Depressie en Verslaving: Een Wederkerig Effect?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Depressie en Verslaving: Een Wederkerig Effect?"

Transcriptie

1 Depressie en Verslaving: Een Wederkerig Effect? Juliette W. Kooij Universiteit van Amsterdam Datum: Bachelorthesis: tweede versie Student nummer: Supervisor: Reinout Wiers Abstract: 120 woorden Thesis: 7194 woorden

2 Abstract De adolescentie is een periode die gepaard gaat met een verhoogd risico op het ontwikkelen van problematiek als depressie en verslaving. Bovendien lijken depressie en verslaving elkaar te beïnvloeden. De richting van deze invloed was echter nog onduidelijk. In dit literatuuroverzicht is daarom gekeken of er sprake is van een wederkerige invloed tussen depressie en verslaving. Naast de mogelijke wederzijdse beïnvloeding is er gekeken naar de risicofactoren sekse, persoonlijkheidstrekken en leeftijd. Uit dit literatuuronderzoek blijkt dat er sprake is van een wederkerig effect, waarbij de risicofactoren richting geven. Bij meisjes gaat depressie vaker vooraf aan verslaving, terwijl bij jongens verslaving vaker vooraf gaat aan depressie. Neuroticisme en extraversie lijken bij deze invloed een rol te spelen, net als een hogere leeftijd. 1

3 Inhoudsopgave Inleiding: Depressie en verslaving, een wederkerige beïnvloeding De invloed van depressie op het ontwikkelen van verslaving De invloed van verslaving op de ontwikkeling van depressie. 8 Middelenmisbruik, frequentie en hoeveelheid Alcohol, tabak en cannabis Risicofactoren...11 Sekseverschillen Persoonlijkheidstrekken Leeftijd Conclusie en discussie. 18 Literatuur 22 2

4 Depressie en verslaving, een wederkerige beïnvloeding Erikson (1968) beschrijft de adolescentie als een ontwikkelingsperiode, waarin jonge mensen op zoek gaan naar hun eigen identiteit. Het is een onzekere tijd die gepaard kan gaan met diverse moeilijkheden. De kenmerkende problematiek in deze periode heeft betrekking op experimenteel middelengebruik en het ervaren van sombere gevoelens. Beide factoren kunnen vanzelf verdwijnen na de adolescentie, het is echter ook mogelijk dat deze uitmonden in een ernstiger vorm. Het experimentele gebruik kan overgaan in regelmatig gebruik, wat kan leiden tot het ontwikkelen van een verslaving ( De sombere gevoelens kunnen depressie tot gevolg hebben. Uit onderzoek blijkt bovendien, dat depressie en verslaving vaak samen optreden en elkaar kunnen beïnvloeden (Boyle & Offord, 1991). Hoe deze factoren elkaar beïnvloeden is echter nog niet duidelijk. Het is mogelijk dat de depressie vooraf gaat aan het middelenmisbruik maar een omgekeerde volgorde is ook mogelijk (Ross, 2004). Zo laat eerder cross-sectioneel onderzoek zien dat meervoudig alcoholgebruik is geassocieerd met een hoger risico op depressieve symptomen en depressie (Graham, Massak, Demers & Rehm, 2007). Ander onderzoek laat zien dat het hebben van een depressie wordt geassocieerd met een hoger risico op verslaving (Clark, Jacob & Mezzich, 1994). Uit de genoemde onderzoeken blijkt dat er wordt gezocht naar een causaliteit van ofwel depressie op verslaving ofwel van verslaving op depressie. Maar is het wel verstandig om van een causale relatie te spreken? Is het, gegeven de aanwezige tegenstrijdigheid, niet beter om te spreken van een wederkerig effect? Dit literatuuroverzicht zal inzicht bieden over de mogelijke aanwezigheid van een wederkerig effect bij de ontwikkeling van depressie en verslaving. Wanneer er gekeken wordt naar de ontwikkeling van verslaving kunnen er twee paden worden onderscheiden. Het externaliserende pad naar verslaving en het internaliserende pad naar verslaving. Bij het externaliserende pad spelen sensatie zoeken en impulsiviteit een belangrijke rol. Sensatie zoeken wordt gedefinieerd als de voortdurende neiging om gevarieerde, nieuwe en intense ervaringen en gevoelens te beleven. Dergelijke intense ervaringen worden gecreëerd door het nemen van fysieke en sociale risico s (Zuckerman, 2001). Impulsiviteit wordt gedefinieerd als het onvermogen om aandacht te hebben voor de mogelijke consequenties van gedrag; er is een gebrek aan het inhiberen van impulsen (Whiteside & Lynam, 2003). Zowel een hoge mate van sensatie zoeken als een hoge mate van impulsiviteit leidt volgens eerder onderzoek tot een verhoogd risico op middelenmisbruik en verslaving (Sher, 1991; Whitmore et al., 1997). Omdat sensatie zoeken en impulsief gedrag sterker geassocieerd zijn met jongens dan met meisjes, wordt verwacht dat het 3

5 externaliserende pad bij jongens een grotere rol speelt bij de ontwikkeling van verslaving dan bij meisjes (Wagner, 2001). Een mogelijke verklaring voor dit verschil wordt gegeven door Hill (2002, aangehaald in Prinzie, 2004). Volgens Hill (2002) draagt testosteron bij aan het vertonen van externaliserende gedragingen. Omdat het hormoon in grotere mate voorkomt in het lichaam van jongens, wordt verwacht dat zij meer impulsief- en sensatiegedrag vertonen dan meisjes. Een verslaving zal zich bij jongens dus vaker via dit pad ontwikkelen Bij het internaliserende pad spelen depressie en stemmingswisselingen een belangrijke rol. De term depressie verwijst naar de aanwezigheid van een gedeprimeerde stemming of verlies van belangstelling of welbevinden (DSM-IV-TR, 2000). Volgens cognitieve theorieën ontwikkelen depressieve mensen een bias van extreem negativisme dat gericht is op henzelf, de wereld en de toekomst (Beck, 1972). Een hoge mate van depressiviteit lijkt een voorspellende waarde te hebben voor verslaving (King, Lacono, & McGue, 2004). Omdat emotionele stoornissen vaker voor komen bij meisjes dan bij jongens wordt verwacht dat het internaliserende pad een grotere rol bij meisjes speelt bij het ontwikkelen van een verslaving (Wu, Hoven, Okezie, Fuller & Cohen, 2008). Vanwege de focus op het wederkerig effect tussen depressie en verslaving zal dit literatuuroverzicht zich voornamelijk richten op het internaliserende pad. Volgens het internaliserende pad speelt depressie een rol bij de ontwikkeling van verslaving. Deze aanname wordt bevestigd door eerder onderzoek van Riggs, Baker, Milkulich, Young en Crowly (1995) waaruit bleek dat depressie voorafgaat aan verslaving. Omgekeerd lijkt middelenmisbruik de ontwikkeling van depressie ook te beïnvloeden. Zo blijken verslaafde adolescenten driemaal vaker te lijden aan depressie dan niet-verslaafde adolescenten (Armstrong & Costello, 2002). Deze tegengestelde bevinding past niet binnen het internaliserende pad maar duidt mogelijk wel op een wederkerig effect; depressie beïnvloedt verslaving en verslaving beïnvloedt depressie. Naast dit mogelijke wederkerig effect kan er gedacht worden aan achterliggende factoren die de aanwezigheid van beide stoornissen verklaren, bijvoorbeeld het verschil in sekse. Volgens het internaliserende pad is de ontwikkeling van verslaving bij meisjes sterker geassocieerd met depressie dan jongens. Maar betekent dit dat er minder depressieve verslaafde jongens zijn dan depressieve verslaafde meisjes? Een andere factor die mogelijk een achterliggende rol speelt bij de ontwikkeling van depressie en verslaving zijn persoonlijkheidsfactoren. Een veelgebruikt persoonlijkheidsmodel is de Big Five. Big Five gaat ervan uit dat alle menselijke karaktereigenschappen terug te voeren zijn op een vijftal domeinen: Openheid, 4

6 Consciëntieusheid, Extraversie, Vriendelijkheid ( Agreeableness ) en Neuroticisme. Neuroticisme lijkt geassocieerd met een motief om te drinken met het doel de negatieve emotionele toestand te verminderen (Kuntsche, von Fischer, & Gmel, 2008). Vriendelijkheid en Consciëntieusheid lijken gelinkt te zijn aan zowel het drinkmotief om de positieve emotionele staat te vergroten als het drinkmotief om de negatieve emotionele staat te verminderen. De genoemde onderzoeken bieden geen eenduidig beeld, om deze reden zijn er verschillende modellen die de relatie tussen depressie en verslaving verklaren. Het eerste model is de Zelf-Medicatie Theorie (Millman & Botvin, 1983, aangehaald in Wu et al., 2008 ). Dit houdt in dat individuen met een psychische stoornis (in dit geval depressie) middelen gebruiken om de aanwezige symptomatologie te verlichten. Uit onderzoek met dieren bleek dat het consumeren van ethanol (alcohol) op korte termijn leidt tot een verhoging van het serotonine gehalte in het lichaam. Deze verhoging heeft een prettig en tevreden gevoel tot gevolg. Dit zou wellicht verklaren waarom mensen alcohol gebruiken als zelfmedicatie voor depressie. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld cannabis met andere werkzame stoffen. Het eerste model gaat er vanuit dat depressie vooraf gaat aan verslaving. Het tweede model gaat er vanuit dat verslaving vooraf gaat aan depressie (Hovens, Cantwell, & Kiriakos, 1994, aangehaald in Wu et al., 2008). Uit dieronderzoek bleek dat bij het stoppen van toediening met ethanol, na een continue inname van ethanol van 3 tot 5 weken, het serotoninegehalte significant daalde. Een daling van het serotoninegehalte leidt tot een daling van stemming. Dit verklaart het depressieve gevoel. Het derde model gaat er van uit dat verslaving en depressie een gedeelde origine hebben en het resultaat zijn van gemeenschappelijke kwetsbaarheden zoals genetische- en omgevingsfactoren (Prescott, Aggen, & Kendler, 2000, aangehaald in Wu et al., 2008). Figuur 1: Depressie en verslaving (Millman en Botvin, 1983; Hovens et al., 1994; Prescott et al., 2000) 5

7 Op dit moment wordt er gebruik gemaakt van drie modellen die de invloed van depressie en verslaving proberen te verklaren, hierdoor is het moeilijk om een compleet beeld te krijgen van de aanwezige invloeden die betrekking hebben op depressie en verslaving. Het is daarom van belang om na te gaan of er sprake is van een wederkerig effect. Indien dit het geval is, zal het mogelijk zijn om één model te creëren dat inzicht biedt in de relatie tussen depressie en verslaving, waardoor er wel een compleet beeld verkregen kan worden. Een dergelijk model is niet alleen van belang voor een duidelijker beeld binnen de wetenschap, ook in de praktijk is dit handig. Adolescenten met comorbide verslaving en depressie hebben namelijk een slechtere klinische prognose en lopen een groter risico op mentale en lichamelijke gebreken wanneer zij volwassen zijn (Kesseler et al., 2003). Een model waarin duidelijk is welke factoren een rol spelen, maakt het maakt mogelijk toekomstige problemen te voorkomen. Dit literatuuroverzicht zal inzicht geven over de vraag of er sprake is van een wederkerige effect bij de ontwikkeling van depressie en verslaving. In het eerste deel zal worden ingegaan op de effecten van depressie bij de ontwikkeling van verslaving. Vervolgens zal in het tweede deel duidelijk worden wat het effect van verslaving is op de ontwikkeling van depressie. Tot slot zal er worden ingegaan op de risicofactoren die van invloed zijn bij de ontwikkeling van zowel depressie als verslaving. Dit zijn sekse, persoonlijkheidsfactoren en leeftijd. 1. De invloed van depressie op het ontwikkelen van verslaving De huidige prevalentie van depressieve adolescenten in Nederland bedraagt 6,7 procent ( Een percentage als dit is zorgwekkend; depressie heeft namelijk een diversiteit aan problematiek tot gevolg (Hahesy et al., 2002, aangehaald in Saraceno et al., 2011). Uitgaande van het eerste model, de Zelf-Medicatie theorie (Millman & Botvin, 1983, aangehaald in Wu et al., 2008) zal depressie een belangrijke rol innemen bij het ontwikkelen van een verslaving. Om een duidelijk beeld te scheppen over de mogelijke wederkerige invloed van depressie en verslaving, zal eerst gekeken worden wat de invloed is van depressie op de ontwikkeling van verslaving. Verslaving blijkt in sterkere mate gelinkt te zijn aan depressieve adolescenten met ADHD dan bij non-depressieve adolescenten met ADHD. Vermindering van depressie lijkt bovendien gepaard te gaan met een vermindering van het middelenmisbruik. Warden e.a. 6

8 (2012) lieten zien dat deelnemers (303) waarvan het non-nicotine middelengebruik werd gemeten, de adolescenten met een comorbide depressie meer dagen drugs en alcohol gebruikten dan adolescenten zonder comorbide depressie. Drugsgebruik werd gemeten aan de hand van een urinetest. Er werd gecontroleerd op de aanwezigheid van onder andere amfetamine, cocaïne, opiaten en THC. Hieruit bleek dat depressieve adolescenten zich minder dagen onthielden van drugs. Dit komt overeen met eerder onderzoek waarbij gerapporteerde depressie is geassocieerd met ernstiger vormen van middelenmisbruik en verslaving (Whitmore et al., 1997). Het is echter van belang kritisch te blijven bij de studie van Warden e.a. (2012), aangezien de deelnemers geselecteerd werden op basis van hun diagnose ADHD. ADHD blijkt vanwege de bijbehorende impulsiviteitproblemen een risicofactor die van invloed is op het ontwikkelen van verslaving. De impulsiviteitsproblemen passen binnen het externaliserende pad. Om een beter beeld te krijgen of depressie invloed heeft op de ontwikkeling van verslaving is het van belang een representatieve steekproef te gebruiken. Een toevoeging aan het onderzoek van Warden e.a (2012) wordt gegeven door een ander onderzoek (Hingson, Zha & Weitzman, 2009). Aan het onderzoek namen 206 studenten mee, waarbij alcoholconsumptie werd gemeten aan de hand van the Daily Drinking Questionnaire (DDQ). Alcoholgerelateerde problemen werden gemeten door middel van de Young Adult Alcohol Consequences Questionnaire en depressie werd gemeten aan de hand van de Center for Epidemiological Studies Depression Scale (CESD). Uit de resultaten bleek dat depressieve symptomen geassocieerd zijn met alcoholproblemen. Dit resultaat komt overeen met eerder onderzoek waarbij depressieve symptomen kunnen leiden tot een motief om te drinken om de negatieve gevoelens te verminderen; De Zelf-Medicatie theorie (Millman & Botvin, 1983, aangehaald in Wu et al., 2008). Het hierboven beschreven onderzoek geeft aan dat depressie inderdaad invloed heeft op het ontwikkelen van een verslaving. Een bevestigend resultaat volgt uit de studie van Saraceno e.a. (2011). Bij 4220 kinderen met een gemiddelde leeftijd van tien jaar werd aan de hand van vier items uit de Semi-Structured Assessment for Genetics of Alcoholism (SSAGA) de mate en frequentie van het alcoholgebruik gemeten. Depressieve symptomen werden gemeten door middel van een zelfrapportage-instrument, de Short Mood and Feelings Questionnaire (SMFQ). De aanwezigheid van depressieve symptomen in de kindertijd bleek geassocieerd met negen procent meer risico op problematisch alcoholgebruik in de adolescentie. Bovendien stijgt het risico met 27 procent bij kinderen met een ernstige vorm van depressie in vergelijking met kinderen met een lage mate van depressie. De aanwezigheid 7

9 van meerdere depressieve symptomen duidt op een grotere negativiteit en somberheid, wat een ernstiger middelenmisbruik en verslaving tot gevolg heeft. Depressie heeft invloed op het ontwikkelen van later middelenmisbruik en verslaving bij adolescenten. Vanuit de Zelf-Medicatie theorie van Millman en Botvin (1983, aangehaald in Wu et al., 2008) komt dit vanwege de verlichtende werking van verdovende middelen op de depressieve staat. Khantzian (1997, aangehaald in McCarty, 2009) voegt hieraan toe dat alcohol en gerelateerde drugs de illusie creëren van antidepressiva omdat zij tijdelijk de negatieve en sombere gevoelens van depressie weg kunnen nemen. Daarnaast blijkt de mate van depressie invloed te hebben op de mate van middelenmisbruik. Een ernstige vorm van somberheid leidt tot een grotere motivatie deze problemen weg te drinken en heeft dus een ernstiger mate van middelenmisbruik en verslaving tot gevolg. 2. De invloed van verslaving op de ontwikkeling van depressie Middelenmisbruik, frequentie en hoeveelheid Ernstig drankgebruik onder scholieren en studenten wordt de laatste jaren herkend als een groot probleem (Hingson, Zha, & Weitzman, 2009). Resultaten uit de College Alcohol Study, een nationaal onderzoek onder studenten, laten zien dat frequent ernstig alcohol gebruik impact heeft op onder andere de academische vaardigheden, sociale relaties en de gezondheid van de jongeren (Weichsler & Nelson, 2008). Onduidelijk is nog wat de invloed is van verslaving op depressie. De frequentie van alcoholgebruik en drugsinname lijkt het risico op het ontwikkelen van depressie te beïnvloeden. Een grotere frequentie van gebruik van zowel alcohol als drugs draagt bij aan een groter risico op het ontwikkelen van depressie. Er kan ook gesproken worden van een omgekeerd effect, zo zal depressie minder vaak voorkomen bij mensen die incidenteel drinken. De hoeveelheid van alcoholinname en drugsgebruik heeft echter geen voorspellende waarde voor de ontwikkeling van depressie (Torikka, Kaltiala-Heino, Rimpela, Rimpela & Rantanen, 2001). Deze conclusie werd getrokken uit een onderzoek waaraan jongeren tussen 14 en 16 jaar deelnamen. Depressie werd gemeten aan de hand van de verkorte versie van de BDI. Alcohol en drugsgebruik werd gemeten aan de hand van variabelen over de frequentie van inname. Hier kwamen vragen naar voren als Hoe vaak gebruik je alcohol?. Bijbehorende alternatieven waren hierbij: één keer in de week tot meerdere malen per maand. 8

10 Een overeenkomstig resultaat werd gevonden aan de hand van een vergelijkbare studie waarin de Child Depression Inventory (CDI) werd gehanteerd in plaats van de BDI. Dit is eveneens een zelfrapportageinstrument dat gebruikt wordt voor het meten van depressie (Espada et al., 2011). Ook hier blijkt dat de hoeveelheid van middelengebruik niet gelinkt is aan de ontwikkeling van depressie maar dat frequentie van middelengebruik wel degelijk invloed heeft op depressie. Levels van depressie stijgen indien er meer dan drie drankjes in de week worden gedronken, de levels dalen indien er niet meer dan 1 à 2 drankjes in de week worden gedronken. Een verklaring voor de gevonden resultaten is dat verslaving een symptoom kan zijn van een nog ongeïdentificeerde depressiestoornis (DeMilio, 1989) of dat deze middelen worden gebruikt als coping mechanisme. Deze laatste verklaring zou aansluiten bij het tweede model waarin verslaving een voorspellende waarde heeft voor het ontwikkelen van depressie (Bukstein, Brent, & Kaminer, 1992). Zowel de studie van Torikka e.a. (2001) en Espada e.a. (2011) laten zien dat inname van verslavende middelen invloed heeft op de ontwikkeling van depressie. Bovendien speelt volgens hen de frequentie van gebruik hierin een rol. Ook volgens Chinet e.a. (2006) speelt frequentie van middelengebruik een rol bij de ontwikkeling en intensiteit van depressie. Uit het onderzoek bleek dat een vermindering van middelenmisbruik gepaard gaat met een vermindering van depressie en een stabiel hoog of laag middelengebruik gepaard gaat met stabiel hoog of laag level van depressie. Uit de resultaten bleek echter ook dat een vermeerdering van middelengebruik niet gepaard gaat met een hoger level van depressie. Deze laatste conclusie komt niet overeen met de eerdere bevindingen waarbij levels van depressie stegen indien de frequentie van het middelengebruik steeg (Torrika et al., 2001; Espada et al., 2011). Een verklaring dat er bij de studie van Chinet e.a. (2006) geen sprake is van een stijging van het risico op depressie bij een vermeerdering van middelengebruik, is dat er aan het onderzoek van Chinet e.a. (2006) enkel patiënten uit een gezondheidscentrum met mentale problemen deelnamen. Er was bij deze deelnemers al sprake van een hoog level van depressie, een stijging van de depressieve klachten was daardoor in mindere mate mogelijk ondanks de stijging van het middelengebruik. Torikka e.a. (2001) en Espada e.a. (2011) maakten gebruik van een sample van schoolkinderen. Bij deze kinderen was geen sprake van ernstige depressieve levels bij de start van het onderzoek. Het ontwikkelen van een hoger level van depressie na een grotere inname is dan ook mogelijk in tegenstelling tot de sample die werd gebruikt bij Chinet e.a. (2006). Het lijkt daarom ook aannemelijk dat middelenmisbruik en verslaving invloed hebben op de ontwikkeling van depressie. Het tweede model (Hovens, Cantwell, & Kiriakos, 1994) lijkt hiermee te worden bevestigd. Ook 9

11 kan er gesproken worden van een parallelle relatie tussen beide factoren; een frequenter gebruik heeft een groter risico op depressie tot gevolg, minder gebruik heeft een kleiner risico tot gevolg. De hoeveelheid van inname van deze middelen is echter niet geassocieerd met een verhoogd of verlaagd risico op depressie. Alcohol, tabak en cannabis De beschreven onderzoeken focussen zich voornamelijk op alcohol, tabak en cannabisgebruik. Wanneer er gekeken word naar middelengebruik en verslaving over het algemeen lijken deze factoren geassocieerd te zijn met de ontwikkeling van depressie. Welke invloed deze middelen onafhankelijk hebben op de ontwikkeling van depressie en verslaving is nog onduidelijk. Uit een onderzoek waaraan 707 Spaanse adolescenten deelnamen, bleek dat alcohol het meest gebruikte verslavende middel was (38.8%), daarna volgden tabak (21.8%) en cannabis (11.6%). Alcohol en tabak werden bovendien geassocieerd met een hoger risico op depressie; voor cannabis was deze associatie niet significant (Espada et al., 2011). De onderzoekers concludeerden hieruit dat er onderscheid gemaakt kan worden bij de invloed die de verschillende middelen hebben op de ontwikkeling van depressie. De resultaten moeten echter wel met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Cultuur kan namelijk invloed hebben op het middelengebruik. Culturen verschillen in normen, waarden en acceptatie rondom middelengebruik. Dit kan afwijkende resultaten tot gevolg hebben. Zo blijkt uit een Zwitserse studie dat frequent cannabisgebruik tijdens de adolescentie wel is geassocieerd met een verhoogd risico op een depressieve stoornis (Grella, Hser, Joshi, & Rounds-Bryant, 2001). Een infrequent gebruik lijkt geen effect te hebben op deze ontwikkeling (Degen hardt et al., 2003, aangehaald in Marmorstein & Ianconb, 2011). Een zelfde resultaat werd gevonden door een studie van Marmorstein en Iancono (2011). Aan het onderzoek namen 1252 Amerikaanse adolescenten deel die op hun 17 e, 20 e en 24 e jaar getoetst werden aan de hand van de Structured Clinical Interview van de DSM-III-R waarmee de mate van depressie werd gemeten en de Substance Abuse Module of the Composite International Diagnostic Interview (CIDI-SAM), die werd gebruikt om een beeld te krijgen van het cannabisgebruik en afhankelijkheid. Op basis van de resultaten veronderstellen de onderzoekers dat een cannabisverslaving een voorspellende waarde heeft voor de ontwikkeling van latere depressies. Dit kan volgens hen niet enkel verklaard worden door de negatieve stemming die de adolescent op den duur zal ervaren als gevolg van de gevaarlijke stoffen in het lichaam maar ook door de psychosociale consequenties die een cannabisverslaving heeft tijdens de 10

12 adolescentie, onder andere werkeloosheid, criminaliteit en falen op school. De genoemde factoren zullen een rol spelen bij de associatie tussen cannabismisbruik en de ontwikkeling van een latere depressie. De beschreven onderzoeken laten zien dat alcohol, tabak en cannabis invloed hebben op de ontwikkeling van depressie. Er is echter nog geen duidelijkheid over de individuele invloed die deze middelen kunnen hebben op depressie. Zo zijn er tegenstrijdige resultaten gevonden wat betreft de associatie tussen cannabis en depressie. Dit is echter te verklaren door een mogelijk cultuurverschil in normen en waarden en de beschikbaarheid van de middelen tussen de landen. Het onderzoek van Saraceno e.a. (2011) werd afgenomen bij Spaanse kinderen, terwijl het onderzoek van Marmorstein en Iancono (2011) bij Amerikaanse kinderen werd afgenomen. Dit cultuurverschil verklaart ook mogelijk het verschil in de resultaten. Bij het trekken van conclusies over de middelen is het daarom van belang rekening te houden met de cultuur van de persoon in kwestie. Middelenmisbruik heeft invloed op de ontwikkeling van depressie op latere leeftijd. Zowel alcohol als tabak en cannabis lijken middelen te zijn die deze relatie beïnvloeden. Welke rol de middelen spelen is waarschijnlijk afhankelijk van de cultuur en/of land waarin het middelengebruik plaatsvindt. Elke land kent namelijk zijn eigen regels omtrent middelengebruik en deze kunnen de mate van gebruik, maar wellicht ook het effect van gebruik, beïnvloeden. Welk specifieke effect elk middel heeft op depressie is daarom nog niet duidelijk. 3. Risicofactoren Sekseverschillen Comorbide alcohol- en mentale problemen lijken vaker voor te komen bij vrouwen dan bij mannen (Golding, Pembrey & Jones, 2001, aangehaald in Saraceno et al., 2011). Longitudinale studies laten bovendien zien dat depressieve symptomen een sterkere voorspellende waarde hebben voor de ontwikkeling van verslaving bij vrouwen dan bij mannen. Wellicht is er zelfs geen enkele sprake van een associatie tussen depressieve symptomen en verslaving bij mannen (Marmorstein, 2009, aangehaald in Saraceno et al., 2011). Deze bevindingen suggereren dat sekse een rol speelt ten aanzien van het samen voorkomen en ontwikkelen van depressie en verslaving. Er heerst echter nog veel onduidelijkheid over deze aanname. Zo laat een andere studie namelijk zien er geen sprake is 11

13 van een sekseverschil bij het ontwikkelen van depressieve- en verslavingssymptomen (Brook et al., 1998, aangehaald in Wu et al., 2008). ` Onderzoek naar depressie laat zien dat meisjes vaker gediagnostiseerd worden met depressie dan jongens. Jongens nemen daarentegen meer alcohol tot zich dan meisjes. Ondanks deze verschillen lijkt er geen sekseverschil aanwezig in het percentage verslaafde jongens en meisjes (Wu et al., 2008). Aan de hand van NIMH-Diagnostic Interview Schedule for Children (DSM-III-R) waarmee depressieve symptomatologie en middelenmisbruik gemeten werd, bleek dat alcoholafhankelijkheid slechts bij één procent van niet-depressieve adolescenten voorkwam. Alcoholafhankelijkheid bij depressieve meisjes bleek vier maal hoger dan bij niet-depressieve meisjes. Bij jongens lag dit percentage twaalf maal hoger dan bij niet-depressieve jongens. Wu e.a. (2008) concludeerden hieruit dat er sprake is van een sekseverschil bij de associatie tussen depressie en alcoholmisbruik. Depressie lijkt een sterkere voorspellende waarde te hebben voor verslaving bij jongens dan bij meisjes. De associatie bleef bij jongens bovendien significant wanneer er gecontroleerd werd op mogelijke confounding factors. Wanneer er bij meisjes gecontroleerd werd op confounding factors, bleek de associatie niet langer aanwezig te zijn. De gevonden resultaten komen overeen met de bevindingen van de Great Smoky Mountain Study (Costello et al., 1999, aangehaald in Wu e.a. (2008), waarin enkel een significante associatie werd gevonden tussen depressie en middelenmisbruik bij jongens. Op basis van de studie van Wu e.a. (2008) lijkt depressie een sterkere voorspellende waarde te hebben voor jongens dan voor meisjes. Dit is een onverwachte uitkomst. Volgens de eerder genoemde paden, het externaliserende en het internaliserende, volgen jongens vaker het externaliserende pad en meisjes het internaliserende pad. Dit betekent dat depressie een sterkere voorspellende waarde zou moeten hebben bij de ontwikkeling van verslaving bij meisjes dan bij jongens. Een mogelijke verklaring voor deze onverwachte uitkomst bij Wu e.a. (2008) is dat de studie gebruikt maakte van een cross-sectioneel design. Het gevolg van dit design is dat er bij de gevonden associatie niet gesproken kan worden van een causale relatie. Het is daarom niet uitgesloten dat verslaving vooraf ging aan de depressie in plaats van andersom. Dit zou passen binnen het externaliserende pad naar verslaving. Uit de studie van Nolen-Hoekstra (1994, aangehaald in Whitmore, 1997) blijkt dat vrouwen kwetsbaar zijn voor de Toxic-Triangle, deze bestaat uit eetstoornissen, alcoholisme en depressie. De kwetsbaarheid voor de Toxic-Triangle bij vrouwen wordt veroorzaakt doordat vrouwen vaker rumineren als reactie op stress. Ruminatie wordt gedefinieerd als een respons op een depressieve stemming, waarbij repetitief gefocust wordt op het feit dat men 12

14 depressief is (Skitch & Abela, 2008). Zowel mannen en vrouwen die rumineren zijn kwetsbaarder voor het ontwikkelen van depressie en verslaving. Ruminatie wordt om deze reden dan ook gezien als een belangrijke factor bij de relatie tussen depressie en verslaving (Skitch & Abela, 2008). Verschillend onderzoek laat zien dat maladaptieve aandacht voor een depressieve stemming is geassocieerd met middelenmisbruik, dat als vlucht wordt gebruikt bij het depressieve zelfbewustzijn (Baumeister, 1992). Ruminatie komt voornamelijk voor bij adolescente meisjes. Dit zou verklaren waarom depressie vaker voorkomt bij meisjes dan bij jongens. Deze kwetsbaarheid betekent echter niet dat verslaving ook daadwerkelijk vaker voorkomt bij meisjes. Uit ander onderzoek blijkt namelijk geen significant verschil wanneer gekeken werd naar het percentage verslaafde jongens en meisjes (Thomas, Deas & Grindlinger, 2003). Dit is te verklaren door het externaliserende pad dat jongens belopen. Vanwege hun grotere drang naar sensatie zoeken en impulsieve gedrag, lopen zij via deze weg een groter risico op het ontwikkelen van een verslaving. Dit heeft mogelijk tot gevolg dat er geen verschil wordt gevonden in het aantal verslaafde jongens en meisjes maar wel dat er een verschil gevonden wordt in het aantal depressieve verslaafde jongens en meisjes. Overeenkomstige resultaten werden gevonden in een studie naar de relatie tussen conduct disorder (CD), ADHD, depressie en verslaving (Whitmore et al, 1997). Aan het onderzoek namen 82 meisjes en 285 jongens deel tussen de 13 en 19 jaar. Allen werden blootgesteld aan een testbatterij van verschillende diagnostische interviews. Uit de resultaten bleek een associatie tussen depressie en verslaving. Deze associatie gold voornamelijk voor depressieve meisjes. Bij jongens bleken zowel CD, ADHD en depressie significant gecorreleerd met verslaving. Dit komt overeen met het externaliserende pad waarin impulsiviteit geassocieerd is met het ontwikkelen van verslaving. Een belangrijk symptoom van ADHD is namelijk impulsiviteit. Daarnaast bleken depressieve symptomen vaker voor te komen bij vrouwen dan bij mannen. Deze bevinding past binnen het internaliserende pad. Whitmore e.a. (1997) concludeerde hieruit dat zowel adolescente jongens en meisjes comorbide stoornissen hebben die gerelateerd zijn aan hun verslaving, welke comorbide stoornissen verslaving beïnvloeden, verschilt per sekse. Voor jongens lijken zowel CD, ADHD als depressie belangrijke oorzaken te zijn voor verslaving terwijl depressie de primaire gerelateerde factor is bij vrouwen. Uit de beschreven onderzoeken blijkt dat er sprake is van een sekseverschil wanneer er wordt gekeken naar de ontwikkeling van depressie en verslaving. Meisjes worden vaker gediagnosticeerd met depressie. Verslaving zal bij meisjes om deze reden vaker een gevolg zijn van depressie. Jongens nemen een grotere hoeveelheid middelen tot zich dan meisjes en 13

15 experimenteren vaker met middelengebruik. Dit valt mogelijk te verklaren door het externaliserende pad waarin naar voren komt dat jongens een sterkere drank hebben tot sensatie zoeken en meer impulsief gedrag vertonen dan meisjes. Verslaving zal bij jongens dan ook vaker de oorzaak zijn van depressie. Er blijkt echter geen significant verschil in het percentage verslaafde jongens en meisjes. Dit wordt verklaard door de verschillende paden die jongens en meisjes belopen bij de ontwikkeling van verslaving, het externaliserende pad en het internaliserende pad. Beide leiden tot verslaving. Hierdoor zal het aantal verslaafde jongens en meisjes op een gelijk niveau blijven ondanks het verschil in aantal depressieve jongens en meisjes. Persoonlijkheidstrekken Een groeiend aantal onderzoeken laat zien hoe persoonlijkheidskenmerken mogelijk het ontwikkelen van depressie en verslaving kunnen beïnvloeden (Caspi and Shiner, 2006, aangehaald in Mackie, Castellanos-Ryan & Conrod, 2011). Wanneer er gekeken wordt naar persoonlijkheidskenmerken wordt er vaak gebruik gemaakt van de Big Five persoonlijkheidstrekken. Ook wordt er vaak onderscheid gemaakt tussen hopeloosheid en angstsensitiviteit als persoonlijkheidskenmerken. Beide reflecteren naar de lage orde facetten van het persoonlijkheidsconstruct neuroticisme. Welke rol de persoonlijkheidstrekken spelen bij de relatie tussen depressie en verslaving lijkt echter nog onduidelijk. Er blijkt een associatie aanwezig tussen persoonlijkheidstrekken, depressie en alcoholgebruik (Mackie et al., 2011). Bij 393 jongeren met een gemiddelde leeftijd van 13 jaar werd gekeken naar angstsensitiviteit, hopeloosheid, impulsiviteit en sensatie zoeken aan de hand van SURPS, een 23-item zelfrapportageschaal. In de SURPS lijkt angstsensitiviteit negatief gerelateerd te zijn aan alcoholgebruik. Adolescenten die hoog scoren op deze factor, rapporteerden een lager alcoholgebruik. Sensatie zoeken lijkt gerelateerd te zijn aan de mate van alcoholgebruik. Hopeloosheid bleek gerelateerd aan zowel depressie als alcoholgebruik. Individuen die hoog scoren op impulsiviteit en een grote mate van alcoholinname rapporteren, laten minder vaak een vermindering zien in depressieve symptomen. Mackie e.a. (2011) veronderstellen op basis van de gevonden resultaten dat persoonlijkheidsfactoren een rol spelen bij de ontwikkeling van depressie. Angstsensitiviteit, sensatie zoeken en hopeloosheid bleken gerelateerd aan de mate van middelenmisbruik. Adolescenten die hoog scoren op één van deze factoren lopen een hoger dan wel lager risico op het ontwikkelen van een verslaving, afhankelijk van de persoonlijkheidstrek. Hopeloosheid lijkt bovendien gerelateerd aan depressie. Iemand die hoog scoort op deze 14

16 persoonlijkheidstrek loopt een groter risico op het ontwikkelen van een depressieve stoornis. Het onderzoek van Mackie e.a. (2011) richtte zich echter niet de persoonlijkheidsfactoren zoals genoemd in de Big Five. Maar wellicht spelen deze persoonlijkheidsfactoren ook een rol. In een onderzoek naar de relatie tussen de Big Five en motieven voor drankgebruik (Theakston, Stewart, Dawson, Knowlden-Loewen, & Lehman, 2004) waaraan 581 jongvolwassen drinkers deelnamen, bleek dat een lage mate van neuroticisme gelinkt leek te zijn aan het coping motief van drinken. Dit houdt in dat men drinkt omwille van het verlichten van het negatief affect. Ook lage extraversie lijkt gelinkt aan dit coping motief. Een hoge mate van extraversie lijkt echter eerder gelinkt aan het opwindingsmotief ( Enhancement motive ). Dit houdt in dat er gedronken wordt om de positieve interne staat te verhogen.vriendelijkheid blijkt negatief gecorreleerd te zijn met zowel drinkkwantiteit als alcoholproblemen. De onderzoekers concludeerden dat er sprake is van een coping motief en een opwindingsmotief bij drinken. Littlefield e.a. (2011) lieten zien in welke mate genetische variabiliteit in coping motieven bijdragen aan de genetische covariantie tussen persoonlijkheid en alcoholmisbruik. De bevindingen uit het onderzoek suggereren dat genetische variatie in persoonlijkheidstrekken significant gerelateerd zijn aan genetische variatie in coping motieven. Bovendien lijkt er een robuuste link aanwezig tussen neuroticisme en coping motieven. Aan het onderzoek namen 2904 vrouwelijke tweelingen deel, met een gemiddelde leeftijd van 22 jaar. Zij werden getest op fenotypische en genetische associaties tussen persoonlijkheidsdimensies, interne drinkmotieven, copingmotieven en alcoholverslaving. Een belangrijke beperking aan dit onderzoek heeft betrekking op de steekproef; deze selectie bestond enkel uit vrouwelijke tweelingen. Het is op basis van deze sample niet mogelijk een generalisatie te maken naar de bevolking. Mogelijk verschillen mannen en vrouwen van elkaar wat betreft aanwezige persoonlijkheidsfactoren. Bovendien kan het zijn dat tweelingen zich onderscheiden van andere mensen als het gaat om persoonlijkheidstrekken. Een vergelijkbare studie met een meer diverse steekproef is daarom van belang. In een vergelijkbaar onderzoek werd wel onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. Dit zorgt voor een betere generaliseerbaarheid. Daarnaast is door deze onderzoeksvorm mogelijk een eventueel sekseverschil omtrent persoonlijkheidstrekken aan te tonen. Aan het onderzoek namen 3032 volwassenen mee tussen de 25 en 74 jaar; er werd gekeken naar een sekseverschil tussen de persoonlijkheidstrekken en de invloed op depressie en verslaving (Goodwin & Gotlib, 2004). Het bleek dat er sprake was van een sekseverschil. Levels van neuroticisme, vriendelijkheid, extraversie en consciëntieusheid waren significant 15

17 hoger bij vrouwen dan bij mannen. Bovendien leken vrouwen in grotere mate geassocieerd met depressie dan mannen. Er werd verondersteld dat neuroticisme een belangrijke rol speelt bij de relatie tussen sekse en depressie. Omdat neuroticisme geassocieerd is met depressie en neuroticisme in sterkere mate voorkomt bij vrouwen, kan worden verklaard waarom depressie vaker voorkomt bij vrouwen dan bij mannen. De beschreven studies laten zien dat persoonlijkheidsfactoren van invloed zijn bij de ontwikkeling van depressie en verslaving. De gevonden resultaten moeten echter met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden omdat de leeftijd van de deelnemers uit de beschreven onderzoeken een relatief hoog was. Afgevraagd kan worden of de gevonden resultaten generaliseerbaar zijn voor adolescenten. Er heerst namelijk een discussie over de continuïteit van persoonlijkheidsfactoren. De resultaten uit de studies kunnen daarom niet zomaar worden overgenomen. Er kan wel een nuance gemaakt worden. Onderzoek naar persoonlijkheidsfactoren laat zien dat er bepaalde trekken voorafgaan aan impulsiviteit en emotionaliteit, wat kan leiden tot verslaving (Zucker & Gomberg, 1986, aangehaald in Sher, 1991). Indien dit het geval is, zullen de depressieve of verslaafde deelnemers uit de studies al op jongere leeftijd de bepaalde persoonlijkheidstrekken laten zien die hier mee geassocieerd zijn. Uit de beschreven studies kan worden aangenomen dat angstsensitiviteit en sensatie zoeken geassocieerd lijken te zijn met overmatig alcoholgebruik. Hopeloosheid lijkt geassocieerd met zowel alcoholmisbruik als depressieve symptomen. Wanneer er gekeken wordt naar de persoonlijkheidstrekken van de Big Five lijken deze significant gerelateerd te zijn aan genetische variatie. Zo lijkt een lage mate neurotisisme en extraversie gelinkt te zijn aan het coping motief voor drinken. Een hoge mate van extraversie lijkt eerder gelinkt aan het opwindingsmotief. Ten slotte lijken hoge levels van neuroticisme geassocieerd met een hogere mate van depressie. Vrouwen worden in sterkere mate geassocieerd met neuroticisme. Dit zou kunnen verklaren waarom depressie vaker voorkomt bij vrouwen dan bij mannen. Wel is het nodig om vervolg onderzoek te doen gericht op adolescenten. Leeftijd Iemands leeftijd kan bepalend zijn voor het gemak dat men aan alcohol en andere middelen kan komen. Er wordt daarom een toename van alcoholgebruik verwacht wanneer de middelen legaal toegankelijk zijn voor de jongeren. Deze vergemakkelijking heeft mogelijk een stijging van het aantal verslaafde adolescenten tot gevolg. Daarnaast kan leeftijd een rol spelen bij de ontwikkeling van depressie. Er is namelijk een groot aantal adolescenten dat de 16

18 puberteit als een moeilijke en sombere periode ervaart (Boyle & Offord, 1991). In een onderzoek naar depressie en verslaving kwam een cross-sectionele associatie naar voren tussen depressie en verslaving. De associatie bleek het sterkst aanwezig bij vrouwen op latere leeftijd (24+) (McCarty et al, 2009). Aan het onderzoek namen 776 adolescenten deel die tot hun volwassenheid gevolgd werden. Zij werden geïnterviewd op 24-, 27- en 30- jarige leeftijd aan de hand van de Diagnostic Interview Schedule (DIS). Achttien items van de DIS werden gebruikt om een depressieve episode aan te geven van het afgelopen jaar. Veertien items werden gebruikt om de mate van alcoholafhankelijkheid van het afgelopen jaar aan te geven. Het bleek dat de aanwezigheid van een depressieve episode op een leeftijd van 27 jaar het risico vergroot op het ontwikkelen van een verslaving op 30- jarige leeftijd bij vrouwen. Een beperking van het onderzoek is echter dat de adolescenten pas voor het eerst op hun 24 e geïnterviewd werden. Het is daardoor niet duidelijk of adolescenten een groter risico lopen bij het ontwikkelen van depressie en verslaving. Warden e.a. (2011) lieten zien dat ook meisjes jonger dan 27 jaar een verhoogd risico lopen op depressie en verslaving. Wel concludeerde hij dat oudere meisjes een groter risico lopen dan jongere meisjes. Het ging hier echter om jongeren tussen de 13 en 18 jaar. McCarty e.a. (2009) en Warden e.a. (2011) trokken dezelfde conclusie bij verschillende leeftijdscategorieën. Dit toont aan dat de term oud een relatief begrip is. Meer duidelijkheid over leeftijd als risicofactor bleek uit een andere studie. Uit deze studie kwam naar voren dat jongeren voor het eerst met alcohol en drugs experimenteerden tussen 12 en 18 jarige leeftijd. De gemiddelde leeftijd van dit experimentele gedrag was 15 jaar (Taylor, 2011). Er zijn diverse verklaringen voor deze ontwikkeling. Adolescenten bevinden zich in een periode waarin alcohol en drugs plotseling eenvoudiger beschikbaar zijn. Bovendien willen zij deel uitmaken van een sociale groep en kunnen zij zich tenslotte vaak boos en/of somber voelen. Deze factoren kunnen bijdragen een aan sterkere mate van middelengebruik en de ontwikkeling van depressie (Taylor, 2011). Een recente studie gebaseerd op de AddHealth sample bevestigde de bevindingen van Taylor (2011). De studie toonde aan dat een hoog level van depressieve symptomen bij een leeftijd tussen de 11 en 21 geassocieerd waren met sterkere alcoholproblemen op een leeftijd tussen de 11 en 23, en 18 en 28. Bovendien bleek deze link sterker voor meisjes (Saraceno et al., 2011). Naast het grotere risico van een hogere leeftijd op het ontwikkelen van depressie en verslaving, lijkt leeftijd eveneens gelinkt te zijn aan het type middel dat gebruikt wordt door de adolescenten (Thomas, et al., 2003). Meisjes beginnen eerder dan jongens met roken maar jongens experimenteren op jongere leeftijd met drugs. Jongens gebruiken vaak eerst 17

19 marihuana en alcohol terwijl meisjes vaak eerst alleen beginnen met alcohol. Aan het onderzoek namen 82 meisjes en 285 jongens deel tussen de 13 en 19 jaar. Allen namen deel aan een testbatterij van verschillende diagnostische interviews. Ook hiermoeten de resultaten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Er is namelijk sprake van een groot verschil tussen de sample grootte van mannen en vrouwen. Wellicht is het aanwezige verschil in effect daardoor veroorzaakt. Leeftijd lijkt net als persoonlijkheidstrekken invloed te hebben op depressie en verslaving. Het effect hangt echter wel samen met de aanwezigheid van depressie. Voornamelijk oudere depressieve meisjes lijken een groter risico te lopen op het ontwikkelen van een verslaving. Leeftijd heeft ook invloed op het te gebruiken middel. Alcohol is onder adolescenten het meest gebruikte middel. Waarschijnlijk is dit te verklaren door het feit dat dit het eerste legale te verkrijgen middel is door de adolescenten. 4. Conclusie en Discussie In dit literatuuroverzicht is gekeken of er sprake is van een wederkerigeffect tussen depressie en verslaving. Uit de besproken onderzoeken is gebleken dat depressie invloed heeft op de ontwikkeling van verslaving. Vanwege het verzachtende effect van alcohol, tabak en cannabis worden deze middelen gebruikt om het sombere gevoel te verminderen. Deze bevinding past binnen de Zelf-Medicatie theorie waarin depressie vooraf gaat aan verslaving (Millman & Botvin, 1983, aangehaald in Wu et al., 2008). Bovendien is gebleken dat de ernst van de depressie de verslaving lijkt te beïnvloeden. Hoe ernstiger de depressie, hoe groter de kans op een ergere vorm van verslaving. Verslaving lijkt omgekeerd ook het risico op depressie te beïnvloeden. De frequentie van middelengebruik lijkt hierbij een rol te spelen; een frequenter gebruik heeft een groter risico op depressie tot gevolg, infrequent gebruik heeft een kleiner risico op depressie tot gevolg. De hoeveelheid van inname van deze middelen lijkt niet geassocieerd met een verhoogd of verlaagd risico op depressie. Zowel depressie als verslaving lijken elkaar te beïnvloeden; depressie kan vooraf gaan aan verslaving en omgekeerd kan verslaving vooraf gaan aan depressie en beide lijken elkaar negatieve effect te versterken. Hieruit kan geconcludeerd worden dat er sprake is van een wederkerig effect. Het wederkerige effect wordt beïnvloed door een aantal factoren, respectievelijk sekse, persoonlijkheidsfactoren en leeftijd. Er lijkt sprake te zijn van een sekseverschil wanneer er wordt gekeken naar de relatie tussen depressie en verslaving. Meisjes worden 18

20 vaker dan jongens gediagnosticeerd met depressie. De richting van het wederkerige effect zal bij meisjes daarom vaker lopen van depressie naar verslaving. Deze richting past binnen het internaliserende pad naar verslaving. Bij jongens was de associatie tussen depressie en verslaving minder sterk. Ondanks dat was er geen sekseverschil in het aantal verslaafde jongens en meisjes. Dit laatste valt mogelijk te verklaren door het externaliserende pad naar verslaving. Bij jongens zal verslaving daarom ook vaker vooraf gaan aan depressie in plaats van omgekeerd. Persoonlijkheidsfactoren die een rol lijken te spelen bij depressie en verslaving zijn conscientieusheid, extraversie en neuroticisme. Een lage mate van neurotisisme en extraversie lijkt gerelateerd te zijn aan het coping motief voor drinken. Een hoge mate van extraversie lijkt eerder gelinkt aan het opwindingsmotief. Ten slotte lijken vrouwen sterker geassocieerd met neuroticisme en zijn als gevolg daarvan kwetsbaarder voor het ontwikkelen van depressie dan mannen. Deze laatste conclusie past binnen het internaliserende pad. De laatste factor waar naar gekeken werd was leeftijd. Leeftijd lijkt net als sekse en persoonlijkheidfactoren invloed te hebben op depressie en verslaving. Het effect hangt samen met de aanwezigheid van depressie. Voornamelijk oudere depressieve meisjes lijken een groter risico te lopen op het ontwikkelen van een verslaving. Bij de besproken onderzoeken zijn er enkele beperkingen die van invloed kunnen zijn op de betrouwbaarheid en generaliseerbaarheid van de resultaten. Bijna elke studie maakte gebruik van zelfrapportagevragenlijsten. Dit kan implicaties hebben voor de resultaten vanwege de mogelijkheid op sociaalwenselijke antwoorden (Brener, Billy & Grady, 2003). Depressieve of verslaafde adolescenten kunnen zich schamen voor hun beperking en zullen als gevolg daarvan wellicht het aantal depressieve symptomen en/of middelenmisbruik onder rapporteren, wat een positiever beeld tot gevolg kan hebben. Ondanks dat de hoogst mogelijke externe validiteit gewenst is, zal een tekortkoming als sociaalwenselijke antwoorden in bijna elk psychologisch onderzoek voorkomen. Een verbetering in vervolgonderzoek zou kunnen zijn dat depressie wordt gemeten door een getrainde psycholoog aan de hand van de symptomatologie zoals beschreven in de DSM. Op deze manier zal er voor wat betreft depressie een objectiever beeld verkregen kunnen worden dan bij zelfrapportage. Een oplossing voor de rapportage van middelenmisbruik is ingewikkelder. Observatie zou ideaal zijn; op deze manier zou kunnen worden afgeturfd wanneer en hoe vaak en welk middel door een specifieke adolescent wordt gebruikt. Deze methodiek is echter onhaalbaar onder andere omdat personen niet 24 uur per dag gevolgd kunnen worden met een camera. Een longitudinale studie is op basis van een dergelijk onderzoeksopzet ook niet mogelijk. 19

21 Uitgaande van deze nadelen is zelfrapportage, ondanks het gevaar op sociaalwenselijke antwoorden, toch de beste manier om achter bepaald gedrag van adolescenten te komen. Wel zouden er extra vragenlijsten afgenomen kunnen worden bij de ouders en/of docenten en/of leeftijdsgenoten van de adolescent. De gevonden resultaten zouden met elkaar vergeleken kunnen worden. Op deze manier kan een betere betrouwbaarheid worden bewerkstelligd ten aanzien van de gegevens rondom het middelenmisbruik van de adolescent. Een andere tekortkoming in deze studie betreft de risicofactoren waar naar gekeken is. Op dit moment zijn enkel sekse, persoonlijkheidstrekken en leeftijd betrokken bij de invloed op depressie en verslaving. Invloed vanuit de omgeving wordt hier buiten gelaten. Omgeving is echter een factor die een sterke invloed kan hebben op iemands gedrag. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op de invloed van omgevingsfactoren bij de ontwikkeling van depressie en verslaving. Ook is het van belang te kijken naar protectieve factoren. Niet elke jongere die lijdt aan depressie zal een verslaving ontwikkelen, en niet elke verslaafde jongere zal depressief worden. Om een verklaring voor dit effect te vinden zal men zich moeten richten op factoren die een positieve invloed hebben op de ontwikkeling van depressie en verslaving. De bevindingen van het onderzoek hebben inzicht gegeven in de wederkerige relatie tussen depressie en verslaving. Wanneer er een terugkoppeling gemaakt wordt naar de drie beschreven modellen uit de inleiding, blijkt dat deze modellen op zichzelf te kort schieten om de relatie tussen depressie en verslaving te verklaren. De modellen gaan namelijk uit van causale relaties tussen depressie en verslaving. Het is echter nodig een model te creëren waaruit blijkt dat zowel depressie als verslaving elkaar beïnvloeden en dat er diverse factoren zijn die dit effect beïnvloeden zodat duidelijk wordt dat er sprake is van een wederkerig effect. Een model dat een beter beeld geeft van de wederkerige invloed van depressie en verslaving zou er op als volgt uit kunnen zien: Figuur 2: Wederkerig effect van depressie en verslaving 20

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt genetische aanleg voor sportgedrag een rol? Hoe hangt sportgedrag samen met geestelijke

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden

Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden Brenda Volkaert Doctoraatsbursaal Vakgroep Ontwikkelings-, Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie Overzicht Deel 2 Onderzoek

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin onderzocht is waar individuele verschillen vandaan komen in welbevinden (WB) en gerelateerde menselijke eigenschappen, zoals

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

SAMENVATTING Schadelijk gebruik van alcohol staat wereldwijd in de top vijf van risicofactoren die tot ziekte, arbeidsongeschiktheid of overlijden kunnen leiden. Het alcoholgebruik is stabiel of neemt

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

Alcohol wordt veel gedronken in Nederland; 88% van de volwassen bevolking heeft in het afgelopen jaar tenminste één keer alcohol gebruikt (European

Alcohol wordt veel gedronken in Nederland; 88% van de volwassen bevolking heeft in het afgelopen jaar tenminste één keer alcohol gebruikt (European Alcohol wordt veel gedronken in Nederland; 88% van de volwassen bevolking heeft in het afgelopen jaar tenminste één keer alcohol gebruikt (European Commission, 2010). Over het algemeen drinken Nederlanders

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord About the author

Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting 177 Samenvatting Overgewicht en obesitas worden gedefinieerd op basis van de body mass index (BMI) (hoofdstuk 1). Deze index wordt berekend door het

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Samenvatting. (Dutch Summary)

Samenvatting. (Dutch Summary) (Dutch Summary) In dit proefschrift is de ontwikkeling van gedrags- en emotionele problemen van tweelingen en eenlingen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar onderzocht. In hoofdstuk 1 wordt een introductie

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie Anja Huizink Adolescentie = grenzen verkennen Op zoek naar prikkels Brein in ontwikkeling Nucleus accumbens (basale ganglia): -

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

COMPULSIEF KOOPGEDRAG

COMPULSIEF KOOPGEDRAG COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS Valkeneers, G. (in press). Compulsief koopgedrag. Een verkennend onderzoek met een nieuwe vragenlijst. Verslaving. *** 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie

Nadere informatie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie Wetenschappelijke Samenvatting 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie In dit proefschrift wordt onderzocht wat spaak loopt in de hersenen van iemand met een depressie. Er wordt ook onderzocht

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Angst is een menselijke emotie die iedereen van tijd tot tijd wel eens ervaart. Veel mensen voelen zich angstig of nerveus wanneer ze bijvoorbeeld

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hegeman, Annette Title: Appearance of depression in later life Issue Date: 2016-05-18

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25 S Samenvatting Psychische problemen tijdens de kindertijd en adolescentie kunnen langdurige negatieve gevolgen hebben, bijvoorbeeld doordat ze de overgang van school naar werk negatief beïnvloeden. Jongeren

Nadere informatie

NeDerLANDse samenvatting

NeDerLANDse samenvatting CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20683 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Griffith-Lendering, Merel Frederique Heleen Title: Cannabis use, cognitive functioning

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

COMPULSIEF KOOPGEDRAG

COMPULSIEF KOOPGEDRAG COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie De criteria Antecedenten en consequenties Comorbiditeit en prevalentie Diagnostiek en behandeling Onderzoek Lessius

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae chapter 7 Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 140 chapter 7 SAMENVATTING De bipolaire stoornis (of manisch-depressieve stoornis) is een stemmingsstoornis waarin episodes van (hypo)manie

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende

Nadere informatie

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Nederlandse samenvatting INLEIDING Mensen met een mogelijk verhoogde kans op kanker kunnen zich

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) De bipolaire stoornis is een psychiatrische stoornis die gekenmerkt wordt door ernstige stemmingsschommelingen. Iemand met een bipolaire stoornis maakt naast

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee

Nadere informatie

Cannabis. Van frequent naar afhankelijk gebruik

Cannabis. Van frequent naar afhankelijk gebruik Improving Mental Health by Sharing Knowledge Cannabis Van frequent naar afhankelijk gebruik CanDepgroep Peggy van der Pol Margriet van Laar Ron de Graaf Nienke Liebregts Wim van den Brink Dirk Korf Frequent

Nadere informatie

Functional limitations associated with mental disorders

Functional limitations associated with mental disorders Samenvatting Functional limitations associated with mental disorders Achtergrond Psychische aandoeningen, zoals depressie, angst, alcohol -en drugsmisbruik komen erg vaak voor in de algemene bevolking.

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40073 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schat, A. Title: Clinical epidemiology of commonly occurring anxiety disorders

Nadere informatie

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in hoeverre de psychosociale ontwikkeling gerelateerd is aan

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Op weg naar een generatie Nix? Trends in middelengebruik onder scholieren Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Vandaag: HBSC: de studie Middelengebruik: trends 2001-2013 Ouders en middelengebruik Indicatoren

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 115 Kanker en behandelingen voor kanker kunnen grote invloed hebben op de lichamelijke gezondheid en het psychisch functioneren van mensen. Er is veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Een longitudinale tweelingstudie naar de ontwikkeling van hersenstructuur en de relatie met hormoonspiegels en intelligentie ALGEMENE INTRODUCTIE Adolescentie is

Nadere informatie

Het mediatie-effect van drinkmotieven op sekseverschillen in drinkpatroon van Nederlandse jongeren

Het mediatie-effect van drinkmotieven op sekseverschillen in drinkpatroon van Nederlandse jongeren Het mediatie-effect van drinkmotieven op sekseverschillen in drinkpatroon van Nederlandse jongeren Floor Belle 0203807 Universiteit Utrecht Juni 2008 Begeleiding: Wilma Vollebergh Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2

Nadere informatie

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think.

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think. Drs. Fernando Cunha (Child Support Europe) Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist http://www.child-support-europe.com In dienst van kinderen,

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participatie in vrijetijdsactiviteiten van kinderen en adolescenten met een lichamelijke beperking

Nadere informatie

Chapter 7. Summary and General Discussion. Nederlandse Samenvatting

Chapter 7. Summary and General Discussion. Nederlandse Samenvatting Chapter 7 Summary and General Discussion Nederlandse Samenvatting 132 Chapter 7 SAMENVATTING VERTRAGING EN DEPRESSIEVE SYMPTOMEN BIJ OUDERE MENSEN Bij veel diersoorten luidt vertraging het einde van het

Nadere informatie

APPENDIX I Nederlandse Samenvatting

APPENDIX I Nederlandse Samenvatting APPENDIX I Nederlandse Samenvatting DEPRESSIE Depressieve stoornissen zijn wereldwijd een groot probleem voor de volksgezondheid. Cijfers laten zien dat ongeveer 322 miljoen mensen (4.4% van de populatie)

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel middelenmisbruik bij depressie of depressieve klachten in kinderen en adolescenten Auteurs, Findling et al., 2009 onderzoek; 8 34 poliklinische patiënten (12-17 jaar) met major depressive

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december 2018 Samenvatting Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren pagina 2 van 5 Alcoholconsumptie brengt risico s met zich mee.

Nadere informatie