Register Vakblad van het Register Belastingadviseurs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Register Vakblad van het Register Belastingadviseurs"

Transcriptie

1 HET Register Vakblad van het Register Belastingadviseurs november 2011 / tweede jaargang / nummer 11 Kosten (terugkrijgen) hinderlijk obstakel in fiscale procedures Veelgestelde vragen RB Koepelconvenant horizontaal toezicht WOZ-waarde is belangrijker dan vaak gedacht! Herwaardering van landbouwgrond, een vervolg REG_11_11_p01-p40.indd 1 10/27/ :55:08 AM

2 Advertentie REG_11_11_p01-p40.indd 2 10/27/ :55:12 AM

3 Colofon DE Inhoud Het Register Vaktijdschrift van het Register Belastingadviseurs uitgegeven door Reed Business bv. Register Belastingadviseurs Brenkmanweg 6, 4105 DH Culemborg tel.: (0345) Redactieadres Reed Business bv Postbus 152, 1000 AD Amsterdam Coördinatie bureauredactie Lucienne Bongers tel.: Redactieraad Mr. D.J. (Dick) de Korte FB (hoofdredacteur) Mr. S.F.J.J. (Sylvester) Schenk FB Mr. E.E.J.C. (Eli) Hendriks CB Mr. W.J.M. (Wil) Vennix FB Prof. mr. dr. G.J.M.E. (Guido) de Bont Uitgever Onno Dekker Reed Business bv Postbus 152, 1000 AD Amsterdam Verenigingsnieuws Register Belastingadviseurs Afdeling Communicatie Brenkmanweg DH Culemborg Nieuwsrubriek Deze rubriek staat onder redactie van het Nederlands Redactie Instituut 8 Proceskosten- en schadevergoeding bij een fiscale procedure Door mr. T. (Toon) Nefkens 18 Europa is vaak onverwacht dichtbij Interview met scheidend hoogleraar prof. dr. H.A. (Han) Kogels FB Jurisprudentie en Wetgeving Deze rubriek staat onder redactie van Licent Academy Advertenties Reed Business bv Postbus 152, 1000 AD Amsterdam Advertentieverkoop Mark Miedema Commercieel Manager tel.: (020) mark.miedema@reedbusiness.nl Sandra Nicolai tel.: (020) sandra.nicolai@reedbusiness.nl Abonnementen en lezersservice Reed Business bv Afdeling Customer Contact Postbus 808, 7000 BA Doetinchem tel.: (0314) customercontact@reedbusiness.nl Abonnementsprijzen Prijs jaarabonnement: 165,06 ex btw (6%) Prijs los nummer: 20,85 ex btw (6%) RB-leden ontvangen Het Register uit hoofde van hun lidmaatschap. Basisvormgeving VerheulCommunicatie.com, Alphen a/d Rijn Register Belastingadviseurs Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van boekdruk, foto-offset, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Register Belastingadviseurs. Op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van Reed Business bv zijn van toepassing de voorwaarden welke zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam. Het Register bevat informatie die met de meeste zorgvuldigheid is samengesteld. Het Register Belastingadviseurs/ Reed Business bv en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden geen aansprakelijkheid voor mogelijke gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie. De redactie - Op persoonlijke titel! Prof. mr. G.J.M.E. (Guido) de Bont 4 Nieuws-zaken-mensen 5 Veelgestelde vragen RB Koepelconvenant Mr. drs. O. (Onno) Clous 14 Art. 4 WBR, een waarschuwing is op zijn plaats! Column - Prof. dr. J.P.M. (Hans) Stubbé 17 WOZ-waarde is belangrijker dan vaak gedacht! Mr. A.P. (Anneke) Monsma 22 Van belastingen naar mediation Uit de praktijk - Mr. Pieter de Boer 25 Jurisprudentie en wetgeving 29 Herwaardering van landbouwgrond, een vervolg Mr. A. (André) Verduijn FB 34 Het Verenigingsnieuws 41 november 2011 nummer 11 Het Register 3 REG_11_11_p01-p40.indd 3 10/27/ :55:12 AM

4 DE Redactie Op persoonlijke titel! Met enige regelmaat komt het voor dat de fiscus in discussies met mij een beroep doet op mijn eigen artikelen. Een inkeer zou dan te laat zijn omdat ik zelf toch ook had geschreven dat van vrijwilligheid geen sprake is als de inspecteur al een vermoeden had en de belastingplichtige dat had moeten weten. Of stukken dienden in een procedure te worden geweigerd omdat schrijver De Bont dit toch ook zelf strijdig acht met de goede procesorde. Met een grote glimlach neem ik kennis van dit soort argumenten. Misschien wel in de eerste plaats omdat ik ervan opkijk dat mijn schrijverij kennelijk toch serieus wordt genomen door de Belastingdienst. Daarnaast vind ik het amusant omdat het voor de wederpartij dus kennelijk niet altijd eenvoudig is om een onderscheid te maken tussen enerzijds de wetenschapper (of althans schrijver) en anderzijds de belangenvertegenwoordiger. Net zo goed als ik me niet kan voorstellen dat een medewerker van de Belastingdienst ook altijd echt zelf vindt dat het door hem als inspecteur ingenomen standpunt het enige juiste is, kan een gemachtigde stellingen betrekken die hij wellicht zelf onjuist vindt, maar daartoe genoopt is in het belang van zijn cliënt. Verloochent die adviseur zichzelf dan? Geenszins. Het is niet zijn taak en verantwoordelijkheid om het recht te bepleiten op de wijze die hem het beste lijkt, maar veeleer om binnen de grenzen van de wet de belangen van de cliënt te behartigen. Uiteraard is de ruimte wat dat betreft beperkter voor de inspecteur, die niet de vrijheid heeft om telkens het standpunt in te nemen dat voor de schatkist de hoogste opbrengst genereert. De inspecteur is gehouden een objectieve benadering van het recht te kiezen, zelfs als dat betekent dat de belastingplichtige (voor een groot gedeelte) gelijk krijgt. Volstrekt de wereld op z n kop is de ingeburgerde praktijk dat alle belastingmedewerkers die een (fiscaal) artikel schrijven dat doen met de vermelding op persoonlijke titel. Uiteraard schrijft de medewerker op persoonlijke titel. Als een belastingambtenaar zijn kinderen opvoedt, een auto koopt of dronken wordt, doet hij dat als privépersoon en behoeft dat niet telkens gepaard te gaan met de opmerking dat deze handelingen of daden op persoonlijke titel plaatsvonden. Het achterwege laten van die persoonlijke-titel-verwijzing maakt niet dat hij/zij opeens als inspecteur lallend over straat ging. Dit is niet anders in de situatie dat een artikel wordt geschreven. Als er niet wordt vermeld dat het artikel namens de inspecteur werd geschreven, is het privé. De inhoud van het artikel kan dan geen vertrouwen wekken waar de belastingplichtige rechtens een beroep op kan doen. Van beleid of een toezegging is geen sprake. Ook voor de gedachte aan een impliciete welbewuste stellingname bestaat geen ruimte nu daarvoor toch een casus nodig is die aan een inspecteur werd voorgelegd. Als er desalniettemin enige koudwatervrees blijft bestaan over de juridische gevolgen, dient de oplossing mijns inziens niet gevonden te worden in de vermaledijde toevoeging op persoonlijke titel. Voornoemde vrees dient dan bij de kern te worden aangepakt. De renaissance heeft tot gevolg gehad dat kunstzinnige en wetenschappelijke uitingen van de naam van de geestelijk vader werden voorzien. Rembrandt pleegde echter niet te vermelden voor welke commerciële instelling hij werkzaam was. Als er al angst voor opgewekt vertrouwen zou kunnen bestaan, kan eenvoudigweg worden gepubliceerd zonder vermelding van de werkgever. Die vermelding lijkt met name ingegeven door de gedachte dat daarmee gratis reclame wordt gemaakt voor de firma, hetgeen soms geenszins het geval is (eerder het tegendeel). De Belastingdienst behoeft ook geen reclame te maken, nu deze een redelijk constante clientèle heeft. Prof. mr. G.J.M.E. (Guido) de Bont (namens zichzelf) Lid van de redactieraad van Het Register 4 Het Register november 2011 nummer 11 REG_11_11_p01-p40.indd 4 10/27/ :55:19 AM

5 HET Nieuws - zaken - mensen Faciliteren bedrijfsoverdracht mist doel De fiscale faciliteiten die getroffen zijn voor bedrijfsoverdrachten verstoren de concurrentie tussen ondernemers. Dat concludeert de fiscaal juriste Mascha Hoogeveen van Tilburg University. Zij promoveerde begin oktober op onderzoek naar de kwaliteit van de fiscale wetgeving rond bedrijfsopvolging. Een bedrijfsoverdracht van de ene natuurlijke persoon naar de andere kan leiden tot heffing van inkomstenbelasting, schenk- of erfbelasting en overdrachtsbelasting. Om te voorkomen dat ondernemingen daardoor hun deuren moeten sluiten, heeft de wetgever fiscale regelingen getroffen waarmee de belastingclaim verschuift van de overdrager naar de overnemer. De belastingbetaling wordt uitgesteld of zelfs kwijtgescholden. Vooral de faciliteiten voor de schenk- en erfbelasting zijn ruim: minimaal 83 procent van het verkregen ondernemingsvermogen wordt vrijgesteld van belastingheffing. Gelijkheidsbeginsel Volgens Hoogeveen schiet deze wetgeving echter zowel juridisch als economisch tekort. Juridisch gezien is de wetgeving zeer complex en zijn de vijftien verschillende bedrijfsopvolgingsfaciliteiten onvoldoende op elkaar afgestemd. De vrijstelling voor de schenken erfbelasting is in strijd met het gelijkheidsbeginsel, omdat nergens uit blijkt dat de heffing van schenk- en erfbelasting leidt tot sluiting van rendabele ondernemingen. Bovendien blijkt uit Hoogeveens onderzoek dat in 70 procent van de nalatenschappen het successierecht gewoon betaald kan worden. Liquiditeitsproblemen Ook economische gezien is het beleid kwalitatief onder de maat, stelt Hoogeveen. Ten eerste is nooit aangetoond dat zich een probleem voordoet dat tot overheidsingrijpen noopt. Ten tweede zijn de getroffen belastingmaatregelen onvoldoende geschikt om liquiditeitsproblemen weg te nemen bij een bedrijfsopvolging: betalingsregelingen waren voldoende geweest. Bovendien wordt de koper met de grootste financieringslast geconfronteerd, terwijl die het minst van de fiscale faciliteiten kan profiteren. De huidige wetgeving leidt tot concurrentieverstoring tussen ondernemers. Hoogeveen concludeert dat de fiscale faciliteiten vervangen moeten worden door een financieringsfaciliteit die niet gerelateerd is aan belastingheffing, maar aan de koopsom van de onderneming. De verschuldigde belasting wordt dan als koopsom aangemerkt, zodat iedere bedrijfsopvolger van dezelfde financieringsfaciliteit gebruik kan maken ongeacht de oorzaak van de financieringslast. Kosten vwo toch aftrekbaar Onlangs botste een middelbare scholiere met de Belastingdienst over de kosten voor een particuliere vwo-opleiding. Deze 16-jarige scholiere had de studiekosten van euro opgevoerd als scholingskosten in haar aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over Kosten die men maakt om nieuwe kennis op te doen of bestaande kennis te verdiepen, zijn aftrekbaar als scholingsuitgaven. Maar een opleiding vanuit persoonlijke redenen is niet aftrekbaar. De belastinginspecteur vond een vwo-opleiding vallen onder persoonlijke redenen, en paste een correctie toe. Het meisje stapte naar de rechter, maar ving bot. Haar inkomen was nihil, ze kreeg geen aanslag en had daarom geen zaak. Maar in het principiële vraagstuk of de vwo-kosten aftrekbaar waren, koos de rechter haar kant. De kosten zijn geenszins gemaakt uit puur persoonlijke interesse. Kosten van een private middelbare school zijn daarom wel degelijk aftrekbaar. PwC hekelt rentebeleid De keuzes in het Belastingplan 2012 met btrekking tot de renteaftrekbeperking en de objectvrijstelling schaden Nederlands reputatie als open en interessant vestigingsland. Dat stelt PwC in reactie op het Belastingplan De terugkeer van de overnameholding op de fiscale agenda is één van de vele wisselingen in regelgeving gericht op renteaftrekbeperking. Zo werd de wetgeving in de afgelopen vijftien jaar een tiental keren aangescherpt, vereenvoudigd en vervolgens opnieuw aangescherpt, aldus Sytso Boonstra, voorzitter van de belastingpraktijk van PwC. Gecombineerd met de sterk oplopende lasten, straalt dat negatief af op ons vestigingsklimaat. Het lijkt alsof de wetgever dacht dat er oneigenlijk gebruik werd gemaakt van de oude regeling, terwijl daar helemaal geen sprake van was. november 2011 nummer 11 Het Register 5 REG_11_11_p01-p40.indd 5 10/27/ :55:23 AM

6 Niet verhaalde afkoopsom leaseauto is loon Wat doet een werkgever met de afkoopsom die aan de leasemaatschappij van de bedrijfsauto betaald moet worden als een werknemer onverwachts uit dienst treedt? Soms moet de werknemer dan een afkoopsom betalen aan de werkgever. Dat komt vaak voor, want auto s van de zaak worden gepland op basis van bestaande arbeidscontracten. Een werknemer die vroegtijdig opstapt, laat zijn werkgever achter met het leasecontract. Opzeggen daarvan moet worden afgekocht. Soms besluit een werkgever om de door een werknemer verschuldigde afkoopsom voor de voortijdige beëindiging van het leasecontract kwijt te schelden of niet te verhalen. Addertje Een mooi gebaar misschien, maar er zit een fiscaal addertje onder het gras. De Rechtbank Haarlem oordeelde afgelopen zomer dat het kwijtschelden en niet verhalen de afkoopsom leidt tot een belastbaar loonvoordeel. Volgens de rechtbank was niet aannemelijk gemaakt dat voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband de arbeidsovereenkomst met de betreffende werknemers was aangepast. Als dit wel het geval was geweest, was volgens de rechtbank van kwijtschelding geen sprake en hoefde geen bedrag als loon in aanmerking te worden genomen. Vordering De afspraak met de werknemers om de afkoopsom kwijt te schelden moest volgens de rechtbank worden gezien als een afspraak in het kader van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, waarbij de werkgever een vordering krijgt op de werknemer en deze tegelijkertijd kwijtscheldt. Het was niet aannemelijk gemaakt dat de kwijtschelding en het afzien van verhaal was gedaan in de hoedanigheid van crediteur en niet in de hoedanigheid van werkgever. Het bedrag van de kwijtgescholden of niet verhaalde afkoopsom was daarom loon uit (vroegere) dienstbetrekking voor de betreffende werknemers. Btw voor commissarissen Nederland moet van de Europese Commissie zijn btw-voorschriften voor leden van de raden van commissarissen aanpassen. De Nederlandse regels voldoen niet aan de EU-wetgeving. Dat stelde de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, begin oktober. Volgens de commissie is het werk als commissaris, zelfs als het maar voor één raad is, een economische activiteit die aan btw is onderworpen. Nu geldt in Nederland dat personen die niet meer dan vier commissariaten vervullen, geen btw-aangifte hoeven te doen. Nieuw belastingverdrag Ierland Nederland gaat heronderhandelen met Ierland over een nieuw belastingverdrag. Het gebeurt vaker dat ons land dergelijke verdragen wil herzien. In december gaan Nederland en Ierland om tafel over het belastingverdrag om te voorkomen dat burgers dubbel belasting moeten betalen. 6 Het Register november 2011 nummer 11 REG_11_11_p01-p40.indd 6 10/27/ :55:23 AM

7 BTW voor Dummies onthult complexe praktijk Zelfs gereputeerde organisaties kunnen voor tienduizenden euro s fouten maken bij de aangifte btw. Vaak heeft ook de Belastingdienst niets in de gaten. Oorzaken zijn onkunde van klanten en complexiteit van de btw-wetgeving. Accountant Marcel Eikelenstam schreef er een boek over: BTW voor Dummies. Een boek over btw is mijn eigen idee, Zegt Marcel Eikelenstam van Quercus Accountancy en docent accountantscontrole aan de universiteit Nijenrode, auteur van het deze maand verschenen BTW voor Dummies. Ik ben hierover gaan schrijven nadat ik als een aantal btw-opdrachten had gedaan. Btw lijkt niet zo moeilijk, maar in werkelijkheid is het een heel complex onderwerp. Voorbeelden Eikelenstam geeft voorbeelden over missers bij de aangifte btw die hij tegenkwam in zijn praktijk. Zo droeg een handelaar in verzamelmunten jarenlang onnodig 19% btw af, terwijl het 6% had mogen zijn. Een ziekenhuis verzuimde om jaarlijks euro aan pro-rata btw terug te vragen over haar algemene kosten en een school wist niet dat zij een ton btw kon terugvragen op de investeringen in de schoolkantine. Zulke missers ontstaan omdat de onderliggende regelgeving complex is, vervolgt Eikelenstam. Veel wetgeving is Europees en er is ook het een en ander aan regelgeving ontstaan vanuit jurisprudentie. Vaak ben je al blij als alle omzet in de aangiften zit. Maar bij btw kan die heel gemakkelijk in het verkeerd vakje raken. Gedupeerd Dat organisaties schade kunnen lijden door het gebrek aan kennis over btw staat wel vast voor Eikelenstam, ook al weet hij de omvang niet. Scholen, ziekenhuizen, ze laten soms tienduizenden euro s liggen door onkunde of tijdsdruk. Maar ik ken ook voorbeelden waarbij de Belastingdienst werd gedupeerd. Een organisatie vroeg twee ton terug voor een parkeergarage. Die aanvraag is toegekend, ook al was daar geen grond voor. Maar de Belastingdienst lijdt onder bezuinigingen en voor een goede controle van de aangifte is vaak geen tijd. Eikelenstam voorziet nog grote schade door dit hiaat aan kennis en controle. Zeker nu horizontaal toezicht bij belastingaangiften in opkomst is. Als je het positief verwoordt kun je ook zeggen dat hier nog een flinke uitdaging in zit. Aandacht voor en bewustwording van btw moeten toenemen. De ouderwetse rondrekening volstaat niet meer om btw netjes te regelen. Indiase belastingdienst zet drumband in Inwoners van de Indiase stad Bangalore die geen eigendomsbelasting betalen, krijgen visite van een drumband. De belastingdienst huurt de band in om herrie te maken bij het huis van wanbetalers. Gehoopt wordt dat deze zich zo generen, dat ze de verschuldigde belastingen alsnog overmaken. Geen of te weinig belasting betalen is eerder regel dan uitzondering in India. Bureaucratie, een administratieve puinhoop en corruptie werkt deze betalingsmoraal in de hand. De belastingambtenaren hopen in Bangalore het getij te keren door de eerzaamheid van wanbetalers te grabbel te gooien. Eer is een groot goed in India. Er heeft al een drumband op de stoep gestaan van een bedrijf dat meer dan drie jaar geen belasting heeft betaald. We maken zoveel herrie, dat er publiek op af komt, zo vertelt een belastinginspecteur in de Times of India. Het is een soort shocktherapie. november 2011 nummer 11 Het Register 7 REG_11_11_p01-p40.indd 7 10/27/ :55:24 AM

8 Fiscale procedure Kosten(terugkrijgen)hinderlijk obstakel Proceskosten- en schadevergoeding bij een fiscale procedure In een procedure bij de belastingrechter kan iedere belastingplichtige zelf zijn belangen behartigen. De enige financiële drempel is dan het griffierecht. Belastingwetgeving is echter ingewikkeld en verandert met enige regelmaat. Een belastingplichtige moet daarom over voldoende fiscale kennis beschikken om een fiscale procedure met een redelijke kans op succes te kunnen voeren. In de meeste gevallen wordt daarom een belastingdeskundige ingeschakeld. Goede professionele fiscale rechtsbijstand is doorgaans niet goedkoop. Als een belastingplichtige dan uiteindelijk in het gelijk wordt gesteld, komt de vraag op welke kosten voor vergoeding in aanmerking komen. In dit artikel geef ik een overzicht van de mogelijkheden die belastingplichtigen dan hebben. Toon Nefkens Mr. A.T.P. Nefkens CB is advocaat bij De Graaf Nefkens Advocaten in Nijmegen en lid van de Commissie Wetsvoorstellen van het RB. Zoals gezegd kunnen aan het indienen van een bezwaarschrift soms hoge kosten aan fiscale rechtsbijstand zijn verbonden. In de Algemene wet bestuursrecht (hierna: AWB) is in artikel 7:15, leden 2 tot en met 4 een regeling opgenomen voor vergoeding van de kosten die in de bezwaarfase zijn gemaakt. Het betreft hier een forfaitaire vergoeding van de kosten die de belastingplichtige redelijkerwijs heeft moeten maken. Het moet dan ook redelijk zijn geweest om de kosten van fiscale rechtsbijstand te maken. Aangezien belastingwetgeving complex is en de meeste belastingplichtigen niet over veel kennis van het belastingrecht beschikken, volgt ons inziens dat hiervan al snel sprake zal zijn. Dit is door de Hoge Raad op 26 maart 2010 (nr. 09/1089, BNB 2010/180) bevestigd. Om voor een vergoeding van de kosten in de bezwaarprocedure in aanmerking te komen bepaalt artikel 7:15, lid 2 AWB dat het noodzakelijk is dat het oorspronkelijke besluit wordt herroepen wegens een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Hiervan is in elk geval sprake als het primaire besluit berust op een onjuiste opvatting van het recht. Artikel 7:15, lid 3 AWB bepaalt dat de belastingplichtige het verzoek om een vergoeding van de kosten van de bezwaarprocedure moet doen voordat de inspecteur op het bezwaar beslist. Een dergelijk verzoek kan dan ook niet voor het eerst in beroepsfase worden gedaan. Als het verzoek tijdig is gedaan, moet de inspecteur bij zijn beslissing op het bezwaarschrift ook op het verzoek om kostenvergoeding beslissen. Als de inspecteur dat verzoek afwijst, kan de belastingplichtige deze beslissing vervolgens laten toetsen door de belastingrechter die bij uitsluiting daartoe is bevoegd. Proceskostenvergoeding beroepsfase Op grond van artikel 8:75, lid 1 AWB heeft uitsluitend de rechter de bevoegdheid een proceskostenveroordeling uit te spreken. Doordat de belastingrechter bij uitsluiting is bevoegd staat de weg naar de civiele rechter niet meer open voor zover het kosten betreft die een belas- 8 Het Register november 2011 nummer 11 REG_11_11_p01-p40.indd 8 10/27/ :55:25 AM

9 De financiële consequenties voor het (laten) voeren van een fiscale procedure kan in de praktijk dan ook een belangrijke belemmering vormen voor de toegang tot de belastingrechter. tingplichtige heeft gemaakt voor de behandeling van een procedure. Verder betreft het hier een discretionaire bevoegdheid. De belastingrechter mag een proceskostenveroordeling uitspreken, maar is hiertoe niet verplicht. Uit zowel de wetsgeschiedenis (Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13) als de jurisprudentie (onder andere HR 24 januari 2001, nr , BNB 2001/109) valt op te maken dat als een belastingplichtige geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, de gemaakte proceskosten voor vergoeding in aanmerking komen. Ook als partijen een compromis sluiten, heeft de belastingplichtige in beginsel recht op een proceskostenvergoeding (zie HR 22 september 2006, nr , BNB 2007/57). Van de hoofdregel dat een belastingplichtige een proceskostenvergoeding behoort te krijgen als hij geheel of gedeeltelijk in het gelijk is gesteld, mag de belastingrechter afwijken als de noodzaak tot het instellen van het beroep uitsluitend voortvloeide uit de handelwijze van de belastingplichtige (zie onder meer HR 5 januari 2007, nr , BNB 2007/123). Hiervan is bijvoorbeeld sprake als de belastingplichtige noch in de aanslagregelende fase, noch in de bezwaarfase inlichtingen verstrekt maar dat bij de belastingrechter alsnog doet. Als het instellen van beroep mede voortvloeide uit de handelwijze van de belastingplichtige, mag de belastingrechter niet van de hoofdregel afwijken (zie HR 12 mei 2006, nr , BNB 2006/270). Er is sprake van een discretionaire bevoegdheid, dus kan de belastingrechter de inspecteur ook veroordelen tot een proceskostenvergoeding als het door de belastingplichtige ingestelde beroep ongegrond is. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als de inspecteur onzorgvuldig heeft gehandeld of als een belastingplichtige een pleitbaar standpunt inneemt, maar de belastingrechter uiteindelijk voor een andere uitleg kiest. Als de belastingplichtige zich voor het indienen van het beroepschrift laat bijstaan door een beroepsmatig rechtsbijstand verlenende gemachtigde, mag het toekennen van een proceskostenvergoeding niet afhankelijk worden gesteld van een verzoek hiertoe. De belastingrechter moet hiertoe ambtshalve besluiten, dus een verzoek is dan ook Discretionaire bevoegdheid maakt afwijken van hoofdregel mogelijk niet strikt noodzakelijk. Dit ligt echter anders bij de overige kosten die worden genoemd in het Besluit proceskosten bestuursrecht. Een belastingplichtige die voor deze kosten een vergoeding wil ontvangen moet hierop wel uiterlijk bij het sluiten van het onderzoek ter zitting een beroep doen. november 2011 nummer 11 Het Register 9 REG_11_11_p01-p40.indd 9 10/27/ :55:29 AM

10 Fiscale procedure Besluit proceskosten bestuursrecht De kosten waarvoor in een procedure door de belastingrechter een forfaitaire vergoeding kan worden toegekend staan limitatief opgesomd het Besluit proceskosten bestuursrecht. Hieruit volgt onder meer dat kopieerkosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Hetzelfde geldt ten aanzien van de tijd die een belastingplichtige zelf aan zijn zaak besteedt. Daarentegen komen de reisen verblijfkosten die een belastingplichtige maakt om zijn gemachtigde op de zitting ter vergezellen wel voor vergoeding in aanmerking. Een belangrijke post die voor vergoeding in aanmerking komt vormen de kosten van de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht bevat hiertoe een zogenoemd puntensysteem aan de hand waarvan de belastingrechter de vergoeding bepaalt. Dit systeem bestaat uit drie onderdelen, namelijk punten die aan een proceshandeling worden toegekend, de waarde per punt en de wegingsfactoren. Hierbij moet goed voor Vergoeding bepaald aan de hand van puntensysteem ogen worden gehouden dat het in beginsel forfaitaire bedragen betreft die vaak lager zullen zijn dan de werkelijk gemaakte proceskosten. Slechts als er sprake is van bijzondere omstandigheden, zal een afwijking plaatsvinden van het systeem van de forfaitaire proceskostenvergoeding. Zo kan op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel een integrale en dus hogere vergoeding van de proceskosten worden toegekend bij verregaande onzorgvuldigheid van de inspecteur (zie HR 4 februari 2011, nr. 09/02123, BNB 2011/103). Bij procedures die een grote mate van inhoudelijke samenhang vertonen is er sprake van een bijzondere omstandigheid die tot matiging van de forfaitaire proceskostenvergoeding kan leiden (zie HR 8 april 2011, nr. 10/00652, BNB 2011/180). Proceskosten- en schadevergoeding bij intrekking beroep Als de inspecteur (gedeeltelijk) aan het beroep van de belastingplichtige tegemoetkomt, zal deze laatste normaliter overgaan tot het intrekken van zijn beroep. Als de belastingplichtige tegelijk met de intrekking om een proceskostenvergoeding verzoekt, zal de belastingrechter hier bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 AWB moeten oordelen. Wordt dit verzoek niet tegelijk met de intrekking van het beroep gedaan, dan verklaart de belastingrechter op grond van artikel 8:75a, lid 1 AWB het verzoek om een proceskostenvergoeding niet-ontvankelijk. Op grond van artikel 8:75a, lid 2 AWB jo artikel 8:73 AWB geldt hetzelfde ten aanzien een verzoek om schadevergoeding. Schadevergoeding Artikel 8:73 AWB biedt de belastingrechter de mogelijkheid om aan een belastingplichtige een schadevergoeding toe te kennen. Hiertoe is een verzoek van de belastingplichtige vereist. Het verzoek moet uiterlijk voor het sluiten van het onderzoek ter zitting bij de rechtbank of gerechtshof gebeuren. Uit artikel 29 AWR volgt dat het schadevergoedingsverzoek niet pas voor het eerst in cassatie kan worden gedaan. Als de belastingplichtige bij zowel de rechtbank als het gerechtshof in het ongelijk is gesteld maar de Hoge Raad hem uiteindelijk in het gelijk stelt zodat het beroep (gedeeltelijk) gegrond is, moet de rechtbank (of het gerechtshof) opnieuw beslissen op het eerder gedane verzoek om schadevergoeding. Net als bij de proceskostenvergoeding in de beroepsfase gaat het bij een verzoek om schadevergoeding om een discretionaire bevoegdheid van de belastingrechter. Hij kan ervoor kiezen het verzoek om schadevergoeding buiten beschouwing te laten en de belastingplichtige verwijzen naar de civiele rechter. Omgekeerd geldt dat een belastingplichtige de vrijheid heeft om een verzoek tot schadevergoeding aan de civiele rechter voor te leggen in plaats van de belastingrechter. In de praktijk blijkt overigens dat zowel de belastingplichtige als de belastingrechter van deze mogelijkheid nauwelijks gebruikmaakt. Verder geldt als voorwaarde voor het toekennen van een schadevergoeding dat de belastingrechter het beroep van de belastingplichtige gegrond verklaart. De enige uitzondering hierop vormt artikel 8:73a AWB. Dit betreft de situatie waarin het beroep wordt ingetrokken, omdat de inspecteur alsnog geheel of gedeeltelijk aan bezwaar- of beroepschrift is tegemoetgekomen. Als de belastingrechter het beroep ongegrond verklaart, kan de belastingplichtige het geschil omtrent een mogelijke schadevergoeding alleen nog voorleggen aan de civiele rechter. Ook dit gebeurt in de praktijk vrijwel niet. In artikel 8:73 AWB staan geen criteria genoemd voor de toekenning van schadevergoeding. Uit de parlementaire geschiedenis valt op te maken dat hiervoor aansluiting moet worden gezocht bij het civiele recht. Dit betekent dat de criteria voor schadevergoeding wegens onrechtmatige daad (als bedoeld in artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek) moeten worden toegepast, te weten onrechtmatig handelen, schuld, schade, oorzakelijk verband tussen onrechtmatig handelen en schade en de relativiteitseis. In de civielrechtelijke jurisprudentie is uitgemaakt dat met de (gedeeltelijke) vernietiging van een belastingaanslag en/of beschikking vaststaat dat het bestuursorgaan onrechtmatig heeft gehandeld. Vervolgens moeten de andere criteria worden getoetst om de onrechtmatige daad aan de Belastingdienst te kunnen toerekenen. De toekenning van een schadevergoeding zal echter niet plaatsvinden als de vernietiging van de belastingaanslag en/of beschikking het gevolg is van het feit dat de belastingplichtige onvolledige of onjuiste informatie aan de inspecteur heeft verstrekt die voor het 10 Het Register november 2011 nummer 11 REG_11_11_p01-p40.indd 10 10/27/ :55:30 AM

11 vaststellen van de belastingaanslag en/of beschikking van belang waren. Materiële schade Zoals opgemerkt moet de schade waarvoor de belastingrechter een vergoeding kan toekennen een gevolg zijn van een onjuist besluit van de inspecteur. Onder deze schadevergoeding kunnen niet vallen de kosten die zijn gemaakt voor het voeren van de procedure in de bezwaar- en beroepsfase. De vergoeding van deze kosten is immers al (forfaitair) geregeld in artikel 7:15 AWB respectievelijk artikel 8:75 AWB en het Besluit proceskosten bestuursrecht. Een post die wel voor schadevergoeding in aanmerking komt betreft renteschade. Dit echter alleen in de situatie dat toekenning van heffings- en invorderingsrente niet mogelijk is. Een ander kostenpost waarvoor een verzoek om schadevergoeding kan worden gedaan betreft bijvoorbeeld de kosten die een belastingplichtige moet maken voor de zekerheidstelling voor het verkrijgen van uitstel van betaling voor een belastingaanslag (zie HR 20 februari 2009, nr. 07/12314, BNB 2009/262). Immateriële schade Op 10 juni 2011 heeft de (Belastingkamer van de) Hoge Raad in een drietal arresten (zie HR 10 juni 2011, 09/02639, BNB 2011/232, nr. 09/05112 en nr. 09/05113, BNB 2011/234) beslist dat als een belastingprocedure erg lang duurt, er onder omstandigheden recht op schadevergoeding bestaat voor de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (hierna: EVRM). Voor het antwoord op de vraag of de redelijke termijn is overschreden sluit de Hoge Raad aan bij de uitgangspunten die gelden bij overschrijding van de redelijke termijn in boetezaken (zie HR 22 april 2005, nr , BNB 2005/337). Als begin van de termijn geldt het moment waarop de inspecteur het bezwaarschrift ontvangt. Dat moment van aanvang is niet hetzelfde als bij boetezaken. Hier begint de redelijke termijn namelijk te lopen vanaf het moment dat door de inspecteur jegens de beboete een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat aan hem een boete zal worden opgelegd. De kans bestaat daarom dat de redelijke termijn in een boetezaak wel is overschreden, maar dat dit niet het geval is bij de belastingzaak! Renteschade komt voor schadevergoeding in aanmerking De schadevergoeding bedraagt 500 per halfjaar overschrijding waarbij het totaal van de overschrijding naar boven wordt afgerond. Met dit oordeel sluit de (Belastingkamer van de) Hoge Raad aan bij de rechtspraak van overige bestuursrechters in ons land, namelijk het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Centrale Raad van Beroep en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Hoge Raad vermeldt niet of een rechter ambtshalve een vergoeding moet toekennen wegens overschrijding van de redelijke termijn, dus verdient het ons inziens aanbeveling voortaan in bezwaar- en beroepschriften op te nemen dat bij een overschrijding van de redelijke termijn de belastingplichtige aanspraak maakt op schadevergoeding. Inmiddels is de eerste jurisprudentie op dit terrein verschenen. Op 3 oktober 2011 publiceerde Rechtbank Arnhem een uitspraak waarin een vergoeding werd toegekend voor de immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn met vier jaar en vier maanden naar boven afgerond 4,5 jaar van 4500 (Rechtbank Arnhem, 15 september 2011, AWB 10/1757, LJN: BT6431). Op 30 september 2011 heeft Gerechtshof s-gravenhage een uitspraak voor publicatie vrijgegeven waarin de inspecteur werd veroordeeld tot betaling van een immateriële schadevergoeding van 3000 wegens het overschrijden van de redelijke termijn met in totaal drie jaar (Hof s-gravenhage, 16 augustus 2011, BK-09/00136, LJN: BT6259). Zelfstandig schadebesluit in het belastingrecht Naast het verzoek tot schadevergoeding op grond van artikel 8:73 AWB kent het algemene bestuursrecht het zogenoemde zelfstandige schadebesluit. Dit is een besluit dat door een belanghebbende ter zake van de door hem verlangde vergoeding van schade bij het betreffende bestuursorgaan wordt uitgelokt. De bestuursrechter erkent het zelfstandig schadebesluit als een besluit in de zin van de AWB op voorwaarde dat het besluit dat de schade veroorzaakt vatbaar is voor beroep en dat de schade is veroorzaakt door een besluit in de zin van artikel 1:3, lid 1 AWB. november 2011 nummer 11 Het Register 11 REG_11_11_p01-p40.indd 11 10/27/ :55:30 AM

12 Fiscale procedure Het belastingrecht kent een gesloten stelsel van rechtsmiddelen. Op grond van artikel 26, lid 1 AWR kunnen alleen rechtsmiddelen worden aangewend tegen belastingaanslagen en de in de belastingwet genoemde voor bezwaar vatbare beschikkingen. Dit betekent een inperking van het begrip besluit in artikel 1:3, lid 1 AWB. In het belastingrecht komt de figuur van het zelfstandige schadebesluit dan ook niet voor (zie Rechtbank Arnhem, 16 augustus 2006, nr. 06/00553, NTFR ). Hierdoor staan een belastingplichtige slechts de volgende twee wegen open om mogelijke schade vergoed te krijgen Een verzoek om een onzuiver schadebesluit op grond van artikel 8:73 AWB dat meeloopt met de procedure tegen de belastingaanslag. Een vordering uit hoofde van onrechtmatige daad ex artikel 6:162 BW. Let op, ten aanzien van de laatste weg is er een variant mogelijk. In plaats van direct naar de civiele rechter te stappen met een verzoek tot schadevergoeding uit hoofde van een onrechtmatige daad door de inspecteur en/of de ontvanger, kan de belastingplichtige zich op grond van het Besluit kostenvergoeding en schadevergoeding (besluit staatssecretaris van Financiën van 27 mei 2011, nr. BLKB 2011/555m, gepubliceerd in de Staatscourant Verzoeken om schadevergoeding tot euro rechtstreeks naar Belastingdienst 2011, nr. 9818) rechtstreeks tot de Belastingdienst wenden. In het besluit is namelijk bepaald dat de Belastingdienst verzoeken om kosten- en schadevergoeding tot een bedrag van zelfstandig mag afhandelen. Dat geldt ook als een verzoek wordt gedaan voor een hoger bedrag aan vergoeding, maar de Belastingdienst van oordeel is dat het verzoek tot maximaal een bedrag van moet worden toegewezen. Het besluit is echter niet van toepassing op verzoeken tot proceskostenvergoeding ter zake van besluiten genomen op of na 12 maart 2002 (daarvoor is de wettelijke, forfaitaire vergoedingsregeling van toepassing), verzoeken om betaling Ook schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn van coulancerente en verzoeken om een zuiver schadebesluit als bedoeld in artikel 8:73 AWB. Een verzoek om heroverweging van de beslissing van de Belastingdienst kan worden voorgelegd bij het ministerie van Financiën. Belastingplichtigen die zich niet kunnen vinden in de beslissing van de Belastingdienst of ontevreden zijn met de uitkomst van de heroverweging, kunnen met ingang van 1 juli 2011 verzoeken van schadevergoeding tot aan de kantonrechter voorleggen zonder dat daarvoor een advocaat moet worden ingeschakeld. Nieuwe voorgestelde regels over schadevergoeding Op 2 februari 2011 is het wetsvoorstel Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend (Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 4, V-N 2011/16.7). Het eerste onderwerp dat dit wetsvoorstel regelt betreft de nadeelcompensatie ofwel schadevergoeding bij rechtmatige overheidsdaad. Een algemeen wettelijke regeling hierover ontbreekt op dit moment in de AWB. Het tweede onderwerp betreft de schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad. Hetgeen op dit moment is geregeld in artikel 8:73 en artikel 8:75 AWB. Ten aanzien van het tweede onderwerp tracht het wetsvoorstel een duidelijke competentieverdeling aan te brengen tussen de bestuursrechter en de civiele rechter. Verder wordt de procedure bij de bestuursrechter voor schadevergoeding aangepast door daarvoor een zelfstandige verzoekschriftprocedure in te voeren. In het wetsvoorstel is echter een bijzondere overgangsvoorziening voor de Belastingdienst opgenomen. In de memorie van toelichting wordt hierover het navolgende opgemerkt. De gevolgen van dit wetsvoorstel zijn voor de werklast van bestuursorganen vooraf niet exact in te schatten. Deze onzekerheid nijpt bij de Belastingdienst aanzienlijk meer dan bij andere bestuursorganen. Dit komt doordat de Belastingdienst zeer veel meer besluiten neemt dan andere bestuursorganen: naar schatting zo n 50 miljoen per jaar. Dit betekent dat zelfs een percentueel gezien geringe toename van het aantal schadeclaims zou kunnen leiden tot een in absolute termen forse verzwaring van de werklast van de Belastingdienst. Men bedenke daarbij dat schadeclaims zich, anders dan veel van de besluiten die de Belastingdienst neemt, naar hun aard niet lenen voor geautomatiseerde verwerking. (Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3, blz. 58.) Dit betekent in de praktijk dat voor schadevergoedingsverzoeken gericht aan de Belastingdienst de bestaande procedures blijven gelden, met uitzondering dan van procedures die betrekking hebben op de vennootschapsbelasting. Na inwerkingtreding van het wetsvoorstel zal gedurende drie jaar het effect van deze wet op aard en aantal schadeclaims worden gemonitord. Op basis van die gegevens kan dan volgens de minister van Justitie een verantwoorde beslissing worden genomen over verdere invoering op het terrein van de Belastingdienst. De Ombudsman Over de juridische aansprakelijkheid van de overheid geeft de Ombudsman geen beslissing. Daarvoor is de rechter en die kan een overheidsinstantie veroordelen tot betaling van schadevergoeding en stelt ook de hoogte daarvan vast. De Ombudsman toetst daarentegen wel of de behandeling van een verzoek om schadevergoeding 12 Het Register november 2011 nummer 11 REG_11_11_p01-p40.indd 12 10/27/ :55:30 AM

13 behoorlijk is geweest. In het onderzoeksrapport Behoorlijk omgaan met schadeclaims (rapport 2009/135 van 24 juni 2009) stelt de Ombudsman onder meer dat begrip tonen voor wat er is gebeurd of zoeken naar een oplossing voor veel mensen net zo belangrijk is als een financiële genoegdoening. Naar aanleiding van dit rapport heeft de Ombudsman vijftien regels opgesteld voor behoorlijk omgaan met schadeclaims. Deze spelregels zijn besproken met de ministeries en na overleg vastgesteld en vastgelegd in de zogenoemde Schadevergoedingswijzer (te raadplegen op Onder verwijzing hierna oordeelde de Ombudsman op 29 augustus 2011 dat van de minister en de Belastingdienst bij de behandeling van het schadevergoedingsverzoek van X meer zelfreflectie had mogen worden verwacht. In hun beoordeling van het verzoek om schadevergoeding hadden zowel de minister als de Belastingdienst volgens de ombudsman niet laten zien dat ze op zoek waren naar het conflict achter de claim en naar mogelijkheden om dit op een passende manier op te lossen of dit weer goed te maken. Hetgeen volgens de Ombudsman wel had gemoeten. Op grond hiervan heeft de Ombudsman met instemming kennisgenomen van het feit dat de minister uit coulance X een tegemoetkoming heeft geboden als erkenning voor de frustratie die de gang van zaken heeft veroorzaakt (rapport 2011/262 van 29 augustus 2011). Onder verwijzing naar de schadevergoedingswijzer heeft de Ombudsman de minister van Financiën op 12 september 2011 de aanbeveling gedaan om in voorkomende gevallen een kostenvergoeding te geven voor de gemaakte kosten voor het indienen van klachten bij de Belastingdienst (rapport 2011/268 van 12 september 2011). De Europese dimensie In de uitspraak Francovich (Europese Hof van Justitie van 19 november 1991, C-6/90 en C-9/90) introduceert het Europese Hof van Justitie staatsaansprakelijkheid bij schending van gemeenschapsrecht. Bij het niet tijdig implementeren van een richtlijn in nationaal recht is dit uitgewerkt in de volgende voorwaarden: de geschonden rechtsregel strekt ertoe aan particulieren rechten toe te kennen; de schending is voldoende gekwalificeerd; er is rechtstreeks causaal verband tussen de schending en de geleden schade. Het arrest-köbler (Europese Hof van Justitie van 30 september 2003, C-224/01) behandelt staatsaansprakelijkheid bij een schending van gemeenschapsrecht door een uitspraak van een nationale rechter in laatste instantie en herhaalt de hiervóór weergegeven voorwaarden. Hieruit volgt dat als een overheid schade berokkent door een onjuiste toepassing van het gemeenschapsrecht er recht bestaat op vergoeding van de schade. Tot slot Ten aanzien van de hoogte van de vergoeding verwijst artikel 7:15, lid 4 AWB naar het Besluit proceskosten bestuursrecht. Het is opvallend dat de forfaitaire vergoeding voor een fiscaal bezwaarschrift de helft bedraagt van wat wordt vergoed bij een normaal bezwaarschrift, namelijk 218 versus 437. In de wetsgeschiedenis zijn geen overtuigende argumenten te vinden voor dit onderscheid. Het is dan ook maar de vraag of het gelijkheidsbeginsel niet wordt geschonden nu er voor dit onderscheid in onze ogen geen objectieve rechtvaardiging bestaat. Verder onderstrepen wij hetgeen de redactie van de Vakstudienieuws opmerkt in haar (slot)aantekeningen bij het wetsvoorstel Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten (zie V-N 2011/16.7 en V-N 2011/43.5). Ook wij vinden het zeer teleurstellend Staatsaansprakelijkheid geldt bij schending van het gemeenschapsrecht dat de voorgestelde verbetering van de schadevergoedingsregeling voorlopig alleen geldt voor de vennootschapsbelasting. De redenen hiervoor overtuigen ons niet. Wij achten de kans gering dat zich tijdens de parlementaire behandeling van dit wetsvoorstel nog grote wendingen zullen plaatsvinden, dus spreken wij de wens uit dat het wetsvoorstel binnen drie jaar na de inwerkingtreding ook gaat gelden voor het volledige werkterrein van de Belastingdienst. Hiermee komt het belastingrecht tevens meer in overeenstemming met het overige bestuursrecht. Van de kosten die een belastingplichtige moet maken om tot een juiste vaststelling van de belastingaanslag en/of beschikking te komen wordt slechts een gering deel vergoed. De financiële consequenties voor het (laten) voeren van een fiscale procedure kan in de praktijk dan ook Ombudsman stelt omgangsregels voor schadeclaims op een belangrijke belemmering vormen voor de toegang tot de belastingrechter. Het is daarom te hopen dat het conceptwetsvoorstel voor een kostendekkend griffierecht in zijn huidige vorm geen doorgang vindt, omdat anders de financiële drempel voor belastingplichtige om een beroep te doen op de belastingrechter nog verder wordt verhoogd. Dit gaat ten koste van de rechtsbescherming tegen de machtige overheid op het terrein van de belastingwetgeving. november 2011 nummer 11 Het Register 13 REG_11_11_p01-p40.indd 13 10/27/ :55:30 AM

14 Horizontaal toezicht Veelgestelde vragen RB Koepelconvenant horizontaal toezicht Sinds 17 juni 2011 hebben kantoren van leden van het Register Belastingadviseurs (hierna: RB) de mogelijkheid om deel te nemen aan het RB Koepelconvenant horizontaal toezicht. Deelnemende kantoren kunnen vervolgens convenantaangiften indienen voor klanten uit het midden- en kleinbedrijf (hierna: mkb) die toetreden tot het convenant. De interesse voor deelname aan het RB Koepelconvenant is groot, maar nog niet zoveel kantoren hebben zich aangemeld via het invullen van de self assessment. Wel ontvangt het RB veel vragen over het RB Koepelconvenant. Hierna volgen enkele veelgestelde vragen. Onno Clous Mr. drs O. Clous is hoofd van Bureau Vaktechniek van het Register Belastingadviseurs. 1. Mijn klanten vragen er niet naar, dus waarom zou mijn kantoor dan deelnemen aan het RB Koepelconvenant? Naar de mening van het RB zijn belastingadviseurs gebaat bij een compliance houding van hun klanten. De Belastingdienst richt zich met horizontaal toezicht op compliancebevordering en het verbeteren van de relatie tussen belastingplichtigen en belastingadviseurs enerzijds en de Belastingdienst anderzijds. Dit sluit volgens het RB aan bij zijn doelstellingen werkzaam te zijn tot nut van de belastingadviseur, behartiging van de belangen van de belastingadviseur en bevordering van een deskundige beroepsuitoefening. 2. Wat zijn de belangrijkste voordelen van deelname aan het RB Koepelconvenant? De meest in het oog springende voordelen van deelname aan het RB Koepelconvenant zijn dat het deelnemende kantoor een vaste relatiebeheerder bij de Belastingdienst krijgt en dat de Belastingdienst zo spoedig mogelijk na het indienen van de convenantaangiften de aanslagen inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting vaststelt. 1 Ook een voordeel is dat lopende zaken conform het RB Koepelconvenant kunnen worden afgewikkeld. 2 Een voordeel is naar mijn mening dat het RB Koepelconvenant de Belastingdienst extra motiveert om richting deelnemende kantoren en ondernemers een proactieve houding aan te nemen. Deelname aan het RB Koepelconvenant geeft zo de mogelijkheid tot een vorm van samenwerking in de zin van professionele relatie waardoor de belastingadviseur zijn klant nog beter kan bijstaan. De cynicus zou zeggen dat de Belastingdienst daartoe ook op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur al verplicht is. Ik ben het daarmee eens, maar is dat een reden om niet deel te nemen aan horizontaal toezicht? 3. Krijgen klanten van deelnemende kantoren hogere rekeningen dan klanten van nietdeelnemende kantoren? Nee, waarschijnlijk niet. Ongeacht of een kantoor deelneemt aan horizontaal toezicht of niet, zijn er ook andere redenen voor kantoren voor kwalitatief hoogwaardige dienstverlening. Duidelijke kantoorprocedures, vaste werkwijzen, heldere verantwoordelijkheden en volledige dossiervorming maken efficiënte dienstverlening en een hoogwaardige klantenportefeuille mogelijk. Mogelijk verschuiven de werkzaamheden van deelnemende kantoren enigszins van het beantwoorden van vragen achteraf naar het actief vooroverleggen van mogelijke fiscale discussiepunten vooraf. In hoeverre hiervan sprake zal zijn hangt af van de mate waarin het 14 Het Register november 2011 nummer 11 REG_11_11_p01-p40.indd 14 10/27/ :55:30 AM

15 kantoor gewend is met de Belastingdienst te vooroverleggen. 4. Moeten kantoren voor deelname aan het RB Koepelconvenant investeringen doen in hun kwaliteitssysteem? De Belastingdienst baseert zijn vertrouwen op de mate waarin het deelnemende kantoor en zijn klant in control zijn over de fiscale risico s van de klant. Het al aanwezige kwaliteitssysteem van het deelnemende kantoor en zijn klant vormen daarvoor de basis. Een kantoor met een zorgvuldige klantenacceptatie, goed functionerende software en kantoorprocessen en goed opgeleide medewerkers zou voor deelname aan horizontaal toezicht geen (extra) investeringen in het kwaliteitssysteem hoeven te plegen. Een vast kader voor het vereiste kwaliteitssysteem is niet te geven. De basis vormt het Reglement Beroepsuitoefening. In het RB Kwaliteitshandboek zijn handvatten gegeven in de vorm van procesbeschrijvingen, werkprogramma s en modellen. 5. Kan een klant zelf meedoen aan horizontaal toezicht? Mkb-klanten kunnen uitsluitend deelnemen aan horizontaal toezicht via hun fiscaal dienstverlener. Klanten die bij de Belastingdienst in de individuele klantbehandeling zitten (middelgrote ondernemingen en zeer grote ondernemingen) kunnen met een individueel convenant meedoen aan horizontaal toezicht. 6. Kan een klant die zelf aangiften indient deelnemen aan het RB Koepelconvenant? Ja, dat kan. Het is voor deelname aan het RB Koepelconvenant niet nodig dat het deelnemende kantoor alle aangiften omzetbelasting, loonheffingen, inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting voor de klant verricht. Voorbeeld Het deelnemende kantoor verricht de aangiften loonheffingen, inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. De klant doet zelf aangifte omzetbelasting. Jaarlijks stelt het deelnemende kantoor bij het opmaken van de jaarrekening en de aangifte een suppletie op en houdt gedurende het jaar toezicht op de fiscale risico s in de omzetbelasting en het aangiftegedrag (bijvoorbeeld bij de interim-controle bij een controleklant). De omzetbelastingaangiften kunnen dan als convenantaangiften onder het RB Koepelconvenant worden ingediend. Als het deelnemende kantoor niet kan instaan voor de aangiften omzetbelasting, kunnen deze aangiften niet als convenantaangiften onder het RB Koepelconvenant worden ingediend. Dit wordt in de eerste plaats overgelaten aan het professional judgement van het deelnemende kantoor. Het deelnemende kantoor hoeft dus niet alle aangiften omzetbelasting, loonheffingen, inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting van een klant als convenantaangiften aan te melden. Voor deelname door de klant aan horizontaal toezicht is het wel noodzakelijk om ten minste de winstaangifte als convenantaangifte aan te merken. 7. Verhindert een convenant horizontaal toezicht het beroep op formele verweren? Nee, in artikel 2.1 van het RB Koepelconvenant is bepaald dat rechten en verplichtingen op basis van wet- en regelgeving zonder enige beperking van toepassing blijven. Laat de inspecteur een aanslagtermijn verstrijken, dan mag de (belastingadviseur van de) belastingplichtige zich daarop beroepen. Navorderen mag de inspecteur ook binnen horizontaal toezicht slechts op grond van artikel 16 Algemene wet inzake rijksbelastingen (onder andere een nieuw feit). Een praktijkgeval Een nieuwe klant neemt met zijn belastingadviseur deel aan het RB Koepelconvenant. De belastingadviseur is van mening dat het gebruikelijk loon te laag is vastgesteld en adviseert dit met de Belastingdienst af te stemmen. Het gebruikelijk loon is de afgelopen drie jaar zodanig laag geweest dat de inspecteur niet alleen voor het lopende jaar en de komende jaren een afspraak wenst te maken, maar over de afgelopen drie jaar ook wenst te corrigeren (zonder boete). De belastingadviseur en de inspecteur komen een redelijke regeling overeen. De afspraak wordt gemaakt dat de inspecteur de correctie over de afgelopen drie jaar via de aanslagen inkomstenbelasting corrigeert. Toch stelt de inspecteur de aanslagen vast op basis van de aangehouden aangiften zonder de afgesproken correctie. Na enkele jaren wil de inspecteur navorderen. Die bevoegdheid heeft hij naar mijn overtuiging ook binnen een convenantrelatie in dit geval niet, wegens het ontbreken van een nieuw feit. november 2011 nummer 11 Het Register 15 REG_11_11_p01-p40.indd 15 10/27/ :55:34 AM

16 Horizontaal toezicht 8. Wat moet in het kader van vooroverleg met de Belastingdienst worden besproken? Het vooroverleg op grond van het convenant verschilt naar mijn mening niet van het vooroverleg waarvan de kaders zijn gegeven in het huidige Besluit Fiscaal Bestuursrecht. 3 Het vooroverleg is geen handjeklap, dus geen mogelijkheid voor de Belastingdienst om belasting te heffen op grond van fair share en voor de belastingadviseur ook geen alternatief voor een Bureau Vaktechniek of fiscale vraagbaak. Vooroverleg houdt in dat het deelnemende kantoor relevante in te nemen of ingenomen fiscale standpunten zo spoedig mogelijk voorlegt aan de Belastingdienst. Het gaat Actief vooroverleg in plaats van vragen achteraf daarbij om zaken waarin verschil van inzicht met de Belastingdienst kan ontstaan, door bijvoorbeeld een verschil van inzicht in duiding van de feiten of door wetsinterpretatie. Het deelnemende kantoor verstrekt daarbij actief inzicht in alle feiten en omstandigheden, de ingenomen standpunten en zijn visie op de (daarbij behorende) rechtsgevolgen. Een praktijkgeval Een belastingadviseur twijfelt over de toepasselijkheid van de btw-onderwijsvrijstelling voor een klant die taalcursussen geeft aan particulieren. In een brief aan de inspecteur stelt de belastingadviseur zonder nadere onderbouwing dat volgens hem deze onderwijsvrijstelling van toepassing is. Naar mijn overtuiging is dit niet de manier waarop een RB-lid aan de Belastingdienst een mogelijk fiscaal discussiepunt voorlegt (met of zonder convenant). Het RB-lid had meer inzicht moeten geven in de feiten en moeten beargumenteren waarom volgens hem de btw-onderwijsvrijstelling van toepassing is. Deelname aan het RB Koepelconvenant houdt in dat vooroverleg wordt gevoerd in de situaties zoals die in het convenant zijn genoemd, terwijl vooroverleg op grond van de huidige wet- en regelgeving niet verplicht is. Het is dus niet mogelijk om scherpe fiscale standpunten te verstoppen in een convenantaangifte. Dat wil echter niet zeggen dat het kantoor door deelname aan het RB Koepelconvenant maar alles aan de Belastingdienst moet voorleggen. Zie hiervoor artikel 3.5 van het RB Koepelconvenant. 9. Staat het de belastingadviseur vrij om zijn contactpersoon voor horizontaal toezicht bij de Belastingdienst te raadplegen voor een klant die niet deelneemt aan horizontaal toezicht? Nee, de relatiebeheerder voert samen met het deelnemende kantoor en de deelnemende klanten het convenant uit. Het deelnemende kantoor moet voor klanten die niet deelnemen aan het convenant gebruikmaken van de Helpdesk Intermediairs, de becon- adressen en (eventueel) het accountteam van de betreffende belastingregio Welke eisen stellen het RB en de Belastingdienst aan een kantoor voor deelname aan het RB Koepelconvenant? Het RB en de Belastingdienst geven geen concrete richtlijnen voor het stelsel van kwaliteitsbeheersing. Kantoren zijn daar vrij in. In bijlage IV van de Leidraad Horizontaal Toezicht in het MKB geeft de Belastingdienst een overzicht van veelvoorkomende onderdelen van het stelsel van kwaliteitsbeheersing, zoals: cliëntacceptatie (aannamebeleid) en opdrachtaanvaarding; risicobeleid; werkprogramma s per soort opdracht; dossiervorming; collegiaal overleg en review; deskundige advisering; de aanwezigheid van een Bureau Vaktechniek. Het stelsel van kwaliteitsbeheersing van het deelnemende kantoor van een RB-lid wordt in de eerste plaats bepaald door het kantoor zelf. Het lidmaatschap van het RB bevordert de kwaliteit door: 5 opleidingseisen; permanente educatie; het Reglement Beroepsuitoefening; tuchtrecht; RB Kwaliteitshandboek; kantoortoezicht door het RB; Bureau Vaktechniek van het RB. 11. Ik werk samen met een accountant. Kan mijn kantoor deelnemen aan het RB Koepelconvenant? Aan het RB Koepelconvenant kunnen kantoren deelnemen met RB-leden in de leiding die verantwoordelijk zijn voor het kwaliteitssysteem van het kantoor. Kantoren die lid zijn van SRA kunnen via SRA deelnemen aan horizontaal toezicht. Andere accountants- en administratiekantoren met een RB-lid in de leiding kunnen zich bij het RB aanmelden voor deelname aan het RB Koepelconvenant als het RB-lid of de RB-leden gezamenlijk de beslissende zeggenschap hebben in het kantoor. Als het kantoor zijn kwaliteitssysteem baseert op het raamwerk van een andere organisatie dan het RB, ligt het voor de hand dat het kantoor via de andere organisatie deelneemt aan horizontaal toezicht. Het RB stemt door deelname aan het Platform Fiscaal Dienstverleners dit soort zaken af met andere organisaties. Noten 1. Artikel 2.6 RB Koepelconvenant. 2. Zie de Leidraad Horizontaal Toezicht in het MKB, bijlage II, uitwerking van het servicelevel. 3. Besluit van 5 juli 2011, nr. BLKB2011/1087M, Stcrt. 2011, nr Zie voor de uitwerking van het servicelevel de Leidraad Horizontaal Toezicht in het MKB, bijlage II. 5. Zie ook Horizontaal toezicht via het Register Belastingadviseurs, drs. Diana de Vries, drs. John Beljaars en drs. Onno Clous, Het Register 2011/nr. 9, blz Het Register november 2011 nummer 11 REG_11_11_p01-p40.indd 16 10/27/ :55:38 AM

17 COL UMN Artikel 4 WBR: waarschuwing is op zijn plaats! Hans Stubbé Prof. dr. J.P.M. Stubbé is hoogleraar notariële belastingen aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en oprichter / partner bij FBN Juristen te Amsterdam. Ter zake van de verkrijging van aandelen kan overdrachtsbelasting verschuldigd zijn. Het betreft de razend ingewikkelde regeling van artikel 4 Wet op belastingen van rechtsverkeer. De verkrijger van in Nederland gelegen onroerende zaken is overdrachtsbelasting verschuldigd (artikel 2 Wet op belastingen van rechtsverkeer, hierna WBR). De wetgever heeft willen voorkomen dat deze belasting zou worden vermeden door de onroerende zaken in een lichaam in te brengen en vervolgens uitsluitend aandelen in dit lichaam over te dragen. Dan worden immers aandelen verkregen en niet een onroerende zaak! Artikel 4 WBR bepaalt daarom dat onder voorwaarden aandelen als onroerende zaak worden aangemerkt. Als dergelijke aandelen worden verkregen, is onder voorwaarden overdrachtsbelasting verschuldigd over de waarde van de door deze aandelen vertegenwoordigde onroerende zaken (artikel 10 WBR). Ter bestrijding van constructies om deze heffing te ontgaan is in de afgelopen jaren (en ook dit jaar nog) de regeling aangescherpt. Gevolg is wel dat de regeling nauwelijks nog te begrijpen valt en de praktijk voor een groot probleem heeft geplaatst. Je moet wel een specialist zijn om artikel 4 WBR goed te kunnen duiden. De regeling is zo ingewikkeld dat de vraag opkomt of de belastingheffing op deze wijze maatschappelijk nog wel verantwoord is. De ruimte op deze plaats ontbreekt om de regeling in extenso uit te leggen. Ik volsta met een paar simpele waarschuwingen om duidelijk te maken dat de ingewikkeldheid van deze fiscale bepaling niet mag worden onderschat. Om de aandelen te kwalificeren als fictief onroerende zaak dienen aan een aantal voorwaarden te zijn voldaan. Zo bepaalt artikel 4 lid 1 letter a WBR dat op het tijdstip van de verkrijging of op enig tijdstip in het daaraan voorafgaande jaar de bezittingen van het lichaam moeten bestaan of hebben bestaan uit onroerende zaken (en dan volgen nog kwantiteits- en kwaliteitseisen). Ik wijs erop dat een beoordeling op het moment van de verkrijging alléén dus niet volstaat om te kunnen concluderen dat geen sprake is van een fictief onroerende zaak. Belastingheffing op basis van artikel 4 WBR is alleen mogelijk als de verkrijger voor een derde gedeelte belang in het lichaam heeft (lid 3). Hierbij moet worden geteld met de aandelen die de belastingplichtige al bezit, en met die welke hij verkrijgt bij de onderhavige of een samenhangende overeenkomst. Alsof dat al niet lastig genoeg is, worden in lid 5 onder b. vele verkrijgingen fictief onder bedoelde samenhangende overeenkomst gebracht. Dit geldt bijvoorbeeld voor de aandelen die binnen twee jaren door dezelfde verkrijger - uitgebreid met een grote groep besmette personen en lichamen - worden verkregen. Door een latere verkrijging kan de eerdere verkrijging van aandelen dus alsnog worden belast. De wettelijke regeling is niet altijd verzwarend. Een voorbeeld is artikel13 lid 2 (!) WBR: een vermindering van de heffing over de verkrijging van de aandelen als eerder binnen de termijn van artikel 13 door de artikel 4-vennootschap zelf een onroerende zaak is verkregen met overdrachtsbelasting. november 2011 nummer 11 Het Register 17 REG_11_11_p01-p40.indd 17 10/27/ :55:39 AM

18 Europa Prof. dr. H.A. (Han) Kogels FB Foto: Roel Dijkstra 2008 heden Geboren te Den Haag Staatsexamen HBS/B na Avondlyceum Noctua Den Haag Doctoraal Fiscale Economie Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) Wetenschappelijk medewerker belastingrecht EUR Secretaris Fiscale Zaken Verbond van Nederlandse Ondernemingen Promotie op De Wet investeringsrekening Belastingadviseur Wisselink (voorloper VMW Taxand) Bedrijfsfiscalist Philips International (Corporate Fiscal Affairs) Lid en (vanaf 1992) voorzitter Onderwijscommissie FB/FBA Bedrijfsfiscalist Shell International (Head Indirect Tax and Tax Policy) Columnist Tribuut Lid en (vanaf 2002) voorzitter Wetenschappelijke Commissie FB FB-leerstoel Europees Belastingrecht aan de EUR Non executive Chairman International Bureau of Fiscal Documentation Secretaris-generaal International Fiscal Association IFA He Het ett R Re Reg Register eg e gist iisstter te err nov no n november ov o vemb em em mb ber er nu 01 n nummer um mm mme mer 1111 REG_11_11_p01-p40.indd 18 10/27/ :55:41 AM

19 HET Interview Scheidend hoogleraar prof. dr. Han Kogels: is vaak onverwacht dichtbij Na negentien jaar lang de FB-leerstoel Europees Belastingrecht te hebben bekleed, zwaaide Han Kogels in oktober af met het afscheidscollege Verdeelde eenheid en een seminar over de Europese btw. Kogels is vóór de invoering van een fiscale unie in Europa en vindt kostprijsverhogende belastingen het meest efficiënt. Ook voor Griekenland. Door Lex van Almelo De FB-leerstoel is na negentien jaar opgeheven. Waarom? De Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs heeft de leerstoel destijds aangeboden aan de Erasmus Universiteit omdat zij het Europees belastingrecht onderbelicht vond. Aanvankelijk was de leerstoel voor vier jaar ingesteld, maar deze is vier keer verlengd. Bij de laatste keer zei de FB: in 2011 wordt u 65, zullen we het dan voor drie jaar verlengen? Dat vond ik wel chic. Uw afscheidscollege Verdeelde eenheid ging over de impact van de huidige crisis op de harmonisatie van de Europese belastingen en de noodzaak van een belastingunie. Hoe kunnen we een eenheid maken van de verdeeldheid? Niet door de eurozone te laten knallen en de klok tachtig jaar terug te zetten. Dat is economisch gezien een volstrekt onaantrekkelijk scenario, want Nederland is voor driekwart van zijn inkomsten afhankelijk van het buitenland. Er is dus maar één alternatief: dat je lidstaten met een te groot tekort bij de les houdt met waarschuwingen en sancties. Het bescheiden instrumentarium met maatregelen moet worden uitgebreid. Dat betekent dat je iets van je nationale autonomie moet afstaan aan de EU en daar krijg je ook iets voor terug. Het paradoxale is dat veel Nederlanders Europa een ver-van-mijn-bedshow vinden, terwijl wij over de hele wereld zitten met scheepvaart, baggeraars, transport, softwareontwikkelaars, noem maar op. Heel veel ondernemers, ook in het midden en kleinbedrijf, zijn internationaal bezig. De Ne- derlandse mindset is niet geïsoleerd, dus dan moeten we ons nu niet ineens opsluiten in ons zelf... maar in de richting gaan van een fiscale unie? Ja, waarbij fiscaal ook slaat op openbare financiën. Brussel moet meer grip krijgen op het begrotingsbeleid van de lidstaten in de eurozone. Bij de uitbreiding van de Europese Unie wisten we dat daaronder zwakke broeders zaten. Ook Italië, één van de oprichters in 1957, is nu ineens in problemen. Die lidstaten horen bij de familie en We moeten ons niet opsluiten in onszelf je kunt ze er niet zomaar uitzetten. Bij Saab vindt men steun om de werkgelegenheid te redden heel normaal. Bij een land is dat net zo. Maar je moet wel zeggen: ik help je onder voorwaarden. In feite is het een vorm van schuldsanering. Je moet zo'n land niet uitknijpen maar wel meer grip krijgen op zijn begrotingsbeleid. Moet er bijvoorbeeld een Europese minister van Financiën komen? Een Europese economische regering lijkt nog een brug te ver. Een Europese begrotingscommissaris zou een optie zijn, mits daar tegenover een betere controle staat november 2011 nummer 11 Het Register 19 REG_11_11_p01-p40.indd 19 10/27/ :56:09 AM

20 Interview door het Europese parlement: No taxation without representation. Vennootschapsbelasting Was de btw de eerste Europese belasting? Het is niet echt een Europese belasting, maar een Europees omzetbelastingsysteem. De Europese btw-richtlijn moet, net als andere richtlijnen, in nationale wetgeving worden omgezet. Alleen invoerrechten zijn echt Europese belastingen; daarvan gaat 75% direct in de grote pot van Brussel. Ook de accijnsheffing is Europees geharmoniseerd. Verder heb je een aantal Europese richtlijnen op Pas in 1892 durfde de Nederlandse staat te vragen naar het inkomen deelterreinen van de vennootschapsbelasting. Er is nu een richtlijnvoorstel voor een geharmoniseerde grondslag voor de vennootschapsbelasting van grensoverschrijdende ondernemingen (de CCCTB). Dat is een optioneel systeem en de lidstaten zijn het nog lang niet eens over dat voorstel. Begin september was de International Fiscal Association, waarvan u secretaris-generaal bent, bijeen. Hoe denken andere IFA-leden hierover? De IFA is een vereniging die in 1938 in Den Haag is opgericht en nu meer dan 12 duizend leden heeft in 108 landen. Het is een platform dat overheden, bedrijven, adviseurs en wetenschappers mogelijkheden biedt om kennis en zienswijzen uit te wisselen. Wij nemen geen politieke standpunten in. Van mbk tot multinational Is Europa belangrijk voor belastingadviseurs in het mkb? Nou en of! Veel ondernemers zijn over de grens bezig. Toen ik in de jaren 60 voor ons familiebedrijf Kogels Schoenmagazijnen werkte, ging ik met trein naar Italië om schoenen in te kopen. Wat doe je bijvoorbeeld met de btw als je goederen betrekt uit het buitenland of daar een verkoopfiliaal opent? Wat doe je met de btw wanneer je als softwareontwikkelaar bezig bent bij je klant Het adviseurschap lag mij te ver van het bedrijf in het buitenland en daar een paar maanden jouw hardware laat staan? Als ondernemer moet je goed bedenken hoe je dat fiscaal verwerkt. En als belastingadviseur moet je goed doorvragen om te begrijpen waar de klant precies mee bezig is. Dat is lastig zat. Wanneer het Europese Hof van Justitie een uitspraak doet over de uitleg van een richtlijn in een andere lidstaat, kan dat zo maar directe gevolgen hebben voor een mkb-er in Nederland. Dat moet je dus voortdurend in de gaten houden. Europa is vaak onverwacht dichtbij. U was jarenlang secretaris Fiscale zaken bij het VNO, in totaal twintig jaar bedrijfsfiscalist bij Philips en Shell. Daar tussendoor was u twee jaar belastingadviseur bij Wisselink. Wat vond u het leukst? Als secretaris bij VNO en bedrijfsfiscalist was ik met verschillende aspecten van ondernemerschap bezig en betrokken bij de onderneming. Ik vond het adviseurschap buiten het organische geheel van het ondernemen staan. Je kwam ergens en ging daarna weer weg. Het adviseurschap lag mij te ver van het bedrijf. Als bedrijfsfiscalist ben je niet alleen bezig met de cijfertjes. Je bent betrokken bij een project of bij een buitenlandse tak van het bedrijf en dus bij het bedrijfsproces. Maar het adviseurschap was een boeiende ervaring. Ik heb in al die functies het belastingrecht vanuit verschillende perspectieven leren kennen en had ook nog wel bij de Belastingdienst willen werken. U bent ook voorzitter geweest van de Wetenschappelijke Commissie van de FB. Wat heeft u voor elkaar gekregen? De commissie hield zich voornamelijk bezig met het zoeken naar onderwerpen en sprekers voor de jaarlijkse Belastingadviseursdag. Wij hebben ingevoerd dat het podium in het midden van de zaal werd gezet met daarop alleen de sprekers, zoals in een boksring. De inleiders gingen met elkaar in debat en de zaal kon meepraten en stemmen over stellingen. Dedain Indirecte belastingen zijn uw specialisme. Kijken directe-belastingspecalisten daar ten onrechte met dédain naar? IB-specialisten denken soms dat btw niet meer inhoudt dan 19% in rekening brengen en de voordruk aftrekken. Maar de praktijk is veel gecompliceerder. En het leeuwendeel van de belastingen wordt indirect geheven via ondernemers, als werkgever of als leverancier. Terwijl de opbrengst van de inkomstenbelasting nagenoeg nul of negatief is. Dus u zou de Griekse minister van Financiën adviseren om vooral indirecte belastingen te heffen? Ja, zeker als het gaat om efficiënte belastingheffing. Eén btw-tarief is ook efficiënt, maar in Nederland lukt dat niet Eén tarief is altijd eenvoudiger dan twee. Het tarief van 6% is ingevoerd om eerste levensbehoeften, cultuur en bepaalde arbeidsintensieve diensten lager te belasten. Maar het is niet duidelijk of dit lagere btw-tarief altijd wordt doorgegeven in de prijs. Zo niet, dan is in feite sprake van een subsidie voor de leverancier. Overigens ligt de invoering van één tarief politiek gevoelig, omdat het tot prijsstijging kan leiden. Ondernemers pompen veel btw-geld rond. Is dat wel zinnig? Als ondernemers eerst btw ontvangen die ze daarna moeten afdragen, loop je het risico van fraude. In Europa 20 Het Register november 2011 nummer 11 REG_11_11_p01-p40.indd 20 10/27/ :56:10 AM

vast te stellen de Beleidsregels voor de bepaling van de hoogte van de proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures.

vast te stellen de Beleidsregels voor de bepaling van de hoogte van de proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures. Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2012 Nummer: 15 Uitgifte: 10 maart 2012 Bekendmaking van het besluit van 28 februari 2012 van de heffingsambtenaar tot vaststelling

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

Handleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep

Handleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep September 2002 Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1 Welk recht is van toepassing Hoofdstuk 2 Vergoedingscriterium en te vergoeden kosten 2.1 Vergoedingscriterium 2.2 Besluit proceskosten bestuursrecht 2.3

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.

Nadere informatie

ECGR/U201300637 Lbr. 13/058

ECGR/U201300637 Lbr. 13/058 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U201300637 Lbr. 13/058 bijlage(n)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:4332

ECLI:NL:RBGEL:2017:4332 ECLI:NL:RBGEL:2017:4332 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-08-2017 Datum publicatie 22-08-2017 Zaaknummer AWB - 17 _ 2951 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

Rapport. Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/208

Rapport. Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/208 Rapport Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/208 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst/Randmeren geen uitspraak heeft gedaan op zijn bezwaarschrift van 30 juni 2005 tegen de heffingsrente

Nadere informatie

Koepelconvenant tussen de Belastingdienst en NEXIA Nederland

Koepelconvenant tussen de Belastingdienst en NEXIA Nederland Koepelconvenant tussen de Belastingdienst en NEXIA Nederland Koepelconvenant Horizontaal Toezicht ten behoeve van MKB ondernemers voor bij Nexia Nederland aangesloten kantoren Pagina 2 van 5 Partijen,

Nadere informatie

Koepelconvenant Horizontaal Toezicht

Koepelconvenant Horizontaal Toezicht Koepelconvenant Horizontaal Toezicht Leusden 14 juli 2011 Convenant tussen de Belastingdienst en KAN Partijen, Kwaliteitscentrum Accountancy Nederland B.V. (hierna KAN) gevestigd te te Zwolle in deze vertegenwoordigd

Nadere informatie

uitspraak van de meervoudige kamer van 13 november 2014 in de zaak tussen [eiser], wonende te [X], eiser

uitspraak van de meervoudige kamer van 13 november 2014 in de zaak tussen [eiser], wonende te [X], eiser Uitspraak Rechtbank DEN HAAG Team belastingrecht zaaknummer: SGR 13/7254 uitspraak van de meervoudige kamer van 13 november 2014 in de zaak tussen [eiser], wonende te [X], eiser (gemachtigde: mr. drs.

Nadere informatie

Geef de ondernemer bij in de afgelopen vijf jaar te veel betaalde btw altijd toegang tot de fiscale rechter! NLFiscaal opinie

Geef de ondernemer bij in de afgelopen vijf jaar te veel betaalde btw altijd toegang tot de fiscale rechter! NLFiscaal opinie Auteurs: Roelof Vos / Ron Jeronimus NLFnummer: NLF Opinie 2018/0039 Geef de ondernemer bij in de afgelopen vijf jaar te veel betaalde btw altijd toegang tot de fiscale rechter! NLFiscaal opinie Als een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 04-06-2013 Datum publicatie 04-06-2013 Zaaknummer AWB 13/675 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. en de Belastingdienst

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. en de Belastingdienst Convenant Horizontaal Toezicht tussen PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. en de Belastingdienst Fiscaal dienstverlenersconvenant Partijen, PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:9611

ECLI:NL:GHARL:2017:9611 ECLI:NL:GHARL:2017:9611 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-11-2017 Datum publicatie 10-11-2017 Zaaknummer 16/01141 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3790, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591

ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591 ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-01-2009 Datum publicatie 12-05-2009 Zaaknummer AWB 07/1900 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Convenant Horizontaal Toezicht tussen de Graaf + Plaisier accountants en belastingadviseurs en de Belastingdienst

Convenant Horizontaal Toezicht tussen de Graaf + Plaisier accountants en belastingadviseurs en de Belastingdienst Convenant Horizontaal Toezicht tussen de Graaf + Plaisier accountants en belastingadviseurs en de Belastingdienst Horizontaal toezichtconvenant ----------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2617

ECLI:NL:CRVB:2017:2617 ECLI:NL:CRVB:2017:2617 Instantie Datum uitspraak 28-07-2017 Datum publicatie 01-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12/3068 Wajong Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx pagina 1 van 5 LJN: BW5380, Gerechtshof Leeuwarden, BK 11/00154 Inkomstenbelasting Datum 08-05-2012 uitspraak: Datum 10-05-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:In

Nadere informatie

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. de Belastingdienst en JAN Accountants en Belastingadviseurs B.V.

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. de Belastingdienst en JAN Accountants en Belastingadviseurs B.V. Convenant Horizontaal Toezicht tussen de Belastingdienst en Horizontaal toezichtconvenant ---------------------------------------------------------------------------------------------- Partijen,, gevestigd

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur. Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:2361

ECLI:NL:RBGEL:2017:2361 ECLI:NL:RBGEL:2017:2361 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 25-04-2017 Datum publicatie 26-04-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 3141 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

2010 -- Formeel recht -- Deel 3

2010 -- Formeel recht -- Deel 3 Formeel belastingrecht (FE) les 3 programma Rechtsmiddelen Bezwaar Beroep Hoger beroep Beroep in cassatie Rechtsmiddelen In Nederland kennen wij de volgende rechtsmiddelen Rechtsmiddel Indienen bij bezwaar

Nadere informatie

Rapport. Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084

Rapport. Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084 Rapport Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst niet de hem bekende inkomensgegevens over het jaar 2005 heeft gebruikt als basis voor het bepalen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 Instantie Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 05-09-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant AWB-12_5516 Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 Instantie Datum uitspraak 06-10-2011 Datum publicatie 01-02-2012 Zaaknummer 11/00219 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559

ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559 ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00/2559 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:8624

ECLI:NL:GHARL:2013:8624 ECLI:NL:GHARL:2013:8624 Instantie Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 28-11-2013 Zaaknummer 13/00542 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond.

Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. b) LJN: BX8102, Gerechtshof 's-gravenhage, BK-10/00754 en 10/00233

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 Rapport Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 2 Klacht Op 1 mei 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw S. te Zutphen, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Ondernemingen

Nadere informatie

's-gravenhage (hierna: het Hof) van 1 mei 2009, onder nummer BK 07/00421 - heeft afgewezen.

's-gravenhage (hierna: het Hof) van 1 mei 2009, onder nummer BK 07/00421 - heeft afgewezen. Rapport 2 h2>klacht Verzoekers klagen erover dat de staatssecretaris van Financiën het verzoek om restitutie van de overdrachtsbelasting - gegrond op de uitspraak van het Gerechtshof 's-gravenhage (hierna:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2016:4850

ECLI:NL:RBZWB:2016:4850 ECLI:NL:RBZWB:2016:4850 Instantie Datum uitspraak 19-07-2016 Datum publicatie 01-12-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 15 _ 5497 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Formeel recht -- Deel 3

Formeel recht -- Deel 3 Formeel belastingrecht (FE) les 3 programma Rechtsmiddelen Rechtsmiddelen In Nederland kennen wij de volgende rechtsmiddelen Bezwaar Beroep Hoger beroep Beroep in cassatie Rechtsmiddel bezwaar beroep hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:3683

ECLI:NL:RBGEL:2017:3683 ECLI:NL:RBGEL:2017:3683 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 14-07-2017 Datum publicatie 17-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 1419 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 4345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BM5546

ECLI:NL:RBARN:2009:BM5546 ECLI:NL:RBARN:2009:BM5546 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 26-05-2010 Zaaknummer AWB 08/5062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2005:AS7261 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/01325

ECLI:NL:GHAMS:2005:AS7261 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/01325 ECLI:NL:GHAMS:2005:AS7261 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-02-2005 Datum publicatie 23-02-2005 Zaaknummer 04/01325 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx pagina 1 van 5 LJN: BV7053, Gerechtshof Arnhem, 11/00315 Datum uitspraak:14-02-2012 Datum 28-02-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Omzetbelasting.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00546

ECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00546 ECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 13-07-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 16/00546 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. Maatschap Westelijke Accountants-kantoren Deltaland. en de Belastingdienst

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. Maatschap Westelijke Accountants-kantoren Deltaland. en de Belastingdienst Convenant Horizontaal Toezicht tussen Maatschap Westelijke Accountants-kantoren Deltaland en de Belastingdienst Fiscaal dienstverleners convenant Partijen, Maatschap Westelijke Accountants-kantoren Deltaland

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:4393

ECLI:NL:RBDHA:2016:4393 ECLI:NL:RBDHA:2016:4393 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-04-2016 Datum publicatie 26-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 15_7509 SCHENK

Nadere informatie

Convenant Horizontaal Toezicht tussen Maatschap Steens & Partners Accountants en Adviseurs en de Belastingdienst

Convenant Horizontaal Toezicht tussen Maatschap Steens & Partners Accountants en Adviseurs en de Belastingdienst Convenant Horizontaal Toezicht tussen Maatschap Steens & Partners Accountants en Adviseurs en de Belastingdienst Convenant Horizontaal Toezicht tussen Maatschap Steens & Partners Accountants en Adviseurs

Nadere informatie

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 10/00867 Schriftelijke uitspraak op het hoger beroep van BigffiwnrrmBriWiflMI^^^^^ te hierna: belanghebbende,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2015:5573

ECLI:NL:RBZWB:2015:5573 ECLI:NL:RBZWB:2015:5573 Instantie Datum uitspraak 01-07-2015 Datum publicatie 17-09-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 6149 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6306

ECLI:NL:RBDHA:2017:6306 ECLI:NL:RBDHA:2017:6306 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 29-06-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 17_712 IBPVV Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Financiën en Economie Naam regeling: Beleidsregels proceskostenvergoeding en wegingsfactoren in bezwaarprocedures 2012 Citeertitel: Beleidsregels

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur) Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/00631 uitspraakdatum: 18 maart 2014 Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van

Nadere informatie

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. Niehof Van der Meulen Accountants V.O.F. en de Belastingdienst

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. Niehof Van der Meulen Accountants V.O.F. en de Belastingdienst Convenant Horizontaal Toezicht tussen Niehof Van der Meulen Accountants V.O.F. en de Belastingdienst Fiscaal dienstverleners convenant Partijen, Niehof Van der Meulen Accountants V.O.F. gevestigd te Dordrecht,

Nadere informatie

Geachte heer xxxxx, Op 12 oktober 2015 heeft u zich namens uw cliënt, xxxxx, gewend tot de Nationale ombudsman met een klacht over de Belastingdienst.

Geachte heer xxxxx, Op 12 oktober 2015 heeft u zich namens uw cliënt, xxxxx, gewend tot de Nationale ombudsman met een klacht over de Belastingdienst. Geachte heer, Op 12 oktober 2015 heeft u zich namens uw cliënt,, gewend tot de Nationale ombudsman met een klacht over de Belastingdienst. Waar gaat het om? Uw cliënt is ondernemer. Hij exploiteert een

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:20

ECLI:NL:GHARL:2015:20 ECLI:NL:GHARL:2015:20 Instantie Datum uitspraak 06-01-2015 Datum publicatie 16-01-2015 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 14/00053, 14/00054 en 14/00055 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond.

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond. Rapport Een onderzoek naar de beslissing van de directeur Belastingen van de Belastingdienst op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Halderberge. Datum: 24 mei 2013. Rapportnummer: 2013/057

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Halderberge. Datum: 24 mei 2013. Rapportnummer: 2013/057 Rapport Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Halderberge Datum: 24 mei 2013 Rapportnummer: 2013/057 2 Klacht Verzoeker, een advocaat, klaagt erover dat het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097 ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097 Instantie Datum uitspraak 15-02-2012 Datum publicatie 15-03-2012 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 11/4708 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Convenant Horizontaal Toezicht

Convenant Horizontaal Toezicht Convenant Horizontaal Toezicht 15 september 2010 1 Horizontaal toezichtconvenant ---------------------------------------------------------------------------------------------- Partijen, Hoendervangers

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 Instantie Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/01065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2013 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AMS 13-2085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:7800

ECLI:NL:RBDHA:2015:7800 ECLI:NL:RBDHA:2015:7800 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 02-07-2015 Datum publicatie 02-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 15_57 IBPVV Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:1985

ECLI:NL:RBNHO:2015:1985 ECLI:NL:RBNHO:2015:1985 Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum uitspraak 23-03-2015 Datum publicatie 07-04-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 1993 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886 ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886 Instantie Datum uitspraak 14-04-2005 Datum publicatie 14-04-2005 Zaaknummer KG 05/243 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht

Nadere informatie

Convenant tussen de Belastingdienst en Alfa Accountants en Adviseurs

Convenant tussen de Belastingdienst en Alfa Accountants en Adviseurs Convenant tussen de Belastingdienst en Alfa Accountants en Adviseurs Convenant tussen de Belastingdienst en Alfa Accountants en Adviseurs ----------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Procedure massaal bezwaar voor bezwaarschriften erf- en schenkbelasting

Procedure massaal bezwaar voor bezwaarschriften erf- en schenkbelasting Regelingen en voorzieningen CODE 3.3.1.315 Procedure massaal bezwaar voor bezwaarschriften erf- en schenkbelasting bronnen Nieuwsberichten ministerie van Financiën d.d. 22.11.2012 en 25.10.2012 Brief staatssecretaris

Nadere informatie

de voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur,

de voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur, uitspraak / GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 09/00515 Uitspraak van de eerste meervoudige Belastingkamer op het hoger beroep van de voorzitter

Nadere informatie

MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT

MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT Cassatiemiddelen Schending van het recht, in het bijzonder doel en strekking van artikel 16 lid 2 letter c van de Algemene Wet Rijksbelastingen (hierna ook: I6,2,c AWR),

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus

Nadere informatie

1.2. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 5 augustus 2010 de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.2. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 5 augustus 2010 de naheffingsaanslag gehandhaafd. LJN: BR1107, Rechtbank Haarlem, 10/4941 Datum uitspraak: 06-07-2011 Datum publicatie: 19-07-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: Het kwijtschelden

Nadere informatie

Convenant Horizontaal Toezicht tussen de Belastingdienst en M & K HILVERSUM B.V.

Convenant Horizontaal Toezicht tussen de Belastingdienst en M & K HILVERSUM B.V. Convenant Horizontaal Toezicht tussen de en M & K HILVERSUM B.V. Horizontaal Toezichtconvenant ---------------------------------------------------------------------------------------- Partijen: M & K Hilversum

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 Instantie Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 21-04-2011 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 10-1012 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:6102

ECLI:NL:RBDHA:2016:6102 ECLI:NL:RBDHA:2016:6102 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26-05-2016 Datum publicatie 23-06-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5196 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712 ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-02-2015 Datum publicatie 26-03-2015 Zaaknummer 13/00712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

Aanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg

Aanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK-13/00338 Uitspraak van 3 januari 2014 in het geding tussen: [X], wonende te [Z], belanghebbende, en de directeur van de Belastingdienst/

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 08-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 09/3509 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 113 Besluit van 25 februari 2002 tot wijziging van het Besluit proceskosten bestuursrecht in verband met de vergoeding van kosten van bezwaar

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:613

ECLI:NL:GHARL:2017:613 ECLI:NL:GHARL:2017:613 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00072 en 16/00073 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Datum: 18 april 2017 Rapportnummer: 2017/053

Rapport. Oordeel. Datum: 18 april 2017 Rapportnummer: 2017/053 Rapport Een onderzoek naar de handelwijze van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Simpelveld in verband met de (informele) afhandeling van een bezwaarschrift. Oordeel Op basis van

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amersfoort (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amersfoort (hierna: de Inspecteur) Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 14/000542 uitspraakdatum: 27 januari 2015 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van

Nadere informatie

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. RSW accountants, belastingadviseurs & consultants. de Belastingdienst

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. RSW accountants, belastingadviseurs & consultants. de Belastingdienst Convenant Horizontaal Toezicht tussen RSW accountants, belastingadviseurs & consultants en de Belastingdienst 1 Horizontaal toezichtconvenant ----------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:3059

ECLI:NL:RBDHA:2015:3059 ECLI:NL:RBDHA:2015:3059 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-03-2015 Datum publicatie 10-04-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 7359 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak Eerste

Nadere informatie

Rapport. Datum: 14 april 1999 Rapportnummer: 1999/162

Rapport. Datum: 14 april 1999 Rapportnummer: 1999/162 Rapport Datum: 14 april 1999 Rapportnummer: 1999/162 2 Klacht Op 11 november 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Colchester (Groot-Britannië), ingediend door de heer.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2016:5823

ECLI:NL:RBZWB:2016:5823 ECLI:NL:RBZWB:2016:5823 Instantie Datum uitspraak 20-09-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer BRE - 15 _ 7455 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:30

ECLI:NL:GHDHA:2016:30 ECLI:NL:GHDHA:2016:30 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-01-2016 Datum publicatie 13-01-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-15/00227

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:6941

ECLI:NL:RBGEL:2016:6941 ECLI:NL:RBGEL:2016:6941 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 27-12-2016 Datum publicatie 27-12-2016 Zaaknummer AWB - 16 _ 3964 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. Noord Negentig accountants en belastingadviseurs. de Belastingdienst

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. Noord Negentig accountants en belastingadviseurs. de Belastingdienst Convenant Horizontaal Toezicht tussen Noord Negentig accountants en belastingadviseurs en de Belastingdienst -------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:634

ECLI:NL:GHARL:2017:634 ECLI:NL:GHARL:2017:634 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/01571 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:4777

ECLI:NL:GHARL:2017:4777 ECLI:NL:GHARL:2017:4777 Instantie Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 16/00619 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:185

ECLI:NL:RBNHO:2014:185 ECLI:NL:RBNHO:2014:185 Instantie Datum uitspraak 15-01-2014 Datum publicatie 31-03-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland AWB-13_2593 Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2098

ECLI:NL:GHDHA:2017:2098 ECLI:NL:GHDHA:2017:2098 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 14-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-17/00015 Belastingrecht

Nadere informatie

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR Inleiding In artikel 16 AWR is bepaald dat een feit dat de inspecteur bekend was of redelijke wijs bekend had kunnen zijn geen grond voor

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 08-02-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 06/8362 IB/PVV Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:1064

ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 Instantie Datum uitspraak 17-03-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer 16/00056 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie