Mobiel Engels leren als aanvulling op formeel Engels leren bij kleuters
|
|
- Christina Claes
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Mobiel Engels leren als aanvulling op formeel Engels leren bij kleuters Afstudeerscriptie BSc Informatiekunde Marlieke Kerremans (studentnummer: ) Universiteit van Amsterdam Bachelor IK scriptie Begeleiders: Marinus Maris Jacobijn Sandberg 1
2 Samenvatting In dit onderzoek wordt onderzocht of mobiel Engels leren aanvullend gebruikt kan worden op formeel Engels leren bij kleuters. De 17 participanten (leerlingen groepen 1 en 2) zijn opgedeeld in twee groepen. De kinderen van conditie 1 kregen enkel de formele Engelse leermethode. De kinderen van conditie 2 kregen naast de formele Engelse leermethode ook een mobiele telefoon mee naar huis met daarop een applicatie. Deze applicatie bestond uit een memory spel waarmee Engelse woorden konden worden geoefend. Het onderzoek ging als volgt: de pretoets is bij alle participanten afgenomen, waarna vervolgens de kinderen van conditie 2 een mobiele telefoon meekregen. Een week later werd de posttoets afgenomen bij alle participanten en werden de mobiele telefoons weer ingenomen. De kinderen van conditie 2 kregen naast de posttoets ook een questionnaire, welke mondeling werd afgenomen. Uit de resultaten bleek dat het verschil tussen de pre- en posttoets significant was bij beide condities. Echter het verschil tussen de twee condities bleek niet significant te zijn. Geconcludeerd kan dus worden dat kleuters die naast een formele leermethode met een mobiele applicatie werken geen grotere vooruitgang tonen in de Engelse ontwikkeling, dan kleuters die enkel een formele leermethode gebruiken. Verder is er uit de questionnaire naar voren gekomen dat men met behulp van mobiel leren de tijd, die kleuters in hun vrije tijd steken in het leren, kan laten toenemen. 2
3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Tweetalig onderwijs Mobiel leren Interface design kleuters Toetsing kleuters Doel & hoofdvraag 7 2 Methode Design Participanten Materiaal 8 3 Resultaten Pre- en posttoets Questionnaire 13 4 Discussie 15 5 Conclusie 16 6 Referenties 17 7 Bijlagen Brief ouders Gebruiksaanwijzing mobiele telefoon Pre- en posttoets Questionnaire 23 3
4 1. Inleiding Volgens het Europees platform internationaliseren in onderwijs waren er in scholen in Nederland die vroeg vreemdetalenonderwijs (VVTO) aanboden. Zoals te zien is in de afbeelding 1, is het aantal scholen dat VVTO aanbiedt in de loop der jaren enorm toegenomen. Afbeelding 1: Verloop van het aantal scholen in Nederland waar VVTO gegeven wordt, gedurende een periode van 10 jaar. Bron: Uit het artikel van Aarts en de Ronde (2006) is gebleken dat er geen enorme vooruitgang heeft plaatsgevonden in het niveau van Engels in groep 2 met het huidige onderwijs. In het artikel van Sandberg et al. (2011) is gebleken dat de groep die een mobiele applicatie mee naar huis mochten nemen significant beter scoorden dan de kinderen die dat niet mochten. Echter had het onderzoek van Sandberg et al. (2011) betrekking op kinderen tussen de 8 en 10 jaar. Het is dus niet bekend of dit effect ook bij kleuters op zal treden. Uit onderzoek van Norbrook et al. (2003) is gebleken dat bij het leren van een vreemde taal motivatie een belangrijk succeselement is. Het is daarom belangrijk dit succeselement te verwerken in leermethodes gericht op het leren van een vreemde taal. Het onderzoek van Sandberg et al. (2011) heeft verder aangetoond dat een mobiele applicatie kinderen motiveert. Daarnaast bleek dat mobiel leren aanvullend gebruikt kan worden op formeel school leren. Naast de zojuist besproken motiverende factor van mobiel leren, zorgt de continue toegang tot de leerstof onafhankelijk van de locatie voor de sleutel tot een complete leeroplossing volgens Tonge (2003). Met dit onderzoek wil ik graag onderzoeken of ook kleuters gebaat zijn met aanvullend mobiel Engels leren naast het formeel Engels leren. 4
5 1.1 Tweetalig onderwijs Door het toenemende aantal scholen in Nederland waar Engels wordt gegeven, nam ook de onrust rondom dit thema toe vanuit de politiek. Men was bang dat het tweetalig onderwijs zou leiden tot achteruitgang van de moedertaal. Goorhuis-Brouwer et al. (2005) hebben onderzoek gedaan naar de invloed van vroeg vreemdetalenonderwijs (VVTO) op de Nederlandse taalontwikkeling in de groepen 1 en 2. Uit dit onderzoek is gebleken dat indien men een tweede taal (Engels) aanbiedt de moedertaalontwikkeling van kleuters hier niet onder lijdt. Daarnaast is er een positief effect gezien bij kinderen met een niet-nederlandstalige achtergrond. Deze bleken de achterstand die zij hadden in het Nederlands vrijwel geheel in te lopen, door het krijgen van vroeg vreemdetalenonderwijs. Naast de angst vanuit de politiek voor achteruitgang van de moedertaal, is er bij ouders een tegenovergestelde verwachting. Zij zijn van mening dat Engelse lessen geen enkele invloed zullen hebben op de Nederlandse taalontwikkeling van hun kind(eren). Het wordt door de ouders zelfs als een verrijking gezien voor hun kind(eren). Aarts et al. (2006) heeft onderzoek gedaan naar het effect van tweetalig onderwijs (Nederlands en Engels) bij kinderen in groep 2; de participanten hadden een gemiddelde leeftijd van 6,3 jaar. Met behulp van Engelse lessen werd de tweede taal aangeboden. De Engelse taalvaardigheid is aan het eind van groep 2 bij de kinderen gemeten. Dit is gedaan met behulp van de PIPS-toets (Performance Indicator Primary school), welke in Engeland is ontwikkeld om de ontwikkeling van Engels vanaf het derde levensjaar te kunnen volgen. Uit de resultaten bleek dat er goed gescoord werd op rekenkundige begrippen en klankvaardigheid. Echter het onderdeel woordenschat ging minder goed. Met name het productieve niveau was laag, het vormen van zinnen lukt de kinderen niet en de woordenschatverwerving is niet groot. Wel begrijpen de leerlingen Engelse schoolse instructies en opdrachten. Deze resultaten gelden voor de manier van onderwijs zoals dat op deze school gegeven is, zonder het gebruik van mobiel leren. 1.2 Mobiel leren Mobiel leren is volgens Sandberg et al. (2011) het verwerven van kennis met behulp van een mobiel apparaat. Fransen (2008) benoemd als belangrijke aspecten bij mobiel leren; flexibiliteit van het leerproces en contextgebondenheid. Daarnaast is volgens hem ook een vergaande personalisatie van de leeromgeving een doelstelling van mobiel leren. Er is al eerder onderzoek gedaan naar mobile English learning bij kinderen door Sandberg et al. (2011), echter was dit bij kinderen tussen de 8 en 10 jaar. Hieruit bleek dat de mobiele applicatie de kinderen motiveert en leer mogelijkheden biedt als aanvulling op het bestaande Engels leren. Volgens dit artikel zijn de voordelen van leren met een mobiel apparaat dat het overal en op elk tijdstip gebruikt kan worden, daarnaast kan met GPS stof met betrekking tot een specifieke locatie gegeven worden. Een nadeel is dat je te maken hebt met een klein scherm en dus slechts kleine beetjes informatie tegelijk gepresenteerd kunnen worden. Verder bleek dat door het combineren van verschillende media in de leer context, je de dual-channel hypothese bereikt. Volgens Mayer (2003) werkt enkel verbaal leren namelijk niet altijd even goed en bereikt men meer indien men gebruik maakt van de dual-channel methode. Men combineert dan namelijk zowel het visuele als het verbale menselijke informatiesysteem. In het onderzoek van Sandberg et al. (2011) komt naar 5
6 voren dat wanneer men mobiel leren toepast bij kinderen de vooruitgang in kennis toeneemt, wel wordt erbij gezegd dat dit komt doordat de kinderen meer tijd spenderen aan het leren. De tijd is dus de hoofdoorzaak van het feit dat de vooruitgang toenam. Geconcludeerd werd daarom dat men de te besteden tijd aan het leren kan laten doen toenemen, door mobiel leren aan te bieden in de vrije tijd. Ook de leraren hadden een positieve houding ten opzichte van de technologie. 81,4% van de kinderen vond het mobiel leren leuk en 71,43% van de kinderen vond het leren met de mobiele telefoon net zo goed/bijna net zo goed als leren met behulp van een leraar. 40% van de ouders dacht dat hun kinderen meer geïnteresseerd waren geworden in Engels leren en dat ze er veel geleerd van hadden. 1.3 Interface design kleuters In het onderzoek van Nikolopoulou (2007) komt naar voren dat de computer al een erkend middel is bij de educatie van jonge kinderen, dat het lesgeven en het leerproces ondersteund. Om met behulp van software het leerproces en het lesgeven te ondersteunen dient de software wel goed ontwikkeld te zijn. Indien aan deze software eis is voldaan is er onder andere vooruitgang in taal gezien. Daarnaast is er onder 3- tot 5-jarigen een grote interesse gezien in het gebruik van technologie. En werden er weinig problemen gezien bij het aanpassen aan de nieuwe leeromgeving. Een belangrijk onderdeel van goed ontwikkelde software is de gebruikersinterface. Voor jonge kinderen gelden specifieke behoeften met betrekking tot deze interface. Nikolopoulou (2007) geeft in zijn onderzoek een uiteenzetting van deze software interface behoeften specifiek voor kleuters. Zo is het belangrijk bij goed ontworpen software dat er genoeg tijd is om te pauzeren en te reflecteren. Ook een gemakkelijke toegang en afsluiting tot de software en een duidelijke navigatie in een applicatie zijn belangrijk. Verder is een belangrijk aspect dat aan bod dient te komen in de software trial en error, dit leidt namelijk tot een actieve vervaardiging van kennis. Naast dit aspect is educatieve software voor 3- tot 5-jarigen sterk afhankelijk van geluiden, animaties en afbeeldingen. Zeer waarschijnlijk vanwege het feit dat lezen nog niet gaat bij kleuters. Het ontbreken van tekst brengt met zich mee dat dit gunstig is voor de software lokalisatie. Met lokalisatie wordt hier bedoeld, aanpassing naar een andere taal of cultuur. Dit voordeel in software lokalisatie, maakt het mogelijk dat de software twee of meer talen kan ondersteunen. Zo kunnen de kinderen zich eerst vertrouwd maken met de software in hun moedertaal, om vervolgens aan de slag te gaan met een andere taal. Daarnaast komt het verschil tussen jongens en meisjes aan bod. 4- tot 5-jarige jongens worden meer aangetrokken door beweging zoals bijvoorbeeld animaties. En meisjes zouden zich meer aangetrokken voelen tot visuele aspecten, denk hierbij aan onder andere gekleurde knoppen. Kukulska-Hulme et al. (2008) benadrukken dat bij mobile-assisted language learning (MALL) de gebruiker geen tijd in zal plannen om zich het mobiel leren eigen te maken. Dit komt doordat deze vorm van leren juist gebruikt zal worden wanneer men weinig tijd heeft, bijvoorbeeld als men aan het wachten is. Bij het ontwerpen moet daar dus ook rekening mee gehouden worden. De applicatie dient zo in elkaar te steken, dat deze zonder enige instructie gebruikt kan worden. Daarnaast is het belangrijk vanwege de gefragmenteerde aandacht dat de leermodules kort zijn, tussen de 30 seconden en 10 minuten. 6
7 1.4 Toetsing kleuters Scher (1994) gebruikt bij haar onderzoek, naar de motivatie van kinderen om te lezen, een interview. De kinderen in dit onderzoek hadden een gemiddelde leeftijd van 6 jaar. Bij dit interview maakte zij gebruik van 2 poppen. Deze poppen hadden beide een verschillende mening, deze mening werd via de poppen aan de kinderen verkondigd. Vervolgens werd aan het kind gevraagd met welke pop ze zich het beste konden identificeren. Wanneer het kind één pop gekozen had werd gevraagd of dat ze heel erg op de pop leken of een beetje. Voorafgaand werden eerst drie oefenvragen met behulp van deze methode gesteld, zodat kon worden vastgesteld dat de kinderen de vraagstelling begrepen. Deze manier van vragen stellen gebruikte zij zodat de kinderen geen sociale druk zouden voelen, met als mogelijk gevolg sociaal wenselijke antwoorden. Sonnenschein et al. (2002) heeft de methode van Scher (1994) gebruikt in haar onderzoek naar de motivatie van kinderen, met een gemiddelde leeftijd van 5.21 jaar, om te lezen. De kinderen in het onderzoek van Sonnenschein et al. (2002) werd voorafgaand aan de questionnaire verteld dat hen gevraagd ging worden naar hun mening. Daarbij werd aan ieder kind verteld dat andere kinderen in de klas wellicht een andere mening konden hebben, maar dat zij geïnteresseerd is in wat het kind zelf vind. 1.5 Doel & hoofdvraag Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken of Mobiel Engels leren aanvullend kan worden gebruikt op formeel Engels leren bij kleuters. Vergelijkbaar onderzoek is reeds gedaan bij 8- tot 10- jarigen door Sandberg et al. (2011), echter nog niet in de leeftijdscategorie van 4 tot 6 jaar. Daarnaast bleken de huidige resultaten van vroeg vreemdetalenonderwijs in groep 2 niet enorm te zijn, zoals uit onderzoek bleek van Aarts et al. (2006). De hoofdvraag luidt dan ook als volgt: Werkt mobiel Engels leren aanvullend op formeel Engels leren bij kleuters? Hypothese: 1. Kleuters die naast de formele leermethode met de mobiele applicatie hebben gewerkt zullen een grotere vooruitgang tonen in de Engelse ontwikkeling, dan de kleuters die slechts de formele leermethode hebben gebruikt. 7
8 2. Methode 2.1 Design Om er achter te komen of er een verschil is tussen de vooruitgang van kleuters met enkel de formele leermethode en kleuters die naast de formele leermethode mobiel leren, zullen twee groepen vergeleken moeten worden aan de hand van hun Engelse vooruitgang. In conditie 1 zullen de kinderen Engelse les op school krijgen met behulp van de methode ipockets. In conditie 2 zullen de kinderen dezelfde Engelse les op school krijgen en mogen ze daarnaast thuis met een mobiele applicatie spelen. De leerperiode van de kleuters zal bestaan uit klassikale lessen Engels met de methode ipockets. De kleuters uit conditie 2, zullen hiernaast 5 dagen de mobiele applicatie mogen gebruiken. Voorafgaand aan deze leerperiode zal er bij alle kleuters een pretoets worden afgenomen. Na afloop van de leerperiode zal er een posttoets worden afgenomen en bij de kinderen van conditie 2 ook een questionnaire. Het verschil in score tussen de pre- en posttoets is de afhankelijke variabele. De onafhankelijke variabelen zijn de twee eerder vermelde condities (1 en 2). 2.2 Participanten Het onderzoek is uitgevoerd op de BSV (Bloemendaalse Schoolvereniging), bij één van de 3 combinatiegroepen 1 en 2. Op deze school wordt gestart met het geven van Engelse les vanaf groep 1, met de methode ipockets. De onderzochte combinatiegroep 1 en 2 bestond uit 21 kinderen. De resultaten van 4 kinderen zijn niet meegenomen. Bij twee kinderen vanwege afwezigheid bij de pretoets, met als gevolg incomplete data. En twee kinderen hadden een maximale score bij zowel de pre- als posttoets waardoor vooruitgang in eerste instantie al niet meer bereikt/gemeten kon worden. De data werd daarom gezien als irrelevant. De resultaten van 17 participanten zijn dus gebruikt, van deze 17 kinderen hadden twee kinderen een Engelse achtergrond. Deze achtergrond bestond bij één kind uit een Engelse moeder en bij het andere kind uit een Engelse vader. Deze 17 kinderen zijn verdeeld over de twee condities. Bij de verdeling is er gekeken naar de intelligentie van de kinderen, zodat beide groepen vergelijkbaar zijn. Conditie 1 bestond uit 8 kinderen, waarvan 5 vrouwen en 3 mannen. Conditie 2 bestond uit 9 kinderen, waarvan 4 vrouwen en 5 mannen. De kinderen van zowel conditie 1 als conditie 2 hadden een gemiddelde leeftijd van 4 jaar en elf maanden, variërend van 4 tot 6 jaar. De ouders zijn voorafgaand aan het onderzoek op de hoogte gesteld middels een brief (zie bijlage 1). Daarnaast hebben de ouders van de kinderen van conditie 2 bij het krijgen van de mobiele telefoon een gebruiksaanwijzing meegekregen (zie bijlage 2). 2.3 Materiaal Er is bij dit onderzoek gebruik gemaakt van een speciaal voor dit onderzoek ontworpen applicatie voor op de mobiele telefoon. Daarnaast is er een pre- en posttoets gemaakt en een questionnaire. 8
9 Mobiele applicatie De gebruikte mobiele applicatie is ontwikkeld voor Android telefoons. De applicatie bestond uit een memory spel, speciaal ontwikkeld voor kleuters. De interface is gebaseerd op de resultaten van Nikolopoulou (2007). De inhoud, gebruikte woorden en afbeeldingen, van de applicatie zijn overeenkomstig met het thema natuur van de Engelse leermethode ipockets voor kleuters. Daarnaast is er in de leermethode ipockets ook gebruik gemaakt van een vergelijkbaar memory spel voor op de computer. Ook in het onderzoek van Sandberg et al. (2011) wordt het memory spel gebruikt om kinderen Engelse woorden aan te leren. Voor de grootte (het aantal plaatjes) is de grootte aangehouden van het memory spel in ipockets. Om er voor te zorgen dat de kinderen in conditie 2 ook daadwerkelijk thuis met de applicatie gaan spelen, is er aan de ouders gevraagd of zij de kinderen willen stimuleren de mobiele applicatie te gebruiken. Door bijvoorbeeld de applicatie aan te bieden aan het kind of door te vragen of hij/zij met de applicatie wil spelen. Afbeelding 2: beginscherm Afbeelding 3: gedurende het memory spel Afbeelding 4: eindscherm Pre- en posttoets (zie bijlage 3) Voorafgaand aan de lessen en het gebruik van de mobiele applicatie, zal er een pretoets worden afgenomen. Op deze manier kan het Engelse niveau vooraf worden bepaald. Na de leerperiode zal er een posttoets worden afgenomen zodat de vooruitgang van het Engelse niveau duidelijk wordt. De pre- en posttoets zullen exact hetzelfde zijn. De pre- en posttoets is gebaseerd op de huidige door CITO ontwikkelde Nederlandse taaltoets voor de groepen 1 en 2. Voor deze vorm is gekozen omdat deze Nederlandse taaltoets (CITO) wordt gebruikt op basisschool de BSV. De kinderen zijn daardoor al bekend met deze manier van toetsing en is de kans klein dat de toetsing een extra moeilijkheidsgraad zal zijn. Om zoveel mogelijk data te vergaren zijn alle woorden van de applicatie opgenomen in de toets, men komt dan op een totaal 9
10 van 10 woorden. De pre- en posttoets bestonden uit een voorbeeldvraag en 10 meerkeuzevragen. De voorbeeldvraag was in het Nederlands en diende als test zodat kon worden vastgesteld of de manier van vragen stellen begrepen werd door het kind. Tijdens de toets kregen de kinderen de volgende 10 woorden te horen: bugs, bee, lady bug, nest, tree, sun, beetle, flower, grass en dirt. Vervolgens werd hen bij ieder woord gevraagd om de bijbehorende afbeelding te onderstrepen met een potlood. De kinderen hadden bij elk woord de keuze uit vier afbeeldingen. De toets is individueel bij alle kinderen afgenomen. Questionnaire (zie bijlage 4) Er is gebruik gemaakt van één questionnaire na afloop van de leerperiode bij de leerlingen van conditie 2. Deze questionnaire bestond uit één voorbeeldvraag, zodat vastgesteld kon worden of de manier van vragen stellen begrepen werd en 6 meerkeuzevragen. Voorafgaand aan de questionnaire is de kinderen het volgende verteld: andere kinderen in de klas kunnen een andere mening hebben, maar dat maakt niet uit, ik ben benieuwd naar wat jij vindt. Deze introductie is geïnspireerd op het onderzoek van Sonnenschein et al. (2002). De vragen werden gesteld met behulp van twee poppen. Deze poppen weerspiegelden iedere vraag één van de twee meningen waaruit gekozen kon worden. De leerlingen werd vervolgens gevraagd aan te geven met welke pop zij zichzelf identificeerden. Deze manier van vragen stellen is afgeleid van de methode die Scher (1994) gebruikte in haar onderzoek. Test procedure Tijdens het afnemen van de test zat de interviewer/observator naast het kind aan een tafel. Waarbij de interviewer de woorden met behulp van audioapparatuur liet horen en de vragen stelde. Afbeelding 5: Set-up Data analyse Allereerst is er gekeken naar de verdeling van de data met behulp van de skewness en kurtosis. Indien de skewness > 2 of de kurtosis > 2 was, werd de data gezien als niet normaal verdeelde data. Daarna is er bij beide condities gekeken naar de verwachte vooruitgang van de Engelse woordenschat. Dit is gemeten door de significantie van het verschil tussen de pre- en posttoets te berekenen per conditie, met behulp van de Wilcoxcon rangtekentoets. Ten slotte is met behulp van de Mann-Whitney U toets de significantie gemeten van het verschil tussen de vooruitgangen van de twee condities. Er is in alle gevallen aangenomen dat indien de significantie < 0.05 was dit acceptabel is. 10
11 3. Resultaten 3.1 Pre- en posttoets Met behulp van de skewness en kurtosis is er gekeken of de data normaal verdeeld is (zie tabel 1). De data van de posttoets van conditie 1 bleek niet normaal verdeeld te zijn ( skewness = < 2 / kurtosis = > 2 ). De data van conditie 2, zowel de pretoets (skewness = < 2 / kurtosis = < 2) als de posttoets (skewness = < 2 / kurtosis = < 2) en de data van de pretoets van conditie 1 (skewness = < 2 / kurtosis = < 2) waren wel normaal verdeeld. Tabel 1 De Wilcoxon rangtekentoets is gebruikt om te testen of de pre- en posttoets scores significant van elkaar verschilden. De gemiddelde score bij de pretoets van conditie 1 (mean = 5.88) bleek significant (significantie = 0.02 < 0.05) te verschillen van de gemiddelde score van de posttoets van conditie 1 (mean = 8.50). Zie tabel 1 en 2. Tabel 2 Ook de gemiddelde score bij de pretoets van conditie 2 (mean = 6.22) bleek significant (significantie = 0.01 < 0.05) te verschillen van de gemiddelde score van de posttoets van conditie 2 (mean = 9.22). Zie tabel 1 en 3. 11
12 Tabel 3 Zowel het verschil bij conditie 1 (0.017) als het verschil bij conditie 2 (0.011) tussen de pre- en posttoets is dus significant gebleken. De Mann-Whitney U toets is gebruikt om te meten of het verschil tussen de twee condities significant is. Het grootste verschil tussen de pre- en posttoets is gemeten bij conditie 2 (maximum = 7) en het kleinste verschil is gemeten bij conditie 1 (minimum = -1), zie tabel 4. Het gemiddelde verschil tussen de pre- en posttoets was 2.82 (zie tabel 4). De mean rank van conditie 1 is 8.69 en de mean rank van conditie 2 is 9.28 (zie tabel 5). Aan de hand van het verschil tussen deze mean ranks is de significantie bepaald. Het verschil tussen de twee condities is niet significant (significantie = 0.82 > 0.05) gebleken (zie tabel 7). Descriptive Statistics N Mean Std. Deviation Minimum Maximum verschil1en2 17 2,8235 1, ,00 7,00 conditie 17 1,5294, ,00 2,00 Tabel 4 Mann-Whitney Test Ranks conditie N Mean Rank Sum of Ranks 1,00 8 8,69 69,50 verschil1en2 2,00 9 9,28 83,50 Total 17 Tabel 5 12
13 Test Statistics a verschil1en2 Mann-Whitney U 33,500 Wilcoxon W 69,500 Z -,247 Asymp. Sig. (2-tailed),805 Exact Sig. [2*(1-tailed,815 b Sig.)] a. Grouping Variable: conditie b. Not corrected for ties. Tabel 6 Tabel Questionnaire Uit de questionnaire is gebleken dat de meeste meisjes het spelletje op de mobiele telefoon leuk vonden om te spelen. De meeste jongens vonden het spelletje niet leuk om te spelen en saai. De frequentie van het gebruik van de mobiele applicatie wordt weergeven in tabel 8. Vrijwel iedereen (90%), op één kind na heeft het spelletje iedere dag en heel vaak gespeeld. Van de kleuters zou 70% het spelletje wel vaker willen spelen en 77% wil het spelletje volgend jaar weer spelen. Echter wordt wel aangegeven dat ze dan wel meer variatie in het spel zouden willen hebben, zoals meerdere spelletjes. 13
14 Frequentie 100% 90% 80% 70% 60% Percentage 50% 40% 30% 20% 10% 0% Iedere dag Antwoorden Heel vaak Frequentie Tabel 8 : Antwoorden van conditie 2 op de frequentie vragen uit de questionnaire 14
15 4. Discussie Zoals uit de resultaten bleek was het verschil tussen conditie 1 en 2 niet significant. Hieronder zal ingegaan worden op de mogelijke oorzaken hiervan. De eerste mogelijke oorzaak is dat de Engelse woorden gebruikt in de pre- en posttoets (en de applicatie) te makkelijk waren. Zo kan men in de resultaten zien dat de gemiddelde score bij de pretoets van zowel conditie 1 (mean = 5.9) als conditie 2 (mean = 6.2) vrij hoog waren, indien men verwacht dat de kinderen deze woorden niet eerder behandeld hebben gekregen in de klas. Doordat deze gemiddelden al vrij hoog lagen was er nog maar geringe ruimte over voor vooruitgang (zie tabel 9). Daarnaast is het gemiddelde van conditie 2 (mean = 6.2) het hoogst, waardoor hier de minste ruimte overbleef voor vooruitgang. Beide redenen kunnen een negatief effect hebben gehad op de significantie van het verschil tussen conditie 1 en 2. Men zou er bij vervolgonderzoek aan kunnen denken om de groepen niet van te voren in te delen op basis van intelligentie, maar op basis van de resultaten en de intelligentie. Zodat de te boeken vooruitgang bij beide condities gelijk is. Verder zou men moeilijkere woorden kunnen gebruiken om de pretoets score te verlagen Score Conditie 1 Conditie 2 Ruimte vooruitgang Pretoets score Tabel 9: overgebleven ruimte voor vooruitgang bij aanvang leerperiode van conditie 1 en 2 Daarnaast wil ik graag aan de orde stellen dat de docent(e) een mogelijk klein negatief effect kan hebben gehad op de verkregen data. De indruk is gewekt dat de kinderen van conditie 1 mogelijk meer aandacht hebben gehad tijdens het Engels leren dan de kinderen van conditie 2. Verder kan men niet uitsluiten dat de kinderen van conditie 1 niet met de applicatie hebben gespeeld. Echter kan worden uitgesloten dat dit dusdanige gevolgen heeft gehad voor de significantie. Bij vervolgonderzoek zou dit kunnen worden opgelost door twee verschillende scholen te nemen in verschillende gebieden, waardoor men de kans aanzienlijk verkleint dat de mobiele applicatie in handen van de verkeerde groep terecht komt. Ten derde zou men bij vervolgonderzoek de applicatie kunnen aanpassen, door animaties toe te voegen. Uit de enquête bleek namelijk dat met name de jongens het spel saai en niet leuk vonden om te spelen. Zoals eerder door Nikolopoulou (2007) is beschreven worden juist jongens aangetrokken door beweging. Het ontbreken van genoeg beweging in de huidige applicatie kan er toe geleid hebben dat de jongens de applicatie als saai en niet leuk hebben ervaren. 15
16 5. Conclusie De vraag of mobiel Engels leren aanvullend werkt op formeel Engels leren bij kleuters, kan men op twee manieren beantwoorden. Allereerst, de vooruitgang van conditie 2 was niet significant groter dan de vooruitgang van conditie 1. Aan de hand hiervan kan men concluderen dat de gestelde hypothese niet op gaat. De kleuters die naast een formele leermethode met een mobiele applicatie werken zullen geen grotere vooruitgang tonen in de Engelse ontwikkeling, dan kleuters die enkel een formele leermethode gebruiken. Echter met behulp van de questionnaire is aangetoond dat de kinderen van conditie 2, meer tijd hebben besteed aan het leren van de woorden van het betreffende thema. En geven de kleuters aan dat ze vaker en ook volgend jaar op deze manier aanvullend mobiel willen leren. Geconcludeerd kan dus worden dat men met behulp van mobiel leren de tijd, die kleuters in hun vrije tijd steken in het leren, kan laten toenemen. 16
17 6. Referenties Aarts, R., & Ronde, S. (2006). Tweetalig Engels met vervroegd Engels in het basisonderwijs. Levende Talen Tijdschrift, 7(2),3-14. Europees platform: Fransen, J. (2008). Mobile learning: een verkenning: Stand van zaken en verwachtingen voor de nabije toekomst. [Mobile Learning: an exploration; State of the art and expectations for the near future]. Technical Report. Goorhuis-Brouwer, S., & De Bot, K. (2005). Heeft vroeg vreemde-talenonderwijs een negatief effect op de Nederlandse taalontwikkeling van kinderen. Levende Talen, 6(3), 3 7. Kukulska-Hulme, A., & Shield, L. (2008). An overview of mobile assisted language learning: from content delivery to supported collaboration and interaction. ReCALL, 20(3), Mayer, R.E. (2003) The promise of multimedia learning: using the same instructional design methods across different media. Learning and Instruction, 13, Nikolopoulou, K. (2007). Early Childhood Educational Software: Specific Features and Issues of Localization. Early Childhood Education Journal, 35(2), Norbrook, H., & Scott, P. (2003). Motivation in mobile modern foreign language learning. In J. Attewell, G. D. Bormida, M. Sharples, & C. Savill-Smith (Eds.), MLEARN: Learning with mobile devices (pp ). London: Learning and Skills Development Agency. Sandberg, J., Maris, M., Geus, K. (2011). Mobile English Learning: An evidence-based study with fifth graders. Computers & Education, 57 (2011), Scher, D., & Baker, L. (1994). Attitudes towards reading and children s home literacy environment. University of Maryland Baltimore Country. Sonnenschein, S., & Munsterman, K. (2002). The influence of home-based reading interactions on 5- year-olds reading motivations and early literacy development. Early Childhood Research Quarterly, 17, Tonge,S. (2003). MLearning Making reality from hype. In J. Attewell, G. D. Bormida, M. Sharples, & C. Savill-Smith (Eds.), MLEARN: Learning with mobile devices (pp ). London: Learning and Skills Development Agency. 17
18 7. Bijlagen 7.1 Brief ouders , Amsterdam Aan de ouders/verzorgers van de leerlingen van groep 1 & 2 van de BSV Beste ouders/verzorgers, Samen met de Universiteit van Amsterdam werk ik aan een onderzoeksproject getiteld Mobiel Engels Leren voor kleuters. In dit project willen we onderzoeken in hoeverre en op welke wijze het gebruik van een educatieve mobiele applicatie kan bijdragen aan het leren van Engels. In het kader van dit project zullen we in de maand mei 2012 een onderzoek uitvoeren op de Bloemendaalse Schoolvereniging. Wat houdt het onderzoek in? Gedurende het onderzoek krijgen de kinderen op school de huidige Engelse lessen. Hiernaast krijgt de helft van de leerlingen van ons voor 1 week een mobiele telefoon mee naar huis. Op de mobiele telefoon staat een educatieve applicatie waarmee de kinderen de stof die tijdens de lessen op school aan bod komt thuis kunnen oefenen. Na 1 week nemen we de telefoons weer in. Voorafgaand aan het uitdelen van de telefoons op school zullen wij bij alle leerlingen een pre-toets afnemen om het startniveau te meten. Na het innemen van de telefoons nemen we vervolgens een post-toets af. Op die manier kunnen wij de vooruitgang van de leerlingen meten. De toets duurt ongeveer 5 minuten per leerling. De toetsresultaten zullen uitsluitend voor het onderzoek worden gebruikt. De planning van het project is als volgt: 10 mei Pre-toets en uitdelen telefoons 17 mei Innemen telefoons en post-toets Hoe zit de educatieve applicatie in elkaar? Voor het thema natuur is een applicatie ontwikkeld. De applicatie bestaat uit het spelletje memory. Door het spelletje te spelen kunnen de kinderen het vocabulaire dat tijdens de lessen aan bod komt thuis oefenen. Na de pre-toets zullen we de telefoons uitdelen aan de helft van de kinderen uit de klas. Uiteraard geven we dan ook uitleg aan de kinderen over het gebruik van de telefoons en de applicaties. Zijn er verplichtingen? De leerlingen zijn niet verplicht de applicatie regelmatig te gebruiken. Eén van de factoren die wij willen onderzoeken is de motivatie van de leerlingen. De leerlingen hoeven daarom alleen gebruik te maken van de applicatie als zij dat leuk vinden. Wel moedigen wij alle leerlingen aan om de applicatie minimaal een keer te gebruiken. Daarnaast is medewerking van de ouders om hun kind te stimuleren 18
19 in het gebruik van de applicatie zeer gewenst. Wie is verantwoordelijk voor de telefoon? Het kan natuurlijk gebeuren dat een telefoon beschadigd raakt. Ouders en leerlingen worden in dergelijke gevallen niet aansprakelijk gesteld voor eventuele schade, mits er verstandig met de telefoon is omgegaan. Wel vragen wij leerlingen en hun ouders om verantwoordelijk en voorzichtig met de telefoon om te gaan. Uiteraard verwachten wij dat alle leerlingen hun telefoon na afloop van het project weer inleveren. Meer weten over Mobiel Engels Leren? Meer informatie over het Mobiel Engels Leren project vindt u op ww.mobielengelsleren.nl. Mocht u vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met mij, marliekekerremans@hotmail.nl of Met vriendelijke groet, Marlieke Kerremans Studente Universiteit van Amsterdam 19
20 7.2 Gebruiksaanwijzing mobiele telefoon Gebruiksaanwijzing Mobiele Telefoon 20
21 7.3 Pre- en posttoets PRE/POST-TOETS - conditie 1/2 Naam: 21
22 22
23 7.4 Questionnaire Oefenvraag 1. Lisa vind snoepjes lekker. Anna vind snoepjes niet lekker. a) Lijk je meer op Lisa of op Anna? Motivatie 1. Lisa vind het leuk om het spelletje te spelen, Anna vind het niet leuk om het spelletje te spelen. a) Lijk je meer op Lisa of op Anna? 2. Lisa vind het saai om het spelletje te spelen, Anna vind het spelletje spelen leuk. a) Lijk je meer op Lisa of op Anna? Frequentie 1. Lisa heeft het spelletje iedere dag gespeeld, Anna heeft het spelletje niet gespeeld. a) Lijk je meer op Lisa of op Anna? 2. Lisa heeft het spelletje nooit gespeeld, Anna heeft het spelletje heel vaak gespeeld. a) Lijk je meer op Lisa of op Anna? Toekomst 1. Lisa zou dit spelletje wel vaker willen spelen. Anna wil het spelletje niet meer spelen. a) Lijk je meer op Lisa of op Anna? 2. Lisa wil dit spelletje volgend jaar niet meer spelen. Anna wil dit spelletje graag volgend jaar ook spelen. a) Lijk je meer op Lisa of op Anna? 23
introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets
toetsende statistiek week 1: kansen en random variabelen week : de steekproevenverdeling week 3: schatten en toetsen: de z-toets week : het toetsen van gemiddelden: de t-toets week 5: het toetsen van varianties:
Nadere informatieDe ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid van kleuters met vroeg vreemde-taal onderwijs
1 De ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid van kleuters met vroeg vreemde-taal onderwijs Sieneke Goorhuis-Brouwer, KNO, UMCG, Groningen Kees de Bot, Toegepaste Taalwetenschap RUG, Groningen April
Nadere informatieIn Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015
2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra
Nadere informatieIn bezit van een mobiel
Resultaten onderzoek Marie Montessori Op vrijdag 21 september 2012 zijn Floor en Steven naar bassischool Marie Montessori geweest om een onderzoek uit te voeren. Het onderzoek hebben we uitgevoerd onder
Nadere informatieWe berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:
INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies
Nadere informatieVroeg vreemd (buur)taalonderwijs
Vroeg vreemd (buur)taalonderwijs in het basisonderwijs met ELENA Ellen Rusman & Stefaan Ternier Welten instituut, Open Universiteit 7 november 2014 Evoluon, Eindhoven http://www.elena learning.eu/ Programma
Nadere informatieVerleg je grenzen! Waarom kiest ú voor het nieuwe Taalblokken? Taalblokken Engels Brochure MBO
Brochure MBO Toetsing Figuur 4, toetsing Door de nieuwe aanpak en de goede mix van digitaal lesmateriaal en boeken geeft Taalblokken Engels mij de ruimte om les te geven zoals ik wil. Verleg je grenzen!
Nadere informatieOnderzoek Zuid-Afrika
Onderzoek Zuid-Afrika Tweede taalverwerving en tweede taalonderwijs Engels als tweede taal in het basisonderwijs Naam: Kimberly Vermeulen Studentnummer: S1077859 Klas: PLV3B Minor: Internationalisering
Nadere informatieINDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5
INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 1. De onderzoekers van een preventiedienst vermoeden dat werknemers in een bedrijf zonder liften fitter zijn dan werknemers
Nadere informatieEssay. Is multimedia als leermiddel gunstig voor het leerproces van een kind? Stefan van Rees Studentnummer: 0235938 Opleiding:
Essay Is multimedia als leermiddel gunstig voor het leerproces van een kind? Naam: Studentnummer: 0235938 Opleiding: CMD Docent: Rob van Willigen Modulecode: MEDM0201D Modulenaam: Is multimedia als leermiddel
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatie3 Hoogbegaafdheid op school
3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit
Nadere informatieManagement Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars
Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen
Nadere informatieSerious gaming in het basisonderwijs Adviesnota
2012 Serious gaming in het basisonderwijs Adviesnota Carolien Popken SAB Schoolvereniging Aerdenhout- Bentveld 14-6-2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Onderzoek... 4 Voorwoord... 4 Antwoord op de deelvragen
Nadere informatieBeschrijvende statistieken
Elske Salemink (Klinische Psychologie) heeft onderzocht of het lezen van verhaaltjes invloed heeft op angst. Studenten werden at random ingedeeld in twee groepen. De ene groep las positieve verhaaltjes
Nadere informatieStandaardrapportage (strikt vertrouwelijk)
Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk) Naam: Mevrouw Bea Voorbeeld Adviseur: De heer Administrator de Beheerder Datum: 19 juni 2015 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op alle afgeronde onderdelen.
Nadere informatieEngels in het basisonderwijs: wel of niet vroeg beginnen?
Engels in het basisonderwijs: wel of niet vroeg beginnen? Introductie Deze whitepaper verschijnt in een serie whitepapers over Engels in het basisonderwijs. De serie bespreekt verschillende onderwerpen
Nadere informatieInterfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam
Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam
Nadere informatieGebruik van Engels door leerlingen tijdens de Engelse les.
Gebruik van Engels door leerlingen tijdens de Engelse les. Een onderzoek op het Scala College 6-6-2011 Shera Gerber, Marit de Jong, Jacob de Ruiter, Sander Stolk en Femke Verdonk Inhoud Context... 2 Relevantie...
Nadere informatieInterfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam
Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren
Nadere informatieRelatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.
Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie
Nadere informatieedumedia handleiding
Info: www.edumedia-sciences.com/nl edumedia handleiding Uw school heeft een abonnement genomen op edumedia. Dit is een globale handleiding voor het gebruik van de animaties in uw lessen. edumedia is een
Nadere informatieDe ontwikkelde materialen per unit.
Handleiding. Dit is de handleiding voor het remediërende programma voor de leeszwakke leerling bij het vak Engels. De hulpmiddelen zijn ontwikkeld voor leerlingen die bij de toetsen technisch lezen uitvallen
Nadere informatieEen speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?
Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda
Nadere informatieDe data worden ingevoerd in twee variabelen, omdat we te maken hebben met herhaalde metingen:
INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 6 1. De 15 leden van een kleine mountainbikeclub vragen zich af in welk mate de omgevingstemperatuur een invloed heeft op hun
Nadere informatieSamenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht
Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen
Nadere informatieEIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009
EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I 30 januari 2009 - Dit tentamen bestaat uit vier opgaven onderverdeeld in totaal 2 subvragen. - Geef bij het beantwoorden van de vragen een zo volledig mogelijk antwoord.
Nadere informatieTweetalig Gymnasium Tweetalig Atheneum. Bilingual Education FOTO: JEROEN SOETENS
Tweetalig Gymnasium Tweetalig Atheneum Bilingual Education FOTO: JEROEN SOETENS CHRISTELIJK LYCEUM ZEIST 2013 Introductie leerjaar 1 FOTO: FOTO: JEROEN JEROEN SOETENS SOETENS Waarom tweetalig onderwijs?
Nadere informatieDossieropdracht 3. Analyse 1 - Didactiek
Dossieropdracht 3 Analyse 1 - Didactiek Naam: Thomas Sluyter Nummer: 1018808 Jaar / Klas: 1e jaar Docent Wiskunde, deeltijd Datum: 22 november, 2007 Samenvatting Het realistische wiskundeonderwijs heeft
Nadere informatieHierbij is het steekproefgemiddelde x_gemiddeld= en de steekproefstandaardafwijking
Opdracht 9a ----------- t-procedures voor een enkelvoudige steekproef Voor de meting van de leesvaardigheid van kinderen wordt als toets de Degree of Reading Power (DRP) gebruikt. In een onderzoek onder
Nadere informatieEnkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden
Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd
Nadere informatieBeschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?
Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht
Nadere informatieTweetalig Gymnasium Tweetalig Atheneum. Bilingual Education FOTO: PIETER TROOST
Tweetalig Gymnasium Tweetalig Atheneum 2015 CHRISTELIJK LYCEUM ZEIST Bilingual Education FOTO: PIETER TROOST Introductie leerjaar 1 FOTO: FOTO: JEROEN JEROEN SOETENS SOETENS Waarom tweetalig onderwijs?
Nadere informatieNaam: Valérie den Besten Klas: G&I A Datum: 06-11-15 Module: Project 100% presence Begeleider: Irene van Peer Groep 11 (team 14)
Naam: Valérie den Besten Klas: G&I A Datum: 06-11-15 Module: Project 100% presence Begeleider: Irene van Peer Groep 11 (team 14) Reflectieverslag Maandag hebben we gebrainstormd en we hebben voor mijn
Nadere informatieTERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NASK 1 VMBO EERSTE TIJDVAK 2013
TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NASK 1 VMBO EERSTE TIJDVAK 2013 Inleiding Quickscan Via WOLF (Windows Optisch Leesbaar Formulier) geven examinatoren per vraag de scores van hun kandidaten voor het centraal examen
Nadere informatieGebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning
Evaluatierapport Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Bevindingen van leraren en leerlingen Drs. Gerard Baars Inleiding In de tweede helft van 2008 is op zes basisscholen in Rotterdam
Nadere informatieHoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving
Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed
Nadere informatieMartine van Schaik
Martine van Schaik m.vanschaik@hsmarnix.nl Leerkrachten van 9 basisscholen en drie begeleiders vanuit Marnix en Saxion Deelnemers aan het project Deelnemers scholen regio Deventer: Deventer: De kleine
Nadere informatiec. Geef de een-factor ANOVA-tabel. Formuleer H_0 and H_a. Wat is je conclusie?
Opdracht 13a ------------ Een-factor ANOVA (ANOVA-tabel, Contrasten, Bonferroni) Bij een onderzoek naar de leesvaardigheid bij kinderen in de V.S. werden drie onderwijsmethoden met elkaar vergeleken. Verschillende
Nadere informatieHuiswerkbeleid Onderwijsteam 7
Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7 Inleiding: Het onderwijs op school is er onder meer op gericht de verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de leerlingen te vergroten. Ook het maken van huiswerk levert
Nadere informatieHet leren van Engels bij kinderen met TOS
Het leren van Engels bij kinderen met TOS Siméa congres 15-04-2016 Master Thesis Logopediewetenschap Inge Zoutenbier, MSc Onder begeleiding van: Dr. Rob Zwitserlood In een notendop http://auris.instantmagazine.com/auriscomdigit
Nadere informatieleerlingen sociale veiligheid
Verslag vragenlijst voor leerlingen over sociale veiligheid juni 2011 OBS De Rolpaal Samenvatting Eens in de 2 jaar wordt er een vragenlijst afgenomen over de sociale veiligheid op school. Dit is in 2009
Nadere informatieCONCLUSIE Aantal niveaus te laag
Bijlage 1. Opening door Gelbrich Feenstra. Zij werkt als onderwijsadviseur bij APS in Utrecht en sinds ruim een jaar is zij projectleider Engels bij het VLC. Wat was de aanleiding voor deze conferentie?
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieAanvulling Woordenschat NT2
Aanvulling Woordenschat NT2 Woordenschat Kinderen die net beginnen met Nederlands leren, moeten meteen aan de slag met het leren van woorden. Een Nederlandstalig kind begrijpt in groep 1 minimaal 2000
Nadere informatiePopulariteit, sociale relaties, buitensluiten en
sociaal-emotioneel Sociometrisch onderzoek uitvoeren Sociale relaties tussen kleuters Welke kinderen liggen goed in de groep? Wie speelt met wie? Zijn er ook kinderen die buiten de groep vallen of die
Nadere informatieMMIO Verslag. Groepsopdracht week 1. Hoe zorgen we dat kinderen van jongs af aan gezonder leren eten?
MMIO Verslag Groepsopdracht week 1 Hoe zorgen we dat kinderen van jongs af aan gezonder leren eten? Door David Arisz 11044772 Rob Dekker 11020067 Devin Hillenius 11018070 Joep Straatman 11035307 Concept
Nadere informatieRode Draad: Wat is Maatschappijleer?
Rode Draad: Wat is Maatschappijleer? MVE Fioretti College Inhoudsopgave... 0 Inleiding... 2 Planning en toetsing... 2 Hoe maak ik de rode draad-opdracht?... 2 Beoordeling... 3 Keuze-opdrachten... 3 Eisen
Nadere informatiea. Wanneer kan men in plaats van de Pearson correlatie coefficient beter de Spearman rangcorrelatie coefficient berekenen?
Opdracht 15a ------------ Spearman rangcorrelatie coefficient (non-parametrische tegenhanger van de Pearson correlatie coefficient) Wilcoxon symmetrie-toets (non-parametrische tegenhanger van de t-procedure
Nadere informatieMuseumbezoek onder Studenten
Museumbezoek onder Studenten Ontwerprapport CMD-Project Jelle Clignet CMD2B 1108174 Inhoudsopgave Inleiding 2 Concept 3 Beschrijving van het concept 3 Applicatie 3 Ondersteunende middelen 3 Middelen 4
Nadere informatieICT & Beginnende geletterdheid: Richtlijnen voor het pabo-curriculum
ICT & Beginnende geletterdheid: Richtlijnen voor het pabo-curriculum Nelleke Belo, Susan McKenney & Joke Voogt 08/01/15 VELON Conferentie 11-03-2014 1 ICT & Onderwijs Trends en discussies in Nederland
Nadere informatieInge Test 07.05.2014
Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij
Nadere informatieMobiel woordjes verwerven en leren in en buiten de les. Verantwoording Profielproduct ontwikkelaar
Mobiel woordjes verwerven en leren in en buiten de les Verantwoording Profielproduct ontwikkelaar Student: Jaury de Jong Studentnummer: 10129634 School: Amstelveen College Opdrachtgever: Helen Vogelpoel
Nadere informatieMeervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden
Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd
Nadere informatieEffecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:
Nadere informatieEen voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma
7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die
Nadere informatieValorisatieverslag. Master thesis Onderwijswetenschappen
Valorisatieverslag Master thesis Onderwijswetenschappen 2017-2018 Student: Marianne den Hertog Studentnummer: 4159616 Datum: 25-06-2018 Lesgeven aan (hoog)begaafde leerlingen in de reguliere klas Hoe kunnen
Nadere informatieVERANTWOORDINGSTEKST Profielproduct KJKramer. 1. Inleiding
VERANTWOORDINGSTEKST Profielproduct KJKramer 1. Inleiding In 2009 heeft de Inspectie van het Onderwijs een rapport uitgebracht over de aansluiting van het voortgezet onderwijs op het basisonderwijs (Inspectie
Nadere informatieProducten en prijzen 2013 GPS Nederlands GPS Duits GPS Engels
Nederlands - Duits - Engels Navigeren op maat Producten en prijzen 2013 GPS Nederlands GPS Duits GPS Engels www.instruct.nl 1 Inhoudsopgave Maak kennis met GPS Taal Pag. 3 Opbouw en inhoud van de methoden
Nadere informatieOperationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)
Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie
Nadere informatieInformatie voor de leerkracht Introductie nieuw concept (pagina 1) Programmeren met Bomberbot (pagina 1)
Leerlingen herkennen dat de moderne technologie om ons heen geprogrammeerd is door mensen. Leerlingen begrijpen dat een computer-programma bestaat uit een set instructies die een computer uitvoert en dat
Nadere informatieInleiding 4. Engels in het basisonderwijs 5. Words&Birds een verrijking van de les, een verbreding van de wereld 6. Wat is Words&Birds?
Inleiding 4 Engels in het basisonderwijs 5 Words&Birds een verrijking van de les, een verbreding van de wereld 6 Wat is Words&Birds? 6 Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van Words&Birds? 6 Met welk
Nadere informatieSTEMKASTJES Schrijver: Meia Wippoo Doelgroep: onderbouw Datum: 2 maart 2012
STEMKASTJES Schrijver: Meia Wippoo Doelgroep: onderbouw Datum: 2 maart 2012 Leerarrangement Stemkastjes: Taal Inhoudelijke omschrijving en achtergrond Een stemkastje is een eenvoudige middel om snelle
Nadere informatieVerantwoording van de te bezoeken les
Verantwoording van de te bezoeken les Toelichting m.b.t. constructeur leeromgeving: Zie het losse lesvoorbereidingsformulier. Toelichting m.b.t. de rol van vakinhoudelijk begeleider: Waar in de les motiveert
Nadere informatieOnze doelgroep speelt het meest games op op online game websites. Hierna komen de consoles en de PC games.
Doelgroep onderzoek Datum: 22 maart Door: Peter Uithoven IAD 2 van Team 19 Project: Drugs and the City Inleiding Wij hebben ervoor gekozen als doelgroep de eerste jaars middelbare scholieren, de brugklassers
Nadere informatieChecklist Rekenen Groep 3. 1. Tellen tot 20. 2. Getallen splitsen. Hoe kun je zelf het tellen controleren?
Checklist Rekenen Groep 3 1. Tellen tot 20 Als kleuters, in groep 1 en groep 2, zijn de kinderen bezig met de zogenaamde voorbereidende rekenvaardigheid. Onderdelen hiervan zijn ordenen en seriatie. Dit
Nadere informatieMASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE
FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en
Nadere informatieChristel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente)
Vragenlijst formatief toetsen - Docent Deze vragenlijst is ontwikkeld door de Universiteit Twente op basis van bestaande vragenlijsten* en heeft als doel te onderzoeken in welke mate de docenten en leerlingen
Nadere informatieE.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7
E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7 1 Vera Kleuskens groep 7 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inleiding... 4 1. Wat is E.H.B.O... 5 2. E.H.B.O. vereniging... 6 3. Cursus... 7+8+9 4. Reanimatie en A.E.D....
Nadere informatieOnderzoek Zuid-Afrika
Onderzoek Zuid-Afrika Tweede taalverwerving en tweede taalonderwijs Engels als tweede taal in het basisonderwijs Naam: Kimberly Vermeulen Studentnummer: S1077859 Klas: PLV3B Datum: 20-04-2015 Inhoudsopgave
Nadere informatieLesgroep 31 studenten die na de theorie worden opgedeeld in 4 groepen Lokaal A. 1.31, A. 1.32, A en A
LVF2: 4C-ID model 0. Algemene gegevens Naam cursisten Tamara Lust, Manon Kessels, Mirna Roozen, Sybren Mulder Naam hoofddocent Tamara Lust Namen begeleiders Manon Kessels, Mirna Roozen, Sybren Mulder Datum
Nadere informatieVRAGENLIJST STUDIEKRING Competentie Studievaardigheden en vak inhoudelijke kennis
VRAGENLIJST STUDIEKRING Competentie Studievaardigheden en vak inhoudelijke kennis 1. Voordat ik aan mijn huiswerk begin, schat ik in hoeveel tijd het me per vak gaat kosten. 2. Ik verkijk mij nooit op
Nadere informatieCognitieve strategieën voor diepe verwerking en feedback
Cognitieve strategieën voor diepe verwerking en feedback Samenvatting van het artikel van Henry L. Roediger III, Mary A. Pyc (2012), Inexpensive techniques to improve education: Applying cognitive pgychology
Nadere informatieFrontaal Lesgeven en / of Peer Teaching
Frontaal Lesgeven en / of Peer Teaching Twee didactische werkvormen in de praktijk vergeleken. Ronald Lolkema EnL / 2015 1 Voorwoord In het schooljaar 2014-2015 ben ik in de 3 e periode begonnen met het
Nadere informatieVRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT
VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL
Nadere informatieBevordering van tekstbegrip door visualisering van tekststructuren
Ronde 8 Maaike Pulles (a) & Dianne Bekker (b) (a) Etoc, Groningen (b) Kentalis Guyotschool voor VSO, Haren Contact: m.pulles@rug.nl d.bekkers@kentalis.nl Bevordering van tekstbegrip door visualisering
Nadere informatieCLIL Toolkit voor het basisonderwijs
CLIL Toolkit voor het basisonderwijs Auteurs: Alessandra Corda, Eke Krijnen, Wibo van der Es Redactie: Jan Willem Chevalking, Tine Stegenga 2012 Expertisecentrum mvt, Leiden Een digitale versie van deze
Nadere informatie* de rol van de ouders en de school op gebied van gebruik van social media.
Samenvatting vergadering 9 december 2015 Na het vaststellen van de notulen van de vergadering van 28 oktober 2015 werd, in lijn met de eerder vastgetselde centrale onderwerpen, door 2 ouders van de oudervereniging
Nadere informatiemlw stroom 2.2 Biostatistiek en Epidemiologie College 9: Herhaalde metingen (2) Syllabus Afhankelijke Data Hoofdstuk 4, 5.1, 5.2
mlw stroom 2.2 Biostatistiek en Epidemiologie College 9: Herhaalde metingen (2) Syllabus Afhankelijke Data Hoofdstuk 4, 5.1, 5.2 Bjorn Winkens Methodologie en Statistiek Universiteit Maastricht 21 maart
Nadere informatiehet minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd
Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend
Nadere informatieCLIL in het basisonderwijs
Marion Ooijevaar, 3 januari 2019 Introductie Deze whitepaper verschijnt in een serie whitepapers over Engels in het basisonderwijs. De serie bespreekt verschillende onderwerpen die relevant zijn voor leerkrachten
Nadere informatieFactsheet Tweetalig Primair Onderwijs
Factsheet Tweetalig Primair Onderwijs Vervolgmeting schooljaar 2016/17 Maarten Wolbers Evelien Krikhaar Cindy Teunissen Rick de Graaff Sharon Unsworth Bianca Leest Karien Coppens Tessa Jenniskens Januari
Nadere informatieJoTondeur (VUB), Koen Aesaert & Johan van Braak (UGent)
JoTondeur (VUB), Koen Aesaert & Johan van Braak (UGent) Inhoud Context en theorie ICT-competenties studentleraren Strategieën lerarenopleiding (SQD) Probleemstelling Methode Survey Multilevel analyse Resultaten
Nadere informatieEabele Tjepkema eabele.tjepkema@stenden.com. Input curriculum opbouw meertalig onderwijs
Eabele Tjepkema eabele.tjepkema@stenden.com Input curriculum opbouw meertalig onderwijs Even voorstellen Leraar Basisonderwijs Onderwijskundige S-VIBer Supervisor Lid Kenniskring Fries en meertaligheid
Nadere informatieProbleemoplossen, ook in het speciaal basisonderwijs
Probleemoplossen, ook in het speciaal basisonderwijs Marjolijn Peltenburg, Marnix Academie Nog te weinig aandacht voor 21e eeuwse vaardigheden 21e eeuwse vaardigheden: wie heeft er niet van gehoord? Vaak
Nadere informatieANOUK ROUMANS TO CODE OR NOT TO CODE.
ANOUK ROUMANS ANOUK ROUMANS TO CODE OR NOT TO CODE. 00 HOOFDVRAAG 00 HOOFDVRAAG Is het relevant voor een UX-designer om development kennis te hebben op gebied van apps? 00 INHOUDSOPGAVE 00 INHOUDSOPGAVE
Nadere informatieDigitale examens wiskunde VMBO 2018
Digitale examens wiskunde VMBO 2018 In mijn besprekingen van de vmbo examens uit 2017 vergeleek ik de twee openbaar gemaakte digitale examens met de openbaar gemaakte schriftelijke examens uit 2017. Voor
Nadere informatieDierenlessen, het verschil?
Dierenlessen, het verschil? Auteurs: V. Boomer en S.H.A. Pluijmaekers HAS Hogeschool (2013) Ooit aan de leerlingen op een basisschool gevraagd wat wij eten dat van een kip komt? Welke soorten vis wij kunnen
Nadere informatieBeveiligingsaspecten van webapplicatie ontwikkeling met PHP
RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN Beveiligingsaspecten van webapplicatie ontwikkeling met PHP Versie 1.0 Wouter van Kuipers 7 7 2008 1 Inhoud 1 Inhoud... 2 2 Inleiding... 2 3 Probleemgebied... 3 3.1 Doelstelling...
Nadere informatieNieuwe afspraken over de overstap. 1. Basisschooladvies is leidend.! LVS-gegevens groep 6, 7 en 8 Werkhouding en gedrag Aanvullende gegevens
Na de basisschool Nieuwe afspraken over de overstap Naar welke opleiding kan mijn kind? Het basisschooladvies Het 2e toetsgegeven Welke opleidingen zijn er? Wat verwachten we van de ouders bij deze schoolkeuze?
Nadere informatieFort van de Democratie
Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve
Nadere informatieEr wordt door veel mensen opgezien tegen de overstap
With a little Help from Wennen aan Office 2010 John Spronk Er wordt door veel mensen opgezien tegen de overstap naar Office 2010 omdat het er zo anders uitziet dan het vertrouwde Office 97. Degenen die
Nadere informatieFeedback geven en krijgen. Diepteverwerking 9 november 2016 Marieke Thurlings
Feedback geven en krijgen Diepteverwerking 9 november 2016 Marieke Thurlings Overzicht Wat is feedback? Feedback van leraar aan leerlingen Hét model van Hattie & Timperley (2007) Zelf aan de slag Uitwisselen
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op vrijdag , 9-12 uur.
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S95) op vrijdag 29-04-2004, 9-2 uur. Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine
Nadere informatieProcedure schooladvies
Procedure schooladvies Doel van de procedure: Leerkrachten, ouders en leerlingen hebben zorgvuldige en uitgebreide informatie over het traject dat gevolgd wordt op basisschool Ondersteboven om tot een
Nadere informatieAl spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever
Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever 2010-2011 Een onderzoek van: Universiteit Gent Katarina Panic Prof. Dr. Verolien Cauberghe
Nadere informatieMonitor Klik & Tik de Bibliotheek [voorbeeld] september 2014 augustus 2015
Monitor Klik & Tik de Bibliotheek [voorbeeld] september 2014 augustus 2015 Inhoud 1. Inleiding... 1 2. Dienstverlening en deelnemers in de Bibliotheek [voorbeeld]... 2 2.1 Dienstverlening... 2 2.2 Deelnemers...
Nadere informatieDoel Het in kaart brengen van de persoonlijkheid, de houding en de tevredenheid van een leerling met betrekking tot schoolgerelateerde onderwerpen
Product Informatie Blad - PHT (Persoonlijkheid, Houding, Tevredenheid) PIB110-2010-PHT Doel Het in kaart brengen van de persoonlijkheid, de houding en de tevredenheid van een leerling met betrekking tot
Nadere informatie9. Een educatief computerspel voor rekenen bij kleuters
9. Een educatief computerspel voor rekenen bij kleuters It s all-in the game Femke Kirschner, Evelyn Kroesbergen, Patricia van Soest & Marielle van Vliet Een educatief computerspel voor getalbegrip bij
Nadere informatie