EasySIGN Finishing DUTC

Transcriptie

1 DUTC 2 1 Introductie 2 2 Finishing menu's 2 Finishing setup... 2 Beheer materialen Beheer koppelingen Positionering paskruizen Paskruizen verplaatsen 21 Maskeren 23 Snijlijn toevoegen 26 Lijn type 31 Vermenigvuldigen 31 Materiaal besparen 33 Verwijder effect 41 Dupliceer werkblad 41 Creëer achterzijde werkblad Tegelen Hulplijnen invoegen 58 Kleurscheiding (snijden) Finishing workflow's 62 Een voor en achterzijde met geneste objecten NC D Ho ld ing b.v. A ll rig hts re s e rv e d. 1

2 2 DUTC Introductie Welkom bij Finishing Finishing is een gereedschap set speciaal ontwikkeld voor de Finishing industrie. Door gebruik te maken van de beschikbare gereedschappen in deze licentie, heeft u de mogelijkheid om eenvoudig werkbladen te maken die voorheen niet mogelijk waren of alleen door intensieve handmatige arbeid. Wanneer u de beschikking heeft over de Finishing licentie komt er een nieuw menu beschikbaar in EasySIGN genaamd 'Finishing'. Dit menu bevat alle gereedschappen die nodig zijn voor de licentie 'Finishing'. in de volgende hoofdstukken gaan we uitleggen wat het doel van deze gereedschappen is en hoe deze het best te gebruiken zijn. Deze handleiding gebruikt een 'per menu' aanpak welke het voor u eenvoudiger maakt om uw weg in de software te vinden. De volgorde van de menu's in Finishing staan ruwweg in de volgorde van werken zoals gebruikelijk is in de 'Finishing' industrie. Finishing menu's Finishing setup... F i ni s hi ng s e t up... Waarom moet ik een setup uitvoeren voor een Finishing werkblad? Een 'Finishing' werkblad is een speciaal werkblad dat instellingen voor u onthoudt. Wanneer u een 'Finishing' werkblad aanmaakt voor een specifieke opdracht met een specifieke Printer, Plotter en/of Router worden deze uitvoer apparaten een onderdeel van het werkblad. Dit heeft als voordeel dat wanneer u een herhaal opdracht krijgt op een later tijdstip u niet meer in uw archieven hoeft op te zoeken wat nu ook alweer het apparaat en de instellingen waren die nodig zijn voor de herhaalopdracht. Al deze informatie is opgeslagen in het werkblad waardoor het fout percentage en daarmee verspilde materialen tot een absoluut minimum terugbracht wordt. Tevens kunt u 'Finishing' werkbladen aan elkaar koppelen waardoor u eenvoudig, indien nodig, een hoofd werkblad kunt hebben met daarin alle onderdelen die nodig zijn voor een complete opdracht met daaraan gekoppeld alle afzonderlijke uitvoer/ werktekening werkbladen. Om nu alle gereedschappen en voordelen van 'Finishing' te kunnen gebruiken dient u een 'Finishing' werkblad aan te maken. Om dit zo duidelijk mogelijk te maken starten we vanaf het begin. Indien niet gestart, start het programma 'EasySIGN'. Wanneer u 'EasySIGN' start opent deze met een nieuw werkblad. Om van dit (of elk ander werkblad inclusief bestaande werkbladen) een 'Finishing' werkblad te maken selecteert u het volgende menu, ' Fin is h in g > Fin is h in g s e tu p...', deze menu opdracht opent de volgende Wizard.

3 Dit is de welkomstpagina van de Wizard. Indien u deze niet meer wenst te zien vink dat het optie vakje 'Deze welkomstpagina niet meer tonen' aan (1). Klik op de knop 'Volgende' om door te gaan. 3

4 4 Op deze pagina kunt u instellen welk systeem u voor het printen wilt gebruiken. U kunt in de combobox 'Produceren via:' (1) kiezen uit de volgende opties: A (liggend streepje) dit werkblad is niet bedoeld voor print uitvoer. B EasySIGN V6 Print Server C PDF Document(en) Indien u deze optie selecteert wordt het veld 'Lokatie:' actief en kunt u doormiddel van de knop achter dit veld, bladeren naar de gewenste map. D Een RIP van derden Een rechtstreeks ondersteunde RIP van een andere fabrikant zoals 'Roland VersaWorks '. E Windows printer Indien u deze optie selecteert wordt het veld 'Windows printer:' actief waar u de gewenste printer kunt selecteren. Indien het huidige werkblad niet voor 'Printen' is bedoeld kunt u dit aangeven door de optie '-' te selecteren. We gaan er in deze handleiding echter van uit dat het de bedoeling is dat de uitvoer via 'EasySIGN V6 Print Server' gaat gebeuren. Selecteer de optie 'EasySIGN V6 Print Server' en klik op de knop 'Volgende'.

5 5 Op deze pagina kunt u instellen welk systeem u voor het snijden (plotter) wilt gebruiken. Indien u nog geen plotter heeft geïnstalleerd kunt u dit doen via de knop 'Toevoegen' (7). In deze handleiding gaan wij er van uit dat u nog geen plotter heeft geïnstalleerd dus druk op de knop 'Toevoegen' (7), dit opent een Wizard om een plotter te installeren.

6 6 Selecteer uit de lijst met drivers (1) het apparaat 'Muto Kona 760' en klik op de knop 'Volgende'. Selecteer uit de lijst met poorten 'FILE:' (bestand) en klik op de knop 'Volgende'. Druk op de knop 'Voltooien' (1) om de plotter toe te voegen. De geselecteerde plotter is nu geïnstalleerd en toegevoegd aan de lijst onder 'Produceren via:'. Voor een uitgebreide beschrijving over een apparaat installeren en de daarbij behorende instellingen verwijzen wij u naar de 'EasySIGN' handleiding. Deze opent u door het menu ' H e lp > H e lp o n d e r we r p e n ' te selecteren. 1 Selecteer hier de gewenste plotter. 2 Selecteer hier de gewenste instellingen die bij de geselecteerde plotter horen.

7 3 Opent de geselecteerde plotter instelling om aanpassingen te kunnen maken. 4 De uitvoer poort die is opgeslagen in de instellingen die u onder (2) heeft geselecteerd. 5 Gereserveerde instelling voor toekomstige aanpassingen. 6 Gereserveerde instelling voor toekomstige aanpassingen. 7 Knop om een plotter toe te voegen. 7 Druk op de knop 'Volgende'. Welke pagina dan verschijnt, is afhankelijk van het feit of u een Graveren/Routen licentie heeft. Op deze pagina kunt u instellen welk systeem u voor het Graveren/Routen wilt gebruiken. Indien u nog geen router heeft geïnstalleerd kunt u dit doen via de knop 'Toevoegen' (7). In deze handleiding gaan wij er van uit dat u nog geen router heeft geïnstalleerd dus druk op de knop 'Toevoegen' (7), dit opent een Wizard om een router te installeren.

8 8 Selecteer uit de lijst met drivers (1) het apparaat 'HPGL' en klik op de knop 'Volgende'. Selecteer uit de lijst met poorten 'FILE:' (bestand) en klik op de knop 'Volgende'.

9 Druk op de knop 'Voltooien' (1) om de router toe te voegen. De geselecteerde router is nu geïnstalleerd en toegevoegd aan de lijst onder 'Produceren via:'. 1 Selecteer hier de gewenste router. 2 Selecteer hier de gewenste instellingen die bij de geselecteerde router horen. 3 Opent de geselecteerde router instelling om aanpassingen te kunnen maken. 4 De uitvoer poort die is opgeslagen in de instellingen die u onder (2) heeft geselecteerd. 5 Gereserveerde instelling voor toekomstige aanpassingen. 6 Gereserveerde instelling voor toekomstige aanpassingen. 7 Knop om een router toe te voegen. Druk op de knop 'Volgende'. 9

10 10 Hier kunt u de grootte van het materiaal/werkblad instellen. 1 Selecteer hier een eerder opgeslagen materiaal. Aangezien u zelf nog geen materialen heeft opgeslagen zal in deze lijst alleen een voorbeeld waarde aanwezig zijn (300x300x1). Selecteer voorlopig deze waarde. 2 De 'Lengte' van het materiaal. 3 De 'Hoogte' van het materiaal. 4 De 'Dikte' van het materiaal. 5 Met deze knop kunt u het materiaalbeheer openen, dit komt echter aan bod in een volgend hoofdstuk. 6 De 'Oriëntatie' van het materiaal. Zet deze op 'Staand'. Druk op de knop 'Volgende'.

11 11 Hier kunt u (indien de geselecteerde plotter dit ondersteunt) de 'Aanlijn/Print & C ut paskruizen selecteren. Dit is ook de reden dat wij de 'Muto Kona 760' hebben geïnstalleerd omdat dit een van de plotters is die dit soort paskruizen ondersteunen. Selecteer onder 'Type' (1), 'Mutoh Auto Align (barcode)'. Druk op de knop 'Volgende'.

12 12 Dit is de laatste pagina van de Wizard. Druk op de knop 'Voltooien'.

13 13 Omdat wij een 'Aanlijn' paskruizen systeem hebben gekozen komt er eerst nog een dialoog naar voren waar u dit systeem verder kunt afstellen. Laat deze instellingen voorlopig op de waarden zoals weergegeven in de bovenstaande afbeelding en klik in deze dialoog op 'OK' (1). De huidige instellingen in de Wizard worden onthouden. De volgende keer (bijvoorbeeld bij een nieuw werkblad) kunt u deze Wizard binnen enkele seconden doorlopen (door gewoon overal op de knop 'Volgende' te klikken). Het werkblad/materiaal kunt u altijd direct als een 'Finishing' werkblad herkennen door de duidelijke markering op het werkblad/materiaal. Sla dit werkblad nu op als 'Finishing001.ES'. Beheer materialen... Be he e r m at e r i al e n... U kunt eenvoudig een eigen bibliotheek van materialen aanleggen of uitwisselen met uw collega's. Deze bibliotheek wordt in een duidelijk en uitwisselbaar XML formaat opgeslagen welke u kunt vinden in 'installatie directory EasySIGN\ V0X\SYSTEM\'. Dit bestand heet 'finmatlib.xml'. Indien niet al geopend, open het werkblad 'Finishing001.ES' uit het vorige hoofdstuk. Selecteer vervolgens het menu ' Fin is h in g > Be h e e r m a te r ia le n...', dit opent de volgende dialoog.

14 14 In deze bibliotheek staat op dit moment alleen een voorbeeld materiaal. Dit materiaal welke u gebruikt heeft in het vorige hoofdstuk gaan wij nu aanpassen. Selecteer het materiaal en klik op de knop 'Wijzigen...' (2). Verander de gegevens zoals in bovenstaande afbeelding. Naam: Vinyl blauw Type Vinyl Lengte: 600 Breedte: 400 Dikte 0

15 Opmerkingen: 15 Leverancier: Vinyl bedrijf C ontact: Vinyl contact Telefoon: Druk op de knop 'OK' (1) wanneer u gereed bent. De materiaal gegevens zijn nu gewijzigd (1) en de knop 'OK' (5) is nu beschikbaar. Om een nieuw materiaal toe te voegen klik op de knop 'Toevoegen...' (2). Vul wat waarden in en klik op 'OK' (1).

16 16 Het nieuwe materiaal is toegevoegd en geselecteerd (1). Klik nu op de knop 'Verwijderen' (4). Er wordt om een bevestiging gevraagd of u dit materiaal wilt verwijderen, druk op 'OK'. Het geselecteerde materiaal is nu verwijderd en het volgende materiaal in de lijst is geselecteerd. Druk nu op de knop 'OK' (5) om de wijzigingen te accepteren. U hebt nu van een bestaand materiaal de dimensies gewijzigd. Indien u wilt dat een bestaand werkblad deze wijziging herkent dient u de 'Finishing Setup Wizard' in dat werkblad een keer toe te passen. Indien u alleen de 'Naam', 'Type' en/of 'Opmerkingen' zou hebben gewijzigd was dit niet nodig geweest.

17 17 Indien niet al geopend, open het werkblad 'Finishing001.ES' uit het vorige hoofdstuk. Open het menu, ' Fin is h in g > Fin is h in g s e tu p...'. In de Wizard klik op volgende tot u bij de pagina voor het materiaal bent gekomen. U kunt zien dat de Wizard al weet dat de dimensies zijn veranderd (2), (3) en (4). Nu moet dit aan het werkblad zelf worden doorgegeven. Klik op volgende tot aan de laatste pagina en klik daar op de knop 'Voltooien'. Sla vervolgens het werkblad op. Beheer koppelingen... Be he e r k oppe l i nge n... Via dit menu kunt u werkbladen aan elkaar koppelen. Wanneer u een Finishing opdracht zoals 'Dupliceer werkblad...', 'C reëer achterzijde werkblad...', 'Kleurscheiding snijden...' etc. uitvoert kunt u de koppelingen automatisch laten uitvoeren. Om dit duidelijk te maken lopen we even vooruit op de handleiding en maken een 'Kleurscheiding (snijden)...'. Indien niet al geopend, open het werkblad 'Finishing001.ES' uit een van de vorige hoofdstukken. 1 Selecteer het menu ' Fin is h in g > Im p o r te r e n...'. 2 Blader naar de directory waar u de bijgeleverde C lipart kunt vinden. Standaard is dit 'installatie directory EasySIGN\V0X\C LIPART\'. Importeer het bestand 'clipart002.ec A'.

18 18 3 Omdat dit een voorbeeld tussendoor is gaan we nog niet op de details in, dat volgt in een later hoofdstuk. Zorg dat het object geselecteerd is en selecteer het menu ' Fin is h in g > Ex tr a > Kle u r s ch e id in g (s n ij d e n )...'. Selecteer bij 'Gebruikte vulkleuren' (1) alle aanwezige kleuren. Zorg ervoor dat de optie 'Koppel resulta(a)t(en) aan huidig werkblad' (2) is aangevinkt. Druk op de knop 'OK' (3). 4 U zult direct een melding krijgen dat het werkblad eerst opgeslagen dient te worden. 5 Sluit de waarschuwing en sla het werkblad op als 'Finishing002.ES'.

19 6 U heeft nu gemerkt dat u voordat u een Finishing functie wilt uitvoeren het huidige werkblad eerst dient op te slaan voordat u andere werkbladen gaat koppelen. 7 Herhaal nu stap 3. Nu krijgt u een herinnering dat bestaande koppelingen worden overschreven. 19 Druk op 'OK'. Wanneer u er voor kiest om werkbladen automatisch te laten koppelen worden deze werkbladen na het aanmaken gesloten om geheugen te besparen. Direct na het gereedkomen van de functie wordt de koppeling dialoog geopend. W a nne e r u in d e 'K le urs c he id ing s nijd e n...' d ia lo o g e r v o o r g e k o ze n ha d o m d e w e rk b la d e n nie t a uto m a tis c h te la te n k o p p e le n zo ud e n d e w e rk b la d e n m e t d e re s ulta te n no g s te e d s o p e ns ta a n. W a t lo g is c h g e d ra g is o m d a t d e w e rk b la d e n m e t d e re s ulta te n d a n nie t a uto m a tis c h k unne n w o rd e n o p g e s la g e n (g e e n Lo k a tie o f na a m is b e k e nd ). 1 Beschikbare koppelingen. Hier kunt u de resultaten zien, de volgende naamgeving wordt gehanteerd: Originele naam werkblad + _ + verkorte Engelse functie naam + _ + naam van de kleur Dit resulteert in de volgende namen: Finishing002_C olorsepc ut_black.es Finishing002_C olorsepc ut_naamloos.es Finishing002_C olorsepc ut_naamloos1.es (omdat de kleur 'Naamloos' al bestond) Finishing002_C olorsepc ut_white.es 2 Voorbeeld Een voorbeeld weergave van de geselecteerde koppeling. 3 Open Met deze knop kunt u het gekoppelde werkblad openen. 4 Toevoegen...

20 20 Met deze knop kunt u handmatig een werkblad koppelen. 5 Opnieuw koppelen... Met deze knop kunt u een verbroken koppeling repareren. 6 Verwijderen Met deze knop kunt u een geselecteerde koppeling verwijderen. Selecteer onder 'Beschikbare koppelingen' (1) het werkblad 'Finishing002_C olorsepc ut_black.es' en druk op de knop 'Open' (3). Niet alleen heeft dit werkblad dezelfde eigenschappen als het originele werkblad maar heeft automatisch een eigen koppeling gekregen. Selecteer het menu ' Fin is h in g > Be h e e r ko p p e lin g e n...'. U vindt hier de koppeling naar het originele werkblad terug (1) en natuurlijk kunt u vanuit hier het originele werkblad openen via de knop 'Open' (2). Sluit dit werkblad en keer terug naar het originele werkblad ('Finishing002.ES'). Dit werkblad is nu veranderd, de koppelingen zijn toegevoegd, en dient nu opgeslagen te worden. Sla dit werkblad op en sluit het. Positionering paskruizen... Pos i t i one r i ng pas k r ui z e n... Via dit menu kunt u rechtstreeks de huidige positionering paskruizen wijzigen of andere aan het werkblad toevoegen. Het wordt echter geadviseerd om deze dialoog alleen te gebruiken voor wijzigingen aan de huidige paskruizen aan te brengen. Een ander positionering paskruizen systeem kiezen kan het beste gedaan worden via de 'Finishing Setup Wizard'. Alleen de 'Finishing Setup Wizard' weet namelijk welk positionering paskruizen compatible zijn met de geselecteerde plotter. Indien niet al geopend, open het werkblad 'Finishing001.ES' uit een van de vorige hoofdstukken. Selecteer het menu ' Fin is h in g > P o s itio n e r in g p a s kr u iz e n...'.

21 21 De instellingen in deze dialoog zijn allemaal behoorlijk zelf verklarend en u hoeft ook niet vaak in deze dialoog te komen. Klik nu echter op de knop 'Nieuw' (1) om een nieuw document ID aan te maken en druk op de knop 'OK' (2). We gaan dit werkblad handmatig onder een andere naam opslaan en dit paskruizen systeem is afhankelijk van een uniek ID. Dit is de reden dat u in de dialoog een nieuw ID heeft moeten aanmaken. Sla dit werkblad nu op onder de naam 'Finishing003.ES'. Paskruizen verplaatsen Pas k r ui z e n v e r pl aat s e n Meestal wilt u bij het gebruik van de positionering paskruizen zoveel mogelijk van het materiaal gebruiken en zijn daarom standaard de positionering paskruizen ook aan de rand van het werkblad/materiaal gekoppeld. U zult echter ook situaties tegenkomen waarbij maar een gedeelte van het werkblad gebruikt dient te maken van de positionering paskruizen. Indien niet al geopend, open het werkblad 'Finishing003.ES' uit een van de vorige hoofdstukken. Selecteer het menu ' Fin is h in g > Ve r p la a ts p a s kr u iz e n '. De cursor veranderd van vorm om aan te geven dat u nu de paskruizen kunt verplaatsen. Onderstaande afbeelding geeft de huidige situatie van het werkblad/materiaal weer.

22 22 Verplaats nu de paskruizen zodat het werkblad/materiaal er zoals hieronder weergegeven uitziet. U keert weer terug naar de normale cursor en verlaat deze verplaats mode door op de 'ESC ' toets van uw toetsenbord te drukken. Sla nu het werkblad op.

23 23 Maskeren M as k e r e n U kunt zowel objecten als bitmaps maskeren. Om dit te tonen hebben wij een werkblad voor u voorbereid. Dit werkblad kunt u vinden in de voorbeelden directory; 'installatie directory EasySIGN\V0X\EXAMPLES\''. Open uit deze directory het bestand 'Masking001.ES'. Sla dit werkblad op als 'Finishing004.ES'. Dit werkblad is nog geen Finishing werkblad dus gaan we dat even doen om te laten zien hoe snel en eenvoudig dat gaat. Selecteer het menu ' Fin is h in g > Fin is h in g s e tu p...', in de Wizard die opent klik op de knop 'Volgende' totdat u op de paskruizen pagina bent beland. De la a ts t g e k o ze n P rinte r, P lo tte r e n R o ute r w o rd e n o ntho ud e n d us ho e ft u hie r nu g e e n a a nd a c ht a a n te b e s te d e n. B ij he t a a nm a k e n v a n e e n nie uw Finis hing w e rk b la d w o rd t s ta nd a a rd he t huid ig e p a g ina fo rm a a t g e b ruik t d us o o k hie r ho e ft u nie t na a r te k ijk e n te nzij u e e n s p e c ifie k m a te ria a l w ilt g e b ruik e n.

24 24 Selecteer hier de optie geen (-) (1) omdat we hier geen 'Positionering paskruizen' willen gebruiken. Klik op de knop 'Volgende' tot de laatste pagina en druk op de knop 'Voltooien'. De onderste twee afbeldingen van een auto (1) en (2) lijken op het eerste gezicht identiek aan elkaar. Tussen deze twee afbeeldingen zit echter een wezenlijk verschil, de linkse (1) heeft een Alfa kanaal en de rechtse (2) niet. U hoeft dit verschil ook niet te weten want de software detecteert dit automatisch. 1 Selecteer de afbeelding links onder (1). 2 Selecteer het menu ' Fin is h in g > M a s ke r e n > Bitm a p '. 3 De software zoomt automatisch in op de geselecteerde bitmap. 4 De software schakelt het alfa kanaal uit, converteert dit naar een curve en plaatst de afbeelding in die curve. 5 De software schakelt de bewerking mode naar het sleepgereedschap en u kunt direct het masker bewerken. 6 Indien u gereed bent en tevreden met het resultaat druk op de 'ESC ' toets van uw toetsenbord om weer naar de selectie mode terug te keren. Omdat deze afbeelding (1) al een alfa kanaal bevat kan de software de bewerking tijd drastisch verkorten. Zoom nu weer uit tot u alle objecten weer ziet, menu ' Be e ld > Alle s '. 1 Selecteer de afbeelding rechts onder (2). 2 Selecteer het menu ' Fin is h in g > M a s ke r e n > Bitm a p '. 3 De software zoomt automatisch in op de geselecteerde bitmap. 4 De software schakelt de bewerking mode naar het 'Toverstafje' en veranderd de cursor naar een toverstafje.

25 1 Stapsgewijs de selectie groter maken. 2 Stapsgewijs de selectie kleiner maken. 3 Gelijke gebieden selecteren. 4 Alles de-selecteren. 5 Selectie omkeren. 6 Toon selectie. 7 Toon eindresultaat. 8 Instellingen 5 Klik met het toverstafje op de achtergrond van de bitmap. 6 Klik op 'Selectie omkeren' (5). Anders zou de achtergrond zichtbaar zijn en de auto onzichtbaar. 7 Selecteer 'Toon eindresultaat'. 8 Indien u gereed bent en tevreden met het resultaat druk op de 'ESC ' toets van uw toetsenbord om weer naar de selectie mode terug te keren. 25 Zoom nu weer uit tot u alle objecten weer ziet, menu ' Be e ld > Alle s '. In het midden van de pagina ziet u een groep van vector en bitmap objecten (4). Daarboven ziet u een ellips (3) staan die we als masker willen gebruiken. Om het u eenvoudiger te maken hebben wij de groep exact op het midden van de pagina geplaatst zodat u de ellips ook alleen maar op het midden van de pagina hoeft te plaatsen. Wilt u namelijk objecten in een masker plaatsen dient dat masker op de correcte plek ten opzichte van de masker inhoud te staan. 1 Selecteer de ellips (3). 2 Druk op uw toetsenbord op de letter 'P', dit centreert de ellips op het midden van de pagina. 3 Selecteer nu de groep (4). 4 Selecteer het menu ' Fin is h in g > M a s ke r e n > S e le ctie '. 5 De cursor veranderd van vorm, selecteer met de cursor nu de ellips (3). 6 De groep wordt in de ellips geplaatst. De eenvoudigste manier om snel te controleren of alle maskers naar wens zijn is een zwart rechthoek achter de objecten te plaatsen. Selecteer uit de gereedschapsbalk aan de linkerzijde het rechthoek gereedschap en trek een rechthoek om alle objecten heen. Plaats dit rechthoek nu achter alle andere objecten. Met het rechthoek geselecteerd, selecteer het menu ' Or d e n e n > Vo lg o r d e > Na a r a ch te r g r o n d '.

26 26 Misschien ziet u het in de afbeelding hierboven niet zo duidelijk. Maar op uw werkblad is wel duidelijk te zien dat de afbeelding rechtsonder nog een witte rand heeft. 1 Selecteer de afbeelding rechtsonder. 2 Selecteer het menu ' Fin is h in g > M a s ke r e n > Bitm a p '. 3 De software zoomt automatisch in op de geselecteerde bitmap. 4 De software schakelt de bewerking mode naar het 'Toverstafje' en veranderd de cursor naar een toverstafje. 5 Klik tweemaal op de knop 'Selectie inkrimpen. De witte rand is nu verdwenen. 6 Indien u gereed bent en tevreden met het resultaat druk op de 'ESC ' toets van uw toetsenbord om weer naar de selectie mode terug te keren. Zoom nu weer uit tot u alle objecten weer ziet, menu ' Be e ld > Alle s '. Selecteer de zwarte rechthoek en druk op de 'Delete' toets van uw toetsenbord. Sla dit werkblad nu op. Snijlijn toevoegen Sni j l i j n t oe v oe ge n Snijlijnen gebruikt u wanneer u ontwerpen op een werkblad wilt printen en snijden (Print & C ut). U kunt deze snijlijnen gebruiken voor Hybride machines (Printen en snijden op hetzelfde apparaat) en voor systemen waarbij u een aparte printer en aparte plotter gebruikt. Indien niet al geopend, open het werkblad 'Finishing004.ES' uit een van de vorige hoofdstukken.

27 1 Een groep objecten in een masker. 2 Een bitmap in een masker. 3 Een Toverstafje object (een bitmap met een Toverstafje selectie). Selecteer de groep objecten in een masker (1). Selecteer het menu ' Fin is h in g > S n ij lij n to e v o e g e n...'. 1 Selecteer als 'Type outline' de optie 'Inline'. 2 Selecteer als 'Snij-gereedschap' het type 'Print en Snijlijn'. 3 Maak de afstand 2mm. 4 Selecteer als vorm voor de hoek de tweede optie. Druk op 'Toepassen' en vervolgens op 'Sluiten'. 27

28 28 Een dunne rode gestippelde lijn (in de afbeelding een dikke rode lijn voor de duidelijkheid) geeft aan waar het ontwerp later gesneden gaat worden. Selecteer de bitmap in een masker (2). Selecteer het menu ' Fin is h in g > S n ij lij n to e v o e g e n...'. 1 Selecteer als 'Type outline' de optie 'Outline'. 2 Selecteer als 'Snij-gereedschap' het type 'Print en Snijlijn'. 3 Maak de afstand 2mm. 4 Selecteer als vorm voor de hoek de tweede optie. Druk op 'Toepassen' en vervolgens op 'Sluiten'. Een dunne rode gestippelde lijn (in de afbeelding een dikke rode lijn voor de duidelijkheid) geeft aan waar het ontwerp later gesneden gaat worden. Om ook iets van de functionaliteit van EasySIGN buiten de Finishing te laten zien gaan we het 'Toverstafje object' (3)

29 eerst een beetje aanpassen. 1 Selecteer het 'Toverstafje object' (3). 2 Selecteer het menu ' Bitm a p > T o v e r s ta fj e o m z e tte n n a a r > M a s ke r '. 3 Selecteer het menu ' Effe cte n > S p e cia le e ffe cte n '. Neem de instellingen uit de dialoog over en druk op 'Toepassen' en wanneer de berekening voltooid is op 'Sluiten'. 4 Selecteer het menu 'Effecten > Outline'. 29

30 30 Neem de instellingen uit de dialoog over en druk op 'Toepassen' en wanneer de berekening voltooid is op 'Sluiten'. 5 Selecteer het menu ' Fin is h in g > S n ij lij n to e v o e g e n...'. 6 Selecteer als 'Snij-gereedschap' het type 'Print en Snijlijn'. 7 Maak de afstand 2mm. 8 Selecteer als vorm voor de hoek de tweede optie. 9 Druk op 'Toepassen' en vervolgens op 'Sluiten'.

31 31 Een dunne rode gestippelde lijn (in de afbeelding een dikke rode lijn voor de duidelijkheid) geeft aan waar het ontwerp later gesneden gaat worden. Sla het werkblad nu op. Lijn type L i j n t y pe Hier kunnen we heel kort over zijn. Dit menu maakt het mogelijk snel het lijn type van een geselecteerd object te veranderen. Indien niet al geopend, open het werkblad 'Finishing004.ES' uit een van de vorige hoofdstukken. 1 Selecteer alle objecten op de pagina. 2 Selecteer het menu ' Fin is h in g > Lij n ty p e > S ig n Bla n c'. 3 De geselecteerde objecten die eerst een lijn type 'Print en snijlijn' hadden hebben nu een lijn type 'Sign Blanc'. Dit kunt u direct zien omdat de weergave van het lijn type is veranderd naar een andere kleur. Sluit het werkblad zonder het op te slaan. Vermenigvuldigen Ve r m e ni gv ul di ge n Vermenigvuldigen gebruikt u wanneer u meerdere kopieën van hetzelfde ontwerp wilt gaan uitvoeren. U kunt hiervoor elk willekeurig object(en) voor gebruiken. Om het eenvoudig te houden gebruiken wij in het volgende voorbeeld een eenvoudig object wat u snel zelf kunt invoegen (indien uw licentie dit toelaat). Indien niet al geopend, open het werkblad 'Finishing003.ES' uit een van de vorige hoofdstukken. Selecteer het menu ' In v o e g e n > Fig u r e n > Ellip s...'.

32 32 Neem de instellingen uit de afbeelding hierboven over en klik op 'Toepassen' en vervolgens op 'Sluiten'. U heeft nu het volgende object op uw werkblad gecreëerd. Zorg ervoor dat het object geselecteerd is. We gaan er van uit dat dit object voor Printen en Snijden bedoeld is dus moeten we eerst een 'Snijlijn' toevoegen voor we dit gaan vermenigvuldigen. Selecteer het menu ' Fin is h in g > S n ij lij n to e v o e g e n...'. Neem de instellingen uit de afbeelding hierboven over en klik op 'Toepassen' en vervolgens op 'Sluiten'. Met dit object geselecteerd, selecteer het menu ' Fin is h in g > Ve r m e n ig v u ld ig e n '. Vul bij 'Aantal' (1) '50' in en bij 'Tussenruimte' (2) '1' in. Druk op 'OK'.

33 33 Deze functie heeft het resultaat plus origineel (samen 50 stuks) verplaatst naar de rechterzijde van het werkblad en heeft vervolgens ingezoomd op het resultaat plus de breedte van het werkblad. De reden voor dit is eenvoudig, na het vermenigvuldigen wilt u het resultaat zo voordelig mogelijk op het werkblad plaatsen met zo min mogelijk materiaal verlies. Dit kunt u doen met 'Blok nesting', True Shape nesting' en/of handmatig. Deze uitgangssituatie is daar ideaal voor. Sla het werkblad nu op. Voordat we verdergaan, gaan we eerst een duplicaat van dit werkblad maken. Zorg ervoor dat alle objecten geselecteerd zijn en selecteer het menu ' Fin is h in g > Ex tr a > D u p lice e r we r kb la d '. Zorg ervoor dat de opties 'Positionering paskruizen' en 'Geselecteerde objecten' zijn aangevinkt, dat de optie 'koppel resultaat aan huidig werkblad' is uitgevinkt en dat het 'Aantal kopieën' op '1' staat. Klik nu op 'OK'. Sla dit nieuwe werkblad op als 'Finishing005.ES'. Sluit nu beide werkbladen. Materiaal besparen M at e r i aal be s par e n Buiten het feit dat u handmatig objecten kunt verdelen op een werkblad bevat Finishing twee verschillende methoden om automatisch objecten te verdelen over een werkblad. Beide methoden kennen twee verschillende uitgangsposities, een werkblad met en een werkblad zonder positionering paskruizen. Wanneer er geen positionering paskruizen aanwezig zijn wordt het hele werkblad gebruikt voor de plaatsing van de objecten. Wanneer er wel positionering paskruizen aanwezig zijn wordt de ruimte tussen de begrenzing van de positionering paskruizen gebruikt om de objecten te plaatsen. Bloknesting Bloknesting is een snelle methode om objecten geordend op het werkblad te verdelen.

34 34 Indien niet al geopend, open het werkblad 'Finishing003.ES' uit een van de vorige hoofdstukken. Zorg ervoor dat alle objecten geselecteerd zijn en selecteer het menu ' Fin is h in g > M a te r ia a l b e s p a r e n > Blo kn e s tin g > P la a ts e n '. 1 Pagina/Paskruizen marge Wanneer u objecten op een werkblad plaatst, wilt u nooit helemaal tot de rand gaan. Zeker met positionering paskruizen waarbij het helemaal tot de rand gaan er toe zou kunnen leiden dat uw ontwerpen gedeeltelijk over de paskruizen heen geprint zouden kunnen worden. Het is daarom altijd beter een marge tussen de rand van de pagina of paskruizen te hebben. Deze marge kunt u hier instellen voor horizontaal en verticaal. Vul bij beide 1mm in. 2 Objecten Hier kunt u de marge tussen de objecten invoeren. Ook deze houden wij vrij klein. Vul hier 1mm in. Wanneer u de instellingen heeft gemaakt druk op 'OK'.

35 35 De objecten worden in een Bloknesting object geplaatst en de cursor veranderd naar de sleep cursor. Met deze cursor kunt u indien gewenst de hoekpunten van de bloknesting verslepen om een eventueel beter resultaat te verkrijgen. Indien u gereed bent en tevreden met het resultaat druk op de 'ESC ' toets van uw toetsenbord om weer naar de selectie mode terug te keren. Sluit het werkblad zonder dit op te slaan en open het weer. Verwijder nu de positionering paskruizen. Selecteer het menu ' Fin is h in g > P o s itio n e r in g p a s kr u iz e n...'.

36 36 Zorg ervoor dat de optie 'Toon Print & C ut paskruizen' niet meer aanstaat en druk op 'OK'. Voer nu de Bloknesting uit net als eerder beschreven. Zoals u kunt zien wordt nu het hele werkblad gebruikt. U kunt er voor kiezen het Bloknesting object te laten staan maar indien u nog handmatig wat aanpassingen wilt maken kunt u dit object beter verwijderen. Anders kunt u de afzonderlijke objecten niet aan. Zorg ervoor dat het Bloknesting object geselecteerd is en selecteer het menu ' Fin is h in g > M a te r ia a l b e s p a r e n > Blo kn e s tin g > T o e p a s s e n '. U heeft nu toegang tot alle afzonderlijke objecten. Sluit dit werkblad zonder op te slaan. True Shape nesting True Shape nesting kan veel meer materiaal besparing opleveren.

37 37 Indien niet al geopend, open het werkblad 'Finishing005.ES' uit een van de vorige hoofdstukken. True Shape nesting heeft een speciaal effect nodig om de nesting te kunnen uitvoeren, te weten een 'Sticker C ontour'. U heeft echter op de objecten op dit werk blad een 'Outline' met lijn type 'Print & Snijlijn' toegepast, dit hebben wij u expres laten doen zodat u kunt zien dat u niet verplicht bent altijd een 'Sticker C ontour' met lijn type 'Print & Snijlijn' te moeten gebruiken om True Shape nesting te kunnen gebruiken. U kunt namelijk meerdere effecten over elkaar heen plaatsen en wanneer u voor 'Sticker C ontour' als lijn type 'Sign Blank' gebruikt heeft dit geen effect op het eindresultaat. Een lijn type 'Sign Blank' wordt namelijk niet geprint en niet geplot, dit lijn type is namelijk alleen een hulpmiddel. Zorg ervoor dat alle objecten geselecteerd zijn en selecteer het menu ' Fin is h in g > M a te r ia a l b e s p a r e n > T r u e S h a p e n e s tin g > Vo o r b e r e id e n '. 1 Snij-gereedschap Selecteer hier het type 'Sign Blank'. 2 Gegevens Vul bij 'Afstand', '0' in. 3 Lijneigenschappen Selecteer de tweede optie voor 'Vorm hoeken'. Druk op 'Toepassen' en wanneer de functie gereed is op 'Sluiten'. Zorg ervoor dat alle objecten geselecteerd zijn en selecteer het menu ' Fin is h in g > M a te r ia a l b e s p a r e n > T r u e S h a p e n e s tin g > T o e p a s s e n '.

38 38 1 Nesting kwaliteit Selecteer hier de optie 'Normaal'. Dit geeft meestal een goed resultaat en is veel minder geheugen belastend dan 'Meer Detail (langzamer)'. 2 Rotatie Selecteer hier '45 graden'. 3 Opties Zet alle opties uit. 4 Pagina/Paskruizen marge Vul hier bij 'Horizontaal' en 'Verticaal', 1mm in. Indien u gereed bent klik op 'OK'. Omdat er positionering paskruizen aanwezig zijn wordt de ruimte tussen de begrenzing van de positionering paskruizen gebruikt om de objecten te plaatsen. Om wat meer van True Shape nesting en het verschil zonder de positionering paskruizen te laten zien, gaan wij nu de positionering paskruizen verwijderen. Selecteer het menu ' Fin is h in g > P o s itio n e r in g p a s kr u iz e n...'.

39 39 Zorg ervoor dat de optie 'Toon Print & C ut paskruizen' niet meer aanstaat en druk op 'OK'. Selecteer nu alle objecten, druk op uw toetsenbord op 'C TRL+D' (dupliceren). Verplaats nu de duplicaten tot buiten de pagina en zorg ervoor dat ze geselecteerd blijven. Selecteer het menu ' Fin is h in g > M a te r ia a l b e s p a r e n > T r u e S h a p e n e s tin g > T o e p a s s e n '.

40 40 1 Nesting kwaliteit Selecteer hier de optie 'Normaal'. 2 Rotatie Selecteer hier '45 graden'. 3 Opties Zet nu de optie 'Incrementeel' aan. Deze optie zorgt ervoor dat de nieuwe objecten rekening houden met objecten die al op het werkblad aanwezig zijn. 4 Pagina/Paskruizen marge Vul hier bij 'Horizontaal' en 'Verticaal', 1mm in. Indien u gereed bent klik op 'OK'. In dit geval zorgt de uitgangssituatie ervoor dat er een witte ruimte overblijft. Dit is echter eenvoudig op te lossen. Druk op 'C TRL+Z' op uw toetsenbord om de True Shape nesting ongedaan te maken. Verplaats nu de objecten op het werkblad handmatig naar de rechter onderzijde. Selecteer nu weer de nieuwe objecten en voer bovenstaande stappen opnieuw uit.

41 41 Nu ziet het resultaat er heel wat beter uit. Sla dit werkblad op en sluit het. Verwijder effect Ve r w i j de r e f f e c t Deze optie verwijdert het bovenliggende effect van elk geselecteerd object. Indien niet al geopend, open het werkblad 'Finishing005.ES' uit een van de vorige hoofdstukken. Deze objecten bevatten een 'Outline' met lijn type 'Print en Snij lijn' met daaroverheen een 'Sticker contour' met het lijn type 'Sign Blank'. De 'Sticker contour' met het lijn type 'Sign Blanc' is niet meer nodig. Het is niet echt nodig deze te verwijderen omdat het lijn type 'Sign Blank' niet te printen of te plotten is. Dit werkblad laat echter goed zien waarvoor u 'Verwijder effect' kunt gebruiken. Selecteer alle objecten en vervolgens het menu ' Fin is h in g > v e r wij d e r e ffe ct'. U ziet misschien niets veranderen aan het werkblad maar de 'Sticker contour' met het lijn type 'Sign Blank' is nu van alle objecten verwijderd. Sla dit werkblad op en sluit het. Dupliceer werkblad D upl i c e e r w e r k bl ad Door middel van deze functie kunt u eenvoudig bestanden maken die aan elkaar gekoppeld zijn. Wanneer u bijvoorbeeld panelen voor een beurs moet maken is het logischer om voor elk paneel een apart werkblad te hebben i.p.v. meerdere panelen op hetzelfde werkblad te plaatsen.

42 42 1 Maak een nieuw werkblad aan. Selecteer hiervoor het menu ' Be s ta n d > Nie u w' 2 Start de Wizard om een Finishing werkblad aan te maken. Selecteer hiervoor het menu ' Fin is h in g > Fin is h in g s e tu p...'. I.p.v. de instellingen te gebruiken die zijn opgeslagen gaan we nu andere instellingen gebruiken. Ook om beter met de Wizard vertrouwd te raken. Voor print uitvoer kiezen we 'PDF Document(en) (1). Gebruik de knop 'Bladeren' (3) om een directory naar keuze te selecteren. Druk op de knop 'Volgende'.

43 Selecteer op de pagina voor snijden de optie 'Geen' (liggen streepje) (1). Druk op de knop 'Volgende'. 43

44 44 Selecteer op de pagina voor Graveren/Routen (indien u deze licentie heeft) de optie 'Geen' (liggend streepje) (1 ). Druk op de knop 'Volgende'.

45 Op de materiaal pagina gaan we eerst een nieuw materiaal toevoegen. Druk op de knop 'Materiaal' (1). Druk op de knop 'Toevoegen' (1). 45

46 46 De gegevens die wij hier ingevuld hebben zijn alleen maar een voorbeeld. U vult hier natuurlijk op uw eigen manier en taal de gegevens in. Druk op 'OK' in deze dialoog en de volgende dialoog om de gegevens te accepteren.

47 47 Selecteer bij 'Grootte' (1) het nieuwe materiaal en vink bij 'Oriëntatie' de optie 'Staand' (2) aan. Druk op de knop 'Volgende'.

48 48 Selecteer op de pagina voor Positionering paskruizen de optie 'Geen' (liggend streepje) (1). Druk op de knop 'Volgende'.

49 49 Druk op de knop 'Voltooien' (1). 3 Wanneer u werkbladen automatisch wilt laten koppelen moet het originele werkblad opgeslagen zijn. We houden het eenvoudig en slaan het werkblad op als 'panel001.es'. 4 Maak nu een eenvoudig template op het werkblad aan met behulp van hulplijnen en rechthoeken.

50 50 Zoals u in bovenstaand voorbeeld kunt zien hoeft dat maar vrij eenvoudig te zijn. Sla de veranderingen op. 5 Selecteer nu alle objecten en vervolgens het menu ' Fin is h in g > Ex tr a > D u p lice e r we r kb la d '. 1 Nieuw werkblad inclusief... Hier kunt u selecteren welke elementen u mee wilt nemen naar het nieuwe werkblad. In dit geval vink de volgende opties aan: Hulplijnen Geselecteerde objecten 2 Opties Vink de optie 'Koppel resulta(a)t(en) aan huidig werkblad' aan en vul bij 'Aantal kopieën '3' in. Klik op de knop 'OK'. 6 Na enkele seconden is het proces gereed en wordt de koppeling dialoog geopend.

51 51 U kunt nu elk werkblad afzonderlijk openen door dit in de lijst (1) te selecteren en vervolgens op de knop 'Open' (2) te klikken. Sluit de dialoog en sla het werkblad 'panel001.es' op. Creëer achterzijde werkblad... Cr e ë e r ac ht e r z i j de w e r k bl ad... Het is vaak een arbeidsintensieve taak om een werktekening voor bijvoorbeeld een hangende display met een voor en achterzijde te maken. Zolang de buitenste vorm een cirkel of vierkant is dit nog mogelijk, maar bij onregelmatige vormen wordt dit een probleem. Met Finishing wordt het maken van een achterzijde heel eenvoudig. Om dit aan u te kunnen tonen hebben wij een werkblad voor u voorbereid. Dit werkblad kunt u vinden in de voorbeelden directory; 'installatie directory EasySIGN\V0X\EXAMPLES\'. Open uit deze directory het bestand 'FrontBack001.ES'. Dit werkblad bestaat uit enkele eenvoudige hangende displays met 'Doorsnijlijnen' voor de omtrek en de gaten voor de bevestiging. Om hier nu een achterzijde van te maken zou met normale ontwerphulpmiddelen arbeidsintensief

52 52 zijn. Wij gaan u nu laten zien hoe eenvoudig dit kan met Finishing. Maak eerst een Finishing werkblad van dit werkblad door de Finishing Setup Wizard te doorlopen. Wanneer u gereed bent sla dit werkblad op als 'Front001.ES'. Selecteer nu alle objecten op het werkblad, bijvoorbeeld met de sneltoets 'C TRL+A'. Selecteer het menu ' Fin is h in g > Ex tr a > Cr e ë e r a ch te r z ij d e we r kb la d '. 1 Nieuw werkblad inclusief... Hier kunt u selecteren welke elementen u mee wilt nemen naar het nieuwe werkblad. In dit geval vink de volgende opties aan: Hulplijnen Geselecteerde objecten 2 Opties Vink de optie 'Koppel resulta(a)t(en) aan huidig werkblad' aan. Klik op de knop 'OK'. Na enkele seconden is het proces gereed en wordt het nieuwe werkblad geopend. In tegenstelling tot bijvoorbeeld 'Dupliceer werkblad...' wordt niet het werkblad gesloten en de koppeling dialoog geopend. Bij 'C reëer achterzijde werkblad...' is namelijk het aantal werkbladen van tevoren bekend, altijd één. Dit werkblad is al opgeslagen als 'Front001_BAC K.ES' en gekoppeld aan het originele werkblad.

53 53 Om de achterzijde af te maken en hetzelfde er uit te laten zien als het bovenstaande voorbeeld hoeven we maar enkele stappen uit te voeren. 1 Tekst spiegelen Selecteer de tekst 'SEAFOOD' en gebruik vervolgens de sneltoets 'ALT+F10'. Neem de instellingen uit de afbeelding hierboven over en klik dan op 'Toepassen' en vervolgens 'Sluiten'. Selecteer de tekst 'SALE' linksboven en gebruik de sneltoets 'C TRL+R' (dit herhaalt de laatste opdracht). Selecteer de tekst 'SALE' rechtsboven en gebruik vervolgens de sneltoets 'ALT+F10'. Neem de instellingen uit de afbeelding hierboven over en klik dan op 'Toepassen' en vervolgens 'Sluiten'. Selecteer de tekst 'SALE' rechtsonder en gebruik de sneltoets 'C TRL+R'. 2 Doorsnij lijnen verwijderen Dit werkblad gebruikt doorsnij lijnen, deze zijn maar aan één zijde nodig dus op de achterzijde kunnen ze verwijderd worden. Om deze doorsnij lijnen beter te kunnen zien is het beter even naar draadmodel om te schakelen. Gebruik de sneltoets 'SHIFT+F9'.

54 54 Selecteer alle doorsnijlijnen zoals in bovenstaande afbeelding en druk op de 'Delete' toets van uw toetsenbord. 3 Schakel weer om naar kleurweergave, gebruik de sneltoets 'SHIFT+F12'. Sla beide werkbladen op en sluit deze. Tegelen... Te ge l e n... Het zal regelmatig voorkomen dat u een ontwerp aangeleverd krijgt dat getegeld moet worden omdat het te groot is voor uw beschikbare materialen en/of apparaten. De meeste RIP's van tegenwoordig ondersteunen tegelen. Deze hebben vaak als groot nadeel dat u het resultaat pas ziet wanneer de print gereed is, zodat u eventuele fouten niet bijtijds kunt ontdekken. U kunt de overlap niet controleren, geen eigen paskruizen aanmaken, geen aanpassingen maken etc., u moet wachten tot de (meestal dure print) gereed is om te kunnen zien of het tegelen gegaan is zoals u verwacht had. Met Finishing wordt de tegeling uitgevoerd voordat u gaat printen en/of snijden. U kunt dus de tegels eerst nog controleren en eventueel aanpassen voordat u aan de uitvoer begint. Tevens wordt het originele ontwerp/werkblad niet aangetast maar van elke tegel wordt een apart werkblad aangemaakt wat gekoppeld wordt aan het origineel (indien gewenst). Wij hebben voor u een eenvoudig werkblad voorbereid waarmee u bekend kunt raken met deze functionaliteit. Dit werkblad kunt u vinden in de voorbeelden directory; 'installatie directory EasySIGN\V0X\EXAMPLES\'. Open uit deze directory het bestand 'NoFit001.ES'.

55 55 Dit werkblad bevat een ontwerp voor bijvoorbeeld een grote sticker inclusief een Print en Snij lijn en is geplaatst op een werkblad ter grootte van bijvoorbeeld uw grootste sticker materiaal. Maak eerst een Finishing werkblad van dit werkblad door de Finishing Setup Wizard te doorlopen. Wanneer u gereed bent sla dit werkblad op als 'ToLarge001.ES'. Selecteer nu het object op het werkblad. Selecteer het menu ' Fin is h in g > Ex tr a > T e g e le n...'.

56 56 1 Tegelen gebaseerd op Hier kunt u uit verschillende opties kiezen om de tegeling te maken. Wanneer u hier of ergens anders in de dialoog een aanpassing maakt zal het voorbeeld van de tegeling geüpdate worden. Wordt het voorbeeld niet geüpdate of is het zelfs niet zichtbaar schakel dan de optie 'Toon/Update Voorbeeld' (4) een paar maal uit en aan. 2 Panelen Hier kunt u de grootte van de panelen en de overlap instellen. Zorg ervoor dat de optie 'Inclusief uitlijn linialen' is aangevinkt. 3 Marge om de selectie We willen niet exact op de rand van de selectie tegelen,dus vul bij de horizontale en verticale marge 5mm in. Het zal maar zelden voorkomen dat een tegel geen overlap heeft dus vul bij 'Overlap' 2mm in. 4 Beeld Hier kun t u het voorbeeld aan of uit zetten of een update forceren. 5 Uitvoer type Selecteer hier 'Print / Printen & snijden'. 6 Nieuwe werkblad(en) inclusief... Dit werkblad bevat geen positionering paskruizen of hulplijnen, dus hier kan ook niets geselecteerd worden. 7 Opties U wilt bij een eventuele herhaal opdracht niet opnieuw de tegels aan moeten maken en u wilt de werkbladen met de tegels ook terug kunnen vinden, activeer daarom 'Koppel result(a)t(en) aan huidig

57 57 werkblad'. Klik op de knop 'OK'. Na enkele seconden is dit proces gereed en wordt de 'koppeling dialoog' geopend. Selecteer het eerste werkblad in de lijst (1) en klik op de knop 'Open' (2). Zoals u in de afbeelding hierboven kunt zien is de tegeling zoals u deze kunt verwachten. U kunt nu dit werkblad en de andere werkbladen gaan uitvoeren of u kunt eerst nog aanpassingen maken, u heeft nu de mogelijkheid hiertoe. Niet alleen is het ontwerp getegeld maar ook de Print en Snij lijn, om dit duidelijker te maken hebben wij hieronder een afbeelding gemaakt met het ontwerp verborgen en de snij lijn weergegeven door een dikke rode lijn.

58 58 U kunt de getegelde werkbladen nu direct uitvoeren op een Hybride machine of op een aparte printer en aparte plotter. Sluit dit werkblad en sla het originele werkblad op. Het originele werkblad is namelijk veranderd omdat daar de koppelingen naar de tegel werkbladen aan toegevoegd zijn. Hulplijnen invoegen H ul pl i j ne n i nv oe ge n Hulplijnen zijn vaak een onmisbaar onderdeel voor de plaatsing van de elementen van een ontwerp of werktekening. Finishing bevat daarom dan ook enkele hulpmiddelen om veel voorkomende handelingen met hulplijnen te automatiseren. Deze hulpmiddelen voor hulplijnen bevinden zich allemaal onder hetzelfde submenu te weten ' Fin is h in g > Ex tr a > H u lp lij n e n in v o e g e n >...'. D ia lo o g... Deze opdracht opent de dialoog om hulplijnen in te voegen.

59 59 Buiten dat u hulplijnen direct vanuit de linialen naar het werkblad kunt slepen kunt u ook deze dialoog gebruiken om de hulplijnen exact te plaatsen. U kunt ook een hulplijn slepen en vervolgens nauwkeuriger plaatsen door met de rechter muisknop er op te klikken en de opdracht 'Eigenschappen' te selecteren, dit opent de bovenstaande dialoog met de geselecteerde hulplijn actief. Voor een uitgebreide beschrijving over deze dialoog verwijzen wij u naar de 'EasySIGN' handleiding. Deze opent u door het menu ' H e lp > H e lp o n d e r we r p e n ' te selecteren. Op r a n d v a n we r kb la d... Deze opdracht opent de volgende dialoog. Hiermee kunt u hulplijnen op de rand van het werkblad toevoegen. Indien u bij de marges (1) '0' invoert worden de hulplijnen exact op de rand van het werkblad ingevoegd. Bij positieve waarden worden de hulplijnen op het werkblad geplaatst en bij negatieve waarden buiten het werkblad. Aa n b in n e n z ij d e p o s itio n e r in g p a s kr u iz e n... Deze opdracht opent de volgende dialoog.

60 60 Hiermee kunt u hulplijnen aan het werkblad toevoegen gebaseerd op de binnenzijde van de positionering paskruizen. Indien u bij de marges (1) '0' invoert worden de hulplijnen exact op de binnenzijde van de positionering paskruizen ingevoegd. Bij positieve waarden worden de hulplijnen verder naar binnen geplaatst en bij negatieve waarden verder naar buiten. Aa n b u ite n z ij d e p o s itio n e r in g p a s kr u iz e n... Deze opdracht opent de volgende dialoog. Hiermee kunt u hulplijnen aan het werkblad toevoegen gebaseerd op de buitenzijde van de positionering paskruizen. Indien u bij de marges (1) '0' invoert worden de hulplijnen exact op de buitenzijde van de positionering paskruizen ingevoegd. Bij positieve waarden worden de hulplijnen verder naar binnen geplaatst en bij negatieve waarden verder naar buiten. Op b e g r e n z in g s e le ctie... Deze opdracht opent de volgende dialoog. Hiermee kunt u hulplijnen aan het werkblad toevoegen gebaseerd op de extensies van de actieve selectie. Indien u bij de marges (1) '0' invoert worden de hulplijnen exact op de extensies van de actieve selectie ingevoegd. Bij positieve waarden worden de hulplijnen verder naar binnen geplaatst en bij negatieve waarden verder naar buiten. Bij een actieve selectie heeft u tevens de keuze of er rekening gehouden moet worden met eventueel aanwezige lijnbreedten (2). Kleurscheiding (snijden)... Kl e ur s c he i di ng ( s ni j de n)... Bijna alle Signmaking programma's hebben de mogelijkheid tot kleur gescheiden snijden. Allerlei ingewikkelde berekening worden uitgevoerd om het resultaat zo goed mogelijk te maken. Helaas heeft u net als bij tegelen niet de mogelijkheid het resultaat van tevoren goed te controleren. Wanneer er al een controle mogelijkheid is gebeurt dit vaak via een onnauwkeurig plot voorbeeld waar men niet, of slecht, op in kan zoomen. Bij Finishing gebeurt dit direct op het werkblad. U kunt de kleurscheiding controleren en eventueel aanpassen voordat u de snij opdracht gaat uitvoeren. Tevens blijft het origineel onaangetast en kunt u de kleurscheidingen automatisch laten koppelen aan het originele werkblad. Wij hebben voor u een eenvoudig werkblad voorbereid waarmee u bekend kunt raken met deze functionaliteit. Dit werkblad kunt u vinden in de voorbeelden directory; 'installatie directory EasySIGN\V0X\EXAMPLES\''. Open uit deze directory het bestand 'C olorsep001.es'.

61 61 Dit werkblad bevat een ontwerp voor bijvoorbeeld een grote sticker en enkele paskruizen voor de plaatsing na het snijden. Maak eerst een Finishing werkblad van dit werkblad door de Finishing Setup Wizard te doorlopen. Wanneer u gereed bent sla dit werkblad op als 'Seperation001.ES'. Selecteer nu alle objecten op het werkblad met de sneltoets 'C TRL+A'. Selecteer het menu ' Fin is h in g > Ex tr a > Kle u r s ch e id in g (s n ij d e n )...'. 1 Gebruikte vulkleuren Selecteer hier de vulkleuren die u wilt kleur scheiden. In dit geval alle kleuren. 2 Nieuwe werkblad(en) inclusief... Dit werkblad bevat geen positionering paskruizen of hulplijnen, dus hier kan ook niets geselecteerd worden. 3 Opties U wilt bij een eventuele herhaal opdracht niet opnieuw de kleurscheiding aan moeten maken (of de eventuele aanpassingen opnieuw moeten uitvoeren) en u wilt de werkbladen met de kleurscheidingen ook terug kunnen vinden, activeer daarom 'Koppel result(a)t(en) aan huidig werkblad'. Klik op de knop 'OK'. Na enkele seconden is dit proces gereed en wordt de 'koppeling dialoog' geopend.

62 62 U kunt nu via deze koppeling dialoog elk werkblad apart openen, controleren en uitvoeren. Finishing workflow's Een voor en achterzijde met geneste objecten Ee n v oor e n ac ht e r z i j de m e t ge ne s t e obj e c t e n Wanneer u een opdracht ontvangt met meerdere ontwerpen welke allemaal een voor en een achterzijde hebben en geproduceerd moeten worden met meerdere kopieen dan is het volgende de meest geschikte workflow. Natuurlijk hebben wij de opdracht voor u voorbereid. De benodigde bestanden kunt u vinden in de volgende directory: Installatie directory EasySIGN\V0X\EXAMPLES\ Maak een nieuw werkblad aan en converteer dit naar een 'Finishing' werkblad. Selecteer het menu ' Fin is h in g > Fin is h in g s e tu p...'. In de Wizard vul uw gewenste voorkeuren in maar op de materiaal pagina voer het volgende in: Materiaal : <Eigen> Lengte (X) : 1000 mm Hoogte (Y) : 1000 mm Dikte (Z) : 1 mm Oriëntatie : Staand Ga door naar de laatste pagina van de Wizard en druk op 'Voltooien'. Sla dit werkblad op als ' D o No td is tu r b '. Wat is de opdracht? U moet twee verschillende tweezijdige 'Niet storen' bordjes maken. De klant had de ontwerpen al gereed en voor de kleur van de doorsnijlijn heeft hij een eigen spotkleur gemaakt genaamd ' D is tu r b '. 1 Om de spotkleur ' D is tu r b ' tijdens het importeren automatisch naar een 'Doorsnij lijn' om te zetten moeten we eerst enkele dingen doen. Voeg de spotkleur toe Selecteer het menu ' Fin is h in g > Vo e g s p o tkle u r to e...' dit zal de kleuren dialoog openen.

63 63 Neem de instellingen uit de bovenstaande afbeelding over en druk op 'Toevoegen', dit opent een andere dialoog. Welke kleur u heeft gebruikt is in dit geval niet echt belangrijk bij een spotkleur maar de naam is wel belangrijk. Vul in deze dialoog de exacte naam van de spotkleur in (' D is tu r b ') en druk op 'OK'. Wat te doen met de spotkleur Nu moeten we de software vertellen wat te doen met de spotkleur ' D is tu r b '. Selecteer het menu 'Finishing > Globale instellingen.', dit opent de volgende dialoog.

64 64 1 Selecteer de tab 'Import'. 2 Zorg ervoor dat de optie 'Optimaliseer vector import' is aangevinkt. 3 Vink de optie 'Haarlijn automatisch omzetten naar een Doorsnij lijn' aan. 4 Selecteer hier de spotkleur die u zojuist heeft toegevoegd. Druk op 'OK' om de instellingen toe te passen en de dialoog te sluiten. 2 Importeer de bestanden voor deze opdracht. Selecteer het menu ' Fin is h in g > Im p o r te r e n de 'EXAMPLES' directory. Importeer het bestand 'DoNotDisturb Back.pdf'. Kopieer de instellingen uit de afbeelding hierboven en druk op 'OK'. Doe hetzelfde voor de bestanden: DoNotDisturb Front.pdf DoNotDisturbAlt Back.pdf DoNotDisturbAlt Front.pdf Positioneer de bestanden zoals hieronder aangegeven: ' en blader naar

65 3 65 Selecteer alle 4 objecten en selecteer het menu' Fin is h in g > M a te r ia a l b e s p a r e n > T r u e S h a p e n e s tin g > Vo o r b e r e id e n '. Kopieer de instellingen uit de afbeelding hierboven en druk op 'Toepassen', druk daarna op 'Sluiten'. 4 Selecteer 'A', klik op de rechter muisknop en uit het contextmenu selecteer de opdracht ' Na a m > W ij z ig e n '. Vul als naam 'FRONT' in. Doe hetzelfde met 'C' alleen vul hier de naam 'FRONT ALT' in. 5 Selecteer 'A' en het menu ' Fin is h in g > Ve r m e n ig v u ld ig e n '.

66 66 Vul 25 in en druk op 'OK'. Doe hetzelfde met 'C'. Uw werkblad zal er nu ongeveer zoals de afbeelding hieronder uitzien. 6 Selecteer alle kopieen die u gemaakt heeft (50 in totaal) aan de rechterzijde van het werkblad. Selecteer het menu ' Fin is h in g > M a te r ia a l b e s p a r e n > T r u e S h a p e n e s tin g > T o e p a s s e n '.

67 Kopieer de instellingen uit de afbeelding hierboven en druk op 'OK'. Uw werkblad zal er nu ongeveer zoals de afbeelding hieronder uitzien. 7 Sla het werkblad op. Selecteer alle objecten inclusief 'B' en 'D'. Selecteer het menu ' Fin is h in g > Ex tr a > Cr e ë e r a ch te r z ij d e we r kb la d '. 67

68 68 Kopieer de instellingen uit de afbeelding hierboven en druk op 'OK'. Uw werkblad zal er nu ongeveer zoals de afbeelding hieronder uitzien. 8 Selecteer een van de 'FRONT' objecten op het werkblad en klik op de rechter muisknop en uit het contextmenu selecteer de opdracht ' S e le cte r e n p e r > G e lij ke n a m e n '. Selecteer het menu ' Fin is h in g > Ex tr a > Ve r v a n g g e s e le cte e r d v o o r z ij d e d o o r a ch te r z ij d e '. Uw werkblad zal er nu ongeveer zoals de afbeelding hieronder uitzien.

69 Doe nu hetzelfde voor het andere 'FRONT' object. Verwijder de twee originele achterzijden. Uw definitieve werkblad zal er nu ongeveer zoals de afbeelding hieronder uitzien. Sla dit werkblad op. 69