Multipel myeloom Ziekte van Kahler en Ziekte van Waldenström

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Multipel myeloom Ziekte van Kahler en Ziekte van Waldenström"

Transcriptie

1 Multipel myeloom Ziekte van Kahler en Ziekte van Waldenström

2 Inhoud Voor wie is deze brochure? 3 Wat is kanker? 4 Beenmerg en bloedcellen 6 Multipel myeloom 7 Klachten bij multipel myeloom 10 Onderzoek bij multipel myeloom 12 De ziekte van Waldenström 16 Het lymfestelsel 18 Klachten bij de ziekte van Waldenström 20 Onderzoek bij de ziekte van Waldenström 21 Behandeling van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 23 Stamceltransplantatie 27 Verloop van de ziekte 31 Onderzoek naar nieuwe behandelingen 32 Ondersteunende behandelingen 36 Pijnbestrijding 38 Praktische adviezen 40 Een moeilijke periode 43 Wilt u meer informatie? 48 KWF Kankerbestrijding is in 1949 opgericht op initiatief van Koningin Wilhelmina. Koningin Beatrix is onze beschermvrouwe. Al ruim 55 jaar strijden we voor minder kanker, meer kans op genezing en een betere kwaliteit van leven voor alle kankerpatiënten en hun dierbaren. Overal waar we kunnen, gaan we actief de strijd tegen kanker aan. Door wetenschappelijk kankeronderzoek mogelijk te maken. Door het aanmoedigen van een gezonde leefstijl en door goede voorlichting te geven. En door ons in te zetten voor alle kankerpatiënten en hun dierbaren. KWF Geverslijn: ( 0,01/m) Giro KWF Kanker Infolijn (gratis) Is deze brochure ouder dan 3 jaar, informeer dan of er een nieuwe uitgave bestaat. KWF Kankerbestrijding, winter

3 Voor wie is deze brochure? Deze brochure is bedoeld voor mensen die onderzocht of behandeld worden omdat zij (mogelijk) multipel myeloom of de ziekte van Waldenström hebben. Multipel myeloom is ook bekend onder de naam ziekte van Kahler, vernoemd naar een Oostenrijkse internist. De medische naam voor de ziekte van Waldenström is macroglobulinemie. De diagnose kanker, of de mogelijkheid dat daar sprake van is, roept bij de meeste mensen onmiddellijk vragen en emoties op. In korte tijd krijgt u veel te horen: over de ziekte, de onderzoeken die mogelijk volgen en de behandeling die uw arts adviseert. Het is niet altijd makkelijk die informatie te begrijpen, te onthouden en te verwerken. Deze brochure is bedoeld als ondersteuning daarbij. De algemene informatie over multipel myeloom, de ziekte van Waldenström en de behandelingen kan u helpen de gesprekken met uw arts te begrijpen. Deze brochure kunt u natuurlijk ook laten lezen aan mensen in uw omgeving. Misschien heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen. Als dat vragen zijn over uw eigen diagnose of behandeling, stel die dan aan uw specialist of huisarts. Het is aan te raden uw vragen vooraf op te schrijven, zodat u niets vergeet. Voor meer algemene vragen over kanker kunt u contact opnemen met de voorlichtingscentra die achter in deze brochure staan vermeld. Of kijk op Deze brochure is een uitgave van KWF Kankerbestrijding en is tot stand gekomen met medewerking van deskundigen uit verschillende beroepsgroepen, waaronder huisartsen, specialisten, verpleegkundigen en andere paramedici, en vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties. 3

4 Wat is kanker? Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende ziekten. Al deze verschillende soorten kanker hebben één gemeenschappelijk kenmerk: een ongeremde deling van lichaamscellen. Celdeling Ons lichaam is opgebouwd uit miljarden bouwstenen: de cellen. Voortdurend maakt ons lichaam nieuwe cellen. Om te groeien en om beschadigde en verouderde cellen te vervangen. Nieuwe cellen ontstaan door celdeling. Bij celdeling ontstaan uit één cel twee nieuwe cellen, uit deze twee cellen ontstaan er vier, dan acht, enzovoort. Geregelde celdeling Gewoonlijk regelt het lichaam de celdeling goed. Elke celkern bevat informatie die de cel een signaal geeft wanneer zij moet gaan delen en wanneer zij daar weer mee moet stoppen. Deze informatie ligt vast in onze genen en wordt doorgegeven van ouder op kind. Dit erfelijk materiaal (dna) komt voor in de kern van elke lichaamscel. Ontregelde celdeling Bij zoveel miljoenen celdelingen per dag, kan er iets mis gaan, bijvoorbeeld door toeval. Verder staan tijdens ons leven lichaamscellen bloot aan allerlei schadelijke invloeden. Doorgaans zorgen reparatiegenen voor herstel van de schade. Soms echter faalt dat beschermingssysteem. Dan gaan genen die de deling, groei en ontwikkeling van een cel regelen, fouten vertonen. Treden er verschillende van dat soort fouten op, dan gaat een cel zich overmatig delen en ontstaat er een gezwel of tumor. 4

5 Solide en niet-solide kanker We onderscheiden solide en niet-solide kanker. Solide kanker (solide = vast, hecht, stevig) is abnormale celdeling in een bepaald orgaan zoals de longen of darm. Vanuit zo n orgaan kunnen kankercellen zich via bloed en/of lymfe verspreiden en zich in andere organen nestelen. Dit zijn uitzaaiingen (metastasen). Deze brochure gaat over een vorm van niet-solide kanker. Van niet-solide kanker (niet-solide = vloeibaar, los) is sprake als de abnormale celdeling plaatsvindt in weefsels die zich op diverse plaatsen in het lichaam bevinden. Bijvoorbeeld een woekering van cellen in het beenmerg (waar bloedcellen worden aangemaakt), van plasmacellen (die antistoffen maken en ook in het beenmerg worden gevormd) of van lymfekliercellen (afweercellen in het lymfestelsel). Deze kankercellen bevinden zich dus niet in een orgaan, maar in de vloeibare substantie van het beenmerg, in het bloed of in het lymfeklierstelsel. Zo ontstaan multipel myeloom en de ziekte van Waldenström uit een bepaald type cel in het beenmerg: de plasmacel. Verspreiding Niet-solide kanker ontstaat uit één cel op één plaats in bijvoorbeeld het beenmerg of het lymfestelsel. Maar omdat het weefsel waarin de ziekte ontstaat zich op diverse plaatsen in het lichaam bevindt, kan de ziekte zich via bloed en/of lymfe snel naar andere plaatsen verspreiden. Bij multipel myeloom en de ziekte van Waldenström is de ziekte bij de diagnose meestal al door het hele lichaam verspreid. 5

6 Beenmerg en bloedcellen Beenmerg is het weke weefsel in het binnenste deel van onze botten, de mergholten. In het beenmerg vindt de vorming van bloedcellen plaats. Het beenmerg dat actief aan de bloedcelvorming deelneemt, bevindt zich hoofdzakelijk in het bekken, de wervels, de ribben, het borstbeen en de schedel, maar ook in de botten van armen en benen. Dit actieve beenmerg is rood van kleur. In het beenmerg worden verschillende soorten bloedcellen aangemaakt: Rode bloedcellen (erytrocyten) zorgen voor het vervoer van ingeademde zuurstof naar weefsels en organen. Als er niet genoeg rode bloedcellen zijn, is er sprake van bloedarmoede (anemie). Dat kan bleekheid, moeheid, kortademigheid, hartkloppingen, zwarte vlekken voor de ogen en duizeligheid veroorzaken. Witte bloedcellen (leukocyten) helpen om infecties tegen te gaan. Als er te weinig witte bloedcellen zijn, wordt de kans op infecties groter. Er zijn verschillende soorten witte bloedcellen, waaronder de plasmacellen in het beenmerg. Verschillende typen plasmacellen produceren elk een eigen antistof. Deze antistoffen, de zogenoemde immunoglobulinen, beschermen het lichaam tegen allerlei indringers, zoals virussen en bacteriën. Bloedplaatjes (trombocyten) zijn cellen die betrokken zijn bij de bloedstolling, zodat bij verwondingen het bloedverlies wordt beperkt. De verschillende typen bloedcellen zijn alle van levensbelang. 6

7 Multipel myeloom Per jaar wordt bij ongeveer 820 mensen multipel myeloom vastgesteld, iets vaker bij mannen dan bij vrouwen. De ziekte treft vooral mensen boven de 60 jaar, maar komt ook regelmatig voor bij mensen tussen de 40 en 60 jaar. Multipel myeloom is een kwaadaardige woekering van plasmacellen in het beenmerg. Deze plasmacellen produceren normaal gesproken antistoffen (immunoglobulinen) tegen infecties. Bij multipel myeloom produceren de kwaadaardige plasmacellen een abnormale antistof: het zogenoemde m-proteïne. Dit m-proteïne (soms ook paraproteïne genoemd) kan in het bloed worden gemeten. Soms wordt het m-proteïne niet compleet aangemaakt, maar slechts een klein brokstukje ervan, de zogenoemde lichte keten. Als dit brokstukje in de urine wordt aangetroffen, spreekt men van het Bence-Jones eiwit. Heel soms produceren de kwaadaardige plasmacellen helemaal geen m-proteïne of Bence-Jones eiwit. Dit wordt het niet-secernerend multipel myeloom genoemd. Invloed op de bloedaanmaak Bij een sterke toename van het aantal kwaadaardige plasmacellen in het beenmerg wordt de normale bloedaanmaak geleidelijk verdrongen. Dit heeft tot gevolg dat het aantal gezonde plasmacellen, die normale antistoffen maken, afneemt. Hierdoor raakt de afweer tegen infecties verstoord. Door de woekering van kwaadaardige plasmacellen komt ook de productie van rode en witte bloedcellen en soms van bloedplaatjes in de verdrukking. Dit uit zich in bloedarmoede, een verhoogde vatbaarheid voor bacteriële infecties en een verhoogd risico op het krijgen van bloedingen en het langer nabloeden van wondjes. 7

8 Invloed op de botten Multipel myeloom heeft ook een nadelige invloed op de botten. De kwaadaardige plasmacellen maken stoffen die tot verhoogde afbraak van botweefsel kunnen leiden. Dit heeft ontkalking van het skelet tot gevolg, wat zich vaak uit in botpijnen. Op plaatsen waar meer dan 30% van het bot is verdwenen, ontstaan zwakke plekken. Op deze zwakke plekken kunnen makkelijk botbreuken optreden. Verspreiding en recidief Plasmacellen circuleren van nature in het bloed. Op deze manier verplaatsen die cellen zich naar meerdere (multipel) beenmergruimtes. Multipel myeloom is hierdoor meestal al snel na het ontstaan van de ziekte aanwezig in alle botten van het bekken, de wervels, de ribben, het borstbeen en de schedel. De plasmacellen verspreiden zich soms ook naar plaatsen of organen buiten het bot, bijvoorbeeld het spijsverteringskanaal of de longen. Het opnieuw optreden van multipel myeloom nadat de ziekte na behandeling niet meer aantoonbaar was, heet een recidief. Oorzaken Over de oorzaken van multipel myeloom is nog weinig bekend. Mogelijk spelen chronische ontstekingen een rol. Door de voortdurende prikkeling van het afweersysteem als gevolg van deze ontstekingen, kunnen plasmacellen ontsporen. Met speciale onderzoekmethoden treffen onderzoekers bij vrijwel alle patiënten een bepaalde afwijking in een of meer chromosomen (het erfelijk materiaal) aan. Die afwijking is er alleen in de kwaadaardige plasmacellen. Het is nog onduidelijk wat het verband is tussen deze bevindingen en het ontstaan van multipel myeloom. Wel blijken bepaalde chromo- 8

9 soomafwijkingen een ongunstig verloop van de ziekte tot gevolg te hebben. Multipel myeloom is, evenals alle andere soorten kanker, niet besmettelijk. Verwante beenmergziekten Er zijn beenmergziekten waarbij - net als bij multipel myeloom - sprake is van ontsporing van plasmacellen. mgus Verwant aan multipel myeloom, maar niet behorend tot de kwaadaardige aandoeningen, is de ziekte mgus (Monoclonal Gammopathy of Undetermined Significance). Deze benaming betekent dat er m-proteïnen aanwezig zijn (monoclonal gammopathy), zonder dat er sprake is van woekering van kwaadaardige plasmacellen (undetermined significance). Gebleken is, dat zich bij 20% van de patiënten met mgus na vele jaren multipel myeloom ontwikkelt. Solitair plasmacytoom Bij multipel myeloom zijn de afwijkende plasmacellen verspreid in álle beenmergruimtes. Als er sprake is van groei van plasmacellen op één plaats en er nog geen verspreiding in het beenmerg is, spreekt men van solitair plasmacytoom. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen in één wervel, buiten het bot in één orgaan, of in de huid. Als het solitair plasmacytoom in een beginfase verkeert, is de ziekte met plaatselijke bestraling goed te behandelen. Wel bestaat een verhoogd risico op het ontstaan van multipel myeloom, soms pas na jaren. 9

10 Klachten bij multipel myeloom De klachten die voorkomen bij multipel myeloom hangen samen met de uitgebreidheid van de ziekte en de stoffen die door de plasmacellen geproduceerd worden, zoals m-proteïnen en de stof die versterkte botafbraak veroorzaakt. De meest voorkomende klacht bij multipel myeloom is botpijn. De botpijnen beginnen vaak in de rug, maar kunnen zich later uitbreiden naar de ribben, de nek of het bekken. Meestal wordt de pijn dan ook heviger en hardnekkiger. Als gevolg van plaatselijke botafbraak kunnen breuken of barsten in het bot ontstaan. Dit kan gebeuren na een val, maar ook spontaan, bij lichte belasting van het skelet. Door inzakking van een wervel kan er druk ontstaan op het ruggenmerg. Dit kan pijn en een doof of verlammend gevoel veroorzaken. Soms ontstaan er pijnlijke zwellingen van de botten door plaatselijke woekering van plasmacellen. De pijnklachten gaan dikwijls samen met vermoeidheid. Andere klachten kunnen zijn: Infecties, vooral van de lucht- en urinewegen, als gevolg van een tekort aan antistoffen en witte bloedcellen. Gebrekkige eetlust, vermagering, misselijkheid en dorst door een verhoogd calciumgehalte in het bloed. Dit noemt men hypercalciëmie. Bij afbraak van botten komt namelijk veel calcium vrij. Neusbloedingen, bloedend tandvlees of andere abnormale bloedingen ten gevolge van een tekort aan bloedplaatjes. 10

11 Het Bence-Jones eiwit (zie pagina 7) kan een verstoorde nierfunctie veroorzaken. Klachten die hierdoor kunnen ontstaan zijn moeheid, gebrek aan eetlust, dorst, misselijkheid, braken en in ernstige situaties sufheid en verwardheid. De werking van de nieren kan eveneens verstoord worden door een verhoogd calciumghalte in het bloed. 11

12 Onderzoek bij multipel myeloom Het vaststellen van multipel myeloom is niet eenvoudig. Sommige verschijnselen kunnen zich namelijk ook voordoen bij andere ziekten die veel vaker voorkomen. Als u met een of meer van de hiervoor genoemde klachten bij uw huisarts komt, zal deze u eerst lichamelijk onderzoeken. Zo nodig verwijst uw huisarts u naar een internist. Deze specialist zal meer uitgebreid onderzoek doen om vast te stellen of de klachten veroorzaakt worden door multipel myeloom. De volgende onderzoeken kunnen plaatsvinden: bloedonderzoek; urine-onderzoek; beenmergonderzoek; röntgenonderzoek (ct-scan en mri). Bloedonderzoek Voor het bloedonderzoek laat u wat bloed afnemen. Daarmee worden verschillende proeven uitgevoerd. Zo wordt onder meer de bloedbezinkingssnelheid bepaald. Dat is de snelheid waarmee de rode bloedcellen in het (onstolbaar gemaakte) bloed naar beneden zakken. Bij mensen met multipel myeloom is de bezinking meestal verhoogd. Met behulp van een ander bloedonderzoek bepaalt men welke soorten eiwit (normaal en abnormaal) in welke hoeveelheid in het bloed aanwezig zijn, het zogenoemde eiwitspectrum. Hiertoe worden eerst alle bloedcellen uit het bloed gehaald. De vloeistof die overblijft (bloedserum) bevat allerlei eiwitten, die nu kunnen worden onderzocht. Op die manier zijn ook m-proteïnen op te sporen. Ook wordt onderzocht of het bloed bepaalde afbraakproducten bevat. Dit kan onder andere blijken uit het gehalte aan stoffen als calcium, urinezuur en creatinine. Bij een aantal mensen kunnen deze stoffen zich in de beginfase van de ziekte in het bloed ophopen als gevolg van een verstoorde nierfunctie. 12

13 Urine-onderzoek De urine wordt eveneens onderzocht op het voorkomen van m-proteïnen. Vooral de aanwezigheid van het Bence-Jones eiwit vormt een sterke aanwijzing voor multipel myeloom. Beenmergonderzoek Bij beenmergonderzoek neemt de arts door middel van een punctie wat beenmerg uit het borstbeen of uit het bot aan de achterkant van het bekken. Eerst wordt het plekje waar de punctie plaatsvindt, verdoofd. Vervolgens prikt de specialist met een speciale holle naald door het bot tot in het beenmerg om daaruit een kleine hoeveelheid merg op te zuigen. Dit veroorzaakt even een venijnige pijn en meestal ook een eigenaardig, trekkerig gevoel. Het beenmerg ziet er wat bloederig uit. Dat is echter normaal. Daarna wordt het beenmerg op een glaasje uitgestreken en onder de microscoop bekeken. Bij het beenmergonderzoek wordt onder meer vastgesteld hoeveel abnormale plasmacellen aanwezig zijn. Om vast te stellen om welke soort plasmacellen het precies gaat, is het soms nodig een stukje bot te onderzoeken. Met een speciale naald wordt dan een stukje bot uit het bekken verwijderd. Dit gebeurt eveneens onder plaatselijke verdoving. Deze ingreep heet een biopsie. Het botweefsel wordt in het laboratorium onderzocht. Röntgenonderzoek Röntgenonderzoek kan nodig zijn om vast te stellen of bepaalde botten zijn aangetast. Meestal worden gewone röntgenfoto s gemaakt. Tegenwoordig wordt ook vaak een ct-scan of een mri gemaakt om de eventuele aanwezigheid van kwaadaardige plasmacellen buiten het beenmerg vast te stellen. 13

14 ct-scan (computertomografie) Een computertomograaf is een apparaat waarmee organen en/of weefsels zeer gedetailleerd in beeld worden gebracht. Bij het maken van een ct-scan wordt gelijktijdig gebruikgemaakt van röntgenstraling en een computer. Het apparaat heeft een ronde opening waar u, liggend op een beweegbare tafel, doorheen wordt geschoven. Terwijl de tafel verschuift, maakt het apparaat een serie foto s waarop telkens een ander plakje (dwarsdoorsnede) van het orgaan of weefsel staat afgebeeld. Vaak is een contrastvloeistof nodig. Meestal krijgt u deze vloeistof tijdens het onderzoek in een bloedvat van uw arm gespoten. Contrastvloeistof kan een warm en weeïg gevoel veroorzaken. Sommige mensen worden er een beetje misselijk van. Om ervoor te zorgen dat u hier zo min mogelijk last van heeft, is het advies enkele uren voor het onderzoek niet te eten en te drinken. mri (Magnetic Resonance Imaging) Bij deze onderzoeksmethode wordt gebruikgemaakt van een magneetveld in combinatie met radiogolven en een computer. De techniek maakt dwars- of lengtedoorsneden van het lichaam zichtbaar. Tijdens dit onderzoek ligt u in een soort koker. Sommige mensen ervaren het onderzoek daardoor als benauwend. Een mri-apparaat maakt nogal wat lawaai. Hiervoor krijgt u oordopjes in; soms kunt u naar (uw eigen) muziek luisteren. Via de intercom blijft altijd contact bestaan tussen u en de laborant, die tijdens het onderzoek in een andere ruimte is. Soms wordt tijdens het onderzoek via een ader in uw arm een contrastvloeistof toegediend. Stadium Misschien spreekt uw arts over het stadium van de ziekte. Daarmee bedoelt hij: de mate waarin de 14

15 ziekte zich in het lichaam heeft uitgebreid. Op grond van de hiervoor beschreven onderzoeken kan de specialist het stadium van de ziekte vaststellen. Bij multipel myeloom hanteren artsen over het algemeen drie stadia: Bij stadium I veroorzaakt de ziekte nog geen klachten, zoals bloedarmoede of botbreuken. Als de ziekte in dit stadium verkeert, wordt vaak afgewacht met het starten van een behandeling. Wel vinden dan regelmatig controles plaats. Bij stadium II of III is vanwege toenemende klachten behandeling wel noodzakelijk. Aan deze stadia worden de letters a en b toegevoegd. De letter a betekent dat de nierfunctie normaal is, de letter b dat de nierfunctie verstoord is. Spanning en onzekerheid Het kan enige tijd duren voordat u alle noodzakelijke onderzoeken heeft gehad en het stadium van uw ziekte bekend is. Waarschijnlijk heeft u vragen over de aard van uw ziekte, het mogelijke verloop daarvan en de behandelmogelijkheden. Vragen die tijdens de periode van onderzoeken nog niet te beantwoorden zijn. Dat kan spanning en onzekerheid met zich meebrengen, zowel bij u als bij uw naasten. Het kan helpen als u weet wat er bij de verschillende onderzoeken precies gaat gebeuren. De informatie krijgt u niet altijd vanzelf. Vraag er daarom gerust naar op de afdelingen waar de verschillende onderzoeken plaatsvinden. 15

16 De ziekte van Waldenström Een soort kanker die sterk verwant is aan multipel myeloom, is de ziekte van Waldenström. De ziekte is vernoemd naar de Zweedse internist J.G. Waldenström. Het is niet precies bekend hoe vaak de ziekte van Waldenström in Nederland voorkomt. Naar schatting gaat het om 60 tot 70 nieuwe patiënten per jaar. Mannen lijken 2,5 keer meer kans te hebben op het krijgen van deze ziekte. De gemiddelde leeftijd waarop de ziekte van Waldenström voorkomt is 65 jaar, maar de ziekte kan zich ook op jongere leeftijd openbaren. Bij de ziekte van Waldenström is er sprake van een ongecontroleerde groei van bepaalde witte bloedcellen die sterk verwant zijn aan plasmacellen. Behalve in het beenmerg, komen deze cellen ook voor in de lymfeklieren. De ziekte van Waldenström behoort tot de non-hodgkin-lymfomen met een lage mate van kwaadaardigheid: deze lymfomen (gezwellen van het lymfestelsel) bestaan uit cellen die langzaam groeien. De ziekte wordt ook wel aangeduid als lymfoplasmocytair non-hodgkin-lymfoom. Stroperigheid van het bloed Net als bij multipel myeloom produceren de woekerende cellen een abnormale antistof, een m-proteïne. Deze antistof verschilt echter van de antistof bij multipel myeloom en kan een toegenomen stroperigheid van het bloed (hyperviscositeit) veroorzaken. Verspreiding Witte bloedcellen circuleren van nature in het bloed en de lymfe. Op deze manier verplaatsen die cellen zich snel naar andere beenmergruimtes en de lymfeklieren. 16

17 De ziekte van Waldenström verspreidt zich ook zo. Daarom worden de woekerende witte bloedcellen nogal eens op verschillende plaatsen in het lichaam aangetroffen. Ook buiten het beenmerg en het lymfeklierweefsel, zoals in de lever en de milt. Oorzaken Net als bij multipel myeloom staat er weinig vast over het ontstaan van de ziekte. De ziekte van Waldenström is, evenals alle andere soorten kanker, niet besmettelijk. 17

18 Het lymfestelsel Behalve in het beenmerg, komen de cellen waaruit de ziekte van Waldenström ontstaat ook voor in het lymfestelsel. Over beenmerg en bloed heeft u eerder kunnen lezen. Hoe het lymfestelsel eruit ziet en werkt, kunt u hier lezen. Het lymfestelsel bestaat uit lymfevaten, lymfeklieren en lymfeklierweefsel dat zich in verschillende organen bevindt. Op illustratie 1 wordt het lymfestelsel schematisch weergegeven. Het lymfestelsel speelt een belangrijke rol bij de afweer van ons lichaam. Onze afweer verdedigt ons tegen virussen, bacteriën en andere organismen die ons ziek kunnen maken. Lymfevaten vormen de kanalen van het lymfestelsel. Deze vaten worden vanuit het lichaamsweefsel gevuld met een kleurloze vloeistof: lymfe. De lymfe neemt vocht en afvalstoffen uit het lichaam op. Via steeds grotere lymfevaten komt de lymfe uiteindelijk in de bloedbaan terecht. Voordat de lymfe in het bloed komt, passeert zij tenminste één lymfeklier. Lymfeklieren zijn de zuiveringsstations van het lymfestelsel: daarin worden ziekteverwekkers - vooral bacteriën en virussen - onschadelijk gemaakt. Op diverse plaatsen in ons lichaam komen groepen lymfeklieren voor, de lymfeklierregio s. Deze bevinden zich onder andere in de hals (a), in de oksels (b), langs de luchtpijp (c), bij de longen (d), bij de darmen en achter in de buikholte (e), in de bekkenstreek (f) en in de liezen (g). Lymfeklierweefsel komt - behalve in de lymfeklieren - ook voor in andere organen, zoals in de keelholte, de milt, de darmwand en het beenmerg. 18

19 A C B B D E F G G 1. Het lymfestelsel 19

20 Klachten bij de ziekte van Waldenström Sommige mensen met de ziekte van Waldenström hebben geen of nauwelijks klachten. Door de toegenomen stroperigheid van het bloed kunnen stoornissen ontstaan in de doorbloeding van organen. Dit uit zich in problemen met zien, hoofdpijn en doorbloedingsstoornissen van de huid, oren, vingers en tenen. Evenals bij multipel myeloom kunnen de woekerende plasmacellen leiden tot onvoldoende aanmaak van gezonde bloedcellen. Veel mensen met de ziekte van Waldenström hebben dan ook in meer of mindere mate last van vermoeidheid of bloedarmoede. Ook bestaat er een verhoogd risico op infecties en een moeizame genezing hiervan. Zowel bloeduitstortingen als andere bloedingen komen vaak voor bij de ziekte van Waldenström. Dit komt door een verminderde werking van de bloedplaatjes. Bij deze aandoening zijn de lymfeklieren, de milt en de lever vaak vergroot. De invloed van het m-proteïne op de zenuwbanen kan tot beschadiging(en) leiden: polyneuropathie. De belangrijkste klachten hiervan zijn krachtverlies en tintelingen of andere gevoelsstoornissen in handen en voeten. Ook kan door polyneuropathie pijn ontstaan. Bij deze ziekte doen zich meestal geen skeletafwijkingen voor. Mede daardoor heeft een patiënt met de ziekte van Waldenström zelden botpijnen. 20

21 Onderzoek bij de ziekte van Waldenström Als u met een of meer van de hiervoor genoemde klachten bij uw huisarts komt, zal deze u eerst lichamelijk onderzoeken. Zo nodig verwijst uw huisarts u naar een internist. Deze specialist zal meer uitgebreid onderzoek doen om vast te stellen of de klachten veroorzaakt worden door de ziekte van Waldenström. De volgende onderzoeken kunnen plaatsvinden: bloedonderzoek; beenmergonderzoek; ct-scan; lymfeklierbiopsie; echografie. Om de ziekte van Waldenström op het spoor te komen is in de eerste plaats laboratoriumonderzoek nodig, vooral uitgebreid bloedonderzoek. Een punctie en een biopsie van het beenmerg zijn nodig om de diagnose te kunnen stellen of om inzicht te krijgen in het stadium van de ziekte. Een ct-scan van de borst en de buik moet uitwijzen of er sprake is van inwendige lymfeklierzwellingen of vergroting van de milt. Dit kan ook worden vastgesteld met behulp van echografie. Over bloedonderzoek, beenmergonderzoek en het maken van een ct-scan kunt u meer lezen in het hoofdstuk Onderzoeken bij multipel myeloom (zie pagina 12). Lymfeklierbiopsie Bij zwellingen van lymfeklieren wordt vaak een lymfeklierbiopsie uitgevoerd. Na een plaatselijke verdoving maakt de chirurg of radioloog een klein sneetje en haalt met behulp van een holle naald een stukje of een hele lymfeklier weg. De patholoog onderzoekt het verkregen weefsel onder de microscoop: histologisch onderzoek. 21

22 Een biopsie kan pijnlijk zijn, ook als die onder plaatselijke verdoving plaatsvindt. De uitslag van het onderzoek is meestal binnen een week bekend. Echografie Echografie is een onderzoek met behulp van geluidsgolven. Deze golven zijn niet hoorbaar, maar de weerkaatsing (echo) ervan maakt organen en/of weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Tijdens het onderzoek ligt u op een onderzoektafel. Nadat op uw huid een gelei is aangebracht, wordt daarover een klein apparaat bewogen dat geluidsgolven uitzendt. De afbeeldingen op het beeldscherm kunnen op foto s worden vastgelegd. Echografie is een eenvoudig, niet belastend onderzoek. Spanning en onzekerheid Het kan enige tijd duren voordat u alle noodzakelijke onderzoeken heeft gehad en het stadium van uw ziekte bekend is. Waarschijnlijk heeft u vragen over de aard van uw ziekte, het mogelijke verloop daarvan en de behandelmogelijkheden. Vragen die tijdens de periode van onderzoeken nog niet te beantwoorden zijn. Dat kan spanning en onzekerheid met zich meebrengen, zowel bij u als bij uw naasten. Het kan helpen als u weet wat er bij de verschillende onderzoeken precies gaat gebeuren. Die informatie krijgt u niet altijd vanzelf. Vraag er daarom gerust naar op de afdelingen waar de verschillende onderzoeken plaatsvinden. 22

23 Behandeling van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström De meest toegepaste behandelingen bij multipel myeloom en de ziekte van Waldenström zijn: chemotherapie (behandeling met celdelingremmende medicijnen); bestraling (radiotherapie); ondersteunende therapie. Bij patiënten met multipel myeloom die jonger zijn dan 65 jaar, wordt geprobeerd om met een zware behandeling met cytostatica en een stamceltransplantatie de ziekte langdurig terug te dringen. De stamceltransplantatie wordt in het volgende hoofdstuk besproken. Tot op heden is het over het algemeen niet mogelijk om patiënten met multipel myeloom of de ziekte van Waldenström te genezen. Daarom wordt met chemotherapie geprobeerd de ziekte zo veel mogelijk terug te dringen en te behandelen op momenten dat klachten dit noodzakelijk maken. Chemotherapie Chemotherapie is de behandeling van kanker met celdelingremmende medicijnen: cytostatica. Er zijn verschillende soorten cytostatica, elk met een eigen invloed op de celdeling. De medicijnen kunnen op verschillende manieren worden toegediend, bijvoorbeeld per infuus, als tablet of per injectie. Via het bloed verspreiden zij zich door uw lichaam en kunnen op vrijwel alle plaatsen kankercellen bereiken. Vaak worden verschillende combinaties van medicijnen gegeven. Patiënten ouder dan 65 jaar Bij de behandeling van patiënten met multipel myeloom die ouder zijn dan 65 jaar, wordt doorgaans een betrekkelijk milde vorm van chemotherapie gegeven. Deze kuren bestaan meestal uit een combinatie van een cytostaticum in tabletvorm en prednison. 23

24 De kuren worden afhankelijk van uw conditie met tussenpozen van vier tot zes weken gegeven. Gewoonlijk wordt een aantal van deze kuren gegeven totdat de ziekte voldoende is teruggedrongen. Daarna kan een periode zonder behandeling volgen. De behandeling wordt hervat als er opnieuw klachten optreden. Naast cytostatica wordt vaak prednison gebruikt. Dit zijn hormonen die de werking van cytostatica ondersteunen. Door het gebruik van prednison kunt u zich beter gaan voelen. Er kunnen wel bijwerkingen optreden zoals onrust, slapeloosheid en een opgeblazen gezicht. Na het stoppen met prednison kan een tijdelijke terugslag optreden. Bij zo n terugslag kan de dosering aan het eind van de kuur geleidelijk worden verminderd. Dit wordt uitsluipen genoemd. Patiënten jonger dan 65 jaar Patiënten met multipel myeloom die jonger zijn dan 65 jaar krijgen over het algemeen aan het begin van de behandeling chemotherapie. De cytostatica worden eenmaal per maand gedurende vier achtereenvolgende dagen per infuus toegediend, in combinatie met prednison. In totaal gebeurt dit drie tot vier maal. Deze kuren dienen meestal als voorbereiding op een zware behandeling met cytostatica gevolgd door een stamceltransplantatie. De behandelingen zijn gericht op het bereiken van remissie (= terugdringen van de ziekte). Aan de hand van onder meer het m-proteïnegehalte in het bloed, het al of niet aanwezig zijn van bloedarmoede en botafwijkingen, en de eventuele afwijkingen die uit ander bloedonderzoek naar voren komen, wordt bepaald in hoeverre de behandeling succesvol is. Als de ziekte terugkeert of als de behandeling niet het gewenste effect heeft, kan een combinatie van andere soorten cytostatica worden overwogen. 24

25 Ook bij patiënten met de ziekte van Waldenström is, naast een betrekkelijk milde vorm van chemotherapie, behandeling mogelijk met combinaties van verschillende soorten cytostatica. Bijwerkingen Cytostatica tasten naast kankercellen ook gezonde cellen aan. Daardoor kunnen onaangename bijwerkingen optreden. Haaruitval, misselijkheid, braken, darmstoornissen, een verhoogd risico op infecties en vermoeidheid zijn hiervan enkele voorbeelden. Acute misselijkheid en overgeven zijn meestal te bestrijden met medicijnen. De bijwerkingen verminderen doorgaans geleidelijk nadat de cytostaticatoediening is beëindigd. Vermoeidheid kan na de behandeling echter nog lang aanhouden. Of u last krijgt van bijwerkingen hangt onder meer af van de soorten en hoeveelheden cytostatica die u krijgt. Bestraling (radiotherapie) Bestraling is een plaatselijke behandeling met als doel de kankercellen te vernietigen, terwijl de gezonde cellen zo veel mogelijk gespaard blijven. Kankercellen verdragen straling slechter dan gezonde cellen en herstellen zich er minder goed van. Gezonde cellen herstellen zich over het algemeen wel. Bij bestraling komt de straling uit een bestralingstoestel. Het te behandelen gebied wordt van buitenaf - door de huid heen - bestraald. De radiotherapeut zorgt ervoor dat de stralenbundel nauwkeurig wordt gericht en dat het omliggende, gezonde weefsel en kwetsbare organen zo veel mogelijk worden gespaard. Voor bestraling is geen opname in het ziekenhuis nodig. Bestraling wordt bij multipel myeloom vaak gegeven bij optredende botpijnen. Aan patiënten met de ziekte van Waldenström wordt vrijwel nooit bestraling gegeven. 25

26 Patiënten met een solitair plasmacytoom krijgen vaak uitsluitend radiotherapie geadviseerd. Dit is mogelijk omdat het solitair plasmacytoom een plaatselijke aandoening is, die met radiotherapie goed te behandelen is. Over het algemeen duurt een bestralingsbehandeling bij een solitair plasmacytoom een aantal weken en heeft vier tot vijf maal per week plaats. In die periode krijgt u elke werkdag gedurende een aantal minuten een kleine dosis straling. Bijwerkingen Bestraling beschadigt niet alleen kankercellen, maar ook gezonde cellen. Daardoor kunt u met een aantal bijwerkingen te maken krijgen. Over het algemeen hebben patiënten tijdens de bestralingsperiode last van vermoeidheid. De meeste klachten verdwijnen meestal enkele weken na afloop van de behandeling. Sommige mensen merken echter nog lang na hun behandeling dat zij eerder vermoeid zijn dan vóór hun ziekte. Op de bestralingsafdeling krijgt u gerichte adviezen om zo min mogelijk last van de bijwerkingen te hebben. Afzien van behandeling Het kan gebeuren dat bij u of bij uw arts de indruk bestaat, dat de belasting of de mogelijke bijwerkingen of gevolgen van een behandeling niet (meer) opwegen tegen de te verwachten resultaten. Als u twijfelt aan de zin van (verdere) behandeling, bespreek dit dan in alle openheid met uw specialist of huisarts. Iedereen heeft het recht om af te zien van (verdere) behandeling. Uw arts zal u de noodzakelijke medische zorg en begeleiding blijven geven om de hinderlijke gevolgen van uw ziekte zo veel mogelijk te bestrijden. 26

27 Stamceltransplantatie Patiënten met multipel myeloom die jonger zijn dan 65 jaar krijgen - afhankelijk van hun conditie - een zware behandeling met cytostatica gevolgd door een zogenoemde stamceltransplantatie aangeboden. Hieronder wordt deze ingewikkelde en intensieve behandeling in grote lijnen geschetst. Meer gedetailleerde informatie kunt u lezen in onze brochure Stamceltransplantatie. Bij een stamceltransplantatie krijgt de patiënt stamcellen toegediend na een zware cytostaticakuur. De stamceltransplantatie is noodzakelijk omdat de zware cytostaticakuur ook het gezonde beenmerg vernietigt, waardoor er geen stamcellen (moedercellen) meer zijn waaruit de bloedcellen zich ontwikkelen. Daarom is na de zware cytostaticakuur toediening van goedwerkende stamcellen noodzakelijk. Meestal wordt een zogenoemde autologe stamceltransplantatie gegeven. Hierbij worden de stamcellen uit het bloed van de patiënt zelf gebruikt. De eigen stamcellen worden afgenomen op het moment dat de ziekte zo ver mogelijk is teruggedrongen. Soms wordt gekozen voor een zogenoemde allogene stamceltransplantatie. Hierbij worden de stamcellen uit het bloed van een geschikte donor gehaald. Bij voorkeur is dat een verwante donor (broer of zus). Als dat onmogelijk is, kunnen ook stamcellen van een geschikte niet-verwante donor worden gebruikt. Een allogene transplantatie is intensiever en kent meer risico s dan een autologe transplantatie. De behandeling en verpleging bij een stamceltransplantatie vereisen specialistische kennis. Daarom vindt deze behandeling alleen plaats in gespecialiseerde centra. Een autologe transplantatie is bij jongere patiënten met multipel myeloom standaard. De ziekte blijft 27

28 langer weg (in remissie) en is er een grotere kans op langdurige overleving. Deze methode slaat vaak aan. Soms zijn zelfs geen abnormale plasmacellen meer aantoonbaar. Wel komt de ziekte bij vrijwel alle patiënten uiteindelijk weer terug (recidief). Daarom wordt aan patiënten bij wie de ziekte verschillende jaren wegblijft, soms een tweede intensieve behandeling gegeven, met daarna opnieuw een transplantatie. Bij patiënten met multipel myeloom wordt momenteel onderzocht of de zogenoemde mini-allogene stamceltransplantatie effect heeft. In plaats van een zware behandeling met cytostatica, krijgen deze mensen een lage dosis cytostatica en een lage dosis totale lichaamsbestraling. Zo wordt het beenmerg niet vernietigd, maar geleidelijk uitgeschakeld. Daarna volgt de allogene stamceltransplantatie en kunnen de stamcellen van de donor de beenmergfunctie geleidelijk overnemen. Als voor de mini-allogene stamceltransplantatie gekozen wordt, dan volgt deze aansluitend op een autologe stamceltransplantatie. Alleen patiënten met een geschikte familie-donor (broer of zus) komen hiervoor in aanmerking. Afname van stamcellen Stamcellen worden verkregen uit het bloed. Voordat de stamcellen uit het bloed worden gehaald, wordt eerst een medicijn toegediend, een zogenoemde groeifactor. Door de groeifactor worden er tijdelijk meer stamcellen geproduceerd die vanuit het beenmerg in de bloedbaan komen. De behandeling met groeifactoren kan botpijn veroorzaken. Vervolgens worden de stamcellen met een speciaal centrifugeapparaat uit het bloed gehaald. Het afnemen van de stamcellen duurt twee tot vier uur en wordt enkele dagen achter elkaar herhaald totdat er voldoende stamcellen zijn verkregen. 28

29 Cytostatica-behandeling De transplantatie vindt binnen een tot twee maanden na afname van de stamcellen plaats. Vlak voor de transplantatie krijgt u een zware behandeling met cytostatica om zo veel mogelijk kankercellen te vernietigen. Soms is ook bestraling van het hele lichaam nodig. U bent door deze behandeling tijdelijk erg vatbaar voor infecties. Daarom is zorgvuldige verpleging met maatregelen ter voorkoming van infecties, zoals het toedienen van antibiotica, noodzakelijk. De aard en ernst van de bijwerkingen van deze behandeling verschillen van patiënt tot patiënt. De meest voorkomende bijwerkingen zijn: Misselijkheid, braken en diarree. Deze bijwerkingen kunnen met medicijnen worden bestreden. Moeilijk kunnen slikken. Geïrriteerd slijmvlies van de mond- en keelholte, waardoor makkelijk ontstekingen ontstaan. Geïrriteerde en uitgedroogde slijmvliezen. Moeheid en lusteloosheid. Transplantatie Na de cytostatica-behandeling krijgt u de eerder afgenomen stamcellen via een infuus toegediend. Dit neemt ongeveer een half uur in beslag. Het duurt ongeveer twee weken totdat er zekerheid is of het beenmerg weer voldoende bloedcellen aanmaakt. In die periode blijft u vatbaar voor infecties. Speciale zorg blijft dan ook noodzakelijk. Soms zijn bloedtransfusies nodig. Herstel De totale opname duurt doorgaans drie tot vijf weken. Na de eerste periode van herstel van de bloedvorming is nog een langere periode nodig voor herstel van de afweer. Doorgaans zult u een aantal maanden na de transplantatie weer een redelijk normale activiteit kunnen ontplooien en soms zelfs weer aan 29

30 het werk kunnen gaan. Soms duurt het herstel wat langer. U zult gedurende het eerste jaar nogal wat beperkingen ondervinden in het dagelijks leven. Zowel in lichamelijk als in emotioneel opzicht vergt de totale behandeling vaak veel van patiënten. Optimale medische en verpleegkundige zorg en extra aandacht en begeleiding zijn dan ook onontbeerlijk. Voor ondersteuning kan in het ziekenhuis ook een beroep worden gedaan op een psycholoog, een maatschappelijk werker of een pastoraal medewerker. Uw huisarts kan adviseren over ondersteuning en begeleiding buiten het ziekenhuis. Complicatie Een belangrijke complicatie van een allogene stamceltransplantatie is de zogenoemde omgekeerde afstoting : Graft-versus-host genoemd. Letterlijk vertaald betekent dit transplantaat tegen gastheer. Met andere woorden: afweercellen uit het getransplanteerde donorweefsel vallen organen en weefsel van de patiënt aan. De ernst van de verschijnselen loopt uiteen van ongevaarlijk tot levensbedreigend. Om deze aanvalsreacties te helpen onderdrukken, zult u gedurende lange tijd medicijnen moeten gebruiken die de afweer onderdrukken. Na verloop van tijd went het transplantaat aan zijn gastheer en vermindert het risico op aanvallen op het lichaam. Overlijden door transplantatie Een stamceltransplantatie kan mislukken. De oorzaak kan zijn dat de productie van nieuwe cellen niet op gang komt: men spreekt dan van niet aanslaan. Dit komt zelden voor. Een andere oorzaak van mislukking zijn ernstige complicaties. Bij de mini-allogene stamceltransplantaties overlijdt ongeveer 5 tot 15% van de patiënten, bij autologe stamceltransplantaties minder dan 5%. 30

31 Verloop van de ziekte Het verloop van multipel myeloom kan sterk wisselen. Patiënten in het eerste stadium van de ziekte kunnen zonder behandeling jarenlang stabiel blijven. Bij de andere patiënten is de behandeling gericht op het vertragen van de ziekte en op het bestrijden van klachten. De levensverwachting blijft veelal beperkt tot enkele jaren. Bij een aantal jongere patiënten is het mogelijk om met een intensieve therapie gevolgd door een stamceltransplantatie de ziekte langdurig terug te dringen. De levensverwachting bij deze behandeling is meestal beter dan bij behandeling met alleen chemotherapie. Belangrijk is hoe de patiënt op de behandeling reageert. Van een goede respons is sprake als alle of nagenoeg alle ziektekenmerken zijn verdwenen. Een gedeeltelijke respons betekent een verbetering, maar niet volledig verdwijnen van ziektekenmerken. Ten slotte kan ook stabilisatie worden bereikt; hierbij treedt geen verdere verslechtering op. Bij terugkeer van de ziekte zijn er vaak ook nog goede behandelmogelijkheden. De ziekte van Waldenström kenmerkt zich door langzame achteruitgang. In de eerste periode is behandeling gedurende langere tijd - soms jaren - niet nodig. Is behandeling wel nodig, dan zijn er goede mogelijkheden om de ziekte met medicijnen (tijdelijk) te onderdrukken. Genezing is echter niet mogelijk. Vermoeidheid Vermoeidheid kan ontstaan door kanker en/of de behandeling van kanker. Steeds meer mensen geven aan hiervan last te hebben. Sommigen krijgen enige tijd na de behandeling nog last van (extreme) vermoeidheid. De vermoeidheid kan lang aanhouden. Wanneer de ziekte vergevorderd is, kan de vermoeidheid ook te maken hebben met het voortschrijdende ziekteproces. 31

32 Onderzoek naar nieuwe behandelingen Artsen en onderzoekers proberen behandelingen van kanker te verbeteren. Daarvoor is onderzoek nodig, ook bij mensen met multipel myeloom en de ziekte van Waldenström. Een verbeterde behandeling vernietigt meer kankercellen en/of heeft minder bijwerkingen of andere nadelige gevolgen. U hoort in het ziekenhuis misschien ook wel over wetenschappelijk onderzoek, vergelijkend onderzoek, experimentele behandeling, studie of het Engelse woord trial. Met al deze termen bedoelt men een mogelijk nieuwe behandeling waarvan nog moet worden bewezen of die betere resultaten oplevert dan de op dat moment meest gebruikelijke behandeling (de standaardbehandeling). Een onderzoek naar een nieuwe behandeling duurt jaren. Het gebeurt op een wetenschappelijk verantwoorde manier, zeer zorgvuldig en stap voor stap. In de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen staat onder welke voorwaarden wetenschappelijk onderzoek bij mensen mag plaatsvinden. Medisch-ethische toetsingscommissie (metc) Elk onderzoeksvoorstel wordt in het ziekenhuis beoordeeld door een toetsingscommissie. Die commissie gaat na of het betreffende onderzoek voldoet aan de wettelijke voorwaarden. De toetsingscommissie bestaat uit artsen en andere zorgverleners. Verschillende fasen Onderzoek naar nieuwe behandelingen of nieuwe combinaties van bestaande behandelingen begint in kweekbakjes in het laboratorium en bij dieren. Daarna test men de nieuwe behandeling bij mensen met kanker. 32

33 Eerst wordt bij kleine aantallen patiënten onderzocht hoe zij de nieuwe behandeling verdragen (fase I onderzoek). Bij geneesmiddelenonderzoek bestuderen de onderzoekers in deze fase ook hoe het medicijn zich in het menselijk lichaam gedraagt en welke dosering te verdragen is. Bovendien zoeken zij uit welke toedieningsvorm het meest geschikt is. Een volgende stap is fase II onderzoek. Bij een andere groep patiënten gaan de onderzoekers dan na of de nieuwe behandeling of nieuwe combinatie van behandelingen tumorcellen vernietigt en bij welk percentage van de patiënten dat gebeurt. Als fase II onderzoek de aanwijzing geeft dat de behandeling werkt, moet dit bewezen worden in fase III onderzoek. Hierbij vergelijkt men de standaardbehandeling met de nieuwe behandeling. Een grote groep patiënten krijgt de standaardbehandeling. Een even grote, andere groep krijgt de nieuwe behandeling. Door loting (randomisatie) wordt bepaald wie in welke groep terechtkomt. Als u aan een fase III onderzoek deelneemt, weten noch u, noch uw specialist vooraf welke behandeling u krijgt: de standaardbehandeling of de nieuwe behandeling. Door te loten voorkomt men dat het samenstellen van de groepen door wie dan ook wordt beïnvloed. Dat zou de resultaten van het onderzoek onbetrouwbaar maken omdat de twee groepen patiënten dan niet vergelijkbaar zijn. Het hangt van de opzet van de studie af of u daarna wel weet welke behandeling u krijgt. Soms wordt dat pas bekend gemaakt nadat alle onderzoeksgegevens zijn verzameld. Nieuwe ontwikkelingen bij multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Recent zijn er enkele nieuwe medicijnen beschikbaar gekomen die - via andere mechanismen dan cytostatica - de vorming van kwaadaardige plasmacellen 33

34 remmen. Deze middelen worden vooral toegepast als een andere behandeling niet aanslaat, als patiënten niet in aanmerking komen voor een stamceltransplantatie of als de ziekte na aanvankelijke remissie terugkomt. Een aantal toepassingen vindt nog uitsluitend plaats in onderzoeksverband. Instemming met deelname Deelname aan een onderzoek naar een nieuwe behandeling is geheel vrijwillig. U bepaalt zelf of u wel of niet meedoet en pas nadat u uitvoerige informatie heeft gekregen. Als u meedoet, dan maakt u dat kenbaar door het ondertekenen van een formulier. Die instemming heet informed consent. Dat betekent dat u uw besluit om mee te doen genomen heeft op basis van voldoende en begrijpelijke informatie. Uw handtekening betekent niet dat u uw deelname niet meer kunt terugdraaien. U heeft op elk moment het recht en de mogelijkheid om uw deelname te beëindigen. Wel is het verstandig eerst met uw specialist te spreken voordat u stopt. Het plotseling staken van een behandeling kan namelijk bepaalde risico s hebben. Nederlandse Kankerregistratie Om wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen, zijn vaak gegevens nodig van mensen die nu kanker hebben. Deze gegevens worden bijeengebracht in de Nederlandse Kankerregistratie die wordt verzorgd door de integrale kankercentra. Medewerkers van de integrale kankercentra registreren de benodigde gegevens in ziekenhuizen aan de hand van de medische dossiers. Zij verzamelen informatie over onder andere de ziekte, de behandelingen en het verdere verloop. Ook uw naam en geboortedatum worden in de registratie opgenomen. 34

35 Deze privacy-gevoelige gegevens worden zorgvuldig afgeschermd. Dat wil zeggen: De gegevens worden in een versleutelde vorm onherkenbaar gemaakt, zodat ze niet zonder meer tot één persoon te herleiden zijn. Alleen speciaal bevoegde werknemers met geheimhoudingsplicht hebben toegang tot deze gegevens. Als u niet wilt dat uw gegevens worden geregistreerd, kunt u dit melden aan uw behandelend arts. Deze noteert het bezwaar in uw dossier en zorgt ervoor dat uw gegevens niet worden geregistreerd. Wilt u meer weten over de kankerregistratie? Vraag dan de folder Registratie van kanker: van groot belang aan (zie pagina 49). 35

36 Ondersteunende behandelingen Bij de behandeling van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström, kunt u voor korte of langere tijd een ondersteunende behandeling nodig hebben. Radiotherapie Bestraling wordt bij multipel myeloom vaak gegeven bij optredende botpijnen. Meestal zijn een of enkele bestralingsbehandelingen al voldoende. Het kan enige weken duren voordat het pijnstillend effect optreedt. Plasmaferese Vooral bij de ziekte van Waldenström ontstaat nogal eens een te grote stroperigheid van het bloed (hyperviscositeit). Bij multipel myeloom komt dit alleen bij uitzondering voor. Plasmaferese is een behandeling waarbij het afwijkende, dikke bloedplasma van de patiënt wordt vervangen door normaal plasma. Het bloed van de patiënt wordt, via een slangetje in een bloedvat in een van uw armen, naar een apparaat geleid waarin de bloedcellen worden gescheiden van het dikke plasma. Dit gebeurt in een soort centrifuge. Vervolgens wordt normaal plasma aan de bloedcellen toegevoegd. Het aldus verdunde bloed wordt, via een ander slangetje, teruggeleid naar de patiënt. De behandeling duurt enkele uren en is pijnloos. Het effect is tijdelijk, maar de behandeling kan zonder bezwaar worden herhaald. Bloedtransfusie Door multipel myeloom en de ziekte van Waldenström kan de aanmaak van rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes onvoldoende zijn. Er ontstaat bloedarmoede, het risico op een infectie wordt groter of er kunnen bloedingen ontstaan. Het tekort aan bloedcellen kan worden bestreden door bloedtransfusies of door toediening van een bloedstimulerend hormoon. 36

37 Behandeling van (dreigende) botbreuken Bij dreigende botbreuken of ernstige verzwakking van het bot bij patiënten met multipel myeloom wordt bestraling toegepast. Dit gebeurt met name op de ruggenwervels, de schedel, armen en benen. Bij (dreigende) breuken van de lange pijpbeenderen in de bovenarmen of de benen kan het bot operatief worden verstevigd. In de meeste gevallen gebeurt dat door een metalen staaf in de mergholte van het bot aan te brengen. De orthopedische behandeling van ingezakte wervels bestaat vrijwel altijd uit het aanmeten van een korset. Zo n korset geeft steun, vermindert de pijn en voorkomt verder inzakken van de wervels. Antibiotica Wanneer er een infectie optreedt, wordt deze zo nodig behandeld met antibiotica. Deze medicijnen bestrijden de bacteriën die de infectie veroorzaken. Het betreft dan vooral infecties van de lucht- of urinewegen. Voor deze behandeling is soms een ziekenhuisopname nodig. Bij sommige cytostaticakuren wordt ook wel antibiotica gegeven uit voorzorg, om infecties te voorkomen. Soms wordt aan het eind van de behandeling een vaccinatie (inenting) gegeven tegen ernstige infecties. 37

WAT IS KANKER? KANKERCENTRUM. Onco_alg_008

WAT IS KANKER? KANKERCENTRUM. Onco_alg_008 WAT IS KANKER? KANKERCENTRUM Onco_alg_008 WAT VINDT U TERUG IN DEZE BROCHURE 01 Inleiding 3 02 Celindeling 3 03 Het lymfestelsel 4 WAT IS KANKER? 2 01 INLEIDING Kanker is een verzamelnaam voor meer dan

Nadere informatie

De ziekte van Kahler of multipel myeloom

De ziekte van Kahler of multipel myeloom Heeft u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons gerust een seintje! De ziekte van Kahler of multipel myeloom Dienst kwaliteit E-mail: info@jessazh.be Tel: 011 33 55 11 Jessa Ziekenhuis

Nadere informatie

Infoblad. Non-hodgkin-lymfomen Behandeling

Infoblad. Non-hodgkin-lymfomen Behandeling Infoblad Non-hodgkin-lymfomen Behandeling De meest toegepaste behandelingen bij non- Hodgkin-lymfomen zijn: Bestraling (radiotherapie) Chemotherapie (behandeling met celdodende of celdelingremmende medicijnen)

Nadere informatie

Voor wie is deze brochure? Inhoud

Voor wie is deze brochure? Inhoud Multipel myeloom Inhoud Voor wie is deze brochure? 3 Wat is kanker? 4 Beenmerg en bloedcellen 6 Multipel myeloom 8 Oorzaken 11 Klachten 12 Onderzoek 14 Behandeling 19 Stamceltransplantatie 27 Ondersteunende

Nadere informatie

Non Hodgkin lymfoom. Albert Schweitzer ziekenhuis februari 2014 pavo 1113

Non Hodgkin lymfoom. Albert Schweitzer ziekenhuis februari 2014 pavo 1113 Non Hodgkin lymfoom Albert Schweitzer ziekenhuis februari 2014 pavo 1113 Uw hoofdbehandelaar is: hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30 17.00 uur bereikbaar via de polikliniek Interne

Nadere informatie

BOTTUMOREN. 1. Normaal botweefsel

BOTTUMOREN. 1. Normaal botweefsel BOTTUMOREN Om beter te kunnen begrijpen wat een bottumor juist is, wordt er in deze brochure meer uitleg gegeven over de normale structuur van het bot. Op die manier krijgt u een beter zicht op wat abnormaal

Nadere informatie

baarmoederhalskanker-pid-h2-baarmoederhalskanker-enonderzoeken/

baarmoederhalskanker-pid-h2-baarmoederhalskanker-enonderzoeken/ https://www.isala.nl/patientenfolders/7210- baarmoederhalskanker-pid-h2-baarmoederhalskanker-enonderzoeken/ Baarmoederhalskanker (PID): H2 Baarmoederhalskanker en onderzoeken Kanker is een verzamelnaam

Nadere informatie

Non-Hodgkin lymfoom. Jessa Ziekenhuis vzw. Dienst kwaliteit. versie maart 2016 (Object-ID )

Non-Hodgkin lymfoom. Jessa Ziekenhuis vzw.  Dienst kwaliteit. versie maart 2016 (Object-ID ) Heeft u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons gerust een seintje! Non-Hodgkin lymfoom Dienst kwaliteit E-mail: info@jessazh.be Tel: 011 33 55 11 Jessa Ziekenhuis vzw Maatschappelijke

Nadere informatie

Kanker van de baarmoeder

Kanker van de baarmoeder Kanker van de baarmoeder Endometriumcarcinoom Deze informatiebrochure is bestemd voor vrouwen met baarmoederkanker en hun omgeving. De brochure geeft u een antwoord op volgende vragen: Wat is baarmoederkanker?

Nadere informatie

hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078)

hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) Non-Hodgkin lymfoom Uw hoofdbehandelaar is: hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30 17.00 uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) 654 64 64. 1 Inleiding U heeft

Nadere informatie

Het is een ziekte die jarenlang door verschillende factoren zich ontwikkeld. Sommige factoren kun je zelf voorkomen, een paar niet.

Het is een ziekte die jarenlang door verschillende factoren zich ontwikkeld. Sommige factoren kun je zelf voorkomen, een paar niet. Werkstuk door een scholier 1583 woorden 23 april 2011 4,9 12 keer beoordeeld Vak Zorg en welzijn KANKER: Ik ga vandaag mijn spreekbeurt houden over kanker om twee redenen. De eerste is dat iedereen kanker

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Leukemie

Werkstuk Biologie Leukemie Werkstuk Biologie Leukemie Werkstuk door een scholier 2418 woorden 26 november 2003 7,2 164 keer beoordeeld Vak Biologie leukemie Motivatie Ik heb dit onderwerp gekozen omdat deze ziekte vooral bij kinderen

Nadere informatie

Praktische opdracht ANW Leukemie

Praktische opdracht ANW Leukemie Praktische opdracht ANW Leukemie Praktische-opdracht door een scholier 2767 woorden 23 juni 2002 7,9 82 keer beoordeeld Vak ANW Organen/cellen die een belangrijke rol spelen In het beenmerg worden de bloedcellen

Nadere informatie

Inhoud. KWF Geverslijn: 0900 202 00 41 ( 0,01/m) Giro 26000. KWF Kanker Infolijn 0800 022 66 22 (gratis) www.kwfkankerbestrijding.

Inhoud. KWF Geverslijn: 0900 202 00 41 ( 0,01/m) Giro 26000. KWF Kanker Infolijn 0800 022 66 22 (gratis) www.kwfkankerbestrijding. Chronische leukemie Inhoud Voor wie is deze brochure? 3 Wat is kanker? 4 Bloedcellen en beenmerg 6 Leukemie 8 Risicofactoren 11 Klachten 12 Onderzoek 13 Behandeling van chronische lymfatische leukemie

Nadere informatie

Inleiding In deze folder leest u meer over de diagnose maagkanker, de onderzoeken en de behandelmogelijkheden.

Inleiding In deze folder leest u meer over de diagnose maagkanker, de onderzoeken en de behandelmogelijkheden. MAAGKANKER 17852 Inleiding In deze folder leest u meer over de diagnose maagkanker, de onderzoeken en de behandelmogelijkheden. Maagkanker is een kwaadaardige tumor in de maag, het wordt ook wel maagcarcinoom

Nadere informatie

Inhoud. KWF Geverslijn: 0900 202 00 41 ( 0,01/m) Giro 26000. KWF Kanker Infolijn 0800 022 66 22 (gratis) www.kwfkankerbestrijding.

Inhoud. KWF Geverslijn: 0900 202 00 41 ( 0,01/m) Giro 26000. KWF Kanker Infolijn 0800 022 66 22 (gratis) www.kwfkankerbestrijding. Acute leukemie Inhoud Voor wie is deze brochure? 3 Wat is kanker? 4 Bloedcellen en beenmerg 6 Leukemie 8 Risicofactoren 11 Klachten 12 Onderzoek 14 Behandeling 18 Stamceltransplantatie 24 Verloop van de

Nadere informatie

Acute leukemie. Jessa Ziekenhuis vzw. Dienst kwaliteit. versie maart 2016 (Object-ID )

Acute leukemie. Jessa Ziekenhuis vzw.  Dienst kwaliteit. versie maart 2016 (Object-ID ) Acute leukemie Heeft u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons gerust een seintje! Dienst kwaliteit E-mail: info@jessazh.be Tel: 011 33 55 11 Jessa Ziekenhuis vzw Maatschappelijke zetel:

Nadere informatie

Kanker. Inleiding. Wat is kanker. Hoe ontstaat kanker

Kanker. Inleiding. Wat is kanker. Hoe ontstaat kanker Kanker Inleiding Ik heb dit onderwerp gekozen omdat veel mensen niet weten wat kanker precies inhoud en ik zelf er ook meer van wil weten omdat mijn oma er in de zomervakantie aan gestorven is. Dat je

Nadere informatie

Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin. onderdeel ZIEKTE EN BEHANDELING. (NON) HODGKIN Ziekte en behandeling

Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin. onderdeel ZIEKTE EN BEHANDELING. (NON) HODGKIN Ziekte en behandeling Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin onderdeel ZIEKTE EN BEHANDELING (NON) HODGKIN 2 Inhoud Ziektebeeld en behandeling...4 Medisch onderzoek...4 Chemotherapie...5 Immunotherapie...6 Radiotherapie...7

Nadere informatie

Chronische leukemie. Jessa Ziekenhuis vzw. Dienst kwaliteit. versie december 2014 (Object-ID )

Chronische leukemie. Jessa Ziekenhuis vzw.  Dienst kwaliteit. versie december 2014 (Object-ID ) Chronische leukemie Heeft u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons gerust een seintje! Dienst kwaliteit E-mail: info@jessazh.be Tel: 011 30 81 11 Jessa Ziekenhuis vzw Maatschappelijke

Nadere informatie

Beentumoren (=bottumoren)

Beentumoren (=bottumoren) Beentumoren (=bottumoren) Inleiding Gezwellen in beenderen worden beentumoren genoemd. Er zijn verschillende typen beentumoren te onderscheiden. Zo zijn er vormen waarbij de tumor of het gezwel direct

Nadere informatie

Non-Hodgkin- lymfomen

Non-Hodgkin- lymfomen Non-Hodgkinlymfomen Inhoud Voor wie is deze brochure? 3 Wat is kanker? 4 Het lymfestelsel 6 Non-Hodgkin-lymfomen 8 Klachten 11 Onderzoek 12 Verder onderzoek 14 Behandeling 19 Verloop van de ziekte 28 Huidlymfoom

Nadere informatie

Behandelingen bij longkanker. inclusief klinische studie immuuntherapie

Behandelingen bij longkanker. inclusief klinische studie immuuntherapie Behandelingen bij longkanker inclusief klinische studie immuuntherapie 1 Longkanker Longkanker is niet één ziekte: er bestaan meerdere vormen van longkanker. In deze brochure bespreken we de twee meest

Nadere informatie

Voor wie is deze brochure? Inhoud

Voor wie is deze brochure? Inhoud Hodgkinlymfoom Inhoud Voor wie is deze brochure? 3 Wat is kanker? 4 Het lymfestelsel 6 Beenmerg en bloedcellen 8 Het Hodgkin-lymfoom 9 Klachten 11 Onderzoek voor de diagnose 13 Verder onderzoek 15 Behandeling

Nadere informatie

6,5 ER ZIJN DRIE SOORTEN BLOEDCELLEN: WAT ZIJN NU DE TAKEN VAN DE DIVERSE BLOEDCELLEN? Spreekbeurt door een scholier 1815 woorden 11 maart 2005

6,5 ER ZIJN DRIE SOORTEN BLOEDCELLEN: WAT ZIJN NU DE TAKEN VAN DE DIVERSE BLOEDCELLEN? Spreekbeurt door een scholier 1815 woorden 11 maart 2005 Spreekbeurt door een scholier 1815 woorden 11 maart 2005 6,5 240 keer beoordeeld Vak Nederlands Kanker Om te begrijpen hoe leukemie iemand ziek maakt, moet je eerst iets over je eigen lichaam weten; hoe

Nadere informatie

Inwendige geneeskunde. Beenmergpunctie. www.catharinaziekenhuis.nl

Inwendige geneeskunde. Beenmergpunctie. www.catharinaziekenhuis.nl Inwendige geneeskunde Beenmergpunctie www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl INW002 / Beenmergpunctie / 24-07-2013 2 Beenmergpunctie Binnenkort

Nadere informatie

Voor wie is deze brochure? Inhoud

Voor wie is deze brochure? Inhoud Chronische leukemie Inhoud Voor wie is deze brochure? 3 Wat is kanker? 4 Bloedcellen en beenmerg 6 Chronische leukemie 7 Risicofactoren 11 Klachten 12 Onderzoek 14 Behandeling van chronische lymfatische

Nadere informatie

Hairy cell leukemie (HCL)

Hairy cell leukemie (HCL) Interne geneeskunde Patiënteninformatie Hairy cell leukemie (HCL) U ontvangt deze informatie, omdat bij u hairy cell leukemie (HCL) is geconstateerd. Hairy cell leukemie (HCL) is een zeldzame aandoening,

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. Neuroblastoom. www.kinderneurologie.eu

Kinderneurologie.eu. Neuroblastoom. www.kinderneurologie.eu Neuroblastoom Wat is een neuroblastoom? Een neuroblastoom is een kwaadaardig kankergezwel (tumor) wat ontstaan is uit een bepaald type zenuwweefsel. Dit zenuwweefsel wordt het sympathische zenuwstelsel

Nadere informatie

Uitzaaiingen in de wervelkolom

Uitzaaiingen in de wervelkolom Oncologie Uitzaaiingen in de wervelkolom Inleiding Kwaadaardige gezwellen (tumoren) kunnen soms uitzaaien naar andere delen van het lichaam. We spreken dan van uitzaaiingen of metastasen. Uitzaaiingen

Nadere informatie

Voor wie is deze brochure? Inhoud

Voor wie is deze brochure? Inhoud Acute leukemie Inhoud Voor wie is deze brochure? 3 Wat is kanker? 4 Bloedcellen en beenmerg 6 Acute leukemie 7 Risicofactoren 10 Klachten 11 Onderzoek 13 Behandeling 17 Stamceltransplantatie 25 Verloop

Nadere informatie

Inwendige geneeskunde. Beenmergpunctie.

Inwendige geneeskunde. Beenmergpunctie. Inwendige geneeskunde Beenmergpunctie www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl INW002 / Beenmergpunctie / 26-07-2018 2 Beenmergpunctie Binnenkort

Nadere informatie

Trastuzumab (Herceptin )

Trastuzumab (Herceptin ) Trastuzumab (Herceptin ) Borstkanker (mammacarcinoom) De diagnose borstkanker is bij u vastgesteld. Dit wordt ook wel een mammacarcinoom genoemd. De behandeling van een mammacarcinoom bestaat uit een operatieve

Nadere informatie

Darmkanker. Dit is leukemie

Darmkanker. Dit is leukemie Darmkanker Dit is leukemie Bloed wordt gemaakt in het beenmerg. Beenmerg zit in je botten. In het beenmerg zitten stamcellen. Uit de stamcellen ontstaan bloedcellen. Bloed stroomt door je bloedvaten naar

Nadere informatie

Hodgkin-lymfoom Ziekte van Hodgkin

Hodgkin-lymfoom Ziekte van Hodgkin Hodgkin-lymfoom Ziekte van Hodgkin Inhoud Voor wie is deze brochure? 3 Wat is kanker? 4 Het lymfestelsel 6 Het Hodgkin-lymfoom 8 Klachten 10 Onderzoek 11 Verder onderzoek 13 Behandeling 18 Verloop van

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Longkanker

Patiënteninformatie. Longkanker Patiënteninformatie Longkanker Inhoudsopgave Pagina Wat is longkanker? 4 Onderzoek en diagnose 4 De meest voorkomende onderzoeken. 5 Behandeling 7 De meest voorkomende behandelmethoden 8 Revalidatie 9

Nadere informatie

Essentiële Trombocytose

Essentiële Trombocytose Essentiële Trombocytose Uw hoofdbehandelaar is: hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30 17.00 uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) 654 64 64. Inleiding U

Nadere informatie

Beenmergtransplantatie/PSCT algemeen

Beenmergtransplantatie/PSCT algemeen Daniel den Hoed Oncologisch Centrum Het doel van deze brochure is algemene informatie te geven over beenmerg- en perifere stamceltransplantaties. Er is misschien met u gesproken over transplantatie als

Nadere informatie

Kanker van de eierstokken

Kanker van de eierstokken Kanker van de eierstokken Ovariumcarcinoom Deze informatiebrochure is bestemd voor vrouwen met eierstokkanker en hun omgeving. We geven u een antwoord op volgende vragen: Wat is eierstokkanker? Wat zijn

Nadere informatie

Deze patiënteninformatie is eigendom van: Naam: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon:

Deze patiënteninformatie is eigendom van: Naam: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Deze patiënteninformatie is eigendom van: Naam: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Belangrijke namen en telefoonnummers 3. Wat is kanker (algemeen) 4. Behandeling van

Nadere informatie

Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin. onderdeel BLOED EN BLOEDWAARDEN. (NON) HODGKIN Bloed(waarden)

Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin. onderdeel BLOED EN BLOEDWAARDEN. (NON) HODGKIN Bloed(waarden) Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin onderdeel BLOED EN BLOEDWAARDEN (NON) HODGKIN 2 Inhoud Waaruit bestaat bloed?...4 Rode bloedcellen...4 Witte bloedcellen...5 Bloedplaatjes...5 Invloed van

Nadere informatie

Perifere stamcelferese

Perifere stamcelferese INTERNE GENEESKUNDE Perifere stamcelferese BEHANDELING Perifere stamcelferese Uw arts heeft voorgesteld u te behandelen met een hoge dosering cytostatica (chemotherapie). Deze behandeling is alleen mogelijk

Nadere informatie

Wachtdienstregeling Bel 148 GEZONDHEIDS TIP : EET BEWUSTER. Verbouwing APOTHEEK SOMA

Wachtdienstregeling Bel 148 GEZONDHEIDS TIP : EET BEWUSTER. Verbouwing APOTHEEK SOMA GEZONDHEIDS TIP : EET BEWUSTER Gedachtenloos eten voor tv of computer kan leiden tot dwangmatig te veel voedselinname. Hoe eet je bewuster? Voordat je begint met eten, adem je enkele keren diep in en uit.

Nadere informatie

Werkstuk ANW Leukemie

Werkstuk ANW Leukemie Werkstuk ANW Leukemie Werkstuk door een scholier 1992 woorden 25 september 2003 5,8 53 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding: Ik heb van Mnr. Veenema de opdracht gekregen een verslag te maken over een bepaalde

Nadere informatie

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Klinisch laboratorium Een bloedtransfusie wordt door uw arts voorgeschreven. Dit gebeurt met uw toestemming, tenzij er sprake is van een acute levensbedreigende

Nadere informatie

Radiotherapie Medische Oncologie Curatieve chemoradiotherapie

Radiotherapie Medische Oncologie Curatieve chemoradiotherapie Radiotherapie Medische Oncologie Curatieve chemoradiotherapie Uitwendige bestraling van slokdarmkanker in combinatie met chemotherapie Radiotherapie Medische Oncologie Inleiding Na verschillende onderzoeken

Nadere informatie

Hoe wordt de diagnose gesteld? De diagnose wordt gesteld door de patholoog op basis van bij u afgenomen schildklierweefsel.

Hoe wordt de diagnose gesteld? De diagnose wordt gesteld door de patholoog op basis van bij u afgenomen schildklierweefsel. Schildklierkanker SCHILDKLIERKANKER Bij u is de diagnose schildklierkanker gesteld of een sterk vermoeden hierop. Voordat u verder gaat met lezen is het goed om te weten dat schildklierkanker in de meeste

Nadere informatie

Borstsparende operatie bij borstkanker

Borstsparende operatie bij borstkanker Chirurgie Borstsparende operatie bij borstkanker www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Hoe ontstaat kanker?... 3 Voorbereiding op de operatie... 4 De opname... 4 De operatie... 4 Na de operatie... 5 Mogelijke

Nadere informatie

Borstverwijdering bij borstkanker

Borstverwijdering bij borstkanker Chirurgie Borstverwijdering bij borstkanker www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Hoe ontstaat kanker?... 3 De opname... 4 Voorbereiding op de operatie... 4 De operatie... 4 Na de operatie... 5 Drains... 5

Nadere informatie

Non-Hodgkin- lymfomen

Non-Hodgkin- lymfomen Non-Hodgkinlymfomen Inhoud Voor wie is deze brochure? 3 Wat is kanker? 4 Het lymfestelsel 6 Beenmerg en bloedcellen 8 Non-Hodgkin-lymfomen 9 Klachten 12 Onderzoek voor de diagnose 13 Verder onderzoek 15

Nadere informatie

7,3. Werkstuk door een scholier 1419 woorden 9 december keer beoordeeld. Botkanker (oftewel: beentumoren)

7,3. Werkstuk door een scholier 1419 woorden 9 december keer beoordeeld. Botkanker (oftewel: beentumoren) Werkstuk door een scholier 1419 woorden 9 december 2002 7,3 166 keer beoordeeld Vak Biologie Botkanker (oftewel: beentumoren) Inleiding Een kwaadaardige (of maligne) primaire beentumor (=botkanker) is

Nadere informatie

Radiotherapie Medische Oncologie Chemoradiotherapie gevolgd door chirurgie bij slokdarmkanker

Radiotherapie Medische Oncologie Chemoradiotherapie gevolgd door chirurgie bij slokdarmkanker Radiotherapie Medische Oncologie Chemoradiotherapie gevolgd door chirurgie bij slokdarmkanker Uitwendige bestraling van slokdarmkanker in combinatie met chemotherapie, voorafgaand aan een operatie van

Nadere informatie

Chronische leukemie. Met wie kan ik erover praten? De Stichting tegen Kanker luistert naar u. tel.: +32 2 733 68 68 - fax: +32 2 734 92 50

Chronische leukemie. Met wie kan ik erover praten? De Stichting tegen Kanker luistert naar u. tel.: +32 2 733 68 68 - fax: +32 2 734 92 50 3.1.8 NL Met wie kan ik erover praten? Chronische leukemie Chronische leukemie Zoekt u hulp of andere informatie? Heeft u er behoefte aan om uw hart eens te luchten? Zoekt u informatie over een type kanker

Nadere informatie

hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30 17.00 uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) 654 64 64.

hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30 17.00 uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) 654 64 64. Polycythemia Vera Uw hoofdbehandelaar is: hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30 17.00 uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) 654 64 64. Inleiding U heeft

Nadere informatie

Een patiente met acute leukemie Bloed en beenmerg Acute leukemie Chronische leukemie

Een patiente met acute leukemie Bloed en beenmerg Acute leukemie Chronische leukemie Thema: Leukemie Een patiente met acute leukemie Bloed en beenmerg Acute leukemie Chronische leukemie Prof.dr. Hanneke C. Kluin-Nelemans Afdeling Hematologie Samenstelling van onstolbaar gemaakt bloed Bloedcellen

Nadere informatie

De ziekte van Hodgkin

De ziekte van Hodgkin Heeft u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons gerust een seintje! De ziekte van Hodgkin Dienst kwaliteit E-mail: info@jessazh.be Tel: 011 33 55 11 Jessa Ziekenhuis vzw Maatschappelijke

Nadere informatie

Hoe lang en hoe vaak op een dag krijgt u de antibiotica?

Hoe lang en hoe vaak op een dag krijgt u de antibiotica? Antibiotica Antibiotica Antibiotica zijn medicijnen die worden gebruikt bij infecties die worden veroorzaakt door bacteriën. Deze infecties ontstaan doordat bacteriën het lichaam binnendringen en zich

Nadere informatie

Prednison (corticosteroïden)

Prednison (corticosteroïden) Prednison (corticosteroïden) Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis www.mdlcentrum.nl Uw MDL-arts (maag-, darm- en leverarts) heeft u Prednison voorgeschreven

Nadere informatie

Patiëntenboekje. Hodgkinlymfoom. is een vorm van. lymfklierkanker, HODGKIN- LYMFOOM. een ongeremde groei. van kwaadaardige. witte bloedcellen.

Patiëntenboekje. Hodgkinlymfoom. is een vorm van. lymfklierkanker, HODGKIN- LYMFOOM. een ongeremde groei. van kwaadaardige. witte bloedcellen. Hodgkinlymfoom is een vorm van lymfklierkanker, een ongeremde groei van kwaadaardige witte bloedcellen. Patiëntenboekje HODGKIN- LYMFOOM Hodgkinlymfoom is een vorm van lymfklierkanker, een ongeremde groei

Nadere informatie

Infoblad. LONGKANKER Behandeling

Infoblad. LONGKANKER Behandeling Infoblad LONGKANKER Behandeling De behandeling van kleincellige longkanker is anders dan de behandeling van niet-kleincellige longkanker. BEHANDELPLAN Uw arts maakt met een aantal andere specialisten een

Nadere informatie

Patiëntenboekje. Multipel myeloom is. een kwaadaardige. beenmergziekte die MULTIPEL MYELOOM. veroorzaakt wordt. door een woekering.

Patiëntenboekje. Multipel myeloom is. een kwaadaardige. beenmergziekte die MULTIPEL MYELOOM. veroorzaakt wordt. door een woekering. Multipel myeloom is een kwaadaardige beenmergziekte die veroorzaakt wordt door een woekering van plasmacellen Patiëntenboekje MULTIPEL MYELOOM Multipel myeloom is een kwaadaardige beenmergziekte die veroorzaakt

Nadere informatie

Lanreotide bij neuro-endocriene tumoren

Lanreotide bij neuro-endocriene tumoren Lanreotide bij neuro-endocriene tumoren Inleiding De informatie in dit document is bedoeld als aanvulling op de informatie die u al heeft gekregen van uw behandelend internist-oncoloog en de oncologieverpleegkundige.

Nadere informatie

Vertebroplastiek behandeling. Centrumlocatie

Vertebroplastiek behandeling. Centrumlocatie Centrumlocatie Uw behandelend specialist heeft u geadviseerd om een vertebroplastiek behandeling te ondergaan. In deze folder vindt u informatie over deze behandeling. Wat is vertebroplastiek Vertebroplastiek

Nadere informatie

behandelingen-bij-borstkanker/

behandelingen-bij-borstkanker/ https://www.isala.nl/patientenfolders/6682-borstkanker-pid-h3- behandelingen-bij-borstkanker/ Borstkanker (PID): H3 Behandelingen bij borstkanker Als borstkanker is vastgesteld, bespreekt een team van

Nadere informatie

APD-infuus bij uitzaaiingen in de botten

APD-infuus bij uitzaaiingen in de botten APD-infuus bij uitzaaiingen in de botten Albert Schweitzer ziekenhuis november 2013 pavo 0662 Inleiding Binnenkort wordt u behandeld met het medicijn APD. In deze folder leest u meer over deze behandeling

Nadere informatie

Een afwijking in de borst

Een afwijking in de borst Een afwijking in de borst Een afwijking in de borst Borstafwijkingen komen veel voor bij vrouwen. Vaak gaat het om een onschuldige afwijking. Bij een minderheid van de vrouwen blijkt de afwijking kwaadaardig

Nadere informatie

Patiënteninformatiedossier (PID) PROSTAATKANKER. onderdeel RADIOTHERAPIE. Radiotherapie

Patiënteninformatiedossier (PID) PROSTAATKANKER. onderdeel RADIOTHERAPIE. Radiotherapie Patiënteninformatiedossier (PID) PROSTAATKANKER onderdeel RADIOTHERAPIE PROSTAATKANKER INHOUD Wat is radiotherapie eigenlijk?...3 Uitwendige bestraling...3 Inwendige bestraling...5 Gang van zaken...7 Eerste

Nadere informatie

Borstkanker. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven

Borstkanker. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven Borstkanker Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Vóór het dertigste jaar is borstkanker zeldzaam, maar met het stijgen

Nadere informatie

Somatostatine analogen bij neuro-endocriene tumoren

Somatostatine analogen bij neuro-endocriene tumoren Somatostatine analogen bij neuro-endocriene tumoren Inleiding De informatie in dit document is bedoeld als aanvulling op de informatie die u al heeft gekregen van uw behandelend internist-oncoloog en de

Nadere informatie

9.1 Chemotherapie na een operatie bij borstkanker

9.1 Chemotherapie na een operatie bij borstkanker 9.1 Chemotherapie na een operatie bij borstkanker Uw behandelend chirurg heeft in overleg met u en de internist-oncoloog (internist gespecialiseerd in de behandeling van kanker), besloten om na uw operatie

Nadere informatie

hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078)

hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) ITP Uw hoofdbehandelaar is: hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30 17.00 uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) 654 64 64. 1 Inleiding U heeft van de specialist

Nadere informatie

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Klinisch laboratorium In deze folder vindt u informatie over een bloedtransfusie. Een bloedtransfusie schrijft uw arts voor als dat voor de behandeling noodzakelijk

Nadere informatie

1 ziekte waarbij cellen zich ongeremd delen en zich door het lichaam verspreiden 2 voortwoekerend kwaad 3 ziekte bij dieren, planten of bomen

1 ziekte waarbij cellen zich ongeremd delen en zich door het lichaam verspreiden 2 voortwoekerend kwaad 3 ziekte bij dieren, planten of bomen Spreekbeurt door een scholier 1244 woorden 14 september 2007 6,9 13 keer beoordeeld Vak Biologie 1 Definitie 1.1 Definitie Van Daele 1 ziekte waarbij cellen zich ongeremd delen en zich door het lichaam

Nadere informatie

Een behandeling met APD wordt onder andere voorgeschreven

Een behandeling met APD wordt onder andere voorgeschreven APD infuus Inleiding U heeft van uw specialist gehoord dat infusie-therapie met APD van belang is bij de behandeling van uw ziekte. Uw specialist zal u al grotendeels op de hoogte hebben gesteld over

Nadere informatie

Kanker van de schaamlippen

Kanker van de schaamlippen Kanker van de schaamlippen Vulvacarcinoom Deze informatiebrochure is bestemd voor vrouwen met kanker van de schaamlippen en voor de mensen in hun omgeving. We geven u een antwoord op volgende vragen: Wat

Nadere informatie

p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2

p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2 Chemotherapie Inleiding Deze brochure is voor patiënten die voor het eerst behandeld gaan worden met chemotherapie. U krijgt uitleg over wat chemotherapie inhoudt. Hoewel deze brochure waarschijnlijk helpt

Nadere informatie

Uitzaaiingen bij kanker

Uitzaaiingen bij kanker Uitzaaiingen bij kanker Inhoud Voor wie is deze brochure? 3 Wat is kanker? 4 Het bloedvaten- en lymfestelsel 6 Hoe ontstaan uitzaaiingen? 8 Waar ontstaan uitzaaiingen? 11 Klachten 12 Behandeling 14 Overleving

Nadere informatie

Borstkanker. Borstcentrum Máxima locatie Eindhoven

Borstkanker. Borstcentrum Máxima locatie Eindhoven Borstkanker Borstcentrum Máxima locatie Eindhoven Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Vóór het dertigste jaar is borstkanker zeldzaam, maar met het stijgen van de leeftijd

Nadere informatie

MRI onderzoek. Voor wie? Waarom een MRI-onderzoek?

MRI onderzoek. Voor wie? Waarom een MRI-onderzoek? Gerichte MRI De intake Als u besluit zich te laten onderzoeken krijgt u allereerst een intakegesprek met één van de verpleegkundige onderzoekscoördinatoren van Prescan. Hij of zij neemt, namens de artsen

Nadere informatie

COMPLICATIES Lange termijn complicaties Complicaties van de ogen (retinopathie) Complicaties van de nieren (nefropathie)

COMPLICATIES Lange termijn complicaties Complicaties van de ogen (retinopathie) Complicaties van de nieren (nefropathie) COMPLICATIES Lange termijn complicaties Wanneer u al een lange tijd diabetes heeft, kunnen er complicaties optreden. Deze treden zeker niet bij alle mensen met diabetes in dezelfde mate op. Waarom deze

Nadere informatie

Jehovah s getuigen en bloed

Jehovah s getuigen en bloed Jehovah s getuigen en bloed Als u als Jehova s Getuige geen bloed, bloedproducten en dergelijke wilt krijgen, moet u vóór de operatie bepaalde beslissingen nemen. Deze folder is bedoeld om u te informeren

Nadere informatie

bloed, ademhaling & spijsvertering info voor de patiënt Aplastische anemie UZ Gent, Dienst Hematologie

bloed, ademhaling & spijsvertering info voor de patiënt Aplastische anemie UZ Gent, Dienst Hematologie bloed, ademhaling & spijsvertering info voor de patiënt Aplastische anemie UZ Gent, Dienst Hematologie Inleiding U wordt behandeld voor aplastische anemie. U hebt hierover al uitleg gekregen van uw behandelende

Nadere informatie

APD-infuus bij laesies in de botten

APD-infuus bij laesies in de botten APD-infuus bij laesies in de botten Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Binnenkort wordt u behandeld met het medicijn APD. In deze folder leest u meer over deze

Nadere informatie

APD-infuus. bij laesies in de botten. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

APD-infuus. bij laesies in de botten. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op APD-infuus bij laesies in de botten Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Binnenkort wordt u behandeld met het medicijn APD. In deze folder leest u meer over deze

Nadere informatie

Radiotherapie. Radiotherapie bij borstkanker

Radiotherapie. Radiotherapie bij borstkanker Radiotherapie Radiotherapie bij borstkanker Radiotherapie Inleiding Na verschillende onderzoeken is bij u borstkanker vastgesteld. U bent voor de bestralingsbehandeling verwezen naar de afdeling Radiotherapie

Nadere informatie

Voorbeeld keuzehulp. Tips voor de professional

Voorbeeld keuzehulp. Tips voor de professional Voorbeeld keuzehulp Tips voor de professional Deze keuzehulp is ontwikkeld in het kader van het onderzoek, gesubsidieerd door KWF Kankerbestrijding. Inleiding Verderop ziet u tips voor het gebruik. Ga

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BEENTUMOREN opgericht 1953. Patiëntinformatie BOTTUMOREN. m.m.v. Vereniging Ouders, Kinderen en Kanker

COMMISSIE VOOR BEENTUMOREN opgericht 1953. Patiëntinformatie BOTTUMOREN. m.m.v. Vereniging Ouders, Kinderen en Kanker COMMISSIE VOOR BEENTUMOREN opgericht 1953 Patiëntinformatie BOTTUMOREN m.m.v. Vereniging Ouders, Kinderen en Kanker 1 I N H O U D 1. Voor wie is deze brochure? 2. Wat is een bottumor? 3. Oorzaken van een

Nadere informatie

Werkstuk Nederlands Kanker

Werkstuk Nederlands Kanker Werkstuk Nederlands Kanker Werkstuk door een scholier 1713 woorden 17 januari 2003 7,2 361 keer beoordeeld Vak Nederlands 1 Wat is kanker? Kanker is de derde ergste doodsoorzaak in Nederland. Er zijn meer

Nadere informatie

Blaaskanker, informatie over behandeling Urologie

Blaaskanker, informatie over behandeling Urologie Blaaskanker, informatie over behandeling Urologie Beter voor elkaar 2 In Nederland wordt per jaar in totaal bij ongeveer 5.200 mensen blaaskanker vastgesteld. Daarvan hebben circa 2.600 mensen een spierinvasief

Nadere informatie

Algemene informatie Stamceltransplantatie

Algemene informatie Stamceltransplantatie Algemene informatie Stamceltransplantatie Inhoud 1. Introductie 3 2. Wat is kanker? 4 3. Wat is een stamceltransplantatie? 7 4. Wanneer wordt een stamceltransplantatie toegepast? 11 5. Hoe wordt een stamceltransplantatie

Nadere informatie

Prednison (corticosteroïden)

Prednison (corticosteroïden) Prednison (corticosteroïden) Uw behandelend maag-darm-leverarts heeft u Prednison voorgeschreven in verband met een ontstekingsziekte van de darm. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel. Heeft

Nadere informatie

Azathioprine. Bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa

Azathioprine. Bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Azathioprine Bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa 2 Uw maag-, darm- en leverarts (MDL-arts) heeft u azathioprine (merknaam Imuran ) voorgeschreven voor de behandeling van de ziekte van Crohn of

Nadere informatie

Operatie aan de bijschildklier(en)

Operatie aan de bijschildklier(en) Operatie aan de bijschildklier(en) Waarom een operatie Een operatie aan de bijschildklieren wordt gedaan, omdat één of meerdere bijschildklier(en) te hard werken, omdat deze vergroot zijn of omdat er sprake

Nadere informatie

Algemene informatie Stamceltransplantatie

Algemene informatie Stamceltransplantatie Algemene informatie Stamceltransplantatie Inhoud 1. Introductie 3 2. Wat is kanker? 4 3. Wat is een stamceltransplantatie? 7 4. Wanneer wordt een stamceltransplantatie toegepast? 11 5. Hoe wordt een stamceltransplantatie

Nadere informatie

Inleiding Vóór de operatie

Inleiding Vóór de operatie Darmkanker 2 Inleiding Als u deze folder krijgt heeft u zojuist een gesprek gehad met uw chirurg. Uit het onderzoek is gebleken dat u dikke darmkanker heeft. In deze folder leggen we de behandelmogelijkheden

Nadere informatie

bloed, ademhaling & spijsvertering info voor patiënten Bloedtransfusies

bloed, ademhaling & spijsvertering info voor patiënten Bloedtransfusies bloed, ademhaling & spijsvertering info voor patiënten Bloedtransfusies 01. Inleiding U (of uw kind) krijgt binnenkort een behandeling of een ingreep. De kans bestaat dat u (of uw kind) daarbij bloed toegediend

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Okselklierdissectie (OKD) Informatie over verwijdering van lymfeklieren in de oksel

Patiënteninformatie. Okselklierdissectie (OKD) Informatie over verwijdering van lymfeklieren in de oksel Patiënteninformatie Okselklierdissectie (OKD) Informatie over verwijdering van lymfeklieren in de oksel Okselklierdissectie (OKD) Informatie over verwijdering van lymfeklieren in de oksel Naast het systeem

Nadere informatie

Kanker in het hoofd-halsgebied

Kanker in het hoofd-halsgebied Kanker in het hoofd-halsgebied Afdeling Keel- Neus- en Oorheelkunde Deze patiënteninformatie map is eigendom van: Naam: Adres: Postcode: Plaats: Telefoon: 10-2015-6094 Geachte... U heeft een bezoek gebracht

Nadere informatie

Informatie longkanker. Informatie voor patiënten met longkanker die behandeld worden met Taxotere.

Informatie longkanker. Informatie voor patiënten met longkanker die behandeld worden met Taxotere. Informatie longkanker Informatie voor patiënten met longkanker die behandeld worden met Taxotere. Inhoud 3 Waarom heeft uw arts Taxotere voorgesteld? Hoe wordt Taxotere toegediend? 4 Bijwerkingen op het

Nadere informatie

Alles over de bloedziekten PNH & AA. Wat is bloed?

Alles over de bloedziekten PNH & AA. Wat is bloed? Alles over de bloedziekten PNH & AA Wat is bloed? Binnenin je lichaam zit een rode vloeistof. Dat is je bloed. Bloed is erg belangrijk voor je lichaam, het zorgt voor vervoer van stoffen, voor de warmte

Nadere informatie