MOTORRIJTUIGENVERZEKERING: DE VIJFDE E.U. RICHTLIJN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MOTORRIJTUIGENVERZEKERING: DE VIJFDE E.U. RICHTLIJN"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar MOTORRIJTUIGENVERZEKERING: DE VIJFDE E.U. RICHTLIJN Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Filip Van Beirendonck Promotor: Prof. Dr. K. Bernauw Commissaris: Dhr. S. Vereecken

2 VOORWOORD Sinds de ontdekking van het gemotoriseerd vervoer, is er een gestage groei van de mobiliteit waar te nemen. In onze huidige maatschappij neemt ook de internationalisering hand over hand toe. Omdat landsgrenzen geen onoverkoombare barrière meer vormen, begeven ook meer en meer burgers zich naar het buitenland met hun voertuig. De keerzijde van de medaille is echter het stijgend aantal ongevallen met een internationaal element. Slachtoffers van dergelijke schadegevallen worden plots geconfronteerd met het feit dat de afwikkeling van deze ongevallen bijzonder complex kan zijn. Om hieraan te verhelpen en tegelijk de interne markt ook een stukje concreter te maken voor de burgers, zijn er in de Europese Unie reeds meerdere wetgevende initiatieven genomen. Ook de vijfde richtlijn moet in dit kader gesitueerd worden en vormt ongetwijfeld een stap voorwaarts. Mijn dank gaat in de eerste plaats uit naar mijn promotor, Prof. Dr. K. BERNAUW, die door het voorstellen van dit onderwerp deze ingewikkelde maar tevens maatschappelijke relevante materie onder mijn aandacht heeft gebracht. Het doorgronden van de regelgeving was een intellectuele uitdaging, waardoor ik meer inzicht heb kunnen verwerven. Verder wil ik mijn commissaris, Dhr. S. VEREECKEN, bedanken voor het interessante college over internationale verkeersongevallen in het kader van de grondige studie onrechtmatige daad omdat het mij zonder twijfel geholpen heeft mijn onderwerp te kaderen in een groter geheel. Tot slot richt ik een woord van dank aan de medewerkers van Assuralia, die mij enige gespecialiseerde, moeilijk te achterhalen informatie ter beschikking hebben gesteld. Pulderbos, 1 mei 2009 Filip Van Beirendonck 2

3 INHOUDSOPGAVE Voorwoord...2 Inhoudsopgave...3 Inleiding...8 Hoofdstuk I. Bescherming van verkeersslachtoffers bij schadegevallen in het buitenland...9 Afdeling I. Situering...9 Afdeling II. Toepassingsgebied Vierde richtlijn...13 A. Woonplaats slachtoffer...13 B. Plaats verkeersongeval...14 C. Veroorzaakt door een motorrijtuig gestald in een lidstaat...15 D. Veroorzaakt door een motorrijtuig verzekerd in een lidstaat...15 E. Schaderegelaar en schadevergoedingsorgaan: specifiek toepassingsgebied...16 F. Voorbeelden bij de toepassingsvoorwaarden Belgische wetgeving...18 Afdeling III. Innovaties met het oog op een snellere en efficiëntere schadeafwikkeling Rechtstreekse vordering tegen de WAM-verzekeraar...19 A. Vierde richtlijn...19 B. Belgische wetgeving Aanstelling van een schaderegelaar...22 A. Vierde richtlijn Voorwaarden waaraan de schaderegelaar moet voldoen Voorwaarden waaraan het schadegeval moet voldoen Taak en bevoegdheid schaderegelaar Geen verplichting voor het slachtoffer Ontbreken van een schaderegelaar...27 B. Belgische wetgeving Aanwijzing Bevoegdheid Nieuwe regels voor een snellere schadeafhandeling...30 A. Vierde richtlijn

4 1. Twee hypothesen Sancties...32 B. Belgische wetgeving Toepassingsgebied Belgische regeling Voorstel tot schadevergoeding en voorstel tot voorschot...35 a. Verzoek tot schadevergoeding...35 b. Voorstel tot schadevergoeding...36 c. Voorstel tot voorschot...36 d. Sanctionering...38 d.1. Algemeen...38 d.2. Geen voorstel...38 d.3. Niet tijdige betaling...40 d.4. Kennelijk ontoereikend voorstel Met redenen omkleed antwoord...41 a. Algemeen...41 b. Artikel 13 versus artikel 14 WAM-wet...42 c. Sanctionering Invordering van de sancties Toepassing in de praktijk Het informatiecentrum...44 A. Vierde richtlijn Doelstelling Keuzemogelijkheid: bijhouden van register of coördinerende rol Verlenen van bijstand...46 a. Gegevens met betrekking tot de verzekering...46 a.1 Voorbeeld...46 a.2 Samenwerkingsplicht...47 b. Gegevens met betrekking tot personen...47 B. Belgische wetgeving Algemeen De informatieopdracht van het Fonds: het BMIC...48 a. Gegevensverzameling

5 b. Samenwerking met buitenlandse informatiecentra...50 c. Informatieverstrekking...50 c.1 Informatiegerechtigden...50 c.2 Ontvankelijkheidsvoorwaarden...51 c.3 Te verkrijgen informatie...51 c.4 Identificatie van een schaderegelaar Het schadevergoedingsorgaan...53 A. Vierde richtlijn Nalatige verzekeraar of schaderegelaar...53 a. Twee hypothesen...53 a.1 Geen tijdig met redenen omkleed antwoord...53 a.2 Geen schaderegelaar aangesteld...54 b. Ontvankelijkheidsvoorwaarde...54 c. Termijn en modaliteiten van het optreden van het schadevergoedingsorgaan Niet-identificatie voertuig of verzekeraar Rechterlijke bevoegdheid en toepasselijk recht...57 B. Belgische wetgeving Art. 19bis-11, 1, 5,6 en 8 WAM-wet...58 a. Nalatige verzekeraar of schaderegelaar...59 b. Niet-verzekering of niet-identificatie van de verzekeraar Art. 19bis-11, 1, 7 WAM-wet: niet-geïdentificeerd voertuig...60 Hoofdstuk II. Verwezenlijkingen van de Vijfde Richtlijn...61 Afdeling I. Inleiding...61 Afdeling II. Wijzigingen aan de eerste richtlijn Grondgebied waar het voertuig gewoonlijk gestald is Voertuig met een tijdelijke kentekenplaat Valse of ongeldige kentekenplaat Voertuigen waarvoor geen registratie bestaat Controle op de verzekering van het voertuig Afwijking van de algemene verzekeringsplicht Sommige publiekrechtelijke of privaatrechtelijke personen

6 2. Bepaalde typen voertuigen Niet-Europese grondgebied van een lidstaat Niet weerhouden voorstel met betrekking tot aanhangwagens...71 Afdeling III. Wijzigingen aan de tweede richtlijn Herziening van de minimumbedragen van de dekking Materiële schade veroorzaakt door niet-geïdentificeerd voertuig Afschaffing vrijstelling bij niet-verzekerd voertuig Niet weerhouden voorstel: vergoeding van kosten en honoraria...76 Afdeling IV. Wijziging aan richtlijn 88/357/EEG...77 Afdeling V. Wijzigingen aan de derde richtlijn Inzittenden met kennis over dronken toestand bestuurder ook gedekt Vergoeding van voetgangers, fietsers en niet-gemotoriseerde weggebruikers Behoud van dekking bij tijdelijk verblijf in het buitenland Import van voertuigen Verklaring betreffende schadevorderingen Franchise niet tegenstelbaar aan slachtoffers Veralgemening van de rechtstreekse vordering Veralgemening schaderegelingsprocedure uit de vierde richtlijn Uitbreiding van de taak van het informatiecentrum...88 Afdeling VI. Wijzigingen aan de vierde richtlijn Rechtszaak in eigen land...89 A. Het zwakke punt van de vierde richtlijn...89 B. Brussel I Verordening: punt van discussie...90 C. Verduidelijking door de vijfde richtlijn...91 D. Rechtspraak van het Hof van Justitie...93 E. Toepasselijk recht Registers zonder groene kaartnummers of grensverzekeringspolis Centrale databank...97 Hoofdstuk III. Gevolgen in België...99 Afdeling I. Inleiding...99 Afdeling II. Wijzigingen aan de WAM-wet Tijdelijk verblijf in een andere lidstaat

7 2. Schadeattest voortaan steeds verkrijgbaar op verzoek Afwijking van de algemene verzekeringsplicht Niet-geïdentificeerd voertuig Afdeling III. Wijzigingen aan de Controlewet Import van voertuigen Bijkantoren Afdeling IV. Bijzonderheden Omvang van de dekking A. Historiek B. Wet 12 januari C. Schade aan de door een motorrijtuig vervoerde goederen Artikel 29bis WAM-wet in het buitenland Conclusie en toekomstperspectieven Bibliografie

8 INLEIDING 1. Het eerste hoofdstuk handelt over de bescherming van verkeersslachtoffers bij schadegevallen in het buitenland. De vierde richtlijn vormt hierbij het uitgangspunt aangezien zij een geheel nieuw beschermingssysteem introduceerde voor slachtoffers van dergelijke ongevallen. Telkens wordt ook ingegaan op de omzetting hiervan in België. De wet van 22 augustus 2002 speelt in dit verband een belangrijke rol. De nodige aandacht wordt geschonken aan het toepassingsgebied van zowel de richtlijn als de Belgische regeling omdat dit nodig is om de draagwijdte van de vernieuwingen van de vijfde richtlijn te kunnen begrijpen, ook wanneer geen omzetting in België vereist is. Meer algemeen legt dit eerste hoofdstuk de basis, die vereist is voor een goed begrip van het tweede hoofdstuk. Het laat namelijk toe de maatregelen van de vijfde richtlijn in de context te plaatsen, wat absoluut noodzakelijk is vermits de vijfde richtlijn onmogelijk als een op zichzelf staand geheel bekeken kan worden. Het tweede hoofdstuk behandelt de verwezenlijkingen van de vijfde richtlijn. Ze worden gerangschikt volgens de voorgaande richtlijnen waaraan wijzigingen aangebracht worden. Indien relevant wordt ook ingegaan op aspecten van het wetgevend proces op Europees niveau. Soms kan een maatregel immers best verklaard worden door aan te geven van welke standpunten hij het compromis vormt. Om de samenhang optimaal te bewaren wordt telkens ook meteen aangegeven of de maatregel een wijziging van de Belgische wetgeving impliceert en waarom. In het derde hoofdstuk wordt ingegaan op de wijzigingen die aangebracht werden ingevolge de omzetting van de vijfde richtlijn aan de WAM-wet enerzijds en aan de Controlewet anderzijds. Uiteraard moet hierbij het tweede hoofdstuk in het achterhoofd gehouden worden. Het laatste hoofdstuk wordt afgesloten met enkele specifieke topics. Tot slot volgt een conclusie en een blik op de toekomst. 8

9 HOOFDSTUK I. BESCHERMING VAN VERKEERSSLACHTOFFERS BIJ SCHADEGEVALLEN IN HET BUITENLAND Afdeling I. Situering 2. Vanuit het standpunt van het slachtoffer kan men de internationale verkeersongevallen indelen in twee grote categorieën. De eerste categorie bestaat uit de verkeersongevallen waarbij een persoon in het land waar hij zijn woonplaats heeft, het slachtoffer wordt van een ongeval veroorzaakt door een motorrijtuig met een buitenlandse kentekenplaat. Men spreekt in dit verband van de ongevallen type groenekaartstelsel. Deze ongevallen in het woonplaatsland van het slachtoffer worden afgewikkeld door tussenkomst van nationale centrale organisaties, meer bepaald de nationale bureaus 1. Het slachtoffer kan zich richten tot het regelend bureau in het ongevalsland. Dit bureau zal het schadegeval afhandelen met het slachtoffer volgens de eigen wetgeving. Het bureau wordt immers met een verzekeraar gelijkgesteld 2. Vervolgens zal het regelend bureau zich richten tot het betalend bureau uit het herkomstland van het aansprakelijke voertuig om terugbetaling te bekomen van de uitgekeerde schadevergoeding. Dit betalend bureau zal op haar beurt regres kunnen instellen ten aanzien van de dekking verlenende verzekeraar. Laatstgenoemde draagt dus de uiteindelijke schadelast. In de praktijk gebeurt de schadeafwikkeling vaak door tussenkomst van correspondenten. Zij zullen de schade afhandelen voor rekening van een buitenlands verzekeraar, maar steeds in naam van het Belgisch Bureau 3. Deze correspondenten komen echter nergens voor in de WAM. Het juridisch kader voor dit systeem wordt gevormd door de eerste 4 richtlijn motorrijtuigenverzekering, zoals gewijzigd door de tweede 5 en de derde 6 richtlijn 1 Voor een uitgebreide literatuur- en bronvermelding kan verwezen worden naar M. FONTAINE, Verzekeringsrecht, Brussel, Larcier, 1999, 413, vn Art. 2, 2, tweede lid wet 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen, BS 8 december 1989, J. MUYLDERMANS, noot onder Pol. Mechelen 16 maart 2007, VAV 2008, Richtlijn 72/166/EEG van de Raad van 24 april 1972 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid, P.B. L 103/1 van 2 mei Tweede Richtlijn 84/5/EEG van de Raad van 30 december 1983 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven, P.B. L 8/17 van 11 januari

10 motorrijtuigenverzekering 7. De tweede categorie internationale verkeersongevallen bestaat uit de ongevallen veroorzaakt door motorrijtuigen waarvan het slachtoffer tijdelijk verbleef in een andere lidstaat dan deze van zijn woonplaats. Vanuit het oogpunt van het slachtoffer gaat het dus om ongevallen die zich voordoen buiten het land van zijn woonplaats. Een specifieke regeling voor de afwikkeling van deze ongevallen werd ingevoerd door de vierde 8 richtlijn motorrijtuigenverzekering, zoals omgezet in België bij wet van 22 augustus Vóór de totstandkoming van de vierde richtlijn bevond het slachtoffer van een ongeval in het buitenland zich in een zeer ongunstige positie 10. Dit was vooral het gevolg van het feit dat het slachtoffer om schadevergoeding te bekomen in beginsel in het buitenland moest gaan procederen. Zo was bijvoorbeeld een Belgisch slachtoffer van een verkeersongeval in Frankrijk, dat veroorzaakt werd door een Spaans voertuig, genoodzaakt de vordering tot schadeloosstelling tegen de Spaanse verzekeraar te brengen voor de Spaanse 11 of Franse 12 rechtbank. Onder bepaalde omstandigheden kon men zich ook richten tot het nationaal bureau gevestigd in het land waar het ongeval zich had voorgedaan. In dit geval bestond de mogelijkheid om zich desgevallend te wenden tot een correspondent (of schaderegelingskantoor). Die trad dan op voor rekening van de buitenlandse verzekeraar 6 Derde Richtlijn 90/232/EEG van de Raad van 14 mei 1990 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven, P.B. L 129/33 van 19 mei Naast de harmonisatierichtlijnen dient ook melding gemaakt te worden van de multilaterale garantieovereenkomst van 15 maart 1991 en de Convention-type inter-bureaux van 19 en 20 oktober Met ingang van 1 juli 2003 werden deze echter vervangen door de Overeenkomst tussen de bureaus van nationale verzekeraars van de lidstaten van de EER en andere geassocieerde staten, zoals bekrachtigd bij beschikking 2003/564/EG van de Commissie van 28 juli 2003 betreffende de toepassing van Richtlijn 72/166/EEG van de Raad wat betreft de controle op de verzekering tegen de aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven, P.B. L 192/23 van 31 juli Richtlijn 2000/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 mei 2000 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en houdende wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG en 88/357/EEG van de Raad (Vierde richtlijn motorrijtuigenverzekering), P.B. L 181/65 van 20 juli Wet 22 augustus 2002 houdende diverse bepalingen betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, BS 17/09/2002 (ed. 1), S. VEREECKEN, Gewijzigde wetgeving motorrijtuigenverzekering, NJW 2004, (1370) Art. 2 Verdrag van Brussel van 27 december 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van de beslissingen in burgerlijke zaken en handelszaken, BS 31 maart 1971, Het betreft hier immers de periode vóór de totstandkoming van Verordening (EG) nr. 44/ Art. 5.3 Verdrag van Brussel van 27 december 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van de beslissingen in burgerlijke zaken en handelszaken, BS 31 maart 1971,

11 maar in naam van het nationaal bureau van het ongevalsland. Soms was een regeling via het bureau niet mogelijk omdat de voorwaarden hiertoe niet vervuld waren, bijvoorbeeld omdat het betrokken motorrijtuig geregistreerd was in het land waar het ongeval was voorgevallen. In dat geval kon het slachtoffer zich enkel rechtstreeks wenden tot de aansprakelijke dader of tot de WAM-verzekeraar van het betrokken motorrijtuig. Laatste mogelijkheid bestond uiteraard enkel voor zover een rechtstreekse vordering mogelijk was. Indien het betrokken motorrijtuig verzekerd was door de buitenlandse verzekeraar in het kader van de vrije dienstverlening 13, dan kon het slachtoffer zich wenden tot het beheerskantoor van deze buitenlandse verzekeraar 14, voor zover de toepassingsvoorwaarden hiervoor vervuld waren. 4. Het is duidelijk dat in deze omstandigheden de weg voor het slachtoffer tot het bekomen van schadevergoeding vaak lang en moeilijk was. Men kan hierbij vooreerst denken aan problemen bij het identificeren van de veroorzaker van het ongeluk en diens verzekeraar. Verder kunnen de contacten met de buitenlandse verzekeraar in een andere taal en vaak volgens andere gebruiken en gewoonten leiden tot communicatiestoornissen. Vaak was het slachtoffer genoodzaakt een buitenlandse advocaat te raadplegen teneinde deze problemen te vermijden. Bovendien verliepen de gerechtelijke procedures, die meestal in het land van het ongeval plaatsvonden, vaak traag. Aangezien ze gesteund waren op voor het slachtoffer vreemde procedureregels en schadeafwikkelingspraktijken werden ze als ingewikkeld ervaren 15. Volgens het Duitse Europarlementslid WILLY ROTHLEY, de geestelijke vader van de vierde richtlijn, konden gerechtelijke procedures in het buitenland tot acht jaar aanslepen en waren ze bovendien ongeveer vijftien procent duurder dan die in 13 Art. 12bis, 4, tweede en derde lid Tweede Richtlijn 88/357/EEG van de Raad van 22 juni 1988 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, tot vaststelling van bepalingen ter bevordering van de daadwerkelijke uitoefening van het vrij verrichten van diensten en houdende wijziging van Richtlijn 73/239/EEG, P.B. L 172/1 van 4 juli 1988, zoals gewijzigd door art. 6 van Richtlijn 90/618/EEG van de Raad van 8 november 1990 tot wijziging, met name wat de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen betreft, van Richtlijn 73/239/EEG en Richtlijn 88/357/EEG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, P.B. L 330/44 van 29 november Art. 68 wet 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, BS 29/07/1975, Nr. 3.1 Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van wetgevingen van de lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelnemen aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en houdende wijziging van Richtlijnen 73/239/EEG en 92/49/EEG, P.B. C 157/6 van 25 mei

12 eigen land 16. Hieruit blijkt dat de confrontatie met een andere rechtscultuur niet evident was. Met de invoering van de vierde richtlijn 17 heeft Europa gepoogd een oplossing te bieden voor een aantal van deze problemen. Zo werd meteen ook verholpen aan de ongelijkheid tussen slachtoffers van de verschillende internationale verkeersongevallen. Zij die betrokken geraakten bij een ongeval in het land van de woonplaats konden immers genieten van het systeem van de nationale bureaus terwijl voor slachtoffers van ongevallen in het buitenland geen gelijkaardige bescherming bestond. In de overwegingen bij de vierde richtlijn wordt dit als volgt verwoord: (5) Het stelsel van de bureaus voor de afgifte van de groene kaart maakt een probleemloze schadeafwikkeling in het land van woonplaats van de benadeelde mogelijk, ook wanneer de andere partij uit een ander Europees land afkomstig is. (6) Het stelsel van de bureaus voor afgifte van de groene kaart biedt geen oplossing voor alle problemen die een benadeelde ondervindt wanneer hij schadevergoeding vraagt in een ander land aan een aldaar woonachtige partij en een verzekeringsonderneming die aldaar vergunning heeft verkregen (een vreemde rechtsorde, een andere taal, andere schaderegelingspraktijken en dikwijls onredelijk lange afwikkeling). (8) De bij Richtlijnen 72/166/EEG, 84/5/EEG en 90/232/EEG ingevoerde regeling moet worden aangevuld opdat personen die ten gevolgde van ongevallen met motorrijtuigen materiële schade of lichamelijk letsel hebben geleden, ongeacht de plaats in de Gemeenschap waar het ongeval zich heeft voorgedaan, een vergelijkbare behandeling wordt verzekerd 18. Er dient wel opgemerkt te worden dat de door de vierde richtlijn ingestelde bescherming op een andere wijze werd georganiseerd. De regeling voor bescherming van slachtoffers in het land van de woonplaats van het slachtoffer laat ze onverlet. 16 H. VAN DONINCK, Verkeersongeval in het buitenland Richtlijn-Rothley verbetert lot van slachtoffers, Verz.W. 2000, afl. 517, J. MUYLDERMANS, De vierde richtlijn motorrijtuigen, TAVW 2000, ; A. PIRE, La quatrième directive sur l assurance automobile, Bull.ass. 2001, 7-38; C. VAN SCHOUBROECK, Vierde richtlijn: krachtlijnen en omzetting naar Belgisch recht in C. VAN SCHOUBROECK (ed.), BA-Autoverzekering: van Vierde Europese richtlijn tot Belgische strijd tegen niet-verzekering, Antwerpen, Maklu, 2004, ; S. VEREECKEN, Gewijzigde wetgeving motorrijtuigenverzekering, NJW 2004, Overwegingen 5, 6 en 8 Vierde Richtlijn Motorrijtuigenverzekering. 12

13 5. In dit eerste hoofdstuk wordt het toepassingsgebied van de regeling voor verkeersongevallen in het buitenland eerst behandeld (Afdeling II). Vervolgens kolmen de vijf maatregelen van de vierde richtlijn aan bod (Afdeling III). Het gaat om (1) de veralgemening van de rechtstreekse vordering tegen de WAM-verzekeraar, (2) de verplichting een schaderegelaar aan te stellen in elke lidstaat met uitzondering van die waar de verzekeraar zijn vergunning heeft bekomen, (3) het informatiecentrum, (4) de nieuwe regels voor een snellere schadeafhandeling en (5) het schadevergoedingsorgaan. Bij elk aspect komt eerst de vierde richtlijn aan bod en vervolgens de omzetting ervan in België. Afdeling II. Toepassingsgebied 1. Vierde richtlijn 6. Vooreerst wil ik er de aandacht op vestigen dat een goed begrip van het toepassingsgebied van de vierde richtlijn belangrijk is in verband met de verwezenlijkingen van de vijfde 19 richtlijn. Hierdoor werden immers bepaalde maatregelen 20 van de vierde richtlijn uitgebreid naar oorspronkelijk niet beoogde situaties. De regeling ingesteld door de vierde richtlijn heeft een welomlijnd toepassingsgebied 21 zowel ratione loci als ratione materiae. Dit impliceert dat niet alle slachtoffers van ongevallen met een grensoverschrijdend aspect kunnen genieten van de geboden bescherming. Er moet voldaan worden aan de vier volgende cumulatieve voorwaarden. A. Woonplaats slachtoffer 7. Benadeelden 22 die aanspraak willen maken op vergoeding voor hun materiële en lichamelijke schade moeten hun woonplaats hebben in een lidstaat 23. Aangezien de term 19 Richtlijn 2005/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 houdende wijziging van de Richtlijnen 72/166/EEG, 84/5/EEG, 88/357/EEG en 90/232/EEG van de Raad en Richtlijn 2000/26/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven, P.B. L 149/14 van 11 juni Bijvoorbeeld de rechtstreekse vordering. Infra nr Art. 1 en 2 Vierde Richtlijn Motorrijtuigenverzekering; F.J. BLEES en H.J.J. KEMPER, De Vierde WAM-richtlijn (II), Het Verzekerings-Archief 2000, afl. 1/2, (12) Art. 2, d) Vierde Richtlijn Motorrijtuigenverzekering, met verwijzing naar art. 1, 2. Eerste Richtlijn Motorrijtuigenverzekering. Dit bepaalt dat het gaat om zij die recht hebben op vergoeding van door voertuigen veroorzaakte schade. 13

14 woonplaats niet gedefinieerd werd, bestaat er onduidelijkheid over de juiste interpretatie van dit begrip. De Franstalige versie spreekt over résidence wat erop wijst dat het niet om de domicilie gaat maar eerder om de verblijfplaats. Ook het gebruik van het begrip woonachtig in de voorbereidende werken is een indicatie in die zin. Deze interpretatie sluit bovendien aan bij de bedoeling van de vierde richtlijn om het slachtoffer een aanspreekpunt te geven in zijn vertrouwde omgeving bij minnelijke afwikkeling van het schadegeval. Er kan dus besloten worden dat het begrip woonplaats moet begrepen worden als de feitelijke plaats waar de benadeelde zijn belangen centraliseert. De richtlijn bepaalt niet of de woonplaats op het ogenblik van het ongeval wordt bedoeld dan wel die op het ogenblik van het verzoek tot schadevergoeding. Met MUYLDERMANS 24 kan besloten worden dat een omzetting van de richtlijn waarbij de woonplaats wordt beoogd op het moment van het ongeval, niet strijdig kan zijn met de richtlijn. Een eenvoudig voorbeeld kan deze eerste voorwaarde illustreren. De Amerikaan die in de Verenigde Staten woont kan geen beroep doen op de richtlijn. Hetzelfde geldt voor de Belg die in de Verenigde Staten woont. Een Amerikaan woonachtig in België voldoet daarentegen wel aan deze eerste toepassingsvoorwaarde 25. B. Plaats verkeersongeval 8. Ten tweede moet het verkeersongeval ratione loci plaatsvinden op het grondgebied van een lidstaat of op het grondgebied van een derde land waarvan het nationale bureau van verzekeraars is aangesloten bij het groenekaartsysteem en voor zover dit land een ander land is dan dat waar de benadeelde woonplaats heeft. Een Italiaan die in België woont en een ongeval heeft in Italië of in Kroatië voldoet dus aan deze voorwaarde. De uitbreiding tot de landen van het groenekaartsysteem is het resultaat van een compromis tussen enerzijds het Europees Parlement dat het territoriaal toepassingsgebied van de richtlijn niet wou beperken en anderzijds de Commissie die vond dat de richtlijn enkel 23 De richtlijn geldt thans ook voor de lidstaten van de EER. Besluiten van het Gemengd Comité van de EER waarvoor aan de in art. 103 van de EER overeenkomst bedoelde grondwettelijke eisen is voldaan, P.B. C 81/21 van 4 april J. MUYLDERMANS, De vierde richtlijn motorrijtuigen, TAVW 2000, (259) C. VAN SCHOUBROECK, Vierde richtlijn: krachtlijnen en omzetting naar Belgisch recht in C. VAN SCHOUBROECK (ed.), BA-Autoverzekering: van Vierde Europese richtlijn tot Belgische strijd tegen niet-verzekering, Antwerpen, Maklu, 2004, (188)

15 toegepast moest worden voor lidstaten. In dit verband werd wel bepaald 26 dat de toepassing van de vierde richtlijn op ongevallen die zich voordoen in derde landen die onder het groenekaartsysteem vallen geen uitbreiding inhoudt van de verplichte territoriale dekking van de motorrijtuigenverzekering zoals bedoeld in de eerste richtlijn 27. De uitbreiding is in de praktijk vooral belangrijk voor Zwitserland omdat dit land jaarlijks zeventig miljoen voertuigen uit de Europese Unie ontvangt 28. C. Veroorzaakt door een motorrijtuig gestald in een lidstaat 9. Een derde voorwaarde bestaat erin dat het ongeval veroorzaakt moet zijn door deelneming aan het verkeer van een voertuig dat gewoonlijk gestald is in een lidstaat. Voor het begrip voertuig wordt er verwezen naar de eerste richtlijn 29. Het gaat om alle rijof voertuigen die bestemd zijn om zich anders dan langs spoorstaven over de grond te bewegen en die door een mechanische kracht kunnen worden gedreven, alsmede al dan niet aan rij- of voertuigen gekoppelde aanhangwagens en opleggers. In verband met de notie gewoonlijk gestald in een lidstaat wordt eveneens verwezen naar de eerste richtlijn. In beginsel dient gekeken te worden naar de kentekenplaat die het voertuig draagt 30. D. Veroorzaakt door een motorrijtuig verzekerd in een lidstaat 10. Ten slotte moet het motorrijtuig dat het ongeval heeft veroorzaakt verzekerd zijn in een lidstaat. Het begrip verzekerd in een lidstaat wordt niet uitdrukkelijk gedefinieerd. Het kan echter worden gelezen als verzekerd door een verzekeringsonderneming die een officiële vergunning heeft gekregen overeenkomstig de Europese richtlijnen schadeverzekering 31. Het is dus zeker niet zo dat de richtlijn alleen betrekking heeft op slachtoffers van ongevallen in een bezocht land, veroorzaakt door voertuigen die in het ongevalsland zelf zijn verzekerd. 26 Overweging 9 Vierde Richtlijn Motorrijtuigenverzekering. 27 Art. 3, tweede lid Eerste Richtlijn Motorrijtuigenverzekering. 28 A. PIRE, La quatrième directive sur l assurance automobile, Bull.ass. 2001, (7) Art. 1.1 Eerste Richtlijn Motorrijtuigenverzekering. 30 Art. 2, e) Vierde Richtlijn Motorrijtuigenverzekering verwijst naar art. 1, vierde lid Eerste Richtlijn Motorrijtuigenverzekering. Dit laatste artikel werd gewijzigd door de Vijfde Richtlijn Motorrijtuigenverzekering. Infra nr Dit kan worden afgeleid uit art. 2, a) Vierde Richtlijn Motorrijtuigenverzekering. 15

16 De regeling is dus niet enkel van toepassing wanneer een Spanjaard met woonplaats in België in Kroatië het slachtoffer wordt van een ongeval veroorzaakt door een voertuig dat in Frankrijk is gestald en verzekerd door een Franse verzekeraar, maar ook wanneer er in dezelfde hypothese sprake is van een Duitse verzekeraar in plaats van een Franse. 11. Op deze voorwaarde bestaat een beperkte uitzondering voor de bijzondere regeling van vergoeding wanneer een ongeval veroorzaakt werd door een niet-geïdentificeerd voertuig of de verzekeraar niet is geïdentificeerd. Voor deze gevallen wordt het schadeveroorzakend voertuig wel geacht gestald te zijn in een lidstaat, hoewel het eigenlijk gestald is in een derde land, indien het voorzien is van een groene kaart of een grensverzekering waaruit een verzekering blijkt voor het gehele grondgebied van de Europese Economische Ruimte. Er is dan immers een bureau dat zich garant stelt 32. Een Belg met woonplaats in Nederland, die in België slachtoffer wordt van een ongeval veroorzaakt door een niet-verzekerd Zwitsers voertuig zal dus in Nederland het schadevergoedingsorgaan 33 kunnen aanspreken 34. E. Schaderegelaar en schadevergoedingsorgaan: specifiek toepassingsgebied 12. De bepalingen van de vierde richtlijn die betrekking hebben op de schaderegelaar 35 en het schadevergoedingsorgaan 36 zijn slechts van toepassing op ongevallen die veroorzaakt zijn door een voertuig dat verzekerd is via een vestiging 37 in een andere lidstaat dan die van 32 Art. 1.3 Vierde Richtlijn Motorrijtuigenverzekering, met verwijzing naar de art. 6 en 7 Eerste Richtlijn Motorrijtuigenverzekering. 33 Infra nr. 83 e.v. 34 J. MUYLDERMANS, De vierde richtlijn motorrijtuigen, TAVW 2000, (259) Infra nr. 20 e.v. 36 Art. 6 Vierde Richtlijn Motorrijtuigenverzekering. Infra nr. 83 e.v. 37 Met vestiging wordt bedoeld: hoofdkantoor, agentschap of bijkantoor van een onderneming, waarbij met een agentschap of bijkantoor wordt gelijkgesteld, elke duurzame aanwezigheid van een onderneming op het grondgebied van een lidstaat, ook indien die aanwezigheid niet de vorm heeft van een bijkantoor of een agentschap, maar enkel bestaat uit een bureau, beheerd door eigen personeel van de onderneming of door een zelfstandig persoon die echter gemachtigd is duurzaam voor die onderneming op te treden zoals een agentschap zou doen. Art. 2, b) Vierde Richtlijn Motorrijtuigenverzekering met verwijzing naar art. 2, c) juncto art. 3 Richtlijn 88/357/EEG. 16

17 de woonplaats van benadeelde en 38 gewoonlijk gestald is in een andere lidstaat dan die van de woonplaats van de benadeelde 39. Dit betekent in concreto dat een Spanjaard met woonplaats in België die in Kroatië het slachtoffer wordt van een ongeval veroorzaakt door een Belgisch voertuig dat verzekerd is door een Belgische verzekeraar geen beroep kan doen op de specifieke regeling van de vierde richtlijn voor wat betreft de aspecten schaderegelaar en schadevergoedingsorgaan. F. Voorbeelden bij de toepassingsvoorwaarden 13. De regeling van de vierde richtlijn is van toepassing op een ongeval in Frankrijk met een slachtoffer dat in België woont en veroorzaakt wordt door een motorrijtuig met Spaanse kentekenplaat verzekerd in Spanje. Hetzelfde geldt voor het ongeval in Frankrijk waarbij het slachtoffer in Spanje woont en het ongeluk veroorzaakt werd door een Belgisch voertuig verzekerd door een Belgische verzekeraar. In deze gevallen kan het slachtoffer tevens beroep doen op het groenekaartsysteem. Het slachtoffer dat woont in Frankrijk maar te maken krijgt met een ongeval in België, veroorzaakt door een voertuig met een Belgische kentekenplaat en verzekerd bij een Belgische verzekeraar of verzekerd door het bijkantoor in België van een Franse verzekeraar, geniet ook van de bescherming van de vierde richtlijn. In dit geval kan er echter geen toepassing gemaakt worden van het groenekaartsysteem. Het slachtoffer, dat in België woont, maar betrokken is bij een ongeval in Frankrijk dat veroorzaakt werd door een Belgisch voertuig verzekerd bij een Belgische verzekeraar, kan eveneens een beroep doen op de bescherming van de vierde richtlijn, doch niet op de bepalingen met betrekking tot de schaderegelaar en het schadevergoedingsorgaan 40. Uiteraard kunnen de ongevalsituaties in de praktijk complexer zijn Het gaat om cumulatieve voorwaarden. Dit blijkt uit de formulering van art. 1.2 Vierde Richtlijn Motorrijtuigenverzekering. 39 S. VEREECKEN, Gewijzigde wetgeving motorrijtuigenverzekering, NJW 2004, (1370) Supra nr C. VAN SCHOUBROECK, Vierde richtlijn: krachtlijnen en omzetting naar Belgisch recht in C. VAN SCHOUBROECK (ed.), BA-Autoverzekering: van Vierde Europese richtlijn tot Belgische strijd tegen niet-verzekering, Antwerpen, Maklu, 2004, (188)

18 2. Belgische wetgeving 14. De Belgische wetgever heeft bij de omzetting van de vierde richtlijn het toepassingsgebied van de nieuwe regeling ruimer omschreven. De WAM-wet vereist nergens uitdrukkelijk dat het slachtoffer woonplaats moet hebben in een lidstaat opdat de nieuwe regeling van toepassing zou zijn 42. Het door de vierde richtlijn ingevoerde systeem van buitengerechtelijke schaderegeling geldt bovendien voor alle ongevallen op het Belgisch grondgebied. De nieuwe regeling vindt dus niet enkel toepassing bij de afwikkeling van buitenlandse ongevallen zoals omschreven door de vierde richtlijn, maar ook wanneer het gaat om louter Belgische ongevallen 43. Verder werd besloten aan de werking van het schadevergoedingsorgaan eveneens een ruimer toepassingsgebied te geven dan voorzien in de richtlijn. Dit orgaan zal ook optreden voor in België gebeurde ongevallen waarbij in België woonachtige slachtoffers en krachtens de Belgische Controlewet 44 erkende verzekeraars betrokken zijn 45. Op die manier wou de Belgische wetgever vermijden dat het Arbitragehof een schending van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel zou vaststellen. De Belgische regeling is evenmin beperkt tot ongevallen veroorzaakt door motorrijtuigen die niet aan spoorstaven zijn gebonden. De WAM-wet bepaalt uitdrukkelijk 46 dat het versnelde vergoedingsregime eveneens geldt wanneer de schade moet vergoed worden bij toepassing van artikel 29bis WAM-wet. Dit artikel geldt ook voor ongevallen waarbij een tram of trein betrokken is. 42 Bv. art. 12, 1 WAM-wet betreffende de bevoegdheid van de schaderegelaar; art. 19bis-8, 1 WAM-wet betreffende de informatiegerechtigde. 43 Memorie van toelichting bij het wetsontwerp houdende diverse bepalingen betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, Parl.St. Kamer , nr. 1716/001, Wet 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, BS 29 juli 1975, Memorie van toelichting bij het wetsontwerp houdende diverse bepalingen betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, Parl.St. Kamer , nr. 1716/001, Art. 13 WAM-wet. 18

19 Afdeling III. Innovaties met het oog op een snellere en efficiëntere schadeafwikkeling 1. Rechtstreekse vordering tegen de WAM-verzekeraar A. Vierde richtlijn 15. Iedere lidstaat moet ervoor zorgen dat het slachtoffer van een ongeval in het buitenland een rechtstreekse vordering kan instellen tegen de verzekeringsonderneming van de wettelijk aansprakelijke partij 47. De invoering van de rechtstreekse vordering in de wetgeving van alle lidstaten werd gezien als een essentiële stap voorwaarts ter verbetering van de situatie van de slachtoffers. Merk echter op dat de rechtstreekse vordering door de vierde richtlijn nog niet opgelegd werd als een universele verplichting voor alle aansprakelijkheidsvorderingen 48. Enkel slachtoffers van een ongeval buiten het land van hun woonplaats moesten kunnen beschikken over een rechtstreekse vordering. Een veralgemening tot alle verkeersongevallen kwam er pas met de vijfde richtlijn 49. Het grote voordeel van deze harmonisatie is dat men voortaan elke discussie vermijdt over welke verwijzingsregel moet worden toegepast om uit te maken welk nationaal recht van toepassing is op de vraag naar het bestaan van een rechtstreekse vordering tegen de WAMverzekeraar. Het internationaal privaatrecht geeft op dit punt immers geen eenduidig antwoord. Er bestaan hieromtrent drie stellingen: lex loci delicti, de lex contractus of het recht tot bepaling van de aansprakelijkheid 50. Het Verdrag van Den Haag voorziet in een alternatieve aanknoping (cascadesysteem) die ertoe strekt het slachtoffer in elk geval een rechtstreekse vordering toe te kennen, zelfs indien die in het recht van toepassing op de aansprakelijkheid niet zou bestaan De vierde richtlijn gaat niet in op de vraag of verweermiddelen uit de onderliggende verzekeringsovereenkomst kunnen ingeroepen worden tegen de benadeelde. Bij gebreke aan Europese regeling, moet het antwoord gezocht worden op grond van het nationaal recht van toepassing op het regime van de rechtstreekse vordering. Onder Belgisch recht kunnen 47 Art. 3 Vierde Richtlijn Motorrijtuigenverzekering. 48 A. PIRE, La quatrième directive sur l assurance automobile, Bull.ass. 2001, (7) Infra nr Art. 9 Verdrag van Den Haag inzake de wet welke van toepassing is op verkeersongevallen op de weg van 4 mei 1971, BS 7 mei 1975, B. DUBUISSON, L assurance automobile obligatoire et le droit international privé, RGAR 2000, nr , 4 v. 19

20 bij toepassing artikel 87 van de Wet Landverzekeringsovereenkomst 52 de excepties, vrijstellingen, de nietigheid en het verval van recht voortvloeiend uit de wet of de overeenkomst niet aan de benadeelde worden tegengeworpen wanneer het gaat om een verplichte verzekering zoals de WAM-verzekering. Aangezien het evenwel niet vanzelfsprekend is dat in iedere nationale wetgeving een dergelijke bepaling bestaat, is de vraag naar het toepasselijke nationale recht niet onbelangrijk. In het internationaal privaatrecht is er op dit punt echter geen eensgezindheid over de aan te wenden aanknopingsfactor. Voor wat betreft het Verdrag van Den Haag is men het er in het algemeen over eens dat de toepasselijke nationale wet niet alleen de vraag naar het bestaan van de rechtstreekse vordering bepaalt. Men meent dat die wet ook beslissend is aangaande de voorwaarden waaronder dit recht kan worden uitgeoefend. Diezelfde wet bepaalt of en in hoeverre de verweermiddelen waarop de verzekeraar zich op basis van de verzekeringsovereenkomst zou kunnen beroepen tegenwerpelijk zijn aan de benadeelde 53. Een klein aspect van deze problematiek wordt geharmoniseerd door de vijfde richtlijn, die uitdrukkelijk bepaalt dat de vrijstelling niet tegenover slachtoffers kan worden ingeroepen In de praktijk had de nieuwe regel van de vierde richtlijn met betrekking tot de rechtstreekse vordering enkel een impact voor Ierland en het Verenigd Koninkrijk omdat zij deze techniek voorheen niet kenden 55. In de praktijk betekent dit dat wanneer een benadeelde met woonplaats in België een ongeval heeft in Wales veroorzaakt door een Engels voertuig, hij een rechtstreekse vordering kan uitoefenen voor de rechter in het Verenigd Koninkrijk 56. Ook een Brit met woonplaats in Engeland die in Nederland een ongeval heeft met een Engels voertuig zal tegen de Engelse verzekeraar een rechtstreekse vordering hebben die hij in Engeland kan uitoefenen 57. Voor de uitoefening van de rechtstreekse vordering wordt immers niet als voorwaarde gesteld dat het voertuig van de 52 Art. 87 wet 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, BS 20 augustus 1992, H. COUSY en C. VAN SCHOUBROECK, De actualiteit van de rechtstreekse vordering in het verzekeringsrecht, in L. SIMONT (ed.), Liber Amicorum Lucien Simont, Brussel, Bruylant, 2002, (563) 575; M. TRAEST, Het internationaal privaatrecht betreffende verkeersongevallen op de weg, VAV 2008, (478) Art. 4.4 Vijfde Richtlijn Motorrijtuigenverzekering. Infra nr In het Verenigd Koninkrijk had de Third Parties Rights against Insurers Act 1930 tot gevolg dat enkel in geval van insolventie van de aansprakelijke-verzekerde, diens rechten ten aanzien van de verzekeraar werden overgedragen op de benadeelde. M. CLARCKE, The law of Insurance contracts, Londen, LLP Limited, 1997, J. BOGAERT, De 4 e Europese richtlijn en de Wet van 22 augustus 2002 in J. BOGAERT, P. GRAULUS, G. HULLEBROECK en J. SURMONT, Handboek letselschade gemeen recht, Mechelen, Kluwer, losbl., (105) J. MUYLDERMANS, De vierde richtlijn motorrijtuigen, TAVW 2000, (259)

Wat kan men meer bepaald voor aanhangwagens afleiden uit die definitie?

Wat kan men meer bepaald voor aanhangwagens afleiden uit die definitie? DE PROBLEMATIEK VAN DE AANHANGWAGENS De eerste Europese richtlijn betreffende verplichte verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid voor motorrijtuigen 1 bepaalt dat alle Lidstaten de nodige maatregelen

Nadere informatie

Richtlijn 72/166/EEG. Artikel 1. In de zin van deze richtlijn moet worden verstaan onder:

Richtlijn 72/166/EEG. Artikel 1. In de zin van deze richtlijn moet worden verstaan onder: GECOÖRDINEERDE TEKST VAN DE EUROPESE RICHTLIJNEN BETREFFENDE DE VERZEKERING TEGEN DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID DIE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN MOTORVOERTUIGEN Belangrijke opmerkingen: onderstaande

Nadere informatie

inzake Bescherming van verkeersslachtoffers in het internationaal privaatrecht

inzake Bescherming van verkeersslachtoffers in het internationaal privaatrecht Memo Kennedy Van der Laan van Ester Nederlof inzake Bescherming van verkeersslachtoffers in het internationaal privaatrecht datum 5 november 2012 referentie 15123/ENE/tso/ 1063887/0.1 JE RECHT HALEN IS

Nadere informatie

Richtlijn 2005/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 houdende wijziging van de Richtlijnen 72/166/EEG, 84/5/EEG, 88/357/EEG en

Richtlijn 2005/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 houdende wijziging van de Richtlijnen 72/166/EEG, 84/5/EEG, 88/357/EEG en Richtlijn 2005/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 houdende wijziging van de Richtlijnen 72/166/EEG, 84/5/EEG, 88/357/EEG en 90/232/EEG van de Raad en Richtlijn 2000/26/EG van het

Nadere informatie

RICHTLIJNEN. (gecodificeerde versie) (Voor de EER relevante tekst) (2) De verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid

RICHTLIJNEN. (gecodificeerde versie) (Voor de EER relevante tekst) (2) De verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid 7.10.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 263/11 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2009/103/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 september 2009 betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Luxemburg, 26 april 2004 (OR. en) 16182/2/03 REV 2. Interinstitutioneel dossier: 2002/0124 (COD) SURE 29 CODEC 1841 OC 869

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Luxemburg, 26 april 2004 (OR. en) 16182/2/03 REV 2. Interinstitutioneel dossier: 2002/0124 (COD) SURE 29 CODEC 1841 OC 869 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Luxemburg, 26 april 2004 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2002/0124 (COD) 16182/2/03 REV 2 SURE 29 CODEC 1841 OC 869 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 636 Wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 ter implementatie van de vierde

Nadere informatie

VIJFDE RICHTLIJN : NIEUWE EUROPESE REGELS OVER AUTOVERZEKERINGEN

VIJFDE RICHTLIJN : NIEUWE EUROPESE REGELS OVER AUTOVERZEKERINGEN ssur I VIJFDE RICHTLIJN : NIEUWE EUROPESE REGELS OVER AUTOVERZEKERINGEN Inleiding : een aanpassing van de vier vorige richtlijnen II Eerste richtlijn (72/166/EEG): - Nieuwe definities (met geconsolideerde

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 275 Wet van 3 juli 2003 tot wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 ter

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie juridische zaken en interne markt VOORLOPIGE VERSIE 2002/0124(COD) 22 maart 2004 ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het gemeenschappelijk

Nadere informatie

VIERDE RICHTLIJN AUTO: VERGOEDINGSTERMIJNEN VANAF 19 JANUARI

VIERDE RICHTLIJN AUTO: VERGOEDINGSTERMIJNEN VANAF 19 JANUARI DEC 2002 IERDE RICHTLIJN AUTO: ERGOEDINGSTERMIJNEN ANAF 19 JANUARI TIJDSLIJN OOR DE ERGOEDINGSTERMIJNEN 1. REGELING BINNEN DE OPGELEGDE TERMIJNEN............................... III 1.1. Antwoord op het

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 APRIL 2018 C.17.0578.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0578.N 1. BALOISE BELGIUM nv, met zetel te 2600 Antwerpen (Berchem), Posthofbrug 16, 2. AG INSURANCE nv, met zetel te 1000 Brussel,

Nadere informatie

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 244) 1,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 244) 1, P5_TA(2003)0446 WA-verzekering motorrijtuigen ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van de Richtlijnen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0200.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0200.F FORTIS INSURANCE BELGIUM, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. D. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 SEPTEMBER 2013 C.12.0329.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0329.F BELGISCH BUREAU VAN DE AUTOVERZEKERAARS vzw, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. E. D. 2. BELGISCHE

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 07.06.2002 COM(2002) 244 definitief 2002/0124 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende wijziging van de Richtlijnen

Nadere informatie

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014 De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369

Nadere informatie

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker Dit artikel zal ingaan op de meest prangende vraagstukken over die vergoedingsregeling, namelijk wie heeft recht op vergoeding? Welke zijn de voorwaarden voor de

Nadere informatie

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling Hoofdstuk 5 RECHTSBIJSTAND Voorafgaandelijke bepaling Gewaarborgd schadegeval Art.21 De bepalingen van de overige hoofdstukken van deze overeenkomst zijn van toepassing op Rechtsbijstand voor zover ze

Nadere informatie

BELGISCH BUREAU VAN DE AUTOVERZEKERAARS VZW

BELGISCH BUREAU VAN DE AUTOVERZEKERAARS VZW BIJLAGE 1 BELGISCH BUREAU VAN DE AUTOVERZEKERAARS VZW Erkend door K.B. van 12 april 2004 Liefdadigheidstraat 33 Bus 2 1210 Brussel Jaarlijks verslag voorgesteld aan de Gewone Algemene Vergadering van 21

Nadere informatie

TOELICHTING WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN VAN HET

TOELICHTING WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN VAN HET 1 TOELICHTING WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT - BGWF RvB april 2015 De inwerkingtreding van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen vereist een aanpassing van

Nadere informatie

PRIVACYBELEID. De rechtvaardiging van de bestanden van BGWF-FCGB en BBAV-BBAA volgt uit de wet.

PRIVACYBELEID. De rechtvaardiging van de bestanden van BGWF-FCGB en BBAV-BBAA volgt uit de wet. PRIVACYBELEID Het BELGISCH GEMEENSCHAPPELIJK WAARBORGFONDS (BGWF-FCGB), CANARA en het BELGISCH BUREAU VAN DE AUTOVERZEKERAARS (BBAV-BBAA), ieder met zetel gevestigd op het adres ; Liefdadigheidstraat 33,

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Rolnummer 5763. Arrest nr. 175/2014 van 4 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5763. Arrest nr. 175/2014 van 4 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5763 Arrest nr. 175/2014 van 4 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 19bis-11, 2, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op verkeersongevallen op de weg. De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend,

Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op verkeersongevallen op de weg. De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op verkeersongevallen op de weg De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen inzake de wet

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383. NOTA het secretariaat-generaal

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383. NOTA het secretariaat-generaal Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) PUBLIC 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383 NOTA van: aan: vorig doc. Betreft: het secretariaat-generaal de Raad 8277/06

Nadere informatie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen

Nadere informatie

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken *

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * P5_TA(2002)0441 Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel van de Commissie met het oog op de aanneming

Nadere informatie

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 mei 2005 (17.05) (OR. fr) 8136/05 ADD 1 PV/CONS 22 COMPET 72 RECH 81 ADDENDUM BIJ DE ONTWERP-NOTULEN 1 Betreft: 2653e zitting van de Raad van de Europese Unie (CONCURRENTIEVERMOGEN),

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

BELGISCH BUREAU VAN DE AUTOVERZEKERAARS REGLEMENT ERKENNING VAN CORRESPONDENTEN. Ten geleide

BELGISCH BUREAU VAN DE AUTOVERZEKERAARS REGLEMENT ERKENNING VAN CORRESPONDENTEN. Ten geleide REGLEMENT ERKENNING VAN CORRESPONDENTEN Ten geleide Overeenkomstig artikel 4 van het Algemeen Reglement 1 van de Raad van Bureaus, dat beoogt de verhouding te regelen tussen de nationale verzekeringsbureaus

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 20.11.2001 COM(2001) 680 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0021 (E) 12052/14 JUSTCIV 206 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds Rechtsleer

Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds Rechtsleer de vreemde oorzaak die teruggaat op de schade zelf in aanmerking kan genomen worden en niet de vreemde oorzaak die teruggaat op het gebrek 181. 86. De aanwezigheid van een olievlek maakt de rijbaan ongeschikt

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) Steeds meer worden we in de rechtspraktijk geconfronteerd met internationale echtscheidingen op basis van de volgende elementen:

Nadere informatie

NAAR EEN ZESDE RICHTLIJN MOTORRIJTUIGEN VERZEKERING

NAAR EEN ZESDE RICHTLIJN MOTORRIJTUIGEN VERZEKERING TRIER VII NAAR EEN ZESDE RICHTLIJN MOTORRIJTUIGEN VERZEKERING Een regelgeving voor aanhangwagens Moeten er speciale maatregelen voor aanhangwagens worden getroffen in het kader van een eventuele zesde

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie interne markt en consumentenbescherming 15.2.2008 WERKDOCUMENT betreffende het initiatiefverslag over bepaalde kwesties in verband met motorrijtuigenverzekering Commissie

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 270/67 COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie L 270/67 COMMISSIE 29.9.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 270/67 COMMISSIE BESLUIT Nr. 1/2006 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 6 juli 2006 tot wijziging van bijlage II (sociale zekerheid) bij de Overeenkomst

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE DEEL I. REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN ALLE SOORTEN VERZEKERINGEN... 1. Hoofdstuk I. De verzekeringsovereenkomst... 1

INHOUDSOPGAVE DEEL I. REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN ALLE SOORTEN VERZEKERINGEN... 1. Hoofdstuk I. De verzekeringsovereenkomst... 1 INHOUDSOPGAVE DEEL I. REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN ALLE SOORTEN VERZEKERINGEN... 1 Hoofdstuk I. De verzekeringsovereenkomst... 1 Afdeling 1. Begripsomschrijving... 1 Afdeling 2. Wezenlijke bestanddelen...

Nadere informatie

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen

EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen BESLUIT VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN HET COMMUNAUTAIR BUREAU VOOR PLANTENRASSEN van 25 maart 2004 inzake de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T Rolnummer 4834 Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april

Nadere informatie

2. Overwegende dat uit het vonnis de navolgende feiten blijken: - de bromfiets van Patricia Jooris stond geparkeerd op de openbare weg;

2. Overwegende dat uit het vonnis de navolgende feiten blijken: - de bromfiets van Patricia Jooris stond geparkeerd op de openbare weg; Het Benelux-Gerechtshof in de zaak A 2002/1 1. Gelet op het op 15 april 2002 door de Politierechtbank te Gent uitgesproken vonnis in de zaak van Patricia Jooris tegen het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds,

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/10/043 BERAADSLAGING NR 10/022 VAN 6 APRIL 2010 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

Wettelijke subrogatie en het cumulverbod in vogelvlucht Marie-Emilie Baekelandt Juridische dienst VAPH

Wettelijke subrogatie en het cumulverbod in vogelvlucht Marie-Emilie Baekelandt Juridische dienst VAPH Wettelijke subrogatie en het cumulverbod in vogelvlucht Marie-Emilie Baekelandt Juridische dienst VAPH Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap 1 Inhoud Begrippen (rechtsgrond): wettelijke subrogatie;

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 Vertaling C-162/13-1 Zaak C162/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 maart 2013 Verwijzende rechter: Vrhovno sodišče Republike Slovenije

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Stefan Nerinckx Onderwerp Het toepasselijk recht op verbintenissen voortvloeiend uit (internationale) arbeidsovereenkomsten: een nieuwe Europese verordening in de maak? Datum april 2005 Copyright

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 28.11.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0824/2008, ingediend door Kroum Kroumov (Bulgaarse nationaliteit), gesteund door zestien

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 860 Wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van de vijfde richtlijn

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T Rolnummer 5127 Arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (TWEEDE KAMER) VAN 21 JUNI 1984 1

ARREST VAN HET HOF (TWEEDE KAMER) VAN 21 JUNI 1984 1 ARREST VAN HET HOF (TWEEDE KAMER) VAN 21 JUNI 1984 1 Belgisch Bureau van de Autoverzekeraars VZW tegen A. Fantozzi en De Volksverzekering NV (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) PUBLIC 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260 NOTA van: aan: Betreft: de Griekse delegatie de Groep visa Ontwerp-beschikking van de

Nadere informatie

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies aan Mevrouwen de Voorzitsters en de Heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend

Nadere informatie

Convenant. motorrijtuigenverzekering. 1 juni 2010

Convenant. motorrijtuigenverzekering. 1 juni 2010 Convenant schaderegeling schadeverzekering inzittenden en motorrijtuigenverzekering 1 juni 2010 Convenant tussen aangesloten leden van de afdelingscommissie Motorrijtuigen van het Verbond van Verzekeraars

Nadere informatie

Rolnummer 3677. Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T

Rolnummer 3677. Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T Rolnummer 3677 Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 14bis, 3, van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding

Nadere informatie

TURKIJE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

TURKIJE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders TURKIJE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/10/2016

Datum van inontvangstneming : 28/10/2016 Datum van inontvangstneming : 28/10/2016 Samenvatting C-503/16-1 Zaak C-503/16 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Rolnummer 4936. Arrest nr. 21/2011 van 3 februari 2011 A R R E S T

Rolnummer 4936. Arrest nr. 21/2011 van 3 februari 2011 A R R E S T Rolnummer 4936 Arrest nr. 21/2011 van 3 februari 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 19bis-11, 2, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

De Verordening EG nr. 2201/2003 en de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid

De Verordening EG nr. 2201/2003 en de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid INTERNATIONAAL ADVOCATENKANTOOR ADVOCAAT DR. ALFONSO MARRA JURIST VERTALER BEVOEGDHEID VOOR DE TWEETALIGHEID DUITS ITALIAANS VAN DE ZELFSTANDIGE PROVINCIE BOLZANO GESLAAGD VOOR HET STAATSEXAMEN VAN DUITSE

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/111 Mo. i n d e k l a c h t nr. 019.00. hierna te noemen 'klager',

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/111 Mo. i n d e k l a c h t nr. 019.00. hierna te noemen 'klager', RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 019.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

TITEL I Algemene bepalingen

TITEL I Algemene bepalingen ADMINISTRATIEVE SCHIKKING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË (Inwerkingtreding 01-01-2016, gepubliceerd

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 636 Wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 ter implementatie van de vierde

Nadere informatie

Schaderegeling schuldloze derde. Bedrijfsregeling no. 7

Schaderegeling schuldloze derde. Bedrijfsregeling no. 7 Schaderegeling schuldloze derde Bedrijfsregeling no. 7 Afdeling Motorrijtuigen van het Verbond van Verzekeraars Afdeling Transport van het Verbond van Verzekeraars Afdeling Algemene Aansprakelijkheid van

Nadere informatie

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn Prudentieel beleid Brussel, 20 juni 2007 CIRCULAIRE PPB-2007-8-CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn (circulaire aan de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 25.6.2007 COM(2007) 207 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over bepaalde kwesties in verband met motorrijtuigenverzekering

Nadere informatie

Rolnummer 4995. Arrest nr. 86/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T

Rolnummer 4995. Arrest nr. 86/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T Rolnummer 4995 Arrest nr. 86/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

~ :-.~? 'J~ ~ Vlaamse Regering. DE VLAAMSE MINISTER VAN WEL2;IJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZI1ir

~ :-.~? 'J~ ~ Vlaamse Regering. DE VLAAMSE MINISTER VAN WEL2;IJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZI1ir I 'J~ ~ ~ :-.~? Vlaamse Regering DE VLAAMSE MINISTER VAN WEL2;IJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZI1ir Omzendbrief betreffende de toepassing van de Vlaamse zorgverzekering voor Belgisch sociaal verzekerden met:

Nadere informatie

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VR 2016 DOC.0943/1BIS VR 2016 DOC.0943/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

Date de réception : 27/12/2011

Date de réception : 27/12/2011 Date de réception : 27/12/2011 Resumé C-577/11-1 Zaak C-577/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Circulaire betreffende de procedure voor de overdracht van een portefeuille verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten

Circulaire betreffende de procedure voor de overdracht van een portefeuille verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 37 40 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Circulaire Brussel, 09 maart 2018 Kenmerk: NBB_2018_08 uw correspondent:

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

HET FONDS MEDISCHE ONGEVALLEN. Jo DE COCK Administrateur-generaal RIZIV KVK 18 juni 2013

HET FONDS MEDISCHE ONGEVALLEN. Jo DE COCK Administrateur-generaal RIZIV KVK 18 juni 2013 HET FONDS MEDISCHE ONGEVALLEN Jo DE COCK Administrateur-generaal RIZIV KVK 18 juni 2013 OVERZICHT Wanneer werd het Fonds opgericht? Waarom werd het Fonds opgericht? Huidige situatie Bijzonderheden en doelstellingen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/09/2012

Datum van inontvangstneming : 14/09/2012 Datum van inontvangstneming : 14/09/2012 Resumé C-371/12-1 Zaak C-371/12 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Rolnummer 2912. Arrest nr. 167/2004 van 28 oktober 2004 A R R E S T

Rolnummer 2912. Arrest nr. 167/2004 van 28 oktober 2004 A R R E S T Rolnummer 2912 Arrest nr. 167/2004 van 28 oktober 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 87, 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming ONTWERPVERSLAG

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming ONTWERPVERSLAG EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie interne markt en consumentenbescherming 2007/2258(INI) 17.3.2008 ONTWERPVERSLAG over bepaalde kwesties in verband met motorrijtuigenverzekering (2007/2258(INI)) Commissie

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter G. De Baets en de rechters-verslaggevers H. Coremans en E. Cerexhe, bijgestaan door de griffier L.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter G. De Baets en de rechters-verslaggevers H. Coremans en E. Cerexhe, bijgestaan door de griffier L. Rolnummer 1815 Arrest nr. 9/2000 van 19 januari 2000 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing van artikel 14 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 30 maart

Nadere informatie

Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is

Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is Art. 1. Dit Verdrag is van toepassing op personen die inwoner zijn van een of van beide verdragsluitende Staten. 2 larcier

Nadere informatie

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

Rolnummer 5911. Arrest nr. 96/2015 van 25 juni 2015 A R R E S T

Rolnummer 5911. Arrest nr. 96/2015 van 25 juni 2015 A R R E S T Rolnummer 5911 Arrest nr. 96/2015 van 25 juni 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 19bis-11, 2, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Convenant. motorrijtuigenverzekering. 1 oktober 2013

Convenant. motorrijtuigenverzekering. 1 oktober 2013 Convenant schaderegeling schadeverzekering inzittenden en motorrijtuigenverzekering 1 oktober 2013 Convenant tussen aangesloten leden van de afdelingscommissie Motorrijtuigen van het Verbond van Verzekeraars

Nadere informatie

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.11.2017 COM(2017) 666 final 2017/0300 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake het standpunt dat namens de Unie in het Gemengd Comité EU-Zwitserland moet worden

Nadere informatie

Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging

Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het toepasselijke recht

Nadere informatie

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE C 326/266 Publicatieblad van de Europese Unie 26.10.2012 PROTOCOL (Nr. 7) BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN, OVERWEGENDE dat krachtens de

Nadere informatie

Date de réception : 16/12/2011

Date de réception : 16/12/2011 Date de réception : 16/12/2011 Vertaling C-560/11-1 Zaak C-560/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 november 2011 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale di

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2007 * FBTO SCHADEVERZEKERINGEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2007 * In zaak 0463/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Bundesgerichtshof

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 maart 2004 C.03.0037.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.03.0037.F.- BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen L. K., Mr.

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie