Remote io Manager On Citrix

Transcriptie

1 Versie: 2 (RevNum: 2) Created: 28-jan :14:00 Edited: 16-jun :39:00 by RB Printed: 23-mei :21:53 Z:\~PROJECTEN\Citrix \Healthcare.nl\ Remote IO manageroncitrix.doc Remote io Manager On Citrix Versie 2.2 Datum Wie Versie Opmerkingen DS V1.0 Interne Versie (1) Starten met het schrijven van deze Handleiding DS V2.0 Laatste wijzigingen doorgevoerd ivm volgorde van hoofdstukken DS V2.1 Document Ready to Print RB V2.2 Diverse aanpassingen in de tekst Nedap N.V Page 1 of 25

2 1. Algemeen Indeling en opzet Hardware specificaties De opstelling Stappenplan Remote io Manager installeren Methode 1 dos commando: Methode2 Windows commando: Script en ini files Batch Script Redirecten van de COM poort Opbouw van het datalog.ini bestand Communicatie settings FTP Settings Bijlage IOM.bat Bijlage datalog.ini... 2 Nedap N.V Page 2 of 25

3 1. Algemeen Het doel van dit document is het uit een zetten van de stappen die moeten worden ondernomen om de Nedap Remote io Manager applicatie geschikt te maken voor Citrix. Let op, dit document is geschreven om te worden gebruikt in combinatie met Citrix. Wanneer we alleen Microsoft Terminal Server gebruiken, zijn een aantal opties niet mogelijk. Dit komt omdat als het ware de Citrix sofware boven op de Microsoft Terminal Software draait. Hierdoor zijn er met Citrix geavanceerdere instellingen mogelijk dan met Microsoft Terminal Server. Dit document behandelt uitsluitend de configuratie die additioneel moet worden doorgevoerd om de Remote io Manager Applicatie voor Citrix Server geschikt te maken. De installatie van de Citrix Server worden niet behandeld. Wel gaan we in vogelvlucht de installatie van de Remote io manager applicatie behandelen omdat dit onder Citrix iets afwijkt van wat we gewend zijn. Zie hiervoor het hoofdstuk Remote io Manager installeren 2. Indeling en opzet. Voor de test hebben we twee Terminal Clients gebruikt en een Citrix Server. Deze communiceren met de io-application server via een 100 Mb netwerk. Op de 2 clients en de server zijn één io-docking station op de RS232 poort 1 (COM-1) aangesloten. Hieronder zijn de diverse onderdelen gespecificeerd. In de tekening van 2.2 is een overzicht geschetst Hardware specificaties. 3 x Nedap io Docking stations versie 3 1 x Citrix Metaframe Terminal Server versie x Wyse Cliënt Terminal WT3125SE 1 x NEOWARE Cliënt Terminal CS7955N 1 x Remote io Manager Software V jan x io (Nummer 10006, en 11259) 1 x io Application Server. (versie Nedap Support) 2.2. De opstelling De opstelling is als volgt. Citrix Server IOM1 Terminal IOM2 iodocking 02 iodocking 01 iodocking 03 Terminal IOM3 Printer Healthcare Server Applicatie V De Citrix Server dient tevens als io-station 01. Nedap N.V Page 3 of 25

4 2.3. Stappenplan. Omdat je bij het installeren en configureren snel het overzicht kunt verliezen maken we een stappenplan. 1. Als eerste moeten we er voor zorgen dat we een geïnstalleerde en geconfigureerde Citrix server hebben. Tevens moet er een client geïnstalleerd en geconfigureerd zijn waarmee je de Remote io Manager applicatie kunt starten op deze Citrix server. (zie hoofdstuk 7.1) 2. Wanneer de Citrix Server up en running is kunnen we de Remote io Manager applicatie gaan installeren. Let erop dat het installeren van een applicatie op een Citrix via Add/Remove Software moet gaan. Zie hoofdstuk 3 Remote io Manager Software installeren 3. Om het mogelijk te maken dat de applicatie kan printen, zorgen we ervoor dat er op Citrix een default printer beschikbaar is. Netwerk of Lokaal maakt niet uit. 4. Indien nodig maken we nieuwe accounts aan voor de verschillende io-docking cliënts. Als dit al is gebeurd maken we gebruik van bestaande accounts. 5. Aanmaken van de verschillende datalog_x.ini files. 6. Aanmaken van het IOM.bat script. Redirecten van de RS232 poort. 7. De Citrix server inrichten. 8. De ICA-Cliënt installeren op de cliënt. 9. De ICA-Cliënt configureren. Voor onze test heb ik de volgende voorbeeld accounts aangemaakt. Indien er gebruik wordt gemaakt van bestaande accounts zijn deze natuurlijk niet nodig. Account Password Opmerking IOM01 nedap Hiermee loggen we aan op de server IOM02 nedap Hiermee loggen we aan op de Wyse terminal IOM03 nedap Hiermee loggen we aan op de NEOWARE terminal Nedap N.V Page 4 of 25

5 3. Remote io Manager installeren De installatie van software onder Citrix gaat iets anders dan we gewend zijn. Voordat we bij Citrix iets kunnen installeren moet het OS in een zogenaamde install modes worden gezet. We kunnen deze modes op twee manieren bereiken: 3.1. Methode 1 dos commando: Door op de command prompt het volgende commando te geven: change user /install hierdoor komt het OS in de installation mode. Wanneer we klaar zijn met de installatie van de software schakelen we met het commando change user /execute terug naar de RUN modes. De actuele mode van het systeem is op te vragen met change user /query. In het kort: Zet het OS in de installation modes met change user /install Installeer de software. Zet het OS weer terug in RUN modes met change user /execute Nedap N.V Page 5 of 25

6 3.2. Methode2 Windows commando: Via Windows Add/Remove Programs is het ook mogelijk om in de installation modes van de Citrix server te komen. Ga hiervoor naar : Start -> Settings -> Control Pannel -> Add/Remove Programs -> Add New Program. Kies nu de optie To add a program from a CD-ROM or floppy disk, click CD or Floppy. De Citrix /Terminal server wordt nu automatisch in de installation modes gezet om de installatie van software op een multie user omgeving mogelijk te maken. Plaats de HealthCare Applicatie CD en klik op Next. Selecteer Browse en ga naar de io-manager applicatie op CD-ROM. Selecteer met de muis het bestand HealthCareSetup.exe en klik op Open. Nedap N.V Page 6 of 25

7 In dit venster kunnen we de default directory wijzigen. Indien hiervoor geen goede redenen zijn laten we dit zoals in het voorbeeld en klikken op Next. Druk op Next, Druk op Next Klik op Yes wanneer deze melding komt. Klik op Next wanneer deze melding komt. Klik op Yes wanneer deze melding komt. Nedap N.V Page 7 of 25

8 In dit venster kunnen we de verschillende applicaties kiezen. Indien hiervoor geen goede redenen zijn laten we dit zoals in het voorbeeld en klikken op Next. Selecteer de opties zoals hiernaast zijn aangegeven en klik op Next. In het venster Select Additional Tasks wordt geen van de opties geselecteerd en klik op Next. Het venster met een overzicht van wat en waar wat wordt geïnstalleerd verschijnt. Wanneer alles naar wens is klikken we op Install. Nedap N.V Page 8 of 25

9 De progress balk verschijnt. Wanneer de Remote io Manager software is geinstalleerd verschijnt het venster hiernaast en we kunnen op Finish klikken. Tot zover de standaard installatie van de Remote io Manager. We gaan nu verder met de stappen die moeten worden gedaan om ervoor te zorgen dat de install modes van Citrix weer wordt gesloten. Wanneer we zeker weten dat de installatie klaar is, geen van de Remote io Manager vensters zijn nog actief, kunnen we op Finish klikken. Kik op Next. Nedap N.V Page 9 of 25

