landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 1

Transcriptie

1 landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 1 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen - Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). - Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of 3. (1) B B B (2) X (3) B X C C X C 1p 1 Leewieken is het definitief amputeren van het gedeelte van de vleugel waar de slagpennen groeien. kogelgewricht tussen opperarmbeen en schouderblad opperarmbeen spaakbeen ellepijp handwortel 1e vinger middenhand 4 duimvleugeltje 2e vinger (wijsvinger) 3e vinger (middelvinger) ligament armpennen handpennen Bij welk cijfer wordt er geamputeerd? bij 1 B bij 2 C bij 3 bij 4 PK-0951-b-11-1-m1 1 lees verder

2 1p 2 Op de foto s zie je zes verschillende kippenrassen. Op welke foto staat een Brahma? B C E F 1p 3 Verschillende factoren bepalen de hoeveelheid voer die een konijn per dag nodig heeft. Geef aan welke factoren deze hoeveelheid wel bepalen en welke niet. de leeftijd van het konijn de conditie van het konijn het gewicht van het konijn de voedingswaarde van het voer wel niet PK-0951-b-11-1-m1 2 lees verder

3 1p 4 Op welke plaats beoordeel je de bevleesdheid van het konijn? op de wam B op de rug C in het kruis op de borst E op de achterpoot 1p 5 Te dik zijn heeft voor een voedster mogelijk nadelige gevolgen. Geef aan wat wel een nadelig gevolg kan zijn en wat niet. Ze is minder vruchtbaar. Ze zal minder bewegen. Haar vacht zal slecht verharen. Haar levensverwachting is korter. wel niet 1p 6 Hier staan beweringen over de voeding van konijnen. Geef bij elke bewering aan of deze juist of onjuist is. Konijnen kunnen zelf geen vitamine C aanmaken. In volledig konijnenvoer moet veel meer ruwe celstof zitten dan in pluimveekorrel. ls een konijn diarree heeft moet je sla geven, omdat daar veel vocht in zit. Konijnen produceren s nachts andere mest dan overdag. juist onjuist 1p 7 e rode vogelmijt is hier afgebeeld. Hier staan beweringen over de rode vogelmijt. Geef bij elke bewering aan of deze juist of onjuist is. eze parasiet wordt ook wel bloedluis genoemd. eze parasiet verstopt zich in naden en kieren van een kippenhok. eze parasiet maakt gaatjes in de veren van kippen. eze parasiet voedt zich met huidschilfers. juist onjuist PK-0951-b-11-1-m1 3 lees verder

4 Hier is een deel van de gebruiksaanwijzing van Lurectron Flow afgebeeld. Lurectron Flow it is een bestrijdingsmiddel voor de bestrijding van rode vogelmijt. Het middel mag worden toegepast in het hok waarin de kippen aanwezig zijn. Gebruik het middel zodanig dat alle schuilplaatsen bereikt worden. Spuit alleen overdag. Spuit met een oplossing in water in de verhouding 1:50. 1p 8 Waarom moet je het middel overdag toepassen? omdat de kippen het middel dan beter door de stal verspreiden B omdat de parasieten overdag actief zijn en ze het middel beter opnemen C omdat je in het donker ook op de kippen zou kunnen spuiten omdat de parasieten overdag niet op de kip zitten 1p 9 Hoeveel ml middel moet je op 5,5 liter water gebruiken?.. ml 1p 10 Op de afbeelding zie je het verschijnsel kalkpoten. Waardoor wordt dit probleem bij kippen veroorzaakt? door het teveel aan kalk in het voer dat zich afzet onder de pootschubben B door het strooisel dat te droog is waardoor de pootschubben gaan krullen C door mijten die onder de pootschubben leven doordat oude kippen harde pootschubben krijgen die gaan openstaan 1p 11 Een schaap heeft een binnenhok van 1,3 m 2 nodig. ls er lammetjes bij lopen komt daar per lammetje nog 0,4 m 2 bij. Hoeveel ooien met twee lammetjes mogen er maximaal in een binnenhok van 4 m bij 4,5 m?... PK-0951-b-11-1-m1 4 lees verder

5 1p 12 e dwergfactor bij dwergkonijnen wordt aangeduid met Q. ieren met Qq worden echte dwergen genoemd, zij blijven mooi klein. ieren met qq worden valse dwergen genoemd en zijn te groot volgens de rasstandaard van dwergkonijnen. ieren met QQ (dubbele dwergfactor) overlijden altijd kort na de geboorte. Bij welk kruisingsschema hebben dwergkonijnenfokkers kans dat de dubbele dwergfactor ontstaat? Qq X Qq B Qq X qq C qq X qq 1p 13 Hoe heet de erfelijkheidsfactor waarbij dieren kort na de geboorte overlijden? fatale factor B letale factor C Q-factor -factor E X-factor PK-0951-b-11-1-m1 5 lees verder

6 1p 14 Hier staan verschillende drinkwatervoorzieningen. Geef aan welke drinkwatervoorziening een automatisch systeem is en welke een handmatig systeem. automatisch handmatig PK-0951-b-11-1-m1* 6 lees verder einde