Fout vriendje? Meisjes met een licht verstandelijke beperking die het slachtoffer worden van loverboys

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Fout vriendje? Meisjes met een licht verstandelijke beperking die het slachtoffer worden van loverboys"

Transcriptie

1 Fout vriendje? Meisjes met een licht verstandelijke beperking die het slachtoffer worden van loverboys Masterscriptie Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam S.H.M. Bouma Begeleiding: Dr. X.M.H. Moonen Tweede beoordelaar: Dr. A.M. Meijer Amsterdam, juni 2012

2 Inhoudsopgave Abstract 4 Hoofdstuk 1 - Theoretisch kader Inleiding Loverboy problematiek 6 Term 6 Begripsomschrijving 7 Omvang 8 Werkwijze Slachtoffers 11 Algemeen slachtofferprofiel 11 Meisjes met een licht verstandelijke beperking 13 Slachtofferprocessen Juridische maatregelen Onderzoeksrelevantie 17 Maatschappelijke relevantie 17 Wetenschappelijke relevantie Onderzoeksvraag 18 Hoofdstuk 2 Methode Participanten Procedure Onderzoeksinstrumenten Analyses 21 Hoofdstuk 3 Resultaten Beschrijving onderzoeksgroep 24 Prevalentie 24 Reden aanmelding 24 Leeftijd 25 Intelligentie 25 Contact 25 1

3 Ontdekking problematiek Kwantitatieve analyses 26 Vraagstelling1 26 Vraagstelling 2 29 Vraagstelling 3 33 Vraagstelling 4 35 Hoofdstuk 4 Discussie Profiel Reflectie op de resultaten Beperkingen onderzoek Aanbevelingen verder onderzoek 44 Literatuurlijst 45 Bijlagen 49 Bijlage 1 Brief aan instellingen 49 Bijlage 2 Vragenlijst instellingen 50 Bijlage 3 Lijst kenmerken slachtoffers 59 Bijlage 4 Verhaal vrouwelijk slachtoffer 60 Bijlage 5 Verhaal mannelijk slachtoffer 61 2

4 Dankwoord Deze masterscriptie, het laatste stukje van mijn master orthopedagogiek, was niet tot stand gekomen zonder de hulp van vele mensen. Allereerst wil ik mijn begeleider, de heer Moonen, bedanken voor zijn begeleiding en vooral voor zijn gave om het beste in een ander naar boven te halen. Hij wist mij steeds opnieuw te stimuleren om net dat stapje verder te gaan en zorgde er op die manier voor dat mijn onderzoek niet beter had kunnen verlopen. Graag wil ik mijn grote dank uitspreken naar de meewerkende instellingen, zonder hen was dit onderzoek nooit tot stand gekomen. Een speciaal woord van dank gaat hierbij uit richting Monica Leeman, voorzitter van de werkgroep behandelprogramma s van de Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra (VOBC), voor haar betrokkenheid bij mijn onderzoek en de manier waarop zij me heeft geïntroduceerd bij alle leden van de VOBC. Graag wil ik mijn lieve ouders en broertje bedanken voor hun vertrouwen, steun en geduld. Zij staan altijd voor mij klaar en niets is hun te gek. Daarnaast ook een dankwoord richting alle lieve familieleden en vrienden die grote interesse in mijn onderzoek toonden, die al mijn verhalen aanhoorden en die keer op keer zonder te klagen mijn stukken hebben doorgelezen. Zonder jullie had ik het nooit gered; bedankt allemaal. 3

5 Abstract Girls with a mild intellectual disability who become victim of young pimps ( loverboys ) Former research has shown that girls with a mild intellectual disability, are more often a victim of young pimps or as they are called in the Netherlands loverboys ( Feasibility Studies Loverboys, Haalbaarheidsonderzoek Loverboy problematiek, 2010). To date there have been attempts to create a general victim profile, but very little research has been done on creating a clear picture on the victim profile belonging to girls with a mild intellectual disability. Eight organizations situated in various parts in the Netherlands, have cooperated to collect data on risk factors and characteristics of girls with a mild intellectual disability who are victims of young pimps. Research has also been done in these organizations on prevention and treatment of loverboy issues. As a result of this study, a clearer picture on risk factors and features of girls with a mild intellectual disability and actions against loverboy issues within the organizations could be drawn. Fout vriendje? Meisjes met een licht verstandelijke beperking die het slachtoffer worden van loverboys Uit eerder onderzoek is gebleken dat meisjes met een licht verstandelijke beperking vaker slachtoffer worden van loverboys (Haalbaarheidsonderzoek Loverboy problematiek, 2010 ). Een algemeen slachtofferprofiel is al eerder samengesteld, maar er is weinig onderzoek gedaan naar en geen duidelijk beeld geschetst van het slachtofferprofiel van meisjes met een licht verstandelijke beperking. Acht instellingen met meerdere locaties, gesitueerd door Nederland heen, hebben meegewerkt aan dit onderzoek om risicofactoren en kenmerken van meisjes met een verstandelijke beperking te verzamelen. Ook is er onderzoek gedaan bij de instellingen naar de acties die zij verrichten rondom de loverboy problematiek. Hierdoor kan uiteindelijk een uitgebreid beeld geschetst worden van de risicofactoren en de kenmerken van de meisjes met een licht verstandelijke beperking en de acties van de instellingen rondom loverboy problematiek. 4

6 Hoofdstuk 1 Theoretisch kader 1.1 Inleiding Loverboys zijn allang geen onbekend fenomeen meer in Nederland. Een concrete definitie van het begrip loverboy wordt gegeven door de Nationaal Rapporteur Mensenhandel: loverboys zijn pooiers die meisjes via verleidingstactieken inpalmen om hen op den duur in de prostitutie uit te buiten (Korvinus, 2004, p. 76). De term loverboys wordt door minister van justitie Hirsch Ballin misleidend gevonden omdat hij geassocieerd kan worden met liefde of verliefdheid en het gebruik ervan doet vermoeden dat het gaat om een nieuw of van reguliere prostitutie te onderscheiden fenomeen en dat is niet het geval (Hirsch Ballin, 2008). Meer en meer is dan ook de term pooierboy in gebruik (Bovenkerk, Van San, Boone, Boekhout van Solinge, & Korf, 2006). Het probleem van loverboys is niet nieuw te noemen. Pooierschap en jeugdprostitutie zijn zaken die al langer bestaan. Jeugdprostitutie is het verrichten van een of meer seksuele handelingen, met of voor een ander, door jongens en meisjes onder de achttien jaar voor geld, goederen of een tegenprestatie (Van den Borne & Kloosterboer, 2005). Onder meisjesprostitutie wordt de prostitutie-interactie tussen minderjarige meisjes en mannelijke klanten verstaan. De meisjes kunnen daarbij slachtoffer zijn van mensenhandel. Mensenhandel wordt gedefinieerd als het uit winstbejag misbruik maken en uitbuiten van mensen als een vorm van moderne slavernij, waarbij sprake is van fundamentele schending van de mensenrechten (Wetboek van Strafrecht, art. 273a). Onder handel in minderjarigen wordt in de Nederlandse wetgeving verstaan: 'het werven, vervoeren, overbrengen of huisvesten of opnemen met het oogmerk van uitbuiting van die ander of de verwijdering van diens organen, terwijl die ander de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt. Uitbuiting omvat tenminste uitbuiting van een ander in de prostitutie, andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen of verplichte arbeid of diensten, slavernij en met slavernij of dienstbaarheid te vergelijken praktijken' (Wetboek van Strafrecht, art 273a). Loverboys zijn pooiers die meisjes via verleidingstechnieken inpalmen om hen op den duur in de prostitutie uit te buiten (Derde Rapportage BNRM, 2004). Ook loverboys zijn mensenhandelaren omdat zij gebruik maken van uitbuiting, dit gebeurt niet alleen op het gebied van prostitutie maar ook op tal van andere manieren zoals het meisje uit stelen te laten gaan, fraude te laten plegen met leningen en door haar als drugskoerier te laten werken (Bovenkerk & Pronk, 2007). De huidige juridische definitie van vrouwenhandel is in verschillende stappen tot stand gekomen. In 1910 hanteerde de Hoge Raad de volgende omschrijving: elke handeling, 5

7 ondernomen met het oogmerk om een vrouw aan de prostitutie over te leveren. Onder prostitutie verstond men toen: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling. Kort hierna begon de Hoge Raad over de term vrouwenhandel te spreken. In de jaren 80 van de vorige eeuw specificeerde men dat er sprake moest zijn van enige mate van dwang. Dit kon zowel geweld als misleiding of misbruik van een bepaalde machtsverhouding zijn. In 2002 besloot de Hoge Raad dat werk in nachtclubs of in de porno-industrie ook toegevoegd moest worden aan de definitie van vrouwenhandel. In 2000 werd het bordeelverbod opgeheven. Het doel hiervan was om de exploitatie van prostitutie te beheersen en te reguleren en om strafbare feiten beter te kunnen aanpakken. Gedwongen prostitutie, mensenhandel, prostitutie door minderjarigen en criminele randverschijnselen moesten worden tegengegaan. Daarnaast moest de wetswijziging ertoe leiden dat de positie van prostituees verbeterd zou worden. Om te zorgen dat deze doelen bereikt zouden worden, konden alle Nederlandse gemeenten een eigen prostitutiebeleid opstellen, dit beleid vastleggen in lokale regelgeving en de regels handhaven (Flight, Hulshof, Van Soomeren, & Soorsma, 2006). De situatie van minderjarigen is na de wetswijziging echter, in tegenstelling tot wat er hiervan gehoopt werd, nog minder zichtbaar geworden. Minderjarigen werken nu vaak in de meer verborgen circuits, zij blijven moeilijk bereikbaar voor hulpverlening en politie (Goderie, 2002). Sinds 1 januari 2005 is de Nederlandse wetgeving rond mensenhandel aangepast aan vigerende internationale verdragen. In artikel 273a Wetboek van Strafrecht is naast uitbuiting van minderjarigen in de prostitutie ook uitbuiting in andere sectoren en handel in organen strafbaar gesteld (Van den Borne & Kloosterboer, 2005). Het delict dat loverboys plegen werd ook aan de definitie van mensenhandel toegevoegd. Het begrip loverboy werd echter niet toegevoegd aan het Wetboek van Strafrecht. 1.2 Loverboy problematiek In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan het ontstaan van de term loverboys, de begripsomschrijving, de omvang en de werkwijze van de loverboys. Ontstaan van de term loverboy Het begrip loverboy sluit aan bij het beeld van een pooier: een persoon, vaak van het mannelijke geslacht, die vrouwen als prostituee voor zich heeft werken, hen controleert middels geweld en profiteert van hun inkomsten. Loverboys proberen dit echter door een liefdesrelatie aan te gaan met de meisjes (Korvinus, 2004). Door het gebruik van deze 6

8 liefdesrelatie zou het woord loverboy ontstaan kunnen zijn. Het woord wekt bevreemding op. Loverboy is een lieflijke term die de daadwerkelijke problematiek lijkt te ontkrachten. Het doet denken aan liefde, aandacht en romantiek terwijl er juist veel geweld, chantage en angst aan te pas komt (Garnier, 2009). De hulpverlening nam de term echter dankbaar over. Door ze met het harde woord pooier aan te duiden zouden de hulpverleners de jeugdprostituees van zich kunnen vervreemden. Door deze pooiers loverboy te noemen kon een basis van vertrouwen ontstaan (Bovenkerk et al., 2006). De term komt alleen in Nederland voor (Garnier, 2009). Het woord loverboy lijkt te zijn ontstaan uit een Nederlands fantasie-engels (Bovenkerk et al., 2006). Een Engels-Nederlandse vertaling van het woord loverboy levert het woord vrouwenversierder op, een vertaling die niet geheel overeenkomt met de betekenis die het woord hier heeft. Wel zijn er buitenlandse benamingen die overeenkomen met het Nederlandse woord pooier, maar die duiden niet op een zelfstandig nieuw verschijnsel zoals het begrip loverboy zich in Nederland ontwikkeld heeft. In Engeland bestaan de Pimps, in Duitsland de Zuhälter en in Frankrijk de Maqueraux. Loverboys als een nieuw verschijnsel met bijbehorende naam lijkt dus alleen een Nederlands fenomeen te zijn. Begripsomschrijving Mannen die profiteren van de verdiensten van een prostituee bestaan al langer. Loverboys worden gezien als een bijzondere categorie: het zijn relatief jonge mannen die hun liefdesrelatie gebruiken om een jonge vrouw in de prostitutie te brengen en te exploiteren. Deze omschrijving van loverboys uit de literatuur gaat ervan uit dat er sprake is van een liefdesrelatie. In deze omschrijving komt echter niet naar voren dat er sprake is van een vooropgezette liefdesrelatie als weldoordachte manier voor uitbuiting in de prostitutie. Een andere veel gebruikte definitie van een loverboy in de literatuur is de reeds geciteerde definitief van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel: een pooier die meisjes inpalmt via verleidingstechnieken om hen op den duur in de prostitutie uit te buiten (Korvinus, 2004, p.76). Deze definitie geeft niet specifiek aan dat er sprake is van een liefdesrelatie. Wel komt in deze omschrijving naar voren dat de man de intentie heeft om het meisje uit te buiten. Wat in beide definities naar voren komt en consistent aangehouden wordt is dat er bij loverboy methoden sprake is van uitbuiting in de prostitutie. Hoeveel jongemannen loverboy praktijken beoefenen is onduidelijk aangezien het, op enkele politiegegevens van verdachten na, vrijwel onbekend is hoeveel loverboys er actief zijn. Over het netwerk waarin loverboys opereren is wel meer bekend. In vergelijking met andere mensenhandelaren zijn er onder loverboys veel solisten die zich in een netwerk van 7

9 contacten bevinden (Bovenkerk et al., 2006). Van Dijke en Terpstra (2005) hebben een kort profiel geschetst van een loverboy. Zij geven aan dat 83 procent van de loverboys een Nederlandse nationaliteit heeft, waarvan 89 procent van allochtone afkomst. Van deze groep is 37 procent Marokkaans, 17 procent Turks, 14 procent Surinaams en 13 procent Antilliaan. Ze hebben een relatief laag opleidingsniveau of beschikken over een niet afgeronde opleiding. Op jonge leeftijd zijn zij vaak al gestart met het plegen van strafbare feiten en het merendeel is dan ook al bekend bij de politie. Het zijn veelal jongens die beschikken over een uitgebreid netwerk van actieve jongens binnen de prostitutie en het drugscircuit die elkaar kennen of met elkaar in contact staan. Het loverboy circuit kan daarom omschreven worden als een losse organisatie waarbij de daders onderling lijntjes met elkaar hebben, veelal in groepjes werken en daarbinnen vaak meerdere slachtoffers hebben (Garnier, 2009). Bij ongeveer de helft van de loverboy zaken is er sprake van één verdachte, bij de andere helft van meerdere verdachten (Van Dijke & Terpstra, 2005). Omvang ECPAT deed onderzoek naar handel in minderjarigen in Nederland (Van den Borne & Kloosterboer, 2005). De afkorting ECPAT staat voor End Child Prostitution, Child Pornography and Trafficking of Children for Sexual Purposes. ECPAT voert wereldwijd campagne tegen commerciële seksuele uitbuiting van kinderen. Voor het onderzoek werd een database opgezet, bestaande uit 230 casusbeschrijvingen. Uit analyse van de verzamelde gegevens blijkt dat van de 230 beschrijvingen, het in 169 gevallen gaat om prostitutie van minderjarigen: 157 meisjes (92,9%) en elf jongens (6,5%). Ook jongens kunnen dus slachtoffer worden. In dit onderzoek worden jongens in eerste instantie niet meegenomen, maar mocht uit de gegevens van de deelnemende Orthopedagogische Behandelcentra blijken dat er wel meldingen over jongens zijn dan wordt daar later op teruggekomen. Het merendeel van de slachtoffers in de ECPAT database is tussen de zestien en achttien jaar oud (38,5%). Een vijfde deel van de slachtoffers is tussen de dertien en vijftien jaar oud. Van een heel grote groep (40,2%) is de exacte leeftijd onbekend, maar het gaat wel om minderjarigen. Circa een vierde deel van de minderjarige slachtoffers is afkomstig uit Nederland (27,7%). In iets minder dan de helft van alle gevallen van jeugdprostitutie blijkt sprake te zijn van loverboy problematiek (48,5%). Volgens cijfers van CoMensha betreffende het jaar 2008 zijn er 180 minderjarige en meerderjarige loverboy slachtoffers geregistreerd van de 826 slachtoffers van mensenhandel in het algemeen. CoMensha is het Coördinatiecentrum Mensenhandel en fungeert als landelijk 8

10 meldpunt voor de centrale aanmelding, plaatsing en registratie van slachtoffers van mensenhandel. In 2009 zijn 909 slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha aangemeld. Dit is een stijging van ongeveer 10% ten opzichte van Hiervan is in 187 gevallen sprake van de indicator onvrijwillig tewerkgesteld in de prostitutie en bij 119 gevallen wordt de indicator loverboy methode genoemd. Overlap van categorieën is evenwel mogelijk (CoMensha, 2010). Naar aanleiding van een onderzoek binnen jeugdzorg in 2011 blijkt dat dertig procent van de meisjes in de jeugdzorg, waarvan de gemiddelde leeftijd nog geen zestien is, slachtoffer is van gedwongen prostitutie, al dan niet in gang gezet door een loverboy. Veertig procent van deze meisjes laat seksueel ongeremd gedrag zien (Nijhof, 2011). Werkwijze van de loverboys Bullens en Van Horn hebben in 2000 in het tijdschrift Justitiële Verkenningen een artikel over een ontwikkelingsmodel van de loverboy relatie gepubliceerd. Het proces begint met grooming. De jongen trekt de aandacht van een meisje door indruk op haar te maken en hij brengt haar het hoofd op hol met cadeaus en lieve woorden (Van den Borne & Kloosterboer, 2005). Daarna begint de inlijving: hij laat haar met anderen slapen en geeft aanzet tot prostitutie. Intussen zorgt hij ervoor dat zij alle banden met de haar vertrouwde wereld door snijdt, ze wordt als het ware van haar ouders losgeweekt en de politie wordt tot gemeenschappelijke vijand verklaard zodat een meisje niet snel aangifte zal doen. Het volgende stadium is de exploitatie. Het meisje gaat aan het werk als prostituee en geeft vrijwel haar volledige verdiensten af. De loverboy houdt de relatie in stand door een combinatie van voorgewende romantiek, manipulatie en (dreigen met) geweld. De loverboy en zijn eventuele handlangers hangen voortdurend rond op de plaats waar zij werkt, ze controleren al haar bewegingen via de mobiele telefoon. Het laatste van de - door Bullens en Van Horn (2000) - genoemde stadia, bestaat uit haar pogingen de relatie te beëindigen. Hierin begint het meisje de ernst van haar situatie in te zien en wordt ze zich bewust van het feit dat ze hulp nodig heeft. Dit losmakingproces kan een hele tijd duren. Voor hulpverleners is het steeds zaak om eerst vast te stellen in welk stadium de relatie tussen het meisje en haar loverboy verkeert om daarop afgestemde actie te kunnen ondernemen. Proberen een meisje uit de prostitutie te halen op het moment dat zij nog volledig in de ban is van de loverboy, kan averechts werken; ze komt dan bijvoorbeeld niet meer terug naar de hulpverlener. Hulpverlening bij loverboy problematiek is een ingewikkelde zaak. Wanneer de meisjes zelf nog niet beseffen dat ze slachtoffer zijn, is het moeilijk hen te helpen. Wanneer 9

11 men te vroeg ingrijpt, zal het slachtoffer zich enkel verzetten tegen hulpverlening. Haar is immers lange tijd voorgehouden dat alles en iedereen die haar probeert te scheiden van de loverboy verkeerd is. De politie wordt door de loverboy vanaf een vroeg moment als gezamenlijke vijand bestempeld. Dit juist om te voorkomen dat het slachtoffer ooit aangifte zal doen (Bovenkerk et al., 2006). Hulpverlening is er over het algemeen op gericht om een combinatie van een meldpunt en afspraken te maken over een integrale ketenaanpak met als doel: voorkomen dat minderjarigen in de prostitutie komen, voorkomen dat jongens loverboy worden, adequate opvang en hulpverlening voor slachtoffers en opsporen en vervolgen van verdachten. Deelnemende organisaties zijn, naast gemeenten, meestal Bureaus Jeugdzorg, politie, Openbaar Ministerie (OM), de Raad voor de Kinderbescherming (RvK) en lokale projecten, onder andere voor opvang van slachtoffers (Garnier, 2009). Met het oog op de meervoudige problematiek moet de hulp aan loverboy slachtoffers veelomvattend, intensief en flexibel zijn. Professionals die met deze doelgroep werken moeten over vaardigheden beschikken om met deze meisjes een werkrelatie aan te gaan die gebaseerd is op vertrouwen en respect. De hulpverlening moet zich richten op concrete zaken zoals huisvesting, geld, school, opleiding, werk, vrijetijdsbesteding en de relatie met hun ouders. De meisjes zijn erg moeilijk bereikbaar voor hulpverlening en politie. Het is belangrijk dat de veiligheid van het meisje continue gewaarborgd is. Een meisje moet weten welke personen uit haar netwerk haar kunnen ondersteunen en ze moet leren een beroep op hen te doen. Pas dan zal zij eruit kunnen stappen en lukt het haar om te vluchten (Pieren, 2009). In een aantal gevallen krijgen de meisjes hulp van een klant. Ook kunnen zij geholpen worden door familieleden. In concrete casussen werden meisjes die niet gevlucht waren gered door een inval van de politie in hun woning of de club waar ze werkten (Montpellier, 2009). De loverboy die op een fysieke locatie op zoek gaat naar een meisje komt steeds minder voor. In plaats daarvan verschijnen er nieuwe manieren om meisjes te werven. Zo gebeurt het werven van meisjes steeds vaker via internet, bijvoorbeeld via chatsites en andere sociale media. De rol van het internet bij het ronselen van meisjes is de afgelopen jaren snel toegenomen en zal de komende jaren nog verder toenemen (Zanetti, 2009). Ook biedt het internet de mogelijkheid om de meisjes op een subtiele manier te laten wennen aan het idee van prostitutie. Zo laten de loverboys de meisjes bijvoorbeeld eerst een striptease uitvoeren voor de webcamera om de overstap naar seks met vreemden soepeler te laten verlopen (Van den Borne & Kloosterboer, 2005). Ook voor het onderlinge contact tussen de daders en het aanbieden van de slachtoffers spelen de moderne communicatiemiddelen een steeds belangrijkere rol (Haalbaarheidsonderzoek Loverboy problematiek, 2010). Steeds vaker 10

12 worden andere meisjes, lovergirls, ingezet die nieuwe meisjes moeten werven (Siegel & De Blank, 2008). Deze meisjes zijn zelf al in de ban van een loverboy en zullen dan ook eerder doen wat de loverboy van hen verwacht. De meisjes die door de loverboy ingezet worden vertellen het nieuwe meisje over iets onschuldigs als striptease dansen en over het geld dat ze daarmee kunnen verdienen. De positieve verhalen en de verhalen over rijkdom door een seksegenoot zijn voor veel meiden geloofwaardiger en kunnen er voor zorgen dat zij bereid zijn om over hun eigen grenzen te gaan. Zo heeft de loverboy vervolgens een nieuw meisje erbij dat hij kan inzetten in de prostitutie. In ruil voor het werven van nieuwe meisjes hoeft het oorspronkelijke slachtoffer zelf niet meer in de prostitutie te werken, haar werk wordt dan het ronselen van nieuwe meiden (Van den Borne & Kloosterboer, 2005). Loverboys werken steeds agressiever. Het zwaartepunt ligt niet meer op het inpalmen en emotioneel binden, er wordt steeds sneller gebruik gemaakt van geweld en chantage (Korvinus, 2004). Ze maken meer gebruik van intimidatie en willen sneller (financieel) resultaat zien van hun inspanningen. Steeds vaker proberen loverboys instellingen voor jeugdzorg binnen te dringen. Dit doen zij soms door middel van geweld; er zijn gevallen bekend waarbij ze deuren open trappen en met geweld het pand binnen treden ( Als we niet opendoen, trappen ze de deur in, 2011). Deze meisjes zijn kwetsbaar en daardoor voor loverboys een makkelijker slachtoffer. Vaak proberen zij ook op een andere manier de instelling binnen te komen. Hierbij gaan zij aan de slag als bijvoorbeeld bewaker of schoonmaker, waarna ze binnen de instelling de mogelijkheid vinden om meisjes te werven. Ook dringen lovergirls regelmatig de instelling binnen door zich voor te doen als slachtoffer. 1.3 Slachtoffers In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan het algemene slachtofferprofiel, meisjes met een licht verstandelijke beperking en het slachtofferproces. Algemeen slachtofferprofiel In principe kan elk meisje slachtoffer worden van een loverboy, hevige verliefdheid kan iedereen overkomen. Er zijn gevallen bekend van intelligente meisjes, afkomstig uit een hoger sociaal milieu en een warm gezin, die zich inlieten met een loverboy (Bovenkerk et al., 2006). Er zijn echter bepaalde eigenschappen die een meisje kwetsbaarder maken voor loverboy problematiek. Zo zijn dergelijke meisjes vaak minderjarig omdat het slachtoffer dan makkelijker beïnvloedbaar en vatbaarder wordt geacht (Averdijk, 2002). Bovendien wordt een meisje meestal al op jonge leeftijd door een loverboy geworven zodat ze, wanneer ze 11

13 meerderjarigheid bereikt, al is klaargestoomd voor de prostitutie. Kwetsbare jongeren die vaak een lage zelfwaardering, een weinig realistisch zelfbeeld en daarbij horend weinig zelfvertrouwen hebben, zijn hierdoor extra vatbaar voor het wervend gedrag van loverboys. Negatieve aandacht, seksueel misbruik en verwaarlozing kunnen het zelfbeeld verlagen en het meisje eenzaam maken. Hierdoor stellen zij zich vaak afhankelijk op. Vaak is er bij hen sprake van een verslechterde gezinssituatie. Het gaat hierbij dan om gebroken gezinnen, minderjarigen met overleden ouders, met ruzie thuis, met psychiatrische problematiek bij (één van) de ouders, met ouders die compleet de grip op hun kind zijn verloren of om wegloopproblematiek. Dit worden ook wel multi-problem gezinnen genoemd. Wanneer er vervolgens in de sociale omgeving onvoldoende alternatieve steunpunten aanwezig zijn waarop het meisje in moeilijke situaties kan terugvallen, kan haar kwetsbaarheid nog verder worden vergroot. Ze vormt de ideale prooi voor de loverboy die haar de bevestiging, aandacht en liefde geeft waar ze naar verlangt. Wanneer de gezinssituatie wel op orde is zorgt een loverboy er vaak voor dat de band tussen het meisje en het gezin snel slechter wordt. Ook problemen met een adoptieachtergrond of puberteitsproblemen worden genoemd (Van den Borne & Kloosterboer, 2005; Haalbaarheidsonderzoek Loverboy problematiek, 2010; Movisie, 2008; Bullens & Van Horn, 2000). Seksueel misbruik is een risicofactor omdat het meisje hierdoor wordt aangeleerd dat ze alleen door seksualiserend gedrag aandacht en liefde kan ontvangen. Seksueel misbruik in het verleden zorgt voor een groter risico op het opnieuw slachtoffer worden van seksueel misbruik (Lalor & McElvaney, 2010). Volgens dit onderzoek spelen factoren als psychiatrische problemen, depressieve gevoelens en alcohol- en drugsproblemen ook een grote rol. De meisjes hebben vaak een laag intelligentieniveau, waardoor ze op school niet goed presteren. De meeste meisjes hebben een VMBO opleiding genoten, veelal stoppen zij vroegtijdig met hun opleiding. Zij schatten hierdoor de kansen op een goede of leuke baan niet hoog in. Veel meisjes denken te kunnen ontsnappen aan een potentieel saai leven (Haalbaarheidsonderzoek Loverboy problematiek, 2010; Garnier, 2009; Bovenkerk & Boone, 2006). Bij loverboy problematiek is er voornamelijk sprake van meisjes van Nederlandse afkomst. Echter zowel autochtone als allochtone meisjes kunnen in handen vallen van een loverboy (Garnier, 2009). De jonge meisjes zijn op zoek naar hun eigen identiteit, dit brengt onzekerheden met zich mee. Ze willen graag ergens bij horen en zijn sterk gericht op het aangaan van vriendschappen. Meisjes gaan dan soms ook erg ver om aan de sociale norm van de vriendengroep te voldoen. Daarnaast hebben ze moeite om sociale situaties in te schatten. Ze hebben weinig goede vriendschappen waarin zij zich veilig voelen en voor zichzelf op 12

14 kunnen komen. Ook hebben de meisjes geen hobby s of zinvolle bestedingen van hun vrije tijd. Hierdoor hebben zij weinig positief sociaal contact en spenderen zij weinig tijd aan groepsactiviteiten. Veelal hangen zij rond op straat en in de buurt (Movisie, 2008; Pieren, 2009). In de jeugdzorg wordt gewerkt met de volgende profielen van meisjes die vatbaar zijn voor loverboy problematiek (Movisie, 2008): * Faseproblematiek, meisjes die om verschillende redenen tijdens de puberteit in conflict komen met hun ouders, zonder dat er sprake is van ernstige ouderproblematiek. Ze kunnen zich bijvoorbeeld willen ontworstelen aan overmatige bescherming, foute vrienden ontmoeten of te maken krijgen met tweede- of derdegeneratieproblematiek, waarbij de problemen van de ouders doorwerken in het kind. * Zeer beïnvloedbaar, als gevolg van verstandelijke beperking of een psychiatrisch beeld. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een afhankelijkheidsstoornis in ontwikkeling. * (Ernstige) traumatische ervaring, als gevolg van verwaarlozing, mishandeling of seksueel misbruik. Het betreft hier bijvoorbeeld meisjes met een zogenaamde relatieverslaving om liefdesleegheid op te vullen. Ze zijn op zoek naar houvast en liefde en denken dit te kunnen vinden bij de loverboy. * Multi-problematiek, als gevolg van ernstige ouderproblematiek. Op verschillende gebieden zijn dan interventies nodig voor zowel kind als ouder. Hier kan het gaan om hechtingsproblemen, uithuisplaatsingen, schoolproblemen, een laag zelfbeeld en lage zelfwaardering of een gebrekkig sociaal netwerk hebben. Kwetsbaarheid Aantal minderjarigen in %* Emotionele afhankelijkheid 45,6 Ontbreken papieren 24,9 Familieomstandigheden 21,9 Bedreiging 15,4 Financiële redenen 13,0 Drugsverslaving 7,7 Seksueel misbruik 4,7 Geen woning 3,6 Anders 1,8 Tabel 1. Kwetsbare achtergrondvariabelen jeugdprostituees (Van den Borne & Kloosterboer, 2005) * Meerdere kwetsbaarheden mogelijk Meisjes met een licht verstandelijke beperking Meisjes met een licht verstandelijke beperking vormen zoals gezegd een extra zwakke en kwetsbare groep. De definitie van een verstandelijke beperking luidt: Intellectual disability is a disability characterized by significant limitations both in intellectual functioning and in 13

15 adaptive behaviour, which covers many everyday social and practical skills. This disability originates before the age of 18 (AAIDD, 2010). Volgens de AAID definitie (2010) dient voldaan te zijn aan drie basiscriteria om te kunnen voldoen aan de classificatie licht verstandelijk beperkt: significante beperkingen in het intellectueel functioneren (totale IQ score 50-50/55-75), significante beperkingen in het adaptieve gedrag (dit verwijst naar de mate van praktische, conceptuele en sociale vaardigheden) en het optreden van deze beperkingen voor het achttiende levensjaar. De gehanteerde IQ-grenzen voor het vaststellen van een verstandelijke beperking wijken in Nederland af van de gehanteerde grenzen in het buitenland. In buitenlands onderzoek wordt vaak een totale IQ-bovengrens van 70 gehanteerd voor het bepalen van een licht verstandelijke beperking. In Nederland wordt gesproken van een licht verstandelijke beperking bij een totale IQ-score tussen Opvallend hier is dat in Nederland de groep zwakbegaafden met een IQ range van 70 tot 84 ook tot de LVG-doelgroep gerekend wordt (Ponsioen & Van der Molen, 2001). In buitenlands onderzoek wordt dan gesproken over borderline intelligence waarbij sprake is van een totale IQ score tussen de 70 en 85. De groep mensen met een totale IQ-score tussen de 50 en de 70 wordt omschreven als mensen met een mild intellectual disability. Deze verschillende benaderingen bemoeilijken het vergelijken van internationale en nationale literatuur. Daarnaast wordt er in Engeland gesproken over een learning disability, verwijzend naar een licht verstandelijke beperking, terwijl de vertaalde term in Nederland duidt op een leerstoornis (Kaal, 2010). In tabel twee worden de gradaties van een verstandelijke beperking weergegeven met bijbehorende totale IQ-scores, sociale redzaamheidscores en ontwikkelingsleeftijden. Wanneer in deze studie gesproken wordt over mensen met een verstandelijke beperking, worden mensen met een totale IQ score tussen de 50 en 85 bedoeld. Niveau IQ bereik Sociale Ontwikkelings % VB Typering redzaamheid leeftijd Zwakbegaafd SRZ-I (9) Licht VB SRZ-I (9),8,7, (6) jaar 85% Matig VB SRZ-I (6), (5) jaar 10% Ernstig VB SRZ-I (5) jaar 3-4% Diep VB 0-20 SRZ-I 3, jaar 1-2% Tabel 2. Gradaties van een verstandelijke beperking (Kraijer & Plas, 2005) De kwetsbaarheid van mensen met een verstandelijke beperking op het gebied van seksualiteit kan worden toegeschreven aan inadequate kennis over seksualiteit, moeite om een situatie goed in te kunnen schatten, een gebrek aan assertiviteit en een te groot vertrouwen in anderen (Douma, van den Bergh, & Hoekman, 1998). Vaak is niet aan hun uiterlijk te zien dat er bij 14

16 hen sprake is van een verstandelijke beperking. Hun mentale leeftijd komt niet overeen met hun kalenderleeftijd (Ponsioen, 2010). Doordat ze weinig weerbaar zijn vormen ze een aantrekkelijke groep voor de loverboys. Vooral op emotioneel en sociaal gebied lopen ze achter. Ze zijn vaak kinderlijk naïef, goedgelovig en stellen te weinig grenzen. Ze hebben vaak een minderwaardigheidsgevoel en willen niets liever dan iemand die van ze houdt. Loverboys geven hen de erkenning waar ze zo naar verlangen. Daarnaast kunnen ze door hun sociale beperking mogelijk verkeerde bedoelingen niet goed inschatten. Risicofactoren die samenhangen met de verstandelijke beperking zelf zijn daarnaast een negatief zelf- en lichaamsbeeld, verminderde of vertraagde sociale en emotionele ontwikkeling, het moeite hebben met inschatten van situaties of personen en gemakkelijker beïnvloedbaar zijn en consequenties van eigen gedrag of dat van anderen niet kunnen over zien (Schakenraad & Janssens, 2008). Meer dan de helft van de meisjes ziet zichzelf ook niet als slachtoffer (Verwijs, Mein, Goderie, Harreveld, & Jansma, 2011). In ditzelfde onderzoek wordt aangegeven dat veel van de kenmerken met elkaar samen hangen en dat deze kenmerken elkaar beïnvloeden. Het hebben van een verstandelijke beperking leidt dus tot een verhoogd risico op het meemaken van grensoverschrijdend (seksueel) gedrag. Slachtofferprocessen De reden waarom de meisjes niet bij hun loverboy weggaan wordt in de wetenschappelijke literatuur verklaard met behulp van de term Stockholmsyndroom, genoemd naar de gebeurtenissen rond een geval van kidnapping in Zweden in 1973 waarbij de gegijzelde vrouw een emotionele relatie ontwikkelde met haar gijzelnemer (Bullens & Van Horn, 2000). Het syndroom duidt op een psychologische strategie om te overleven in gevangenschap en karakteriseert de band tussen dader en slachtoffer. Een loverboy heeft zoveel macht over het leven van zijn slachtoffer, waarbij hij zelfs het leven van zijn slachtoffer bepaalt, zodat het Stockholmsyndroom ook hier plausibel is (Farley, 2003). De loverboy geeft het meisje een gevoel dat zij incapabel is om voor zichzelf te zorgen, wat vervolgens belemmerend werkt in haar verlatingsproces (Garnier, 2009). Daarnaast zijn relatieverslaving, verliefdheid, loyaliteit, angst, schuldgevoelens en schaamte zaken die er voor zorgen dat meisjes niet weg gaan bij hun loverboy. Ook aangeleerde hulpeloosheid is een verschijnsel waarmee verklaard kan worden waarom meisjes niet weg gaan bij de loverboy. Deze theorie suggereert dat vrouwen die geweld of misbruik ervaren in hun relatie verwachten dat zij de situatie niet kunnen veranderen. Dit geeft hen gevoel van schaamte en schuld en leidt bij hen tot een lage eigenwaarde. Slachtoffers moet herhaaldelijk door derden worden getoond dat zij hun leven 15

17 wel kunnen veranderen en kunnen ontsnappen aan hun situatie (Bell & Naugle, 2005). In datzelfde artikel wordt ook gesproken over psychological entrapment waarbij gedoeld wordt op een theorie die aan geeft dat vrouwen zoeken naar een manier om de beslissing om bij hun partner te blijven te rechtvaardigen. Zij blijven investeren in de relatie om vorige (mislukte) pogingen om de relatie te laten werken goed te praten. Dit komt tot uiting binnen de loverboy problematiek door het feit dat het slachtoffer zelfs werkt in de prostitutie voor de liefde en aandacht van de loverboy. Ze blijft investeren in de wensen van de loverboy in de hoop haar eigen gevoelens te kunnen blijven bevredigen. Uiteindelijk is er al zoveel geïnvesteerd in de relatie dat het onmogelijk lijkt om er nog mee te kunnen stoppen. 1.4 Juridische maatregelen Het delict dat de loverboy pleegt valt, zoals eerder gezegd, onder mensenhandel en uitbuiting. Binnen de loverboy problematiek is dit vaak lastig te bewijzen. Onvrijwilligheid en dwang zijn niet altijd te bewijzen. Hierdoor proberen politie en justitie de loverboys vaak op een ander delict, of opeenstapeling van delicten te betrappen zoals bedreiging, wapenbezit of zedendelicten (Bovenkerk et al., 2006). Om loverboys op te kunnen sporen is aangiftebereidheid van slachtoffers nodig. Aangifte gebeurt in de praktijk echter te weinig waardoor veel loverboys vrij blijven rondlopen (Doornbos, 2006). Relatieverslaving, verliefdheid of loyaliteit ten opzichte van de dader en angst voor represailles, schuldgevoelens of schaamte kunnen een meisje er van weerhouden aangifte te doen. Zelfs wanneer een slachtoffer wel aangifte doet staat dit nog niet garant voor strafvervolging van de loverboy. Indien er geen getuigen of andere belastende feiten beschikbaar zijn wordt bewijsvoering lastig, omdat er dan slechts sprake is van haar woord tegen het zijne (Van Dijke & Terpstra, 2005). Volgens Bovenkerk en Terpstra (2007) ligt het aantal gevallen dat voor de rechter komt niet boven de vijf gevallen per jaar. Als het dan al tot een vervolging komt, zijn de straffen vaak laag (Van Dijke & Terpstra, 2005). Politie en justitie maken daarbij soms gebruik van de stapelmethode vanwege de moeilijkheid om het ontbreken van vrijwilligheid te bewijzen. Het gaat hier om de opeenstapeling van feiten in het politiedossier, ten einde zoveel mogelijk bewijsmateriaal te verwerven waarmee de rechter overtuigd kan worden. Door opeenstapeling van deze feiten kan een vermoeden van schuld worden onderzocht en aangetoond zonder dat een slachtoffer aangifte heeft gedaan (Bovenkerk et al., 2006).Veel tijd en geld wordt gestoken in preventiemaatregelen waarbij zogenoemde risicomeisjes voorlichting krijgen (Van den Borne & Kloosterboer, 2005). Over de effectiviteit van deze preventieve benadering is nog weinig bekend. Er blijven weinig daders die daadwerkelijk 16

18 strafrechtelijk worden aangepakt. Uit onderzoek van Bovenkerk en Terpstra (2007) blijkt dat de politie bij concrete afweging van prioriteiten het delict mensenhandel nog steeds niet zwaar laten wegen. In 2011 is door de minister van Veiligheid en Justitie in het zogenaamde Actieplan gepleit voor zwaardere straffen. De maximumstraf voor mensenhandel zou omhoog moeten van acht jaar naar tien jaar. Loverboys maken zich schuldig aan een zeer ernstig misdrijf dat slachtoffers voor het leven tekent, aldus demissionair minister Opstelten. Als slachtoffers van mensenhandel overlijden als gevolg van de situatie waarin ze zijn beland, kunnen de verantwoordelijken levenslang krijgen (Ministerie van Justitie, 2011). Inmiddels is de maximumstraf verhoogd van acht tot twaalf jaar. 1.5 Onderzoeksrelevantie Maatschappelijke relevantie De aandacht voor loverboy problematiek is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Daarbij is steeds duidelijker geworden wat de problematiek inhoudt en in welke vreselijke situaties en dilemma s de slachtoffers veelal terechtkomen. Ook het feit dat jonge meisjes met een licht verstandelijke beperking het slachtoffer kunnen worden van loverboys komt steeds vaker in het nieuws. Het is belangrijk om in kaart te brengen hoe vaak men binnen de gehandicaptenzorg te maken heeft met de loverboy problematiek. Ook is het van belang om te kijken hoe de instellingen omgaan met deze problematiek. Om meisjes te kunnen beschermen tegen deze problematiek, is het van belang om te kijken naar de kenmerken van de meisjes die slachtoffer zijn geworden en op welke manier zij het best beschermd kunnen worden tegen deze vorm van uitbuiting. De risicofactoren die hen slachtoffer maken moeten onderzocht worden en daarnaast moet bekeken worden of het mogelijk is om potentiële slachtoffers eerder te kunnen signaleren. Wetenschappelijke relevantie Doordat de loverboy problematiek in de huidige vorm van redelijk recente datum is, is er nog weinig wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Over het aantal slachtoffers van loverboys in Nederland lopen de schattingen uiteen. Nederlandse literatuur over deze problematiek bestaat veelal nog uit beleidsdocumenten, boeken en scripties. De informatie in deze literatuur is veelal gebaseerd op speculatieve gegevens en niet op getoetste feiten. Aan de relatie tussen loverboys en meisjes met een licht verstandelijke beperking is tot nu toe ook weinig specifieke aandacht besteed in wetenschappelijk onderzoek. Wie zoekt naar literatuur die specifiek gericht is op meisjes met een verstandelijke beperking die het slachtoffer zijn 17

19 geworden van loverboys zal daar relatief weinig over vinden. Dat er weinig literatuur beschikbaar is heeft onder andere te maken met het feit dat de term loverboy alleen in Nederland gebruikt wordt. Het is echter relevant om te bekijken onder welke noemer de loverboy problematiek in het buitenland valt. Veelal wordt het in het buitenland geschaard onder onderwerpen als seksueel misbruik en jeugdprostitutie in het algemeen. Daarnaast moet gekeken worden hoe het staat met de loverboy problematiek in het buitenland en of de daar beschreven problematiek vergelijkbaar is met de problematiek in Nederland. Deze informatie kan dan ook betrokken worden bij dit onderzoek. 1.6 Onderzoeksvragen Bovenstaande gegevens hebben geleid tot de volgende onderzoeksvragen: Hoofdvraag: Hoeveel voorvallen met loverboys en met meisjes met een licht verstandelijke beperking zijn er de afgelopen 24 maanden binnen de orthopedagogische behandelcentra (OBC s) voor de behandeling van jeugdigen met een licht verstandelijke beperking geweest? Welke risicofactoren en kenmerken bezitten deze meisjes waarover gemeld wordt en hoe gaan de instellingen om met loverboy problematiek? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zijn aan de hand van de eerdergenoemde literatuur vier deelvragen opgesteld: 1. In voorgaand onderzoek is weinig aandacht besteed aan de kenmerken van meisjes met een licht verstandelijke beperking die slachtoffer zijn geworden van loverboys. In dit onderzoek wordt nagegaan of deze meisjes kenmerken delen met meisjes zonder licht verstandelijke beperking als genoemd in de literatuur. Tevens wordt er nagegaan of er andere kenmerken voorkomen dan de kenmerken van meisjes zonder licht verstandelijke beperking. 2. Verwacht wordt dat de vier profielen van meisjes die vatbaar zijn voor loverboy problematiek volgens het model van Movisie (2008) ook terug te vinden zijn in de kenmerken van de meisjes binnen de onderzoeksgroep. Nagegaan wordt of kenmerken van de vier profielen met elkaar samen hangen. 3. Uit het onderzoek van Verwijs, Mein, Goderie, Harreveld en Jansma (2011) blijkt dat veel van de kenmerken met elkaar samen hangen en dat deze kenmerken elkaar beïnvloeden. Daarom wordt verwacht dat binnen de vastgestelde risicofactoren en kenmerken in dit 18

20 onderzoek er ook voor meisjes met een licht verstandelijke beperking factoren zijn die een sterke onderlinge samenhang laten zien. 4. Uit de literatuur (Van den Borne & Kloosterboer, 2005) blijkt dat er veel tijd en geld wordt gestoken in specifieke preventiemaatregelen en hulpverlening gericht op loverboy problematiek. Op basis hiervan wordt verwacht dat de instellingen voor de behandeling van jeugdigen met een licht verstandelijke beperking maken gebruik van specifieke preventiemaatregelen en specifieke hulpverlening. 19

21 Hoofdstuk 2 Methode 2.1 Participanten Het onderzoek is uitgevoerd bij 14 Nederlandse orthopedagogische behandelcentra (OBC s) die samen 22 locaties hebben. Deze OBC s zijn aangesloten bij de Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra (VOBC). De VOBC is het samenwerkingsverband van instellingen voor behandeling en begeleiding van kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblematiek. De instellingen zijn door heel Nederland gelegen. Bij iedere instelling werd, door inschakeling van een bij de VOBC bekende instellingscontactpersoon, aan alle in die instelling werkende orthopedagogen en psychologen gevraagd om mee te werken aan het onderzoek. Omdat niet iedere instelling slachtoffers van loverboys binnen de instelling heeft, hebben niet alle instellingen meegewerkt aan het onderzoek. Uiteindelijk hebben acht instellingen meegewerkt aan dit onderzoek. Doordat het onderzoek geheel anoniem is, is niet bekend over hoeveel locaties deze acht instellingen beschikten. Twintig orthopedagogen en psychologen hebben de vragenlijst ingevuld. De twintig gedragsdeskundigen hebben samen uiteindelijk de gegevens van achttien meisjes aangeleverd. Enkele orthopedagogen en psychologen hebben hierbij de gegevens van meerdere meisjes geleverd, terwijl andere orthopedagogen en psychologen alleen de algemene vragen hebben ingevuld omdat zij geen meisje binnen de instelling hadden dat slachtoffer was geworden van loverboy problematiek. 2.2 Procedure Er zijn vragenlijsten ontwikkeld en afgenomen bij de orthopedagogen en psychologen die verantwoordelijk zijn voor de behandeling van de opgenomen meisjes. De vragenlijsten zijn via internet met behulp van het programma SurveyMonkey ( verzonden en konden door de respondenten elektronisch ingevuld en weer teruggezonden worden, waarna de antwoorden in SPSS konden worden verwerkt en geanalyseerd. De complete vragenlijst is terug te vinden als bijlage. 2.3 Onderzoeksinstrumenten Naar slachtoffers van loverboys met een licht verstandelijke beperking is nog weinig onderzoek gedaan, reden waarom er geen standaard vragenlijst gebruikt kon worden. Er is een vragenlijst geconstrueerd aan de hand van de gevonden wetenschappelijke literatuur over 20

22 slachtoffers van loverboys en over kwetsbare meisjes met een licht verstandelijke beperking. Ten eerste is er aan de deelnemende orthopedagogen en psychologen gevraagd van hoeveel meisjes zij in de periode 1 januari 2010 tot 1 januari 2012 aangifte hebben gedaan bij de politie omdat ze slachtoffer zijn geworden van loverboy problematiek tijdens het verblijf in hun organisatie/instelling. Tevens werd gevraagd bij hoeveel meisjes zij in de periode 1 januari 2010 tot 1 januari 2012 een vermoeden hebben gehad dat zij het slachtoffer waren geworden van loverboy problematiek, waarbij géén aangifte gedaan is. Van al deze meisjes zijn vervolgens systematisch kenmerken en risicofactoren uitgevraagd. Daarnaast zijn er nog algemene vragen gesteld. Aan de orthopedagogen en psychologen is gevraagd wat zij over het algemeen doen wanneer er bij hen vermoedens zijn van loverboy problematiek. Vervolgens is aan de orthopedagogen en psychologen gevraagd wat zij in het algemeen binnen de instelling doen om loverboy problematiek te voorkomen. Hierbij is tevens gevraagd naar samenwerkingsverbanden met andere instellingen ter zake en of er sprake is van protocollen en/of projecten met betrekking tot het omgaan met de loverboy problematiek. 2.4 Analyses Hieronder zal per vraag beschreven worden welke statistische analyses er zijn gebruikt om de vraagstelling te toetsen. Vraagstelling 1 In voorgaand onderzoek is weinig aandacht besteed aan de kenmerken van meisjes met een licht verstandelijke beperking die slachtoffer zijn geworden van loverboys. In dit onderzoek wordt nagegaan of deze meisjes kenmerken delen met meisjes zonder licht verstandelijke beperking als genoemd in de literatuur. Tevens wordt er nagegaan of er andere kenmerken voorkomen dan de kenmerken van meisjes zonder licht verstandelijke beperking. Om vast te stellen welke kenmerken meisjes met een licht verstandelijke beperking hebben die niet worden terug gevonden in de tot nu toe gehanteerde lijst van de in de literatuur gevonden kenmerken van meisjes zonder een verstandelijke beperking worden de kenmerken zoals eerder gevonden in de literatuur gebruikt. Deze lijst van in de literatuur gevonden kenmerken (zie bijlage drie) wordt vergeleken met de data die verzameld zijn met de vragenlijst die gebruikt is in dit onderzoek. Van de kenmerken die niet terug worden gevonden in het gewone slachtofferprofiel wordt bekeken hoeveel meisjes dit kenmerk 21

23 bezitten. Dit om te kijken welke kenmerken het meest voorkomend zijn bij meisjes met een licht verstandelijke beperking. Vraagstelling 2 Verwacht wordt dat de vier profielen van meisjes die vatbaar zijn voor loverboy problematiek volgens het model van Movisie (2008) ook terug te vinden zijn in de kenmerken van de meisjes binnen de onderzoeksgroep. Nagegaan wordt of kenmerken van de vier profielen met elkaar samen hangen. Om te zien of de vier profielen terug te vinden zijn aan de hand van de kenmerken van de meisjes in de onderzoekgroep worden de risicofactoren en kenmerken binnen het onderzoek gekoppeld aan de beschreven profielen. Vervolgens wordt de correlatie berekend met gebruikmaking van Spearman s rangcorrelatiecoëfficiënt. Spearman s rangcorrelatiecoëfficiënt wordt gebruikt omdat er sprake is van categorale variabelen. Op die manier kan bekeken worden of er tussen de kenmerken binnen het profiel een verband wordt gevonden, waarmee aangegeven wordt dat het meisje voldoet aan het profiel. Vraagstelling 3 Uit het onderzoek van Verwijs, Mein, Goderie, Harreveld en Jansma (2011) blijkt dat veel van de kenmerken met elkaar samen hangen en dat deze kenmerken elkaar beïnvloeden. Daarom wordt verwacht dat binnen de vastgestelde risicofactoren en kenmerken in dit onderzoek er ook voor meisjes met een licht verstandelijke beperking factoren zijn die een sterke onderlinge samenhang laten zien. Om te bekijken of er daadwerkelijk factoren en kenmerken zijn die samen voorkomen en waar tussen een verband is wordt eerst bekeken welke kenmerken ieder meisje afzonderlijk heeft. Met behulp van de Chi-kwadraattoets wordt vervolgens gekeken of er verbanden zijn tussen de kenmerken van de meisjes. Omdat de kenmerken dichotome variabelen zijn wordt gebruik gemaakt van de Chi-kwadraattoets om vast te stellen of er sprake is van een statistisch verband. Om vervolgens de sterkte van het verband te kunnen berekenen wordt gebruik gemaakt van Cramér s V, de meest geschikte op Chi-kwadraat gebaseerde associatiemaat. 22

De Rotterdamse aanpak van jeugdprostitutie

De Rotterdamse aanpak van jeugdprostitutie De Rotterdamse aanpak van jeugdprostitutie Klaas Ridder ketenregisseur jeugdprostitutie Overzicht Introductie / begrippenkader Situatie vóór 2004 2004 een initiatief voor een ketenaanpak 2005 de inrichting

Nadere informatie

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter, 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mevrouw L. Ypma Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt

Nadere informatie

Meldpunt Binnenlandse Mensenhandel

Meldpunt Binnenlandse Mensenhandel Meldpunt Binnenlandse Mensenhandel Informatie voor professionals Advies- en Meldpunt huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling Mensenhandel is het werven, vervoeren, overbrengen, opnemen

Nadere informatie

Loverboyproblematiek factsheet. Loverboyproblematiek - factsheet 1

Loverboyproblematiek factsheet. Loverboyproblematiek - factsheet 1 Loverboyproblematiek factsheet Loverboyproblematiek - factsheet 1 Loverboyproblematiek Loverboyproblematiek staat volop in de aandacht. Zowel in de media als in uw sector is er vaak aandacht voor deze

Nadere informatie

Jeugdprostitutie en loverboys

Jeugdprostitutie en loverboys Jeugdprostitutie en loverboys Loverboys dat zijn toch die jongens die meisjes versieren en ze dan later verkopen? Loverboys zijn jongens die meisjes dure cadeaus geven en ze daarna tot hoer maken Bron:

Nadere informatie

CATEGORALE OPVANG VOOR SLACHTOFFERS MENSENHANDEL

CATEGORALE OPVANG VOOR SLACHTOFFERS MENSENHANDEL CATEGORALE OPVANG VOOR SLACHTOFFERS MENSENHANDEL categorale opvang voor slachtoffers mensenhandel De categorale opvang voor slachtoffers van mensenhandel (COSM) omvat 70 veilige opvangplekken en is in

Nadere informatie

Preventie Scharlaken Koord

Preventie Scharlaken Koord Preventie Scharlaken Koord Inhoud - platenset internet werkwijze loverboys blz. 2 - platenset klassieke werkwijze loverboys blz. 3 - presentatie beware of loverboys (jongeren) blz. 4 - presenttaie beware

Nadere informatie

GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE?

GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE? GESPREKSHANDLEIDING GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE? GESPREKSHANDLEIDING BIJ DE BROCHURE GOED OF FOUT VRIENDJE? Aanleiding Kwetsbare meiden, de ideale slachtoffers voor mensen met verkeerde bedoelingen. Ook

Nadere informatie

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties Arosa biedt veiligheid en bescherming bij geweld in relaties. Vrouwen, mannen en hun kinderen kunnen bij Arosa terecht voor opvang en begeleiding. Arosa

Nadere informatie

Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio!

Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio! Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio! Door Suzanne Kok (Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen), Amy Mante-Adu (Rutgers) en Maaike van de Graaf (Gemeente Rotterdam) Dag

Nadere informatie

Rechten van slachtoffers. Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel

Rechten van slachtoffers. Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel Rechten van slachtoffers Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel Mensenhandel is een schending van de rechten van talloze mensen in Europa en daarbuiten en beïnvloedt hun leven.

Nadere informatie

Mensenhandel/ kinderhandel

Mensenhandel/ kinderhandel Mensenhandel/ kinderhandel INHOUD Definitie mensenhandel Verschil mensenhandel/ kinderhandel Casus Anne Slachtoffers in Nederland Geregistreerde vormen van uitbuiting Belang van signaleren Fragment uit

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

binnen een vrij Onderzoek Amsterdamse prostitutiebranche

binnen een vrij Onderzoek Amsterdamse prostitutiebranche 32 secondant #2 mei 2011 Onderzoek Amsterdamse prostitutiebranche Uitbuiting en m binnen een vrij Met verschillende landelijke en lokale maatregelen ter regulering van prostitutiebranche, is de afgelopen

Nadere informatie

Presentatie Integrale jeugdhulp Kennisdag 25 januari 2016

Presentatie Integrale jeugdhulp Kennisdag 25 januari 2016 Presentatie Integrale jeugdhulp Kennisdag 25 januari 2016 Zorgtafel Mensenhandel en Prostitutie Rotterdam Hun verleden is niet hun toekomst Commissie Azough De Zorgtafel Mensenhandel en Prostitutie in

Nadere informatie

Loverboys en grensoverschrijdend seksueel gedrag Hoe herken je signalen en wat te doen?

Loverboys en grensoverschrijdend seksueel gedrag Hoe herken je signalen en wat te doen? Loverboys en grensoverschrijdend seksueel gedrag Hoe herken je signalen en wat te doen? West-Brabant 0800 2000 (gratis) veiligthuiswestbrabant.nl Loverboys Hoe herken je signalen en wat te doen? In principe

Nadere informatie

16. Statistische analyse Meldpunt

16. Statistische analyse Meldpunt 16. Statistische analyse Meldpunt Statistische analyse Meldpunt Inleiding In de periode 19 juli 2010 tot en met 16 maart 2012 ontving de commissie zevenhonderdeenenveertig meldingen van seksueel misbruik.

Nadere informatie

Instrument Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag

Instrument Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag Instrument Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag Naam jeugdige: Geboortedatum: Sekse jeugdige: Man Vrouw Datum van invullen: Ingevuld door: Over dit instrument Dit instrument is een hulpmiddel

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

Delinquent gedrag bij jongeren met een licht verstandelijke beperking

Delinquent gedrag bij jongeren met een licht verstandelijke beperking DC 72 Delinquent gedrag bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Dit thema is een bewerking van het krantenartikel uit NRC Handelsblad Vroeger een debiel, nu een delinquent. In dit artikel zegt

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

5 juni 2012 ONDERZOEK BEPERKT WEERBAAR

5 juni 2012 ONDERZOEK BEPERKT WEERBAAR 5 juni 2012 ONDERZOEK BEPERKT WEERBAAR HET ONDERZOEK In opdracht van het ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport Uitgevoerd door onderzoekers van Rutgers WPF en Movisie Hoofdvragen Hoe vaak komt

Nadere informatie

De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen. Dr. Hanneke de Graaf

De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen. Dr. Hanneke de Graaf De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen Dr. Hanneke de Graaf Inhoud Seksueel gedrag van jongeren anno 2012 Trends Risicogroepen Wanneer over de grens? Bron: Seks onder je 25 e (2012) Online vragenlijst

Nadere informatie

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling 1. Kindermishandeling Kindermishandeling is 'elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld Samenvatting Dit onderzoek heeft tot doel algemene informatie te verschaffen over slachtoffers van huiselijk geweld in Nederland. In het onderzoek wordt ingegaan op de vraag met welke typen van huiselijk

Nadere informatie

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag a. Reactie discuttant (Erika Frans) De resultaten van Sexpert zijn gelijklopend met eerder onderzoek: o Meer vrouwen dan mannen zijn het slachtoffer

Nadere informatie

Resultaten onderzoek sexting bij residentiële behandel- en opvangvoorzieningen van Fier: Prevalentie en gevolgen

Resultaten onderzoek sexting bij residentiële behandel- en opvangvoorzieningen van Fier: Prevalentie en gevolgen Resultaten onderzoek sexting bij residentiële behandel- en opvangvoorzieningen van Fier: Prevalentie en gevolgen Onderzoeksgroep Datum: 15-09-2017 Floortje Kunseler 1 INLEIDING Bij Fier is eind augustus

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Datum vaststelling : 12-11-2007 Eigenaar : Beleidsmedewerker Vastgesteld door : MT Datum aanpassingen aan : 20-01-2015 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Doel meldcode Begeleiders een stappenplan

Nadere informatie

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor! Directe Hulp bij Huiselijk Geweld U staat er niet alleen voor! U krijgt hulp Wat nu? U bent in contact geweest met de politie of u heeft zelf om hulp gevraagd. Daarom krijgt u nu Directe Hulp bij Huiselijk

Nadere informatie

Pretty Woman is een samenwerking tussen U Centraal en De Rading

Pretty Woman is een samenwerking tussen U Centraal en De Rading Wat is de handelswijze van een loverboy? Een loverboy hanteert doelbewust een aantal technieken, zoals manipulatie, dwang en geweld, om het meisje uiteindelijk te dwingen om voor hem te gaan werken en

Nadere informatie

binnen een vrij Onderzoek Amsterdamse prostitutiebranche

binnen een vrij Onderzoek Amsterdamse prostitutiebranche 32 secondant #2 mei 2011 Onderzoek Amsterdamse prostitutiebranche Uitbuiting en m binnen een vrij Met verschillende landelijke en lokale maatregelen ter regulering van prostitutiebranche, is de afgelopen

Nadere informatie

Pubertijd volgens Midas Dekkers (bioloog)

Pubertijd volgens Midas Dekkers (bioloog) Pubertijd volgens Midas Dekkers (bioloog) Pubertijd is als je vader verandert van een held in een ouwe zak en je moeder van een warme haven in een theemuts Wensen en Grenzen Elizabeth Hamelinck GGD Hollands

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 158 Vragen van het lid

Nadere informatie

Seksueel grensoverschrijdend gedrag: wat is normaal?

Seksueel grensoverschrijdend gedrag: wat is normaal? Seksueel grensoverschrijdend gedrag: wat is normaal? Congres Seks over de grens 26 januari 2009 Lou Repetur en Kristin Janssens (MOVISIE) Inhoud 1. Wat is seksueel grensoverschrijdend gedrag? Opvattingen

Nadere informatie

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB)

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Zwakzinnigheid (DSM-IV-TR) Code Omschrijving IQ-range Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Xavier Moonen Orthopedagoog/GZ-Psycholoog Onderzoeker Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet?

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Stijging criminaliteit meisjes Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Anne-Marie Slotboom Vrije Universiteit Amsterdam 1 BRISBANE 2010 - Steeds meer jonge meisjes tussen tien en veertien

Nadere informatie

Meisjesprostitutie: feiten en cijfers

Meisjesprostitutie: feiten en cijfers Meisjesprostitutie: feiten en cijfers December 2009 Inleiding Jeugdprostitutie is het verrichten van een of meer seksuele handelingen, met of voor een ander, door jongens en meisjes onder de 18 jaar voor

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek Samenvatting Achtergrond van het onderzoek Tot op heden zijn er in Nederland geen cijfers beschikbaar over de omvang van kindermishandeling. Deze cijfers zijn hard nodig; kennis over de aard en omvang

Nadere informatie

De meldcode het hoe en waarom. Onno Graafland, kinderarts 11 april 2014

De meldcode het hoe en waarom. Onno Graafland, kinderarts 11 april 2014 De meldcode het hoe en waarom Onno Graafland, kinderarts 11 april 2014 Inhoud Omvang van het probleem De lange termijn gevolgen Wat is toxic stress De meldcode Onze belemmeringen Kindermishandeling Elke

Nadere informatie

ALGEMENE INFORMATIE. Specialistisch hulpaanbod voor meiden

ALGEMENE INFORMATIE. Specialistisch hulpaanbod voor meiden ALGEMENE INFORMATIE Specialistisch hulpaanbod voor meiden Meiden gaan op een andere manier met hun problemen om dan jongens. Wij hebben gemerkt dat meidenhulpverlening een andere, specialistische aanpak

Nadere informatie

Logopedie en Kindermishandeling. Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan

Logopedie en Kindermishandeling. Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan Logopedie en Kindermishandeling Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) Juni 2009 Inleiding Omgaan met (vermoedens van) kindermishandeling

Nadere informatie

Scharlaken Koord: 65.000,00 ( = een gedeeltelijke bijdrage aan het totale programma, zie bijlage offerte Gebaseerd op de werkelijke uren 2011 )

Scharlaken Koord: 65.000,00 ( = een gedeeltelijke bijdrage aan het totale programma, zie bijlage offerte Gebaseerd op de werkelijke uren 2011 ) Aanvraag subsidie Scharlaken Koord 2012 Scharlaken Koord Scharlaken Koord is een christelijke organisatie die sinds 1987 werkzaam is onder prostituees op de Wallen in Amsterdam. Daamaast heeft Scharlaken

Nadere informatie

Yip! Behandelprogramma Slachtoffers mensenhandel

Yip! Behandelprogramma Slachtoffers mensenhandel Yip! Behandelprogramma Slachtoffers mensenhandel 1 Wij bieden snelle en deskundige hulp voor mensen met een (licht) verstandelijke beperking die slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting. 2 Yip! Mensen

Nadere informatie

Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving α Ministerie van Justitie Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

SAMENVATTING. Inleiding

SAMENVATTING. Inleiding SAMENVATTING Inleiding De Wet tijdelijk huisverbod (Wth) is op 1 januari 2009 in werking getreden. Met een huisverbod kan een (potentiële) pleger van huiselijk geweld tien dagen uit huis worden geplaatst.

Nadere informatie

Bijlage 2: Ketenaanpak Qpido

Bijlage 2: Ketenaanpak Qpido Bijlage Julia Deze bijlage hoort bij de beschrijving van de interventie Julia, zoals die is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies. Meer informatie: www.nji.nl/jeugdinterventies December

Nadere informatie

Mensenhandel. Rik Viergever, Marcus de Koning-Man & Sandra van den Berg. 21 november 2018 Congres Minderjarigen als patiënt

Mensenhandel. Rik Viergever, Marcus de Koning-Man & Sandra van den Berg. 21 november 2018 Congres Minderjarigen als patiënt Mensenhandel Rik Viergever, Marcus de Koning-Man & Sandra van den Berg 21 november 2018 Congres Minderjarigen als patiënt Wat is CoMensha? Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel Actief sinds 1986 als NGO

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 5 > Maakt u zich zorgen over een kind? 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen van Kinderbescherming

Nadere informatie

- Concept (kan afwijken van de uitgesproken tekst)

- Concept (kan afwijken van de uitgesproken tekst) Speech van Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer-Vermeulen Ter gelegenheid van de conferentie Mensenhandel, ondermijning en loverboyproblematiek Utrecht, 16 februari 2017 - Concept (kan afwijken van

Nadere informatie

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense Werkinstructie benaderen intermediairs Sense BIJLAGE 7 Voorbeeld van de opzet van de presentatie in PowerPoint BIJLAGE 7 VOORBEELD VAN DE OPZET VAN DE PRESENTATIE IN POWERPOINT] 1 WERKINSTRUCTIE BENADEREN

Nadere informatie

Proeftuin Loverboys - LaffeBoys. Rico Coolen

Proeftuin Loverboys - LaffeBoys. Rico Coolen RR Rico Coolen Aanleiding Loverboys & Internet Bevindingen Aanbevelingen Proeftuin Doelen Activiteiten Slachtoffers en daders Internet Mediastrategie Aanleiding Loverboys & Internet Mediaberichtgeving:

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

BEDRIJVEN KINDERARBEID AANPAKKEN

BEDRIJVEN KINDERARBEID AANPAKKEN VIETNAMESAMEN MET BEDRIJVEN KINDERARBEID AANPAKKEN Vietnam is het eerste land in Azië dat in 1990 het kinderrechtenverdrag ondertekende. Het Zuid-Aziatische land kan zich inmiddels tot de middeninkomenslanden

Nadere informatie

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2 Waarom een meldcode? De Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is een stappenplan voor professionals en instellingen bij

Nadere informatie

WAAR WAAR NIET WAAR IQ QUIZ? Herkennen van kinderen met een licht verstandelijke beperking. Opzet workshop. Waar of niet waar.

WAAR WAAR NIET WAAR IQ QUIZ? Herkennen van kinderen met een licht verstandelijke beperking. Opzet workshop. Waar of niet waar. Opzet workshop Quiz Herkennen van kinderen met een licht verstandelijke beperking Ervaringsdeskundige Interactieve kennisoverdracht Wilma Walterbos gedragsdeskundige MEE Natasja Wiersema Expertisecentrum

Nadere informatie

JE BESTE VRIEND? Anneke Doornbos. Afstudeerscriptie in opdracht van de Regiopolitie Groningen

JE BESTE VRIEND? Anneke Doornbos. Afstudeerscriptie in opdracht van de Regiopolitie Groningen Afstudeerscriptie in opdracht van de Regiopolitie Groningen JE BESTE VRIEND? Een onderzoek naar de aangiftebereidheid van slachtoffers van loverboys Anneke Doornbos Oktober 2006, Groningen Rijksuniversiteit

Nadere informatie

STUDIEDAG TIENERPOOIERS

STUDIEDAG TIENERPOOIERS STUDIEDAG TIENERPOOIERS 07/06/2016 UITEENZETTING DOOR M. SOBRIE REFERENTIEMAGISTRAAT MENSENHANDEL PARKET ANTWERPEN TIENERPOOIERS = MENSENHANDELAARS Juridisch Feitelijk Art 433quinquies SW. - Het werven,

Nadere informatie

Dierenmishandeling in gezinnen

Dierenmishandeling in gezinnen Dierenmishandeling in gezinnen Prof.dr. Marie-Jose Enders-Slegers, Leerstoel Antrozoologie, Faculteit Psychologie Stichting Cirkel van Geweld, Werkgroep Dierenpleegzorg marie-jose.enders@ou.nl Link - letter

Nadere informatie

In mijn jaren als Nationaal Rapporteur heb ik met meer afstand naar deze problematiek gekeken. Maar ook al betreffen alle onderzoeken en aanbevelingen

In mijn jaren als Nationaal Rapporteur heb ik met meer afstand naar deze problematiek gekeken. Maar ook al betreffen alle onderzoeken en aanbevelingen Statement van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen Corinne Dettmeijer-Vermeulen, ter gelegenheid van haar afscheid als Nationaal Rapporteur, 13 november 2017. Dit is mijn

Nadere informatie

Er heeft een oriëntatie met en in het veld plaatsgevonden rondom de aanpak van loverboyproblematiek.

Er heeft een oriëntatie met en in het veld plaatsgevonden rondom de aanpak van loverboyproblematiek. Protocol Loverboys Aanleiding Bij de Invoering van het Convenant Veilige school is gesteld dat er een protocol Loverboys toegevoegd moest worden. Beleid inzake het bestrijden van loverboyproblematiek is

Nadere informatie

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG in en om de school. Oka Storms Ben Serkei

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG in en om de school. Oka Storms Ben Serkei SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG in en om de school Oka Storms Ben Serkei Wat gaan we doen? * Achtergronden seksualiteit * Invloed beeldcultuur en gevolgen * Oefening Wat is grensoverschrijdend? * Seksueel

Nadere informatie

Relatie tussen illegale prostitutie en mensenhandel?

Relatie tussen illegale prostitutie en mensenhandel? mr. E.D.I. Martens Senior officier van justitie Mensenhandel Het gaat ons allemaal aan CIROC 3 december 2014 Doel presentatie: Relatie tussen illegale prostitutie en mensenhandel? 1. Wat is illegale prostitutie?

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

Meld. seksueel misbruik. aan de commissie-samson

Meld. seksueel misbruik. aan de commissie-samson Meld seksueel misbruik aan de commissie-samson Help ons Mijn naam is Rieke Samson en ik wil je vragen om ons te helpen bij het onderzoek naar seksueel misbruik van kinderen en jongeren. Zelf ben ik voorzitter

Nadere informatie

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit Menukaart Gezonde basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit : Plaats: Locatie: Contactpersoon: Telefoonnummer: E-mailadres: Datum invullen: Inhoud: Om op een effectieve manier invulling te geven aan gezondheidsthema

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

1. Signalenlijst Jeugdprostitutie

1. Signalenlijst Jeugdprostitutie 1. Signalenlijst Jeugdprostitutie De onderstaande factoren en bevindingen kunnen duiden op signalen van Jeugdprostitutie. Het betreft een niet limitatieve opsomming van voorbeelden die vanzelfsprekend

Nadere informatie

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173 Inhoud Inleiding 7 Deel 1: Theorie 1. Kindermishandeling in het kort 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Aard en omvang 13 1.3 Het ontstaan van mishandeling en verwaarlozing 18 1.4 Gevolgen van kindermishandeling

Nadere informatie

Kindvriendelijke verhoorstudio

Kindvriendelijke verhoorstudio Het horen van kinderen door de politie HET HOREN VAN KINDEREN DOOR DE POLITIE Jannie van der Sleen Binnen een strafrechtelijk onderzoek: Doel van het verhoor is waarheidsvinding/feiten: Is er al dan niet

Nadere informatie

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juni 2012. Rapportnummer: 2012/102

Rapport. Datum: 13 juni 2012. Rapportnummer: 2012/102 Rapport Rapport in het onderzoek naar klachten en signalen over het Meldpunt Internetoplichting, ondergebracht bij het regionale politiekorps Kennemerland. Datum: 13 juni 2012 Rapportnummer: 2012/102 2

Nadere informatie

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.: 0900 044 33 22.

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.: 0900 044 33 22. PAS OP! Hulp Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.: 0900 044 33 22. Internet Wil je meer lezen? Kijk op www.jipdenhaag.nl/loverboys En test jezelf op www.loverboytest.nl Dit is een

Nadere informatie

2010D02442. Lijst van vragen totaal

2010D02442. Lijst van vragen totaal 2010D02442 Lijst van vragen totaal 1 In hoeverre heeft de staatssecretaris jongerenorganisaties betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van haar beleid? 2 Welke verband ligt er tussen de brief over

Nadere informatie

Presentatie Huiselijk Geweld

Presentatie Huiselijk Geweld Definitie: Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke- of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging

Nadere informatie

JONGEREN WORDEN GERONSELD. Maar ook via sociale media (hawking), bijv.

JONGEREN WORDEN GERONSELD. Maar ook via sociale media (hawking), bijv. 1 Amigo Begin dit jaar kwam de Antwerpse rapper Soufiane Eddyani zwaar onder vuur te liggen met zijn nieuwste nummer Amigo. In dit nummer neemt hij het namelijk op voor zijn vriend, Bilal A., beter bekend

Nadere informatie

Strategieën om te werken aan effectieve jeugdzorg

Strategieën om te werken aan effectieve jeugdzorg Strategieën om te werken aan effectieve jeugdzorg Evidence based practice 1. Invoeren bewezen effectieve interventies; 2. Wetenschappelijk onderzoeken veelbelovende eigen interventies; 3. Consolideren

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Echte mannen eten geen kaas door Maria Mosterd

Boekverslag Nederlands Echte mannen eten geen kaas door Maria Mosterd Boekverslag Nederlands Echte mannen eten geen kaas door Maria Mosterd Boekverslag door M. 1904 woorden 7 april 2013 6,2 5 keer beoordeeld Auteur Genre Maria Mosterd Biografie Eerste uitgave 2008 Vak Methode

Nadere informatie

Dr. Xavier M.H. Moonen

Dr. Xavier M.H. Moonen Dr. Xavier M.H. Moonen Orthopedagoog/GZ-psycholoog Bijzonder lector inclusie van mensen met een verstandelijke beperking Zuyd Hogeschool Docent en onderzoeker UvA in het bijzonder voor het vakgebied zorg

Nadere informatie

JEUGDIGE ZEDENDELINQUENTEN - DE STAND VAN ZAKENdr. Jan Hendriks. Hoofd Jeugd De Waag Den Haag UVA Adviseur Harreveld

JEUGDIGE ZEDENDELINQUENTEN - DE STAND VAN ZAKENdr. Jan Hendriks. Hoofd Jeugd De Waag Den Haag UVA Adviseur Harreveld JEUGDIGE ZEDENDELINQUENTEN - DE STAND VAN ZAKENdr. Jan Hendriks Hoofd Jeugd De Waag Den Haag UVA Adviseur Harreveld ONDERWERPEN Typologie Recidive Risicotaxatie Behandeling MEISJES ALS DADER Relatief klein

Nadere informatie

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM GEZICHTEN VAN SLACHTOFFERS VAN LOVERBOYS Een kwalitatieve studie naar sociale bindingen die bijdragen aan het slachtoffer worden van een loverboy Master Thesis Algemene Sociologie

Nadere informatie

Welmoed Visser-Korevaar orthopedagoog seksuoloog NVVS SH Daphne Kemner orthopedagoog- seksuoloog NVVS SH. D. Kemner - W. Visser-Korevaar

Welmoed Visser-Korevaar orthopedagoog seksuoloog NVVS SH Daphne Kemner orthopedagoog- seksuoloog NVVS SH. D. Kemner - W. Visser-Korevaar Welmoed Visser-Korevaar orthopedagoog seksuoloog NVVS SH Daphne Kemner orthopedagoog- seksuoloog NVVS SH D. Kemner - W. Visser-Korevaar - 2017 1 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind in aanraking komt met de politie Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en

Nadere informatie

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding Meldcode Meldcode/Richtlijn

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding Meldcode Meldcode/Richtlijn Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Wat is misbruik en mishandeling? 3 Wat is huiselijk geweld? 4 Meldcode 5 Meldcode/Richtlijn 6 Wie gaat het gesprek voeren? 6 Mogelijke gevolgen Fout! Bladwijzer

Nadere informatie

5. CONCLUSIES ONDERZOEK

5. CONCLUSIES ONDERZOEK 5. CONCLUSIES ONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Achtereenvolgens worden de definitie van het begrip risicojongeren, de profielen en de registraties besproken.

Nadere informatie

RUZIE MET VRIENDEN, LIEFDESVERDRIET EN DE RELATIE TOT DE OUDERS AAN DE LIJN OF OP HET SCHERM BIJ AWEL.

RUZIE MET VRIENDEN, LIEFDESVERDRIET EN DE RELATIE TOT DE OUDERS AAN DE LIJN OF OP HET SCHERM BIJ AWEL. RUZIE MET VRIENDEN, LIEFDESVERDRIET EN DE RELATIE TOT DE OUDERS AAN DE LIJN OF OP HET SCHERM BIJ AWEL. HALLO Hallo. Ik ben een meisje van 12, mijn ouders zijn gescheiden en mijn moeder heeft nu een nieuwe

Nadere informatie

Bijlage 1: Vlaggensysteem. Vlaggensysteem (Movisie, 2010)

Bijlage 1: Vlaggensysteem. Vlaggensysteem (Movisie, 2010) Bijlage 1: Vlaggensysteem Vlaggensysteem (Movisie, 2010) Het Vlaggensysteem helpt je om seksueel gedrag juist te beoordelen en er gepast op te reageren. Het is een systeem dat zes criteria onderscheidt

Nadere informatie

Factsheet Risicofactoren voor kindermishandeling

Factsheet Risicofactoren voor kindermishandeling Factsheet Risicofactoren voor kindermishandeling Risicofactoren voor kindermishandeling Een meta-analytisch onderzoek naar risicofactoren voor seksuele mishandeling, fysieke mishandeling en verwaarlozing

Nadere informatie

Februari Kübra Ozisik. Frans Oldersma.

Februari Kübra Ozisik. Frans Oldersma. Kübra Ozisik Februari 2018 Frans Oldersma www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Inhoud... 1 1. Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Respons... 3 2.2 Definitie kindermishandeling... 3 2.3 Campagne

Nadere informatie

SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING

SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING Pagina 1 van 8 SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING Protocol kindermishandeling en grensoverschrijdend gedrag voor de kinderopvang Kindermishandeling; iedereen weet dat

Nadere informatie

Rapport Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. Peiling bij Fysiotherapeuten, Oefentherapeuten en Ergotherapeuten

Rapport Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. Peiling bij Fysiotherapeuten, Oefentherapeuten en Ergotherapeuten Rapport Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Peiling bij Fysiotherapeuten, Oefentherapeuten en Ergotherapeuten Stichting STUK Door Nicole de Haan en Lieke Popelier 2013 Algemene informatie Uit recent

Nadere informatie

Een paar nachtjes in de cel

Een paar nachtjes in de cel Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag en het voorarrest van minderjarigen in politiecellen Maartje Berger Carrie van der Kroon JEUGDSTRAFRECHT Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag

Nadere informatie

START HET GESPREK EN VOORKOM SEKSUEEL KINDER MISBRUIK! STOPITNOW.NL

START HET GESPREK EN VOORKOM SEKSUEEL KINDER MISBRUIK! STOPITNOW.NL START HET GESPREK EN VOORKOM SEKSUEEL KINDER MISBRUIK! STOPITNOW.NL WIE ZIJN WIJ? * Schaefer et al. (2010), Potential and Dunkelfeld offenders: Two neglected target groups for prevention of child sexual

Nadere informatie

gezinsvormen [ behandeling in een gezin ]

gezinsvormen [ behandeling in een gezin ] gezinsvormen [ behandeling in een gezin ] 03 Gezinshuis meestal een passend antwoord op een uithuisplaatsing voorwoord Ambiq biedt specialistische zorg aan kinderen, jongeren, hun ouders en volwassenen

Nadere informatie

Samenvatting, informatie en verwijzingen

Samenvatting, informatie en verwijzingen HAND-OUT Samenvatting, informatie en verwijzingen In deze handout vatten we de belangrijkste informatie uit de bijeenkomst over veilig jeugdwerk samen. Deze handout is niet uitputtend en in veel gevallen

Nadere informatie

llochtone meiden en vrouwen in-zicht

llochtone meiden en vrouwen in-zicht 2010 PROJECTEN Nieuwsbrief INHOUD Allochtone meiden & vrouwen in-zicht (Vervolg project) Kinderen aan zet (Onderzoek naar de gevolgen voor kinderen van het hebben van een moeder die seksueel misbruikt

Nadere informatie

Ad 1) Capaciteit aanpak mensenhandel en terugloop meldingen (mogelijke) slachtoffers bij CoMensha

Ad 1) Capaciteit aanpak mensenhandel en terugloop meldingen (mogelijke) slachtoffers bij CoMensha 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.nationaalrapporteur.nl

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Jaarlijks doen vele jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking In Nederland een beroep op de hulpverlening. Een aanmerkelijk aantal van hen krijgt deze hulp van een LVG-instituut.

Nadere informatie