Evaluatie van de hiv-sneltest in de hoogrisicopopulatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatie van de hiv-sneltest in de hoogrisicopopulatie"

Transcriptie

1 Evaluatie van de hiv-sneltest in de hoogrisicopopulatie van de Amsterdamse soapolikliniek Evaluation of HIV rapid test in the high-risk population of the STI outpatient clinic in Amsterdam Auteurs Trefwoorden Key words J.G. Middelburg, M.S. van Rooijen, M. Damen, I.G. Stolte en E.J.M. van Leent fout-negatief, fout-positief, hiv-sneltest, sensitiviteit, specificiteit false negative, false positive, HIV rapid test, sensitivity, specificity Samenvatting Sinds oktober 2004 wordt op de soa-polikliniek van de GGD in Amsterdam de hiv-sneltest toegepast. In eerste instantie als pilotstudie met 597 hiv-sneltesten en sinds 2005 als standaardtest bij de hoogrisicopopulatie. In dit artikel worden de resultaten van de pilotstudie en de bredere implementatie van de hivsneltest op de soa-polikliniek beschreven. Uit de pilotstudie bleek dat zowel de sensitiviteit als de specificiteit hoog waren (beide 100%). Een fout-positieve testuitslag kwam tijdens de pilotstudie niet voor, wel mislukte (niet interpreteerbaar) de test 6 keer (1% van alle testen). Van de hiv-sneltesten die gedaan zijn tijdens de bredere implementatie was 1,4% positief. De hoogste percentages positieve uitslagen werden gevonden onder patiënten met een diagnose syfilis (13,8%), gevolgd door patiënten die onverzekerd waren en afkomstig uit een land in Afrika ten zuiden van de Sahara (7,1%). Het percentage mislukte (niet interpreteerbare) hiv-sneltesten was erg laag (0,6%). Dit percentage was iets hoger onder patiënten die onverzekerd waren en afkomstig uit een land in Afrika ten zuiden van de Sahara (2,2%). Het percentage fout-positieve testen over de periode 2005 tot 2007 was 0,05%, de positief voorspellende waarde was 96%. Geconcludeerd kan worden dat de hiv-sneltest een goed bruikbare test is voor de hoogrisicopopulatie, zoals die gezien wordt op de soa-polikliniek in Amsterdam. Vanzelfsprekend dient rekening te worden gehouden met de windowfase. Als er aanwijzingen zijn voor een recente hiv-infectie, kan de infectie eerder worden vastgesteld door gebruik te maken van een hiv p24-antigeentest. (Tijdschr Infect 2010;5:3-10) Summary Since October 2004 the STI clinic in Amsterdam uses the HIV rapid test. First as a pilot study with 597 tests and since 2005 as the standard test in the high risk population. In the present study the performance of the rapid test during the pilot and also during the period from 2005 until December 2007 was evaluated. From the results of the pilot in 2004 it can be concluded that the sensitivity and the specificity were high (both 100%). There were no false positive tests during the pilot, but 6 tests (1%) failed (were not interpretable). Of the in total 24,657 tests performed after routine implementation 1.4% was positive. Patients with syphilis had the highest percentage of positive tests (13.8%), followed by patients without health insurance from Sub Sahara Africa (7.1%). The percentage failed tests was very low (0.6%). This percentage was higher among patients without health insurance from Sub Sahara Africa (2.2%). The percentage false positive tests was 0.05%, the positive predictive value was 96%. In t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 5 n r

2 conclusion, these data suggest that the HIV rapid test is suitable for use in the high risk population seen at the STI clinic in Amsterdam. It is important to take the window phase into account. If there are indications of a recent HIV infection, it is advisable also to perform the hiv p24 antigen test. Inleiding Na de ontdekking van hiv werd in Nederland in eerste instantie een terughoudend beleid gevoerd ten aanzien van het testen op hiv. Na de introductie van highly active anti-retroviral therapy (HAART) in 1996 veranderde het testbeleid van terughoudend naar aanmoedigend. 1,2 Met de komst van deze therapie werd het namelijk zinvol om een hiv-infectie vroeg vast te stellen en te monitoren, zodat tijdig begonnen kon worden met therapie. Het is immers aangetoond dat de effectiviteit van de therapie minder is wanneer therapie gestart wordt bij een zeer laag aantal CD4 + cellen, of bij klinische verschijnselen. 3-5 Daarnaast is het testen van belang om verdere verspreiding van hiv tegen te gaan. 6 Checkpoint, een onderdeel van de Hiv Vereniging Nederland, bood sinds juni 2002 als eerste de hivsneltest aan. 7 Het succes van deze voorziening bleek uit een kleine enquête onder bezoekers van de soapolikliniek. Verder leerde deze enquête ons dat bezoekers graag snel de uitslag van de hiv-test willen krijgen. 8 Aangezien patiënten met een sneltest na een kwartier op de hoogte zijn van hun hiv-status, kan dit van invloed zijn op de motivatie voor veilige seks. Daarnaast kan dit snelle testresultaat van belang zijn voor eventuele postexpositieprofylaxe (PEP). Nadeel van de hiv-sneltest is de kans op een fout-positieve uitslag (0,1-0,3%). 9 Gezien de genoemde voordelen van de hiv-sneltest is van oktober 2004 tot december 2004 een pilotstudie uitgevoerd op de soa-polikliniek van de GGD Amsterdam. Het doel van deze pilotstudie was te onderzoeken of de hiv-sneltest een valide test is in de hoogrisicopopulatie zoals die gezien wordt op de soa-polikliniek. Op basis van de resultaten van deze pilotstudie is vervolgens besloten om de hiv-sneltest met ingang van januari 2005 breder te implementeren onder alle soa-polikliniekbezoekers met een hoog risico op soa en hiv. In dit artikel worden ten eerste de resultaten van de pilotstudie in 2004 beschreven. Ten tweede wordt de bredere implementatie van de hiv-sneltest op de soa-polikliniek geëvalueerd over de periode van januari 2005 tot december Hierbij ging de interesse met name uit naar het vóórkomen van positieve, mislukte (niet interpreteerbare) en fout-positieve hiv-sneltestuitslagen. Daarnaast wordt onderzocht of karakteristieken van patiënten met een positieve hiv-sneltest overeenkomen met de al bekende risicogroepen voor hiv en of mislukte en fout-positieve hiv-sneltesten procentueel vaker voorkomen in specifieke risicogroepen. Patiënten en methoden Standaardprocedure kliniek De soa-polikliniek van de GGD Amsterdam biedt gratis soa/hiv-screening, counseling en behandeling aan en verricht jaarlijks ongeveer consulten. De bezoekers komen meestal op eigen initiatief voor soa-onderzoek. Een klein deel (<1%) van de patiënten wordt verwezen, door voornamelijk huisartsen en internisten. Alle bezoekers worden volgens een triagesysteem verdeeld in een groep met een hoog of een laag risico (zie Figuur 1). 10 Patiënten worden ingedeeld in de hoogrisicogroep als ze op minimaal 1 van de triagevragen positief antwoorden. In beide populaties wordt standaard getest op hiv, chlamydia, gonorroe, hepatitis B en syfilis. Alleen de hiv-test kan worden geweigerd. Het stellen van de triagevragen, de anamnese en het lichamelijk onderzoek worden verricht door een sociaal verpleegkundige. Voor onder andere de hivdiagnostiek wordt bloed afgenomen door middel van een venapunctie. Alle nieuwe patiënten met een hiv-diagnose krijgen post-testcounseling en worden na bevestiging verwezen naar een hiv-behandelcentrum of huisarts voor aanvullende diagnostiek, behandeling en zorg. Laboratorium Als gouden standaard voor de diagnose van hiv werd tot mei 2007 een anti-hiv-elisa (HIV 1/2, Abbott Diagnostics Division, Illinois, Verenigde Staten) gebruikt en vanaf mei 2007 een gecombineerde antigeen/antistof-test (HIV Ag/Ab Combo, AxSYM system, Abbott Diagnostics). Bij positieve of dubieuze hiv-sneltestuitslagen werd de immunoblot (Line Immunoassay, INNO-LIA HIV I/II Score, 4 v o l. 5 n r t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n

3 Triagevragen: - Onverzekerd en afkomstig uit Sub Sahara Afrika - Soa-gerelateerde klachten - Gewaarschuwd voor een soa - Betaald krijgen voor seksueel contact - Mannen die seksueel contact hebben met mannen - Vrouwen die anaal seksueel contact hebben Laag risico: Alle vragen negatief Verkort protocol: - Beperkte medische geschiedenis en anamnese - Laboratoriumtesten - Uitslag na 7 dagen Hoog risico: Eén of meer vragen positief Standaardprotocol: - Uitgebreide medische geschiedenis en anamnese - Lichamelijk onderzoek - Laboratoriumtesten - Directe microscopie - Voorlopige resultaten na 30 minuten - Behandeling op grond van voorlopige uitslag - Definitieve uitslag na 7 dagen Verkort protocol Positief Hiv Blot HIV I/II Negatief of dubieus Hiv p24 Positief Triage-items Screening Hiv-sneltest Uitslag positief, mislukt, of bij sterke verdenking op een acute hiv-infectie Hiv Ag/Ab Combo* Hiv Blot HIV I/II Standaardprotocol Dubieus Hiv p24 Positief Positief Positief Geen soa Soa gediagnosticeerd Geen soa Soa gediagnosticeerd: - Behandeling - Partnerwaarschuwing Hiv-diagnose Hiv (snel)test wordt herhaald Figuur 1. Triagesysteem voor bezoekers van de soa-polikliniek GGD Amsterdam. Figuur 2. Flowschema voor testen op hiv. *=tot mei 2007 werd een anti-hiv I/II Elisa gebruikt in plaats van de Hiv Ag/Ab Combo. Innogenetics NV, Gent, België) ingezet en sinds mei 2007 de p24-bepaling (VIDAS, biomérieux) (zie Figuur 2). Deze laboratoriumtesten werden allemaal uitgevoerd op het streeklaboratorium van de GGD Amsterdam. Als hiv-sneltest werd de Determine HIV 1/2-test, Inverness Medical Innovations Inc, Delaware, Verenigde Staten) gebruikt, met een sensitiviteit van 100% en een specificiteit van 99,4-100% Deze sensitiviteit en specificiteit zijn bepaald in een populatie waarin voornamelijk hiv type 1 voorkomt, vergelijkbaar met de populatie op de soa-polikliniek. Alle hiv-infecties die zijn vastgesteld op de soa-polikliniek, zijn van het hiv-1 subtype. De sneltest werd door een geïnstrueerde analist op het poliklinieklaboratorium (on-site) uitgevoerd. Bij een moeilijk afleesbare hiv-sneltest, bijvoorbeeld als de controlestreep niet goed opkwam of als de anti-hiv-1/2-band slechts heel licht was opgekomen, werd de test afgegeven als mislukt (dus niet interpreteerbaar). De uitslag van de hivsneltest was tijdens het eerste consult bekend. Na een week kregen de patiënten de definitieve uitslag van het complete soa-onderzoek inclusief eventuele hiv-(bevestigings)testen. Pilotstudie hiv-sneltest Tijdens de pilotperiode van oktober tot en met december 2004 werd aan hoogrisicomannen en -vrouwen die niet al bekend hiv-positief waren, naast het standaard informed consent, toestemming gevraagd om hiv via de sneltest te testen. Als mensen akkoord gingen, werd de hiv-sneltest gedaan en werd de test altijd, zowel bij een positieve, negatieve als bij een mislukte hiv-sneltestuitslag, bevestigd met de gouden standaard, de anti-hiv-elisa. Als patiënten de hiv-sneltest weigerden, maar wel op hiv getest wilden worden, werd de gouden standaard gebruikt. Bredere implementatie hiv-sneltest Vanaf januari 2005 werd de hiv-sneltest breder geïmplementeerd op de soa-polikliniek van de GGD in Amsterdam. De werkwijze wordt schematisch weergegeven in Figuur 2. Alleen de hoogrisicopopulatie die niet al bekend hiv-positief was en wel getest wilde worden, werd standaard met de hiv-sneltest getest. De uitslag van de hiv-sneltest en de uitslagen van overige sneldiagnostiek werden na minuten bekend gemaakt aan de patiënt. Bij een positieve hiv-sneltestuitslag werd aanvullend onderzoek ingezet. Bij een negatieve sneltestuitslag werden geen extra testen aangevraagd en werd er meegedeeld aan de patiënt dat hij hiv-negatief was. Hierbij werd rekening gehouden met de windowfase van 3 maanden. Indien in de voorgaande 3 maanden risico op hiv was gelopen, dan werd een aanbeveling gedaan om na 3 maanden nog een keer te terug te komen voor herhaling van de test. t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 5 n r

4 Tabel 1. Karakteristieken van de hoogrisicopopulatie die een hiv-sneltest aangeboden heeft gekregen in de periode van oktober 2004 tot december 2007, soa-polikliniek Amsterdam. Karakteristieken Totale groep N= Geslacht man (inclusief MSM) (60,4%) heteroman (32,8%) vrouw (39,6%) Gemiddelde leeftijd (jaar) (sd) 32,7 (10,4) Getest op hiv ja, hiv-sneltest (61,2%) ja, standaard hiv-test 678 (1,7%) nee (37,1%) Triagevragen a onverzekerd zijn en afkomstig uit Afrika ten zuiden van de Sahara (N=25.656) b 532 (2,1%) Soa-gerelateerde klachten (66,9%) gewaarschuwd zijn voor een soa (15,8%) betaald krijgen voor seksueel contact (6,4%) vrouwen die anaal seksueel contact hebben c (27,5%) mannen die seks hebben met mannen (27,7%) Soa-diagnose chlamydia (12,3%) gonorroe (5,0%) hepatitis B infectieus 196 (0,5%) infectieuze syfilis 445 (1,1%) a =meerdere triagevragen konden bevestigend beantwoord worden. Het totale percentage triage positief telt daarom niet op tot 100%; b =deze triagevraag is pas ingevoerd vanaf 29 december 2005, waardoor minder patiënten deze triagevraag aangeboden hebben gekregen; c =percentage berekend ten opzichte van totale aantal vrouwen. Statistische analyses Ten eerste worden de karakteristieken beschreven van de hoogrisicopopulatie zoals die gezien werd op de soa-polikliniek. Verschillen in karakteristieken tussen de pilotgroep die de hiv-sneltest accepteerde en de groepen die de hiv-sneltest weigerden, werden onderzocht met behulp van chi-squaretoetsen voor categoriale variabelen en ANOVA voor continue variabelen. Gedurende de pilot zijn de resultaten van de hivsneltest geconfirmeerd door hertesten met de gouden standaard, anti-hiv-elisa. Op basis van deze resultaten werden de sensitiviteit (het percentage hiv-positieve patiënten met een daadwerkelijk positieve hiv-sneltest), de specificiteit (het percentage hiv-negatieve patiënten met een daadwerkelijk negatieve hiv-sneltest), de positief voorspellende waarde (welk percentage van de patiënten die positief testen is ook daadwerkelijk hiv-positief) en de negatief voorspellende waarde (welk percentage van de patiënten die negatief testen is ook daadwerkelijk hivnegatief) van de hiv-sneltest berekend. De evaluatie van de bredere implementatie bestaat uit een beschrijving van het vóórkomen van positieve, negatieve, fout-positieve en mislukte hiv-sneltestuitslagen in de verschillende risicogroepen, zoals gedefinieerd door de triagevragen. Dataverwerking en statistische analyses werden uitgevoerd met SPSS 15.0 (SPSS, Inc., Chicago, IL). Resultaten In totaal zijn er in de periode van oktober 2004 tot december 2007 (inclusief de pilotperiode) patiënten op de soa-polikliniek geweest, waarvan (60%) tot de hoogrisicopopulatie behoorden. Van deze groep was 6,1% al bekend hiv-positief, waardoor in totaal aan patiënten een hiv-sneltest is aangeboden; tijdens de pilotperiode en tijdens de bredere implementatie van de hiv-sneltest. Binnen deze groep, met een gemiddelde leeftijd van 32,7 jaar, behoorde 27,7% van de patiënten tot de groep mannen die seks hebben met mannen (MSM), 32,8% was heteroman 6 v o l. 5 n r t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n

5 Tabel 2. Karakteristieken van de hoogrisicopopulatie in de pilotstudie in de periode van oktober 2004 tot december 2004, soa-polikliniek Amsterdam. Karakteristieken Niet op hiv getest N=1.266 Standaard hiv-test N=678 Hiv-sneltest N=597 p- waarde Geslacht Man 798 (63,0%) 368 (54,3%) 380 (63,7%) Vrouw 468 (37,0%) 310 (45,7) 217 (36,3%) <0,01 Gemiddelde leeftijd (jaar) (sd) 35,0 (10,6) 32,4 (9,5) 33,8 (10,1) <0,01 Triagevragen a onverzekerd zijn en afkomstig uit Afrika ten zuiden van de Sahara niet gevraagd niet gevraagd niet gevraagd Soa-gerelateerde klachten 952 (75,2%) 405 (59,7%) 342 (57,3) <0,01 gewaarschuwd zijn voor een soa 186 (14,7%) 98 (14,5%) 110 (18,4%) 0,08 betaald krijgen voor seksueel contact 55 (4,3%) 55 (8,1%) 26 (4,4%) 0,01 vrouwen die anaal seksueel contact hebben b 80 (17,1%) 86 (27,7%) 64 (29,5%) <0,01 mannen die seks hebben met mannen 329 (41,2%) 161 (43,8%) 196 (51,6%) 0,04 Soa-diagnose chlamydia 143 (11,3%) 77 (11,4%) 80 (13,4%) 0,39 gonorroe 105 (8,3%) 22 (3,2%) 26 (4,4%) <0,01 hepatitis B infectieus 1 (0,1%) 1 (0,1%) 1 (0,2%) 0,85 hiv n.v.t. 14 (2,1%) 10 (1,7%) 0,61 c infectieuze syfilis 18 (1,4%) 9 (1,3%) 16 (2,7%) 0,10 a =meerdere triagevragen konden bevestigend beantwoord worden. Het totale percentage triage positief telt daarom niet op tot 100%; b =percentage berekend ten opzichte van totale aantal vrouwen; c =chi square berekend bij de 2 groepen die op hiv zijn getest. en 39,6% was vrouw (zie Tabel 1). Een meerderheid rapporteerde soa-gerelateerde klachten (66,9%), 15,8% was gewaarschuwd voor een soa en bijna een derde van de vrouwen (27,5%) had anaal seksueel contact gehad. De prevalentie van soa varieerde van 12,3% voor chlamydia tot 1,1% voor syfilis. Van de totale groep die een hiv-sneltest aangeboden heeft gekregen is 61% akkoord gegaan met de hiv-sneltest, een kleine groep (1,6%) is wel op hiv getest, maar met de standaard hiv-test, en de rest (37,1%) weigerde een hiv-test. Pilotstudie hiv-sneltest Tijdens de pilotperiode van oktober tot en met december 2004 is aan hoogrisicopatiënten die niet al bekend hiv-positief waren een hiv-test aangeboden. Iets minder dan de helft (49,7%) wilde niet op hiv getest worden, 677 patiënten (26,7%) wilden wel getest worden, maar niet met de hiv-sneltest, en 597 patiënten (23,6%) gingen akkoord met de hivsneltest. In de groep die akkoord ging met de hivsneltest, was het percentage MSM 32,8% en vrouwen die anaal seksueel contact rapporteerden 30%. Deze percentages waren wat hoger dan in de andere 2 groepen. De percentages gonorroe en soa-gerelateerde klachten waren lager dan in de niet-geteste groep (zie Tabel 2). Gedurende de pilotstudie waren er 581 (97,3%) hivsneltesten negatief, 10 (1,7%) hiv-sneltestuitslagen waren positief en 6 keer (1,0%) was de sneltest mislukt (niet interpreteerbaar). Na confirmatie bleken de 6 patiënten met een mislukte hiv-sneltest allen hivnegatief te zijn en de overige uitslagen bleken overeen te komen met de hiv-sneltestuitslag. Bij de positieve uitslagen werd na een positieve ELISA ook een immunoblot verricht, die bij alle 10 eveneens positief was. Op basis van deze test-hertestresultaten bleken de sensitiviteit (10/10), de specificiteit (581/581), de positief voorspellende waarde (10/10) en de negatief voorspellende waarde (581/581) alle 100% te zijn. Bredere implementatie hiv-sneltest In de periode van januari 2005 tot december 2007 werd aan hoogrisicopatiënten die niet al bekend hiv-positief waren een hiv-sneltest aangeboden. Van deze groep ging 63,7% (24.657) akkoord met de hiv-sneltest. Het merendeel (98%) van de hiv-sneltestuitslagen was negatief, 1,4% (355/24.657) was positief en 0,6% (138/24.657) was mislukt (niet interpre- t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 5 n r

6 Tabel 3. Karakteristieken en percentage positieve en mislukte hiv-sneltestuitslagen onder hoogrisicopatiënten op de soa-polikliniek Amsterdam, gerangschikt aan de hand van de triagevragen en soadiagnosen in de periode van 2005 tot en met november Totaal per groep (%) Hiv-sneltest positief per groep (%) Hiv-sneltest mislukt per groep (%) Totaal (1,4) 138 (0,6) Triagevragen onverzekerd en afkomstig uit Afrika ten zuiden van Ja 409 (1,7) 29 (7,1) 9 (2,2) de Sahara Nee (98,3) 326 (1,3) 129 (0,5) soa-gerelateerde klachten Ja (64,4) 164 (1,0) 92 (0,6) Nee (35,6) 191 (2,2) 46 (0,5) gewaarschuwd voor een soa Ja (16,9) 84 (2,0) 25 (0,6) Nee (83,1) 271 (1,3) 113 (0,6) betaald krijgen voor seksueel contact Ja (4,5) 12 (1,1) 12 (1,1) Nee (95,5) 343 (1,5) 126 (0,5) sannen die seksueel contact hebben met mannen Ja (28,8) 271 (3,8) 27 (0,4) Nee (71,2) 84 (0,5) 111 (0,6) vrouwen die anaal seksueel contact hebben Ja (12,7) 4 (0,1) 10 (0,3) Nee (87,3) 351 (1,6) 128 (0,6) Soa-diagnosen chlamydia Ja (12,1) 49 (1,6) 19 (0,6) Nee (87,9) 306 (1,4) 119 (0,5) gonorroe Ja (4,4) 48 (4,5) 7 (0,7) Nee (95,6) 307 (1,3) 131 (0,6) syfilis Ja 247 (1,0) 34 (13,8) 2 (0,8) Nee (99,0) 321 (1,3) 136 (0,6) Niet getest (35,1) 149 (1,7) 38 (0,4) hepatitis B (HBV) HBV doorgemaakt (5,2) 84 (6,6) 21 (1,7) HBV infectieus 145 (0,6) 6 (4,1) 3 (2,1) HBV negatief (59,2) 116 (0,8) 76 (0,5) teerbaar). Na confirmatie van de positieve hiv-sneltestresultaten bleken er 13 fout-positief te zijn. De positief voorspellende waarde was 96%. Van de mislukte (niet interpreteerbare) hiv-sneltesten bleken 5 (3,6%) testen uiteindelijk toch positief te zijn en de overige 133 (96,4%) mislukte (niet interpreteerbare) testen waren negatief. De hoogste percentages positieve diagnoses werden gevonden bij patiënten die onverzekerd waren en afkomstig uit een land in Afrika ten zuiden van de Sahara (7,1%; 29/409), bij MSM (3,8%; 271/7.099) en bij patiënten met soa-diagnoses zoals recente syfilis (13,8%; 34/247), gonorroe (4,5%; 48/1.073) en hepatitis B (4,1-6,6%) (zie Tabel 3). De hoogste percentages mislukte hiv-sneltestuitslagen werden gevonden bij patiënten die onverzekerd zijn en afkomstig uit Afrika ten zuiden van de Sahara (2,2%; 9/409); bij sekswerkers (1,1%; 12/1.111) en bij patiënten met aantoonbare hepatitis B-antistoffen (anti-hbc positief) (1,7-2,1%). Na een mislukte hivsneltest bij MSM was de uiteindelijke diagnose in 14,8% (4/27) van de gevallen positief. Beschouwing Op basis van de resultaten van de pilotperiode kan worden geconcludeerd dat, gezien de hoge sensitiviteit en specificiteit en het lage aantal mislukte testen, de hiv-sneltest een goed bruikbare test is voor de onderzochte hoogrisicopopulatie zoals die gezien wordt op de soa-polikliniek in Amsterdam. Zoals op basis van de pilot al verwacht werd, was het percentage mislukte en fout-positieve hiv-sneltesten ook bij de bredere implementatie erg laag. 8 v o l. 5 n r t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n

7 Aanwijzingen voor de praktijk 1. De hiv-sneltest is een valide test voor gebruik bij de hoogrisicopopulatie op de soa-polikliniek. 2. Het percentage mislukte en fout-positieve uitslagen is laag. 3. De hiv-sneltest heeft een windowfase van 3 maanden. 4. Bij een vermoeden op een acute hiv-infectie dient naast een hiv-antistofbepaling ook een p24-antigeentest te worden gedaan. In totaal werd in de periode van januari 2005 tot december 2007 een meerderheid (63,7%) van de hoogrisicopopulatie met de hiv-sneltest getest en werd bij 1,4% van deze populatie een hiv-infectie vastgesteld. Dit is vergelijkbaar met de resultaten uit de pilotperiode, hoewel het percentage op hiv getest wat hoger ligt. Met de introductie van de hiv-sneltest is het aantal testen op hiv flink toegenomen, waarna het nog verder toegenomen is sinds de introductie van het opting-outbeleid in januari 2007 (alle patiënten worden standaard getest op hiv, tenzij dit expliciet geweigerd wordt) Hoewel de groep die zich gedurende de pilot en de bredere implementatie met de hiv-sneltest heeft laten testen, niet helemaal representatief was voor de totale hoogrisicogroep, blijkt uit recentere data dat dit geen nadelige invloed heeft gehad op het aantal mislukte en foutpositieve testen bij een toenemend percentage geteste patiënten. Met een huidig testpercentage van 95% op de soa-polikliniek in Amsterdam is het percentage mislukte hiv-sneltesten in 2008 slechts 0,8% (110/12.987) en bleken 2 testen fout-positief bij een hiv-prevalentie van 1,3%. Tijdens de bredere implementatie van de hiv-sneltest is gebleken dat positieve testresultaten vaker gevonden werden in de al bekende risicogroepen voor hiv, waaronder MSM, onverzekerde Afrikanen en patiënten met hepatitis B en/of syfilis als co-infectie. 17 Over het algemeen was het percentage mislukte testen erg laag. Voor de handelwijze bij mislukte hiv-sneltesten moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over het vervolgtestbeleid en een uniforme communicatie met de patiënt over deze uitslag. Dit kan het beste protocollair worden vastgelegd. Hoewel fout-positieve hiv-sneltesten slechts weinig voorkomen (positief voorspellende waarde 96%; 1 op 25 positieve resultaten is dus fout-positief), is het, gezien de gevoeligheid van een dergelijke uitslag, belangrijk dat dit duidelijk met de patiënt gecommuniceerd wordt. Daarom dient bij een positieve uitslag altijd naar de patiënt toe duidelijk te worden gecommuniceerd dat er een geringe kans bestaat dat de hiv-sneltest onterecht positief was en dat er een afspraak wordt gemaakt voor de uitslagen van de bevestigingstesten. Nadeel van de hivsneltest, die gebaseerd is op detectie van antistoffen, is de windowfase van 3 maanden. In geval van een vermoeden op een acute infectie zou aanvullend met een p24-antigeentest of antigeen/antistofcombinatietest getest moeten worden, aangezien deze test een veel kortere windowfase heeft (voor hiv-1). Het blijft daarom belangrijk dat er alertheid is voor de symptomen van een acute hiv-infectie. Een acute infectie kan echter ook symptoomloos verlopen. Omdat hierdoor een acute infectie en daarmee een indicatie voor de antigeentest niet altijd opgemerkt kan worden, is het aan te bevelen om bij elk recent gelopen risico op hiv ook een p24-antigeentest te doen. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat de hiv-sneltest een goed bruikbare test is voor de hoogrisicopopulatie, zoals die gezien wordt op de soa-polikliniek in Amsterdam. Hoewel er slechts een kleine kans is op fout-positieve en mislukte testen, is een goede protocollering in deze gevallen wel van groot belang. Referenties 1. Gezondheidsraad. Herziening van het HIV-testbeleid. Den Haag: Gezondheidsraad; Publicatienr 1999/02. Te raadplegen op: nl (bekeken op 8 februari 2010). 2. Opsporing verzocht! Actief testbeleid op hiv en andere soa. Evaluatie programma Actief testen. Te raadplegen op: t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 5 n r

8 www soaaids-professionals.nl (bekeken op 8 februari 2010). 3. Van Leth F, Andrews S, Grinsztejn B, Wilkins E, Lazanas MK, Lange JM, et al. The effect of baseline CD4 cell count and HIV-1 viral load on the efficacy and safety of nevirapine or efavirenz-based first-line HAART. AIDS 2005;19: Siddique MA, Hartman KE, Dragileva E, Dondero M, Gebretsadik T, Shintani A, et al. Low CD4+ T cell nadir is an independent predictor of lower HIV-specific immune responses in chronically HIV-1-infected subjects receiving highly active antiretroviral therapy. J Infect Dis 2006;194: Egger M, May M, Chene G, Phillips AN, Ledergerber B, Dabis F, et al. Prognosis of HIV-1-infected patients starting highly active antiretroviral therapy: a collaborative analysis of prospective studies. Lancet 2002;360: Xiridou M, Geskus R, De Wit J, Coutinho R, Kretzschmar M. Primary HIV infection as source of HIV transmission within steady and casual partnerships among homosexual men. AIDS 2004;18: Hiv Vereniging Nederland. Checkpoint Jaarverslag Te raadplegen op: (bekeken op 8 februari 2010). 8. Veldhuijzen IK, Götz HM, Nuradini B, Van der Hoek K, De Zwart O. HIV-sneltest: een pilot met integratie in de reguliere praktijk van GGD Rotterdam. Infectieziekten Bulletin 2005;16: (bekeken op 8 februari 2010). 10. Heijman TL, Van der Bij AK, De Vries HJ, Van Leent EJ, Thiesbrummel HF, Fennema HS. Effectiveness of a risk-based visitor-prioritizing system at a sexually transmitted infection outpatient clinic. Sex Transm Dis 2007;34: Van den Berk GE, Frissen PH, Regez RM, Rietra PJ. Evaluation of the rapid immunoassay determine HIV 1/2 for detection of antibodies to human immunodeficiency virus types 1 and 2. J Clin Microbiol 2003;41: Arai H, Petchclai B, Khupulsup K, Kurimura T, Takeda K. Evaluation of a rapid immunochromatographic test for detection of antibodies to human immunodeficiency virus. J Clin Microbiol 1999;37: Branson BM. Point-of-Care Rapid Tests for HIV Antibodies. J Lab Med 2008;27: Dukers-Muijrers NH, Heijman RL, Van Leent EJ, Coutinho RA, Thiesbrummel HF, Fennema JS. [High time for wide application of an opting-out strategy for HIV testing]. Ned Tijdschr Geneeskd 2007;151: Branson BM, Handsfield HH, Lampe MA, Janssen RS, Taylor AW, Lyss SB, et al. Revised recommendations for HIV testing of adults, adolescents, and pregnant women in healthcare settings. MMWR Recomm Rep 2006;55: Heijman RL, Stolte IG, Van Leent E, Coutinho RA, Fennema JS, Prins M. Toename van het aantal hiv-testen door de invoering van een opting-outtestbeleid op de soa-polikliniek GGD Amsterdam. Tijdschr Infect 2009;4: Centers for Disease Control and Prevention. Recommendations for partner services programs for HIV infection, syphilis, gonorrhea, and chlamydial infection. MMWR Recomm Rep 2008;57:1-83. Ontvangen 5 november 2009, geaccepteerd 4 februari C o r r e s p o n d e n t i e a d r e s Mw. drs. J.G. Middelburg, arts Dhr. drs. M.S. van Rooijen, datamanager Dhr. dr. E.J.M. van Leent, dermatoloog GGD Amsterdam Cluster Infectieziekten Soa polikliniek Weesperplein WZ Amsterdam adres: evleent@ggd.amsterdam.nl Mw. dr. M. Damen, arts-microbioloog Streeklaboratorium GGD Amsterdam Mw. dr. I.G. Stolte, senior onderzoeker Afdeling Onderzoek Dhr. dr. E.J.M. van Leent is tevens werkzaam in het Academisch Medisch Centrum. Mw. dr. M. Damen is tevens werkzaam in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis te Amsterdam. Correspondentie graag richten aan dhr. dr. E.J.M. van Leent. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. 10 v o l. 5 n r t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n

Bijlage II Evidence-based literatuuronderzoek

Bijlage II Evidence-based literatuuronderzoek Bijlage II Evidence-based literatuuronderzoek Literatuursearch Voor de richtlijn Hivinfectie heeft het Provinciaal Overleg Infectieziektebestrijding Utrecht een knelpuntenanalyse uitgevoerd en vier uitgangsvragen

Nadere informatie

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN APRIL 213 INHOUD Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 212 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de soa-centra, aangiftecijfers,

Nadere informatie

Jaarcijfers 2012. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid

Jaarcijfers 2012. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid Juni 2013 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en Gezondheid

Nadere informatie

PATIËNTENINformATIE SoA-PoLI Werkwijze SoA-consult

PATIËNTENINformATIE SoA-PoLI Werkwijze SoA-consult Soa-poli PATIËNTENinformatie SOA-POLI De SOA-poli van het Kennemer Gasthuis is een laagdrempelige voorziening die bedoeld is als aanvulling op de reguliere huisartsenzorg. Op de SOA-poli kunt u terecht

Nadere informatie

Hiv in België, hiv-tests, HelpCenter Eerste bilan nieuwe hiv-patiënt

Hiv in België, hiv-tests, HelpCenter Eerste bilan nieuwe hiv-patiënt Hiv in België, hiv-tests, HelpCenter Eerste bilan nieuwe hiv-patiënt Kristien Wouters Instituut voor Tropische Geneeskunde Cursus hiv en aids, de multi-disciplinaire aanpak Les 3 4 maart 2008 www.itg.be

Nadere informatie

Dr. P. (Peter) M. Kouw, arts maatschappij en gezondheid, GGD Amsterdam i.s.m. met de ad-hoc werkgroep Werkinstructie HIV screening voor BCG

Dr. P. (Peter) M. Kouw, arts maatschappij en gezondheid, GGD Amsterdam i.s.m. met de ad-hoc werkgroep Werkinstructie HIV screening voor BCG Colofon Dr. P. (Peter) M. Kouw, arts maatschappij en gezondheid, GGD Amsterdam i.s.m. met de ad-hoc werkgroep Werkinstructie HIV screening voor BCG Vastgesteld op 27 juni 2014 door de Commissie voor Praktische

Nadere informatie

Hoog tijd voor brede toepassing van opting-out -strategie bij hiv-tests

Hoog tijd voor brede toepassing van opting-out -strategie bij hiv-tests capita selecta Hoog tijd voor brede toepassing van opting-out -strategie bij hiv-tests H.T.M.Dukers-Muijrers, R.L.J.Heijman, E.J.M.van Leent, R.A.Coutinho, H.F.J.Thiesbrummel en J.S.A.Fennema Ondanks het

Nadere informatie

Soa- poli Kennemerland

Soa- poli Kennemerland Soa- poli Kennemerland PATIENTENinformatie SOA POLI KENNEMERLAND De SOA-poli Kennemerland is een laagdrempelige voorziening die bedoeld is als aanvulling op de reguliere huisartsenzorg. De SOA-poli is

Nadere informatie

Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag

Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag epidemiologisch bulletin, 9, jaargang, nummer 1 Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag A.P. van Leeuwen, M.P.H. Berns Eind is het Regionaal soa-centrum Den Haag 1 geopend op het terrein van het Medisch

Nadere informatie

10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( )

10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( ) 10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2012) Inleiding Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn naast luchtweg-, maagdarm- en urineweginfecties

Nadere informatie

Chlamydia hertesten en partnerwaarschuwing in de populatie. Janneke Heijne. MINC symposium 26 juni 2014 Maastricht

Chlamydia hertesten en partnerwaarschuwing in de populatie. Janneke Heijne. MINC symposium 26 juni 2014 Maastricht Chlamydia hertesten en partnerwaarschuwing in de populatie Janneke Heijne MINC symposium 26 juni 2014 Maastricht Stellingen 1. Wiskundige modellen zijn nuttig voor het adviseren van beleid 2. Hoe meer

Nadere informatie

APRIL 2014. Pagina 1 van 9

APRIL 2014. Pagina 1 van 9 APRIL 214 Inhoud Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 213 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de centra seksuele

Nadere informatie

Regionaal soa-centrum Den Haag

Regionaal soa-centrum Den Haag Regionaal soa-centrum Den Haag Epidemiologisch jaarverslag 212 D. Spitaels, arts infectieziektebestrijding GGD Den Haag J.M. Brand, soa-arts GGD Den Haag M. Keetman, epidemiologisch onderzoeker GGD Den

Nadere informatie

Kristien Wouters Tom Platteau Instituut voor Tropische Geneeskunde Antwerpen kwouters@itg.be tplatteau@itg.be

Kristien Wouters Tom Platteau Instituut voor Tropische Geneeskunde Antwerpen kwouters@itg.be tplatteau@itg.be HIV testen en teststrategieën Kristien Wouters Tom Platteau Instituut voor Tropische Geneeskunde Antwerpen kwouters@itg.be tplatteau@itg.be Structuur van de les Epidemiologie in België: www.wiv-isp.be;

Nadere informatie

Epidemiologie van HIV/AIDS en Testbeleid

Epidemiologie van HIV/AIDS en Testbeleid Epidemiologie van HIV/AIDS en Testbeleid W. Peetermans Algemene Interne Geneeskunde UZ Leuven HIV/AIDS : historiek Diagnose van een nieuw verworven immuundeficiëntie syndroom in 1981 Virale etiologie in

Nadere informatie

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ?

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ? SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ? De afdeling seksuele gezondheid heeft als taken het bestrijden van soa, bevorderen van seksuele gezondheid onder jongeren onder

Nadere informatie

Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam

Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam Zuidoost om zich bij de Soa-polikliniek van de GGD Amsterdam te laten Testen op Soa s en Hiv A Qualitative Research

Nadere informatie

Outreach testen activiteiten binnen hiv en soa bestrijding in Amsterdam

Outreach testen activiteiten binnen hiv en soa bestrijding in Amsterdam Outreach testen activiteiten binnen hiv en soa bestrijding in Amsterdam Susanne Drückler Martijn van Rooijen, Bart-Jan Mulder, Kees de Jong, Marianne Craanen Maaike van Veen Niet gepubliceerde data 2015

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Jaarcijfers 2013 Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2013 Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ 1 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en Gezondheid,

Nadere informatie

SOA-spreekuur. in de Academische Huisartsenpraktijk Groningen. Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent

SOA-spreekuur. in de Academische Huisartsenpraktijk Groningen. Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent SOA-spreekuur in de Academische Huisartsenpraktijk Groningen Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent TRIAGE Verzoek Soa test/vraag SOA Klachten Geen Klachten Huisarts Soa spreekuur assistente Het SOA-consult

Nadere informatie

Samenvatting: En groot deel van de met hiv geïnfecteerde mensen is

Samenvatting: En groot deel van de met hiv geïnfecteerde mensen is a r t i k e l Standaard op hiv testen bij soacentra; een evaluatie van deze opt-outstrategie in Zuid-Limburg N.H.T.M. Dukers-Muijrers, (1,2) F. Koedijk (3) en C.J.P.A. Hoebe (1,2) Samenvatting: En groot

Nadere informatie

Jaarverslag Regionaal soa centrum Den Haag

Jaarverslag Regionaal soa centrum Den Haag Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag 1 Mei 2016 Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag Inhoudsopgave Jaarverslag 2015 Fout! Bladwijzer

Nadere informatie

Jaarverslag 2009 soa-polikliniek GGD Amsterdam

Jaarverslag 2009 soa-polikliniek GGD Amsterdam Jaarverslag 29 soa-polikliniek GGD Amsterdam Uitgave GGD Amsterdam, cluster Infectieziekten Tekst M.S. van Rooijen en A.P. van Leeuwen Vormgeving M.S. van Rooijen Colofon Jaarverslag 29 Soa-polikliniek,

Nadere informatie

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland 1 Seksuele Gezondheid Thermometer Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland 2 Nog volop werk aan de winkel! Dit is alweer de zesde Thermometer Seksuele Gezondheid voor Oost-Nederland

Nadere informatie

Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht

Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht Disclosures Gilead, Pfizer, ViiV Eliminatie van infectie: Incidentie

Nadere informatie

Naar een meer doelmatig soa-testbeleid

Naar een meer doelmatig soa-testbeleid Naar een meer doelmatig soa-testbeleid Subtitle Inhoud 1. GGD soa-poliklinieken 2. Stijging uitgaven soa-testen 3. Effect nieuwe maatregel 4. Bevorderen doelmatigheid 5. Tot slot 3 Soa-zorg in Nederland

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Monitoringrapport 2012

Monitoringrapport 2012 Monitoringrapport 2012 Humaan 12 immuundeficiëntievirus 217 (HIV) infectie in 6Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rond 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de

Nadere informatie

Focus wie ooit gediagnosticeerd moet nog behandeld worden. Prof. dr. Jan Hendrik Richardus Dr. Robine Hofman Abby Falla, MSc

Focus wie ooit gediagnosticeerd moet nog behandeld worden. Prof. dr. Jan Hendrik Richardus Dr. Robine Hofman Abby Falla, MSc Focus 2016-2017 wie ooit gediagnosticeerd moet nog behandeld worden Prof. dr. Jan Hendrik Richardus Dr. Robine Hofman Abby Falla, MSc Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC, Rotterdam Nationale

Nadere informatie

Jaarcijfers 2013. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2013. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ April 2014 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en

Nadere informatie

Amsterdam HCV screening in de publieke gezondheidszorg: Van pilot projecten naar nationale aanpak

Amsterdam HCV screening in de publieke gezondheidszorg: Van pilot projecten naar nationale aanpak Amsterdam HCV screening in de publieke gezondheidszorg: Van pilot projecten naar nationale aanpak Freke Zuure Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2014)

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2014) Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2014) Inleiding Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn naast luchtweg-, maagdarm- en urineweginfecties

Nadere informatie

THE WAY FORWARD. Soa Aids Nederland en etnische minderheden. Onze koers voor (Samenvatting) Opmaak CMYK.indd :11

THE WAY FORWARD. Soa Aids Nederland en etnische minderheden. Onze koers voor (Samenvatting) Opmaak CMYK.indd :11 THE WAY FORWARD Soa Aids Nederland en etnische minderheden Onze koers voor 2015-2018 (Samenvatting) Opmaak-02-11-15-CMYK.indd 1 02-11-15 14:11 Inhoudsopgave Soa Aids Nederland 3 Doelen en activiteiten

Nadere informatie

HOOFDSTUK 7 TESTEN OP HIV EN SOA BIJ MSM

HOOFDSTUK 7 TESTEN OP HIV EN SOA BIJ MSM 7.1 Inleiding HOOFDSTUK 7 TESTEN OP HIV EN SOA BIJ MSM Maaike Goenee, Charles Picavet en Bouko Bakker Het beleid ten aanzien van het testen op hiv is het afgelopen decennium sterk veranderd. Eind jaren

Nadere informatie

Kan gebeuren SOA QUIZ Een eigen SOA spreekuur Over Natjes en Watjes en de rol van de Praktijkassistent

Kan gebeuren SOA QUIZ Een eigen SOA spreekuur Over Natjes en Watjes en de rol van de Praktijkassistent Een eigen SOA spreekuur Over Natjes en Watjes en de rol van de Praktijkassistent Janny Dekker, huisarts Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent Anita Watzeels, onderzoeker GGD Rotterdam Waar gaat deze

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Kosten- batenanalyse POCT Influenza Spaarne Gasthuis

Kosten- batenanalyse POCT Influenza Spaarne Gasthuis Kosten- batenanalyse Influenza Spaarne Gasthuis Aanleiding Ieder jaar is er tijdens de winterperiode sprake van piek in het aantal patiënten met een influenza luchtweginfectie. De meeste patiënten met

Nadere informatie

Leerdoel. Huisje, boompje, testje Soa-testen in de huisartsenpraktijk Wie, wat, hoe en waarom? 19 april 2012

Leerdoel. Huisje, boompje, testje Soa-testen in de huisartsenpraktijk Wie, wat, hoe en waarom? 19 april 2012 Leerdoel Huisje, boompje, testje Soa-testen in de huisartsenpraktijk Wie, wat, hoe en waarom? 19 april 2012 Bert-Jan de Boer en Arienne Pameijer 2 INHOUD 1. Het soa consult: introductie 2. Interactieve

Nadere informatie

Het Hepatitis probleem in NL

Het Hepatitis probleem in NL Bewustwording Identificatie-Behandeling HEPATITIS B en C Het Hepatitis probleem in NL Virale hepatitis A-E : Wat is er aan het veranderen? Chronische hepatitis B & C: Sterfte, Impact behandeling Uitdaging

Nadere informatie

Toepassing van een HIV-sneltest in de praktijk

Toepassing van een HIV-sneltest in de praktijk Summary The importance of the serum-ascites albumin gradient (SAAG) and the number of the polymorphonuclear cells in ascites analyses. Rossum AP van, Steen G, Castel A. Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Hiv-testen bij mannen die seks hebben met mannen: de implicaties van frequenter testen en een nieuwe hiv-teststrategie

Hiv-testen bij mannen die seks hebben met mannen: de implicaties van frequenter testen en een nieuwe hiv-teststrategie Hiv-testen bij mannen die seks hebben met mannen: de implicaties van frequenter testen en een nieuwe hiv-teststrategie 4 HIV tests in men who have sex with men: the implications of more frequent testing

Nadere informatie

Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie

Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie Andrea Bruning, MD PhD AIOS Medische Microbiologie Overzicht Introductie - Point-of-care

Nadere informatie

Trichomonas vaginalis, ontmaskering van een onderschatte pathogeen? Philippe Willems Promotor: Dr. R. Cartuyvels

Trichomonas vaginalis, ontmaskering van een onderschatte pathogeen? Philippe Willems Promotor: Dr. R. Cartuyvels Trichomonas vaginalis, ontmaskering van een onderschatte pathogeen? Philippe Willems Promotor: Dr. R. Cartuyvels Laboratoriumdiagnostiek T. vaginalis Inleiding Literatuurstudie: opties laboratoriumdiagnostiek

Nadere informatie

De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes

De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes Naam presentator 1-12-2016 De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes Anne koldenhof Charlie van de Weijden Wim Niessen

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht j.j.m.vandelden@umcutrecht.nl Inleiding Medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel

6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel 6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn infectieziekten die door intiem seksueel contact kunnen worden overgedragen. Omdat iemand een SOA kan hebben, zonder

