Succesfactoren en Knelpunten in de Nederlandse Filmindustrie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Succesfactoren en Knelpunten in de Nederlandse Filmindustrie"

Transcriptie

1 Succesfactoren en Knelpunten in de Nederlandse Filmindustrie Een waardeketenanalyse Bachelorscriptie economie en bedrijfskunde Geschreven door: Elize van der Steen Studentnummer: Scriptiebegeleider: Drs. J. J. Ebbers Inleverdatum: 27 augustus 2008

2 Abstract In deze scriptie wordt onderzocht wat de belangrijkste beperkingen en succesfactoren zijn voor de Nederlandse filmwereld, wanneer er een analyse van de waardeketen wordt gemaakt. Dit wordt gedaan door een vergelijking te maken met de Amerikaanse filmindustrie, in het bijzonder Hollywood. Een vergelijking tussen deze twee industrieën is interessant, omdat ze erg van elkaar verschillen. De Amerikaanse filmindustrie is geconcentreerd, waarbij financiering, productie en distributie vaak binnen één bedrijf vallen. Dit levert grote schaalvoordelen op voor Hollywood. In Nederland is de waardeketen heel anders opgebouwd. Hier is de markt versplinterd en werken bedrijven vaak op projectbasis met elkaar samen. De belangrijkste uitkomsten van dit onderzoek zijn de beperkingen van de Nederlandse industrie op het gebied van financiering, de kleine afzetmarkt en de hoge concurrentie. Voor producenten is de financiering erg lastig rond te krijgen. Voor distributeurs is de afweging tussen winst en artistieke creativiteit belangrijk. Bij bioscoopexploitanten blijkt eenzelfde afweging belangrijk, maar speelt, voornamelijk voor filmhuizen, ook mee dat zij vaak onderhevig zijn aan de macht van distributeurs. 2 Universiteit van Amsterdam 2

3 Inhoudsopgave Inleiding 4 Hoofdstuk 1 De wereldwijde filmindustrie Waardeketen van de filmindustrie Amerikaanse filmindustrie Europese filmindustrie Samenvatting 10 Hoofdstuk 2 Onderzoeksmethode Definitie case Dataverzameling Literatuurstudie Vragenlijsten Data-analyse 13 Hoofstuk 3 Succesfactoren van films Succes van een film Productie Distributie Vertoning Samenvatting 17 Hoofdstuk 4 Case: de Nederlandse filmindustrie Waardeketen van de Nederlandse filmindustrie Productie Distributie Vertoning Samenvatting 23 Hoofdstuk 5 Discussie Beperkingen en aanbevelingen Samenvatting en conclusie 26 Nawoord 28 Bibliografie 29 Bijlagen 32 3 Universiteit van Amsterdam 3

4 Inleiding Sinds de Eerste Wereldoorlog wordt de wereldwijde filmindustrie gedomineerd door Amerikaanse bedrijven. Tot die tijd had de Europese filmindustrie een sterke positie in de internationale filmmarkt, maar vanaf midden jaren 1910 is de Amerikaanse markt groeiende en de Europese markt heeft steeds meer moeite om de eigen filmindustrie te laten floreren (Kindem, 2000). Vooral vanuit Europa zelf komt er veel kritiek op de sterke concurrentiepositie van deze productie- en distributiebedrijven. Naast de economische globalisering - het feit dat Amerikaanse bedrijven een groot deel van hun winst uit de Europese afzet halen bijvoorbeeld - wordt de culturele homonisering ook gevreesd. Het gaat hier om de grote hoeveelheid Amerikaanse films die in Europa worden getoond, maar vooral om de steeds kleinere afzet die Europese films in eigen land of in Europa hebben (Russell, 2006). Het marktaandeel van Nederlandse filmproducties ligt lager dan het Europese gemiddelde van %. Het marktaandeel van Nederlandse filmproducties was de laatste jaren ongeveer 12 tot 15%, maar liep in 2006 terug naar 10% en in 2007 tot nog 7% (NVB/NVF Jaarverslag, 2006). Deze scriptie moet meer inzicht geven in de knelpunten en succesfactoren van Nederlandse films, met het oog op de toenemende globaliserende markt. Het uitgangspunt zal de waardeketen van de filmindustrie zijn. Deze is in Europese filmindustrieën anders dan in bijvoorbeeld Amerika. Zo is de Amerikaanse markt geconcentreerder en worden films op een bijna fabriekmatige manier gemaakt met gigantische budgetten, terwijl in Europa films veelal op projectbasis worden gemaakt en de budgetten vele malen lager zijn. Deze scriptie geeft een overzicht van de waardeketen van de filmindustrie, om vervolgens de knelpunten en succesfactoren voor de Amerikaanse en Nederlandse filmindustrie tegen elkaar af te zetten. Op deze manier zal de lezer een helder inzicht krijgen wat de verschillen zijn in deze afzonderlijke filmwerelden en hoe dit uiteindelijk leidt/heeft geleid tot de sterke concurrentiepositie van Hollywood. De centrale vraag die hierbij hoort is; Wat zijn de grootste beperkingen voor de Nederlandse filmwereld wanneer er een waardeketenvergelijking wordt gedaan?. Er zijn al meerdere onderzoeken gedaan naar wat het succes van een film(bedrijf) bepaalt, maar de uitkomsten daarvan zijn zeer verschillend. Aan de ene kant staan de onderzoeken waaruit blijkt dat het succes van een film onvoorspelbaar is (De Vany en Walls, 1999) en andere onderzoeken tonen aan dat er wel een relatie 4 Universiteit van Amsterdam 4

5 bestaat tussen aspecten van het productieproces en het uiteindelijke succes van de film (Litman, 1983; Faulkner en Anderson, 1987). Daarnaast richten onderzoeken over succes van films zich veelal alleen op de Amerikaanse filmindustrie (Walls, 2005; Litman, 1983), terwijl deze scriptie onderzoekt wat succesfactoren en knelpunten zijn voor de Nederlandse filmmarkt. Daarmee is mijn scriptie een basis om verder onderzoek te doen naar de Nederlandse filmwereld. De opzet van deze scriptie is als volgt: in het eerste hoofdstuk zal de internationale filmindustrie besproken worden. Hierbij wordt het ontstaan van de Europese filmindustrie en de machtspositie van Hollywood toegelicht. Hierbij wordt de nadruk gelegd op het ontstaan van de waardeketen zoals wij die vandaag de dag kennen. In hoofdstuk twee wordt de werkwijze van dit onderzoek besproken. Hierbij wordt gekeken naar de gevalsstudie die is gedaan en naar de wijze van dataverzameling en de data-analyse. In hoofdstuk drie wordt gekeken naar succesfactoren en knelpunten voor individuele filmbedrijven. Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen de drie belangrijkste onderdelen van de waardeketen, namelijk productie, distributie en exhibitie. In hoofdstuk vier komen deze aspecten aan bod in een case over de Nederlandse filmindustrie. Hierbij wordt de vergelijking gemaakt tussen de Nederlandse waardeketen en, de in hoofdstuk drie aan bod gekomen, Amerikaanse waardeketen. Deze scriptie eindigt met een discussie, waarin onder andere de beperkingen en de conclusie van dit onderzoek worden besproken. 5 Universiteit van Amsterdam 5

6 Hoofdstuk 1 De wereldwijde filmindustrie De wereldwijde filmindustrie wordt al bijna een eeuw gedomineerd door een aantal grote Amerikaanse productie- en distributiebedrijven die zich concentreren in Hollywood. Hieronder zal eerst de waardeketen van de filmindustrie besproken worden. In dit hoofdstuk wordt verder een korte toelichting gegeven op het ontstaan van de industrie. Hierbij worden Hollywood en Europa naast elkaar gelegd. 1.1 Waardeketen van de filmindustrie De filmwereld bestaat uit een heel groot aantal verschillende bedrijven. Naast de productie- en distributiebedrijven, zijn er nog de bioscopen, de filmfestivals en natuurlijk de acteurs, de regisseurs en ander filmpersoneel. De filmindustrie is dus een grote markt, waarin ieder jaar miljarden aan omzet wordt gemaakt. De wereldwijde filmindustrie concentreert zich in vier grote gebieden; Amerika (Hollywood), India (Bollywood), China en Europa, maar de vijf grootste productie- en distributiebedrijven zitten in Amerika. Er zijn heel veel bedrijven die werkzaam zijn in de filmindustrie. Deze bedrijven, of soms bedrijfsonderdelen, houden zich allemaal bezig met verschillende onderdelen van het proces. De waardeketen is te verdelen in verschillende procesonderdelen voordat het bij de consument komt. In ieder van deze onderdelen wordt een deel van het gehele productieproces afgerond en wordt waarde toegevoegd. Hoewel er in deze scriptie vooral gekeken wordt naar productie, distributie en vertoning, worden hieronder alle onderdelen kort uitgelegd. Bron: Wils en Ziegelaar, Sectoronderzoek Film en Televisie. Eindrapport. 6 Universiteit van Amsterdam 6

7 Een film begint vaak als een idee of een verhaal. In de ontwikkelingsfase wordt dit idee uitgewerkt tot een filmscript, waarbij personages, kleding, locaties zijn uitgewerkt.vaak wordt in deze fase al gekeken wat de financiële haalbaarheid is. Vervolgens kan gezocht worden naar financiële middelen, bij fondsen of andere investeerders. Daarnaast steekt de filmproductiemaatschappij zelf ook geld in de film. Nadat het script af is, de begroting is gemaakt en de financiering rond is, kan de film gemaakt worden. De productie wordt gedaan door de productiebedrijven, die daadwerkelijk de film maken. Het hele productieproces vindt hier plaats. Om deze films uiteindelijk in de bioscoop (exhibitie) te krijgen is de tussenkomst van een distributiebedrijf noodzakelijk. Deze bedrijven, die de films uitbrengen in een bepaald gebied voor een bepaalde periode, selecteren films, door bijvoorbeeld op filmfestivals filmrechten te verwerven (Verdaasdonk, 2005). Een andere mogelijkheid is om filmrechten al tijdens het productieproces te verwerven (Hofstede, 2000). Distributiebedrijven ontvangen dan bijvoorbeeld een percentage van de winst. Wanneer deze bedrijven de filmrechten volledig kopen, dan kan het ook zijn de productiebedrijven een percentage van de winst krijgen. Vervolgens brengen de distributiebedrijven de films uit in de bioscopen en daarna vaak ook op DVD en televisie (Lehmann en Weinberg, 2000). Distributiebedrijven houden zich in grote lijnen bezig met de verkoop, de marketing en de publiciteit van de films (Bosko, 2003). 1.2 Filmindustrie In het begin van de filmindustrie, begin 1900, groeide op een gegeven moment het aantal uitwisselingen van films tussen bedrijven. Hierbij verkochten de productiebedrijven hun films aan een klein aantal distributiebedrijven. Deze bedrijven zorgden er vervolgens voor dat deze getoond werden in de honderden filmzalen (Kindem, 2000). De basis voor de filmwereld, zoals wij die vandaag de dag kennen, werd gelegd in California (Amerika) in de jaren 20 van de vorige eeuw. Vanaf toen werden er gestandaardiseerde systemen voor massaproductie gebruikt voor het produceren van films. De grote filmstudio s waren geboren. Vanaf de jaren 40 werden deze bedrijven alleen maar groter, en werden ze ook gezien als fabrieken, net als andere productiebedrijven. De intreebarrières waren erg hoog, niet alleen vanwege de hoge productiekosten, maar ook vanwege de vaste contracten die filmmaatschappijen met theaters en bioscopen kregen (Aksoy en Robins, 1992, p.2). Deze verticale 7 Universiteit van Amsterdam 7

8 integratie, waarbij bedrijven de macht hadden over productie, distributie en exhibitie, maakte dat het voor nieuwe filmbedrijven onmogelijk was om te concurreren tegen de bestaande filmbedrijven (Kindem, 2000). Dit duurde tot de late jaren 40 toen vanwege twee externe ontwikkelingen de filmindustrie veranderde. Ten eerste de ingreep van het US Supreme Court via de Paramount Decision. Dit hield in dat de grote studio s niet langer een monopolie konden houden op de grote theaters en bioscopen via verticale integratie (Aksoy en Robins, 1992, p.2). Daarnaast zorgde de komst van de televisie dat de markt voor gefilmd vermaak (filmed entertainment) versnipperd raakte, en dus competitiever (Aksoy en Robins, 1992, p.2). De grote filmmaatschappijen reageerden hier op door hun strategie te veranderen van een Fordisme-achtige aanpak, waarbij het produceren van een film op fabriekswerk leek, in een Post-Fordistische aanpak, waarbij er een gecombineerde strategie van productdifferentiatie en verticale disintegratie ontstond (Storper, 1989; Aksoy en Robins, 1992, p.2). De filmwereld is daarmee een van de weinig industrieën die al vóór de globalisatie en de komst van het Internet van de jaren 90 te maken kreeg met zulke omschakelingen naar nieuwe organisatievormen (Lampel en Shamsie, 2003). Sinds de Paramount Decision (1948) werd het voor bedrijven dus onmogelijk gemaakt om zich verder verticaal te integreren. Dit zou de monopoliesituatie die een paar filmbedrijven hadden moeten verminderen. Voortaan moesten productie, distributie en exhibitie in verschillende handen zijn. Hierdoor ontstond een duidelijkere waardeketen van ontwikkeling tot consument, die in paragraaf 1.1 is toegelicht. Dit leidde er in eerste instantie toe dat bedrijven zich gingen specialiseren en minder films gingen produceerden. Aan de ene kant verminderde dit de kosten, aan de andere kant werd het lastiger om de benodigde afzet te behalen. Momenteel wordt de Amerikaanse filmindustrie gedomineerd door een aantal grote bedrijven (de majors) die via moeder-dochterverhoudingen alsnog productie- én distributiemogelijkheden hebben (Kindem, 2000, p. 309). Deze oligopolische markstructuur is samen met de geconcentreerde markt (Hollywood) één van de belangrijkste redenen van de schaalvoordelen van de Amerikaanse filmindustrie. Dit heeft geleid tot de huidige markt, waarbij enkele giganten de eigen en internationale filmmarkt domineren. De Amerikaanse filmindustrie heeft het grootste deel van de wereldwijde filmindustrie in handen. Hollywood heeft niet alleen binnenlands een groots 8 Universiteit van Amsterdam 8

9 marktaandeel van bijna 99% (Kindem, 2003, p. 369), maar ook in Europa is het verreweg de belangrijkste aanbieder van films, met een marktaandeel van 70%. Het marktaandeel van Europese films in Europa was in 2006 slechts 27,6%. Dit betekent dat van alle films die in Europa gekeken worden, er minder dan 30% uit Europa zelf komt en dat slechts een handjevol Europese films het tot Amerikaanse bioscopen halen. De steeds lager wordende afzet in Europa, betekent een dalende omzet, waardoor er weer minder Europese films geproduceerd kunnen worden, wat weer inhoudt dat er steeds minder exportmogelijheden zijn (Russell, 2006, p. 77). 1.3 Europese filmindustrie Een groot verschil tussen de Amerikaanse en Europese filmindustrie, is de versnippering van de productie- en distributiebedrijven in Europa, tegenover de geconcentreerde Amerikaanse markt. In Europa kennen we een aantal grotere filmproductiebedrijven, zoals Babelsberg Studios (Duitsland), Gaumont Film Company (Frankrijk), Pinewood Studios (Engeland), Barrandov Studio (Tjechie) en Fu Works (Nederland). De distributie wordt gedaan door bijvoorbeeld een lokale kant van de majors, maar er bestaan ook onafhankelijke distributiebedrijven. Deze spreiding van productie-, distributie-, en exhibitiemogelijkheden maakt het moeilijker om schaalvoordelen te genereren en zo lagere kosten te maken. Een tweede kenmerk zijn de taalverschillen over twintig geïsoleerde taalkundige zones. Hierdoor blijft het nog steeds moeilijk om films in heel Europa een succes te maken (MEDIA, 2007). Daarnaast zijn Amerikanen niet gewend om films met ondertiteling of nasynchronisatie te zien. Deze afkeer hiertegen maakt het voor niet- Engelstalige films extra lastig om een afzet te vinden in Amerika. Naast de taalkundige grenzen, is ook de culturele diversiteit een belangrijk aspect van de Europese filmindustrie. Met de teruglopende binnenlandse afzet, wordt ook de culturele homogenisering gevreesd. Voor nationale filmbedrijven wordt het steeds moeilijker om nationale, karakteristieke en culturele films te maken. Toch wordt deze diversiteit gezien als een belangrijke eigenschap van de Europese cinema. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen de aangeboden diversiteit en de geconsumeerde diversiteit (Moreau en Peltier, 2004). Ieder Europees land met een eigen filmindustrie kent regelingen waarbij er subsidies zijn voor productie- en distributiebedrijven (Russell, 2006, p. 53). Momenteel richten deze subsidies zich op het beschermen op van 9 Universiteit van Amsterdam 9

10 de eigen markt en vooral de culturele output daarvan. De subsidies hebben tot doel een combinatie van controle en stimulering te bewerkstellingen (Hofstede, 2000, p. p.18). Via deze subsidies tracht men de culturele output divers en gebalanceerd te houden. 1.4 Samenvatting In dit hoofdstuk is de opkomst en de ontwikkeling van de internationale filmindustrie besproken. Hollywood heeft hier sinds 1920 de belangrijkste concurrentiepositie. Dit komt onder andere door de geconcentreerde markt en de daarmee gepaarde schaalvoordelen. In Europa en ook in Nederland worden films veel vaker op projectbasis gemaakt. De filmindustrie kent een duidelijke waardeketen van ontwikkeling tot exhibitie. In ieder van deze onderdelen wordt een deel van het gehele productieproces afgerond en wordt waarde toegevoegd. Productie, distributie en exhibitie zijn hierbij de belangrijkste onderdelen. Deze waardeketen is de belangrijkste basis voor het vervolg van deze scriptie. 10 Universiteit van Amsterdam 10

11 Hoofdstuk 2 Onderzoeksmethode In dit hoofdstuk zal de gebruikte onderzoeksmethodiek worden toegelicht. In deze scriptie is een gevalsstudie gedaan. Het belang en de opzet van de gevalsstudie wordt hieronder besproken. Zo zal eerst de case zelf besproken worden. Vervolgens worden de wijze van dataverzameling en data-analyse uitgelicht. 2.1 Definitie case Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een gevalsstudie. Het gaat om de bestudering van een verschijnsel binnen zijn natuurlijke situatie, zodanig dat de verwevenheid van relevante factoren behouden blijft (Hutjes en van Buuren, 1992). Dit is ook belangrijk bij het onderzoek naar de Nederlandse filmindustrie. Zoals uit de literatuurstudie blijkt zijn er ontzettend veel variabelen die de mate van succes van een film kunnen verklaren. Door een gevalsstudie uit te voeren zullen alle variabelen meegenomen worden. Er wordt naar het geheel gekeken, in plaats van naar een vastgesteld aantal variabelen. De case in deze scriptie gaat over de Nederlandse filmindustrie. De film werd in de jaren 20 van de vorige eeuw in Nederland geïntroduceerd. In de eerste periode ging het vooral om Amerikaanse, Franse, Engelse en Duitse film. Aan het eind van de jaren 20, met de komst van films met geluid, werd de vraag naar Nederlandse films steeds groter. Begin jaren 30 komt deze industrie pas echt van de grond met films als Willem van Oranje (1934) en De Jantjes (1934). Sindsdien kent de Nederlandse filmindustrie aan aantal periodes van sterke groei, met veel producties en bezoekers. Na de Tweede Wereldoorlog lag de Nederlandse filmindustrie helemaal plat, net als vele andere Europese filmindustrieën (Kindem, 2003). Dit trok pas weer aan in de late jaren 50. Daarna kent de filmindustrie in de jaren 70 een nieuwe top, door films als Blue Movie (1971) en Turks Fruit (1973) (Broeren, 2005). Deze films paste in de seksuele revolutie die de Nederlandse maatschappij destijds doormaakte en zorgden voor een ware opleving van de Nederlandse filmindustrie. Eind jaren 90 komt een nieuwe opleving. Dit kwam onder andere door de komst van jongerenzender BNN, die veel films heeft gefinancierd. Daarnaast werd het voor investeerders interessant om in films te investeren, door de komst van de CV-regeling, waarbij particulieren een belastingvoordeel kregen wanneer zij in films investeerden. Deze regeling is overigens 11 Universiteit van Amsterdam 11

12 in 2007 weer afgeschaft (filmproductiefonds.nl). Meer informatie over de waardeketen van de Nederlandse filmwereld staat in hoofdstuk Dataverzameling In dit onderzoek is op verschillende manieren data verzameld. Zo is er een literatuurstudie gedaan en zijn er vragenlijsten beantwoord door twee Nederlandse filmproducenten. Dit laatste was belangrijk voor twee redenen. Zoals in de inleiding van deze scriptie al naar voren kwam, is er erg weinig wetenschappelijk onderzoek dat zich richt op de Nederlandse filmindustrie. Om meer achtergrondinformatie te krijgen over deze industrie is het van belang om enkele bedrijven uit te lichten. Daarnaast zijn de vragenlijsten relevant als aanvulling op en empirische onderbouwing van de bestaande literatuur Literatuurstudie In dit onderzoek wordt er gebruik gemaakt van een literatuurstudie. Door gebruik te maken van een literatuurstudie kan er informatie worden verzameld die binnen de wetenschap al aanwezig is. Het gaat hier voornamelijk over eerder wetenschappelijk onderzoek naar de filmindustrie. Deze studies richten zich overigens voornamelijk op de Amerikaanse filmindustrie en in kleinere mate op de Europese filmindustrie. Er was erg weinig informatie te vinden over de Nederlandse filmindustrie. Om dit gat van informatie over de Nederlandse markt op te vullen, zijn er verschillende documenten gebruikt die via het Internet of de Universiteitbibliotheek beschikbaar waren. Deze lopen van krantenartikelen tot jaarverslagen Vragenlijsten Om de onderbouwing van deze scriptie goed rond te krijgen, zijn nog enkele vragenlijsten uitgestuurd naar productiebedrijven uit Nederland. De bedrijven zijn in eerste instantie telefonisch benaderd. Vervolgens is de vragenlijst naar de betreffende respondent gestuurd. In deze vragenlijst (zie bijlage 1) werd onder andere gevraagd naar de knelpunten op verschillende onderdelen van de waardeketen. Deze vragenlijsten zijn opgesteld na het afronden van de literatuurstudie, zodat gericht naar enkele factoren 12 Universiteit van Amsterdam 12

13 gevraagd kon worden. Met de gegevens uit deze vragenlijsten konden ten eerste bepaalde aspecten uit de literatuurstudie gecontroleerd worden. Door te vragen naar bepaalde knelpunten, die uit de literatuurstudie naar voren waren gekomen, kon gekeken worden of die ook voorkomen in de praktijk. Ten tweede konden enkele argumenten beter onderbouwd worden. De vragenlijsten zijn in augustus 2008 online ingevuld door twee Nederlandse, onafhankelijke filmproducenten. Dit zijn Studio Nieuwe Gronden en Armadillo Film. Beide bedrijven zitten in Amsterdam. Studio Nieuwe Gronden produceert feature films en documentaires met een cinematografische kwaliteit, waarvan L Ami Hollandais uit 2005 een goed voorbeeld is (sngfilm.nl). Armadillo Film is in 2001 opgericht en het produceert speelfilms en documentaires, waarbij het open staat voor internationale coproducties (armadillofilm.nl). 2.3 Data-analyse Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is om te laten zien waar de knelpunten zitten in de waardeketen van de Nederlandse filmindustrie. Knelpunten kunnen onderdelen zijn die een barrière vormen in het productieproces van een film. Deze knelpunten komen vaak voor bij schakels tussen verschillende onderdelen. De onderdelen zelf zijn per bedrijf goed vertegenwoordigd, maar de samenwerking tussen deze onderdelen/bedrijven geven vaak problemen. De analyse wordt gedaan door op verschillende punten te vergelijken met de Amerikaanse filmindustrie. Dit gebeurt op de onderdelen waarvan uit de literatuurstudie blijkt dat deze invloed (kunnen) hebben op het succes van (Amerikaanse) bedrijven en films. Dit is een gestructureerde manier om iets te zeggen over de Nederlandse filmwereld. 13 Universiteit van Amsterdam 13

14 Hoofdstuk 3 Succesfactoren van films Het succes van films is onvoorspelbaar en de risico s zijn hoog in een markt waar nobody knows anything (De Vany, 2004). Toch is er in de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar wat het succes van films bepaalt. In dit hoofdstuk staat een overzicht van deze (mogelijke) factoren. Deze scriptie richt zich op een vergelijking in de waardeketen van de Nederlandse en Amerikaanse filmindustrie. In het volgende hoofdstuk zullen de succesfactoren daarom ook ingedeeld zijn in de drie belangrijkste waardeketenonderdelen; productie, distributie en exhibitie. 3.1 Succes van een film Het succes van een film wordt bepaald door de verschillende bedrijven uit de waardeketen, dus de productiebedrijven, de distributiebedrijven en de filmhuizen en bioscopen. Om de onderzoeksvraag in deze scriptie te kunnen beantwoorden is het belangrijk om een aantal concepten af te bakenen. Een van de belangrijkste concepten die gedefinieerd dient te worden, is het begrip succes. In deze scriptie wordt het succes van filmbedrijven bekeken. In deze scriptie wordt succes beschouwd als de verkoop/winst van films (en daarmee van filmstudio s). Er kan hierbij een onderscheid gemaakt worden tussen succes op korte termijn (Opening weekend box office) en lange termijn (Long term box office). Het idee hierachter is dat het openingsweekend het meeste kritieke moment is voor de lancering van een film. Wanneer films een goed eerste weekend hebben, betekent het dat ze het op de lange termijn ook beter doen, en dus meer winst zullen genereren (De Vany, 2006, p. 123). Het lange termijnsucces bestaat naast het bioscoopbezoek ook uit de opbrengsten uit DVD-verkoop, DVDverhuur en televisie-uitzendingen. De meeste films hebben een korte levensduur, wat inhoudt dat de winst vooral in de eerste periode van uitbrengen gemaakt moet worden (Ainslie, Drèze en Zufryden, 2002). De hoeveelheid bioscopen waar de film wordt gedraaid in het eerste weekend van release is daarom van grote invloed op het korte termijnsucces van films (Henning- Thurau, Houston en Walsh, 2003). Deze markt wordt dus gekarakteriseerd door hoge risico s voor de desbetreffende bedrijven en extreem onzekere returns (De Vany, 2006; Ainslie, Drèze en Zufryden, 2002). 14 Universiteit van Amsterdam 14

15 Zoals in het vorige hoofdstuk al aan bod kwam, zijn de opbrengsten van een film erg onzeker. Er lijken eigenlijk geen factoren te zijn die het succes van een film kunnen voorspellen (De Vany, 2004). Om toch een inzicht te geven in de voordelen en nadelen van de (wereldwijde) filmindustrie zal op de belangrijkste punten van de waardeketen (productie, distributie en exhibitie) gekeken worden naar factoren die uit de literatuur na voren komen als variabalen die succes in de hand kunnen werken. In hoofdstuk 4 zal dan gekeken worden of deze aspecten succesfactoren of knelpunten vormen voor de Nederlandse filmwereld Productie Er zijn een aantal aspecten die belangrijk zijn voor productiebedrijven om hun film succesvol te maken. Één van de belangrijkste factoren is de grootte van het productiebudget (De Vany, 2004, p. 44; Litman, 1983). Dit zorgt ervoor dat films bij hun lancering in een groot aantal bioscopen gedraaid worden, wat weer belangrijk is voor het korte termijn succes van een film (Henning-Thurau, Houston en Walsh, 2003). Hierin kan een verklaring gevonden worden voor het verschil in filmopbrengsten van Hollywood en Europa. Amerikaanse productiebedrijven zijn veel kapitaalkrachtiger en de films die ze produceren hebben een erg groot budget. Een tweede factor is het hebben van een ster die meespeelt in de film (De Vany, 2004; Rosen, 1981). Het superstareffect houdt in dat enkele personen een enorme invloed hebben in alles wat ze doen en daarbij grote opbrengsten kunnen genereren (Rosen, 1981). Er zijn twee voordelen; ten eerste kan een ster zorgen dat de film op meer schermen wordt vertoond in het eerste weekend. Daarnaast kan een ster de acteerprestaties van een film verhogen en daarmee de kwaliteit van een film. Voor het eerste geldt een positieve voorspelling op korte termijn, het tweede kan succes op lange termijn voorspellen. Ook hierbij is het hebben van een budget belangrijk, omdat filmsterren vaak duur zijn. Overigens is het hebben van een ster geen garantie voor een hoge opbrengst, alleen de voorspellingen zijn iets gunstiger (De Vany, 2004, p. 87). Een derde aspect dat succes kan bepalen is de creatieve sfeer in het proces. Het gaat hier om de totale creatieve input in het productieproces (Litman, 1983). De belangrijkste onderdelen zijn de verhaallijn en het feit of de film een verfilming is van een boek of een televisieserie. Deze kunnen er voor zorgen dat een film al tijdens het productieproces een voorsprong heeft op andere films (Litman, 1983, p. 159). Dit heeft 15 Universiteit van Amsterdam 15

16 ermee te maken dat zulke films vaak al in het begin van het proces aandacht krijgen van de media.onder het kopje distributie zal hier verder op ingegaan worden. Een vierde factor, dat hiermee samenvalt, is de kritiek van analisten. Positieve reacties en kritieken van analisten dragen bij aan het succes van een film, doordat deze eerder door distributeurs worden opgepikt en in meer bioscopen gedraaid kan worden (Litman, 1983). Wanneer filmrechten in de beginfase van de productie al verkocht kunnen worden, verminderd het in ieder geval de onzekerheid die gepaard gaat met het produceren van een film. Een van de belangrijkste nadelen zijn de hoge intreebarrières van de Amerikaanse filmwereld, waar hiervoor ook al even over gesproken is. De Amerikaanse markt is erg geconcentreerd en men werkt vaak op basis van langetermijncontracten tussen investeerders, producenten en distributeurs. Voor nieuwkomers is het een ontzettend lastige markt om te betreden. Dit geldt voor Amerikaanse bedrijven, maar zeker ook voor niet-amerikaanse bedrijven Distributie De belangrijkste factor die de literatuur noemt voor het succes voor distributeurs is het uitbrengschema van de film (Litman, 1983; Lehmann en Weinberg, 2000). Films worden eerst uitgebracht in de bioscoop, dan op video en DVD en vervolgens op de televisie (Bosko, 2003, p.66). Een goede opeenvolging van het uitbrengen van de film in de bioscoop, DVD en televisie kan de totale opbrengst van de film maximaliseren. Uit onderzoek blijkt dat de opbrengst van een film vergroot kan worden, wanneer deze eerder op video of DVD uitkomt. Zeker voor films die het in de bioscoop niet goed doen, kan het eerder uitbrengen op video en DVD, de verhuur- en verkoopopbrengsten vergroten. Voor distributeurs is het belangrijk om de ontwikkeling van de film in de gaten te houden, om zo de juiste opeenvolging van uitbrengkanalen te gebruiken. (Lehmann en Weinberg, 2000). Een aspect dat hiermee samenhangt, is de gehele marketingcampagne (Litman, 1983). Uiteraard is hier het budget ook van belang. Deze campagnes zijn er op gericht om zoveel mogelijk consumenten in het eerste draaiweekend naar de bioscoop te halen (De Vany, 2004). Een Amerikaanse aanpak is de blockbusterstrategie; een grootsopgezette marketingcampagne, waarbij sterren persoonlijk helpen in de promotie, 16 Universiteit van Amsterdam 16

17 door bijvoorbeeld in verschillende landen voorpremières bij te wonen en interviews te houden (De Vany, 2004, p.44). Voor distributeurs is de afweging tussen kosten en baten van een film erg belangrijk. Wanneer een film op een internationaal filmfestival wordt gedraaid geeft dit een bepaalde standaard aan, waardoor deze films niet alleen onder de aandacht komt bij distributeurs, maar ook een grotere zekerheid afgeeft dat de film een succes zou kunnen worden. Overigens is het feit of een film gedraaid wordt op een filmfestival, geen zekerheid voor een langere levensduur van de film (Verdaasdonk, 2005). Distributeurs hebben verder de mogelijkheid om afspraken te maken met bioscopen en filmtheaters om zo een vastgesteld aantal weken de film te laten draaien. Dit kan in een gunstig geval een positief effect hebben op de totale winst, maar als de film niet genoeg bezoekers trekt, kan de periode alsnog ingekort worden (Verdaasdonk, 2005) Vertoning Hoewel de exhibitie van films niet het meest waardetoevoegende onderdeel van de waardeketen is voor een film, is het wel belangrijk dat ook bioscopen en filmhuizen een waardecreërende strategie toepassen. Waar het voor distributeurs belangrijk is om een zo breed mogelijk publiek te bedienen, is het voor bioscopen belangrijk om zich op een bepaalde doelgroep te richten. Sinds het midden van de jaren 90 is zo een scheiding tussen bioscopen voor de massafilms en de zogeheten art-house bioscopen. De eerste richt zich op de gangbare, vaak Amerikaanse films die het grote publiek aanspreken. De laatste richten zich meer op de culturele en nationale films. Uit onderzoek van Zuckerman en Kim (2003) blijkt dat het feit of een film wordt ingedeeld in één van de twee richtingen, een invloed heeft op het uiteindelijke succes van de film. Daarbij zijn films voor de massa succesvoller in de gewone bioscopen en zijn de onafhankelijke films succesvoller in art-house bioscopen (Zuckerman en Kim, 2003). 3.2 Samenvatting In dit hoofdstuk werd gekeken naar een aantal succesfactoren voor films in de internationale filmindustrie. Hierbij werd de verdeling gemaakt tussen factoren die invloed hebben op productie, distributie of exhibitie. Vooral op het gebied van productie 17 Universiteit van Amsterdam 17

18 en distributie blijken voor bedrijven veel voordelen te zijn. Toch geven de onderzoeken geen één op één relaties tussen aspecten van de waardeketen en succes van een film. Wel blijken bepaalde aspecten, die succesvol zijn voor Hollywood, een extra knelpunt te zijn voor andere nationale filmindustrieën. Zo vormen de geconcentreerde markt, de langetermijncontracten tussen verschillende bedrijven, en de Amerikaanse afkeer tegen ondertitelde en nagesynchroniseerde films een grote beperking in de Amerikaanse afzet van internationale films. Succes is dus onzeker en dat geldt voor Hollywood én Nederland. 18 Universiteit van Amsterdam 18

19 Hoofdstuk 4 Case: de Nederlandse filmindustrie In dit hoofdstuk zal de Nederlandse filmindustrie onder de loep worden genomen. Het ontstaan van deze industrie zal genoemd worden en er zullen enkele economische kenmerken van deze industrie besproken worden. Vervolgens zal gekeken worden hoe de aspecten uit hoofdstuk 2 in de Nederlandse industrie succesfactoren of knelpunten vormen. Daarbij wordt ingegaan op enkele succesvolle Nederlandse films, om te kijken wat aan de basis stond voor deze films. 4.1 Waardeketen van de Nederlandse filmindustrie De Nederlandse filmindustrie kent veel verschillende productie- en distributie bedrijven die vaak op projectbasis met elkaar samenwerken. Hierin verschilt de Nederlandse industrie dus met de Amerikaanse, waar de verschillende onderdelen vaak samenvallen in hetzelfde bedrijf. Dit vormt ook meteen een van de grootste knelpunten van de Nederlandse filmwereld. Ook in Nederland begint het filmproces met de ontwikkeling van een script. Sinke van SNG: Zonder scripts geen films. In Nederland is de financiering één van de lastigste onderdelen in het proces. Na de ontwikkeling van het script is dit het belangrijkste onderdeel dat direct invloed heeft op de rest van het filmproces. André Bos van Armadillo film: Voor een producent is dit een van de belangrijkste aspecten van het filmmaken. Het is het moment waarop van een idee een courant product wordt gesmeed. Deze fase is dus bepalend te noemen. Nederland kent geen grote, rijke filmbedrijven, zoals Hollywood. Nederlandse filmmarkers zijn daarom grotendeels afhankelijk van binnenlandse fondsen en overheidssteun (Broeren, 2005, Boonekamp, 2003). Zeker ten tijde van de inmiddels afgeschate CV-regeling werden er veel films gemaakt. De CV-regeling was een belastingconstructie waardoor het voor investeerders aantrekkelijk werd om in films te investeren (filmproductiefonds.nl). Tegenwoordig komt het ook veel voor dat een film van te voren al wordt verkocht aan een (Nederlandse) omroep, zodat op die manier het benodigde budget te verkrijgen. Vooral de jongerenomroep BNN heeft de laatste jaren veel film gefinancierd, zoals Costa!, Dennis P en TBS. Zoals in hoofdstuk 1 al genoemd was, wordt de distributie van films in Nederland onder andere gedaan door de lokale kant van de majors. Ook hier hebben de 19 Universiteit van Amsterdam 19

20 Amerikaanse bedrijven het grootste marktaandeel. Gezamenlijk hebben de vijf grootste distributiebedrijven 70% van de Nederlandse filmindustrie in handen. Daarnaast bestaan er enkele onafhankelijke filmstudio s. De bekendste daarvan in Nederland zijn A-film, met een marktaandeel van 10,5%, Independent Film (9%) en RCV Entertainment (4,5%) (NVB/NVF Jaarverslag 2006) (Zie voor volledige lijst bijlage 2) Productie Het marktaandeel van Nederlandse filmproducties ligt lager dan het Europese gemiddelde van %. Het marktaandeel van Nederlandse filmproducties was de laatste jaren ongeveer 12 tot 15%, maar liep in 2006 terug naar 10% en in 2007 tot nog 7% (NVB/NVF Jaarverslag, 2006). Bron: Uit het vorige hoofdstuk bleek dat twee van de belangrijkste succesfactoren voor films het productiebudget en de superster zijn. Een van de meest succesvolle films van 2006 was Zwartboek, wat gemaakt werd met een budget van 17,8 miljoen euro, een erg hoog bedrag voor een Nederlandse film. De film heeft verschillende prijzen gewonnen en is op meerdere internationale filmfestivals gedraaid (zwartboekdefilm.nl). Daarnaast speelden er enkele bekende acteurs is, zoals Carice van Houten, Thom Hoffman en de Duitse Sebastian Koch. Deze film voldeed aan de succesfactoren uit hoofdstuk drie en werd een groot succes. 20 Universiteit van Amsterdam 20

21 Een andere film van regisseur Paul Verhoeven is Turks Fruit (1971). Deze film is gemaakt met een budget van slechts gulden en Monique van de Ven kreeg voor haar hoofdrol maar 6000 gulden. De film voldoet dus niet aan de variabelen uit hoofdstuk drie, en toch is het de meest succesvolle film van Nederland. Ook hieruit blijkt dat de uitkomsten van een film erg onzeker zijn. Het verschil tussen Hollywood en Nederland is hier overigens erg merkbaar. Het grootste filmbudget voor een Nederlandse film was 17 miljoen euro (Zwartboek uit 2006). Dit is slechts een schijntje bij de 163 miljoen euro waarmee de film King Kong (2004) is gemaakt (nrc.nl, 2006). Een van de gevolgen van een groter productiebudget, is de grotere afzet die bereikt kan worden. Nederlandse filmbedrijven hebben deze budgetten vaak niet, waardoor ze niet kunnen concurreren met de Amerikaanse blockbusters. Wat betreft de creatieve sfeer binnen de Nederlandse filmwereld zijn hier duidelijk verschillen met de Amerikaanse industrie. Volgens Sinke van SNG Film loopt Nederland vooral achter wat betreft de ontwikkeling van goede scripts. Het is helemaal niet gemakkelijk om een echt geweldig goed script te schrijven. Waar in Hollywood de scripts aan de lopende band worden gemaakt, geldt dit niet voor Nederland en al helemaal niet voor de meer art-house films. Omdat de afzetmarkt klein is en de concurrentie hoog, kiezen omroepen vooral voor commercieel aantrekkelijke films, zoals familiefilms en boekverfilmingen. Hierdoor blijft het commerciële aanbod beperkt en blijft er nauwelijks geld over voor de artistieke films. Sinke: Alles wat enigszins afwijkt, krijgt zelden geld. Een ander vergelijkingspunt met de Amerikaanse markt is de kritiek van analisten. In Amerika geldt dat positieve reacties en recensies zeker bijdragen aan het succes van films. In Nederland geldt dit ook voor de commerciële films, maar niet direct voor de artistieke films. Hoewel deze films door deskundigen vaak lovende kritieken krijgen, worden maar enkele een succes. Digna Sinke zegt hierover: Waar het artistieke films betreft, heb ik de indruk dat er te weinig deskundigheid is om dergelijke scripts op hun merites te beoordelen. Toch moet er ook gelet worden op de invloed van het publiek, de vraag. De niet-amerikaanse filmkijker kijkt graag naar Amerikaanse films, het is ondertussen een standaard onderdeel van de filmcultuur geworden (Russel, 2006). De arthouse of nationaal gekarakteriseerde films zijn nu eenmaal minder populair. Dit geldt voor Amerikaanse (non-hollywood) en internationale (Europese en Aziatische) arthouse, maar zeker ook voor de eigen Nederlandse arthouse films. 21 Universiteit van Amsterdam 21

22 Daarnaast ondersteunt de Nederlandse overheid via Het Nederlandse Fonds voor de Film nog steeds de productie (en distributie) van Nederlandse films. In 2008 gaat het om een totaal bedrag van 35,9 miljoen, waarvoor 14,5 miljoen wordt gebruikt voor de productie van langere speelfilms (filmfonds.nl). Voor Nederlandse productiebedrijven zijn deze subsidies ontzettend belangrijk. De belangrijkste criteria om in aanmerking te komen voor een subsidie van het Nederlandse Fonds voor de Film zijn de staat van dienst van de makers, de kwaliteit van het scenario en de vertoningsvooruitzichten (filmfonds.nl). Er wordt dus vanaf de productie al gekeken naar de diversiteit en kwaliteit van de films Distributie De Nederlandse distributiebedrijven zijn veel minder kapitaalkrachtiger dan hun Amerikaanse concurrenten. Daarnaast is het afzetgebied van de Nederlandse film beperkt het loopt ongeveer gelijk met de geografische grenzen. Nederland kent eigenlijk geen blockbusters en bijbehorende marketingcampagnes. Voor Nederland zijn internationale filmfestivals de beste manier om de film internationaal te promoten. Vaak probeert een sales agent de film aan het buitenland te verkopen. Daarnaast brengen Nederlandse distributeurs ook buitenlandse films uit. Het feit of een film wordt gedraaid op een Europees filmfestival is belangrijk voor de Nederlandse distributeurs. Hoewel de presentatie op een filmfestival niet betekent dat een film een lange levensduur in de Nederlandse bioscopen heeft, is het wel een houvast. Nederlandse distributeurs hebben vaak niet zo een groot budget, en dan kan een filmfestival toch een voorzichtige garantie zijn voor succes van een film (Verdaasdonk, 2005). Wel brengt dit een direct probleem met zich mee wat betreft de Nederlandse films. Wanneer Nederlandse distributeurs zich teveel richten op internationale films, kan dit ten koste gaan van de distributie van een Nederlandse film. André Bos heeft hier een verklaring voor; Distributeurs verdienen meer aan buitenlandse films. Dit sluit aan op de mening van Sinke (SNG) dat distributeurs bijna niets verdienen aan de Nederlandse en/of artistieke films. Een voordeel zijn de Europese en nationale regelingen waarbij er subsidies zijn voor distributiebedrijven. Deze subsidies zijn er vooral op gericht om het aanbod van films gevarieerd en gebalanceerd te houden (Moreau en Peltier, 2004). Toch blijkt deze subsidie in Nederland de laatste jaren te verminderd. Dit heeft de situatie voor de niet-commerciële films alleen maar 22 Universiteit van Amsterdam 22

23 verslechterd. Sinke: Er wordt dus een bewust beleid gevoerd om minder commerciële films niet zichtbaar te laten zijn Vertoning Hoewel het marktaandeel van het aanbod van Nederlandse films in Nederland in 2007 gedaald is tot nog geen 7%, is het marktaandeel van bioscoopbezoeken aan Nederlandse filmproducties tussen gestegen tot bijna 14% (zie bijlage 3). Daaruit kan worden afgeleid dat er minder films worden geproduceerd, maar dat deze wel een groter Nederlands publiek trekken (minocw.nl). Nederland kent een duidelijke scheiding van de arthousebioscopen en de gewone bioscopen. In de arthousebioscopen worden meer nationaal karakteristieke en Europese films gedraaid. De meeste Nederlandse films worden ook gedraaid in deze bioscopen. Vaak omdat de commerciële bioscopen de films niet als winstgevend zien. Er is de afgelopen jaren meer geld gekomen voor arthouses, bijzondere films en incidentele filmfestivals (NVB/NVF Jaarverslag, 2006). De belangrijkste reden is om een gevarieerd aanbod van films te houden. Toch hebben veel Nederlandse filmproducenten moeite om voldoende publiek te trekken (Vragenlijst Bos). Een van de grote knelpunten waar bioscopen tegen aan lopen is de grote macht van distributeurs. Deze verkopen hun film(rechten) vaak in zogenaamde blokboekingen. Dit betekent dat bioscoopexploitanten hun films in pakketten kopen. Distributeurs bieden de succesvolle films alleen aan in combinatie met minder winstgevende films. Op deze manier wordt het succes van de ene film extra belangrijk om het verlies van de andere films te dekken (Wolfs en Van der Burg, 2003). 4.2 Samenvatting In deze case is de waardeketen van de Nederlandse filmwereld bekeken. In het bijzonder op de vlakken van productie, distributie en exhibitie is een vergelijking gemaakt met de Amerikaanse situatie. Een van de belangrijkste beperkingen van de Nederlandse cinema is de financiering. Dit heeft invloed op alle drie de onderdelen van de waardeketen. Bos zegt hierover: Te weinig financiële middelen, een te kleine afzetmarkt en te veel concurrentie. Nederlandse investeerders, fondsen en omroepen durven vaak geen geld te stoppen in commercieel minder aantrekkelijke films. Juist 23 Universiteit van Amsterdam 23

24 omdat Nederlandse filmproducenten vaak nationale en artistieke films maken is het voor hen extra lastig om de financiering rond te krijgen. Dit geldt ook voor de Nederlandse distributeurs. De concurrentie is groot en alleen de commerciële films zijn echt winstgevend. Sinke: Er zijn weinig distributeurs die het risico kunnen/durven te nemen om minder commerciële films te distribueren. Hoewel er subsidieregelingen zijn voor distributeurs die artistieke films uitbrengen, zijn deze regelingen niet direct doeltreffend. Veelal worden deze films in blokboekingen aangeboden aan de bioscopen. Hierdoor zijn bioscopen afhankelijk van het succes van een film, om zo het verlies van de andere films te kunnen compenseren. 24 Universiteit van Amsterdam 24

25 Hoofdstuk 5 Discussie In dit laatste hoofdstuk van deze scriptie worden de belangrijkste punten uit dit onderzoek nog één keer herhaald, om het overzicht af te maken. Dit onderzoek kent enkele beperkingen. Deze worden hieronder besproken. Vervolgens worden enkele aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoeken. Dit hoofdstuk sluit af met een conclusie, waarbij een antwoord wordt geven op de hoofdvraag. 5.1 Beperkingen en aanbevelingen Deze scriptie kent enkele beperkingen. De belangrijkste hiervan is dat er slechts twee filmproducenten zijn gevraagd. Beide bedrijven horen tot de groep kleine, onafhankelijke filmproducenten. Hoewel deze groep vaak onderbelicht blijft in wetenschappelijk onderzoek, geeft het hier een eenzijdig inzicht in deze industrie. Ik heb getracht om ook vanuit andere invalshoeken de industrie te bekijken, maar als empirische onderbouwing is het gebleven bij de onafhankelijke filmproducent. Bij een mogelijk vervolgonderzoek zouden er ook grotere Nederlandse filmproducenten ondervraagd kunnen worden. Daarnaast zouden er andere spelers uit de filmwereld geïnterviewd kunnen worden, bijvoorbeeld distributeurs, investeerders en personen bij de publieke omroepen of filmfondsen. In deze scriptie was hier de ruimte niet voor, maar dit zou zeker een wenselijke aanvulling zijn. Een andere beperking was de aanwezigheid en de beschikbaarheid van relevante gegevens. Zo waren er slechts enkele documenten beschikbaar met informatie over de Nederlandse filmwereld, zoals het jaarverslag 2006 van NVB/NVF. Een uitgebreider onderzoek naar dit onderwerp zou gebruik kunnen maken van meer documenten over een langere tijdspanne om zo de ontwikkelingen in deze markt, in het bijzonder gericht op internationale co-producties, beter te kunnen volgen. Een andere interessante aanbeveling voor een vervolg onderzoek richt zich meer op een klein onderdeel van deze scriptie, namelijk over het uitbrengschema van films in Nederland. Hierbij kan gekeken worden naar het uitbrengschema van films via Nederlandse distributeurs. Hier is nauwelijks wat over bekend en daarom een boeiend onderwerp voor een onderzoek. 25 Universiteit van Amsterdam 25

26 5.2 Samenvatting en conclusie In deze scriptie is gekeken naar de Nederlandse filmwereld in vergelijking met de Amerikaanse filmindustrie. Dit is gedaan door een waardeketenvergelijking te doen, door op verschillende punten van de waardeketen succesfactoren en beperkingen te onderscheiden. De Amerikaanse markt heeft een paar grote voordelen ten opzichte van de Nederlandse markt. De belangrijkste is dat de filmbedrijven uit Hollywood veel kapitaalkrachtiger zijn dan de Nederlandse bedrijven. De Amerikaanse markt is geconcentreerd en dit levert belangrijke schaalvoordelen op. Zo zijn financiering, productie en distributie vaak in handen van één bedrijf. In deze scriptie is een antwoord gegeven op de vraag: Wat zijn de grootste beperkingen voor de Nederlandse filmwereld wanneer er een waardeketenvergelijking wordt gedaan? De Nederlandse filmwereld kenmerkt zich door de grote verscheidenheid aan bedrijven. Er zijn naast de nationale afsplitsingen van de Amerikaanse majors, een groot aantal onafhankelijke filmproducenten en distributeurs. Deze bedrijven werken voornamelijk op projectbasis met elkaar samen. Hier is juist de financiering één van de grootste beperkingen van de industrie. Filmproductiebedrijven hebben vaak geen eigen kapitaal om de films te financieren. Dit maakt hen afhankelijk van de particuliere investeerders, subsidieregelingen van de overheid en verschillende filmfondsen en tv-omroepen. Slechts enkele Nederlandse filmproducenten zijn in de positie dat zij geregeld commerciële films kunnen uitbrengen, zoals Fu Works en IDTV Film. De belangrijkste succesfactor wat productie betreft, zijn de subsidieregelingen waarvan voornamelijk de gevestigde productiebedrijven gebruik van kunnen maken. Daarnaast heeft de jongerenzender BNN de afgelopen jaren heel wat populaire films mede gefinancierd. Een nadeel dat zich direct voordoet voor de onafhankelijke filmproducenten is het feit dat hun films vaak als artistiek worden beoordeeld. Het probleem is dat er vaak geen geld voor handen is om goede scripts te ontwikkelen. Filmproducenten werken vaak vanuit een creatieve passie voor het medium film. Investeerders en distributeurs zijn juist op zoek naar films die een zo breed mogelijk publiek aanspreken. Tenslotte, alleen zo worden de investeringen terugverdiend. Dit blijkt de grootste beperking voor onafhankelijke, Nederlandse filmproducenten. Voor Nederlandse distributeurs wordt het probleem vanuit een andere hoek belicht. De afzetmarkt is beperkt en de concurrentie is hoog. Voor hen is het financiële 26 Universiteit van Amsterdam 26

27 plaatje van de film erg belangrijk, om zo de risico s zoveel mogelijk uit te vlakken. Dit doen zij onder andere door films van filmfestivals te distribueren. Deze films hebben een deel van hun succes bewezen en omdat distributiebedrijven maar een beperkt budget hebben, kunnen zij op deze manier het risico iets verminderen. Artistieke, Nederlandse films zijn vaak niet winstgevend. Mede hierdoor zal de distributeur eerder kiezen voor de buitenlandse en vooral commerciëlere films. De distributeur die wel kiest voor de artistieke, Nederlandse films loopt het gevaar om geen winst te maken. Deze afweging hier is erg belangrijk, maar betekent meteen een van de grootste beperkingen voor de Nederlandse distributeur. Ook bij de vertoning van films komen verschillende nadelen aan het licht. Ten eerste is de macht van distributeurs groot. Zij hebben de mogelijkheid om minder winstgevende films, die voor het publiek niet tot nauwelijks aantrekkelijk te zijn, te verkopen via blokboekingen. De bioscoopexploitanten zijn genoodzaakt om minder winstgevende films te kopen. Op deze manier wordt het succes van één film steeds belangrijker om het verlies van de andere films te dekken. Samenvattend kan gezegd worden dat de Nederlandse, commerciële film het momenteel redelijk goed doet. Enkele productie- en distributiebedrijven in Nederland werken steeds vaker samen en maken regelmatig films die commercieel succes behalen. Het grootste knelpunt zijn de kleine, artistieke, Nederlandse films. Deze vinden niet alleen in het buitenland geen afzet, maar ook binnen Nederland is de afzetmarkt zeer beperkt. Dit belemmert de productie- en distributiebedrijven in het vinden van de benodigde financiering. Dinke van SNG: Er is geen financiële reden om artistieke films te realiseren, alleen een culturele reden. De waardeketen voor deze films is niet alleen uiterst onzeker, maar vooral het feit dat er nauwelijks waarde wordt toegevoegd maakt deze industrie erg risicovol. De afweging tussen artistieke input en financiële output is erg duidelijk aanwezig. 27 Universiteit van Amsterdam 27

3. Een film positioneren

3. Een film positioneren 3. Een film positioneren Voor iedere nieuwe film moet de distributeur een beslissing nemen over de wijze en het moment waarop de film wordt uitgebracht. Het is daarbij uiteraard de bedoeling optimale omstandigheden

Nadere informatie

CV Key of Time/Tijdslot

CV Key of Time/Tijdslot INLEIDING Entermorfic Pictures (hierna te noemen de beherend vennoot ) is voornemens een speelfilm te produceren, voorlopig getiteld Tijdslot (hierna te noemen de film ), waarvan het scenario door Jens

Nadere informatie

logoocw Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 12 juli 2005 DK/B&B/05/26052 Filmstimuleringsbeleid

logoocw Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 12 juli 2005 DK/B&B/05/26052 Filmstimuleringsbeleid logoocw Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 12 juli 2005 DK/B&B/05/26052 Onderwerp Filmstimuleringsbeleid Eind november vorig jaar

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Media en Creatieve Industrie Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

ons kenmerk BAOZW/U201100753 Lbr. 11/028

ons kenmerk BAOZW/U201100753 Lbr. 11/028 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft Uw medewerking bij plan digitalisering lokale filmtheaters uw kenmerk ons kenmerk BAOZW/U201100753 Lbr. 11/028

Nadere informatie

6. Film en televisie. 6.1 Nederlands Filmfonds

6. Film en televisie. 6.1 Nederlands Filmfonds 6. Film en televisie 6.1 Nederlands Filmfonds Het Nederlands Filmfonds stimuleert de filmproductie in Nederland. Verder bevordert het fonds een goed klimaat voor de Nederlandse filmcultuur en biedt filmmakers

Nadere informatie

Het Vijfkrachtenmodel van Porter

Het Vijfkrachtenmodel van Porter Het Vijfkrachtenmodel van Porter (een concurrentieanalyse en de mate van concurrentie binnen een bedrijfstak) 1 Het Vijfkrachtenmodel van Porter Het vijfkrachtenmodel is een strategisch model wat de aantrekkelijkheid

Nadere informatie

NIEUWJAARSRECEPTIE. 10 januari 2012. Wilco Wolfers

NIEUWJAARSRECEPTIE. 10 januari 2012. Wilco Wolfers NIEUWJAARSRECEPTIE 10 januari 2012 Wilco Wolfers voorzitter NFC Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs Film Producenten Nederland WELKOM 2011 was een

Nadere informatie

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D RESEARCH CONTENT Loïs Vehof GAR1D INHOUD Inleiding ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ blz. 2 Methode -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Creative Europe Programma en Europe For Citizens Calls en deadlines 2014

Creative Europe Programma en Europe For Citizens Calls en deadlines 2014 Creative Europe Programma en Europe For Citizens Calls en deadlines 2014 Calls subprogramma MEDIA Korte omschrijving Deadline Support for the development of Single Projects and Slate Funding Steun voor

Nadere informatie

Nationale Filmconferentie Extended #1: Recoupment (8 juni 2017)

Nationale Filmconferentie Extended #1: Recoupment (8 juni 2017) Nationale Filmconferentie Extended #1: Recoupment (8 juni 2017) De Nationale Filmconferentie, onderdeel van het NFF, is een belangrijk platform voor discussie en debat binnen de Nederlandse filmsector.

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar 2015 2016. A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar 2015 2016. A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2015 2016 34 495 Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Republiek Zuid-Afrika betreffende audiovisuele coproductie; s-gravenhage,

Nadere informatie

De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1. René Bekkers, r.bekkers@vu.nl Saskia Franssen, s.e.franssen@vu.nl

De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1. René Bekkers, r.bekkers@vu.nl Saskia Franssen, s.e.franssen@vu.nl De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1 René Bekkers, r.bekkers@vu.nl Saskia Franssen, s.e.franssen@vu.nl Sinds giften aan culturele instellingen fiscaal gezien aantrekkelijker zijn geworden,

Nadere informatie

Beleidsplan Tellus Film Fundering

Beleidsplan Tellus Film Fundering Beleidsplan 2018-2022 Tellus Film Fundering Indeling: 1. Samenvatting 2. Inleiding 3. Missie en visie 4. Wat biedt de stichting? 5. Speerpunten voor de komende jaren 6. Professionalisering van de organisatie

Nadere informatie

Plan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV

Plan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV Plan van aanpak Project : Let s Drop Bedrijf : DropCo BV Plaats, datum: Horn, 28 september 2012 Opgesteld door: 1205366 1205366smit@zuyd.nl Plan van Aanpak project Let s Drop pagina 1 Inhoudsopgave plan

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Schooluniformen in Nederland. Het betreden van een nieuwe markt.

Schooluniformen in Nederland. Het betreden van een nieuwe markt. Schooluniformen in Nederland. Het betreden van een nieuwe markt. Executive summary Naam auteur: Els Sluis Studentennummer: 500533437 E-mailadres: sluisels@hotmail.com Soort rapport: Executive Summary Opleiding:

Nadere informatie

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten Waar winkelen de inwoners van de gemeente? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten In opdracht van de SGP Door Studentenpool Bestuurlijke Bedrijfskunde Academie Mens & Organisatie Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014 Growth & Reflection Growth & Reflection Opleverdatum: 18 juni 2014 Multimediaal Reclamebureau 2013/2014 Inleiding Er zit alweer een half jaar bij MMR op en ik heb weer veel nieuwe dingen geleerd en nieuwe

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2014 2015 34 188 Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de coproductie van films; Berlijn,

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

FINANCIEEL PLAN. M1B Bram Niessink Yasemin Kleijne Charissa Schermer Sophie Vermeulen Bobby Vonk Romana Buitendijk 1

FINANCIEEL PLAN. M1B Bram Niessink Yasemin Kleijne Charissa Schermer Sophie Vermeulen Bobby Vonk Romana Buitendijk 1 FINANCIEEL PLAN M1B Bram Niessink Yasemin Kleijne Charissa Schermer Sophie Vermeulen Bobby Vonk Romana Buitendijk 1 MANAGEMENT SUMMARY Moleskine heeft als voornaamste doel simpele maar moderne mannenmode

Nadere informatie

Om de achtergrondkleur te veranderen: NFF EXTENDED

Om de achtergrondkleur te veranderen: NFF EXTENDED NFF EXTENDED Recoupment is de rangorde van terugbetaling van investeringen/financiering aan de rechthebbenden (van een film) De basisprincipes die in Nederland, en in de ons omringende landen worden gehanteerd.

Nadere informatie

Mediawijsheid. Voorbereiding. Inleiding 15 min

Mediawijsheid. Voorbereiding. Inleiding 15 min Lesbrief 6 Auteursrecht bij films Voorbereiding Doelen - De leerlingen weten wat er allemaal komt kijken bij het maken van een film en wie er allemaal aan meewerken. - De leerlingen weten welke legale

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Abstract Waaier van Merken Een inventarisatie van branding in de Nederlandse gesubsidieerde theatersector Margriet van Weperen

Abstract Waaier van Merken Een inventarisatie van branding in de Nederlandse gesubsidieerde theatersector Margriet van Weperen Abstract Waaier van Merken Een inventarisatie van branding in de Nederlandse gesubsidieerde theatersector Margriet van Weperen Bachelorscriptie Kunsten, Cultuur en Media Rijksuniversiteit Groningen Begeleider:

Nadere informatie

Bedrijven safari. Daphne Meijer 0821393 CMD 1c

Bedrijven safari. Daphne Meijer 0821393 CMD 1c Bedrijven safari Daphne Meijer 0821393 CMD 1c TamTam Korte historie van het bedrijf Tam Tam is in 1996 opgericht door Paul en Bart Manuel. Paul en Bart zijn als partners aan Tam Tam verbonden en spelen

Nadere informatie

Versie 2. Opdracht deel B 07-12-2014. Inhoud. Raoul Vos Hogeschool Leiden Studentnummer: 1088675

Versie 2. Opdracht deel B 07-12-2014. Inhoud. Raoul Vos Hogeschool Leiden Studentnummer: 1088675 Versie 2 07-12-2014 Opdracht deel B Inhoud Raoul Vos Hogeschool Leiden Studentnummer: 1088675 Inhoudsopgave: Inleiding:... 3 Opdracht deel A Analyse... 3 Opdracht deel B Inhoud... 3 Opdracht deel C Website...

Nadere informatie

Alleen organisaties met een culturele doelstelling en zonder winstoogmerk kunnen een aanvraag indienen.

Alleen organisaties met een culturele doelstelling en zonder winstoogmerk kunnen een aanvraag indienen. KUNSTPARTICIPATIE: OVER DEZE SUBSIDIE Met de programmalijn Kunstparticipatie wil het Fonds de vernieuwing van het aanbod van kunstbeoefening in de vrije tijd realiseren. Daarnaast wil het bijdragen aan

Nadere informatie

Persoonlijk Ontwikkelingsplan

Persoonlijk Ontwikkelingsplan Persoonlijk Ontwikkelingsplan De leerdoelen Leerdoel 1 Producer Tijdens het project van de verdieping wil ik graag meer kennis opdoen over de productie van een film. Tijdens mijn stage heb ik al verschillende

Nadere informatie

Stichting SQPN Jaarverslag voor 2010

Stichting SQPN Jaarverslag voor 2010 Stichting SQPN Jaarverslag voor 2010 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Activiteiten... 4 Publiciteit... 5 Externe Contacten... 5 Interne Organisatie... 5 Conclusies en aanbevelingen... 6 Stichting SQPN - Jaarverslag

Nadere informatie

Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van

Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van de Hogeschool Rotterdam. Mijn presentatie is opgebouwd

Nadere informatie

Uitwerking Case Social media-kanalen

Uitwerking Case Social media-kanalen Uitwerking Case Social media-kanalen Naam: Lorianne Hooijmans & Dennis Langeveld Docent: Isolde Sprenkels Groep: B13 1. Facebook Facebook kent de meeste gebruikers op social media. De gebruikers gebruiken

Nadere informatie

Concept PlusProject! Tommy Krijt! MM2A! 19-06-2015

Concept PlusProject! Tommy Krijt! MM2A! 19-06-2015 Concept PlusProject Tommy Krijt MM2A 19-06-2015 Inhoud 1. Concept 2. SWOT 3. Marktverkenning Welke projectcategorieën zijn het meest succesvol? Hoeveel geld kan iemand voor zijn project vragen? Timing

Nadere informatie

Steunmaatregel N 524/2009 Nederland Wijzigingen in het Nederlands Fonds voor de Film (N 291/2007) Excellentie,

Steunmaatregel N 524/2009 Nederland Wijzigingen in het Nederlands Fonds voor de Film (N 291/2007) Excellentie, EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.12.2009 C(2009)10665 Betreft: Steunmaatregel N 524/2009 Nederland Wijzigingen in het Nederlands Fonds voor de Film (N 291/2007) Excellentie, 1. PROCEDURE (1) Bij brief van

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2005-I

Eindexamen economie 1 vwo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 102,4 100 = 101,4866 1,49% 100,9 Voor het antwoord:

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en Producent

Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting door een scholier 1055 woorden 29 oktober 2004 6,1 60 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent. Hoofdstuk 1: De klant. Marktaandeel

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2015 2016 34 381 Verdrag inzake de coproductie van films tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Volksrepubliek China; Beijing, 26 oktober

Nadere informatie

Roze Filmdagen Verslag van een e-mail discussie met het Roze filmdagen team, oktober 2013

Roze Filmdagen Verslag van een e-mail discussie met het Roze filmdagen team, oktober 2013 Roze Filmdagen Verslag van een e-mail discussie met het Roze filmdagen team, oktober 2013 En weer vallen vrouwen buiten de boot bij de keuze van een jury. Ditmaal bij het kiezen van een script voor een

Nadere informatie

Mediawijsheid. Werkblad Auteursrecht bij films. Films en auteursrecht

Mediawijsheid. Werkblad Auteursrecht bij films. Films en auteursrecht Werkblad Auteursrecht bij films Films en auteursrecht De bioscoopfilm is net afgelopen en je blijft nog even zitten om de aftiteling van de film te bekijken. Dat duurt lang zeg. Zoveel namen. Hebben al

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid Samenvatting door een scholier 1430 woorden 1 februari 2003 6,1 79 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Marketingbeleid. 5.1 Het

Nadere informatie

World soundtrack AwArds REPUTATIESCAN

World soundtrack AwArds REPUTATIESCAN World soundtrack AwArds REPUTATIESCAN STAPPENPLAN REPUTATIESCAN EN WEBCARE SENTIMENTANALYSE Sentiment positief Sentiment neutraal Sentiment negatief Zowel bij sentiment positief, neutraal als negatief

Nadere informatie

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011 Voorwoord In mijn scriptie De oorlog om ICT-talent heb ik onderzoek gedaan of Het Nieuwe Werken als (gedeeltelijke) oplossing kon dienen voor de aankomende vergrijzing. Hiervoor werd de volgende onderzoeksvraag

Nadere informatie

TESTCASE 2018: LEGAAL ONLINE-FILMAANBOD SAMENVATTING

TESTCASE 2018: LEGAAL ONLINE-FILMAANBOD SAMENVATTING TESTCASE 2018: LEGAAL ONLINE-FILMAANBOD SAMENVATTING Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie, 2018 Overneming met bronvermelding is toegestaan. RAPPORT 2018 AANGAANDE DE TESTCASE LEGAAL

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere Inleiding Al begin 20ste eeuw opende de eerste bioscopen hun deuren in België en midden de jaren twintig van de 20 e eeuw telde België al meer dan 1000 bioscopen (Convents, 2007; Biltereyst & Meers, 2007)

Nadere informatie

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B Samenvatting Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B Deze samenvatting gaat over hoofdstuk 4; eerst publiceren dan filteren,

Nadere informatie

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s Bert Slof, Gijsbert Erkens & Paul A. Kirschner Als docenten zien wij graag dat leerlingen zich niet alleen de

Nadere informatie

(VIDEO) Review ZEEF Wat is ZEEF en wat kan je hiermee?

(VIDEO) Review ZEEF Wat is ZEEF en wat kan je hiermee? Inhoud Inleiding Voor Wie is ZEEF? Wat kan ik op ZEEF vinden? Hoe werkt ZEEF voor een bezoeker? Hoe werkt ZEEF voor een expert? Voordelen ZEEF Nadelen ZEEF Conclusie ZEEF Eigen ervaringen met ZEEF Bronnen

Nadere informatie

Heb je een vraag over

Heb je een vraag over Heb je een vraag over Promoten van mijn boek Een business bouwen rond mijn boek Ik wil weten hoe ik mijn boek kan laten bijdragen aan het succes van mijn bedrijf Ik wil mijn boek beter verkopen Ik wil

Nadere informatie

Vijftien jaar internet. Wat heeft het voor ons betekend?

Vijftien jaar internet. Wat heeft het voor ons betekend? Rapport Vijftien jaar internet. Wat heeft het voor ons betekend? Voor: Online Breedband B.V. Door: Synovate Synovate Inhoud Samenvatting 3 Onderzoeksopzet 5 Belangrijkste resultaten 6 - Internetgebruik

Nadere informatie

Case 2 start-ups. 21 maart 2015 Gemaakt door: - Bertje van Loo - Dennis Langeveld - Lorianne Hooijmans Groep 13. Case 2 Start-ups groep 13 1-8

Case 2 start-ups. 21 maart 2015 Gemaakt door: - Bertje van Loo - Dennis Langeveld - Lorianne Hooijmans Groep 13. Case 2 Start-ups groep 13 1-8 Case 2 start-ups 21 maart 2015 Gemaakt door: - Bertje van Loo - Dennis Langeveld - Lorianne Hooijmans Groep 13 Case 2 Start-ups groep 13 1-8 Inhoud Interne analyse... 3 Peerby... 3 Over Peerby... 3 Lean

Nadere informatie

Starten in een dal, profiteren van de top

Starten in een dal, profiteren van de top M200715 Starten in een dal, profiteren van de top drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, november 2007 2 Starten in een dal, profiteren van de top Ondernemers die in 2003 een bedrijf begonnen, waren zich

Nadere informatie

De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs

De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs VIVES BRIEFING 2016/09 De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs Koen Breemersch KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, VIVES 1 DE IMPACT VAN CONCURRENTIE OP DE PRODUCTMIX

Nadere informatie

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017 Onderzoek mediagebruik Maastricht 2016 mei 2017 1 Publicatiedatum donderdag 4 mei 2017 Contact Gemeente Maastricht Team Communicatie (043) 350 42 00 communicatie@maastricht.nl pagina 2 Onderzoek Mediagebruik

Nadere informatie

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO onderzoeksverslag Rozemarijn van Toly, Annemarie Groot, Andrea Klaeijsen en Patricia Brouwer 01 AANLEIDING ONDERZOEK Er is recent veel aandacht voor werkdruk onder docenten;

Nadere informatie

Werkstuk Economie marketing

Werkstuk Economie marketing Werkstuk Economie marketing Werkstuk door een scholier 1610 woorden 19 maart 2005 6,6 59 keer beoordeeld Vak Economie Het begrip marketing Het begrip marketing stamt uit de Verenigde Staten, en is onvertaald

Nadere informatie

Uitzonderlijke prestaties: Hoe topmarketeers excelleren op social media

Uitzonderlijke prestaties: Hoe topmarketeers excelleren op social media Salesforce Uitzonderlijke prestaties: Hoe top excelleren op social media Belangrijkste cijfers en bevindingen uit het vierde jaarlijkse 'State of Marketing' onderzoek 2300 Over dit rapport 2 Deze vierde

Nadere informatie

PROTOCOL TELEDOC ALGEMENE VOORWAARDEN CRITERIA AANVRAGERS: CRITERIA FILMPLAN:

PROTOCOL TELEDOC ALGEMENE VOORWAARDEN CRITERIA AANVRAGERS: CRITERIA FILMPLAN: PROTOCOL TELEDOC Een Teledoc is een documentaire met een eigentijds Nederlands onderwerp of duidelijk Nederlandse connectie, zich afspelend in het heden, toegankelijk, prikkelend, verhalend, cinematografisch

Nadere informatie

Deskresearch Filmthuis

Deskresearch Filmthuis Deskresearch Filmthuis Stichting Filmonderzoek Stichting Filmonderzoek, 2016. Aan de gegevens kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzingen zijn voorbehouden. De in dit document vermelde gegevens zijn

Nadere informatie

Exportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

Exportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Exportmonitor 2011 Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Uit de Exportmonitor 2011 blijkt dat het noordelijk bedrijfsleven steeds meer aansluiting vindt bij de wereldeconomie. De Exportmonitor

Nadere informatie

Social media around the world Door: David Kok

Social media around the world Door: David Kok Social media around the world Door: David Kok Tussen 19 maart en 24 juni zijn ongeveer 400 steden in de wereld via e-mail en Twitter benaderd om mee te werken aan een internationaal onderzoek. De steden

Nadere informatie

Saxionstudent.nl Blok1

Saxionstudent.nl Blok1 Samenvatting eindopdracht Trends en ontwikkelingen op consumentenniveau Macro In dit eind rapport hebben we de navigatiesystemen markt in kaart gebracht. In de macro, meso en micro omgevingen hebben we

Nadere informatie

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Mantelzorg, waar ligt de grens? Mantelzorg, waar ligt de grens? CDA Talentacademie 2014-2015 Anita Relou Wat is volgens het christendemocratisch gedachtengoed de grens van mantelzorg. Inleiding 2015. Een jaar met veel veranderingen in

Nadere informatie

Eindrapport. 5 November 2007

Eindrapport. 5 November 2007 0 Virtual Markets Eindrapport 5 November 2007 1. Introductie In dit document wordt de strategie beschreven die gebruikt wordt door de door ons ontwikkelde agent genaamd SlimAgent. Deze agent moet op een

Nadere informatie

Over de. Bernard van Leer Foundation

Over de. Bernard van Leer Foundation Over de Bernard van Leer Foundation Wie wij zijn De Bernard van Leer Foundation gelooft dat het realiseren van een sterke start voor alle jonge kinderen niet alleen goed is om te doen vanuit moreel perspectief,

Nadere informatie

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie Samenvatting door J. 1369 woorden 10 februari 2014 5,5 2 keer beoordeeld Vak Economie 3.1 a -werken als werknemer: in dienst van bedrijf, solliciteren

Nadere informatie

Financial planning voor ondernemers. Heb jij al poen voor je pensioen?

Financial planning voor ondernemers. Heb jij al poen voor je pensioen? Financial planning voor ondernemers Heb jij al poen voor je pensioen? 1! van 12! Voorwoord De pensioenen van ondernemers zijn al langere tijd onderwerp van discussie. Terwijl in Den Haag wordt gediscussieerd

Nadere informatie

Publieksonderzoek Eerlijke bloemen met Moederdag

Publieksonderzoek Eerlijke bloemen met Moederdag Publieksonderzoek Eerlijke bloemen met Moederdag Rapportage Datum: 2 mei 2016 Opdrachtgever: Jorrit Visser, Hivos Auteur: Claudia Ros, InfoResult Hivos onderzoek: Eerlijke bloemen met Moederdag 1 Inhoud

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal zijn 88 punten te behalen; het examen bestaat

Nadere informatie

Aankondiging participatiemogelijkheid 7.500

Aankondiging participatiemogelijkheid 7.500 Een film door Eddy Terstall en Erik Wünsch Een speelfilm voor Nederland en Belgie met Zeeuws-Vlaanderen en Vlaanderen als verrassend decor. Aankondiging participatiemogelijkheid 7.500 Met of zonder fiscale

Nadere informatie

HET GROOT RACISME EXPERIMENT Op donderdag 7 november 2013 werd door BNN het groot Racisme Experiment uitgezonden. Ik bekeek de uitzending en hoewel

HET GROOT RACISME EXPERIMENT Op donderdag 7 november 2013 werd door BNN het groot Racisme Experiment uitgezonden. Ik bekeek de uitzending en hoewel HET GROOT RACISME EXPERIMENT Op donderdag 7 november 2013 werd door BNN het groot Racisme Experiment uitgezonden. Ik bekeek de uitzending en hoewel de insteek van het experiment racisme is, is de impact

Nadere informatie

1.1 De macht van het testpubliek 6 1.2 Onderzoeksopzet 7 1.3 Begrippen 8 1.4 Interview onderzoek 9

1.1 De macht van het testpubliek 6 1.2 Onderzoeksopzet 7 1.3 Begrippen 8 1.4 Interview onderzoek 9 De macht van het testpubliek Een onderzoek naar filmscreening in Nederland Irene den Braven 277430 irenedenbraven@gmail.com Faculteit der Historische & Kunstwetenschappen Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Project: 8216 In opdracht van Platform Amsterdam Samen

Project: 8216 In opdracht van Platform Amsterdam Samen Vervolgevaluatie Project: 8216 In opdracht van Platform Amsterdam Samen drs. Lonneke van Oirschot drs. Jeroen Slot dr. Esther Jakobs Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon

Nadere informatie

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE 3 E KWARTAAL 211 Gemaakt voor NVM Wonen Gemaakt door NVM Data & Research Inhoudsopgave 1 Introductie enquête... 3 1.1 Periode... 3 1.2 Respons... 3 2 Staat van de woningmarkt...

Nadere informatie

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft.

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Webtechniek is gespecialiseerd in technische oplossingen voor internet en applicaties. Sinds 2000 is het

Nadere informatie

Inventarisatie enquête over het gebruik van videofragmenten bij het onderwijs van Inleiding Staats- en Bestuursrecht

Inventarisatie enquête over het gebruik van videofragmenten bij het onderwijs van Inleiding Staats- en Bestuursrecht Inventarisatie enquête over het gebruik van videofragmenten bij het onderwijs van Inleiding Staats- en Bestuursrecht Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden Afdeling ICT&O, Cleveringa Instituut,

Nadere informatie

MKB investeert in kennis, juist nu!

MKB investeert in kennis, juist nu! M201016 MKB investeert in kennis, juist nu! drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, september 2010 MKB investeert in kennis, juist nu! MKB-ondernemers blijven investeren in bedrijfsopleidingen,

Nadere informatie

Introductie. Maak kennis met NGN

Introductie. Maak kennis met NGN Introductie NGN staat voor Next Generasian News en is het nieuwe online en offline platform voor de Aziatische jongeren in Nederland. NGN is een Nederlandstalige krant voor Aziatische jongeren van 15 t/m

Nadere informatie

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Welkom, blij dat u er bent. Uit het feit dat u met zovelen bent gekomen maak

Nadere informatie

Een film door Eddy Terstall en Erik Wünsch. Een speelfilm voor Nederland en België met Zeeuws-Vlaanderen en Vlaanderen als verrassend decor

Een film door Eddy Terstall en Erik Wünsch. Een speelfilm voor Nederland en België met Zeeuws-Vlaanderen en Vlaanderen als verrassend decor Een film door Eddy Terstall en Erik Wünsch Een speelfilm voor Nederland en België met Zeeuws-Vlaanderen en Vlaanderen als verrassend decor SPONSORBROCHURE www.petitparisfilm.com DE FILM De speelfilm PETIT

Nadere informatie

Wat SEO voor uw onderneming kan betekenen

Wat SEO voor uw onderneming kan betekenen Wat SEO voor uw onderneming kan betekenen Whitepaper Alles wat u moet weten over SEO Pagina overzicht Als ondernemer wilt u een goede website. Een website die voor uw doelgroep makkelijk vindbaar is en

Nadere informatie

Gesubsidieerd zaken doen in Duitsland. Effecten van NIOF subsidies en een nadere analyse van het vermarkten van producten binnen dat kader

Gesubsidieerd zaken doen in Duitsland. Effecten van NIOF subsidies en een nadere analyse van het vermarkten van producten binnen dat kader Gesubsidieerd zaken doen in Duitsland Effecten van NIOF subsidies en een nadere analyse van het vermarkten van producten binnen dat kader Inhoudsopgave 1. Inleiding 3. Analyse 3 3. Inzicht in Noord-Nederlandse

Nadere informatie

Rapportage resultaten enquête project derdengelden

Rapportage resultaten enquête project derdengelden Rapportage resultaten enquête project derdengelden Inleiding De verplichting om een stichting derdengelden ter beschikking te hebben is sinds de introductie in 1998 een terugkerend onderwerp van discussie

Nadere informatie

Video on Demand status en kansen

Video on Demand status en kansen Video on Demand status en kansen Resultaten: tinyurl.com/vodinnl Menno Bangma menno.bangma@tno.nl TNO 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 De

Nadere informatie

Steunmaatregel N 291/2007 - Nederland Het Nederlands Fonds voor de Film - Uitvoeringsregeling Lange Speelfilm en Suppletieregeling Filminvesteringen

Steunmaatregel N 291/2007 - Nederland Het Nederlands Fonds voor de Film - Uitvoeringsregeling Lange Speelfilm en Suppletieregeling Filminvesteringen EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.VII.2007 C(2007) 3231 def. Betreft: Steunmaatregel N 291/2007 - Nederland Het Nederlands Fonds voor de Film - Uitvoeringsregeling Lange Speelfilm en Suppletieregeling Filminvesteringen

Nadere informatie

Introductie. Beschrijving van je onderneming

Introductie. Beschrijving van je onderneming Checklist voor Businessplan Er zijn een aantal zaken waar je op moet letten bij het opstellen van een ondernemingsplan. Hieronder volgt een checklist waar je kunt zien of je alles wat van belang is voor

Nadere informatie

Toelating en selectie Selectiecriteria Elke afstudeerrichting hanteert bij de selectie de volgende concrete criteria:

Toelating en selectie Selectiecriteria Elke afstudeerrichting hanteert bij de selectie de volgende concrete criteria: Toelating en selectie Selectiecriteria Elke afstudeerrichting hanteert bij de selectie de volgende concrete criteria: Regie Documentaire Weet in een door de student zelf gemaakte film al basaal te boeien

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs. opmerkingen, vragen of ideeën: #filmbranche

Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs. opmerkingen, vragen of ideeën: #filmbranche Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs Bioscoopbezoek 2014 gelijk aan 2013 TOTAALCIJFERS 2014 Bezoekers: 30.757.595 ( - 0,2 % ) Recette: 249.882.391

Nadere informatie

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landbouw. Subsidies van de EU. Onder de loep. Noordwest-Europa.

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landbouw. Subsidies van de EU. Onder de loep. Noordwest-Europa. Meander Samenvatting groep 7 Thema 4 Platteland Samenvatting Landbouw Boeren zijn door het gebruik van kunstmest en machines meer gaan produceren. Ook zijn ze zich steeds meer gaan specialiseren in één

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Wereldwijd zijn meer dan 3 miljard mensen afhankelijk van biomassa brandstoffen zoals hout en houtskool om in hun dagelijkse energie behoefte te voorzien. Het gebruik van deze

Nadere informatie

patent Landscaping: waardevolle analyses voor strategische informatie Auteur: Sanne Pfeifer

patent Landscaping: waardevolle analyses voor strategische informatie Auteur: Sanne Pfeifer patent Landscaping: waardevolle analyses voor strategische informatie Auteur: Sanne Pfeifer Octrooidatabases worden met het jaar completer. Het analyseren van de hierin aanwezige informatie, ook wel landscaping

Nadere informatie

Monitor Financiële Sector:

Monitor Financiële Sector: Nederlandse Mededingingsautoriteit Monitor Financiële Sector: Notitie bij Sectorstudie Vastgoedfinanciering, SEO Economisch Onderzoek oktober 2011 Nederlandse Mededingingsautoriteit Postbus 16326 2500

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit x pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit een case en omvat 7 vragen

Deze examenopgave bestaat uit x pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit een case en omvat 7 vragen SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave MANAGEMENTCONTROL VRIJDAG 24 JUNI 2016 14.45-16.15 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit x pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat

Nadere informatie