesthesiemuseum in deze mooie stad is moest deze natuurlijk bezocht worden. Het Museum van Anesthesie was ondergebracht in het Geneesherenhuis, een schitterende, negentiende-eeuwse patriciërswoning aan de Louizastraat. Hier is de Koninklijke Geneeskundige Kring van Antwerpen gevestigd. De kring is samengesteld uit diverse huisartsenkringen evenals specialisten uit de verschillende ziekenhuisnetten. Primair is dit pand bedoeld voor de kring, hun secretariaat is er gevestigd maar er zijn ook vergaderzalen, een indrukwekkende bibliotheek en een historisch archief. De collectie van het Museum van Anesthesie is eigendom van de Vereniging van de Antwerpse Anesthesisten en Reanimatoren, VERANTARE. Deze collectie, overigens een van de grootste van West Europa, paste zo langzamerhand niet meer in het pand en men moest op zoek naar een alternatieve locatie. ns werd tijdens het bezoek verteld dat wij waarschijnlijk de laatste bezoekers waren, de verhuisdozen stonden inmiddels klaar om de collectie te verplaatsen. Inmiddels was bekend dat deze overgebracht zou worden naar het Stuivenbergziekenhuis, de collectie zou worden overgedragen aan prof. dr. Van Hee, emeritus hoogleraar Chirurgie en Geschiedenis van de Geneeskunde van de Universiteit Antwerpen. Het Geneesherenhuis waar de anesthesiecollectie voorheen te zien was Professor Van Hee heeft in 2009 ter ere van het 125 jarig bestaan van het Stuivenberg ziekenhuis in een van de historische ronde zalen een geschiedkundige tentoonstelling ingericht. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een permanente tentoonstelling, c.q. museum. Ik wilde natuurlijk deze ontwikkelingen graag volgen en nam contact op met professor Van Hee. Hij vertelde me dat de collectie na de verhuizing zou worden tentoongesteld en dat de opening gepaard zou gaan met een colloquium. Tevens beloofde hij me hiervoor uit te nodigen. p 24 november 2012 was het zover, het wetenschappelijk symposium ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling in het auditorium Lambotte van de ZNA Campus Stuivenberg, werd geopend door prof. dr. M. Vercauteren, diensthoofd anesthesie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Professor Van Hee sprak over het ontstaan van het Museum van de Geschiedenis van de Gezondheidszorg en de bijzondere geschiedenis van het Stuivenbergziekenhuis. Daarna volgde prof. em. dr. M. de Rood van de Université Libre de Bruxelles, met de Histoire de l anesthésie, jawel in het Frans. Met kennis van zaken over de geschiedenis van de anesthesie was dit voor mij redelijk in het Frans te volgen. Dr. M. Soetens van het Sint-Elisabeth ziekenhuis te Turnhout gaf een prachtige lezing over de geschiedenis van de spinale en epidurale anesthesie en de daaruit voortkomende ontwikkeling van de pijnloze bevalling. ok Nederland was vertegenwoordigd in de persoon van prof. dr. S.A. Loer, afdelingshoofd en opleider anesthesiologie van de VU Amsterdam. Ik heb bijzonder genoten van zijn Historische beschouwingen over de intraoperatieve beademing. Ten slotte sprak dhr. J. De Cock van het RIZIV (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering) een Belgische openbare instelling voor sociale zekerheid, over de historie en toekomst van het RIVIZ m.b.t. de anesthesie. Voor de aanwezige anesthesiologen van belang omdat deze instantie hun honorarium reguleert. Aansluitend vond de officiële opening van de tentoonstelling plaats in het museum dat is ondergebracht in een van de voormalige patiëntenzalen van het Stuivenbergziekenhuis. Dit ziekenhuis werd gebouwd tussen 1877 en 1884, in een voor die tijd revolutionaire paviljoenstijl. Feitelijk is de bouw van dit ziekenhuis gebaseerd op de ideeën van Florence Nightingale die ze in haar Notes on Hospitals uit 1863 heeft beschreven. Het ziekenhuis was met zijn centrale dienstgebouwen en acht radiaal geplaatste, door tuinen omringde, ronde ziekenpaviljoenen een vooruitstrevend model voor de 19de-eeuwse ziekenhuisbouw. Met name de cirkelvormige paviljoenen waren een innovatie. mdat het gebouw op zich dus zeer bijzonder is, hierbij ook enige informatie over de historie van het Stuivenberg ziekenhuis. In het Tijdschrift voor Geneeskunde van 20 oktober 1883 vond ik een artikel genaamd Het nieuwe hospitaal te Antwerpen geschreven door dr. W.P. Ruysch, adjunct-inspecteur van het geneeskundig Staatstoezicht te Maastricht. Hij bezocht het nog in aanbouw zijnde ziekenhuis om ideeën op te doen voor de verbouwing van het ziekenhuis Calvarieberg te Maastricht. Het volgende citaat geeft prachtig weer hoe zo n paviljoen er toen uitzag: Twee groote openslaande deuren aan het einde van dezen gang geven toegang tot het eigenlijke ziekenlokaal, zijnde eene ronde zaal, omstreeks 5 ¾ M hoog bij 60 M. binnenoppervlakte. De muur en gewelfde zoldering dezer zaal zijn met cement en lijnolievernis gladgemaakt, de eikenhouten vloerplanken, die op ijzeren staven rusten, sluiten zorgvuldig 4

7 aaneen, zoodat de geheele oppervlakte der zaal zoo effen mogelijk is, daarop dus zeer weinig gelegenheid bestaat tot nestelen van vuil, terwijl alles zeer gemakkelijk ontsmet en gereinigd kan worden. In het midden dezer zaal bevindt zich het vertrek voor de ziekenverpleegster, hetwelk gevormd wordt door 8 kolommen, welke ter ventilatie en verwarming der zaal worden aangewend en onderling door glas zijn verbonden, zoodat de verpleegster van uit dit glazen kamertje gemakkelijk naar alle zijden kan toezicht houden. Elke zaal is bestemd voor 25 zieken. De ventilatie heeft plaats langs het souterrain. Van hieruit dringt de zuivere lucht in de bovenbedoelde kolommen, rondom de kamer der zuster gelegen, en verspreidt zich van daaruit in de zaal, terwijl de bedorven lucht opgezogen wordt langs openingen, nabij den vloer aangelegd, waarlangs ze in kanalen onder den grond wordt afgevoerd naar eene in het midden van den aanleg gelegen kamer van appel, alwaar de lucht door de hitte wordt ontsmet en langs den schoorsteen wordt verwijderd. De verlichting der zaal heeft plaats langs groote openslaande vensters. Des winters wordt de aangevoerde lucht verwarmd door spiraalvormig gebogen buizen waarin stoom circuleert, welke buizen zich bevinden in de geleidingen van het souterrain, die de lucht naar de kolommen voeren. De toestellen ter ventilatie en verwarming zijn ontworpen door Sülzer van Winterthur. Achter de zaal, daarvan door een gang gescheiden, liggen de waschinrichting der zieken, de urinoirs en latrines. Al deze inrichtingen zijn door portalen van elkander gescheiden en worden afzonderlijk geventileerd. De faecaliën worden in gemetselde putten verzameld. Terzijde vinden we ook de trap welke naar de verdieping van het ziekenpaviljoen voert, welke verdieping juist is ingericht als het beschreven parterre van dit paviljoen en dus eveneens eene ronde zaal voor 25 zieken bevat, benevens de boven beschreven bijlokalen. De zieken en spijzen worden door eenen lichter naar hier opgevoerd. Aangezien er 8 van deze ronde paviljoens aanwezig zijn en in elk paviljoen 50 zieken opgenomen kunnen worden, zoo is er in de paviljoens plaats voor 400 zieken. De 4 ter rechter zijde gelegen paviljoens zullen waarschijnlijk ter opname van vrouwelijke, die ter linker zijde ter opname van mannelijke patiënten bestemd worden Ten slotte een klein stukje uit de conclusie van Ruysch, In zeer vele opzichten dus voldoet het nieuwe hospitaal aan alle te stellen eischen en verdient de inrichting de hoogste waardeering. Eene vraag moet het echter vooralsnog blijven, of de ronde vorm der ziekenzalen op den duur zal bevallen en of het niet kunnen overzien der geheele zaal den zieke niet hinderlijk zal zijn, terwijl de ligging van het glazen vertrek der zuster midden in de zaal voor het gestadig toezicht buiten twijfel dienstig voor de zuster zelve echter misschien minder aangenaam zal zijn Het paviljoen waarin de tentoonstelling is georganiseerd heeft jammer genoeg geen verdieping meer. Indien dit wel het geval zou zijn geweest was het mogelijk in de toekomst de anesthesiecollectie permanent te tonen. Nu is het een tijdelijke tentoonstelling, in principe tot en met zondag 24 februari Maar professor Van Hee verzekerde me dat groepen tot juni 2013 in overleg met hem de tentoonstelling kunnen bezoeken. De tentoonstelling zoals die nu is ingericht is begint met het bespreken van wat pijn is en hoe deze door de eeuwen heen behandeld werd. Vervolgens komen de eerste narcoses aan bod met lachgas, ether, chlooraethyl en chloroform. Dit wordt getoond aan de hand van een schitterende en zeer uitgebreide collectie aan maskers en bijbehorend instrumentarium. Een verscheidenheid aan Schimmelbusch, Yankauer, Skinner-Esmarch maskers en een Julliardse etherkap. ok een aantal verder doorontwikkelde kappen zoals die van Clover, mbrédanne en Hewitt. Zelfs de etherinhaler van Morton is er te vinden. Een zeer diverse verzameling van begeleidend instrumentarium, zoals diverse druppelflesjes, mondopeners van Heister en Mason, diverse tongtangen en kogeltangen. Maar ook de eerste eenvoudige narcoseapparaten van Tyrrel-Braun en Junker. Evenals de eerste gemengde narcose toestellen zoals die van Roth-Dräger. ok de verdere ontwikkeling van deze narcose apparaten is prachtig uitgestald. Van eenvoudige lachgas-zuurstof statieven uit het begin van de vorige eeuw tot en met een schitterende Engström Respirator uit de vijftiger jaren en een robuuste Dräger Spiromat uit de zestiger jaren. het begin van de vorige eeuw. Kasten vol historische laryngoscopen, tubes etc. Een prachtige collectie tracheostomie canules en bijbehorend instrumentarium. De eerste bloeddrukmeters naar Riva Rocci Maar er zijn ook allerhande materialen te vinden op het gebied van lokale anesthesie, injectiespuiten en naalden volgens Pravaz, diverse spinale en epidurale naalden. Aethylchloride en chloorethylampullen voor lokale verdoving. Vele doosjes, flesjes en ampullen met narcose medicamenten uit het verleden. ok de eerste infuusflessen en vloeistoffen komen voor in de collectie. De tentoonstelling is tevens voorzien van apparatuur en materiaal gerelateerd aan onderzoek en diagnostiek. Van zeer oude ECG en Röntgenapparatuur tot en met de eerste klinisch chemische laboratorium apparaten. Een oude apotheek, operatiekamer en verpleegzaal scene complementeren de tentoonstelling. Kortom genoeg reden om de reis naar het Museum van de Geschiedenis van de Gezondheidszorg in het Stuivenbergziekenhuis te rechtvaardigen. peratiekamer opstelling uit het begin van de vorige eeuw ECG apparaat circa 1930 Het museum bevindt zich zoals gezegd in het Stuivenbergziekenhuis, Lange Beeldekensstraat 267 B-2060 Antwerpen. De duur van de tentoonstelling is van 25 november 2012 tot en met 24 februari peningsuren: Donderdag en vrijdag telkens van 10:00 tot 17:00 uur. Zaterdag en zondag telkens van 12:00 tot 17:00 uur. Een rondleiding voor groepen is mogelijk op andere dagen. Voor informatie en gidsen wendt u zich tot: Gidsenwerking van Antwerpen Toerisme & Congres. Tel. +32 (0) of adres: gidsenwerking@stad.antwerpen.be De opening van de tentoonstelling, in het midden de voormalige zusterpost met kolommen Een deel van de collectie ventilatoren Reanimatie materialen en middelen uit het verleden, waaronder een prachtige originele Dräger Pulmotor met bijbehorende instructieposters uit Een rondleiding voor groepen is ook mogelijk op andere dagen en van 1 maart 2013 tot juni 2013, na telefonische afspraak met R. Van Hee telefoon +32 (0) Henk Norder, anesthesieverpleegkundige Martini Ziekenhuis Groningen E mail: h.norder@mzh.nl 5

8 6 Jaargang 30 / nummer 1 / januari 2013

9

10 M. Middelbos p de operatiekamer hebben we de mogelijkheid om spirometrie te gebruiken op de beademingsmachine, maar na onderzoek blijkt dat hier weinig gebruik van wordt gemaakt tijdens het beademen van patiënten onder algehele anesthesie. Slechts een klein percentage van de anesthesiemedewerkers gebruikt spirometrie op de K. In de literatuur wordt geen duidelijk antwoord gegeven op de vraagstelling of spirometrie een meerwaarde heeft op de K. Wel laat de literatuur zien dat je in bepaalde situaties sneller veranderingen in de beademing kunt zien, waardoor je sneller kunt anticiperen en de beademingsinstellingen aan kunt passen als anesthesiemedewerker. De anesthesiemedewerkers die wel spirometrie op de K gebruiken geven aan dat ze sneller veranderingen herkennen in de loops en daarom gebruik van spirometrie op de K. De kwaliteit van de beademing van de patiënt op de K kan worden verbeterd wanneer je spirometrie gebruikt omdat er sneller en duidelijker veranderingen in de loops te zien zijn dan in de andere curves. Hiervoor is wel de juiste kennis nodig over spirometrie en de bijbehorende loops onder de anesthesiemedewerkers. Deze kennis is niet voldoende aanwezig. m deze kennis toch over te brengen aan de anesthesiemedewerkers is bijscholing nodig. Spirometrie op K, een meerwaarde? WAT IS SPIRMETRIE? Het begrip spirometrie is niet nieuw; het is afgeleid van het Latijnse woord spirare wat ademen betekent en het Griekse woord metro wat meten betekent. 1 Spirometrie is een vorm van fysiologisch onderzoek waarbij de hoeveelheid lucht die een persoon binnen een bepaalde tijd in- of uitademt gemeten wordt. Het is een eenvoudige test die de longfunctie meet. Hiervoor is een spirometer nodig. (zie figuur 1) Deze vorm van onderzoek gebeurt veelal op wakkere patiënten om het longvolume te meten, de flow te analyseren en de longmechanica te evalueren. De diepte van de in- en uitademing kunnen worden vergroot of verkleint. Elke patiënt heeft een bepaalde capaciteit om dit te doen. Deze capaciteiten kunnen met een spirometer worden gemeten en vastgelegd in een spirogram.(zie figuur 1). Figuur 1: Spirometer en spirogram 2 De belangrijkste en meest gebruikte spirometrietest is de geforceerde Vitale Capaciteit (FVC - Forced Vital Capacity). De patiënt ademt volledig (maximaal) in en blaast zo snel hij kan al de lucht uit de longen in de spirometer. De belangrijkste grootheden die via spirometrie gemeten worden zijn (long)volume en flow (stroomsnelheid). 3 DE SPIRMETER In figuur 2 is schematisch de werking van een klassieke spirometer afgebeeld. De werking is als volgt: Een slangensysteem wordt op de mond aangesloten en de neus wordt met een neusklem dichtgehouden. Door het blazen via een mondstuk in de slang wordt een metalen cilinder (klok), die in het water hangt, omhoog gedrukt. Figuur 2: Spirometer 3 Door het meten van de afstand waarover de cilinder zich verplaatst, kan worden bepaald hoeveel lucht is uitgeademd. Dit meten gaat (bij oudere apparaten) via een schrijfpen, die de bewegingen van de cilinder vastlegt op een langzaam voortbewegend papier. Bij de moderne apparatuur wordt de verplaatsing vertaald in een elektronisch signaal dat via de computer verwerkt wordt. De informatie die de spirometer geeft wordt uitgedrukt in longvolumina en longcapaciteiten. LNGVLUMINA EN LNGCAPACITEITEN De hoeveelheid lucht die bij iedere inademing wordt ingehaald, is het ademteugvolume (Vt). Door daarna zo diep mogelijk in te ademen kan het longvolume tot zijn maximum worden vergroot. Het ademteugvolume (Vt) neemt dan toe met het inspiratoire reservevolume (IRV). Deze twee samen vormen de inspiratoire capaciteit (IC). Bij een jonge, gezonde man is deze waarde ongeveer 3600 ml. Met capaciteit wordt in de longfysiologie de som van twee of meer volumes bedoeld. De volumes zijn niet constant: als men dieper doorademt, wordt het ademteugvolume vergroot ten koste van het inspiratoire reservevolume. Het totaal van deze volumes, de IC, is niet afhankelijk van de ademdiepte maar van de eigenschappen van longen en borstkas. Door zo ver mogelijk uit te ademen, kan het longvolume tot zijn minimum worden verkleind. Deze volumeafname noemen we het expiratoire reservevolume (ERV). Bij een jonge, gezonde man is deze waarde ongeveer 1200 ml. 8

11 De inspiratoire capaciteit en het expiratoire reservevolume is de maximale lucht die men kan verplaatsen. Men noemt dit de Vitale Capaciteit (VC). Na een maximale uitademing is niet alle lucht uit de longen. Er blijft een restvolume (RV) of residu achter. Bij een jonge, gezonde man is dit ook ongeveer 1200 ml. Dit restvolume plus het expiratoire reservevolume is de hoeveelheid lucht die zich in de longen bevind tijdens het ademrustniveau (de ademruststand die de borstkas vanzelf inneemt als er niet geademd wordt). Dit noemen we de functionele residuale capaciteit (FRC), omdat dit de hoeveelheid lucht is die na een normale uitademing nog voor de gaswisseling in de longen beschikbaar is. Bij een gezonde, jonge man is dit gemiddeld = 2400 ml. De hoeveelheid lucht die de longen bevatten na een maximale inademing wordt de totale longcapaciteit (TLC) genoemd en is de som van alle bovengenoemde volumina: (Vt+IRV+ERV+RV). 4. Met behulp van een spirometer kunnen deze volumina en capaciteiten (zie figuur 3) worden gemeten met uitzondering van het restvolume (RV) Figuur 3: Longvolumina - Tidal Volume (Vt): het gasvolume dat inen uitgeademd wordt gedurende een normale ademhaling (ca. 500 ml/ 7-8 ml/kg) - Inspiratoir reserve volume (IRV): het maximale gasvolume dat kan worden ingeademd vanaf het eindinspiratoire niveau (ca. 3 liter) - Expiratoir reserve volume (ERV): het maximale gasvolume dat kan worden uitgeademd vanaf het eindexpiratoire niveau (ca. 1,2 liter) - Residuaal Volume (RV): het gasvolume dat in de long achterblijft na maximale uitademing (ca. 1-1,5 liter). Deze hoeveelheid wordt bepaald door mechanische eigenschappen van de thoraxwand, expiratoire ademhalingsspieren, elastische retractiekracht van de longen en in bepaalde gevallen (bij ouderen en obstructieve longaandoeningen) luchtwegcollaps (atelectasen). - Functionele residuale capaciteit (FRC): het gasvolume in de longen na een normale, rustige, ongeforceerde uitademing. - FRC = RV + ERV - Totale longcapaciteit (TLC): de hoeveelheid lucht in de longen, na een maximale inademing (ca. 6 liter). De maximale hoeveelheid lucht die de longen kunnen bevatten. Dit maximum wordt bepaald door de mechanica van de thoraxwand, de inspiratoire ademhalingsspieren en de longcompliantie. - TLC = VC + RV - Closing Volume (CV): het volume boven het RV waarbij tijdens langzame uitademing een waarneembare afsluiting van de luchtwegen optreedt - Vitale Capaciteit (VC): het volume dat na een volledige uitademing maximaal kan worden ingeademd - VC = Vt + IRV +ERV Bij patiënten met restrictieve of obstructieve longaandoeningen zijn de longcapaciteiten afwijkend van de normaalwaarden (zie figuur 4). Bij obstructieve longaandoeningen zoals CPD, emfyseem en Astma zijn alle longvolumina verkleind behalve het RV, dat is toegenomen. Hierdoor is de TLC veel groter dan normaal. Bij restrictieve longaandoeningen zoals longfibrose en longoedeem zijn alle longvolumina in omvang afgenomen. Longfunctietest Restrictief bstructief Vitale capaciteit Verminderd Verminderd/ normaal Residuaal volume Verminderd Toegenomen Totaal longvolume Verminderd Normaal/ toegenomen FEV1/ VC Normaal/ Verminderd toegenomen FEV1 absoluut Verminderd Verminderd Figuur 4: longcapaciteiten bij patiënten met restrictieve of obstructieve longaandoeningen. LNGMECHANICA De mechanische eigenschappen van de long worden bepaald door de volgende factoren 5 - Luchtwegweerstand - Elasticiteit - ppervlaktespanning - Compliance LUCHTWEGWEERSTAND Dit is de weerstand die de luchtstroom moet overwinnen tijdens het passeren van de luchtwegen. Deze weerstanden beginnen al bij de bovenste luchtwegen. Bij een ademhaling door de neus is de luchtwegweerstand groter dan bij een ademhaling door de mond. Bij inspiratie staan de stembanden open. Als deze niet goed open staan, neemt de luchtwegweerstand toe. (bijvoorbeeld: laryngospasme) De centrale luchtwegen (mond-, neus-, en keelholte, trachea en grote bronchi) hebben in verhouding een kleine totale diameter en zijn samen verantwoordelijk voor 90% van de luchtwegweerstand. De lucht-/gasflow is ook van grote invloed op de luchtwegweerstand. Een hoge flow geeft veel turbulentie. Turbulentie geeft een hogere weerstand. Vooral op het niveau van de luchtwegvertakkingen en bij vernauwing van deze luchtwegen ontstaan hogere luchtwegweerstanden. Na de vijfde generatie van de bronchiaalboom (zie figuur 5) neemt de luchtwegweerstand snel af. Doordat de som van de diameter van de vele luchtwegvertakkingen in de perifere luchtwegen verder toeneemt. De perifere luchtwegen vertegenwoordigen samen een grote totale diameter en zijn verantwoordelijk voor de resterende 10% van de luchtwegweerstand. Tijdens beademing met een endotracheale tube wordt de luchtwegweerstand enorm verhoogd. De weerstand van een tube is namelijk omgekeerd evenredig met de 4e macht van de inwendige diameter van die tube. Een tube die tweemaal zo nauw wordt doordat er slijm in zit, heeft een weerstand die 16 keer zo hoog is. ok heeft de lengte van de buis of tube invloed op de luchtwegweerstand. Wordt de tube tweemaal zo lang dan neemt de weerstand evenredig toe. 6 Figuur 5 :Bronchiaalboom; De vertakkingen van de bronchi en hun afmetingen 4 ELASTICITEIT De elastische weerstanden van het longweefsel en de thorax moeten overwonnen worden. Elasticiteit is het weer kunnen opheffen van 9

12 een vormverandering door van buiten inwerkende krachten (retractiekrachten). De longelasticiteit is het vermogen van het elastische weefsel (elastine en collagene vezels) van de longen om tijdens de uitademing in te krimpen. nmiddellijk na de geboorte worden bij de eerste inademing de longen ontplooid, waarbij het longweefsel wordt gerekt en zo onder spanning komt te staan. De terugveerkracht (retractiekracht) neemt toe naarmate de thoraxholte verder groeit en de longen meer worden gerekt. De elastische eigenschappen van longen en thorax veranderen tijdens groei en veroudering. Bij volwassenen wordt de long geleidelijk slapper: er is steeds minder druk nodig om hetzelfde longvolume te bereiken. ok neemt het longvolume toe dat de long inneemt als hij is gerelaxeerd, dat wil zeggen, als het drukverschil over de long (transpulmonale druk) nihil is. Het is te verwachten dat het residuale volume (RV) een steeds groter deel van de totale longcapaciteit in beslag zal nemen, dus de vitale capaciteit (VC) zal dalen. Bij een pasgeborene is de thorax buitengewoon slap: bij de geringste drukveranderingen ondergaat hij grote volumeveranderingen. Dat is op zich erg nuttig, want voor de passage door het geboortekanaal is het een groot voordeel als de thorax erg slap en vervormbaar is. ok de long is erg slap. Daardoor ligt bij een elastisch evenwicht het longvolume erg dicht bij het minimale volume dat de thorax kan innemen, en dat in hoge mate bepalend is voor het residuale volume (RV). Bij een jong volwassene zijn zowel de long als de thorax stijver geworden, het residuale volume (RV) is naar verhouding lager geworden. De slappere long en de veranderingen in de eigenschappen van de thoraxwand na de adolescentie leiden er toe, dat het minimale longvolume (RV) stijgt, en dat de functionele residuale capaciteit (FRC) ook moet stijgen. Tijdens het verouderingsproces komt de thorax dus geleidelijk wat meer in inspiratiestand te staan: toegenomen zijdelingse en voorachterwaartse diameter. Bij longemfyseem kan de long zeer veel slapper worden dan normaal. Niet alleen kun je de long dan verder oprekken, zodat de totale longcapaciteit (TLC) groter is dan normaal, ook het residuale volume (RV) en de functionele residuale capaciteit (FRC) zullen sterk stijgen. Zulke mensen zijn herkenbaar aan de sterke inspiratiestand van hun thorax. 7 PPERVLAKTESPANNING Een andere factor die ook de longelasticiteit beïnvloed is de oppervlaktespanning die heerst in de alveoli. Watermoleculen trekken elkaar aan. Het water wat in de alveoli aanwezig is, trekt elkaar aan. Dit leidt ertoe dat lucht uit de longen kan worden geperst en de longen inklappen. Surfactant verhoogd de compliantie door de alveolaire oppervlaktespanning te verlagen. Surfactant wordt geproduceerd door type II alveolaire epitheelcellen. Surfactant verspreidt zich over de binnenzijde van de alveoli en verlaagt de oppervlaktespanning tot een twaalfde deel van de oppervlaktespanning van water. Kleine alveoli dreigen eerder in te klappen. De neiging voor het inklappen van alveoli is omgekeerd evenredig met de radius van de alveoli. Druk = (2 X ppervlaktespanning)/radius (wet van Laplace) Figuur 6: Alveoli met en zonder surfactant Surfactant en long bindweefsel zijn belangrijk in het stabiliseren van de grootte van de alveoli. Wanneer sommige alveoli klein zijn en andere groot neigen de kleine alveoli eerder tot inklappen. Hierdoor zouden de grote alveoli nog groter worden. Deze instabiliteit van de alveoli treedt door de volgende redenen niet op: Bindweefsel: De long bestaat uit ongeveer functionele eenheden, welke een of meer alveolaire buisjes en alveoli bevat. Deze worden allemaal omgeven door fibreuze septa. Surfactant: Surfactant verlaagt de oppervlaktespanning, waardoor voorgaande factoren de long geopend houden. Wanneer een alveolus kleiner dreigt te worden, worden de surfactantmoleculen in elkaar gedrukt, waardoor de oppervlaktespanning nog verder afneemt (zie figuur 1.6). Door surfactant is minder kracht nodig om de long uit te rekken. 8 CMPLIANCE Compliance is het tegenovergestelde van elasticiteit. Het zegt iets over de rekbaarheid en de meegaandheid van het weefsel terwijl de elasticiteit iets zegt over de stijfheid van het weefsel. Compliance wordt gedefinieerd als de volumetoename per eenheid van druktoename en uitgedrukt in ml/cm H 2. V/ P = C De compliance is per persoon verschillend. Dit hangt af van het postuur van de persoon, de houding en de ademarbeid. Bij een persoon die spontaan ademt varieert de normale compliance van 0,05 tot 0,17 l/cmh 2 of 50 tot 170 ll/cmh 2. Bij de geïntubeerde, beademde patiënt varieert de normale compliance van 35 tot wel 100 ml/cmh 2. 9 EVEN EEN VRBEELD Je beademd een patiënt met een druk van 14 cmh 2 en je geeft een teugvolume van 500 ml. Als je wilt berekenen wat de compliance van deze beademde patiënt is, moet je het teugvolume (expiratoir) delen door de druk (eindinspiratoir) waarmee je beademd (min PEEP). 500:14 = 35,7. Als je bij deze beademde patiënt de druk met 1 cmh 2 laat toenemen, krijg je een toename van 35,7 ml volume. Compliance zegt dus iets over de capaciteit van de long om te kunnen uitrekken. (zie figuur 7) Bij lage compliance van de longen hebben we te maken met stugge longen. De longen zijn moeilijker uit te rekken. Voorbeelden hiervan zijn; longfibrose, longoedeem, pneumonie, decompensatio-cordis met interstitieel oedeem, ARDS (Acute respiratory distress syndrome), atelectase, longcontusie, aspiratie, pneumothorax en diafragmahoogstand. Bij een hoge compliance van de longen hebben we te maken met slappe longen. De longen zijn gemakkelijk uit te rekken. Een voorbeeld hiervan is; longemfyseem. 6 Figuur 7: Volume-drukverhouding CURVES EN LPS Tijdens het beademen van de patiënt zijn er een aantal parameters waaraan de anesthesist en de anesthesiemedewerker kunnen interpreteren of de beademing voldoende is voor de patiënt. We meten de zuurstofsaturatie in het bloed (Sa 2 ) door perifeer (vinger, teen, oorlel) een saturatiemeter aan de patiënt te bevestigen. Een waarde tussen de 95% en 100% geeft aan dat het bloed van voldoende zuurstof is voorzien. Het capnogram en de waarde van het uitgeademde koolstofdioxide (etc 2 ) is ook een belangrijke parameter voor het interpreteren van de beademing van een patiënt. Een curve is een grafische weergave van een parameter uitgezet tegen tijd. Een loop is een weergave van twee parameters uitgezet tegen elkaar. Een curve en een loop geven inzicht in de interactie tussen de beademde patiënt en de beademingsmachine, ademarbeid, auto-peep, resistance, compliantie, afstemming van de beademing. 10

13 CURVES, LPS EN BEADEMINGSVRMEN Volume-gecontroleerde beademing Een volume-gecontroleerde beademingsvorm levert een vooraf ingesteld volume af, ongeacht de druk die daarvoor nodig is. ok de frequentie van het Vt en de I:E ratio moeten vooraf ingesteld worden. Deze beademingsvorm heeft een constante flow en een gegarandeerd beademingsvolume. m ervoor te zorgen dat de drukken waarmee het vastgestelde volume wordt toegediend niet te hoog worden, is het van belang de drukalarm-grens goed in te stellen. De drukcurve uiteengezet tegen de tijd bij een volume-gecontroleerde beademingsvorm ziet eruit als in figuur 8 Deze curve laat de veranderingen in de luchtweg-drukken zien. Druk is uitgedrukt in mbar (of in cmh 2 ) en tijd in seconden. Deze curve laat de staat van de long zien en de veranderingen die ontstaan tijdens de beademing. Figuur 8: druk-tijd curve, Volume-gecontroleerd, constante flow Aan het begin van de inspiratie neemt de druk tussen punt A en B enorm toe vanwege de hoge weerstanden in het systeem. De hoogte van de druk bij punt B is gelijkwaardig aan het product van de weerstand (R) en de flow (V met punt). p = R*V Deze relatie is alleen betrouwbaar zonder dat er een intrinsieke PEEP (air trapping) aanwezig is. Hoe hoger de flow en de luchtwegweerstand des te hoger is drukstijging naar punt B. Bij een lage inspiratoire flow en lage luchtwegweerstanden is de drukstijging bij punt B minder hoog. Na punt B stijgt de druk iets meer geleidelijk tot punt C (de piekdruk/ inspiratoire druk/ PPeak) is bereikt. 10 Dit is de druk die noodzakelijk is om tijdens de inspiratiefase de elastische en mechanische weerstanden van de luchtwegen, de longen en de thorax te overwinnen. nder invloed van deze druk kan er een barotrauma (pneumothorax) ontstaan. Dit hangt af van de hoogte van de druk in samenhang met de kwaliteit van het longweefsel. In het algemeen zal de piekdruk worden begrensd op 30 cmh Bij punt C is het ingestelde volume bereikt en stopt de flow. Hierdoor daalt de druk snel naar de plateaudruk/pauzedruk/ PPlat. Deze daling in druk is gelijkwaardig met de stijging in druk aan het begin van de inspiratie. De lijn tussen punt A en punt D loopt parallel met de lijn tussen punt B en punt C. Tussen punt D en punt E wordt de druk voor een bepaalde tijd vastgehouden om de gassen de gelegenheid te geven zich helemaal te verdelen over de longen. In deze fase begint de gasuitwisseling. Er kan en deze fase een kleine afname van de druk ontstaan. Dit kan komen door de verdeling van de gassen in de longen en eventuele lekken in het systeem. Vanaf punt E begint de expiratie. De expiratie is een passief proces waarbij de elasticiteit van het longweefsel en het thoraxweefsel ervoor zorgen dat de lucht uit de long kan stromen. Als het eind van de expiratie is bereikt, ontstaat er een eindexpiratoire druk bij punt F. Het drukverschil tussen punt E en punt F is een maat voor de compliance van de long. Bij een lage compliance is het drukverschil groot en bij een hoge compliance is het drukverschil klein. De druk eindigt normaal op de nullijn van de drukcurve maar kan worden verhoogd als er met PEEP wordt beademd. De flowcurve uiteengezet tegen de tijd bij een volume-gecontroleerde beademingsvorm ziet eruit als in figuur 9. Deze curve laat de veranderingen zien in de inspiratoire en de expiratoire flow. Flow is uitgedrukt in L/min en de tijd in seconden. Figuur 9: Flow-tijd curve, Volume-gecontroleerd, Constante flow Tijdens de inspiratie, bij een volume-gecontroleerde beademingsvorm, stijgt de flow erg snel tot het teugvolume is bereikt wat is ingesteld op de beademingsmachine. Tijdens de plateautijd zakt de flow naar nul. Aan het eind van de plateautijd start de expiratoire flow, welke uiteraard afhankelijk is van de weerstanden van de slangen, de machine en elasticiteit van de luchtwegen van de patiënt. Figuur 10: druk-volume loop bij een volumegecontroleerde beademing De druk-volume loop die bij een volumegecontroleerde beademing (zie figuur 10) in beeld te brengen is, geeft de compliance van de longen weer. De loop volgt een lus waarvan de wijdte vooral door de luchtwegweerstand wordt bepaald. 4 Dus hoe wijder de lus, des te hoger is de luchtwegweerstand. De richting waarin de lus beweegt is tegen de klok in. Tijdens het beademen wordt positieve druk gebruikt voor de inspiratie. De expiratie is een passief proces en tijdens de expiratie verandert de druk richting minder positief. Een loop bij een spontaan ademende patiënt ziet er geheel anders uit. DRUK-GECNTRLEERDE BEADEMING Bij een druk-gecontroleerde beademing is de drukcurve aanzienlijk anders dan bij een volume-gecontroleerde beademing. Deze vorm van beademing heeft een decelererende (afnemende) flow en levert een vooraf ingestelde druk af, ongeacht welk volume hierbij verplaatst gaat worden. ok bij deze vorm van beademing worden vooraf de ademfrequentie en de I:E ratio ingesteld. m ervoor te zorgen dat de volumes niet te hoog of te laag worden, moeten de volume-alarmen goed worden ingesteld. De drukcurve uiteengezet tegen de tijd bij een druk-gecontroleerde beademingsvorm ziet eruit als in figuur 11. De curve laat zien dat de druk bij de inspiratie snel omhoog gaat tot de vooraf ingestelde druk is bereikt. Nadat het de ingestelde druk heeft bereikt, blijft de druk constant voor de duur van de ingestelde I:E ratio. Bij het begin van de expiratie neemt de druk weer af. De expiratie verloopt op dezelfde manier als bij een volume-gecontroleerde beademing. 10 Figuur 11 Druk-tijd curve, Druk gecontroleerd Deze curve geeft een minder duidelijk beeld van de beademing dan de drukcurve van een volume-gecontroleerde beademing. Je kan onder andere de long compliance minder goed interpreteren vanuit de curve. De flowcurve uiteengezet tegen de tijd bij een druk-gecontroleerde beademingsvorm ziet eruit als in figuur 12. ok deze curve laat de veranderingen zien in de inspiratoire en de expiratoire flow. Flow is uitgedrukt in L/min en de tijd in seconden. Net als bij de volume-gecontroleerde beademing. Het verschil in flow is te zien tijdens de inspiratie. Zoals al eerder beschreven verloopt de expiratie hetzelfde als bij een volume-gecontroleerde beademing. 11

14

15

16 Figuur 12: Flow-tijd curve, Druk-gecontroleerd, Decelererende flow Tijdens de inspiratie stijgt de flow snel totdat de vooraf ingestelde druk is bereikt. Als deze druk eenmaal is bereikt, neemt de flow geleidelijk af. Dit wordt een decelererende flow genoemd. nder normale condities daalt de flow naar nul tijdens de inspiratie. Het verschil tussen de druk in de longen (alveoli) en de druk in het beademingssysteem, gehandhaafd door de beademingsmachine op een constant level, is de drijvende kracht voor de flow. Als het volume in de long toeneemt tijdens de inspiratie, neemt de druk toe in de long. Met andere woorden, door de druk verschillen kan de flow geleidelijk afnemen tijdens de inspiratie. Aan het eind van de inspiratie zijn de drukken in de longen en de drukken in het beademingssysteem hetzelfde, dus is er verder geen flow. Bij een druk-gecontroleerde beademing kan je de compliance berekenen door het gemeten teugvolume (Vt) te gebruiken. C = Vt / P P = P insp - PEEP De druk-volume loop bij een druk-gecontroleerde beademing ziet er iets anders uit dan de loop bij een volume-gecontroleerde beademing. ok deze loop geeft de compliance van de long weer en beweegt tegen de klok in. De relatie tussen deze curves (druk-, flowcurve en loops ) worden misschien nog duidelijker als je ze naast elkaar zet (zie figuur 14). Je kan zo goed de effecten van de verschillende beademingvormen op volume, druk en flow vergelijken. Figuur 14: Flow- drukcurves en druk-volume loops bij volume- en drukgecontroleerde beademing CURVES EN LPS IN VERSCHIL- LENDE PRAKTIJKSITUATIES Casussen Casus 1: Veranderingen in compliance In deze casus zie je de loops en curven van een volwassen patiënt die wordt beademd met een volumegecontroleerde beademing. Die zie je aan de vorm van de curven en de loops. Als de compliance in de long afneemt en de instellingen van de beademingsmachine zijn niet veranderd of aangepast, kan je dat goed zien aan de vorm van de druk-volume loop (zie figuur 15). In het inspiratoire gedeelte van de loop zie je duidelijk een verandering in de stijlheid. Deze neemt af. 10 De loop gaat platter liggen. De long wordt minder rekbaar en heeft meer druk nodig om tot hetzelfde volume te komen. In een druk-curve zie je ook een verschil in druk (zie figuur 17). De piekdruk en de plateaudruk veranderen en nemen toe bij een vermindering van de compliance van de long. In zowel de loop als in de drukcurve kan je de afname in compliance zien en berekenen. 12 Soms kan je de compliance ook wat verbeteren door de beademingsvorm te veranderen van volumegecontroleerd naar drukgecontroleerd of vice versa. Er kan tijdens de beademing van patiënten ook een fenomeen optreden dat hysterese heet. De term hysterese komt van het Griekse hustereo, wat betekent: te laat komen of achterblijven, in het algemeen het achterblijven van een effect op zijn oorzaak. Door hysterese van het longweefsel zal de vergroting van de alveolaire ruimte enigszins achterblijven bij de veroorzakende inspiratiekrachten. 4 De gladde spiercellen van het longweefsel kunnen niet verder rekken. Dit moet te allen tijde voorkomen worden. Hierbij ontstaat een situatie dat er bij verhoging van de beademingsdrukken geen toename van volume meer mogelijk is. De long is tot het uiterste gerekt en kan ook bij toename van de druk niet meer toenemen in volume. Figuur 15 Figuur13: druk-volume loop bij een druk-gecontroleerde beademing Het verschil is te zien in de inspiratiefase. De drukken die nodig zijn voor het te behalen volume zijn anders. Aan het begin van de inspiratie zie je een snelle toename van de druk, waarbij nog weinig toename van het volume is te zien. Dan komt de inspiratie op een omslagpunt. Er is maar weinig druk nodig voor een flinke toename in volume. Figuur 16 Normale Verminderde compliance compliance I : E ratio 1 : 2 1 : 2 Ppeak 13 cmh 2 28 cmh 2 Pplat 10 cmh 2 25 cmh 2 PEEP 0 cmh 2 0 cmh 2 Vt 425 ml 425 ml Compliance 43 ml/cmh 2 17 ml/cmh 2 Figuur 17 In een druk-volume loop is hysterese goed te zien zoals in figuur 17. In het inspiratoire gedeelte van de loop zie je dat het bovenste deel platter wordt. Je ziet dat er geen volumetoename is bij een verhoging van de druk. Er zit geen rek meer in de long. Dit kan barotrauma als gevolg hebben. Casus 2: Veranderingen in luchtwegweerstand In deze casus zie je de loops en curven van een volwassen patiënt die wordt beademd met een volumegecontroleerde beademing, waarbij de inspiratoire luchtwegweerstand is veranderd tijdens de beademing. 14

17 Figuur 18 Figuur 19 Wanneer de inspiratoire luchtwegweerstand veranderd, zie je in een verandering het inspiratoire deel van de drukcurve en de loop. De piekdruk verandert, maar de plateaudruk blijft hetzelfde. Toename van de inspiratoire luchtwegweerstand > toename van de piekdruk (zie figuur 19). Afname van de inspiratoire luchtwegweerstand > afname van de piekdruk. In de druk-volume loop zie je een verschil in het rechter deel van de loop (inspiratoire deel). De positie veranderd maar de stijlheid van de loop blijft hetzelfde (zie figuur 18). Casus 3 :Spontane ademhaling Tijdens de anesthesie kan het gebeuren dat de spierverslapping uit begint te werken. Dit moment is goed te monitoren aan het eind van de anesthesie. De spierkracht en de ademprikkel komen terug en de patiënt begint spontane ademhalingsbewegingen te maken. Dit kan je goed zien op de druk-volume loop, maar ook in de druk-curve kan je dit moment goed monitoren Figuur 21 De patiënt zal tegen de machine in gaan ademen. In het inspiratoire gedeelte van zowel de druk-curve als de druk-volume loop zie je een verandering van de vorm. De lijn zal verschuiven naar een mindere druk. Tijdens een spontane ademhaling ontstaat er immers een negatieve druk bij de inspiratie in tegenstelling tot de machinale beademing die een inspiratie veroorzaakt met een positieve druk. Als de patiënt begint tegen te ademen is het wijs om de beademingsvorm aan te passen. Als de patiënt nog niet voldoende kracht heeft om goed zelf te ademen maar wel begint met kleine teugen, kan je ervoor kiezen om een geassisteerde beademingsvorm te kiezen. De patiënt begint de ademhaling met een negatieve druk, waarna de machine het overneemt door de ademteug te vergoten met positieve druk (zie figuur 23). Figuur 22 Figuur 24 Figuur 25 De flow-curve van figuur 24 laat een situatie zien waarbij de inspiratietijd te kort is. De flow komt niet tot de nullijn tijdens de inspiratie. Als je dit in je curve ziet, moet je de inspiratietijd aanpassen en dus meer tijd geven voor de inspiratie. De flow-curve zoals in figuur 25 laat juist het omgekeerde zien. De expiratietijd is te kort. De flow komt tijdens de expiratie niet tot de nullijn. Hierbij is het van belang om de expiratietijd te verlengen. Als je te weinig tijd geeft voor een volledige expiratie, ontstaat er een intrinsieke PEEP, ook wel air-trapping genoemd. Na elke expiratie blijft er een hoeveelheid lucht achter in de longen. Dit achtergebleven volume komt er bij elke nieuwe inspiratie bij. Er ontstaat steeds meer positieve druk in de longen. Dit kan barotrauma tot gevolg hebben. Casus 5: Knik in de tube Wanneer de patiënt is geïntubeerd met een endotracheale tube, kan er op elk moment tijdens de anesthesie een knik in de tube ontstaan. Er is plotseling een afname van het volume zichtbaar in de druk-volume curve, terwijl er juist een enorme toename van druk is ontstaan. Figuur 20 Figuur23 Een volledige spontane ademhaling die er in een druk-volume loop uit zoals in figuur 22. De richting van de loop gaat met de klok mee. Inspiratie ontstaat door een negatieve druk. Casus 4: I:E ratio niet goed ingesteld De flow-curve kan je heel goed gebruiken om je I:E ratio mee in te stellen. Figuur 26 15

18 Figuur 27 Normale Verminderde compliance compliance I : E ratio 1 : 2 1 : 2 Ppeak 13 cmh 2 42 cmh 2 Pplat 10 cmh 2 40 cmh 2 PEEP 2 cmh 2 2 cmh 2 Vt 425 ml 311 ml Compliance 43 ml/cmh 2 8 ml/cmh 2 Casus 6:Lek in het beademingssysteem Wanneer er een lek in het beademingssysteem is, kan je dit zien aan het verminderde uitademingsvolume. Tijdens de inspiratie wordt een bepaald volume door de beademingsmachine aan de patiënt toegediend. Bij de expiratie is dit volume verminderd. Dit betekent dat er ergens in het beademingssysteem een lek zit. De druk-volume loop (zie figuur 27) laat een duidelijke vermindering van volume zien. Zonder het gebruik van deze loop kan je lekkage ook ontdekken door de getallen van de beademingsmachine te interpreteren. Als je een volume-gecontroleerde beademing hebt ingesteld zie je dat het ingestelde volume voor de inspiratie niet overeen komt met het volume van de expiratie. stijging van het C 2. De oorzaken van een bronchospasme kunnen zijn; de prikkelingen van het intuberen of het inbrengen van een larynxmasker, pijnprikkels tijdens oppervlakkige anesthesie, allergische reactie op medicijnen enz. In de druk-volume (loop zie je dat er ineens een drukstijging ontstaat en het volume afneemt. De weerstand wordt verhoogd, waardoor de lucht niet gemakkelijk in en uit de longen kan stromen. De compliance is afgenomen. Figuur 28 Casus 8: Patiënt met longemfyseem Patiënten met longemfyseem hebben een enorm toegenomen compliance van de longen. Emfyseem wordt gekenmerkt door een verlies van elasticiteit van het longweefsel, waardoor de bronchioli niet open blijven staan tijdens de expiratie en de lucht er niet meer uit kan stromen. Dit wordt airway collaps genoemd, met als gevolg air-trapping. Door deze chronische uitademingsstoornis raken de alveolie uitgerekt en kwetsbaar en kan er tijdens het beademen van deze patiënten gemakkelijk barotrauma ontstaan. Toename van de FRC komt tot stand door het verwijden van de luchtwegen, door het weer openen van gecollabeerde alveoli en door collaberen van alveoli tijdens de expiratie te voorkomen. Door het openen van de alveoli neemt de compliance van de longen toe. Deze effecten resulteren in een afname van ventilatie/ perfusiestoornissen en verbeteren de arteriële zuurstofspanning (Pa 2 ). PEEP moet uiteindelijk leiden tot een afname van de ademarbeid, het toenemen van de compliance van de longen en het verbeteren van de oxygenatie. Bij een verkeerd ingesteld PEEP-niveau worden de omgekeerde effecten bereikt; de compliance daalt, de ademarbeid neemt toe en de oxygenatie neemt af. Het gebruiken van PEEP heeft ook een aantal ongunstige effecten op het lichaam: Het belangrijkste nadeel van PEEP is de daling van de cardiac output. Deze cardiac output daling komt door de afname van de veneuze return van het bloed naar het rechter hart. Het veroorzaakt ook een afname van de compliance van het linker ventrikel. Het ventrikel vult hierdoor slechter en de preload neemt daardoor af. mdat de output van de linker ventrikel sterk afhangt van de preload is dit een tweede belangrijk punt waardoor de cardiac output daalt PEEP verhoogt de pulmonaire vaatweerstand en daardoor neemt de belasting voor het rechter hart toe. Veel van de bovengenoemde effecten kunnen worden gecompenseerd door de patiënt optimaal te vullen. Het vochtbeleid bij patiënten die met PEEP beademd worden moet nauwgezet uitgevoerd worden. ndervulling van deze patiënten leidt direct tot een sterke afname van de cardiac output. PEEP veroorzaakt ook een toename van de intracraniële druk. Tenslotte neemt door het geven van PEEP de uitscheiding van urine af als gevolg van de stimulatie van de ADH-productie. 13 Wat de juiste PEEP is voor de patiënt is goed te monitoren met een druk-volume loop. Figuur 27 Casus 7: Patiënt met astma/bronchospasme Patiënten die roken, astma hebben of aanleg hebben voor allergische reacties en daardoor gevoelige luchtwegen hebben, kunnen tijdens het beademen een bronchospasme krijgen. Een bronchospasme is een acute bronchiale obstructie door samentrekken van de spierwand van de luchtwegen, longoedeem en slijmretentie in de longen. De symptomen van een patiënt met een bronchospasme tijdens het beademen kunnen zijn; hoge beademingsdrukken, tachycardie, transpireren, cyanose, saturatiedaling, Figuur 29 Casus 9: Effect van PEEP op compliance Tijdens het beademen van een patiënt tijdens een operatieve ingreep wordt regelmatig PEEP gebruikt. Bij PEEP wordt tijdens de expiratiefase een positieve druk in het beademingssysteem gehandhaafd. De druk komt dus niet zoals gebruikelijk terug op de atmosferische druk door het expiratiesysteem van de beademingsmachine open te zetten, maar de zogenaamde PEEP-klep voorkomt dit. PEEP veroorzaakt een aantal reactie van het lichaam, die zeker niet in alle gevallen gunstig zijn. Met het geven van PEEP nemen in de eerste plaats de longvolumina toe, met name de FRC. Figuur 30 Figuur 31 16

19 I : E ratio 1:2 Ppeak 21 cmh 2 P Pplat 17 cmh 2 PEEP 4 cmh 2 Vt 366 ml Compliance 28 ml/cmh 2 I : E ratio 1 : 2 Ppeak 24 cmh 2 Pplat 20 cm H 2 PEEP 8 cmh 2 Vt 406 ml Compliance 34 ml/cmh 2 De volgende drie loops laten het effect van PEEP op de compliance zien. In figuur 30 zie je de verandering van de compliance als de PEEP van 0 naar 4 cmh 2 wordt verhoogd. De druk-volume loop beweegt naar de verticale as. Dit betekent dat de compliance verbetert. Wanneer de PEEP wordt verhoogd van 4 naar 8 cmh 2 (zie figuur 31) zie je dat de compliance nog meer verbetert. De compliance verbetert niet wanneer de PEEP nog meer wordt opgehoogd (zie figuur 32). In deze casus is een bepaalde ingestelde PEEP goed voor het optimaliseren van de beademing, maar wanneer er een bepaald grens over wordt gegaan, verbetert de compliance niet meer. De loop beweegt weer naar de horizontale as. Figuur 32 I : E ratio 1 : 2 Ppeak 30 cmh 2 Pplat 27 cm H 2 PEEP 15 cmh 2 Vt 323 ml Compliance 27 ml/cmh 2 PRAKTIJKNDERZEK m een beeld te krijgen van het gebruik van spirometrie op de K door mijn collega anesthesiemedewerkers heb ik een aantal vragen opgesteld en 20 gediplomeerde anesthesiemedewerkers geïnterviewd. Gebruik je spirometrie (de loops) tijdens het beademen van patiënten op de K? Hierop hebben 5 anesthesiemedewerkers de vraag met ja beantwoord en 15 anesthesiemedewerkers hebben met nee beantwoord. Heb je over het gebruik van spirometrie les gehad tijdens de opleiding, een klinische les of symposium? De meeste collega s hebben tijdens de opleiding geen les gehad over spirometrie. Vind je het gebruik van spirometrie op K een meerwaarde hebben ten opzichte van de andere curves? De 5 anesthesiemedewerkers die spirometrie gebruiken op K vinden dat dit een meerwaarde heeft ten opzichte van de curves. De 2 anesthesiemedewerkers die dit niet meer gebruiken vinden dat het geen meerwaarde heeft. De overige 13 anesthesiemedewerkers weten het niet omdat ze niet met spirometrie werken. Wanneer gebruik je spirometrie op K? - patiënten met CPD/pulmonale problemen. - bij gebruik van larynxmaskers om lekkage snel te zien. - patiënt met bronchospasme - bij druk op de thorax - als de patiënt spontaan gaat ademen - bij patiënt met luchtwegobstructie - als de patiënt in Trendelenburg wordt gebracht - bij pulmonale ingrepen - als de beademing niet goed verloopt. - om te controleren of de patiënt voldoende uitademt (auto-peep) Alle collega s die spirometrie gebruiken vinden dat ze sneller veranderingen in de beademing kunnen zien in de loops dan in de andere curves. ok benoemde een van de anesthesiemedewerkers dat alle informatie mee helpt om de patiënt goed te kunnen bewaken. CNCLUSIE Tijdens het lezen van de literatuur en het vergelijken van spirometrie (de loops) met de curves blijkt dat er geen hele duidelijke conclusie uit dit onderzoek naar voren is gekomen vanuit de literatuur. De literatuur die ik gebruikt heb voor dit onderzoek beschrijft niet duidelijk iets over de meerwaarde van het gebruik van de loops boven het gebruik van de curves tijdens de beademing. Wel wordt aangetoond in de literatuur hoe de loops en de curves eruit zien in bepaalde situaties. In sommige situaties kan je mooier en sneller veranderingen terugzien in je loops, maar zonder de loops kan je ze ook in de curves herkennen. Veranderingen in de compliance kan je mooi zien in de loops, maar als je alleen curves gebruikt als monitoring voor de beademing, kan je de compliance ook berekenen en aan de hand daarvan de beademingsinstellingen veranderen om de beademing te optimaliseren. Het instellen van de PEEP is een mooi voorbeeld. Je kan in een oogopslag zien wat de PEEP doet met de compliance van de longen van de beademde patiënt wanneer je een loop gebruikt als monitor voor de beademing. Maar als je de loops niet gebruikt, kan je de compliance berekenen door het uitgeademde volume te delen door de plateaudruk min de ingestelde PEEP. Hoe hoger dat getal, des te beter de compliance van de long. LITERATUURLIJST - Verlinden, J. & Verkerk, H., Side Stream Spirometrie een bewerking van New Technologies in anesthesia Linda M. Huffman in Journal of the American - Association of Nurse Anesthesists (june 1991/Vol. 59/ No 3). Side%20stream%20spirometrie.pdf - Brown, A.C., Respiration physiology: ventilation, Parameters-Spirometer Tracing (2011). lung/lectures/rsvntl/rsvntlprmtsprn. htm - Brusaco, V., Standaardisatie van spirometrie (april 2005),februari Bouman, L.N., Medische fysiologie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, Visser,F., Longmechanica longcwz.nl/joomla/images/stories/frank- Visser/ademmechanica.pdf - De Vries, C.J., Mechanische beademing. Utrecht: Stöpler Instrumenten & Apparaten B.V., Quanjer, Philip H., Word een expert in spirometrie. start.html - Pearson, C., Longen en ademhaling (20 januari 2009). - Pilbeam, Susan P. & Cairo, J.M., Mechanical Ventilation: Physiological and Clinical - Applications. Fourth edition. St. Louis: Mosby Elsevier, Rittner, F. & Döring, M., Curves and Loops in Mechanical Ventilation - Peeters, J., Basisboek anesthesiologische zorg en technieken. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg, Appliguide. Patient Spirometry, Monitoring of patient ventilation during anesthesia. Datex hmeda - Van Looy, L., Kunstmatige beademing (2003). - files/cursus-20kunstmatige-20beademing pdf - Heijdra, Y.F. & van Helvoort, H.A.C., Praktische handleiding Longfunctietesten. - Houten: Bohn Stafleu van Loghum, Altalag, A., et al. Pulmonary Function Tests in Clinical Practice. Toronto: Springer, Hyatt, Robert E., et al. Interpretation of Pulmonary Function Tests. Third edition. - Rochester: Wolters Kluwer, Lippincott Williams & Wilkins, Larsen, R. & Ziegenfuß, T., Beatmung. 4.Auflage. Berlin: Springer, Haag, E. & Dirven, J., Schrijven in stappen, Derde druk. Den Haag: Lemma BV, M.. Middelbos, anesthesiemedewerker. Wilhelminaziekenhuis, Assen. 17

20

Respiratie Functie en bouw van de luchtwegen. Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen.

Respiratie Functie en bouw van de luchtwegen. Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen. Respiratie 2 Functie en bouw van de luchtwegen FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus 1 Het uitwisselingsproces van O 2 en CO 2 tussen de cellen en de bloedbaan vindt eerder

Nadere informatie

Longvolumes en capaciteit

Longvolumes en capaciteit Longvolumes en capaciteit Meten van het longvolume is een instrument om de functie van de longen te controleren en onderzoek bij longziekten te doen. De ademhalingscyclus begint bij het uitzetten van de

Nadere informatie

Beademen Met de juiste drukken moet het lukken?! Lennart Immerzeel Ventilation Practitioner Reinier de Graaf, Delft

Beademen Met de juiste drukken moet het lukken?! Lennart Immerzeel Ventilation Practitioner Reinier de Graaf, Delft Beademen Met de juiste drukken moet het lukken! Lennart Immerzeel Ventilation Practitioner Reinier de Graaf, Delft Beademingsdrukken plateau CO2 inspiratoir PEEPe alveolair abdominaal max oesophagus peak

Nadere informatie

vwo gaswisseling en ademhaling 2010

vwo gaswisseling en ademhaling 2010 vwo gaswisseling en ademhaling 2010 Machinale kunstmatige beademing Machinale kunstmatige beademing wordt toegepast als een patiënt, bijvoorbeeld tijdens of na narcose, niet zelf kan ademhalen. De principes

Nadere informatie

Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30

Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30 Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03 Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30 Faculteit Biomedische Technologie BSc opleiding Medische Wetenschappen en Technologie Verantwoordelijk docent: C. Bouten Coördinator

Nadere informatie

HET ADEMHALINGSSTELSEL

HET ADEMHALINGSSTELSEL HET ADEMHALINGSSTELSEL ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Functies van het ademhalingsstelsel De functies van het ademhalings-stelsel Gasuitwisseling tussen bloed en lucht Verplaatsen van lucht van en naar de uitwisselingsoppervlakken

Nadere informatie

Ventilatoire Beperking van de Inspanning 1

Ventilatoire Beperking van de Inspanning 1 Ventilatoire Beperking van de Inspanning 1 Dyspnoe bij inspanning is één van de belangrijkste klachten van patiënten met een longziekte. Het inspanningsonderzoek kan dan ook een belangrijke rol spelen

Nadere informatie

Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem

Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem Take-home toets Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem 1. Welke van de onderstaande spieren speelt (spelen) een rol bij de ademhaling? a. diafragmaspieren b.

Nadere informatie

Najaar 2008. Rookstopcursus CM Leuven najaar

Najaar 2008. Rookstopcursus CM Leuven najaar Stoppen met roken en volhouden Najaar 2008 1 Kennismaking 1. Inleiding Groepsbegeleider: Geert Celis Prive: GSM: 0477/76 63 15 geert.celis2@telenet.be Werk: 016/34 03 70 geert.celis@uzleuven.be Relaxatietherapeute:

Nadere informatie

Koffie Nog maar 1u 25 min.

Koffie Nog maar 1u 25 min. Koffie Nog maar 1u 25 min. 1 Anatomie en Fysiologie Dolf Weller - Ventilation Practitioner Maasstad Ziekenhuis Back 2 Basic 2018 2 Inhoud Regulatie ademhaling Anatomie luchtwegen/longen Diffusie/perfusie

Nadere informatie

Anatomie en Fysiologie

Anatomie en Fysiologie Anatomie en Fysiologie Dolf Weller - Ventilation Practitioner Maasstad Ziekenhuis 10 februari 2017 B2B, Anatomie en Fysiologie, Dolf Weller, Ventilation Practitioner 1 Inhoud Regulatie ademhaling Anatomie

Nadere informatie

Back to basics. Recruteren. 10 februari Lann Jacobs 1

Back to basics. Recruteren. 10 februari Lann Jacobs 1 Back to basics Recruteren 10 februari 20117 Lann Jacobs 1 Recruteren?? Werven, halen, aantrekken In dienst roepen 10 februari 2017 Lann Jacobs 2 Alveoli Geschat aantal op 300-500 miljoen Geschat oppervlakte

Nadere informatie

Nonivasieve Beademingsvormen. Marcel Tinnevelt Ventilation Practitioner

Nonivasieve Beademingsvormen. Marcel Tinnevelt Ventilation Practitioner Nonivasieve Beademingsvormen Marcel Tinnevelt Ventilation Practitioner 19 - Herberg Tubepleisters Non invasieve beademing Canule zorg Om de non invasieve beademingsvormen te begrijpen eerst basis beademingsvormen

Nadere informatie

Morbide obesitas. BMI= body mass index kg / m 2 Normaal te zwaar > 30 obesitas > 40 morbide obesitas

Morbide obesitas. BMI= body mass index kg / m 2 Normaal te zwaar > 30 obesitas > 40 morbide obesitas Morbide obesitas BMI= body mass index kg / m 2 Normaal 18-25 25-30 te zwaar > 30 obesitas > 40 morbide obesitas Relatief risico voor overlijden als functie van BMI=body mass index Eigen schuld? Schuld?

Nadere informatie

Respiratie NExCOB scholing december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist

Respiratie NExCOB scholing december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist Respiratie NExCOB scholing 15 16 december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist Ton.Haans@radboudumc.nl Inhoud Bouw en functie van de longen; Diffusie Ventilatie Perfusie Doderuimte ventilatie en shunting

Nadere informatie

MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk

MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk K. Cové BDM Ventilation & Respiratory Care Agenda COPD in het kort MyAivo

Nadere informatie

Oefeningen en adviezen bij COPD

Oefeningen en adviezen bij COPD Oefeningen en adviezen bij COPD U bent opgenomen bij Rijnstate omdat u COPD heeft. COPD is de Engelse afkorting voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease oftewel chronische obstructieve longziekte. U

Nadere informatie

longfunctietest patiënteninformatie Waarom dit onderzoek? Het onderzoek

longfunctietest patiënteninformatie Waarom dit onderzoek? Het onderzoek patiënteninformatie longfunctietest Omdat u longen (tijdelijk) niet goed werken, krijgt u binnenkort een onderzoek van uw longfunctie. Welke soorten onderzoeken zijn er? En wanneer krijgt u de uitslag?

Nadere informatie

Wat gebeurt er met iemand die aan een beademingsmachine ligt

Wat gebeurt er met iemand die aan een beademingsmachine ligt Beademing Wat gebeurt er met iemand die aan een beademingsmachine ligt Uw familielid of naaste wordt beademd door een zogenaamde beademingsmachine. Dit is een ingrijpende gebeurtenis voor de patiënt zelf

Nadere informatie

Thuisbeademing. Beademing die plaats vindt buiten het ziekenhuis. Thuisbeademing

Thuisbeademing. Beademing die plaats vindt buiten het ziekenhuis. Thuisbeademing Thuisbeademing Beademing die plaats vindt buiten het ziekenhuis Thuisbeademing Inleiding 3 Ademhaling 3 Ademhalingsproblemen 5 Thuisbeademing 6 neus-, mond-, maskerbeademing 6 endotracheale beademing 7

Nadere informatie

COPD. Meten is weten!!! Maar wat meten we dan??

COPD. Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? Bij een patiënt kunnen verschillende longfunctie testen worden gedaan om te kijken of er sprake is van COPD. Je kunt met de testen de ernst van de COPD bepalen.

Nadere informatie

programma longfunctie cursus natte spirometers natte spirometers natte spirometers natte spirometers spirometrie heliumverdunning

programma longfunctie cursus natte spirometers natte spirometers natte spirometers natte spirometers spirometrie heliumverdunning programma longfunctie cursus methoden van volume- en weerstandsmetingen spirometrie soorten spirometers ATS/BTS correctie heliumverdunning multiple/single breath plethysmografie stikstofuitwas 1 natte

Nadere informatie

Beademen. Sandra de Boer van Kammen Ventilation Practitioner a.vankammen@erasmusmc.nl Refereeravond HAGA 17-06-2014

Beademen. Sandra de Boer van Kammen Ventilation Practitioner a.vankammen@erasmusmc.nl Refereeravond HAGA 17-06-2014 Beademen Sandra de Boer van Kammen Ventilation Practitioner a.vankammen@erasmusmc.nl Refereeravond HAGA 17-06-2014 Programma VILI Resultaten onderzoeken VP ers Erasmus MC Hoe goed te beademen Curves NAVA

Nadere informatie

Longfunctieonderzoek

Longfunctieonderzoek Longfunctieonderzoek Een longfunctieonderzoek is een onderzoek waarbij wordt gemeten wat de inhoud, de doorgankelijkheid, de elasticiteit en de gevoeligheid van de luchtwegen zijn. Ook kan worden vastgesteld

Nadere informatie

8 Longfunctieonderzoeken

8 Longfunctieonderzoeken Patiënteninformatie 8 Longfunctieonderzoeken Inleiding Binnenkort verwachten wij u op de longfunctieafdeling van Amphia voor één of meerdere longfunctieonderzoeken. Op iedere locatie van ons ziekenhuis

Nadere informatie

LONGFUNCTIEONDERZOEKEN

LONGFUNCTIEONDERZOEKEN PATIËNTENINFORMATIE SPIJKENISSE Medisch Centrum LONGFUNCTIEONDERZOEKEN In deze folder geeft het Spijkenisse Medisch Centrum u algemene informatie over longfunctieonderzoeken die op de longpolikliniek (route

Nadere informatie

bodyplethysmografie lichaamsvolumeveranderingsregistratie C.M. Roos arts/pathofysioloog Amsterdam

bodyplethysmografie lichaamsvolumeveranderingsregistratie C.M. Roos arts/pathofysioloog Amsterdam bodyplethysmografie lichaamsvolumeveranderingsregistratie πλεθειν toenemen C.M. Roos arts/pathofysioloog Amsterdam - determinanten van de ademteug shiftvolume - meten van het shiftvolume lichaamsvolume

Nadere informatie

Spirometrie; dynamische longvolumes

Spirometrie; dynamische longvolumes Spirometrie; dynamische longvolumes 1 Y. Heijdra 1.1 Inleiding Het meten van dynamische longvolumes is een vorm van spirometrisch onderzoek waarbij de hoeveelheid lucht die een persoon binnen een bepaalde

Nadere informatie

Wanneer de patiënt ondersteuning/overname van de ademhaling nodig heeft, kennen we de volgende vormen:

Wanneer de patiënt ondersteuning/overname van de ademhaling nodig heeft, kennen we de volgende vormen: Beademing 2 Inleiding Uw familielid of naaste is opgenomen op de intensive care en wordt beademd met een beademingsapparaat. Dit apparaat ondersteunt de natuurlijke ademhaling. Wat dit voor u betekent,

Nadere informatie

Longfunctieonderzoeken. Sophia Kinderziekenhuis

Longfunctieonderzoeken. Sophia Kinderziekenhuis Longfunctieonderzoeken Sophia Kinderziekenhuis Uw kind komt binnenkort om één of meer van de in deze folder beschreven longfunctieonderzoeken uit te voeren. De onderzoeken helpen de arts een beter beeld

Nadere informatie

Curves & Loops: Lees de ventilator

Curves & Loops: Lees de ventilator Curves & Loops: Lees de ventilator T. Schepens, UZ Gent, Gent en Universiteit Antwerpen, Wilrijk D. Wildemeersch, UZ Antwerpen, Edegem Een beademingstoestel of ventilator is veel meer dan een instrument

Nadere informatie

METEN VAN LONGVOLUMES. klinisch belang. Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012

METEN VAN LONGVOLUMES. klinisch belang. Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012 METEN VAN LONGVOLUMES klinisch belang Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012 LONGVOLUMES IC TLC VC VT ERV FRC RV FLOW-VOLUME LOOP: Normaal TLC IC VC VT ERV FRC Flow RV Sec. 0 Volume

Nadere informatie

Chronische beademing in NL ALS en CTB Groningen

Chronische beademing in NL ALS en CTB Groningen Programma Inleiding (Peter Wijkstra, longarts) Chronische beademing in NL ALS en CTB Groningen Zorgtraject ALS (Hans van der Aa, Verpleegkundig specialist) Poliklinische intake, opname en ontslag Long

Nadere informatie

PRACTICUM HET LICHAAM VOOR EN NA INSPANNING

PRACTICUM HET LICHAAM VOOR EN NA INSPANNING LESKIST SPORT EN BEWEGING PRACTICUM HET LICHAAM VOOR EN NA INSPANNING Als je sport ga je sneller ademhalen. Je begint te zweten en je hartslag gaat omhoog. Kortom, bij treden er allerlei veranderingen

Nadere informatie

Het aanbrengen van een buisje in de luchtpijp Tracheotomie

Het aanbrengen van een buisje in de luchtpijp Tracheotomie Het aanbrengen van een buisje in de luchtpijp Tracheotomie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Wat is een tracheotomie? 1 Waarom een tracheotomie? 2 Soorten tracheacanules 2 Na een

Nadere informatie

COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan??

COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? De lengte en het gewicht vragen aan de patiënt is voldoende. Iedereen weet toch hoe lang en zwaar hij/zij is. Juist/Onjuist Bij een patiënt kunnen verschillende

Nadere informatie

Kinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF. L. van der Giessen, kinderfysiotherapeute

Kinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF. L. van der Giessen, kinderfysiotherapeute Kinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF L. van der Giessen, kinderfysiotherapeute Kinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF Dr Lianne van der Giessen

Nadere informatie

Spirometrie. Introductie en praktijkcursus

Spirometrie. Introductie en praktijkcursus Spirometrie Introductie en praktijkcursus De Welch Allyn Spirometer Pneumotachograaf principe met barometerdruk als referentie Mondstuk en weerstand in één (disposable) (bacteriologisch schoon en veilig)

Nadere informatie

SPIROMETER BT82i GEBRUIKERSHANDLEIDING

SPIROMETER BT82i GEBRUIKERSHANDLEIDING SPIROMETER BT82i GEBRUIKERSHANDLEIDING CENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES http://www.cma-science.nl Korte beschrijving De CMA Spirometer BT82i meet de luchtstroomsnelheid tijdens het ademen binnen

Nadere informatie

Het kunstmatig overnemen van de ademhaling (IC)

Het kunstmatig overnemen van de ademhaling (IC) Het kunstmatig overnemen van de ademhaling (IC) Eén van de behandelingsmogelijkheden op de IC is het kunstmatig overnemen of ondersteunen van de ademhaling. Dit wil zeggen dat de ademhaling wordt geregeld

Nadere informatie

Inhoud. 3 Respiratoire insufficiëntie Klinische symptomen Hypoxemie en hypoxie...42

Inhoud. 3 Respiratoire insufficiëntie Klinische symptomen Hypoxemie en hypoxie...42 Inhoud 1 Geschiedenis van mechanische beademing.... 1 1.1 Evolutie van de apparatuur.... 2 1.1.1 Negatieve drukbeademing... 2 1.1.2 Positieve drukbeademing.... 2 1.2 Evolutie van de behandeling.... 3 2

Nadere informatie

Luchtwegen en. ademhaling: hoe zit het ook alweer?

Luchtwegen en. ademhaling: hoe zit het ook alweer? Luchtwegen en En bij het kind? ademhaling: hoe zit het ook alweer? Drs. Corine Vollbehr Docent anatomie/fysiologie bij de UMCUtrecht Academie 1 Aan de orde komen: Korte herhaling van - anatomie van luchtwegen

Nadere informatie

De kwantitatieve meeting is bv. bij de Corpuls 3 of de Corpuls 08/16 in de hoofdstroom en bij de Lifepak 12 in de sidestream.

De kwantitatieve meeting is bv. bij de Corpuls 3 of de Corpuls 08/16 in de hoofdstroom en bij de Lifepak 12 in de sidestream. 4.6. CO 2 en capnografie: Het afblazen van CO 2 is naast de oxygenatie de tweede component van de ventilatie en kan op verschillende manieren gemeten worden. Alleen kwalitatief bijvoorbeeld via de Easycap

Nadere informatie

Obesitas op de IC: Hoe te beademen?

Obesitas op de IC: Hoe te beademen? Obesitas Body Mass Index Obesitas op de IC: Hoe te beademen? Body Mass Index (BMI) = gewicht / (lengte) 2 = kg/m 2 Toename overgewicht = toename gezondheidsrisico! WHO indeling: Jasper van Bommel Intensive

Nadere informatie

Beademing in de praktijk!

Beademing in de praktijk! Beademing in de praktijk! Marieke Vostermans-Breuer IC-verpleegkundige &! Ventilation Practitioner 10 Februari 2017 "Back to Basics" 1 Inleiding Afgelopen decennia Evidence Based Mechanische beademing

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Sedatie door de Sedatie Praktijk Specialist (SPS) een onderzoek of behandeling onder sedatie

Patiënteninformatie. Sedatie door de Sedatie Praktijk Specialist (SPS) een onderzoek of behandeling onder sedatie Patiënteninformatie Sedatie door de Sedatie Praktijk Specialist (SPS) een onderzoek of behandeling onder sedatie 20140062 Sedatie.indd 1 15-09-16 13:10 Sedatie door de Sedatie Praktijk Specialist (SPS)

Nadere informatie

Uitgebreid longfunctieonderzoek

Uitgebreid longfunctieonderzoek Uitgebreid longfunctieonderzoek Uitgebreid longfunctieonderzoek Het onderzoek vindt plaats op: dag, datum, om uur U moet zich melden bij: O locatie Delfzicht, de balie van de functieafdeling (route H,

Nadere informatie

Hyperventilatie. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Hyperventilatie. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg Hyperventilatie Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies Jouw gezondheid is onze zorg Hyperventilatie Hyperventilatie wordt veroorzaakt door verkeerde manier van ademhalen. Hyper betekent

Nadere informatie

Behandeling met CPAP bij obstructief slaapapneu-syndroom

Behandeling met CPAP bij obstructief slaapapneu-syndroom Behandeling met CPAP bij obstructief slaapapneu-syndroom Informatie voor patiënten F0856-4350 mei 2015 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus

Nadere informatie

College. Beademing 1. Opleiding Intensive Care Fontys Hogescholen. Hans Verberne Teamleider Intensive care Docent respiratie/beademing

College. Beademing 1. Opleiding Intensive Care Fontys Hogescholen. Hans Verberne Teamleider Intensive care Docent respiratie/beademing College Beademing 1 Opleiding Intensive Care Fontys Hogescholen Hans Verberne Teamleider Intensive care Docent respiratie/beademing Beademing Kunst of Kunde? Respiratie Functie van de ademhaling en longen

Nadere informatie

Slaapregistratie (polygrafie) met CPAP in het ziekenhuis

Slaapregistratie (polygrafie) met CPAP in het ziekenhuis Slaapregistratie (polygrafie) met CPAP in het ziekenhuis Tijdens de slaap verslappen alle lichaamsspieren. Het achterste deel van de tong kan zo naar achteren zakken, waardoor het de bovenste luchtweg

Nadere informatie

Obstructief Slaapapneusyndroom

Obstructief Slaapapneusyndroom Obstructief Slaapapneusyndroom Onderzoek voor de operatie Informatie voor patiënten F0961-4350 november 2014 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1

Nadere informatie

Fysiotherapie en ademhaling

Fysiotherapie en ademhaling Paramedische afdeling Fysiotherapie en ademhaling Inleiding Het is voor u erg belangrijk om ademhalingsoefeningen te doen. Dit is omdat u het risico loopt op het krijgen van longproblemen of omdat u longproblemen

Nadere informatie

Thoracoscopie LONGGENEESKUNDE. Kijkoperatie in de borstholte

Thoracoscopie LONGGENEESKUNDE. Kijkoperatie in de borstholte LONGGENEESKUNDE Thoracoscopie Kijkoperatie in de borstholte Binnenkort wordt bij u een thoracoscopie (kijkoperatie in de borstholte) verricht. Dit wordt ook VATS (Video Assisted Thoracoscopic Surgery)

Nadere informatie

Lachgas-sedatie Bijzondere tandheelkunde.

Lachgas-sedatie Bijzondere tandheelkunde. Lachgas-sedatie Bijzondere tandheelkunde www.nwz.nl Inhoud Wat is lachgas-sedatie? 3 Uitleg over lachgas-sedatie 4 Voorbereiding op de behandeling 4 De behandeling 4 Vergoeding 7 Uw vragen 7 2 Voor het

Nadere informatie

voor een actieve sociale levensstijl. SCORELIJSTEN FITTEST

voor een actieve sociale levensstijl. SCORELIJSTEN FITTEST voor een actieve sociale levensstijl. SCORELIJSTEN FITTEST Bloeddruk De bloeddruk wordt gemeten met een elektronische bloeddrukmeter. Bij het meten van een te hoge bloeddruk volgens de norm, werden de

Nadere informatie

fysiotherapie na een longoperatie

fysiotherapie na een longoperatie patiënteninformatie fysiotherapie na een longoperatie Binnenkort wordt u geopereerd aan uw long(en) of u heeft onlangs een operatie ondergaan. Waarom is fysiotherapie belangrijk na deze operatie? Hoe kunt

Nadere informatie

Ademhalingsoefeningen. neuromusculaire aandoeningen

Ademhalingsoefeningen. neuromusculaire aandoeningen Ademhalingsoefeningen bij neuromusculaire aandoeningen In overleg met uw behandelend fysiotherapeut en/of revalidatiearts komt u in aanmerking voor ademhalingsoefeningen. Zoals u weet kan dit bij Neuromusculaire

Nadere informatie

Beademing van patiënten met ARDS. MMM Beademing 2018 J.G. van der Hoeven

Beademing van patiënten met ARDS. MMM Beademing 2018 J.G. van der Hoeven Beademing van patiënten met ARDS MMM Beademing 2018 J.G. van der Hoeven Inhomogene long Buik Hyperinflatie Normale gas/weefsel ratio Afgenomen gas/weefsel ratio Geen gas = volledige collaps of volledig

Nadere informatie

longfunctieonderzoek patiënteninformatie Uw afspraak

longfunctieonderzoek patiënteninformatie Uw afspraak patiënteninformatie longfunctieonderzoek De taak van de longen is het lichaam van zuurstof te voorzien en koolzuurgas uit het lichaam te verwijderen. Soms kan deze functie (tijdelijk) verstoord zijn. Om

Nadere informatie

Inspanningselektrocardiogram. Met arteriële zuurstof en ventilatie meting

Inspanningselektrocardiogram. Met arteriële zuurstof en ventilatie meting Inspanningselektrocardiogram Met arteriële zuurstof en ventilatie meting Wat is een elektrocardiogram? Alvorens in te gaan op de functie van het inspannings-elektrocardiogram willen wij u eerst wat vertellen

Nadere informatie

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD.

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Robbert Kerseboom Kaderhuisarts astma-copd De prevalentie van obesitas (BMI > 30 kg/m 2 ): (in 2012) 11 % bij mannen 14 % bij vrouwen. De prevalentie van COPD is 20/1000 Nederlanders KADERHUISARTS SCHAKEL

Nadere informatie

Maximale inspanningstest

Maximale inspanningstest Maximale inspanningstest Je komt bij ons in het ziekenhuis voor een test. Die test heet maximale inspanningstest. Het is een onderzoek waarbij de dokter onderzoekt: Hoe jouw conditie is. Hoe je longen,

Nadere informatie

Workshop beademing astma/copd. J.G. van der Hoeven NVIC Mechanische Beademingsdagen 2010

Workshop beademing astma/copd. J.G. van der Hoeven NVIC Mechanische Beademingsdagen 2010 Workshop beademing astma/copd J.G. van der Hoeven NVIC Mechanische Beademingsdagen 2010 1 Patiënt (1) Man, 24 jaar Intrinsiek asthma Onregelmatig gebruik van medicatie Reeds eenmaal eerder beademd Zeer

Nadere informatie

Les 14 Ademhaling 1. Functie luchtwegen / neus. Ademhaling, luchtwegen, longen, inspiratie, expiratie, effectiviteit, Va/Q ratio, ademvolumina

Les 14 Ademhaling 1. Functie luchtwegen / neus. Ademhaling, luchtwegen, longen, inspiratie, expiratie, effectiviteit, Va/Q ratio, ademvolumina Les 14 Ademhaling 1 Ademhaling, luchtwegen, longen, inspiratie, expiratie, effectiviteit, Va/Q ratio, ademvolumina ANZN 1e leerjaar - Les 14 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 1 cavum nasi (neusholte)

Nadere informatie

Tracheostoma. Informatie voor familie en bezoekers van het Intensive Care Centrum UMC Utrecht. Afdeling Intensive Care, locatie AZU

Tracheostoma. Informatie voor familie en bezoekers van het Intensive Care Centrum UMC Utrecht. Afdeling Intensive Care, locatie AZU Tracheostoma Informatie voor familie en bezoekers van het Intensive Care Centrum UMC Utrecht Afdeling Intensive Care, locatie AZU Tracheostoma Tracheostoma 1 Inleiding Uw familielid of naaste is opgenomen

Nadere informatie

Intensive Care, afdeling R1 TRACHEOSTOMA. Een opening in de hals waardoor een buis in de luchtpijp wordt geplaatst

Intensive Care, afdeling R1 TRACHEOSTOMA. Een opening in de hals waardoor een buis in de luchtpijp wordt geplaatst Intensive Care, afdeling R1 TRACHEOSTOMA Een opening in de hals waardoor een buis in de luchtpijp wordt geplaatst U krijgt een tracheostoma. In deze folder leest u wat een tracheostoma is en hoe deze wordt

Nadere informatie

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 3 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos, E. Koes Titel: Verzamelde reacties, emfyseem en ademarbeid Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 176-185 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Werkwijze Interpretatie van spirometrie

Werkwijze Interpretatie van spirometrie Werkwijze Interpretatie van spirometrie Document ID NVLA 160620 ww IntSpir Document titel Interpretatie van spirometrie Publicatiedatum Juni 2016 Versie 1.0 Herzieningsdatum Juni 2021 Doel Het standaardiseren

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Lachgassedatie. Lachgassedatie

Patiënteninformatie. Lachgassedatie. Lachgassedatie Patiënteninformatie Lachgassedatie Lachgassedatie 1 Lachgassedatie Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde (CBT), route 0.9 Tel. (050) 524 6986 Bereikbaar op werkdagen van 8.00 tot 12.00 uur en van 13.00

Nadere informatie

Een model voor een lift

Een model voor een lift Een model voor een lift 2 de Leergang Wiskunde schooljaar 213/14 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Inleiding... 5 Model 1, oriëntatie... 7 Model 1... 9 Model 2, oriëntatie... 11 Model 2... 13

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Beademing. Beademing

Patiënteninformatie. Beademing. Beademing Patiënteninformatie Beademing Beademing 1102970 IC beademing.indd 1 1 24-03-17 10:48 Beademing Intensive Care, route 3.3 Telefoon (050) 524 6540 Inleiding Bij uw familielid of naaste is het op dit moment

Nadere informatie

Waarom een tracheostoma? Tracheostoma

Waarom een tracheostoma? Tracheostoma Tracheostoma 2 Uw familielid of naaste is opgenomen op de intensive care en heeft ondersteuning van de ademhaling nodig. Deze folder geeft u informatie over het aanleggen van een tracheostoma. Het is aanvullende

Nadere informatie

Geplande opname Intensive Care

Geplande opname Intensive Care Geplande opname Intensive Care U heeft gehoord dat u na de operatie op een Intensive Care (IC) - unit van de afdeling Intensive Care van het Radboudumc komt te liggen. Belangrijke functies van uw lichaam

Nadere informatie

Beademing. Intensive Care. Beter voor elkaar

Beademing. Intensive Care. Beter voor elkaar Beademing Intensive Care Beter voor elkaar 2 Uw familielid of naaste wordt momenteel beademd door een zogenaamde beademingsmachine. Dit is een ingrijpende gebeurtenis voor de patiënt zelf en voor diens

Nadere informatie

Behandeling met CPAP bij obstructief slaapapneu-syndroom

Behandeling met CPAP bij obstructief slaapapneu-syndroom Behandeling met CPAP bij obstructief slaapapneu-syndroom Overzicht gegevens Vul deze pagina in zodat u deze informatie bij de hand heeft wanneer u telefonisch contact heeft met de CPAP-deskundige. Datum

Nadere informatie

Neo-T E-learning Deel 1

Neo-T E-learning Deel 1 201v1 Inhoud e-learning Neo-T E-learning Deel 1! Werking NEO-T! NEO-T tijdens reanimatie! NEO-T Scenario s! Maximale PIP druk! De Neo-T: Wat is een NEO-T! Wordt gebruikt bij de beademing van een pasgeborene

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD

FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD Wat is COPD? COPD is een ongeneeslijke chronische aandoening aan de luchtwegen (Chronic Obstructive Pulmonary Diseases). Deze longaandoening kan

Nadere informatie

Longfunctie onderzoek

Longfunctie onderzoek Longfunctie onderzoek Longgeneeskunde 2 U heeft een afspraak voor een longfunctie-onderzoek. In deze folder leest u wat u kunt verwachten. Wat is een longfunctie onderzoek? Een longfunctieonderzoek geeft

Nadere informatie

Thuisaspiratie. Stef Bouduin Centrum voor Neurofysiologische Monitoring UZ Gent Thuisbeadmingsverpleegkundige. 6 december 2012

Thuisaspiratie. Stef Bouduin Centrum voor Neurofysiologische Monitoring UZ Gent Thuisbeadmingsverpleegkundige. 6 december 2012 Thuisaspiratie Stef Bouduin Centrum voor Neurofysiologische Monitoring UZ Gent Thuisbeadmingsverpleegkundige 6 december 2012 Thuisaspiratie via canule Inleiding Fysiologie van hoesten Wanneer aspireren?

Nadere informatie

Een persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak.

Een persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak. Examentrainer Vragen Hyperventilatie Het overmatig snel verversen van de lucht in de longen wordt hyperventilatie genoemd. Door bewust of onbewust snel in en uit te ademen, daalt de concentratie van CO

Nadere informatie

Niet invasieve beademing (Non-invasive Positive Pressure Ventilation) (NPPV)

Niet invasieve beademing (Non-invasive Positive Pressure Ventilation) (NPPV) Niet invasieve beademing (Non-invasive Positive Pressure Ventilation) (NPPV) Deze folder is bedoeld voor uzelf en uw naasten. Hierin kunt u lezen wat niet invasieve beademing (Non-invasive Positive Pressure

Nadere informatie

Klinisch relevantie van longvolumes VVLR Prof Dr. Wim Janssens Pneumologie UZLeuven

Klinisch relevantie van longvolumes VVLR Prof Dr. Wim Janssens Pneumologie UZLeuven Klinisch relevantie van longvolumes VVLR - 2018 Prof Dr. Wim Janssens Pneumologie UZLeuven Longvolumina FVC en FEV 1 zijn dynamische volumina Ze zeggen niets over de totale hoeveelheid lucht in thorax

Nadere informatie

Rol van longfunctietesten in de diagnose van COPD VVLR Prof W. Janssens Dienst Pneumologie Leuven

Rol van longfunctietesten in de diagnose van COPD VVLR Prof W. Janssens Dienst Pneumologie Leuven Rol van longfunctietesten in de diagnose van COPD VVLR - 2016 Prof W. Janssens Dienst Pneumologie Leuven Inleiding Diagnose van COPD op basis van FEV1/FVC ratio Problemen Fixed ratio - Lower limit Reversibiliteit

Nadere informatie

Fietsergometrie met arteriële zuurstof en ventilatie meting

Fietsergometrie met arteriële zuurstof en ventilatie meting Fietsergometrie met arteriële zuurstof en ventilatie meting Wat is een fietsergometrie De fietsergometrie is een inspanningstest waarbij het de bedoeling is dat u een maximale inspanning levert volgens

Nadere informatie

ECG en de hartcyclus

ECG en de hartcyclus ECG en de hartcyclus De hartcyclus De afbeelding op de volgende bladzijde is een vereenvoudigde weergave van de gebeurtenissen tijdens de hartcyclus. In de diagrammen 1 en 2 geven de grafieklijnen de drukvariaties

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Longfunctieonderzoek longfunctie onderzoek hj.indd 1

Patiënteninformatie. Longfunctieonderzoek longfunctie onderzoek hj.indd 1 Patiënteninformatie Longfunctieonderzoek 749869 longfunctie onderzoek hj.indd 1 11-02-13 11:31 Longfunctieonderzoek Afdeling Longfunctie, route 1.5 Telefoon (050) 524 5392 Algemeen Neemt u bij ieder bezoek

Nadere informatie

Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening. Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening. Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Wat kan de fysiotherapeut voor u betekenen? Fysiotherapie kan u helpen uw conditie op peil te brengen door inspanningstraining

Nadere informatie

Uw longfunctie-onderzoek

Uw longfunctie-onderzoek Uw longfunctie-onderzoek U krijgt een onderzoek naar het functioneren van de longen. Het onderzoek bestaat meestal uit verschillende blaastestjes. Hierbij ademt u door een mondstuk verbonden aan een meetapparaat.

Nadere informatie

Longfunctieonderzoek op de polikliniek kindergeneeskunde. Informatie voor ouders en/of verzorgers

Longfunctieonderzoek op de polikliniek kindergeneeskunde. Informatie voor ouders en/of verzorgers Longfunctieonderzoek op de polikliniek kindergeneeskunde Informatie voor ouders en/of verzorgers Inhoudsopgave Inleiding... 1 Voorbereiding thuis... 1 Longfunctieonderzoek... 2 Onderzoeken... 2 Spirometrie

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Longfunctieonderzoek bij volwassenen

Patiënteninformatie. Longfunctieonderzoek bij volwassenen Longfunctieonderzoek bij volwassenen U bent verwezen naar de polikliniek Longgeneeskunde voor een longfunctieonderzoek. Met longfunctieonderzoek wordt het functioneren van de longen vastgesteld. Met een

Nadere informatie

PATIËNTENBROCHURE. Kinesitherapie bij COPD

PATIËNTENBROCHURE. Kinesitherapie bij COPD PATIËNTENBROCHURE Kinesitherapie bij COPD INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 2. Ademhalingsoefeningen 4 Ademen met geperste lippen. 4 Buikademhaling.. 4 Hoesten en verwijderen van slijmen. 6 3. Houdingen

Nadere informatie

Obstructief slaapapneu syndroom Onderzoek voor de operatie

Obstructief slaapapneu syndroom Onderzoek voor de operatie Obstructief slaapapneu syndroom Onderzoek voor de operatie Belangrijke informatie over dit onderzoek Belangrijk om te weten is dat er bij de eerste afspraak elektroden op uw hoofd en lichaam worden geplakt.

Nadere informatie

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Beademing. rkz.nl

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Beademing. rkz.nl Patiënteninformatie rkz.nl Inleiding Een familielid of naaste wordt beademd met een beademingsapparaat. Dit apparaat ondersteunt de natuurlijke ademhaling. Tijdens het bezoek aan de patiënt is het belangrijk

Nadere informatie

Inleiding Symptomen Werking van de neus

Inleiding Symptomen Werking van de neus VERKOUDHEID 202 Inleiding U komt op de polikliniek Keel-, Neus- en Oorheelkunde, omdat u last heeft van verkoudheid. Verkoudheid is een ontsteking van het slijmvlies in uw neus, bijholten en uw keel. Verkoudheid

Nadere informatie

Preventie van passief roken bij kinderen

Preventie van passief roken bij kinderen Preventie van passief roken bij kinderen Inleiding Kinderen zijn extra kwetsbaar voor tabaksrook, doordat hun ademhalingsorganen nog zeer fijn van bouw zijn. De Gezondheidsraad geeft aan dat kinderen mogelijk

Nadere informatie

Beleidsplan Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten

Beleidsplan Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten Beleidsplan Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten Pagina 1 van 9 Inhoud Inleiding... 4 Aanleiding... 4 Betrokkenen... 4 Geldigheidsduur... 4 Publicatie... 4 Organisatie... 4 Rechtspersoonlijkheid....

Nadere informatie

Uitgebreid longfunctieonderzoek

Uitgebreid longfunctieonderzoek Uitgebreid longfunctieonderzoek 2 Het onderzoek vindt plaats op: dag, datum, om uur O Locatie Delfzicht Melden bij: O Locatie Lucas Melden bij: de aanmeldzuil nr.8 functieafdeling (route H, locatie H.06)

Nadere informatie

Mechanische beademing bij ARDS Het belang van recruteer manoeuvres. Fellowonderwijs Intensive Care UMC St Radboud

Mechanische beademing bij ARDS Het belang van recruteer manoeuvres. Fellowonderwijs Intensive Care UMC St Radboud Mechanische beademing bij ARDS Het belang van recruteer manoeuvres Fellowonderwijs Intensive Care UMC St Radboud Beademing geassocieerde schade Schade aan surfactant producerende Type-II alveolaire cellen

Nadere informatie