Nadere informatie

Jaarverslag 2008 soa-polikliniek GGD Amsterdam

Jaarverslag 2008 soa-polikliniek GGD Amsterdam Jaarverslag 28 soa-polikliniek GGD Amsterdam Uitgave GGD Amsterdam, cluster Infectieziekten Tekst M.S. van Rooijen en J.S.A. Fennema Vormgeving M.S. van Rooijen Colofon Jaarverslag 28 Soa-polikliniek,

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

Jaarcijfers 2014. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2014. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ April 2015 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en

Nadere informatie

Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg

Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg Per 1 januari 2012 worden de regelingen Aanvullende Curatieve Soa-bestrijding (ACS) en de Aanvullende Seksualiteitshulpverlening (ASH) geïntegreerd

Nadere informatie

Opsporing verzocht! Actief testbeleid op hiv en andere soa

Opsporing verzocht! Actief testbeleid op hiv en andere soa Opsporing verzocht! Actief testbeleid op hiv en andere soa Woord vooraf In 2002 hebben Schorer, Soa Aids Nederland, Hiv Vereniging Nederland, de GGD van Amsterdam en de WVAC zich verenigd in de stuurgroep

Nadere informatie

Helpcenter Jaarverslag Resources: Overzicht activiteiten

Helpcenter Jaarverslag Resources: Overzicht activiteiten Helpcenter Jaarverslag 2015 De conventie met het Riziv eindigde eind 2011. De financiering van het helpcenter werd van dan af verdergezet met eigen financiering, in afwachting van een nieuw besluit van

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

Auteurs. R.L.J. Heijman, I.G. Stolte, E.J.M. van Leent, R.A. Coutinho, J.S.A. Fennema en M. Prins. Trefwoorden

Auteurs. R.L.J. Heijman, I.G. Stolte, E.J.M. van Leent, R.A. Coutinho, J.S.A. Fennema en M. Prins. Trefwoorden Toename van het aantal hiv-testen door de invoering van een opting-outtestbeleid op de soa-polikliniek GGD Amsterdam Opting-out increases HIV testing in the STI outpatient clinic in Amsterdam Auteurs Trefwoorden

Nadere informatie

Hiv-surveys bij prostituees en bij migrantengroepen in Den Haag

Hiv-surveys bij prostituees en bij migrantengroepen in Den Haag 2 epidemiologisch bulletin, 2007, jaargang 42, nummer 3 Hiv-surveys bij prostituees en bij migrantengroepen in Den Haag M.G. van Veen, A.P. van Leeuwen Om in Nederland de mensen in kaart te brengen die

Nadere informatie

23-4-2012. Conclusie: Zorg voor Seksuele Gezondheid. Opzet: Seksuele gezondheid in Ned. Seksuele gezondheid. Schuivende paradigma's

23-4-2012. Conclusie: Zorg voor Seksuele Gezondheid. Opzet: Seksuele gezondheid in Ned. Seksuele gezondheid. Schuivende paradigma's Conclusie: Zorg voor Seksuele Gezondheid Schuivende paradigma's NHG VOORJAARSCONGRES 19 APRIL 211 Jan van Bergen, huisarts Hoogleraar soa hiv in de 1 e lijn AMC Soa Aids Nederland De huisarts speelt een

Nadere informatie

Point-of-care testen voor de detectie van SOA s

Point-of-care testen voor de detectie van SOA s Point-of-care testen voor de detectie van SOA s Laura van Dommelen Arts-microbioloog, PAMM, Veldhoven MINC 9 december 2010 Het scenario: Lekker anoniem The CE marking certifies that a product has met EU

Nadere informatie

Helpcenter kerncijfers Resources: 2. Aantal patiënten opgevolgd in 2016

Helpcenter kerncijfers Resources: 2. Aantal patiënten opgevolgd in 2016 Departement of Clinical Sciences Helpcenter Antwerp, 29/03/2017 Helpcenter kerncijfers 2016 In 2015 werd Helpcenter gereorganiseerd om de werking te optimaliseren en een grotere kosten-effectiviteit te

Nadere informatie

Epidemiologie van HIV/HCV coinfectie. Moleculair epidemioloog, GGD Amsterdam

Epidemiologie van HIV/HCV coinfectie. Moleculair epidemioloog, GGD Amsterdam Epidemiologie van HIV/HCV coinfectie Thijs van de Laar Moleculair epidemioloog, GGD Amsterdam 19 januari 2010 19 januari 2010 Epidemiologie van HIV/HCV coinfectie 2 Risicogroepen Injecterende drugsgebruikers

Nadere informatie

Nieuwe strategieën voor soa-testing in België IRITH DE BAETSELIER

Nieuwe strategieën voor soa-testing in België IRITH DE BAETSELIER Nieuwe strategieën voor soa-testing in België IRITH DE BAETSELIER Epidemiologie België KCE richtlijnen Nieuwe strategieën Overzicht presentatie Pooling strategie Point of care, rapid, zelftest en e-sti

Nadere informatie

Jaarverslag 2013 Soa-polikliniek

Jaarverslag 2013 Soa-polikliniek Jaarverslag 213 Soa-polikliniek 2 Colofon Jaarverslag 213 Soa-polikliniek, GGD Amsterdam Samengesteld door en onder redactie van: Martijn van Rooijen Maaike van Veen Arjan Hogewoning Lay-out en tekstbewerking:

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE HIV - HEPATITIS B EN C - SOA

PATIËNTEN INFORMATIE HIV - HEPATITIS B EN C - SOA PATIËNTEN INFORMATIE HIV - HEPATITIS B EN C - SOA 2 PATIËNTENINFORMATIE Het Maasstad Ziekenhuis is één van de 27 HIV behandelcentra in Nederland. Op de polikliniek Infectieziekten werkt een team van zorgverleners,

Nadere informatie

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA)

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.120924 File ID Filename Version uvapub:120924 Samenvatting unknown SOURCE (OR PART

Nadere informatie

RIVM report /2003 Registratie van soa en HIV consulten bij GGD-en en soa-poliklinieken Jaarverslag 2002

RIVM report /2003 Registratie van soa en HIV consulten bij GGD-en en soa-poliklinieken Jaarverslag 2002 RIVM report 441500015/2003 Registratie van soa en HIV consulten bij GGD-en en soa-poliklinieken Jaarverslag 2002 M.J.W. van de Laar, M.G. van Veen, A.J.J. Coenen 1 1 Stichting soa-bestrijding Dit onderzoek

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op?

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? 1 INHOUD PSIE programma Antistoffen Ontstaan en Risico Achtergrond Rhc-screening Doel Rhc-screening Evaluatiestudie Rhc-screening Opzet Inclusies

Nadere informatie

Juni 2015 SAMENVATTING SCREENINGSSCHEMA UIT LEIDRAAD VOOR MEDISCHE CONSULTATIES BIJ SEKSWERKERS. Pasop vzw

Juni 2015 SAMENVATTING SCREENINGSSCHEMA UIT LEIDRAAD VOOR MEDISCHE CONSULTATIES BIJ SEKSWERKERS. Pasop vzw SAMENVATTING SCREENINGSSCHEMA UIT LEIDRAAD VOOR MEDISCHE CONSULTATIES BIJ SEKSWERKERS Pasop vzw 1 KERNBOODSCHAP Sekswerkers: zeer gevarieerde groep qua leeftijd, nationaliteit, werksector, taal, sociale

Nadere informatie

Controlling the HIV epidemic in the Netherlands. Ard van Sighem Stichting HIV Monitoring WEON, Nijmegen, 11 juni 2010

Controlling the HIV epidemic in the Netherlands. Ard van Sighem Stichting HIV Monitoring WEON, Nijmegen, 11 juni 2010 Controlling the HIV epidemic in the Netherlands Ard van Sighem Stichting HIV Monitoring WEON, Nijmegen, 11 juni 21 Inleiding Verschillende Westerse landen hebben te maken met een stijging in risicovol

Nadere informatie

1401 SOA Factsheet.indd :02

1401 SOA Factsheet.indd :02 1401 SOA Factsheet.indd 1 16-01-14 17:02 Soa Aids Nederland heeft een nieuwe strategie ontwikkeld voor de periode 2013-2018 om het aantal hiv- en soa-infecties onder MSM (mannen die seks hebben met mannen)

Nadere informatie

Relaties 2.0. Tom Platteau Instituut voor Tropische Geneeskunde

Relaties 2.0. Tom Platteau Instituut voor Tropische Geneeskunde Tom Platteau Relaties 2.0 Tom Platteau Instituut voor Tropische Geneeskunde 3 Relaties Traditioneel: monogamie In realiteit is niet iedereen altijd monogaam Meer openheid voor niet-traditionele relatievormen

Nadere informatie

Detectie van occulte Hepatitis B bij bloeddonoren

Detectie van occulte Hepatitis B bij bloeddonoren Detectie van occulte Hepatitis B bij bloeddonoren Marco Koppelman 1, Theo Cuypers 2, Harry Bos 1, Maarten Koot 2, Hans Zaaijer 3 1 afdeling Nationaal Screening laboratorium Sanquin (NSS), divisie Diagnostiek

Nadere informatie

Kennis toepassen, en beslissingen nemen. Hoe denkt de arts? 2. Wat doet de arts? Hoe wordt kennis toegepast? Wat is differentiaal diagnose?

Kennis toepassen, en beslissingen nemen. Hoe denkt de arts? 2. Wat doet de arts? Hoe wordt kennis toegepast? Wat is differentiaal diagnose? Hoe denkt de arts? 2 Kennis toepassen, en beslissingen nemen Dr. Peter Moorman Medische Informatica ErasmusMC 1 Hoe weet je of een ziektebeeld waarschijnlijk is? de differentiaal diagnose Hoe wordt een

Nadere informatie

Begeleiding van HIV-patiënten

Begeleiding van HIV-patiënten Symposium Up-to-Date in Infectieziekten Zaterdag 11 februari 2012 Begeleiding van HIV-patiënten Anneleen Lijnen Nurse physician assistant Dienst Infectieziekten 1) Voorstelling Verpleegkundige Ondersteuning

Nadere informatie

Belangrijkste bevindingen uit 2017

Belangrijkste bevindingen uit 2017 Belangrijkste bevindingen uit 2017 NIEUWE NAAM Het aantal soa-consulten is gestegen met 5,1% Vindpercentage soa's in 2017 (chlamydia, gonorroe, syfilis, hiv of hepatitis B) onder het landelijk gemiddelde

Nadere informatie

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (soa)

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (soa) Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (soa) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2017) Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) zijn naast luchtweg-, maag-darm- en urineweginfecties de meest

Nadere informatie

Dr. Steven Callens Dienst Algemeen Inwendige Geneeskunde, Infectieziekten en Psychosomatiek Universitair Ziekenhuis Gent

Dr. Steven Callens Dienst Algemeen Inwendige Geneeskunde, Infectieziekten en Psychosomatiek Universitair Ziekenhuis Gent HIV Dr. Steven Callens Dienst Algemeen Inwendige Geneeskunde, Infectieziekten en Psychosomatiek Universitair Ziekenhuis Gent 1 HIV Hepatitis C (&B) - TB HIV TB HCV HBV 2 HIV 3 4 5 Evolutie van HIV epidemie

Nadere informatie

Summary Samenvatting. Chapter 9

Summary Samenvatting. Chapter 9 Summary Samenvatting Chapter 9 Chapter 9 Summary In this thesis we describe the clinical spectrum of Enterovirus (EV) and Human Parechovirus (HPeV) infection in children, with the focus on clinical symptoms,

Nadere informatie

Serologische testen en interpretatie van testresultaten

Serologische testen en interpretatie van testresultaten Serologische testen en interpretatie van testresultaten Serologische testen Serologie is de leer van de stoffen die zich bevinden in het bloedserum. Bloedserum is het vocht dat verkregen is nadat bloed

Nadere informatie

Soa in Noord-Holland Noord. Risicogroepen en trends 2003-2009

Soa in Noord-Holland Noord. Risicogroepen en trends 2003-2009 Soa in Noord-Holland Noord Risicogroepen en trends 2003-2009 Colofon Auteur: Anne Dekker Begeleiding: Bettina de Leeuw den Bouter (epidemioloog GGD) Sector GBO Ingrid Steenhuis (Vrije Universiteit Amsterdam)

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

Chapter 10 Summary 10

Chapter 10 Summary 10 Chapter 10 Summary 10 Chapter 10 The studies described in this thesis assessed the effectiveness of the current national and international procedures to control Chlamydia trachomatis (CT), including the

Nadere informatie

Wakker worden! Aandacht nodig voor toename HIV in Den Haag

Wakker worden! Aandacht nodig voor toename HIV in Den Haag 2 epidemiologisch bulletin, 4, jaargang 39, nummer 1 Wakker worden! Aandacht nodig voor toename HIV in Den Haag A.P. van Leeuwen Medio 3 verschenen in de landelijke pers berichten over de explosieve toename

Nadere informatie

O onbekend. Hulpvraag seksualiteit:

O onbekend. Hulpvraag seksualiteit: Demografie onb Uniek ID Locatie. Datum consult (dd mm jj) Postcode cliënt (4-cijfers) O Geen vast verblijfadres O Wonend in buitenland Geslacht O Man O Vrouw O Transgender Indien Transgender: Voelt zich

Nadere informatie

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms

Nadere informatie

Mental Alternation Test (MAT)

Mental Alternation Test (MAT) Mental Alternation Test (MAT) Jones, B. N., Teng, E. L., Folstein, M. F., and Harrison, K. S. (1993). "A New Bedside Test of Cognition for Patients With HIV Infection." Meetinstrument Mental Alternation

Nadere informatie

Rapport nr. 441500.009. M.J.W. van de Laar, J. Rijlaarsdam, T. Coenen 1

Rapport nr. 441500.009. M.J.W. van de Laar, J. Rijlaarsdam, T. Coenen 1 research for man and environment RIJKSINSTITUUT VOOR VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU NATIONAL INSTITUTE OF PUBLIC HEALTH AND THE ENVIRONMENT Rapport nr. 441500.009 Registratie van SOA en HIV consulten bij GGD's

Nadere informatie

Samenvatting. Chapter12

Samenvatting. Chapter12 Samenvatting Chapter12 Coinfectie met Mycobacterium Tuberculose tijdens HIV-infectie is een groot probleem in de derde wereld, daar dit leidt tot een grotere sterfte. (hoofdstuk I) In de studies beschreven

Nadere informatie

Vaccineren van hivpatiënten binnen het vaccinatieprogramma hepatitis B-risicogroepen

Vaccineren van hivpatiënten binnen het vaccinatieprogramma hepatitis B-risicogroepen Vaccineren van hivpatiënten binnen het vaccinatieprogramma hepatitis B-risicogroepen 1. Inleiding Uit recente literatuurstudies blijkt dat het vaccineren van hivpatiënten tegen hepatitis B niet altijd

Nadere informatie

SoaSense. Thermometer 2010 GGD en Oost-Nederland

SoaSense. Thermometer 2010 GGD en Oost-Nederland SoaSense Thermometer 1 GGD en Oost-Nederland Risicogroepen steeds beter bereikt Met genoegen bieden wij u de tweede SoaSense Thermometer van Oost- Nederland (Gelderland en Overijssel) aan. Dit jaar met

Nadere informatie

Legionella. De overdracht. Jacob P. Bruin Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Haarlem

Legionella. De overdracht. Jacob P. Bruin Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Haarlem Legionella De overdracht Jacob P. Bruin Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Haarlem Legionella Inhoud: Legionella bacterie Infectieroute Diagnostiek Kweek Urine antigeentesten Serologie

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: introductie van het proefschrift

Hoofdstuk 1: introductie van het proefschrift Samenvatting 114 Samenvatting Samenvatting 115 Hoofdstuk 1: introductie van het proefschrift Dit proefschrift beschrijft een aantal studies over patiënten die met maagklachten de huisarts bezoeken. Van

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything: Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie I feel nothing though in essence everything: Associations between Alexithymia, Somatisation and Depression

Nadere informatie