Waar talenten van nu uitgroeien tot helden van morgen... London Nederland 2028?

Transcriptie

1 Waar talenten van nu uitgroeien tot helden van morgen... London Nederland 2028?

2 Niets is zo bemoedigend als het onmiskenbaar vermogen van mensen om hun leven meer inhoud te geven, door met hart en ziel daarnaar te streven. Henry David Thoreau

3 Waar talenten van nu uitgroeien tot helden van morgen... London Nederland 2028?

4 Inhoud 1 Voorwoord 2 Inleiding 3 Trends en ontwikkelingen 4 Richtinggevende notities 4.1 De nota Tijd voor sport: bewegen, meedoen, presteren van het Ministerie van VWS 4.2 Het Olympisch Plan 2028 van NOC*NSF 4.3 Het Masterplan Talentontwikkeling Talentontwikkeling en Topsport in Limburg 5.1 Waar staan we nu? 5.2 Waar willen we naar toe? 5.3 Waar moeten we in investeren? 5.4 Wat willen we bereiken? 6 Organisatie 7 Begrippenlijst 8 Literatuur 4

5 1 Voorwoord Als íets tot de verbeelding spreekt, dan zijn het topsportprestaties. Bij successen tijdens Europese of wereldkampioenschappen en tijdens de Olympische Spelen zie je mensen uitbundig juichen om de prestaties van hun landgenoten. Daarbij maakt het niet uit of het om individuele sporten gaat, of om teamsporten. Anky van Grunsven, Rens Blom of Michael Boogerd als individuele sporters veroorzaken evenveel euforie als het Nederlands dameshockeyteam of het nationaal voetbalelftal. Vanwaar dat enthousiasme? Sportprestaties worden gezien als het resultaat van ambitie, doelen stellen, trots, wilskracht en zelfdiscipline eigenschappen die veel mensen in het dagelijkse leven ook graag beloond zien. Daarnaast speelt het gegeven dat sport verbroedert. Dat geldt niet alleen voor de sporters zelf, maar ook voor de duizenden toeschouwers die de sportieve prestaties van hun landgenoten bejubelen. Sportsuccessen zorgen voor een collectieve regionale of nationale trots. Successen van sporters stralen af op het land of de regio waar die sporters uit afkomstig zijn. Maar niet alleen de sporters en hun prestaties, ook sportevenementen kunnen een enorme uitstraling hebben op het land of de regio waar ze georganiseerd worden. Niet alleen uitstraling trouwens: ze kunnen ook zorgen voor een geweldige economische impuls. Die uitstraling is er overigens ook voor de bedrijven die de sporters financieel in staat stellen zich volledig te wijden aan hun sport. Om al die positieve effecten is het voor een land, regio of bedrijf zeer de moeite waard te investeren in sporters en sportevenementen. Topsport Limburg wil voor de provincie Limburg graag een bijdrage leveren aan een sportief klimaat waarin topsporters kunnen gedijen. In Limburg zijn er zo n duizend talenten en topsporters die ernaar streven het beste uit zich zelf te halen en hun persoonlijke top te bereiken. Topsport Limburg begeleidt deze sporters, die aangesloten zijn bij de Topsport Academie van Topsport Limburg, heel actief. Deze talenten en topsporters maken gebruik van het door Topsport Limburg opgezette en door NOC*NSF gecertificeerde netwerk van faciliteiten, waar zo n 125 bedrijven en instellingen bij betrokken zijn. Topsport Limburg wil ervoor zorgen dat deze talenten en topsporters kunnen schitteren tijdens de Olympische Spelen. Om te beginnen is er aandacht voor de voorbereiding van jonge sporters op de Olympische Winterspelen in Vancouver Met de skibaan in Landgraaf en de ijsbaan in Geleen is Limburg voor een dergelijke voorbereiding goed toegerust. De volgende mijlpaal is de voorbereiding op de Olympische Spelen van 2012 in Londen. Geografisch gezien is Limburg daarbij als het ware de achtertuin van de plaats waar de Olympische spelen worden georganiseerd. Via het programma Limburg, bridge to London wil Topsport Limburg sporters, maar ook de regio Limburg én bedrijven uit de provincie Limburg sterk betrekken bij die Olympische Spelen. Er zijn nog ambitieuzer plannen. NOC*NSF heeft kenbaar gemaakt in 2028 de Olympische Spelen in Nederland te willen organiseren. En dat streven biedt helemaal kansen om Limburgse sporters, de provincie Limburg en organisaties en bedrijven in Limburg via de sport te promoten. Het voorliggende Strategische Plan van Topsport Limburg wil een etappe zijn in het streven om in 2012 de provincie Limburg sportief en economisch te laten profiteren van de Olympische Spelen die heel dichtbij, in Londen, worden georganiseerd. Daarnaast wil Topsport Limburg nog verder kijken, zorgen dat in Limburg een Olympisch klimaat ontstaat met als ultieme hoogtepunt de Olympische Spelen in 2028 in Nederland. Het motto van Topsport Limburg daarbij is Go for Gold haal het beste uit jezelf. Haal het beste uit jezelf dat is voor Topsport Limburg een aansporing niet alleen voor Limburgse topsporters en talenten, maar voor elke Limburger, Limburgse organisatie of bedrijf! Cees van Prooijen 5

6 4

7 2 Inleiding Medio 2006 heeft VWS het sportprogramma Samen voor Sport gepresenteerd, het Uitvoeringsprogramma van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met de thema s Bewegen, Meedoen en Presteren. Het plan heeft onder andere als doel het verwezenlijken van een sportieve samenleving. Tot de partners behoren naast NOC*NSF en de sportbonden ook de Olympische Netwerken en regionale topsportorganisaties. Topsport Limburg werkt als regionale topsportorganisatie en alliantiemanager binnen het Olympisch Netwerk Limburg met diverse partijen samen om programma s uit het thema Presteren (zoals Talentcentra, Coaches aan de Top, Talent- en Topsportbegeleiding én Topsportevenementen) in Limburg een voedingsbodem te geven en naar resultaten te leiden. Het Masterplan Talentontwikkeling 2010 van NOC*NSF zal hiervoor richtinggevend zijn. Daarnaast hebben de sportsector, de overheid en het bedrijfsleven zich op initiatief van NOC*NSF gebogen over de vraag op welke wijze de haalbaarheid van en het draagvlak voor de Olympische Spelen in Nederland kunnen worden onderzocht. Betrokken partijen zijn van mening dat het sportief, economisch en maatschappelijk zeer de moeite waard is de mogelijkheden hiervan te onderzoeken. NOC*NSF heeft inmiddels het Olympisch Plan 2028 gepresenteerd en daarbij aangegeven dat zij met dit plan in eerste instantie wil bewerkstelligen dat het sportklimaat in Nederland op olympisch niveau komt. Het plan onderscheidt daarbij drie fasen: de fase van onderzoek ( ), de fase van opbouw ( ) en de bidfase ( ). In 2021 wijst het IOC de organiserende stad (of wellicht tegen die tijd regio of land) aan voor de organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen Bovenstaande punten zullen de komende periode veel energie vragen van alle direct betrokkenen, maar we weten wel waar we het voor doen. Met als uitdaging de organisatie van de Olympische Spelen in 2028 in Limburg c.q. Nederland moeten toch het nodige enthousiasme, maar zeker ook financiële middelen opgebracht kunnen worden om te komen tot een sportinfrastructuur waarbinnen elke Limburger het beste uit zichzelf kan halen en de Limburgse jeugd haar sportieve idealen kan verwezenlijken. Geert Ruigrok directeur Topsport Limburg 7

8 3 Trends en ontwikkelingen Om onze visie op de functie van sport in de Nederlandse en meer in het bijzonder Limburgse samenleving te onderbouwen, is het goed een aantal trends en ontwikkelingen te schetsen. 3.1 DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN De Nederlandse bevolking blijft groeien. Rond 2035 is het maximum aantal inwoners van achttien miljoen bereikt. Daarnaast is het zo dat Nederland vergrijst: het aandeel 40-plussers zal blijven stijgen. Verder zal het aandeel jongeren met overgewicht blijven stijgen, zeker ook in vergelijking met andere Europese landen. Het aandeel etnische minderheden in de samenleving blijft toenemen. Nu al ligt het percentage in de drie grootste steden op dertig. Omdat sportdeelname onder ouderen en etnische minderheden verhoudingsgewijze lager ligt dan onder jongeren en autochtonen, zijn vergrijzing en verkleuring van belang voor de sport. Daarbij moet de sport zich realiseren dat de behoefte van de allochtoon een andere is dan van de autochtoon: niet alleen de keuze voor het type sport maar ook de behoefte om deel uit te maken van en actief te participeren in de sociale context van een vereniging verschilt. Met betrekking tot de sportparticipatie is (in relatie tot de te verwachten bevolkingsopbouw in 2020) de verwachting dat met name de jongeren tot twintig jaar en de groep van 55-plussers de komende jaren meer zullen gaan sporten. 3.2 SOCIAAL-ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN De Nederlandse regering kiest de komende jaren voor forse bezuinigingen, wat leidt tot een significant lagere financiële investering in de sport. De verdergaande internationalisering leidt tot economische liberalisering en globalisering, maar ook tot een stijgende behoefte aan regionale dan wel nationale identificatie en maatschappelijke betrokkenheid: mensen willen erbij horen. Dit biedt mogelijkheden voor de sport, voor wat betreft promotie (branding) en het genereren van geld. De internationalisering leidt ook tot het overvol raken van de internationale topsportkalender en een concurrerend internationaal aanbod van trainingscentra en trainingsmethoden. In een groeiende markt is het marktaandeel van de georganiseerde sport in het afgelopen decennium gedaald naar 33,2%. Bij geen of weinig inspanningen daalt het aandeel naar 30,8%. Voldoende inspanningen leiden tot een groei naar 34% in De invloed van marketing en sales, media en sponsoring op de sport, en vooral op de topsport neemt nog steeds toe. Commercieel interessante sporten en op lokaal niveau verenigingen met eigen accommodaties halen relatief meer gelden binnen. De ko- 8

9 mende jaren zullen bedrijven, gezien de economische teruggang, keuzes gaan maken. Opvallend daarbij is de verschuiving van betrokkenheid bij het primaire proces naar evenementen, en van top- naar de breedtesport. 3.3 SOCIAAL-CULTURELE ONTWIKKELINGEN De samenleving waarin wij leven kent een steeds verder gaande individualisering. Voor de komende jaren ligt de focus op het op maat toesnijden van voorwaarden, arrangementen en dergelijke. Individualisering brengt echter ook gevaren van eenzaamheid en gebrek aan maatschappelijke verantwoordelijkheid met zich mee. Men mist de collectieve beleving en gaat hiernaar op zoek. De sport heeft de mogelijkheid om aan deze behoefte aan connecting people tegemoet te komen. De nieuwe voorwaarde is wel maatwerk. Dit geldt zowel voor het productaanbod als het werkaanbod (met name de groep vrijwilligers). De sport heeft een sociale functie en kan deze verder uitbouwen om de eigen positie te versterken. Intensivering is ook een belangrijke ontwikkeling. Er moet steeds meer. Dit roept het verlangen op naar welness-momenten. Het gevoel wordt leidend. Sport biedt hiervoor voldoende kansen. Wel moet worden ingespeeld op de behoefte aan een totaal op maat gesneden productenpakket, waarin voedinggebruik, fysiek bewegen en/of sporten, en opdoen van energie gezamenlijk zijn opgenomen: een groeimarkt waarin de anders georganiseerde sport steeds meer terrein wint. Wat verder valt waar te nemen is dat de beleving van het waarden- en normenpatroon verandert. Zo ervaart menigeen dat de maatschappij verruwt. Een dergelijke maatschappelijke tendens openbaart zich ook bij sport. Uit onderzoek blijkt dat één derde van de Nederlanders negatieve ervaringen heeft met sport. Agressie, spelgedrag, spelverruwing en intimidatie worden in dit verband genoemd. Via de sociale context van de vereniging en de toepassing van de spelregels kan de sport bijdragen aan de overdracht van waarden en normen. 3.4 POLITIEK-BESTUURLIJKE ONTWIKKELINGEN Bij de bespreking van politiek-bestuurlijke ontwikkelingen moet de toenemende invloed van de Europese Unie worden genoemd. Europese regelgeving wordt in toenemende mate bepalend voor oplossingsrichtingen van Nederlandse problemen en wordt daarmee van invloed op Nederlandse wet- en regelgeving. Binnen de sport zien we dat internationale sportorganisaties steeds meer de spelregels en daardoor het gezicht van de sport bepalen. Met de overheid en Europese sportfederaties moet de internationale sportlobby bij de totstandkoming van relevante wet- en 9

10 3 Trends en ontwikkelingen regelgeving intensiever worden vormgegeven. Investeren in en opbouw van kennis zijn cruciaal, ook op het gebied van internationale subsidiemogelijkheden. In algemene zin zijn er steeds meer spelers op het (internationale) sportveld, en brengen zij hun eigen belangen mee, wat leidt tot een toenemende juridisering. Het huidige kabinetsbeleid zet in op een meer zakelijke relatie tussen overheid, instanties en burgers. Ook de georganiseerde sport wordt gezien als een uitvoeringsorgaan waarmee een prestatiecontract afgesloten wordt. Geldstromen verschuiven van nationaal naar lokaal niveau. De gemeente (met als koepel de VNG) wordt een nieuwe, belangrijke gesprekspartner voor de sport. Daarnaast is de politiek zich er steeds meer van bewust dat sport een beleidsdossier is met meerdere raakvlakken en dat sport om een integrale benadering vraagt. Dit moet wel nadrukkelijk door de sport zelf worden aangezet en vormgegeven. De bestuurlijke complexiteit in de sport is bekend. De toenemende regeldruk vanuit de overheid maar ook binnen de sportsector zelf vormt een bedreiging voor het kader. Vereenvoudiging is een must. 3.5 RUIMTELIJKE EN ECOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN Niet eens zozeer de absolute ruimte is de komende decennia het probleem, maar wel de feitelijk ter beschikking staande woon-, leef-, werk- en beweegruimte per individu. Nieuwe benaderingen voor meervoudig ruimtegebruik (combinaties van werk, wonen en recreëren) worden belangrijker. In de (inter)nationale lobby, maar ook op lokaal niveau, moet de sport (samen met de recreatieve sector) hierop anticiperen. Zichtbaar is de verschuiving van de behoefte van sporten in of op sportspecifieke accommodaties naar het sporten in of op nietspecifieke voorzieningen. De behoefte aan specifieke sportaccommodaties neemt af, terwijl de behoefte aan multifunctionele accommodaties in de wijk stijgt. Per sporttak zijn er daarbij wel verschillen. 3.6 TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN De vrijetijdssector waaronder sport valt, ontwikkelt zich steeds sterker tot de sector waar veel technologische innovaties ontstaan of worden uitgeprobeerd. Materiaal-technologische ontwikkelingen binnen de topsport hebben een spin-off richting breedtesport. Bio- en informatietechnologische ontwikkelingen zijn ook van invloed op de sport. In toenemende mate wordt het trainings- en wedstrijdproces met behulp van it-technologie en virtuele omgevingen ondersteund. Informatisering is van belang in de eerste decennia van de 21e eeuw. Met name de betekenis van de informatie gaat veranderen. Het accent verschuift van beschikbaarheid naar selectie. Dit 10

11 wordt mede gevoed door de verregaande individualisering. Het internet wordt een combinatie van informatie, communicatie en transactie. Ook voor de sport biedt dit voordelen, denk aan verkoop en werving. Wel moet de sporter op maat worden bediend. Dit betekent dus het verzamelen van data en kennis over de sporter, de sporttak en de sector om vervolgens te komen tot een efficiënt systeem om de verzamelde informatie beheersbaar te maken. 3.7 PARALLELLEN MET ANDERE BRANCHEORGANISATIES De sportsector heeft kenmerken van een brancheorganisatie. Bonden zijn voor hun verenigingen een brancheorganisatie net zoals de sportkoepel dit is voor de aangesloten bonden. Een selectie uit de belangrijkste trends binnen en rond brancheorganisaties: het belang van een positief imago van de bedrijfstak, de toenemende internationale wet- en regelgeving, een overheid die afspraken wil maken en meer variatie aanbieden in producten en diensten. Twee ontwikkelingen die in de toekomst worden verwacht, zijn het maken van bindende afspraken in de keten en leden die steeds kostenbewuster worden. Kenmerken van de vereniging in de 21e eeuw zijn nieuwe vormen van media, kwaliteit en innovatie, vraagsturing, nieuwe diensten en what s in it for me. 11

12 4

13 4 Richtinggevende notities Een aantal notities zijn bij het ontwikkelen van onze visie op de functie van sport in de Nederlandse en meer in het bijzonder Limburgse samenleving richtinggevend geweest. 4.1 NOTA TIJD VOOR SPORT, BEWEGEN, MEEDOEN, PRESTEREN MINISTERIE VWS Als vervolg op de kabinetsnota Tijd voor sport, Bewegen, Meedoen, Presteren is het programma Samen voor sport - bewegen, meedoen, presteren ontwikkeld. In dit sportprogramma wordt aangegeven hoe de belangrijkste voornemens uit de sportnota in de komende jaren (van 2006 tot en met 2010) gerealiseerd kunnen worden. Het sportprogramma is een uitwerking van de sportnota en heeft dan ook hetzelfde doel: het verwezenlijken van een sportieve samenleving. Dat is een samenleving waarin sportieve waarden centraal staan. Waarin sport gezien wordt als een dragend element in de nationale cultuur. Waarin de vele op sport gebaseerde spreekwoorden en gezegdes illustreren dat sport een wezenlijk element is in ons dagelijks leven. Het is ook een samenleving waarin mensen voldoende bewegen, waarin meer mensen meedoen aan sport en waarin onze topsporters optimaal kunnen presteren. PRESTEREN In de lijst van redenen waarom Nederlanders trots zijn op hun land staan sportprestaties met 83% aan de top. Presteren in de sport mag, en dat werkt aanstekelijk naar andere terreinen. VWS ondersteunt de ambitie van de sport om Nederland een plaats te laten verwerven in de internationale top-10-landenklassering. Daarvoor moeten Nederlandse sporters goed presteren op wereldkampioenschappen en de Olympische en Paralympische Spelen. Om in de top-10 te komen, worden duidelijke keuzes gemaakt. De rijksoverheid investeert niet langer in alle topsportprogramma s, maar 13

14 4 Richtinggevende notities concentreert de beschikbare middelen op die topsportonderdelen waarbij Nederlandse sporters nu of in de (nabije) toekomst goed presteren. De top-10-ambitie is het uitgangspunt voor het nieuwe programma Coaches aan de top en het vernieuwde programma Talentontwikkeling, die beide in het sportprogramma worden beschreven. Ook in het evenementenbeleid wordt vanaf 2007 de top-10-ambitie doorgevoerd. Hoe meer Nederlanders in de finales staan van topsportevenementen, hoe meer kans er voor Nederland is op een plaats in de top-10. Investeringen in topsportonderdelen worden pas gedaan als Nederlandse talenten, topsporters, combinaties en teams behoren tot de beste acht van de wereld, of uitzicht hebben op de top-8. Voor de top-8 is gekozen omdat bij veel topsportevenementen acht finaleplaatsen zijn of wordt gestreden in achtereenvolgens kwartfinales (acht plaatsen), halve finales en de finale. TALENTONTWIKKELING De ontwikkeling van talent naar topsporter is een precair proces. Jeugdige talenten doorlopen deze ontwikkeling in een kwetsbare periode van hun leven. Daarom is een kwalitatief goede begeleiding nodig: niet alleen op het gebied van de sport, maar ook op het gebied van onderwijs, gezondheid en andere terreinen. In het programma voor talentontwikkeling staat de persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling van jeugdige sporters centraal. Vanuit de sportsector is de noodzaak naar voren gebracht voor een meer planmatige aanpak van talentontwikkeling. TALENTCOACHES De talentcoach vormt een belangrijke spil in de talentontwikkeling van jonge sporters. Een talentcoach is niet zomaar een coach: zij of hij is in staat jonge, talentvolle sporters in een kwetsbare periode van hun leven te begeleiden, hun prestaties te verbeteren en tegelijkertijd aandacht te behouden voor hun persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling. NOC*NSF zal in samenwerking met de bonden en NLcoach competentieprofielen ontwikkelen voor talentcoaches. Hierbij wordt rekening gehouden met het niveau waarop de talentcoach functioneert, de tak van sport en de kwalificatiestructuur van de opleidingen voor trainers en coaches. In aanvulling daarop doet de overheid in de periode een specifieke investering in fulltime nationale talentcoaches voor verschillende leeftijdscategorieën in twee à vier takken van sport met een gecertificeerd talentprogramma die door NOC*NSF zijn voorgedragen. Deze coaches begeleiden de nationale talenten en hebben daarnaast de taak hun kennis en vaardigheden over te dragen aan regionale trainers. REGIONALE BEGELEIDING Olympische netwerken vervullen een rol bij de facilitaire bege- 14

15 leiding van talenten. Het gaat daarbij om niet-sporttechnische zaken, zoals het beschikbaar krijgen van accommodaties om te trainen, hulp bij vervoer, hulp bij het vinden van de juiste school en doorverwijzing naar sportmedische voorzieningen. Door de optelsom van alle (twaalf) bestaande netwerken is er in principe sprake van een landelijke dekking. Het is nu zaak dat de netwerken een (meer) uniforme aanpak realiseren, zodat alle talenten in het land in gelijke mate kans maken op een minimumpakket aan dienstverlening. Daarbij is het van belang dat waar mogelijk voorzieningen worden gebundeld die sporttakoverstijgend worden aangeboden om tot een optimale dienstverlening te komen. ONDERWIJS Speciale aandacht bij de facilitering van talentvolle sporters is er voor het combineren van de sportcarrière met de schoolcarrière. Het programma ter zake krijgt vorm en inhoud binnen de Alliantie School en Sport. In het werkplan is een uitbreiding van het aantal LOOT-scholen opgenomen binnen het voortgezet onderwijs. Tevens wordt onderzocht of talentontwikkeling ook een plek kan krijgen binnen het hoger onderwijs. COACHES AAN DE TOP Achter iedere succesvolle topsporter staan een of meer topcoaches: gedreven mensen die het beste uit hun pupil of hun team halen, zodat deze topprestaties kunnen leveren. De inzet van topcoaches is de sleutel voor succes. Het blijkt lastig om topcoaches voor de Nederlandse sport te behouden. Gerenommeerde topcoaches vertrekken naar het buitenland of kiezen voor een toekomst met meer zekerheid buiten de sport. Daardoor gaat veel hoogwaardige begeleiding, kennis en expertise verloren. Samen met de sportsector wil de rijksoverheid hierin verandering brengen. Met het programma Coaches aan de top treft de sportsector voorzieningen waarmee topcoaches zich full time aan de training, coaching en begeleiding van topsporters kunnen wijden. TOPSPORTEVENEMENTEN Mede door de verslaggeving via de media mogen topsportevenementen zich tegenwoordig verheugen in een grote, soms zelfs enorme publieke belangstelling. De organisatie van topsportevenementen in Nederland stelt echter meer voor dan het aanbieden van passief vermaak alleen. Zo draagt deze bij aan de ontwikkeling van de topsport, de economie, Holland Promotie, nationale trots (het Oranje-gevoel ) en ook aan de sportstimulering en het vrijwilligerswerk. 4.2 HET OLYMPISCH PLAN 2028 NOC*NSF Het sportieve succes van Athene 2004 en Sydney 2000 was aan- 15

16 4 Richtinggevende notitities leiding voor een publieke discussie over de vraag of Nederland de Olympische en Paralympische Spelen zou willen organiseren. De reacties varieerden van positief tot negatief. Omdat uitsluitend een stad zich kandidaat kan stellen en deze kandidatuur door (in ieder geval) het Nationale Olympisch Comité moet worden ondersteund, heeft NOC*NSF het initiatief genomen om nader onderzoek te doen naar haalbaarheid van en draagvlak voor de organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen. Het jaartal 2028 werd gekozen, enerzijds om aan te geven dat sprake is van een langetermijntraject, en anderzijds omdat 2028 inspireert en enthousiasmeert: honderd jaar eerder immers werden in Amsterdam de eerste en tot nu enige Olympische en Paralympische Spelen in Nederland georganiseerd. De activiteiten van de werkgroep en de expertmeetings hebben geleid tot de conclusie dat het sportief, economisch en maatschappelijk zeer de moeite waard is de mogelijkheden van de organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen nader te onderzoeken. ALGEMENE CONCLUSIES EN AANDACHTSPUNTEN Bij het onderzoek naar de mogelijkheden van de organisatie van de Olympische spelen moet rekening gehouden worden met de volgende conclusies en aandachtspunten: Sport maakt krachten los Sport heeft de potentie om bij te dragen aan maatschappelijke trots, perspectief en gezamenlijkheid en om bij overheid, bedrijfsleven en maatschappij krachten te mobiliseren. Samenhang in plaats van tegenstelling Sport in de wijk (sport onderwijs buurt), wedstrijdsport (inclusief talentontwikkeling) en topsport vormen de drie pijlers die het succes en de toekomst van de sport bepalen. De sportvereniging is de verbindende en daardoor cruciale factor tussen de drie pijlers. Presteren mag weer In Nederland wordt de mogelijkheid, noodzaak en bereidheid om te presteren meer geaccepteerd. Gedegen onderzoek en benchmark Concrete en betrouwbare gegevens en benchmark zijn nodig om te bepalen op welke wijze een sportklimaat op olympisch niveau gerealiseerd kan worden. Over bekende grenzen heen kijken Veranderingen zullen elkaar zo snel opvolgen dat traditionele werkwijzen vaak niet meer geschikt zijn en telkens nieuwe, creatieve oplossingen nodig zijn. Onderzoek naar sport-, leisure- & entertainment-concepten Eén van de belangrijke trends is de ontwikkeling van sport-, leisure- & entertainment-concepten. De sport kan hiervan profiteren door de ontwikkeling, bouw en gebruik van deze concepten te 16

17 stimuleren en ook zelf daarin te participeren. Samenwerking tussen sport en cultuur De samenwerking tussen sport en cultuur heeft in toekomstige projecten onder meer entertainment-concepten en multifunctionele accommodaties een duidelijke meerwaarde. Innovatief bouwen Nieuwe technieken en materialen bieden steeds meer mogelijkheden voor tijdelijke en multifunctionele accommodaties. Bovendien ontstaan nieuwe samenwerkingsmogelijkheden tussen sport, cultuur en entertainment door accommodaties gezamenlijk te ontwikkelen en te gebruiken. Een nieuwe samenleving Nederland groeit toe naar een pluriforme en multiculturele samenleving, waardoor een natuurlijke herijking van tradities, normen en waarden plaatsvindt. De sport kan hierbij in positieve zin als katalysator fungeren. Bovendien kan de sport ook zelf de uitdaging aangaan om adequaat op de veranderende samenleving in te spelen. Minder traditionele sporten winnen aan populariteit, meer mogelijkheden om de positie in de top-10 te verstevigen en nieuwe sporticonen maken de jeugd enthousiast voor de sport. FASERING OLYMPISCH PLAN 2028 Het onderzoek naar de haalbaarheid van het Olympisch Plan heeft uitgewezen dat de organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen een langetermijnstrategie en -planning vereist waarbinnen meerdere fasen doorlopen moeten worden. Op basis van een businessplan (harde gegevens en draagvlak) dient toegewerkt te worden naar een definitief besluit om voor de Olympische en Paralympische Spelen te gaan. Tevens dient duidelijk te worden gemaakt op welke wijze een sportklimaat op olympisch niveau kan worden gerealiseerd. Pas daarna kan voor een bidfase voor de Olympische en Paralympische Spelen worden besloten. Het Olympisch Plan 2028 wordt uitgevoerd in een drietal fasen, waarbij indicatieve tijdsperioden zijn aangegeven I. Onderzoek II. Opbouw L E G AC Y III. B idfa s e IV. O rganis a tie O S 2028à FASERING OLYMPISCH PLAN

18 4 Richtinggevende notitities 4.3 HET MASTERPLAN TALENTONTWIKKELING 2010 Aanleiding tot het Masterplan Talentontwikkeling 2010 is de uitwerking van de doelstellingen die sportbonden en NOC*NSF hebben geformuleerd in de Sportagenda, en de wens van VWS richting NOC*NSF en bonden om te komen tot een nationaal vierjaren-talentontwikkelingsprogramma. De sportnota van VWS en de daarmee gepaard gaande verruimde financiële mogelijkheden bieden een extra kans om een stevige impuls af te geven aan de talentontwikkeling in Nederland. In de Sportagenda en Sportnota is een aantal uitgangspunten geformuleerd. In de Sportagenda van NOC*NSF zijn die uitgangspunten: Ontwikkeling van opleidingsroutes voor het vak topsporter. In de beoogde opleidingsroutes wordt de opleiding tot het vak topsporter gecombineerd en afgestemd met de voorbereiding op een maatschappelijke vervolgloopbaan. Focus op bijdrage aan de top-10-ambitie In de Sportnota van VWS luiden de uitgangspunten: Ondersteuning met topsportbeleid van de top-10-ambitie; Talentherkenning en regionale talentontwikkeling: nader te formuleren eisen ten aanzien van inhoud, begeleiding en opleidingsmogelijkheden, en de rol van olympische netwerken. Talentontwikkeling en onderwijs: talentontwikkeling met faciliteiten voor topsporters en het honoreren van studiepunten met sport of daaraan gelieerde activiteiten moeten een kans krijgen in het HBO, op universiteiten, en op de LOOT-scholen in het voortgezet onderwijs. Ook moet worden onderzocht wat de mogelijkheden zijn in het beroepsonderwijs (ROC s). Nationale talentontwikkelingsprogramma s: - Wens nationaal vierjarig talentontwikkelingsprogramma NOC*NSF en bonden, - Onderzoeken van de noodzaak voor speciale coaches voor talenten. Talentontwikkeling is in Nederland op onderdelen goed georganiseerd en succesvol. Voor een klein land eindigen we de laatste jaren immers relatief hoog in de medailleklassementen. Er is echter nog winst te behalen. Een groep deskundigen vanuit de sportbonden signaleerde in 2004 de volgende uitdagingen: a. Verbeteren van de doorstroom van talent naar topsporter In de fase waarin de omvang van trainings- en wedstrijdprogramma s sterk toe moet nemen om de aansluiting op het internationale niveau te krijgen of te behouden, zorgt een aantal factoren uiteindelijk voor uitval van een deel van de talenten. Die factoren 18

19 5

20 4 Richtinggevende notitities zijn de combinatie sport en studie, de toenemende reistijden, het gebrek aan goede trainingsfaciliteiten, begeleiding voor stagnerende prestatieontwikkeling en overbelasting en blessures. b. Opstellen sporttakspecifieke meerjarenopleidingsprogramma s Op jonge sporters worden nog te vaak de trainingsplanning en wedstrijdprogramma s van senioren toegepast. Ook domineren nu nog de verschillen in kalenderleeftijd en biologische leeftijd te vaak de uitkomst van trainings- en wedstrijdprogramma s en selectiesystemen. c. Realiseren van opleidingsprogramma s met voldoende trainingsuren Uit onderzoek blijkt dat de norm voor een opleiding tot topsporter bestaat uit ongeveer trainingsuren gedurende een periode van tien jaar (zie ook: Ericcson en Charness 1994, Salmela et al 1999). Deze norm wordt door Nederlandse talenten niet gehaald, waardoor de trainingsarbeid op latere leeftijd ingehaald moet worden. De kritische of gevoelige periode voor versnelde ontwikkeling van jonge sporters wordt hierdoor echter onvoldoende benut. Dat betekent ook dat de huidige nadruk op wedstrijden moet worden verminderd ten gunste van trainingen. d. Gespecialiseerde coaches voor talenten De beste coaches trainen bij de senioren én talentcoaches stromen snel door of haken snel af om maatschappelijke redenen. Een stabiele beroepsgroep van gespecialiseerde talentcoaches kan het rendement van de talentopleidingen sterk verhogen. e. Bundelen van locaties met opleidingsprogramma s en faciliteiten Hoogwaardige accommodaties met volledige beschikbaarheid, woongelegenheid, opleidingsfaciliteiten en andere voorzieningen op geringe onderlinge afstand (fietsafstand) zijn nodig om de omvangrijkere programma s op verantwoorde wijze te realiseren. f. Gelijke faciliteiten voor talenten en topsporters Voor de talenten in de hogere opleidingsfasen moeten dezelfde programma s en faciliteiten beschikbaar zijn als voor de topsporters op internationaal niveau: wedstrijden op hoog niveau, sparringpartners, sportmedische en sportwetenschappelijke begeleiding, accommodaties enzovoort. g. Verbeterde sturingsmogelijkheden van bonden op regionale en lokale initiatieven Nog te vaak hebben bonden geen invloed op de kwaliteit van lokale initiatieven. Ook de continuïteit en stabiliteit van de initiatieven vormen een groot knelpunt. In het Masterplan worden de hoofdlijnen aangegeven van de 20

21 aanpak van talentontwikkeling tot Die aanpak is er op gericht om als NOC*NSF en de sportbonden gezamenlijk een nationaal talentontwikkelingsprogramma in te richten met als doel een optimale bijdrage te leveren aan de top-10-ambitie. Het Masterplan is gebaseerd op de uitgangspunten zoals ze staan verwoord in de Sportnota van VWS en de Sportagenda van NOC*NSF. Ook de bijeenkomsten met de sportbonden in 2004 en de daar geformuleerde knelpunten vormen een uitgangspunt voor de gekozen aanpak. Dit Masterplan is bedoeld als nationaal vierjarig talentontwikkelingsprogramma voor en vanuit de sport en geldt daarnaast als advies voor VWS. De inzet is om, in overleg met VWS, de middelen voor talentontwikkeling vanuit de Sportnota van VWS af te stemmen voor activiteiten die voortvloeien uit dit Masterplan. Het verbeteren en objectiveren van talentherkenning, het versterken van de meerjaren opleidingsprogramma s voor talenten en het op de behoefte afstemmen van de infrastructuur waarin deze programma s worden gerealiseerd, kunnen de efficiëntie en effectiviteit in belangrijke mate verhogen. Dat wordt bereikt op twee manieren: Versterking meerjaren-opleidingprogramma s onder bondsregie door middel van: - ontwikkelen en uitvoeren meerjarenopleidingsprogramma s, - talentcoaches, - High Potential-status, - certificering van de opleidingsprogramma s. Verbetering van de infrastructuur voor talentontwikkeling door middel van: - Centra voor Topsport en Onderwijs (CTO s), - regionale talentontwikkeling. Het Masterplan richt zich op programma s van topsportonderdelen die een bijdrage leveren aan de top-10-ambitie of daar op korte of middellange termijn toe in staat worden geacht. In deze programma s worden de ondersteuningsmogelijkheden vooral ingezet op de fase in het opleidingsprogramma waar relatief veel talenten uitvallen of stagneren. 21

22 4

23 5 Topsport Limburg Na een schets van trends en ontwikkelingen, en bespreking van notities die richtinggevend zijn geweest voor onze visie, willen we nu graag onze visie op de functie van sport in de Nederlandse en meer in het bijzonder Limburgse samenleving geven. 5.1 WAAR STAAN WE NU? De komst van het Topsportplan, geïntegreerd in de Sportnota Provincie Limburg , heeft de talentontwikkeling en de topsport in Limburg in een versnelling gebracht. De versterkende werking van topsportondersteuning beperkte zich niet alleen tot de breedtesport, maar werkte ook door naar economie, toerisme, onderwijs en het Limburg-imago. Het Topsportplan beoogde de volgende resultaten te bereiken: toename van sportdeelname bij alle doelgroepen (van jong tot oud, kansarm of kansrijk) door de aantrekkingskracht van topsportevenementen; ondersteuning van de infrastructuur voor sportvrijwilligers; realisatie van grootschalige incidentele topsportevenementen; ondersteuning van de Limburgse topsportevenementen, van de topsportverenigingen en van de jonge Limburgse sporttalenten en topsporters; impulsen voor de toeristische sector; sterke profilering/imagoverbetering van de Provincie Limburg; vernieuwend, aantrekkelijk en educatief onderwijsaanbod voor Limburgse jongeren; intensieve samenwerkingsverbanden tussen onderwijs, sport en bedrijfsleven, gericht op onder andere productvernieuwing, gezondheidsverbetering, stageplaatsen, werkgelegenheid, financiële ondersteuning van breedtesportactiviteiten etc.; integrale aanpak van de problematiek rondom seksuele intimidatie in de sociaal veilige sportomgeving. 23

24 5 Topsport Limburg Op al deze punten zijn duidelijk resultaten geboekt, juist in de samenwerking met het Huis voor de Sport. Het huis van de Sport neemt de breedtesport-component voor zijn rekening. Topsport Limburg fungeert als een actieve partner binnen het Olympisch Netwerk Limburg als alliantiemanager om ervoor zorg te dragen dat de doelstellingen van NOC*NSF ook in Limburg worden gerealiseerd TOPSPORT ACADEMIE LIMBURG Een sporter kan nooit alleen tot topprestaties komen. Om het beste uit zichzelf te halen, heeft een talent en topsporter naast goede begeleiding een netwerk van faciliteiten nodig. De Topsport Academie Limburg van Topsport Limburg biedt een topsportvriendelijke omgeving, waarin de sporter zich volledig kan focussen op zijn prestaties. De behaalde sportieve prestaties en de daaraan gekoppelde topsportstatus bepalen de wijze van begeleiding en van welke faciliteiten gebruik kan worden gemaakt. Sporters die zich willen ontwikkelen tot topsporter, kunnen gebruikmaken van een hoogwaardig netwerk van faciliteiten op medisch, sporttechnisch en maatschappelijk gebied. Topsport Academie Limburg maakt deel uit van het landelijke NOC*NSF Olympisch Netwerk. Hierdoor kunnen sporters zich ook bedienen van landelijke faciliteiten die passen bij hun sportieve idealen. Tevens zijn er internationale samenwerkingsverbanden, zodat Limburgse sporters zich kunnen ontwikkelen tot topsporter op wereldniveau. Bijna duizend talenten en topsporters zijn ingeschreven bij de Topsport Academie Limburg en maken gebruik van het hoogwaardig netwerk. De begeleiding vindt plaats door een team van deskundigen, conform de eisen van NOC*NSF. 5.2 WAAR WILLEN WE NAAR TOE? Topsporters zijn heel doelgericht Topsport Limburg is dat uiteraard ook. Wat is de missie van Topsport Limburg, en wat zijn haar ambities? MISSIE De missie van Topsport Limburg is: De jeugd in Limburg de mogelijkheid bieden haar sportieve ideaal te verwezenlijken, in een omgeving met olympische ambitie. 24

25 Willen we deze missie realiseren, dan dienen we te werken aan de prestatiebepalende factoren van de Topsport. Topsportprestaties zijn een product van vele complexe inter-agerende invloeden. Enerzijds zijn er de genetische kwaliteiten van een mens, anderzijds spelen de fysieke omstandigheden rondom de topsporter, alsook de sociale en culturele condities waaronder zij/hij leeft een belangrijke rol. Er bestaat geen twijfel over dat elke sportactiviteit een functie is van een of andere combinatie van deze voorwaarden. Genetische capaciteit is een noodzakelijke voorwaarde voor sportactiviteit, zonder deze zou sport niet bestaan. De genetische kwaliteiten van mensen kunnen wel de verschillen in prestaties verklaren tussen mannen en vrouwen, tussen jong en oud, tussen groot en klein en zelfs tussen verschillende rassen. Ze kunnen echter niet verklaren waarom Noren actiever zijn in skiën. Ze kunnen ook niet verklaren waarom zwarten in de Verenigde Staten meer succesvol waren dan deze in Nigeria of Mozambique, of waarom Portugal of Spanje minder succesvol zijn dan de Scandinavische landen in skiën. Het succes van de Scandinavische landen in skiën en het succes van Oostenrijk, Frankrijk en Zwitserland in Alpine-activiteiten staat gedeeltelijk in relatie tot de gunstige condities om in die landen wintersporten te beoefenen. Maar zelfs deze natuurlijke condities kunnen niet de variaties verklaren in andere sporttakken zoals atletiek, zwemmen, voetbal, boxen, worstelen Er bestaat in de literatuur geen alomvattend verklaringsmodel voor topsportprestaties. Het verklaren van topsportprestaties is ook een zeer complexe taak. Sport is en blijft een reflectie van het cultureel systeem waarin mensen leven. Dit draagt ertoe bij dat prestatiebepalende factoren kunnen verschillen van land tot land. De prestatiebepalende factoren zijn te classificeren op drie niveaus: de atleet en zijn persoonlijke omgeving (microniveau), het beleid en de alom heersende politiek (mesoniveau), de maatschappelijke en culturele context (macroniveau). Onder het microniveau verstaan we enerzijds de genetische eigenschappen van een atleet, en anderzijds de persoonlijke omgeving zoals ouders, vrienden, coach. Deze factoren liggen (grotendeels) buiten de controle van het beleid. Op microniveau situeren zich ook factoren die wel gecontroleerd en beïnvloed kunnen worden, zoals psychologische, medische, technische en tactische begeleiding. Het gaat hier kortom om factoren die de individuele prestaties van één atleet bepalen. Het macroniveau behelst alle factoren die het nationaal succes van een land beïnvloeden, maar die buiten de directe beïnvloedingssfeer van het beleid liggen. Het gaat om factoren als economische welvaart, populatie, geografische ligging, klimatologische 25

26 5 Topsport Limburg omstandigheden en het politiek systeem. Verscheidene studies tonen aan dat topsportsucces voor een groot deel wordt bepaald door deze factoren. Daarnaast spelen op macroniveau ook factoren die zeer moeilijk meetbaar zijn, maar die een grote invloed op de sportprestaties kunnen uitoefenen. Te denken valt daarbij aan de cultuur van een land, de levenswijze, opvattingen en gewoonten. Deze factoren beïnvloeden de sportieve traditie en de (top)sportcultuur van een land. Hoewel deze factoren moeilijk in kaart te brengen zijn, moet er toch terdege rekening mee worden gehouden bij de analyse van succes. Het middelste niveau tenslotte is het mesoniveau. Factoren op mesoniveau zijn volledig of gedeeltelijk in handen van het beleid. Afhankelijk van de effectiviteit van het beleid en de investeringen in topsport hebben topsporters meer kansen om goed te presteren. In deze classificatie is een onderscheid te maken tussen factoren die het individueel succes van een atleet beïnvloeden en factoren die het nationaal succes van een land bepalen. In het eerste geval wordt de situatie van atleet x vergeleken met atleet y; in het tweede wordt land x vergeleken met land y (Van Bottenburg, 2000). Dit laatste is veel moeilijker. Tot slot bestaat er een grote onderlinge afhankelijkheid tussen deze drie niveaus van succes. Om te beginnen kunnen atleten en structuren niet los worden gezien van het socio-culturele systeem. En verder wordt het topsportbeleid bepaald door de prestaties die op individueel niveau worden geleverd. Vandaar dat men spreekt van een interactiemodel van prestatiebepalende factoren. Er is overigens nog een vierde niveau van prestatiebepalende factoren te onderscheiden: de omgeving van het sportsysteem, dat wil zeggen de invloed van de media, de topsportcultuur en de traditie van een sport in een land. Factoren op dit vierde nivuau zijn moeilijker te beïnvloeden en vormen een grijze zone tussen het meso- en macroniveau. Topsport Limburg wil nu als professionele dynamische netwerkorganisatie bestaande uit ambitieuze, innoverende en creatieve bedrijven, instellingen en organisaties de prestatiebepalende factoren ten gunste van de ontwikkeling tot topsporter beïnvloeden. Door het aangaan van partnerships, met organisaties en bedrijven uit verschillende sectoren van onze samenleving, en het daardoor ontstane netwerk kan uitvoering gegeven worden aan reguliere taken als begeleiding van talenten en topsporters binnen de Topsport Academie Limburg, ondersteuning van talentcentra - verenigingen en evenementen en het creëren van een (top)sportklimaat in Limburg. De partners kunnen op hun beurt de kracht van de sport inzetten om de eigen ambities te realiseren. Topsport Limburg, heeft in samenwerking met haar partners uit 26

27 onderwijs, overheid, bedrijfsleven, zorg en sport voor de Olympische cyclus , een aantal ambities geformuleerd AMBITIES De ambities van Topsport Limburg zijn vervat in de slogan Go for Gold. Deze slogan geeft in feite het corporate programma aan, is de rode draad voor de inspanningen van Topsport Limburg. De ambities van Topsport Limburg zijn: 1. Limburg, bridge to London, Dit project slaat voor de sectoren sport, zorg, onderwijs, overheid en bedrijfsleven de brug naar de Olympische Spelen Londen Limburg als partner binnen het Olympisch Plan 2028 het sportklimaat op Olympisch niveau ; 3. Het partnerprogramma Go for Gold haal het beste uit jezelf. Dit programma draagt bij aan een Vitaal Limburg. LIMBURG, BRIDGE TO LONDON Na de Olympische Spelen in Beijing breekt een nieuwe olympische cyclus aan. Een cyclus die Limburg op velerlei fronten meer kansen en uitdagingen biedt dan de Spelen in Beijing. Londen 2012 is alleen al vanwege de geografische ligging een buitenkans voor Limburg. De nieuwe olympische cyclus geeft in de domeinen sport, bedrijfsleven, onderwijs, overheid en zorg volop mogelijkheden om aan te haken. Topsport Limburg onderschrijft die kansen en uitdagingen, en start daarom de campagne Limburg bridge to Londen. Een campagne die zowel strategisch als operationeel zal worden ingekleurd. Rondom de campagne zullen diverse nieuwe media verschijnen, die in de periode Limburg(ers) zullen linken aan het gedachtegoed van het beste uit jezelf halen, Go for Gold en de Olympische Spelen in Londen. Voorbeelden van deze middelen zijn een Engelse dubbeldekker die in Limburg promotioneel wordt ingezet, internet-tv, een bookazine, uitwisselingsprojecten tussen Londen en Limburg, enzovoort. De campagne Limburg bridge to Londen, onderdeel van de corporate campagne Go for Gold van Topsport Limburg, kent de volgende strategische doelstellingen: - internationale Limburg-promotie aan de hand van het domein sport, - Limburg-promotie in Nederland aan de hand van het domein sport, - Limburg-promotie in de eigen provincie aan de hand van het domein sport, - het creëren van kansen voor Limburgse bedrijven, instellingen en sporters in Londen/Engeland in de domeinen bedrijfsleven, onderwijs, sport, overheid en zorg. 27

28 5 Topsport Limburg LIMBURG ALS PARTNER BINNEN HET OLYMPISCH PLAN 2028 HET SPORTKLIMAAT OP OLYMPISCH NIVEAU Topsport Limburg is er namens NOC*NSF als alliantiemanager verantwoordelijk voor om in Limburg te komen tot een olympisch klimaat. Daarvoor heeft Topsport Limburg een convenant getekend met het Huis voor de Sport en Provincie Limburg. Samen vormen zij het Olympisch Netwerk Limburg. Op basis van de Limburgse aanpak op het terrein van sport is de Provincie Limburg als enige provincie uitgenodigd om bij te dragen aan de ontwikkeling van het Olympisch Plan De Provincie neemt zitting in een landelijke werkgroep van sterke sportsteden in Nederland, zoals Rotterdam, Eindhoven, Amsterdam, Utrecht en Den Haag. Het Olympisch Plan 2028 houdt in het kort in dat onder aanvoering van NOC*NSF gestreefd wordt naar een (top)sportklimaat op olympisch niveau in 2016 in Nederland. Onder een (top)sportklimaat wordt verstaan dat in Nederland de sportparticipatie in 2016 gegroeid is tot bijna 75% van de bevolking, dat Nederland veel succesvolle topsporters heeft en dat Nederland in staat is om veel grote topsportevenementen te organiseren. Pas wanneer in 2016 Nederland een echt (top)sportklimaat heeft, zal een bidbook worden ingediend voor de kandidaatstelling van de Olympische Spelen Provincie Limburg kan NOC*NSF en daarmee andere provincies en steden beleidsmatig ondersteunen, door kennisoverdracht van de Limburgse aanpak. Daar staat tegenover dat Limburg ook ondersteuning ontvangt van NOC*NSF bij het versterken van de sportinfrastructuur in Limburg. Door aan te sluiten bij de langetermijndoelen van NOC*NSF kan een concrete vertaalslag gemaakt worden naar de actuele Limburgse situatie. Het streven naar een sportparticipatie van 75% in 2016 houdt in dat de sportparticipatie in Limburg de komende jaren met tenminste 2% per jaar moet stijgen. NOC*NSF ondersteunt vervolgens op welke wijze deze groei gerealiseerd kan worden. Door de betrokkenheid van de Provincie bij het Olympisch Plan en de aansluiting tussen landelijk en provinciaal beleid kan de Provincie optimaal de rol van intermediair innemen richting gemeenten. Het Huis voor de Sport draagt zorg voor onder andere het versterken van de verenigingen terwijl Topsport Limburg de individuele begeleiding van talenten en topsporters evenals de talentontwikkeling voor haar rekening neemt. HET PARTNERPROGRAMMA GO FOR GOLD HAAL HET BESTE UIT JEZELF Go for Gold geeft niet alleen de sportieve ambities weer van de Limburgse talenten en topsporters, maar staat ook symbool voor 28

29 Limburgers die met behulp van de wereld van sport hun persoonlijke levensdoelen willen realiseren. Met de slogan Go for Gold- haal het beste uit jezelf daagt Topsport Limburg, samen met haar partners uit overheid, onderwijs, bedrijfsleven en sport, de Limburgers uit het beste uit zichzelf te halen. Passie geldt hierbij als uitgangspunt. Een leven lang sporten en bewegen recreatief of competitief en ongeacht het niveau draagt bij aan een gezond lichaam en vormt belangrijke persoonlijke waarden als: ambitie, doorzettingsvermogen, motivatie, durf, ondernemen, doelen stellen, trots, wilskracht, grenzen verleggen en planning. Zowel de jongeren maar ook ouderen die over dergelijke eigenschappen beschikken, zijn de huidige en toekomstige motoren die Limburg zowel economisch, maatschappelijk als sociaal een voortrekkersrol kunnen laten spelen. Jeugd die het beste uit zichzelf wil halen en het sportieve ideaal op verantwoorde wijze wil nastreven, moet binnen Limburg op elk niveau en ieder gewenst moment de mogelijkheden hiertoe krijgen om zodoende voldoende geëquipeerd te zijn om aan de eisen van elke levensfase te kunnen voldoen. Dit gedachtegoed moet ertoe leiden dat ouders gemotiveerd raken en ervan doordrongen worden de jeugd te stimuleren om te gaan sporten Dat zal er uiteindelijk toe moeten leiden dat er minder uitval zal zijn rond de pubertijd en bij de overgang van de middelbare school naar een vervolgopleiding. Sporten is dan namelijk leuk en normaal. Topsport Limburg en haar partners trachten zodanige voorwaarden te scheppen dat de Limburgse sporters hun sportieve idealen kunnen verwezenlijken. Als tegenprestatie wordt gevraagd dat ze zich inzetten als voorbeeld voor hun leeftijdsgenoten. Ook gearriveerde Topsporters hebben een voorbeeldfunctie. Het is daarom dat de Topsportverenigingen de badge Go for Gold dragen, het symbool van de kracht van de sport in Limburg. 5.3 WAAR MOETEN WE IN INVESTEREN? Om deze ambities te kunnen realiseren dienen we in Limburg binnen het Topsportnetwerk / Topsportklimaat te investeren in: Team Limburg / Talent Team Limburg / Team London TopsportTalentenfonds Faciliteitennetwerk * Sporttechnisch - Talentcentra - Topsportverenigingen - Evenementen - Accommodaties * Medisch * Maatschappelijk 29