3. Spreekrecht burgers Van het spreekrecht voor burgers wordt geen gebruik gemaakt.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "3. Spreekrecht burgers Van het spreekrecht voor burgers wordt geen gebruik gemaakt."

Transcriptie

1 Notulen Commissie : Financiën en Economische Zaken Vergadering d.d. : 7 oktober 2009 om uur Voorzitter : De heer H. Kwakernaat Griffier : De heer M.A. Bourdrez Aanwezige leden : De heren J.H. van Eeren (CDA), A.J. Hoek (VVD), J.E. Huigen (PvdA), J.A.M. Lagendijk (PvdA), L.A. Overwater (VVD) C.W. van Schelven (CDA) W.J.A. Tempelaars (GroenLinks) en C. in t Veld (Strijens Belang) Afwezig m.k. : De heer L.M. Bouman (GroenLinks) Afwezig z.k. : - Notulist : Mevrouw J.J. Nagtzaam Verder aanwezig : Mevrouw M.P.Y. de Reus (medewerker financieel beheer) en de heren G.M.J. Janssen (portefeuillehouder) en J. Huisman (hoofd sector Middelen). 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. In het bijzonder heet de voorzitter de heer Overwater, de opvolger van de heer Van Etten, welkom. De heer Bouman is afwezig en wordt vervangen door de heer Tempelaars. 2. Vaststelling commissieagenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Spreekrecht burgers Van het spreekrecht voor burgers wordt geen gebruik gemaakt. 4. Vaststellen notulen van de vergadering van 9 september 2009 De notulen van de vergadering van 9 september 2009 worden ongewijzigd vastgesteld. 5. Ingekomen stukken en mededelingen Ingekomen stukken: a. Motie gemeenteraad Spijkenisse inzake waterschapsheffing De heer Van Schelven merkt op dat de stijging van de waterschapsheffing veel publiciteit gekregen heeft. De motie van de gemeente Spijkenisse wordt sympathiek gevonden door de heer Van Schelven. De heer Hoek sluit zich aan bij de opmerking van de heer Van Schelven. De heer Hoek betreurt het zeer dat de waterschappen zich niets aantrekken van oproepen tot matiging van de stijging van de lasten. De motie van de gemeenteraad Spijkenisse inzake waterschapsheffing wordt voor kennisgeving aangenomen en de gemeenteraad wordt dienovereenkomstig voorgesteld de motie via de lijst van ingekomen stukken af te handelen. b. Gemeente Governance - Risicomanagement van Deloitte De heer Hoek merkt op dat het risicomanagement prima verwoord is in de begroting van de gemeente Strijen. De spreker komt tot de conclusie dat de gemeente Strijen praktisch geen risico loopt. De uitkering van het gemeentefonds wordt genoemd als risicofactor. De heer Hoek betwijfelt of deze uitkering een risicofactor is zoals bedoeld in de zin van het woord. Waleplein CZ Strijen Postbus EA Strijen Tel Fax info@strijen.nl Web:

2 - 2 - Het rapport Gemeente Governance Risicomanagement van Deloitte wordt voor kennisgeving aangenomen en de gemeenteraad wordt dienovereenkomstig voorgesteld het rapport via de lijst van ingekomen stukken af te handelen. Mededelingen: De griffier meldt dat de volgende vergadering van de commissie F&EZ op dinsdag 3 november 2009 plaats vindt. Tevens is er dan een bijeenkomst van auditcommissie over het plan van aanpak Accountantscontrole Uitgangspunten brede rioolheffing Wethouder Janssen merkt op dat dit agendapunt wordt toegelicht door de heer Huisman. De spreker geeft aan dat de commissie verzocht wordt in de vergadering aan te geven of zij instemt met de uitgangspunten. De heer Huisman geeft een toelichting. De watertaken die door het Rijk naar de gemeenten zijn geschoven zoals hemelwaterafvoer en grondwaterpeil moeten worden opgenomen in het vernieuwde Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP). Uiterlijk 2010 moet de nieuwe heffing worden ingevoerd. Het probleem wat zich voordoet is dat men overgaat van een retributie naar een belastingheffing. Dit betekent dat niet-gerioleerde panden in het buitengebied, totaal 144 panden, nu ook onder de belastingheffing vallen. De eigenaren van deze panden hebben een eigen voorziening getroffen voor de afvoer van afvalwater, maar worden onder de brede rioolheffing wel belast voor alle rioolkosten. Dit is een minder gewenste situatie. Het college heeft verzocht te onderzoeken of er mogelijkheden zijn deze eigenaren te ontzien. Dit wordt in overleg met fiscaal juristen verder onderzocht. De wetgever geeft als optie voor dit probleem splitsing van de rioolheffing en de brede watertaken. Dit betekent dat de administratie volledig gesplitst dient te worden, waarbij het probleem zich voordoet dat het bestaande rioolstelsel, indien het geen gescheiden rioolstelsel is, gedeeltelijk moet worden omgeslagen naar de brede watertaak omdat er ook hemelwater door afgevoerd wordt. Het is moeilijk te bepalen welke verdeelsleutel er moet worden toegepast. Het SVHW heeft op basis van wat juridisch gezien sluitend is, het huidige voorstel gepresenteerd. Dit voorstel is in eerste instantie overgenomen door de gemeente Strijen, maar bij nader onderzoek zijn bovenstaande problemen aan het licht gekomen. Er wordt gedacht aan de invoer van een smalle brede waterheffing waarbij de kosten van de activiteiten voor de nieuwe watertaken worden doorgeschoven naar Omdat er dan nog geen kosten worden gemaakt, worden de buitenpercelen nog niet in de heffing betrokken. In de tussenliggende periode kan onderzocht worden of er juridische mogelijkheden zijn. In het voorstel wordt tevens een andere heffingsmaatstaf voorgesteld. Bij de nietwoningen wordt de brede rioolheffing bepaald aan de hand van de WOZ-waarde. De huidige heffing is opgebouwd uit een vast bedrag voor het eigenaardeel, een vast bedrag voor het gebruikersdeel en een x bedrag per verzorgde of werknemer. Berekening via de WOZ-waarde doet de heffing voor een aantal niet-woningen flink hoger uit komen. Ook dit punt wordt nog nader bekeken. De heer Huigen vraagt of het niet mogelijk is de bewoners van het buitengebied een vergoeding toe te kennen, zodat er verder gehandeld kan worden als zijnde aangesloten op het rioolnet. De heer Overwater merkt op dat personen die geïnvesteerd hebben in een eigen voorziening nu belast gaan worden door het Waterschap en door de gemeente. Op de vraag van de heer Huigen merkt de heer Overwater op dat er veel verschil zit in de grote van de investering in de eigen voorziening. De heer Overwater is dan ook blij dat het college heeft besloten te temporiseren en de zaak goed te onderzoeken. De heer Hoek sluit zich aan bij de opmerkingen van de heer Overwater. Het zou onterecht zijn dat de personen die een eigen voorziening getroffen hebben nu belast worden voor de rioolheffing. De heer Hoek zegt wel voorstander te zijn van één heffing. Verder vraagt de heer Hoek of er een raming van de opbrengst gemaakt is.

3 - 3 - De heer Lagendijk geeft een aanvulling op de opmerking van de heer Huigen. De spreker geeft aan dat het wellicht mogelijk is de bewoners in het buiten gebied een afkoopsom te geven voor het bedrag wat zij met het ingaan van de brede rioolheffing extra moeten betalen. De heer Lagendijk merkt op dat er dan geen extra kosten voor onderzoek gemaakt hoeven te worden. De heer In t Veld stelt voor de investering van de bewoners over te nemen. De heer Van Schelven merkt op dat het voorstel van de heer Huisman, 2010 te gebruiken voor nader onderzoek de voorkeur heeft van het CDA. De spreker vraagt of het echter wel toegestaan is te wachten met het invoeren. Verder merkt de heer Van Schelven op dat het niet de bedoeling kan zijn dat de wijziging van heffing over de WOZ-waarde een ander belastingvolume oplevert. De voorzitter merkt op dat een tiental jaren geleden besloten is de bewoners in het buitengebied een eigen voorziening te laten treffen omdat aansluiting op het riool te kostbaar was. De heer Huisman merkt op dat er destijds voor 144 aansluitingen bij de provincie ontheffing is aangevraagd. De bewoners hadden toen wel de verplichting tot het aanleggen van een IBA of een 6 kubieke meter Septic-tank. Er is niet nagegaan of de bewoners daadwerkelijk in één van deze voorzieningen geïnvesteerd hebben. Die controletaak ligt overigens bij het waterschap. Als alle 144 aansluitingen wel geïnvesteerd zouden hebben in een IBA of Septic-tank spreekt men van een totaal aan overnamekosten van ruim 8,5 ton. Op het congres van Rioned is geopperd de bewoners een subsidie toe te kennen. De subsidie moet dan wel in het GRP meegenomen kunnen worden, anders kost het op jaarbasis circa ,--. Per bewoner kan er dan wel onderzocht worden wat er geïnvesteerd is; de subsidie kan hierop worden afgestemd. Deze oplossing moet juridisch onderzocht worden. Een andere oplossing kan bv. zijn dat de kosten worden afgezonderd van het GRP, en omgeslagen via de OZB. Verder merkt de heer Huisman met betrekking tot de wijziging van de heffingsmaatstaf op dat het GRP maximaal 100% kostendekkendheid mag zijn. De opbrengst mag niet hoger worden door een wijziging van de heffingsmaatstaf. De ongewenste verschuiving in de belasting als gevolg van de invoering van de WOZwaarde als heffingsmaatstaf moet dan ook nog nader onderzocht worden. De heer Hoek vraagt naar de opmerking van de heer Huisman over het missen van opbrengsten door het niet heffen bij personen in de buitengebieden. De heer Hoek merkt op dat op dit moment geen opbrengsten van deze personen ontvangen worden en ze dus ook niet gemist kunnen worden. De heer Huisman antwoordt dat hij zich niet kan herinneren dat hij aangegeven heeft opbrengsten te missen. De spreker geeft aan dat er vanuit wordt gegaan dat in 2010 geen watertaken gerealiseerd worden. Omdat er geen kosten gemaakt worden, worden opbrengsten ook niet gemist. Als in het nieuwe GRP de brede watertaken opgenomen worden, moet er opnieuw gekeken worden of de bewoners in het buitengebied in de heffing moeten worden meegenomen. De heer Van Schelven vraagt zich af of de uitgevoerde investeringen nog wel goed in beeld te krijgen zijn omdat menig onroerend goed in de tussentijd van eigenaar is gewijzigd. De heer In t Veld herhaalt zijn voorstel om de investering van de bewoners over te nemen. De heer Huisman haakt in op de opmerking van de heer Van Schelven dat menig onroerend goed al van eigenaar is gewijzigd. De heer In t Veld merkt op dat dit met de verkoop van het onroerend goed is meegenomen. Wethouder Janssen geeft aan dat in 2010 nader naar de brede rioolheffing moet worden gekeken. Hierna wordt het definitieve plan opgesteld. De verordening wordt in december in aangepaste vorm (uitgaande van de smalle rioolheffing) aan de commissie ter vaststelling voorgelegd. De commissie stemt in met de inhoud van de notitie Uitgangspunten brede rioolheffing.

4 Ontwerp Programmabegroting 2010 en Meerjarenbegroting De ontwerp Programmabegroting 2010 en de Meerjarenbegroting worden conform het voorstel thematisch behandeld. Algemeen Bladzijde 3: De heer Tempelaars merkt op dat er behoedzaam is begroot en dankt het college en de ambtenaren voor het vele werk. Bladzijde 3: De heer Hoek spreekt zijn lof uit. De heer Hoek merkt op dat hij het jammer vindt dat de extra verhoging OZB is doorgevoerd. Bladzijde 3: De heer In t Veld sluit zich aan bij de heren Tempelaars en Hoek m.u.v. het gestelde omtrent de OZB verhoging. Bladzijde 3: De heer Van Schelven deelt mede dat de CDA-fractie verheugd is met een sluitende begroting in het huidig slechte economisch klimaat. Er zijn geen grote bezuinigingen nodig geweest. De programma s zijn voorzien van goede toelichting en achtergronden. Uiteenzetting financiële positie Bladzijde 14: De heer Hoek constateert dat het wachtgeld van de ex-wethouder is komen te vervallen. Wethouder Janssen bevestigt dit. Bladzijde 14: De heer Van Schelven vraagt waarom er een lagere raming van de accountantskosten is opgenomen. De heer Huisman geeft aan dat het bedrag voor extra onderzoeken geschrapt is omdat geconstateerd is dat hier de laatste jaren geen gebruik van gemaakt werd. Bladzijde 16: De heer Hoek vraagt naar de stijging van de vervoerkosten scholen. De heer Hoek verwachtte een kostendaling. Wethouder Janssen antwoordt dat het leerlingenvervoer een open einde regeling is. Het voordeel t.o.v. voorgaand jaar is behaald bij de aanbesteding. Het aantal te vervoeren kinderen stijgt echter. Door het oprichten van de Leonardo-klas bestaat de mogelijkheid dat er een extra toename van het aantal te vervoeren kinderen komt. De heer In t Veld vraagt hoever de open eind regeling strekt. Hebben ouders een onbeperkte keuze van scholen. Wethouder Janssen antwoordt dat een kind naar de voor hem of haar dichtstbijzijnde, toegankelijke school moet. Fysiek beheer Bladzijde 21: De heer In t Veld vraagt i.v.m. de verkoop van de aula van de begraafplaats welke activiteiten er in de aula gaan plaatsvinden. Bladzijde 21: De heer Lagendijk merkt op dat de kosten van energietransport niet lager kunnen zijn door over te gaan op een andere leverancier omdat de leverancier van het transport niet gekozen kan worden. De leverancier van energie wel. Bladzijde 21: Wethouder Janssen antwoordt dat de aula gebruikt wordt als afscheidshuis en is verkocht aan Begrafenisonderneming Zuidema. Voor wat betreft de leverancier van de energie is er verwarring ontstaan door een naamswijziging, maar de opmerking van de heer Lagendijk is terecht. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Bladzijde 25: de heer Hoek vraagt of het volumebesluit naar beneden gaat omdat er minder opbrengsten OZB worden geraamd. De heer Huisman geeft aan dat men de afwijking constateert ten opzichte van de begroting Het blijkt dat op basis van de gegevens die er tot op dit moment ontvangen zijn van het SVHW er voor 2009 een iets te hoge raming is opgenomen. Bladzijde 25: De heer Hoek vraagt met welke prijsdaling er rekening wordt gehouden. De heer Huisman antwoordt dat er wordt gekeken naar het prijsniveau op de peildatum Volgens gegevens SVHW zijn de prijzen van de woningen over 2008 gestegen met 2%, de prijzen van de niet-woningen gedaald zijn met 1%.

5 - 5 - De heer Hoek merkt op dat volgens een artikel in het Financieel Dagblad de prijzen over 2008 een daling van de huizenprijzen in de duurdere klasse was van 25%. De heer Huisman antwoordt dat de CBS-cijfers over 2008 nog een stijging aan geven. Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. Bladzijde 85: De heer Hoek vraagt of de raming van de dividenduitkering niet erg laag is geschat. Wethouder Janssen antwoordt dat er voor wat betreft dividenduitkering heel voorzichtig geraamd is. Bladzijde 86: De heer Lagendijk vraagt naar de te naamstelling NV Eneco. De heer Lagendijk ging er vanuit dat de bedrijven inmiddels gesplitst zijn. De heer Huisman antwoordt dat de NV Eneco nog steeds één bedrijf is. Het splitsingsvoorstel ligt bij het Ministerie ter beoordeling. Op moet de NV Eneco definitief gesplitst zijn. Paragrafen begroting Weerstandsvermogen Pagina 93: De heer Lagendijk vraagt naar de reserve onderwijs, omdat hij verwachtte dat hier de nieuwbouw van de brede school mee gedekt was. De heer Huisman merkt op dat dit te maken heeft met de bruto methode. - Verbonden partijen Bladzijde 112/114: De heer Huisman merkt op dat onder de Gemeenschappelijke regeling WHW-bedrijven onder het kopje Betrokkenen dit 5 Hoeksche Waardse gemeenten moet zijn De commissie stemt in met de Ontwerp Programmabegroting 2010 en Meerjarenbegroting , voor zover het onderdelen deze commissie betreffen, en adviseert de gemeenteraad de Ontwerp Programmabegroting 2010 en de Meerjarenbegroting als bespreekstuk af te handelen. 8. Actie- en aandachtslijst t.b.v. de commissie Financiën en Economische Zaken De actie- en aandachtslijst worden beiden voor kennisgeving aangenomen. 9. Rondvraag Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. 10. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 21:05 uur, een ieder dankend voor zijn inbreng en aanwezigheid. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Financiën en Economische Zaken, gehouden op 3 november De griffier, De voorzitter, M.A. Bourdrez H. Kwakernaat