Is er een toekomst voor een globaal medisch en preventiedossier (GMPD)?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Is er een toekomst voor een globaal medisch en preventiedossier (GMPD)?"

Transcriptie

1 Is er een toekomst voor een globaal medisch en preventiedossier (GMPD)? Musschoot Melissa HAIO Promotor: Sara Willems Co-promotor: Dr. Diego Schrans Praktijk-opleider: Dr. Johan Ledegen 0

2 Samenvatting Huisartsgeneeskunde spitst zich vooral toe op curatieve aspecten. Preventieve maatregelen komen minder aan bod. Nochtans speelt de huisarts een belangrijke rol in de preventieve aanpak van medische problemen, dit wordt onder andere benadrukt door de verschillende standaarden die over de loop van de jaren ontwikkeld zijn om het medisch handelen van de huisarts in zake preventieve onderwerpen te ondersteunen. Ondanks het belang van preventie gaat in de dagelijkse praktijkvoering de meeste aandacht naar de acute problemen van de patiënt. Dit praktijkproject wil extra aandacht besteden aan mogelijke preventieve maatregelen. Vertrekkend vanuit het globaal medisch dossier (GMD) worden risicopatiënten uitgenodigd op een preventieconsult, waar verschillende preventiegerichte onderwerpen aan bod zullen komen. Op die manier wordt voor elke individuele patiënt een jaarplanning opgesteld met voorgestelde preventieve acties die de patiënt kan ondernemen. De voorgestelde onderzoeken of acties die de patiënt kan laten uitvoeren kan hem een idee geven wat voor hem specifiek van belang is om bepaalde aandoeningen zo veel mogelijk te vermijden of, indien ziekte reeds aanwezig is, het optreden van verwikkelingen zo lang mogelijk uit te stellen. Om het project af te bakenen wordt de aandacht vooral gevestigd op risicopatiënten. Als inclusiecriteria nemen we: 1) patiënten met diabetes type 2 en/of 2) patiënten met een voorgeschiedenis van een myocardinfarct, een CVA of een cardiovasculaire interventie (stent of overbrugging) en/of 3) patiënten met hypertensie en een body mass index (BMI) 30. Chronische patiënten in een rusthuis of op huisbezoek worden geëxcludeerd. Patiënten die voldoen één of meer inclusiecriteria worden, tijdens het afsluiten van het globaal medisch dossier, geïnformeerd over het praktijkproject en uitgenodigd op het preventiegericht consult. Eind februari krijgt elke patiënt die voldoet aan de inclusievoorwaarden nog een patiëntenbrief toegestuurd met extra informatie over het doel van het project en hoe ze hieraan kunnen deelnemen. 1

3 Tijdens het extra consult komen onderwerpen aan bod waar preventie een rol in speelt. De keuze van de onderwerpen is grotendeels gebaseerd op beschikbare literatuurgegevens. De volgende onderwerpen komen tijdens het preventiegericht consult aan bod: socioeconomische gegevens, persoonlijke antecedenten, familiale anamnese, borstkankerscreening, cervixkankerscreening, prostaatkankerscreening, diabetes, osteoporose, vaccinaties en cardiovasculaire risicofactoren. De doelstelling van het praktijkproject is om op een aantal vragen een antwoord te vinden: 1) Is er interesse van de patiënt uit om aan een preventiegericht consult deel te nemen? Als doel wordt een deelname van 60% vooropgesteld. 2) Is dit als huisarts haalbaar. Hoeveel tijd zal hiervoor nodig zijn en is dit makkelijk integreerbaar in een drukke praktijk? 3) Volgt de patiënt die aanwezig was op zo n extra consult de voorstellen? Hebben ze aandacht besteed aan de op hun maat opgestelde jaarplanning? Welke adviezen hebben ze gevolgd, en welke niet? Wat zijn de redenen om dit niet te doen? 4) Is er een verschil tussen de patiënt die aanwezig was op het preventieconsult en die patiënt die hiervoor geen interesse toonde? Hiervoor hebben we een controle groep samengesteld, bestaande uit patiënten die voldoen aan de inclusiecriteria maar niet op het consult aanwezig waren. Concreet hebben we gekeken of er een verschil is in HbA1c waarde bij de diabetespatiënten uit beide groepen en het krijgen van een griepvaccin. Eind februari worden 429 GMD s afgesloten. Na exclusie van de patiënten die enkel op huisbezoek worden gezien blijven nog 398 GMD s over. 51 patiënten hiervan voldoen aan de inclusiecriteria en komen in aanmerking voor het preventiegericht consult, 30 mannen en 21 vrouwen. Aan 24 patiënten wordt, tijdens het afsluiten van het GMD, informatie gegeven over het praktijkproject. De 27 andere patiënten worden tijdens het afsluiten van het GMD niet op de hoogte gebracht, zij krijgen enkel informatie over het project via de patiëntenbrief. Uiteindelijk zijn zeventien patiënten aanwezig op het preventiegericht consult (= 33,3%). De eerste doelstelling, namelijk het bereiken van 60 % van de patiënten die voldoen aan de inclusiecriteria, is niet bereikt. Patiënten die zowel een mondelinge als een schriftelijke uitnodiging tot deelname hebben ontvangen hebben een grotere participatiegraad dan patiënten die enkel een schriftelijke uitnodiging hebben ontvangen. 2

4 Voor het preventieconsult wordt één uur per patiënt vrij gehouden. Samen met het uitnodigen van de patiënten en het verzamelen van de gegevens na één jaar neemt dit project, ondanks de lage opkomst, veel tijd in beslag. Indien de opkomst hoger zou zijn, zou de opzet van dit project wat moeilijk haalbaar zijn. Bij alle patiënten worden samen 152 preventieve acties voorgesteld. Op het einde van 2008 zijn 111 acties ook effectief uitgevoerd (= 73%). De redenen voor het niet opvolgen van de voorgestelde acties zijn divers. Het niet nuttig vinden, financiële redenen, geen aandacht voor de voorgestelde jaarplanning waardoor die wordt vergeten zijn redenen die de patiënten aangeven voor het niet uit laten voeren van bepaalde preventieve acties. Wanneer de actieve groep (patiënten aanwezig op het preventieconsult) vergeleken wordt met een controle groep (patiënten niet aanwezig) zien we dat de actieve groep een hogere plaatsingsgraad van het griepvaccin heeft. De gemiddelde HbA1c waarde in de controle groep is duidelijk hoger dan in de actieve groep. Hierbij dient de bedenking worden gemaakt dat patiënten die wel aanwezig zijn misschien meer met hun gezondheid begaan zijn waardoor deze cijfers vertekend kunnen zijn en waardoor de invloed van het extra consult overschat kan worden. 3

5 Inhoudstafel 1. Inleiding.. p 6 2. Waarom gekozen voor dit thema p 8 3. Doelstelling. p 9 4. Literatuuronderzoek... p Overlopen socio-economische gegevens.. p Persoonlijke antecedenten en overlopen van de verslagen van specialisten... p Familiale anamnese.... p Cardiovasculaire aandoeningen. p Borstkanker p Cervix- en baarmoederkanker p Colorectale kanker. p Prostaatkanker p Diabetes. p Longkanker p Hypertensie en hypercholesterolemie p Borstkankerscreening p Cervixkankerscreening... p Prostaatkankerscreening p Diabetes type 2. p Patiënten zonder diabetes.. p Patiënten met diabetes p Vaccinaties p Griepvaccin p Pneumococcenvaccin. p Tetanusvaccin. p Osteoporose... p Bepalen van het cardiovasculair risico. p Verantwoording van de onderzoeksmethodiek... p 27 4

6 6. Resultaten p Hoeveel en welke patiënten hebben interesse voor het praktijkproject p Welke preventieve voorstellen worden gevolgd... p Vergelijking actieve groep versus controle groep... p Griepvaccin p HbA1c waarde p Discussie.. p Besluit.. p Persoonlijk besluit... p Nieuwe onderzoeksvragen. p Referenties.. p Bijlage p Dankwoord. p 49 5

7 1. Inleiding Tijdens de dagelijkse praktijkvoering wordt vaak, o.a. wegens tijdsgebrek, weinig aandacht besteed aan preventie. Patiënten komen met een specifieke klacht, vaak zelfs meerdere klachten, waardoor preventie niet altijd aan bod komt. Nochtans is preventie een belangrijk aspect in de huisartsgeneeskunde. Dit wordt onder andere benadrukt door de verschillende standaarden die over de loop van de jaren ontwikkeld zijn om het medisch handelen van de huisarts in zake preventieve onderwerpen te ondersteunen. Het belang van preventie en de rol van de huisarts hierin vinden we ook terug in de definitie van het specialisme huisartsgeneeskunde van de WONCAeurop (World Organization of Family Doctors) 1 : Huisartsen zijn medisch specialisten die zijn opgeleid in de basisprincipes van hun discipline. Zij zijn persoonsgeoriënteerde artsen, in de eerste plaats verantwoordelijk voor het verlenen van integrale en continue zorg aan ieder individu dat medische hulp zoekt, ongeacht leeftijd, sekse of aandoening. Zij zorgen voor individuen in de context van hun familie, hun leefomgeving en hun cultuur, met uitgesproken respect voor de autonomie van de patiënt. Zij erkennen dat zij ook een professionele verantwoordelijkheid hebben voor de gemeenschap. Bij het overleg met patiënten over het behandelingsbeleid integreren zij fysieke, psychische, sociale en culturele factoren, inclusief de manier waarop mensen zin geven aan leven, ziekten en overlijden. Daarbij maken zij gebruik van de kennis en het vertrouwen dat voortspruit uit het herhaalde contact met de patiënt. De professionele rol van huisartsen bestaat uit de bevordering van gezondheid en gezond gedrag, het voorkomen van ziekte, alsmede het aanbieden van behandeling, zorg en palliatie. Dit doen ze direct of via de diensten van anderen, al naar gelang de gezondheidsbehoeften en de middelen die de gemeenschap beschikbaar stelt. Waar nodig staan ze de patiënten bij om toegang te krijgen tot deze diensten. Zij moeten hun verantwoordelijkheid nemen voor de ontwikkeling en het onderhoud van de eigen vaardigheden, persoonlijk evenwicht en waarden, als een basis voor effectieve en veilige patiëntenzorg. We willen het Globaal Medisch Dossier als basis gebruiken om, bij vooraf gedefinieerde risicopatiënten, extra aandacht te bieden aan preventieve maatregelen. Dit in de vorm van een extra, preventiegericht consult. Het doel is om bij die risicopatiënten een jaarplanning op te stellen met voorgestelde preventieve acties die de patiënt kan ondernemen. 6

