Hoofdpunten van het Regeringsbeleid 2004

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdpunten van het Regeringsbeleid 2004"

Transcriptie

1 Hoofdpunten van het Regeringsbeleid 2004 Inhoudsopgave 1. Het financieel-economisch beleid Het sociaal-economisch beleid Onderwijs en kennis Veiligheid en justitiële keten : Volksgezondheid Modernisering overheid, bestuurlijke vernieuwing en koninkrijksrelaties Immigratie en integratie Ruimte, milieu en natuur, platteland en landbouw, wonen en mobiliteit Internationaal en Europees beleid en Defensie... 61

2 1. Het financieel-economisch beleid De Nederlandse economie maakt momenteel de sterkste inzinking sinds begin jaren 80 door. De economie groeit nu al drie jaar op rij nauwelijks, de werkloosheid stijgt zeer snel en de budgettaire problemen van de overheid worden alsmaar groter. Indien wij nalaten de economische en budgettaire problemen aan te pakken krijgen de huidige generatie én volgende generaties daarvan de rekening gepresenteerd: in de vorm van structurele werkloosheid, blijvende economische problemen en ontspoorde overheidsfinanciën. Bovendien zal ons land zonder maatregelen de Europese afspraken uit het Stabiliteits- en Groeipact schenden. Het begrotingssaldo van de overheid verslechtert dusdanig snel dat in aanvulling op de maatregelen uit het Hoofdlijnenakkoord nog extra maatregelen noodzakelijk zijn om schuldaflossing ten behoeve van de vergrijzing in zicht te houden en om aan de regels van het Stabiliteits- en Groeipactpact te blijven voldoen. Daarom is het noodzakelijk nú veranderingen te bewerkstelligen. motto kabinet Het motto van het kabinet, meedoen, meer werk, minder regels, geeft kernachtig weer welke richting zal worden ingeslagen om ervoor te zorgen dat Nederland er over vier jaar beter voorstaat. Het groeivermogen van de economie moet weer toenemen zodat de werkgelegenheid kan herstellen. De overheid zal door het terugdringen van regelzucht en bureaucratie meer ruimte moeten geven aan burgers en bedrijven zodat ze zelf initiatief en verantwoordelijkheid kunnen nemen. Tegelijkertijd zal de overheid de kwaliteit van de publieke dienstverlening moeten verbeteren. De overheidsfinanciën zullen weer op orde moeten worden gebracht, zodat we voorkomen dat de publieke sector onbetaalbaar wordt en de overheidsfinanciën onhoudbaar worden en zodat we ons aan de Europese afspraken houden. Om deze veranderingen te kunnen realiseren zal iedereen een bijdrage moeten leveren. Burgers door meer eigen verantwoordelijkheid te nemen en naar vermogen bij te dragen aan de oplossing van de economische en sociale problemen. Sociale partners door bij te dragen aan herstel van de werkgelegenheidsontwikkeling. En het kabinet door duidelijke keuzes te maken en maatregelen door te voeren die economie én arbeidsmarkt structureel versterken, de publieke dienstverlening verbeteren en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën herstellen. Als iedereen zijn bijdrage levert, zal er in Nederland in 2007 veel ten goede zijn veranderd. achterblijvende groei Het gaat slecht met de Nederlandse economie. Sinds 2001 groeit de economie nauwelijks meer: gemiddeld wordt in een economische groei van 0,5 procent gehaald. Deze economische inzinking gaat gepaard met een snelle, verontrustende stijging van de werkloosheid: van ruim 3 procent van de beroepsbevolking in 2001 tot bijna 7 procent in In de eerste helft van dit jaar kwamen er elke maand gemiddeld 14 duizend werklozen bij. In enkele jaren tijd lijkt onze economie van Dutch miracle verworden tot economisch zorgenkind. concurrentiepositie De economische malaise in Nederland staat niet op zichzelf. De internationale conjuncturele neergang die sinds 2001 plaatsvindt, is door het open karakter van de economie bij ons relatief sterk voelbaar. Er is echter meer aan de hand. De neergang is hier sterker dan in andere landen: waar Nederland in de jaren negentig vrijwel continu beter presteerde dan het Europese gemiddelde, is inmiddels het omgekeerde het geval. In feite verslechterde de economische situatie al langere tijd. Het achterblijven van de economische groei sinds 2001 wordt namelijk voor een belangrijk deel veroorzaakt door een verslechtering van de concurrentiepositie. In de periode zijn onze arbeidskosten per eenheid product ruim 10 procent meer gestegen dan die van onze concurrenten. 2

3 Voor een belangrijk deel wordt de verzwakking van de concurrentiekracht veroorzaakt door binnenlandse factoren. Toen eind jaren negentig de werkloosheid in Nederland vrijwel verdwenen leek, en de arbeidsmarkt steeds krapper werd, zijn de arbeidskosten te snel gestegen. dalende beurskoersen De forse koersdalingen op de beurs hebben bijgedragen aan de economische malaise. De koersdalingen hebben niet alleen negatieve effecten op de consumptie, maar ook de vermogenspositie van de pensioenfondsen aangetast. Herstel van de vermogenspositie van de pensioenfondsen vereist hogere pensioenpremies. Een verdere stijging van de arbeidskosten is het gevolg daarvan, juist op het moment dat de arbeidskosten al sterk zijn gestegen. loonontwikkeling Een substantiële matiging van de arbeidskosten ten opzichte van de Nederlandse handelspartners is noodzakelijk om de werkgelegenheid te herstellen. De overheid neemt daarom haar verantwoordelijkheid waar zij direct invloed heeft op de loonontwikkeling. Daarom zal de arbeidsvoorwaardenruimte voor de publieke sectoren worden beperkt en de ontwikkeling van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen zal overeenkomstig de contractloonontwikkeling van de ambtenaren worden gematigd. De loonontwikkeling in de marktsector is primair de verantwoordelijkheid van de sociale partners. Het kabinet doet daarom een beroep op de sociale partners het voorbeeld van de overheid te volgen en een bijdrage te leveren aan het herstel van de werkgelegenheid door loonmatiging in de marktsector. Dan kan de parallelle ontwikkeling van de lonen in de markt en de ambtenarensalarissen en uitkeringen in stand blijven. arbeidsparticipatie Ook indien de concurrentiepositie weer wordt hersteld zijn de vooruitzichten voor de economische groei in de komende kabinetsperiode niet rooskleurig in vergelijking met de groei in de jaren negentig. De geringere toename van het arbeidsaanbod door de vergrijzing beperkt de potentiële groei van de economie. Dit maakt het des te belangrijker dat de bestaande mogelijkheden om de potentiële groei te verhogen, via een hogere arbeidsdeelname en een hogere productiviteit van werknemers, worden benut. Het kabinetsbeleid richt zich daarom op het stimuleren van de arbeidsparticipatie en de arbeidsproductiviteit. herinrichting sociale zekerheid Om dit te bereiken zal de sociale zekerheid worden heringericht en wordt de armoedeval bestreden. De WAO zal in 2005 ingrijpend worden gewijzigd, waarbij het uitgangspunt zal zijn dat alleen diegenen die echt geen betaalde arbeid kunnen verrichten toegang krijgen. De WW zal deze kabinetsperiode worden aangescherpt en de decentralisatie van bijstand en reïntegratiebudgetten zal worden doorgezet. De fiscale arbeidskorting wordt verhoogd zodat werken meer lonend wordt. Werknemers worden verder gestimuleerd om langer actief te blijven op de arbeidsmarkt door de prikkels om te vroeg te stoppen met werken weg te nemen. De fiscale faciliëring van VUT- en prepensioenregelingen wordt daarom beëindigd. Zo moet het weer aantrekkelijker worden om een baan te zoeken, te vinden en te houden. onderwijs en innovatie Op lange termijn kan de overheid een belangrijke bijdrage leveren aan de arbeidsproductiviteit door het onderwijs te verbeteren en door onderzoek en innovatie te bevorderen. Dit heeft een positief effect op de kwaliteit van het arbeidsaanbod, waardoor de productiviteit van werknemers toe kan nemen. Het kabinet heeft daarom een innovatieplatform ingesteld dat concrete aanbevelingen zal doen om de kennisontwikkeling en benutting te verbeteren. 3

4 administratieve lasten De overheid kan belemmeringen voor burgers en bedrijven wegnemen door de regeldruk vanuit de overheid terug te dringen. Administratieve lasten voor burgers en bedrijven leveren niet alleen ergernis op maar brengen ook kosten met zich mee en drukken zowel productiviteit als werkgelegenheid. Het kabinet wil in deze kabinetsperiode de administratieve lasten voor bedrijven met een kwart verlagen. Volgend jaar wordt de regelgeving voor woon-werkverkeer vereenvoudigd. Hierdoor behoort de ingewikkelde rittenadministratie die voor veel administratieve rompslomp zorgt tot het verleden. problemen niet doorschuiven De economische neergang raakt vrijwel iedereen in Nederland. Direct doordat de werkloosheid oploopt, bedrijfswinsten verdampt zijn en de koopkracht afneemt. Indirect doordat budgettaire ruimte voor de overheid sterk is teruggelopen. Dit heeft onvermijdelijk consequenties voor de overheidsuitgaven of de belasting- en premietarieven, nu of in de toekomst. Het kabinet kiest ervoor om de financiële problemen voor de overheid niet door te schuiven naar toekomstige generaties. Tijdens deze kabinetsperiode moet het begrotingssaldo aanzienlijk verbeteren. Zo wordt voorkomen dat aflossing van de overheidsschuld noodzakelijk om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen - uit het zicht verdwijnt. Dit betekent dat fors moet worden ingegrepen. voorkomen langdurig saneringsproces Ervaringen in de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw hebben laten zien dat de financiële positie van de overheid snel kan verslechteren. Te lang werd destijds gedacht dat de tegenvallers tijdelijk van aard waren en dat door een stimulerend budgettair beleid te voeren de economische malaise in Nederland zou kunnen worden opgelost. Daardoor werd, achteraf gesproken, te laat ingegrepen. Een jarenlang volgehouden saneringsproces was vervolgens nodig om de overheidsfinanciën weer op de rails te krijgen. Het kabinet wil een dergelijk langdurig saneringsproces in de toekomst vermijden door nu wel tijdig en adequaat in te grijpen. Europese afspraken Door de budgettaire situatie zijn de Europese afspraken uit het Verdrag van Maastricht en het Stabiliteits- en Groeipact ook voor Nederland actueel geworden. Deze afspraken zijn cruciaal voor de monetaire en economische stabiliteit in Europa en moeten daarom door alle lidstaten worden gerespecteerd. Concreet betekent dit dat feitelijke EMU-tekorten van 3 procent BBP of groter niet acceptabel zijn. Om te voorkomen dat deze limiet door onverwachte tegenvallers wordt overschreden hanteert het kabinet een grens van 2,5 procent BBP voor het feitelijke EMUtekort. Een aanvullende vereiste is dat over de middellange termijn een begrotingspositie van nabij evenwicht of een overschot moeten worden gerealiseerd en gehandhaafd. Dit betekent dat het conjunctuurgeschoonde tekort (ook wel structurele tekort) ten hoogste 0,5 procent BBP mag bedragen. Indien die doelstelling niet wordt bereikt is een verbetering van het structurele tekort met tenminste 0,5 procentpunt BBP per jaar vereist. Zonder maatregelen zouden alle grenzen 3 procent BBP feitelijk en 0,5 procent BBP structureel dan wel een verbetering van 0,5 procent BBP van het structurele tekort zijn overschreden. Dat is voor het kabinet niet acceptabel. vergrijzing Behalve met de Europese spelregels heeft het kabinet bij het bepalen van de budgettaire doelstellingen uitdrukkelijk rekening gehouden met demografische trends. Veel economische ontwikkelingen zijn moeilijk te voorspellen. Dat geldt echter niet zo zeer voor de vergrijzing. Nederland zal (net als de meeste andere Europese landen) de komende decennia te maken krijgen met een forse toename van het aantal ouderen in ons land. De gevolgen hiervan zijn ingrijpend voor onder andere de AOW, de WAO en de zorg. Op verschillende andere terreinen zullen die 4

5 gevolgen duidelijk voelbaar zijn, zoals de ruimtelijke ordening en woningbouw en vrijetijdsbesteding. De financiële gevolgen voor de overheid zijn fors. Het Centraal Planbureau Bureau, De Nederlandsche Bank en de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid voorzien een ontwikkeling waarbij zonder nader beleid de overheidsfinanciën ontsporen als gevolg van hogere AOW-pensioenlasten en zorguitgaven. Het kabinet wil deze dreigende ontwikkeling tijdig keren met een beleid langs drie sporen, namelijk: Verhoging van de arbeidsparticipatie, waardoor het financiële draagvlak voor het instandhouden van collectieve voorzieningen wordt verbreed; Aanpassing van collectieve regelingen, waardoor de invloed van de vergrijzing op de ontwikkeling van de overheidsuitgaven wordt beperkt; Een houdbaar budgettair beleid gericht op schuldaflossing, waardoor bespaard wordt op de rente-uitgaven en de hogere vergrijzingslasten kunnen worden ingepast. Schuldaflossing is dus één van de instrumenten om ervoor te zorgen dat de begroting ook in de toekomst houdbaar blijft. Schuldaflossing staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een bredere strategie om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen. Ondanks de budgettaire tegenvallers vindt het kabinet het nog steeds van groot belang dat aan het eind van de kabinetsperiode een begrotingssaldo wordt bereikt waarbij het streven naar verdere aflossing van de overheidsschuld niet uit het zicht verdwijnt. Hoofdlijnenakkoord In de financiële bijlage bij het Hoofdlijnenakkoord is concreet aangegeven hoe bij de start van deze kabinetsperiode is omgegaan met de spanning tussen een beperkte budgettaire ruimte en financiële tegenvallers enerzijds en de wens om op bepaalde beleidsprioriteiten te intensiveren anderzijds. Het Hoofdlijnenakkoord resulteerde, uitgaande van het toen actuele economische beeld, in een feitelijk EMU-tekort van 0,5 procent BBP in Hiertoe werd een pakket aan maatregelen overeengekomen waarbij 13 miljard euro ombuigingen werden gecombineerd met ruim 3 miljard euro uitgavenintensiveringen en een per saldo beperkte lastenverlichting. begrotingsregels Om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën gedurende de kabinetsperiode te waarborgen zijn in het Hoofdlijnenakkoord begrotingsregels afgesproken, gebaseerd op een scheiding van uitgaven en inkomsten. Hierbij wordt aan de uitgavenkant uitgegaan van een vast reëel uitgavenplafond, uitgaventegenvallers dienen tijdig gecompenseerd te worden door besparende maatregelen. Aan de inkomstenkant van de begroting kunnen de automatische stabilisatoren hun werk doen. Aanvullende maatregelen werden aangekondigd indien door tegenvallers niet zou kunnen worden voldaan aan de Europese verplichtingen. nieuwe tegenvallers Sinds het opstellen van het Hoofdlijnenakkoord is het economisch beeld snel verder verslechterd en hebben zich tegenvallers voorgedaan. Door de recente economische en budgettaire verslechteringen dreigt het feitelijke begrotingstekort in 2004 de 2½ procent-grens uit het Hoofdlijnenakkoord te overschrijden, om ook in 2007 ruim boven het eerder voorziene niveau te komen (1,1 procent BBP in plaats van 0,5 procent BBP). Voor de hele kabinetsperiode zou ook het structurele tekort hoger liggen dan het Stabiliteits- en Groeipact voorschrijft. aanvullend pakket De verslechtering van het structurele saldo betekent dat de tegenvallers niet zomaar zullen verdwijnen wanneer de conjunctuur weer aantrekt. Daarom heeft het kabinet een pakket 5

6 aanvullende maatregelen opgesteld waarmee de budgettaire situatie verbetert en tegelijkertijd de economie structureel wordt versterkt. Bij de invulling van het aanvullend pakket zijn de lijnen uit het Hoofdlijnenakkoord doorgezet. De intensiveringen worden volledig gehandhaafd (behoudens een verschuiving van bedragen naar latere jaren). De nadruk ligt op structurele hervormingen die de arbeidsparticipatie vergroten. Met dit pakket aan maatregelen wordt het feitelijke begrotingstekort in 2004 teruggebracht tot onder de signaalwaarde uit het Hoofdlijnenakkoord van 2½ procent, terwijl voor 2007 een tekort van ½ procent binnen bereik blijft. Tabel 1.1: EMU-saldo zonder en met beleid ; in % BBP EMU-saldo zonder beleid -3,0% -3,8% -3,8% -3,0% -2,9% Effect pakket Strategisch +0,7% +0,6% +0,5% +0,5% +0,5% Akkoord 1 Effect Hoofdlijnenakkoord 0,0% +0,6% +1,3% +1,2% +1,3% Effect Aanvullend 0,0% +0,3% +0,4% +0,4% +0,5% beleidspakket Miljoenennota 2004 Actueel EMU-saldo -2,3% -2,3% -1,6% -0,9% -0,6% Structureel EMU-saldo -1,3% -0,7% -0,5% -0,3% -0,5% 1) Inclusief aanvullend beleidspakket Miljoenennota 2003 (bron: Miljoenennota 2004) begroting 2004 De maatregelen die volgend jaar worden genomen zijn het resultaat van de besluitvorming neergelegd in het Hoofdlijnenakkoord en het aanvullend beleidspakket dat deze zomer is opgesteld. Daarnaast spelen maatregelen uit het Strategisch Akkoord en de Miljoenennota 2003 een rol. Tabel 1.2: Maatregelen 2004 vanaf Miljoenennota 2003*; in miljarden euro 2004 w.v. HA+AP Ombuigingen -10,9-5,7 Verantwoorde arbeidsvoorwaardenruimte -1,3-0,9 Bevorderen arbeidsparticipatie -3,1-1,1 Buitenland en asiel -0,8-0,4 Beperken bureaucratie en regelgeving -1,0-0,5 Beperken overheidssubsidies en vergroten profijtbeginsel -1,9-1,2 Beheerste ziektekosten -1,7-1,4 Overig -1,2-0,3 Intensiveringen 3,9 1,4 Kennis 0,5 0,2 Veiligheid 0,5 0,2 Mobiliteit en bereikbaarheid 0,5 0,3 Zorg 1,3 0,4 Overig 1,2 0,3 Lastenontwikkeling -1,2-1,5 6

7 * De tabel bevat de maatregelen uit Strategisch Akkoord, de Miljoenennota 2003, het Hoofdlijnenakkoord (HA) en het aanvullend beleidspakket (AP) zoals beschreven in de Miljoenennota. De laatste kolom omvat alleen maatregelen van het huidige kabinet. De lastenontwikkeling is ten opzichte van (bron: Miljoenennota 2004) ombuigingen Ombuigingen in 2004 zijn gericht op een structurele versterking van de economie door de participatie op de arbeidsmarkt te bevorderen. De loonruimte in de collectieve sector en de daaraan gekoppelde uitkeringen, wordt volgend jaar beperkt. Prikkels in de sociale zekerheid om te participeren worden versterkt. De overheidsbureaucratie wordt in 2004 beperkt door een reductie van aantal ambtenaren bij de rijksoverheid en een vergroting van de efficiency. Om de betaalbaarheid van de zorg op korte termijn te waarborgen wordt in 2004 het verplicht verzekerde ziekenfondspakket beperkt. intensiveringen In het Hoofdlijnenakkoord heeft het kabinet aangegeven aan welke beleidsterreinen zij prioriteit geeft. Op het gebied van kennis en onderwijs worden extra middelen ter beschikking gesteld om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Verkleining van het lerarentekort blijft daarbij belangrijk. Daarnaast wordt geïnvesteerd in ICT-voorzieningen op scholen, in inventaris en in huisvesting en zal de regeldruk voor scholen worden verminderd. De aansluiting van het beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt wordt versterkt en op het terrein van de veiligheid wordt de veiligheidsketen in balans gebracht en versterkt. De extra middelen op het terrein van de zorg worden aangewend om een hogere productie mogelijk te maken, waardoor wachtlijsten kunnen worden teruggedrongen. lasten Het lastenpakket voor 2004 omvat een mix van lastenverlichtende en lastenverzwarende maatregelen. Per saldo is sprake van een lastenverzwaring van 1,1 miljard euro. Bij de samenstelling van het pakket is zoveel mogelijk gekozen voor specifieke maatregelen die de structurele economische groei ontzien en leiden tot een evenwichtige koopkrachtverdeling. Om de verwachte stijging van de belastingderving in verband met de eigen woning te beperken, en om de ongelijkheid tussen verhuizende en zittende woningbezitters op te heffen, geldt voortaan dat de hypotheekrente aftrekbaar is voorzover de extra hypotheek nodig is om bovenop de gerealiseerde waarde van het verkochte huis de aanschaf van het nieuwe huis te financieren. doelstellingen Met de geschetste maatregelen wil het kabinet bereiken dat Nederland er in 2007 duidelijk beter voorstaat dan nu het geval is. Een hoogconjunctuur aan het eind van de kabinetsperiode kan niet worden beloofd. Nederland is als open economie immers in hoge mate afhankelijk van ontwikkelingen in de rest van de wereld. Wat wel kan is dat de relatieve concurrentiepositie van Nederland wordt verbeterd. In 2007 moet Nederland weer meedoen in de economische kopgroep van Europa en weer sneller groeien dan het Europese gemiddelde. consumenten Het marktwerkings- en ordeningsbeleid heeft ertoe geleid dat consumenten een grotere keuzevrijheid hebben gekregen. Dit betekent niet automatisch dat de consument die keuzevrijheid ook kan en wil gebruiken. Ook is er te gemakkelijk van uitgegaan dat de mondigheid van consumenten en hun wettelijke bescherming vanzelf zekerheid van voorzieningen en veiligheid zouden kunnen afdwingen. Voordat de consument deze rol in het marktproces kan spelen, moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan: de consument moet geprikkeld worden om zijn positie als volwaardige marktpartij op te eisen, hij moet kunnen beschikken over juiste, betrouwbare informatie en het moet duidelijk zijn waar hij terecht kan 7

8 met zijn klachten. Daartoe wordt in de komende kabinetsperiode onder andere de informatievoorziening aan de consument verbeterd door het uitbouwen van de consumentensite Ook wordt onderzocht waar lacunes zijn bij klachtenafhandeling en toezicht. [margetekst: liberalisering] Bij herijking van het ordeningsbeleid staat een goede regeling van de vraagzijde centraal. Dit speelt bijvoorbeeld bij de liberalisering van netwerksectoren, zoals de energie- en communicatienetwerken. Zonder deze netwerken kan een moderne samenleving niet functioneren. De liberalisering van deze netwerksectoren moet daarom primair in dienst staan van de belangen van klanten (zowel consumenten als kleine bedrijven). Naast heldere keuzes en verlaging van de overstapkosten, gaat het vooral om zaken als voorzieningzekerheid, leveringszekerheid en veiligheid. Deze voorwaarden moeten door middel van regelgeving en toezicht worden gewaarborgd. Het ministerie van Economische Zaken neemt de regie bij de volledige marktopening van de energiemarkt op 1 juli In het najaar 2003 komt er aanvullende wetgeving die de voorzieningzekerheid en de leveringszekerheid garandeert. Ook krijgt de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe), meer sanctiemiddelen voor de aanpak van netbeheerders die niet goed functioneren. Met deze maatregelen is een verantwoorde marktopening op 1 juli 2004 mogelijk. In 2004 wordt in de gasmarkt het netwerkbedrijf van de Gasunie gesplitst van het handelsbedrijf, waardoor een onafhankelijke positie van het netbeheer wordt bevorderd. Het energietransitiebeleid is erop gericht om op de langere termijn over te gaan naar een duurzame energiehuishouding, die zowel de economie als het milieu ten dienste staat. De budgetten voor energie-innovatie blijven op peil. Verder wordt eenmalig 35 miljoen euro extra vrijgemaakt, waarvan 15 miljoen euro in 2004, om transitie-experimenten financieel te ondersteunen. In 2004 worden de Europese richtlijnen op het gebied van Open Network Provision geïmplementeerd via een herziening van de Telecommunicatiewet. Deze wetswijziging leidt niet alleen tot meer concurrentie en dynamiek, maar ook tot een betere bescherming van consumenten. Ook de volledige liberalisering van de postmarkt gebeurt met het oog op het belang van de consument. De universele dienstverlening op de postmarkt is nu wettelijk geregeld, waardoor de kwaliteit en de prijs voor de consument zijn gegarandeerd. Alleen als deze garanties ook in een volledig vrije markt gegarandeerd zijn, vindt volledige liberalisering in 2007 plaats. ruimte om te ondernemen Nederland daalt in de internationale ranglijsten van aantrekkelijkste vestigingsplaatsen. Bedrijven en starters hebben niet voldoende ruimte om te ondernemen. Ze zuchten onder administratieve lasten en bureaucratie, hebben last van slechte bereikbaarheid en criminaliteit en kampen met onvoldoende goede fysieke ruimte om te ondernemen. Nederland moet als vestigingsplaats voor bedrijven weer terug aan de top. Hiervoor neemt het kabinet een aantal acties. Ten eerste worden de urgentste knelpunten voor startende ondernemers en overige MKB-bedrijven aangepakt. Zo krijgt ondernemerschap meer aandacht in het onderwijs en wordt het starten van een onderneming makkelijker gemaakt. Verder wordt tegenstrijdige regelgeving tegengegaan. Voor de aanpak van criminaliteit wordt een programma opgesteld, dat in het najaar van 2003 aan het parlement wordt aangeboden. Hierin worden urgente knelpunten aangepakt, zoals de winkelcriminaliteit in de detailhandel en de overvallen en ramkraken bij juweliers. 8

9 Het kabinet streeft ernaar administratieve lasten met 25 procent in 2007 terug te brengen. In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken om per ministerie een plafond vast te stellen aan de administratieve lasten. Het regionaal beleid wordt vernieuwd. In het najaar van 2003 krijgt het parlement een beleidsbrief waarin een nieuwe visie uiteen wordt gezet op het gebiedsgerichte economische beleid, de herstructurering van bedrijventerreinen, het toerisme en het grotestedenbeleid. internationaal ondernemen Export is een belangrijke motor voor economische groei. Een aanzienlijk deel van het middenen kleinbedrijf is niet gericht op de kansen en de mogelijkheden in het buitenland. Volgens berekeningen telt Nederland nog bedrijven met een onbenut exportpotentieel. Daarin moet verandering komen. Het ministerie van Economische Zaken begint een campagne die ondernemers moet aanzetten tot internationale activiteiten en de weg wijst naar ondersteunende regelingen en programma s. 9

10 2. Het sociaal-economisch beleid 2. Het sociaal-economisch beleid Nederland staat voor ingrijpende keuzes op het terrein van werk en inkomen. Het beroep op socialezekerheidsregelingen is groter dan ooit werd beoogd en het schort aan de uitstroom uit deze regelingen. Mensen worden te snel afgeschreven. Een nieuwe vormgeving van de WAO en de bijstand is dan ook dringend gewenst. De vraag wat mensen nog wel kunnen, in plaats van wat zij niet meer kunnen, moet centraal komen te staan. Dat is niet alleen om sociale, maar ook om economische redenen gewenst. De vergrijzing is geen vergezicht, maar staat in feite voor de deur. Aangezien het in Nederland nu nog gebruikelijk is om voor het 65 e levensjaar te stoppen met werken, zullen grote groepen mensen uit de naoorlogse geboortegolf zich al voor 2010 van de arbeidsmarkt terugtrekken. Een steeds kleinere groep mensen vormt dan het draagvlak voor de publieke voorzieningen. Het kabinet zet daarom in op verhoging van de arbeidsdeelname. Wie kàn meedoen, moet meedoen. Een beleid gericht op meer mensen aan het werk, heeft alleen kans van slagen als er voldoende werkgelegenheidsgroei is. Dat onderstreept de noodzaak van een beheerste loonkostenontwikkeling. Voor 2004 gelden vijf prioriteiten die zijn voorzien van meetbare doelstellingen: - een nieuwe arbeidsongeschiktheidsregeling; - meer mensen aan het werk helpen die nu nog aangewezen zijn op een uitkering; - de verwachte dalende trend in de arbeidsdeelname van ouderen omzetten in een stijgende trend - betere mogelijkheden om werk en zorg te combineren; - verminderen van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven. sociaal-economisch beeld Het huidige economische dal is dieper dan Nederland in lange tijd heeft meegemaakt; het is ook dieper dan in ons omringende landen. Sinds 2001 beweegt de groei in Nederland zich onder het gemiddelde van de EU. Voor 2004 verwacht het CPB 1 procent groei voor Nederland (gemiddeld 2 procent voor de hele EU). De lage groeicijfers hangen nauw samen met de hoge loonstijgingen van de afgelopen jaren. Het gevolg hiervan was een verslechtering van de Nederlandse concurrentiepositie. Voor volgend jaar verwacht het CPB licht herstel van de internationale economische conjunctuur, maar door de hoge arbeidskosten zal Nederland daarvan slechts in geringe mate profiteren. De stijging van de arbeidskosten als gevolg van loonstijgingen en de verhoging van pensioenpremies bedraagt in 2003 naar verwachting meer dan 4 procent. Als gevolg van de lage economische groei loopt de werkloosheid snel op. In de periode april-juni waren volgens het CBS gemiddeld mensen werkloos. Het CPB verwacht een verdere stijging tot werklozen in Het aantal mensen met een werkloosheids- of bijstandsuitkering zal naar verwachting oplopen van dit jaar naar volgend jaar. In 2003 is de werkgelegenheid voor het eerst in lange tijd weer gedaald. Gemeten in arbeidsjaren neemt de werkgelegenheid af met 1¼ procent; in 2004 met ¾ procent. Dit hangt nauw samen met reorganisaties die bedrijven doorvoeren onder druk van de conjunctuur. De daling van de werkgelegenheid treft vooral jongeren. In 2002 hadden jongeren in de leeftijd van 15 tot 10

11 25 jaar geen baan (8,7 procent). In het tweede kwartaal van 2003 is dat opgelopen tot ruim loonontwikkeling De sleutel voor verlaging van de arbeidskosten ligt bij de sociale partners. Het is aan hen om meerjarige loonmatiging en toekomstbestendige pensioenarrangementen tot stand te brengen. Verdere stijging van pensioenpremies kan onder andere worden beperkt door de inhoud van pensioenregelingen aan te passen. Gematigde premies dragen bij aan verlaging van de arbeidskosten. In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat de ontwikkeling van het bruto minimumloon en de uitkeringen gelijk oploopt met de loonstijging van de ambtenaren. In 2004 en 2005 zal ook de kinderbijslag deze ontwikkeling volgen. De verslechterde economische ontwikkeling vertaalt zich dit jaar en volgend jaar in een sterke stijging van de verhouding tussen het aantal niet-werkenden (inactieven) en werkenden (actieven), de zogeheten I/A-ratio. Deze verhouding is maatgevend voor de wijze waarop het minimumloon en de uitkeringen worden gekoppeld aan de loonstijging in de marktsector en bij de overheid. Het kabinet wil dat van het beleid ten aanzien van de koppeling een richtinggevende werking uitgaat op de loonvorming in de marktsector. Het kabinet nodigt de marktsector nadrukkelijk uit ook de weg van loonmatiging in te slaan. Op deze wijze komt een solidaire inkomensontwikkeling binnen handbereik.het kabinet heeft besloten in deze kabinetsperiode over te gaan tot volledige koppeling (aan de marktsector en de overheid), als het niveau van de I/A-ratio daalt tot onder 70 procent. Als de verwachte waarde van de I/A-ratio boven 70 procent uitkomt, wil het kabinet van volledige koppeling afzien en volgt koppeling aan uitsluitend de ambtenarensalarissen. Dat is voor volgend jaar het geval, de I/A-ratio bedraagt dan naar verwachting 72½ procent. koopkracht Door de economische teruggang is een achteruitgang in koopkracht onvermijdelijk. Wel staan evenwicht en een eerlijke verdeling centraal. Het Hoofdlijnenakkoord wijst daarbij specifiek op de positie van kwetsbare groepen (65-plussers zonder aanvullend pensioen of met een klein aanvullend pensioen en gezinnen met kinderen en een laag inkomen). In 2004 gaan burgers er gemiddeld tussen 0 procent en 1 procent in koopkracht op achteruit. De verhoging van de kinderkorting met 68 euro beperkt het koopkrachtverlies voor gezinnen met kinderen, Wel vervalt vanaf 2004 de bijzondere jaarlijkse verhoging van de kinderbijslag voor het eerste kind. Het kabinet houdt in het koopkrachtbeleid rekening met huishoudens die extra zwaar worden getroffen door maatregelen in de zorg, zoals ouderen en chronisch zieken. Koopkrachtontwikkeling 2004 Actieven Alleenverdiener met kinderen Modaal -¼ Twee maal modaal -1 Tweeverdiener Modaal en ½ modaal met kinderen 1 Twee maal modaal en ½ modaal met kinderen 0 Modaal en modaal zonder kinderen -¼ Twee maal modaal en modaal zonder kinderen -¾ Alleenstaande 11

12 Minimumloon -¼ Modaal -¼ Twee maal modaal -¾ Alleenstaande ouder Minimumloon -1 Modaal 1 Inactieven Sociale minima Paar met kinderen -½ Alleenstaande -½ Alleenstaande ouder -¼ AOW (alleenstaand) Sociaal minimum 0 AOW euro 0 AOW (paar zonder kinderen) Sociaal minimum -½ AOW euro -¾ De cijfers laten voor een aantal standaardhuishoudens de gemiddelde verwachte inkomensontwikkeling voor 2004 zien. Hierin is rekening gehouden met de gemiddelde loon- en prijsontwikkeling en het gemiddelde effect van algemene maatregelen, zoals aanpassingen in de belastingen, premies en ziektekosten. Niet alle maatregelen komen in het algemene beeld tot uitdrukking zoals enkele maatregelen in de zorg en wijzigingen in de huursubsidie. De inkomensontwikkeling van individuele huishoudens kan afwijken van de gepresenteerde cijfers. armoedeval Om de zogeheten armoedeval tegen te gaan, verhoogt het kabinet in 2004 de arbeidskorting met 30 euro. Ook komt er een extra combinatiekorting van 290 euro voor de minst verdienende partner en voor alleenstaande ouders. Armoedeval betekent dat mensen er financieel niet of nauwelijks op vooruitgaan als zij gaan werken, onder andere door het (deels) wegvallen van inkomensafhankelijke regelingen zoals de huursubsidie. Ook wordt de bijzondere bijstand gericht op groepen bijstandsgerechtigden afgeschaft (zoals de eindejaarsuitkering). Wel blijft het mogelijk in individuele gevallen bijzondere bijstand te verlenen. Hiermee is een bezuiniging gemoeid van 70 miljoen euro. Daarnaast bezuinigt het kabinet nog eens 150 miljoen op de bijzondere bijstand. Reden is dat het aantal bijstandsgerechtigden is gedaald terwijl tegelijkertijd de uitgaven voor bijzondere bijstand zijn gestegen. Het kabinet wil het niveau van de bijzondere bijstand terugbrengen tot het niveau van de tweede helft van de jaren negentig. Vanaf 2004 komt er een jaarlijkse aanvullende toeslag (van 454 euro voor gehuwden) voor mensen met een inkomen op minimumniveau die vijf jaar lang geen werk hebben en geen perspectief op een baan. In 2003 gaan alleenstaanden er gemiddeld ½ procent in inkomen op achteruit als zij een baan aanvaarden tegen het minimumloon. In 2004 verbetert hun inkomen als gevolg van de maatregelen met gemiddeld 3½ procent als ze zo'n baan aanvaarden. nieuwe Pensioenwet In de nieuwe Pensioenwet worden waarborgen vastgelegd om ervoor te zorgen dat pensioenfondsen ook in de toekomst aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Deelnemers aan pensioenregelingen en gepensioneerden moeten erop kunnen vertrouwen dat afspraken over 12

13 pensioenen worden nagekomen. Daarom moeten sociale partners volstrekte helderheid geven over de pensioenafspraken en over de vraag wanneer zij wel of niet de pensioenuitkering indexeren. Een pensioenfonds moet vooraf duidelijk aangeven welke maatregelen worden genomen bij een dalend vermogen. nieuw arbeidsongeschiktheidsstelsel Een ingrijpende wijziging van het verzekeringsstelsel voor arbeidsongeschiktheid is onontkoombaar om de gestage groei van het aantal arbeidsongeschikten een halt toe te roepen. Niet het verzekeren van arbeidsongeschiktheid staat daarbij centraal, maar het activeren van arbeidsgeschiktheid. Het nieuwe stelsel, dat in 2006 moet ingaan, staat in het teken van werkhervatting. Een voorstel voor een nieuw stelsel is onlangs gepresenteerd in een hoofdlijnennotitie. In 2004 wordt het verder uitgewerkt in wetsvoorstellen. Het doel is de instroom van duurzaam en volledig arbeidsongeschikten te beperken tot maximaal per jaar. Wie echt niet meer in staat is te werken, krijgt een permanente inkomensbescherming aangeboden van 70 procent van het laatstverdiende loon. Het gaat om mensen die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn. Voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten komt er een zogeheten regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten. Mensen die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn, blijven in dienst van de werkgever. Het wordt voor werkgevers financieel aantrekkelijk gemaakt om gedeeltelijk arbeidsongeschikten in dienst te nemen of te houden. Het kabinet wil de periode waarin werkgevers verplicht het loon doorbetalen van zieke werknemers verlengen van één jaar naar twee jaar, zodat zij er meer belang bij krijgen langdurig verzuim terug te dringen. Om werknemers te stimuleren snel weer aan de slag te gaan, is het van belang dat in het tweede ziektejaar aanvullingen op de loondoorbetaling van 70 procent achterwege blijven. Dit wordt een belangrijke voorwaarde voor de toegang tot de nieuwe arbeidsongeschiktheidsregelingen. Het kabinet scherpt per 1 juli 2004 de regels aan voor de beoordeling van de vraag of iemand ondanks zijn beperkingen nog kan werken en hoeveel hij daarmee kan verdienen (het zogeheten Schattingsbesluit). De nieuwe regels worden toegepast bij de keuring van nieuwe WAOuitkeringsgerechtigden en bij herbeoordelingen van mensen die al recht op een WAO-uitkering hebben. Voor de begeleiding van uitkeringsgerechtigden naar werk wordt deze kabinetsperiode 100 miljoen euro extra uitgetrokken. Verminderen van arbeidsongeschiktheid begint bij het voorkómen van ziekteverzuim. Arboconvenanten zijn hiervoor een belangrijk instrument. In 2004 begint de tweede reeks van deze convenanten in ongeveer twintig sectoren met een hoog risico. De convenanten worden afgesloten tussen werkgevers, werknemers en overheid en hebben tot doel het ziekteverzuim en de instroom in de WAO in die sectoren terug te brengen met ten minste 20 procent ten opzichte van meer activerende WW Ook de activerende werking van de Werkloosheidswet (WW) wordt aangescherpt. Wie een beroep wil doen op de WW, moet in de toekomst 39 van de laatste 52 weken hebben gewerkt. Nu is dat 26 weken uit de laatste 39. In het huidige stelsel ontvangen mensen die alleen aan deze wekeneis voldoen een kortdurende uitkering. In de nieuwe situatie vervalt deze uitkering. Mensen krijgen alleen een WW-uitkering als ze niet alleen aan de wekeneis voldoen, maar bovendien ten 13

14 minste vier van de afgelopen vijf jaren hebben gewerkt. Daarnaast wil het kabinet de maximale duur van de WW-uitkering bekorten door de vervolguitkering af te schaffen. Dit is de uitkering die volgt op de uitkering die is afgeleid van het laatstverdiende loon. Deze maatregel geldt niet voor mensen die voor 11 augustus 2003 werkloos zijn geworden. Aanvullingen van voormalige werkgevers op WW-uitkeringen worden deels in mindering gebracht op de uitkering. Door deze maatregelen worden mensen gestimuleerd sneller weer aan het werk te gaan en worden de uitgaven voor de WW beperkt. Het kabinet maakt vóór 1 januari 2004 een verkennende nota over de toekomstbestendigheid van werkloosheidsregelingen. reïntegratie Op 1 januari 2004 wordt, als de Eerste Kamer ermee instemt, de nieuwe Wet werk en bijstand ingevoerd. Met de nieuwe wet krijgen gemeenten een budget om de bijstandsuitkeringen te betalen en een budget om mensen aan het werk te helpen. Gemeenten krijgen de volledige financiële verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het beleid. Tegelijkertijd krijgen zij meer vrijheid om het reïntegratiebeleid vorm te geven. Als gemeenten door succesvol reïntegratiebeleid geld overhouden op het budget voor de betaling van de uitkeringen, mogen ze dit naar eigen inzicht besteden. Doel is gemeenten te stimuleren meer werk te maken van reïntegratie zodat het aantal bijstandsgerechtigden vermindert. Met het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) zijn prestatieafspraken gemaakt over het aan werk helpen van arbeidsgehandicapten en werklozen. De afspraken betreffen een snelle start van het reïntegratietraject, de periode waarbinnen een reïntegratietraject moet worden aangeboden en het percentage trajecten dat moet leiden tot een duurzaam dienstverband. Zo moet 95 procent van de WW ers binnen twaalf maanden een reïntegratietraject aangeboden krijgen. De helft van deze trajecten moet leiden tot een baan van meer dan zes maanden. Uitkeringsgerechtigden die niet meewerken aan reïntegratie, worden gekort op hun uitkering. Er wordt 225 miljoen euro bezuinigd door het afschaffen van subsidies aan werkgevers voor reïntegratietrajecten om werknemers tijdens het eerste en tweede ziektejaar aan het werk te helpen. Dit past in het voornemen van het kabinet om de verantwoordelijkheid voor het aan werk helpen van werknemers tijdens de eerste twee ziektejaren geheel bij de werkgever te leggen. Verder bespaart het kabinet onder meer op de uitvoeringskosten. Het kabinet wil het percentage mensen dat na een reïntegratietraject in een reguliere baan aan het werk gaat, in 2007 met een kwart verhogen. Met ingang van 2003 worden reïntegratiebedrijven afgerekend op resultaat. In toenemende mate wordt marktwerking toegepast bij de aanbesteding van trajecten. bestrijding jeugdwerkloosheid Het kabinet wil dat het percentage van de jeugdwerkloosheid in de periode niet méér bedraagt dan het dubbele van het totale werkloosheidspercentage. Gezien de economische verwachtingen betekent dit het beperken van de jeugdwerkloosheid tot 10 à 15 procent. Hierbij gaat het om werkloosheid onder jongeren van 15 tot 22 jaar, exclusief studenten en scholieren. De inzet is dat iedere werkloze jongere binnen een half jaar (weer) aan de slag en/of naar school gaat. Op lokaal niveau gaan werkgevers, werknemers, gemeenten, scholingsinstellingen en andere betrokkenen afspraken maken om te voorkomen dat jongeren langdurig werkloos worden. Er komt een taskforce die daarbij ondersteuning biedt. Het kabinet wil ervoor zorgen dat in deze kabinetsperiode leer-werkplekken bij overheid en bedrijfsleven worden gerealiseerd. Ook worden jongeren aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid. Het kabinet heft de leeftijdsgrens van 23 jaar op in de fiscale stimuleringsregeling waarmee werkgevers voormalig werklozen kunnen laten scholen tot ze een zogeheten startkwalificatie hebben bereikt. 14

15 meer ouderen aan het werk Het kabinet streeft ernaar de verwachte dalende trend van de arbeidsdeelname van ouderen (55-64 jaar) uiterlijk in 2007 om te keren in een stijgende trend. Hiervoor neemt het kabinet een groot aantal maatregelen. Om het onaantrekkelijker te maken voor oudere werknemers om vroegtijdig te stoppen met werken, wil het kabinet de huidige fiscale stimulans voor VUT- en prepensioenregelingen wegnemen Het risico op werkloosheid bij oudere werknemers wordt teruggedrongen door werkgevers te laten betalen voor werknemers van 57½ jaar en ouder die in de WW belanden. Deze bijdrage is gelijk aan een deel van de WW-lasten. Tegelijkertijd geldt vanaf 2004 weer de sollicitatieplicht voor oudere werknemers die werkloos worden, te beginnen met mensen met recente werkervaring. arbeid en zorg en emancipatie In 2004 introduceert het kabinet een levensloopregeling die het voor werknemers makkelijker maakt om perioden van onbetaald verlof financieel te overbruggen. De levensloopregeling is gebaseerd op de huidige verlofspaarregeling, maar kent ruimere mogelijkheden. Werknemers krijgen recht op deelname aan de levensloopregeling. Over het opnemen van verlof moet overleg met de werkgever plaatsvinden, tenzij het gaat om een wettelijk recht op verlof zoals ouderschapsverlof. Werknemers kunnen jaarlijks maximaal 12 procent van het bruto inkomen sparen. Het maximum tegoed wordt uitgebreid van éénmaal het loon op jaarbasis naar anderhalf jaar. De zogeheten omkeerregel geldt hierbij: er hoeft pas belasting te worden betaald over het tegoed als het wordt opgenomen. Het tegoed kan worden gebruikt voor elke vorm van verlof en kan ook in de twee jaar voor pensionering worden gebruikt voor het opnemen van deeltijdverlof, als minimaal de helft van de gebruikelijke arbeidsduur wordt doorgewerkt. De regeling biedt de mogelijkheid tot het aanbieden van een levenslooprekening (door banken) of een levensloopverzekering (door verzekeraars). De invulling van de verzekeringsproducten moet nog door verzekeraars worden uitgewerkt. De Wet financiering loopbaanonderbreking verdwijnt, evenals de afdrachtsvermindering voor werkgevers die ouderschapsverlof (deels) doorbetalen. Het kabinet beraadt zich nog op voortzetting van het Wetsvoorstel langdurend zorgverlof. Dit wetsvoorstel biedt recht op langdurend zorgverlof voor mensen met een partner, ouder of kind met een levensbedreigende ziekte. Er komt een tijdelijke fiscale tegemoetkoming voor werknemers die gebruikmaken van ouderschapsverlof. De tegemoetkoming krijgt de vorm van een heffingskorting ter hoogte van 50 procent van het minimumloon per opgenomen verlofdag voor werknemers die aan de levensloopregeling deelnemen. Deze tijdelijke regeling loopt tot De spaarloonregeling blijft naast de levensloopregeling bestaan. Werknemers kunnen kiezen met welke regeling ze sparen. Het kabinet streeft in de kinderopvang naar een capaciteit van ruim plaatsen in 2004, meer dan eind Een specifieke uitkering stelt gemeenten in staat het bestaande aantal subsidieplaatsen te handhaven. Vanaf 2005 biedt de nieuwe Wet basisvoorziening kinderopvang ouders een bijdrage in de kosten van de kinderopvang naar hun keuze. Ook is er vanaf miljoen euro per jaar extra beschikbaar voor de kinderopvang. Voorafgaand aan de invoering van de nieuwe wet verruimt het kabinet in het overbruggingsjaar 2004 de fiscale aftrekmogelijkheden voor werkgevers die kinderopvang bieden aan hun werknemers. Met name voor het midden- en kleinbedrijf wordt het daarmee aantrekkelijker een bijdrage te leveren aan de kinderopvangkosten van hun werknemers. Hiermee is een bedrag gemoeid van 50 miljoen euro. 15

16 Via convenanten met regionale partners, zoals bedrijven, gemeenten en Centra voor werk en inkomen, worden afspraken gemaakt om herintredende vrouwen aan werk te helpen. In 2005 moeten herintreedsters aan betaald werk zijn geholpen. Doel is de arbeidsdeelname van vrouwen te verhogen tot 65 procent in Doel van het arbeid- en zorgbeleid is om in 2007 het verschil tussen de gewenste en de feitelijke mate van combineren van arbeid- en zorgtaken met een kwart te verminderen. Prioriteiten in het emancipatiebeleid van het kabinet zijn verbetering van de veiligheid van vrouwen, bevorderen van hun arbeidsparticipatie en economische zelfstandigheid en stimuleren van deelname van vrouwen aan besluitvorming en bestuur. De Commissie Participatie Vrouwen uit Etnische Minderheidsgroepen, onder leiding van voormalig Tweede-Kamerlid Rosenmöller, zal stimuleren dat meer vrouwen uit etnische minderheidsgroepen aan het werk gaan. Ook wordt een plan van aanpak opgesteld voor emancipatie en integratie van allochtone meisjes en vrouwen. minder regels De komende jaren zal vereenvoudiging van regelgeving en vermindering van administratieve lasten onder meer worden gerealiseerd door een betere afstemming van de regelgeving op het terrein van sociale verzekeringen en de belastingen. De inning van premies voor de sociale verzekeringen wordt ondergebracht bij de Belastingdienst, zodat werkgevers nog maar met één loket van doen hebben. Ook wordt de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen ingetrokken. Doel is de administratieve lasten voor het bedrijfsleven op het terrein van SZW in 2007 met een kwart te verminderen, onder andere via deregulering. fraudebestrijding Het kabinet wil de komende jaren de handhaving van regels verder verbeteren. In oktober start een landelijk dekkend netwerk van interventieteams, waarin de Arbeidsinspectie, UWV, de Belastingdienst, gemeenten en de Sociale Verzekeringsbank gezamenlijk controles zullen uitvoeren. Doel is bestrijding van illegale tewerkstelling en fraude op het terrein van sociale zekerheid, zoals premiefraude, uitkeringsfraude en identiteitsfraude. De inspectiecapaciteit van de Arbeidsinspectie wordt uitgebreid met 80 inspecteurs. De inspecteurs worden ingezet in nieuwe multidisciplinaire teams die onderzoek gaan doen naar illegale tewerkstelling in onder andere de horeca, de vleesverwerkende industrie, de tuinbouw en de distributiesector. Ook zal de Arbeidsinspectie in Amsterdam en Den Haag onderzoeken doen naar malafide uitzendbureaus. De capaciteit van de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD) wordt eveneens uitgebreid. Deze dienst richt zich op bestrijding van zware en complexe fraude. 16

17 3. Onderwijs en kennis Nederland heeft te maken met economische tegenwind. Daarom is het belangrijk het vernieuwend vermogen van onze samenleving te vergroten om zo de slagkracht van de economie ook voor de langere termijn veilig te stellen. Het kabinet vindt het belangrijk om te investeren in onderwijs en kennis. Onlangs nog wees de Europese Commissie haar lidstaten op het positieve verband tussen onderwijs en economische groei. Het kabinet trekt voor onderwijs en kennis, ondanks de moeilijke budgettaire situatie, een bedrag uit oplopend tot 800 miljoen euro in Nederland wil tot de Europese voorhoede behoren op het terrein van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie. Om een impuls te geven aan innovatie als motor van de productiviteitsgroei en economische ontwikkeling heeft het kabinet een Innovatieplatform opgericht. De minister-president is voorzitter van het Innovatieplatform, de ministers van OCW en EZ zijn lid. Zowel uit het bedrijfsleven als uit het publieke onderzoek en het hoger onderwijs zijn gezaghebbende vertegenwoordigers lid, terwijl ook onafhankelijke deskundigen in het Innovatieplatform zijn opgenomen. Het Innovatieplatform moet leiden tot vernieuwende inzichten op het gebied van kennisontwikkeling en -exploitatie. De inzichten die uit het platform voortkomen, kunnen het strategische kader bieden voor de formulering en uitvoering van plannen op het gebied van hoger onderwijs, wetenschappelijk en technologisch onderzoek en innovatie. Die komen terug in beleidsdocumenten van OCW zoals het Wetenschapsbudget, het Hoger Onderwijs Plan (HOOP) en het plan voor aanpak van de tekorten in bèta techniek en in de Innovatiebrief van Economische Zaken. Ook kan het Innovatieplatform inzichtelijk maken wat het bedrijfsleven en het bestel van onderzoek en hoger onderwijs zelf kunnen bijdragen aan de ontwikkeling en de uitvoering van de strategie. De grote rol van onderwijs, cultuur en wetenschap bij het versterken van de samenleving gaat verder dan de economie alleen. Het gaat om de hele kennissamenleving, waarin niet alleen kennis en vaardigheden, maar ook waarden en normen worden doorgegeven. Investeren in onderwijs, cultuur en wetenschap is noodzakelijk, opdat zoveel mogelijk mensen mee kunnen doen. Niet voor niets zijn Onderwijs, kennis en innovatie en meedoen sleutelbegrippen van het kabinet. Het kabinet streeft naar vermindering van regelgeving en bureaucratie. Scholen krijgen meer ruimte om de inrichting van het onderwijs naar eigen inzicht vorm te geven. Ook culturele instellingen moeten zich kunnen toeleggen op hun werk, en niet in beslag worden genomen door te ingewikkelde subsidieprocedures. In het basis- en voortgezet onderwijs richt de overheid zich meer op de kwaliteit van het aanbod en het toezicht daarop. Het lerarentekort moet omlaag en het aantal leerlingen in het voortgezet en beroepsonderwijs dat de eindstreep haalt moet stijgen. Het hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en innovatie moeten tot de Europese voorhoede gaan behoren. minder regels De relatie tussen de rijksoverheid en de scholen en (culturele) instellingen in het land is aan vernieuwing toe. Onderdeel van de nieuwe aanpak in deze kabinetsperiode is een vermindering van de regels. Dat is natuurlijk geen doel op zich, maar een middel om scholen en instellingen meer zelfstandigheid en vrijheid te bieden om te handelen. Dat moet leiden tot professionaliteit, kwaliteit en maatwerk en tegemoetkomen aan de specifieke wensen van de gebruikers van onderwijs, cultuur en wetenschap. Daarom wordt de totale administratieve lastendruk van 17

18 onderwijs- en cultuurinstellingen verlaagd. Het aantal circulaires voor scholen en instellingen wordt zoveel mogelijk beperkt. Die grotere zelfstandigheid en vrijheid van instellingen gaan samen met duidelijke afspraken over kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid. Want meer ruimte krijgt pas betekenis als de grenzen van die ruimte duidelijk zijn. Meer ruimte moet leiden tot betere prestaties, tot beter onderwijs voor de leerling of student. De overheid wil in overleg met scholen, instellingen en professionals de koers uitzetten die leidt tot betere prestaties en versterking van de eigen regie. Uiteraard gaat meer ruimte ook gepaard met de stimulans om de beschikbare ruimte en middelen maximaal te benutten en een goed zicht op schoolresultaten en andere relevante informatie is daarbij belangrijk, in het bijzonder voor ouders en jongeren die voor een school- of studiekeuze staan. De overheid moet er dus voor zorgen dat onderwijsinstellingen zich laten vergelijken. Het departement van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderhoudt een omvangrijke gegevensuitwisseling met in totaal meer dan instellingen en miljoenen leerlingen en ouders. Dit wordt onder meer verzorgd door de Centrale Financiën Instellingen (CFi) en de Informatie Beheer Groep (IB-groep). CFi gaat de informatieverstrekking en dienstverlening aan scholen en beleidsmakers verbeteren. Dat leidt tot minder administratieve lasten voor de scholen en biedt hun het gereedschap om de bedrijfsvoering te verbeteren. Voor alle instellingen geldt dat de regels die er zijn moeten worden nageleefd. De overheid garandeert dat de instellingen tekst en uitleg geven over hun keuzes. Ze moeten zich op een vergelijkbare en open wijze verantwoorden tegenover de burgers in hun omgeving. Net als in het onderwijs streeft OC&W ernaar om op cultuurgebied de alledaagse bureaucratie aan te pakken. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de eisen die aan het opstellen van een subsidieaanvraag zijn verbonden, de verplichtingen die een beschikking met zich meebrengt, of de eisen die worden gesteld aan de jaarlijkse verantwoording. Ook het zogenoemde doelgroepenbeleid, om de bevolking breder bij het culturele leven te betrekken, kan eenvoudiger. Veel gedetailleerde voorschriften die met dat beleid gepaard gingen, worden afgeschaft. De overheid wil de culturele instellingen het vertrouwen geven dat zij naar hun beste vermogen gestalte kunnen geven aan hun eigen ambities. Natuurlijk zijn instellingen wel gehouden aan wat zij in de beleidsplannen in het vooruitzicht hebben gesteld. Als beloften niet worden nagekomen, kan dit leiden tot sancties. onderwijspersoneel De aanpak van het lerarentekort heeft nog altijd prioriteit. Het grootste deel van de extra uitgaven in de onderwijsbegroting van dit jaar heeft te maken met de omgeving waarin onderwijspersoneel werkt, de werkdruk van leraren en directiepersoneel en met specifieke knelpunten op de arbeidsmarkt. Door de vergrijzing verdubbelt de uitstroom van leraren de komende tien jaar. Het doel van het beleid is om het geraamde tekort in 2007 van volledige banen in het primair en voortgezet onderwijs terug te brengen tot ongeveer voltijdbanen. De belangrijkste strategie is om de beroepen in het onderwijs aantrekkelijker te maken. Een lichtpuntje is het voorzichtige herstel dat lijkt op te treden bij de vooraanmeldingen voor de lerarenopleiding voortgezet onderwijs. Afgestudeerden van de gewone lerarenopleidingen kunnen maar de helft van de vraag naar leraren vervullen. Scholen moeten dus ook een beroep doen op zij-instromende leraren, herintreders en onderwijsondersteunend personeel. Daarnaast is het van belang te voorkomen 18

19 dat beginnend personeel uitvalt. Op langere termijn is een betere planning van de personeelsvoorziening essentieel, bij voorkeur in regionaal verband. Ook doorstroomtrajecten (van onderwijsassistent via lerarenondersteuner naar leraar) verdienen meer aandacht. Verder wordt er een eenjarige kopopleiding ingericht voor hbo- en wo-bachelors om een tweedegraadsbevoegdheid voor het onderwijs te halen. Studenten aan deze kopopleiding krijgen recht op studiefinanciering. Daarnaast wordt in 2004 begonnen met de ontwikkeling van een educatieve master-opleiding in het hbo. Scholen voor primair en voortgezet onderwijs krijgen meer geld om ondersteunend personeel aan te trekken. Die extra ondersteuning biedt scholen de mogelijkheid het onderwijs anders in te richten, taken en werk anders te verdelen en de werkdruk te verminderen. Niet alleen krijgt de leraar meer armslag, ook is de school met ondersteunend personeel beter in staat om eventuele personeelstekorten op te vangen. Bovendien biedt functiedifferentiatie loopbaanperspectief en dat maakt werken in het onderwijs aantrekkelijker. Voor de versterking van loopbaanmogelijkheden van ondersteunend personeel is extra geld beschikbaar. Andere maatregelen zijn gericht op het verbeteren van het functioneren van de onderwijsarbeidsmarkt en het versterken van de concurrentiepositie van het onderwijs. Er zijn veel mensen die belangstelling hebben om hun huidige werk te verruilen voor een baan in het onderwijs. Vanaf 2004 wordt het bedrag verhoogd dat in de regeling zij-instroom beschikbaar is voor opleiding, begeleiding en studieverlof. Scholen worden zo in staat gesteld zij-instromers beter te begeleiden. Ook is er geld om andere beginnende leraren beter te begeleiden. Opleiden in de school wordt steeds belangrijker. Zij-instromers, leraren-in-opleiding, duale studenten en onderwijsassistenten worden (voor een deel) opgeleid op de werkplek. In 2004 en 2005 is er extra geld voor scholen die leraren vrijstellen om een deel van hun tijd (nieuw) personeel op te leiden en te begeleiden. Om werken in het onderwijs aantrekkelijker te maken, is het van belang dat mensen langs alle mogelijke routes en op elk moment in hun loopbaan, kunnen toetreden tot een baan in het onderwijs. Ook ontstaan binnen de school steeds meer functies en nieuwe beroepen van waaruit wordt bijgedragen aan het onderwijsproces. Er is dus behoefte aan een duidelijke kwalificatiestructuur voor onderwijsberoepen en een flexibel stelsel van scholing en opleiding. Daarom wordt geld vrijgemaakt waarmee branche- en opleidingsinstellingen afspraken kunnen maken over die kwalificatiestructuur en het stelsel van scholing en opleiding. primair en voortgezet onderwijs Het is de bedoeling om het primair en voortgezet onderwijs meer te betrekken bij de totstandkoming van het beleid. Daarom moeten voor die sectoren, in navolging van het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) en hoger onderwijs, meerjarenbeleidsplannen worden opgesteld. Op basis daarvan zullen met de sectoren afspraken worden gemaakt over de uitwerking van de hoofdlijnen. Het primair onderwijs schakelt per 1 augustus 2006 over op lumpsumbekostiging. Dit houdt in dat scholen grotendeels zelf kunnen bepalen hoe zij hun geld besteden. De jaren tot aan dat moment zijn bedoeld voor de voorbereiding en daar is extra geld voor nodig. Het gaat vooral om de versterking van het management. Iedere school krijgt vanaf 2004 structureel een extra bedrag, naar rato van het aantal leerlingen per school. Dit bedrag loopt na 2004 verder op. Kleine scholen krijgen een extra bedrag, omdat daar de managementcapaciteit die nodig is voor de lumpsumbekostiging het meest versterking behoeft. 19

20 Het primair en voortgezet onderwijs krijgen verder de kans om zowel pedagogisch als organisatorisch van onderop te vernieuwen. Ook toepassing van nieuwe wetenschappelijke inzichten wordt gestimuleerd. Scholen die zich daarin onderscheiden, kunnen een voorbeeld zijn voor andere. Daarom is er extra geld voor de verspreiding van zulke good practices. Er komt een afzonderlijk budget voor vernieuwingen bij de toepassing van ICT in het onderwijs. Ook zijn er middelen beschikbaar om ervoor te zorgen dat alle scholen een snelle en betrouwbare aansluiting op internet kunnen behouden. De maatschappelijke stage is een prima middel om leerlingen meer bij de samenleving te betrekken. Nog dit schooljaar beginnen tien proefprojecten op scholen in het voortgezet onderwijs. Het doel is om in 2007 maatschappelijke stages via minimaal een kwart van de scholen voor voortgezet onderwijs mogelijk te maken. Culturele activiteiten op en rond de school verbinden jongeren, versterken de sociale samenhang en vormen een uitstekend middel voor de dialoog over waarden en normen. Om te komen tot een doorlopende leerlijn cultuur gaat er vanaf 2004 meer geld naar het programma Cultuur en school. beroepsonderwijs en hoger onderwijs Goed onderwijs en bijscholing kunnen zorgen voor voldoende beroeps- en hoger opgeleiden noodzakelijk voor een geslaagde kennissamenleving. De instroom vanuit havo en vwo in het hoger onderwijs kan bijna niet meer omhoog. Daarom is een grotere instroom vanuit het mbo van belang. Ook moeten thans ondervertegenwoordigde groepen meer doorstromen. De rechten en plichten van mbo-ers worden meer in overeenstemming gebracht met die van studenten in het hoger onderwijs. Het aantal universitair en hbo-afgestudeerden in de bèta/technieksector moet groeien met 15 procent in Ook moet vanaf 2004 de instroom omhoog in onderzoeks- en medische opleidingen. Hoewel door de ophoging van de numerus fixus de instroom in gezondheidszorgopleidingen de laatste tijd stijgt, bestaat hier toch een groeiend tekort. Daarom wordt de huidige numerus fixus voor de geneeskundeopleidingen verder verhoogd van 2550 naar 2900 plaatsen. Ook komen er nieuwe medische studies zorgmasters waardoor meer medisch personeel kan worden opgeleid. De taakherschikking in de beroepspraktijk en samenwerking tussen de verschillende professionals in de zorg wordt gezien als een belangrijke bijdrage aan de oplossing van het capaciteitsprobleem. Door bijvoorbeeld de nurse-practitioners beperkte bevoegdheden van artsen te laten overnemen, hebben artsen meer tijd voor meer gespecialiseerde handelingen. Dit verkort de wachtlijsten. onderwijsachterstanden en uitval In nagenoeg alle sectoren van het onderwijs stijgt de onderwijsdeelname, ook in de komende kabinetsperiode. Minstens zo belangrijk als de instroom in het onderwijs is de afronding van een opleiding. De groeiende behoefte aan technisch bekwame vaklui en hoog opgeleide kenniswerkers zou kunnen leiden tot een tekort aan mbo ers, hbo ers en wo ers. Daarom is het extra urgent dat het beroeps- en hoger onderwijs alles op alles zet om meer mensen af te leveren met een diploma. Onderzoek en onderwijs zijn niet alleen belangrijk voor de economie, maar ook van grote culturele waarde. Onderwijs, cultuur en wetenschap bereiden mensen voor op volwaardige maatschappelijke deelname en leveren zo een belangrijke bijdrage aan de sociale samenhang binnen onze samenleving. Een goede beheersing van de Nederlandse taal is hiervoor een vereiste, evenals de basiskennis over onze samenleving en het in acht nemen van algemeen aanvaarde 20

Koersvast in onzekere tijden Miljoenennota 2012

Koersvast in onzekere tijden Miljoenennota 2012 Koersvast in onzekere tijden Miljoenennota 2012 Staatsschuld in 2015: ruim 450 miljard euro. Dat is 60 miljard meer dan aan het begin van de kabinetsperiode Nederland is door de grenzen die het stabiliteitspact

Nadere informatie

CPB Notitie 16 augustus Houdbaarheidsberekeningen. Uitgevoerd op verzoek van Flip de Kam

CPB Notitie 16 augustus Houdbaarheidsberekeningen. Uitgevoerd op verzoek van Flip de Kam CPB Notitie 16 augustus 2013 Houdbaarheidsberekeningen Uitgevoerd op verzoek van Flip de Kam. CPB Notitie Aan: Flip de Kam Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383

Nadere informatie

Financiële bijlage D66-verkiezingsprogramma

Financiële bijlage D66-verkiezingsprogramma Financiële bijlage D66-verkiezingsprogramma D66 staat garant voor een solide financieel beleid, dat ruimte biedt voor investeringen in de kwaliteit van de samenleving en economische dynamiek. Het verkiezingsprogramma

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

Begrotingsregels kabinet Balkenende IV

Begrotingsregels kabinet Balkenende IV Begrotingsregels kabinet Balkenende IV De Nederlandse begrotingsregels zijn de budgettaire spelregels waaraan het kabinet en de coalitiepartijen zich aan het begin van een vierjarige regeringsperiode committeren

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2008 Nr. 58 BRIEF VAN

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2012 Nr. 64 BRIEF VAN

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 0,15 0,12 100% = 25%

Nadere informatie

Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa)

Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) 1. Inleiding De overheid heeft besloten de Ziektewet (ZW) per 1 januari 2013 aan te

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie 10 juni 2011 Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Centraal Planbureau Van Stolkweg

Nadere informatie

UWV Tijdreeksen 2017

UWV Tijdreeksen 2017 UWV Tijdreeksen 217 Inhoudsopgave Inleiding 2 1. WW 3 2. WIA (IVA + WGA) 4 2.1. WIA Totaal 4 2.2. IVA 5 2.3. WGA 6 3. WAO 7 4. WAZ 8 5. Wajong 9 6. Ziektewet 1 7. Uitgekeerde bedragen 11 Colofon 12 UWV

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het

Nadere informatie

special MILJOENENNOTA 2014 uitgaven 267,0 miljard inkomsten 249,1 miljard De miljoenennota en uw portemonnee.

special MILJOENENNOTA 2014 uitgaven 267,0 miljard inkomsten 249,1 miljard De miljoenennota en uw portemonnee. MILJOENENNOTA 2014 special De miljoenennota en uw portemonnee. inkomsten 249,1 miljard uitgaven 267,0 miljard Het kabinet heeft op Prinsjesdag bekend gemaakt hoe de begroting, met daarin het bezuinigingspakket

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

UWV Tijdreeksen 2018

UWV Tijdreeksen 2018 UWV Tijdreeksen 218 Inhoudsopgave Inleiding 2 1. WW 3 2. WIA (IVA en WGA) 4 2.1. WIA Totaal 4 2.2. IVA 5 2.3. WGA 6 3. WAO 7 4. WAZ 8 5. Wajong 9 6. Ziektewet 1 7. Uitgekeerde bedragen 11 Colofon 12 UWV

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 200 Nr. 1 NOTA OVER DE TOESTAND VAN S RIJKS FINANCIËN Aangeboden 16 september 2003 Tekstgedeelte van de Miljoenennota 2004 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd 2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd Mensen moeten steeds de keuze maken tussen werken en vrije tijd: 1. Werken * Je ontvangt loon in ruil voor je arbeid; * Langer werken geeft meer loon (en dus kun

Nadere informatie

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 29544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 514 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 7 april 2014 Bijgaand treft u het rapport

Nadere informatie

Miljoenennota 2003. *** embargo tot dinsdag 17 september 2002 15.15 uur *** Miljoenennota 2003

Miljoenennota 2003. *** embargo tot dinsdag 17 september 2002 15.15 uur *** Miljoenennota 2003 Perspresentatie door minister Hans Hoogervorst en staatssecretaris Steven van Eijck vrijdag 13 september 2002 *** embargo tot dinsdag 17 september 2002 15.15 uur *** Toelichting minister Hans Hoogervorst

Nadere informatie

Wat is de essentie van het 6 miljard pakket? Waarom is er besloten om te bezuinigen? Wordt de economie kapot bezuinigd?

Wat is de essentie van het 6 miljard pakket? Waarom is er besloten om te bezuinigen? Wordt de economie kapot bezuinigd? Wat is de essentie van het 6 miljard pakket? Er is een pakket van 6 miljard euro aan aanvullende bezuinigingen overeenkomen. De bezuinigingen worden hoofdzakelijk gevonden via uitgavenbeperkingen binnen

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo II

Eindexamen economie vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 493 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Dit advies bevat de reactie van de Sociaal-Economische Raad op de adviesaanvraag over het voorkómen van arbeidsmarktknelpunten in de collectieve sector. Hierover hebben de ministers van

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 503 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II Opgave 1 Armoede en werk 1 Het proefschrift bespreekt de effecten van het door twee achtereenvolgende kabinetten-kok gevoerde werkgelegenheidsbeleid. / De titel van het proefschrift heeft betrekking op

Nadere informatie

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015 Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015 Op basis van cijfers rondom de cao kinderopvang en cijfers van het Centraal Planbureau (CPB), volgt in dit document een overzicht van kostenontwikkelingen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 161 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en enige andere

Nadere informatie

Aan de leden van de Tweede Kamer Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Den Haag, 16 september 2003

Aan de leden van de Tweede Kamer Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Den Haag, 16 september 2003 Aan de leden van de Tweede Kamer Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag, 16 september 2003 Betreft: Reactie op hoofdlijnen begroting ministerie SZW Ref.: LCR/030195/JL/ER Geachte dames en heren, De Landelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1424 Vragen van het lid

Nadere informatie

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014 Een uitdagende arbeidsmarkt Erik Oosterveld 24 juni 2014 Wat waren de gevolgen van de recessie? Hoeveel banen zijn er verloren gegaan? In welke sectoren heeft de recessie het hardst toegeslagen? Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2013 33 400 C Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds

Nadere informatie

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

Van Martin Heekelaar m.heekelaar@berenschot.nl 030-2916814 Datum 30 oktober 2012 Betreft

Van Martin Heekelaar m.heekelaar@berenschot.nl 030-2916814 Datum 30 oktober 2012 Betreft Van Martin Heekelaar m.heekelaar@berenschot.nl 030-2916814 Datum 30 oktober 2012 Betreft Financiële gevolgen Regeerakkoord i.v.m. gemeentelijke regelingen W&I Op 29 oktober presenteerden de VVD en de PvdA

Nadere informatie

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1 Werk, inkomen & sociale zekerheid versie 2013 www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1 Inleiding... 3 Participatiewet, geplande invoerdatum 1 januari 2014... 4 Wet Wajong (sinds 2010)... 6 Wet Werk

Nadere informatie

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage maart 2003 1 De Nederlandse economie blijft ondermaats presteren. Dit geldt zelfs indien door een voorspoedig

Nadere informatie

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken. Samenvatting door een scholier 1221 woorden 5 januari 2004 5,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Hoofdstuk 4: werk, werk, werk 4.1 Het aanbod van arbeid Beroepsbevolking: het aantal mensen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Nieuwsbrief Prinsjesdag 2015 NIEUWSBRIEF. over de gevolgen van Prinsjesdag 2015 voor uw personeelsbeleid

Nieuwsbrief Prinsjesdag 2015 NIEUWSBRIEF. over de gevolgen van Prinsjesdag 2015 voor uw personeelsbeleid NIEUWSBRIEF over de gevolgen van Prinsjesdag 2015 voor uw personeelsbeleid Via deze speciale Prinsjesdag-nieuwsbrief brengen wij u volledig op de hoogte van Prinsjesdag 2015 die relevant zijn voor werkgevers.

Nadere informatie

CPB Notitie. Samenvatting. Aan: Ministerie van SZW

CPB Notitie. Samenvatting. Aan: Ministerie van SZW CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070) 3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon M.H.C. Lever Datum: 10 juni 2011 Betreft: Sociaal akkoord

Nadere informatie

Bijlage III Het risico op financiële armoede

Bijlage III Het risico op financiële armoede Bijlage III Het risico op financiële armoede Zoals aangegeven in hoofdstuk 1 is armoede een veelzijdig begrip. Armoede heeft behalve met inkomen te maken met maatschappelijke participatie, onderwijs, gezondheid,

Nadere informatie

Een brug naar de toekomst PCOB manifest heeft oog voor solidariteit tussen generaties

Een brug naar de toekomst PCOB manifest heeft oog voor solidariteit tussen generaties Een brug naar de toekomst PCOB manifest heeft oog voor solidariteit tussen generaties Inleiding De huidige financiële en economische crisis maakt pijnlijk duidelijk dat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart 2011 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie Hoofdstuk 4 4.1 Het aanbod van arbeid Het aanbod van arbeid is gelijk aan de omvang van

Nadere informatie

Alleenstaande ouders en kindregelingen

Alleenstaande ouders en kindregelingen Alleenstaande ouders en kindregelingen Op deze site wordt u geïnformeerd over regelingen die in het regeerakkoord Bruggen slaan zijn opgenomen. Naar aanleiding van de plannen voor het versoberen van de

Nadere informatie

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003 CPB Notitie Datum : 3 juli 2003 Bijstelling meerjarencijfers 2004-2007 1 Inleiding De analyse van het Hoofdlijnenakkoord in mei 2003 in CPB Notitie 2003/49 is gebaseerd op het voorzichtige scenario van

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet

Nadere informatie

Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten. Nibud, juni 2008

Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten. Nibud, juni 2008 Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten Nibud, juni 2008 Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten Nibud, juni

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 In opdracht

Nadere informatie

De Grote Uittocht Herzien. Een nieuwe verkenning van de arbeidsmarkt voor het openbaar bestuur

De Grote Uittocht Herzien. Een nieuwe verkenning van de arbeidsmarkt voor het openbaar bestuur De Grote Uittocht Herzien Een nieuwe verkenning van de arbeidsmarkt voor het openbaar bestuur Aanleidingen van deze update van De Grote Uittocht - een rapport van het ministerie van BZK en de sociale partners

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Eigen risico dragen voor de WGA vaak financieel aantrekkelijk

Eigen risico dragen voor de WGA vaak financieel aantrekkelijk Binnenkort voert het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een aantal veranderingen door in de wijze waarop de WGA wordt gefinancierd. Deze wijzigingen maken het voor zorginstellingen aantrekkelijker

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 1 Hoe verdelen we de zorgkosten? 1 maximumscore 2 Stel het bbp op 100 en het totaal van de zorgkosten op 9 9 1,035 24 = 9 2,283328 = 20,55 1 100 1,0132 24 = 136,99 20,55 136,99 100% = 15% (en dat

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 525 Het niet indexeren van het basiskinderbijslagbedrag in de Algemene Kinderbijslagwet per 1 juli 2013 B MEMORIE VAN ANTWOORD Ontvangen 27

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Factsheet kinderopvang januari 2013

Factsheet kinderopvang januari 2013 Factsheet kinderopvang januari 2013 Inleiding Het kabinet Rutte/Ascher heeft onlangs besloten ook voor 2013 verdere bezuinigingen op de kinderopvang door te voeren. Er wordt vanaf 2010 elk jaar fors bezuinigd

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

Levensloopregeling Informatie voor werknemers

Levensloopregeling Informatie voor werknemers Levensloopregeling Informatie voor werknemers Levensloopregeling Met de levensloopregeling kunnen werknemers een deel van hun brutosalaris sparen. Dit spaargeld kan worden gebruikt voor een periode van

Nadere informatie

2. Het sociaal-economisch beleid

2. Het sociaal-economisch beleid 10 2. Het sociaal-economisch beleid Een halt aan de groei van het aantal arbeidsongeschikten, een grotere eigen verantwoordelijkheid en meer vrijheid voor gemeenten bij het aan werk helpen van bijstandsgerechtigden

Nadere informatie

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures

Nadere informatie

Opdracht Levensbeschouwing AOW-leeftijd

Opdracht Levensbeschouwing AOW-leeftijd Opdracht Levensbeschouwing AOW-leeftijd Opdracht door een scholier 2333 woorden 17 december 2009 6,4 14 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Inhoudsopgave Inleiding 3 Welke feiten spelen een rol? 4 +

Nadere informatie

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016. Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016. Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016 Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016 Prinsjesdag 2015 Nibud, september

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Datum 8 mei 2013 Betreft Afschaffing uitzonderingen musici en artiesten werknemersverzekeringen

Datum 8 mei 2013 Betreft Afschaffing uitzonderingen musici en artiesten werknemersverzekeringen > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Aan de raad AGENDAPUNT 3 Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Voorstel: 1. De kaders uit het beleidsplan 'Werken werkt!' vaststellen, zijnde: a. als doelstellingen: - het bevorderen van de mogelijkheden

Nadere informatie

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo. Samenvatting door D. 1363 woorden 7 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1; De werknemer Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te

Nadere informatie

27926 Huurbeleid. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 11 oktober 2016

27926 Huurbeleid. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 11 oktober 2016 27926 Huurbeleid Nr. 269 Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 11 oktober 2016 De algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister voor Wonen en Rijksdienst

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Het spaargeld uit de levensloopregeling kunt u gebruiken om de periode van onbetaald verlof te financieren.

Het spaargeld uit de levensloopregeling kunt u gebruiken om de periode van onbetaald verlof te financieren. Levensloop. Wat is levensloop? De levensloopregeling (of: levensloop) is een fiscale regeling die vanaf 1 januari 2006 in Nederland bestaat om het sparen voor een vervangend inkomen tijdens een periode

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011 Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2011 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan

Nadere informatie

Sociale verzekeringen per 1 januari 2010

Sociale verzekeringen per 1 januari 2010 Sociale verzekeringen per 1 januari 2010 11 december 2009 Nr. 09/134 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2010 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen

Nadere informatie

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten)

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten) Bijlage 5 In het overleg over het begrotingsonderzoek SZW van 22 november 2001 heb ik toegezegd u voor de begrotingsbehandeling nadere informatie te doen toekomen met betrekking tot de inkomensmaatregelen

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012 Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk

Nadere informatie

Werken of vrije tijd?

Werken of vrije tijd? Samenvatting door Sophie 612 woorden 28 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1 Werken of vrije tijd? Je moet keuzes maken tussen vrije tijd en werken/ geld verdienen. Veel mensen werken

Nadere informatie

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018 Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014 Met een doorkijk naar 2018 Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014 Een belangrijke taak van UWV is het bij elkaar brengen van vraag en aanbod op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 467 Wijziging van de Wet arbeid en zorg en enige andere wetten in verband met het tot stand brengen van een recht op langdurend zorgverlof en

Nadere informatie

Miljoenennota 2017 & HR

Miljoenennota 2017 & HR Miljoenennota 2017 & HR Prinsjesdag, 20 september 2016 Duurzame inzetbaarheid: ondersteuning bij cultuuromslag Wat betreft duurzame inzetbaarheid worden de campagnes over werkstress en pesten op de werkvloer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 777 Geleidelijke afbouw van de dubbele heffingskorting in het referentieminimumloon tot een keer de algemene heffingskorting met uitzondering

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Oen Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer derstaten-generaal ľ 5 ľ M 9 Binnenhof 22 Anna van Hannoverstraat 4 2513AA

Nadere informatie

AV/PB/04/ Datum 3 mei 2004

AV/PB/04/ Datum 3 mei 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's Gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product

Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid = mensen Door werkgevers: bedrijven en overheid Werkgelegenheid Hoe lager het loon, hoe groter de vraag naar arbeid Aanbod van arbeid: beroepsbevolking (iedereen tussen de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 322 Kinderopvang Nr. 137 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Opgave koppeling ambtenaren particuliere sector

Opgave koppeling ambtenaren particuliere sector Opgave koppeling ambtenaren particuliere sector In 1990 werden ambtenarensalarissen gekoppeld aan de gemiddelde stijging van de lonen in het bedrijfsleven. Een argument voor deze koppeling houdt verband

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie