WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS"

Transcriptie

1 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN N [C 2002/11314] 16 JULI Koninklijk besluit betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. MINISTERE DES AFFAIRES ECONOMIQUES F [C 2002/11314] 16 JUILLET Arrêté royal relatif à l établissement de mécanismes visant la promotion de l électricité produite à partir des sources d énergie renouvelables ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 7; Vu la loi du 29 avril 1999 relative à l organisation du marché de l électricité, notamment l article 7; Gelet op het overleg met de Gewestregeringen van 20 november 2001; Vu la concertation avec les gouvernements des Régions tenue le 20 novembre 2001; Gelet op het advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas van 28 juni 2001; Vu l avis de la Commission de Régulation de l Electricité et du gaz du 28 juin 2001; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 27 november 2001; Vu l avis de l Inspecteur des Finances du 27 novembre 2001; Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 2 mei 2002, bij toepassing van artikel 84, eerste lid, 1 van de gecoordineerde wetten op de Raad van State; Vu l avis du Conseil d Etat; donné le 2 mai 2002 en application de l article 84, alinéa 1 er, 1, des lois coordonnées sur le Conseil d Etat; Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer en van Onze Staatssecretaris voor Energie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied Artikel De definities bepaald in artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, hierna «de wet» genoemd, zijn van toepassing op onderhavig besluit. 2. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 1 «groene stroom» : elektriciteit geproduceerd met aanwending van hernieuwbare energiebronnen; 2 «keuringsinstelling» : instelling erkend door de minister overeenkomstig artikel 3; 3 «certificaat van oorsprongsgarantie» : het document dat de oorsprongsgarantie van groene stroom aantoont overeenkomstig artikel 4 van dit besluit; 4 «groenestroomcertificaat» : een immaterieel goed dat aantoont dat een producent een aangegeven hoeveelheid groene stroom heeft opgewekt binnen een bepaalde tijdsduur; 5 «databank» : de databank bedoeld in artikel 13 van dit besluit, gecentraliseerd en beheerd door de commissie, die de toegekende groenestroomcertificaten evenals de erin opgenomen gegevens verzamelt; 6 «decreten en ordonnantie elektriciteit» : het geheel gevormd door het decreet van 17 juli 2000 van het Vlaams Parlement houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, het decreet van 12 april 2001 van de Waalse Raad betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt en de ordonnantie van 19 juli 2001 van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Sur la proposition de Notre Vice-Première Ministre et Ministre de la Mobilité et des Transports et de Notre Secrétaire d Etat à l Energie et de l avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons : CHAPITRE I er. Définitions et champ d application Article 1 er. 1 er. Les définitions contenues dans l article 2 de la loi du 29 avril 1999 relative à l organisation du marché de l électricité, dénommée ci-après «la loi», s appliquent au présent arrêté. 2. Pour l application du présent arrêté, il faut entendre par : 1 «électricité verte» : l électricité produite à partir de sources d énergie renouvelables; 2 «organisme de contrôle» : organisme agréé par le ministre conformément à l article 3; 3 «certificat de garantie d origine» : le document attestant la garantie d origine de l électricité verte conformément à l article 4 du présent arrêté; 4 «certificat vert» : bien immatériel attestant qu un producteur a produit une quantité déterminée d électricité verte, au cours d un intervalle de temps déterminé; 5 «banque de données»: la banque de données visée à l article 13 du présent arrêté, centralisée et gérée par la commission, reprenant les certificats verts émis ainsi que les données reprises sur ces certificats; 6 «décrets et ordonnance électricité»: l ensemble formé par le décret du 17 juillet 2000 du Parlement flamand relatif à l organisation du marché de l électricité, le décret du 12 avril 2001 du Parlement wallon relatif à l organisation du marché régional de l électricité et l ordonnance du 19 juillet 2001 du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale relative à l organisation du marché de l électricité en Région de Bruxelles-Capitale.

2 37194 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE Art. 2. In uitvoering van artikel 7 van de wet bedoeld om maatregelen vast te stellen voor een tegen een minimumprijs verzekerde afzet op de markt, van een minimumvolume elektriciteit geproduceerd met aanwending van hernieuwbare energiebronnen, worden de volgende maatregelen ingevoerd : 1 een procedure voor de toekenning van certificaten van oorsprongsgarantie voor productie-installaties van groene stroom geproduceerd overeenkomstig artikel 6 van de wet; 2 een procedure voor het toekennen en afleveren van groenestroomcertificaten voor elektriciteit geproduceerd door de houders van domeinconcessies bedoeld in artikel 6 van de wet; 3 de bepaling van minimumprijzen voor de productie van groene stroom. HOOFDSTUK II. Bijzondere bepalingen betreffende de toekenning van groenestroomcertificaten voor elektriciteit geproduceerd door de installaties bedoeld in artikel 6 van de wet Afdeling I. Erkenning van de Keuringsinstellingen Art Om erkend te worden dient een keuringsinstelling aan de volgende voorwaarden te voldoen : 1 beschikken over de rechtspersoonlijkheid en onafhankelijk zijn van elke producent, tussenpersoon of elektriciteitsleverancier; 2 geaccrediteerd zijn op basis van de criteria van de NBN EN norm voor de activiteiten voorzien in dit besluit, overeenkomstig het accreditatiesysteem ingesteld in toepassing van de wet van 20 juli 1990 betreffende de accreditatie van certificatie- en keuringsinstellingen alsmede van beproevingslaboratoria, of door een gelijkwaardig accreditatiesysteem ingesteld in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte. 3 zich ertoe verbinden verslagen, opgemaakt in het kader van de bezoeken gebracht aan de productie-installaties van groene stroom die betrekking hebben op het certificaat van oorsprongsgarantie, aan de minister en aan de commissie over te maken. 2. De aanvraag tot erkenning wordt ingediend bij de minister en vergezeld van de nodige bewijsstukken. Deze kent de erkenning toe of weigert ze na onderzoek van de aanvraag en na advies van de commissie. De erkenning wordt toegekend voor een hernieuwbare periode van drie jaar. 3. De intrekking van de erkenning wordt door de minister beslist : 1 wanneer de keuringsinstelling niet meer voldoet aan de voorwaarden voor erkenning bepaald in 1 van dit artikel; 2 wanneer de keuringsinstelling het onderwerp uitmaakt van een intrekking van haar accreditatie; 3 wanneer herhaaldelijke fouten zijn vastgesteld bij de uitoefening van haar opdrachten. De beslissing van intrekking wordt gemotiveerd. Zij wordt pas genomen nadat de instelling behoorlijk door de minister of zijn afgevaardigde werd opgeroepen. 4 : De keuringsinstelling is belast met het afleveren van het certificaat van oorsprongsgarantie en het uitoefenen van een periodieke controle, minstens jaarlijks, op de conformiteit van de gegevens opgenomen in de oorsprongsgarantie. Afdeling II. Oorsprongsgarantie van groene stroom geproduceerd door de installaties bedoeld in artikel 6 van de wet Art Een productie-installatie van elektriciteit zoals bedoeld in artikel 6 van de wet zal enkel beschouwd worden als productieinstallatie van groene stroom indien haar een certificaat van oorsprongsgarantie, afgeleverd door een erkende keuringsinstelling, toegekend werd. 2. Het certificaat van oorsprongsgarantie toont aan dat de effectief geproduceerde elektriciteit groene stroom is en dat de geproduceerde hoeveelheid berekend wordt volgens de geldende meetnormen. Het vermeldt minstens het volgende : de bron(nen) met aanwending van dewelke de elektriciteit geproduceerd wordt; de technologie gebruikt voor de productie; de technologie gebruikt voor de berekening van de productie; Art. 2. En application de l article 7 de la loi visant à prendre des mesures en vue d assurer l écoulement sur le marché, à un prix minimal, d un volume minimal d électricité produite à partir de sources d énergie renouvelables, les mesures suivantes sont introduites : 1 une procédure d octroi de certificats de garantie d origine pour les installations de production d électricité verte produite en conformité avec l article 6 de la loi; 2 une procédure d octroi et de délivrance des certificats verts pour l électricité produite par les titulaires de concessions domaniales visées à l article 6 de la loi; 3 l établissement de prix minima pour la production d électricité verte. CHAPITRE II. Dispositions particulières relatives à l octroi de certificats verts pour l électricité produite à partir des installations visées à l article 6 de la loi Section I re. Agrément des Organismes de contrôle Art er. Pour être agréé, un organisme de contrôle doit remplir les conditions suivantes : 1 disposer de la personnalité juridique et être indépendant de tous producteurs, intermédiaires ou fournisseurs d électricité; 2 être accrédité sur base des critères de la norme NBN EN45004 pour les activités prévues dans le présent arrêté, conformément au système d accréditation mis en place en exécution de la loi du 20 juillet 1990 concernant l accréditation des organismes de certification et de contrôle, ainsi que des laboratoires d essais ou par un système d accréditation équivalent établi dans un pays membre de l Espace économique européen; 3 s engager à transmettre au ministre et à la commission les rapports réalisés suite aux visites des installations de production d électricité verte relatives au certificat de garantie d origine. 2. La demande d agrément est introduite auprès du ministre, accompagnée des pièces justificatives y afférentes. Celui-ci accorde ou refuse l agrément à l issue de l examen de la demande, et après avis de la commission. L agrément est délivré pour une période renouvelable de trois ans. 3. Le retrait d agrément est décidé par le ministre : 1 lorsque l organisme de contrôle ne satisfait plus aux conditions d agrément fixéesau 1 er du présent article; 2 lorsque l organisme de contrôle fait l objet d un retrait de son accréditation; 3 lorsque des erreurs répétées sont constatées dans l exercice de ses missions. La décision de retrait est motivée. Elle n est prise qu après que l organisme ait été dûment convoqué par le ministre ou son délégué. 4. L organisme de contrôle est chargé de délivrer le certificat de garantie d origine et d exercer un contrôle périodique, au minimum annuel, sur la conformité des données de la garantie d origine. Section II. Garantie d origine de l électricité verte produite à partir des installations visées à l article 6 de la loi Art er. Une installation de production d électricité visée à l article 6 de la loi ne sera considérée comme installation de production d électricité verte que si un certificat de garantie d origine délivré par un organisme de contrôle agréé lui a été attribué. 2. Le certificat de garantie d origine atteste que l électricité effectivement produite est de l électricité verte et que la quantité produite est calculée selon les normes de mesures en vigueur. Il mentionne au moins : la ou les sources à partir desquelles l électricité est produite; la technologie utilisée pour la production; la technologie utilisée pour comptabiliser la production;

3 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE het netto-ontwikkelbaar vermogen van de installatie; eventuele tegemoetkomingen of subsidies toegekend voor de constructie of de werking van de productie-installatie, of voor elektriciteitsproductie door deze productie-installatie; de voorziene datum van indiensttreding van de installatie; de productieplaats. Art. 5. Elke aanvraag voor een certificaat van oorsprongsgarantie wordt geadresseerd aan een behoorlijk erkende instelling overeenkomstig artikel 3 van dit besluit. In geval van wijziging van de meetinstrumenten of van elk element opgenomen in het certificaat van oorsprongsgarantie, meldt de houder van het certificaat dit aan een erkende keuringsinstelling binnen de vijftien dagen. Deze laatste zal, in voorkomend geval, een nieuw certificaat opmaken. Art. 6. De commissie kan ten allen tijde van een erkende keuringsinstelling vereisen dat zij een controle verricht en nagaat of de elementen opgenomen in het certificaat van oorsprongsgarantie met de werkelijkheid overeenstemmen. Zoniet wordt het certificaat van oorsprongsgarantie ingetrokken. Afdeling III. Voorwaarden voor het toekennen van groenestroomcertificaten opgewekt door de installaties bedoeld in artikel 6 van de wet la puissance nette développable de l installation de production; les aides et subsides éventuels octroyés pour la construction ou le fonctionnement de l installation de production, ou pour la production d électricité par cette installation; la date de mise en service projetée de l installation; le lieu de production. Art. 5. Toute demande de certificat de garantie d origine est adressée à un organisme dûment agréé conformément à l article 3 du présent arrêté. En cas de modification des instruments de mesures ou de tout élément repris dans le certificat de garantie d origine, le titulaire de ce certificat en informe, dans les quinze jours, un organisme de contrôle agréé. Ce dernier procède, le cas échéant, à l élaboration d un nouveau certificat. Art. 6. A tout moment, la commission peut requérir d un organisme de contrôle agréé qu il procède à un contrôle et examine si les éléments repris dans le certificat de garantie d origine correspondent à la réalité. Dans le cas contraire, le certificat de garantie d origine est retiré. Section III. Conditions d octroi des certificats verts pour l électricité verte produite à partir des installations visées à l article 6 de la loi Art Groenestroomcertificaten worden door de commissie toegekend aan producenten die houder zijn van een concessie bedoeld in artikel 6 van de wet evenals van een certificaat van oorsprongsgarantie bedoeld in artikel 4 van dit besluit. 2. De groenestroomcertificaten worden toegekend op basis van zowel de nettoproductie van groene stroom verbruikt door de producent als de netto productie van groene stroom geleverd aan het transmissie- of distributienet, of overgebracht door middel van directe lijnen, gemeten vóór eventuele transformatie. De netto-elektriciteit is de geproduceerde elektriciteit verminderd met de elektriciteit verbruikt door de functionele installaties van de productie-installatie. De netbeheerder registreert de productie van groene stroom op basis van de meetbare gegevens die hem maandelijks ter beschikking zijn gesteld door de producent. De producent van groene stroom moet deze productie meten door middel van een elektriciteitsmeter afgescheiden van de rest van de installatie. Maandelijks maakt de netbeheerder deze meetgegevens per productiesite over aan de commissie. 3. Een groenestroomcertificaat wordt afgeleverd voor een hoeveelheid geproduceerde groene stroom die overeenkomt met één MWh. 4. Als een hoeveelheid van minder dan één MWh overblijft, mogen de overblijvende kwh worden overgedragen naar het volgende kwartaal, bepaald overeenkomstig artikel 11 van dit besluit. Afdeling IV. Procedure voor het toekennen van certificaten voor groene stroom opgewekt door de installaties bedoeld in artikel 6 van de wet Art er. Des certificats verts sont attribués par la commission aux producteurs qui sont titulaires d une concession visée à l article 6 de la loi et d une garantie d origine visée à l article 4 du présent arrêté. 2. Les certificats verts sont octroyés sur base tant de la production nette d électricité verte consommée par le producteur que de la production nette d électricité verte fournie au réseau de transport ou de distribution, ou transmise au moyen de lignes directes, mesurée avant transformation éventuelle. L électricité nette est l électricité produite, diminuée de l électricité requise par les équipements fonctionnels de l installation de production. Le gestionnaire du réseau enregistre la production d électricité verte sur base des données mesurables mises à sa disposition mensuellement par le producteur. Le producteur d électricité verte doit mesurer cette production au moyen d un compteur d électricité séparé du reste de l installation. Le gestionnaire du réseau transmet mensuellement ces données métrées par site de production à la commission. 3. Un certificat vert est délivré pour une quantité d éléctricité verte produite correspondant à un MWh. 4. En cas de tranche résiduelle inférieure à un MWh, les kwh restants peuvent être reportés au trimestre suivant, déterminés conformément à l article 11 du présent arrêté. Section IV. Procédure d octroi des certificats verts pour l électricité verte produite à partir des installations visées à l article 6 de la loi Art. 8. Een aanvraag voor toekenning van groenestroomcertificaten wordt gericht aan de commissie. Deze aanvraag gebeurt door middel van een formulier opgesteld door de commissie en volgens de door haar bepaalde modaliteiten. De aanvrager voegt bij dit formulier een door de officieel erkende instelling voor eensluidend verklaarde kopie van het certificaat van oorsprongsgarantie dat hem werd toegekend overeenkomstig artikel 4 van dit besluit. Art. 8. Une demande d octroi de certificats verts est adressée à la commission. Cette demande s effectue au moyen d un formulaire établi par la commission et selon les modalités fixées par celle-ci. Le demandeur joint à ce formulaire une copie certifiée conforme par l organisme officiellement agréé du certificat de garantie d origine qui lui a été attribué conformément à l article 4 du présent arrêté. Art. 9. De commissie gaat na of het aanvraagformulier correct en volledig is ingevuld. Indien zij vaststelt dat de aanvraag onvolledig is informeert zij de aanvrager hiervan binnen een termijn van maximum vijftien dagen na ontvangst van het aanvraagformulier. Zij preciseert waarom het formulier onvolledig is en stelt een termijn vast van maximum drie weken waarbinnen de aanvrager verzocht wordt zijn aanvraag te vervolledigen. Art. 9. La commission vérifie si le formulaire de demande est correctement et complètement rempli. Si elle constate que la demande est incomplète, elle en avise le demandeur dans un délai maximal de quinze jours à dater de la réception de la demande. Elle précise en quoi le formulaire est incomplet et fixe un délai, qui ne peut excéder trois semaines, endéans lequel le demandeur est invité à compléter sa demande.

4 37196 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE Art. 10. Binnen een termijn van één maand na ontvangst van het correcte en volledige formulier, gaat de commissie na of de aanvrager aan de voorwaarden voor toekenning van groenestroomcertificaten beantwoordt en maakt zij haar beslissing aan hem bekend. De commissie is verplicht de aanvrager die haar daarom verzoekt te verhoren. Art. 10. Dans un délai d un mois à dater de la réception du formulaire correct et complet, la commission vérifie si le demandeur répond aux conditions d octroi des certificats verts et lui notifie sa décision. La commission est tenue d entendre le demandeur qui en fait la requête. Art. 11. De groenestroomcertificaten worden minstens één keer per kwartaal, in gedematerialiseerde vorm, toegekend door de commissie, na aanvaarding van de aanvraag. De commissie verstuurt, minstens één keer per kwartaal, een document met het aantal groenestroomcertificaten, de code van de oorsprongsgarantie en de productieperiode aan de houder van de domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet die de oorsprongsgarantie bezit. De informatie vermeld op de groenestroomcertificaten wordt bijgehouden en beheerd door de commissie in de databank bedoeld in artikel 13 van dit besluit. Elke houder van een groenestroomcertificaat deelt aan de commissie elke wijziging mee van de in het aanvraagformulier voor groenestroomcertificaten opgenomen gegevens, binnen de vijftien dagen, en ten laatste vóór de volgende toekenning van groenestroomcertificaten. Art. 11. Les certificats verts sont octroyés par la commission, sous forme dématérialisée, au moins une fois par trimestre, après acceptation de la demande. La commission envoie au titulaire de la concession domaniale visée à l article 6 de la loi ayant la garantie d origine, au moins une fois par trimestre, un document reprenant le nombre de certificats verts, le code de la garantie d origine et la période de production. Les renseignements mentionnés sur les certificats verts octroyés sont conservés et administrés par la commission dans la banque de données visée à l article 13 du présent arrêté. Chaque titulaire de certificat vert communique à la commission, dans les quinze jours, toute modification des données reprises dans le formulaire de demande de certificats verts et au plus tard avant le prochain octroi de certificats verts. Art. 12. Wanneer de commissie vaststelt dat de voorwaarden voor toekenning van groenestroomcertificaten overeenkomstig artikel 7 van dit besluit niet langer vervuld zijn, informeert zij hiervan de houder van de domeinconcessie, bedoeld in artikel 6 van de wet, die de oorsprongsgarantie bezit. De commissie moet de aanvrager die haar daarom verzoekt, verhoren. De commissie beslist in voorkomend geval om geen groenestroomcertificaten meer toe te kennen voor deze installatie. Art. 12. Lorsque la commission constate que les conditions d attribution des certificats verts visées à l article 7 du présent arrêté ne sont plus remplies, elle en informe le titulaire de la concession domaniale visée à l article 6 de la loi ayant la garantie d origine. La commission est tenue d entendre le demandeur qui en fait la requête. La commission décide, le cas échéant, de ne plus délivrer de certificats verts pour cette installation. Art De echtheid van groenestroomcertificaten wordt gewaarborgd door de registratie in een databank gecentraliseerd en beheerd door de commissie. De databank bevat voor elk groenestroomcertificaat de volgende gegevens : identificatiegegevens van de houder van de domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet die de oorsprongsgarantie bezit; productieplaats; productietechnologie en gebruikte energiebronnen; netto-ontwikkelbaar vermogen van de installatie; datum van inwerkingstelling van de installatie; eventuele tegemoetkomingen of subsidies toegekend voor de constructie of de werking van de productie-installatie, of voor elektriciteitsproductie door deze productie-installatie; jaar en maand van toekenning van het groenestroomcertificaat; identificatiegegevens van de houder van het groenestroomcertificaat; registratienummer van de transactie; verkoopprijs van het groenestroomcertficaat. 2. De databank bedoeld in 1 bevat het register van alle afgeleverde groenestroomcertificaten. Groenestroomcertificaten gelden voor een periode van 5 jaar te rekenen vanaf de datum van hun aflevering. Na die periode wordt de geldigheid van het groenestroomcertificaat automatisch opgeheven en wordt het uit de databank verwijderd. Art er. L authenticité des certificats verts est garantie par l enregistrement dans une banque de données centralisée et gérée par la commission. La banque de données reprend pour chaque certificat vert les mentions suivantes : coordonnées du titulaire de la concession domaniale visée à l article 6 de la loi ayant la garantie d origine; lieu de production; technologie de production et sources d énergie utilisées; puissance nette développable de l installation; date de mise en service de l installation; aides et subsides éventuels octroyés pour la construction ou le fonctionnement de l installation de production, ou pour la production d électricité par cette installation; année et mois d octroi du certificat vert; coordonnées du titulaire du certificat vert; numéro d enregistrement de la transaction; prix de vente du certificat vert. 2. La banque de données visée au 1 er contient le registre de tous les certificats verts délivrés. Les certificats verts sont valables pendant une durée de 5 ans à partir de la date de leur délivrance. Après cette période, la validité du certificat vert est automatiquement levée et ce certificat est supprimé de la banque de données.

5 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE HOOFDSTUK III. Maatregelen bedoeld voor een verzekerde afzet op de markt, tegen een minimumprijs, van een minimumvolume elektriciteit geproduceerd met aanwending van hernieuwbare energiebronnen Afdeling I. Minimumprijzen Art Om de afzet van een minimaal volume groene stroom tegen een minimale prijs, op de markt te verzekeren, wordt een systeem van minimumprijzen voorzien volgens onderstaande voorwaarden. De netbeheerder is verplicht, in het kader van zijn taak van openbare dienst, certificaten die zijn afgeleverd krachtens dit besluit, de decreten en de ordonnantie elektriciteit, aan te kopen van de producent die hierom verzocht, aan een minimale prijs bepaald in functie van de gebruikte productie-technologie, namelijk : CHAPITRE III. Mesures visant à assurer l écoulement sur le marché, à un prix minimal, d un volume minimal d électricité produite à partir de sources d énergie renouvelables Section I re. Prix minima Art er. En vue d assurer l écoulement sur le marché d un volume minimal d électricité verte, un système de prix minima de rachat est établi selon les conditions qui suivent. Le gestionnaire du réseau, dans le cadre de sa mission de service public, a l obligation d acheter au producteur d électricité verte qui en fait la demande, les certificats verts octroyés en vertu du présent arrêté ainsi que des décrets et ordonnance électricité, à un prix minimal fixé, selon la technologie de production, à : - off-shore windenergie : 90 S/MWh - énergie éolienne off-shore : 90 S/MWh - on-shore windenergie : 50 S/MWh - énergie éolienne on-shore : 50 S/MWh - waterkracht : 50 S/MWh - énergie hydraulique : 50 S/MWh - zonne-energie : 150 S/MWh - énergie solaire : 150 S/MWh - andere hernieuwbare energiebronnen (waaronder biomassa) : 20 S/MWh - autres sources d énergie renouvelables (dont biomasse) : 20 S/MWh Deze aankoopverplichting begint bij de inwerkingstelling van de productie-installatie voor een periode van tien jaar. 2. De netbeheerder moet op regelmatige tijdstippen deze certificaten op de markt brengen om de kosten verbonden aan deze verplichting te recupereren. De commissie zorgt voor de transparantie en de regulariteit van de verkoop van deze certificaten door de netbeheerder. Het netto saldo dat ontstaat uit het verschil tussen de aankoopprijs van het groenestroomcertificaat betaald door de netbeheerder en de verkoopprijs van dit certificaat op de markt, wordt gefinancierd door middel van een heffing op de tarieven bedoeld in artikel 12 van de wet. Bovenvemelde heffing wordt uitgedrukt in Scent per kwh, geïnjecteerd op het net, uitgezonderd de doorvoer van elektriciteit. Het bedrag van deze heffing wordt, na advies van de commissie, door de Koning vastgesteld, en jaarlijks herzien. De lijst van aangekochte en verkochte groenestroomcertificaten wordt één keer per maand door de netbeheerder aan de commissie meegedeeld. De commissie controleert de verplichtingen van de netbeheerder die uit dit besluit voortvloeien. Afdeling II. Slot- en overgangsbepalingen Art. 15. Dit besluit treedt in werking op 1 juli Art. 16. De minister wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Art. 17. Dit besluit moet bij wet bekrachtigd worden binnen de zes maanden na zijn inwerkingtreding. Gegeven te Brussel, 16 juli ALBERT Van Koningswege : De Vice Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, O. DELEUZE Cette obligation d achat prend cours à la mise en service de l installation de production, pour une période de dix ans. 2. Le gestionnaire du réseau doit offrir ces certificats au marché à intervalles réguliers afin de récupérer les coûts de prise en charge de cette obligation. La commission veille à la transparence et à la régularité des ventes de ces certificats par le gestionnaire du réseau. Le solde net, qui résulte de la différence entre le prix d achat du certificat vert par le gestionnaire du réseau et le prix de vente de ce certificat vert sur le marché, est financé au moyen d une surcharge sur les tarifs visés à l article 12 de la loi. La surcharge précitée est exprimée en Scent par kwh, injectée sur le réseau, hormis le transit d électricité. Le montant de cette surcharge est arrêté par le Roi, après avis de la commission, et revu chaque année. Le gestionnaire du réseau communique une fois par mois à la commission la liste des certificats verts achetés et vendus. La commission contrôle les obligations du gestionnaire du réseau qui découlent du présent arrêté. Section II. Dispositions finales et transitoires Art. 15. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er juillet Art. 16. Le ministre est chargé de l exécution du présent arrêté. Art. 17. Le présent arrêté doit être confirmé par la loi dans les six mois de son entrée en vigueur. Donné àbruxelles, le 16 juillet ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de la Mobilité et des Transports, Mme I. DURANT Le Secrétaire d Etat à l Energie et au Développement durable, O. DELEUZE * MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR N [C 2002/14201] 15 JULI Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de stad Leuven en de gemeente Holsbeek van algemeen nut wordt verklaard ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 23 juli 1926 houdende oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, inzonderheid op artikel 1bis, vervangen door de wet van 21 maart 1991; MINISTERE DES COMMUNICATIONS ET DE L INFRASTRUCTURE F [C 2002/14201] 15 JUILLET Arrêté royal déclarant d utilité publique la prise de possession immédiate de certaines parcelles situées sur le territoire de la ville de Louvain et la commune d Holsbeek ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 23 juillet 1926 créant la Société nationale des Chemins de Fer belges, notamment l article 1 er bis, remplacé par la loi du 21 mars 1991;

6 37198 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE Gelet op de wet van 26 juli 1962 gewijzigd bij de wet van 7 juli 1978 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid op artikel 5; Vu la loi du 26 juillet 1962, modifiée par la loi du 7 juillet 1978 relative aux expropriations pour cause d utilité publique et aux concessions en vue de la construction des autoroutes, notamment l article 5; Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 10, 2,2 ; Vu la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, notamment l article 10, 2, 2 ; Gelet op het meerjarig investeringsplan van de NMBS gehecht aan de wet van 22 maart 2002 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 11 oktober 2001 tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; Vu le plan d investissement pluriannuel de la SNCB annexé à la loi du 22 mars 2002 portant assentiment à l accord de coopération du 11 octobre 2001 entre l Etat fédéral, les Régions flamande, wallonne et de Bruxelles-Capitale; Overwegende dat de aanleg van een verbindingsbocht tussen de spoorlijn 35 en de spoorlijn 36 ten noordoosten van Leuven nodig is teneinde een rechtstreekse spoorverbinding te bekomen tussen Brussel en Hasselt; Considérant que l établissement d une courbe de raccordement entre la ligne 35 et la ligne 36 au nord-est de Louvain est nécessaire afin d obtenir une liaison ferroviaire directe entre Bruxelles et Hasselt; Overwegende dat een rechtstreekse spoorverbinding een gunstig gevolg heeft voor de reistijd tussen de stations op de lijn 35 en Brussel; Considérant qu une liaison ferroviaire directe a un effet favorable en ce qui concerne le temps de parcours entre les gares, situées sur la ligne 35 et Bruxelles; Overwegende dat een snelle IC-verbinding over de verbindingsbocht te Leuven de bediening van de Luchthaven Brussel-Nationaal ten goede komt; Considérant qu une liaison IC-rapide, par la courbe de raccordement à Louvain, est avantageuse pour la desserte de l Aéroport de Bruxelles- National; Overwegende dat de inbezitneming van de op de plannen nrs. L35/ en L35/ aangeduide percelen, gelegen op het grondgebied van de stad Leuven (Wilsele en Kessel-Lo) en de gemeente Holsbeek nodig is voor de aanleg van bewuste verbindingsbocht; Considérant que la prise de possession des parcelles, mentionnées aux plans n L35/ en L35/ et situées sur le territoire de la ville de Louvain (Wilsele et Kessel-Lo) et la commune d Holsbeek est nécessaire pour l établissement de cette courbe de raccordement; Overwegende dat het technisch aangewezen is deze verbindingsbocht te realiseren tegelijkertijd met de werken op de spoorlijn 36 waar voor het ogenblik de verbinding tussen Brussel en Leuven op vier sporen wordt gebracht; Considérant que d un point de vue technique il est indiqué de réaliser cette courbe de raccordement simultanément aux travaux sur la ligne 36 où, actuellement, la liaison entre Bruxelles et Louvain est portée à quatre voies; Overwegende dat wegens de vooropstaande duurtijd van de vereiste werkzaamheden derhalve de onmiddellijke inbezitneming van de bedoelde percelen ten algemene nutte onontbeerlijk is; Considérant que, compte tenu des délais exigés pour les travaux, la prise de possession immédiate, pour cause d utilité publique, des parcelles en question, est indispensable; Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Het algemeen nut vordert voor de aanleg van een verbindingsbocht tussen de spoorlijn 35 en de spoorlijn 36, de onmiddellijke inbezitneming van de percelen gelegen op het grondgebied van de stad Leuven en de gemeente Holsbeek en opgenomen in de plannen nrs. L35/ en L35/ , gevoegd bij dit besluit. Art. 2. Bij gebrek aan afstand in der minne, worden de voor de werken benodigde en op voormelde plannen aangewezen percelen ingenomen en bezet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid artikel 5. Art. 3. Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel 15 juli Sur la proposition de Notre Ministre de la Mobilité et des Transports, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. L utilité publique exige pour l établissement d une courbe de raccordement entre la ligne 35 et la ligne 36, la prise de possession immédiate des parcelles, situées sur le territoire de la ville de Louvain et la commune d Holsbeek et reprises aux plans n os L35/ et L35/ , annexés au présent arrêté. Art. 2. Les parcelles indiquées aux plans ci-dessus visés et nécessaires à l exécution des travaux en question seront, à défaut de cession amiable, emprise et occupée conformément aux dispositions de la loi du 26 juillet 1962 relative aux expropriations pour cause d utilité publique et aux concessions en vue de la construction des autoroutes, et plus spécialement à l article 5. Art. 3. Notre Ministre de la Mobilité et des Transports est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 15 juillet ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT ALBERT Par le Roi : La Ministre de la Mobilité et des Transports, Mme I. DURANT

7 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 37199

8 37200 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

9 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 37201

10 37202 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

11 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 37203

12 37204 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

13 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 37205

14 37206 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

15 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU N [C 2002/22652] 26 JULI Ministerieel besluit tot toekenning van een toelage van EUR aan de Koning Boudewijnstichting voor het opstarten en het beheren van een project «Sociale Plato» met het oog op de bevordering van de uitwisseling van managementpraktijken tussen de klassieke handelsondernemingen en de socialeeconomieondernemingen SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT F [C 2002/22652] 26 JUILLET Arrêté ministériel portant octroi d une subvention de EUR à la Fondation Roi Baudouin en vue d initier et de gérer un projet «Plato Social» ayant pour objectif de favoriser les échanges de pratiques managériales entre les entreprises commerciales classiques et les entreprises d économie sociale De Minister van Sociale Economie, Gelet op de wet van 24 december 2001 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2002; Gelet op het koninklijk besluit van 19 maart 2002 houdende toekenning van een machtiging aan de Minister die de Maatschappelijke Integratie en de Sociale Economie tot zijn bevoegdheid heeft, tot toekenning van toelagen; Gelet op het samenwerkingsakkoord tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie, ondertekend te Brussel op 4 juli 2000; Gelet op de wet van 26 juni 2001 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 4 juli 2000 tussen de federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie; Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op artikelen 55 tot 58; Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 juli 2002; Overwegende dat de Minister van Sociale Economie namelijk belast is met het stimuleren van nieuwe initiatieven inzake sociale economie en met het versterken van de solidariteitsaspecten in het economisch leven; Overwegende dat de ondersteuning van het management van sociale-economieondernemingen van essentieel belang is; Overwegende dat, met het oog op de bevordering van de uitwisseling van managementpraktijken tussen de klassieke handelsondernemingen en de sociale-economieondernemingen, er beslist werd een project «Sociale Plato» uit te werken voor een bedrag van EUR, dat door de Koning Boudewijnstichting zal worden beheerd. Overwegende dat de Koning Boudewijnstichting werd gekozen wegens haar federaal karakter en haar ervaring, Besluit : Artikel 1. Een toelage van vierhonderdnegenentachtigduizend euro ( EUR), aangerekend op het krediet van het federaal Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu voor het begrotingsjaar 2002, organisatieafdeling 55, b.a , wordt toegekend aan de Koning Boudewijnstichting waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is Brederodestraat 21, te 1000 Brussel. Art. 2. De toelage heeft tot doel een project «Sociale Plato» op te starten en te beheren, met het oog op de bevordering van de uitwisseling van managementpraktijken tussen de klassieke handelsondernemingen en de sociale-economieondernemingen omschreven in artikel 1, 2, 1, van het samenwerkingsakkoord tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie, ondertekend te Brussel op 4 juli Art. 3. Voormeld project wordt door de Koning Boudewijnstichting beheerd op basis van een overeenkomst gesloten met de Minister van Sociale Economie. De overeenkomst specificeert de termijnen, de financiële bepalingen en de wijze waarop het project wordt uitgevoerd. Art. 4. Het project «Sociale Plato» heeft drie doelstellingen : 1 Het oprichten van een Stuurgroep voor de begeleiding van het ganse project «Sociale Plato» en dat inzonderheid belast is met het vastleggen van de modaliteiten van een oproep voor projecten in het kader van de criteria voorzien in artikel 5, en van de opvolging en evaluatie van het uitgewerkt project. 2 Een oproep doen voor projecten om twee soorten initiatieven financieel te kunnen ondersteunen : concrete initiatieven inzake samenwerking op het gebied van management tussen tenminste een klassieke handelsonderneming en een sociale-economieonderneming; Le Ministre de l Economie sociale, Vu la loi du 24 décembre 2001 contenant le budget général des dépenses pour l année 2002; Vu l arrêté royal du 19 mars 2002 autorisant au Ministre qui à l Intégration sociale et l Economie sociale dans ses attributions d octroyer des subventions; Vu l accord de coopération entre l Etat, les Régions et la Communauté germanophone relatif à l économie sociale, signé à Bruxelles le 4 juillet 2000; Vu la loi du 26 juin 2001 approuvant l accord de coopération du 4 juillet 2000 entre l Etat fédéral, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale et la Communauté germanophone relatif à l économie sociale; Vu les lois sur la comptabilité de l Etat, coordonnées par l arrêté royal du 17 juillet 1991, notamment les articles 55 à 58; Vu l arrêté royal du 16 novembre 1994 relatif au contrôle administratif et budgétaire; Vu l avis de l Inspection des Finances, donné le 25 juin 2002; Considérant que le Ministre de l Economie sociale est notamment chargé de stimuler les nouvelles initiatives en matière d économie sociale et de renforcer les aspects solidaires dans la vie économique; Considérant que le soutien du management des entreprises d économie sociale est essentiel; Considérant que, en vue de favoriser les échanges de pratiques managériales entre les entreprises commerciales classiques et les entreprises d économie sociale, il a été décidé de développer un projet «Plato Social» d un montant de EUR qui sera géré par la Fondation Roi Baudouin; Considérant que la Fondation Roi Baudouin a été choisie en raison de son caractère fédéral et de son expérience, Arrête : Article 1 er. Une subvention de quatre cent quatre-vingt-neuf mille euros ( EUR), imputée au crédit du Ministère fédéral des Affaires sociales, de la Santé publique et de l Environnement pour l exercice 2002, division organique 55, a.b est accordée à la Fondation Roi Baudouin dont le siège social est situé rue Bréderode 21, à 1000 Bruxelles. Art. 2. La subvention a pour objectif d initier et de gérer un projet «Plato Social» en vue de favoriser les échanges de pratiques managériales entre les entreprises commerciales classiques et les entreprises d économie sociale décrites à l article 1 er, 2, 1 de l accord de coopération entre l Etat, les Régions et la Communauté germanophone relatif à l économie sociale, signé àbruxelles le 4 juillet Art. 3. Le projet précité est géré par la Fondation Roi Baudouin sur la base d une convention avec le Ministre de l Economie sociale. La convention détaille les échéances, les considérations financières ainsi que le mode de réalisation du projet. Art. 4. Le projet «Plato Social» poursuit trois objectifs : 1 Constituer un Comité de pilotage chargé d accompagner l ensemble du projet «Plato Social» et dont les tâches consistent plus particulièrement à définir les modalités d un appel à projets dans le cadre des critères repris à l article 5 et à modaliser le suivi et l évaluation du projet mis en place. 2 Réaliser un appel à projets qui doit permettre d octroyer une aide financière à deux types d initiatives : des initiatives concrètes de collaboration managériale entre au moins une entreprise commerciale classique et une entreprise d économie sociale;

16 37208 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE initiatieven voorgesteld door bemiddelaars van de klassieke economie en/of van de sociale economie om de uitwerking van projecten inzake samenwerking op het gebied van management op het terrein vlotter te laten verlopen. 3 Evaluatie van het ganse project door het organiseren van twee rondetafels en door middel van een externe evaluatie. Art. 5. De gefinancierde projecten moeten voldoen aan de volgende criteria : 1 Wat de actoren betreft : In het kader van elk project moeten ten minste een actor uit de klassieke economische sector en een actor uit de sector van de sociale economie betrokken partijen zijn. Onder «sector van de sociale economie» moet worden verstaan, alle initiatieven die ethisch aansluiten bij de principes vermeld in artikel 1, 2, 1, van het samenwerkingsakkoord tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie, ondertekend te Brussel op 4 juli Onder «sociale-economieondernemingen» moet worden verstaan, de initiatieven die ethisch aansluiten bij de hierboven vermelde principes, en waarvan de activiteit gekenmerkt wordt door : het produceren of leveren van goederen en diensten die op de markt worden gebracht, waarvoor een prijs wordt betaald en waarvoor er behoeften en een cliënteel zijn; het streven naar continuïteit, rentabiliteit en duurzame ontwikkeling; een graad van zelffinanciering (ontvangsten/(ontvangsten + subsidies)) van minimum 20 pct. 2 Wat de bemiddelaars betreft : In het kader van initiatieven voorgesteld door bemiddelaars om de uitwerking van concrete projecten inzake samenwerking op het gebied van management vlotter te laten verlopen, moet onder tussenpersoon worden verstaan, iedere organisatie die inzicht heeft in een van de betrokken sectoren en waarvan de ervaring inzake bemiddeling bij ten minste een van de twee voormelde acteurs kan worden bewezen. 3 Wat de inhoud betreft : In elk project wordt de inhoud van de uitwisseling omschreven. Voor iedere betrokken partij moet de inbreng door de voorziene samenwerking bepaald worden. In het kader van de concrete initiatieven inzake samenwerking op het gebied van management tussen ten minste een onderneming uit elke sector wordt de waaier van activiteiten die in aanmerking komen voor ondersteuning beperkt tot samenwerking op het gebied van management zoals : strategisch management : intern en extern onderzoek, concurrentieonderzoek, onderzoek van de sterke en zwakke punten, opmaken en evalueren van een bedrijfsplan; human ressources management : selectie- en aanwervingsmethode, loonregeling, permanente vorming, leiderschap; marketing en verkoop : marketingstrategie, samenstellen van klantbestanden, inspelen op het koopgedrag van de klant, vastleggen van de betaalmodaliteiten, gevolg geven aan de klachten van klanten; financieel management : balansonderzoek, ratio-onderzoek en -interpretatie, opmaken van een budget, vermindering van de kosten, verhoging van de ontvangsten, investeringsonderzoeken, aanboren van financiële bronnen; logistiek beheer : beheer van de voorraden, berekening van voorraadkosten, bepaling van de minimum- en maximumvoorraad, berekening van de omloopsnelheid van de voorraden, opvolging van bestellingen, vervoer. De initiatieven voorgesteld door bemiddelaars van de klassieke economie en/of van de sociale economie moeten ertoe bijdragen dat de ontwikkeling van concrete projecten inzake samenwerking op het gebied van management vlotter verloopt, projecten die zelf deel moeten uitmaken van de hierboven beschreven waaier van activiteiten. In uitzonderlijke en behoorlijk gemotiveerde omstandigheden is een afwijking van sommige voormelde ontvankelijkheidscriteria mogelijk. des initiatives proposées par des intermédiaires de l économie classique et/ou de l économie sociale afin de faciliter le développement de projets de collaboration managériale sur le terrain. 3 Evaluer l ensemble du projet grâce à l organisation de deux tables rondes et la réalisation d une évaluation externe. Art. 5. Les projets financés doivent répondre aux critères suivants : 1 Quant aux acteurs : Dans le cadre de chaque projet, au moins un acteur émanant du secteur économique classique et un acteur du secteur de l économie sociale sont parties prenantes. Par «secteur de l économie sociale», il y a lieu de comprendre toutes les initiatives dont l éthique se traduit par les principes repris à l article 1 er, 2, 1, de l accord de coopération entre l Etat, les Régions et la Communauté germanophone relatif à l économie sociale, signé à Bruxelles le 4 juillet Par «les entreprises d économie sociale» il y a lieu de comprendre des initiatives dont l éthique se traduit par les principes énoncés ci-dessus, et dont l activité se caractérise par : la production ou la fourniture de biens et services, mis sur le marché, pour lesquels un prix est payé, et pour lesquels des besoins et une clientèle existent; un objectif de continuité, de rentabilité et de développement durable; un degré d autofinancement (recettes/(recettes + subsides)) de minimum 20 %. 2 Quant aux intermédiaires : Dans le cadre d initiatives proposées par des intermédiaires en vue de faciliter le développement de projets concrets de collaboration managériale, il y a lieu de comprendre par intermédiaire, toute organisation possédant une connaissance de l un des secteurs en question et dont l expérience de médiation auprès d au moins l un des deux acteurs mentionnés ci-dessus peut être prouvée. 3 Quant au contenu : Chaque projet décrit le contenu de l échange. Il s agit de définir, pour chaque partie prenante, l apport que constitue la collaboration envisagée. Dans le cadre des initiatives concrètes de collaboration managériale entre au moins une entreprise de chaque secteur, l éventail d activités susceptibles de bénéficier d une aide est limité aux collaborations sur le plan du management tel que : le management stratégique : analyse interne et externe, analyse de concurrence, analyse des points forts et des points faibles, rédaction et évaluation d un plan d entreprise; le management des ressources humaines : méthode de sélection et d embauche, système de rémunération, formation permanente, leadership; marketing et vente : stratégie de marketing, réalisation de fichiers clients, prise en compte du comportement d achat du client, détermination des modalités de paiement, prise en compte de plaintes de clients; le management financier : analyse de bilan, analyse et interprétation des ratios, réalisation d un budget, réduction des coûts, augmentation des recettes, analyse d investissements, recherche de moyens financiers; la gestion logistique : gestion de stock, calcul de coûts de stock, détermination du stock minimum et maximum, calcul de la vitesse de rotation, suivi des ordres, transport. Les initiatives proposées par des intermédiaires de l économie classique et/ou de l économie sociale doivent contribuer à faciliter le développement de projets concrets de collaboration managériale qui doivent eux-mêmes s inscrire dans l éventail d activités décrit ci-dessus. De manière exceptionnelle et dûment justifiée, il sera possible de déroger à certains critères précités de recevabilité.

17 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE Art. 6. Om het in artikel 2 omschreven doel te kunnen bereiken, doet de Koning Boudewijnstichting een oproep voor projecten in België met vermelding van de criteria waaraan de kandidaten moeten voldoen om een financiële hulp te kunnen genieten. Op basis van het ingediende dossier kiest een onafhankelijke jury de projecten die financieel worden ondersteund. Voorrang zal gegeven worden aan concrete initiatieven inzake samenwerking op het gebied van management ten opzichte van initiatieven voorgesteld door bemiddelaars. De lijst met de gekozen projecten wordt de Minister tot wiens bevoegdheid de Sociale Economie behoort, ter goedkeuring voorgelegd. Art. 7. De kosten van dit project, die door de toelage worden gedekt, kunnen als volgt worden uitgesplitst. 1 Een bedrag van EUR wordt besteed aan de financiering van de door de jury gekozen initiatieven. 2 Een bedrag van EUR wordt besteed aan de kosten voor het beheer van het project «Sociale Plato» door de Koning Boudewijnstichting. Laatstgenoemd bedrag valt als volgt uiteen : loonkosten : EUR; kosten voor de onderaanneming (opvolging van projecten en ontmoetingen) : EUR; werkingskosten : EUR. Art. 8. Het toegekend bedrag zal geschieden in drie schijven : Een eerste schijf van 25 % van het bedrag wordt gestort na de inwerkingtreding van deze overeenkomst. Een tweede schijf van 50 % van het bedrag wordt gestort vijf maanden na de inwerkingtreding van deze overeenkomst, na overlegging van de bewijsstukken of conventies betreffende de twee eerste schijven. Een derde schijf van 25 % wordt gestort na afloop van de periode, na overlegging van een eindverslag, van de nodige bewijsstukken en na instemming van de opdrachtgever. De bedragen die niet dienen voor de financiering van de projecten evenals de bedragen waarvoor de bewijsstukken ontoereikend zijn, zoals gepreciseerd in de overeenkomst, moeten door de Koning Boudewijnstichting worden teruggestort aan de Belgische Staat. Art. 9. Deze toelage zal uitgekeerd worden door storting op bankrekening geopend op naam van de Koning Boudewijnstichting. Art. 10. De Koning Boudewijnstichting verbindt zich ertoe de Cel Sociale Economie van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Anspachlaan 1, 14 e verdieping, bureau 20, te 1000 Brussel, een eindverslag en een eindafrekening voor te leggen. In het verslag moet duidelijk worden aangetoond dat de geldmiddelen werden aangewend conform de overeenkomst die tussen de partijen werd ondertekend. Dit verslag bevat als bijlage de bewijsstukken en alle nodig geachte stukken die waar en oprecht zijn verklaard door de projectleiders en de Koning Boudewijnstichting. Het verslag bevat, voor elk in aanmerking genomen project, een uitvoerige beschrijving van de uitgevoerde realisaties, van de graad waarin de nagestreefde doelstellingen zijn verwezenlijkt en van de concrete resultaten die door de uitwerking van het initiatief zijn bereikt. Het eindverslag en de eindafrekening moeten de Cel Sociale Economie uiterlijk 15 november 2003 worden overgelegd. Art. 11. In geval van betwistingen zijn enkel de Brusselse rechtbanken bevoegd. Art. 12. Dit besluit treedt in werking op 1 september Brussel, 26 juli J. VANDE LANOTTE Art. 6. Afin de réaliser l objectif défini à l article 2, la Fondation Roi Baudouin lance un appel à projets en Belgique qui mentionne les critères auxquels doivent répondre les candidats pour pouvoir bénéficier d une aide financière. Sur la base du dossier de candidature, un jury indépendant sélectionne les projets qui bénéficient d un appui financier. La priorité sera donnée aux initiatives concrètes de collaboration managériale par rapport aux initiatives proposées par des intermédiaires. La liste des projets sélectionnés est soumise à l approbation du Ministre ayant l économie sociale dans ses attributions. Art. 7. Les coûts du projet, couverts par la subvention, se répartissent de la manière qui suit. 1 Un montant de EUR est affecté au financement des initiatives sélectionnées par le jury. 2 Un montant de EUR est affecté aux frais de gestion du projet «Plato Social» par la Fondation Roi Baudouin. Ce dernier montant se décompose comme suit : coût salariaux : EUR; coût de sous-traitance (suivi des projets et rencontres) : EUR; frais de fonctionnement : EUR. Art. 8. Le montant octroyé sera versé en trois tranches : Une première tranche de 25 % du montant est versée après l entrée en vigueur de la présente convention. Une deuxième tranche de 50 % du montant est versée cinq mois après l entrée en vigueur de la présente convention après présentation des pièces justificatives ou conventions relatives aux deux premières tranches. Une troisième tranche de 25 % sera versée à la clôturedela période, après présentation d un rapport final, des pièces justificatives nécessaires et après accord du commanditaire. Les montants non affectés au financement des projets, ainsi que les montants pour lesquels les pièces justificatives sont insuffisantes, comme précisé dans la convention, devront être retournés par la Fondation Roi Baudouin à l Etat belge. Art. 9. La liquidation de cette subvention se fera par virement au compte bancaire , ouvert au nom de la Fondation Roi Baudouin. Art. 10. La Fondation Roi Baudouin s engage à présenter à la Cellule Economie sociale de l Administration de l Intégration sociale du Ministère des Affaires sociales, de la Santé publique et de l Environnement, boulevard Anspach 1, 14 e étage, bureau 20, à 1000 Bruxelles, un rapport final et un décompte final. Le rapport démontre explicitement que les moyens financiers ont été utilisés conformément à la convention signée entre les parties. Ce rapport contient en annexe les pièces justificatives et toutes les autres pièces utiles certifiées sincères et complètes par les chargés de projets et la Fondation Roi Baudouin. Le rapport présente de manière circonstanciée, pour chaque projet sélectionné, les réalisations effectuées, le degré d accomplissement des objectifs fixés et les résultats concrets obtenus par la mise en œuvre de l initiative. Le rapport final et le décompte final sont transmis au plus tard le 15 novembre 2003 à la Cellule Economie sociale. Art. 11. Seuls les tribunaux de Bruxelles sont compétents en cas de litige. Art. 12. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er septembre Bruxelles, le 26 juillet J. VANDE LANOTTE

18 37210 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP N [C 2002/36079] 31 MEI Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van het prioriteitenbeleid zoals voorzien in artikel 2, 12 van het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding en tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake prioriteitenbeleid De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding inzonderheid op artikel 2, 12, 9, 2, 15, 4, 19, 26, 1, 3, 4, 30, 3, 33, 39 en 56, 4 ; Gelet op het advies van de Vlaamse Sportraad, gegeven op 23 november 2001; Gelet op het begrotingsakkoord gegeven ter zitting van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002; Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat door het feit dat (bij het decreet van 13 juli 2001) het vorige decreet van 13 april 1999 opgeheven werd en het decreet van 13 juli 2001 in voege is getreden vanaf 1 januari De uitvoeringsbesluiten dienen dus zo snel mogelijk gefinaliseerd te worden teneinde de continuering in het erkennings- en subsidiëringsbeleid ten aanzien van de begunstigden te verzekeren; Gelet op het advies van de Raad van State,gegeven op 11 april 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking; Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1 het decreet : het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding; 2 de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de sport; 3 het Bloso : het Vlaams Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, opgericht bij decreet van 12 december 1990, meer bepaald de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap, genoemd in het decreet; 4 de sportfederatie : de Vlaamse sportfederatie die in het kader van het decreet gesubsidieerd wordt voor de uitvoering van de basisopdrachten en die een project realiseert dat kadert in het prioriteitenbeleid; 5 het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit : het besluit van de Vlaamse regering van 31 mei 2002 tot vaststelling van de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding; 6 de Vlaamse Trainersschool : het samenwerkingsverband tussen het Bloso, de universitaire opleidingsinstituten Lichamelijke Opvoeding, de Vlaamse Hogescholen Lichamelijke Opvoeding en de erkende Vlaamse sportfederaties, dat sportkaderopleidingen organiseert in Vlaanderen, afgekort VTS. Art. 2. Het beleid van de Vlaamse regering dat tot doel heeft de sportparticipatie van bijzondere doelgroepen en hun aansluiting bij een sportclub te bevorderen heeft als thema : het bevorderen van de gezamenlijke sportbeoefening van allochtone en autochtone bevolkingsgroepen in de sportclubs. Art. 3. De duur van het prioriteitenbeleid met het in artikel 2 vermelde thema loopt tot 31 december HOOFDSTUK II. Subsidiëringsvoorwaarden Afdeling 1. Algemene subsidiëringsvoorwaarden Art De facultatieve opdracht prioriteitenbeleid, waarbij de sportfederatie een project inzake prioriteitenbeleid overeenkomstig artikel 2 realiseert, omvat de activiteiten die bijdragen tot de gezamenlijke sportbeoefening van allochtone en autochtone bevolkingsgroepen in de sportclubs. 2. Rekening houdend met de bepalingen van hoofdstuk IV, kan een sportfederatie op elk moment tijdens de duur van het door de Vlaamse regering vastgelegde prioriteitenbeleid een project indienen. Dit project loopt maximaal voor de resterende duur van het vastgelegde prioriteitenbeleid. 3. Een sportfederatie die voortijdig haar project stopt zonder de objectieven te hebben gerealiseerd, kan geen nieuw project indienen tijdens de duur van het door de Vlaamse regering vastgelegde prioriteitenbeleid. 4. Een sportfederatie die een project indient dat loopt over meerdere jaren tijdens de duur van het door de Vlaamse regering vastgelegde prioriteitenbeleid, dient het project in meerdere provincies te realiseren. Art Om in aanmerking te komen voor subsidies inzake prioriteitenbeleid, genoemd in artikel 15, 4, en artikel 30, 3, van het decreet, komt de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid afzonderlijk aan bod in het in artikel 2, 13, van het decreet genoemde vierjaarlijks beleidsplan overeenkomstig artikel 19 en 33 van het decreet, en artikel 18, 2 en 3, van het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit.

19 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE Overeenkomstig artikel 18, 4, van het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit, dient de sportfederatie in het jaarlijks actieplan de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid afzonderlijk aan bod te laten komen. In het deel van het jaarlijks actieplan waarin de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid is uitgewerkt, dient de sportfederatie : 1 een omschrijving van het te realiseren project te geven met de maatregelen en de activiteiten die passen in het prioriteitenbeleid; 2 de objectieven te beschrijven die zij met haar project wenst te realiseren in het komende begrotingsjaar; 3 inlichtingen op te nemen over de verhouding tussen de allochtone en de autochtone leden die aangesloten zijn bij de sportfederatie en bij de sportclubs; 4 de betrokkenheid en de ondersteuning van de sportclubs bij de realisatie van het project aan te tonen; 5 de betrokkenheid van vertegenwoordigers van autochtone en allochtone sporters bij het project aan te tonen; 6 de promotiestrategie en het promotiemateriaal te beschrijven; 7 de samenwerkingsverbanden die zullen worden opgezet met diverse organisaties uit het brede maatschappelijke veld, met het oog op de realisatie van het project aan te tonen; 8 een begroting toe te voegen waarbij de uitgaven en inkomsten van het project voor het komende begrotingsjaar duidelijk weergegeven worden. Art. 6. Het deel van het jaarlijks actieplan waarin de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid is uitgewerkt dient als basis voor het afsluiten van een convenant zoals voorzien in artikel 19 en artikel 33 van het decreet. Dit convenant wordt jaarlijks en na bespreking afgesloten tussen de sportfederatie en het Bloso. Afdeling 2. Bijzondere voorwaarden opgelegd aan de sportfederaties voor het verkrijgen van subsidies voor het prioriteitenbeleid Art. 7. Om voor subsidies voor het prioriteitenbeleid in aanmerking te komen moeten de sportfederaties kunnen aantonen dat het project aan de volgende beoordelingscriteria voldoet : 1 de knowhow/expertise van de sportfederatie met betrekking tot de gezamenlijke sportbeoefening van allochtonen en autochtonen; 2 de mate waarin inspanningen zullen worden gedaan om allochtone sportbeoefenaars aan te trekken; 3 de creativiteit en diversiteit van de gehanteerde methodieken, de originaliteit van de werkmethodes; 4 de aard en de omvang van de sportactiviteiten; 5 de mate van netwerkvorming met andere organisaties; 6 het engagement van vrijwilligers en beheerders; 7 de samenwerking met organisaties van allochtone gemeenschappen, niet enkel uit de sportwereld; 8 de concretisering van de culturele diversiteit op het vlak van het personeelsbeleid en de bestuursorganen van de sportfederatie; 9 de kwalificaties van de begeleiders en lesgevers : alle sporttechnische medewerkers dienen in het bezit te zijn van een sporttechnisch diploma of een sporttechnisch getuigschrift in de desbetreffende sporttak, vermeld in de bezoldigingstabel, als bijlage I gevoegd bij dit besluit. Art. 8. De inhoudelijke en kwaliteitsbeoordeling van de aanvraag tot subsidie gebeurt aan de hand van het jaarlijks actieplan, zoals vermeld in artikel 5. Hiervoor wordt door de minister een adviescommissie opgericht van zes personen, namelijk sporttechnici, vertegenwoordigers van allochtone gemeenschappen en deskundigen uit hogescholen en universiteiten. Zij maakt een rangorde op met bijhorende quotering, nadat het Bloso de helderheid, transparantie en realiteitswaarde van de financiële ramingen in de aanvraag onderzocht. HOOFDSTUK III. Aard en wijze van subsidiëren Art. 9. De subsidies voor het prioriteitenbeleid worden jaarlijks toegekend met een maximum subsidiebedrag van euro (zevenduizend vierhonderd euro) per sportfederatie. De posten die in het kader van de subsidiëring van de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid van toepassing zijn, worden vermeld in de lijst, als bijlage II gevoegd bij dit besluit. De wijze waarop deze posten, voor de berekening van de subsidiëring in het rekeningstelsel dienen opgenomen te worden, wordt vastgesteld door het Bloso. De bezoldiging van de occasionele sporttechnische medewerkers, als subsidieerbare post opgenomen als bijlage II, gevoegd bij dit besluit, vindt plaats op basis van de bezoldigingstabel voor occasionele medewerkers in het kader van de subsidiëring van de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid, opgenomen als bijlage I, gevoegd bij dit besluit. De uurlonen tegen 100 percent vermeld in de als bijlage opgenomen bezoldigingstabel, zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 van 1 januari Voor de berekening van de subsidies worden de uurlonen jaarlijks op 1 januari van het kalenderjaar aangepast aan het spilindexcijfer. HOOFDSTUK IV. Procedure voor de aanvraag van subsidies en de indiening van bezwaar Art. 10. De subsidiëringsprocedure verloopt conform de procedure in hoofdstuk V, afdeling I, II en III, van het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit. De sportfederatie stuurt de in artikel 5, 1 en 2 voorziene documenten samen met de subsidiëringsaanvraag voor 1 september aangetekend naar het Bloso. HOOFDSTUK V. Verificatie en afrekening - Inspectie Afdeling 1. Verificatie en afrekening Art. 11. De verificatie en afrekening verloopt conform de procedure in hoofdstuk V, afdeling IV, van het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit. Afdeling 2. Inspectie over de uitvoering van het convenant Art. 12. Het Bloso kan te allen tijde een inspectie uitvoeren over de wijze waarop het convenant zoals voorzien in artikel 6, wordt uitgevoerd tijdens het werkingsjaar.

20 37212 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE HOOFDSTUK VI. Wijze en tijdstip van uitbetaling Art. 13. De subsidies bepaald in artikel 9, worden als volgt uitbetaald : per trimester wordt een voorschot uitbetaald. Elk voorschot bedraagt 22,5 percent van de subsidies die toegekend werden voor het voorlaatste werkjaar, voorafgaand aan het begrotingsjaar. Voor sportfederaties die tijdens het voorlaatste werkjaar voorafgaand aan het begrotingsjaar geen subsidies kregen, bedraagt elk voorschot 20 percent van de subsidies waarop de sportfederatie aanspraak kan maken op basis van de ingediende subsidiëringsaanvraag voor het begrotingsjaar. Het saldo van de subsidies wordt uitbetaald vóór 1 juli van het jaar dat volgt op het gesubsidieerde werkingsjaar, nadat het Bloso de uitgaven die in het voorbije jaar gedaan werden en de voorgelegde betalingsbewijzen heeft goedgekeurd. HOOFDSTUK VII. Slotbepalingen Art. 14. Dit besluit treedt in werking op 1 januari Art. 15. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Sport, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 31 mei De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, B. ANCIAUX Bijlage I Bezoldigingstabel voor de occasionele medewerkers in het kader van de subsidiëring van de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid Categorie I II III IV V Voor de occasionele medewerker met de specifieke functie van Lesgever of Trainer en in het bezit van één van de volgende diploma s of getuigschriften : VTS-Initiator in de betrokken sporttak * Tweedejaars geslaagde Regent L.O. Gegradueerde L.O. Kandidaat L.O. Bijkomend voor de gehandicaptensport : - de VTS-Initiator Bewegingsactiviteiten Gehandicaptensport * - de Kandidaat Kine VTS-Trainer B in de betrokken sporttak * Regent L.O. Bijkomend voor de gehandicaptensport : de Gegradueerde Kine VTS-Trainer A in de betrokken sporttak * Regent L.O. met Trainer B- getuigschrift in de betrokken sporttak * Licentiaat L.O. Bijkomend voor de gehandicaptensport : - de Gegradueerde Kine met Trainer B- getuigschrift in de betrokken sporttak * - de Licentiaat Kine VTS-Toptrainer in de betrokken sporttak * Regent L.O. met Trainer A- getuigschrift in de betrokken sporttak * Licentiaat L.O. met Trainer B- getuigschrift in de betrokken sporttak* Bijkomend voor de gehandicaptensport : - de Gegradueerde Kine met Trainer A- getuigschrift in de betrokken sporttak * - de Licentiaat Kine met Trainer B- getuigschrift in de betrokken sporttak * Licentiaat L.O. met Trainer A- getuigschrift in de betrokken sporttak * Licentiaat L.O. met sporttechnisch postgraduaat in de betrokken sporttak * Bijkomend voor de gehandicaptensport : de Licentiaat Kine met Trainer A- getuigschrift in de betrokken sporttak * Uurloon ** 7,5405 S bruto/u 8,5527 S bruto/u 9,6660 S bruto/u 10,6782 S bruto/u 11,7156 S bruto/u Reisvergoeding*** 0,2636 S/km * evenals de geassimileerden met de vermelde VTS-opleiding zoals opgenomen in de actuele assimilatietabel van de Vlaamse Trainersschool ** bedragen aan 100 % (gebaseerd op de spilindex van 1 januari 1990 = index 138,01) *** geïndexeerd bedrag op 1 juli 2001 (indexfactor 1,2682) Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 31 mei 2002 tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake prioriteitenbeleid. Brussel, 31 mei De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, B. ANCIAUX

MONITEUR BELGE 30.12.2013 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 30.12.2013 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 30.12.2013 BELGISCH STAATSBLAD 103249 SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2013/22606] 21 DECEMBRE 2013. Arrêté royal modifiant l arrêté royal du 18 mars 1971 instituant un régime

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 Gratis tel. nummer : 0800-98 809. 104 pages/bladzijden. www.staatsblad.

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 Gratis tel. nummer : 0800-98 809. 104 pages/bladzijden. www.staatsblad. MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20

Nadere informatie

35968 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

35968 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 35968 MONITEUR BELGE 07.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE V. Dispositions abrogatoires et finales Art. 15. Dans la deuxième colonne de l annexe 3 PJPol, les mots «Inspecteur général et Inspecteur général

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 13102 BELGISCH STAATSBLAD 28.03.2002 Ed. 2 MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN N. 2002 1113 [C 2002/11054]

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 39283 Bijlage bij Ons koninklijk besluit van 5 augustus 2006 houdende uitvoering van artikel 4, 3, van het koninklijk besluit van 28 december 2005 tot overname van de pensioenverplichtingen van het gemeentelijk

Nadere informatie

46434 MONITEUR BELGE 17.07.2015 BELGISCH STAATSBLAD

46434 MONITEUR BELGE 17.07.2015 BELGISCH STAATSBLAD 46434 MONITEUR BELGE 17.07.2015 BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2015/22259] 9 JUILLET 2015. Arrêté ministériel modifiant la liste jointe à l arrêté royal du 21 décembre 2001

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 13.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 13.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 13.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD 36987 SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C 2013/03172] 29 MAI 2013. Arrêté royal portant approbation du règlement du 12 février 2013 de l Autorité des services

Nadere informatie

65372 BELGISCH STAATSBLAD 02.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE

65372 BELGISCH STAATSBLAD 02.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE 65372 BELGISCH STAATSBLAD 02.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE Het beginindexcijfer is dat van de maand augustus van het jaar gedurende hetwelk het tarief is vastgesteld. Het nieuwe indexcijfer is dat van de

Nadere informatie

36930 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

36930 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 36930 MONITEUR BELGE 13.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C 2013/03159] 29 MAI 2013. Arrêté royal portant approbation du règlement du 12 février 2013 de l Autorité des services

Nadere informatie

21396 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

21396 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 21396 BELGISCH STAATSBLAD 13.03.2014 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2014/22060] SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2014/22060] 21 FEBRUARI 2014. Koninklijk besluit

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 04.06.2014 MONITEUR BELGE 42651 FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2014/22260] 14 MEI 2014. Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen van de inlichtingenformulieren

Nadere informatie

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 61190 BELGISCH STAATSBLAD 12.09.2016 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2016/11363] 1 SEPTEMBER 2016. Koninklijk besluit tot goedkeuring van het zesde beheerscontract

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 25.09.2015 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 25.09.2015 BELGISCH STAATSBLAD 60077 SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C 2015/03324] 18 SEPTEMBRE 2015. Arrêté royal déterminant les modèles des formules de déclaration en matière de cotisations spéciales visées à l article 541 du Code

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 101 INHOUD SOMMAIRE. 710 bladzijden/pages

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 101 INHOUD SOMMAIRE. 710 bladzijden/pages BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

49188 BELGISCH STAATSBLAD 22.09.2008 MONITEUR BELGE

49188 BELGISCH STAATSBLAD 22.09.2008 MONITEUR BELGE 49188 BELGISCH STAATSBLAD 22.09.2008 MONITEUR BELGE Art. 3. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «Art. 15. De subsidies die ten bate van het Nationaal Geografisch Instituut zijn

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 14.09.2006 Ed. 2 MONITEUR BELGE. Art. 2. Entrent en vigueur le 1 er janvier 2007 :

BELGISCH STAATSBLAD 14.09.2006 Ed. 2 MONITEUR BELGE. Art. 2. Entrent en vigueur le 1 er janvier 2007 : 46851 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2006 3572 [C 2006/09648] 1 SEPTEMBER 2006. Koninklijk besluit tot vaststelling van de vorm, de inhoud, de bijlagen en de nadere regels voor de neerlegging van

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS BELGISCH STAATSBLAD 23.08.2002 Ed. 2 MONITEUR BELGE 37193 WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN N. 2002 2932 [C 2002/11314]

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 19.03.2003 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 19.03.2003 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 19.03.2003 BELGISCH STAATSBLAD 13137 SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS F. 2003 1044 [C 2003/14035] 23 JANVIER 2003. Arrêté ministériel pris en exécution de l arrêté royal du

Nadere informatie

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 61190 BELGISCH STAATSBLAD 12.09.2016 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2016/11363] 1 SEPTEMBER 2016. Koninklijk besluit tot goedkeuring van het zesde beheerscontract

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 37193 WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN N. 2002 2932 [C 2002/11314] 16 JULI 2002. Koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 28893 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2008 1822 [C 2008/09406] 2 JUNI 2008. Ministerieel besluit tot vaststelling van de lijst met punten voor prestaties verricht door advocaten belast met gedeeltelijk

Nadere informatie

76142 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

76142 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 76142 MONITEUR BELGE 18.12.2015 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. Al annexe II du même arrêté, tel qu il a été modifié à ce jour, est apportée la modification suivante : le point IV.25 est inséré, rédigé

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION

FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION ROYAUME DE BELGIQUE KONINKRIJK BELGIE SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE Arrêté royal modifiant les arrêtés royaux du 16 novembre 2006 relatif

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS ROYAUME DE BELGIQUE SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS Arrêté ministériel déterminant les marchandises dangereuses visées par l article 48 bis 2 de l arrêté royal du 1 er décembre 1975 portant

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE ARTSEN ZIEKENFONDSEN

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE ARTSEN ZIEKENFONDSEN RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 Tervurenlaan 211-1150 Brussel Dienst Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE ARTSEN

Nadere informatie

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER BELGISCH STAATSBLAD 09.05.2012 MONITEUR BELGE 27295 FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2012 1310 [C 2012/14127] 22 APRIL 2012. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 51132 MONITEUR BELGE 12.08.2015 BELGISCH STAATSBLAD GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Nadere informatie

Formeel advies van de Planningscommissie Medisch aanbod. Avis formel de la Commission de planification de l offre médicale

Formeel advies van de Planningscommissie Medisch aanbod. Avis formel de la Commission de planification de l offre médicale Avis formel de la Commission de planification de l offre médicale Conformément à l article 35novies, de l'arrêté royal n 78 du 10 novembre 1967 relatif à l'exercice des professions de santé et à l arrêté

Nadere informatie

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE SERVICES DU PREMIER MINISTRE DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE SERVICES DU PREMIER MINISTRE DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER 29055 DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER N. 2000 2033 [2000/21142] 1 MAART 2000. Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van Titel I van de wet van 7 mei 1999 houdende oprichting

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B)130228-CDC-1231

EINDBESLISSING (B)130228-CDC-1231 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 60569 FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER, FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG [C 2014/12139] 4 AUGUSTUS 2014. Koninklijk

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 08.01.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 08.01.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 08.01.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE 731 MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2010 45 [C 2010/31002] 17 DECEMBER 2009. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 01.12.201 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 10633 Art. 2. Conformément à l article 123 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l Etat fédéral, la partie

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 23.07.2015 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 23.07.2015 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 47225 SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C 2015/03212] 15 JUILLET 2015. Arrêté ministériel portant exécution des articles 7, 4, et 53, 1 er,3, c) et d), del arrêté royal du 28 juin 2015, concernant la taxation

Nadere informatie

75410 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE

75410 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE 75410 BELGISCH STAATSBLAD 28.12.2006 Ed. 4 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2006 5305 [C 2006/10029] 21 DECEMBER 2006. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1251

EINDBESLISSING (B) CDC-1251 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 351 INHOUD SOMMAIRE. 144 bladzijden/pages

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 351 INHOUD SOMMAIRE. 144 bladzijden/pages BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

19612 MONITEUR BELGE 30.03.2015 BELGISCH STAATSBLAD

19612 MONITEUR BELGE 30.03.2015 BELGISCH STAATSBLAD 19612 MONITEUR BELGE 30.03.2015 BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2015/22079] 16 MARS 2015. Règlement modifiantlerèglement du 28 juillet 2003 portant exécution de l article

Nadere informatie

30548 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

30548 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 30548 MONITEUR BELGE 16.04.2009 BELGISCH STAATSBLAD F. 2009 1369 SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT [C 2009/24134] 8 AVRIL 2009. Arrêté ministériel

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [C - 2005/09451] N. 2005 1425 31 MEI 2005. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 juni 2003 op de openbaarmaking van akten en stukken van verenigingen

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 1703 1704 BELGISCH STAATSBLAD 15.01.2010 MONITEUR BELGE 1705 1706 BELGISCH STAATSBLAD 15.01.2010 MONITEUR BELGE 1707 1708 BELGISCH STAATSBLAD 15.01.2010 MONITEUR BELGE 1709 1710 BELGISCH STAATSBLAD 15.01.2010

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : pages/bladzijden.

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : pages/bladzijden. MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20

Nadere informatie

7172 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

7172 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 7172 MONITEUR BELGE 24.02.2005 BELGISCH STAATSBLAD Vu les lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l article 3, 1 er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 64559 Art. 20. Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot uitgekeerd te krijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket. Art. 21.

Nadere informatie

62112 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

62112 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 62112 BELGISCH STAATSBLAD 19.10.2010 MONITEUR BELGE Province Pré-zone opérationnelle Pourcentage maximal Zone de secours Zuid-Oost 2,43 % Brabant flamand Zone de secours Est 4,67 % Zone de secours Ouest

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD 30611 SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C 2015/03204] 26 MAI 2015. Arrêté royal déterminant le modèle de la formule de déclaration en matière d impôt des sociétés pour l exercice d imposition 2015 (1) PHILIPPE,

Nadere informatie

Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, COORDINATION OFFICIEUSE DE : Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 juin 2008 déterminant le contenu de la proposition PEB et de l étude de faisabilité AE22 - Arrêté du Gouvernement

Nadere informatie

22490 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

22490 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 22490 BELGISCH STAATSBLAD 04.04.2016 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN [C 2016/00214] Omzendbrief van 23 maart 2016 tot wijziging van de omzendbrief van 21 juni 2007 betreffende

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1478

EINDBESLISSING (B) CDC-1478 Niet-vertrouwelijk Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT

Nadere informatie

39150 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

39150 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 39150 BELGISCH STAATSBLAD 14.05.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en

Nadere informatie

64360 BELGISCH STAATSBLAD 27.10.2010 MONITEUR BELGE

64360 BELGISCH STAATSBLAD 27.10.2010 MONITEUR BELGE 64360 BELGISCH STAATSBLAD 27.10.2010 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID N. 2010 3685 [C 2010/22451] F. 2010 3685 SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2010/22451] 15 OKTOBER

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N. 74. Numéro tél. gratuit : INHOUD SOMMAIRE. 104 bladzijden/pages

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N. 74. Numéro tél. gratuit : INHOUD SOMMAIRE. 104 bladzijden/pages BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 16.05.2018 MONITEUR BELGE 40503 FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN [C 2018/11917] 23 APRIL 2018. Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake het uniform

Nadere informatie

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 35815 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN [C 2014/03161] 25 APRIL 2014. Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 2014

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1272

EINDBESLISSING (B) CDC-1272 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD 02.01.2014 MONITEUR BELGE

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD 02.01.2014 MONITEUR BELGE 29 Gelet op het advies nr. 54.492/1 van de Raad van State, gegeven op 17 december 2013 met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, op 12 januari 1973;

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 21.10.2016 Ed. 2 MONITEUR BELGE 71309 FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2016/22418] SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2016/22418] 13 OKTOBER 2016. Ministerieel

Nadere informatie

57936 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

57936 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 57936 MONITEUR BELGE 15.09.2015 BELGISCH STAATSBLAD Les propositions sont introduites auprès du Ministre-Président du Gouvernement flamand et comprennent au moins les données suivantes : 1 les prénoms

Nadere informatie

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE. Percentage betrekkingen toe te wijzen. Pourcentage d emplois à attribuer

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE. Percentage betrekkingen toe te wijzen. Pourcentage d emplois à attribuer BELGISCH STAATSBLAD 23.08.2012 MONITEUR BELGE 49465 Trappen van de hiërarchie Degrés delahiérarchie aan het Nederlands Kader au Cadre néerlandais Percentage betrekkingen toe te wijzen Pourcentage d emplois

Nadere informatie

22306 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

22306 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 22306 BELGISCH STAATSBLAD 28.04.2006 Ed. 2 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2006 1678 [C 2006/14095] 24 APRIL 2006. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit

Nadere informatie

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERE DES FINANCES

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERE DES FINANCES 10833 N. 2000 864 MINISTERIE VAN FINANCIEN [C 2000/03174] F. 2000 864 MINISTERE DES FINANCES [C 2000/03174] 24 MAART 2000. Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van deel 2 van het aangifteformulier

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1273

EINDBESLISSING (B) CDC-1273 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 64359 FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2004 3391 (2004 2305) [2004/202310] 12 MEI 2004. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 15.07.2014 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 15.07.2014 MONITEUR BELGE 53805 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2014/31492] 10 JUNI 2014. Ministerieel besluit tot vaststelling van de typeinhoud en de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de energieaudit opgelegd door het Besluit

Nadere informatie

16002 MONITEUR BELGE 21.03.2007 BELGISCH STAATSBLAD

16002 MONITEUR BELGE 21.03.2007 BELGISCH STAATSBLAD 16002 MONITEUR BELGE 21.03.2007 BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. Ces 342,5 agents sont répartis de la manière suivante : Personnel de niveau A : 112,5. Personnel de niveau B : 32,5. Personnel de niveau C :

Nadere informatie

NOTA AAN HET GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN

NOTA AAN HET GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN 20-11-2014 NOTA AAN HET GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 tot uitvoering, voor de overheidsdiensten

Nadere informatie

MINISTERE DES FINANCES MINISTERIE VAN FINANCIEN

MINISTERE DES FINANCES MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERIE VAN FINANCIEN N. 2002 1081 [C 2002/03145] 14 MAART 2002. Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van deel 2 van het aangifteformulier inzake personenbelasting voor het aanslagjaar 2002

Nadere informatie

36152 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

36152 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 36152 BELGISCH STAATSBLAD 14.06.2016 MONITEUR BELGE BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2016/31426] 2 JUNI 2016. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van de prijzen voor het

Nadere informatie

69668 BELGISCH STAATSBLAD 29.09.2004 MONITEUR BELGE

69668 BELGISCH STAATSBLAD 29.09.2004 MONITEUR BELGE 69668 BELGISCH STAATSBLAD 29.09.2004 MONITEUR BELGE 17 jaar = 85 pct.; 16 jaar = 70 pct.; 15 jaar = 55 pct. van het uurloon van de werklieden en werksters van 18 jaar en ouder van dezelfde categorie. C.

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 43865 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie N. 2010 2250 [C 2010/35427] 7 JUNI 2010. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS BELGISCH STAATSBLAD 08.01.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE 721 WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE

Nadere informatie

40816 MONITEUR BELGE 29.10.1999 BELGISCH STAATSBLAD

40816 MONITEUR BELGE 29.10.1999 BELGISCH STAATSBLAD 40816 MONITEUR BELGE 29.10.1999 BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DES AFFAIRES ECONOMIQUES F. 99 3542 [99/11342] 30 SEPTEMBRE 1999. Arrêté ministériel modifiant l arrêté royal du 30 décembre 1993 prescrivant

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 21.02.2012 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 21.02.2012 MONITEUR BELGE 11971 Art. 15. De Minister aan wie de bevoegdheid voor Energie toegewezen is, wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Art. 15. Le Ministre qui a l Energie dans ses attributions est chargé de l

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 28.07.2010 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 28.07.2010 MONITEUR BELGE 48001 N. 2010 2506 VLAAMSE OVERHEID [C 2010/35508] 11 JUNI 2010. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de modulaire structuur

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 10.02.2006 MONITEUR BELGE 6883 Vu l avis de l Inspection des Finances, donné le 14 novembre 2005, Vu l accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 21 novembre 2005, Vu l avis

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 48101 FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU N. 2008 3134 [C 2008/24352] 29 AUGUSTUS 2008. Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlagen I tot en met

Nadere informatie

47876 MONITEUR BELGE 19.08.2011 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

47876 MONITEUR BELGE 19.08.2011 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 47876 MONITEUR BELGE 19.08.2011 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Annexe 2 RESOLUTION 2008-I-18 DU 29 MAI 2008 DE LA COMMISSION CENTRALE POUR LA NAVIGATION DU RHIN Reconnaissance des certificats de conduite roumains

Nadere informatie

77220 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

77220 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 77220 MONITEUR BELGE 23.12.2015 BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE [C 2015/11511] 16 DECEMBER 2015. Arrêté ministériel établissant les formulaires

Nadere informatie

47990 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

47990 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 47990 BELGISCH STAATSBLAD 28.07.2010 MONITEUR BELGE N. 2010 2505 VLAAMSE OVERHEID [C 2010/35507] 11 JUNI 2010. Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modulaire structuur van het secundair volwassenenonderwijs

Nadere informatie

20316 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

20316 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 20316 BELGISCH STAATSBLAD 30.03.2012 Ed. 2 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 30.03.2012 Ed. 2 MONITEUR BELGE 20317 20318 BELGISCH STAATSBLAD 30.03.2012 Ed. 2 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 30.03.2012

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 02.04.2010 MONITEUR BELGE 19923 Nota (1) Zitting 2009-2010. Kamer van volksvertegenwoordigers. Stukken. Wetsontwerp, 52-2240 - Nr. 1. Amendementen, 52-2240 - Nrs. 2 tot 5. Verslag,

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 76315 Art. 4. Les dispositions de l article 8/3, 1 er, de la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations, qui étaient d application préalablement à l entrée

Nadere informatie

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DOC 54 2227/003 DOC 54 2227/003 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 20 juli 2017 20 juillet 2017 WETSVOORSTEL tot wijziging van de programmawet van 27 april

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 23.12.2009 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 23.12.2009 BELGISCH STAATSBLAD 80646 MONITEUR BELGE 23.12.2009 BELGISCH STAATSBLAD AGENCE FEDERALE POUR LA SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN [C 2009/18522] [C 2009/18522] 4

Nadere informatie

87378 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE

87378 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE 87378 BELGISCH STAATSBLAD 31.12.2004 Ed. 4 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2004 4846 [C 2004/14304] 30 DECEMBER 2004. Koninklijk Besluit tot vaststelling van de lijsten

Nadere informatie

80806 MONITEUR BELGE 28.12.2011 BELGISCH STAATSBLAD

80806 MONITEUR BELGE 28.12.2011 BELGISCH STAATSBLAD 80806 MONITEUR BELGE 28.12.2011 BELGISCH STAATSBLAD AGENCE FEDERALE POUR LA SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE [C 2011/18456] FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN [C 2011/18456] 15

Nadere informatie

VOORSTEL (C)090319-CDC-853

VOORSTEL (C)090319-CDC-853 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS VOORSTEL

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 62848 BELGISCH STAATSBLAD 22.10.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 9472 BELGISCH STAATSBLAD 05.02.2014 MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE

Nadere informatie

COMMUNAUTE FRANÇAISE FRANSE GEMEENSCHAP

COMMUNAUTE FRANÇAISE FRANSE GEMEENSCHAP BELGISCH STAATSBLAD 19.09.2002 MONITEUR BELGE 41523 COMMUNAUTE FRANÇAISE FRANSE GEMEENSCHAP MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE F. 2002 3274 [C 2002/29427] 17 JUILLET 2002. Arrêté pris en application

Nadere informatie

Convention collective de travail du 3 mars Champ d'application CHAPITRE II. Avantages sociaux

Convention collective de travail du 3 mars Champ d'application CHAPITRE II. Avantages sociaux Convention collective de travail du 3 mars 2000. Champ d'application Article 1 - La convention collective de travail est applicable aux et aux et ouvrieres des relevant de la commission de la transformation

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 02.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE. Art. 8. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er septembre 2014.

BELGISCH STAATSBLAD 02.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE. Art. 8. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er septembre 2014. 65377 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [C 2014/09461] 31 AUGUSTUS 2014. Koninklijk besluit tot vaststelling van de inhoud en de vorm van modellen van verslagen, van vereenvoudigde boekhouding en van verzoekschrift

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 31051 GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGION DE BRUXELLES-CAPITALE MINISTERIE VAN HET BRUSSELS

Nadere informatie

33662 BELGISCH STAATSBLAD 02.07.2008 MONITEUR BELGE

33662 BELGISCH STAATSBLAD 02.07.2008 MONITEUR BELGE 33662 BELGISCH STAATSBLAD 02.07.2008 MONITEUR BELGE MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2008 2191 [C 2008/31345] 19 JUNI 2008. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIË ROYAUME DE BELGIQUE FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL PERSONNEL ET ORGANISATION

KONINKRIJK BELGIË ROYAUME DE BELGIQUE FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL PERSONNEL ET ORGANISATION KONINKRIJK BELGIË FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE ROYAUME DE BELGIQUE SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL PERSONNEL ET ORGANISATION Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van

Nadere informatie

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 03.02.2006 Ed. 2 MONITEUR BELGE 6073 Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N Numéro tél. gratuit :

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N Numéro tél. gratuit : BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 18.12.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 18.12.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE 104265 Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er janvier 2015. Brussel, 10 december 2014. Bruxelles, le 10 décembre 2014. Maggie DE BLOCK

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 58246 BELGISCH STAATSBLAD 05.11.2008 MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2008 3940

Nadere informatie

Doc. TGR 2014-PL-90 Brussel, 5 februari 2014

Doc. TGR 2014-PL-90 Brussel, 5 februari 2014 RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE-EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instellling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 Tervurenlaan 211-1150 Brussel Dienst Geneeskundige Verzorging TECHNISCHE GENEESKUNDIGE

Nadere informatie