10 Klik op Close en sluit het Add/Remove Programs venster. De Installatie van Remote io Manager is nu klaar. In de folder C:\Program Files\ iolight\ staan alle programma s en ini files die, in beginsel, voor het programma nodig zijn. Om het programma op de server te testen of het werkt gaan we naar de volgende locatie: C:\Program Files\ iolight\root\work\,en starten het programma TXTShell.exe. Het programma wordt nu gestart en na enige tijd zien we rechts in de onderhoek het Remote io Manager symbool. Wanneer we hierop klikken opent de Remote io Manager applicatie zich en kunnen we de instellingen aanpassen door vervolgens op file -> Setup te klikken. Geef het Administrator password en maak de juiste instellingen om de io te gebruiken met de juiste HealthCare Server. Wanneer alles is ingesteld, details kun je vinden in de Remote io Manager handleiding, krijg je de volgende schermen van links naar rechts wanneer je een io in het io Docking station plaatst. Wanneer dit niet het geval is raadpleeg dan de Remote io Manager handleiding voor details. Wij gebruiken de andere weg en passen direct de datalog.ini aan die in C:\Program Files\ iolight\root\work\ staat. Nedap N.V Page 10 of 25

11 4. Script en ini files. Voordat we de io Docking op de verschillende cliënts kunnen gebruiken moeten we eerst twee problemen oplossen. Als eerste is er het probleem dat ieder io Docking station een andere instelling heeft. Het tweede probleem is dat de Citrix Cliënt, lokaal aan zijn RS232 communicatie poort een io docking station heeft hangen voor het uitlezen van de io s Batch Script. Het eerste probleem van de verschillende uitleesstations lossen we op door voor iedere io Docking een eigen datalog_x.ini te maken en deze bij het starten van de applicatie aan te roepen. Het verschil in deze bestanden is de naam van de io Docking. De ini file wordt door een Batch script aangeroepen. (IOM.bat) C:\Program Files\ iolight\root\work\iom.bat datalog_x.ini datalog_x.ini staat dan voor de desbetreffende ini file die gebruikt wordt. Het IOM.bat script heeft de volgende script regens: De nummers voor de regels zijn alleen voor de uitleg en zijn niet in het script geplaatst. 01 Rem ######################################################## 02 Rem # Batch programma om de io-light applicatie te starten # 03 Rem # onder Citrix Nedap # 04 Rem ######################################################## Rem #BEGIN################################################## 07 off 09 echo Start io-light applicatie on Citrix for terminal %1 10 net use com1: \\client\com1: 11 "C:\Program Files\ iolight \root\work\txtshell.exe" %1 12 net use com1 /delete Rem #EINDE############################################### Regel 01 t/m 07 zijn commentaar regels het batch script begint pas bij regel 08. Hier wordt de echo functie uitgezet waardoor de afzonderlijke commando s bij het starten van het script niet op het scherm zichtbaar zijn. Eventueel kan dit tijdelijk, voor debug doeleinden, worden uitgezet. Regel 09 geeft de naam (%1) van het ini bestand weer op het scherm. Regel 10 zorgt ervoor dat onder Citrix de RS232 communicatie poort 1 wordt geredirect naar de RS232 communicatie poort van de applicatie op de server Regel 11 start het io-light programma met de bijbehorende ini file (%1). Regel 12 zorgt ervoor dat na het beëindigen van het io-light programma de redirection van de RS232 communicatie poort wordt opgeheven. Nedap N.V Page 11 of 25

12 5. Redirecten van de COM poort. Op de Citrix server draaien de applicatie en op de cliënt worden de beelden weergegeven en de muis bewegingen en toetsaanslagen teruggestuurd. Nu is het mogelijk om met Citrix een communicatie poort te redirecten van de server naar de cliënt. Hierdoor is het mogelijk om de lokale RS232 communicatie poort van de cliënt te gebruiken om de io Docking station aan te sturen. Het redirecten van een compoort gebeurd met het commando net use com1: \\client\com1: LET OP: DIT COMMANDO WERKT ALLEEN ONDER CITRIX. MET MICROSOFT TERMINAL-SERVER WERKT DIT TRUCJE NIET. Met Microsoft Terminal Server kunnen je alleen de com-poorten redirecten die ook fysiek in de server aanwezig zijn. Dus heb je in de server com 1 en 2 dan kun je met Microsoft Terminal Server aan 2 iomanager cliënts een com-poort toewijzen. datalog1.ini (Voor de eerste io Docking IOM01 op de Citrix server zelf) datalog2.ini (Voor de tweede io Docking IOM02 Wyse terminal) datalog3.ini Voor de derde io Docking IOM03 NEOWARE Terminal) Nedap N.V Page 12 of 25

13 5.1. Opbouw van het datalog.ini bestand In bijlage datalog.ini zien we een voorbeeld van de hele datalog.ini file. Alleen het dikgedrukte moeten we in ons geval aanpassen: We hebben dit stukje eruit gehaald en hieronder nog eens verduidelijkt Communicatie settings. [Poort1] DirectLink=1 IrdaUsed=1 ComPort=1 BaudRate= FTP Settings. [FTP] Gebruiken=1 Host=supportsrv04 UploadDir=/ ClientID=datalog_1 ReadyID=RDY UserID=anonymous Passw= ComPort communicatie poort aan die wordt gebruikt (1 = com1) 2 = com2 enz) Baudrate die wordt gebruikt voor de communicatie met de IO Device= Netwerknaam van de FTP server. Home directory van de IO op de FTP server. (/ = root) Naam van het IO Docking station. Deze is per IO verschillend. Naam voor het ReadyID bericht. Login naam FTP gebruiker. Is optioneel. We kunnen dit natuurlijk ook aanpassen door gebruik te maken van de iomanager applicatie. Hoe je dat kunt doen is te lezen in de iomanager handleiding. Binnen één en dezelfde vestiging en gebruik makende van één en de zelfde FTP server is er maar één verschil in de datalog_x.ini file namelijk de naam van de io-docking. Deze wordt gedefinieerd in de datalog_x.ini door de parameter: ClientID=IODocking_x. Achter ClientID= kunnen we iedere willekeurige naam gebruiken. Omdat we nu weten dat we alleen de ClientID= naam hoeft te worden aangepast, kunnen we de verschillende datalog_x.ini gaan maken. Open met een editor het ini bestand C:\program files\ iolight\root\work\datalog.ini Wijzig in dit bestand de onderstaande regels: [Poort1] DirectLink=1 IrdaUsed=1 ComPort=1 BaudRate=19200 Device= [FTP] Gebruiken=1 Host=supportsrv04 UploadDir=/ ClientID=IODocking_1 ReadyID=RDY UserID=anonymous Passw= Timeout=5 PrintNumber=2 HtmlCheckInterval=10000 ConnectionTimeout= Nedap N.V Page 13 of 25

14 En save het bestand op onder de naam C:\program files\ iolight\root\work\datalog_1.ini Verander de naam IODocking_1 in IODocking_2, IODocking_3, enz... voor alle andere uitlees stations en sla deze dan onder respectievelijk; datalog_1.ini, datalog_2.ini, datalog_3.ini enz op. Nu we de datalog_x.ini files hebben aangemaakt gemaakt kunnen we het IOM.bat batch bestand aanroepen en controleren of de instellingen juist zijn. (zie blz.11) Nedap N.V Page 14 of 25

15 6. Citrix Applicatie koppeling op de server. Nu moeten we nog de Remote io Manager applicatie beschikbaar stellen aan de Cliënts. Dit doen we op de Citrix Server: Ga naar Start -> Programs -> Citrix Management Console De Citrix Management Console wordt gestart. We krijgen nu de Citrix Management Console inlog scherm. Vul de gegevens in om aan te kunnen loggen. Klik op OK. Wanneer de Citrix Management Console gestart is klik dan met de rechter muis knop op Applications en selecteer Publish Application. De Application Publishing Wizard wordt gestart. Onder Display Name: vullen we in: IOM-Docking-01 Onder Appication Discription vullen we in: IOM-Docking station 01 Klik op Next. Nedap N.V Page 15 of 25

16 Onder Command Line vullen we in: C:\Program Files\ iolight \root\work\iom.bat datalog_x.ini VERGEET DE NIET ANDERS WERKT HET NIET!!!!! Op de plek van de x in datalog_x.ini wordt het nummer van de overeenkomstige ini file gezet zodat de juiste ini file bij de juiste Client kan worden gestart. Onder Working Directory vullen we in: C:\Program Files\ iolight \root\work Klik op Next. Onder Program Neighborhood Folder vullen we in: C:\Program Files\ iolight \root\work Tevens zetten we een vinkje voor Add shortcut to the client desktop. Ook passen we het icoon aan door op Change Icon te klikken Ga met de Icon Browser naar C:\Program Files\ iolight \root\work\de en selecteer de file TXTShell.exe. Klik op OK. Eenmaal terug in de Program Neighborhood Settings klik je op Next. Onder Session Windows Size selecteren we: 1024x768 Onder Colors selecteren we: 256 colors Tevens zetten we een vinkje voor Maximize application at startup Klik op Next. Nedap N.V Page 16 of 25

17 Onder Audio selecteren we: Audio On Onder Encryption selecteren we: Basic Klik op Next. Selecteer met de muis de gewenste server(s) en klik op Add. Doe dit voor iedere server die je wenst te gebruiken. Klik op Next. Specificeer de rechten voor de gebruiker(s). Klik op Finish. Indien het noodzakelijk is om meerdere Applications te gebruiken, bijvoorbeeld IOM-Docking-02, IOM- Docking-03 en IOM-Docking-04, kunnen we van de zojuist ingevoerde gegevens een kopie maken. Open hiervoor de Citrix Management Console en klik met de rechter muis knop op applications en selecteer Copy Publish Application. Nu wordt er een kopie van deze applicatie gemaakt. Hernoem deze kopie, in bijvoorbeeld IOM-Docking-02, en open hem door met de rechtermuis knop Properties te selecteren. Wijzig de settings in het scherm Application Name en Application Location en we hebben een nieuwe Publish Application voor IOM-Docking-02. Eventueel moet je deze stappen herhalen voor de andere IOM-Docking applications. Nedap N.V Page 17 of 25

18 Citrix Applicatie koppeling op de ICA-Client. Nadat we de server applicatie hebben geconfigureerd zijn we toe aan de cliënt. Hiervoor moeten we ons aan de kant van de cliënt begeven en de cliënt installatie starten De ICA32 Client installeren. Deze cliënt installatie is OS afhankelijk en staat op de meegeleverde cd-rom van Citrix of op een share op de Citrix server zelf bijvoorbeeld \\%nameserver%\ica-client\ica32\ica32.msi. We starten de installatie door te dubbelklikken op de ICA32.MSI files. De Citrix ICA Client Installation Wizard wordt gestart. Klik op Next. Selecteer I accept the license agreement Klik op Next. Maak een keuze waar de files moeten komen te staan en klik op Next Nedap N.V Page 18 of 25

19 Selecteer de Programma folder en klik op Next. Geef een naam en klik op Next. Wanneer men gebruik wenst te maken van de functie om de aanlog gegevens van Windows mee te sturen naar de ICA-Cliënt zodat met deze gegevens ook kan worden aangelogd op deze cliënt selecteer dan Yes. Wil men geen gebruik maken van deze optie, selecteer dan No. We zijn nu op het punt gekomen dat de ICA-Client wordt geinstalleerd. Wil je nog iets wijzigen klik dan op Back. Wil je stoppen klik dan op Cancel. Wil je de installatie starten klik dan op Next. Nedap N.V Page 19 of 25

20 De installatie wordt gestart. Wanneer alle bestanden zijn geïnstalleerd is de wizard klaar en kunnen we op Finish klikken. Nadat je op Finish hebt geklik wordt er gevraagd om het systeem te herstarten. Klik hiervoor op Yes. Nedap N.V Page 20 of 25

21 6.2. De ICA32 Client configureren. Nadat we de ICA32 cliënt hebben geïnstalleerd moeten we deze nog gaan vertellen met welke server of applicatie hij contact moet leggen. Op de desktop staat het icoon zoals hier links is afgebeeld. Dubbelklik hier op en de ICA- Client applicatie wordt gestart. De Citrix ICA-Client wordt gestart. Om een Nieuwe ICA connectie aan te maken klik op Add ICA Connenction. Selecteer het type connectie die je wilt gaan gebruiken en klik Next. Vul de omschrijving van de ICA Connection in en selecteer het netwerk protocol dat voor deze verbinding wordt gebruikt. TCP/IP Selecteer Published Application en klik op Server Location. Nedap N.V Page 21 of 25

22 Klik het vinkje voor User Defaults weg en wijzig het Netwerk Protocol in TCP/IP. Druk op Add. Vul het IP adres in van de Citrix Server. Wanneer je dit niet weet vraag het dan na bij de Systeembeheerder. Klik twee keer op OK. Klik op het symbool naast de regel onder Published Application en selecteer de optie IOM-Docking-01. Klik op Next. Zet een vinkje voor View in a separate window. Nedap N.V Page 22 of 25

23 Selecteer Use Default bij Encryption level. Indien wenselijk kan hier de Use Name, Password en Domain worden ingevuld. Let er wel op dat je het dan mogelijk maakt dat iedereen gebruik kan maken van de applicatie. Selecteer Use Default bij Windows Color. Nu zijn we klaar met de installatie. Klik op Finish. Nedap N.V Page 23 of 25

24 7. Bijlage IOM.bat Rem ######################################################## Rem # Batch programma om de io-light applicatie te starten # Rem # onder Citrix Nedap # Rem ######################################################## Rem off echo Start io-light applicatie on Citrix for terminal %1 net use com1: \\client\com1: "C:\Program Files\ iolight\root\work\txtshell.exe" %1 net use com1 /delete Rem #EINDE############################################### Nedap N.V Page 24 of 25

25 8. Bijlage datalog.ini [Main] Poorten=1 Popup=1 MonitorBattery=0 Timeout=5 BackupDeletetijd=14 VerwerkPogingen=3 DataDir= TekstDir= DateFormat=dd-mm-yyyy hh:mm:ss Predial= Telefoon= LeesAkties=8 NewIn=15 LongOut=0 Warning=50 LaserLabelTimeout=60 LaserPort=2 ControllerPort=1 Language=English FileIndex=28 [Poort1] DirectLink=1 IrdaUsed=1 ComPort=1 BaudRate=19200 Device= [FTP] Gebruiken=1 Host=supportsrv04 UploadDir=/ ClientID=datalog_1 ReadyID=RDY UserID=anonymous Passw= Timeout=5 PrintNumber=2 HtmlCheckInterval=10000 ConnectionTimeout= [HTML] Gebruiken=1 [USERINTERFACE] Mode=1 Maximize=0 TextIdle=Gereed voor gebruik TextStart=Start inlezen TextBusy=Inlezen... TextReady=Klaar TextError=Fout, probeer het opnieuw ColorIdle=1 ColorStart=2 ColorBusy=4 ColorReady=1 ColorError=2 Nedap N.V Page 25 of 25