8 Het Globaal Medisch Dossier (GMD) is een instrument om de zorgkwaliteit te bevorderen via het verzamelen van alle relevante gegevens op één plaats. Het zorgt voor een verbetering van de gegevensuitwisseling tussen de huisarts en de geneesheer-specialist, waardoor onnodige herhalingen van technische onderzoeken vermeden wordt. Een andere doelstelling van het GMD is het optimaliseren van de tenlasteneming van patiënten die lijden aan specifieke pathologieën. Bij die patiënten is vaak een nauwe samenwerking tussen de huisarts en specialist vereist. Deze samenwerking kan concrete vormen aannemen, zo kunnen zorgtrajecten worden opgesteld die moeten verhinderen dat patiënten te laat naar de geneesheer-specialist worden doorverwezen of dat de specialist de functie van de huisarts overneemt. Het GMD zal eveneens bijdragen tot een verzameling van geanonimiseerde epidemiologische gegevens inzake Volksgezondheid en het versterken van de vertrouwensband met de patiënt en het responsabiliseren van de patiënt. Het GMD omvat de socio-administratieve gegevens van de patiënt, zijn medische voorgeschiedenis, een lijst met medische problemen, verslagen van geneesheren en andere zorgverleners en de behandeling van chronische aandoeningen. Persoonlijke notities van de arts maken geen deel uit van het globaal medisch dossier. Het afsluiten of verlengen van het globaal medisch dossier gebeurt op vraag van de patiënt en geeft hem een vermindering van de persoonlijke bijdrage met 30% voor huisbezoeken en raadplegingen indien de patiënt ouder is dan 75 jaar en/of chronisch ziek is. Voor de andere patiënten is de vermindering beperkt tot de raadpleging 2. 7

9 2. Waarom gekozen voor dit thema? De eerste stap in het maken van een praktijkproject is het kiezen van het onderwerp. De keuze om iets te doen rond preventie is er snel gekomen: als huisarts wordt je het meest geconfronteerd met het curatieve aspect van huisartsgeneeskunde, waarna ik me de vraag stelde hoe ervoor gezorgd kan worden dat patiënten nièt geconfronteerd worden met bepaalde aandoeningen. Wanneer dan toch bepaalde aandoeningen voorkomen, hoe kan ervoor gezorgd worden dat die optimaal onder controle gehouden worden, zodat mogelijke verwikkelingen niet of zo laat mogelijk optreden. Na de keuze gemaakt te hebben om iets te doen rond preventie, heb ik samen met mijn praktijkopleider nagedacht hoe we dit praktisch konden uitvoeren. Op basis van literatuurgegevens, voornamelijk de bestaande richtlijnen, werden de verschillende topics geselecteerd die zeker aan bod dienen te komen tijdens het preventiegericht consult. Er bestaan reeds verschillende richtlijnen rond preventieve acties, wat wijst op het belang hiervan, doch rees bij ons het vermoeden dat die richtlijnen nog niet voldoende toegepast worden in onze praktijk. Deze stelling is gebaseerd op een vermoeden, we hebben er niet eerst onderzoek naar gedaan. Vertrekkend vanuit het GMD, een mogelijke manier om patiënten uit te nodigen, willen we patiënten uitnodigen voor een extra preventiegericht consult om op die manier hun gezondheid op punt te stellen aan de hand van mogelijke preventieve acties. 8

10 3. Doelstelling Het uiteindelijk doel van deze MANAMA is op een aantal vragen een antwoord te vinden. 1/ Is er interesse van de patiënt uit om aan een preventiegericht consult deel te nemen? Als doel wordt een deelname van 60% vooropgesteld. 2/ Is dit als huisarts haalbaar. Hoeveel tijd zal hiervoor nodig zijn en is dit makkelijk integreerbaar in een drukke praktijk? 3/ Volgt de patiënt die aanwezig was op zo n extra consult de voorstellen? Hebben ze aandacht besteed aan de op hun maat opgestelde jaarplanning? Welke adviezen hebben ze gevolgd, en welke niet? Wat zijn de redenen om dit niet te doen? 4/ Is er een verschil tussen de patiënt die aanwezig was op het preventieconsult en die patiënt die hiervoor geen interesse toonde? Hiervoor hebben we een controle groep samengesteld, bestaande uit patiënten die voldoen aan de inclusiecriteria maar niet op het consult aanwezig waren. Concreet hebben we gekeken of er een verschil is in HbA1c waarde bij de diabetespatiënten uit beide groepen en het krijgen van een griepvaccin. 9

11 4. Literatuuronderzoek Vooreerst wordt er nagekeken hoe de patiënten kunnen uitgenodigd worden. Op de website van het RIZIV staat de nodige informatie over het Globaal Medisch dossier, de wettelijke omkadering ervan en de mogelijkheid om patiënten met een globaal medisch dossier uit te nodigen voor preventiegerichte taken 2. De keuze van de topics die tijdens het preventieconsult aan bod komen is gebaseerd op de beschikbare richtlijnen, zodat het handelen wetenschappelijk onderbouwd is. Vooreerst wordt er gekeken naar de Belgische standaarden die via Domus Medica ter beschikking zijn. Waar geen Belgische standaard wordt gevonden, wordt gekeken naar de Nederlandse standaarden. Wanneer ook daar geen duidelijke richtlijnen gevonden worden, hebben we ons gebaseerd op wetenschappelijke gegevens verkregen via CEBAM ( Hieronder volgt een overzicht van de topics die aan bod komen tijdens het preventiegericht consult met hun wetenschappelijke achtergrond OVERLOPEN SOCIO-ECONONOMISCHE GEGEVENS De socio-administratieve gegevens van de patiënt dienen altijd in het dossier genoteerd te worden tijdens het afsluiten van het GMD 2. Tijdens het extra consult wordt het dossier verder optimaal aangevuld. Er wordt gekeken of het adres en het telefoonnummer correct is ingevuld. Soms verhuizen patiënten of veranderen ze hun telefoonnummer zonder dat dit wordt aangepast in hun dossier. Dit kan voor problemen zorgen bij het aanvragen van een huisbezoek of wanneer je als arts uw patiënt telefonisch wenst te bereiken. De mutualiteitsgegevens, met rijksregisternummer, worden aangevuld. Er wordt eveneens geïnformeerd naar de opleiding, het beroep en de familiale status van de patiënt PERSOONLIJKE ANTECEDENTEN EN OVERLOPEN VAN DE VERSLAGEN VAN SPECIALISTEN Er wordt een duidelijke inventaris opgesteld van de medische voorgeschiedenis van de patiënt. Met welke ziekten is de patiënt gekend. Welke chirurgische ingrepen heeft hij ondergaan. Daarnaast worden de verslagen van de specialisten die zich in het medisch dossier bevinden kort overlopen. Op die manier wordt nagegaan bij welke specialist de patiënt opgevolgd wordt en bij wie hij op controle moet, zodat dit zeker niet vergeten wordt. 10

12 4.3. FAMILIALE ANAMNESE De familie van de patiënt wordt overlopen om een beeld te krijgen van welke medische problematiek voorkomt in de familie. Steunend op zoveel mogelijk wetenschappelijke richtlijnen kan dan beslist worden of het noodzakelijk of aangeraden is om bij de patiënt zelf specifieke onderzoeken of opvolgingen te plannen. Specifieke aandachtspunten zijn cardiovasculaire aandoeningen, borstkanker, cervixkanker, ovariumkanker/baarmoederkanker, colorectale kanker, prostaatkanker, longkanker, diabetes, hypertensie en hypercholesterolemie Cardiovasculaire aandoeningen Bij elke patiënt wordt het cardiovasculair risiconiveau bepaald met behulp van het cardiovasculair algoritme (zie verder) 3. Een positieve familiale anamnese van een ischemisch event bij de vader of broer < 55 jaar of bij de moeder of zus < 65 jaar is voor de individuele patiënt een cardiovasculaire risicofactor. Afhankelijk van het totale risicoprofiel van de patiënt, aan de hand van het cardiovasculair algoritme, wordt het verder verloop met de patiënt afgesproken (zie verder) Borstkanker Er wordt nagevraagd of er in de familie eerste of tweede graads verwanten (derde graads verwanten zijn niet relevant) zijn met borstkanker (en ovariumkanker), zowel langs moederszijde als langs vaderszijde, hun leeftijd op het ogenblik van de ontdekking en het bilateraal voorkomen van tumoren. Familiale risico s met steeds een bescheiden tot hoog risico zijn: borstkanker bij een mannelijk familielid in de eerste of de tweede graad; ovariumkanker bij een familielid in de eerste of de tweede graad; een glioma of een corticale bijniertumor op kinderleeftijd bij een familielid in de eerste of de tweede graad; gecompliceerde patronen van multipele kankers in de familie op jonge leeftijd; twee of meer gevallen van borstkanker op een leeftijd jonger dan 50 jaar in de familie langs vaderszijde; sarcoma bij een familielid jonger dan 45 jaar; moeder tijdens de zwangerschap behandeld met DES (diethylstilbestrol) en Ashkenazisch-joodse afkomst 4. 11

13 Om het individueel risico van de patiënt in te schatten wordt gebruik gemaakt van de tabel uit de Domus Medica richtlijn Borstkankerscreening (tabel 1). Bij een normaal risico is het risico op borstkanker niet veel groter dan dat van de algemene bevolking. Bij die patiënten is mammografische screening niet aangewezen voor de leeftijd van 50 jaar. Bij patiënten met een bescheiden risico kan vanaf 35 jaar gestart worden met een screening door MRI en vanaf 40 jaar met een jaarlijkse mammografische screening, eventueel aangevuld met een klinisch onderzoek van de borsten en de regionale lymfeklieren. Dit in samenwerking met de tweede lijn. Wanneer sprake is van een hoog risico wordt de patiënt best opgevolgd in samenwerking met de derde lijn en een centrum dat gespecialiseerd is in genetische counseling. Bij deze patiënten kan genetische screening aangewezen zijn. 12

14 Aantal verwanten met Mammacarcinoom bij Mammacarcinoom bij Mammacarcinoom bij mammacarcinoom tenminste één tenminste één tenminste één vrouwelijk familielid vrouwelijk familielid vrouwelijk familielid ontdekt < 40 jaar ontdekt tussen 40 en 50 ontdekt 50 jaar jaar Één eerstegraads Bescheiden risico Unilateraal: normaal risico Bilateraal: bescheiden risico Normaal risico Twee eerstegraads Hoog risico Bescheiden risico Bescheiden risico Drie eerstegraads Hoog risico Hoog risico Hoog risico Één tweedegraads Normaal risico Unilateraal: normaal risico Bilateraal: bescheiden risico Normaal risico Twee tweedegraads Bescheiden risico Bescheiden risico Normaal risico Drie tweedegraads Hoog risico Hoog risico Hoog risico Één eerstegraads Één tweedegraads Bescheiden risico Bescheiden risico Bescheiden risico Één eerstegraads Twee tweedegraads Hoog risico Hoog risico Hoog risico Tabel 1: Risico op borstkanker op basis van familiale anamnese. Tabel overgenomen uit de Domus Medica richtlijn Borstkankerscreening 13

15 Cervix- en baarmoederkanker Tijdens het extra consult wordt nagevraagd of er familieleden zijn die reeds behandeld zijn geweest voor cervixkanker. Baarmoederhalskanker is niet erfelijk, maar hier navraag naar doen kan helpen om de patiënt te stimuleren zichzelf op regelmatige basis te laten onderzoeken (zie verder). Over baarmoederkanker bestaat geen richtlijn en geen goede screening. We hebben de afspraak gemaakt om iedere patiënt met een positieve familiale anamnese van baarmoederkanker voor te stellen zich te laten onderzoeken door de gynaecoloog, indien dit nog niet gebeurd is, en zich verder te laten opvolgen door de gynaecoloog indien hij dit nodig vindt Colorectale kanker Bij de start van dit praktijkproject was er nog geen richtlijn over screening naar colonkanker. Gezien de gekende familiale predispositie werd daarom beslist om patiënten met één eerste graads verwant of twee of meerdere tweede graads verwanten met colorectale kanker door te sturen voor een coloscopie. Het verder beleid kon dan gebeuren volgens het advies van de gastro-enteroloog. Ondertussen heeft Domus Medica een richtlijn gepubliceerd waarin gesteld wordt om iedere patiënt ouder dan 50 jaar screening op colorectale kanker aan te bieden 5. Als screeningsmethode wordt de Fecaal Occult Bloed Test (FOBT) aanbevolen. Patiënten met risicofactoren worden best vanaf 40 jaar gescreend door middel van optische colonoscopie. De volgende risicofactoren worden weerhouden: - Eerstegraadsverwanten bij wie de diagnose voor de leeftijd van 60 jaar werd gesteld. - Meer dan één eerstegraadsverwant ongeacht de leeftijd waarop de diagnose werd gesteld. - Erfelijke aandoeningen: HNPCC (Hereditary Nonpolyposis Colorectal Cancer); FAP (Familiale Adenomateuze Polyposis). - Patiënten met persoonlijke antecedenten van adenomateuze poliepen. - Mensen die al een resectie ondergingen voor colorectale kanker. - Patiënten die al meer dan acht jaar lijden aan colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn. 14

16 - Patiënten met acromegalie. - Patiënten met ureterosigmodostomie. - De combinatie van rectaal bloedverlies met lossere stoelgang en/of verhoogde stoelgangsfrequentie die langer dan zes weken duurt. - Veranderingen in het stoelgangspatroon, langer durend dan zes weken, ook zonder rectaal bloedverlies. - Rectaal bloedverlies zonder anale symptomen. - Anaal bloedverlies bij mensen ouder dan 60 jaar. Bij mensen met een negatieve FOBT wordt aanbevolen die regelmatig te herhalen, met een interval van minimaal 12 maanden en maximaal 24 maanden. Een positieve FOBT moet steeds gevolgd worden door een coloscopie. Na een negatieve coloscopie volstaat het de screening pas na 10 jaar te herhalen Prostaatkanker Wanneer prostaatkanker in de familie voorkomt bestaat er een groter risico dat een man de ziekte krijgt. Toch wordt systematische screening met de PSA test en rectaal toucher niet aanbevolen (zie verder) 6, zodat, ook al is er een positieve familiale anamnese, we prostaatkankerscreening niet systematisch hebben toegepast. We starten met de patiënt goed te informeren over de voor- en nadelen van de test, om hem zelf te laten beslissen of hij al dan niet screening wenst Diabetes Patiënten bij wie eerstegraads verwanten aanwezig zijn met diabetes type 2 hebben een verhoogd risico om zelf diabetes te ontwikkelen. Alle patiënten vanaf 45 jaar met eerstegraads verwanten met type 2 diabetes worden gescreend, zoals de Domus Medica richtlijn aanraadt (zie verder) 7. 15

17 Longkanker Over het familiaal voorkomen van longkanker is weinig beschreven. Roken is nog steeds de belangrijkste risicofactor op het ontwikkelen van longkanker. Uit studies blijkt dat het screenen naar longkanker aan de hand van een RX thorax, sputumonderzoek of CT thorax lijdt tot een vroegtijdige opsporing van longkanker. Er is echter geen evidentie dat vroegtijdige detectie leidt tot een betere behandeling of een grotere overleving. Het regelmatig screenen aan de hand van een RX thorax blijkt zelfs eerder schadelijk te zijn Begin 2009 is eveneens een review verschenen die het systematisch screenen naar longkanker niet aanraadt 13. Wanneer in de familie longkanker voorkomt en de patiënt is een roker, wordt rookstop sterk aanbevolen. Andere onderzoeken worden niet aangeraden Hypertensie en hypercholesterolemie Wanneer bij eerstegraads verwanten hypertensie en/of hypercholesterolemie voorkomt, wordt, indien dit nog niet is gebeurd, bij de patiënt de bloeddruk gemeten en een labo ter bepaling van de lipiden uitgevoerd. Bij afwijkende resultaten wordt gehandeld volgens het individueel risicoprofiel (zie verder) BORSTKANKERSCREENING Borstkanker is de frequentste kanker bij vrouwen en vormt een belangrijk gezondheidsprobleem. Bij één vrouw op negen wordt borstkanker gediagnosticeerd voor de leeftijd van 75 jaar. Het is de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen onder de 70 jaar, bijna één op twintig vrouwen sterft aan borstkanker 4. In 2001 is de overheid gestart met een systematisch bevolkingsonderzoek naar borstkanker bij vrouwen tussen 50 en 69 jaar. Bij deze groep vrouwen wordt een tweejaarlijkse screeningsmammografie gratis aangeboden. De beoogde participatiegraad bedraagt 75%. Tot op heden werd deze doelstelling niet bereikt, zo was er in de periode een participatiegraad van 35,3%. Als huisarts kan je helpen de participatie te ondersteunen en de participatiegraad te verhogen. Een hoge participatiegraad heeft geen invloed op het voordeel voor de individuele vrouw. Elke vrouw die deelneemt aan het bevolkingsonderzoek reduceert haar risico om te overlijden aan borstkanker. Een hoge participatiegraad is wel van belang voor de volksgezondheid: hoe hoger de deelnamegraad, hoe groter de sterftereductie op bevolkingsniveau (tabel 2). 16

18 Participatie aan borstkankerscreening 100% 40% 70% 28% 60% <20% Sterftereductie op populatieniveau Tabel 2: Invloed van de participatiegraad op de sterftereductie op populatieniveau. Tabel overgenomen uit de Domus Medica Richtlijn Borstkankerscreening. Bij vrouwen tussen 50 en 69 jaar is er een significante daling van de mortaliteit ten gevolge van borstkanker met minstens 25 % wanneer ze aan de tweejaarlijkse borstkankerscreening deelnemen. Er is tevens een blijvend overlevingsvoordeel en dit neemt met de tijd significant toe. Mammografische screening is in deze leeftijdsgroep ook vanuit gezondheidseconomisch standpunt erg rendabel. Vrouwen jonger dan 50 jaar hebben een beperkt voordeel van screenen. Er is minder evidentie voor een mortaliteitsreductie in deze groep, er bestaat een grotere kans op valspositieve en vals-negatieve resultaten, en ook gezondheidseconomisch is er een negatief advies. Voorlopig is er onvoldoende evidentie om het bevolkingsonderzoek uit te breiden tot deze leeftijdsgroep. Het familiaal voorkomen van borstkanker is momenteel het enige risico dat een mammografische screening vóór de leeftijd van 50 jaar te starten, kan rechtvaardigen. Vrouwen met een positieve familiale anamnese en/of drager van een genmutatie hebben een verhoogd risico op borstkanker (zie eerder). Op basis van een gezondheidseconomisch argument stopt op de leeftijd van 69 jaar het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Gezien de hoge levensverwachting van vrouwen hanteren verschillende richtlijnen de leeftijdsgrens van 75 jaar, bij afwezigheid van ernstige comorbiditeit. Tijdens het extra consult worden alle vrouwen tussen 50 en 69 jaar die nog niet hebben deel genomen aan het bevolkingsonderzoek aanbevolen een screeningsmammografie te laten uitvoeren, alsook die vrouwen bij wie de screeningsmammografie reeds meer dan 2 jaar geleden is. 17

19 Bij vrouwen jonger dan 50 jaar wordt rekening gehouden met een mogelijks familiale belasting. Bij een negatieve familiale anamnese wordt geen screeningsmammografie aangeraden. Bij vrouwen ouder dan 69 jaar zonder belangrijke comorbiditeit wordt een screeningsmammografie eveneens aangeraden CERVIXKANKERSCREENING Cervixkanker staat in België op de vijfde plaats na borst-, colon-, ovarium- en rectumkanker. Wereldwijd is cervixkanker de tweede meest frequent voorkomende kanker bij vrouwen. Een vroegtijdige opsporing aan de hand van een uitstrijkje beïnvloedt het verloop en de prognose gunstig 14. Cervixkanker ontwikkelt zich na een persisterende HPV infectie. De HPV typen worden onderverdeeld in hoogrisicotypen en laagrisicotypen (of niet-oncogene typen). De laagrisico HPV typen spelen een rol in het ontstaan van CIN1 (Cervical Intra-epitheal Neoplasie, lichte dysplasie) en CIN2 (matige dysplasie) letsels. De hoogrisicotypen zijn verantwoordelijk voor CIN3 (ernstige dysplasie) letsels en cervixkanker. Gemiddeld verloopt er dertien jaar tussen het ontstaan van een CIN afwijking en cervixkanker. Niet elke virusinfectie leidt tot cervixkanker. Ongeveer 70-80% van de vrouwen met een cytologisch normaal uitstrijkje kan het virus binnen het jaar na infectie opruimen. Bij 20% van de vrouwen ontstaat na infectie een CIN afwijking. Hiervan kan het overgrote deel het virus alsnog opruimen, waarop de CIN afwijking verdwijnt. Persistentie van het virus is een absolute voorwaarde om te leiden tot cervixkanker. Er bestaan verschillende risicofactoren bij de ontwikkeling van cervixkanker. Vrouwen boven de 30 jaar hebben vaker invasieve vormen van cervixkanker. Vrouwen met wisselende sexuele contacten hebben een verhoogd risico op besmetting met het HPV virus. Bij vrouwen uit een lagere socio-economische klasse is een groter mortaliteitsrisico vastgesteld. Bij HIVpatiënten is er een fulminanter verloop van dysplasie naar cervixkanker. 18

20 De Vlaamse Stuurgroep Cervixkankerscreening beveelt aan om iedere vrouw tussen 25 en 64 jaar om de drie jaar te screenen. Het eerste uitstrijkje wordt na één jaar best herhaald om valsnegatieven te vermijden. Boven 65 jaar mag met screenen worden gestopt wanneer de twee laatste uitstrijkjes negatief zijn. Afhankelijk van de beoordeelbaarheid en het voorkomen van eventuele letsels zal de cytopatholoog een advies geven voor follow-up. Een screeningsinterval van 3 jaar is voldoende. Dit laat bij 90,8% van de vrouwen met voorheen een normaal uitstrijkje toe pathologie te detecteren vooraleer een progressie naar invasief cervixcarcinoom plaats vindt. Jaarlijkse screening geeft een beperkte winst. Patiënten met een HIV infectie moeten frequenter gescreend worden. De andere risicofactoren (oudere leeftijd, promiscuïteit, lage socio-economische klasse) behoeven geen frequentere screening. De screeningsgraad is momenteeel niet goed gekend. Men poogt een participatiegraad van 85% van de doelgroep te halen. Jonge vrouwen worden vaak overscreend, oudere vrouwen, vrouwen met een lagere socio-economische status en migranten zijn vaak onderscreend. Overscreening heeft een negatieve invloed op de kosten-effectiviteit van het screeningsprogramma. Tijdens het extra consult hebben we ons gebaseerd op de Domus Medica richtlijn Cervixkankerscreening en de adviezen van de Vlaamse Stuurgroep Cervixkankerscreening. Bij alle patiënten tussen 25 en 64 jaar wordt de screeningsstatus nagegaan. Indien er nog geen uitstrijkje werd uitgevoerd, of indien dit meer dan drie jaar geleden was, wordt een nieuw uitstrijkje aanbevolen. Patiënten boven 64 jaar bij wie nog geen screeningsonderzoek naar cervixkanker werd uitgevoerd, of bij wie het laatste uitstrijkje afwijkingen vertoonde, worden aangeraden alsnog een uitstrijkje te laten uitvoeren. 19

21 4.6. PROSTAATKANKERSCREENING Zoals eerder vermeld is er onvoldoende evidentie om routinematige screening met de PSA test en rectaal toucher aan te bevelen of af te raden. De sensitiviteit en specificiteit van de PSA-test zijn niet duidelijk. Het bepalen van de PSA is zeker niet specifiek voor prostaatcarcinoom. Het rectaal toucher en een PSA bepaling kunnen prostaatkanker wel vroegtijdig opsporen, maar het is niet aangetoond dat een vroegtijdige detectie en behandeling het lijden van de patiënt en de mortaliteit vermindert 6,15. De onderzoeken die gedaan worden om te zien of een patiënt met een verhoogde PSA test kanker heeft, zijn een nieuwe PSA bepaling, een scanner of naaldbiopsie. Deze onderzoeken kunnen oncomfortabel zijn en risico s inhouden, zoals een infectie of uitzonderlijk een bloeding veroorzaken. Mogelijke behandelingen zijn het chirurgisch wegnemen van de prostaat, bestraling of een afwachtende houding aannemen. Er is geen duidelijke evidentie dat mannen die zich laten behandelen langer zullen leven dan mannen die dit niet wensen te doen. De meeste richtlijnen raden screening af of laten de beslissing over aan de patiënt. Ze zijn het erover eens dat routinematig screenen onaanvaardbaar is als de patiënt niet op de hoogte is van de gevolgen van de test en enkel een optie is voor patiënten met een levensverwachting van meer dan tien jaar. Dit is ook het standpunt van Domus Medica, die wij hebben gevolgd. Ook wij hebben de beslissing aan de patiënt gelaten DIABETES TYPE 2 Diabetes is wereldwijd een belangrijk gezondheidsprobleem. Vermoed wordt dat tegen 2010 zes procent van de wereldbevolking aan diabetes zal lijden. Diabetes type 2 is een ernstige en frequente aandoening die leidt tot acute en chronische complicaties. Er is tevens een verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen. Vroegtijdige opsporing kan de progressie naar ernstige complicaties vertragen 7. 20

22 Patiënten zonder diabetes Een screening van de hele bevolking wordt niet aangeraden wegens de ongunstige kosten-batenverhouding. De richtlijn Diabetes Mellitus type 2 van Domus Medica raadt aan elke patiënt ouder dan 65 jaar te screenen voor diabetes. De beste methode hiervoor is een bepaling van de glycemie op een nuchter veneus bloedstaal. Wanneer de nuchtere glycemie normaal is (< 100mg/dl), volstaat het om een nieuwe bepaling te doen na drie jaar. Bij een gestoorde nuchtere glycemie (tussen 100 en 126 mg/dl) is een herhaling na één jaar aanbevolen. Wanneer de glycemie 126 mg/dl bedraagt, moet de diagnose van diabetes gesteld worden (na een tweede meting ter bevestiging) en een behandeling gestart worden. Patiënten die in de voorgeschiedenis een zwangerschapsdiabetes of stress hyperglycemie hebben doorgemaakt, behoeven een jaarlijkse screening. Andere risicogroepen die dienen gescreend te worden zijn: personen die behandeld worden met medicatie (corticoïden, atypische neuroleptica; protease-inhibitoren) of lijden aan aandoeningen die diabetes kunnen veroorzaken ( alcoholisme; pancreaslijden); personen vanaf 45 jaar met eerstegraads verwanten met diabetes type 2; personen vanaf 45 jaar met kenmerken van het metabool syndroom en personen met symptomen of klachten die suggestief zijn voor diabetes type Patiënten met diabetes Bij diabetici is een strikte begeleiding en opvolging noodzakelijk met als doel hun welzijn te bevorderen, hun cardiovasculair risico te beperken en acute en chronische verwikkelingen tijdig op te sporen. Volgens de Domus Medica richtlijn is een driemaandelijkse opvolging van de diabetespatiënt een must. Daarnaast zullen jaarlijks een aantal extra onderzoeken dienen te gebeuren ter opsporing van verwikkelingen en beperking van het cardiovasculair risico (tabel 3). 21

23 Bij diagnose - Rust ECG - Aspirine aan lage dosis starten bij secundaire preventie - Controle bij een oogarts Driemaandelijks - Nuchtere glycemie + HbA1c bepalen (streefdoel HbA1c < 7%) - Rookgedrag nagaan en rookstop adviseren - Gewichtscontrole - Lichaamsbeweging stimuleren - Bloeddruk controleren en optimaliseren (streefdoel < 130/80 mmhg) - Controle geneesmiddelen - Angorklachten, dyspnoe en nausea bij inspanningen systematisch navragen Jaarlijks - Advies van een diëtiste - Bepaling van cholesterol, HDL, LDL, triglyceriden en creatinine (streefdoel LDL < 100mg/dl) - Screening naar microalbuminurie - Controle bij een oogarts - Voetonderzoek: controle op wondjes, statiekafwijkingen, sensibiliteit met behulp van een monofilament, pulsaties Tabel 3: Optimale opvolging van diabetespatiënten. Bij alle patiënten die deelnemen aan het proefproject en in aanmerking komen voor screening naar diabetes, wordt een glycemie bepaling via een nuchtere bloedafname voorgesteld. Bij de patiënten met diabetes wordt bovenstaande tabel gebruikt als uitvalsbasis voor een optimaal opvolgingsplan. 22

24 4.8. VACCINATIES Griepvaccin Vaccinatie tegen het influenzavirus beschermt hoogrisicopatiënten tegen de complicaties van een influenzainfectie. Het vermindert het risico op hospitalisatie, ernstige complicaties zoals virale pneumonie en secundaire bacteriële pneumonie, en overlijden. Tot de hoogrisico groep behoren patiënten met diabetes, hartziekten, astma en andere longaandoeningen, chronische nierziekten en patiënten met een gedaalde immuniteit. Ook bij 65-plussers beschermt het vaccin tegen ernstige complicaties en overlijden na een influenzainfectie. Vaccinaties worden het best uitgevoerd vanaf de tweede helft van oktober tot de eerste helft van november en dienen elk jaar herhaald te worden 16. Aan elke patiënt, aanwezig op het preventiegericht consult, die aan een van de voorwaarden voldoet wordt een griepvaccin aangeraden Pneumococcenvaccin Wetenschappelijk onderzoek kan (nog) niet aantonen dat het pneumococcenvaccin werkzaam is in het voorkomen van pneumokokkenpneumonie bij hoogrisicopatiënten en ouderen. Er zijn wel reeds studies die een beschermend effect van het vaccin in de preventie van invasieve pneumococceninfecties bij ouderen hebben aangetoond. De Domus Medica richtlijn Preventie van ernstige pneumococceninfecties bij volwassenen beveelt het vaccin aan bij patiënten met een sterk verhoogd risico op fulminant verlopende pneumococceninfecties, namelijk patiënten met functionele of anatomische asplenie. Bij patiënten met een verhoogd risico op invasieve pneumococceninfecties wordt de mogelijkheid van vaccinatie besproken. Dit zijn patiënten vanaf 50 jaar met chronische cardiovasculaire aandoeningen, chronische longaandoeningen, alcoholmisbruik en patiënten ouder dan 65 jaar. Deze patiënten worden geïnformeerd over de werkzaamheid van het vaccin, de veiligheid, kostprijs en mogelijke nevenwerkingen van het vaccin. Alle patiënten routinematig hervaccineren wordt niet aanbevolen. Patiënten met functionele en anatomische asplenie en ouderen boven 65 jaar worden best éénmalig gehervaccineerd na vijf jaar

25 Tijdens het preventief consult hebben we ons gebaseerd op deze richtlijn: patiënten die behoren tot een risicogroep worden aanbevolen zich te laten vaccineren met het pneumococcenvaccin Tetanusvaccin Dankzij een goed vaccinatiebeleid is tetanus vrij zeldzaam geworden in de Westerse landen. In België werd in 1959 gestart met de universele vaccinatie. Iedereen komt in aanmerking voor de vaccinatie, met een specifieke aandacht voor personen geboren voor 1959, bij hen komen de meeste gevallen van tetanus voor daar zij vaak niet of onvolledig gevaccineerd zijn. Het vaccinatieschema bestaat uit drie vaccinaties: één op moment nul, het tweede vaccin na één maand en het derde vaccin na twaalf maanden. Daarna volstaat het om telkens na tien jaar een nieuw vaccin toe te dienen. Patiënten waarbij het laatst toegediende vaccin meer dan 20 jaar geleden is of patiënten waar de vaccinatiestatus niet gekend is, worden best terug aan een volledig vaccinatieschema onderworpen 18. Ook deze richtlijn wordt gebruikt tijdens het preventieconsult OSTEOPOROSE Osteoporose is een belangrijke oorzaak van heupfracturen, wervelindeukingsfracturen en polsfracturen. Het kan opgespoord met behulp van een botdichtheidsmeter. Doch is een algemene screening van de bevolking niet zinvol 19. We hebben ons voor dit praktijkproject gebaseerd op de tabel uit de NHG richtlijn Osteoporose. Patiënten met een risicoscore 4 worden voorgesteld een botdensitometrie te laten uitvoeren (tabel 4). 24

26 Risicofactor Risicoscore Geslacht Doorgemaakte wervelfractuur 1 4 M en V Langdurig gebruik van een hoge dosis corticoïden 2 (> 3 maanden; > 7,5mg/dag) 4 M en V Fractuur doorgemaakt na het vijftigste levensjaar 4 V Leeftijd > 70 jaar 2 V Leeftijd > 60 jaar 1 V Heupfractuur bij een eerstegraads familielid 1 V Gewicht < 60 kg 1 V Ernstige immobiliteit 1 V Tabel 4: Indicaties voor botdensitometrie. Tabel overgenomen uit de NHG standaard Osteoporose. 1 Bij meer dan één wervelfractuur bestaat er een indicatie voor preventieve medicamenteuze therapie zonder voorafgaande botdichtheidsmeting. 2 Bij postmenopauzale vrouwen en mannen > 70 jaar; en bij patiënten bij wie de dosis > 15 mg/dag is, bestaat er een indicatie voor preventieve medicamenteuze therapie zonder voorafgaande botdichtheidsmeting BEPALEN VAN HET CARDIOVASCULAIR RISICO Hart- en vaataandoeningen zijn een belangrijke oorzaak van vroegtijdige sterfte en gedaalde levenskwaliteit. Een vroegtijdige opsporing en aanpak van risicofactoren kan de sterfte doen dalen en de levenskwaliteit verbeteren 3. Ook hier hebben we ons gebaseerd op de bestaande richtlijnen, namelijk de Domus Medica richtlijn Globaal cardiovasculair risicobeheer. Bij elke patiënt hebben we het individueel cardiovasculair risico berekend om zo een aanpak op maat voor te stellen. Bij elke patiënt tussen 40 en 75 jaar worden de volgende risicofactoren na gegaan: leeftijd 50 jaar; een bloeddruk 140/90 mmhg of het innemen van bloeddrukmedicatie; roken; diabetes type 2; een voorgeschiedenis van een ischemisch incident (cardiaal, cerebraal of perifeer); een positieve familiale anamnese van ischemie (< 55 jaar bij vader/broer, < 65 jaar bij moeder/zus). Aan de hand van het cardiovasculair algoritme en de SCORE tabel wordt de patiënt ingedeeld volgens zijn cardiovasculair risico: hoog, matig of laag. De adviezen die worden gegeven verschillen volgens het individueel risico (tabel 5). 25

27 Iedereen Leefstijlveranderingen - Rookstop - Gezonde voeding volgens de voedingsdriehoek - Lichaamsbeweging: vijf maal per week 30 minuten Hoog risico - Acetylsalicylzuur mg - Statine ongeacht de lipidenwaarde - Strikte bloeddrukregeling (streefdoel < 140/90 mmhg) - Postmyocardinfarct: bètablokker noodzakelijk - Bij diabetes type 2: bloeddruk < 130/80 mmhg; bij microalbuminurie een ACE-I starten - Follow-up 3-4 maal/jaar zonder nieuwe risico-evaluatie Matig risico - Strikte bloeddrukcontrole (streefdoel < 140/90 mmhg) - Aspirine en/of statine overwegen, afhankelijk van andere risicofactoren - Follow-up 1 maal/jaar met een herevaluatie van het risico Laag risico - Enkel leefstijlveranderingen - Follow-up 1maal/3-4 jaar met een herevaluatie van het risico Tabel 5: adviezen volgens het cardiovasculair risico. 26

28 5. Verantwoording van de onderzoeksmethodiek Om het project af te bakenen wordt niet de ganse patiëntenpopulatie uitgenodigd op het preventiegericht consult. Enkel patiënten die voldoen aan de inclusiecriteria ontvangen een uitnodiging. Als inclusiecriteria hebben we genomen: 1) patiënten met diabetes type 2 en/of 2) patiënten met een voorgeschiedenis van een myocardinfarct, een CVA of een cardiovasculaire interventie (stent of overbrugging) en/of 3) patiënten met hypertensie en een body mass index (BMI) 30. Chronische patiënten in een rusthuis of op huisbezoek worden geëxcludeerd. De keuze van de inclusiecriteria is gebaseerd op de belangrijke morbiditeit en vaak co-morbiditeit, waar een goede opvolging belangrijk is. Vanaf januari 2008 kunnen patiënten een globaal medisch dossier afsluiten in onze praktijk. Patiënten die voldoen aan de inclusiecriteria worden tijdens het consult aangesproken over de studie en uitgenodigd voor het preventieconsult. Eind februari 2008 worden die patiënten nogmaals uitgenodigd via een patiëntenbrief (bijlage 1). Zij die geïnteresseerd zijn kunnen vanaf 10 maart 2008 telefonisch een afspraak maken voor dit extra consult, en dit tot 31 mei Om iedere patiënt op een gelijke manier te benaderen tijdens het preventiegericht consult wordt geopteerd dat één arts (ikzelf) de consultaties zal uit voeren. Om te vermijden dat dit mogelijks een reden van de patiënt kan zijn om niet deel te nemen aan het praktijkproject, een parameter die moeilijk te controleren valt, wordt dit niet vermeld in de patiëntenbrief. Wanneer de patiënt telefonisch een afspraak maakt voor het extra consult, kan hij evenwel opteren dit bij de opleider te laten doen doch dit hebben we niet aangemoedigd. Tijdens het consult wordt gebruik gemaakt van een draaiboek. Dit bevat een overzicht van alle onderwerpen die dienen aan bod te komen. Het draaiboek bevat per topic de indicaties voor verder onderzoek of screening, vanaf welke leeftijd, de methodiek, de frequentie, Zo krijgt elke patiënt de juiste adviezen. De onderwerpen die aan bod komen zijn: socioeconomische gegevens, persoonlijke antecedenten, familiale anamnese, borstkankerscreening, cervixkankerscreening, prostaatkankerscreening, diabetes, osteoporose, vaccinaties en cardiovasculaire risicofactoren. Dit zijn onderwerpen die voor ons belangrijk zijn, waar preventie vaak een centrale rol in speelt, waar in de literatuur vaak over gesproken wordt en daardoor de nodige aandacht verdienen. 27

29 Na het consult krijgt elke patiënt een tabel mee met de adviezen die voor hem belangrijk zijn. Zo kan hij op elk moment nakijken wat bij hem specifiek aanbevolen is (tabel 6). Onderzoek/controle/actie P U P U P U Tabel 6 : Tabel met voorgestelde onderzoeken. P: te plannen actie. U: uitgevoerde actie. Begin 2009 wordt nagekeken of de patiënten de adviezen ook effectief gevolgd hebben. Allereerst worden de dossiers overlopen. Wanneer er gegevens ontbreken, wordt de patiënt telefonisch gecontacteerd om na te vragen wat hij wel en niet heeft opgevolgd. Tevens wordt er gevraagd naar mogelijke redenen van het niet volgen van de adviezen. Patiënten die voldoen aan de inclusiecriteria maar geen interesse toonden voor het preventiegericht consult (controlegroep) worden gematched aan de groep die wel aanwezig was (actieve groep). Matching gebeurt op basis van pathologie (inclusiecriteria), geslacht, leeftijd en comorbiditeit. Bij hen wordt de vaccinatiestatus voor het griepvaccin nagekeken, en de HbA1c waarden die gekend zijn in Deze gegevens worden gebruikt om een vergelijking te maken met de actieve groep. 28

30 6. Resultaten 6.1. HOEVEEL EN WELKE PATIËNTEN HEBBEN INTERESSE VOOR HET PRAKTIJKPROJECT. In de maanden januari en februari 2008 worden 429 GMD s afgesloten. 31 hiervan worden afgesloten door chronische patiënten die enkel op huisbezoek worden gezien. Zij worden geëxcludeerd waardoor nog 398 GMD s overblijven. 51 patiënten hiervan (51/398 = 12,8%) voldoen aan de inclusiecriteria, 30 mannen en 21 vrouwen. De verdeling volgens de inclusiecriteria is als volgt: tien patiënten met diabetes; vijftien patiënten wegens een voorgeschiedenis van AMI, CVA of cardiovasculaire interventie; vijftien patiënten met hypertensie en een BMI 30; negen patiënten met diabetes én hypertensie en een BMI 30; twee patiënten met diabetes, hypertensie, een BMI 30 én een voorgeschiedenis van een AMI, CVA of cardiovasculaire interventie (tabel 7). Inclusiecriterium Man Vrouw Diabetes 4 6 Voorgeschiedenis AMI,CVA of 13 2 cardiovasculaire interventie Hypertensie en BMI Diabetes + hypertensie en BMI Diabetes + hypertensie en BMI voorgeschiedenis AMI, CVA of cardiovasculaire interventie Totaal Tabel 7: Verdeling volgens geslacht en inclusiecriteria van de patiënten die in aanmerking komen voor het preventieconsult. Aan 24 patiënten die voldoen aan de inclusiecriteria wordt, tijdens het afsluiten van het GMD, informatie gegeven over het praktijkproject. Hiervan zeggen achttien patiënten interesse te hebben om hieraan deel te nemen, zes mensen zijn niet geïnteresseerd. De redenen voor de desinteresse zijn uiteenlopend. Vier patiënten vinden dat ze reeds voldoende opgevolgd worden, één patiënt geeft aan dat hij geen negatieve dingen wil te weten komen, een andere patiënt vermeldt dat hij reeds voldoende frequent op consultatie dient te komen en dat dit tijdens een standaardconsultatie aan bod moet komen. De 27 andere patiënten worden tijdens het afsluiten van het GMD niet op de hoogte gebracht, dit omwille van verschillende redenen: tijdsgebrek, het wordt vergeten,... 29

31 Eind februari 2008 krijgt elke patiënt een patiëntenbrief met de nodige informatie in verband met het praktijkproject. Eind mei 2008 toonden uiteindelijk zeventien patiënten (17/51 = 33,3%) interesse voor het preventiegericht consult, vijf mannen (5/30 = 16,7%) en twaalf vrouwen (12/21 = 57,1%). Van de achttien patiënten die tijdens de consultatie aangeven interesse te vertonen voor het preventieconsult zijn uiteindelijk tien patiënten aanwezig (10/18 = 55,5%). Eén patiënt die aanvankelijk meldt niet geïnteresseerd te zijn in het praktijkproject, komt uiteindelijk wel. Van de 24 patiënten die tijdens het afsluiten van het GMD informatie krijgen én een brief thuis hebben ontvangen, zijn er elf gekomen (11/24 = 45,8%). Van de 27 die enkel een brief hebben gekregen, zijn er zes gekomen (6/27 = 22,2%) (afbeelding 1). Afbeelding 1 51 patiënten komen in aanmerking voor het preventieconsult 24 patiënten worden aangesproken over het preventieconsult 27 patiënten worden niet aangesproken Achttien patiënten hebben interesse voor zo n consult Zes patiënten zijn niet geïnteresseerd Tien patiënten zijn aanwezig op het consult (= 55,6%) Eén patiënt is toch aanwezig op het consult (=16,7%) Brief opgestuurd Van de 24 patiënten die aangesproken werden én een brief hebben ontvangen zijn er elf aanwezig (= 45,83%) Van de 27 patiënten die niet werden aangesproken maar wel een brief hebben ontvangen zijn er zes aanwezig (= 22,22%) 30

Kent u de cijfers van uw hart?

Kent u de cijfers van uw hart? Kent u de cijfers van uw hart? CHOLESTEROL? GEWICHT/ BUIKOMTREK? UW? BLOEDDRUK? SUIKERGEHALTE? V.U.: Dr Freddy Van de Casseye - Elyzeese-Veldenstraat 63-1050 Brussel Belgische Cardiologische Liga www.cardiologischeliga.be

Nadere informatie

De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker

De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker Maaike Fobelets Lore Pil Koen Putman Lieven Annemans 5 oktober 2015 1 Algemene principes

Nadere informatie

Preventie van. Wat u moet weten over. baarmoederhalskanker. Deze brochure bevat informatie over baarmoederhalskanker,

Preventie van. Wat u moet weten over. baarmoederhalskanker. Deze brochure bevat informatie over baarmoederhalskanker, Preventie van baarmoederhalskanker Wat u moet weten over baarmoederhalskanker Deze brochure bevat informatie over baarmoederhalskanker, een ziekte die kan voorkomen worden. Spreek er over met uw arts,

Nadere informatie

Herkenrode. Website : Huisartsen HAK vzw. 22/03/14 Dr. M. Van den Broeck 1

Herkenrode. Website :  Huisartsen HAK vzw. 22/03/14 Dr. M. Van den Broeck 1 Website : www.herkenrodehuisartsen.be 22/03/14 Dr. M. Van den Broeck 1 De aanpak van screening in eerste lijn Dr. Mark Van den Broeck 22/03/14 Dr. M. Van den Broeck 2 Inschatten risicoprofiel patiënt Organisatie

Nadere informatie

Klinische biologie : Sensibiliseringscampagne voor de voorschrijvers. RIZIV Dienst voor geneeskundige verzorging

Klinische biologie : Sensibiliseringscampagne voor de voorschrijvers. RIZIV Dienst voor geneeskundige verzorging Klinische biologie : Sensibiliseringscampagne voor de voorschrijvers RIZIV Dienst voor geneeskundige verzorging info-rdq@riziv.fgov.be Oktober 2011 1 Programma Klinische biologie Waarom een sensibiliseringscampagne?

Nadere informatie

Screening(folder) in de huisartspraktijk

Screening(folder) in de huisartspraktijk Gielen Filip Screening(folder) in de huisartspraktijk Promotor: prof. Jo Goedhuys (KU Leuven) Master of Family Medicine Masterproef Huisartsgeneeskunde Screening(folder) in de huisartspraktijk Voorwoord

Nadere informatie

Borstkankerscreening

Borstkankerscreening Borstkankerscreening uit KCE reports vol.11a Voordelen en nadelen van de systematische screening Voordelen De ontwikkeling van borstkankerscreeningsprogramma s steunt op twee argumenten: o de behandeling

Nadere informatie

BEVOLKINGSONDERZOEK DIKKEDARMKANKER: BASISTEKST VOOR BEROEPSGROEPEN

BEVOLKINGSONDERZOEK DIKKEDARMKANKER: BASISTEKST VOOR BEROEPSGROEPEN BEVOLKINGSONDERZOEK DIKKEDARMKANKER: BASISTEKST VOOR BEROEPSGROEPEN Inleidend: Elk jaar krijgen ongeveer 5.000 Vlamingen te horen dat ze dikkedarmkanker (DDK) hebben. Dikkedarmkanker is de tweede meest

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Darmkankeronderzoek vanaf 2014 bij 1,9 miljoen Vlamingen

Darmkankeronderzoek vanaf 2014 bij 1,9 miljoen Vlamingen Kabinet Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 3 februari 2012 Darmkankeronderzoek vanaf 2014 bij 1,9 miljoen Vlamingen Stoelgangtest kan op termijn 400 kankerdoden per jaar

Nadere informatie

BEVOLKINGSONDERZOEK DIKKEDARMKANKER: BASISTEKST VOOR BEROEPSGROEPEN

BEVOLKINGSONDERZOEK DIKKEDARMKANKER: BASISTEKST VOOR BEROEPSGROEPEN BEVOLKINGSONDERZOEK DIKKEDARMKANKER: BASISTEKST VOOR BEROEPSGROEPEN Inleidend: Elk jaar krijgen ongeveer 5.000 Vlamingen te horen dat ze dikkedarmkanker (DDK) hebben (2010: 5248). Dikkedarmkanker is de

Nadere informatie

Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen

Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen Kernboodschappen Uitgave januari 2016 www.diabetes.be Diabetes mellitus Iemand met diabetes heeft een verhoogd bloedsuikergehalte omdat men niet voldoende

Nadere informatie

Huisartsenpeilpraktijken

Huisartsenpeilpraktijken Huisartsenpeilpraktijken Domus Medica Vlaams Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin - Agentschap Zorg en Gezondheid Ministère de la Communauté française - Direction générale de la Santé Wetenschappelijk

Nadere informatie

Huisartsenpeilpraktijken

Huisartsenpeilpraktijken Wetenschappelijke Vereniging Vlaamse Huisartsen Huisartsenpeilpraktijken Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Ministère de la Communauté française Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie

Nadere informatie

Urologie Hematurie en PSA

Urologie Hematurie en PSA Urologie Hematurie en PSA Marina Hovius en George van Andel, urologen Susanne van Laatum, huisarts 15 januari 2016 Casus 1 Vrouw van 63 jaar, blanco VG, 2 vaginale bevallingen heeft recidiverend urineweginfecties

Nadere informatie

uw preventieplan op maat goed van start met de gezondheidsgids

uw preventieplan op maat goed van start met de gezondheidsgids uw preventieplan op maat goed van start met de gezondheidsgids Omdat voorkomen beter is dan genezen, hebben de huisartsen en gemeentebesturen van Malle en Zoersel - in samenwerking met LOGO Antwerpen Noord

Nadere informatie

Borstkanker is een kwaadaardig gezwel in de borst. Dit kan levensbedreigend zijn.

Borstkanker is een kwaadaardig gezwel in de borst. Dit kan levensbedreigend zijn. WELOVERWOGEN BESLISSEN OF U EEN SCREENINGSMAMMOGRAFIE LAAT NEMEN. DE INFORMATIE IN DEZE FOLDER HELPT U DAARBIJ. 1. WAT IS BORSTKANKER? Borstkanker is een kwaadaardig gezwel in de borst. Dit kan levensbedreigend

Nadere informatie

Algemeenheden Voorwaarden voor een goede preventieve geneeskunde Stappenplan Verschillende deelgebieden

Algemeenheden Voorwaarden voor een goede preventieve geneeskunde Stappenplan Verschillende deelgebieden Voorkomen is beter dan genezen Dr Jan Vanoutrive Huisarts vzw Emiliani Algemeenheden Voorwaarden voor een goede preventieve geneeskunde Stappenplan Verschillende deelgebieden 1 2 3 Wat is preventie? op

Nadere informatie

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes Nieuwe guidelines voor preventie Cardio 2013 Johan Vaes Waarom is preventie nodig? CV ziekten blijven belangrijkste doodsoorzaak Zowel mannen als vrouwen Overlijden voor 75 j is ten gevolge van CV ziekten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.

Nadere informatie

Lipidenbilan en cardiovasculair risico

Lipidenbilan en cardiovasculair risico Lipidenbilan en cardiovasculair risico OLV Ziekenhuis, Aalst-Asse-Ninove Laboratorium: 053 724281 (Dr. P. Couck, Dr. F. Beckers, Apr. L. Van Hoovels) Endocrinologie: 053 724488 (Dr. F. Nobels, Dr. P. Van

Nadere informatie

GEEN TIJD TE VERSPELEN VOOR MIJN HART CARDIOVASCULAIRE PREVENTIE : IK BEGIN ERAAN ÉN IK HOU VOL!

GEEN TIJD TE VERSPELEN VOOR MIJN HART CARDIOVASCULAIRE PREVENTIE : IK BEGIN ERAAN ÉN IK HOU VOL! GEEN TIJD TE VERSPELEN VOOR MIJN HART CARDIOVASCULAIRE PREVENTIE : IK BEGIN ERAAN ÉN IK HOU VOL! HART- EN VAATAANDOENINGEN IN BELGIË: VASTSTELLINGEN BELANGRIJKSTE DOODSOORZAAK IN EUROPA EN IN BELGIË 11.200.000

Nadere informatie

Kankerpreventie bij de vrouw

Kankerpreventie bij de vrouw Kankerpreventie bij de vrouw Dirk Devroey 8 november 2006 Kankerpreventie Er worden 1000x minder levens gered met kankerpreventie dan dat er mensen ongerust gemaakt worden Lesdoelstellingen Verschil kennen

Nadere informatie

Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC)

Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC) Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC) Borstkankeropsporing in de BBC Situering Het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker is een initiatief van de Vlaamse

Nadere informatie

Zwangerschap bij een chronische darmziekte

Zwangerschap bij een chronische darmziekte Maag-, Darm- en Leverziekten Zwangerschap bij een chronische darmziekte www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Vruchtbaarheid... 3 Erfelijkheid... 4 Medicijnen... 4 Invloed chronische darmziekte op de zwangerschap...

Nadere informatie

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm Inleiding Zwanger worden als je een chronische ontstekingsziekte van de darm (IBD = inflammatory Bowel disease) hebt zoals de ziekte van Crohn

Nadere informatie

Samenvatting. De ziekte en het bevolkingsonderzoek

Samenvatting. De ziekte en het bevolkingsonderzoek Samenvatting Nederland heeft een goed bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker ( het uitstrijkje ). Er zijn echter kansen om de preventie van baarmoederhalskanker verder te verbeteren. Zo is er een

Nadere informatie

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Vitale Vaten Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Dé Gezonde regio: waar? Dé Gezonde regio: wie? Verleiden Opbouw presentatie Inleiding hart- en vaatziekten Project Vitale Vaten Gorinchem

Nadere informatie

De elektronische software voor het beheer van het medisch dossier is in staat om:

De elektronische software voor het beheer van het medisch dossier is in staat om: RIZIV-INAMI R&D Lastenboek voor medische software die de medische en administratieve gegevens van chronische patiënten behandelt, in het bijzonder van diabetespatiënten. De elektronische software voor

Nadere informatie

Hart- en vaataandoeningen zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen in de Westerse wereld. Daarom moeten we werk maken van:

Hart- en vaataandoeningen zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen in de Westerse wereld. Daarom moeten we werk maken van: Hart- en vaataandoeningen zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen in de Westerse wereld. Daarom moeten we werk maken van: 1 CARDIOVASCULAIRE PREVENTIE BIJ VROUWEN. 2 SENSIBILISATIE van de vrouw

Nadere informatie

Huisarts en nieren. Dr Stein Bergiers 23 mei 2017

Huisarts en nieren. Dr Stein Bergiers 23 mei 2017 Huisarts en nieren Dr Stein Bergiers 23 mei 2017 Prevalentie Chronisch nierfalen is een frequent probleem egfr < 60ml = 13% 10% bij mannen, 16% bij vrouwen Sterke toename met de leeftijd Terminaal nierfalen

Nadere informatie

Preventieve aanbevelingen cijfers & communicatie. Inwooncursus 2018

Preventieve aanbevelingen cijfers & communicatie. Inwooncursus 2018 Preventieve aanbevelingen cijfers & communicatie Inwooncursus 2018 programma Prostaatkanker Borstkankerscreening buiten het Bevolkingsonderzoek Colorectale kankerscreening buiten het Bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

COLOSCOPIE EN PREVENTIE VAN DARMKANKER. Hoe kan darmkanker voorkomen worden? - Patiëntinformatie -

COLOSCOPIE EN PREVENTIE VAN DARMKANKER. Hoe kan darmkanker voorkomen worden? - Patiëntinformatie - COLOSCOPIE EN PREVENTIE VAN DARMKANKER Hoe kan darmkanker voorkomen worden? - Patiëntinformatie - Wat is darmkanker? Kanker van de darm (colorectale kanker) is de 3de meest voorkomende kanker bij mannen,

Nadere informatie

Preventie: Hoe goed denkt de patiënt opgevolgd te worden? Kan deze opvolging verbeterd worden door het GMD +?

Preventie: Hoe goed denkt de patiënt opgevolgd te worden? Kan deze opvolging verbeterd worden door het GMD +? Preventie: Hoe goed denkt de patiënt opgevolgd te worden? Kan deze opvolging verbeterd worden door het GMD +? Dr. Anneleen Verdonck, KU Leuven Promotor: Dr. Paul De Cort, KU Leuven Co-promotor en praktijkopleider:

Nadere informatie

Het opsporen van prostaatkanker

Het opsporen van prostaatkanker Het opsporen van prostaatkanker Welke informatie moet men de patiënt verschaffen alvorens een PSA-bepaling of een rectaal toucher uit te voeren? Prostaatkanker : natuurlijke evolutie kanker. Enkel een

Nadere informatie

INVENTARISATIEFORMULIER IN- EN EXCLUSIE CVRM Versie w1.1 Jan. 2017

INVENTARISATIEFORMULIER IN- EN EXCLUSIE CVRM Versie w1.1 Jan. 2017 INVENTARISATIEFORMULIER IN- EN EXCLUSIE CVRM Versie w1.1 Jan. 2017 Opname in de keten is alleen mogelijk voor patiënten die aan de onderstaande criteria voldoen: patiënten waarvan opdrachtnemer de hoofdbehandelaar

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

SCREENING NAAR COLORECTALE KANKER

SCREENING NAAR COLORECTALE KANKER SCREENING NAAR COLORECTALE KANKER Screenen POEP-SIMPEL? Achtergrond - epidemiologie Aanbeveling Domus Medica Het Vlaams bevolkingsonderzoek Waarom? Epidemiologie Klinische studies Epidemiologie: incidentie

Nadere informatie

Kankerscreening. Jean Tafforeau

Kankerscreening. Jean Tafforeau Kankerscreening Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Zorgtraject voor chronische nierinsufficiëntie. Kom jij in aanmerking?

Zorgtraject voor chronische nierinsufficiëntie. Kom jij in aanmerking? Zorgtraject voor chronische nierinsufficiëntie Kom jij in aanmerking? ZORGTRAJECT VOOR CHRONISCHE NIERINSUFFICIËNTIE Heb je chronische nierinsufficiëntie? Dan kom je misschien in aanmerking voor een zorgtraject.

Nadere informatie

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J J. Mamma aandoeningen nhoudsopgave 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 1 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico... 1 Screening: vrouwen

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

Cardiovasculair risicomanagement. Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus

Cardiovasculair risicomanagement. Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus Cardiovasculair risicomanagement Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus Inhoud eerste uur Risicoprofilering Anamnese Lichamelijk Onderzoek Aanvullende diagnostiek Evaluatie en risicoschatting

Nadere informatie

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK. psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK. psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN Globaal Cardiovasculair Risico Sommige gedragingen in ons dagelijks leven vergroten de kans dat we vroeg of laat problemen

Nadere informatie

6.1.1. De gezondheidstoestand

6.1.1. De gezondheidstoestand 6.1. Kernboodschap 6.1.1. De gezondheidstoestand Er is een verschuiving in het morbiditeitsprofiel in vergelijking met de gegevens over overlijden. In vergelijking met de voornaamste oorzaken van overlijden

Nadere informatie

Darmkanker: Het openbaren van het onbekende. Vasilios Kousoulas MDL-arts ziekenhuis Nij Smellinghe, Drachten

Darmkanker: Het openbaren van het onbekende. Vasilios Kousoulas MDL-arts ziekenhuis Nij Smellinghe, Drachten Darmkanker: Het openbaren van het onbekende Vasilios Kousoulas MDL-arts ziekenhuis Nij Smellinghe, Drachten Wanneer kun je spreken van een normale dikke darm? (1) Wanneer kun je spreken van een normale

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Kanker van de dikkedarm en endeldarm (darmkanker of colorectaal carcinoom) is een zeer belangrijke doodsoorzaak in de westerse wereld. Jaarlijks worden in Nederland meer dan 12.000

Nadere informatie

Darmkanker screening zin of onzin? Lisette Saveur, Verpleegkundig specialist MDL-oncologie Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam

Darmkanker screening zin of onzin? Lisette Saveur, Verpleegkundig specialist MDL-oncologie Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam Darmkanker screening zin of onzin? Lisette Saveur, Verpleegkundig specialist MDL-oncologie Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam Agenda Colorectaal carcinoom algemeen Voortraject darmkanker screening Bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

Screening op prostaatkanker

Screening op prostaatkanker Screening op prostaatkanker Informatie voor mannen die een PSA-test overwegen of aanvragen. Wat we weten en wat we niet weten: zaken om over na te denken alvorens te besluiten een PSA-test te laten uitvoeren.

Nadere informatie

Erfelijkheid & Borstkanker

Erfelijkheid & Borstkanker Erfelijkheid & Borstkanker Borstkanker komt veel voor en heeft meestal geen erfelijke oorzaak. Bij 5 tot 10% is een erfelijke aanleg de oorzaak van de ziekte. Deze aanleg wordt door de vader of moeder

Nadere informatie

Primaire preventie HVZ

Primaire preventie HVZ Primaire preventie HVZ Stel altijd een risicoprofiel op bij patiënten: met doorgemaakte HVZ, diabetes mellitus (DM), reumatoïde artritis (RA) of chronische nierschade met een belaste familieanamnese voor

Nadere informatie

Dikke darm kanker is een veelvoorkomende vorm van kanker. Enkele feiten op een rij:

Dikke darm kanker is een veelvoorkomende vorm van kanker. Enkele feiten op een rij: COLOgen-Test Dikke darmkanker Prof Dr. B. Weber Laboratoires Réunis Risico s in kaart De COLOgen test biedt u de mogelijkheid uw persoonlijk risico en predispositie op dikke darmkanker te bepalen. In deze

Nadere informatie

Erfelijke borst-, eierstoken eileiderkanker

Erfelijke borst-, eierstoken eileiderkanker Erfelijke borst-, eierstoken eileiderkanker informatie voor patiënten 2 Erfelijke borst-, eierstoken eileiderkanker deze brochure is bedoeld voor wie meer wil weten over erfelijkheid bij borst-, eierstok-

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting Chapter 9 Nederlandse Samenvatting Summary and Nederlandse samenvatting SAMENVATTING Baarmoederhalskanker is de vierde meest voorkomende kanker bij vrouwen wereldwijd. Deze ziekte wordt gedurende een periode

Nadere informatie

Informatie op te nemen in communicatie-instrumenten over borstkankeropsporing. bij vrouwen van 50 tot 59 jaar

Informatie op te nemen in communicatie-instrumenten over borstkankeropsporing. bij vrouwen van 50 tot 59 jaar Informatie op te nemen in communicatie-instrumenten over opsporing bij vrouwen van 50 tot 59 jaar Algemene informatie over opsporing Wat is opsporing? Hoe gebeurt het onderzoek bij opsporing? Borstkankeropsporing

Nadere informatie

Stappenplan voor het zorgtraject diabetes

Stappenplan voor het zorgtraject diabetes Stappenplan voor het zorgtraject diabetes Informatie voor patiënten Februari 2011 In samenwerking met zorgtrajectpromotoren Uw gegevens Naam: Adres:. Telefoon/GSM: E-mailadres:. Geboortedatum:. Kleefbriefje

Nadere informatie

Bevolkingsonderzoeken naar kanker: stand van zaken in Tremelo

Bevolkingsonderzoeken naar kanker: stand van zaken in Tremelo Bevolkingsonderzoeken naar kanker: stand van zaken in Tremelo Dit rapport bundelt informatie over de bevolkingsonderzoeken naar kanker. Je vindt er de participatiegraad van Tremelo in terug. Ter vergelijking

Nadere informatie

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen Samenvatting Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen In Nederland bestaat al decennia een succesvol programma voor bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Daarmee

Nadere informatie

PSA-screening To do or not to do? Dr. Ludo Vanden Bussche uroloog

PSA-screening To do or not to do? Dr. Ludo Vanden Bussche uroloog PSA-screening To do or not to do? Dr. Ludo Vanden Bussche uroloog CIJFERS VLAANDEREN 2010 - MANNEN AANTAL STERFTE OVERLEVING 5 JAAR STERFTE > 80 JAAR PROSTAAT 5651 916 93% 54% LONG 3348 2937 14% 25,6%

Nadere informatie

24 september 2015. Van harte welkom!

24 september 2015. Van harte welkom! 24 september 2015 Van harte welkom! Programma 20.00: Welkom Wendy de Valk, verpleegkundig specialist cardiologie 20.10: Het vrouwenhart. Is er verschil tussen mannen en vrouwen? Mw. A. Lubbert-Verberkmoes,

Nadere informatie

Vlaams bevolkingsonderzoek: + ifobt - St. Andriesziekenhuis Tielt

Vlaams bevolkingsonderzoek: + ifobt - St. Andriesziekenhuis Tielt Vlaams bevolkingsonderzoek: + ifobt - St. Andriesziekenhuis Tielt Dr. S. De Coninck Mede namens: Dr. J. Beyls Dr. C. Baertsoen E. Rysman Dienst interne gastro-entero 24/11/2015 Darmkanker = gezondheidsprobleem!

Nadere informatie

Spreker Functie. Bevolkingsonderzoek Borstkanker Vlaanderen

Spreker Functie. Bevolkingsonderzoek Borstkanker Vlaanderen Spreker Functie Bevolkingsonderzoek Borstkanker Vlaanderen Inhoud 1. De borst en borstkanker 2. Preventie en vroege opsporing 3. Bevolkingsonderzoek 4. Bevolkingsonderzoek Borstkanker 5. Deelnemen: stap

Nadere informatie

Naam + Voornaam :... Geslacht (M V) :... Straat + nr :... Postcode + Stad :... Land :... Geboortedatum :... Tel :... Mail :...

Naam + Voornaam :... Geslacht (M V) :... Straat + nr :... Postcode + Stad :... Land :... Geboortedatum :... Tel :... Mail :... p. 1 9 Second Opinion Aanvraagformulier contactgegevens Naam + Voornaam :... Geslacht (M V) :... Straat + nr :... Postcode + Stad :... Land :... Geboortedatum :... Tel :... Mail :... aanvraag voor : (aankruisen

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

Resultatenanalyse van de openbare raadpleging in het kader van het dossier Actogenix B/BE/07/BVW1

Resultatenanalyse van de openbare raadpleging in het kader van het dossier Actogenix B/BE/07/BVW1 Resultatenanalyse van de openbare raadpleging in het kader van het dossier Actogenix B/BE/07/BVW1 Voor deze proef werden 5 raadplegingsformulieren ingevuld: FORMULIER NR. 1 Het dossier ingediend door ActoGenix

Nadere informatie

Humaan Papillomavirus (HPV) Polikliniek Gynaecologie

Humaan Papillomavirus (HPV) Polikliniek Gynaecologie Humaan Papillomavirus (HPV) Polikliniek Gynaecologie Humaan Papilloma Virus (HPV) Inleiding Als u nog nooit van het HPV (Humaan Papilloma Virus) gehoord heeft, is dat niet raar: want ondanks dat het virus

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Samenvatting. Griepvaccinatie: wie wel en wie niet?

Samenvatting. Griepvaccinatie: wie wel en wie niet? Samenvatting Griepvaccinatie: wie wel en wie niet? Griep (influenza) wordt veroorzaakt door het influenzavirus. Omdat het virus steeds verandert, bouwen mensen geen weerstand op die hen een leven lang

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld

Workshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld Workshop voor apothekers en huisartsen Altijd een statine bij hart- en vaatziekten en type-2-diabetes? t Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen en inleiding Presentatie ti

Nadere informatie

Het wetenschappelijke bevolkingsonderzoek naar de vroege opsporing van hart- en vaatziekten.

Het wetenschappelijke bevolkingsonderzoek naar de vroege opsporing van hart- en vaatziekten. www.robinsca.nl INFORMATIEFOLDER VOOR HUISARTSEN Het wetenschappelijke bevolkingsonderzoek naar de vroege opsporing van hart- en vaatziekten. WBO-vergunning verleend door de minister van VWS op 27 augustus

Nadere informatie

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Zwangerschap 2 Erfelijkheid 2 Vruchtbaarheid 2 Invloed chronische darmziekte op de zwangerschap

Nadere informatie

Richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie Nederlandse Vereniging voor Reumatologie Derde herzien druk, 2011

Richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie Nederlandse Vereniging voor Reumatologie Derde herzien druk, 2011 Richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie Nederlandse Vereniging voor Reumatologie Derde herzien druk, 2011 Stroomdiagram van diagnostiek,behandeling en follow-up bij patiënten van 50 jaar en ouder met

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 136 Melanoom van de huid is kanker die uitgaat van de pigmentcellen in de huid. Melanoom bij twee of meer eerstegraads verwanten of drie tweedegraads verwanten noemen we erfelijk. Als deze vorm van kanker

Nadere informatie

Programma. Inleiding Aanpak in de huisartsenpraktijk. Algemene conclusies Evaluatie

Programma. Inleiding Aanpak in de huisartsenpraktijk. Algemene conclusies Evaluatie Programma Inleiding Aanpak in de huisartsenpraktijk Oplossen casuïstiek in kleine groepen Bespreken casuïstiek in plenum en toetsing aan de richtlijn Algemene conclusies Evaluatie Inleiding Jaarlijks sterfte

Nadere informatie

Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak

Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak Auteur: Steven Sarrazin Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak Veelal wordt de bestrijding van het Boviene Virale Diarree-virus (BVD) enkel geassocieerd met vaccinatie. Echter, met vaccinatie

Nadere informatie

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade Factsheet Nieren en nierschade deel 5 Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade In Nederland hebben 1,7 miljoen mensen chronische nierschade. Dit is in veel gevallen het gevolg van

Nadere informatie

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich.

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich. Bijlage 1: samenwerkingsafspraken diëtisten binnen DBC CVRM GHC Uitgangspunten Cardio Vasculair Risico Management (CVRM) staat voor de diagnostiek, behandeling en follow-up van risicofactoren voor hart-

Nadere informatie

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. blauw. Toelatingsexamen tandarts. 4 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. blauw. Toelatingsexamen tandarts. 4 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker blauw Toelatingsexamen tandarts 4 juli 2018 Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Figuur 1: De werking van het p53-tumorsuppressoreiwit. VAARDIG deel 2

Nadere informatie

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. geel. Toelatingsexamen tandarts. 4 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. geel. Toelatingsexamen tandarts. 4 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker geel Toelatingsexamen tandarts 4 juli 2018 Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Figuur 1: De werking van het p53-tumorsuppressoreiwit. VAARDIG deel 2 pagina

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM

Fries Wisselprotocol CVRM Fries Wisselprotocol CVRM Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding waaronder zoutbeperking (tot 5 gram/dag) o stoppen roken o voldoende lichamelijke activiteiten

Nadere informatie

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald PERSMEDEDELING VAN JO VANDEURZEN, VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 4 oktober 2012 Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald De kans dat Vlamingen

Nadere informatie

BEREIKEN VAN NIET-DEELNEMERS IN HET BVO BAARMOEDERHALSKANKER AAN DE HAND V/E HERINNERINGSBRIEF VAN DE GMD-HOUDEND HUISARTS. Dr.

BEREIKEN VAN NIET-DEELNEMERS IN HET BVO BAARMOEDERHALSKANKER AAN DE HAND V/E HERINNERINGSBRIEF VAN DE GMD-HOUDEND HUISARTS. Dr. BEREIKEN VAN NIET-DEELNEMERS IN HET BVO BAARMOEDERHALSKANKER AAN DE HAND V/E HERINNERINGSBRIEF VAN DE GMD-HOUDEND HUISARTS Dr. Eliane Kellen EPIDEMIOLOGIE BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER OPZET

Nadere informatie

NAAR EEN PREVENTIEPLAN OP UW MAAT

NAAR EEN PREVENTIEPLAN OP UW MAAT NAAR EEN PREVENTIEPLAN OP UW MAAT VOORWOORD Voorkomen is beter dan genezen luidt het alom bekende spreekwoord. Toch gaan mensen vaak pas naar hun huisarts wanneer ze al ziek zijn of acute klachten en/of

Nadere informatie

GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden?

GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden? GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden? WAT IS SEIZOENSGRIEP? WAT IS SEIZOENSGRIEP? > Een acute luchtweginfectie: Plots begin met koorts en rillingen Hoofdpijn Spierpijn Keelpijn

Nadere informatie

OVERZICHT 2/07/2013 HET VLAAMS BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER. Dr. Stefan Teughels KANKERSCREENING IN VLAANDEREN EPIDEMIOLOGIE BMHKS

OVERZICHT 2/07/2013 HET VLAAMS BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER. Dr. Stefan Teughels KANKERSCREENING IN VLAANDEREN EPIDEMIOLOGIE BMHKS HET VLAAMS BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Dr. Stefan Teughels OVERZICHT KANKERSCREENING IN VLAANDEREN EPIDEMIOLOGIE BMHKS HET VLAAMS BEVOLKINGSONDERZOEK NAAR BMHK OVERZICHT KANKERSCREENING IN

Nadere informatie

Programma. Inleiding Aanpak in de huisartspraktijk. Algemene conclusies Evaluatie

Programma. Inleiding Aanpak in de huisartspraktijk. Algemene conclusies Evaluatie Programma Inleiding Aanpak in de huisartspraktijk Oplossen casuïstiek in kleine groepen Bespreken casuïstiek in plenum en toetsing aan de richtlijn Algemene conclusies Evaluatie Inleiding Jaarlijks sterfte

Nadere informatie

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen 1. Toelichting Dit programma is gebaseerd op de bijlage prostaatcarcinoom van de NHG- Standaard Mictieklachten bij mannen van oktober 2014. De huisarts krijgt met enige regelmaat een verzoek van gezonde

Nadere informatie

Tumoren en erfelijkheid. prof. dr. Bruce Poppe. Centrum voor Medische GeneIca Diensthoofd Prof. dr. A. De Paepe Universitair Ziekenhuis Gent

Tumoren en erfelijkheid. prof. dr. Bruce Poppe. Centrum voor Medische GeneIca Diensthoofd Prof. dr. A. De Paepe Universitair Ziekenhuis Gent oncologisch congres AZ Sint Jan Verpleegkundigen in de oncologie: hou jezelf up to date! Tumoren en erfelijkheid prof. dr. Bruce Poppe Centrum voor Medische GeneIca Diensthoofd Prof. dr. A. De Paepe Universitair

Nadere informatie

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau BIJLAGE II Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau Deze Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter zijn het resultaat

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding

Nadere informatie

Eind goed, al goed? Of ook nog erfelijkheidsonderzoek? Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMCU

Eind goed, al goed? Of ook nog erfelijkheidsonderzoek? Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMCU Eind goed, al goed? Of ook nog erfelijkheidsonderzoek? Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMCU Darmkanker in de familie? familie anamnese negatief: 85% -sporadische vorm- familie anamnese positief:

Nadere informatie

We willen jullie langs deze weg meer informeren over de praktijk en onze manier van werken.

We willen jullie langs deze weg meer informeren over de praktijk en onze manier van werken. We willen jullie langs deze weg meer informeren over de praktijk en onze manier van werken. We willen streven naar een optimale organisatie van de praktijk zodat we ons ten volle kunnen concentreren op

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Bevolkingsonderzoeken. baarmoederhalskanker, borstkanker en darmkanker naar kanker

Bevolkingsonderzoeken. baarmoederhalskanker, borstkanker en darmkanker naar kanker Bevolkingsonderzoeken baarmoederhalskanker, borstkanker en darmkanker naar kanker In deze algemene folder leest u over de bevolkings onderzoeken baarmoederhalskanker, borstkanker en darmkanker. Wat is

Nadere informatie

Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk

Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk Fenna Schouten f.schouten@nhg.org 09-02-2017 Versie 2 Inhoud Overzicht indicatoren... 2 Populatiegegevens... 2 Bloeddruk...

Nadere informatie

Geneeskundige Dagen van Antwerpen

Geneeskundige Dagen van Antwerpen Antwerpen, 11 september 2014 Prof. dr. Guido Van Hal, Centrum voor Kankeropsporing, Afdeling Antwerpen Sarah Hoeck, Projectcoördinator bevolkingsonderzoek dikkedarmkanker Geneeskundige Dagen van Antwerpen

Nadere informatie

Dienst Gynaecologie. Verloskunde. Waartoe dient een uitstrijkje? Informatie voor de patiënte Afwijkend uitstrijkje

Dienst Gynaecologie. Verloskunde. Waartoe dient een uitstrijkje? Informatie voor de patiënte Afwijkend uitstrijkje Dienst Gynaecologie Informatie voor de patiënte Afwijkend uitstrijkje Verloskunde Waartoe dient een uitstrijkje? Een uitstrijkje wordt ook wel de PAPsmeartest genoemd. Het dient om een voorstadium van

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting 113 Chapter 11 Dikke darmkanker (colorectaal carcinoom, CRC) is een veelvoorkomend gezwel in de westerse wereld en is na longkanker de belangrijkste oorzaak van sterfte aan

Nadere informatie

Stadia chronische nierschade

Stadia chronische nierschade Factsheet Nieren en nierschade deel 3 Nierschade vraagt om continue alertheid en aandacht van de behandelaar Nierfunctie en eiwitverlies: voorspellers van complicaties Stadia chronische nierschade Nierschade

Nadere informatie