Conceptplan Masteropleiding Geneeskunde UvA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Conceptplan Masteropleiding Geneeskunde UvA"

Transcriptie

1 Conceptplan Masteropleiding Geneeskunde UvA December 2009 Projectleiding Masteropleiding Drs. Katrien van Hees, projectleider BaMa Dr. Jaap Groothoff, coördinator Masteropleiding Teamleden Drs. Ingrid Mourer, onderwijskundige Dr. Bob Michels, coördinator Bacheloropleiding Drs. Tim Vreede, kinderarts, Flevoziekenhuis, Almere Dr. Maarten Schutte, gynaecoloog, onderwijscoördinator OLVG Drs. Ilse Nouwen, coassistent UvA Drs. Andrea Bochem, coassistent UvA 1

2 Kernpunten concept Masteropleiding Achtergrond en visie Opleiding tot arts en wetenschappelijke vorming Voortbouwend op Bacheloropleiding Geneeskunde UvA Medische kennis en CanMEDS competenties als eindtermen Nadruk op zelfstandig functioneren en eigen initiatief Volledige integratie theorie en praktijk, lange coschappen Kennistoets na ieder coschap Leren door te doen en leren als het er toe doet Flexibel laatste jaar individueel in te richten Globale opzet: totaal 3x42 = 126 weken 1. M1: 44 weken M1a: geïntegreerd theorie- en praktijkonderwijs, aanleren van vaardigheden naar aanleiding van direct contact met patiënten Dermatologie, KNO, Oogheelkunde en 1 e deel Interne Geneeskunde, Heelkunde of Kindergeneeskunde o Start: begin Masteropleiding of na wetenschappelijke stage o Plaats: AMC, klein deel OLVG, Flevoziekenhuis M1b: Werkstages Interne Geneeskunde, Heelkunde, Kindergeneeskunde, afsluiting met lijnexamen 2. M2: 44 weken M2a. Ontwikkeling van algemene vaardigheden en kennis en vaardigheden op specifieke vakgebieden 6 weken Neurologie, 6 weken Psychiatrie, 8 weken Gynaecologie/Verloskunde, 2x 4 weken keuzestages Cardiologie, Revalidatie, Anesthesiologie, Radiologie, poli Kindergeneeskunde, Radiotherapie, Spoedeisende hulp, IC Introductiedag en curriculair geclusterd onderwijs op 1 middag in de week Gericht op zelfwerkzaamheid vanaf het begin: eigen patiënten vervolgen M2b. Consolidatie, integratie, tempo maken: 16 weken: 4 weken poli Interne, 4 weken poli Heelkunde 5 weken Huisartsgeneeskunde en 3 weken Sociale Geneeskunde 3. M3: 38 weken: verdieping en individualisering Wetenschappelijke stage: variabel weken Keuzestages: geheel vrije keuze, variabel 4, 8 of 12 weken Oudste coschap: variabel 8 of 16 weken 2

3 Inhoud 1. Inleiding 4 o Context 4 o Opdracht ontwerp Masteropleiding en werkwijze werkgroep 4 o Tijdspad 5 2. Ontwikkeling structuur Masteropleiding 5 o Plaats van de opleiding 5 o Huidige kennis over medisch onderwijs 6 o BaMa ervaringen andere medische faculteiten 7 o Analyse huidige opleiding Geneeskunde UvA/AMC 7 o Uitgangspunten Masteropleiding UvA/AMC 7 3. Visie en doelstellingen Masteropleiding 8 o Samenvatting Profiel AMC-arts 9 o Niveau opleiding 9 4. Instroomeisen Masteropleiding Programma Masteropleiding 11 o Opbouw huidige opleiding jaar o Opbouw Masteropleiding 12 o Leerdoelen en eindtermen 12 o Veranderingen t.o.v. huidige 2 e fase opleiding Geneeskunde 13 o Programma Masteropleiding in schema 16 o Kenmerken verschillende fasen 17 o M1a 17 o M1b 20 o M2a 22 o M2b 22 o M Kwaliteitsbewaking Toetsing Internationalisering Consequenties Bijlage

4 1. Inleiding Context De Raad van Bestuur van het AMC-UvA heeft besloten om voor de opleiding Geneeskunde vanaf het studiejaar over te gaan op de Bachelor-Masterstructuur (BaMa). Deze opleidingen zijn in plaats gekomen van de voormalige ongedeelde 6-jarige opleiding Geneeskunde. De invoering van de Bachelor- Masterstructuur in het hoger onderwijs in Nederland vloeit voort uit de in 1999 door de Europese lidstaten gemaakte afspraak om te komen tot één hogere onderwijsruimte in Europa, de zogenaamde Bologna doelstellingen. Hiermee beoogt men de internationale mobiliteit van docenten en studenten te bevorderen, de overstap naar andere disciplines te vergemakkelijken, en betere mogelijkheden te bieden voor lifelong learning. Dit alles dient de kwaliteit van het Europese hoger onderwijs op een hoger plan te brengen. Een hiervoor ingestelde werkgroep heeft de uitgangspunten voor de Bachelor-Masterstructuur in samenspraak met tal van betrokkenen, uitgewerkt in een advies 1, waarna de opzet vervat is in een accreditatiedossier 2 voor de nieuwe opleidingen. De visitatie en accreditatie van de plannen van de Bachelor-Masteropleiding Geneeskunde UVA-AMC heeft geleid tot een positief advies van de accreditatiecommissie en uiteindelijk een positief advies van de Nederlands & Vlaamse Accreditatieorganisatie. Om de gemaakte plannen vorm te geven is het project Curius+ opgezet 3. Het ontwerp van de Masteropleiding is hier onderdeel van. Opdracht ontwerp Masteropleiding, werkwijze werkgroep en tijdspad De opdracht voor het ontwerp van de Masteropleiding is als volgt geformuleerd: Inventariseer hoe andere universiteiten (Groningen, VU, Maastricht, Utrecht en Nijmegen) de Masteropleiding hebben ingericht en welke ervaringen zij hiermee hebben opgedaan. Maak op basis hiervan en op basis van aanbevelingen van de rapportages van de commissies Van Lansschot (zie bijlage 2) en Heineman, rapportages van de visitatiecommissie IHK-coschappen, studentgegevens coschappen, aanvraagdossier Curius+ en het Raamplan 2009 (CanMEDS) een globaal ontwerp van de toekomstige kennisgerichte Masteropleiding Geneeskunde AMC, waarin het Professioneel Gedrag en wetenschappelijke vorming expliciet aandacht krijgt (februari-april). Dit globale ontwerp dient aan te sluiten bij de structuur van de CanMEDS en het Raamplan Inventariseer daarna de behoeften voor het praktijkonderwijs intern en binnen de volgende affiliaties: OLVG, Alkmaar, Almere, St. LucasAndreas Ziekenhuis en peil de mening over het globale ontwerp. Maak op basis van dit geheel een definitief ontwerp Masteropleiding Geneeskunde Deze opdracht is uitgevoerd door de volgende werkgroepleden: Projectleiding: dr. J.W. Groothoff (kinderarts AMC) & drs. K. van Hees (onderwijskundige). Teamleden: dr. R.P.J. Michels (voormalig internist AMC), drs. I. Mourer (onderwijskundige), dr. M. Schutte (onderwijscoördinator /gynaecoloog OLVG), drs. W.B. Vreede (kinderarts Flevoziekenhuis), drs. A. Bochem & drs. I. Nouwen (beide studentleden) De werkgroep, die in februari 2009 aan het werk is gegaan, is bijgestaan door een klankbordgroep, die de opdracht had om voorstellen op haalbaarheid te toetsen. Deze klankbordgroep bestond uit een groep bestuurders van divisies en afdelingen die een grote rol spelen in de coschappen, te weten, Prof. dr. M.M. Levi (Interne Geneeskunde), prof. dr. D.J. Gouma (Heelkunde), Prof. dr. H.S.A. Heymans (Kindergeneeskunde), Prof. dr. D. Denys (Psychiatrie), Prof. dr. J. Stam (Neurologie), Prof. dr. M.J. Heineman (Verloskunde/Gynaecologie), Prof. dr. K. Stronks (Sociale Geneeskunde)en Prof. dr. B. Schadé 1 Naar de bachelor masterstructuur opleiding geneeskunde, mei Curius+, juni Implementatie Curius/ Curius+, Naar de invoering van de bachelor- en masteropleiding geneeskunde AMC-UVA, september

5 (Huisartsgeneeskunde). Daarnaast heeft de werkgroep overleg gepleegd met de coördinatoren van de afdelingen Oogheelkunde (Prof. dr. M.P. Mourits), KNO (dr. L.J. Schot), van Dermatologie (dr. P.I. Spuls) en de coördinatoren van het vaardigheidsonderwijs uit het precoschap (dr. M. Fabriek, dr. J.L. Parlevliet). Ook de Studentenraad heeft het eerste concept van commentaar voorzien. Op basis hiervan is een concept voorstel voor de Masteropleiding Geneeskunde voorgelegd aan alle relevante partijen zowel binnen het AMC als de affiliatiepartners. Deze is ter discussie gesteld op een plenaire bijeenkomst op 16 november Tijdens deze bijeenkomst hebben affiliatiepartners en AMC ers de mogelijkheid gehad om feedback te geven op het voorstel. Er is gevraagd naar de sterke en zwakke kanten van het voorstel en er is in subgroepen gewerkt aan de uitwerking van een aantal opdrachten. De hieruit voortgekomen adviezen zijn door de werkgroep verwerkt in de thans voorliggende notitie, die een definitief voorstel is voor de toekomstige Masteropleiding. Tijdspad ontwikkeling Voorstel Masteropleiding: o Februari - april 2009: bezoeken aan beleidsmakers, docenten en studenten van de medische faculteiten van de VU, UMCG en UMCU. Tevens praktijk bezoek aan een groot affiliatieziekenhuis van UMCG ( Isala kliniek Zwolle), o Mei- juni 2009: ontwerp 1 e concept in overleg met Onderwijsinstituut Geneeskunde en Studentenraad o Juli - september 2009: overleg met Klankbordgroep & aanpassingen 1e concept o Oktober 2009: overleg vertegenwoordigers DOK en procoschap o November 2009: voorleggen concept aan affiliatie en alle betrokkenen in het AMC o December-januari 2009: verwerken feedback tot definitief voorstel o Januari 2010: definitief plan structuur Masteropleiding De Masteropleiding zoals we deze hier beschrijven zal van start moeten gaan in september Om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen zullen de komende jaren worden gebruikt om gaandeweg al onderdelen van het plan te implementeren. Hierbij gaat het om verbeteringen van de huidige coschappen m.b.t. beoordeling en toetsing die in het Masterprogramma zullen worden overgenomen. De eerste stap wordt gezet vanaf januari Vanaf die datum: o zullen in alle grote coschappen beoordelingsformulieren worden ingevoerd zoals die o zijn voorgesteld door de commissie Heineman met een tussentijdse beoordeling; zal PG worden beoordeeld aan het eind van ieder coschap en zal bij iedere eindbeoordeling een eindexamengesprek worden gevoerd. Alle grote coschappen hebben de opdracht gekregen een kennistoets te ontwikkelen. Komend jaar zal dit systeem in sommige coschappen reeds worden uitgetest. Vanaf september 2010 zal kennistoetsing een verplicht element worden in de coschappen. In die zin worden de komende jaren gebruikt om waar mogelijk te groeien naar de uiteindelijke Masteropleiding Geneeskunde. Het Tijdspad van de ontwikkeling van de definitieve Masteropleiding na goedkeuring van dit voorstel is beschreven in hoofdstuk 9 Consequenties. 2. Ontwikkeling van de structuur van de Masteropleiding Voor de ontwikkeling van de hier beschreven structuur van de Masteropleiding heeft de commissie zich gebaseerd op de volgende uitgangspunten: 1. Creëer een opleiding die aansluit bij de plaats van de opleiding binnen het continuüm BaMa Geneeskunde. 2. Creëer een opleiding die didactisch het meest tegemoet komt aan de kennis die er is over leren door volwassenen, in het bijzonder in relatie tot medisch onderwijs. 3. Leer van ervaringen elders opgedaan bij de invoer van de BaMa Geneeskunde. 4. Analyseer de huidige opleiding en behoudt dat wat goed is. 5. Ontwikkel op grond van het bovenstaande een visie en uitgangspunten voor de Masteropleiding. 5

6 Plaats van de opleiding De Masteropleiding is het logisch gevolg van de afronding van de Bachelor Geneeskunde aan de UVA-AMC. Naast degenen die doorstromen vanuit de Bacheloropleiding Geneeskunde kunnen ook studenten met een ander Universitair Bachelor diploma of paramedisch diploma instromen in de Masteropleiding (voor eisen: zie latere paragraaf over doelgroepen). Kenmerkend voor studenten binnen de Masteropleiding is dat het om (jong) volwassenen gaat, die kennis en ervaring hebben opgedaan in hun vorige studie en/of loopbaan. Daarnaast is er in de Masteropleiding ten opzichte van de Bacheloropleiding een grotere diversiteit aan achtergronden, ervaring en voorkennis. Het programma van de Masteropleiding zal op deze diversiteit moeten kunnen aansluiten. De Masteropleiding vormt binnen het opleidingscontinuüm van geneeskundige opleidingen de fase waarin de student leert zelfstandig te functioneren als toekomstig arts. In deze fase dient de student een ontwikkeling door te maken waarin hij leert kennis, vaardigheden en Professioneel Gedrag geïntegreerd toe te passen, eerst in eenvoudige en geleidelijk in meer complexe situaties, met steeds minder begeleiding en in een steeds hoger werktempo. In het Raamplan 2009, staat hierover: Na het voltooien van de Masteropleiding Geneeskunde of de Masteropleiding tot arts-onderzoeker, is sprake van een beginnend beroepsbeoefenaar. De juist afgestudeerde arts demonstreert basisbekwaamheid in de praktijk met integratie van kennis, vaardigheden en Professioneel Gedrag en kan omgaan met vraagstukken met een hogere complexiteitsgraad. De juist afgestudeerde arts is in staat tot zelfstandige consulten maar voert deze in een vervolgopleiding onder supervisie uit. Het mogen voeren van de beschermde titel arts en de bevoegdheid tot het uitvoeren, voor zover bekwaam, van de aan de arts voorbehouden handelingen is overigens gekoppeld aan de inschrijving in het BIG-register. Die inschrijving is mogelijk op basis van het afsluitende diploma van de universitaire studie Geneeskunde. Studenten die de Masteropleiding Geneeskunde met goed gevolg hebben afgerond verkrijgen de titel Master of science (Msc) Geneeskunde. Landelijk is besloten om voor de Masteropleiding en het profiel van de arts gebruik te maken van het model CanMEDS-2005 met de 7 rollen en competentiegebieden. Dit model sluit goed aan bij de competentiedomeinen in de vervolgopleidingen. Na afloop van de Masteropleiding zijn er verschillende carrièrepaden mogelijk: (tijdelijk) direct werkzaam worden in de medische zorg, onderwijs of bedrijfsleven, bijvoorbeeld als zaalarts, practicumbegeleider, medisch management of als docent. Het volgen van een vervolgopleiding als (klinisch) specialist, huisarts of sociaal geneeskundige; Participeren in het (medisch) onderzoek De meeste basisartsen zullen na hun Masteropleiding, vaak na een periode als arts-niet-in-opleiding of als onderzoeker voor een vervolgopleiding kiezen. Het programma dient hier op in te spelen. Huidige kennis over medisch onderwijs In 2007 hield Henk Schmidt, grondlegger van het Maastrichtse model een lezing tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de Nederlandse Vereniging van Medisch Onderwijs, waarin hij overzicht gaf van de ontwikkelingen en opgedane kennis in medisch onderwijs over de afgelopen 30 jaar. De belangrijkste conclusies die voortkomen uit onderzoek naar leerpatronen bij medisch studenten en artsen bieden aanknopingspunten voor de Masteropleiding 4 : 1. Biomedische kennis dient te worden onderwezen in klinische context. 2. Adequaat klinisch handelen is gebaseerd op denken in complexe klinische concepten. Hiertoe dient de student biomedische kennis en klinische ervaringen op juiste wijze te integreren. 3. Om in klinische concepten te leren denken is herhaling van biomedische kennis in klinische context essentieel: o o Stimuleer het ophalen van biomedische kennis in de context van een klinisch probleem. Breng studenten zoveel en zo vroeg mogelijk in aanraking met een zo groot mogelijke variëteit aan klinische problematiek en laat ze dus met zoveel mogelijk en met zo verschillend mogelijke patiënten in contact komen. 6

7 o Laat studenten klinische ervaringen reflecteren in groepsverband. Dit leidt tot een toename van het vermogen om complexe klinische concepten te doorgronden ( encapsulatie van biomedische kennis in hogere klinische concepten 4 ). Richt het programma hier op in. BaMa ervaringen andere medische faculteiten De werkgroepleden bezochten de Geneeskundeopleidingen aan de VU, UMC Groningen en het UMC Utrecht. Daarnaast liepen zij een dag mee in een perifere opleidingskliniek, de Isala kliniek in Zwolle, op de afdeling Kindergeneeskunde. Tijdens deze bezoeken is gesproken met (lokale) opleiders, studenten en beleidsmakers. Doel was om inzicht te krijgen in positieve en negatieve ervaringen met de specifieke onderwijsvormen van de 3 faculteiten en de logistieke consequenties van de invoering van de BaMa. Voor een samenvatting van de essentiële kenmerken van deze opleidingen verwijzen we naar bijlage 1. Uit deze bezoeken trok de werkgroep de volgende conclusies voor de inrichting van de eigen Masteropleiding: 1. Lange werkstages op 1 afdeling zijn te prefereren boven korte stages. Een lange duur bevordert het zelfstandig functioneren en de validiteit van beoordelingen. 2. Het loslaten van de volgorde van de coschappen en het facultatief maken van vrijwel alle coschappen (behalve Interne Geneeskunde en Heelkunde), zoals in Groningen gehanteerd, wordt door lokale opleiders en studenten als niet wenselijk geacht. 3. Portfolio s dienen beknopt en doelmatig te zijn. 4. Reflectiemomenten dienen zoveel mogelijk te worden geïntegreerd in het patiëntgebonden onderwijs. 5. Vroegtijdig contact met de praktijk en langdurig praktijkonderwijs ( leren door te doen ) werkt motiverend voor studenten en opleiders. 6. Flexibiliteit in het studieprogramma van vooral het laatste studiejaar wordt erg gewaardeerd door de studenten. 7. Het toetsen van kennis in de Masteropleiding wordt door zowel opleiders als studenten van essentieel belang geacht. Analyse huidige opleiding UvA/AMC Naast een externe oriëntatie bij andere faculteiten is door de werkgroep een analyse gemaakt van de huidige 4-6 jaar van de ongedeelde Geneeskunde opleiding (zie bijlage 1). Hierbij is gebruik gemaakt van de analyses van de commissies van Lansschot en Heineman (zie bijlage 2), van de interne visitaties van de IHK coschappen en van de ervaringen van de coraad. Conclusies uit deze analyse: Positieve punten: 1. De gefaseerde opbouw van de coschappen met toenemende verantwoordelijkheid; 2. Relatief lange coschappen; 3. De verhouding tussen kliniek en poli; 4. Het regelmatig wisselen van ziekenhuis tussen de stages Kritische punten: 1. Het beoordelingssysteem is te weinig valide en te vrijblijvend. Adviezen: training beoordelaars, introductie beoordelingsgesprek, verplichte tussentijdse beoordeling en kennistoets in ieder coschap; 2. IHK is te hybride tussen onderwijs en werkstage; 3. Er is onder studenten behoefte aan meer eigen verantwoordelijkheid tijdens de coschappen; 4. De overgang tussen theorie en praktijkopleiding (coschappen) is te abrupt; 5. Er is weinig gelegenheid voor gestructureerde reflectie in het coschapcurriculum; 6. Er is weinig gestructureerd onderwijs in de coschappen (m.n. na IHK-1). 7

8 Uitgangspunten voor inrichting Masteropleiding UvA/AMC Op basis van de ontwikkelingen, de bezoeken bij andere opleidingen en de analyse van de sterkten/zwakten van de eigen opleiding zijn de volgende uitgangspunten leidend geweest bij het inrichten van het ontwerp Masteropleiding: 1. De Masteropleiding dient aan te sluiten bij de eindtermen voor de basisarts als geformuleerd in het Raamplan 2009 (versie april 2009) en de profielschets van de AMC-arts (zie visie en doelstelling Masteropleiding). 2. De Masteropleiding dient aan te sluiten bij moderne inzichten over medisch onderwijs. 3. Naast medische kennisverwerving en daaraan gerelateerde attitudes dient gerichte aandacht uit te gaan naar actieve deelname aan (klinisch) wetenschappelijk onderzoek, naar academische vorming en naar Professioneel Gedrag. 4. De opleiding dient goed aan te sluiten op zowel de Bacheloropleiding Geneeskunde en het schakeljaar voor zij-instromers (instroom) als op de (medische) vervolgopleidingen (uitstroom). 5. De Masteropleiding dient een goede voorbereiding te zijn op alle vervolgopleidingen (medische specialisaties) binnen de gezondheidszorg. 6. De eindkwalificaties van de opleiding dienen aan te sluiten bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Master Geneeskunde. 7. De opleiding dient mogelijkheden te bieden voor studenten tot internationale oriëntatie. 8. Bij het opstellen van het onderwijsprogramma dient zoveel mogelijk dat wat goed is uit Curius en de huidige coschappen behouden te worden. 9. Het onderwijskundig principe van de opleiding gaat uit van volwasseneneducatie, hierbij horen uitgangspunten als: a. De student is een active learner b. De opleiding dient zo veel mogelijk uit te gaan van leren op de werkvloer en leren als het er toe doet. c. Klinische concepten dienen te worden aangeleerd door aan de hand van zoveel mogelijk klinische contacten (op te halen) biomedische kennis te integreren met klinische kennis en ervaringen. d. De opleiding moet een uitdagend, en niet-belerend karakter krijgen. e. Ondersteunend hieraan zal ICT een belangrijk onderdeel uitmaken van de opleiding, als leeromgeving die het zelfstandig actief leren bevordert, maar ook ter voorbereiding op het beroep arts (denk aan alle ICT instrumenten die worden gebruikt). 3. Visie en Doelstelling van de Masteropleiding De opleiding De Masteropleiding Geneeskunde UvA/AMC richt zich primair op de opleiding tot arts. De opleiding bouwt voort op de verworvenheden van de Bacheloropleiding en richt zich in alle onderwijsvormen vanaf het begin op de praktijk. De onderwijsdoelen sluiten aan bij de voor een basisarts noodzakelijk geachte competenties volgens het zogenaamde CanMEDS model. (zie bijlage 3). Daarnaast kenmerkt het programma zich door een invulling, die aansluit bij de AMC visie over de opleiding tot basisarts aan de Universiteit van Amsterdam ( de AMC arts ). Het Raamplan 2009 is als uitgangspunt gekozen voor de beschrijving van de eindtermen van Bachelor- en Masteropleiding Geneeskunde UvA/AMC. De daarin vervatte eindtermen zijn, in lijn met andere Geneeskundeopleidingen in Nederland, vertaald naar de eindtermen voor de Bacheloropleiding mede op basis van de Dublin-descriptoren (zie bijlage 4). De Bachelor zal vooral kennis hebben verworven over de (normale) ontwikkeling, bouw en functie van het menselijk lichaam en over de achtergrond en het ontstaan van ziekten en over diens invloed op het functioneren van het menselijk lichaam. De Bachelor zal op hoofdlijnen inzicht hebben over diagnostiek en therapie van ziekten. 8

