Auteurs. Y. Henskens, M. Lance, E. Beckers. Trefwoorden. Fibrinogeen, massaal bloedverlies, ROTEM, TEG, trombo-elastografiee

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Auteurs. Y. Henskens, M. Lance, E. Beckers. Trefwoorden. Fibrinogeen, massaal bloedverlies, ROTEM, TEG, trombo-elastografiee"

Transcriptie

1 Implementatie van de trombo-elastografie (ROTEM ) in het MUMC + : (On)mogelijkheden van laboratoriumtesten bij bloedverlies en verworven hemostase afwijkingen Auteurs Trefwoorden Y. Henskens, M. Lance, E. Beckers Fibrinogeen, massaal bloedverlies, ROTEM, TEG, trombo-elastografiee Samenvatting Trombo-elastografie heeft geleid tot vernieuwde inzichten en heeft bijgedragen tot een beter (meer geprotocolleerd) management bij groot bloedverlies. De precieze plaats van trombo-elastometrie en trombo-elastografie dient nader te worden bepaald bij verschillende specifieke patiëntengroepen. Om de kwaliteit van de uitslagen te borgen, verdient het de voorkeur dat de apparatuur en bijbehorende uitslagen, in overleg met een klinisch chemisch laboratorium, worden gevalideerd, geïmplemteerd en gecontroleerd. (Tijdschr Bloedtransfusie 2012;5:3-13) Inleiding Hemostase is een complex samenspel tussen de vaatwand en endotheel factoren, de trombocyten en de plasmatische stollingsfactoren. Tijdens (massale) bloedingen is het voor de behandelend arts noodzakelijk om naast de vitale parameters van de patiënt, ook snel te kunnen beschikken over de uitslagen van laboratoriumtesten, die een goed beeld kunnen geven van de status van de bloedstolling. Enerzijds om de oorzaak van de bloeding te onderzoeken (operatief of coagulopathie), anderzijds om de therapie (kort houdbare bloedproducten, stollingsfactoren, antifibrinolytica, heparineremmers) effectiever te kunnen inzetten. In dit artikel wordt er een beeld gegeven van het huidige beschikbare laboratoriumpakket en hoe een nieuwe globale hemostasetest (ROTEM, TEM Innovations GmbH, München, Duitsland) sneller en andere informatie kan leveren voor de arts. Traditionele laboratoriumtesten voor het monitoren van de bloedstolling De in de meeste richtlijnen vermelde bijdrage van de laboratoriumdiagnostiek gedurende massaal bloedverlies, beperkt zich tot hemoglobine (Hb) of hematocriet (Ht), trombocyten aantal, stollingstijden: protrombine tijd; PT, 'international normalized ratio'; INR, de geactiveerde partiële tromboplastine tijd, ('activated partial thromboplastin time') APTT, en fibrinogeen waarden (zie Tabel 1, op pagina 4). Het wordt breed erkend dat de PT en APTT in de klinische praktijk beperkt van nut zijn bij massaal bloedverlies. Beide testen worden uitgevoerd met geïsoleerd citraatplasma en omvatten een beperkt aantal factoren die bij de bloedstolling betrokken zijn. Bij de bepaling van de stollingstijden- APTT (gericht op stollingsfactoren -II, -V, -VIII, -IX, -X, -XI en -XII; intrinsieke systeem) en PT-INR (gericht op stollingsfactoren-ii, -V, -VII, -X; extrinsieke systeem) wordt de stolling in de reageerbuis kunstmatig geactiveerd door toevoeging van een contactactivator en fosfolipiden (APTT) of 'tissue factor' en fosfolipiden (PT) in combinatie met recalcificatie (zie Figuur 1, op pagina 5). Fosfolipiden vervangen de trombocyten in deze testen. De tijd tot de vorming van een fibrinestolsel (PT rond de 10 seconden en APTT seconden) betreft slechts de beginfase van de hemostase en zegt t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e v o l. 5 nr

2 Tabel 1. Voorbeelden van een screenend en bevestigend laboratoriumpakket voor bloedstolling ten behoeve van (acute) bloedingen. Laboratoriumonderzoek bij bloedingen Screenende testen Specifieke parameters Volbloed Plasma 'platelet function analyser' multiplate impedantie aggregatie ROTEM of TEG PT/INR** APTT*** APTT 1:1 trombine tijd HIT****-test trombine generatie-test hemoglobine* hemotocriet* trombocyten aantal* fibrinogeen* antitrombine FVIII, FIX axa De testen gemarkeerd met een * zijn in vrijwel alle ziekenhuizen met klinische afdelingen, 24 uur per dag beschikbaar. **PT/INR=protrombine tijd/ international normalized ratio, ***APTT=geactiveerde partiële tromboplastine tijd, ****HIT-test=heparine geïnduceerde trombopenie. dus weinig over de situatie bij de bloedende patiënt. De PT en de APTT zijn wel geschikt voor de screening op congenitale deficiënties van plasmatische stollingsfactoren en/of het monitoren van medicamenteuze therapie, zoals coumarines (PT-INR) en ongefractioneerd heparine (APTT). De bepaling van Hb of Ht, het trombocyten aantal en het fibrinogeengehalte (Clauss-methode) spelen een rol in de hemostase en zijn waardevolle parameters voor de behandeling van massaal bloedverlies. Voor alle bovengenoemde laboratoriumtesten, is de tijd tussen aankomst van het monster op het laboratorium tot rapportage (ook wel turn around time, TAT genoemd) een beperkende factor voor de behandelend arts (afhankelijk van de centrifugestappen varieert deze tijd tussen 30 en 60 minuten) waardoor bij de massaal bloedende patiënt, de therapie (bloedtransfusie, plasmaproducten en/of medicatie) reeds wordt ingezet voordat deze uitslagen bekend zijn. Analyse van een willekeurige werkdag in het Maastricht Universitair Medisch Centrum + (MUMC + ), laat zien dat de uitslagen van het trombocytenaantal, de APTT en het fibrinogeen voor vrijwel 100% van de monsters binnen 60 minuten bekend is. Een groot deel van de trombocytenuitslagen is zelfs binnen minuten bekend (75%). Bij acute en grote bloedingen, is deze TAT echter nog steeds te lang voor behandeling op basis van deze uitslagen. Voor APTT en fibrinogeen, is de TAT het langst (altijd >25 minuten, gemiddeld 40 minuten). Dit wordt veroorzaakt door de onvermijdelijke centrifugestap om plasma te verkrijgen. Er is behoefte aan een nieuwe benadering. Een samenspel van klinische parameters, zoals Injury Severity Score, oorzaak trauma, oorzaak bloedverlies, snelheid bloedverlies, zuurgraad, hypothermie, gecombineerd met snelle en adequate laboratoriumdiagnostiek kunnen sneller en beter richting geven aan transfusiebeleid of medicamenteuze ondersteuning. Een laboratoriumtest die deze mogelijkheid kan bieden, is trombo-elastografie of -elastometrie middels TEG, Thrombelastgraph Hemostasis Analyzer (Haemoscope Corp., Illinois, Verenigde Staten) of ROTEM. Deze test wordt verricht op volbloedmonsters waarbij meer inzicht wordt verkregen in dynamische processen vóór stolselvorming, tijdens stolselvorming (stolselsterkte) en ook in de fibrinolytische aspecten van het hemostaseproces (zie Figuur 2). Hoewel het principe van de visco-elastische meting niet nieuw is, is met de komst van de geautomatiseerde techniek de robuustheid en de reproduceerbaarheid van de methode beter geworden. Trombo-elastografie/-elastometrie: achtergronden In 1948 werd door Hartert een techniek beschreven waarmee een globaal beeld van de hemostase gegenereerd kan worden, genaamd trombo-elastografie. 1 De test was gebaseerd op het roteren van een beker met daarin het volbloed monster ten opzichte van een pin die in het monster hangt. Door het ontstaan van een stolsel in de beker wordt de beweging van de beker via het stolsel overgebracht op de pin en wordt de beweging daarvan gemeten. Bij fibrinolyse lost het stolsel op, waardoor de beweging van de pin weer verandert. Omdat de techniek erg ge- 4 v o l. 5 nr t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e

3 Figuur 1. Schematische weergave van de stollingsfactoren en reagentia die een rol spelen bij de protrombine tijd (PT) en geactiveerde partiële tromboplastine tijd (APTT). Figuur 2. Verschil tussen de traditionele laboratoriumtesten voor hemostase en TEG /ROTEM. voelig voor trillingen was en een slechte reproduceerbaarheid had, werd de techniek niet populair. In het begin van de jaren 70 van de vorige eeuw ontstond een hernieuwde interesse voor deze techniek, met name in de anesthesiologie dat sinds enkele jaren gevolgd werd door interesse bij klinisch chemische, hematologische en research laboratoria. 2 Sinds enkele jaren bestaan er twee analyse systemen: de TEG en de ROTEM. De analysetechniek, in (citraat) volbloed, verschaft in korte tijd een beeld van de hemostase. De gebruiker krijgt dus een idee over het trombocytenaantal, de stollingsfactoren en hun interactie, en ook over de remmers van de stolling en de fibrinolyse. Dankzij deze eigenschappen kan tevens de invloed van transfusieproducten en/of geïsoleerde stollingscomponenten op de stolling van een patiënt gevolgd worden. De TEG is gebaseerd op het oorspronkelijke principe van de trombo-elastografie. De ROTEM is gebaseerd op een gemodificeerd principe waarbij de pin draait en de beker stilstaat. Dit wordt trombo-elastometrie genoemd. Bij de klassieke trombo-elastografie werd natief bloed gebruikt, en werden geen agentia toegevoegd in de beker. Tegenwoordig wordt er gebruik gemaakt van met citraat ontstold bloed en worden aan het monster activatoren van de stolling en/of andere agentia toegevoegd (bijvoorbeeld heparinase), die helpen de oorzaak van een gemeten afwijking te specificeren. Vaak worden gelijktijdig meerdere trombo-elastogrammen gemaakt in aanwezigheid van verschillende activatoren om een compleet beeld van de hemostase te verkrijgen. Figuur 3, op pagina 6 geeft een ROTEM -grafiek weer en in Tabel 2, op pagina 7 worden de ROTEM -reagentia beschreven. De samenhang tussen de traditionele technieken en bijvoorbeeld de ROTEM is veelvuldig onderzocht. 3-5 De beste correlatie bestaat tussen het fibrinogeen gehalte (Clauss) en de 'maximale clot formation' (MCF) van de FIBTEM. Maar ook de klassieke testen, zoals APTT en PT laten redelijk goede correlaties zien met bepaalde ROTEM parameters. Daarentegen kan een hoog fibrinogeen gehalte een tekort aan trombocyten in het trombo-elastogram camoufleren. 5 Uiteraard heeft de trombo-elastografie/-elastometrie ook zijn beperkingen. Zo is deze techniek weinig gevoelig voor afwijkingen in de primaire hemostase. Dit betekent dat afwijkingen in de trombocytenfunctie, zoals een bernard-soulier-syndroom, de ziekte van Von Willebrand en andere vormen van trombocytopathie, niet kunnen worden aangetoond. De waarde van trombo-elastografie bij patiënten met massaal bloedverlies en transfusiemanagement De meerwaarde van een TEG /ROTEM onderzoek is de snelheid waarmee de eerste uitslag bekend is (reeds na 5-10 minuten na het inzetten van het volbloed). Dit maakt de keuze voor een behandelstrategie sneller, effectiever en veiliger. Al in de jaren 90 van de vorige eeuw toonde Shore-Lesserson et al. op het gebied van cardiochirurgie aan, dat een TEG -geleide bloedtransfusie tot minder transfusies leidt. 6 In een prospectief observationeel onderzoek bij 90 traumapatiënten werd door Rugeri t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e v o l. 5 nr

4 Figuur 3. De verschillende parameters van een ROTEM -uitslag. De tijd tot dat het stolsel wordt gevormd, wordt weergegeven als CT ('clotting time'), deze is met name afhankelijk van stollingsfactoren en remmers, bijvoorbeeld heparine. De snelheid waarmee vervolgens het stolsel gevormd wordt, wordt weergegeven als clot formation time (CFT) en is gedefinieerd als de tijd tussen 2mm en 20mm amplitude in het trombo-elastogram. De stevigheid van het stolsel wordt weergegeven door de maximale clot formation (MCF), die afhankelijk is van het aantal trombocyten en in veel mindere mate van de werking van de trombocyten, de fibrinogeen concentratie en de factor XIII-concentratie in het monster. De fibrinolyse wordt zichtbaar in de parameter die de snelheid van het oplossen van het stolsel weergeeft, de clot lysis (CL). et al. aangetoond dat trombo-elastografie de vroege veranderingen in de coagulatie kan opsporen (met goede correlaties met standaard stollingsparameters), waarbij het mogelijk bleek om cutt-off -waardes te definiëren op grond waarvan transfusiebeleid kan worden vastgesteld. 7 In een cochrane meta-analyse werden negen gerandomiseerde klinische studies beoordeeld (één bij levertransplantaties; de overige acht bij cardiochirurgische ingrepen) waarbij de diagnostische interventie-teg /ROTEM werd vergeleken met standaard stollingstesten. 8 Door het beperkt aantal studies met in totaal 776 patiënten, konden uitkomsten als overleving, bloedingscomplicaties en gebruik van bloedproducten voor transfusie slechts beperkt worden beoordeeld. De algemene conclusie was dat de invoering van TEG /ROTEM niet had geleid tot een vermindering, maar evenmin tot een verhoging van de mortaliteit of Intensive Care-unit (ICU)/ziekenhuis opname duur. Wel leidden TEG / ROTEM -geleide transfusie-algoritmes tot minder verbruik van het aantal bloedproducten, met name plasmaproducten en trombocytenconcentraten. 5 Gerandomiseerde studies bij andere patiëntengroepen met massaal bloedverlies ontbreken vooralsnog. Veel gegevens komen van observationele studies bij trauma en vasculaire chirurgie waarbij de waarde van TEG /ROTEM vergeleken wordt met standaardtesten, of na invoering met een historische controlegroep. Door Johansson et al. is de tromboelastografie als routine diagnostiek ingevoerd bij actief bloedende patiënten door geruptureerd buikaorta aneurysma en bij traumapatiënten. Onderdeel van het zogenaamde Kopenhagen-concept is het gebruik van spoedtransfusiepakketten voor de acute opvang van patiënten met massaal bloedverlies ( hemostatic control resuscitation ) met het doel om trauma-geïnduceerde coagulopathie en verdunningscoagulopathie te voorkomen. Na de eerste opvangfase wordt een TEG -gebaseerd transfusie algoritme toegepast. Na bezwaren van de ziekenhuis ethische commissie is een gerandomiseerde studie niet uitgevoerd. In een vergelijkende voor en na studie, werd aangetoond dat de 30 en 90 dagen overleving significant beter was bij de groep patiënten na invoering van de hemostatic control resuscitation (mortaliteit na 30 dagen 20,4 versus 31,5%). Het aantal plaatjesproducten was significant hoger na 24 uur en na 30 dagen (7 eenheden versus 3,4), maar het totale gebruik aan bloedproducten was gelijk (51,1 versus 49,5). 9 Een andere benadering komt uit Oostenrijk. Hier wordt het concept van factorensuppletie gevolgd. Schochl et al. toonden bijvoorbeeld in een retrospectief onderzoek aan dat een ROTEM -geleide toediening van fibrinogeen tot minder bloedtransfusie kan leiden. 10 Trombo-elastografie is ook toegepast om het gebruik van rfviia Novoseven (Novo Nordisk 6 v o l. 5 nr t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e

5 Tabel 2. Verschillende testen die mogelijk zijn op de ROTEM (vier reagentia kunnen tegelijkertijd bij een patiënt gemeten worden op één apparaat). ROTEM Activator Bijzonderheden EXTEM* 'tissue factor' stolselvorming via PT**-route INTEM* contactactivator stolselvorming via APTT***-route FIBTEM* APTEM* HEPTEM* 'tissue factor' trombocyten remmer (cytochalasine-d) 'tissue factor' aprotinine contactactivator heparinase stolselvorming via PT-route zonder trombocyten (fibrinogeen bijdrage aan het stolsel) stolselvorming via PT-route met een remmer fibrinolyse stolselvorming via APTT-route met heparinase *=Indien er sprake is van een ernstige factordeficiëntie of heparine-effect, dan is de 'clotting time' (CT ) afhankelijk van de gebruikte activator (TF of elaginezuur) verlengd. In geval van een trombocytopathie, trombocytopenie of een verlaagde fibrinogeen concentratie wordt een grafiek verkregen met een verlaagde maximale ' clot formation' (MCF). Bij een patiënt met hyperfibrinolyse is de 'clot lysis' (CL) verhoogd. Het toevoegen van cytochalasine-d, een trombocytenremmer, aan het monster schakelt de functie van trombocyten uit (FIBTEM). De resterende amplitude van het trombo-elastogram geeft dan een beeld van de concentratie fibrinogeen, de vorming van fibrine en het polymerisatieproces (FIBTEM). Door toevoeging van heparinase kan bepaald worden wat de stollingstatus van de patiënt is als heparine geneutraliseerd wordt (HEPTEM). Zo kan onder andere de aanwezigheid van heparine in het monster aangetoond worden, maar ook door vergelijking met de INTEM-resultaten kan het dosis effect van protamine beoordeeld worden. Door toevoeging van aprotinine kan hyperfibrinolyse vastgesteld worden (APTEM), **PT=protrombine tijd, ***APTT=geactiveerde partiële tromboplastine tijd ('activated partial-thromboplastin time'). Farma bv) te evalueren. Een verkorte initiatiefase en een versnelde stolselvorming konden in dosis-effect studies worden waargenomen. De TEG /ROTEM parameters waren onderling goed vergelijkbaar bij hemofiliepatiënten. Ondanks een duidelijk effect van rfviia op alle trombo-elastografie-parameters, was er een grote intra- en inter-patiënt variatie waardoor er geen criteria voor algemene toepassing konden worden opgesteld. 11 Mogelijk kunnen meer individuele criteria per hemofilie patiënt worden opgesteld. Bij cardiochirurgische patiënten met therapieresistente nabloedingen, had trombo-elastografie geen voorspellende waarde bij de identificatie en monitoring van stollingsdefecten. 12 De multifactoriële oorzaak van postoperatief bloedverlies bij postcardiochirurgie, is hier ongetwijfeld debet aan. De mogelijkheid om middels trombo-elastografie snel en accuraat hyperfibrinolyse aan te tonen bij traumapatiënten werd door Levrat et al. in een prospectief observationeel onderzoek aangetoond, waarbij een vergelijking gemaakt werd met standaardtesten. 13 Trombo-elastografie heeft het concept van hyperfibrinolyse definitief aangetoond en aanleiding gegeven om fibrinolyseremmers, zoals tranexaminezuur eerder en meer toe te dienen. 14 In de CRASH 2-studie, een groot prospectief gerandomiseerd onderzoek naar de waarde van vroegtijdig gebruik van tranexaminezuur, werd een 10% lagere sterfte aangetoond in de groep met tranexaminezuur, hetgeen suggereert dat preventie van hyperfibrinolyse nagestreefd dient te worden. 15 Een vergelijkbare studie bij fluxus postpartum is inmiddels gestart. Het transfusiemanagement bij patiënten met groot bloedverlies is de laatste jaren sterk veranderd. Mede door inzichten verkregen uit grote oorlogstraumata is de verhouding tussen toediening van fresh-frozen plasma (FFP) en erytrocytenconcentraat aangepast van 1:4 naar 1:1. In combinatie met trombocytenconcentraat is meer en meer het streven om het verlies aan te vullen met volbloed. Hoewel willekeurig onderzoek niet is verricht, wordt met een gelijkwaardige (hogere) verhouding van bloedproducten een hogere overleving bereikt; met name vergeleken met historische controles of met patiëntengroepen waarbij deze strategie niet wordt toegepast. In een grote Amerikaanse studie bij burgerslachtoffers van traumata met groot bloedverlies, werden betere uitkomsten gezien, indien bloedproducten werden toegediend in een verhouding van minstens FFP:RBC=1:2. Onafhankelijk van de coagulopathie (INR-waarde) bij binnenkomst op de spoedeisende hulp (SEH) werd met hogere ratio een daling van de mortaliteit van 29-48% in de eerste 24 uur bereikt. 16 Bij de interpretatie van dergelijke gege- t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e v o l. 5 nr

6 Tabel 3. Reproduceerbaarheid ROTEM (totaal variatie coëfficiënt, EP5) voor EXTEM en INTEM, werd bepaald met behulp van de bijgeleverde normale en pathologische kwaliteitscontrole. QC* Normaal EXTEM QC Pathologisch EXTEM QC Normaal INTEM QC Pathologisch INTEM CT** 4,3 5,2 2,3 4,2 Alpha*** 0,9 2,6 0,8 5,7 A5**** 4,8 4,1 5,3 8,3 A10 4,8 3,2 4,8 7,4 A15 4,5 3,4 4,7 7,7 A20 3,6 3,4 4,3 8,2 A25 3,4 3,1 3,8 7,2 A30 3,3 3,1 3,7 7,5 *QC= quality control, **CT= closure time, ***Alpha=helling, ****A5 t/ma30=amplitude na 5 t/m 30 minuten. vens speelt survival-bias een belangrijke rol, omdat geen inzicht wordt verkregen in de tijdsrelatie bij het transfunderen. Indien FFPs later worden toegediend dan RBCs, omdat het ontdooien tijd kost, kan het zo zijn dat de survivors die FFPs krijgen bij voorbaat betere kansen hadden. In centra waar FFPs ontdooid op voorraad liggen, zou deze bias zich niet hoeven voor te doen. Na de eerste opvang en hemostatische controle, heeft trombo-elastografie geleid tot een meer geprotocolleerd transfusiebeleid. In de nieuwe Europese richtlijn voor massaal bloedverlies bij traumata, wordt bij gebrek aan definitief bewijs alleen de suggestie gedaan om trombo-elastografie te verrichten om coagulopathie te analyseren en gerichte hemostatische therapie in te stellen. Gebruik van ROTEM in het MUMC + In het MUMC + is sinds juli 2011 de ROTEM in gebruik. Na een traject van literatuuronderzoek, interne inventarisatie met betrekking tot de behoefte van de artsen aan hemostasetesten ( point of care test, POCT), testfases met zowel ROTEM als TEG en werkbezoeken aan gebruikers van tromboelastografie werden twee ROTEM s aangeschaft in overleg met de afdelingen Anesthesie en Cardiochirurgie. De keuze voor ROTEM werd met name gemaakt op basis van: technische aspecten (vier kanalen, stabiliteit, ICT-oplossing), gebruiksvriendelijkheid (computergestuurde bediening) en de mogelijkheid om met vijf verschillende reagentia onderscheid te maken tussen de verschillende oorzaken van coagulopathie (stollingsfactor tekort, fibrinogeen tekort, trombopenie, hyperfibrinolyse of heparine gebruik). Validatie ROTEM De beide ROTEM s werden gevalideerd volgens de geldende procedures (gebaseerd op EP-5/EP Evaluator software) van het Hematologisch Laboratorium in het MUMC +. De kwaliteitscontroles werden gedurende vijf dagen, twee keer per dag op alle vier de kanalen van de twee apparaten gemeten. Daarnaast werd een apparaatvergelijking uitgevoerd volgens CLSI-EP9. Een deel van de resultaten voor reproduceerbaarheid en vergelijkbaarheid tussen de beide apparaten wordt weergegeven in Tabel 3. Voor alle parameters geldt dat de totale variatie (reproduceerbaarheid) voor quality control (QC) in het normale gebied tussen de 0,9 en 5,3% ligt en voor de pathologische-qc tussen de 2,6 en 8,3%. Deze resultaten komen overeen met eerder gepubliceerde resultaten. 17 Daarnaast werd ROTEM -1 vergeleken met ROTEM -2. De correlatie tussen de apparaten is goed voor alle parameters (varieert van 0,92 voor de A5 tot 1,0 voor de CT). Vaststellen referentiewaarden ROTEM De firma levert referentiewaarden voor een beperkt aantal parameters en voor de verschillende reagentia. Tijdens het validatietraject in het MUMC + werden de referentiewaarden van de firma gecontroleerd met behulp van 30 gezonde vrijwilligers en met de EP Evaluator software (Reference interval-verification). Op basis van deze resultaten werden de referentiewaarden voor het MUMC + vastgesteld (zie Tabel 4). ROTEM als point of care apparaat of niet? 'Point of care' (POC)-laboratorium apparatuur 8 v o l. 5 nr t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e

7 Tabel 4. Vergelijking tussen referentiewaarden die worden aanbevolen door de firma in de bijsluiter en zoals bepaalt bij 30 gezonde vrijwilligers in het MUMC +. MUMC+ Extem Bijsluiter Firma MUMC+ Intem Bijsluiter Firma MUMC+ Fibtem Bijsluiter Firma MUMC+ Aptem Bijsluiter Firma MUMC+ Heptem CT (1) CT CT CT CT CFT (2) CFT CFT CFT CFT Alpha (3) Alpha Alpha Alpha Alpha MCF (4) MCF MCF MCF MCF A5 (5) A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A Li30 (6) Li Li30 Li Li Li Li Li45 Li Li Li Li Li60 Li Li (1) CT: closure time, (2) CFT= clot formation time, (3) Alpha=helling, (4) MCF=maximale 'clot formation', (5) A5 t/m A30=amplitude na 5 t/m 30 minuten, (6) Li30 t/m 60=lysis na 30 t/m 60 minuten. heeft als groot voordeel dat analyses kunnen worden uitgevoerd naast de patiënt in een bloedmonster zonder voorbewerking. De plaatsbepaling en het bedienend personeel van de ROTEM varieert in de ziekenhuizen in Nederland. Op dit moment is er veel aandacht voor het kwaliteitsaspect van de POC-apparatuur en de bijbehorende uitslagen van dit soort apparatuur in ziekenhuizen; zowel nationaal als internationaal. 18,19 Na incidenten met decentrale glucosemeters (POC) heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in 2009 een aanbeveling gedaan om POC-apparatuur in ziekenhuizen altijd te laten valideren, implementeren en te laten beheren door het geaccrediteerd laboratorium (Coordinatie Commissie ter bevordering van de kwaliteitsbeheersing, CCKL-accreditatie) van het betreffende ziekenhuis. 20 Daarnaast wordt aanbevolen om de resultaten van POC-analyses automatisch op te nemen in het laboratorium- en ziekenhuisinformatiesysteem (LIS/ZIS) en in het elektronisch patiëntendossier (EPD). Ook de standaardisatie en kwaliteit van de trombo-elastografische uitslag is een punt van zorg en onderwerp van publicaties De eerste UK-NEQAS-kwaliteit rondzendingen bij 28 ziekenhuizen met een TEG of ROTEM -systeem, liet zien dat de kwaliteit van de uitslagen van TEG en ROTEM op POC-locaties, zoals operatiekamers (OKs) en Intensive Cares (ICs) te wensen overliet (de precisie varieerde tussen de 7 en 84%). 24 Het MUMC + hanteert al langer de regel dat analyses worden uitgevoerd op het laboratorium tenzij de TAT niet toereikend is. Indien er toch een noodzaak is voor een POC-apparaat dan is het laboratorium verantwoordelijk voor de validatie en implementatie (training van de medewerkers in de kliniek) en kwaliteitscontrole. Bij de ROTEM is in eerste instantie gekozen voor de plaatsing op het laboratorium en een zogenoemde super-cito-aanvraagprocedure en een directe viewer functie op de OK en IC. Beelden van de procedure worden weergegeven in Figuur 4, op pagina 10. Een analist op het laboratorium draagt het ROTEM -sein en wordt geïnformeerd door de arts (meestal anesthesist) die het monster per buizenpost naar het laboratorium stuurt. De koker met het ROTEM -materiaal is herkenbaar door een geel aanvraagformulier. De ROTEM -analyse dient direct te worden ingezet bij aankomst op het laboratorium door de ROTEM -analist. Deze werkwijze wordt ook beschreven door Colucci et al. 25 Deze auteur beschrijft ook de argumenten voor plaatsing op het laboratorium en benoemt voordelen, zoals: de analyse wordt uitgevoerd door getrainde en hiervoor geschoolde medewerkers (analisten); de OK-medewerkers hebben, met name tijdens een bloeding, andere prioriteiten dan het inzetten van een laboratoriumbepaling. Validatie buizenpost Voor laboratoriumtesten op het gebied van bloedstolling is het altijd noodzakelijk om het buizenpost t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e v o l. 5 nr

8 A B C D E F Figuur 4. Aanvraag- en uitslagproces van de ROTEM in beeld. A. Grote (bloedproducten) en kleine buizenpost (bloedmonsters) op OK-complex. B. Aankomst koker met geel ROTEM -aanvraagformulier op het laboratorium. C. Analyse door ROTEM -analist op het Hematologisch Laboratorium. D. Patiënten identificatie invoeren op OK-computer. E. Directe online 'viewer' functie van de uitslag op de OK-computer. F. Mogelijkheid tot bekijken en vergelijken van uitslagen op OK of IC tot 48 uur na analyse. transport in het eigen ziekenhuis te valideren indien de monsters per buizenpost verstuurd worden. Bijvoorbeeld voor volbloed hemostasetesten, zoals ten behoeve van de platelet function analyer (PFA) of impedantie trombocytenaggregatietesten, heeft buizenpost transport duidelijk invloed op de resultaten en is het niet toegestaan om de buizenpost te gebruiken. 26,27 De resultaten van het onderzoek naar buizenpost transport voor de ROTEM in het MUMC + zijn aangeboden voor publicatie. 28 De resultaten voor een van de parameters, de MCF: INTEM, EXTEM, FIBTEM, worden getoond in Figuur 5. Dit onderzoek werd uitgevoerd onder 44 patiënten die een cardiothoracale ingreep moesten ondergaan, waarbij per patiënt de ROTEM -analyses uit twee buizen citraatbloed werden vergeleken, (verstuurd met en zonder buizenpost). ICT-oplossing: directe (online) viewer functie voor aanvragend arts Voor optimaal gebruik van de snelheid van de ROTEM -uitslag is het noodzakelijk om op afstand (op de OK of IC) de vorming van het trombo-elastogram direct te kunnen volgen. Door middel van Figuur 5. Vergelijking van het transport van patiëntenmonsters (n=44) met de buizenpost (tube) of lopend (walk) naar het Hematologisch Laboratorium. Resultaten voor ROTEM MCF van INTEM, EXTEM en FIBTEM. de ROTEM - online viewer functie is het direct na het starten van de meting mogelijk om de vorming van het trombo-elastogram te volgen op elke andere computer in het ziekenhuis. De werkzaamheden van de analist stoppen dan ook ná het inzetten van de bepaling. Dit in tegenstelling tot de fibrinogeenbepaling waarbij vertraging kan optre- 10 v o l. 5 nr t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e

9 Figuur 6. Leidraad voor monsterafname voor de verschillende ROTEM -testen (en reagentia) en behandeling bij afwijkingen van de ROTEM -uitslag tijdens de cardiopulmonale bypassfase (CPB) en na de neutralisatie van heparine door protamine. De individuele interpretatie en het daadwerkelijk overgaan tot behandeling is echter in de eerste plaats afhankelijk van actueel bloedverlies en alle andere vitale parameters van de patiënt. Dit geldt met name voor de CPB-fase. den tijdens: centrifugeren, analyse, herhalen van de test, eerste lijns autorisatie. Door het invoeren van het patiëntennummer in het ROTEM -programma op bijvoorbeeld de OK, wordt direct de koppeling gemaakt naar de betreffende patiënt die op dat moment gemeten wordt op het laboratorium. De vorming van de grafiek kan online gevolgd worden op elke OK of IC. Gedurende de eerste tien minuten van de meting, wordt al snel duidelijk of er sprake is van een coagulopathie door tekort aan stollingsfactoren of fibrinogeen, of trombopenie. Bij ernstige hyperfibrinolyse is dit ook al snel zichtbaar. Vervolg metingen en grafieken voor dezelfde patiënt (na behandeling) kunnen gedurende 48 uur met elkaar vergeleken worden door zogenaamde over-lay grafieken te maken. De ROTEM is gekoppeld aan het Laboratory Information System, LIS (Labosys, Philips) waardoor de uitslagen direct na beëindigen van de run worden opgenomen bij de betreffende patiënt in het LIS en vervolgens zichtbaar zijn in het ZIS/EPD. Indicatie, behandeladvies en klinische validatie In het MUMC + is gekozen voor een stapsgewijze introductie van ROTEM in de kliniek. Het geven van behandeladviezen op basis van de ROTEM uitslagen is op dit moment beperkt tot drie artsen (één hematoloog en twee anesthesiologen). Op dit moment wordt de ROTEM alleen nog gebruikt voor patiënten met bloedverlies bij cardio-thoracale chirurgie (CTC). De indicatie om ROTEM te gebruiken bij CTC is als volgt beschreven: 1. Patiënten die preoperatief bekend zijn met een verhoogd bloedingsrisico. 2. Patiënten die complexe cardiothoracale chirurgie moeten ondergaan: - Re-operatie - Combinatie klep met coronaire bypasschirurgie (CABG), meerdere kleppen - Aortachirurgie - Bij active ontsteking (inflammatieà endocarditis) - Diep koeling met cardiac arrest (DHCA) - Lange periode van extra-corporeale circulatie, ECC (dat wil zeggen: >180 min) 3. Patiënten met specifieke klinisch peri- en postoperatieve kenmerken: - Overmatig bloedverlies op elk moment na het antagoneren van heparine - Twijfel over de heparine-protamine dosis - Elke andere bloeding die meer dan normaal is ( ml/uur of op IC >200ml eerste uur) Bij de bloedende CTC-patiënt wordt aanbevolen om de ROTEM in te zetten volgens Figuur 6. Een leidraad voor interpretatie en behandeling wordt ook gegeven in deze figuur. De individuele interpretatie en het daadwerkelijk overgaan tot behandeling zijn echter in de eerste plaats afhankelijk van actueel bloedverlies en alle andere vitale parameters van de patiënt. Dit geldt met name voor het geven van trombocytenconcentraten tijdens de cardiopulmonale bypassfase. De reguliere stollingstesten worden op dit moment nog bij elke aanvraag naast de ROTEM afgenomen en uitgevoerd. Periodiek worden de resultaten en behande- t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e v o l. 5 nr

10 Aanwijzingen voor de praktijk 1. De huidige hemostasetesten, zoals APTT, PT, fibrinogeen en trombocytenaantal, leveren onvoldoende (snel) informatie over een coagulopathie voor de behandelend arts bij de bloedende patiënt. ROTEM levert sneller en meer informatie voor behandeling. 2. POC-apparatuur, zoals ROTEM dient in overleg met een klinisch chemisch laboratorium te worden gevalideerd, geïmplemteerd en gecontroleerd. 3. Voor alle POC-apparatuur, en met name voor trombo-elastografie/-elastometrie, geldt dat de bediening, interpretatie en behandeling ons noodzaakt tot opleiding, training en duidelijke procedures voor medewerkers (zowel op het laboratorium als in de kliniek). 4. Buizenpost transport van bloedmonsters voor volbloed hemostasetesten dient gevalideerd te worden in elk ziekenhuis omdat buizenposten kunnen verschillen in lengte, verdeelstations en snelheid. lingen op basis van de ROTEM en reguliere uitslagen geëvalueerd. Het uiteindelijke doel is om de verschillende patiëntencategorieën geleidelijk uit te breiden (algemene chirurgie, trauma, gynaecologie) en de artsen te scholen voor het interpreteren van de ROTEM -uitslagen. Alle analisten zullen te zijner tijd de ROTEM -analyse direct kunnen inzetten (vergelijkbare urgentie als een bloedgasbepaling) waardoor de super-citoprocedure kan verdwijnen. Een getrainde achterwacht zal echter in het eerste jaar noodzakelijk blijven. Dankwoord Een speciaal woord van dank aan Rick Wetzels en René van Oerle voor het voorbereiden en uitvoeren van de validatie-experimenten. Referenties 1. Hartert H. Blutgerinnungsstudien mit der thromboelastographie, einem neuen untersuchungsverfahren. Klinische Wochenschrift 1948;26: Howland WS, Schweizer O, Gould RN. A comparison of intraoperative measurements of coagulation. Anesthesia and analgesia Current Researches 1974;5:3. 3. Roullet S, Pillot J, Freyburger G, et al. Rotation thromboelastometry detects thrombocytopenia and hypofibrinogenaemia during orthotopic liver transplantation. Br J Anaesth 2010; Weiss G, Lison S, Spannagl M, et al. Expressiveness of global coagulation parameters in dilutional coagulopathy. Br J Anaesth 2010;105: Lang T, Johanning K, Metzler H, et al. The effects of fibrinogen levels on thromboelastometric variables in the presence of thrombocytopenia. Anesth Analg 2009;108: Shore-Lesserson L, Manspeizer HE, DePerio M, et al. Thromboelastography-Guided Transfusion Algorithm Reduces Transfusions in Complex Cardiac Surgery. Anesth Analg 1999;88: Rugeri L, Levrat A, David JS, et al. Diagnosis of early coagulation abnormalities in trauma patients by rotation thrombelastography. J Thromb Haemost 2007;5: Afshari A, Wikkels A, Brok J, et al. Thrombelastography (TEG) or thromboelastometry (ROTEM) to monitor haemotherapy versus usual care in patients with massive transfusion. Cochrane Database Syst Rev 2011;16:CD Johansson PI, Stensballe J. Effect of Haemostatic Control Resuscitation on mortality in massively bleeding patients: a before and after study. Vox Sang 2009;96: Schöchl H, Nienaber U, Hofer G, et al. Goal-directed coagulation management of major trauma patients using thromboelastometry (ROTEM)-guided administration of fibrinogen concentrate and prothrombin complex concentrate. Crit Care 2010;14: Kenet G, Stenmo CB, Blemings A, et al. Intra-patient variability of thromboelastographic parameters following in vivo and ex vivo administration of recombinant activated factor VII in haemophilia patients. A multi-centre, randomised trial. Thromb Haemost 2010;103: Wasowicz M, Meineri M, McCluskey SM, et al. The utility of thromboelastography for guiding recombinant activated factor VII therapy for refractory hemorrhage after cardiac surgery. J Cardiothorac Vasc Anesth 2009;23: Levrat A, Gros A, Rugeri L, et al. Evaluation of rotation thrombelastography for the diagnosis of hyperfibrinolysis in trauma patients. Br J Anaesth 2008;100: Johansson PI, Stensballe J, Vindeløv N, et al. Hypocoagu- 12 v o l. 5 nr t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e

11 lability, as evaluated by thrombelastography, at admission to the ICU is associated with increased 30-day mortality. Blood Coagul Fibrinolysis 2010;21: CRASH-2 trial collaborators. Effects of tranexamic acid on death, vascular occlusive events, and blood transfusion 505 in trauma patients with significant haemorrhage (CRASH-2): a randomised, placebo-controlled trial. Lancet 2010;376: Brown LM, Aro SO, Cohen MJ, et al. A high fresh frozen plasma: packed red 510 blood cell transfusion ratio decreases mortality in all massively transfused trauma patients regardless of admission international normalized ratio. J Trauma 2011;71:S Theusinger OM, Nürnberg J, Asmis LM, et al. Rotation thromboelastometry (ROTEM) stability and reproducibility over time. Eur J Cardiothorac Surg 2010;37: Briedigkeit L, Müller-Plathe O, Schlebusch H, et al. Recommendations of the German working group medical labora- tory testing on the introduction and quality assurance of procedures for point-of-care testing (POCT) in hospitals. Clin Chem Lab Med 1999;37; Du Plessis M, Ubbink JB, Hayward Vermaak WJ. Analytical quality of near-patient Blood cholesterol and glucose determi- nations. Clin Chem 2000;46: Staatstoezicht op de Volksgezondheid, Inspectie voor de Gezondheidszorg. Point-of-care bloedglucosemeters. Circulai-renummer IGZ MacDonald S, Luddington R. Critical factors contributing to the thromboelastography trace. Semin Thromb Hemost 2010;36(7): Chitlur M, Lusher J, et al. Standardization of Thromboelastography: Values and Challenges. Sem Thromb. Hemostasis 2010 vol 36,7: Chitlur M, Sorensen B, Ingerslev J, et al. Standardization of thromboelastography: a report from theteg-rotem working group. Haemophilia ;17: Kitchen DP, Kitchen S, Jennings I, et al. Quality assurance and quality control of thrombelastography and rotational Thromboelastometry: the UK NEQAS for blood coagulation experience. Semin Thromb Hemost 2010;36: Colucci G, Giabini E, Barizzi E*, et al. Laboratory-based ROTEM analysis: implementing pneumatic tube transport and real-time graphic transmission. Int J Lab Hematology 2011;33: Dyszkiewicz-Korpanty A, Quinton R, Yassine J, et al. The effect of a pneumatic tube transport system on PFA-100 trade mark closure time and whole blood platelet aggregation. J Thromb Haemost 2004;2: Bolliger D, Seeberger MD, Tanaka KA, et al. Pre-analytical effects of pneumatic tube transport on impedance platelet aggregometry. Platelets 2009;20: Lancé MD*, Kuiper GJAJM*, Sloep M*. The feasibility of pneumatic tube system transport for ROTEM analysis. Submitted voor publication. Ontvangen 04 januari 2012, geaccepteerd 23 januari Correspondentieadres Mw. dr. ir. Y. Henskens, klinisch chemicus Dhr. drs. M. Lancé, anesthesioloog-intensivist Dhr. dr. E. Beckers, internist-hematoloog Maastricht Universitair Medisch Centrum + Postbus AZ Maastricht Tel.: adres: yvonne.henskens@mumc.nl Correspondentie graag richten aan de eerste auteur. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e v o l. 5 nr

Workshop 27 april ROTEM voor perioperative monitoring van de stolling

Workshop 27 april ROTEM voor perioperative monitoring van de stolling Workshop 27 april 2010 ROTEM voor perioperative monitoring van de stolling Dr. Christa Boer Research Manager Perioperative Care Afdeling Anesthesiologie Thromboelastometrie Diagnostiek Educatie Onderzoek

Nadere informatie

Monitoren van coagulopathie: met trombo-elastografie..rol voor plasma.

Monitoren van coagulopathie: met trombo-elastografie..rol voor plasma. Monitoren van coagulopathie: met trombo-elastografie..rol voor plasma. Yvonne Henskens, MSc, PhD klinisch chemicus hoofd van clusters voor hematologie, hemostase en transfusie Centraal Diagnostisch Laboratorium

Nadere informatie

Perioperatieve bloedingen en de rol van thromboelastografie Hugo ten Cate, afdeling Interne geneeskunde, MUMC+ en CARIM, Maastricht

Perioperatieve bloedingen en de rol van thromboelastografie Hugo ten Cate, afdeling Interne geneeskunde, MUMC+ en CARIM, Maastricht Perioperatieve bloedingen en de rol van thromboelastografie Hugo ten Cate, afdeling Interne geneeskunde, MUMC+ en CARIM, Maastricht Patiënten ouder en zieker Complexere operaties Kritische hematocriet

Nadere informatie

Vraag screenend laboratorium hemostase onderzoek. 2. pas maar op dat die bloedneus niet gaat groeien. 3. Griekenland, 32 C en een Hermes schotel

Vraag screenend laboratorium hemostase onderzoek. 2. pas maar op dat die bloedneus niet gaat groeien. 3. Griekenland, 32 C en een Hermes schotel Vraag 1 Een corpulente minister van financiën stapt met een koffertje op het vliegtuig naar Griekenland en is geheel toevallig bij terugkomst enige kilo s bagage kwijt. Tevens heeft hij bij terugkomst

Nadere informatie

Workshop Bloedstollings apparaat

Workshop Bloedstollings apparaat Workshop Bloedstollings apparaat ASZ Dordrecht Zaterdag 13 december 2014 Wibo van Run Key Account Manager The Nederlands & België page 2 Rondom Bloedmanagement Bij bloedtransfusies staat de veiligheid

Nadere informatie

Massaal Bloedverlies en Acute Traumatische Coagulopathie. Rob Zwinkels AIOS Anesthesiologie

Massaal Bloedverlies en Acute Traumatische Coagulopathie. Rob Zwinkels AIOS Anesthesiologie Massaal Bloedverlies en Acute Traumatische Coagulopathie Rob Zwinkels AIOS Anesthesiologie Trauma en verbloeding Mondiaal: jaarlijks 6,5 miljoen trauma sterfgevallen In Nederland: Meest voorkomende oorzaak

Nadere informatie

STOLLING & ROTEM EEN PRAKTISCHE GIDS DR. STAN OUTTIER DIENST ANESTHESIE UZ LEUVEN CONFUSED?

STOLLING & ROTEM EEN PRAKTISCHE GIDS DR. STAN OUTTIER DIENST ANESTHESIE UZ LEUVEN CONFUSED? STOLLING & ROTEM EEN PRAKTISCHE GIDS DR. STAN OUTTIER DIENST ANESTHESIE UZ LEUEN CONFUSED? 1 STOLLINGSFASEN ASCULAR INJURY WEEFSELSCHADE asoconstriction Exposure of subendothelial Collagen Release of Tissue

Nadere informatie

Protocol massale bloedtransfusie op de SEH

Protocol massale bloedtransfusie op de SEH Spoedeisende hulp Protocol massale bloedtransfusie op de SEH J.Rebel, 9/9/2013 OLVG Oosterpark 9 1091AC Amsterdam T (020) 5999111 F (020)5992996 Jasper_rebel@hotmail.com www.olvg.nl Doel: Beschrijving

Nadere informatie

Hemostase in balans: Perioperatieve transfusie en massaal bloedverlies

Hemostase in balans: Perioperatieve transfusie en massaal bloedverlies Hemostase in balans: Perioperatieve transfusie en massaal bloedverlies Ingeborg Herold Anesthesioloog Intensivist Daan van de Kerkhof Klinisch Chemicus Praktijk trombocytentransfusie ANAESTH/IC trombocytenaantallen

Nadere informatie

Vijf jaar ervaring met een op ROTEM gebaseerd algoritme voor de diagnose en behandeling van bloedverlies bij cardiothoracale

Vijf jaar ervaring met een op ROTEM gebaseerd algoritme voor de diagnose en behandeling van bloedverlies bij cardiothoracale OVERZICHTSARTIKELEN Vijf jaar ervaring met een op ROTEM gebaseerd algoritme voor de diagnose en behandeling van bloedverlies bij cardiothoracale chirurgie. Auteurs: Y. Henskens 1, P. van Noord 2, E. Beckers

Nadere informatie

Hemostase bij massaal bloedverlies en levertransplantatie

Hemostase bij massaal bloedverlies en levertransplantatie Hemostase bij massaal bloedverlies en levertransplantatie NVB-TRIP symposium 2018 Nicole Juffermans Laboratory of Experimental Intensive Care and Anesthesiology (L.E.I.C.A.) Department of Intensive Care

Nadere informatie

Hemostase in balans: Perioperatieve transfusie en groot bloedverlies

Hemostase in balans: Perioperatieve transfusie en groot bloedverlies Hemostase in balans: Perioperatieve transfusie en groot bloedverlies Auteurs Trefwoorden D. van de Kerkhof en I. Herold Bloeding, bloedverlies, cardiochirurgie, cardiovasculair, extracorporale circulatie,

Nadere informatie

Het werkingsmechanisme van recombinant factor VIIa (NovoSeven)

Het werkingsmechanisme van recombinant factor VIIa (NovoSeven) Het werkingsmechanisme van recombinant factor VIIa (NovoSeven) Ton Lisman Chirurgisch Onderzoekslaboratorium, UMC Groningen Behandeling van hemofilie A/B Suppletie FVIII/FIX Remmende antistoffen? Bypassing

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Openhartoperaties worden verricht bij patiënten met ernstige aderverkalking van de kransslagaders van het hart en/of afwijkingen

Nadere informatie

Buizenpost voor bloedproducten

Buizenpost voor bloedproducten Buizenpost voor bloedproducten Yvonne Henskens, klinisch chemicus Clusterhoofd unit hematologie-hemostase-transfusie Centraal Diagnostisch Laboratorium, azm-mumc+ Totaal pakket voor het snel en efficiënt

Nadere informatie

Toepassing van plasmafactoren voor de hemostase - Huidige inzichten in de hemostatische balans

Toepassing van plasmafactoren voor de hemostase - Huidige inzichten in de hemostatische balans Klinisch Transfusieonderwijs NVB-TRIP 2018 Toepassing van plasmafactoren voor de hemostase - Huidige inzichten in de hemostatische balans Dr. Erik AM Beckers Internist-hematoloog/transfusiespecialist 2

Nadere informatie

Cases Stolling. BVMLT 17 november 2015

Cases Stolling. BVMLT 17 november 2015 Cases Stolling BVMLT 17 november 2015 Vraag 1: welke factoren kan je meten met een aptt test? A. FVII, FV, FX, FII, fibrinogeen B. FVIII en FIX C. FXII, FXI, FVIII en FIX D. FXII, FXI, FVIII, FIX, FV,

Nadere informatie

Platform Perioperatieve Hemostase

Platform Perioperatieve Hemostase Platform Perioperatieve Hemostase Auteurs Trefwoorden C. Boer, H.C.J. Eikenboom, H. Romijn, H. Hendriks, L. van Pampus Bedside monitoring, multidisciplinair, multifactorieel, perioperatieve hemostase Samenvatting

Nadere informatie

hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Samenvatting In dit proefschrift wordt het gebruik van de trombinegeneratie test beschreven voor het controleren van therapie met antistollingsmiddelen (anticoagulantia). De trombinegeneratie (TG) test

Nadere informatie

Chapter 10 C H A P T E R. Nederlandse Samenvatting

Chapter 10 C H A P T E R. Nederlandse Samenvatting Chapter 10 C H P R ederlandse Samenvatting 10 175 S M V I G Haemostase Hartinfarct en beroerte zijn het gevolg van trombi (bloed stolsels) die belangrijke vaten afsluiten en daardoor weefsel beschadiging

Nadere informatie

Point-of-care INR monitoring in patiënten op vitamine K antagonisten. Jossi Biedermann Erasmus MC Star-MDC

Point-of-care INR monitoring in patiënten op vitamine K antagonisten. Jossi Biedermann Erasmus MC Star-MDC Point-of-care INR monitoring in patiënten op vitamine K antagonisten Jossi Biedermann Erasmus MC Star-MDC Patiënten behandeld met VKA in Nederland Federatie Nederlandse Trombosediensten: Samenvatting medisch

Nadere informatie

CASE STUDY MASSAAL BLOEDVERLIES NA REVISIE HEUP ASTRID NOOR CIRCULATION PRACTITIONER I.O.

CASE STUDY MASSAAL BLOEDVERLIES NA REVISIE HEUP ASTRID NOOR CIRCULATION PRACTITIONER I.O. CASE STUDY MASSAAL BLOEDVERLIES NA REVISIE HEUP ASTRID NOOR CIRCULATION PRACTITIONER I.O. INLEIDING VOORSTELLEN CASUS VOORGESCHREVEN BEHANDELING PARAMETERS EN LABUITSLAGEN HEMOSTASE BELEMMERENDE FACTOREN

Nadere informatie

Medicamenten die de stolling beïnvloeden

Medicamenten die de stolling beïnvloeden Medicamenten die de stolling beïnvloeden Auteur: Karel Zuur Anesthesioloog/Intensivist Datum: 11 mei 2015 Doel Overzicht, aandachtspunten, handvatten ---. Beleid / How we do it 2 Arsenaal Thrombocyten(functie)

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/44703 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Gielen, C. Title: Blood loss in coronary artery bypass surgery: etiology, diagnosis

Nadere informatie

Casuïstiek stiek en externe kwaliteitscontrole. SKS symposium 30 oktober 2008 Ad Castel Ton van den Besselaar

Casuïstiek stiek en externe kwaliteitscontrole. SKS symposium 30 oktober 2008 Ad Castel Ton van den Besselaar Casuïstiek stiek en externe kwaliteitscontrole SKS symposium 30 oktober 008 Ad Castel Ton van den Besselaar Conclusies uit 006: De indicatie tot, en de interpretatie van laboratoriumonderzoek zijn wezenlijke

Nadere informatie

Perspectief van de zorgondernemer. Prof. dr. Robert Slappendel, anesthesioloog Manager kwaliteit en Veiligheid Amphia Ziekenhuis

Perspectief van de zorgondernemer. Prof. dr. Robert Slappendel, anesthesioloog Manager kwaliteit en Veiligheid Amphia Ziekenhuis Perspectief van de zorgondernemer Prof. dr. Robert Slappendel, anesthesioloog Manager kwaliteit en Veiligheid Amphia Ziekenhuis Heeft dit zorgstelsel adequate prikkels om kwalitatief goede zorg te leveren?

Nadere informatie

FFP bewaarprocedure Zet de dooi door?

FFP bewaarprocedure Zet de dooi door? Yvonne Henskens Kennisplatform 4-4-2013 FFP bewaarprocedure Zet de dooi door? Yvonne Henskens Klinisch chemicus Hemostase en Transfusie Centraal diagnostisch laboratorium A Yvonne Henskens Kennisplatform

Nadere informatie

Sectie Stolling SKML. Jaaroverzicht 2015

Sectie Stolling SKML. Jaaroverzicht 2015 Sectie Stolling SKML Jaaroverzicht 2015 Inleiding Het doel van de externe kwaliteitsbewaking door de Sectie Stolling van de SKML is om de tussen-lab variatie voor de meest gangbare stollingsbepalingen

Nadere informatie

Trombo-elastografie. Inleiding Trombo-elastografie is door Hartert ontwikkeld en geïntroduceerd in 1948. 1 De trombo-elastograaf (TEG ; Auteurs

Trombo-elastografie. Inleiding Trombo-elastografie is door Hartert ontwikkeld en geïntroduceerd in 1948. 1 De trombo-elastograaf (TEG ; Auteurs Trombo-elastografie Auteurs Trefwoorden H.G.D. Hendriks en J. van der Meer levertransplantatie, stolling, trombo-elastografie Samenvatting Trombo-elastografie is een globale stollingstest waarmee het gehele

Nadere informatie

Laboratoriummonitoring van directe orale anti-coagulantia. Dr Jan Emmerechts 11/03/17

Laboratoriummonitoring van directe orale anti-coagulantia. Dr Jan Emmerechts 11/03/17 Laboratoriummonitoring van directe orale anti-coagulantia Dr Jan Emmerechts 11/03/17 Inleiding Stolling en anticoagulantia TF FVII FIX FX FV FII (trombine) fibrinogeen fibrine Inleiding Stolling en anticoagulantia

Nadere informatie

Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016

Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016 Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016 Samenwerken in het optimaliseren van de bloedtransfusieketen Deel II: Ontwikkelen van nieuw transfusie gerelateerd onderzoek Dr. Erik

Nadere informatie

Verworven stollingsinhibitoren. Marc Jacquemin

Verworven stollingsinhibitoren. Marc Jacquemin Verworven stollingsinhibitoren Marc Jacquemin 1 AUTO-immune respons tegen eigen eiwitten Verworven stollingsinhibitor Lupus anticoagulans Copyright Excorim 2 AB Coagulation in a blood vessel: fibrin stabilises

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt de ontwikkeling van twee nieuwe testen beschreven die kunnen helpen bij de detectie van verhoogde bloedings- of tromboseneigingen. In hoofdstuk 1 wordt

Nadere informatie

Eptacog alfa (Novoseven) is geregistreerd voor de behandeling

Eptacog alfa (Novoseven) is geregistreerd voor de behandeling oorspronkelijk artikel Uitkomstenonderzoek naar de toepassing van een behandelprotocol ten behoeve van eptacog alfa bij cardiochirurgie M.E.G. Geurts a *, R. Postema b, H. Kieft c, A.J. Spanjersberg d

Nadere informatie

Implementatie van een massaal transfusie protocol. Harry Naber Anesthesioloog Isala Zwolle

Implementatie van een massaal transfusie protocol. Harry Naber Anesthesioloog Isala Zwolle maart 20, 2013 Implementatie van een massaal transfusie protocol Harry Naber Anesthesioloog Isala Zwolle ATLS Primo non nocere Gaat uit van Golden standards, Zelden van onderzoek Niet van evidence Niveaus

Nadere informatie

De Thrombine Generatie Test: Theorie en Praktijk

De Thrombine Generatie Test: Theorie en Praktijk De Thrombine Generatie Test: Theorie en Praktijk J. Rosing Cardiovascular Research Institute Maastricht The Netherlands Dia 1 Vroeger was de stolling erg eenvoudig Morawitz 1905: Thrombokinase Prothrombine

Nadere informatie

JAAROVERZICHT 2016 SECTIE STOLLING SKML

JAAROVERZICHT 2016 SECTIE STOLLING SKML JAAROVERZICHT 216 SECTIE STOLLING SKML JAAROVERZICHT 216 SECTIE STOLLING SKML INLEIDING: Het doel van de externe kwaliteitsbewaking door de Sectie Stolling van de SKML is om de tussen-lab variatie voor

Nadere informatie

Sectie Stolling SKML. Jaaroverzicht 2014

Sectie Stolling SKML. Jaaroverzicht 2014 Sectie Stolling SKML Jaaroverzicht 2014 Inleiding Het doel van de externe kwaliteitsbewaking door de Sectie Stolling van de SKML is om de tussen-lab variatie voor de meest gangbare stollingsbepalingen

Nadere informatie

Richtlijn LTA-VHL t.b.v. analyse bloedingsneiging (versie )

Richtlijn LTA-VHL t.b.v. analyse bloedingsneiging (versie ) Richtlijn LTA-VHL t.b.v. analyse bloedingsneiging (versie 24-12016) Auteur: Y.Henskens Gebaseerd op ISTH-SSC Guideline 2013 [1] en op expert-opinions van de leden van de werkgroep hemostase van de VHL.

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Hendriks, H. G. D. (2004). Transfusion requirements in orthotopic liver transplantation Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): Hendriks, H. G. D. (2004). Transfusion requirements in orthotopic liver transplantation Groningen: s.n. University of Groningen Transfusion requirements in orthotopic liver transplantation Hendriks, Herman George Dirk IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if

Nadere informatie

Practicum Laboratoriumgeneeskunde. Dr. Pieter Vermeersch Prof. Norbert Blanckaert

Practicum Laboratoriumgeneeskunde. Dr. Pieter Vermeersch Prof. Norbert Blanckaert Practicum Laboratoriumgeneeskunde Dr. Pieter Vermeersch Prof. Norbert Blanckaert Practicum laboratoriumgeneeskunde 1. Pre-analytische fase 2. Basisprincipes celtelling 3. Labobezoek OUTCOME EFFECT MEDISCHE

Nadere informatie

Reminder aan de beheersing van de pre-analyse voor kwalitatieve resultaten

Reminder aan de beheersing van de pre-analyse voor kwalitatieve resultaten Reminder aan de beheersing van de pre-analyse voor kwalitatieve resultaten Marc Jacquemin KULeuven HMWK / PK XII XIIa Preanalytische fouten niet-fysiologisch oppervlak XI XIa VIIa / WF VIII IX VIIIa IXa

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Omniplasma. Marian van Kraaij hematoloog-transfusiespecialist Unitdirecteur KCD/ Medische Zaken Sanquin

Omniplasma. Marian van Kraaij hematoloog-transfusiespecialist Unitdirecteur KCD/ Medische Zaken Sanquin Omniplasma Marian van Kraaij hematoloog-transfusiespecialist Unitdirecteur KCD/ Medische Zaken Sanquin Solvent detergent plasma eerder in het assortiment van Sanquin (ESDEP) opnieuw vraag naar SD plasma:

Nadere informatie

Indicatie antistolling. NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Indicaties VKA in NL Wat gebruikten we. Het stollingsmechanisme

Indicatie antistolling. NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Indicaties VKA in NL Wat gebruikten we. Het stollingsmechanisme Indicatie antistolling NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Behandeling DVT/ longembolie Atriumfibrilleren Mechanische hartklep Arterieel vaatlijden Hartfalen met kamerdilatatie ( alleen

Nadere informatie

AANPAK VAN BLOEDINGEN ONDER NIEUWE ANTICOAGULANTIA

AANPAK VAN BLOEDINGEN ONDER NIEUWE ANTICOAGULANTIA AANPAK VAN BLOEDINGEN ONDER NIEUWE ANTICOAGULANTIA Dr. Anna Vantilborgh Hematologie - UZ Gent 13 september 2013 ALGEMENE PRINCIPES IN BEHANDELING VAN BLOEDINGEN AANPAK VAN BLOEDINGEN ONDER ORALE DIRECTE

Nadere informatie

Maastricht, juni 2014 Geachte collegae, Het cluster laboratorium speciële hemostase en transfusie (onderdeel van het Centraal Diagnostisch Laboratorium, CDL) van het MUMC+ heeft onderwijsmodules op het

Nadere informatie

Ery transfusies Hoe minder, hoe beter?

Ery transfusies Hoe minder, hoe beter? Ery transfusies Hoe minder, hoe beter? TRIP Symposium 29 november 2007 Cynthia So, internist Sanquin Bloedbank ZW Inhoud presentatie Waarom bloed besparen? Wat is er aan evidence? Lopende studies Waarom

Nadere informatie

Casus Siemens Gebruikersdag Antwerpen, 22 september 2016

Casus Siemens Gebruikersdag Antwerpen, 22 september 2016 Casus Siemens Gebruikersdag Antwerpen, 22 september 2016 Dr. Henk Louagie, dienst klinische biologie Dr. Marjan Petrick, dienst haematologie AZ Sint-Lucas Gent Groenebriel 1 B-9000 Gent Tel +32 9 224 64

Nadere informatie

Laboratoriumonderzoek met minder bloed doet een IC-patiënt goed! Inleiding

Laboratoriumonderzoek met minder bloed doet een IC-patiënt goed! Inleiding Laboratoriumonderzoek met minder bloed doet een IC-patiënt goed! Karlien Coene, Klinisch Chemicus in Opleiding 1 Volkher Scharnhorst, Klinisch Chemicus 1 Arnout Roos, Internist-Intensivist 2 Algemeen Klinisch

Nadere informatie

Behandeling van ernstig perioperatief bloedverlies

Behandeling van ernstig perioperatief bloedverlies Behandeling van ernstig perioperatief bloedverlies Jente Grietens Promotor: Dr. J. Lauweryns Stolling Vorming van een bloedplaatjesprop Verderzetting van de klontervorming door de stollingscascade Stopzetting

Nadere informatie

stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019

stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019 stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog m.kruip@erasmusmc.nl 15 maart 2019 Wat ga ik bespreken? Hoe werkt de stolling ook alweer?? Wat is trombose en waardoor ontstaat het? Hoe

Nadere informatie

Validiteit van bloedtransfusies in een groot perifeer ziekenhuis: een interne toetsing van het transfusiebeleid

Validiteit van bloedtransfusies in een groot perifeer ziekenhuis: een interne toetsing van het transfusiebeleid 6 Validiteit van bloedtransfusies in een groot perifeer ziekenhuis: een interne toetsing van het transfusiebeleid Validity of blood transfusions in a large hospital: an audit in transfusion medicine practise

Nadere informatie

van Lab West B.V. Klinisch Chemisch, Hematologisch Laboratorium en Trombosedienst

van Lab West B.V. Klinisch Chemisch, Hematologisch Laboratorium en Trombosedienst Sportlaan 600 2566 MJ Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Locatie Afkorting Sportlaan 600 2566 MJ Els Borst-Eilersplein 275 2545 AA Lijnbaan 32 2512 VA Burg.

Nadere informatie

University of Groningen. Hemostasis and anticoagulant therapy in liver diseases Potze, Wilma

University of Groningen. Hemostasis and anticoagulant therapy in liver diseases Potze, Wilma University of Groningen Hemostasis and anticoagulant therapy in liver diseases Potze, Wilma IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from

Nadere informatie

Transfusie indicatie op de intensive care

Transfusie indicatie op de intensive care Transfusie indicatie op de intensive care Floris Kranenburg MD/PhD-student Sanquin Research, Centrum voor Klinisch Transfusiegeneeskundig Onderzoek, Leiden Leids Universitair Medisch Centrum, Klinische

Nadere informatie

hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 In Nederland ontvangen jaarlijks vele mensen een bloedtransfusie. De rode bloedcellen (RBCs) worden toegediend om bloedarmoede, veroorzaakt door ernstig bloedverlies of een probleem in de bloedaanmaak,

Nadere informatie

beleid bij pre-operatieve stollingsstoornissen

beleid bij pre-operatieve stollingsstoornissen beleid bij pre-operatieve stollingsstoornissen Prof. Dr. Cees Th. Smit Sibinga, FRCP Edin, FRCPath ID Consulting for International Development of Transfusion Medicine (IDTM) University of Groningen, NL

Nadere informatie

Trombo-elastografie: een hulpmiddel bij massaal bloedverlies?

Trombo-elastografie: een hulpmiddel bij massaal bloedverlies? O v e r z i c h t s a r t i k e l e n Trombo-elastografie: een hulpmiddel bij massaal bloedverlies? Auteurs Trefwoorden S.E.M. Schols en E.C.M. van Pampus hemostase, massaal bloedverlies, trombo-elastografie

Nadere informatie

Ervaringen van de Sectie Stolling met MUSE. Ton van den Besselaar en Louis Reijnierse (Sectie Stolling SKML)

Ervaringen van de Sectie Stolling met MUSE. Ton van den Besselaar en Louis Reijnierse (Sectie Stolling SKML) Ervaringen van de Sectie Stolling met MUSE Ton van den Besselaar en Louis Reijnierse (Sectie Stolling SKML) SKML Sectie Stolling Hoe was het ook weer? Achtergrond Tot 2013 werden Z-scores berekend voor

Nadere informatie

Mini symposium. VHL 18 juni 2013 An Stroobants

Mini symposium. VHL 18 juni 2013 An Stroobants Mini symposium VHL 18 juni 2013 An Stroobants Programma Introductie: An Stroobants Evaluatie van screeningstests Rol van PT en in screening op NOAC gebruik: Harry de Wit Evaluatie van specifieke tests

Nadere informatie

Inzicht krijgen in interferentie van Darzalex (daratumumab) met bloedcompatibiliteitstesten

Inzicht krijgen in interferentie van Darzalex (daratumumab) met bloedcompatibiliteitstesten risico minimalisatie materiaal versie 2.0 19OKT2016 concentraat voor oplossing voor infusie Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Inzicht krijgen in interferentie van Darzalex (daratumumab)

Nadere informatie

Inleiding op de fysiologie en pathologie van de bloedstolling

Inleiding op de fysiologie en pathologie van de bloedstolling Inleiding op de fysiologie en pathologie van de bloedstolling Dr. Anna Vantilborgh Hematologie - UZ Gent 2010 Universitair Ziekenhuis Gent 2 2 3 4 4 5 5 6 6 7 8 8 1) INITIATION HEMOSTASIS Endothelial cells

Nadere informatie

Kennishiaten transfusiegeneeskunde. Wat gaan we doen?

Kennishiaten transfusiegeneeskunde. Wat gaan we doen? Kennishiaten transfusiegeneeskunde Wat gaan we doen? Kennishiaten 1. Welke biomarkers voorspellen de individuele behoefte van een patiënt aan bloedproducten en kunnen het effect van bloedtransfusie monitoren?

Nadere informatie

Majeure bloeding wat nu?

Majeure bloeding wat nu? Majeure bloeding wat nu? Jan J. De Waele MD PhD Surgical ICU Ghent University Hospital Ghent, Belgium. Jan.DeWaele@UGent.be @CriticCareDoc Inleiding Stolling is een complex gebeuren Falen van de stolling

Nadere informatie

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB B. J. Snel AIOS anesthesiologie Rowland MJ, Hadjipavlou G. Delayed cerebral ischemia after subarachnoid haemorrage: looking beyond vasospasm. Br J

Nadere informatie

Procedures bloedsparende technieken juli

Procedures bloedsparende technieken juli Hemovigilantie bij gebruik van machinale en niet machinale autotransfusie, andere vormen van bloedsparende technieken, Extra Corporeel Circuit en specifieke autologe bloedproducten Procedures bloedsparende

Nadere informatie

Klinisch Bioloog verantwoordelijk voor de algemene POCT coördinatie :

Klinisch Bioloog verantwoordelijk voor de algemene POCT coördinatie : Procedure POCT Glucose COM BC 02/2007 Onderwerp Deze procedure beschrijft de organisatie en het onderhoud van de POCT, in het bijzonder van de glucosemeters. Het labo speelt een centrale rol in het beheer

Nadere informatie

Delier na cardiochirurgie Kiki Stolzenbach AIOS Anesthesiologie

Delier na cardiochirurgie Kiki Stolzenbach AIOS Anesthesiologie Delier na cardiochirurgie 03-08-2017 Kiki Stolzenbach AIOS Anesthesiologie Epidemiologie Incidentie 5-55% Meestal eerste uiting tussen dag 1-3 postoperatief O Neal et al Can J Anesth 2017, Cereghetti et

Nadere informatie

DECENTRALE KLINISCH-CHEMISCHE TESTEN BINNEN HET VUMC

DECENTRALE KLINISCH-CHEMISCHE TESTEN BINNEN HET VUMC DECENTRALE KLINISCH-CHEMISCHE TESTEN BINNEN HET VUMC Raad van Bestuur 27 maart 2007 Inhoudsopgave Inleiding 3 Medische ontwikkelingen 5 Verantwoordelijkheid voor decentraal testen 5 Professionele normen

Nadere informatie

Massaal bloedverlies kinderen

Massaal bloedverlies kinderen Massaal bloedverlies kinderen Elise Huisman Kinderarts-hematoloog TRIP-NVB congres mei 2019 Introduc@e Massaal bloedverlies bij kinderen Periopera@ef verwacht onverwacht Trauma hips://www.volksgezondheidenzorg.info/ranglijst/ranglijst-ziekten-op-basis-van-sterne

Nadere informatie

Medische zorgverlening bij een acute bloeding en hemorragische shock

Medische zorgverlening bij een acute bloeding en hemorragische shock Medische zorgverlening bij een acute bloeding en hemorragische shock Jan J. De Waele Jan.DeWaele@UGent.be @CriticCareDoc Inleiding Acute bloeding vaak trauma geassocieerd Mortaliteit na trauma in Belgie

Nadere informatie

Storende factoren in Hemostase diagnostiek. NVKC/NVH/WHD Stolling 6 oktober 2011 Zwolle

Storende factoren in Hemostase diagnostiek. NVKC/NVH/WHD Stolling 6 oktober 2011 Zwolle Storende factoren in Hemostase diagnostiek NVKC/NVH/WHD Stolling 6 oktober 2011 Zwolle Literatuuroverzicht van laboratorium fouten Bonini, Clinical Chemistry 48: 691-698, 2002; Bloedafname Naalddikte (gauge

Nadere informatie

Programma. Plasmafiltra/e. Indica/es Plasmaferese. Ziektebeelden. Samenstelling bloed. Func/e plasma- eiwizen 15-04- 15. Bloed

Programma. Plasmafiltra/e. Indica/es Plasmaferese. Ziektebeelden. Samenstelling bloed. Func/e plasma- eiwizen 15-04- 15. Bloed Programma Plasmafiltra/e Theorie ontmoet prak/jk Indica'es plasmafiltra'e een dialyse aangelegenheid? Indica/es Plasmaferese Voorkomen van een an/geen- an/lichaam reac/e LUMC: m.n. bij humorale rejec/e

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten

Nadere informatie

Chapter 8. Samenvatting en conclusie

Chapter 8. Samenvatting en conclusie Chapter 8 Samenvatting en conclusie 110 Doel van het promotieonderzoek was (1) evaluatie van het resultaat van vroege abciximab toediening vóór primaire percutane coronaire interventie (PPCI) in patiënten

Nadere informatie

Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis

Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig Start behandeling in het ziekenhuis Na 1 dag naar huis Na 2 dagen naar huis Na 5-7 dagen naar huis als de INR goed is Menno Huisman afdeling Interne

Nadere informatie

Bloedingscores en het voorspellen van bloedingen

Bloedingscores en het voorspellen van bloedingen Bloedingscores en het voorspellen van bloedingen Moderator Prof. dr H.C.J. Eikenboom Spreker Prof. dr H.C.J. Eikenboom Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Belangenverklaring In overeenstemming met de regels

Nadere informatie

Uitrol laboratoriumdiagnostiek 1 ste lijn

Uitrol laboratoriumdiagnostiek 1 ste lijn Uitrol laboratoriumdiagnostiek 1 ste lijn Laboratorium Klinische Chemie en Hematologie & Jeroen Bosch Diagnostiek Dr. Marcel van Borren Toenemende behoefte aan (laboratorium)diagnostiek in de 1 ste lijn

Nadere informatie

Part A: Glycated hemoglobin A1c as a screening tool for detection of type 2 diabetes?

Part A: Glycated hemoglobin A1c as a screening tool for detection of type 2 diabetes? Part A: Glycated hemoglobin A1c as a screening tool for detection of type 2 diabetes? Part B: Evaluation of point-of-care instruments for glycated hemoglobin A1c testing in an ambulant hospital setting

Nadere informatie

Verslag: Najaarssymposium consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek

Verslag: Najaarssymposium consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek Verslag: Najaarssymposium consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek Samenwerken in het optimaliseren van de bloedtransfusieketen Landelijke start consortium transfusiegeneeskundig onderzoek Woensdag

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28736 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Debeij, Jan Title: The effect of thyroid hormone on haemostasis and thrombosis

Nadere informatie

Transfusiebeleid bij trauma met massaal bloedverlies

Transfusiebeleid bij trauma met massaal bloedverlies Stand van zaken Transfusiebeleid bij trauma met massaal bloedverlies Teun Peter Saltzherr, Sarah C. Christiaans, C. Pieter Henny, Marcel M. Levi en J. Carel Goslings Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd.

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Van bloedplaatjes tot fibrine:

Van bloedplaatjes tot fibrine: Van bloedplaatjes tot fibrine: Hoe meten we stolling? N. Jacobs - Klinisch bioloog AZ KLINA 16/11/2011 1 Hemostase Gecontroleerd stelpen van een bloeding 16/11/2011 2 Hemostase Primaire hemostase Stabiele

Nadere informatie

Stolling en Commuteerbaarheid

Stolling en Commuteerbaarheid Stolling en Commuteerbaarheid Ton van den Besselaar (Afdeling Trombose en Hemostase, Coagulation Reference Laboratory, Leids Universitair Medisch Centrum), Louis Reijnierse (Sectie Stolling SKML) Onderwerpen

Nadere informatie

casuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen

casuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen casuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen Dr. Marieke JHA Kruip Internist- hematoloog Erasmus MC inhoud casus indica>es nieuwe orale middelen risico

Nadere informatie

Doelgericht en efficiënt. Prospectieve risicoanalyse in laboratoria: Wanneer is goed, goed genoeg? Analist & Onderzoek

Doelgericht en efficiënt. Prospectieve risicoanalyse in laboratoria: Wanneer is goed, goed genoeg? Analist & Onderzoek December 2015 70ste jaargang Nr. 6 Prospectieve risicoanalyse in laboratoria: Doelgericht en efficiënt Wanneer is goed, goed genoeg? Microbiologische rondzending nieuwe stijl 2016 Analist & Onderzoek Anna

Nadere informatie

Verworven stollingsinhibitoren. Marc Jacquemin

Verworven stollingsinhibitoren. Marc Jacquemin Verworven stollingsinhibitoren Marc Jacquemin 1 ALLO-immune respons tegen toegediende stollingsfactoren hemofilie A behandeld met FVIII antistoffen tegen FVIII 2 GEEN mutatie in de genen van stollingsfactoren

Nadere informatie

Overzicht pathogeenreductie (PR) methoden: effecten op in vitro kwaliteit van cellulaire bloedproducten. Pieter van der Meer 17 november 2010

Overzicht pathogeenreductie (PR) methoden: effecten op in vitro kwaliteit van cellulaire bloedproducten. Pieter van der Meer 17 november 2010 Overzicht pathogeenreductie (PR) methoden: effecten op in vitro kwaliteit van cellulaire bloedproducten Pieter van der Meer 17 november 2010 Marktklare methodes Trombocyten Rode cellen Vol bloed S59 (amotosalen)/uva

Nadere informatie

Afdeling Bloedtransfusie en Transplantatie

Afdeling Bloedtransfusie en Transplantatie Afdeling Bloedtransfusie en Transplantatie Immunologie Hemovigilantie, de stappen in de keten ( Nijmegen) Hemovigilantie, de stappen in de keten ( NL )??? Jan van der Wijst, hoofd beheerszaken 1 Staf Management

Nadere informatie

Specialist. De chemie van geneeskunde. demedisch. Federatiepartner NVKC in beeld. TAAKHERSCHIKKING Vertrouwen speelt een sleutelrol

Specialist. De chemie van geneeskunde. demedisch. Federatiepartner NVKC in beeld. TAAKHERSCHIKKING Vertrouwen speelt een sleutelrol TAAKHERSCHIKKING Vertrouwen speelt een sleutelrol MSB EN VMSD Hoe samenwerking meer oplevert 3 OPLEIDEN IS VOORUITZIEN Investeren in de toekomst demedisch Specialist OKTOBER 2015 UITGAVE VAN DE FEDERATIE

Nadere informatie

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2017

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2017 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20616 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Lichtenbelt, Bart Jan Title: PK-PD modelling of the interaction of propofol and

Nadere informatie

Rationeel gebruik van rode bloedcel concentraat tijdens en na operatie

Rationeel gebruik van rode bloedcel concentraat tijdens en na operatie Rationeel gebruik van rode bloedcel concentraat tijdens en na operatie G. B. Eindhoven MD Anesthesioloog en arts Mobiel Medisch Team, Afdeling Anesthesiologie, Universitair Medisch Centrum Groningen. 2-10-2011

Nadere informatie

Plasma daar zit wat in maar

Plasma daar zit wat in maar Plasma daar zit wat in maar Wat, Wanneer, voor Wie, en in Welke hoeveelheid? 4/17/2013 1 Plasma bestaat voornamelijk uit.. Water Stollingseiwitten Albumine + Immunglobulines Zouten, mineralen en andere

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Müller, M. C. A. (2014). Coagulopathy and plasma transfusion in critically ill patients.

Citation for published version (APA): Müller, M. C. A. (2014). Coagulopathy and plasma transfusion in critically ill patients. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coagulopathy and plasma transfusion in critically ill patients Müller, M.C.A. Link to publication Citation for published version (APA): Müller, M. C. A. (2014). Coagulopathy

Nadere informatie

Safety of hydroxyethyl starches. Seminariewerk Idris Ghijselings

Safety of hydroxyethyl starches. Seminariewerk Idris Ghijselings Safety of hydroxyethyl starches Seminariewerk Idris Ghijselings 12-04-2013 Outline 1. Structuur en Farmacokinetiek - concentratie - moleculair gewicht - molaire substitutie 2. Farmacodynamiek - volume

Nadere informatie

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2016

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2016 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF

Nadere informatie