ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING WMO-VERORDENING GEMEENTE HOLLANDS KROON

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING WMO-VERORDENING GEMEENTE HOLLANDS KROON"

Transcriptie

1 ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING WMO-VERORDENING GEMEENTE HOLLANDS KROON Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen en begripsomschrijvingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen a. Wet: deze bepaling spreekt voor zich. Zie ook de in artikel 43 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) opgenomen citeertitel van de wet. b. Compensatiebeginsel: het compensatiebeginsel (artikel 4 Wmo) is via het amendement-miltenburg c.s. (30 131, nr. 65) aan het wetsvoorstel toegevoegd. In het amendement is geen begripsomschrijving van dit begrip opgenomen. Gevolg hiervan is dat er in de wet een begripsomschrijving van het cruciale begrip compensatiebeginsel ontbreekt. Daarom staat de begripsomschrijving van het compensatiebeginsel in de verordening. Voor de begripsomschrijving is gebruik gemaakt van het briefadvies van de Raad voor de Volksgezondheid en de Zorg, de uitvinder van het compensatiebeginsel. Voor wat betreft de gelijkwaardige uitgangspositie is gebruik gemaakt van de toelichting op het amendement, evenals voor wat betreft de termen zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Het onderdeel aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek is afkomstig uit artikel 1.1 a. van de Wet voorzieningen gehandicapten. Het compensatiebeginsel geeft gemeenten de opdracht voorzieningen te treffen ter compensatie van de beperkingen die hun burgers ondervinden in zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie. Deze voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning stellen burgers in staat om: I. een huishouden te voeren; II. zich te verplaatsen in en om de woning; III. zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel; IV. I a. II b. III c. medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. onder het voeren van een huishouden wordt verstaan: zowel het wonen, met name de woonvoorzieningen, als de eerdere functie huishoudelijke verzorging, in deze verordening hulp bij het huishouden genoemd; zich verplaatsen in en om de woning, inclusief in de rolstoel, maar exclusief in de sportrolstoel; zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel middels de vervoersvoorzieningen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning en Wet voorzieningen gehandicapten; IV d. het ontmoeten van medemensen en het daaruit volgende aangaan van sociale verbanden wordt beschouwd als doelstelling voor de eerste drie voorzieningenterreinen. De gemeente moet ondersteuning bieden aan mensen die dit zelf niet kunnen regelen. Bij het bepalen van het recht op ondersteuning houdt de gemeente rekening met de persoonskenmerken en behoeften van de aanvrager van de voorzieningen. (Zie ook onder e. Zelfredzaamheid en onder f. Maatschappelijke participatie). Zie ook bjlage 1a (bladzijde 81) in het Wmo-voorzieningenboek. c. Persoon met beperkingen: de begripsomschrijving van het begrip persoon met beperkingen is afgeleid van de begripsomschrijving beperkingen en van de verschillende terreinen waarvoor op grond van de wet voorzieningen kunnen worden verstrekt. Daarnaast is vanuit de Wet voorzieningen gehandicapten het onderdeel aantoonbare beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek toegevoegd. Mede in verband met de begrenzing van de doelgroep zal immers een objectief criterium nodig zijn. Hierdoor blijft jurisprudentie op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten ten aanzien van dit onderdeel op dit begrip van toepassing. Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 1 van 37

2 d. Mantelzorger: de begripsomschrijving mantelzorger is ontleend aan de begripsomschrijving Mantelzorg welke in de Wet maatschappelijke ondersteuning (artikel 1.1 b.) wordt gegeven. e. Zelfredzaamheid: deze begripsomschrijving komt uit de toelichting van het eerder genoemde amendement-miltenburg c.s., dat het compensatiebeginsel aan de wet heeft toegevoegd. Hiermee wordt bedoeld dat de gemeente, bij het bepalen van het recht op een voorziening, eerst zal beoordelen of de aanvrager lichamelijk, verstandelijk, geestelijk of financieel in staat is om zelf een voorziening te treffen. Een voorbeeld hiervan is de inkomenstoets. Iemand met een inkomen hoger dan 120% van het minimumloon kan zelf hulp in de huishouding regelen en betalen en is hierin dus zelfredzaam. Nog een voorbeeld hiervan is de inkomenstoets bij aanschaf van een auto. Geen auto wordt verstrekt bij een inkomen van meer dan anderhalf maal het norminkomen. Een ander voorbeeld is iemand die in aanmerking wil komen voor een scootermobiel maar die gebruik kan maken van een fiets met hulpmotor. Zo n fiets is geen Wmo-voorziening maar algemeen gebruikelijk. Aangezien de scootermobiel is bedoeld voor dezelfde afstanden en verplaatsingsdoeleinden als een fiets met hulpmotor, is de aanvrager zelfredzaam. Het is natuurlijk aan de aanvrager om al dan niet een fiets met hulpmotor aan te schaffen. f. Maatschappelijke participatie: ook deze begripsomschrijving is, evenals de onder e. genoemde, ontleend aan de toelichting op het amendement-miltenburg c.s., dat het compensatiebeginsel aan de wet heeft toegevoegd. De nadruk ligt bij deze begripsomschrijving op de term normaal. Normale deelname aan het maatschappelijk verkeer, het normale gebruik van de woning etc. De normering van in hoeverre iets normaal is staat beschreven in de volgende hoofdstukken van deze verordening en een meer gedetailleerde invulling hiervan staat in het Wmo-voorzieningenboek. Bij het normale gebruik van de woning wordt uitgegaan van de functies eten, slapen en zelfverzorging en bijvoorbeeld niet het uitoefenen van hobby s. h. Voorziening: de verstrekbare voorzieningen worden door deze verordening beperkt. Onder voorziening wordt slechts verstaan de voorzieningen die op grond van deze verordening geregeld kunnen worden. i./j. Algemene voorziening en individuele voorziening: het gaat hier om direct of uit voorraad beschikbare voorzieningen, die met een minimum aan bureaucratie kunnen worden verstrekt. Daarbij valt te denken aan een scala van reeds bestaande of nog te ontwikkelen voorzieningen zoals: collectief vervoer, scootmobielpools, algemene woonvoorzieningen als klussendiensten en voorzieningendepots, rolstoelpools en vrijwilligersdiensten. De verstrekkingprocedure is eenvoudiger dan bij individuele voorzieningen; dat betekent een beperkte toegangsbeoordeling, geen formele beslissing (beschikking) en geen eigen bijdragen. In de regel gaat het om eenvoudige en veel voorkomende voorzieningen die bedoeld zijn voor incidenteel of kortdurend gebruik. Kenmerk van algemene voorzieningen is tenslotte dat zij altijd in natura verstrekt worden en nooit als financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget. Op uitdrukkelijk verzoek zal aan de aanvrager wel een beschikking kunnen worden afgegeven, zodat rechtsbescherming beter te gewaarborgd is. Algemene voorzieningen hebben in het kader van deze verordening voorrang op individuele voorzieningen. Waar mogelijk zal eerst een algemene voorziening worden aangeboden en waar nodig zal een individuele voorziening worden verstrekt. Hoe de Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 2 van 37

3 keuze zal worden gemaakt tussen beide categorieën voorzieningen hangt uiteraard helemaal af van de individuele situatie van de aanvrager. Door het college vast te stellen beleidsregels zullen afwegingscriteria geven. Verder zal een op de individuele situatie afgestemd medisch advies vaak van groot belang zijn. De algemene voorzieningen, nu nog genoemd in de vorm van een primaat, kunnen uitgroeien tot voorliggende voorzieningen en op den duur uit deze verordening verdwijnen, wanneer zij zodanig functioneren dat zij gerekend kunnen worden tot de groep voorzieningen als maaltijdvoorzieningen en personenalarmering. k. Voorziening in natura: voorzieningen in natura zijn voorzieningen die niet in de vorm van enigerlei financiële tegemoetkoming (ad l.) of persoonsgebonden budget (ad m.) worden verstrekt. Daarbij kan worden gedacht aan verstrekking in huur, in bruikleen, in eigendom of in de vorm van dienstverlening. l. Financiële tegemoetkoming: een financiële tegemoetkoming is een geldbedrag dat is bedoeld om een bepaalde voorziening te verwerven of te realiseren. Het is niet perse noodzakelijkerwijs een kostendekkende vergoeding, maar een bedrag, bedoeld als tegemoetkoming in de kosten. Een financiële tegemoetkoming is een mogelijkheid voor de situatie dat de aanvrager de voorkeur geeft aan een duurdere of anders uitgevoerde voorziening dan de geïndiceerde voorziening. Dit wordt ook wel uitruil genoemd. Deze vorm van verstrekking is een uitzondering op de hoofdregel en is in verband daarmee afhankelijk van bepaalde voorwaarden, welke per voorziening verschillend zullen zijn. De voorwaarden waaronder dit mogelijk is, zijn uitgewerkt in het Wmo-voorzieningenboek. In de beschikking worden de voorwaarden die betrekking hebben op de financiële tegemoetkoming opgenomen. m. Persoonsgebonden budget: het persoonsgebonden budget wordt meestal afgekort met de letters pgb. Een persoonsgebonden budget is een geldbedrag dat de aanvrager onder door het college bepaalde voorwaarden mag besteden aan een compenserende voorziening naar keuze. Met een persoonsgebonden budget wordt de aanvrager zelf verantwoordelijk voor de aanschaf en keuze van de voorziening. De keuzevrijheid van de aanvrager is daardoor direct gekoppeld aan de grotere eigen verantwoordelijkheid voor de te compenseren beperking. Nadere uitwerking over de relatie tussen diverse compenserende voorzieningen en daarbij behorende persoonsgebonden budgetten vindt plaats in het Wmo-besluit. n. Eigen bijdrage: de bevoegdheid voor het vragen van een eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten van een voorziening vloeit voort uit artikel 15, lid 1 en artikel 19, lid 1 van de wet. Deze kan op het inkomen worden afgestemd, zij het dat daarvoor op basis van artikel 15, lid 3 van de wet bij Algemene Maatregel van Bestuur nadere regels kunnen worden gesteld in het Besluit maatschappelijke ondersteuning van 2 oktober 2006 (Staatsblad 450), sindsdien gewijzigd bij besluit van 19 maart 2007 (Staatsblad 129). Van deze bevoegdheid is gebruik gemaakt door middel van het vaststellen van het Besluit maatschappelijke ondersteuning. In dit besluit wordt ondermeer bepaald wat de ruimte is die gemeentebesturen hebben voor het vaststellen van eigen bijdragen, als ze daartoe willen overgaan. o. Algemeen gebruikelijk: evenals onder de Wet voorzieningen gehandicapten het geval was, is het ook onder de Wet maatschappelijke ondersteuning niet de bedoeling dat de gemeentelijke overheid voorzieningen verstrekt waarover de aanvrager, gezien zijn individuele situatie, ook Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 3 van 37

4 zonder zijn handicap of beperking zou kunnen beschikken. Deze voorzieningen worden als algemeen gebruikelijk beschouwd. Wat in een concrete situatie als algemeen gebruikelijk te beschouwen is, hangt af van de geldende maatschappelijke normen van het moment van de aanvraag. Het begrip algemeen gebruikelijk is geconcretiseerd in de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep. Het begrip heeft vaak voor verwarring gezorgd, omdat algemeen gebruikelijke voorzieningen soms wel specifiek voor een handicap worden aangeschaft, maar vanwege hun algemeen gebruikelijke karakter toch niet vergoed worden. Om duidelijk te maken wat in de wet verstaan wordt onder dit begrip is de begripsomschrijving vanuit de jurisprudentie in de Wmo-verordening opgenomen. Het gaat daarbij om voorzieningen: 1. die in de reguliere handel verkrijgbaar zijn; 2. die niet speciaal voor personen met beperkingen bedoeld zijn; 3. die niet aanzienlijk duurder zijn dan vergelijkbare producten met hetzelfde doel. Het begrip algemeen gebruikelijk moet overigens niet worden verward met gebruikelijke zorg, zoals dat onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is geformuleerd in beleidsregels. Het begrip gebruikelijke zorg wordt voor toepassing onder de Wet maatschappelijke ondersteuning uitgewerkt in het Wmo-besluit en het Wmo-voorzieningenboek. Dit komt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning terug, zie hieronder ad s. p. Meerkosten: het begrip meerkosten hangt nauw samen met het begrip algemeen gebruikelijk ; deze twee begrippen zijn elkaars tegenhangers. De meerkosten zijn de kosten die in een direct oorzakelijk verband staan met het compenseren van de ondervonden beperking of het psychosociaal probleem, zoals die zijn genoemd in artikel 1, lid 1, onder g., achtste volzin van de wet. Een met de aanvrager vergelijkbaar persoon zonder die beperking of dat psychosociale probleem, heeft deze meerkosten per definitie niet omdat daarvoor in diens situatie geen noodzaak is. Vanwege verstrekking van een individuele Wmovoorziening worden kosten van een algemeen gebruikelijke voorziening bespaard. Over de hoogte van de bijdrage en de relatie tussen bijdrage en gebruiksduur van de voorziening worden nadere regels opgenomen in het Wmo-besluit. Mede met het oog op de bestrijding van deze meerkosten, dus de kosten die voor een persoon als de aanvrager niet algemeen gebruikelijk zijn, is de wet gericht. Als de noodzaak objectief aantoonbaar is komen de meerkosten die binnen de toepassing van de Wmoverordening vallen voor vergoeding in aanmerking. Meerkosten is een door het college vastgestelde bijdrage die is afgestemd op de kosten van een equivalente voorziening die worden bespaard door het verkrijgen van een (vervoer-)voorziening in natura. Vanwege verstrekking van een individuele Wmo-voorziening worden kosten van een algemeen gebruikelijke voorziening bespaard. Over de hoogte van de bijdrage en de relatie tussen bijdrage en gebruiksduur van de voorziening worden nadere regels opgenomen in het Wmo-besluit. q. Huisgenoot: spreekt voor zich (zie definitie). r. Budgethouder: spreekt voor zich. De invoering van het persoonsgebonden budget maakt het opnemen van het begrip budgethouder noodzakelijk. De budgethouder is de persoon die de beschikking krijgt over een budget en over de besteding daarvan ook verantwoording af dient te leggen. s. Wmo-loket: In uitvoering van Wmo-verstrekkingen werkten de gemeenten Anna Paulowna, Harenkarspel, Niedorp, Wieringen, Wieringermeer en Zijpe samen. Deze samenwerking Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 4 van 37

5 was bekend onder de werknaam Koppuntloket. Nu Harenkarspel en Zijpe met Schagen een nieuwe gemeente gaan vormen is de loketbenaming gewijzigd in Wmo-loket Hollands Kroon. t./u./v. Wmo-besluit/Besluit maatschappelijke ondersteuning/wmo-voorzieningenboek: Zowel het Wmo-besluit als het Wmo-voorzieningenboek zijn verdere plaatselijke uitwerkingen van de Wmo-verordening en gaan dieper op deze materie in. Het Besluit maatschappelijk ondersteuning is de nadere regeling in AMvB-vorm, waarin het rijk voor het eerst gepubliceerd in Staatsblad 450 van nadere uitvoeringregels aan de wet geeft. Het Wmo-voorzieningenboek heeft de status beleidsregel en wordt, net als het Wmo-besluit, door het college vastgesteld. w. College: als er in deze verordening gesproken wordt over het college of over burgemeester en wethouders, wordt hiermee bedoeld het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hollands Kroon. x Norminkomen. Aansluiting is gezocht bij het norminkomen dat op landelijk niveau wordt gebruikt ter bepaling van de hoogte van eigen bijdrage. Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 5 van 37

6 Artikel 1.2 Recht op een individuele voorziening Toekenningscriteria: a. Langdurig noodzakelijk: tot 1 januari 2007 werden voor compensatie van beperkingen (compensatieplicht) voorzieningen verstrekt op basis van de Wet voorzieningen gehandicapten. Deze compensatiedefinitie is in zijn kern ontleend aan de Modelverordening Wet voorzieningen gehandicapten en aan de Wet maatschappelijke ondersteuning aangepast. Wat langdurig noodzakelijk is om beperkingen op te heffen of te verminderen, is afhankelijk van de concrete situatie. Het kan, in tijd uitgedrukt, gaan om twee maanden, bijvoorbeeld bij mensen die in een terminaal ziektestadium verkeren en waarvoor geen tijdelijke voorziening op voorraad leverbaar is. Het kan ook gaan om veertig jaar, in situaties waarin de beperking bijvoorbeeld aangeboren is en stabiel van aard is. Kenmerk is in beide genoemde situaties dat de ondervonden beperking, naar de stand van de medische wetenschap op het moment van de aanvraag, onomkeerbaar is. Er is dus redelijkerwijs geen verbetering te verwachten in de situatie van de aanvrager. In dit kader zal de prognose van groot belang zijn. Zegt de prognose dat de betrokkene na enige tijd zonder de benodigde hulpmiddelen of aanpassingen zal kunnen functioneren, dan mag men van kortdurende noodzaak uitgaan. Bij een wisselend beeld, waarbij verbetering in de toestand periodes van terugval opvolgen, kan echter uitgegaan worden van een langdurige noodzaak. De medisch adviseur speelt, bij het antwoord op de vraag of er al dan niet sprake is van een langdurige noodzaak voor de betreffende voorziening, een belangrijke rol. Voor langere tijd betekent in ieder geval dat wie tijdelijke beperkingen heeft, bijvoorbeeld door een ongeluk terwijl vast staat dat de handicap van voorbijgaande aard is, niet voor een voorziening in het kader van deze verordening in aanmerking komt. Betrokkene kan een beroep doen op de hulpmiddelendepots van de Thuiszorgorganisaties, die opgezet zijn in het kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Uit deze depots kan men tweemaal drie maanden een hulpmiddel gratis lenen, welke periode kan worden verlengd, zij het dat dan huur verschuldigd is. Waar precies de grens ligt tussen kortdurend en langdurig verschilt per situatie. Een uitzondering op de regel dat de aangevraagde voorziening langdurig noodzakelijk moet zijn, wordt gevormd door situaties waarin voor een afzienbare periode hulp bij het huishouden nodig is, bijvoorbeeld bij ontslag uit het ziekenhuis na een opname of bij een ontregeld huishouden. b. Objectiviteit: voorzieningen die in het kader van deze verordening worden verstrekt dienen naar objectieve maatstaven gemeten zowel adequaat als de meest goedkope voorziening te zijn. Met nadruk wordt hierbij gesteld dat met het begrip adequaat bedoeld wordt: volgens objectieve maatstaven nog toereikend. Hoewel datgene wat de aanvrager als adequaat beschouwt mee zal moeten wegen in de beoordeling van het adequaat zijn van de voorziening, zal ook het criterium van het goedkoop zijn, de kosten van de voorziening, een rol spelen bij de uiteindelijke beoordeling van het al dan niet adequaat zijn van een voorziening. Het gaat immers om gemeenschapsgeld. Eigenschappen die kostenverhogend werken zonder dat zij de voorziening meer adequaat maken, zullen in principe niet voor vergoeding in aanmerking komen. Daarbij kan een overweging zijn dat de bruikbaarheid van een voorziening niet alleen door technische en functionele aspecten bepaald wordt. Tevens is het denkbaar dat een product dat duurder is dan een vergelijkbaar product, langer meegaat en dus uiteindelijk goedkoper is. Wat betreft het kwaliteitsniveau waarvan uitgegaan kan worden, moge het duidelijk zijn dat bij een verantwoord, maar ook niet meer dan dat, niveau dient te worden aangesloten. Luxe wordt niet met gemeenschapsgeld betaald. Het is overigens uiteraard wel mogelijk een adequate voorziening te verstrekken die duurder is dan de goedkoopst adequate voorziening, mits de aanvrager bereid is het prijsverschil uit eigen middelen te betalen. Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 6 van 37

7 Het begrip goedkoopst adequaat geeft het college mogelijkheden tot sturen binnen het beleid. c. Persoonsgebonden: het probleem als gevolg van de beperking van het individu dient wordt op grond van de wet te worden gecompenseerd. De individuele beperking staat dan ook centraal bij de beoordeling van de aanvraag voor een voorziening op grond van de wet. Er wordt geen voorziening getroffen voor een ander dan de persoon met een beperking, tenzij de voorziening voor hulp aan de cliënt noodzakelijk is (bijvoorbeeld in hoogte verstelbare handvatten aan een duwrolstoel) Weigeringsgronden: a. Algemeen gebruikelijke voorzieningen: voorzieningen waarover een met de aanvrager vergelijkbare persoon, ook los van de beperking, zou kunnen beschikken. Deze voorzieningen hoeven niet te worden niet verstrekt. Dit beginsel wordt al tientallen jaren gehanteerd in de sociale wetgeving (AAW/WAO, voormalige Wet-Rea, Wvg) en heeft tot een omvangrijke jurisprudentie geleid die is vastgelegd in de definitie van dit begrip, zoals die is opgenomen in artikel 1, lid 1.1 onder i. van deze verordening. Wat in een concreet geval algemeen gebruikelijk is, hangt dus in beginsel af van de aard van de gevraagde voorziening. Daarnaast speelt de (financiële) situatie van de aanvrager een rol, steeds bezien in relatie tot de maatschappelijke normen op het moment van de aanvraag. Met name die financiële situatie van de aanvrager kan leiden tot een uitzondering op het beginsel dat geen algemeen gebruikelijke voorzieningen worden verstrekt. Uit de bovengenoemde jurisprudentie blijkt immers dat een dergelijke uitzondering zich voordoet als het inkomen van de aanvrager, mede ten gevolge van aantoonbare kosten als gevolg van zijn beperking, onder het in diens situatie geldende bijstandsniveau dreigt te geraken. Een andere uitzondering is het ten gevolge van een plotseling optredende handicap moeten vervangen van zaken die nog niet zijn afgeschreven. De eerdere voorziening is dan immers niet langer adequaat; dat zou zonder die handicap immers niet gebeuren. b. In de wet is, in tegenstelling tot de situatie bij de Wet voorzieningen gehandicapten, geen specifieke bepaling opgenomen waaruit blijkt dat de compensatieplicht zich beperkt tot in de gemeente woonachtige personen, hoewel artikel 11 van de wet spreekt over ingezetenen. Dit artikel moet opgenomen worden om te voorkomen dat er aanvragen binnenkomen bij gemeenten waarin de aanvrager niet woonachtig is. Als criterium is gekozen dat men volgens de gemeentelijke basisadministratie moet zijn ingeschreven op een adres in de gemeente. c. In sommige gevallen gebruiken mensen al jaren voorzieningen en vragen zij na het optreden van een beperking voorzieningen aan die in hun situatie kunnen leiden tot de conclusie dat het optreden van beperkingen geen meerkosten met zich meebrengt. Daarvoor is deze bepaling bedoeld. d./e. De verordening geeft een tweetal bijzondere gronden voor weigering aan. Beide bepalingen hebben als doel om eerst te bezien (eigen verantwoordelijkheid) hoe noodzakelijke aanpassingen kunnen worden voorkomen om te voorkomen dat voorzieningen worden overvraagd. f. Hier wordt gedoeld op de situatie dat de aanvrager een voorziening aanvraagt nadat deze reeds door de aanvrager gerealiseerd of aangekocht is. Dit omdat het college dan geen mogelijkheden meer heeft de voorziening volgens het vastgestelde beleid te verstrekken, noch anderszins invloed heeft op de te verstrekken voorziening. In deze situatie kan een voorziening worden geweigerd. Nadat het college een beslissing over de Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 7 van 37

8 aanvraag voor bijvoorbeeld een woningaanpassing heeft genomen, mag aanvang worden gemaakt met de werkzaamheden. Pas op dat moment heeft het college alle op de aanvraag betrekking hebbende gegevens beoordeeld en op grond hiervan een besluit genomen over de te treffen voorziening. Door deze regeling wordt voorkomen dat een voorziening waar vroegtijdig mee is begonnen uiteindelijk niet overeenstemt met hetgeen het college als goedkoopst adequate voorziening beschouwt. Het college kan daarbij (mits gemotiveerd) bijvoorbeeld ook factoren laten meewegen die buiten de woonruimte van de aanvrager gelegen zijn, zoals een beschikbare aangepaste of goedkoop aan te passen woning elders, of een losse woonunit, waardoor een woningaanpassing wellicht niet noodzakelijk is. Pas nadat het college een positieve beschikking voor een verhuiskostenvergoeding heeft gegeven, komt een aanvrager hiervoor in aanmerking. Als advies is verkregen en de gemeente een afweging heeft gemaakt welke oplossing het meest adequaat is, kan de aanvrager tot verhuizen overgaan. Met deze voorwaarde wordt tevens voorkomen dat de gemeente achteraf, nadat de aanvrager reeds is verhuisd, met een claim voor een verhuiskostenvergoeding geconfronteerd wordt. In bepaalde gevallen kan het echter nodig zijn dat de aanvrager snel moet beslissen omdat de woning anders aan een andere woningzoekende wordt toegewezen. In deze of andere urgente gevallen is het verkrijgen van toestemming van het college ook voldoende. In alle gevallen dient de aanvrager voorafgaand aan de verhuizing schriftelijk toestemming van de gemeente te hebben verkregen. Het hoeft hier uiteraard niet te gaan om de feitelijke verhuizing, maar om een situatie waarin men bepaalde onomkeerbare stappen heeft gezet die in de regel voorafgaan aan een verhuizing, zoals het sluiten van een koop-, huur- of erfpachtovereenkomst inzake de te betrekken woning. g. Aangegeven wordt dat de aanvraag geweigerd kan worden als het gaat om een vergoeding of verstrekking die reeds eerder heeft plaatsgehad, terwijl het de aanvrager verwijtbaar is dat het middel verloren is gegaan, bijvoorbeeld door roekeloosheid of verwijtbare onachtzaamheid, dus niet indien de aanvrager geen schuld treft. Indien een ander aansprakelijk is voor het verloren gaan, dient bekeken te worden of het mogelijk is deze derde door de aanvrager hiervoor aansprakelijk te doen stellen om zodoende de kosten te kunnen verhalen. Indien in een woning een verstelbare keuken of een andere dure voorziening is aangebracht, heeft dit gevolgen voor de te verzekeren waarde van de opstal. Dit risico dient in de opstalverzekering gedekt te worden. Indien bijvoorbeeld bij brand blijkt dat de woning onvoldoende verzekerd is, kan op dat moment geen beroep op deze verordening worden gedaan. h. De verordening maatschappelijke ondersteuning is niet van toepassing indien er een andere wettelijke regeling bestaat op grond waarvan aanspraak gemaakt kan worden op een voorziening. Hetzelfde geldt indien op basis van privaatrechtelijke overeenkomsten in de behoefte kan worden voorzien Beperking op weigeringgrond: Het individueel recht op verstrekking van een voorziening wordt beschermd, waarbij de voorziening weliswaar algemeen gebruikelijk is, maar zo n voorziening niet tot het gangbare bestedingspatroon van de persoon van de aanvrager behoort. Uiteraard zal bij weigering van zo n verstrekking een goede motivatie moeten liggen. Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 8 van 37

9 Hoofdstuk 2 Artikel 2.1 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen Keuzevrijheid De in artikel 6 van de wet genoemde verplichting om bij aanspraak op een individuele voorziening de keuze te bieden tussen een persoonsgebonden budget (pgb) en een verstrekking in natura is niet absoluut. Er kunnen overwegende bezwaren bestaan om niet over te gaan tot verstrekking van een persoonsgebonden budget. Het college dient bij beschikking te onderbouwen wanneer hiertoe besloten wordt en kan regels stellen om af te wegen in welke gevallen er sprake is van bezwaren van overwegende aard, die reden zijn om geen persoonsgebonden budget te verstrekken. Naast deze keuzevrijheid bestaat er nog een tweede vorm van keuzevrijheid, namelijk de vrijheid om bij voorzieningen in natura te kiezen uit meerdere aanbieders. Deze keuzevrijheid wordt niet in deze verordening, maar in het Wmo-besluit en het voorzieningenboek uitgewerkt. Artikel 2.2 Voorziening in natura Het doel van deze bepaling is het vastleggen van de rechten en plichten van het college en de aanvrager. Deze bepaling ziet toe op de situatie waarin het college een derde inschakelt voor verstrekking van voorzieningen in natura en deze derde eigenaar blijft van de te verstrekken voorziening of wanneer het college een derde inschakelt voor het verlenen van zorg, of op de situatie waarin het college eigenaar blijft van de verstrekte voorziening in natura of het college de zorg in natura zelf geregeld heeft. Artikel 10 van de wet stelt weliswaar dat het verlenen van maatschappelijke ondersteuning zo veel mogelijk aan derden moet worden overgelaten, maar als dat redelijkerwijs niet mogelijk is kan gekozen worden voor het door de gemeente zelf verlenen van de maatschappelijke ondersteuning. Als een voorziening in eigendom wordt verstrekt is er uiteraard niet een dergelijke overeenkomst nodig. Artikel 2.3 Financiële tegemoetkoming Om te waarborgen dat de verstrekte financiële tegemoetkoming wordt besteed aan een noodzakelijke voorziening, en niet aan zaken die los staan van de doelen die met de wet worden beoogd, kunnen bij beschikking voorwaarden worden verbonden aan de verstrekking van een tegemoetkoming op grond van de wet. Deze bepaling, die moet worden bezien in relatie tot de bepalingen uit hoofdstuk 7 van deze verordening, biedt daartoe de mogelijkheid. Artikel 2.4 Persoonsgebonden budget Het persoonsgebonden budget dient gezien te worden als een manier waarop een toegekende voorziening wordt verstrekt. a. genoemde bepaling spreekt voor zich en sluit naadloos aan op de bepaling in artikel 6 van de wet. Hierin is vastgelegd dat alleen bij toekenning van individuele voorzieningen in beginsel de keuze voor een persoonsgebonden budget moet worden geboden. Algemene voorzieningen vallen niet onder deze eis; b. bepaalt dat de hoogte van het persoonsgebonden budget is gekoppeld aan de tegenwaarde van de te verstrekken goedkoopst adequate voorziening. Er moet immers een referentiebedrag zijn waarop het persoonsgebonden budget kan worden gebaseerd. Goedkoopst adequaat is een objectief vaststelbaar referentiepunt. Voorts kan een Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 9 van 37

10 aanvullend bedrag worden vastgesteld voor de instandhoudingkosten van de voorziening. Voor de diverse soorten voorzieningen zal een nadere regeling moeten worden gegeven in het Wmo-besluit gemeente Hollands Kroon, dat door het college moet worden vastgesteld; c. aan de hand van een berekening bepaalt het college de omvang van een persoonsgebonden budget. Het zal immers gaan om een veelheid van verschillende persoonsgebonden budgetten voor verschillende voorzieningen. Daarbij zullen, ter bevordering van de rechtsgelijkheid, eenduidige richtlijnen noodzakelijk zijn. Invulling van deze richtlijnen vindt plaats in het Wmo-besluit en de beleidsregels De belangrijkste aspecten van het persoonsgebonden budget worden in de toekenningsbeschikking vastgelegd. Het gaat om de omvang ervan (de hoogte van het budget), maar het kan ook gaan om de periode waarover het budget wordt toegekend. Het spreekt voor zich dat dergelijke beschikkingen uiterst zorgvuldig worden geformuleerd Er wordt een Programma van Eisen vastgesteld waarin wordt aangegeven aan welke eisen de met het persoonsgebonden budget te verwerven voorziening moet voldoen. Het Programma van Eisen is dus een belangrijk document; als niet hieraan wordt voldaan kan dat gevolgen hebben voor de afrekening van het toegekende budget en Het college is in de wet zelf verantwoordelijk gesteld voor de rechtmatige en doelmatige besteding van gelden op grond van de wet en heeft daarom ook zelf de bevoegdheid om vast te stellen in hoeverre er wordt gecontroleerd of aanvragers hun persoonsgebonden budget besteden conform de toekenningvoorwaarden. Het is dus aan de gemeenteraad en het college om in de verordening en beleidsregels te bepalen hoe die controle plaatsvindt en daarbij de afweging te maken tussen volledige controle en steekproefsgewijze controle. In artikel is de volledige controlemogelijkheid opgenomen. Afhankelijk van de vraag waarvoor het persoonsgebonden budget is bedoeld en de wijze waarop de noodzakelijke voorziening is verkregen, worden bewijsstukken opgevraagd bij de budgethouder. a. bedoelde factuur is nodig in situaties waarin voorzieningen zijn aangeschaft bij een leverancier, bijvoorbeeld een rolstoel of een scootermobiel; b. een betalingsbewijs kan van belang zijn in situaties waarin er geen nota is, bijvoorbeeld bij een tweedehands aankoop bij een particulier of uitbetaling aan een dienstverlener, bijvoorbeeld iemand die hulp bij het huishouden heeft verleend; c. een salarisadministratie kan noodzakelijk zijn in situaties waarin men iemand in dienst heeft genomen voor het verrichten van hulp bij het huishouden Mocht uit de controle blijken dat er aanleiding is het toegekende persoonsgebonden budget van de budgethouder terug te vorderen, dan wordt de in hoofdstuk 8 genoemde procedure gevolgd. Artikel 2.5 Eigen bijdragen Met het Besluit maatschappelijke ondersteuning wordt hier niet bedoeld het Wmobesluit van de gemeente, maar de landelijke Algemene Maatregel van Bestuur. Artikel 15 van de wet biedt de mogelijkheid bij verstrekking van voorzieningen in natura of een persoonsgebonden budget een eigen bijdragen te vragen. Artikel 19 van de wet biedt de mogelijkheid de hoogte van financiële tegemoetkomingen af te stemmen op het Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 10 van 37

11 inkomen van degene aan wie maatschappelijke ondersteuning wordt verleend: het zogeheten eigen aandeel. In dit artikel stelt de raad vast van deze mogelijkheid gebruik te maken, zoals opgedragen in artikel 15, lid 1 van de wet. Bovendien wordt bepaald dat de wijze waarop dit wordt uitgevoerd door het college in het Wmo-besluit wordt vastgelegd. Het college heeft hierbij ingevolge de Algemene Maatregel van Bestuur de mogelijkheid, binnen de grenzen die de Algemene Maatregel van Bestuur stelt, de verschillende bedragen vast te stellen. Deze gewijzigde bedragen worden eveneens in het Wmo-besluit opgenomen. Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 11 van 37

12 Hoofdstuk 3 Artikel 3.1 Hulp bij het huishouden Voorzieningen in hulp bij het huishouden In artikel 4, lid 1 van de wet wordt het college opgedragen om voorzieningen aan te bieden ter ondersteuning van het voeren van een huishouden. Bij het interpreteren van het begrip voeren van een huishouden is er vanuit gegaan dat een persoon pas behoefte kan hebben aan hulp bij het huishouden indien dat huishouden in een voor hem geschikte woning is gesitueerd. Onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten werd gesproken van de functie huishoudelijke verzorging. Om aan te geven dat onder de Wet maatschappelijke ondersteuning sprake is van een eigen begrip, wordt in deze verordening het begrip hulp bij het huishouden geïntroduceerd. Hulp bij het huishouden kan in drie vormen als voorziening worden aangeboden: a. de algemene voorziening: een snelle en eenvoudige dienstverleningsoplossing zonder veel administratieve rompslomp voor gemeente en aanvrager. Gedacht moet worden aan vormen van direct beschikbare hulp bij het huishouden vanuit bijvoorbeeld een wijksteunpunt, met name voor eenvoudige werkzaamheden, al dan niet op basis van een kortdurende hulpbehoefte. Deze vorm van hulp bij het huishouden is bij inwerkingtreding van deze verordening nog niet opgenomen in het voorzieningenpakket. Zodra er wel een vorm van een algemene voorziening is ontwikkeld, zal het primaat van deze algemene voorziening gaan gelden; b. hulp bij het huishouden in natura: ook hier gaat het om een vorm van persoonlijke dienstverlening. Dit is de meest voorkomende vorm van hulp bij het huishouden. De hulp wordt gerealiseerd, naar keuze van de aanvrager, door één van de aanbieders waarmee de gemeente een raamovereenkomst heeft afgesloten. Mocht een aanvrager voor een andere aanbieder kiezen, dan is hij aangewezen op de hulp bij het huishouden in de vorm van een persoonsgebonden budget. Mocht de aanvrager in de loop van de indicatieperiode kiezen voor een persoonsgebonden budget, dan behoeft er niet opnieuw een indicatie gevraagd te worden. Het budget wordt bepaald aan de hand van de urenklasse waarvoor de aanvrager is geïndiceerd en het inkomen zoals dat is vastgesteld door het Centraal Administratie Kantoor (CAK) voor de eigen bijdrage huishoudelijke hulp in natura. Wel zal de aanvrager het bedrag dat al betaald is voor de toekomst moeten terugbetalen. c. met het persoonsgebonden budget (pgb) voor hulp bij het huishouden moet de aanvrager zelf hulp inhuren. In artikel 2.4 van de verordening staan de voorwaarden voor een persoonsgebonden budget. De wijze van verantwoording is uitgewerkt in het Wmobesluit. Artikel 3.2 Primaat van de algemene hulp bij het huishouden Hierin wordt geregeld onder welke basisvoorwaarden men gebruik kan maken van een algemene voorziening voor hulp bij het huishouden, indien deze in de gemeente voorhanden is. De hier omschreven situatie geldt eveneens voor de hulp in natura als de vorm van een persoonsgebonden budget. Algemeen aangeboden hulp bij het huishouden is in de vorm van een primaat in deze verordening neergelegd. Dat houdt in dat in eerste instantie wordt bezien of deze vorm van hulp bij het huishouden het probleem op adequate wijze kan oplossen. Anders gezegd: recht op hulp ontstaat slechts indien en voor zover dit niet zelf anders te regelen valt. Als de algemene voorziening onvoldoende adequaat is of niet aanwezig is, komt de individuele voorziening voor hulp bij het huishouden aan de orde. Lid 2 moet dus in samenhang met lid 1 worden gelezen. In de indicatiecriteria, zoals die zijn opgenomen in het Wmo-voorzieningenboek, is gedetailleerd beschreven wanneer er gesproken kan Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 12 van 37

13 worden van een situatie waarin hulp in de huishouding noodzakelijk is. Meer dan bij de Wvg-voorzieningen kan het hier ook gaan om personen die door sociale, psychische, psychologische of psychiatrische problemen niet in staat zijn om een huishouden te voeren. De doelgroep is breder dan onder de Wvg waar het veelal ging om personen met een lichamelijke beperking. Dit is terug te vinden in de definitiebepalingen van de Wmo en de daarvan afgeleide definities in deze verordening. Zie artikel 1.1.c. van deze verordening. De individuele voorziening kan bestaan uit een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget. Het college bepaalt, aan de hand van criteria die zijn vastgelegd in het Wmo-besluit, of iemand voor een persoonsgebonden budget in aanmerking komt. Voor een verstrekking van een persoonsgebonden budget gelden ook de voorwaarden zoals genoemd in artikel 2.4 van deze verordening Een mantelzorger die een vergoeding ontvangt om mantelzorgtaken te verrichten ter uitvoering van AWBZ-taken waarvoor een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, wordt voor toepassing van artikel uitgesloten. Er is dan namelijk sprake van betaald werk en niet van mantelzorg. Artikel 3.3 Gebruikelijke zorg Bij het vaststellen van de aanspraak op hulp bij het huishouden wordt allereerst bezien of en in hoeverre eventueel andere personen binnen de leefeenheid zelf de problemen kunnen oplossen. Deze ontwikkeling is al onder de AWBZ-indicatiestelling in gang gezet vanaf het midden van de jaren 90 van de vorige eeuw onder de noemer gebruikelijke zorg. Voor zover de ondervonden problemen door middel van dergelijke gebruikelijke zorg kunnen worden opgelost, is er geen aanspraak op hulp bij het huishouden. In de indicatiecriteria zoals opgenomen in het Wmo-voorzieningenboek wordt bepaald hoe er rekening wordt gehouden met gebruikelijke zorg bij het vaststellen van een aanspraak op een voorziening voor hulp bij het huishouden. Artikel 3.4 Omvang van de hulp bij het huishouden In de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten werd, tot de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning, geïndiceerd in klassen. In de eerste twee uitvoeringsjaren van de Wet maatschappelijke ondersteuning werd hulp bij het huishouden in natura eveneens aangegeven in klassen. Klassen zijn te vergelijken met standaardporties. Elke klasse is gekoppeld aan een minimum en een maximum aantal uren per week binnen een vaste bandbreedte. Boven klasse 6 (dat is bij meer dan zestien uur huishoudelijke hulp per week) wordt zo nodig per uur uitbreiding aan de klasse gegeven. Voor de persoonsgebonden budgethouders werd in het tweede jaar van de Wet maatschappelijke ondersteuning uitsluitend gewerkt met een urensysteem. Dit om de persoonsgebonden budgethouders meer zekerheid te bieden voor het inkopen van hun hulp. De voordelen van de indeling in klassen waren om meer flexibel met thuiszorgorganisaties te kunnen omgaan en om de administratieve last voor de gemeente te beperken. In de uitvoeringspraktijk ontstond echter, door krappe financiële middelen, behoefte aan betere controleerbaarheid van inzet van uren huishoudelijke hulp. Vandaar dat het klassensysteem is losgelaten en is gekozen op uurbasis verstrekkingen te indiceren. Het sluit bovendien meer aan bij het bepalen van individuele behoefte Er wordt opdracht gegeven tot jaarlijkse vaststelling van de uurprijs. Indien men bijvoorbeeld een indicatie heeft voor anderhalf uur hulp, wordt men ingedeeld in klasse Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 13 van 37

14 1. Mocht de behoefte aan hulp van de aanvrager enigszins stijgen of dalen binnen de bandbreedte van de toegekende klasse, dan hoeft daarvoor niet opnieuw geïndiceerd en beschikt te worden. Voor de gemeente en voor de aanvragers is dat een administratief voordeel. Materieel kan het voor aanvragers binnen de speelruimte van de klasse echter enigszins negatief of positief uitpakken, afhankelijk van de daadwerkelijk noodzakelijke uren zorg. Als die zorgbehoefte, uitgedrukt in uren, zich onderaan de bandbreedte bevindt, is men voordelig uit; is de behoefte aan uren gelegen vlak onder het plafond van de klasse, is het voordeel minder. Zolang de objectief vastgestelde behoefte echter binnen de bandbreedte blijft, is er sprake van een toereikende voorziening. Voor zover hulp bij de huishouding nodig is die klasse 6 overstijgt, is het mogelijk additionele uren aan deze hoogste klasse toe te voegen. In het Wmo-besluit wordt door het college jaarlijks het daarbij passende uurbedrag vastgelegd. Jaarlijkse vastlegging houdt verband met prijsindexering, zoals genoemd in artikel 3.5. Artikel 3.5 Berekeningswijze Om cliënten zekerheid te bieden over de toekenning van uren is in artikel 3.5 vastgelegd dat indicering steeds geschiedt op een veelvoud van een halfuur naar boven. Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 14 van 37

15 Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen Algemeen In dit hoofdstuk worden de regels aangegeven wanneer een woning kan worden aangepast en wanneer niet. In de Wvg-verordening 2005 was een aantal regels aangescherpt ten opzichte van de daarvoor geldende verordening. Door de gemeente werd erkend dat het inperken van mogelijkheden in individuele situaties als onrechtvaardig kan worden ervaren. Uiteraard zijn die gevoelens een van de belangrijkste uitgangspunten bij de beoordeling van een aanvraag nadat de noodzaak van de woningaanpassing is vastgesteld. Toch, zo is toen overwogen, zal de gemeente in toenemende mate ook rekening moeten houden met de kosten van de woningaanpassing versus de beschikbare en begrootte middelen. Dat houdt niet in dat de gemeente zich aan de verantwoordelijkheid mag onttrekken. De compensatieplicht is in de wet verankerd en kan in de verordening niet buitenspel gezet worden. Met inwerkingtreding van de Wet maatschappelijke ondersteuning is weliswaar het begrip zorgplicht komen te vervallen, maar daarvoor in de plaats is de compensatieplicht en de bevordering van de zelfredzaamheid gekomen. Dat geeft geen aanleiding om de koers te veranderen; veel artikelen over de woonvoorzieningen zijn ongewijzigd overgenomen in deze Wmo-verordening. Er zijn, ook nu nog, omstandigheden denkbaar dat de gemeente niet opnieuw overgaat tot een verstrekking. Het voorbeeld, zoals genoemd in de Wvg-verordening 2005, blijft ook onder de Wet maatschappelijke ondersteuning van toepassing. Het (geheel fictieve) voorbeeld daarvan is een in 1996 (onder de Wet voorzieningen gehandicapten) aangepaste woning. Er is toen door de gemeente ,= uitgegeven aan het geheel aan de beperking van de persoon aanpassen van de woning. In 2004 verhuist belanghebbende naar een andere woning binnen de gemeente. Op grond van de oude bepalingen was de gemeente gehouden om de nieuwe woning opnieuw voor minimaal ,= aan te passen. De verordening bood de persoon met beperkingen eens per zeven jaar het recht op een nieuwe aanpassing in een andere woning. Deze verordening kent deze bepaling niet meer. Er wordt nu gekeken naar de noodzaak van de verhuizing, want die kan ook best binnen zeven jaar zijn. Is de verhuizing noodzakelijk, dan volgt opnieuw aanpassing door de gemeente van de nieuwe woning. Ontbreekt een noodzaak, dan gebeurt er niets. Het is dan aan de belanghebbende om te bepalen of de verhuizing toch doorgaat. Dit is een voorbeeld van aangepaste regelgeving. Er worden nu minder algemene regels vastgesteld, maar er wordt veel meer gekeken naar de individuele omstandigheden van de belanghebbende. Wat wel veranderd is ten opzichte van de Wet voorzieningen gehandicapten is dat het Besluit rijksvergoeding Wvg-woonvoorzieningen is vervallen. Deze bepaling hield in dat de gemeente bij dure woonaanpassingen boven de ,= gecompenseerd werd door het rijk. De kosten van deze dure voorzieningen komen nu geheel ten laste van de gemeente. Bij dergelijke dure aanpassingen, die overigens sporadisch voorkomen, zal kritisch gekeken moeten worden of er geen andere redelijke oplossingen voorhanden zijn. Een ander voorbeeld van veranderde regelgeving is de verhuiskostenvergoeding. Daarover is het onjuiste beeld ontstaan dat elke persoon met beperkingen die verhuist, ook recht heeft op een vergoeding. Deze verhuiskostenvergoeding wordt over het algemeen alleen verstrekt als daarmee een duurdere woningaanpassing wordt voorkomen. Deze uitleg van de verhuiskostenvergoeding was in het desbetreffende artikel daarom al aangescherpt. Belangrijk om hier te vermelden is de toevoeging dat de gemeente weliswaar compensatieplicht heeft om voor een persoon met beperkingen een woning aan te passen, maar dat die plicht niet strijdig mag zijn met andere wettelijke bepalingen. Een Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 15 van 37

16 aanbouw aan de woning moet passen binnen het kader van de Wet ruimtelijke ordening, de Woningwet, het bestemmingsplan en het lokaal geldende bouwbesluit. Bovendien hebben andere belanghebbenden bij het voornemen tot afwijking van de Wet ruimtelijke ordening inspraak en kunnen zij met bezwaar- en beroepsprocedures een voorgenomen aanpassing proberen tegen te houden. De individuele noodzaak tot snel aanpassen van de woning zal dan moeten wijken voor het zorgvuldig en juist doorlopen van alle bouwprocedures. Met ingrijpende woningaanpassingen zijn daarom eerder maanden dan weken gemoeid, zonder dat er sprake is van vertraging in de procedures. Ook het opvragen van offertes bij aannemers, conform de gemeentelijke aanbestedingsregels, kan leiden tot een tijdsinvestering. In de uitvoering zal door de gemeenten aan de belanghebbende daarom per fase duidelijk gemaakt moeten worden waar het wachten op is. Nieuw in deze verordening zijn de losse woonunits als vorm van een woonvoorziening. Artikel 4.1 Definities van woonvoorzieningen a. Hoofdverblijf: belangrijk is dat moet worden onderzocht waar de aanvrager van een voorziening daadwerkelijk woont of verblijft. Dit is belangrijk om te bepalen welke gemeente de voorziening zal moeten realiseren. Ook is het van belang te bepalen welke woning wordt aangepast. Als iemand regelmatig van adres wisselt, dan wordt het lastig om een woning te vinden die moet worden gezien als hoofdverblijf. Iemand die gedetineerd is, wordt geacht zijn woonverblijf te hebben in de woning waar hij staat ingeschreven. Meestal zal dat de woning zijn waar deze persoon woonachtig was voor de detentie. Ook tijdens de detentie blijft de gemeente aansprakelijk voor Wmo-voorzieningen, in het bijzonder de rolstoelen. Aanpassingen aan celruimten zijn uitgesloten. Uitgangspunt daarbij is dat het ministerie van Justitie daarvoor verantwoordelijk is; b. Gemeenschappelijke ruimte: de gemeente is verantwoordelijk voor aanpassing van de woning als daartoe een indicatie is afgegeven. In flatgebouwen ligt het niet zo simpel omdat er ook gemeenschappelijke ruimtes zijn: de galerij, het trappenhuis en de hal. Dit artikel geeft aan welke definitie aan het begrip gemeenschappelijke ruimte moet worden gegeven; c. Woonwagen: niet alleen woningen kunnen worden aangepast, maar dat geldt ook voor woonwagens. Voorwaarde is wel dat het gaat om een woonwagen die aan alle daarop van toepassing zijnde wettelijke bepalingen voldoet. Dit sluit daarom bijvoorbeeld een op een erf geplaatste caravan uit van aanpassingen als er geen sprake is van een standplaats; d. Standplaats: in artikel 4.10 wordt het begrip standplaats gebruikt en aangegeven wat onder dat begrip wordt verstaan. Deze bepalingen zijn zodanig gekozen dat alleen geregistreerde en legaal geplaatste woonwagens in aanmerking komen voor aanpassingen; e. Woonschip: net als bij een woonwagen kan de gemeente een woonschip aanpassen, maar het moet dan wel gaan om een woonschip dat een woning vervangt. In dit artikel is omschreven dat het vooral gaat om een woonschip dat in hoofdzaak is gebouwd voor het laten wonen van mensen. Een verbouwd binnenvaartschip valt ook onder deze definitie als er een verbouwing tot woning heeft plaatsgevonden. De Wet maatschappelijke ondersteuning is er niet voor bedoeld een kaal casco in te richten maar om noodzakelijke (niet algemeen gebruikelijke) meerkosten; Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 16 van 37

17 f. Ligplaats: voorwaarde om een woonschip te kunnen aanpassen is wel dat er sprake is van een gelegitimeerde ligging. Er moet een vergunning zijn afgegeven dan wel een aanwijzingsbesluit door de gemeente dat die specifieke plek mag worden ingenomen. Dit in tegenstelling tot gedoogsituaties waarin de bewoner van een woonschip een plek inneemt en waarbij dit verblijf door het bevoegde bezag enige tijd wordt getolereerd. Dan is er geen sprake van een geformaliseerd verblijf op een door de gemeente aangewezen locatie. Ook binnenvaartschepen die in bedrijf zijn vallen niet onder dit artikel aangezien zij formeel niet vallen onder het begrip inwoner van een gemeente. Daarom is er ook geen gemeentelijke compensatieplicht. Artikel 4.2 Vormen van woonvoorzieningen De woonvoorziening kan worden verstrekt in vier hoofdvormen: a. Een algemene woonvoorziening: hierbij moet worden gedacht aan een mogelijkheid om snel oplossingen voor vaak minder complexe woonproblemen te krijgen, zoals bijvoorbeeld klussendiensten, snel beschikbare voorzieningen uit depot en mogelijk andere, nog te ontwikkelen, voorzieningen. Deze voorziening is bij inwerkingtreding van deze verordening nog niet uitgewerkt; b. Een woonvoorziening in natura: dergelijke woonvoorzieningen worden niet in de vorm van financiële tegemoetkoming op individuele basis verstrekt, zoals bijvoorbeeld de losse tillift of een douchestoel en ook de traplift worden in bruikleen of in eigendom verstrekt; c. Een persoonsgebonden budget te besteden aan een woonvoorziening: dit budget is bijvoorbeeld te besteden aan verhuiskosten; d. Een financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening: voor woningeigenaren die niet zelf huren en soms ook rechtspersoon zijn. Deze financiële tegemoetkoming wordt genoemd in artikel 7, lid 2 van de wet. Bij de verstrekking van een financiële tegemoetkoming moet uiteraard wel aangetoond worden dat het geld aangewend wordt voor een voorziening die overeenkomt met het doel waarvoor de geïndiceerde voorziening bedoeld is. Ook moet de gemeente zich ervan overtuigen dat de noodzakelijke voorziening gerealiseerd kan worden. Dat doet zich vooral voor in situaties dat gekozen wordt voor een duurdere voorziening dan de geïndiceerde voorziening. Een voorbeeld daarvan is een aangepaste keuken, die volgens het uitgangspunt van de goedkoopst adequate voorziening wordt geleverd in de standaardkleur wit. Wil de gebruiker bepaalde extra s of een ander houtstructuur of iets dergelijks, dan is de gemeente bereid de basisprijs ter beschikking te stellen, als de belanghebbende bereid is de meerkosten voor eigen rekening te nemen. Artikel 4.3 Primaat algemene woonvoorzieningen en recht op individuele woonvoorzieningen In eerste instantie zal worden bezien of een woonprobleem kan worden opgelost met een algemene voorziening. Deze voorziening heeft voorrang bij het zoeken naar een oplossing voor een voor de wet relevant woonprobleem, dus een probleem bij het normale gebruik van de woning, zie de toelichting op het amendement dat leidde tot artikel 4 van de wet (amendement Miltenburg c.s., , nr. 65). Als een algemene voorziening niet volstaat als oplossing ofwel niet aanwezig is in de gemeente, moet het probleem door middel van een individuele voorziening worden opgelost; dat kan zijn een woonvoorziening in natura, een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget. Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 17 van 37

18 Artikel 4.4 Soorten individuele woonvoorzieningen In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de typen voorzieningen die verstrekt kunnen worden. Niet alleen aanpassingen zelf, ook vergoeding van verhuiskosten en leegstand van een aangepaste woning gedurende enige tijd (huurderving) worden gerekend tot de woonvoorzieningen, evenals een losse woonunit. Indien een bouwkundige woonvoorziening bestaat uit een aanbouw aan of een aanzienlijke verbouwing van een woning die niet het eigendom is van een verhuurder die niet bereid is de aangepaste woning blijvend ter beschikking te stellen van personen die op basis van aantoonbare beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek behoefte hebben aan een dergelijke woning, zal het college een herplaatsbare losse woonunit verstrekken indien daartegen geen bezwaren van overwegende aard bestaan. a. Een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten; de tegemoetkoming in de kosten van verhuizing en inrichting wordt als eerste optie genoemd. Daarmee wordt aangegeven dat in de volgorde der voorzieningen de mogelijkheid tot verhuizen als eerste aan bod komt. Dat zogenaamde primaat van verhuizing wordt verder uitgewerkt in artikel 4.5; b. Een financiële tegemoetkoming voor de aanbouw of inbouw van een slaapkamer en of badkamer, in de vorm van een renteloze lening onder verband van een hypotheek; de woningaanpassing zelf wordt in de volgende artikelen van dit hoofdstuk uitgewerkt; c. Een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening; een semi-permanente aanpassing is eveneens mogelijk. Het voordeel van een dergelijke aanpassing is dat het niet gaat om een gebouw in de traditionele zin van het woord. Daarom kan er voor maximaal vijf jaar ontheffing worden verleend in het kader van de Wet op de ruimtelijke ordening. Nadeel is dat de periode van maximaal vijf jaar, te rekenen vanaf het moment dat het besluit valt om af te wijken van de bepalingen, een keiharde termijn is. Deze vorm van woning aanpassen kan daarom alleen worden toegepast als vooraf zeker is dat de voorziening voor maximaal vijf jaar noodzakelijk zal zijn; d. Een woonvoorziening van niet bouwkundige of niet woontechnische aard; de mogelijkheid dat een woningaanpassing onder de zogenaamde vergunningsvrije bouwwerken valt. Meer informatie hierover is te verkrijgen bij de medewerkers van Bouw- en Woningtoezicht; e. Een losse woonunit; onder de Wet voorzieningen gehandicapten konden gemeenten woningaanpassingen duurder dan ,= onder bepaalde voorwaarden declareren bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Onder de Wet maatschappelijke ondersteuning is deze mogelijkheid vervallen en komen de kosten voor rekening van de gemeenten. Als het gaat om grote aanpassingen aan huurwoningen die opnieuw kunnen worden verhuurd voor de huisvesting van mensen met beperkingen, kan de investering over een langere periode afgeschreven worden. In gevallen waarin dat niet speelt, wordt in principe uitgegaan van de mogelijkheid tot plaatsing van losse woonunits. In situaties waarin het plaatsen van een losse unit adequaat is, wordt op grond van deze bepaling een dergelijke unit verstrekt. Individueel maatwerk is daarbij steeds het uitgangspunt; f. Onderhoud, keuring en reparatie van technische voorzieningen; ook het onderhoud, de keuring en de reparatie van technische voorzieningen worden tot de woonvoorzieningen gerekend. Het gaat dan om een onderhoudscontract voor Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 18 van 37

19 bijvoorbeeld een traplift. Onderhoud dat noodzakelijk is aan bijvoorbeeld een aan- of uitbouw komt voor rekening van de woningeigenaar (zie ook artikel 4.9.5); g. Tijdelijke huisvesting: als het noodzakelijk is dat de persoon met beperkingen de woning tijdens de noodzakelijke aanpassingen verlaat, dan is in artikel 4.4 g. bepaald dat de kosten van de tijdelijke huisvesting eveneens tot de woonvoorzieningen kunnen worden gerekend; h. Huurderving; het kan handig zijn om een geheel aangepaste woning weer opnieuw aan te bieden aan iemand die is aangewezen op een dergelijke woning. Daarmee wordt voorkomen dat er kapitaalvernietiging ontstaat doordat in één woning de aanpassingen worden verwijderd en in de andere woning weer tegen hoge kosten worden aangebracht. Het kan zijn dat de verhuurder enige tijd nodig heeft om een nieuwe huurder te vinden. De gemeente kan dan de verhuurder compenseren, omdat ook de gemeente belang heeft bij het niet opnieuw hoeven aan te passen van een woning. i. Verwijderen van voorzieningen; hier moet gedacht worden aan de kosten van het verwijderen van voorzieningen die door de gemeente in bruikleen zijn verstrekt en dus eigendom blijven van de gemeente. Andere kosten van verwijdering komen niet voor vergoeding in aanmerking. In het algemeen is immers de lijn dat de kosten van in bruikleen verstrekte voorzieningen voor rekening van de gemeente komen en de kosten van in eigendom verstrekte voorzieningen voor rekening van belanghebbende komen. Het is, reeds bij toekenning van de voorziening, belangrijk om duidelijk te maken welke kosten als kosten van verwijdering kunnen worden aangemerkt. Het gaat om het weer in oude staat terugbrengen van de situatie zoals die was voor het aanbrengen van de voorziening, met dien verstande dat het normale gebruik van de woning mogelijk is, bijvoorbeeld het dichten van gaten. Als, bijvoorbeeld, een trap voor het aanbrengen van een traplift is veranderd, hoeft de verbouwing niet ongedaan gemaakt te worden, tenminste niet als de trap gewoon te gebruiken is. Vervanging van vloerbedekking en het schilderwerk kunnen niet gerekend worden tot de kosten van verwijdering, omdat deze kosten ook niet gerekend worden tot de kosten van de voorziening; j. Uitraasruimte: deze voorziening wordt apart benoemd in de verordening als mogelijke woningaanpassing omdat een uitraasruimte niet past binnen de gebruikte definities (er is geen sprake van ergonomische belemmeringen in het gebruik van de woning ). Een uitraasruimte is een verblijfsruimte waar de persoon met beperkingen, die vanwege een gedragsstoornis ernstig ontremd gedag vertoont, zich kan afzonderen en/of tot rust kan komen. Artikel 4.5 Primaat van verhuizing Hierin is aangeven welke eisen er gelden als een persoon met beperkingen in aanmerking wil komen voor een woonvoorziening. Daarbij is de ook in hoofdstuk 1 gehanteerde definitie opgenomen, namelijk dat er sprake moet zijn van aantoonbare belemmeringen bij het voeren van een huishouding die het gevolg zijn van een ziekte of gebrek. Alhoewel de definitie van een persoon met beperkingen onder de Wet maatschappelijke ondersteuning ruimer is dan onder de Wet voorzieningen gehandicapten, blijft het bij woonvoorzieningen toch vooral gaan om ergonomische belemmeringen als gevolg van een objectiveerbare ziekte. Onder normaal gebruik wordt verstaan dat de persoon de woning moet kunnen betreden, van het toilet gebruik moet kunnen maken, de beschikking heeft over een ruimte voor nachtrust, het eten kan bereiden, de was kan doen en het lichaam kan Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 19 van 37

20 reinigen. Kortom: de dagelijkse dingen van het leven. Volgens jarenlange jurisprudentie hoort bijvoorbeeld een hobbyruimte daar niet bij De aanpassing van de woning (dat zijn de opties die in artikel 4.4 onder b. tot en met j. vermeld staan) komt pas aan de orde komt als blijkt dat verhuizen geen mogelijkheid is of als dat niet de goedkoopste adequate voorziening is. Het gevolg van deze bepaling is dat de optie tot verhuizen groter wordt naarmate de woningvoorziening duurder wordt. Hoe hoger de kosten oplopen, hoe eerder een verhuizing als goedkoopst adequaat uit de bus komen De gemeente heeft een compensatieplicht in het kader van de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning, maar zij heeft geen taak bij het verwerven van de vervangende woonruimte. Zowel de belanghebbende als de gemeente zullen aantoonbaar moeten kunnen maken dat er een geschikte woning beschikbaar was in deze periode. Beiden hebben daarin een actieve rol. Als het gaat om huurwoningen is het een kwestie van het onderzoeken van de mogelijkheden tussen huurder en verhuurder. Als de persoon met beperkingen tevens woningeigenaar is zal deze zelf door koop en verkoop andere, adequate woonruimte moeten verwerven. In het algemeen wordt een wachttijd van twaalf maanden als acceptabel ervaren als tijdspanne om andere woonruimte te verkrijgen. Op basis van jurisprudentie moet de gemeente, alvorens het primaat ten uitvoer te kunnen leggen, aantoonbaar kunnen maken dat in de periode van twaalf maanden een adequate woning in de gemeente beschikbaar is geweest. Belangrijk daarbij is ook de bepaling in het vierde lid. In de vorige verordening was opgenomen dat de vervangende woonruimte niet noodzakelijkerwijs hoefde te zijn gelegen binnen de gemeentegrenzen van de belanghebbende. Dit standpunt is nu losgelaten De noodzaak van een uitraasruimte kan, zeker in een gezin met meerdere kinderen, ingrijpende gevolgen hebben en tot hoge kosten leiden. Dit is erg afhankelijk van de mogelijkheden van de woning waar het gezin woont. Een zorgvuldige indicatie is altijd, maar zeker ook in deze met het oog op de bijzondere problematiek, geboden. Artikel 4.6 Beperkende bepalingen Niet iedere Nederlander woont in een standaard woning, vandaar dat er in dit artikel is aangegeven dat in bepaalde situaties geen sprake is van een woning. Daardoor is ook de compensatieplicht, die de gemeente heeft om woningen aan te passen, niet van toepassing op die in dit lid opgesomde specifieke situaties De eventuele woonvoorzieningen zijn niet van toepassing op nieuw op te leveren woonruimten. Deze bepaling is een reactie op de praktijk dat nieuwe woningen toch met een flink aantal obstakels worden afgeleverd, die de gemeente vervolgens op kosten van de Wet maatschappelijke ondersteuning moet verwijderen. Naar de mening van de gemeente kunnen deze al bij de bouw worden voorzien en dus worden voorkomen In het derde lid zijn uitsluitinggronden opgenomen voor de tegemoetkoming in verhuisen inrichtingskosten. Het gaat daarbij onder andere om de situatie van een starter op de woningmarkt, een verhuizing van of naar een recreatiewoning, een verhuizing naar een AWBZ-instelling of een woonzorgcomplex en dat er evenmin sprake is van een verhuizing die algemeen gebruikelijk is op een bepaalde leeftijd. Van dat laatste is in het algemeen sprake als een (oudere) persoon met beperkingen een huis verlaat om een gelijkvloerse woning te betrekken. Toelichting op Wmo verordening gemeente Hollands Kroon 2012 Pagina 20 van 37

Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning Samenvatting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning en Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Waarover

Nadere informatie

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke Nummer: 106-10 Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van wijzigen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2007 De raad van de gemeente Waterland,

Nadere informatie

TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE STRIJEN

TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE STRIJEN TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE STRIJEN Inhoudsopgave Pag. Inleiding 4 Algemene toelichting 5 Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Artikel 1 : Begripsbepalingen 8 Artikel 2

Nadere informatie

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden

Nadere informatie

Pagina 1 van 28. Toelichting. Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2009

Pagina 1 van 28. Toelichting. Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2009 Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2009 Inleiding Dit is de derde verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Coevorden.

Nadere informatie

De raad van de gemeente Millingen aan de Rijn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 februari 2014;

De raad van de gemeente Millingen aan de Rijn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 februari 2014; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Millingen aan de Rijn. Nr. 18997 7 april 2014 De raad van de gemeente Millingen aan de Rijn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 februari

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN... 2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING... 2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...

Nadere informatie

Algemene toelichting.

Algemene toelichting. Pagina 1 van 23 Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, H-I-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht. (Concept 16 oktober 2006).

Nadere informatie

Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden.

Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden. Bijlage 3 (vervolg) Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden. Inleiding. Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke

Nadere informatie

2 Toelichting op de verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning.

2 Toelichting op de verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. 2 Toelichting op de verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. 2.1 Inleiding. Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning,

Nadere informatie

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR (concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR 2007 TOELICHTING 2 Inleiding. Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning,

Nadere informatie

TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE STRIJEN

TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE STRIJEN TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE STRIJEN INGANGSDATUM: 1 JANUARI 2010 VASTGESTELD IN DE RAADSVERGADERING VAN 15 DECEMBER 2009 Inhoudsopgave Pag. Inleiding 4 Algemene toelichting

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2009

Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2009 Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2009 Inleiding Alle bedragen en bijbehorende regelgeving worden opgenomen in een door burgemeester en wethouders vast te stellen

Nadere informatie

Toelichting op de modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerenveen.

Toelichting op de modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerenveen. Toelichting op de modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerenveen. Inleiding. Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Inleiding

Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Inleiding Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Inleiding Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning, de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER 2012 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN...2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING...2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...2

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst Pagina 1

Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst Pagina 1 Pagina 1 Algemene toelichting. Vanaf 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (hierna: de wet) van kracht. In artikel 5 van de wet is bepaald dat gemeenten bij verordening regels te stellen.

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013

Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013 Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013 INHOUD Algemene toelichting 1. Algemene bepalingen 2. Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen

Nadere informatie

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 CVDR Officiële uitgave van Sint Anthonis. Nr. CVDR329216_1 3 oktober 2017 Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN

Nadere informatie

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Súdwest-Fryslân 1 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar

Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar INHOUDSOPGAVE Algemene toelichting... 4 Artikelsgewijze toelichting... 5 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 5 Artikel 1. Begripsbepalingen...

Nadere informatie

Algemene toelichting

Algemene toelichting Algemene toelichting Artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de door het college op aanvraag van inwoners te verlenen individuele

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015 Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 2 artikel 1. Begripsbepalingen 2 HOOFDSTUK 2. VORM MAATWERKVOORZIENING 2 artikel 2. Vorm 2 HOOFDSTUK 3. NATURAVERSTREKKING

Nadere informatie

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR (concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR 2007 2 Inhoud pagina Hoofdstuk Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 5 Artikel 2 Beperkingen 6 Hoofdstuk Vorm van te

Nadere informatie

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek.

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek. Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek. INLEIDING. Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning,

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Inleiding

Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Inleiding Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Inleiding Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning, de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009 Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk 2009 1 januari 2009 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HEEMSKERK 2009 Inhoudsopgave Geregistreerd onder nummer Z/2008/148754 Wettelijke grondslag:

Nadere informatie

Verordening. individuele verstrekkingen. maatschappelijke ondersteuning. gemeente Midden-Delfland

Verordening. individuele verstrekkingen. maatschappelijke ondersteuning. gemeente Midden-Delfland Verordening individuele verstrekkingen maatschappelijke ondersteuning gemeente Midden-Delfland 2007 Afdeling Inwonerszaken augustus 2006 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsbepalingen In

Nadere informatie

Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009

Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009 Raadsbesluit nr. 8 Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009 De raad van de gemeente Tynaarlo; gelezen het besluit van burgemeester en wethouders van 29 juli

Nadere informatie

Ad a. Deze bepaling spreekt voor zich; zie ook de in artikel 43 van de Wet maatschappelijke ondersteuning opgenomen citeertitel van de wet.

Ad a. Deze bepaling spreekt voor zich; zie ook de in artikel 43 van de Wet maatschappelijke ondersteuning opgenomen citeertitel van de wet. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING. HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Begripsbepalingen Ad a. Deze bepaling spreekt voor zich; zie ook de in artikel 43 van de Wet maatschappelijke ondersteuning opgenomen

Nadere informatie

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen.

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen. Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. Begripsbepalingen. In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...1 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...2 HOOFDSTUK 3

Nadere informatie

Wijzigingen Verordening maatschappelijk ondersteuning gemeente Strijen:

Wijzigingen Verordening maatschappelijk ondersteuning gemeente Strijen: Wijzigingen Verordening maatschappelijk ondersteuning gemeente Strijen: Wijziging nr. 1: Artikel 6. Persoonsgebonden budget Lid 5. b. 2. de budgethouder is verplicht om op verzoek van het college schriftelijk

Nadere informatie

BIJLAGE Ib. Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning ISD De Rijnstreek

BIJLAGE Ib. Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning ISD De Rijnstreek A. Algemene toelichting 1.0 Omvang van de eigen bijdrage/eigen aandeel In de Verordening is bepaald dat een cliënt een eigen bijdrage betaalt bij een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget

Nadere informatie

Toelichting. Artikel 2

Toelichting. Artikel 2 Toelichting Algemeen De systematiek van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrechtse Heuvelrug is dat steeds algemene voorzieningen, waaronder het collectief vervoer, het primaat hebben.

Nadere informatie

VERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN

VERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN TOELICHTING VERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN Inleiding Dit is de tweede verordening nadat de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vanaf 1 januari 2007 van toepassing is. In de eerste

Nadere informatie

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012 FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012 Hoofdstuk 1. Eigen bijdrage en eigen aandeel in de kosten Artikel 1. Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel Lid 1. Bij het verstrekken

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010 CVDR Officiële uitgave van Berkelland. Nr. CVDR32504_1 29 mei 2018 Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010 Hoofdstuk Algemene bepalingen. Artikel Begripsbepalingen. In

Nadere informatie

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011; Gem: 0612099 Besluit maatschappelijke ondersteuning Culemborg Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg; gelet op artikel 5 de Wet maatschappelijke ondersteuning, gelet op de

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR1408_1 29 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 De Raad van de gemeente Hoogeveen; gelezen het voorstel

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN Het College, gelet op de bepalingen in de artikelen 17, 19, 22 en 30 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013,

Nadere informatie

Toelichting. Verordening Individuele voorzieningen. Gemeente Tiel 2010

Toelichting. Verordening Individuele voorzieningen. Gemeente Tiel 2010 Toelichting Verordening Individuele voorzieningen Gemeente Tiel 2010 Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen...3 Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 Artikel

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Toelichting op het besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 2 INHOUDSOPGAVE Toelichting

Nadere informatie

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek.

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek. Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek. INLEIDING. Aan de invoering van de Wmo per 1 januari 2007 is een behandeling voorafgegaan die door de vele

Nadere informatie

Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere

Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere VERSIE: Concept inspraakprocedure 2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en algemene bepalingen...4 Artikel 1 Begripsbepalingen...

Nadere informatie

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning.

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Inleiding. Aan de invoering van de Wmo per 1 januari 2007 is een behandeling voorafgegaan die door de vele amendementen de Wet

Nadere informatie

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren.

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren. CONCEPT CONCEPT CONCEPT Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente. Inleiding Naast een Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning

Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning Afdeling Samenleving 24 februari 2011 1 Inhoud 1. Wijzingen in de Verordening Maatschappelijke ondersteuning... 2 2. Wijzigingen

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dronten

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dronten B12.002392 Gemeente Dronten Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dronten Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Dronten Officiële

Nadere informatie

Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede. Inhoud Inhoud 1. Hoofdstuk 1 - Inleiding 2. Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2. Artikel 1.

Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede. Inhoud Inhoud 1. Hoofdstuk 1 - Inleiding 2. Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2. Artikel 1. IS Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede Inhoud Inhoud 1 Hoofdstuk 1 - Inleiding 2 Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2 Artikel 1. Tarief pgb 2 Artikel 2. Hoogte pgb 2 Hoofdstuk 3 - Eigen bijdrage

Nadere informatie

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente De Ronde Venen 2010

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente De Ronde Venen 2010 Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente De Ronde Venen 2010 Inleiding Aan de invoering van de Wmo per 1 januari 2007 is een behandeling voorafgegaan die door

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011

TOELICHTING OP DE VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011 TOELICHTING OP DE VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011 INHOUD HOOFDSTUK 0 ALGEMENE TOELICHTING... 2 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 15 HOOFDSTUK 3 HULP BIJ HET

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011 TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...2 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...3 HOOFDSTUK 3

Nadere informatie

1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van belanghebbende.

1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van belanghebbende. Besluit voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2014 Vastgesteld in de collegevergadering van 28 december 2011 Gewijzigd: 11 december 2012, 10 december 2013 Publicatiedatum: 4 januari 2012, 19 december 2012,

Nadere informatie

Wijzigingen ten opzichte van de concept-verordening van juli 2006

Wijzigingen ten opzichte van de concept-verordening van juli 2006 Bijlage V Wijzigingen ten opzichte van de concept-verordening van juli 2006 Artikel 1.1 begripsbepalingen: Artikel 1.1 lid 1 sub b: compensatiebeginsel compensatieplicht In de algemene toelichting (p.17,

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst CVDR Officiële uitgave van Staphorst. Nr. CVDR259012_1 28 februari 2017 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst De raad van de gemeente Staphorst; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007

Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007 Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007 Datum: augustus 2006 Status: definitief Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening

Nadere informatie

WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009

WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009 WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten

Nadere informatie

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Tekst Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 Artikel

Nadere informatie

CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 2 Artikel 1. Begripsbepalingen 2 Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie... 4 Artikel

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008 juli 2008 Burgermeester en wethouders van Barneveld; gelet op de bepalingen in de artikelen 3, 6, 7, 12, 19, 21 25, 32, 33 38 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Barneveld;

Nadere informatie

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum De raad van de gemeente Bedum, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2006. Gelet op artikel 4 van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waalwijk 2010.

Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waalwijk 2010. Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waalwijk 2010. Inleiding. Op 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (verder te noemen Wmo) in werking

Nadere informatie

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, H-I- Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht. (Concept 16 oktober 2006) Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dalfsen (geldig vanaf 01-01-2010)

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dalfsen (geldig vanaf 01-01-2010) Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dalfsen (geldig vanaf 01-01-2010) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van de regeling

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013. 1 januari 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013. 1 januari 2013 Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013 1 januari 2013 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Regels rond verstrekking en verantwoording 3 Artikel 3 Vaststelling bedrag persoonsgebonden

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011 Versie : 2 Datum : 23 november 2010 Samengesteld door : Maatschappelijke aangelegenheden Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010 CVDR Officiële uitgave van Katwijk. Nr. CVDR88040_1 15 november 2016 VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen VERORDENING VOORZIENINGEN

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE GEMEENTE WATERLAND. 2007 1e wijziging 1 juli 2011

TOELICHTING OP DE GEMEENTE WATERLAND. 2007 1e wijziging 1 juli 2011 Met opmaak: Links: 2,49 cm, Rechts: 2,41 cm, Boven: 1,8 cm, Onder: 1,5 cm, Afstand van koptekst tot rand: 0,51 cm, Afstand van voettekst tot rand: 1,25 cm TOELICHTING OP DE VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal CVDR Officiële uitgave van Roosendaal. Nr. CVDR10539_4 1 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening voorzieningen

Nadere informatie

Aanpassingen Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 november 2014

Aanpassingen Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 november 2014 Aanpassingen Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 november 2014 Wijziging I Artikel 5. Gesprek Deze bepaling is opgenomen om een zorgvuldige

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE UITGEEST 2010

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE UITGEEST 2010 VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE UITGEEST 2010 Verordening vastgesteld bij Raadsbesluit van 17 december 2009, nummer R2009.0084, in werking getreden met ingang van 1 januari

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 VOEREN VAN EEN GESTRUCTUREERD HUISHOUDEN

HOOFDSTUK 3 VOEREN VAN EEN GESTRUCTUREERD HUISHOUDEN CVDR Officiële uitgave van Echt-Susteren. Nr. CVDR608265_2 19 maart 2018 Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Toelichting op de verordening Wmo 2007

Toelichting op de verordening Wmo 2007 Toelichting op de verordening Wmo 2007 Inleiding. Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning, de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo),

Nadere informatie

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013. Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van het Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, overwegende dat

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen DE RAAD DER GEMEENTE HAREN, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 juli 2006, nr. 20; b e s l u i t : vast te stellen de volgende: Modelverordening maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk

Nadere informatie

Artikel 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen Burgemeester en wethouders van Hilversum; Gelezen het voorstel d.d. 10 mei 2012, besluiten: Vast te stellen onderstaand Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hilversum 2013 met

Nadere informatie

Dienst Publiekszaken Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2007

Dienst Publiekszaken Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2007 Dienst Publiekszaken Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2007 Datum vaststelling 18 september 2006 Datum inwerkingtreding 1 januari 2007 Laatste wijziging 12 maart

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Toelichting verordening individuele voorzieningen Wmo maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade 2009

Toelichting verordening individuele voorzieningen Wmo maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade 2009 Wmo Toelichting verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2 INHOUDSOPGAVE AFDELING I ALGEMEEN...3 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen...3 Hoofdstuk 2. Vormen van te verstrekken individuele

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 Het College, gelet op de bepalingen in de artikelen 17, 19, 22 en 30 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente

Nadere informatie

Wijzigingen Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen

Wijzigingen Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen Wijzigingen Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen Wijziging nr. 1: Hoofdstuk 1. Begripsbepaling In artikel 1 wordt aangegeven dat voor de omschrijving van de begrippen in

Nadere informatie

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015 De raad van de gemeente Roosendaal, gelezen het voorstel van het college van 24 maart 2015, gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6,

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013 De raad van de gemeente Langedijk; - gelet op de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning per 1 januari 2007; - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gemeente Langedijk; besluit:

Nadere informatie

Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo

Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008

Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008 CVDR Officiële uitgave van Sittard-Geleen. Nr. CVDR2865_1 15 mei 2018 Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008 De raad van de gemeente Sittard-Geleen gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 CVDR Officiële uitgave van Noord-Beveland. Nr. CVDR183016_2 1 augustus 2017 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reimerswaal; gelet op de artikelen 11, 12, en 21 van de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Toelichting. Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude

Toelichting. Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude Toelichting Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2012 Zoeterwoude Inleiding De nieuwe beleidsregels vormen met de nieuwe verordening een trendbreuk met de oude regels (ooit verstrekkingenboek geheten),

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013 CVDR Officiële uitgave van Woensdrecht. Nr. CVDR84884_2 22 mei 2018 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Onderwerp: besluit

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2017

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2017 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2017 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen...3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen...3 Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget...4 Artikel 2.2 Budgetperiode...4

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen De raad van de gemeente Grootegast; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2012; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Lopik. Nr. 187414 29 december 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2017 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik,

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012 VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012 officiële titel citeertitel wettelijke grondslag Verordening Voorzieningen Wmo Gemeente Heerenveen Verordening Voorzieningen Wmo Artikel 5 Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015 Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015 HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN artikel 1.1 Begripsomschrijvingen 1. In dit besluit wordt verstaan onder: a. Verordening de geldende

Nadere informatie