9 De Master leert vaardigheden die hem in staat stellen om, met de kennis opgedaan in de Bacheloropleiding, complexe medische klachtenpatronen en lichamelijke afwijkingen te vertalen in een herkende ziekte en hij leert deze op een zo effectief mogelijke wijze te behandelen. Het voortdurend bijhouden van geactualiseerde medische basiskennis is daarbij onontbeerlijk; het vak is complex, kennis verandert voortdurend en vaardigheden alleen zijn ontoereikend om als goed arts te kunnen functioneren. De Bachelor- en Masteropleiding Geneeskunde vormen ook een continuüm met betrekking tot het verwerven van vaardigheden om het vak als arts uit te kunnen oefenen. Deze worden al vroeg in de Bacheloropleiding aangeleerd. De Bachelor zal deze vaardigheden vooral kunnen tonen in minder complexe situaties, terwijl de Master adequaat heeft leren om te gaan met meer gecompliceerde problematiek. De Bachelor zal zijn Professioneel Gedrag tonen in situaties waarin hij als leerling-arts een relatie met een (simulatie)patiënt aangaat, maar ook in situaties waarin hij als student te maken heeft met andere studenten en met begeleiders. Bij de Master zal het accent veel meer komen te liggen op professionaliteit in de arts-patiënt relatie en in de relaties met andere professionals in de zorg. In de Bacheloropleiding wordt de theoretische kennisbasis gelegd, worden academische, klinischwetenschappelijke en klinische vaardigheden in oefensituaties en simulaties aangeleerd en vindt een eerste kennismaking plaats met de kliniek in de verpleeghulpstage en de junior coschappen. De Bacheloropleiding is daarmee niet alleen een kenniscurriculum. De praktijk en de klinische context staan in de Bacheloropleiding centraal doordat de leerstof wordt aangeboden vanuit een klinische context. De patiënt staat steeds centraal. Vanuit een klinisch probleem wordt lesgeven door verschillende disciplines, zodat geïntegreerd onderwijs vanaf het begin wordt aangeboden. Daarnaast wordt er ook in de Bacheloropleiding al praktijkonderwijs gegeven aan de studenten. In de Masteropleiding vindt aansluitend verdieping plaats van die theoretische kennis en vindt verdieping en toepassing van de academische en klinische kennis en vaardigheden plaats in de praktijk van de coschappen en wordt de wetenschappelijke vorming gecompleteerd in de vorm van een wetenschappelijke stage. In feite is er dus sprake van een geleidelijke overgang van theorie naar praktijk van het 1 e Bachelorjaar naar het laatste Masterjaar. Voor een gedetailleerde beschrijving van de vereiste medische, wetenschappelijke en persoonlijke bekwaamheden en bekwaamheden met betrekking tot de maatschappij en het gezondheidszorgsysteem op Bachelorniveau (Masterniveau omvat alle eindtermen uit het Raamplan) volgens onderstaande descriptoren wordt verwezen naar de bijlagen 3 en 4. De AMC-arts Het profiel van de AMC-arts sluit aan bij het eigen karakter van het AMC: assertief, uitdagend, open voor nieuwe ideeën, stads- maar vooral ook internationaal georiënteerd en open voor individuele ontplooiing. De AMC arts bezit een gedegen biomedische kennis en heeft geleerd deze kennis actueel te houden door een houding van continu leren. De AMC-arts heeft kennis gemaakt met de gezondheidszorg in andere delen van de wereld en heeft bij voorkeur- een of meerdere stages in het buitenland gevolgd. De internationale oriëntatie geeft de arts inzicht in culturele verschillen in de ontstaanswijze en beleving van ziekte, de omgang met ziekte en het daaruit voortvloeiende gebruik van de gezondheidszorg. De arts is academisch gevormd en heeft zich de grondbeginselen van klinisch wetenschappelijk onderzoek eigen gemaakt. Hij kan een zelfstandig oordeel vormen over medisch-wetenschappelijke studies en hij kan nieuwe medische kennis integreren in zijn medisch handelen. Hij kan onderscheid maken tussen wetenschappelijke en niet- wetenschappelijk gefundeerde kennis en medisch handelen. Hij kan bij het nemen van besluiten over de zorg van individuele patiënten nauwkeurig, expliciet en oordeelkundig gebruik maken van klinisch relevant onderzoek. Hij is tevens in staat (medische) informatie zelfstandig en op verantwoorde wijze over te dragen aan derden. Ondanks de kritische en open houding weet de AMCarts de bestaande (landelijk of internationale) richtlijnen en protocollen bij het medisch handelen te integreren en te respecteren. De AMC-arts wordt opgeleid in een grootstedelijke multiculturele omgeving. Hij neemt actief deel aan het bevorderen en het in stand houden van de volksgezondheid: het voorkomen van ziekte en handicap, het bijdragen en genezing en herstel van zieken, het verlichten van lijden en ongemak en het begeleiden van zieken en mensen in hun omgeving. Kernwaarden van een dergelijke 9

10 houding zijn: respect voor mensen (ongeacht sekse, levensfase, etnische en culturele achtergrond, economische status, seksuele geaardheid of levensovertuiging), integriteit, reflectie op eigen handelen, verantwoordelijkheid, richtlijnen respecterend, openheid voor feedback en gerichtheid op samenwerking. Hij beschikt daarnaast over goede communicatieve vaardigheden (gericht op informatie vragen en verstrekken) en kan zich daarbij verplaatsen in de leefwereld van de patiënt. Samenvatting profiel AMC-arts: De aan het AMC afgestudeerde arts onderscheidt zich door: 1. een gedegen biomedische basiskennis en medische vaardigheden 2. een brede klinische ervaring 3. verworven Professioneel Gedrag 4. focus op Evidence Based Medicine en academische vorming 5. een internationale oriëntatie 6. bijzondere aandacht voor multiculturele diversiteit en beschikt daarom over: (klinisch) methodologische kennis en vaardigheden (wetenschappelijke inzicht en oriëntatie en kritisch reflectief vermogen) om op academisch niveau te kunnen functioneren in de medische praktijk of in medisch wetenschappelijk onderzoek. een respectvolle en dienstverlenende houding t.o.v. diegene die aan de zorg is toevertrouwd. het vermogen tot reflectie op de mogelijkheden van medisch handelen en het herkennen van de grenzen van medisch wetenschappelijke kennis teamgevoel, de eigenschap om samen te werken met andere disciplines kennis van de gezondheidszorg binnen andere culturen op basis van ervaringen in andere delen van de wereld kennis van de wetenschappelijke ontwikkelingen van de gezondheidszorg in internationale context een nieuwsgierige houding naar verdiepende kennis en expertise o.a. op een of meerdere medische terreinen in de persoonlijke interessesfeer het vermogen voortdurend zijn/haar kennis actueel te houden ( continu leren ) en biomedische kennis steeds weer te integreren in nieuwe klinische ervaringen. De onderwijsmethodiek In de uitvoering van het medisch onderwijs in Nederland zijn verschillende leertheorieën te herkennen. Elke theorie onthult in zijn expliciete vorm het bijbehorende gedachtegoed, de bijpassende onderwijsvormen en de valkuilen bij een exclusieve toepassing ervan. Brian Hodges onderscheidt 5 stromingen in het medisch onderwijs: 1. De stroming die (biomedische) kennis als basis stelt van de opleiding ( Harrison s Textbook ). Sleutelbegrippen: feiten, basiskennis, tekstboeken, frontaal onderwijs, multiple choice testen. Valkuilen zijn verborgen incompetenties op gebied van kennis en praktijk, interpretatie van feiten, vaardigheden en Professioneel Gedrag. 2. De stroming die het verwerven van competenties ziet als basis van de opleiding. In zijn extreme vorm wordt de vakinhoud slechts beschouwd als context ( Miller s pyramide ), het maakt niet uit op welke afdeling je stage loopt; het verwerven van medische kennis ontstaat vanzelf in de loop der tijd door uitoefening van het vak ). Sleutelbegrippen: vaardigheden, multiple observaties, simulatie patiënt, feedback, OSCE: scenario's observeren 10

11 Valkuilen: Verborgen incompetenties door slecht geïntegreerde relevante kennis met vaardigheden, aanleren niet-authentiek gedrag ( simulatie dokter, pseudo-empathie: Oh, dat moet wel heel erg voor u zijn wat moet dat erg voor u zijn.. ) 3. De stroming die zegt dat het voortdurend meten van de kwaliteit van (biomedische) kennis en competenties als basis dient van de opleiding( Cronbach s alpha: psychometrie ). Concept: meetbaarheid stimuleert de kwaliteit van de opleiding. Sleutelbegrippen: meten, gestandaardiseerde test, validiteit, betrouwbaarheid, checklist (lijst patiënten), generaliseerbaarheid Valkuilen: Verborgen incompetentie door gebrekkige aandacht voor herkenning, integratie en synthese (stimuleren beginners gedrag: shotgun interviews). De theorie gaat uit van een homogene en generaliseerbare werkelijkheid, waardoor een probleem niet in een reële context wordt geplaatst. 4. De stroming die stelt dat Zelfreflectie als basis dient van de opleiding: ( Schoen s reflectieve beoefenaar. De student is een gemotiveerd en volwassen persoon, die het best zijn eigen leerprogramma kan samenstellen door reflectie ). Concept: competenties en kennis worden vergaard door zelfreflectie. Sleutelbegrippen: portfolio, zelfstudie, reflectie, Adult learner, leercontracten, inzicht, leraar is mentor. Verborgen incompetenties: onvoldoende inzicht eigen functioneren en nadruk op reflectieve kwaliteiten zonder kennis en inzicht Hodges noemt een 5 e concept, dat vooral bij bestuurders opgang doet, waarbij de dokter wordt gezien als een product met sleutelbegrippen als rendabiliteit, capaciteit, kosten, effectiviteit, COO s en uitkomsten. De leertheorie, waar wij de Masteropleiding op willen baseren is gestoeld op 3 principes: 1. integratie van bovenstaande theorieën door toepassing van de bijpassende principes waar die functioneel zijn: a. Kennis (ophalen) is essentieel, maar vooral in de context van de praktijk en in combinatie met competenties, die noodzakelijk zijn om goed te functioneren als arts. b. Het verwerven van competenties is essentieel, maar alleen als het geschiedt in de context van verworven biomedische en psychosociale kennis, die nodig is om competenties ook functioneel uit te oefenen en in de context van een reële medische situatie. c. Toetsing zal voor een deel generaliseerbaar en meetbaar zijn, doch ook voor een deel uit maatwerk bestaan. d. Zelfreflectie is een nuttig, indien het professioneel wordt begeleid en functioneel wordt toegepast. e. Rendabiliteit dient de kwaliteit van de opleiding niet in de weg te staan. 2. Just-in-time learning. Op basis van bestaande kennis over leergedrag bij volwassenen en in het bijzonder bij medische studenten (Schmidt) is de ideale leersituatie die, waarbij je geconfronteerd wordt met een reële (medische) situatie ( echte patiënt, emotie ). Door op dat moment de relevante kennis op te halen over het achterliggende medische probleem, internaliseert deze kennis en krijgt de competentie, die aan de hand van de casus wordt aangeleerd de juiste context. Reflectie in groepsverband zorgt voor een toename van het vermogen om complexe klinische concepten te doorgronden. Voorbeeld: de student krijgt de opdracht de anamnese van een door hem opgenomen patiënt met een pneumococcen pneumonie te demonstreren. De student presenteert kort de casus, vertelt in 5 minuten wat de kenmerken zijn van een pneumococcen pneumonie, hoe je de diagnose stelt en hoe je moet behandelen. Vervolgens toont hij de video en vindt er reflectie in de groep plaats over het getoonde: inhoud van het gesprek, houding, bejegening, etc. 3. De student dient in tijdens zijn opleiding met een zo breed mogelijk klinisch palet aan ziektebeelden in aanraking te komen. Oefenstages dienen daarom zo kort mogelijk te zijn. 11

12 4. Instroomeisen Masteropleiding Studenten kunnen (onder voorwaarde) de Masteropleiding Geneeskunde AMC-UVA instromen wanneer zij: Kunnen aantonen kennis en vaardigheden in de Nederlandse taal te beschikken (minimaal NT2) Beschikken over een Bachelordiploma Geneeskunde UvA. Beschikken over een Bachelordiploma Geneeskunde van een andere universiteit dat aansluit bij de Masteropleiding Geneeskunde UvA. Beschikken over een buitenlands artsdiploma, dat door de CVBG gelijkwaardig wordt geacht aan de Bacheloropleiding Geneeskunde, maar onvoldoende voor inschrijving als arts in het BIGregister. Beschikken over een Bachelordiploma van een opleiding die voldoende aansluit bij Geneeskunde om in aanmerking te komen voor het zij-instromers traject en hebben dit schakeljaar met goed gevolg afgesloten. Doelgroepen en instroombeleid In de Masteropleiding kunnen verschillende doelgroepen instromen: 1. Bachelor Geneeskundestudenten UvA/AMC 2. Bachelor Geneeskundestudenten andere faculteiten Nederland 3. Artsen of Geneeskundestudenten Buitenland 4. Zij-instromers via schakelprogramma UvA/AMC. Doelgroep 1: Deze groep heeft recht op automatische doorstroming naar de Masteropleiding indien zij hun Bachelordiploma hebben behaald. Doelgroep 2: Nederlandse, niet-uva Bachelors Geneeskunde komen in aanmerking voor de Masteropleiding UvA/AMC, mits zij kunnen ruilen met een eigen UVA/AMC Bachelor die aan de universiteit wil studeren van de betrokkene én mits zij aan de instroomeisen van de opleiding voldoen (gelijkende Bacheloropleiding qua eindtermen en opgedane kennis/vaardigheden en gedrag. Algemeen geldt dat alle andere geneeskunde opleidingen hieraan voldoen, behalve Utrecht). Toelating tot de UvA/AMC Masteropleiding zal in de regel dus pas plaats kunnen vinden als betrokkene via contacten met de studieadviseurs heeft kunnen aantonen dat er geruild kan worden en de opleidingen voldoende vergelijkbaar zijn. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan worden afgeweken van voornoemde eisen. Wisselaars hoeven niet mee te doen aan de selectie van de premaster en zullen geen plaatsen innemen van de volgende twee categorieën. Doelgroep 3: De Commissie Buitenlands Gediplomeerden Volksgezondheid (CBVG) geeft een bindend advies over de noodzakelijk geachte aanvullende scholing van een buitenlandse (=buiten de Europese Ruimte) arts om een BIG-registratie te verkrijgen. Indien dit advies past bij de Masteropleiding kan de buitenlandse arts zonder beperkingen instromen. Doelgroep 4: Deze groep dient een selectieprocedure te doorlopen. Bij toelating zal de student een zogenaamd premaster traject van 1 jaar met goed gevolg moeten doorlopen, waarin de essentiële onderdelen van de Bacheloropleiding worden onderwezen. Na het behalen van het certificaat premaster Geneeskunde UvA/AMC kan de student instromen in de Masteropleiding, zonder verdere voorwaarden. Alle doelgroepen stromen het programma van de Masteropleiding in. Er wordt een instroom verwacht van studenten vanuit de Bacheloropleiding en ongeveer 25 vanuit de zij-instroom en een tiental van doelgroep 2 en 3. In totaal dus een aantal van studenten. 12

13 De hoeveelheid instroommomenten in de Masteropleiding moet nog nader worden uitgewerkt wanneer dit voorstel is goedgekeurd. Gedacht wordt aan continuering van de huidige systematiek van de coschappen, waarin iedere maand geloot wordt voor pakketten en een instroom wordt gerealiseerd van 1x per twee weken, waarbij steeds studenten kunnen beginnen met coschappen en studenten starten met wetenschappelijke stage. 5. Programma Masteropleiding Opbouw huidige opleiding Geneeskunde UvA/AMC De huidige samenstelling van de jaren 4-6 van het ongedeelde curriculum bestaat uit een deel: Blokonderwijs, gericht op integratie en meer complexiteit maar nog steeds gebaseerd vanuit de theorie Klinisch lijnonderwijs, gericht op integratie Cofasen (fase 1-4) Wetenschappelijke stage. Een van de goede aspecten van de huidige coschappen is de duidelijke opbouw in cofasen, waarin de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de student toeneemt en daarmee de begeleidingsintensiteit afneemt. De doelen per cofasen zijn weergegeven in onderstaande tabel. Cofase Doelstelling 1a Verwerving van kennis en vaardigheid, voor het eerst in directe samenhang met de klinische praktijk. De student wordt getraind om theoretische kennisverwerving direct te koppelen aan klinische ervaringen in enkele geselecteerde disciplines en wordt voorbereid deze kennis en vaardigheid in de latere coschappen te gebruiken waar dat opportuun is. 1b De algemene doelen van de Klinische Geneeskunde staan hier voorop. De student moet na afloop van deze fase goed in staat zijn tot gegevensverzameling via anamnese en fysisch diagnostisch onderzoek, via klinisch redeneren tot een waarschijnlijkheidsdiagnose en een beleidsvoorstel kunnen komen, verslag kunnen leggen van bevindingen en beleidsopties, in staat zijn tot een adequate communicatie met de patiënt en moet blijk gegeven hebben van een adequate beroepshouding. 2 Het accent ligt op het bereiken van discipline gebonden onderwijsdoelen. Daarnaast wordt er in beperkte mate aandacht geschonken aan disciplineoverstijgende onderwerpen en aan de toepassing van vaardigheden uit cofase 1. 3 Verworven kennis en vaardigheden worden geïntegreerd in routinematig handelen in het vereiste tempo, veelal in een poliklinische omgeving. 4 Onder supervisie wordt zelfstandig gewerkt met een beperkt aantal eigen patiënten Opbouw nieuwe Masteropleiding De toekomstige Masteropleiding bestaat uit: 5 fasen met coschappen: o 1 e fase (M1a): 4 daagse introductiestages, waaraan opdrachten gekoppeld afgewisseld met groepsgewijs (vaardigheids) onderwijs o 2 e fase (M1b): werkstages gericht op algemene en vakspecifieke vaardigheden o 3 e fase (M2a): werkstages gericht op verbreding en verdieping van algemene en vakspecifieke vaardigheden o 4 e fase (M2b): consolidatie en integratie: werkstages waarin verbreding plaatsvindt in context van het beroep: o 5 e fase (M3): verzelfstandiging en verdieping: wetenschappelijke stage, vrije keuzecoschappen en oudste coschap: M3 13

14 Wetenschappelijke stage. Het onderwijs en de toetsing van het onderwijs vindt geheel geïntegreerd plaats in de cofasen en wetenschappelijke stage. Leerdoelen en eindtermen De leerdoelen per fasen zijn als volgt geformuleerd: fase Doelstelling 1: M1a 2: M1b 3: M2a 4: M2b 5: M3 Verwerving van basiscompetenties benodigd voor de coschappen: Medische Deskundige, Communicator en Academicus. De student wordt getraind om theoretische kennisverwerving direct te koppelen aan klinische ervaringen, die hij opdoet door tijdens introductiestages op de afdeling en hij wordt voorbereid deze kennis en vaardigheid in de latere coschappen (werkstages) te gebruiken waar dat opportuun is. Hoewel de algemene doelen van de klinische geneeskunde een belangrijk onderdeel vormen, worden ook vakspecifieke kennis en vaardigheden aangeleerd. De student moet na afloop van deze fase goed in staat zijn tot gegevensverzameling via anamnese en fysisch diagnostisch onderzoek, via klinisch redeneren tot een waarschijnlijkheidsdiagnose, op adequate wijze hier mondeling en schriftelijk verslag van kunnen doen en voorstellen kunnen doen voor aanvullend onderzoek en therapie. Ook is hij in staat tot een adequate communicatie met de patiënt en moet blijk gegeven hebben van een adequate beroepshouding. Daarnaast dient hij over basale kennis en bijbehorende klinische vaardigheden van Oogheelkunde, KNO en Dermatologie te beschikken, die basis leggen voor de stages Interne Geneeskunde, Heelkunde en Kindergeneeskunde. Tenslotte dient hij aan het eind voldoende kennis van het 1 e IHK-vak te beschikken om in de 2 e fase van M1 het coschap als werkstage optimaal te kunnen invullen. Oefenen van basiscompetenties door directe toepassing tijdens coschappen als werkstages en kennis en vaardigheden op doen in de vakken Interne Geneeskunde, Heelkunde en Kindergeneeskunde. Aan het eind van deze fase is de student in staat om gangbare complexe klinische problemen op het gebied van Interne Geneeskunde, Kindergeneeskunde en Heelkunde, te vertalen naar een (differentiaal) diagnose en een bijbehorend diagnostische en therapeutisch plan. Deze fase wordt afgesloten met een lijntoets. Het accent ligt op het bereiken van discipline gebonden onderwijsdoelen, het steeds meer zelfstandig uitvoeren van de basis competenties uit M1 en hierin routinematig handelen en tempo ontwikkelen. In deze fase wordt ook aandacht gegeven aan de competenties: Academicus, Samenwerker, Organisator en Beroepsbeoefenaar. Daarnaast wordt in meer beperkte mate disciplineoverstijgende onderwerpen behandeld in onderwijsmomenten, o.a. intervisie/timemanagement etc. Verwerven van zelfstandigheid in poliklinische consulten verrichten (verzelfstandiging en consolidatie). Verwerven van kennis en vaardigheden m.b.t. gezondheidsproblemen in een breder maatschappelijk kader (integratie). In deze fase wordt specifiek aandacht gegeven aan de competentie gezondheidsbevorderaar. Alle andere competenties worden verder uitgediept. In deze fase wordt de student geacht alle competenties op niveau van beginnend arts te kunnen uitvoeren. De doelen zijn gericht op het verdiepen van de wetenschappelijke vaardigheden en het onder supervisie zelfstandig werken met een beperkt aantal eigen patiënten. In deze fase wordt maximale vrijheid gegeven aan de student, om eigen invulling te geven aan de laatste fase van de opleiding en zich daarmee voor te bereiden op vervolgstappen na de Masteropleiding. De eindtermen van de leerdoelen van de Masteropleiding bevatten telkens 2 pijlers: Medische Deskundige en Professioneel Gedrag, dit om het beoordelen tijdens de coschappen zo effectief en efficiënt mogelijk te maken. Binnen deze pijlers worden de verschillende CanMeds rollen uit het raamplan 2009 verdeeld, waarbij bij Professioneel Gedrag de definitie uit de Bacheloropleiding zoveel als mogelijk gehandhaafd blijft. Onder Medisch Deskundige behoren daardoor de volgende rollen en competenties: 14

15 Medische Deskundige Gezondheidsbevorderaar Academicus (in de zin van Wetenschappelijk onderzoek, Academische vorming en Evidence Based Medicine). Onder Professioneel Gedrag behoren de volgende rollen en competenties: Communicator; Samenwerker; Organisator; Academicus (in de zin van leren en reflecteren); Beroepsbeoefenaar. Afhankelijk van het karakter van de stage zullen verschillende van deze rollen en competenties onderwezen en getoetst worden. Beide peilers, dus Medische Deskundigheid en Professioneel Gedrag moet aan het einde van een coschap voldoende scoren om te slagen voor het coschap. Samen vormen zij het profiel dat past de uitgangspunten van de Masteropleiding (zie ook voorbeelden van beoordelingsformulieren tussen- en eindbeoordeling in bijlage 6). Indien een student niet slaagt voor een coschap, doordat of de Medische Deskundigheid onvoldoende op orde is, of het Professioneel Gedrag gaat de student wel door naar het volgende coschap, aan het einde van het gelote pakket (of tijdens de vakanties van de student) zal de student het betreffende coschap opnieuw moeten doen. Wanneer de student meer dan 2 keer niet slaagt voor een coschap, wordt het coschappen pakket losgelaten en moet de student eerst de betreffende coschappen verbeteren voordat deze verder gaat met de studie 4. Alleen voorafgaand aan de keuze coschappen van jaar 3 en oudste coschappen bestaat een ingangseis, namelijk dat de klinisch lijntoets uit M1 is behaald. Alle andere onderdelen kennen geen specifieke ingangseisen. Studenten die voorafgaand aan de coschappen of begin of midden in het derde jaar de Wetenschappelijke stage plannen, zullen deze stage geheel moeten afronden ( = aan alle eisen voldaan volgens de begeleider; inleveren tentamenbriefje) voordat ze verder kunnen met hun coschappen. Net zoals het huidige coschappenprogramma gaat de Masteropleiding uit van studenten die fulltime studeren. Er zullen mogelijkheden voor deeltijd coschappen (minimaal 4 dagen in de week) gecreëerd worden voor studenten met zorgverantwoordelijkheden voor hun eigen kinderen. Ook zullen aangepaste pakketten gemaakt worden voor uitzonderingsgevallen. De studieadviseurs bepalen wie hiervoor in aanmerking komen. De Masteropleiding leent zich in principe niet voor de combinatie van de Masteropleiding en promoveren (MD/PHD traject). Ten opzichte van de huidige situatie is de Masteropleiding echter zo opgebouwd dat er in het jaar 3 zo veel ruimte zit voor individuele wensen van studenten dat zij de mogelijkheden hebben om tijdens hun Masteropleiding al meer nadruk te leggen en daarmee voorwerk te doen voor bijvoorbeeld promotietrajecten. Hiermee kunnen zij uiteindelijke vervolgopleidingen bij Graduate School indien zo afgesproken met deze instituten ook verkorten 5. Wat verandert er t.o.v. huidige opleiding geneeskunde UvA/AMC jaar 4-6, en wat blijft gehandhaafd? Ten opzichte van de huidige tweede fase van de opleiding Geneeskunde, blijft gehandhaafd: o De gefaseerde opbouw van de coschappen o Dermatologie, Oogheelkunde en KNO (DOK) als eerste coschappen o IHK als eerste grote coschap o Lange coschappen o Participatie alle grote vakken bij de coschappen. 4 Dit onderdeel en precieze bepaling wordt verder uitgewerkt door o.a. de projectgroep die bezig gaat met de ontwikkeling van toetsing en lijn PG. 5 Afstemming over dit onderdeel met de Graduate school is noodzakelijk 15

16 Het volgende verandert er met de invoer van de Masteropleiding: o Volledige integratie theorie en praktijk o Meer gestructureerd onderwijs in de coschappen o Nadruk ophalen basiskennis en integratie met klinische ervaringen o Explicieter onderwijs in en beoordeling van Professioneel Gedrag o Wetenschappelijke vorming tijdens stages o Langere periode coschappen en meer keuzecoschappen o Flexibel 3 e jaar, dat voor de student de mogelijkheid schept zich optimaal voor te bereiden voor vervolgstappen in studie- en/of loopbaan. Deze onderwerpen worden hieronder kort toegelicht. Integratie theorie en praktijk De grootste verandering ten opzichte van het huidige curriculum is dat het onderwijs geheel plaats vindt vanuit de praktijk. Leren door te doen en leren als het er toe doet staan centraal in de Masteropleiding. Concreet betekent dit dat het onderwijs en de toetsing niet in aparte blokken wordt gegeven, maar steeds gecombineerd met de betreffende coschappen en wetenschappelijke stage. De kennis en vaardigheden die nodig zijn voor de specifieke fase waarin de student zich bevind en benodigd voor het betreffende coschap worden aangeleerd door praktijkoefeningen, casusonderwijs en intervisie. De hoeveelheid gegeven onderwijs neemt gedurende coschappen af, de student krijgt steeds meer eigen verantwoordelijkheid om de juiste kennis en vaardigheden op te doen, maar krijgt hiervoor wel handreikingen aangedragen via diagnostische en summatieve toetsen. Er is weinig sprake van direct en frontaal onderwijs onder begeleiding van de docent. Onderwijs vindt plaats in kleine groepen onder begeleiding van een tutor die meer als begeleider van het leerproces optreedt. Tevens ontstaan er gedurende coschappen steeds meer mogelijkheden voor studenten om met eigen specifieke leerdoelen te oefenen in de praktijk. Dit vraagt gestructureerde begeleiding tijdens de coschappen. Om deze reden zal er voor coschappen langer dan vier weken standaard gewerkt worden met een tussenbeoordeling en eindbeoordeling. Zodat studenten vroegtijdig voldoende feedback krijgen en hun leerdoelen kunnen concretiseren aan de hand van de begeleidingsgesprekken. Gestructureerd onderwijs Een andere grote verandering is dat het onderwijs meer gestructureerd wordt aangeboden in de nieuwe Masteropleiding. Het onderwijs in M1b en M2 is sterk toegespitst op de stage en wordt geclusterd aangeboden, zodanig dat de student zoveel mogelijk aaneengesloten op de afdeling verblijft. Coschappen in deze cofasen beginnen met een of meerdere introductiedagen, waarin duidelijk wordt gemaakt wat er van de coassistent verwacht wordt en over welke voorkennis men dient te beschikken. Tevens wordt er onderwijs gegeven in specifieke vaardigheden, waarover men moet beschikken om de stage zinvol in te vullen. Onderdeel van deze introductiedagen is ook kennismaking met de betreffende afdeling en ziekenhuis, en met de werkwijzen en begeleiders. De precieze duur wordt door de vakgroep vastgesteld en bedraagt minimaal 1 hele dag. Naast de introductie dient er curriculair onderwijs plaats te vinden in ieder coschap op 1 vast dagdeel per week. Per vakgroep zal worden uitgemaakt worden of dit onderwijs lokaal zal plaats vinden of in het AMC (terugkommiddag). Dit onderwijs bestaat uit zowel discipline gerichte als discipline overstijgende onderwerpen die in de Masteropleiding thuishoren maar in M1 geen plaats hebben gekregen. Hieronder vallen bijvoorbeeld de afweging tussen te veel en te weinig medische bemoeienis en risico s van medicalisering en onderbehandeling, juridische aspecten van het vaststellen van een natuurlijke en niet-natuurlijke dood (of het vermoeden daarvan). Het onderwijs in M1a zal plaats vinden in het AMC vanuit het vaardigheidscentrum, het onderwijs van M1b in de affiliaties of het AMC. Het onderwijs in M2 zal of centraal in het AMC of in de affiliaties plaats vinden. Per vakgroep zal dit worden beslist. Indien gekozen wordt voor decentraal onderwijs, zal er voor kleine ziekenhuizen met weinig coplaatsen bekeken worden of het mogelijk is om te clusteren met een grotere affiliatie, waarbij het onderwijs dan op 1 centrale plek gegeven zou kunnen worden in de buurt (bijv. cluster Den Helder- 16

17 Alkmaar). Coschappen in het buitenland zullen een onderwijspakket op maat samenstellen, die zoveel als mogelijk de beoogde leerdoelen realiseren. Dit wordt met de betreffende internationale affiliatiepartners apart afgesproken. Voor deze coschappen wordt het toegelaten dat het onderwijs niet volledig aan onze eigen eindtermen en leerdoelen voldoet, aangezien de internationale ervaring op zichzelf al een groot leereffect heeft. Uiteraard zal al het onderwijs uitgevoerd worden onder de verantwoordelijkheid van het bestuur Onderwijsinstituut Geneeskunde. Vanuit het AMC zullen dan ook de noodzakelijke kaders en leerdoelen aangereikt moeten worden. Ophalen basiskennis Om optimaal rendement uit de stage te halen dient de student in ieder coschap een kennistoets te ondergaan. Idealiter wordt een formatieve toets aan het begin van de stage afgelegd, zodat de student direct inzicht krijgt in het verwachte kennisniveau en een summatieve toets aan het eind. De formatieve toets dient om bestaande voorkennis op te halen en lacunes te diagnosticeren. Op deze manier wordt de student gestimuleerd bij te studeren. Alleen door de juiste kennis paraat te hebben, is de student in staat om biomedische en psycho-sociale kennis en klinische ervaringen te integreren en zo het vermogen te ontwikkelen om te denken in complexe klinische concepten. Op die manier is hij beter in staat om zoveel mogelijk zelfstandig aan de klinische praktijk deel te nemen en verantwoordelijkheid te kunnen dragen. Alternatief is om alleen een summatieve toets relatief in het begin of halverwege de stage aan te bieden. Per stage zal bekeken worden wat de beste vorm hierbij is. De kennistoets is slechts één onderdeel van het beoordelen van de medische deskundigheid van de student. Op verschillende momenten zal de student aan de hand van patiënten, die hij begeleid heeft op kennis en klinische redeneren getoetst worden. Op grond van al deze beoordelingen wordt aan het eind van iedere stage bepaald of de student voor Medische Deskundigheid onder, op of boven verwacht niveau scoort (zie voorbeelden van beoordelingsformulieren in bijlage 6). Aan het eind van M1 wordt er een lijntoets afgenomen, aan de hand van casuïstiek betreffende alle gelopen coschappen. De toets mag overgedaan worden, maar dient voor de toelating van keuzecoschappen in jaar 3 en/of de oudste coschappen te zijn gehaald. Professioneel Gedrag Professioneel Gedrag is 1 van de 2 pijlers van de Masteropleiding. Zowel het les geven in en de beoordeling van Professioneel Gedrag zullen prominenter dan in de huidige opleiding aan bod komen. Leren werken in teamverband, zowel met mede coassistenten als met arts-assistenten, specialisten en verpleegkundigen zal continu onderwezen worden in met name M1b en M2 in de vorm van intervisie groepen. Sociale en maatschappelijke consequenties van medische handelen zal in M2b en M3 vooral aan de orde komen op terugkommiddagen. De structuur van korte praktijk beoordelingen zullen zo worden aangepast, dat zij steeds een moment van reflectie zijn op specifieke competenties, die bij de onderhavige beoordeling aan de orde zijn. Steeds dient hieraan een (korte) observatie door de beoordelaar vooraf te zijn gegaan (zie voorbeelden van beoordelingsformulieren in bijlage 6). In 2010 zal al een begin worden gemaakt met de hervorming van het beoordelingsysteem in deze richting. Essentieel hiervoor is dat beoordelaars geschoold worden in het beoordelen. Dit zal vanuit O&S ondersteund dienen te worden. Wetenschappelijke vorming Naast de sterk toegenomen ruimte voor een lange wetenschappelijke stage zal wetenschappelijke vorming in de hele Masteropleiding aan bod komen door studenten te stimuleren te denken vanuit een wetenschappelijke context. Dit zal gebeuren in de vorm van opdrachten om Evidence voor bepaalde voorgestelde diagnostische methoden of therapieën die tijdens de stages aan bod komen te zoeken en te presenteren, door literatuurbesprekingen en door pro- en contra debatten over controversiële behandelingen of beleidslijnen in de gezondheidszorg (vb. Vaccinatiebeleid). 17

18 Langere periode coschappen en invoering van meerkeuzevakken Het programma is er op gericht om de student zoveel mogelijk praktijk ervaring op te laten doen. Naast relatief lange stages in de traditionele vakken zijn er in M2 2x 4 weken keuzestages opgenomen in vakken, die in de meeste curricula weinig of niet met coassistenten in aanraking komen. Op die manier krijgt de student de gelegenheid om veel klinische kennis op te doen en zich breed te kunnen oriënteren op een vervolgopleiding. De keuzestages in M2 zullen worden beperkt tot vakgroepen met een herkenbaar opleidingsklimaat. De keuzestages in M3 zijn echter zo vrij mogelijk van karakter en volledig voor de student te bepalen. Flexibel jaar 3 M3 is zo flexibel mogelijk ingericht om de student de gelegenheid te geven om voor te sorteren. Tegelijkertijd zijn er een aantal minimum eisen voor iedereen gesteld; een minimale duur van de wetenschappelijke stage van 16 weken en een minimale duur van het oudst coschap van 8 weken. Bovendien is uitbreiding van het aantal weken steeds alleen met 4 weken (keuze coschappen, wetenschappelijke stage) of 8 weken (oudste coschap) mogelijk (bijvoorbeeld wetenschappelijke stage: 18/22/26 of 30). Ervaring leert dat het vrijwel niet mogelijk is om een wetenschappelijke stage van enig kaliber in minder tijd dan 16 weken te doen. Een oudste coschap wordt gezien als de ultieme stage, waarin de student al zijn verworven vaardigheden in de praktijk kan brengen en als arts met extra begeleiding kan werken. Een minimale duur van 8 weken is nodig om voldoende routine te verwerven; desgewenst kan de stage worden uitgebreid tot 16 weken of 2x 8 weken op verschillende plekken. De wetenschappelijke stage kan desgewenst worden uitgebreid tot maximaal 32 weken, indien er uitzicht is op een vervolgonderzoek en eventueel een promotietraject. Ook kan de student kiezen voor keuzestages. Hij wordt in zijn keuze hierbij zoveel mogelijk vrijgelaten. Buitenlandse stages, zoals tropenstages, zullen worden gestimuleerd en gefaciliteerd, waar mogelijk. Programma Masteropleiding in schema De Masteropleiding ziet er in schema als volgt uit: Fase 1: M1a: Introductiestages: Dermatologie, Oogheelkunde, KNO en IHK-1.1 Doel: Ontwikkeling algemene klinische vaardigheden en vakspecifieke kennis: Termijn: 20 weken Plaats: AMC, Flevoziekenhuis, OLVG Specificaties onderdelen: 2 weken Onderwijs Introductie DOK 3 weken Dermatologie + elke week 1 of halve dag 6 onderwijs 3 weken Oogheelkunde + elke week 1 of halve dag onderwijs 4 weken KNO + elke week 1 of halve dag onderwijs 2 weken Onderwijs introductie IHK weken IHK elke week 1 of halve dag onderwijs 1 week afsluitend onderwijs voor cofase 1 en voorbereiding cofase 2 Fase 2: M1b: Werkstages IHK-1.2, IHK 2 en 3 Doel: training algemene vaardigheden en vakspecifieke kennis Termijn: 24 weken Plaats: AMC, Flevoziekenhuis, OLVG & affiliaties Specificaties onderdelen: 6 Dit wordt ter keuze voorgelegd aan de projectgroep die Masterjaar 1 ontwikkelt 18

19 6 weken IHK-1.2: AMC, Flevoziekenhuis, OLVG 2x 8 weken IHK-2 en IHK-3: andere affiliaties 2 weken studie tijd afsluitend met lijntoets M1 Fase 3: M2a: Werkstages Vakspecifieke coschappen Doel: Discipline gebonden vaardigheden, tempo in algemene vaardigheden en verbreding in competenties Termijn: 28 weken Plaats: AMC, Flevoziekenhuis, OLVG, affiliaties Specificaties onderdelen: 6 weken Neurologie 6 weken Psychiatrie 8 weken Gynaecologie 2x 4 weken keuzestages (Revalidatie, Anesthesiologie, poli Kindergeneeskunde, Cardiologie, Neurochirurgie, Radiologie) Fase 4: M2b: Werkstages Consolidatie en integratie: Doel: Verzelfstandigen en consolideren, verbreden van context beroep in maatschappelijke context Termijn: 16 weken Plaats: AMC, Flevoziekenhuis, OLVG, affiliaties 4 weken poli Interne, 4 weken poli Heelkunde, 5 weken Huisartsgeneeskunde en 3 weken Sociale Geneeskunde Fase 5: M3: Keuzejaar Doel: Klinische en wetenschappelijke vorming, verdieping en verbreding & individualisering Termijn: 38 weken 7 Plaats: Variabel AMC, affiliaties en internationaal Variabele duur verschillende onderdelen: tailor-made curriculum a. Wetenschappelijke stage: minimaal 16 weken, maximaal 30 weken (waarbij steeds met 4 weken kan worden aangevuld) b. Keuze coschap van 4 of 8 weken: minimaal 0, maximaal 16 weken c. Oudste coschap: 8 of 16 (of 2x8) weken Het is ook mogelijk om direct te starten met de wetenschappelijke stage i.p.v. coschappen. In dit geval start de student met wetenschappelijke stage die 20 weken duurt en vervolgt daarna de coschappen in bovengenoemde volgorde. Kenmerken verschillende fasen Cofase 1: Introductiestages (M1a) Kern Voorbereiding praktijk uitoefening 7 Indien gekozen wordt aan 2 onderwijsweken voorafgaand aan DOK, zal de termijn 38 weken beslaan. 19

20 Integratie theorie, vaardigheden en observaties in de praktijk Plaats: begin Masteropleiding of na wetenschappelijke stage Blended learning principe Plaats: AMC, OLVG, Flevoziekenhuis Groepen 5-10 man voor theoretisch onderwijs & 4x13/14 man voor capita selecta Instroom iedere 2 weken Cofase 1 geldt als opstap naar de kliniek, waarbij theorie, vaardigheidstraining en praktijkobservaties volledig geïntegreerd zijn. De student begint zijn stage met twee introductieweken voor de coschappen Dermatologie, Oogheelkunde en KNO en (DKO: weken). Deze weken en de volgende stages hebben veel overeenkomst met het huidige programma, met het verschil dat van begin af er ook vakgroepoverstijgend onderwijs plaats vindt, die zowel richt op meer generieke competenties als de specifieke stagevakgebieden uit cofase 1 met elkaar verbindt. De woensdag(middag) of donderdag(middag) is tijdens de stages, die voor de student in het begin een meer observerend karakter hebben, steeds gereserveerd voor reflectie van gedane indrukken en oefenen van vaardigheden aan de hand van klinische opdrachten tijdens de stage. Daarnaast is hier ruimte voor vakgroepoverstijgend onderwijs in grotere groepen en specifieke vaardigheidstrainingen. DOK wordt gevolgd door een week voorbereiding op IHK-1.1: het eerste deel van het eerst coschap Interne Geneeskunde, Kindergeneeskunde of Heelkunde. Vervolgens loopt de student gedurende 5 weken 4 dagen per week stage, het liefst op 1 afdeling van een van de genoemde vakken in het AMC, Flevoziekenhuis of OLVG. Iedere woensdag of donderdag is er opnieuw ruimte voor reflectie, groepsgebonden onderwijs, vaardigheidstrainingen en vakgroepoverstijgend onderwijs. Na die 5 weken is er 1 week voorbereiding op het 2 e deel van IHK. Deze week bestaat uit onderwijs en bevat ook 2 beoordelingsmomenten: de Grand Round* en een kennistoets van het betreffende IHK-coschap. Tijdens de eerste cofase ligt de nadruk vooral op het ontwikkelen van 2 competenties: 1. Medisch Deskundige: a. Vaardigheden en Kennis De student haalt kennis op om de te leren vaardigheden op adequate wijze eigen te kunnen maken (opdracht voorbeeld in dit kader: student draagt op vrijdag een door hem opgenomen of begeleide patiënt voor ter discussie over diagnostiek of therapie en geeft daarbij eerst een beknopte samenvatting van wat er bekend is over het betreffende ziektebeeld) verwerft kennis en vaardigheid op de volgende domeinen: o verrichten van anamnese en lichamelijk onderzoek o opstellen van een probleemlijst, differentiaal diagnose, diagnostische en therapeutisch plan bij een aantal gangbare klinische symptomen o interpretatie van algemene klinisch chemische en hematologische bepalingen, bacteriologische principes, praktische radiologie, praktische farmacotherapie, receptuur o o specifieke kennis en vaardigheden betreffende DOK en te lopen vakgebied IHK-1 leert biomedische kennis te combineren met klinische ervaringen en ontwikkelt op die manier te denken in complexe klinische concepten leert het diagnostisch en preventief arsenaal : het afnemen van een relevante accurate anamnese, het doelmatig lichamelijk onderzoek, het verzamelen, analyseren en interpreteren van de gegevens, het stellen van diagnoses en het afwegen van de verschillende mogelijkheden tot behandeling. leert afweging maken van verschillende diagnostische en therapeutische opties verwerft specifieke vaardigheden als voorbereiding op de werkstage haalt specifieke voorkennis op, die noodzakelijk is voor een bevredigend lopende stage b. academische vorming kan doelmatig zoeken en de kwaliteit van de evidentie evalueren bij medische problemen volgens EBM principes 20

Raamplan Artsopleiding 2009

Raamplan Artsopleiding 2009 Raamplan Artsopleiding 2009 Prof. dr. Roland Laan UMC St Radboud Nijmegen Onderwerpen - Historie en Doel - Student wordt Arts; wordt Specialist - Rollen en competenties - Kennis, vaardigheden en attitudes

Nadere informatie

Verwacht niveau in de co-schappen

Verwacht niveau in de co-schappen Verwacht niveau in de co-schappen Het gehele co-schap is verdeeld in vier fasen. Enerzijds verschillende deze fasen inhoudelijk van elkaar omdat ze bij verschillende afdelingen en specialismen plaatsvinden,

Nadere informatie

Onderdelen en ECTS-verdeling Master Geneeskunde

Onderdelen en ECTS-verdeling Master Geneeskunde Bijlage 1 Onderdelen en ECTS-verdeling Master Geneeskunde Master 1, 2 en 3 ECTS-verdeling Aantal weken 1 ECTS = 28 studieuren KENNIS EN INZICHT 26 Thema 1A Methoden van klinisch en epidemiologisch 4 4

Nadere informatie

Inventarisatie opbouw en toetsing master jaar 3

Inventarisatie opbouw en toetsing master jaar 3 Inventarisatie opbouw en toetsing master jaar 3 Inleiding In het laatste jaar van de opleiding staan de semi-arts stage/oudste co-schap en de wetenschappelijke stage op het programma. Tijdens de semi-arts

Nadere informatie

Overgangsregeling Curius naar Curius+ Masteropleiding Geneeskunde & Regeling Coschapprogramma Curius vanaf 2012

Overgangsregeling Curius naar Curius+ Masteropleiding Geneeskunde & Regeling Coschapprogramma Curius vanaf 2012 Overgangsregeling Curius naar Curius+ Masteropleiding Geeskunde & Regeling Coschapprogramma Curius vanaf 2012 Deze (overgangs)regeling is in eerste instantie bedoeld voor Curius studt die zijn gestart

Nadere informatie

Inventarisatie 2012.3 De coassistent in het buitenland

Inventarisatie 2012.3 De coassistent in het buitenland Inventarisatie 2012.3 De coassistent in het buitenland Inleiding Veel coassistenten maken gebruik van de mogelijkheid om in het buitenland een deel van de master te doen, zoals de wetenschappelijke stage

Nadere informatie

Dedicated Schakeljaar Vitale Functies

Dedicated Schakeljaar Vitale Functies Dedicated Schakeljaar Vitale Functies 1. Inleiding Het schakeljaar vormt de verbinding tussen de studie geneeskunde en de vervolgopleidingen. De student leert te functioneren op het niveau van een beginnende

Nadere informatie

Op weg naar het nieuwe geneeskundecurriculum

Op weg naar het nieuwe geneeskundecurriculum Op weg naar het nieuwe geneeskundecurriculum 2015 Visie CRU + Continuïteit van zorg Continuïteit van supervisie Continuïteit van curriculum Verticale curriculumintegratie Veel kliniek, lange coschappen,

Nadere informatie

Hbo-bachelor verloskunde

Hbo-bachelor verloskunde Hbo-bachelor verloskunde zaterdag 8 november 2014 algemene informatie opleiding Willeke Boom, Teamleider propedeuse Korine Meulepas, Teamleider postpropedeuse Jasper de Jong, student Janneke Mathijssen,

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant Landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant Dit Landelijk Opleidingscompetentieprofiel van de Physician Assistant is tot stand gekomen door samenwerking tussen de 5 PA opleidingen

Nadere informatie

Voorlichtingsbijeenkomst derdejaars en zij-instroom 14 maart Deze slides en extra slides op student.uva.nl/gnk/az > Studieadviseurs

Voorlichtingsbijeenkomst derdejaars en zij-instroom 14 maart Deze slides en extra slides op student.uva.nl/gnk/az > Studieadviseurs Voorlichtingsbijeenkomst derdejaars en zij-instroom 14 maart 2018 Deze slides en extra slides op student.uva.nl/gnk/az > Studieadviseurs Master geneeskunde Doel bijeenkomst: Informeren en vragen beantwoorden

Nadere informatie

Toetsregeling Professionaliteit

Toetsregeling Professionaliteit Toetsregeling Professionaliteit Bacheloropleidingen Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen Radboudumc Propedeuse Deze regeling is van kracht vanaf 31 augustus 2015. 1) Begripsbepaling Professionaliteit

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Revalidatiegeneeskunde

Revalidatiegeneeskunde Revalidatiegeneeskunde Dedicated schakeljaar Inleiding Ben jij geïnteresseerd in het bewegingsapparaat en zenuwstelsel en wil je samen met een team van professionals bezig zijn om patiënten weer zo zelfstandig

Nadere informatie

Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde

Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde Internationalisering Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde Minor algemeen Alle studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) volgen in het derde Bachelorjaar

Nadere informatie

Regeling voor de verdeling van coschappen startdata Masteropleiding Geneeskunde

Regeling voor de verdeling van coschappen startdata Masteropleiding Geneeskunde Regeling voor de verdeling van coschappen startdata Masteropleiding Geneeskunde 1 Regeling voor de verdeling van coschappen startdata Masteropleiding Geneeskunde Samengesteld door: Dr. F. van Kooten, Coördinator

Nadere informatie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch

Nadere informatie

Indeling hoger onderwijs

Indeling hoger onderwijs achelor & master Sinds enkele jaren is de structuur van het hoger onderwijs in België afgestemd op die van andere Europese landen. Hierdoor kan je makkelijker switchen tussen hogescholen en universiteiten

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst derdejaars en zij-instroom 4 maart Deze slides en extra slides op student.uva.nl/gnk/az > Studieadviseurs

Informatiebijeenkomst derdejaars en zij-instroom 4 maart Deze slides en extra slides op student.uva.nl/gnk/az > Studieadviseurs Informatiebijeenkomst derdejaars en zij-instroom 4 maart 2019 Deze slides en extra slides op student.uva.nl/gnk/az > Studieadviseurs Master geneeskunde Doel bijeenkomst: Informeren en vragen beantwoorden

Nadere informatie

Dubbeltalent gezocht. VUmc Zigma Zij-Instroomprogramma Geneeskunde Master Amsterdam

Dubbeltalent gezocht. VUmc Zigma Zij-Instroomprogramma Geneeskunde Master Amsterdam Dubbeltalent gezocht VUmc Zigma 2019-2020 Zij-Instroomprogramma Geneeskunde Master Amsterdam De opleiding Ben je een talentvolle student met interesse in en ervaring met wetenschap pelijk onderzoek? Misschien

Nadere informatie

Zij-instroomprogramma geneeskunde. Dubbeltalent gezocht

Zij-instroomprogramma geneeskunde. Dubbeltalent gezocht Zij-instroomprogramma geneeskunde Dubbeltalent gezocht Ben je een talentvolle student met interesse in en ervaring met wetenschappelijk onderzoek? Misschien kun jij dan wel deelnemen aan het vierjarige

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Landelijk opleidingsplan Interne geneeskunde 2019

Landelijk opleidingsplan Interne geneeskunde 2019 Consultenstage Deel 2: Nederlandse Internisten Vereniging Inhoud Consultenstage 3 Aanleiding 3 Begripsbepaling van de consultenstage 3 Leermiddelen 4 Eisen te stellen aan supervisie 4 Eisen te stellen

Nadere informatie

Inventarisatie: aantal weken coschappen per specialisme per faculteit Simone Bernard (bestuurslid LOCA 2011), januari 2012

Inventarisatie: aantal weken coschappen per specialisme per faculteit Simone Bernard (bestuurslid LOCA 2011), januari 2012 Inventarisatie: aantal weken coschappen per specialisme per faculteit Simone Bernard (bestuurslid LOCA 2011), januari 2012 Inleiding Nederland telt acht medische faculteiten, welke alle een ander curriculum

Nadere informatie

Opleidingsplan Dedicated Schakeljaar Huisartsgeneeskunde

Opleidingsplan Dedicated Schakeljaar Huisartsgeneeskunde Opleidingsplan Dedicated Schakeljaar Huisartsgeneeskunde Coördinator namens studentenonderwijs: dr. S. Koning, coördinator coschappen. Opleider: Dr. H.J. Bueving, huisarts, Hoofd opleidingsinstituut huisartsgeneeskunde.

Nadere informatie

Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V.

Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V. Programma van toetsing tot september 2015 Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding Voor studenten die zijn begonnen met het curriculum voor september 2015 is het oude

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training Assessoren en EVC-begeleiders training 19 februari 2009 en 15 januari 2010 Desirée Joosten-ten Brinke, CELSTEC, Open Universiteit Nederland Doel training Aan het einde van deze training weten de deelnemers:

Nadere informatie

ZIGMA Zij-Instroomprogramma Geneeskunde Master Amsterdam. Dubbeltalent gezocht

ZIGMA Zij-Instroomprogramma Geneeskunde Master Amsterdam. Dubbeltalent gezocht ZIGMA 2016-2017 Zij-Instroomprogramma Geneeskunde Master Amsterdam Dubbeltalent gezocht Ben je een talentvolle student met interesse in en ervaring met wetenschappelijk onderzoek? Misschien kun jij dan

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6 Studiewijzer BACHELOR OPLEIDING KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE Vak : Afstudeerproject BSc KI Opleiding : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : 2015-2016 semester 2, periode 5 en

Nadere informatie

Landelijk opleidingsplan Interne geneeskunde 2019

Landelijk opleidingsplan Interne geneeskunde 2019 Handreiking Individualisering (verkorting) van de opleiding Deel 2: Nederlandse Internisten Vereniging Inhoud Handreiking Individualisering (verkorting) van de opleiding 3 Achtergrond 3 Handreiking Individualisering

Nadere informatie

Roeien met de riemen die je hebt Beoordeling interculturele competenties

Roeien met de riemen die je hebt Beoordeling interculturele competenties Roeien met de riemen die je hebt Beoordeling interculturele competenties Ir. Saskia Kreutzer Drs. Jannemieke Geessink Arnhem Business School NUFFIC Workshop Best Practises Roeien met de riemen die je hebt

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

EPA s en individualisering, nu praktisch

EPA s en individualisering, nu praktisch EPA s en individualisering, nu praktisch Drs. Liesbeth Adelmeijer, onderwijskundig adviseur Dr. Sesmu Arbous, anesthesioloog-intensivist, opleider IC OPLEIDINGSSYMPOSIUM, 12 APRIL 2016, LEIDEN Entrustable

Nadere informatie

Begeleiding en beoordeling van coassistenten in de klinische praktijk

Begeleiding en beoordeling van coassistenten in de klinische praktijk Begeleiding en beoordeling van coassistenten in de klinische praktijk S. Morsink 1,2 en D. Latifi 1,2 1. Masterstudent Geneeskunde, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam 2. Landelijk Overleg CoAssistenten

Nadere informatie

VUmc Zigma Zij-Instroomprogramma Geneeskunde Master Amsterdam. Dubbeltalent gezocht

VUmc Zigma Zij-Instroomprogramma Geneeskunde Master Amsterdam. Dubbeltalent gezocht VUmc Zigma 2017-2018 Zij-Instroomprogramma Geneeskunde Master Amsterdam Dubbeltalent gezocht Ben je een talentvolle student met interesse in en ervaring met wetenschappelijk onderzoek? Misschien kun jij

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

Voorlichting Master geneeskunde

Voorlichting Master geneeskunde Voorlichting Master geneeskunde Programma 8.45-9.10 uur: Welkom en korte uitleg programma Master gnk prof. dr. Harry van Goor, curriculumcoördinator master geneeskunde 9.10-9.30 uur: Verdeling coplaatsen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie Voor de Onderwijs- en examenregeling van de Master Gezondheidszorgpsychologie wordt verwezen naar de Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

Regeling voor de verdeling van instroommomenten reguliere coschappen masteropleiding Geneeskunde

Regeling voor de verdeling van instroommomenten reguliere coschappen masteropleiding Geneeskunde Regeling voor de verdeling van instroommomenten reguliere coschappen masteropleiding Geneeskunde 2019-2020 1 Regeling voor de verdeling van instroommomenten coschappen masteropleiding Geneeskunde 2019-2020

Nadere informatie

INTRAPROFESSIONEEL LEREN MET ARTS-ASSISTENTEN BINNEN DE KINDZORG ONTWIKKELING VAN EEN TOOLBOX

INTRAPROFESSIONEEL LEREN MET ARTS-ASSISTENTEN BINNEN DE KINDZORG ONTWIKKELING VAN EEN TOOLBOX INTRAPROFESSIONEEL LEREN MET ARTS-ASSISTENTEN BINNEN DE KINDZORG ONTWIKKELING VAN EEN TOOLBOX O. PROJECTOPZET Algemene gegevens Instelling: Radboudumc Amalia Kinderziekenhuis Titel initiatief: Intraprofessioneel

Nadere informatie

Datum 1 december 2016 Betreft Nadere vragen inzake de financiële positie van geneeskundestudenten als coassistent

Datum 1 december 2016 Betreft Nadere vragen inzake de financiële positie van geneeskundestudenten als coassistent >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG.. Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

Verpleegkundig specialist (MANP)

Verpleegkundig specialist (MANP) Verpleegkundig specialist (MANP) Naam van de opleiding en opleidingsinstituut Door welk orgaan wordt deze opleiding erkend? Master Advanced Nursing Practice GSW, Inholland, Amsterdam NVAO = Nederlands/Vlaams

Nadere informatie

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Bachelor of Business Administration (MER opleiding) Bachelor of Business Administration (MER opleiding) voor decentrale overheden Het Onderwijs De Bachelor of Business Administration voor decentrale overheden (Management, Economie & Recht, MER) wordt aangeboden

Nadere informatie

VUmc Zigma Zij-Instroomprogramma Geneeskunde Master Amsterdam. Dubbeltalent gezocht

VUmc Zigma Zij-Instroomprogramma Geneeskunde Master Amsterdam. Dubbeltalent gezocht VUmc Zigma 2018-2019 Zij-Instroomprogramma Geneeskunde Master Amsterdam Dubbeltalent gezocht Ben je een talentvolle student met interesse in en ervaring met wetenschappelijk onderzoek? Misschien kun jij

Nadere informatie

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started Inhoud Competentiegericht opleiden 3 Doel van praktijktoetsen 4 Wijze van evalueren en beoordelen 4 Rollen 5 Getting started

Nadere informatie

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:

Nadere informatie

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs universitair onderwijscentrum groningen hoger onderwijs Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs 2008-2009 september 2008 Basiskwalificatie onderwijs 2 Wat is de basiskwalificatie onderwijs (BKO)? De basiskwalificatie

Nadere informatie

De verantwoordelijkheid over de klinisch-gebonden opleiding

De verantwoordelijkheid over de klinisch-gebonden opleiding De verantwoordelijkheid over de klinisch-gebonden opleiding Prof. dr. Dirk Van Raemdonck Bestuurslid KAGB Programmadirecteur, bachelor- & masteropleiding geneeskunde, 7 oktober 2017 7 oktober 2017 De

Nadere informatie

INDIVIDUELE PROFILERING

INDIVIDUELE PROFILERING INDIVIDUELE PROFILERING EN ACTUELE THEMA S IN DE MEDISCHE VERVOLGOPLEIDING Op weg naar de specialist van de toekomst Inhoudsopgave 2 1. Inleiding 4 1.1 Gezondheidszorg in verandering 4 1.2 Vakoverstijgende

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie

Postmaster opleiding systeemtherapeut

Postmaster opleiding systeemtherapeut Postmaster opleiding systeemtherapeut mensenkennis In de context met cliënten, gezinnen en kinderen was dit leerzaam en direct bruikbaar in mijn werk. evaluatie deelnemer Postmaster opleiding systeemtherapeut

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

Huisartsopleiding. Kennismakingsbrochure. Huisarts: specialist in veelzijdigheid! a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a

Huisartsopleiding. Kennismakingsbrochure. Huisarts: specialist in veelzijdigheid! a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a Huisarts: specialist in veelzijdigheid! Kennismakingsbrochure Huisartsopleiding a a a a a a a a a a 1 Huisarts: specialist in veelzijdigheid! Je maakt hele

Nadere informatie

Het hoger onderwijs verandert

Het hoger onderwijs verandert achelor & master Sinds september 2004 is de hele structuur van het hoger onderwijs veranderd. Die nieuwe structuur werd tegelijkertijd ingevoerd in andere Europese landen. Zo sluiten opleidingen in Vlaanderen

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

BEOORDELINGSCRITERIA VAN ONDERWIJSKWALIFICATIES Versie juli 2008

BEOORDELINGSCRITERIA VAN ONDERWIJSKWALIFICATIES Versie juli 2008 BEOORDELINGSCRITERIA VAN ONDERWIJSKWALIFICATIES Versie juli 2008 Toelichting Om te kunnen beoordelen of aan een docent een bepaalde onderwijskwalificatie (start, basis, uitgebreide of volledige kwalificatie)

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Onderwijsregeling IV Professioneel Gedrag bacheloropleiding Geneeskunde Curius+ juli 2014 ingangsdatum 1 september 2014

Onderwijsregeling IV Professioneel Gedrag bacheloropleiding Geneeskunde Curius+ juli 2014 ingangsdatum 1 september 2014 Onderwijsregeling IV Professioneel Gedrag bacheloropleiding Geneeskunde Curius+ juli 2014 ingangsdatum 1 september 2014 Toepassing van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de

Nadere informatie

Het individuele opleidingsplan (IOP)

Het individuele opleidingsplan (IOP) Het individuele opleidingsplan (IOP) Achtergrond Het Individueel Opleidings Plan (IOP) is een hulpmiddel om het leerproces van de aios te structureren en te vergemakkelijken. In een IOP wordt een beperkt

Nadere informatie

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT Faculteit Geesteswetenschappen FEEDBACK & BEOORDELINGSFORMULIER ONDERWIJSSTAGES (BA & MA) De beoordeling van de onderwijsstages op Bachelor 3 en masterniveau bestaat uit twee onderdelen: het functioneren

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Voorlichting Master geneeskunde

Voorlichting Master geneeskunde Voorlichting Master geneeskunde Programma 21 juni 2016 11:00-11:45 uur Welkom en uitleg programma Master geneeskunde Inhoud Centraal Klinisch Onderwijs en Toetsing prof. dr. Harry van Goor, coördinator

Nadere informatie

OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER Voorbereiding HBO - keuzedeel K0125 - Cohort 2016 e.v kwartiel 8, 9, 10 en 11 1. Algemene informatie D1: Voorbereiding HBO Studielast:

Nadere informatie

Voorlichting Master geneeskunde

Voorlichting Master geneeskunde Voorlichting Master geneeskunde Episodes in master geneeskunde Sandwich structuur: Onderwijs Coschap Onderwijs CKO voor coschap (coschap) CKO na CKO= Centraal Klinisch Onderwijs Inhoud masterfase Reguliere

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Ouderengeneeskunde. Maartje Conijn. Henri Boersma

Onderzoeksrapport. Ouderengeneeskunde. Maartje Conijn. Henri Boersma Onderzoeksrapport Ouderengeneeskunde 1 Maartje Conijn Henri Boersma Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. KNMG Studentenplatform 3. Methode 4. Resultaten - Enquête algemeen - Enquête ouderengeneeskunde 5. Conclusie

Nadere informatie

Workshop: Lokaal opleidingsplan

Workshop: Lokaal opleidingsplan Workshop: Lokaal opleidingsplan 9 oktober 2009 Dr. Paetrick M. Netten, internist opleider Prof. Dr. Rijk. O.B. Gans, internist opleider en voorzitter van de werkgroep modernisering CCMS Workshop: Lokaal

Nadere informatie

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden Module 1 Inhoud programma: Nieuw beroepsprofiel Bachelor Nursing 2020. Informatie over het nieuwe beroepsprofiel t.a.v. praktijkleren, CanMEDS-rollen. Stagewerkplan/portfolio, opstellen leerdoel, begeleiden

Nadere informatie

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Gezondheid, Sport en Welzijn Masteropleiding Medical Imaging/ Radiation Oncology Verschillende studies laten zien dat de druk op de gezondheidszorg

Nadere informatie

- Artikel 3: aanvraag Uitwerking artikel 3: aanvraag Artikel 14: inhoud van aanvraag: aanvrager... 3

- Artikel 3: aanvraag Uitwerking artikel 3: aanvraag Artikel 14: inhoud van aanvraag: aanvrager... 3 Beleidsregels accreditatie herregistratie Vastgesteld door de Accreditatiecommissie herregistratie van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen en Psychotherapeuten (FGzPt) op 17 mei 2017. Datum inwerkingtreding:

Nadere informatie

Masterpleiding Tandheelkunde 3-jarig (MSc) Vrije Universiteit Amsterdam - ACTA - M Tandheelkunde 3-jarige opleiding

Masterpleiding Tandheelkunde 3-jarig (MSc) Vrije Universiteit Amsterdam - ACTA - M Tandheelkunde 3-jarige opleiding Masterpleiding Tandheelkunde 3-jarig (MSc) Vrije Universiteit Amsterdam - - M Tandheelkunde 3-jarige opleiding - 2012-2013 Vrije Universiteit Amsterdam - - M Tandheelkunde 3-jarige opleiding - 2012-2013

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder

Nadere informatie

Basiskwalificatie Onderwijs (BKO)

Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) Achtergrondinformatie Binnen de Nederlandse universiteiten en universitaire medische centra is een Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) ontwikkeld. Dit is een onderwijskwalificatie

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam. Onderwijs- en Examenregeling (OER) Faculteit der Geneeskunde Masteropleiding Geneeskunde. Studiejaar 2013-2014

Universiteit van Amsterdam. Onderwijs- en Examenregeling (OER) Faculteit der Geneeskunde Masteropleiding Geneeskunde. Studiejaar 2013-2014 Master OER Geneeskunde 1 Universiteit van Amsterdam Onderwijs- en Examenregeling (OER) Faculteit der Geneeskunde Masteropleiding Geneeskunde Studiejaar 2013-2014 Definitieve versie augustus 2013 Master

Nadere informatie

Dedicated Schakeljaar. Perspectief vanuit studenten Kitty Roseboom en Tjitske van Engelen

Dedicated Schakeljaar. Perspectief vanuit studenten Kitty Roseboom en Tjitske van Engelen Dedicated Schakeljaar Perspectief vanuit studenten Kitty Roseboom en Tjitske van Engelen Andere faculteiten Erasmus MC, Radboud UMC en LUMC 1 Masterstudenten solliciteren op een schakelplaats. Vrij

Nadere informatie

Kwaliteit van opleiding

Kwaliteit van opleiding Bedoeling Card 1 Kwaliteit van opleiding De kwaliteit van de opleiding is ons primaire doel en een noodzakelijk onderdeel van onze professie. Aios hebben voldoende mogelijkheden nodig voor werkplekleren

Nadere informatie

Universiteit Opleiding Cursus Beschrijving Link. Vaardigheidsonderwijs 2e jaar

Universiteit Opleiding Cursus Beschrijving Link. Vaardigheidsonderwijs 2e jaar Overzicht bachelorcursussen Dit overzicht geeft een groot aantal bachelorcursussen weer die aandacht besteden cultuur en/of gender op het gebied van gezondheidszorg. Het overzicht betreft cursussen uit

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten Versie 1.0/ november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

Fellowship Technische Geneeskunde

Fellowship Technische Geneeskunde Fellowship Technische Geneeskunde Algemene informatie voor aanvragers V E R S I E 21-07-2016 A U T E U R Opleidingscommissie NVvTG POST NVvTG Postbus 711 3500 AS Utrecht MAIL info@nvvtg.nl WEB www.nvvtg.nl

Nadere informatie

Intern toetsingskader CGS voor een landelijk opleidingsplan 1

Intern toetsingskader CGS voor een landelijk opleidingsplan 1 Intern toetsingskader CGS voor een landelijk opleidingsplan 1 Ingevuld voor LOP: De wetenschappelijke verenigingen in de zorg stellen voor de eigen geneeskundige vervolgopleiding een landelijk opleidingsplan

Nadere informatie

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk Naar transparanter hoger onderwijs Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk Samenvatting van het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk hoger onderwijs Toegang vanuit [1] Eerste cyclus Tweede

Nadere informatie

Samen naar een individueel opleidingsplan. Anouk Straus

Samen naar een individueel opleidingsplan. Anouk Straus Samen naar een individueel opleidingsplan Anouk Straus Opzet workshop Theorie individueel opleidingsplan. Het individueel opleidingsplan in de praktijk Oefenen met IOP gesprek tussen aios en opleider Aan

Nadere informatie

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017 Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience Leiden, 17 januari 2017 Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen

Nadere informatie

Decentrale Selectie 2015-2016

Decentrale Selectie 2015-2016 Decentrale Selectie 2015-2016 Voor het studiejaar 2015-2016 zijn er voor de bachelor geneeskunde aan de RUG/UMCG in totaal 410 eerstejaarsplaatsen beschikbaar. Alle plaatsen worden via decentrale selectie

Nadere informatie

Standaard-actieplan stage 2 (PL2)

Standaard-actieplan stage 2 (PL2) Standaard-actieplan stage 2 (PL2) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 2 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

Communicatie en consultvaardigheden: een vergelijking tussen training en de (klinische) praktijk

Communicatie en consultvaardigheden: een vergelijking tussen training en de (klinische) praktijk Communicatie en consultvaardigheden: een vergelijking tussen training en de (klinische) praktijk Geurt Essers 1, Evelyn van Weel Baumgarten 1 Sanneke Bolhuis, 2 1. Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) 2. IWOO

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Enquète voor die opleiders met wie reeds gesproken is over de invoering van het schakeljaar

Enquète voor die opleiders met wie reeds gesproken is over de invoering van het schakeljaar Enquète voor die opleiders met wie reeds gesproken is over de invoering van het schakeljaar Premisse: OWIGEN en IOO gaan ervan uit dat u binnen uw OOR het aanspreekpunt bent voor de opleiding in uw discipline.

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie