Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten (CVA)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten (CVA)"

Transcriptie

1 Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de secundaire preventie van CVA, gevolgd door de Transparantiefiche van juni Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten (CVA) Zoekdatum tot 15 maart 2015 Een overzichtsartikel bevestigt de boodschap van de transparantiefiche 1. Na een CVA of TIA is het risico op een recidief groot (6% per jaar) waardoor een preventieve medicamenteuze aanpak verantwoord is. In afwezigheid van VKF is acetylsalicylzuur de eerste keus en clopidogrel een alternatief bij intolerantie of contra-indicatie voor acetylsalicylzuur. Er is geen plaats voor combinaties van antitrombotica. Heelkundig ingrijpen valt te overwegen bij een carotisstenose van meer dan 70%. Het belang van de aanpak van cardiovasculaire risicofactoren (roken, hypertensie, hyperlipemie en hyperglykemie) met medicamenteuze en niet-medicamenteuze interventies (rookstop, dieet, beweging) wordt benadrukt. Referenties 1. Rédaction Prescrire. Après un AVC ischémique: prévention des récidives. Prescrire 2014;34:

2 Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten Zoekdatum tot 1 maart 2014 Natuurlijk verloop De ABCD2 score, een gevalideerd instrument om het risico van CVA na een doorgemaakt TIA in te schatten, heeft volgens een recente meta-analyse een beperkte voorspellende waarde 1. De sensitiviteit van deze score varieerde van 37% tot 87% en de specificiteit van 81% tot 34%. Volgens de auteurs zijn symptomen zoals afasie en motorische uitval de belangrijkste risicofactoren. Het gebruik van implanteerbare holters (implantable loop recorders (ILR)) zou de kans verhogen op het detecteren van voorkamerfibrillatie als oorzaak van een CVA. Een studie met 51 patiënten die initieel de diagnose CVA kregen zonder voorkamerfibrillatie, toont aan dat een ILR bij 25% van de patiënten toch voorkamerfibrillatie detecteerde. In afwachting van de resultaten van lopende studies is het voorlopig nog te vroeg om dit relatief invasief en duur diagnostisch middel aan te bevelen 2. Medicamenteuze aanpak Een systematische review onderzocht of een behandeling met twee antiaggregantia werkzamer is dan een behandeling met één anti-aggregans bij patiënten na een ischemisch CVA of TIA 3. De geïncludeerde patiënten werden gedurende minstens één jaar behandeld met één of twee anti-aggregantia (acetylsalicylzuur, clopidogrel, dipyridamol, ticlopidine). Het risico van een nieuw CVA verminderde niet door een behandeling met twee anti-aggregantia vergeleken met enkel acetylsalicylzuur of met enkel clopidogrel. a. Systematische review met meta-analyse waarin 7 RCT s met een minimale duur van 1 jaar werden geïncludeerd met in totaal patiënten. Studies met doses acetylsalicylzuur hoger dan 325 mg werden uitgesloten. Een behandeling met twee anti-aggregantia verminderde niet statistisch significant het risico van een nieuw CVA vergeleken met enkel acetylsalicylzuur of clopidogrel (vs. ASA: RR = 0,89; 95% - BI 0,78 tot 1,01; vs. clopidogrel: RR = 1,01; 95% - BI 0,93 tot 1,08). 3 studies onderzochten de associatie van acetylsalicylzuur met clopidogrel en 3 studies de associatie van acetylsalicylzuur met dipyridamol. Het risico van een intracraniële bloeding was hoger bij gebruik van twee anti-aggregantia vergeleken met enkel clopidogrel (RR = 1,46; 95% - BI 1,17 tot 1,82). Vergeleken met enkel acetylsalicylzuur gaf combinatietherapie geen hoger risico van bloeding (RR = 0,99; 95% BI 0,70 tot 1,42). Deels in tegenspraak hiermee is in een recente Chinese studie bij patiënten met een TIA of een beperkt ischemisch CVA een significant verminderd risico van een nieuw CVA op korte termijn vastgesteld met de associatie van acetylsalicylzuur en

3 clopidogrel, vergeleken met acetylsalicylzuur alleen 4. Het type CVA s bij Aziatische patiënten verschilt wel van dat van Westerse populaties. Intracraniële stenosen komen bijvoorbeeld frequenter voor. a. Een RCT uit China randomiseerde patiënten binnen 24u na het ontstaan van een TIA of beperkt CVA naar een behandeling van 90 dagen met acetylsalicylzuur 75mg + clopidogrel (300 mg op dag 1, gevolgd door 75 mg vanaf dag 2) of acetylsalicylzuur 75mg + placebo. In de groep die clopidogrel kreeg, werd acetylsalicylzuur gestopt na 21 dagen. Na 90 dagen waren er in de groep met clopidogrel en acetylsalicylzuur significant minder CVA s (8,2% vs. 11,7%, HR = 0.68; 95% - BI 0,57 tot 0,81). Er was geen verschil in aantal bloedingen tijdens deze korte follow-up periode. Een systematische review onderzocht de werkzaamheid van β-blokkers in de secundaire preventie van CVA en TIA (los van hypertensiebehandeling) 5. Er kon geen statistisch significant verschil aangetoond worden op de eindpunten CVA, mortaliteit en cardiovasculaire events a. Van het kortwerkende atenolol werd vroeger reeds vermoed dat het minder goed beschermt tegen CVA dan andere antihypertensieve behandelingen 6. a. Systematische review waarin 2 RCT s geïncludeerd werden die atenolol 50mg vergeleken met placebo bij patiënten na een CVA of TIA, (onafhankelijk van al dan niet hypertensie). Atenolol geeft geen statistisch significante reductie van het risico op fataal en niet-fataal CVA vergeleken met placebo (RR 0,94, 95% BI 0,75 tot 1,17). Ook op andere eindpunten (mortaliteit, myocardinfarct, cardiale sterfte en majeure vasculaire events) bleek geen significant verschil. In hun update van de NHG standaard Beroerte wijzigen de auteurs hun advies over het gebruik van anti-aggregantia 7 in de secundaire preventie van CVA. Bij patiënten met een TIA of een CVA zonder cardiale emboliebron wordt een behandeling met acetylsalicylzuur en dipyridamol aanbevolen. De auteurs baseren zich op de ESPRITstudie en 2 meta-analyses na het verschijnen van deze RCT, waaruit blijkt dat dipyridamol een bescheiden effect heeft in de secundaire preventie van cardiovasculaire gebeurtenissen. De auteurs stellen dat dit bescheiden effect klinisch relevant is. Heelkundige aanpak Twee gerandomiseerde studies tonen geen meerwaarde van het sluiten van een patent foramen ovale, vergeleken met enkel medicatie. In de RESPECT-studie werden 980 patiënten na een cryptogeen CVA gerandomiseerd naar een medicamenteuze behandeling (anticoagulantia of anti-aggregantia) of een heelkundige aanpak met sluiten van een patent foramen ovale 8. Na een gemiddelde follow-up van 2,6 jaar was er geen verschil in het primaire eindpunt; CVA of sterfte a. In de tweede studie, PC-studie, werden 414 patiënten gerandomiseerd 9. Na 4 jaar was er geen statistisch significant verschil in het primaire eindpunt van sterfte, CVA of perifere trombo-embolie b. Eerder toonde de CLOSUREstudie al geen voordeel aan van sluiten van een patent foramen ovale.

4 a. RESPECT-studie: RCT waarin 980 patiënten gedurende gemiddeld 2,6 jaar werden opgevolgd. In de intention to treat analyse was er geen statistisch significant verschil tussen de groep die medicatie kreeg en de groep waarbij het patent foramen ovale via transcutane weg gesloten werd (HR = 0,49; 95% BI 0,22 tot 1,11; p = 0,08). Er was geen statistisch significant verschil in ongewenste effecten. In de medicatiegroep kreeg 46.5% enkel acetylsalicylzuur, 25,2% kreeg warfarine en 14% clopidogrel. De patiënten in de heelkundegroep kregen na de ingreep ook een behandeling met anti-aggregantia met tijdens de eerste maand een associatie van clopidogrel met acetylsalicylzuur. Het is niet duidelijk of de patiënten in deze studie nog andere medicatie (bv. statines) kregen. b. PC-studie: RCT die 414 patiënten gedurende 4 jaar randomiseerde naar een behandeling met medicatie of sluiting van een patent foramen ovale via transcutane weg. Er was geen statistisch significant verschil tussen beide groepen op het primair eindpunt sterfte, CVA of perifere trombo-embolie (HR = 0,63; 95% BI 0,24 tot 1,62 p = 0,34). Er was eveneens geen statistisch significant verschil in ongewenste effecten. De antitrombotische behandeling van de patiënten in de medicatiegroep werd bepaald door de behandelend arts en bestond uit anti-aggregantia of anticoagulantia. In de heelkundegroep bestond de behandeling uit acetylsalicylzuur gedurende minstens 5 maanden met ticlopidine of clopidogrel gedurende 1 tot 6 maanden. Het is niet duidelijk of de patiënten in deze studie nog andere medicatie (bv. statines) kregen. In een eerdere update (2012) bespraken we reeds de resultaten van de SAMMPRISstudie waaruit bleek dat stenting van intracraniële stenose bij patiënten na een CVA of TIA nadelig is. De resultaten na 2 jaar follow-up bevestigen dit: het percentage CVA of sterfte bedroeg 14,1% in de medicatiegroep vergeleken met 20,6% in de groep na stenting 10. Referenties 1. Hill MD. ACP Journal Club: review: a dichotomized ABCD2 score has limited ability to predict stroke risk </= 90 days after TIA. Ann Intern Med 2013;158:Jc12. DOI: / Kamel H. Subclinical Atrial Fibrillation Is Common in Patients with Cryptogenic Stroke NEJM Journal Watch 2013, April 30. Comment on: Cotter PE et al. Incidence of atrial fibrillation detected by implantable loop recorders in unexplained stroke. Neurology 2013 Apr 23; 80:1546. ( DOI: /WNL.0b013e31828f Lee M, Saver JL, Hong KS, et al. Risk-benefit profile of long-term dual- versus singleantiplatelet therapy among patients with ischemic stroke: a systematic review and meta-analysis. Ann Intern Med 2013;159: DOI: / Wang Y, Wang Y, Zhao X, et al. Clopidogrel with aspirin in acute minor stroke or transient ischemic attack. N Engl J Med 2013;369:11-9. DOI: /NEJMoa De Lima LG, Soares BG, Saconato H, et al. Beta-blockers for preventing stroke recurrence. Cochrane Database Syst Rev 2013;5:CD DOI: / CD pub2. 6. BCFI. Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium. Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie Beusmans G, Van Noortwijk-Bonga H, Risseeuw N, et al. NHG-Standaard Beroerte. Huisarts Wet 2013;56:

5 8. Carroll JD, Saver JL, Thaler DE, et al. Closure of patent foramen ovale versus medical therapy after cryptogenic stroke. N Engl J Med 2013;368: DOI: /NEJMoa Meier B, Kalesan B, Mattle HP, et al. Percutaneous closure of patent foramen ovale in cryptogenic embolism. N Engl J Med 2013;368: DOI: /NEJMoa Kamel H. Medical Therapy Beats Intracranial Stenting Even Over the Long Term NEJM Journal Watch 2013, December 3. Comment on: Derdeyn CP et al. Aggressive medical treatment with or without stenting in high-risk patients with intracranial artery stenosis (SAMMPRIS): The final results of a randomised trial. Lancet 2013 Oct 26; [e-pub ahead of print]. (

6 Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten Zoekdatum tot 1 april 2013 Nieuwe gegevens over de medicamenteuze aanpak Bij patiënten met een lacunair herseninfarct leidt het associëren van clopidogrel aan aspirine niet tot een extra vermindering van het risico op een nieuw CVA a. Deze associatie verhoogt wel significant het risico op bloedingen en sterfte. Lacunaire herseninfarcten vormen een kwart van alle ischemische CVA s en worden veroorzaakt door afsluiting van kleine bloedvaten. a. RCT waarin patiënten met een symptomatisch lacunair infarct (bevestigd op MRI) gerandomiseerd werden naar een behandeling met clopidogrel 75 mg per dag of placebo 1. Beide groepen kregen 325 mg acetylsalicylzuur per dag. Na een gemiddelde follow-up van 3,4 jaar was het risico op een nieuw CVA in de combinatiegroep niet verminderd (HR 0,92; 95%BI van 0,72 tot 1,16). Het risico op een ernstige bloeding was met de associatie bijna dubbel zo groot (hazard ratio 1,97; 95%BI van 1,41 tot 2,71). Volgens een meta-analyse heeft een hogere consumptie van omega-3-vetzuren via voedingssupplementen bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen geen beschermend effect op het optreden van cerebrovasculaire incidenten a. a. Een meta-analyse van 26 prospectieve cohort studies en 12 RCT s onderzocht het effect van visconsumptie en van omega-3-vetzuren op de incidentie van CVA 2. De observationele studies onderzochten visconsumptie in primaire preventie; de gerandomiseerde studies betroffen voedingssupplementen van omega-3-vetzuren, meestal in secundaire preventie (patiënten met cardiovasculaire aandoeningen). Het gepoolde relatieve risico voor secundaire preventie met supplementen bedroeg 1,17 (95%BI 0,99 tot 1,38), dus geen significante winst. De studies in primaire preventie toonden een gepoold relatief risico van 0,98 (95%BI 0,89 tot 1,08). De VITATOPS-studie toonde aan dat een combinatiepreparaat met vitamine B en foliumzuur in secundaire preventie na CVA niet werkzamer is dan placebo 3. Een subgroepanalyse van deze trial onderzocht of er een interactie bestaat tussen dit combinatiepreparaat en anti-aggregerende medicatie a,4. Uit de resultaten blijkt dat dit combinatiepreparaat bij patiënten die geen anti-aggregantia kregen, het risico op de primaire uitkomstmaat (CVA, myocardinfarct of vasculair overlijden) wel verlaagt. Bij patiënten die wel anti-aggrantia nemen, is er geen risicoreductie aangetoond. Dergelijke subgroepanalyses geven echter geen bewijs, ze zijn hypothesevormend. a. Niet geprespecifieerde subgroepanalyse van de VITATOPS-studie die patiënten met recent CVA of TIA randomiseerde naar een behandeling met een vitamine B-preparaat (2mg foliumzuur, 25mg vitamine B6 en 500µg vitamine B12) of placebo 4. De follow-up bedroeg gemiddeld 3,4 jaar. Bij patiënten die geen anti-aggregerende medicatie kregen, kon er vergeleken met placebo voor het combinatiepreparaat een statistisch significante risicoreductie op de primaire uitkomstmaat (CVA, myocardinfarct of vasculair overlijden) aangetoond worden; HR 0,76 (95%BI 0,60 tot 0,96). Bij patiënten die wel anti-aggregerende medicatie kregen was er met het combinatiepreparaat geen verschil (HR 0,94, 95%BI 0,83 tot 1,07).

7 Referenties 1. Manchak M, Holloway R. Adding clopidogrel to aspirin did not reduce recurrent stroke and increased bleeding in lacunar stroke. ACP Journal Club, December Comment on: SPS3 Investigators, Benavente OR, Hart RG, et al. Effect of clopidogrel added to aspirin in patients with recent lacunar stroke. N Engl J Med. 2012;367: Chowdhury R, Stevens S, Gorman D, et al. Association between fish consumption, long chain omega 3 fatty acids, and risk of cerebrovascular disease: systematic review and meta-analysis. BMJ 2012 Oct 30;345:e VITATOPS Trial Study Group. B vitamins in patients with recent transient ischaemic attack or stroke in the VITAmins TO Prevent Stroke (VITATOPS) trial: a randomized, double-blind, parallel, placebo-controlled trial. Lancet Neurol 2010;9: Hankey GJ, Eikelboom JW, Yi Q, et al. Antiplatelet therapy and the effects of B vitamins in patients with previous stroke or transient ischaemic attack: a post-hoc subanalysis of VITATOPS, a randomized, placebo-controlled trial. Lancet Neurol. 2012; 11:

8 Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten Zoekdatum tot 1 april 2012 Zijn er nieuwe gegevens over de medicamenteuze aanpak? Na een CVA of TIA is correcte regeling van de bloeddruk één van de maatregelen om het risico op een nieuw cardiovasculair accident te verminderen. Hoe strikt de bloeddruk moet geregeld worden is onduidelijk. Analyse van gegevens over vooraf gedefinieerde subgroepen van de PROFESS-trial (telmisartan versus placebo bij patiënten met recent ischemisch CVA) doet vermoeden dat te strikte regeling van de bloeddruk na een ischemisch CVA nadelig kan zijn a. De patiënten werden verdeeld in 5 groepen op basis van de gemiddelde systolische bloeddruk bereikt tijdens de studie: lager dan 120 mmhg, mmhg, mmhg, mmhg en hoger dan 150 mmhg. Vergeleken met patiënten met een bereikte bloeddruk tussen mmhg was het risico op een nieuw CVA significant hoger in de groepen met bloeddruk lager dan 120 mmhg, tussen mmhg en hoger dan 150 mmhg. Bij oudere patiënten (>75 jaar) was het risico van een cerebrovasculair accident door striktere bloeddrukregeling nog meer uitgesproken. Deze gegevens wachten op bevestiging door onderzoek waarin patiënten gerandomiseerd worden naar verschillende streefwaarden qua bloeddruk. a. In de PROFESS-trial werden patiënten na een recent ischemisch CVA van nietcardiale oorsprong gerandomiseerd tussen behandeling met acetylsalicylzuur met dipyridamol versus clopidogrel, en telmisartan versus placebo. De gemiddelde follow-up bedroeg 2,5 jaar. Patiënten werden verdeeld in vooraf gedefinieerde groepen op basis van hun gemiddelde systolische bloeddruk tijdens de studie. In de groep met bloeddrukken tussen mmhg werd 6.8% (95%BI 6,1-7,4) getroffen door een recidief CVA (primaire uitkomstmaat). Vergeleken met deze groep was het risico hoger voor de groepen met bloeddrukken < 120mmHg (HR 1,29; 95%BI 1,07-1,56), tussen mmhg (HR 1,23; 95% CI 1,07-1,41) en hoger dan 150 mmhg (HR 2,08; 95%BI 1,83-2,37). Bij patiënten met bloeddrukken < 120mmHg kwam de primaire uitkomstmaat frequenter voor bij patiënten ouder dan 75 jaar vergeleken met patiënten jonger dan 65 jaar. De secundaire uitkomstmaat, een combinatie van CVA, myocardinfarct en dood door vasculaire oorzaken, kwam eveneens het minst voor in de groep met bloeddrukken tussen mmhg. Deze analyses werden gecorrigeerd voor klinische en demografische variabelen 1. Eerdere meta-analyses die zich voornamelijk baseren op de resultaten van de HPS en de SPARCL-trial besloten dat statines het totaal aantal recidief-cva s net niet significant doen dalen; het aantal ischemische CVA s daalt terwijl het aantal hemorragische CVA s stijgt. Een subgroepanalyse van de SPARCL-trial toont aan dat het effect van atorvastatine niet beïnvloed wordt door de aan- of afwezigheid van type-2 diabetes a. Omwille van ongerustheid rond een toename van het aantal hemorragische CVA s met statines in secundaire preventie na CVA of TIA werd een grootschalige retrospectieve cohortstudie opgezet 3. Deze observationele studie met patiënten kon geen toename in het aantal hemorragische CVA s aantonen b. a. Analyse van vooraf gedefinieerde subgroepen van de SPARCL-trial toont geen statistisch significant verschil in effect tussen patiënten met of zonder type-2 diabetes. Patiënten met diabetes hebben na een CVA een risico van 19.6% op een nieuw ischemisch CVA de volgende 5 jaar. Dit risico daalt naar 12.9% onder behandeling met atorvastatine 80mg (p = 0,04). Ook bij patiënten zonder type-2 diabetes wordt een risicoreductie vastgesteld:

9 9.9% naar 8.6% (p=0,13). Statistisch analyse toont geen verschil in effect tussen beide groepen (p = 0,49) 2. b. De onderzoekers evalueerden 6 databases en identificeerden 8936 patiënten ouder dan 66 jaar die een CVA hadden doorgemaakt en een statine voorgeschreven kregen. Voor elke patiënt vonden ze een controle die geen statine kreeg. Gedurende 4.2 jaar werden in totaal 213 intracerebrale bloedingen vastgesteld met een kleiner percentage in de groep die een statine kreeg (2,94 vs 3,71 episodes per 1000 patiëntenjaren). Dit komt overeen met een hazard ratio voor behandeling met statines van 0,87 (95%-BI 0,65-1,17) 3. Zijn er nieuwe gegevens over de heelkundige aanpak? Stenting van intracraniële stenose bij patiënten na een CVA of TIA blijkt nadelig te zijn. Een recente RCT waarbij stenting bovenop medicatie vergeleken werd met medicatie alleen werd vroegtijdig beëindigd wegens een toename van aantal CVA s of sterfte (14,7 vs. 5,87%) in de groep na stenting a. a. RCT waarbij 451 patiënten werden gerandomiseerd tussen een behandeling met medicatie alleen en een behandeling met stenting bovenop medicatie. 30 dagen na opname in de studie bedroeg het percentage CVA of sterfte 14.7% in de groep na stenting versus 5.8% in de groep met medicatie alleen (p=0.002). De studie werd hierdoor vroegtijdig beëindigd 4. Wereldwijd is intracraniële stenose een frequente oorzaak van CVA, behalve bij blanken waar dit maar voor 1% van de CVA s verantwoordelijk is 5. Bij patiënten waarbij na een CVA of TIA een patent foramen ovale wordt vastgesteld heeft het sluiten van deze opening via percutane weg geen meerwaarde vergeleken met enkel medicatie 6. Referenties 1. Ovbiagele B, Diener HC, Yusuf S et al. for the PROFESS Investigators. Level of systolic blood pressure within the normal range and risk of recurrent stroke. JAMA 2011; 306: Callahan A, Amarenco P, Goldstein LB, et al. Risk of stroke and cardiovascular events after ischemic stroke or transient ischemic attack in patients with type 2 diabetes or metabolic syndrome: secondary analysis of the stroke prevention by aggressive reduction in cholesterol levels (SPARCL) trial. Arch Neurol 2011; 68: Hackam DG, Austin PC, Huang A, et al. Statins and intracerebral hemorrhage. Arch Neurol 2012; 69: Chimowitz MI, LynnMJ, Derdeyn CP, et al. for the SAMMPRIS Trial Investigators. Stenting versus aggressive medical therapy for intracranial arterial stenosis. N Engl J Med 2011;365: Gorelick PB, Wong KS, et al. Large artery intracranial occlusive disease: a large worldwide burden but a relatively neglected frontier. Stroke 2008, 39:

10 6. Furlan AJ, Reisman M, Massaro J, et al for the CLOSURE I Investigators. Closure or medical therapy for cryptogenic stroke with patent foramen ovale. N Engl J Med 2012;366:991-9.

11 Update secundaire preventie CVA Zoekdatum tot 1 april 2011 Is er nieuwe evidentie voor medicamenteuze behandeling? Anti-aggregantia Dipyridamol + acetylsalicylzuur vs. acetylsalicylzuur In een Japanse dubbelblinde non-inferioriteitsstudie werd de combinatiebehandeling dipyridamol en acetylsalicylzuur voor het eerst vergeleken met adequaat gedoseerd acetylsalicylzuur (81 mg/dag) 1. Er deden zich meer recidief-cva s voor in de dipyridamol-groep dan in de acetylsalicylzuurgroep, maar het verschil was niet significant a. Het bloedingsrisico was in beide groepen vergelijkbaar, welhadden de patiënten in de dipyridamol-groep meer ongewenste effecten (voornamelijk hoofdpijn). De auteurs verklaren deze, negatieve resultaten door een lager dan verwachte frequentie van recidief-cva, vooral in de acetylsalicylzuurgroep, waardoor er mogelijk ook onvoldoende power was om noninferioriteit aan te tonen en een te korte behandelingsduur (gemiddeld 1,3 jaar). In hun conclusie besluiten ze dat er ondanks de negatieve bevindingen in deze studie toch nog voldoende argumenten zijn voor een voordeel van de combinatiebehandeling boven monotherapie met acetylsalicylzuur. Deze argumenten zijn echter gebaseerd op gegevens uit studies met een te lage dosis acetylsalicylzuur en twijfelachtige methodologische kwaliteit (zie Transparantiefiche). Acetylsalicylzuur in monotherapie blijft de voorkeur hebben in deze indicatie 2. a. In deze gerandomiseerde dubbelblinde RCT werden patiënten met een voorgeschiedenis van CVA in de voorbije 6 maanden en met minstens 2 extra cardiovasculaire risicofactoren gerandomiseerd naar behandeling met de vaste associatie dipyrdamol (extended release) - acetylsalicylzuur (200/25 mg, 2 maal daags) of acetylsalicylzuur monotherapie (81 mg, 1 maal daags). 6,9% van de patiënten die de combinatietherapie kregen deed een recidief CVA, vergeleken met 5% in de acetylsalicylzuurgroep (HR: 1,47; 95%BI: 0,93-2,31), waarmee de vooropgestelde grens van non-inferioriteit niet gehaald werd. Ook op secundaire eindpunten werden geen significante verschillen tussen beide groepen vastgesteld. Er deden zich significant meer ongewenste effecten voor met de combinatietherapie dan met acetylsalicylzuur in monotherapie (p = 0,04). De frequentie van majeure en klinisch relevante mineure bloedingen was vergelijkbaar in beide groepen 1. Cilostazol In een meta-analyse 3 van 2 studies met de fosfodiësterase-inhibitor cilostazol (in bepaalde landen op de markt als middel bij claudicatio, maar in België niet verkrijgbaar) werd een significant gunstig effect van cilostazol t.o.v. acetylsalicylzuur aangetoond op de incidentie van een samengesteld cardiovasculair eindpunt (recidief CVA, myocardinfarct of cardiovasculaire mortaliteit) a. De behandeling met cilostazol ging gepaard met minder intra- en extracraniële bloedingen dan een behandeling met acetylsalicylzuur. Wel waren er significant meer andere mineure ongewenste effecten in de cilostazolgroep. Cilostazol werd in deze indicatie nog niet onderzocht in niet-aziatische populaties. a. Deze Cochrane Review includeerde 2 studies uit respectievelijk China en Japan met in totaal patiënten die een ischemisch CVA of TIA doormaakten. Bij patiënten die met cilostazol ( mg tweemal daags) behandeld werden, was de incidentie van een samengesteld eindpunt van cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit, significant lager dan in de acetylsalicylzuurgroep ( mg éénmaal daags) (RR= 0,72; 95%BI: 0,57-0,91).

12 Voor de individuele componenten van dit eindpunt waren de verschillen tussen beide groepen (net) niet significant. Hemorragisch CVA (RR: 0,26; 95%BI: 0,19-0,55) en extracraniële bloedingen (RR: 0,74; 95%BI: 0,61-0,90) deden zich minder frequent voor met cilostazol; andere mineure ongewenste effecten (hoofdpijn, palpitaties, gastro-intestinale last) deden zich wel frequenter voor met cilostazol (RR=1,66; 95%BI: 1,51-1,83) 3.

13 Vitamine E Een meta-analyse van RCT s in zowel primaire als secundaire preventie van cardiovasculaire voorvallen toont aan dat vitamine E-supplementen het risico op CVA niet beïnvloeden 4. Een gunstig effect werd geobserveerd voor wat betreft het risico op ischemisch CVA, maar aan de andere kant was er een toename van hemorragische CVA s onder vitamine E-gebruikers a. Er zijn geen aparte analyses uitgevoerd voor primaire en secundaire preventie en geen enkele van de geïncludeerde studies onderzocht specifiek de werkzaamheid van vitamine E in secundaire preventie na een doorgemaakt CVA. a. Deze meta-analyse (N = 9, n = ) onderzocht de invloed van vitamine E- supplementen in de preventie van CVA; zowel bij personen die eerder een CVA of een andere cardiovasculaire gebeurtenis doormaakten, als bij personen zonder voorgeschiedenis van cardiovasculaire events en zowel bij personen met een hoog risico op CVA als bij personen met een laag risico op CVA. Resultaten zijn enkel beschikbaar voor de hele populatie. Hoewel vitamine E-gebruikers significant minder ischemische CVA s hadden (RR= 0,90; 95%BI: 0,82-0,99), verschilde de incidentie van alle CVA s niet tussen beide groepen (RR= 0,98; 95% BI:0,91-1,05), doordat het gebruik van vitamine E gepaard ging met een significante toename van het aantal hemorragische CVA s (RR= 1,22: 95% BI: 1,00-1,48) 4. Referenties 1. Uchiyama S, Ikeda Y, Urano Y et al. The Japanese Aggrenox (extended-release dipyridamole plus aspirin) Stroke Prevention versus Aspirin Programme (JASAP) study: a randomized, double-blind, controlled trial. Cerebrovasc Dis 2011;31: Anonymous. Japanische Studie mit Aggrenox seit einem Jahr unveröffentlicht Kein Hinweis auf Vorteil gegenüber ASS allein, aber Risikosignal. Arzneitelegramm 2010;41: Kamal Ak, Naqvi I, Husain MR, Khealani BA. Cilostazol versus aspirin for secondary prevention of vascular events after stroke of arterial origin. Cochrane Database of Systematic Reviews 2011, Issue 1. Art. No.: CD DOI: / CD pub2. 4. Schürks M, Glynn RJ, Rist PM et al. Effects of vitamin E on stroke subtypes: meta-analysis of randomised controlled trials. BMJ 2010;341:c5702.

14 Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten Juni 2010 Deze online versie bevat alle informatie van de Transparantiefiche van mei 2007 plus alle informatie uit de updates van januari 2009 t.e.m. juni Kernboodschappen! Deze Transparantiefiche handelt niet over secundaire preventie bij patiënten met voorkamerfibrillatie of emboligene cardiopathie.! Het risico van een CVA na een TIA of eerder CVA is zo groot dat preventieve medicamenteuze aanpak verantwoord is.! De kans op cardiaal lijden bij deze patiënten vraagt ook een doorgedreven aanpak van het globale cardiovasculair risico (vooral roken, hypertensie en lipidenstoornissen).! Acetylsalicylzuur in een dosis tussen 75 en 100 mg heeft duidelijk een plaats na CVA/TIA.! Clopidogrel en dipyridamol in monotherapie hebben in deze indicatie geen bewezen superioriteit ten opzichte van acetylsalicylzuur.! De combinatie van acetylsalicylzuur met clopidogrel blijkt niet superieur ten opzichte van monotherapie met acetylsalicylzuur of clopidogrel.! De combinatie van acetylsalicylzuur met dipyridamol blijkt ten opzichte van monotherapie met acetylsalicylzuur een lichte meerwaarde te hebben voor wat recidieven van CVA betreft, niet wat mortaliteit betreft. Ten opzichte van clopidogrel wordt geen voordeel van de combinatietherapie aangetoond. De Transparantiefiches zijn online raadpleegbaar op

15 Inhoud Kernboodschappen Samenvatting en conclusies Definitie en epidemiologie Natuurlijk verloop Doelstelling van de behandeling Relevante eindpunten bij de evaluatie van de behandeling Behandeling Niet-medicamenteuze aanpak Medicamenteuze behandeling Anti-aggregantia en antitrombotische middelen Medicamenteuze behandeling versus placebo Monotherapie onderling vergeleken Combinaties vergeleken met monotherapie Medicamenteuze aanpak van andere risicofactoren Bloeddruk Lipiden Homocysteïne Diabetes mellitus Menopauze Invasieve behandeling versus medicamenteuze aanpak Ongewenste effecten, contra-indicaties en klinisch relevante interacties Prijsvergelijking voor de geneesmiddelen gebruikt bij secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten 18 Referenties ~ Transparantiefiche SECUNDAIRE PREVENTIE VAN CEREBROVASCULAIRE ACCIDENTEN - JUNI 2010

16 Samenvatting en conclusies Cerebrovasculaire accidenten (CVA) zijn een belangrijk gezondheidsprobleem in onze verouderende bevolking, niet alleen wegens de sterfte maar ook wegens de belangrijke restletsels zoals hemiplegie en afasie. Aangezien de recidiefkans na een CVA groot is, en de kans op CVA binnen het eerste jaar na een Transient Ischemic Attack (TIA) tot 12% bedraagt, is preventief handelen noodzakelijk. Deze Transparantiefiche handelt over de secundaire preventie van cerebrovasculair accident bij patiënten met een normaal hartritme. Voor de secundaire preventie van CVA bij patiënten met voorkamerfibrillatie verwijzen we naar de Transparantiefiche Aanpak van voorkamerfibrillatie. In de studies bleek dat men ongeveer 80 patiënten na een CVA of TIA 1 jaar met acetylsalicylzuur (eender welke dosis) moet behandelen om één vasculaire complicatie te voorkomen. De kans op ongewenste effecten van acetylsalicylzuur moet afgewogen worden ten opzichte van de winst. Ook bij lagere doses acetylsalicylzuur ( mg) is er een toegenomen kans op maag- en darmbloedingen en centrale bloedingen. Bij ongeveer 1 patiënt op 100 behandeld met acetylsalicylzuur gedurende 28 maanden zal een gastro-intestinale bloeding optreden. Ook met de huidige lage dosis van 160 mg per dag of lager blijft het risico van gastro-intestinale bloedingen verhoogd. Zonder harde evidentie worden bij consensus dosissen tussen 75 en 100 mg aangeraden in secundaire preventie na CVA/TIA. Een kernvraag voor de praktijk is of de alternatieven voor acetylsalicylzuur werkzamer zijn of misschien veiliger. De toediening van orale anticoagulantia (wat ook de streefwaarde is van INR) is niet gerechtvaardigd in de secundaire preventie van cerebrovasculair accident bij patiënten zonder voorkamerfibrillatie of kleplijden. Bij patiënten die een CVA/TIA doormaakten zijn voor clopidogrel geen studies voorhanden die het product met placebo vergelijken. Ook is er slechts één studie die het product met acetylsalicylzuur vergelijkt, en dan nog in een heel heterogene patiëntengroep. De exacte plaats voor clopidogrel blijft hierdoor onduidelijk; het wordt alleen gezien als een alternatief wanneer acetylsalicylzuur niet verdragen wordt. Voor ticlodipine is de werkzaamheid bewezen ten opzichte van placebo en op basis van vergelijkend onderzoek kan het beschouwd worden als evenwaardig met acetylsalicylzuur. Voor ticlopidine zijn ernstige hematologische ongewenste effecten goed bekend: beenmergdepressie (vooral neutropenie) en trombotische trombocytopenische purpura met risico van ernstige bloedingen. Dipyridamol in monotherapie heeft slechts een beperkte werkzaamheid en het is niet duidelijk of het even werkzaam is als acetylsalicylzuur. Zowel clopidogrel, ticlopidine als dipyridamol hebben als vergoedingsvoorwaarde patiënten bij wie een thrombo-embolisch herseninfarct optreedt ondanks behandeling met acetylsalicylzuur, hoewel hiervoor geen studies beschikbaar zijn Geeft het combineren van acetylsalicylzuur met andere anti-aggregantia extra winst? In enkele studies was de combinatie van dipyridamol en acetylsalicylzuur doeltreffender dan acetylsalicylzuur in termen van reductie van het aantal recidieven. Deze combinatie geeft vaak aanleiding tot ongewenste effecten, is duurder en is niet doeltreffender in termen van reductie van mortaliteit. Ten opzichte van clopidogrel wordt geen voordeel van deze combinatietherapie aangetoond. De combinatie van acetylsalicylzuur met clopidogrel is slechts beperkt bestudeerd en heeft geen voordeel ten opzichte van clopidogrel of acetylsalicylzuur in monotherapie. Met de combinatie is het risico van bloedingen groter. Bij de secundaire preventie van CVA dienen ook de risicofactoren voor cardiovasculaire atherosclerose zoals arteriële hypertensie, roken, hyperglykemie en hyperlipemie, te worden aangepakt wegens het sterk toegenomen algemeen cardiovasculair risico van deze populatie. Meer specifiek in het kader van secundaire preventie van CVA geven observationele studies aan dat strikte bloeddrukregeling en rookstop extra voordeel bieden. Voor lipidenregeling en aanpak van diabetes zijn de gegevens niet eenduidig. Er zijn geen argumenten dat homocysteïneverlagende middelen of oestrogenen in het kader van hormonale substitutietherapie, nut hebben. De plaats van heelkunde bij de secundaire preventie na CVA/TIA, wordt bepaald door de graad van stenose. Indien geopteerd wordt voor chirurgie, geeft een interventie binnen de eerste 2 weken na CVA/TIA, maar na de acute fase van het cerebrovasculair accident, de beste resultaten. Transparantiefiche SECUNDAIRE PREVENTIE VAN CEREBROVASCULAIRE ACCIDENTEN - JUNI 2010 ~ 3

17 1. Definitie en epidemiologie Een cerebrovasculair accident (CVA) is gekenmerkt door snel ontwikkelende symptomen en klachten te wijten aan het verlies van hersenfuncties (focaal of soms globaal), dit zonder aanwijzingen dat er een andere dan vasculaire oorzaak bestaat; de klachten houden langer dan 24u aan of leiden tot de dood. Bij ischemisch CVA is het beeld meestal te wijten aan vasculaire insufficiëntie (bv. door een thrombo-embolisch proces) en niet aan een bloeding 1. Men spreekt van een Transient Ischemic Attack (TIA) als de klachten en symptomen volledig verdwenen zijn binnen de 24 uur. Recent wordt de term TIA soms gereserveerd voor klachten die volledig gerecupereerd zijn bij het eerste medisch contact 2. De incidentie van TIA s is moeilijk exact te bepalen want in heel wat gevallen wordt geen medische hulp gevraagd. In de algemene populatie wordt de incidentie geschat op 35 per per jaar 3. TIA s komen bij mannen en vrouwen ongeveer even vaak voor. De incidentie neemt sterk toe met de leeftijd: van vrijwel 0 vóór het vijfenveertigste levensjaar tot 24 per 1000 patiënten per jaar in de leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder. Driekwart van de patiënten met een TIA is ouder dan 70 jaar. Deze patiënten zijn vaak al bij de huisarts bekend met hypertensie, diabetes mellitus, dementie of een eerder doorgemaakte TIA 2. In Groot-Brittanië is de incidentie van CVA in de algemene bevolking per en zijn CVA s verantwoordelijk voor 11% van de sterfte 3. Cerebrovasculaire accidenten zijn de tweede doodsoorzaak in de wereld. De incidentie ervan vermindert echter in de geïndustrialiseerde landen dankzij de ontwikkeling van preventieve maatregelen 4. Ongeveer 15-30% van de patiënten met een eerste CVA rapporteert een vroeger TIA 3. 4 ~ Transparantiefiche SECUNDAIRE PREVENTIE VAN CEREBROVASCULAIRE ACCIDENTEN - JUNI 2010

18 2. Natuurlijk verloop doelstelling van de behandeling Patiënten die een TIA of een CVA met beperkte restverschijnselen hebben doorgemaakt, hebben onbehandeld een risico van 12% op een CVA met blijvende uitval in het eerste jaar, gevolgd door 7% per jaar in latere jaren. Dat is ongeveer zevenmaal het risico van mensen van dezelfde leeftijd zonder een dergelijke voorgeschiedenis 2. Een kwart van die CVA s is lethaal 5. Een TIA/CVA is een risico-indicator van ernstige vaatpathologie 2 : 20-40% van de patiënten die een CVA/TIA doormaakten hebben asymptomatisch coronair lijden 3. Daardoor hebben deze patiënten een gecumuleerde kans op een infarct, CVA of vasculaire sterfte van 9% per jaar 3 ; en een driemaal grotere kans om te overlijden aan een hartziekte dan aan een CVA met blijvende uitval 2. In een follow-up studie bleek dat 10 jaar na een TIA 60% van de patiënten overleden was en 54% één of meer nieuwe TIA s of CVA s had doorgemaakt. Na de eerste drie maanden daalde de recidiefkans over de volgende 3 jaar, om daarna opnieuw te stijgen (wat toe te schrijven was aan de veroudering maar ook aan een slechtere levensstijl en therapietrouw) 3. Twee recente prospectieve populatiestudies wijzen op het belang van een snelle diagnose en behandeling van TIA en mineure CVA s ter preventie van recidieven. In een eerste studie werd aangetoond dat het risico op recidief het hoogst was in de eerste 24 uur na een doorgemaakt TIA a. Patiënten met een hoge ABCD²-score b hadden een hoger risico op een recidief a. De tweede studie toonde aan dat een onmiddellijke verwijzing naar een gespecialiseerde (ambulante) stroke-kliniek, met snelle diagnose en opstart van behandeling, het aantal recidieven in de eerste 3 maanden na een TIA of mineur CVA significant deed dalen c. Welke implicaties deze in een typische Britse setting opgezette studie voor de aanpak van TIA en minor stroke in het Belgische gezondheidssysteem kan hebben, is onduidelijk. Dat snelle diagnose en behandeling aangewezen zijn staat niet ter discussie 52. a. Deze studie identificeerde 488 personen met een eerste TIA. 59 patiënten hiervan deden een recidief in de eerste maand na de doorgemaakte TIA; 25 patiënten deden reeds een recidief in de eerste 24u na de doorgemaakte TIA. Het risico op recidief-cva in de eerste 24 uur bedroeg dus 5,0% (95%BI 2,5-7,5%). Patiënten met een ABCD²-score groter dan 4 hadden een duidelijk verhoogd risico op recidief CVA (strokerisico van 2,0% bij een ABCD²-score 4, 6,5% bij een score van 5, 11,8% bij een score van 6 en 33% bij een score van 7 (p= 0,00025)) 50. b. De ABCD² score is een gevalideerde score om het risico op een recidief stroke na een doorgemaakt TIA in te schatten. De scores op vijf parameters worden opgeteld en leveren een score op van 0 tot 7. Deze parameters zijn: leeftijd (age: 0 indien jonger dan 60 jaar; 1 indien 60 jaar of ouder), bloeddruk (blood pressure: 0 indien normaal; 1 indien 140/90 mmhg), klinische presentatie (clinical features: 2 voor unilaterale spierzwakte; 1 voor spraakstoornissen; 0 voor andere presentatievormen), duur van de symptomen (duration: 0 indien korter dan 10 minuten; 1 indien korter dan 1 uur; 2 indien 1 uur of langer) en de aanwezigheid van diabetes (diabetes: 0 indien geen diabetes; 1 indien wel diabetes) 51. c. Deze Britse studie vergeleek onmiddellijke doorverwijzing naar een (ambulante) gespecialiseerde stroke-clinic, met onmiddellijke diagnose en opstarten van behandeling, met een meer vrijblijvende verwijsstrategie naar een centrum dat enkel therapie-advies gaf aan de eerste lijn. In het tweede geval verliep er meer tijd tussen de eigenlijke gebeurtenis en het starten van de behandeling. De snelle verwijsstrategie ging gepaard met significant minder recidieven in de eerste 3 maanden na TIA of minor stroke (2% vs 10% (p = 0,0001)). Ook was er een significante daling van het aantal hospitalisaties voor recidieven; het totale aantal hospitalisaties werd echter niet beïnvloed, maar de duur ervan was wel beperkter in de groep met snelle doorverwijzing. Gegevens over langere termijneffecten ontbreken. De doelstelling van secundaire preventie na TIA/CVA is dus niet alleen een recidief TIA/CVA vermijden maar ook het globale cardiovasculaire risico reduceren bij deze hoogrisicopopulatie. Transparantiefiche SECUNDAIRE PREVENTIE VAN CEREBROVASCULAIRE ACCIDENTEN - JUNI 2010 ~ 5

19 3. Relevante eindpunten bij de evaluatie van de behandeling Relevante eindpunten bij de evaluatie van geneesmiddelen in secundaire preventie na TIA/ CVA zijn: - sterfte (algemeen en door vasculaire oorzaken) - recidief CVA, vooral met restletsels - globaal cardiovasculair lijden - het veiligheidsaspect: bloedingen door toediening van anti-aggregantia of orale anticoagulantia 4. Behandeling In de geraadpleegde bronnen worden de hieronder opgesomde behandelingen vermeld in het kader van secundaire preventie na CVA/TIA. Dit betekent niet dat voor al deze behandelingen de werkzaamheid aangetoond werd. Niet-medicamenteuze aanpak! Rookstop! Lichaamsbeweging! Voeding! Alcohol Medicamenteuze behandeling! Anti-aggregantia en antitrombotische middelen - acetylsalicylzuur - dipyridamol - ticlopidine - clopidogrel - orale anticoagulantia! Medicamenteuze aanpak van andere risicofactoren - bloeddruk - lipiden - homocysteïne - diabetes mellitus - menopauze Invasieve behandeling Carotisendarterectomie 4.1. Niet-medicamenteuze aanpak TIA/CVA is een indicator voor atherosclerotisch lijden, en een doorgedreven niet-medicamenteuze advisering rond cardiovasculaire preventie is hier zeker belangrijk. Deze omvat rookstop, voldoende lichaamsbeweging, gezonde voeding en vermijden van obesitas. Rookstop Rookstop is belangrijk in verband met TIA/CVA: rokers hebben een 2 tot 8 maal groter risico van CVA (afhankelijk van het aantal gerookte sigaretten) 3. Geschat wordt dat voor elke 43 patiënten die na een TIA/CVA stoppen met roken, één nieuw CVA vermeden wordt 3. Het stoppen met roken brengt het bijna tweemaal verhoogde risico van een CVA in twee jaar tijd terug tot het niveau van niet-rokers. Het voordeel neemt echter af naarmate de patiënt ouder is 6. Lichaamsbeweging Lichamelijke activiteit blijkt het risico van een CVA te verminderen. Gebrek aan lichaamsbeweging zou het risico van een CVA verdubbelen 6. 6 ~ Transparantiefiche SECUNDAIRE PREVENTIE VAN CEREBROVASCULAIRE ACCIDENTEN - JUNI 2010

20 Voeding Uit het Framingham-onderzoek bleek dat bij mannen het dagelijkse gebruik van groenten en fruit het risico van een CVA verminderde. Bij iedere toename met drie dagelijkse porties van gemiddeld 120 ml elk, nam het risico met 22% af (RR 0,78; 95% BI = 0,62-0,98). In hetzelfde onderzoek bleek er bij mannen een negatieve associatie te bestaan tussen de inname van totaal vet, verzadigde vetten en enkelvoudig onverzadigde vetten, en het risico van een ischemisch CVA 6. In een meta-analyse van prospectieve observationele studies werd een duidelijk verband aangetoond tussen hoge zoutinname en het risico op CVA en cardiovasculaire aandoeningen. Hoewel observationeel onderzoek niet toelaat causale verbanden te leggen, lijkt het aangewezen de zoutinname te beperken in het kader van algemene cardiovasculaire preventie en preventie van CVA in het bijzonder. a. Deze meta-analyse includeerde 13 observationele studies met in totaal deelnemers en een follow up van 3,5 tot 19 jaar. Hoge zoutinname was geassocieerd met een groter risico op CVA (RR: 1,23; 95%BI: 1,06 tot 1,43). Er was een grote heterogeniteit in het meten van de zoutinname en de auteurs menen dat door onnauwkeurigheden bij het meten van de zoutinname deze resultaten waarschijnlijk een onderschatting zijn van de werkelijkheid 58. Alcohol Langdurig gebruik van meer dan vier glazen alcohol per dag verhoogt het risico van een hersenbloeding en een subarachnoïdale bloeding in diverse populaties. Er is onvoldoende bewijs dat recent alcoholgebruik het risico van een herseninfarct of -bloeding verhoogt. De uiteenlopende resultaten berusten vermoedelijk op verschillen in ras- of populatiekenmerken die in belangrijke mate het effect van alcoholgebruik bepalen 6. Het is echter mogelijk dat beperkt alcoholgebruik protectief werkt Medicamenteuze behandeling ANTI-AGGREGANTIA EN ANTITROMBOTISCHE MIDDELEN Medicamenteuze behandeling versus placebo Anti-aggregantia als groep versus placebo Door 1000 patiënten met een voorgeschiedenis van CVA of TIA (zonder emboligene cardiomyopathie) met antiaggregantia te behandelen werden jaarlijks 10 niet-fatale CVA s, 2 à 3 niet-fatale AMI s en 6 doden vermeden 5. De bestudeerde anti-aggregantia zijn acetylsalicylzuur, dipyridamol, ticlopidine en sulfinpyrazon 7. Acetylsalicylzuur versus placebo Acetylsalicylzuur (50 mg tot 1500 mg) geeft een reductie met 20-30% van het risico van TIA/CVA bij patiënten met een hoog cardiovasculair risico, waaronder patiënten met een voorgeschiedenis van TIA en CVA. In deze risicogroep is de effectiviteit van doses onder de 75 mg per dag minder overtuigend a. Acetylsalicylzuur (50 mg tot 325 mg) verlaagt bij patiënten met een voorgeschiedenis van een CVA of AMI bovendien de mortaliteit b. Specifiek bij patiënten met antecedenten van TIA/CVA (van niet-cardiale oorsprong) zijn er wel positieve studies met lage doses acetylsalicylzuur versus placebo. Men moest ongeveer 80 patiënten per jaar behandelen met acetylsalicylzuur om één vasculaire complicatie te voorkomen c. a. Bij patiënten met een hoog cardiovasculair risico, waaronder patiënten met een voorgeschiedenis van TIA en CVA, is in een meta-analyse van 65 studies met in totaal patiënten, aangetoond dat acetylsalicylzuur (50 mg tot 1500 mg) in verschillende doses effectief is om vasculaire gebeurtenissen te voorkomen. Behandeling van 1000 hoogrisicopatiënten met acetylsalicylzuur vermindert het jaarlijks aantal vasculaire accidenten met een derde ( in absolute cijfers 20 à 30 patiënten per 1000) tegen de prijs van één à twee hemorragische accidenten 8. Uit subgroepanalyses (3 studies met patiënten) blijkt dat doses lager dan 75 mg bij patiënten met een hoog cardiovasculair risico een minder overtuigend positief effect hebben (75 mg vs placebo: 13% reductie [SE: 8%; p=0,05]). Bij rechtstreekse vergelijking van doses 75 mg versus <75 mg ziet men in drie studies met een totaal van patiënten geen verschil in aantal vasculaire gebeurtenissen 7. b. In een meta-analyse van 6 RCT s met een totaal van patiënten met voorgeschiedenis van CVA of AMI (28% van de patiënten had ook VKF), onderzoekt men het effect en de ongewenste effecten van acetylsalicylzuur (< 325 mg). Voor doses lager dan 325 mg (50 mg tot 325 mg) moet men 67 patiënten met voorgeschiedenis van CVA of AMI behandelen gedurende 3 tot 52 maanden om 1 overlijden (alle oorzaken) te voorkomen (ARR 2% ± 3,1% na 12 maanden follow-up en 8,7% ± 6,3% na 20 maanden follow-up) 9. c. In een andere meta-analyse zijn de resultaten samengevat van 10 gerandomiseerde en placebogecontroleerde onderzoeken naar de behandeling van patiënten na een TIA of niet-invaliderend herseninfarct van niet-cardiale oorsprong. Zij kregen verschillende doses acetylsalicylzuur: < 100 mg, mg, > 900 mg. Het absolute risico van een herseninfarct of myocardinfarct liep in de afzonderlijke onderzoeken in de placebogroep uiteen Transparantiefiche SECUNDAIRE PREVENTIE VAN CEREBROVASCULAIRE ACCIDENTEN - JUNI 2010 ~ 7

21 van 3,6% tot 15,7%. Acetylsalicylzuur verminderde het absolute risico van vasculaire aandoeningen met 1,3%. Men zou ongeveer 80 patiënten gedurende een jaar moeten behandelen om één vasculaire complicatie te voorkomen 6. Ticlopidine versus placebo Ticlopidine blijkt in de secundaire preventie na CVA/TIA superieur ten opzichte van placebo a. a. Ticlopidine geeft t.o.v. een controlegroep, bij patiënten met een hoog cardiovasculair risico (16% met een voorgeschiedenis van CVA of TIA) een daling van 11,1% naar 8,1% van het aantal vasculaire gebeurtenissen (niet-fataal AMI, niet-fataal CVA en vasculaire mortaliteit) 5,7. Clopidogrel versus placebo Er werden geen studies gevonden die clopidogrel vergelijken met placebo bij patiënten met antecedenten van TIA/CVA, of bij patiënten met een hoog cardiovasculair risico. Dipyridamol versus placebo of controle Bij patiënten met divers arterieel vasculair lijden heeft dipyridamol een beperkt effect op het aantal cardiovasculaire accidenten (ongeveer 10% daling) maar de mortaliteit wordt niet beïnvloed a. In een metaanalyse die uitsluitend patiënten includeert met een voorgeschiedenis van een cerebrovasculaire aandoening, vindt men een randsignificante vermindering van het aantal recidieven van CVA (fataal of niet-fataal) b. In België heeft dipyridamol alleen voor de 200 mg dosis met vertraagde vrijstelling, de indicatie secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten. a. Uit een meta-analyse van 19 studies bij patiënten met divers arterieel vasculair lijden (waaronder 7 studies met patiënten met voorgeschiedenis van TIA en CVA) blijkt dat dipyridamol (onafhankelijk van de dosis of het type vasculair lijden) de vasculaire mortaliteit niet vermindert t.o.v. placebo. Dipyridamol geeft bij patiënten met arterieel vasculair lijden wel een vermindering van het aantal vasculaire events (vasculaire mortaliteit, nietfataal CVA, niet-fataal AMI of majeure bloedingen: RR 0,90 (95% BI van 0,82 tot 0,97). Dipyridamol geeft in de studies vergeleken met placebo geen aanleiding tot een significante stijging van extracraniële bloedingen of fatale extracraniële bloedingen 10. b. In één studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van een cerebrovasculaire aandoening vermindert dipyridamol het aantal recidieven van CVA (fataal en niet-fataal) met 18% maar het 95% BI gaat van 0,68 tot 1, en de p-waarde is 0,046 (dus afhankelijk van de berekeningswijze net wel of net niet significant). In de groep die dipyridamol kreeg was het aantal niet-fatale CVA s lager vergeleken met de controlegroep (OR 0,75; 95% BI van 0,59 tot 0,94), maar de vasculaire sterfte werd niet beïnvloed 11,12. Combinatie dipyridamol + acetylsalicylzuur versus placebo of controle De combinatie dipyridamol en wisselende doses acetylsalicylzuur (50 tot 1300 mg) vermindert het risico van cerebrovasculair accident en het risico van cardiovasculair accident t.o.v. placebo in secundaire preventie, maar heeft geen invloed op de cardiovasculaire mortaliteit a, b. a. Een Cochrane review met meta-analyse van 15 studies bij patiënten waaronder ook patiënten met een voorafbestaande cerebrovasculaire aandoening, toont met de combinatie een daling van het risico van vasculair accident (vasculaire mortaliteit, niet-fataal CVA, niet-fataal AMI of majeure bloedingen): OR 0,74 (95% BI van 0,68 tot 0,80). Voor de cardiovasculaire mortaliteit vindt men geen significant verschil tussen de combinatie en placebo: OR 0,89 (95%BI van 0,79 tot 1,01) 10. b. Een andere meta-analyse van 4 studies (n= patiënten) geeft de resultaten specifiek bij patiënten met een voorgeschiedenis van een cerebrovasculaire aandoening. De combinatie van dipyridamol en acetylsalicylzuur gaf, vergeleken met de controlegroep, een daling van het risico van fataal en niet-fataal CVA (over 24 tot 72 maanden NNT=24; 95% BI van 19 tot 32) en van AMI (OR 0,67; 95% BI van 0,48 tot 0,95). De totale mortaliteit werd niet beïnvloed 11,12. Orale anticoagulantia versus placebo bij patiënten zonder voorkamerfibrillatie Bij patiënten met een voorgeschiedenis van CVA of TIA zonder voorkamerfibrillatie zijn orale anticoagulantia niet superieur t.o.v. placebo. Orale anticoagulantia verhogen in vergelijking met placebo, namelijk de kans op fatale extracraniële en intracraniële bloedingen a. a. Een meta-analyse van 11 RCT s bij patiënten met een voorgeschiedenis van CVA of TIA zonder VKF toont t.o.v. placebo geen effect van orale anticoagulantia op vasculaire events of op mortaliteit. Bovendien is er een stijging van het aantal fatale intracraniële bloedingen (AR stijgt met 2%; 95% BI van 0% tot 4%) en majeure extracraniële bloedingen (AR stijgt met 5%; 95%BI van 3% tot 7%) 1. 8 ~ Transparantiefiche SECUNDAIRE PREVENTIE VAN CEREBROVASCULAIRE ACCIDENTEN - JUNI 2010

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de secundaire preventie van CVA, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de secundaire preventie van CVA, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de secundaire preventie van CVA, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2010. Secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten Zoekdatum

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder

Nadere informatie

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES De indicaties en praktische problemen van de antitrombotica waren reeds tweemaal het onderwerp van een themanummer van de Folia [Folia februari

Nadere informatie

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters.

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Opmerking: deze wijzigingen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter waren geldig ten tijde van het

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief?

Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief? Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief? Dr. R.M. van den Berg-Vos, neuroloog Vergroot endovasculaire behandeling de kans op een goed

Nadere informatie

KGBN. Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines.

KGBN. Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines. KGBN Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines. A/ ISCHEMIC STROKE / TIA & geen CHD : Heart Protection Study : Subgroep stroke antec. gerandomiseerd naar simvastatine

Nadere informatie

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes Nieuwe guidelines voor preventie Cardio 2013 Johan Vaes Waarom is preventie nodig? CV ziekten blijven belangrijkste doodsoorzaak Zowel mannen als vrouwen Overlijden voor 75 j is ten gevolge van CV ziekten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire

Nadere informatie

Aanpak van CVA. Robin Lemmens

Aanpak van CVA. Robin Lemmens Aanpak van CVA Robin Lemmens 25-4-2018 Casus 81 jarige man Risicofactoren: Hypertensie, diabetes Plotse hemiplegie rechts en spraakstoornis om 19u Volgende stap? 1. Huisarts laten komen 2. 112 bellen 3.

Nadere informatie

Rivaroxaban toevoegen aan aspirine bij zogezegde secundaire cardiovasculaire preventie?

Rivaroxaban toevoegen aan aspirine bij zogezegde secundaire cardiovasculaire preventie? Rivaroxaban toevoegen aan aspirine bij zogezegde secundaire cardiovasculaire preventie? Eikelboom JW, Connolly SJ, Bosch J, et al; COMPASS Investigators. Rivaroxaban with or without aspirin in stable cardiovascular

Nadere informatie

CVA herseninfarct. Beleid na TIA/ 9 juni 2010. J.L.W. Bosboom Neuroloog, OLVG

CVA herseninfarct. Beleid na TIA/ 9 juni 2010. J.L.W. Bosboom Neuroloog, OLVG Beleid na TIA/ CVA herseninfarct 9 juni 2010 J.L.W. Bosboom Neuroloog, OLVG Inleiding Inleiding CVA Cerebrovasculair accident Infarct 80% Bloeding 20% Carotis 80% Vertebrobasilair 20% ICH / SAB / SDH Inleiding

Nadere informatie

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Dr. Mike Peters Internist VU medisch centrum Amsterdam mjl.peters@vumc.nl Ouderen passen niet in een richtlijn 1. Dhr S, 89 jaar,

Nadere informatie

Secundaire preventie na een TIA/CVA

Secundaire preventie na een TIA/CVA Consultatiedocument Farmacotherapeutisch Kompas voor registratiehouders Graag reactie voor 31 januari 2018 van de registratiehouders die volgens de consultatieprocedure kunnen reageren. Secundaire preventie

Nadere informatie

Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties. Haffner, NEJM 1998 UKPDS. T2DM, HbA1c, en HVZ 12-7-2011

Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties. Haffner, NEJM 1998 UKPDS. T2DM, HbA1c, en HVZ 12-7-2011 Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties Haffner, NEJM 998 microvasculaire afwijkingen nefropathie retinopathie neuropathie macrovasculaire afwijkingen coronaire hartziekten cerebrovasculaire

Nadere informatie

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald

Nadere informatie

TIA/ herseninfarct van spoed- naar ketenzorg

TIA/ herseninfarct van spoed- naar ketenzorg TIA/ herseninfarct van spoed- naar ketenzorg neurologie Folkert Hoekstra, huisarts Renske van den Berg-Vos, neuroloog ACUTE FASE stroke ketenzorg START CHRONISCHE FASE 3 NHG standaard beroerte nieuwe standaard

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren. Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG

Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren. Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG Epidemiologie van atriumfibrilleren (AF) Meest voorkomende ritmestoornis in de westerse wereld Gemiddeld

Nadere informatie

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: INDICATIES EN PRAKTISCHE PROBLEMEN

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: INDICATIES EN PRAKTISCHE PROBLEMEN ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: INDICATIES EN PRAKTISCHE PROBLEMEN Het doel van dit themanummer is een synthese te geven van de beschikbare informatie over antitrombotische behandeling in de eerste lijn,

Nadere informatie

Trombocytenaggregatieremmers bij de secundaire preventie na een herseninfarct/tia.

Trombocytenaggregatieremmers bij de secundaire preventie na een herseninfarct/tia. Trombocytenaggregatieremmers bij de secundaire preventie na een herseninfarct/tia. Farmacologische aspecten clopidogrel Ralf Stemkens Ziekenhuisapotheker i.o. 27 september 2016 Inleiding Na herseninfarct/tia:

Nadere informatie

vertigo beoordeling op de SEH Bart van der Worp

vertigo beoordeling op de SEH Bart van der Worp vertigo beoordeling op de SEH Bart van der Worp disclaimer geen duizeligheidsexpert geen belangenverstrengeling oorzaken duizeligheid vestibulair centraal cardiovasculair intoxicatie metabool BPPD neuritis

Nadere informatie

Cerebrovasculaire aandoeningen. Patricia Halkes 19-03-2013

Cerebrovasculaire aandoeningen. Patricia Halkes 19-03-2013 Cerebrovasculaire aandoeningen Patricia Halkes 19-03-2013 Wat is een CVA? CerebroVasculair Accident CerebroVasculair Accident CerebroVasculair Accident CerebroVasculair Accident Oftewel in goed Nederlands

Nadere informatie

Dipyridamol effectief na TIA of herseninfarct

Dipyridamol effectief na TIA of herseninfarct Arianne Verburg, Paul Janssen, Henk van Weert Onderzoek Dipyridamol effectief na TIA of herseninfarct Samenvatting Verburg AFE, Janssen PGH, Van Weert HCPM. Dipyridamol effectief na TIA of herseninfarct.

Nadere informatie

Bloedingen onder antitrombotische medicatie

Bloedingen onder antitrombotische medicatie Bloedingen onder antitrombotische medicatie Timing van herstarten Marieke Gimbel, arts-onderzoeker cardiologie 06-11-2018 Disclosure belangen spreker Marieke Gimbel - St. Antonius ziekenhuis Geen (potentiële)

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014

Nadere informatie

Statines en cardiovasculaire preventie: de 'Heart Protection Study'

Statines en cardiovasculaire preventie: de 'Heart Protection Study' Statines en cardiovasculaire preventie: de 'Heart Protection Study' Heart Protection Study Collaborative Group. MRC/BHF Heart Protection Study of cholesterol lowering with simvastatin in 20 536 high-risk

Nadere informatie

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter Bijlage III Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter Opmerking: Deze wijzigingen aan de relevante delen van de Samenvatting van

Nadere informatie

Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico

Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico Geeske Peeters Susan Tett Samantha Hollingworth Danijela Gnijdic Sarah Hilmer Annette Dobson Ruth Hubbard Richtlijn Acuut Coronair Syndroom

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 198 Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de effectiviteit van clopidogrel en tirofiban in patiënten met een acuut hart infarct verwezen voor een spoed dotter behandeling. In hoofdstuk 1 werd

Nadere informatie

Richtlijnen voor de behandeling van voorkamerfibrillatie. Dr E Raymenants Cardiologie St Maarten

Richtlijnen voor de behandeling van voorkamerfibrillatie. Dr E Raymenants Cardiologie St Maarten Richtlijnen voor de behandeling van voorkamerfibrillatie Dr E Raymenants Cardiologie St Maarten Inhoud o Epidemiologie Prevalentie Prognose Associatie met CV en andere aandoeningen o Definities & types

Nadere informatie

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors Gender differences in heart disease Dr Danny Schoors Women are meant to be loved, not to be understood Oscar Wilde (1854-1900) 2 05/01/16 Inleiding Cardiovasculaire ziekte 7 tot 10 jaar later dan bij mannen

Nadere informatie

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Primaire of essentiële (95%) Secundaire (5%) G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist, jan. 2012 2 Bloeddruk

Nadere informatie

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties?

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Home no. 3 Juni 2018 Eerdere edities Verenso.nl Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Critical Appraisal of Topics Mariëlle Winters mariellewinters@gmail.com Aanleiding

Nadere informatie

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Achtergrond Het Klinefelter syndroom(ks): Genetisch kenmerk extra X-chromosoom:

Nadere informatie

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling Is de NHG-Standaard nog up-to-date? MONITORING VAN ONDERBEHANDELING! Simon Verhoeven en Daniel Tavenier MAAR HOE ZIT HET MET OVERBEHANDELING? Sterfte

Nadere informatie

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard

Nadere informatie

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta.

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta. Niet dezelfde piramide voor elke vraag Evidence piramide Gecontroleerde studies Welk studie type? 3 1 Effect van roken op longkaner Richard Doll 1951: prospectieve studie 2/3 mannelijke Britse artsen Goede

Nadere informatie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een

Nadere informatie

(Acute) hypertensiebehandeling bij herseninfarct/bloeding. Bert-Jan van den Born

(Acute) hypertensiebehandeling bij herseninfarct/bloeding. Bert-Jan van den Born (Acute) hypertensiebehandeling bij herseninfarct/bloeding Bert-Jan van den Born Leerdoelen Welke behandeling in acute fase infarct/bloeding? - grenswaarden en streefwaarden? - IV middel? Hoe na de acute

Nadere informatie

Evidence-based Lifestyle Advies

Evidence-based Lifestyle Advies Evidence-based Lifestyle Advies Focus op dieet Willem Bax*, Internist-nefroloog-vasculair geneeskundige Vaatcentrum Alkmaar *,Conflict of interest m.b.t. onderwerp: geen 1 Vrouw, 48 jaar, VG: RA, zus DM-2,

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands 137 Sinds de jaren zeventig daalt de sterfte aan een beroerte, terwijl de incidentie ongeveer gelijk is gebleven. Uit een scenario-analyse

Nadere informatie

Bloeddruk: hoe lager hoe beter?

Bloeddruk: hoe lager hoe beter? Bloeddruk: hoe lager hoe beter? Zijn de SPRINT en andere studies van nut voor met name de oudere type 2 patiënten? Dr. K.J.J. (Hans) van Hateren Huisarts & onderzoeker Geen Conflicts of interest Number

Nadere informatie

Diabetes en hart- en vaatziekten. CVRM nieuwe stijl. Nieuwe richtlijn CVRM 2011 14-6-2013. Risicostratificatie. Wanneer risicostratificatie?

Diabetes en hart- en vaatziekten. CVRM nieuwe stijl. Nieuwe richtlijn CVRM 2011 14-6-2013. Risicostratificatie. Wanneer risicostratificatie? Diabetes en hart- en vaatziekten CVRM nieuwe stijl ~65% van alle sterfgevallen bij DM als gevolg van HVZ CVRM bij diabetes mellitus Karin Kaasjager Langerhansdagen 2013 Dood door HVZ 2- to 4-verhoogd Cardiovasculaire

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/37622 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/37622 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/37622 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Peet, Petra van Title: Secondary cardiovascular prevention in old age Issue Date:

Nadere informatie

Perioperatief beleid. van patiënten behandeld met bloedverdunners

Perioperatief beleid. van patiënten behandeld met bloedverdunners Perioperatief beleid van patiënten behandeld met bloedverdunners Perioperatief beleid van patiënten behandeld met plaatjesremmers Aspirine en/of ADP receptor inhibitor (Plavix of clopidogrel, Efient of

Nadere informatie

DE TRANSPARANTIEFICHES: EEN UPDATE

DE TRANSPARANTIEFICHES: EEN UPDATE DE TRANSPARANTIEFICHES: EEN UPDATE ADHD Een gerandomiseerde dubbelblinde studie bij 516 kinderen en adolescenten met ADHD vond een beter effect op de ADHDsymptomen met methylfenidaat (Concerta, Rilatine

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Antistolling: Kunt u het bijhouden?

Antistolling: Kunt u het bijhouden? Antistolling: Kunt u het bijhouden? Trombocytenaggregatieremming anno 2016 Sander Damen, arts-onderzoeker cardiologie Cyril Camaro, cardioloog 27-09-2016 Inhoud Achtergrond trombocytenaggregatieremming

Nadere informatie

Diabetes en ouder worden Dr. K.J.J. van Hateren

Diabetes en ouder worden Dr. K.J.J. van Hateren Diabetes en ouder worden Dr. K.J.J. van Hateren Huisarts, lid DiHAG Senior-onderzoeker Diabetes kenniscentrum Disclosure Geen conflicts of interest De toekomst!!! >25% = >75 jaar Karakteristieken ouderen

Nadere informatie

Plaatjesremming na een TIA of herseninfarct: de stand van zaken

Plaatjesremming na een TIA of herseninfarct: de stand van zaken Plaatjesremming na een TIA of herseninfarct: de stand van zaken 1 Antiplatelet therapy after TIA or stroke current status Mw. S.M. Zinkstok 1, mw. S.M. Zuurbier 1, prof. dr. Y.B.W.E.M. Roos 2 Samenvatting

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/66111 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Streit, S.R. Title: Perspectives on treating hypertension in old age : the burden

Nadere informatie

Bloeddrukregeling: hoger? lager?

Bloeddrukregeling: hoger? lager? www.hhzhlier.be 1 h.-hartziekenhuis vzw Bloeddrukregeling: hoger? lager? Dr. L. Nestor Geriater www.hhzhlier.be 2 To fall or not to fall HYPERTENSIE BIJ BEJAARDEN: How to treat? That s the question! Bloeddrukregeling

Nadere informatie

De Carotis (halsvaat OK) WJ Schuiling Anja van Schelven

De Carotis (halsvaat OK) WJ Schuiling Anja van Schelven De Carotis (halsvaat OK) WJ Schuiling Anja van Schelven Oorzaken van het herseninfarct 1. artherosclerose grote vaten 2. aantasting kleine bloedvaten (lacunes) 3. cardiaal embool 4. niet-atherosclerotische

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

Zorgpad Atriumfibrilleren (AF)

Zorgpad Atriumfibrilleren (AF) Zorgpad Atriumfibrilleren (AF) Highlights Ziekenhuizen 2017 Hans Ros, ziekenhuisapotheker Inhoud Wat is AF? Hoe ontstaat een CVA (beroerte)? Behandeling AF: 4 peilers Orale antistolling 1 2016 ESC Guidelines

Nadere informatie

Time is brain J.M.P. Rovers, Clinic Allemaal Transmuraal,

Time is brain J.M.P. Rovers, Clinic Allemaal Transmuraal, Time is brain Getallen, waar doen we het voor Prevalentie en incidentie beroerte Sterfte NL / Lokaal Prevalentie en incidentie, NL 2015 437.100 mensen met een beroerte 53.800 nieuwe TIA patiënten 41.300

Nadere informatie

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK. psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK. psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN Globaal Cardiovasculair Risico Sommige gedragingen in ons dagelijks leven vergroten de kans dat we vroeg of laat problemen

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Behandeling van het acute herseninfarct

Behandeling van het acute herseninfarct Behandeling van het acute herseninfarct VPL symposium 14-03-2014 Puck Fransen, onderzoeker neurologie, Erasmus MC Inhoud Achtergrond (epidemiologie/etiologie) Behandeling endovasculaire behandeling Huidige

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 12 Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding en beschrijft de achtergronden en het doel van dit proefschrift. Met het stijgen van de leeftijd nemen de incidentie en prevalentie van hart- en vaatziekten

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33063 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tan, Melanie Title: Clinical aspects of recurrent venous thromboembolism Issue

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Onderzoeksagenda Huisartsgeneeskunde 1

Onderzoeksagenda Huisartsgeneeskunde 1 1 Diagnostische waarde van troponinebepaling in de huisartsenpraktijk Troponine T en I hebben als unieke eigenschap dat ze hartspecifiek zijn en hun rol in de diagnose van een acuut myocardinfarct is daarmee

Nadere informatie

Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose.

Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. 1 Samenvatting Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. Zowel arteriële trombose (trombose

Nadere informatie

Samen zorgen. Samen zorgen wij voor de beste zorg bij een acuut hartinfarct

Samen zorgen. Samen zorgen wij voor de beste zorg bij een acuut hartinfarct Samen zorgen Samen zorgen wij voor de beste zorg bij een acuut hartinfarct Goof Zonneveld, huisarts in Sint Pancras en kaderhuisarts HVZ Secundaire preventie Verbinding tussen 2 e en 1 e lijn NVVC-Connect

Nadere informatie

Combinatietherapie van TARs en NOACs

Combinatietherapie van TARs en NOACs NECF nascholing 27-9-2016 Combinatietherapie van TARs en NOACs Margreet Warlé-van Herwaarden, openbaar apotheker, Groesbeek Harvey Fijn, cardioloog i.o., CWZ Inhoud Inleiding (dilemma en gevolgen combineren,

Nadere informatie

Kent u de cijfers van uw hart?

Kent u de cijfers van uw hart? Kent u de cijfers van uw hart? CHOLESTEROL? GEWICHT/ BUIKOMTREK? UW? BLOEDDRUK? SUIKERGEHALTE? V.U.: Dr Freddy Van de Casseye - Elyzeese-Veldenstraat 63-1050 Brussel Belgische Cardiologische Liga www.cardiologischeliga.be

Nadere informatie

Herstart antistolling na bloeding. Karina Meijer internist-hematoloog UMCG

Herstart antistolling na bloeding. Karina Meijer internist-hematoloog UMCG Herstart antistolling na bloeding Karina Meijer internist-hematoloog UMCG 020318 Disclosures Onderzoeksgeld van Bayer en Pfizer (voor hemofiliegerelateerde projecten), van Sanquin voor PCC studie Speaker

Nadere informatie

Tabel: Overzicht van de studieresultaten.

Tabel: Overzicht van de studieresultaten. 1 Educatieve interventies om de therapietrouw bij diabetes mellitus type 2 te verbeteren Subanalyse van een systematische review van gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken Tabel: Overzicht van de studieresultaten.

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE

CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE PROF DR MAJON MULLER INTERNIST OUDERENGENEESKUNDE DISCLOSURE POTENTIAL CONFLICTS OF INTEREST GEEN POTENTIËLE BELANGENVERSTRENGELING 1 Myocard Infarct Hart

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld

Workshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld Workshop voor apothekers en huisartsen Altijd een statine bij hart- en vaatziekten en type-2-diabetes? t Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen en inleiding Presentatie ti

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling van het acute herseninfarct

Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling van het acute herseninfarct Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling van het acute herseninfarct Annemarie Wijnhoud neuroloog IJsselland Ziekenhuis Monique Putter-Lander & Thomas Rekveldt huisartsen Rotterdam Belangen 17-4-2015

Nadere informatie

Cardiale oorzaken CVA

Cardiale oorzaken CVA CVA Up to Date in RZ Tienen 2/2017 Cardiale oorzaken CVA Opening STROKE-Unit 2/2017 Dr DE WOLF Axel, Cardiologie Is er een cardio-emboligene bron? Voorkamerfibrillatie Endocarditis Myocardinfarct + akinesie

Nadere informatie

Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts

Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen Nikkie Aarts Afdeling Epidemiologie & Inwendige Geneeskunde 3 de Lustrum Farmacovigilantie Platform Nederland Dinsdag 19 mei 2015 Promotietraject In de dagelijkse

Nadere informatie

Casus. PrevalenOe OSAS 17-04-16. Als OSAS je na aan t hart staat Cardiovasculaire aspecten van OSAS. Disclosures

Casus. PrevalenOe OSAS 17-04-16. Als OSAS je na aan t hart staat Cardiovasculaire aspecten van OSAS. Disclosures 170416 Disclosures Als OSAS je na aan t hart staat Cardiovasculaire aspecten van OSAS Geen (potentiële) belangenverstrengeling Bedrijfsnamen Voor bijeenkomsten mogelijk relevante relaties met bedrijven

Nadere informatie

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io CVRM kwetsbare ouderen Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Vallen komt in alle leeftijdsgroepen voor, maar vormt vooral bij ouderen een groot gezondheidsprobleem. Onder een val wordt verstaan een gebeurtenis waarbij de betrokkene onbedoeld op de grond of een lager

Nadere informatie

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Prof Dr Johan De Su.er Universiteit Gent AZ Maria Middelares Gent Sta:ne gebruikers in België : 2005-2015 CM rapport 2015 ZIV uitgaven voor sta:nes: 2005-2015

Nadere informatie

Behandeling van hypertensie

Behandeling van hypertensie NECF onderwijsbijeenkomst 19 juni 2014 Farmacotherapie bij 80+ers: Waar zijn we eigenlijk mee bezig? Behandeling van hypertensie Evelien Lutke Schipholt, apotheker externe instellingen, CWZ Gerard Rongen,

Nadere informatie

Hypertensie bij ouderen

Hypertensie bij ouderen Medisch Symposium: Geriatrie voor Huisartsen 01/10/2011 Hypertensie bij ouderen Em. Prof. R. Fagard Afdeling Hypertensie en Cardiovasculaire Revalidatie KU Leuven SBP and DBP (mmhg) Bloeddruk vs leeftijd

Nadere informatie

Carotischirurgie, een halszaak. BRV jaarcongres Reehorst, Ede 12-03-2016

Carotischirurgie, een halszaak. BRV jaarcongres Reehorst, Ede 12-03-2016 Carotischirurgie, een halszaak BRV jaarcongres Reehorst, Ede 12-03-2016 Anatomie Carotis pathologie Stenoserend vaatlijden Dilaterend vaatlijden Dissectie Carotis pathologie Dilaterend Zeldzaam Atherosclerose,

Nadere informatie

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB B. J. Snel AIOS anesthesiologie Rowland MJ, Hadjipavlou G. Delayed cerebral ischemia after subarachnoid haemorrage: looking beyond vasospasm. Br J

Nadere informatie

Alain Van Meerhaeghe, Service de pneumologie et GERHPAC, Hôpital Vésale, CHU-Charleroi

Alain Van Meerhaeghe, Service de pneumologie et GERHPAC, Hôpital Vésale, CHU-Charleroi Associatie van inhalatiecorticosteroïden met langwerkende bèta-2-mimetica bij COPD-patiënten met een verhoogd cardiovasculair risico: wat is het effect op mortaliteit? Vestbo J, Anderson JA, Brook RD,

Nadere informatie

24 september 2015. Van harte welkom!

24 september 2015. Van harte welkom! 24 september 2015 Van harte welkom! Programma 20.00: Welkom Wendy de Valk, verpleegkundig specialist cardiologie 20.10: Het vrouwenhart. Is er verschil tussen mannen en vrouwen? Mw. A. Lubbert-Verberkmoes,

Nadere informatie

Behandeling na een acuut coronair syndroom

Behandeling na een acuut coronair syndroom Behandeling na een acuut coronair syndroom Een nieuwe uitdaging in de ketenzorg CVRM Nascholing Stedelijke werkgroep Amsterdam 9 en 14 juni 2010 A.L.M. Bakx, cardioloog, BovenIJ Ziekenhuis SECUNDAIRE PREVENTIE

Nadere informatie

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of

Nadere informatie

Samenvat ting en Conclusies

Samenvat ting en Conclusies Samenvat ting en Conclusies Samenvatting en Conclusies 125 SAMENVAT TING EN CONCLUSIES In dit proefschrift werd de invloed van viscerale obesitas en daarmee samenhangende metabole ontregelingen, en het

Nadere informatie

De rol van kalium op de bloeddruk. Wilko Spiering, internist-vasculair geneeskundige Afd. Vasculaire Geneeskunde

De rol van kalium op de bloeddruk. Wilko Spiering, internist-vasculair geneeskundige Afd. Vasculaire Geneeskunde De rol van kalium op de bloeddruk Wilko Spiering, internist-vasculair geneeskundige Afd. Vasculaire Geneeskunde Disclosure belangen spreker - dr. W. Spiering Nationaal Hypertensie Congres 7 februari 2014

Nadere informatie

Acetylsalicylzuur is een plaatjesaggregatieremmer

Acetylsalicylzuur is een plaatjesaggregatieremmer Stand van zaken Toegevoegde waarde van clopidogrel in cardiologie en neurologie Freek W.A. Verheugt, Geert-Jan Geersing en L. Jaap Kappelle Bloedplaatjesaggregatieremmers reduceren het risico op complicaties

Nadere informatie

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van voorkamerfibrillatie, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van voorkamerfibrillatie, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van voorkamerfibrillatie, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008. Voorkamerfibrillatie Publicatiedatum tot 15 september 2015 Epidemiologische

Nadere informatie

Symposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose. prof dr Danny Schoors

Symposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose. prof dr Danny Schoors Symposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose prof dr Danny Schoors Arteriële hypertensie Epidemiologische studies Duidelijke relatie tussen bloeddruk

Nadere informatie

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008.

Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008. Deze online versie bevat alle beschikbare updates over de aanpak van stabiele angor, gevolgd door de Transparantiefiche van juni 2008. Stabiele angor Zoekdatum tot 15 maart 2015 Medicamenteuze aanpak Bij

Nadere informatie

Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten

Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten Evidence-based richtlijn van de German Nutrition Society Van vezels tot suikers: koolhydraten omvatten een brede range van voedingsstoffen. Wat is er precies

Nadere informatie

Stadia chronische nierschade

Stadia chronische nierschade Factsheet Nieren en nierschade deel 3 Nierschade vraagt om continue alertheid en aandacht van de behandelaar Nierfunctie en eiwitverlies: voorspellers van complicaties Stadia chronische nierschade Nierschade

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Content. AF & Nierfalen: Epidemiologie. AF & Nierfalen: Epidemiologie. Disclosures: Epidemiologie: AF en Nierfalen. AF en Nierfalen: kip of ei?

Content. AF & Nierfalen: Epidemiologie. AF & Nierfalen: Epidemiologie. Disclosures: Epidemiologie: AF en Nierfalen. AF en Nierfalen: kip of ei? Disclosures: Zeg eens A. Over Atrium fibrilleren en Antistolling in ESRD Geen Marjolijn van Buren Internist-Nefroloog Content Epidemiologie: en Nierfalen & Nierfalen: Epidemiologie whites ARIC study Atheroslerosis

Nadere informatie