Thuis in Leiden. - Kernpublicatie WBO2002 -

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Thuis in Leiden. - Kernpublicatie WBO2002 -"

Transcriptie

1 2003 Thuis in - Kernpublicatie WBO2002 -

2 Thuis in Kernpublicatie WBO2002 uitgevoerd in opdracht van Gemeente M. Hoppesteyn A. Oskamp oktober 2003 ABF Research Verwersdijk NH Delft Tel. [015] r ao

3 KERNPUBLICATIE WBO2002 I INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding Woningen, bevolking en huishoudens, De woningvoorraad Bevolking en huishoudens Werk en geld 9 3 Woonprofiel Wie woont waar? Inkomens en woonlasten Particulier opdrachtgeverschap Onderhoud van de woning Isolatie en energie Wonen en zorg Tevredenheid en leefbaarheid Etniciteit 45 4 Woonwensen Relatie inkomen verhuisredenen De markt voor starters Woonwensen van ouderen Huren of kopen 58 5 Conclusies en aanbevelingen Samenvatting en conclusies 62

4 KERNPUBLICATIE WBO2002 II 5.2 Aanbevelingen 64 Bijlage 1. Woonlastenschema Bijlage 2. Begrippen en definities...66 Bijlage 3. Isolatie en Energie...69 Bijlage 4. Relatie inkomen-huurprijs...71 Bijlage 5. Onderhoud woningen naar uitvoerder...74 Bijlage 6. Ouderen en gezondheid...77 Bijlage 7. Huren en kopen prijs/kwaliteitverhouding...79

5 KERNPUBLICATIE WBO Inleiding Wat is het WBO en wat kan je er mee In de loop van 2002 is aan ruim huishoudens in een uitgebreide vragenlijst voorgelegd omtrent het wonen: het WoningBehoefte Onderzoek. Deze huishoudens zijn bevraagd over hun huidige woning, over hun woonwensen, over hun mening over de buurt waarin ze wonen enzovoorts. Over het WBO 2002 is door het Ministerie van VROM inmiddels een publicatie uitgebracht (Beter thuis in wonen Kernpublicatie WoningBehoefte Onderzoek 2002, Ministerie van VROM, september ). Deze publicatie geeft een vogelvlucht-inzicht in de belangrijkste uitkomsten van het WBO 2002 op nationaal niveau. Net als in 1998 konden gemeenten, regio s en corporaties meedoen aan de oversampling 2. In dat geval zijn er uit het betreffende gebied extra respondenten ondervraagd. Hierdoor is het mogelijk om voor deze oversamplingsgebieden op lager geografisch schaalniveau en met meer detail uitspraken te doen over het wonen: vraag en aanbod op de woningmarkt, buurtbeleving, scheefheid enzovoorts. Veel resultaten van het WBO zijn voor oversamplingsdeelnemers samengebracht in Cita Vista, een handzaam computerpakket waarmee veel tabellen en grafieken uit het WBO kunnen worden uitgedraaid. Het rapport Kernpublicatie WBO2002 dat nu voor u ligt gaat een stap verder. De uitkomsten van het WBO 2002 worden beschreven, geanalyseerd en met elkaar in verband gebracht. Hierdoor ontstaat voor een beeld van de gemeentelijke woningmarkt in regionaal perspectief waarmee het woonbeleid beter vormgegeven kan worden. Het regionale perspectief De gemeente heeft deelgenomen aan de oversampling met gebruikmaking van de standaard vragenlijst. In totaal zijn er 1368 Leidse respondenten in het WBO 2002 opgenomen. De WBO-uitkomsten van worden in regionaal perspectief (regio dat wil zeggen de gezamenlijke BWS-regio s Rijnstreek, Duin- en Bollenstreek en en omstreken) en in nationaal perspectief geplaatst. Verantwoording weergave van WBO-gegevens Vanaf hoofdstuk 3 wordt gebruik gemaakt van WBO-gegevens. Wat betreft de indeling van onderwerpen in categorieën is zoveel mogelijk aangesloten bij Cita Vista. Ook voor informatie over betrouwbaarheidsmarges wordt verwezen naar Cita Vista. Het kan voorkomen dat bepaalde cellen van gepresenteerde tabellen geen waarden bevatten maar het volgende symbool: -. Dit betekent dat de populatie dermate weinig respondenten telt dat de waarde niet weergegeven kan worden. Ook voor de presentatie van figuren 1 Er is voor gekozen de definities die in de landelijke kernpublicatie zijn gehanteerd exact over te nemen. 2 Voor de details zij verwezen naar de publicatie Steekproef WBO 2002: Design & trekking, ABF Research, maart De vragenlijst van het WBO is te downloaden via de website van VROM:

6 KERNPUBLICATIE WBO geldt deze voorwaarde, waardoor het kan gebeuren dat niet alle onderwerpen en/of categorieën weergegeven kunnen worden. In 1998 heeft niet deelgenomen aan de oversampling. Toch zijn er in het WBO Leidse respondenten. Dit aantal is voldoende om ook over 1998 uitspraken voor te doen. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de ontwikkeling van voor wat betreft bevolking, huishoudens en woningvoorraad beschreven, in een regionaal en nationaal perspectief. Dit hoofdstuk is grotendeels gebaseerd op CBS-statistieken. In hoofdstuk 3 wordt op basis van het WBO 2002 het woonprofiel van geschetst. Daarbij wordt ingegaan op de volgende thema s: wie woont waar?, inkomens en woonlasten, particulier opdrachtgeverschap, onderhoud van de woning, isolatie en energie, wonen en zorg, tevredenheid en leefbaarheid, etniciteit. Het vierde hoofdstuk gaat in op de woonwensen en verhuisredenen van de Leidse bevolking zoals die in het WBO 2002 zijn gemeten en de daaruit voorkomende vraag en aanbod en tekorten op de woningmarkt. Specifiek wordt de relatie inkomen verhuisreden beschreven. Daarnaast wordt ingaan op de markt voor starters en ouderen, en op de keuze tussen kopen en huren. Het rapport wordt afgesloten met samenvattende conclusies en een aantal aanbevelingen met betrekking tot de aandachtspunten waarop het woonbeleid van de gemeente zich in komende jaren op zou kunnen richten.

7 KERNPUBLICATIE WBO Woningen, bevolking en huishoudens, In dit hoofdstuk wordt in grote lijnen de ontwikkeling in het afgelopen decennium met betrekking tot woningen, bevolking en huishoudens geschetst. Daarbij wordt de ontwikkeling in vergeleken met die in de regio en met de landelijke ontwikkelingen. 2.1 De woningvoorraad De woningvoorraad van de gemeente is tussen 1990 en 2002 met bijna woningen gegroeid van 44,5 naar ruim 50 duizend. Hierdoor is de groei van de woningvoorraad over die periode iets lager dan het landelijk gemiddelde. Tot 1998 was de jaarlijkse groei boven het nationaal gemiddelde; daarna er onder. De voorraadontwikkeling in de regio is nagenoeg gelijk aan de nationale trend. In 2002 bestond de totale voorraad van de regio uit bijna 205 duizend woningen. Figuur 2.1 Ontwikkeling van de woningvoorraad, (index, 1990=100; bron: CBS) 120.0% 115.0% 110.0% 105.0% 100.0% regio 95.0% 90.0% Het merendeel van de nieuwbouw in in de periode heeft plaats gevonden in de koopsector. Een opvallend groot aandeel van de nieuwbouw betreft meergezinswoningen.

8 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 2.2 Nieuwbouw naar vorm en eigendom, (bron: CBS) koop huur eengezins meergezins In en in de regio is in het afgelopen decennium vrij weinig gesloopt. Het percentage sloop ten opzichte van de gehele voorraad ligt in zelf iets lager dan in de hele regio. Tabel 2.1 Sloop, absoluut en relatief, (bron: CBS) Regio als % van de abs voorraad als % van de abs voorraad % % % % % % % % % % % % % % % % % 4 0.0% % % % 5 0.0% % % Het aandeel vooroorlogse woningen is in veel hoger dan landelijk en regionaal het geval is. In vergelijking tot hebben en de regio veel koopappartementen. heeft bovendien veel vroeg naoorlogse meergezinshuurwoningen. Dit is bij uitstek het kwetsbare woningmarktsegment waarin de kwaliteit is achtergebleven.

9 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 2.3 Samenstelling van de woningvoorraad naar eigendom, vorm en bouwjaarklasse, 2002 (bron: CBS) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% meergez koop eengez koop meergez huur eengez huur regio 2.2 Bevolking en huishoudens De bevolkingsomvang van is het afgelopen decennium toegenomen van tot personen. Vanaf 1997 is er sprake van een redelijk stabiele bevolkingsomvang; de groei heeft daarvoor plaatsgevonden. De gemeentelijk groei was in die periode boven de regionale en landelijke groei. Na 1997 groeien de regionale en nationale bevolking nog wel, maar stagneert de groei van de Leidse bevolking. De regio heeft in 2002 een bevolkingsomvang van bijna personen. Tabel 2.2 Ontwikkeling van de bevolking, (bron: CBS) regio

10 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 2.4 Ontwikkeling van de bevolking, (index, 1990=100; bron: CBS) 109.0% 107.0% 105.0% 103.0% 101.0% regio 99.0% 97.0% 95.0% De vrijwel constante bevolkingsgroei in de regio wordt voor een groot deel bepaald door een constant geboorteoverschot. Daarnaast heeft deze regio te maken met een negatief binnenlands migratiesaldo, dat gecompenseerd wordt door het buitenlands vestigingsoverschot. De regio laat in de loop der tijd een toenemend binnenlands vertrekoverschot zien, maar doordat tegelijkertijd het buitenlands vestigingsoverschot toeneemt, blijft de regiobevolking groeien. Het patroon voor is in essentie hetzelfde. Echter, de toename van het binnenland vertrekoverschot wordt niet volledig gecompenseerd door een toename van het buitenlands vertrekoverschot, zodat er geen groei resteert. Figuur 2.5 Loop van de bevolking,, (bron: CBS) geboorte sterfte bin.mig.saldo buit.mig.saldo De leeftijdsopbouw van de bevolking van de gemeente was en is wat jonger dan het landelijk gemiddelde. Dat geldt ook voor de regio. De vergrijzing, die de nationale bevol-

