Lesbrief Rembrandt van Rijn. Inleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Lesbrief Rembrandt van Rijn. Inleiding"

Transcriptie

1 Inleiding Als je dit leest, begin je aan een spannend, leerzaam en creatief project! Je leert van alles over een beroemde kunstenaar en ontdekt zijn schildertechnieken. Wij hopen dat jij en je klasgenootjes of vriendjes en vriendinnetjes het leuk zullen vinden om de verschillende opdrachten te doen en er veel van kunnen leren. Wij vonden het in ieder geval leuk en leerzaam om dit project voor jullie op te zetten! Veel (leer)plezier! Margreet, Rianne, Tessa, Jeroen en Maloe Leiden,

2 Inhoudsopgave Kleding in de tijd van Rembrandt 3 Doen! Kleding maken...4 Tableau vivant! 5 Doen! Tableau vivant...5 Het leven van Rembrandt van Rijn 7 Dikke verf 9 Doen! Tekenen in een dikke laag verf...9 Doen! Palet maken...10 Soorten verf...11 Doen! Zelf verf maken...11 Doen! Schilder een portret met dikke verf...11 Dat valt op! 12 Doen! Lichte en donkere kleuren verf maken...12 Doen! Toveren met licht...13 Doen! De Nachtwacht schilderen...14 Rembrandt de etser 15 Doen! Zelf een ets maken...16 Schrijven met en over Rembrandt 17 Doen! Verenpen maken en je handtekening schrijven...17 Doen! Opstel schrijven over Rembrandt...18 Doen! Ouderwetse pannenkoeken bakken

3 Kleding in de tijd van Rembrandt In de tijd van Rembrandt droegen de mensen hele andere kleren, dan dat wij nu dragen. Toen droegen ze bijvoorbeeld nog geen spijkerbroeken. Ook als je kijkt naar de mensen op Rembrandt s schilderijen, zie je dat ze hele andere kleding dragen. Wat valt je op aan de kleding als je naar de afbeeldingen hieronder kijkt? En vergelijk de kleding eens met de kleding die jij draagt. Het Joodse bruidje, olieverf op doek, geschilderd in 1665 Hendrickje wast zich in een rivier, olieverf op doek, geschilderd in

4 Wist je dat het heel eenvoudig is om zelf kleding te maken? Je kunt het in de klas doen, maar ook thuis. Dan moet je aan je ouders of verzorgers vragen welke materialen jullie thuis hebben. Als je het in de klas gaat doen, dan moet je dit aan je juf of meester vragen. Er zijn een aantal manieren waarop je zelf kleding kunt maken, die ze in de tijd van Rembrandt droegen. Zo kan je het met kranten doen, met stof of met vuilniszakken. Het is handig om de afbeeldingen hierboven te gebruiken, want dan weet je een beetje hoe de kleding er in die tijd uitzag. Doen! Kleding maken Kranten Wat heb je nodig? Een hele stapel kranten, een schaar (je kan ook scheuren), plakband/ nietmachine/ lijm. Hoe kun je nu kleding maken? Je kunt van alles met kranten maken. Bijvoorbeeld een omslagdoek of een mooie rok. Je knipt van de kranten, wat jij er van wilt maken. Dan kun je de stukken vastmaken met plakband of met lijm. Als je het in de klas doet, dan heeft je juf vast nog tips of anders je ouders of verzorgers. Stof Wat heb je nodig? Lapjes stof, een schaar, spelden, nietmachine en eventueel draad en naald en misschien mag je thuis wel op de naaimachine werken. Hoe kun je nu kleding maken? Als je een grote lap stof hebt, kun je daar ook een mooie omslagdoek van maken of een cape. Je kunt de stof aan elkaar vastmaken met spelden. Je kan ook een strook van de stof afknippen. Als je dan naald en draad pakt en deze langs het randje erdoorheen rijgt krijg je een mooie kraag. Vraag wel aan de juf/meester of aan je ouders of verzorgers of zij je willen helpen. Let wel op als je in stof gaat knippen, dat je aan de randjes knipt. Vuilniszakken Wat heb je nodig? Vuilniszakken, een schaar, een nietmachine/ plakband Hoe kun je nu kleding maken? Als je een gat knipt in een vuilniszak, dan kun je daar je hoofd doorheen doen en dan hoef je alleen nog maar mouwen te maken, door aan twee kanten ook nog eens een gat te knippen, waar je armen doorheen kunnen. Stukken van de vuilniszak, kun je vastmaken door te nieten. Hierboven staan ideeën met kranten, stof en vuilniszakken, maar misschien heb jij een nog veel leuker idee. 4

5 Tableau vivant! Op de schilderijen van Rembrandt staan de personen altijd op een bepaalde manier afgebeeld. Probeer eens een aantal dingen uit te beelden, zonder te bewegen. Bijvoorbeeld: Je bent aan het tennissen of aan het voetballen. Als je met meerdere bent, dan kun je samen uitbeelden alsof je aan het tennissen bent. Let op! Je mag niet bewegen. Moeilijk is het hè? Toch mochten de mensen, als Rembrandt hen schilderde, zich niet bewegen. Dit heet tableau vivant. Hierbij is het handig om naar een punt te blijven kijken. Zo kan je je goed op dat punt concentreren en wordt je niet door anderen afgeleid. Doen! Tableau vivant Probeer een persoon van het schilderij hieronder in een tableau vivant uit te beelden. Als je met meerderen bent, kun je het hele schilderij samen proberen uit te beelden. Het feest van Belshazzar, olieverf op doek, geschilderd in

6 Kijk eens naar de afbeelding hieronder en probeer eens één van deze personen na te doen. Als je ook al kleding hebt gemaakt, dan kun je deze aandoen. Als je niet alleen bent, maar met meerderen, dan kun je in tweetallen deze twee personen na doen. Je mag niet bewegen als je eenmaal zo staat als zij staan. De Compagnie van Frans Banning Cocq, olieverf op doek, geschilderd in 1642 Als je in de klas bent, dan kunnen jullie met zijn allen De Nachtwacht nadoen. Vraag het maar eens aan je juf. Later in dit boekje kom je te weten waarom dit schilderij twee namen heeft. Als je een persoon op het schilderij niet goed kunt zien, kun je een duidelijkere afbeelding opzoeken of die persoon gewoon weglaten. 6

7 Het leven van Rembrandt van Rijn Rembrandt van Rijn was een zeer bekende schilder en hij werd geboren in 1606 in Leiden. Misschien weet je wel waar dat is of woon je er zelf? Rembrandt heeft een lange tijd in Leiden gewoond. Hij wilde altijd al historieschilder worden en dankzij zijn vader werd hij de leerling van Jacob Swanenburgh, een historieschilder. Jacob leerde Rembrandt heel veel dingen over schilderen. En niet alleen over schilderen, maar ook over etsen. Over etsen zul je meer te weten komen op de site! Nadat Rembrandt ongeveer twee jaar leerling was geweest van Jacob, vertrok hij naar Amsterdam en daar werd hij leerling van Pieter Pieterz Lastman. Hij bleef maar een half jaar bij Pieter, maar toch leerde hij daar heel veel. Rembrandt had zoveel geleerd, dat hij in Leiden zijn eigen atelier openende. Dit deed hij in Dat was de werkplaats van Rembrandt, waar hij al zijn werk deed. In die werkplaats werkte hij veel samen met een goede vriend, Jan Lievens. Rembrandt werd toen ook langzaam bekend. Zoals je nu weet, is Rembrandt leerling geweest van verschillende schilders, maar in 1627 nam hij voor het eerst zelf ook leerlingen aan. Nu ging Rembrandt zijn leerlingen dingen leren over het schilderen. Ook kregen zijn leerlingen opdrachten van hem. Rembrandt werd steeds bekender en in 1631 was hij zo bekend, dat hij veel verschillende opdrachten kreeg voor portretten uit Amsterdam. Daarom besloot Rembrandt te verhuizen naar Amsterdam en hij trok in bij een kunsthandelaar. Dat is iemand die kunst verkoopt. Rembrandt heeft velen schilderijen gemaakt, waaronder veel zelfportretten. Hiernaast zie je er één van. Rembrandt schilderde het in 1628, hij was toen 22 jaar oud. In dit schilderij is zijn gezicht bijna niet te zien, dit komt door een experiment met licht en donker. De portretten die Rembrandt maakte, lieten niet alleen zien hoe eruit zag, maar hoe hij zich voelde. De belangrijkste eigenschappen van Rembrandt waren dat hij heel veel gebruik maakte van licht en donker. Ook hield hij heel veel rekening met de gevoelens van de personen die hij schilderde en die gevoelens ook wilde laten zien op het schilderij en was hij erg betrokken bij de mens en maakte leeftijd, afkomst en rijkdom hem niets uit. Zelfportret van Rembrandt, olieverf op doek, geschilderd in

8 Hieronder vind je nog een keer (maar dan een scherpere afbeelding) toch wel één van Rembrandts bekendste schilderijen De Nachtwacht. Eigenlijk heet het niet De Nachtwacht, maar 'De Compagnie van Frans Banning Cocq'. Omdat het schilderij in een rokerige ruimte had gehangen, was het zwart geworden: het leek wel nacht! De Compagnie van Frans Banning Cocq, olieverf op doek, geschilderd in 1642 Rembrandt heeft er twee jaar over gedaan om dit schilderij te maken! Het schilderij is gemaakt, omdat een groep schutters zich wilde laten schilderen door Rembrandt. Rembrandt schilderde er zelf een meisje bij, zoals je misschien wel opvalt. Wat vind jij van dit schilderij? Verderop zul je nog een leuke opdracht over De Nachtwacht vinden! 8

9 Dikke verf Rembrandt ging met steeds dikkere verf schilderen. Als je van heel dichtbij naar zijn schilderijen kijkt, ziet de verf er ruw en klonterig uit. Rembrandt gebruikte niet alleen een penseel om mee te schilderen. Maar ook de achterkant van zijn penseel of een borstel en zelfs zijn vingers! Doen! Tekenen in een dikke laag verf Nodig: stevig papier of karton, dikke verf, kwasten. Maak een ondergrond van felle kleuren zoals bijvoorbeeld rood, geel en oranje. Goed laten drogen. Smeer er een dikke laag verf in 1 kleur over heen. Kras daarin een tekening met de achterkant van je penseel. Laat de verf goed drogen. 9

10 Doen! Palet maken Nodig: mal van een palet, schaar, potlood, stuk hout (triplex/multiplex), figuurzaagje, schuurpapier, oude kranten, houtlak, kwast. Knip een mal van een palet uit. Leg de mal zoveel mogelijk in de hoek van een plaat hout en trek hem om met potlood. Zorg dat het zaagje goed gespannen staat: niet te slap en niet te strak. Vraag eventueel of een ouder je hier bij wil helpen. Zaag nu voorzichtig met het figuurzaagje langs de potloodlijntjes. Ruim daarna de spullen weer netjes op. Als je het zaagje weer opruimt, haal het dan aan één kant los. Dat is beter voor de zaag. Pak het schuurpapier en schuur de randen van het palet goed, zodat ze niet meer scherp zijn. Schuur de boven- en onderkant ook lichtjes, dan blijft de lak beter zitten. Leg een oude krant op tafel en pak de houtlak en een kwast. Veeg eerst het stof van je palet. Lak je palet eerst aan één kant, niet te dik. Doe de houtlak dicht en spoel je kwast goed uit. Laat je palet goed drogen en lak daarna de andere kant. Ruim als je klaar bent je spullen weer netjes op. 10

11 Soorten verf Verf bestaat al heel lang. De eerste vorm van verf en schilderen is te zien aan de prehistorische rotswanden in grotten door de eerste mensen. Die prehistorische mensen brachten de verf op de rotswand aan met hun handen. Jonge kinderen en sommige kunstschilders doen dit nog steeds, maar sinds een paar honderd jaar doen ze het zoals je weet heel anders. De grondstof van de bruine of rode kleur op de rotswanden was meestal rode aarde of bloed. Straks ga je zelf ook verf maken, maar wel met een hele andere, moderne grondstof. Als je goed kijkt zie je een rode stier of koe. olieverf op paneel Van Olst / Cuyp Wat een verschil in manier van schilderen en verf gebruik hè? Doen! Zelf verf maken Nodig: afsluitbare bekertjes/potjes/fotokokertjes, pigment (of anders geraspte bord-/stoepkrijtjes, half krijtje per kleur: rood, geel en blauw), lepels, kommetje volle melk, kwasten, een pot water. Neem een kopje of plastic bekertje en vul dat met melk. Pak een eetlepel van het pigment of geraspte krijtje en roer dat door de melk met de kwast. Maak de lepel niet nat, dan kun je als het nodig is daarna nog makkelijk meer pigment erbij doen. Krijgt het al een ander kleurtje? Maak zo verf in drie kleuren: rood, geel en blauw. Daarmee kun je alle kleuren maken die je wilt. Is de verf klaar? Schenk het voorzichtig in een afsluitbaar doosje, kokertje of bakje en zet het weg. Ruim ook de rest van de spullen op. Spoel de kwasten goed uit! Doen! Schilder een portret met dikke verf Nodig: acrylverf, kwasten, stevig papier, bordjes, zand, stukjes schelp, fijngehakte eierschalen, piepkleine kraaltjes en steentjes, pitten. Misschien kun je zelf nog andere materialen verzinnen. Je kunt nu dikke verf maken door er van alles doorheen te mengen. Neem een aantal kleuren verf. Neem maar verf van school. Het zou nu zonde zijn gelijk je zelfgemaakte werf daarvoor te gebruiken. Meng door iedere kleur een ander materiaal. Daardoor krijg je verschillende soorten dikke verf. Maak een fantasieportret. Kies voor elk onderdeel, bijvoorbeeld de haren, neus of mond, de verf die je er het meest bij vind passen. 11

12 Dat valt op! Rembrandt gebruikte veel donkere kleuren op zijn schilderijen. Alleen de hoofdrolspelers heeft hij in lichte kleuren geschilderd. Doen! Lichte en donkere kleuren verf maken Nodig: een vel papier, een bord verf om op te mengen, water, verf, kwasten. Lichte kleuren kun je op twee manieren maken: 1 Je mengt een beetje wit door de verf. 2 Of je doet er meer water bij waardoor de verf dunner wordt. Het wit van het papier schijnt dan door de kleur heen. Verf kun je donker maken door er een beetje zwarte verf door te mengen. Gebruik niet teveel water, want dan wordt de kleur grijs. 12

13 Doen! Toveren met licht Nodig: 2 vellen wit papier, water, waterverf, kwasten, een schaar en lijm. Schilder een landschap in donkere kleuren. Bijvoorbeeld een bos- of berglandschap, een oerwoud, of een maanlandschap. Schilder een ander vel vol met verschillende lichte kleuren. Knip hier figuren uit. Leg ze op je landschap. Schuif er net zo lang mee tot je een goede plaats hebt gevonden. Plak ze vast. 13

14 Doen! De Nachtwacht schilderen Nodig: wit papier, potlood, verf, kwasten. Op de volgende pagina zie je de Nachtwacht in stukjes verdeeld. Kies één stukje uit en teken dit na op een vel papier. Snijd er eventueel een stuk af, zodat de verhouding klopt. Een ouder kan je hier wel bij helpen. Leg een oude krant op tafel. Schilder de schets zo nauwkeurig mogelijk in. Je hoeft niet persé de kleuren van de echte Nachtwacht te gebruiken (maar wel het HELE vel, geen witte randen overlaten want dan sluit het straks niet mooi aan). Je kunt ook juist felle kleuren kiezen. Als je al eerder zelf een palet hebt gemaakt en verf hebt gemaakt, kun je dit er voor gebruiken. Ruim als je klaar bent je spullen weer netjes op. 14

15 Rembrandt de etser Een plaatje, twee plaatjes en nog veel meer Voor ons is het heel gewoon dat we met drukmachines meer dan duizend keer hetzelfde plaatje kunnen maken. Denk maar aan posters, ansichtkaarten en stickers. In de Gouden Eeuw bestonden die machines niet. Er was wel een manier om een tekening te vermenigvuldigen. Door een ets te maken kon je van de tekening honderden afdrukken maken. En dat was in die tijd heel veel. Rembrandt heeft veel etsen gemaakt. Zijn etsen waren erg populair. Kunstverzamelaars uit alle hoeken van Europa kochten niet alleen de laatste afdruk. Ze wilden ook graag de andere afdrukken hebben. Zelfs als Rembrandt er maar iets heel kleins aan had veranderd. Omdat je van een etsplaat wel honderd afdrukken kan maken, was een ets van Rembrandt goedkoper dan één van zijn schilderijen. Een eerste staat van een ets noem je de eerste staat. Ben je niet tevreden over je ets dan verander je de tekening in de plaat. Als je de plaat weer afdrukt noem je deze ets de tweede staat. Hiermee kun je eindeloos doorgaan. Eerste staat Tweede staat Een oude vrouw is in een grote pan drie pannenkoeken aan het bakken. Een van de jongens heeft net een pannenkoek van haar gekocht en neemt er een grote hap uit. De andere jongens zouden er ook wel één lusten. Het kleine jongetje vooraan wil zijn pannenkoek niet met iemand anders delen. Rembrandt vond de oude vrouw bij de eerste staat niet genoeg opvallen tussen de kinderen. Hij besloot om daar iets aan te doen. Hij heeft haar met fijne streepjes donkerder gemaakt. Ze valt nu veel meer op. 15

16 Rembrandt is vooral bekend om zijn schilderijen, maar hij heeft ook heel veel etsen gemaakt. Bij een ets kras je eerst een tekening in een metalen plaat. Daarna smeer je de plaat goed in met inkt en veeg je het er weer af, zodat alleen in de krasjes nog inkt zit. Daarna wordt de plaat met een velletje papier door en speciale drukpers gehaald en komt er een afdruk van de ets in spiegelbeeld op het papier! Vaak was Rembrandt na de eerste afdruk niet tevreden over de tekening. Dan kraste hij er nog wat dingen bij en drukte hij hem weer af. Net zo lang tot hij het goed vond. Zelfportret, ets, gemaakt in 1630 Doen! Zelf een ets maken Nodig: wit papier, oude kranten, plexiglas, kraspen/krasnaald, drukinkt /drukverf, roller/kwast, oude (poets)doek, een drukpers (als je dat niet hebt kun je ook een paar zware dingen gebruiken, bijvoorbeeld zware boeken). Laat je inspireren door de natuur. Ga naar buiten als daar de mogelijkheid voor is. Bekijk anders plaatjes op de computer of in boeken. Pak een wit blaadje ter grootte van de ets die je wilt maken en maak hier een schets op van de voorstelling die je straks wil krassen. Pak een stuk plexiglas en een kraspen of krasnaald, maak je schets nu in het plexiglas. Probeer zo fijn mogelijk te werken, met zoveel mogelijk details (kleine onderdelen). Vergeet niet een oude krant onder de plaat te leggen! Als je in de plaat krast komen er allemaal scherpe stukjes en krullen van het plexiglas. Klaar? Kras je naam er in spiegelbeeld in, links onder. Als je hem dan afdrukt komt het rechtsonder te staan. Ruim daarna de spullen van het krassen op. Leg eerst een oude krant neer met daarop een wit vel papier, hierop komt de afdruk van je ets. Je moet nu het plexiglas gaan insmeren met drukinkt of drukverf. Zorg dat alle krassen goed bedekt en gevuld zijn met inkt! Nu ga je de inkt weer van de plaat afvegen met een oude (poets)doek, zodat alleen nog in de krasjes inkt zit. Leg het plexiglas nu voorzichtig met de bekraste kant naar beneden op het vel papier dat je al eerder hebt klaargelegd. Niet ermee schuiven! Dan is de afdruk niet meer scherp. Leg er dan voorzichtig een oude krant bovenop. Als je een drukpers hebt gaat je plaat nu daar in, anders leg je er voorzichtig een paar hele zware boeken bovenop. Ze kunnen er vrij snel weer af. Nu is je afdruk klaar! Leg hem ergens voorzichtig te drogen. 16

17 Schrijven met en over Rembrandt In de tijd waarin Rembrandt leefde, zag een schoolbank er zo uit! Ook de leraar had zo n tafel. Ook de mensen die boeken schreven, deden dat met zo n pen. Kan je je voorstellen dat er toen nog geen (gel)pennen, stiften en kleurpotloden waren? Hoe werkt een verenpen? Als eerste likte iemand aan de punt, dan neemt de schacht (het soort holletje van binnen) goed inkt op en lukt het om ongeveer zeven letters achter elkaar te schrijven. Daarna moest de punt weer opnieuw in de inkt gedoopt worden. Een ganzenveer bewerken om er een goedschrijvende pen van te maken is een hele kunst. Vroeger ging het zo: De beste veren kwamen van een levende gans, het liefst (kaal)geplukt in het voorjaar. De eerste vijf pennen van de linkervleugel zijn de beste, maar alleen voor rechtshandigen zeiden de mensen. Een goede schrijver heeft niet alleen een vaste hand (dat wil zeggen dat hij of zij niet bibbert), maar kan ook vlotjes schrijven. De schacht van de veer (dat holletjes dus) krijgt daarmee een gespleten punt, die lijkt wel veel op de vulpenpunt van nu. Doen! Verenpen maken en je handtekening schrijven Nodig: Snijmatje, veer en iets om mee te snijden (schaar of mesje). Neem de veer met de punt naar beneden in je ene hand en, het liefst het mesje, in je andere hand. Je kan ook vragen of iemand je even kan helpen. Houd de veer vast BOVEN het punt waar je begint te snijden. Snijd dan schuin naar beneden, zodat je een puntje aan de veer krijgt. Snijd het scherpe puntje er dan een klein stukje af. Midden in dat platte stukje dat overblijft, maak je nog een sneetje in de lengte van de veer. Zo kan de inkt in de schacht, zoals hierboven is uitgelegd. Ruim de snijspullen op en pak een vel papier en leg die op een oude krant. Doop je nieuwe pen voorzichtig en niet te diep in het inktpotje en ga rustig te werk. Oefen een paar keer voordat je het in het net gaat doen. 17

18 Doen! Opstel schrijven over Rembrandt Nodig: pen, papier en eventueel computer: om te typen of om informatie te zoeken. Ga op zoek naar informatie over Rembrandt (documentatiecentrum, internet). Gebruik in ieder geval de informatie op die op de site stat. Natuurlijk is het leuk om nog meer dingen over Rembrandt te weten te komen en daarvoor kan je je ouders/juf/meester eventueel nog om tips, boeken en andere informatie vragen. Bekijk welke onderwerpen er zijn, dus de delen waar Rembrandts leven uit bestond. Kies om te beginnen 1 onderwerp uit en werk die ook uit. Overleg ondertussen met anderen. Welke onderwerpen hebben zij? Kan je straks de delen samenvoegen? Werk eventueel nog een onderwerp uit wat je interessant vindt. Klaar? Voeg de delen samen en wacht op het moment dat de stukken worden besproken en bekeken in de klas. Om je te inspireren staat hieronder nog een mooi schilderij! In het gele ballonnetje staat: Computers? Wij hebben geen vervelende computers nodig! Grappige hoeden is alles wat we nodig hebben! De Staalmeesters, met bewerking van Justin R. Erenkrantz, gemaakt in 1662/

19 Doen! Ouderwetse pannenkoeken bakken In de tijd van Rembrandt waren pannenkoeken heel populair voedsel. Het open vuur in de zeventiende-eeuwse keuken was ideaal om snel voedzame pannenkoeken te bakken. Dat verklaard meteen waarom de pannenkoek zo populair was en is. De eenvoudigste pannenkoek werd gemaakt van een pont Tarwen-meel, een pintje soete melck en 3 Eyeren, sommige doen daer wat Suyker in *. Aan het beslag konden wat krenten en kaneel worden toegevoegd. * 1 pond 1 pintje = 500 gram = 1 liter Nodig: mengkom, 500 tarwemeel, 1 liter melk, 3 eieren, spatels/gardes, barbecue s/ kookplaat, soeplepels, koekenpannen, olie, pannenkoekenmes. Maak zelf pannenkoeken op dezelfde manier als in de tijd van Rembrandt. Zorg wel dat er een ouder bij is om je te helpen. Doe eerst het meel in een mengkom. Eén iemand giet langzaam de melk erbij terwijl een ander goed roert met de spatel of garde. Er mogen geen klontjes in het beslag zitten! Als alle melk in het beslag zit, meng je de eieren er één voor één goed door. Zet de koekenpan op de barbecue of kookplaat en giet er een scheutje olie in. Als de olie warm is giet je er met de soeplepel beslag in. Draai de koekenpan een beetje rond, zodat de hele bodem bedekt is met een laagje beslag. Als je pannenkoek aan de bovenkant droog is, kun je hem omdraaien met het pannenkoekenmes. Je kunt de gebakken pannenkoeken warm houden tussen twee borden. Je kunt de borden eventueel op een pan warm water zetten. Met dit recept kun je ongeveer 20 á 25 pannenkoeken bakken. Eet smakelijk!! 19