11 KERNPUBLICATIE WBO kingsopbouw kenmerkt, zien we ook in niet optreden; in de regio wel. De toestroom van jongeren (studenten) zorgt ervoor dat vergrijzing in (nog) achterloopt bij de nationale trend. Figuur 2.6 Bevolking naar leeftijd, 1990, 1995 en 2002 (bron: CBS) % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% regio In de se bevolking van 2002 is het aandeel allochtonen 17%. Hiervan behoort ongeveer de helft tot de niet-westerse allochtonen 3. kent een hoger aandeel allochtonen (circa 24%). Binnen de allochtonen is ruim de helft van niet-westerse afkomst. De regio heeft een aandeel allochtonen dat ruim lager ligt dan het nationale en gemeentelijk aandeel: circa 15%. Tussen 1998 en 2002 is het aandeel Westerse allochtonen in net als nationaal en regionaal licht gestegen. De toename van de allochtone bevolking komt voor een groot deel door de toename van het aantal niet-westerse allochtonen. 3 Het CBS rekent tot de allochtonen alle personen van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Allochtonen die zelf in het buitenland zijn geboren vormen de eerste generatie en allochtonen die in zijn geboren de tweede generatie. Allochtonen van de eerste generatie worden onderverdeeld in westers en niet-westers op grond van hun geboorteland. Ze worden tot de nietwesterse allochtonen gerekend als ze zijn geboren in Turkije, Afrika, Latijns Amerika of Azië, met uitzondering van Japan en Indonesië. De tweede generatie wordt onderverdeeld in westers en nietwesters op grond van het geboorteland van hun moeder. Als dat is, dan is het geboorteland van de vader bepalend. Voor de tweede generatie is het onderscheid tussen westers en nietwesters gebaseerd op dezelfde landenindeling als voor de eerste generatie.

12 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 2.7 Bevolking naar etniciteit, 1998, 2000 en 2002 (bron: CBS) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% regio niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen autochtonen Het aantal huishoudens in is ondanks de constante bevolkingsomvang vanaf 1997 tussen 1995 en 2002 met zo n 2000 gegroeid. In relatieve termen is deze groei ruim onder het nationale en regionale gemiddelde. nationale en regionale gemiddelde. In de regio wonen in 2002 zo n 217 duizend huishoudens. Figuur 2.8 Ontwikkeling van het aantal huishoudens, (index, 1995=100; bron: CBS) 109,0% 107,0% 105,0% 103,0% 101,0% regio 99,0% 97,0% 95,0% De regio kent een huishoudenstructuur die sterk lijkt op de nationale. De gemeente daarentegen heeft veel meer alleenstaanden. Dit wordt veroorzaakt door de omvangrijke studentenpopulatie, die vaker dan gemiddeld alleenstaand is.

13 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 2.9 Huishoudens naar type, 2002 (bron: CBS) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% paren met kinderen paren zonder kinderen eenoudergezinnen alleenstaanden 20% 10% 0% regio Jaarlijks verhuist ongeveer 7% van de se bevolking binnen de gemeente. Over de gehele periode ligt dat aandeel in de regio onder het landelijke gemiddelde. In de gemeente ligt het aandeel veel hoger. De dynamiek van een studentenstad is hier debet aan. Figuur 2.10 Binnengemeentelijke verhuizingen (als % van de bevolking), (bron: CBS) 12.0% 10.0% 8.0% 6.0% 4.0% regio 2.0% 0.0% Werk en geld Door de economische groei die in het laatste decennium van de 20 ste eeuw doormaakt zijn de reële inkomens (dus gecorrigeerd voor inflatie) behoorlijk toegenomen (8%). en de regio hebben het in dit opzicht iets minder goed gedaan dan het landelijk gemiddelde (7 respectievelijk 7,7%). Het gemiddeld inkomen in de regio is duidelijk ho-

14 KERNPUBLICATIE WBO ger dan het landelijk gemiddelde, terwijl het gemiddeld inkomen in beduidend onder het landelijk gemiddelde ligt (uiteraard wederom door de aanwezigheid van veel studenten met relatief lage inkomens). Figuur 2.11 Gemiddeld huishoudensinkomen,1998 en 2000 (bron: RIO) (*1000 euro) regio De economische voorspoed heeft ook geleid tot een toename van de werkgelegenheid. In was die toename in absolute aantallen zo n banen, dus veel meer dan het aantal huishoudens. De werkgelegenheidsgroei in ligt daarmee tot 1998 boven het landelijk gemiddelde. De regio doet het in dit opzicht aanmerkelijk minder goed dan. De regio geeft in 2001 een werkgelegenheid van bijna 200 duizend banen, de gemeente ruim 55 duizend. Figuur 2.12 Werkgelegenheid, (index, 1990=100; bron: CBS) 135.0% 130.0% 125.0% 120.0% 115.0% 110.0% 105.0% regio 100.0% 95.0% 90.0%

15 KERNPUBLICATIE WBO De gemiddelde WOZ-waarde van een woning is in tussen 1997 en 2001 gestegen van naar In de regio ligt het prijsniveau wat hoger. In zelf lag in 1997 het prijsniveau iets boven het landelijke gemiddelde. Tussen 1997 en 2001 ontwikkelen de prijzen zich in minder positief dan landelijk, zodat het niveau in 2001 onder het landelijke gemiddelde ligt. Figuur 2.13 Gemiddelde WOZ-waarde, 1997, 2001 (bron: CBS) (*1000) regio

16 KERNPUBLICATIE WBO Woonprofiel In dit hoofdstuk wordt op basis van het WBO 2002 een profiel geschetst van het wonen in. Verschillende onderwerpen komen hierbij aan bod. Na een korte beschrijving van de bewoonde woningvoorraad en de bevolking wordt in paragraaf 3.1 gekeken naar de woonsituatie van enkele bevolkingsgroepen. Daarna besteden we meer specifieke aandacht aan inkomens en woonlasten (paragraaf 3.2), particulier opdrachtgeverschap (3.3), onderhoud van de woning (3.4), isolatie en energie (3.5), wonen en zorg (3.6) leefbaarheid (3.7) en etniciteit (3.8). De situatie in wordt zoveel mogelijk vergeleken met die in de regio en met de landelijke situatie. Volgens het WoningBehoefte Onderzoek worden in ruim 51 duizend woningen bewoond, voor de gehele regio betreft het ongeveer 204 duizend woningen. Tabel 3.1 geeft voor de vier gebieden de reeds genoemde totalen en de verdeling ervan naar eigendom en vorm. Tabel 3.1 Bewoonde woningen naar eigendom en vorm, 2002 (bron: WBO 2002) regio koop eengez 48% 47% 30% meergez 6% 9% 13% huur eengez 21% 21% 15% meergez 25% 24% 42% totaal 100% 100% 100% totaal aantal (x dzd) 6626,9 203,6 51,3 In is het aandeel huurwoningen hoger dan in de regio als geheel en ook hoger dan in als geheel. In de regio is het aandeel vergelijkbaar met. In het algemeen geldt dat in de koopsector eengezinswoningen sterk vertegenwoordigd zijn terwijl de huursector juist relatief veel meergezinswoningen telt (zie landelijke verdeling in Tabel 3.1). Evenals in hoofdstuk 2 werd geconstateerd is bij het aandeel meergezinswoningen in de koopsector hoog. Ook in de huursector is het aandeel meergezinswoningen bij het hoogst.

17 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 3.1 Bewoonde voorraad naar eigendom, vorm en kamertal, 2002 (bron: WBO 2002) regio koop eengez <4 kamers koop eengez 4 kamers koop eengez 5+ kamers koop meergez <4 kamers koop meergez 4 kamers koop meergez 5+ kamers huur eengez <4 kamers huur eengez 4 kamers huur eengez 5+ kamers huur meergez <4 kamers huur meergez 4 kamers huur meergez 5+ kamers 0% 20% 40% 60% 80% 100% Zowel voor de koop- als voor de huursector geldt dat in het aandeel kleine meergezinswoningen relatief groot is. Verder blijkt uit Figuur 3.1 dat het lage aandeel koopwoningen van in vergelijking met de Leidse regio en grotendeels veroorzaakt wordt door een ondervertegenwoordiging van grote eengezinskoopwoningen (vijf kamers of meer). Gebieden vergelijken op basis van het WBO In Figuur 3.1 (hierboven) wordt de woningvoorraad van elk onderscheiden gebied opgesplitst in een behoorlijk aantal segmenten. Sommige segmenten komen in alle gebieden maar weinig voor, zoals bijvoorbeeld de meergezinskoopwoningen met vijf of meer kamers. Op het eerste gezicht is dit lastig omdat de betreffende vakjes dermate klein zijn dat niet meer te zien is of het segment in het ene gebied vaker voorkomt dan in het andere. Toch is bewust gekozen voor deze presentatievorm. Niet om het voor de lezer moeilijker te maken dan nodig is, maar om onderzoekstechnische redenen: Vanwege het feit dat het WBO een steekproefonderzoek is, is het niet altijd verantwoord om (bij wijze van spreken) met een lineaal op zoek te gaan naar verschillen tussen de gebieden. Dat geldt vooral wanneer kleine(re) gebieden met minder waarnemingen in de vergelijking betrokken worden. Bij de interpretatie van dit soort figuren geldt de vuistregel dat wanneer de vakjes vrijwel even groot zijn, er in werkelijkheid ook weinig verschil is tussen de gebieden. Wanneer op het eerste gezicht een duidelijk verschil is in de omvang van de vakjes kan met zekerheid gesteld worden dat het aandeel in het ene gebied groter is dan in het andere. De koopwoningen in zijn gemiddeld duurder dan in als geheel (Figuur 3.2). Dat geldt zowel voor eengezins- al meergezinskoopwoningen. Voor huurwoningen geldt het omgekeerde: deze zijn relatief vaak goedkoop. Dat geldt voor eengezinshuurwoningen, maar vooral voor meergezinshuurwoningen.

18 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 3.2 Bewoonde voorraad naar eigendom, vorm en prijsklasse *, 2002 (bron: WBO 2002) koop eengez < bwsgrens koop eengez goedkoop koop eengez middelduur koop eengez duur koop meergez < bwsgrens koop meergez goedkoop koop meergez middelduur regio koop meergez duur huur eengez < kwal.kort.grens huur eengez < aftoppingsgrens huur eengez < liberalisatiegrens huur eengez > liberalisatiegrens 0% 20% 40% 60% 80% huur meergez < kwal.kort.grens huur meergez < aftoppingsgrens huur meergez < liberalisatiegrens 100% huur meergez > liberalisatiegrens *) zie bijlage 2 In eerdere beschrijvingen van bevolkingskenmerken (hoofdstuk 2) werd al geconstateerd dat de huishoudenstructuur van minder traditioneel is dan het landelijke patroon. Dit blijkt opnieuw uit Figuur 3.3. De figuur laat verder zien dat binnen de grote groep eenpersoonshuishoudens het aandeel jongeren erg groot is. De huishoudenstructuur in de regio als geheel is iets traditioneler dan gemiddeld in. Figuur 3.3 Huishoudens naar type en leeftijd, 2002 (bron: WBO 2002) regio eenpers <= 34jr eenpers eenpers >= 65jr meerper z k <= 34jr meerper z k meerper z k >= 65jr gezin <= 34jr gezin gezin >= 65jr 0% 20% 40% 60% 80% 100% Het aandeel hoog opgeleide huishoudens is in aanzienlijk groter dan gemiddeld in (Figuur 3.4). In de regio als geheel is men ook wat vaker hoog opgeleid dan gemiddeld in. Het is niet ongebruikelijk om een positief verband tussen opleidingsniveau en inkomen te verwachten. Voor de regio komt het verband overeen met deze verwachting (vergelijk met Figuur 3.5). Voor de gemeente geldt de hypothese echter

19 KERNPUBLICATIE WBO niet: ondanks het grote aandeel hoog opgeleiden zijn de hogere inkomensgroepen ondervertegenwoordigd. Figuur 3.4 Huishoudens naar opleidingsniveau, 2002 (bron: WBO 2002) regio laag (tot MAVO-niveau) midden (HAVO, VWO) hoog (HBO universitair) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 3.5 Huishoudens naar inkomen * 2002, (bron: WBO 2002) laag (tot minimum) regio midden (min. tot 1,5 x modaal) hoog (>= 1,5 x modaal) 0% 20% 40% 60% 80% 100% * Inkomen van een modale werknemer. Een modale werknemer is een werknemer met twee kinderen beneden de 12 jaar en een looninkomen dat juist beneden de premie-inkomensgrens van de verplichte ziekenfondsverzekering ligt. In 2002 lag de (bruto) inkomensgrens voor het modale inkomen op euro. Voor 1,5 x modaal komt het inkomen op euro.

20 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 3.6 Werkzame huishoudens naar werklocatie, 2002 (bron: WB)2002) hh werkt NIET in woongemeente regio gedeelte hh werkt in woongemeente hh werkt in woongemeente 0% 20% 40% 60% 80% 100% In vergelijking met werken Leidse huishoudens bijna even vaak geheel of gedeeltelijk in de eigen gemeente. Het effect van de minder stedelijke gebieden die samen met de regio vormen uit zich in een relatief hoog aandeel huishoudens in de regio dat niet in de eigen gemeente werkt. 3.1 Wie woont waar? In de voorgaande beschrijvingen valt op dat de positie van een wezenlijk andere is dan die van de andere twee onderscheiden gebieden (regio en als geheel). De verhoudingen tussen, de regio en zijn grotendeels te verklaren als we deze gebieden positioneren op de meetlat van verstedelijkheidsgraad. heeft de sterkste stedelijke kenmerken, zoals bijvoorbeeld veel (meergezins) huurwoningen, veel koopappartementen, een groot aandeel jongeren en veel eenpersoonshuishoudens. Verder is een studentenstad bij uitstek. Dit uit zich in extra hoge scores op de laatste twee genoemde kenmerken (jongeren en eenpersoonshuishoudens) en tevens in een zeer groot aandeel hoog opgeleiden. als geheel kent weliswaar enkele grote steden maar de invloed ervan op de gemiddelde scores wordt afgezwakt door het grote aantal gemeenten dat relatief weinig verstedelijkt is. Van de 21 gemeenten die samen met de regio vormen is veruit het grootste deel weinig verstedelijkt. Dit resulteert in een meer traditionele huishoudenstructuur van de regio in vergelijking met en zeker in vergelijking met. In vergelijking met andere niet sterk verstedelijkte regio s is het opleidings- en inkomensniveau van de regio relatief hoog. Nu enkele kenmerken van de woningvoorraad en van de bevolking bekend zijn, kan nader in worden gegaan op de woonsituatie van enkele bevolkingsgroepen. Het is zeker niet de bedoeling om hierin uitputtend te zijn. Doel van de nu volgende beschrijving is vooral om illustraties te geven voor het bovengenoemde algemene patroon en uitleg te geven bij situaties waarin het algemene patroon niet geldig is.

21 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 3.7 laat zien hoe eenpersoonshuishoudens verdeeld zijn over de woningvoorraad als het gaat om eigendomsvorm en prijs. Figuur 3.7 Eenpersoonshuishoudens in woningen naar eigendomsvorm en prijsklasse, 2002 (bron: WBO 2002) regio koop < bwsgrens koop goedkoop koop middelduur koop duur huur < kwal.kort.grens huur < aftoppingsgrens huur < liberalisatiegrens huur > liberalisatiegrens 0% 20% 40% 60% 80% 100% Eenpersoonshuishoudens zijn bij alle drie de onderscheiden gebieden ondervertegenwoordigd in de koopsector (vergelijk Figuur 3.2). Bij valt op dat de eenpersoonshuishoudens in een koopwoning relatief vaak een goedkope woning hebben gekocht. Dit geldt zowel voor de vergelijking met regio als met als geheel. Ook binnen de huursector bewonen de Leidse eenpersoonshuishoudens relatief vaak een goedkopere woning. In de regio als geheel bewonen eenpersoonshuishoudens juist relatief vaak een dure huurwoning (in vergelijking met als geheel en vooral in vergelijking met ). Figuur 3.8 Gezinnen in woningen naar eigendomsvorm en prijsklasse, 2002 (bron: WBO 2002) regio koop < bwsgrens koop goedkoop koop middelduur koop duur huur < kwal.kort.grens huur < aftoppingsgrens huur < liberalisatiegrens huur > liberalisatiegrens 0% 20% 40% 60% 80% 100%

22 KERNPUBLICATIE WBO In tegenstelling tot eenpersoonshuishoudens bewonen gezinnen relatief vaak een koopwoning. Uit Figuur 3.8 blijkt dat gezinnen in en in de regio vaker dan gemiddeld een dure koopwoning bewonen. Binnen de huursector is het aandeel Leidse gezinnen in een dure woning vergelijkbaar met het landelijke patroon. Figuur 3.9 Huishoudens tot 34 jaar in woningen naar eigendomsvorm en prijsklasse, 2002 (bron: WBO 2002) regio koop < bwsgrens koop goedkoop koop middelduur koop duur huur < kwal.kort.grens huur < aftoppingsgrens huur < liberalisatiegrens huur > liberalisatiegrens 0% 20% 40% 60% 80% 100% In bewonen jonge huishoudens (tot 34 jaar) het vaakst een huurwoning. Degenen die in huren zitten ook het vaakst in een goedkope huurwoning. In de regio als geheel zijn jonge huishoudens even vaak in een huurwoning te vinden als gemiddeld in. Ze wonen wel vaker duur maar dat kan ook veroorzaakt worden door de aanbodstructuur (er is in de regio überhaupt minder goedkoop aanbod). Figuur 3.10 Huishoudens met hoog inkomen (meer dan 1,5 keer modaal) in woningen naar eigendomsverhouding en prijsklasse, 2002 (bron: WBO 2002) regio koop < bwsgrens koop goedkoop koop middelduur koop duur huur < kwal.kort.grens huur < aftoppingsgrens huur < liberalisatiegrens huur > liberalisatiegrens 0% 20% 40% 60% 80% 100%

23 KERNPUBLICATIE WBO Ook voor huishoudens met een hoog inkomen geldt dat ze in relatief vaak huren (Figuur 3.10). Dit is een sterke aanwijzing dat de aanbodstructuur van (veel (meergezins)huurwoningen) doorwerkt in de woonsituatie van alle lagen van de bevolking. Als huishoudens met een hoog inkomen kopen dan is het in de regio het vaakst een dure koopwoning, gevolgd door respectievelijk en als geheel. In anno 2002 is het aandeel kopers onder de meer welgestelde huishoudens hoger dan vier jaar eerder: van 77% in 1998 naar 82% in Landelijk gezien is het de hogere inkomensgroepen met een koopwens blijkbaar steeds beter gelukt om hun koopwens te realiseren. Dat kan niet geconcludeerd worden uit de ontwikkeling in en in de regio. In is het aandeel kopers binnen de hoge inkomensgroep licht gedaald van 78% in 1998 naar 77% in Figuur 3.11 en Figuur 3.12 hebben betrekking op het woonmilieu (zie bijlage 2 voor definities). Figuur 3.11 Huishoudens tot 34 jaar in woningen naar woonmilieu, 2002 (bron: WBO 2002) regio centrum-stedelijk buiten-centrum groen-stedelijk centrum-dorps landelijk wonen 0% 20% 40% 60% 80% 100%

24 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 3.12 Huishoudens 35 tot 64 jaar in woningen naar woonmilieu, 2002 (bron: WBO 2002) regio centrum-stedelijk buiten-centrum groen-stedelijk centrum-dorps landelijk wonen 0% 20% 40% 60% 80% 100% Zoals verwacht kon worden wonen jonge huishoudens vaker in een centrum-stedelijk woonmilieu dan de wat oudere huishoudens (vergelijk Figuur 3.11 met Figuur 3.12). Bij is het aandeel huishoudens in een centrum-stedelijk woonmilieu hoger dan in de regio en als geheel. Dat geldt voor zowel de jonge als de wat oudere huishoudens. Uit de figuren blijkt opnieuw dat, van de drie onderscheiden gebieden, het sterkst verstedelijkt is. 3.2 Inkomens en woonlasten In de algemene beschrijving is reeds kort ingegaan op de verdeling van huishoudens naar inkomen. Figuur 3.5 liet zien dat in de regio de hogere inkomensgroepen wat sterker vertegenwoordigd zijn dan gemiddeld in. Hierna wordt nader in gegaan op de woonsituatie van huishoudens met een laag inkomen: de aandachtsgroep van beleid (zie bijlage 2 voor definities).

25 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 3.13 Huishoudens naar wel/geen aandachtsgroep en samenstelling, 2002 (WBO 2002) regio aandgr eenpersoons aandgr meerp zndr kind aandgr gezin GEEN aandgr eenpersoons GEEN aandgr meerp zndr kind GEEN aandgr gezin 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ruim 35 procent van de Leidse huishoudens behoort tot de aandachtsgroep van beleid. Dat aandeel is hoger dan het landelijk gemiddelde en aanzienlijk hoger dan in de regio als geheel. Figuur 3.14 Huishoudens naar wel/geen aandachtsgroep en samenstelling, 1998 (WBO 1998) regio aandgr eenpersoons aandgr meerp zndr kind aandgr gezin GEEN aandgr eenpersoons GEEN aandgr meerp zndr kind GEEN aandgr gezin 0% 20% 40% 60% 80% 100% Bij alle onderscheiden gebieden was in 1998 het aandeel van de aandachtsgroep aanzienlijk groter. In als geheel is de afname van de groep het grootst geweest (van 40% in 1998 naar 30% in 2002), gevolgd door respectievelijk de regio (van 35% naar 27%) en de gemeente (van 42% naar 36%). We bekijken voor de meest recente situatie hoeveel ruimte er is in het deel van de voorraad dat geacht wordt bereikbaar te zijn voor de aandachtsgroep. Het begrip bereikbare voorraad dient daartoe nader omschreven te worden. In de huursector bestaat deze uit woningen met een huurprijs die onder de liberalisatiegrens valt. Hieronder worden ook meegere-

26 KERNPUBLICATIE WBO kend de koopwoningen waarvan de marktwaarde niet hoger is dan de bws-grens, de maximale koopprijs waarvoor de koopsubsidieregeling nog geldig is. Figuur 3.15 presenteert de opbouw van de bereikbare voorraad naar vorm, eigendom en prijsklasse. Figuur 3.15 Bereikbare voorraad naar vorm, eigendom, prijsklasse, 2002 (bron: WBO 2002) regio bereikbaar egz huur < liberalisatiegrens bereikbaar egz koop < bwsgrens bereikbaar mgz huur < liberalisatiegrens bereikbaar mgz koop < bwsgrens NIET bereikbaar 0% 20% 40% 60% 80% 100% Tabel 3.2 laat zien dat er in bijna tweeëntwintig duizend huishoudens zijn die tot de aandachtsgroep van beleid behoren. Verder blijkt uit de tabel dat er bij benadering 26,9 duizend bereikbare woningen zijn. Wanneer we de bereikbare voorraad delen door het aantal huishoudens in de aandachtsgroep ontstaat een goede vergelijkingsmaat (zie onderste rij in de tabel): in zijn er 1,2 bereikbare woningen per aandachtsgroep-huishouden. Dat is wat minder dan in de regio en in als geheel (respectievelijk 1,4 en 1,4 bereikbare woningen, zie onderste rij in Tabel 3.2). Tabel 3.2 Omvang bereikbare voorraad en aandachtsgroep, 2002 (bron: WBO 2002) regio huishoudens in aandachtsgroep (x dzd) 2073,1 57,8 21,6 bereikbare voorraad (x dzd) 2945,8 79,8 26,9 bereikbare voorraad per hh aandachtsgroep 1,4 1,4 1,2 Het berekende verhoudingsgetal laat zien hoeveel bereikbaar aanbod er in theorie is voor huishoudens uit de aandachtsgroep. Voor inzicht in de werkelijke situatie moet ook nog gekeken worden naar de mate van concurrentie die de aandachtsgroep ondervindt van andere bevolkingsgroepen. Concurrentie van huishoudens met hoge(re) inkomens is hierbij belangrijk omdat deze groep nog relatief veel andere keuzemogelijkheden heeft. Uit de eerder gepresenteerde Figuur 3.10 valt op te maken dat deze concurrentie in niet groter is dan landelijk gemiddeld. Het lagere getal voor uit Tabel 3.2 (1,2) wordt dus niet veroorzaakt door veel concurrentie van huishoudens met een hoog inkomen. Figuur 3.16 laat zien dat in huishoudens met een middelbaar inkomen wel sterk oververtegenwoordigd zijn in het bereikbare deel van de voorraad. Waarschijnlijk wordt het lagere verhoudingsgetal dus veroorzaakt doordat in, naast de aandachtsgroep van beleid, ook relatief veel nietaandachtsgroepers met een middelbaar inkomen een plek vinden in de bereikbare voorraad.

27 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 3.16 Huishoudens met middelbaar inkomen * in woningen naar eigendomsverhouding en prijsklasse, 2002 (bron: WBO 2002) regio koop < bwsgrens koop goedkoop koop middelduur koop duur huur < kwal.kort.grens huur < aftoppingsgrens huur < liberalisatiegrens huur > liberalisatiegrens koop < bwsgrens 0% 20% 40% 60% 80% 100% *) Minimum tot 1,5 keer modaal De werkelijke woonsituatie van de aandachtsgroep wordt zichtbaar in Figuur Profiel aandeel aandachtsgroep in bereikbare voorraad In de onderstaande figuren is het aandeel aandachtsgroep in de bereikbare voorraad opgenomen. De figuren geeft in één oogopslag veel informatie over dit aandeel ook in relatie tot het regionale en nationale niveau. In het vervolg van de rapportage zullen meer van dit figuurtype volgen. De figuren moeten als volgt gelezen worden. Alle gekleurde balken beginnen ergens in het midden van de figuur. Deze middellijn geeft het nationale aandeel weer, in Figuur 3.17 dus het aandeel van de aandachtsgroep in de bereikbare voorraad. In heel wordt 28% bereikbare voorraad bewoond door huishoudens uit de aandachtsgroep. Een balk die vervolgens links van de middellijn uitsteekt geeft aan dat het aandeel in dat geval lager is dan gemiddeld. Wijst de balk naar rechts, dan is sprake van een hoger aandeel. Op deze manier kan binnen een gebied (bijvoorbeeld ) het aandeel tussen verschillende prijsklassen vergeleken worden, of juist tussen gebieden ( en een gemeente) het aandeel in bijvoorbeeld de laagste prijsklasse. In figuren verderop in de rapportage kan het voorkomen er geen balk is weergegeven. Dit betekent dat a. dat het aandeel exact gelijk is aan het totale landelijke gemiddelde; of b. dat er onvoldoende respondenten in het WBO zijn om betrouwbare uitspraken te kunnen doen; of c. dat de categorie niet voorkomt (bijvoorbeeld omdat de gemeente geen centrumdorpse woonmilieus kent).

28 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 3.17 Aandeel aandachtsgroep in bereikbare voorraad, 2002 (WBO 2002) regio huur < kwal.kort.grens huur < aftoppingsgrens huur < liberalisatiegrens koop < bwsgrens NIET bereikbaar 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Zowel in geheel als in de regio en de gemeente is de aandachtsgroep in het niet-bereikbare deel van de voorraad ondervertegenwoordigd, hetgeen te verwachten was. Het blijkt uit de figuur doordat de groene balken alle drie links van de 28%-lijn liggen. De groene balken beginnen in alledrie de onderscheiden gebieden bij 17%. Dit betekent dat de dure scheefheid (aandeel aandachtsgroep in de niet-bereikbare voorraad) niet verschilt tussen de gebieden. In alle onderscheiden gebieden zijn huishoudens uit de aandachtsgroep oververtegenwoordigd in het huursegment van de bereikbare voorraad (de rode en oranje balken liggen alle rechts van de 28%-lijn). In de goedkoopste huursegmenten van de drie gebieden (tot kwaliteitskortingsgrens) schommelt het aandeel aandachtsgroep rond de 60 procent. In de duurdere segmenten binnen de bereikbare voorraad is de aandachtsgroep in wat minder sterk vertegenwoordigd. Met andere woorden, in is wat vaker sprake van goedkope scheefheid. Hierboven bleek echter dat het niet zozeer de hoge inkomensgroepen zijn die goedkoop scheef wonen. Blijkbaar gaat het dus eerder om huishoudens met middelbaar inkomen die niet tot de aandachtsgroep behoren. Bezien we dezelfde verdeling in 1998 dan valt vooral op dat tussen 1998 en 2002 het aandeel aandachtsgroep in de totale se woningvoorraad is gedaald (bijna 40% in 1998, 28% in 2002). Verder zien we dat in de afname van het aandeel aandachtsgroep gelijkmatig over de verschillende segmenten heeft plaatsgevonden. Bij is de forse afname in de huurprijsklasse kwaliteitskortingsgrens-aftoppinsgrens opvallend (van 36% in 1998 naar 28% in 2002). Hierboven is gebleken dat goedkope scheefheid in wat vaker voorkomt dan in als geheel en dat dure scheefheid ongeveer even vaak voorkomt. In de regio komt goedkope scheefheid ook wat vaker voor, maar minder vaak dan in. Dure scheefheid komt ongeveer even vaak voor als in als geheel. In Bijlage 4 Relatie inkomen-huurprijs wordt nader ingegaan op de relatie inkomen-huurprijs. We kijken hoe het binnen de bereikbare en niet-bereikbare voorraad zit met het aandeel aandachtsgroep als we verder opsplitsen naar woning- en huishoudenkenmerken.

29 KERNPUBLICATIE WBO Woonlasten Na de beschrijvingen van het inkomen en de woonsituatie van verschillende bevolkingsgroepen dringt de vraag zich op hoe het gesteld is met de woonlasten. Figuur 3.18 en Figuur 3.19 geven hier inzicht in. Figuur 3.18 Gemiddelde woonlasten * naar eigendom, vorm, 2002 (bron: WBO 2002) regio koop eengez koop meergez huur eengez huur meergez *) Zie bijlage 1. woonlastenschema 2002 In 2002 geeft een gemiddeld s huishouden 533,- uit aan woonlasten (zie in Figuur 3.18 de verticale lijn ter hoogte van 533). In en in de regio zijn de woonlasten van eengezinswoningen in de koopsector hoog vergeleken met als geheel (donkerblauwe balken). In alle drie de onderscheiden gebieden zijn de woonlasten van meergezinshuurwoningen (oranje balken) gemiddeld het laagst van de onderscheiden segmenten. Het gemiddelde van meergezinshuurwoningen in de regio ligt nog het hoogst. Vergelijking van 2002 met 1998 leert dat met name tussen de eengezinskoop en de meergezinshuursector de verschillen in gemiddelde woonlasten zijn toegenomen. Blijkbaar zijn de woonlasten bij eengezinskoopwoningen relatief sterk gestegen. De relatie tussen inkomen en woonlasten komt tot uiting in het niveau van de woonquote (Figuur 3.19 en Figuur 3.20).

30 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 3.19 Gemiddelde woonquote * naar eigendom, vorm, 2002, (bron: WBO 2002) regio koop eengez koop meergez huur eengez huur meergez 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 *) Zie bijlage 1. woonlastenschema 2002 In 2002 ligt de gemiddelde woonquote in op bijna 29 procent, hetgeen wil zeggen dat een gemiddeld huishouden 29 procent van het inkomen aan woonlasten besteedt. Huishoudens in huurwoningen zijn een aanzienlijk groter aandeel kwijt, het aandeel onder huishoudens in koopwoningen is kleiner. Opvallend is dat in en in de regio huishoudens in meergezinshuurwoningen een hogere woonquote hebben dan huishoudens in eengezinshuurwoningen. Figuur 3.20 Gemiddelde woonquote naar eigendom, vorm, 1998, (bron: WBO 1998) regio koop eengez koop meergez huur eengez huur meergez 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 Ondanks de positieve woonlastenontwikkeling tussen 1998 en 2002 is de gemiddelde woonquote in zelfs iets lager dan in In is de woonquote in de huursector nog het sterkst afgenomen.

31 KERNPUBLICATIE WBO Particulier opdrachtgeverschap Particulier opdrachtgeverschap komt in nog niet erg veel voor. Zevenentwintig procent van de koopwoningen is gebouwd in particulier opdrachtgeverschap van de huidige bewoner. Wat betreft ontwerp kan het daarbij gaan om een eigen ontwerp, een ontwerp in samenwerking met een architect of een keuze uit een catalogus. Figuur 3.21 Huishoudens in koopwoningen naar wijze van koop: particulier opdrachtgeverschap of bestaande/nieuwbouwwoning gekocht, 2002 (bron: WBO2002) zelf ontworpen regio samen met architect ontworpen gekozen uit een catalogus bestaande of nieuwbouwwoning gekocht 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 3.21 laat zien dat in particulier opdrachtgeverschap minder vaak voorkomt dan in als geheel ( 16%). In de gehele regio is het aandeel hoger maar nog steeds iets lager dan het landelijk gemiddelde (regio 25%). Particulier opdrachtgeverschap op basis van een eigen ontwerp komt in en in de regio nauwelijks voor. Het kiezen uit een catalogus is hier de meest voorkomende vorm. Figuur 3.22 Koopwoningen in particulier opdrachtgeverschap naar prijsklasse, 2002 (bron: WBO2002) regio < bwsgrens goedkoop middelduur duur 0% 20% 40% 60% 80% 100%

32 KERNPUBLICATIE WBO In de regio zitten de in particulier opdrachtgeverschap gebouwde woningen relatief vaak in de prijsklasse middelduur en duur. In de gemeente zijn de duurdere prijsklassen ook oververtegenwoordigd, maar in mindere mate dan in de regio als geheel. Figuur 3.23 Koopwoningen in particulier opdrachtgeverschap naar woningvorm, 2002 (bron: WBO2002) regio eengez meergez 0% 20% 40% 60% 80% 100% Het gaat in vaker om meergezinswoningen dan in de regio en aanzienlijk vaker dan gemiddeld in. Figuur 3.24 Huishoudens in koopwoningen in particulier opdrachtgeverschap naar leeftijdsklasse, 2002 (bron: WBO2002) regio <= 34jr >= 65jr 0% 20% 40% 60% 80% 100% Gezien de leeftijdsverdeling zijn particuliere opdrachtgevers in vooral de huishoudens die volop in het arbeidsproces zitten (35 tot 64 jaar). In de regio is dit in wat sterkere mate het geval, in de gemeente is de oververtegenwoordiging van deze groep het grootst.

33 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 3.25 Huishoudens in koopwoningen in particulier opdrachtgeverschap naar huishoudensamenstelling, 2002 (bron: WBO2002) regio eenpers meerpers 0% 20% 40% 60% 80% 100% Zoals verwacht kon worden betreft het relatief vaak meerpersoonshuishoudens. Het Leidse aandeel eenpersoonshuishoudens is wat hoger dan in als geheel. Figuur 3.26 Verhuisgeneigde huishoudens naar interesse in particulier opdrachtgeverschap, 2002 (bron: WBO2002) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% regio w eet niet/misschien geen interesse interesse Onder verhuisgeneigde huishoudens is de interesse in het bouwen van een woning onder particulier opdrachtgeverschap in heel ongeveer 21%. De regio kent een gelijk percentage. In zelf is de animo aanzienlijk lager (15%). In absolute aantallen gaat het om circa aren. (Hierbij moet bedacht worden dat het gaat om aren, en niet noodzakelijkerwijs om huishoudens die in een woning onder particulier opdrachtgeverschap willen bouwen).

34 KERNPUBLICATIE WBO Onderhoud van de woning Jaarlijks wordt in aan bijna de helft van de woningen onderhoud gepleegd (zie verticale lijn in Figuur 3.27: 46%). Daarbij kan het gaan om schilderwerk, onderhoud aan CV of warmwaterinstallatie en reparatie van dak, goten of houtwerk. Aan huurwoningen wordt volgens de bewoners minder vaak onderhoud gepleegd dan aan koopwoningen. Figuur 3.27 Aandeel woningen waarbij onderhoud gepleegd in afgelopen 12 maanden naar eigendomsituatie, 2002 (bron: WBO2002) regio koop huur 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% In de regio wordt nog het vaakst onderhoud gepleegd aan huurwoningen. Binnen de koopsector wordt in de regio vaker onderhoud gepleegd dan gemiddeld in. Aan de koopwoningen in wordt het vaakst onderhoud gepleegd. Figuur 3.28 Aandeel woningen waarbij bouwtechnisch onderhoud gepleegd in afgelopen 12 maanden naar eigendomsituatie, 2002 (bron: WBO2002) regio koop huur 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35%

35 KERNPUBLICATIE WBO In het WoningBehoefte Onderzoek wordt naast bovengenoemde onderhoudswerkzaamheden ook gevraagd naar bouwtechnisch herstel of verbeteringswerkzaamheden 4. Dit komt jaarlijks voor bij ruim 20 procent van de woningen. Ook deze werkzaamheden komen bij koopwoningen in de gemeente het vaakst voor. Figuur 3.29 Aandeel meergezinswoningen waarbij onderhoud gemeenschappelijke delen gepleegd in afgelopen 12 maanden naar eigendomsituatie, 2002 (bron: WBO2002) regio meergez koop meergez huur 0% 10% 20% 30% 40% Bij meergezinswoningen vormen gemeenschappelijke delen zoals dak, portiek, galerij, trappenhuis, lift of entree ook een onderhoudspost. Volgens huurders wordt minder vaak onderhoud gepleegd dan volgens kopers. In meergezinswoningen kan het scoreverschil (gedeeltelijk) veroorzaakt worden doordat huurders van meergezinswoningen wellicht een minder volledig beeld hebben van de werkzaamheden aan gemeenschappelijke delen van hun woongebouw. Dit gezegd hebbende valt op dat in en in de regio vaker dan gemiddeld onderhoud wordt gepleegd aan de gemeenschappelijke delen van huurwoningen. Binnen de koopsector wordt het vaakst onderhoud gepleegd in de regio. De onderhoudsinspanningen kunnen uitgedrukt worden in termen van geld en tijd. Hieronder gebeurt dit afzonderlijk voor de koop- en voor de huursector. 4 Hieronder vallen: vervanging van dak, kozijnen of ramen, deuren, muren of plafonds, sanitair, keuken installaties, elektra, leidingen of riolering.

36 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 3.30 Koopwoningen met onderhoud naar prijsklasse onderhoudskosten, 2002 (bron: WBO2002) regio niets < 350 euro > euro 0% 20% 40% 60% 80% 100% In het onderhoud aan Leidse koopwoningen wordt relatief veel geld gestoken. Figuur 3.31 Huurwoningen met onderhoud naar prijsklasse onderhoudskosten, 2002 (bron: WBO2002) regio niets < 350 euro > euro 0% 20% 40% 60% 80% 100% Niet verwonderlijk is dat huurders in de regel minder kosten maken dan de hierboven gepresenteerde kopers. Van zowel de regio als van de gemeente kan gezegd worden dat de onderhoudskosten gemiddeld lager zijn dan in als geheel. 3.5 Isolatie en energie Bij vrijwel een kwart van de se bewoonde woningvoorraad is zowel de vloer, de muren als het dak warmte-geïsoleerd (23 procent). Dit lijkt wellicht weinig, maar bedacht moet worden dat deze score sterk gedempt wordt doordat bijna eenderde deel van de bewoonde voorraad uit meergezinswoningen bestaat. Bij meergezinswoningen blijft de noodzaak tot warmte-isolatie beperkt tot de buitenranden van het woongebouw.

37 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 3.32 Aandeel woningen met isolatie vloer en muren en dak naar eigendomsituatie en woningvorm, 2002 (bron: WBO2002) regio koop eengez koop meergez huur eengez huur meergez 0% 10% 20% 30% 40% Dat meergezinswoningen meestal niet zwaar warmte-geïsoleerd zijn blijkt uit Figuur 3.32 (lichtblauwe en gele balken). Binnen het segment eengezinswoningen valt op dat de huurwoningen en vooral de koopwoningen in relatief weinig voorzien zijn van vloer-, muren- én dakisolatie. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat in relatief veel woningen gebouwd zijn vóór de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen de technische mogelijkheden van isolatie en het bewustzijn van de noodzaak tot isolatie nog weinig ontwikkeld waren. Figuur 3.33 Aandeel woningen met isolatie dubbel glas naar eigendomsituatie en woningvorm, 2002 (bron: WBO2002) regio koop eengez koop meergez huur eengez huur meergez 50% 60% 70% 80% Warmte-isolatie door middel van dubbel glas komt aanzienlijk vaker voor dan de hierboven besproken vorm. Dat heeft voor een deel te maken met het feit dat dubbel glas ook bij meergezinswoningen effectief is. Voor alle onderscheiden segmenten is het aandeel dubbel glas in veruit het laagst. De oorzaak hiervan ligt wederom waarschijnlijk in de gemiddeld oudere woningvoorraad.

38 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 3.34 Aandeel huishoudens in koopwoningen bekend met EPA-advies naar eigendomsituatie en woningvorm, 2002 (bron: WBO2002) regio koop eengez koop meergez 0% 10% 20% 30% 40% Ruim eenderde van de se huishoudens in koopwoningen is bekend met het EPAadvies. Bij huishoudens in eengezinswoningen is dit aandeel hoger dan bij huishoudens in een meergezinswoning. In is het verschil tussen eengezins en meergezins nog het kleinst. Figuur 3.35 Aandeel koopwoningen waarvoor EPA-advies opgesteld naar eigendomsituatie en woningvorm, 2002 (bron: WBO2002) regio koop eengez koop meergez 0% 5% 10% 15% 20% Gemiddeld is in voor 14 procent van de bewoonde koopwoningen een EPAadvies opgesteld. Bij is het hoge aandeel in het eengezinssegment opvallend. Het aantal respondenten in Leidse meergezinskoopwoningen dat bekend is met het EPA-advies is helaas te laag om daarbinnen nog verder uit te kunnen splitsen. Het feit dat het gemiddeld aandeel EPA-adviezen in hoger is dan het landelijke aandeel (: 17%, : 14%) geeft aan dat het aandeel EPA-adviezen in de Leidse meergezinskoopsector ook boven het landelijke gemiddelde ligt.

39 KERNPUBLICATIE WBO In Bijlage 3. Isolatie en Energie zijn de isolatie- en energiescores gedifferentieerd naar leeftijdsklasse van het huishouden. Hieruit blijkt dat: In vergelijking met vooral jonge Leidse huishoudens (tot 34 jaar) ondervertegenwoordigd zijn in woningen met isolatie vloer en muren en dak (figuur B1). Vooral jonge Leidse huishoudens vaak in woningen zonder dubbel glas wonen (figuur B2). Jonge Leidse huishoudens, maar vooral oudere Leidse huishoudens (65 jaar en ouder) vaak bekend zijn met het EPA-advies (figuur B3). Leidse huishoudens van middelbare leeftijd (35-64) jaar aanzienlijk vaker een EPAadvies hebben laten opstellen dan het gemiddelde huishouden van middelbare leeftijd in. 3.6 Wonen en zorg telt ruim zestienduizend oudere huishoudens (55 jaar en ouder). Dat komt neer op 27 procent van alle huishoudens. Dit aandeel is lager dan in de regio en in als geheel (respectievelijk 33% en 35%). Figuur 3.36 Seniorenhuishoudens naar leeftijdsklasse regio jr jr jr >= 85 jr 0% 20% 40% 60% 80% 100% Verdere opsplitsing van de oudere huishoudens naar leeftijd leert dat in de groep 75 tot 84 jarigen relatief groot is. In de regio is sprake van een lichte oververtegenwoordiging van de jonge seniorenhuishoudens (55-64 jaar). Dat ouderen zich minder vaak gezond voelen en vaker te kampen hebben met motorische beperkingen is algemeen bekend. Bijlage 6 Ouderen en gezondheid geeft inzicht in de verschillen tussen de onderscheiden gebieden. Voor informatie over de huisvestingsmogelijkheden voor ouderen is het relevant te weten welke woningen toegankelijk zijn zonder drempels en traplopen. Figuur 3.37 laat zien dat dit aandeel in relatief hoog is. In de regio is het aandeel wat lager dan gemiddeld in.

40 KERNPUBLICATIE WBO Figuur 3.37 Bewoonde voorraad naar toegankelijkheid * en vorm, 2002 (bron: WBO 2002) regio toegankelijk eengez toegankelijk meergez NIET toegankelijk eengez NIET toegankelijk meergez 0% 20% 40% 60% 80% 100% *) toegankelijk= intern én extern toegankelijk, dwz primaire vertrekken zonder drempels en traplopen bereikbaar én voordeur zonder traplopen bereikbaar Als we binnen de figuur verder kijken naar de verdeling eengezins/meergezinswoningen dan blijkt dat het aandeel toegankelijke eengezinswoningen in erg laag is. Het hoge aandeel toegankelijke woningen wordt volledig veroorzaakt door het meergezins-segment. Evenals bij het thema aandachtsgroep/bereikbare woningvoorraad in de vorige paragraaf geldt bij ouderen/ouderenhuisvesting dat de doelgroep niet altijd in een voor haar geschikt geachte woning woont (en in sommige gevallen ook: niet wil wonen). Dit blijkt als we in Figuur 3.38 de woonsituatie van senioren nader bekijken. Figuur 3.38 Seniorenhuishoudens (55+) naar toegankelijkheid * en wel/geen ouderenwoning, 2002 (bron: WBO 2002) toegankelijk oudwon toegankelijk GEEN oudwon regio NIET toegankelijk oudwon NIET toegankelijk GEEN oudwon 0% 20% 40% 60% 80% 100% *) Toegankelijke woningen zijn woningen die zowel extern als intern zonder traplopen toegankelijk zijn. Met andere woorden, ze liggen op de begane grond of hebben een lift én ze zijn gelijkvloers.

Kernpublicatie WoON2006. gemeente Maassluis

Kernpublicatie WoON2006. gemeente Maassluis Kernpublicatie WoON2006 gemeente Maassluis Kernpublicatie WoON2006 gemeente Maassluis Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Maassluis M. Hoppesteyn April 2007 r2006-0071mh ABF RESEARCH VERWERSDIJK 8 2611

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017 Fact sheet Wonen in 07 in het kort telt 69.000 huishoudens in 07. Er wonen veel gezinnen (9 stellen met kinderen, eenoudergezinnen), net als gemiddeld in Zaanstreek/Waterland. De leeftijdssamenstelling

Nadere informatie

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam Woningmarktrapport 4e kwartaal 215 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 3 Aantal verkocht 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 1e kwartaal

Nadere informatie

Gouda ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor

Gouda ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor 3. Fysieke kwaliteit 3.1 Wonen en stedelijkheid Samenvatting: Woonaantrekkelijkheidsindex ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor Gemeenten

Nadere informatie

Doelgroepen TREND A variant

Doelgroepen TREND A variant Doelgroepen TREND A variant Kleidum Socrates 2013 Doelgroepen 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Doelgroepen en Socrates... 5 1.2 Werkgebieden... 6 2 Doelgroepen en bereikbare voorraad... 7 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Diemen 2017

Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Diemen in het kort Er wonen 14.000 huishoudens in Diemen. Diemen telt relatief veel alleenwonenden: 41%, vergeleken met 31% in Amstel- Meerlanden en 39% in de Metropoolregio

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam Woningmarktrapport 3e kwartaal 215 Gemeente Rotterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 9 Aantal verkocht 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie

Kernpublicatie WoON2006. Leiden

Kernpublicatie WoON2006. Leiden Kernpublicatie WoON2006 Leiden Kernpublicatie WoON2006 Uitgevoerd in opdracht van de gemeente Leiden M. Hoppesteyn; R.J. van Til mei 2007 r2007-0010mh ABF RESEARCH VERWERSDIJK 8 2611 NH DELFT T [015]

Nadere informatie

Rapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek

Rapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek Rapportage WoON 2015 Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland 2015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030-286

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2013. Gemeente Dordrecht

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2013. Gemeente Dordrecht Woningmarktrapport - 4e kwartaal 213 Gemeente Dordrecht Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 1 aantal verkocht 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017 Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017 Ouder-Amstel in het kort Er wonen 5.900 huishoudens in Ouder- Amstel. De grootste groep is alleenwonend, al ligt hun aandeel (32%) lager dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017 Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017 Haarlemmermeer in het kort Er wonen ruim 61.000 huishoudens in Haarlemmermeer. Haarlemmermeer telt relatief veel gezinnen met kinderen: 35%, tegenover 32% in Amstelland-Meerlanden

Nadere informatie

Woningmarktanalyse Gooise Meren

Woningmarktanalyse Gooise Meren Woningmarktanalyse Gooise Meren Op basis van WOZ en BAG gegevens Versie Kerngegevens Woningmarktanalyse Gooise Meren De in dit rapport gepresenteerde analyses zijn gemaakt met behulp van gemeentelijke

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017 Fact sheet Wonen in 7 in het kort In wonen 4. huishoudens. is alleenwonend, stel zonder kinderen en stel met kinderen. Vergeleken met de MRA (6) en de regio () heeft relatief veel stellen zonder kinderen.

Nadere informatie

WONEN IN LEIDEN - RAPPORTAGE WOON 2009

WONEN IN LEIDEN - RAPPORTAGE WOON 2009 > Wonen rapportage in Leiden WoON 2009 02 WONEN IN LEIDEN - RAPPORTAGE WOON 2009 Wonen in Leiden rapportage WoON 2009 Uitgevoerd in opdracht van de gemeente Leiden > Auteur Roelf-Jan van Til > > > > september

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Zandvoort 2017

Fact sheet Wonen in Zandvoort 2017 Fact sheet Wonen in 01 in het kort Er wonen.000 huishoudens in. Vier op de tien huishoudens (0)is een alleenwonende, gelijk aan het gemiddelde in de MRA. Bijna de helft van de huishoudens in is tussen

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 3e kwartaal 2013. Gemeente Haarlemmermeer

Woningmarktrapport - 3e kwartaal 2013. Gemeente Haarlemmermeer Woningmarktrapport - 3e kwartaal 213 Gemeente Haarlemmermeer Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 12 aantal verkocht 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017 Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017 Uithoorn in het kort Er wonen 13.000 huishoudens in Uithoorn. Stellen met kinderen vormen de grootste groep, en hun aandeel ligt met 32% hoger dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Amsterdam in het kort Er wonen 462.000 huishoudens in Amsterdam. Amsterdam telt relatief veel alleenwonenden, 49% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit

Nadere informatie

Factsheet wonen Harderwijk

Factsheet wonen Harderwijk Factsheet wonen Harderwijk Mei 2015 Domein Ruimte INHOUDSOPGAVE 1. Woningbehoefte 2 2. Woningvoorraad 4 3. Aandachtsgroepen 5 4. Woonlasten 7 5. Wonen en zorg 9 6. Leefbaarheid 11 7. Gerealiseerde verhuizingen

Nadere informatie

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie WoON 2015 Zuid-Holland Berry Blijie 15233-WON Inhoud 1. Inleiding 2. Contouren van de woningmarkt 3. De woningvoorraad 4. Huishoudens in woningen 5. Inkomens en woonuitgaven 6. Verhuizingen en verhuisplannen

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017

Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017 Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017 Beverwijk in het kort Er wonen 18.800 huishoudens in Beverwijk. Beverwijk telt vergeleken met de Metropoolregio Amsterdam (MRA) iets meer gezinnen met kinderen. Het aandeel

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Bloemendaal 2017

Fact sheet Wonen in Bloemendaal 2017 Fact sheet Wonen in 0 in het kort Er wonen.000 huishoudens in. telt relatief veel stellen met en zonder kinderen in vergelijking met de. Zo is in een stel zonder kinderen en 8 alleenwonend. Vaak gaat het

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Beemster 2017

Fact sheet Wonen in Beemster 2017 Fact sheet Wonen in Beemster 07 Beemster in het kort Er wonen.800 huishoudens in Beemster. In Beemster wonen iets meer gezinnen met kinderen dan gemiddeld, namelijk van de huishoudens is een stel met kinderen.

Nadere informatie

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland drs. J.E. den Ouden 1-11-2013 Bevolking De gemeente Steenwijkerland telt momenteel circa 43.400 inwoners. Het inwonertal

Nadere informatie

Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008

Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008 Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008 Van: college van BenW Aan: commissie RF 1. Inleiding In de op 8 juli 2004 gesloten prestatieafspraken tussen de gemeente Helmond en de Helmondse corporaties

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Lelystad 2017

Fact sheet Wonen in Lelystad 2017 Fact sheet Wonen in Lelystad 2017 Lelystad in het kort Er wonen 33.400 huishoudens in Lelystad. Lelystad telt relatief veel stellen zonder kinderen (29%). Gemiddeld ligt dit op 26% in zowel Almere/Lelystad

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Heemstede 2017

Fact sheet Wonen in Heemstede 2017 Fact sheet Wonen in 7 in het kort Er wonen.000 huishoudens in. telt zowel relatief veel stellen met kinderen (0) en stellen zonder kinderen (0). In Zuid-Kennemerland ligt dit op 8 voor beide gevallen en

Nadere informatie

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies M e m o Aan: Van: Onderwerp: Project: Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies Nadere profilering doelgroepen P27770 Datum:

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Purmerend 2017

Fact sheet Wonen in Purmerend 2017 Fact sheet Wonen in Purmerend 0 Purmerend in het kort Purmerend telt.000 huishoudens in 0. Er wonen veel gezinnen ( stellen met kinderen, eenoudergezinnen), net als gemiddeld in Zaanstreek/Waterland. Ook

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Velsen 2017

Fact sheet Wonen in Velsen 2017 Fact sheet Wonen in Velsen 2017 Velsen in het kort Er wonen 30.400 huishoudens in Velsen. Velsen telt relatief weinig alleenwonenden, 31% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit op 33% in IJmond,

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Haarlem 2017

Fact sheet Wonen in Haarlem 2017 Fact sheet Wonen in 0 in het kort Er wonen.000 huishoudens in. Vier op de tien huishoudens is een alleenwonende, gelijk aan het gemiddelde in de MRA. Wat betreft de leeftijdsopbouw lijkt sterk op Zuid-

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 1e kwartaal Gemeente Beverwijk

Woningmarktrapport - 1e kwartaal Gemeente Beverwijk Woningmarktrapport - 1e kwartaal 215 Gemeente Beverwijk Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 45 Aantal verkocht 4 35 3 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Weesp 2017

Fact sheet Wonen in Weesp 2017 Fact sheet Wonen in 01 in het kort Er wonen ruim 8.00 huishoudens in. De huishoudenssamenstelling wijkt nauwelijks af van die van Gooi en Vechtstreek. In is het aandeel alleenwonenden net wat hoger dan

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Almere 2017

Fact sheet Wonen in Almere 2017 Fact sheet Wonen in Almere 2017 Almere in het kort Er wonen 84.000 huishoudens in Almere. Almere telt relatief veel gezinnen met kinderen, 33% van de huishoudens is een stel met kinderen. Gemiddeld ligt

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Wormerland 2017

Fact sheet Wonen in Wormerland 2017 Fact sheet Wonen in 07 in het kort telt bijna 7000 huishoudens in 07. Er wonen veel stellen zonder kinderen (33 versus gemiddeld in de ) en stellen met kinderen ( versus gemiddeld). Huishoudens in zijn

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Aalsmeer 2017

Fact sheet Wonen in Aalsmeer 2017 Fact sheet Wonen in Aalsmeer 0 Aalsmeer in het kort Er wonen 3.000 huishoudens in Aalsmeer. Aalsmeer telt relatief veel gezinnen met kinderen, 3 van de huishoudens is een stel met kinderen. Gemiddeld ligt

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Hilversum 2017

Fact sheet Wonen in Hilversum 2017 Fact sheet Wonen in 07 in het kort In wonen.000 huishoudens. De meesten (7) zijn alleenwonend. Gemiddeld is het aandeel alleenwonenden in Gooi en Vechtstreek en 9 in de Metropoolregio Amsterdam (). De

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017 Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017 Heemskerk in het kort Er wonen 17.300 huishoudens in Heemskerk. Heemskerk telt relatief veel stellen zonder kinderen, 31% van de huishoudens is een stel zonder kinderen.

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Gooise Meren 2017

Fact sheet Wonen in Gooise Meren 2017 Fact sheet Wonen in Gooise Meren 0 Gooise Meren in het kort In Gooise Meren wonen 6.000 huishoudens. De meeste () zijn alleenwonend, in Gooi en Vechtstreek is dat, in de is dat. De grootste groep is tussen

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Landsmeer 2017

Fact sheet Wonen in Landsmeer 2017 Fact sheet Wonen in Landsmeer 0 Landsmeer in het kort Er wonen.00 huishoudens in Landsmeer. Hier wonen iets meer gezinnen met kinderen (33) dan gemiddeld ( regio en 6 MRA) en ook meer stellen zonder kinderen

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Waterland 2017

Fact sheet Wonen in Waterland 2017 Fact sheet Wonen in 0 in het kort telt ruim 000 huishoudens in 0. Er wonen veel stellen met kinderen (3 versus gemiddeld in de ) en stellen zonder kinderen (3 versus gemiddeld). Dit is ook meer dan gemiddeld

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Huizen 2017

Fact sheet Wonen in Huizen 2017 Fact sheet Wonen in 7 in het kort In wonen 8. huishoudens. is alleenwonend, stel zonder kinderen en stel met kinderen. Vergeleken met de MRA () en de regio () heeft relatief veel stellen zonder kinderen.

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017

Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017 Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017 Amstelveen in het kort Er wonen 4.000 huishoudens in Amstelveen. De grootste groep is alleenwonend, al ligt hun aandeel (%) lager dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

Uitkomsten van het WoON 2018

Uitkomsten van het WoON 2018 Uitkomsten van het WoON 2018 Mentimeter www.menti.com Code: 21 49 64 Onderwerpen Uitleg digitale Kernpublicatie Uitkomsten van het WoON 2018 In gesprek over de uitkomsten Uitleg digitale kernpublicatie

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

Fact sheet Wonen in Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017 Fact sheet Wonen in Haarlemmerliede en Spaarnwoude 07 Haarlemmerliede en Spaarnwoude in het kort Er wonen 00 huishoudens in Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Haarlemmerliede en Spaarnwoude telt relatief

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Laren 2017

Fact sheet Wonen in Laren 2017 Fact sheet Wonen in Laren 207 Laren in het kort Er wonen bijna 000 huishoudens in Laren. Ongeveer een derde (33) van de huishoudens is een stel zonder kinderen, in de metropoolregio Amsterdam (MRA) bedraagt

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Wijdemeren 2017

Fact sheet Wonen in Wijdemeren 2017 Fact sheet Wonen in 21 in het kort In wonen ruim 1. huishoudens. Er wonen relatief veel stellen zonder kinderen (). In Gooi en Vechtstreek is gemiddeld 2 van de huishoudens een stel zonder kinderen en

Nadere informatie

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015 Inhoud 1. Woningvoorraad 2 2. Huishoudens 4 3. Huishoudens in woningen 5 4. Verhuizingen 8 5. Verhuiswensen doorstromers 10 6. Verhuiswensen starters 14 7. Woonruimteverdeling 15 Inleiding Er is heel veel

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 1e kwartaal 2012. Gemeente Wijdemeren

Woningmarktrapport - 1e kwartaal 2012. Gemeente Wijdemeren Woningmarktrapport - 1e kwartaal 212 Gemeente Wijdemeren Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 25 aantal verkocht 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 2e kwartaal

Nadere informatie

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet nummer 7 november 2006 Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking Na een aantal jaren van groei is door een toenemend vertrek

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 4e kwartaal Gemeente s-hertogenbosch

Woningmarktrapport - 4e kwartaal Gemeente s-hertogenbosch Woningmarktrapport - 4e kwartaal 214 Gemeente s-hertogenbosch Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 2 Aantal verkocht 18 16 14 12 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2012. Gemeente Amsterdam

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2012. Gemeente Amsterdam Woningmarktrapport - 4e kwartaal 212 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 18 aantal verkocht 16 14 12 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente Alphen aan den Rijn

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente Alphen aan den Rijn Woningmarktrapport 3e kwartaal 217 Gemeente Alphen aan den Rijn Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 12 Aantal verkocht 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Oostzaan 2017

Fact sheet Wonen in Oostzaan 2017 Fact sheet Wonen in Oostzaan Oostzaan in het kort Oostzaan telt ongeveer 000 huishoudens in. Er wonen veel stellen met kinderen ( versus gemiddeld in de ) en stellen zonder kinderen ( versus gemiddeld).

Nadere informatie

Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum

Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum 1. Ontwikkeling bevolking naar leeftijd De Primos huishoudensprognose (2011) voor de periode 2010-2040 schetst het volgend beeld:

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Edam-Volendam 2017

Fact sheet Wonen in Edam-Volendam 2017 Fact sheet Wonen in Edam-Volendam 0 Edam-Volendam in het kort Er wonen.600 huishoudens in Edam- Volendam. Hier wonen meer gezinnen met kinderen (6) dan gemiddeld (0 regio en 6 MRA) en ook meer stellen

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers Fact sheet Wonen in Kerncijfers SRA- Noord SRA-Zuid Amsterdam* huishoudens (abs. bron: CBS/OIS) 8.79 43.2 4.9.8 Woningvoorraad (abs. bron: CBS/OIS) 78.33 42.93 4.347 47.9 Aantal respondenten enquête..73.77

Nadere informatie

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Onderzoek kleine kernen

Onderzoek kleine kernen Gemeente Kampen Onderzoek kleine kernen 1 maart 2012 Projectnr. 166.106/G Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail Internet

Nadere informatie

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Kernpublicatie WoON 2009. Nunspeet

Kernpublicatie WoON 2009. Nunspeet Kernpublicatie WoON 2009 Nunspeet Kernpublicatie WoON 2009 Nunspeet Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Nunspeet Wim Faessen Anne Gjaltema mei 2010 r2010-0031wf 10141-WON ABF RESEARCH VERWERSDIJK 8 2611

Nadere informatie

Tevreden wonen in Gouda

Tevreden wonen in Gouda kernpublicatie Tevreden wonen in Gouda Resultaten van de lokale uitvergroting het Woononderzoek Nederland 26. afdeling fysieke leefomgeving gouda, 6 maart 28 inhoudsopgave 1 samenvattende conclusies...4

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente 's-gravenhage

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente 's-gravenhage Woningmarktrapport 3e kwartaal 216 Gemeente 's-gravenhage Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 12 Aantal verkocht 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in %

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in % In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Visie op Wonen en Leven In West Brabant en Tholen 2025. Deel II: onderzoeksrapport

Visie op Wonen en Leven In West Brabant en Tholen 2025. Deel II: onderzoeksrapport Visie op Wonen en Leven In West Brabant en Tholen 2025 Deel II: onderzoeksrapport Ilse Giesbers Henriette Rombouts Juli 2009 Rapportnummer: 10050 RIGO Research en Advies BV De Ruyterkade 139 1011 AC Amsterdam

Nadere informatie

Woonmonitor Drechtsteden 2010

Woonmonitor Drechtsteden 2010 2 Woonmonitor Drechtsteden 2010 Onderzoekcentrum Drechtsteden drs. J.M.A. Schalk juni 2010 Colofon Opdrachtgever Tekst Drukwerk Informatie GR Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Impuls Publiciteit,

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-020 22 maart 2010 9.30 uur Woononderzoek Nederland 2009 Totale woonlasten stijgen in dezelfde mate als netto inkomen Aandeel en omvang aflossingsvrije

Nadere informatie

Woningmarktonderzoek kleine kernen Gemeente Oirschot

Woningmarktonderzoek kleine kernen Gemeente Oirschot Woningmarktonderzoek kleine kernen Gemeente Oirschot Bureau Bestuursinformatie & Onderzoek Gemeente Eindhoven Afdeling Onderzoek en Statistiek Gemeente Helmond Juli 2006 Inhoud: Oirschot... 1 Inwoners

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Provincie Gelderland, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid 2.1

Nadere informatie

WoON in Vogelvlucht Uitkomsten van het WoON 2015: Woningvoorraad en bewoners

WoON in Vogelvlucht Uitkomsten van het WoON 2015: Woningvoorraad en bewoners 15233-WON WoON in Vogelvlucht Uitkomsten van het WoON 2015: Woningvoorraad en bewoners Berry Blijie (ABF) Judith Hurks (BZK) 15233-WON Inhoud 1. Inleiding 2. Contouren van de woningmarkt 3. De woningvoorraad

Nadere informatie

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland 1. VOORRAAD Dit onderdeel gaat in op de samenstelling van de woningvoorraad. Wat betreft het aanbod of de voorraad zijn er drie soorten eigendom: koop, particuliere huur en corporatiewoningen. Die laatste

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gemeente Steenbergen, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid 2.1

Nadere informatie

Woningbehoefte onderzoek

Woningbehoefte onderzoek Woningbehoefte onderzoek Prognose woningbehoefte Amersfoort tot 2015 Gemeente Amersfoort Sector Dienstverlening, Informatie en Advies (DIA) Afdeling Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage:

Nadere informatie

Woningvoorraadmeter 2006 Gemeente Wijdemeren*# met als referentie Nederland

Woningvoorraadmeter 2006 Gemeente Wijdemeren*# met als referentie Nederland Woningvoorraadmeter 26 *# met als referentie Nederland # Waarschuwing: de gemeente Wijdemeren kent te weinig huishoudens om betrouwbare uitspraken te kunnen doen! Inhoudsopgave o Toelichting..................................................................

Nadere informatie

Conclusies woningbehoefteonderzoek Reduzum

Conclusies woningbehoefteonderzoek Reduzum Conclusies woningbehoefteonderzoek Reduzum De enquête geeft een goed beeld van de woonwensen van de bevolking, vanwege de grote respons en de goede verdeling over de verschillende leeftijden en type bewoners.

Nadere informatie

Verhuis- en woonwensen van starters

Verhuis- en woonwensen van starters Verhuis- en woonwensen van starters Gemeente Amersfoort Sector Concernmiddelen Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage in opdracht van afdeling Economie en Wonen Onderzoek en Statistiek,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gelderse regio Noord-Veluwe, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid

Nadere informatie

Woonruimteverdeling in Breda

Woonruimteverdeling in Breda RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl EINDRAPPORT Woonruimteverdeling in Breda De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gelderse regio Rivierenland, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gelderse regio Stadsregio Arnhem/Nijmegen, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens

Nadere informatie

Informatie Woonvisie Sliedrecht

Informatie Woonvisie Sliedrecht Informatie Woonvisie Sliedrecht In 2008 heeft de gemeente Sliedrecht de Woonvisie uitgebracht: Wonen in Sliedrecht 2007-2015, doorkijk tot 2025. Deze factsheet geeft een overzicht van de geactualiseerde

Nadere informatie

Peij-Slek - gemeente Echt-Susteren

Peij-Slek - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009 WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009 RAPPORTAGE WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008 2009 Uitgevoerd in opdracht van Parkstad Limburg Door: Datum: Ikwileenanderewoning.nl, 13 09 2009 Woonplein

Nadere informatie

2010-2012 SAMENVATTING

2010-2012 SAMENVATTING 2010-2012 SAMENVATTING Samenvatting De Regionale woningmarktmonitor 2010-2012 beschrijft de ontwikkelingen op de woningmarkt in het gebied binnen de driehoek Waalwijk, Oss en Boxtel. De kredietcrisis

Nadere informatie

Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid

Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid Inleiding Om inzicht te krijgen in de effecten van het beleid op segregatie, is het noodzakelijk de lokale situatie en de samenstelling van de voorraad in ogenschouw

Nadere informatie

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Stand van zaken zomer 2014 Inleiding Op dit moment volstrekt zich een grote verandering binnen de sociale huursector. Dit is het gevolg van het huidige

Nadere informatie

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn tel. (0229) 282555 Rapportnummer 2011-1796 Datum November 2011 Opdrachtgever De zeven Westfriese gemeenten

Nadere informatie

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia.

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia. De heer P. Beeldman Westeinde 12 2841 BV MOORDRECHT ** verzenddatum 27 mei 2014 onderwerp uw kenmerk bijlage afdeling VROM behandeld door J.D. Lindeman telefoon 0180-639976 Geachte heer Beeldman, Op 19

Nadere informatie

7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek. Auteur Remco Kaashoek

7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek. Auteur Remco Kaashoek 7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek Auteur Remco Kaashoek De dynamiek op de koopwoningmarkt is tussen 2007 en 2011 afgenomen, terwijl die op de markt voor huurwoningen licht is gestegen. Het aantal

Nadere informatie

Koningsbosch - gemeente Echt-Susteren

Koningsbosch - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

De rol van corporaties op de woningmarkt

De rol van corporaties op de woningmarkt De rol van corporaties op de woningmarkt WoON-congres 2016 7 april 2016 Onderwerpen Presentatie door Jeroen Lijzenga (Companen) - Woningvoorraad - Bewoners - Verhuiswensen en woonwensen - Woonuitgaven

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 3e kwartaal Gemeente Landgraaf

Woningmarktrapport - 3e kwartaal Gemeente Landgraaf Woningmarktrapport - 3e kwartaal 212 Gemeente Landgraaf Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 14 aantal verkocht 12 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie