SC916 StairClimber. Gebruikershandleiding. Nederlands A. Nautilus Bowflex Schwinn Fitness StairMaster Universal Nautilus Institute

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SC916 StairClimber. Gebruikershandleiding. Nederlands 001-7288-021208A. Nautilus Bowflex Schwinn Fitness StairMaster Universal Nautilus Institute"

Transcriptie

1 SC916 StairClimber Nederlands Nautilus Bowflex Schwinn Fitness StairMaster Universal Nautilus Institute A

2 Inleiding Hartelijk dank voor uw aankoop van de StairMaster Commercial Series SC916 StairClimber, een merk van Nautilus, Inc. Al meer dan 30 jaar maakt Nautilus, Inc. de beste fitnessapparatuur ter wereld die in talloze fitnessclubs en huiskamers gebruikt wordt. Wij hopen dat dit product uw verwachtingen zal overtreffen en een waardevol instrument zal blijken. Lees deze handleiding aandachtig, zodat u vertrouwd geraakt met de werking van uw nieuwe SC916 StairClimber. Zo kunt u optimaal gebruikmaken van uw SC916 StairClimber en bent u verzekerd van veilige en efficiënte trainingen gedurende vele kilometers. Nautilus, Inc. Hoofdkantoor SE Nautilus Drive, Vancouver, WA (800) NAUTILUS ( ) nautilus.com 2

3 Inhoudsopgave Productspecificaties... 4 Veiligheidswaarschuwingen & -labels... 5 Beginnen trainen...7 Richtlijnen voor het op- en afstappen van de StairClimber...7 Bedieningen...8 Displaydefinities en -functies...8 Toetsfuncties...10 Programma's...12 Toetsenbord voor de trainingsprogramma's...12 Snelstartprogramma...14 Handmatig programma...14 Vetverbrandingsprogramma...15 Calorieverbruiksprogramma...17 Intervallenprogramma...18 Train in HF zone...19 Nautilus Fit Test...21 Caloriedoel...26 HF-intervallenprogramma...27 Willekeurig programma...28 Eigen intervallenprogramma...28 CPAT-programma...29 Trainingsprogrammaopties...30 Hartslagmeting...32 Telemetriehartslag...32 Onderhoud van de zendband...33 Contacthartslag...33 Hartslagprioriteit...34 Consolecodes...36 Standaard- en aangepaste codes...37 Machinestatuscodes...38 Diagnosecodes...39 Configuratiecodes...41 Onderhoud Uw toestel verplaatsen...43 Planning...44 Batterijstatus controleren...45 Batterijback-up opnieuw opladen...45 Batterij verwijderen & recyclen...45 Contact opnemen met Nautilus, Inc

4 Productspecificaties Model SC916 Afmetingen: 27 B x 43 L x 68 H (68 cm x 109 cm x 173 cm) Toestelgewicht: 150 lbs (68 kg) Verzendgewicht: 178 lbs (81 kg) Trainingsruimte: 50 B x 81 L (127 cm x 205,74 cm) Inputvermogen: 9V DC 1,00 Amp Vermogen van de externe stroomadapters: VS & Canada, 120V 60Hz input, 9V DC 1,5A output Japan, 100V 50-60Hz input, 1,5A output Internationaal (EU & Australië/Nieuw-Zeeland), 230V (of V) 50Hz input, 9V DC 1,0A output Max. gewicht van de gebruiker: 300 lbs (136 kg) 4

5 Veiligheidswaarschuwingen Dit icoontje wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of tot ernstige letsels. Neem de volgende waarschuwingen in acht voor u dit toestel in gebruik neemt: Lees aandachtig de volledige gebruikershandleiding. Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel. Als dit toestel in een club gebruikt wordt, dan hebben de eindgebruikers deze handleiding misschien niet gelezen. Daarom is het de verantwoordelijkheid van de club om de gebruikers in te lichten over het correcte gebruik van het toestel en hen bewust te maken van de potentiële gevaren. Houd kinderen uit de buurt van dit toestel. Houd hen goed in het oog als zij toch in de buurt van het toestel komen. Bewegende onderdelen kunnen in de ogen van kinderen minder gevaarlijk lijken dan voor volwassenen. Raadpleeg een arts voor u een trainingsprogramma start. Stop met trainen wanneer u pijn of benauwdheid in uw borst voelt, kortademig wordt of u flauw voelt. Raadpleeg uw arts voor u het toestel opnieuw gebruikt. Controleer of dit toestel geen losse onderdelen heeft of tekenen van slijtage vertoont. Kijk vooral goed de pedalen na. Neem contact op met de klantendienst van Nautilus voor meer informatie over eventuele reparaties. Gebruik uitsluitend oorspronkelijke StairMaster -vervangingsonderdelen die door Nautilus, Inc. geleverd worden. Installeer en gebruik uw StairClimber op een harde en vlakke ondergrond. Draag geen losse kleding of sierraden tijdens het trainen. Maximale gebruikersgewicht: 300 lb (136 kg). Gebruik dit toestel niet wanneer u meer weegt dan het maximale gewicht. Stabiliseer de pedalen voor u op het toestel stapt en wees voorzichtig wanneer u afstapt. Houd minstens 19 inches (50 cm) vrije ruimte rondom het toestel. Dit is de aanbevolen veiligheidsafstand voor toegang en doorgang rond het toestel en voor het afstappen bij noodgevallen. Vraag omstaanders om op een veilige afstand te blijven, minstens 3 feet (1 m). Laat niemand anders de operator aanraken, terwijl het toestel in beweging is. Span uzelf niet overdreven in tijdens het trainen. Probeer niet met meer weerstand te trainen dan u fysiek aankunt. 5

6 Waarschuwingsklevers voor u uw product in gebruik neemt: Zoek en lees alle waarschuwingsklevers op de StairMaster Commercial Series SC916 StairClimber voor u uw product in gebruik neemt. Vervang beschadigde, onleesbare of ontbrekende waarschuwingsklevers. Als u vervangingsklevers nodig hebt, neem dan contact op met een Nautilus -vertegenwoordiger op het nummer (800) (Noord-Amerika) of (41) (26) (Internationaal kantoor). Klever 1: Algemene waarschuwing. Plaats: Onderaan op de voorkant van het linkerpaneel (zie afbeelding 1). Waarschuwing Klever Serienummer Afbeelding 1 Klever 2: Algemene trainingswaarschuwing. Plaats: Op de mast onder de console (zie afbeelding 2). SC MANUAL FAT BURNER CALORIE BURNER INTERVALS HR ZONE MORE TRAINER WORKOUTS STOP STOP STOP QUICK START STOP STOP Waarschuwing Klever Afbeelding 2 6

7 Beginnen trainen Opmerking: Overal in deze handleiding worden de aanduidingen "links", "rechts", "vooraan" of "achteraan" gegeven alsof u zelf op het toestel zit, klaar om te trainen. Richtlijnen voor het op- en afstappen van de SC916 StairClimber Verstrek aan alle gebruikers de onderstaande richtlijnen voor het op- en afstappen van de StairClimber. Volg deze instructies nauwgezet om letsels te vermijden. 1. De boodschap "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT") zou op het display moeten verschijnen. 2. Kies TRAIN HANDMATIG (MANUAL), zodat u het tempo van uw eerste training kunt controleren en aan de oefening kunt wennen. Druk op TRAIN HANDMATIG [MANUAL] en vervolgens op [ENTER]. 3. De console zal u vragen om uw lichaamsgewicht in te voeren. Voer uw gewicht in pond in (of in kilogram als de console op het metrische systeem is ingesteld). Corrigeer eventuele invoerfouten door op WISSEN [CLEAR] te drukken vooraleer u op [ENTER] drukt. 4. De console zal u vragen om uw stapsnelheid in te voeren. Voer uw gewenste stapsnelheid in van 24 (heel eenvoudig) tot 162 (heel moeilijk). Gebruikers die voor de eerste keer trainen, kiezen het best een lage stapsnelheid, zoals niveau 24. Corrigeer eventuele invoerfouten door op WISSEN [CLEAR] te drukken vooraleer u op [ENTER] drukt. 5. De console zal u vragen om uw trainingstijd in te voeren tussen 5 en 99 minuten. Druk op [1], [0], [ENTER] om tien minuten te trainen. Nadat u de tijd hebt ingevoerd, verschijnt de boodschap "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") op het display en begint uw programma. Als u niet begint te trainen binnen de 30 seconden, dan zal de console naar het startscherm terugkeren en uitgeschakeld worden. 6. Begin te trappen, zodat de pedalen tijdens de training de grond niet raken. Wanneer u begint te trainen, zal het HANDMATIGE (MANUAL) programma starten op het niveau dat u hebt ingevoerd. 7. Wanneer u de beweging in de benen begint te krijgen, drukt u op [LEVEL: ] en [LEVEL: ] om de stapsnelheid aan te passen. 8. Ontspan u tijdens het trainen. 9. Stop en laat de pedalen voorzichtig naar beneden zakken alvorens van de StairClimber af te stappen. Gebruik de zijrails en hef één voet voorzichtig op, totdat de pedaalarm contact maakt met het bovenste blokkeersysteem. Plaats die voet nu op de vloer. Doe hetzelfde met uw andere voet. Laat de pedalen niet in de bovenste blokkeersystemen schieten, omdat dit onnodige slijtage zou kunnen veroorzaken. 7

8 Het display en de bedieningen begrijpen De SC916-console is een computerpaneel waarmee de SC916 StairClimber bediend wordt en trainingsgegevens en de bedrijfsstatus van het toestel weergegeven worden. Neem voldoende tijd om de gebruikshandleiding te lezen en u vertrouwd te maken met de bediening van de SC916 StairClimber en met de plaats van alle toetsen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle trainingsopties van uw toestel. SC MANUAL FAT BURNER CALORIE BURNER INTERVALS HR ZONE TRAINER MORE WORKOUTS QUICK START STOP STOP STOP STOP STOP Displaydefinities en -functies Computerdisplay en -functies: TIJD (TIME) De geselecteerde trainingstijd wordt afgebeeld links bovenaan op het bovenste displayvenster. Bij de meeste trainingen telt de timer de minuten en seconden af naar nul, totdat de training is voltooid of wordt gestopt. Als u in de trainingsprogramma's TRAIN HANDMATIG (MANUAL) of TRAIN IN HF ZONE (HR ZONE TRAINER) (0) invoert, dan zal de timer beginnen optellen. INTERVALTIMER (INTERVAL TIMER) De intervaltimer wordt op het onderste display weergegeven, bovenaan in de linkerhoek. De intervaltimer telt de resterende tijd binnen elk interval af. 8

9 STAPSNELHEID (STEP RATE) Door op de toets te drukken, verhoogt u de trainingsintensiteit en door op de toets te drukken, verlaagt u de trainingsintensiteit. Gebruikers moeten een arts raadplegen om een geschikte doelhartslag voor de training te bepalen op basis van leeftijd, gewicht en lichamelijke conditie. Nautilus stelt enkele doelhartslagbereiken voor. Dit zijn echter slechts schattingen die niet als medisch advies beschouwd mogen worden. HARTSLAG (HEART RATE) De huidige hartslag (HF) in slagen per minuut wordt naast het harticoontje op het onderste display weergegeven. Percentage van de maximale hartslag - Er wordt een schatting van de maximale hartslag berekend op basis van de allernieuwste formule van het American College of Sports Medicine: Max. hartslag = 215 (leeftijd * 0,75) Het percentage van de maximale hartslag wordt enkel in de HF-circuitprogramma's weergegeven. Voorbeeld: Voor een persoon van 40 jaar oud wordt de max. hartslag als volgt berekend: (leeftijd) * 0,75) = slagen per minuut zou dus de gemiddelde maximale hartslag voor een 40-jarige gebruiker zijn. Als de gebruiker tijdens de training een hartslag van 140 slagen per minuut heeft, dan zal er in de linkerbovenhoek van het onderste display 76 % (140 / 185 = 76 %) verschijnen. Dit betekent dat, wanneer de 40-jarige gebruiker een hartslag van 140 slagen per minuut heeft, hij 76 % van zijn maximale hartslag heeft bereikt. (Raadpleeg de hartslagtrainingsprogramma's voor meer informatie.) AFSTAND (DISTANCE) Geeft het samengetelde totaal van de overeenstemmende afstand aan, in mijl (of in kilometer als uw display op metrische meeteenheden is ingesteld), die u hebt afgelegd. CALORIEËN (CALORIES) Geeft het huidige totaal van verbruikte calorieën aan tijdens een training. Opmerking: Dit is slechts een schatting, omdat het calorieverbruik van een gebruiker sterk varieert naar gelang van leeftijd, geslacht, gewicht en metabolisme. CALORIEËN/UUR Geeft de snelheid aan waarmee calorieën per uur (CALORIES/HOUR) verbrand worden met het huidige weerstandsniveau en stappen per minuut. SNELHEID (SPEED) Geeft de stapsnelheid weer in stappen per minuut (SPM). 9

10 WATTAGE (WATTS) MET's (METs) TRAININGSPROFIEL (WORKOUT PROFILE) Geeft het outputvermogen tijdens een training weer met de huidige pedaalverplaatsing en intensiteitsniveau, weergegeven in watt (746 watt = 1 pk). MET (veelvoud van het basaal metabolisme) geeft het relatieve energieverbruik van een training aan. Wanneer u stilzit, verbruikt uw lichaam ongeveer 1 MET of 3,5 milliliter zuurstof per kilogram lichaamsmassa per minuut. Wanneer u traint, heeft uw lichaam meer zuurstof nodig om te functioneren. Wanneer u bijvoorbeeld met 10 MET's traint, dan ligt uw zuurstofverbruik tienmaal hoger dan in rusttoestand of ongeveer 35 milliliter per kilogram per minuut. Tijdens een training wordt het huidige MET-niveau op het display weergegeven. In het trainingsoverzicht wordt het gemiddelde MET-niveau weergegeven. Door tijdens een training de MET's in het oog te houden, kunt u zien hoe hard u zich inspan hoe hoger het MET-niveau, hoe harder u zich inspant. Het puntmatrix-gedeelte van het display geeft het werkelijke profiel van het geselecteerde trainingsprogramma weer. Hoe groter de kolom, hoe hoger de stapsnelheid en/of de MET's voor dat interval. De knipperende kolom geeft uw huidige interval weer. TOETSFUNCTIES Display VERGRENDELEN / ONTGRENDELEN (Display LOCK / UNLOCK) - Statistiekentoets Tijdens het trainingsprogramma kan de toets Display VERGRENDELEN / ONTGRENDELEN (Display LOCK / UNLOCK) gebruikt worden om de trainingsstatistieken te bekijken die in de tekstlijn van het displayvenster worden weergegeven. Wanneer een training wordt gestart, is het display ontgrendeld en volgen de verschillende trainingsstatistieken elkaar op. Druk eenmaal op de [DISPLAY]-toets om de scanfunctie uit te schakelen en de huidige statistiek op het displayvenster weer te geven. Wanneer u opnieuw op de [DISPLAY]-toets drukt, zal de scanfunctie terug door de verschillende statistieken beginnen te lopen. Wanneer het display ontgrendeld is, zal de console de volgende statistieken in onderstaande volgorde doorlopen: mijlen, calorieën/uur, stappen per minuut, verdiepingen, wattage, MET's. Op het einde van de training worden de statistiekgemiddelden berekend op basisvan de gegevens die tijdens het trainingsprogramma verzameld zijn. 10

11 SNELSTARTTOETS (QUICK START KEY) Bediening Met de snelstarttoets kunt u onmiddellijk een trainingssessie starten zonder dat u enige gebruikersinformatie hoeft te verstrekken. NIVEAU (STAPSNELHEID) De stapsnelheid kan op elk moment tijdens (LEVEL (STEP RATE)) OMHOOG- & OMLAAGTOETSEN (UP & DOWN KEYS) de training aangepast worden. Door op de toets te drukken, v erhoogt u de stapsnelheid en door op de toets te drukken, verlaagt u de stapsnelheid. Als u op een niveautoets drukt, verschijnt eerst de doelstapsnelheid op de tekstlijn. Nadien kunt u de stapsnelheid verhogen of verlagen door voort te blijven drukken. STOPTOETS (STOP KEY) Druk op de stoptoets telkens wanneer u het trainingsprogramma tot 2 minuten lang wilt pauzeren. Druk nogmaals op de stoptoets om de trainingsstatistieken weer te geven. Nadien zal het bericht "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT") opnieuw op het display verschijnen. CIJFERTOETSENBORD Het cijfertoetsenbord bevindt zich aan de rechterkant van de (NUMERIC KEYPAD) console. Tijdens de programma-instelling kunt u met dit (0-9) toetsenbord snel de vereiste informatie invoeren, zoals tijd, leeftijd, intensiteitsniveau, gewicht en hartslag. Enter: Met de ENTER-toets bevestigt u trainingsselecties en bewaart u de informatie die de console gebruikt om de trainingsstatistieken te berekenen. wissen (Clear): Tijdens de gegevensinvoering kunt u met de wistoets informatie uit het consolegeheugen verwijderen en terugkeren naar de vorige aanwijzing voor de invoer van gegevens. 11

12 PROGRAMMA'S De StairMaster Commercial Series SC916 StairClimber biedt een groot aantal verschillende programmaopties waarmee u op een zeer flexibele manier elk gewenst fitnessniveau kunt instellen. SC MANUAL FAT BURNER CALORIE BURNER INTERVALS HR ZONE TRAINER MORE WORKOUTS STOP STOP STOP QUICK START STOP STOP Toetsenbord voor de trainingsprogramma's Het toetsenbord voor de trainingsprogramma's bevindt zich links van het display. Er zijn zes trainingsprogrammatoetsen, waaronder een toets voor meer oefeningen met allerlei geavanceerde programmaopties. Wanneer de console ingesteld staat op "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT"), drukt u op een van de trainingsprogrammatoetsen om de gewenste training te bekijken. Nadat u de gewenste training hebt geselecteerd, volgt u gewoon de aanwijzingen voor het invoeren van de vereiste gebruikersgegevens voor dat programma. Bij het invoeren van de gegevens kan de gebruiker de standaardwaarden selecteren door op [ENTER] te drukken bij de aanwijzing op het display zonder eerst de gegevens te typen. Zo kunnen de volgende standaardgegevens op de console worden ingesteld: 12

13 Stapsnelheid: 41 Percentage max. hartslag: 70 Gewicht: 175 lbs (80 kg) Intensiteitsniveau: 3 Leeftijd: (uitsluitend voor het programma Train in HF zone) 40 jaar Trainingstijd: De standaardtijd in de geprogrammeerde trainingen en voor snelstart bedraagt 20 minuten. De programma's Train Handmatig en Train in HF zone hebben geen opgegeven standaardtijd. In deze programma's telt de consoletimer op tot de maximale tijd van 99 minuten. Wanneer u een programma hebt geselecteerd, volgt u de aanwijzingen op de console. VOER GEWICHT IN (ENTER WEIGHT): Voer uw lichaamsgewicht in pond in (of in kilogram als de console op metrische maateenheden is ingesteld). VOER STAPSNELHEID IN (ENTER STEP RATE): Voer uw gewenste stapsnelheid in. De StairClimber heeft een stapsnelheidsbereik van 24 tot 162. TIJDSINVOER 5-99: Selecteer de duur van de training van 5 tot 99 minuten. 13

14 Het snelstartprogramma Bediening Met het snelstartprogramma kunt u meteen starten zonder dat u gebruikersgegevens hoeft in te voeren. Bij dit programma worden de standaardinstellingen gebruikt om het aantal verbruikte calorieën tijdens een trainingssessie te berekenen. U kunt het snelstartprogramma als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets [SNELSTART] ([QUICK START]). Het bericht "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") wordt weergegeven en het programma begint trainingsstatistieken te verzamelen. 2. Tijdens de training: De stapsnelheid kan op elk moment tijdens de training worden gewijzigd met een druk op de toets [Niveau: OMHOOG ([Level: UP]) om de stapsnelheid te verhogen of de toets [Niveau: OMLAAG ([Level: DOWN]) om de stapsnelheid te verlagen. Alle stapsnelheidswijzigingen worden weergegeven in de kolom die op dat moment aan het knipperen is. De nieuwe stapsnelheid wordt gedurende de rest van de training gebruikt, totdat het niveau opnieuw met de niveautoetsen wordt gewijzigd. 3. Druk op de toets [STOP] om de training te onderbreken. Druk nogmaals op [STOP] om de training te beëindigen. De trainingsstatistieken worden weergegeven en vervolgens keert de console terug naar het bericht "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT"). VERBRUIKTE CALORIEËN: Uw gewicht en stapsnelheid worden gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. Het handmatige programma Het handmatige trainingsprogramma stelt u in staat om tijdens de training zelf de stapsnelheid van de SC916 StairClimber te bepalen, terwijl toch nauwkeurige trainingsstatistieken worden bijgehouden op basis van uw gewicht. De standaardstapsnelheid is 41, tenzij dit tijdens de gegevensinvoer wordt gewijzigd. Het trainingsprofiel op het displayvenster is onderverdeeld in 30 gelijke intervallen binnen de geselecteerde trainingstijd. Het profiel is gebaseerd op het MET-niveau, waarbij elke MET gelijk staat aan een verticaal streepje. Het METniveau is gebaseerd op een combinatie van stapsnelheid en tijd. U kunt het handmatige programma als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets [HANDMATIG] ([MANUAL]). In de tekstlijn verschijnt de boodschap "HANDMATIGE TRAINING" ("MANUAL WORKOUT") en het trainingsprofiel wordt op het onderste display weergegeven. Druk op [ENTER] om te bevestigen. 14

15 2. Op de console verschijnt "VOER GEWICHT IN - LBS" ("ENTER WEIGHT - LBS") (of "VOER GEWICHT IN - KG" ("ENTER WEIGHT - KG") als de console op metrische maateenheden is ingesteld). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden.sflb OPMERKING: Uw gewicht wordt gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. 3. Op de console verschijnt "STAPSNELHEID" ("STEP RATE"). Voer de gewenste stapsnelheid in met de cijfertoetsen (24-162) en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 4. Vervolgens wordt "TIJDSINVOER 5 99" ("ENTER TIME 5 99") op de console weergegeven. Voer de gewenste tijd in en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardtijd te selecteren. Als u op [0] drukt, dan telt de timer op van 0:00 tot de maximale tijd van 99: Op de console verschijnt "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te tellen. De stapsnelheid kan op elk moment tijdens de training gewijzigd worden door op de toets [Niveau: OMHOOG ([Level: UP]) te drukken om de stapsnelheid te verhogen of op de toets [Niveau: OMLAAG ([Level: DOWN]) om de stapsnelheid te verlagen. Alle stapsnelheidswijzigingen worden weergegeven in de kolom die op dat moment aan het knipperen is. De nieuwe stapsnelheid wordt gedurende de rest van de training gebruikt, totdat het niveau opnieuw met de niveautoetsen wordt gewijzigd. 6. Druk op de toets [STOP] om de training te onderbreken. Druk nogmaals op [STOP] om de training te beëindigen. De trainingsstatistieken worden weergegeven en vervolgens keert de console terug naar het bericht "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT"). Het vetverbrandingsprogramma Het vetverbrandingsprogramma is een training met 30 intervallen en kleine intensiteitsniveauwijzigingen die de vetverbranding stimuleert bij gebruikers die een gewichtscontroleprogramma volgen. Het profiel in het midden van het display geeft de relatieve intensiteit aan. Als u het intensiteitsniveau wijzigt, dan verandert het resterende profiel niet. Het nieuwe intensiteitsniveau blijft echter wel tot het einde van de training gelden. 15

16 U kunt het vetverbrandingsprogramma als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets [VETVERBRANDING] ([FAT BURNER]). In de tekstlijn verschijnt de boodschap "VETVERBRANDING" ("FAT BURNER") en het trainingsprofiel wordt op het onderste display weergegeven. Druk op [ENTER] om te bevestigen. 2. Op de console verschijnt "VOER GEWICHT IN - LBS" ("ENTER WEIGHT - LBS") (of "VOER GEWICHT IN - KG" ("ENTER WEIGHT - KG") als de console op metrische maateenheden is ingesteld). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk gewoon op [ENTER] om de standaardwaarde te gebruiken. Uw gewicht wordt gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. 3. Op de console verschijnt "VOER NIV 1-20 IN" ("ENTER LEVEL 1-20"). Voer het gewenste intensiteitsniveau in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 4. Vervolgens wordt "TIJDSINVOER 5 99" ("ENTER TIME 5 99") op de console weergegeven. Voer de gewenste tijd in en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardtijd te selecteren. 5. Op de console verschijnt "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te tellen. Het intensiteitsniveau kan op elk moment tijdens de training gewijzigd worden door op de toets [Niveau: OMHOOG ([Level: UP]) te drukken om de weerstand te verhogen of de toets [Niveau: OMLAAG ([Level: DOWN]) om de weerstand te verlagen. Wanneer u het intensiteitsniveau wijzigt, zal het resterende profiel toch onveranderd blijven. Het nieuwe intensiteitsniveau blijft echter wel tot het einde van de training gelden. 6. Druk op de toets [STOP] om de training te onderbreken. Druk nogmaals op [STOP] om de training te beëindigen. De trainingsstatistieken worden weergegeven en vervolgens keert de console terug naar het bericht "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT"). VERBRUIKTE CALORIEËN: Uw gewicht en het intensiteitsniveau worden gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. 16

17 Het calorieverbruiksprogramma Het calorieverbruiksprogramma is een training met 30 intervallen voor gebruikers die hun aerobe capaciteit willen verhogen. De intensiteitswijzigingen zijn groter dan in het vetverbrandingsprogramma en zijn bedoeld om het hart- en ademhalingssysteem te belasten. Het profiel in het midden van het display geeft de relatieve intensiteit aan. Wanneer u het intensiteitsniveau wijzigt, zal het resterende profiel toch onveranderd blijven. Het nieuwe intensiteitsniveau blijft echter wel tot het einde van de training gelden. U kunt het calorieverbruiksprogramma als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets [CALORIEVERBRUIK] ([CALORIE BURNER]). In de tekstlijn verschijnt de boodschap "CALORIEVERBRUIK" ("CALORIE BURNER") en het trainingsprofiel wordt op het onderste display weergegeven. Druk op [ENTER] om te bevestigen. 2. Op de console verschijnt "VOER GEWICHT IN - LBS" ("ENTER WEIGHT - LBS") (of "VOER GEWICHT IN - KG" ("ENTER WEIGHT - KG") als de console op metrische maateenheden is ingesteld). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk gewoon op [ENTER] om de standaardwaarde te gebruiken. Uw gewicht wordt gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. 3. Op de console verschijnt "VOER NIV 1-20 IN" ("ENTER LEVEL 1-20"). Voer het gewenste intensiteitsniveau in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 4. Vervolgens wordt "TIJDSINVOER 5 99" ("ENTER TIME 5 99") op de console weergegeven. Voer de gewenste tijd in en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardtijd te selecteren. 5. Op de console verschijnt "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te tellen. Het intensiteitsniveau kan op elk moment tijdens de training gewijzigd worden door op de toets [Niveau: OMHOOG ([Level: UP]) te drukken om de weerstand te verhogen of de toets [Niveau: OMLAAG ([Level: DOWN]) om de weerstand te verlagen. Wanneer u het intensiteitsniveau wijzigt, zal het resterende profiel toch onveranderd blijven. Het nieuwe intensiteitsniveau blijft echter wel tot het einde van de training gelden. 6. Druk op de toets [STOP] om de training te onderbreken. Druk nogmaals op [STOP] om de training te beëindigen. De trainingsstatistieken worden weergegeven en vervolgens keert de console terug naar het bericht "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT"). 17

18 Het intervallenprogramma Het intervallenprogramma is een training met 8 afwisselende rustintervallen en 7 trainingsintervallen. Een intervallencyclus bestaat uit een trainings- en een rustfase. U kunt het intensiteitsniveau in rust- en werktoestand afzonderlijk bepalen. Deze instellingen zullen dan voor de rest van de training bewaard worden. U kunt het intervallenprogramma als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets [INTERVALLEN] ([INTERVALS]). In de tekstlijn verschijnt de boodschap "INTERVALLEN" ("INTERVALS") en het trainingsprofiel wordt op het onderste display weergegeven. Druk op [ENTER] om te bevestigen. 2. Op de console verschijnt "VOER GEWICHT IN - LBS" ("ENTER WEIGHT - LBS") (of "VOER GEWICHT IN - KG" ("ENTER WEIGHT - KG") als de console op metrische maateenheden is ingesteld). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. Uw gewicht wordt gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. 3. Op de console verschijnt "VOER WERKNIVEAU IN" ("ENTER WORK LEVEL"). Voer het gewenste werkniveau in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 4. Op de console verschijnt "VOER RUSTNIV IN" ("ENTER REST LEVEL"). Voer het gewenste rustniveau in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 5. Vervolgens wordt "TIJDSINVOER 5 99" ("ENTER TIME 5 99") op de console weergegeven. Voer de gewenste tijd in en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardtijd te selecteren. 6. Op de console verschijnt "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te tellen. Het intensiteitsniveau kan op elk moment tijdens de training gewijzigd worden door op de toets [Niveau: OMHOOG ([Level: UP]) te drukken om de weerstand te verhogen of de toets [Niveau: OMLAAG ([Level: DOWN]) om de weerstand te verlagen. Elke niveauwijziging heeft enkel betrekking op de huidige rust- of werkfase. Als u het intensiteitsniveau van de werkfase wilt wijzigen, dan moet u het intensiteitsniveau tijdens een werkfase aanpassen. Als u het intensiteitsniveau van de rustfase wilt wijzigen, dan moet u het intensiteitsniveau tijdens een rustfase aanpassen. 18

19 Wanneer u het intensiteitsniveau wijzigt, zal de rest van het profiel onveranderd blijven. Het nieuwe intensiteitsniveau blijft echter wel tot aan het einde van de training gelden. 7. Druk op de toets [STOP] om de training te onderbreken. Druk nogmaals op [STOP] om de training te beëindigen. De trainingsstatistieken worden weergegeven en vervolgens keert de console terug naar het bericht "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT"). Trainingsprogramma Hartslagzone (HF) Bediening Met het programma "Train in HF zone" kunt u trainen met een geselecteerde doelhartslag door automatisch het intensiteitsniveau (weerstand) aan te passen tijdens de training. De standaarddoelhartslag is gelijk aan 70 % van uw maximale hartslag, die met de volgende formule berekend wordt: Max. HF = 215 (leeftijd * 0,75). Doelhartslag = max. HF * 0,7. Tijdens een training kunt u op elk gewenst moment overschakelen naar een nieuwe doelhartslag (tussen 100 en 180 slagen per minuut) door met de cijfertoetsen de nieuwe doelhartslag in te voeren en vervolgens op [ENTER] te drukken. U kunt het programma "Train in HF zone" als volgt gebruiken: 1. De beste resultaten verkrijgt u bij gebruik van een telemetrische borstband. U kunt echter ook de contactgrepen juist onder de console op de handvaten gebruiken. Als u een telemetrische borstband gebruikt voor hartslagmeting, brengt u de borstband aan. Denk eraan om de elektroden onder de borstband nat te maken. De console moet een hartslagsignaal detecteren voordat het programma Train in HF Zone kan worden geselecteerd. Als u de contactsensormethode gebruikt, plaatst u uw handen op de contactgrepen onder de console op de handvaten. 2. Druk op de toets [TRAIN IN HF ZONE] ([HR ZONE TRAINER]). In de tekstlijn verschijnt de boodschap "TRAIN IN HF ZONE" ("HR ZONE TRAINER") en het trainingsprofiel wordt op het onderste display weergegeven. Druk op [ENTER] om te bevestigen. 3. Op de console verschijnen vervolgens de volgende boodschappen: "Zoekt hartslag." ("Checking for HR.") "HF band nodig of pak sensors vast" ("Need HR belt or Hold HR sensors"). Wanneer de console een geldig signaal opvangt, zal het naar de volgende stap overgaan. 4. Op de console verschijnt "VOER GEWICHT IN - LBS" ("ENTER WEIGHT - LBS") (of 19

20 "VOER GEWICHT IN - KG" ("ENTER WEIGHT - KG") als de console op metrische maateenheden is ingesteld). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. Uw gewicht wordt gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. 5. Op de console verschijnt nu "LEEFTIJD 10-99" ("ENTER AGE 10-99"). Voer uw leeftijd in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde van 40 jaar te aanvaarden. 6. Op de console wordt "DOEL HF" ("TARGET HR") weergegeven. A suggested THR will be displayed, based on your the numeric keypad and then press [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 7. Vervolgens wordt "TIJDSINVOER 5-99" ("ENTER TIME 5-99") op de console weergegeven. Voer de gewenste tijd in en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 8. Op de console verschijnt "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te tellen. De volgende berichten kunnen tijdens een training worden weergegeven: "CONTROLEER HF BAND" ("CHECK HR BELT") "PAK SENSORS VAST" ("HOLD HR SENSORS") "HF BAND NODIG" ("HR BELT NEEDED") "HF MODUS UIT" ("HR MODE DISABLED") Geeft aan dat het hartslagsignaal van de telemetrische borstband sinds 30 seconden ontbreekt. Geeft aan dat het hartslagsignaal van de contactsensoren sinds 30 seconden ontbreekt. Er is geen telemetrisch signaal opgevangen tijdens de installatietijd. Geen hartslagsignaal toegestaan, omwille van de gekozen instellingsoptie. Hartslagmeting is niet mogelijk. U kunt de hartslagoptie wijzigen door de sectie hartslagprioriteit van deze handleiding te raadplegen. 9. Druk op de toets [STOP] om de training te onderbreken. Druk nogmaals op [Stop] om de training te beëindigen. De trainingsstatistieken worden weergegeven en vervolgens keert de console terug naar het bericht "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT"). VERBRUIKTE CALORIEËN - Uw gewicht en het intensiteitsniveau worden gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. 20

21 Doelhartslag De door de console geselecteerde doelhartslag is gebaseerd op leeftijd en is gelijk aan 70 % van uw maximale hartslag. Deze wordt berekend met de volgende formule: Max. HF = 215 (leeftijd * 0,75) Doelhartslag = Max. HF * 0,7 Desgewenst kunt u de doelhartslag op dit moment met de cijfertoetsen wijzigen en vervolgens op [ENTER] drukken. Tijdens een training kunt u op elk gewenst moment overschakelen naar een nieuwe doelhartslag tussen 100 en 180 slagen per minuut door met de cijfertoetsen de nieuwe doelhartslag in te voeren en vervolgens op [ENTER] te drukken. Het intensiteitsniveau zal automatisch aangepast worden om de nieuwe doelhartslag te bereiken. Meer oefeningen Druk op de toets "Meer oefeningen" ("More Workouts") voor de geavanceerde programmaopties die hieronder beschreven staan. Gebruik de toetsen NIVEAU OMHOOG of OMLAAG (LEVEL UP of DOWN) om de programmaopties van MEER OEFENINGEN (MORE WORKOUTS) te bekijken. Druk op ENTER wanneer het gewenste programma op het display verschijnt. De Nautilus Fit Test Informatie over submaximale fitheidstest Voordat u de StairMaster SC916 StairClimber gaat gebruiken voor submaximale fitheidstests, moet u weten dat bij alle submaximale tests wordt uitgegaan van een aantal vooronderstellingen: Dat een constante hartslag wordt verkregen bij elke trainingsbelasting. Dat er een lineaire relatie bestaat tussen hartslag, zuurstofverbruik en trainingsbelasting. Dat de maximale hartslag voor een bepaalde leeftijd een uniform gegeven vormt. Dat de mechanische efficiëntie van de uitgevoerde lichamelijke activiteit (d.i. het zuurstofverbruik bij een bepaalde trainingsbelasting) gelijk is voor iedereen. Houd er rekening mee dat een of meer van de bovengenoemde vooronderstellingen mogelijk niet kloppen bij een submaximale fitheidstest. Als, om welke reden dan ook, een van deze vooronderstellingen niet blijkt te kloppen, treden er fouten op bij het voorspellen van VO2 max (Maximaal verbruikt zuurstofvolume per tijdseenheid). Helaas is het vaak moeilijk om aan alle vereisten voor de vier genoemde vooronderstellingen te voldoen. Zo kan een training van slechts enkele minuten bij een bepaalde trainingsbelasting te kort zijn voor veel mensen om tot een echt 21

22 constante hartslag te komen. Om er zeker van te zijn dat de hartslag constant is, moet deze na twee minuten training bij een bepaalde trainingsbelasting worden gemeten en opnieuw na drie minuten bij dezelfde trainingsbelasting. Deze twee hartslagwaarden moeten vervolgens met elkaar worden vergeleken. Als het verschil tussen beide waarden meer dan vijf slagen per minuut bedraagt, moet de persoon in kwestie met intervallen van één minuut blijven doortrainen bij dezelfde trainingsbelasting totdat het verschil tussen twee opeenvolgende waarden minder dan vijf slagen per minuut bedraagt. Het is tevens belangrijk dat de verkregen submaximale hartslagen tussen 115 en 150 slagen per minuut liggen, omdat er bij de meeste volwassenen binnen dit hartslagbereik een lineaire relatie lijkt te bestaan tussen hartslag en zuurstofopname of trainingsbelasting. Als de hartslag minder dan 115 bedraagt, kunnen tal van externe factoren (zoals praten, lachen, bezorgdheid, enz.) een grote invloed op de hartslag hebben. Wanneer de hartslag een niveau tussen 115 en 150 bereikt, zijn externe factoren niet langer van invloed op de hartslag en bestaat er een lineaire relatie. Zodra de hartslag boven de 150 stijgt, wordt de relatie tussen hartslag en zuurstofopname kromlijnig. De derde vooronderstelling heeft betrekking op de maximale hartslag. De maximale hartslag is de hoogste hartslag die kan worden gemeten als een persoon traint tot het punt van totale vermoeidheid (oftewel uitputting) tijdens een geclassificeerde fitheidstest. De SC916 StairClimber maakt gebruik van de meest actuele formule voor het schatten van de gemiddelde maximale hartslag. Deze luidt: Max. hartslag = 215 (leeftijd * 0,75) De maximale hartslag kan echter sterk variëren onder mensen uit de dezelfde leeftijdsgroep. Eén standaardafwijking is ±12 slagen per minuut. Dit betekent dat twee derde van de bevolking gemiddeld plus of min 12 hartslagen afwijkt van het gemiddelde in een voorspellingsformule. Als de op basis van de leeftijd voorspelde maximale hartslag van een persoon hoger ligt dan de daadwerkelijke maximale hartslag, dan wijkt zijn of haar geschatte VO2 max af van de juiste of daadwerkelijke waarde. De laatste vooronderstelling betreft de mechanische efficiëntie. De zuurstofopname bij elke specifieke trainingsbelasting kan ongeveer 15 % verschillen bij verschillende personen. Daarom verschilt de hoeveelheid zuurstof die iemand bij een bepaalde trainingsbelasting verbruikt. Sommige personen verbruiken minder zuurstof bij het uitvoeren van een specifieke taak dan anderen. Bijgevolg kan het gemiddelde zuurstofverbruik bij een specifieke trainingsbelasting aanzienlijk variëren van persoon tot persoon. Daardoor bestaat de kans dat submaximale fitheidstests een te hoge schatting van de VO2 max-waarde opleveren bij mensen met een hoge mechanische efficiëntie en een te lage schatting bij mensen met een geringe mechanische efficiëntie. 22

23 U mag niet vergeten dat submaximale fitheidstesten toch bepaalde voordelen bieden, hoewel ze minder nauwkeurig zijn dan maximale fitheidstesten. Zo kunnen de resultaten van dergelijke testen een vrij nauwkeurig beeld opleveren van de fitheid van een persoon zonder al de kosten, risico's, inspanningen (voor deze persoon) en de tijd die voor maximale fitheidstesten vereist zijn. Als een persoon regelmatig submaximale fitheidstesten aflegt en na verloop van tijd blijkt dat de hartslag van deze persoon afneemt bij een gelijke trainingsbelasting, dan kunt u met enige zekerheid besluiten dat deze persoon vooruitgang heeft geboekt wat betreft zijn fitheid (van hart en luchtwegen), ongeacht de nauwkeurigheid van de geschatte VO2 max-waarde. Controles voor de test Voordat een fitheidstest wordt uitgevoerd (maximaal of submaximaal), moeten de deelnemers een korte medische/gezondheidstechnische vragenlijst invullen, hun bloeddruk en hartslag bij rust laten opmeten en een vrijwaringsformulier ondertekenen. De Physical Activity Readiness Questionnaire (vragenlijst voor bepaling van geschiktheid voor fysieke activiteiten), oftewel PAR-Q, is een voorbeeld van een geschikte medische/gezondheidstechnische vragenlijst voor het screenen van personen die een submaximale fitheidstest gaan afleggen. Gezondheids- en fitnessdeskundigen in Canada hebben uitgebreid (en met succes) gebruikgemaakt van de PAR-Q om te bepalen of iemand een fitheidstest zou moeten afleggen. Als een van de volgende zeven vragen van de PAR-Q met "Ja" wordt beantwoord, komt een deelnemer pas in aanmerking voor een fitheidstest na medische goedkeuring. Vragenlijst voor bepaling van geschiktheid voor fysieke activiteiten (PAR-Q) 1. Heeft uw arts u ooit verteld dat u een hartaandoening hebt en heeft hij of zij u geadviseerd om alleen lichamelijke activiteiten onder medische begeleiding uit te oefenen? 2. Krijgt u last van pijn op de borst tijdens lichamelijke activiteiten? 3. Hebt u de afgelopen maand last gekregen van pijn op de borst? 4. Verliest u regelmatig het bewustzijn of verliest u uw evenwicht ten gevolge van duizeligheid? 5. Hebt u bot- of gewrichtsproblemen die zouden kunnen verergeren door de voorgestelde lichamelijke activiteit? 6. Heeft een arts u ooit aangeraden medicijnen te gebruiken voor uw bloeddruk of voor een hartaandoening? 7. Hebt u weet, uit eigen ervaring of door doktersadvies, van andere lichamelijke bezwaren voor trainen zonder medische begeleiding? 23

24 Submaximale fitheidstest van Nautilus De Nautilus Fit Test is een programma dat een schatting maakt van de maximale aërobe capaciteit op basis van de reactie van de hartslag op submaximale trainingsinspanningen. Het testprotocol van Nautilus is een reeks van 3 minuten durende perioden van continue training met toenemende intensiteit. De eerste fase is een opwarmingsperiode bij ongeveer 4 MET's. De intensiteit van de resterende perioden is gebaseerd op de reactie van de hartslag op de opwarmfase. De test is ontworpen om de constante hartslag van de persoon in kwestie te verhogen tot minstens 115 slagen per minuut. Vergeet niet dat twee opeenvolgende hartslagmetingen bij een hartslag boven 115 slagen per minuut nodig zijn om een voorspelling van de VO2 max-waarde te kunnen doen. De test duurt gewoonlijk tussen 6 en 15 minuten. Tijdens de test wordt bepaald of de hartslag niet van fase tot fase blijft stijgen. In het Nautilus -protocol duurt elke inspanningsperiode 3 minuten, waarbij een hartslagmeting plaatsvindt gedurende de laatste 4 seconden van de tweede en derde minuut van elke fase. Als het verschil in hartslag binnen de 5 slagen per minuut ligt, wordt de hartslag gedurende de laatste minuut geregistreerd voor de huidige trainingsbelasting en gaat het programma door naar de volgende fase van 3 minuten. Het programma doorloopt twee tot vier fasen, totdat twee constante hartslagwaarden boven 115 slagen per minuut worden verkregen in twee opeenvolgende fasen. De lijn die wordt gegenereerd op basis van de getekende punten wordt vervolgens doorgetrokken naar de geschatte maximale hartslag op basis van de leeftijd. Vervolgens kunnen een bijbehorende maximale trainingsbelasting en VO2 MAX worden berekend. Als het verschil in hartslag aan het einde van de tweede en derde minuut meer dan vijf slagen bedraagt, wordt aan het einde van de derde minuut van elke fase de desbetreffende trainingsbelasting nog een extra minuut aangehouden. Aan het einde van de vierde minuut wordt de hartslag vergeleken met de hartslag aan het einde van de derde minuut. Als het verschil in hartslag binnen de 5 slagen per minuut ligt, wordt de hartslag gedurende de vierde minuut geregistreerd voor de huidige trainingsbelasting. Als het verschil in hartslag aan het einde van de derde en vierde minuut meer dan vijf slagen bedraagt, wordt de op dat moment gehanteerde trainingsbelasting nog een extra minuut aangehouden. Als het verschil in hartslag aan het einde van de vierde en vijfde minuut binnen de 5 slagen per minuut ligt, wordt de hartslag aan het einde van de vijfde minuut geregistreerd voor de huidige trainingsbelasting. Als het verschil in hartslag aan het einde van de vierde en vijfde minuut meer dan vijf slagen per minuut bedraagt, dan is de test mislukt. Nadat twee opeenvolgende hartslagmetingen van meer dan 115 slagen per minuut zijn geregistreerd, wordt de test met succes beëindigd en worden de resultaten weergegeven. De geschatte maximale aerobe capaciteit wordt weergegeven in ml/ kg/min. en MET's. Vervolgens worden de resultaten vergeleken met normatieve waarden voor andere personen in dezelfde leeftijdsgroep en van hetzelfde geslacht. 24

25 U kunt de Fit Test als volgt gebruiken: Bediening 1. Doe de borstband om. Vergeet niet de elektroden onder de borstband te bevochtigen. 2. Druk op de toets [MEER OEFENINGEN] ([MORE WORKOUTS]). Gebruik vervolgens de toetsen Niveau OMHOOG of OMLAAG (Level UP of DOWN) om de programmaopties te bekijken. Wanneer "NAUTILUS FIT TEST" op de console verschijnt, drukt u op [ENTER] om de test te selecteren. 3. Op de console verschijnt "VOER GEWICHT IN - LBS" ("ENTER WEIGHT - LBS") (of "VOER GEWICHT IN - KG" ("ENTER WEIGHT - KG") als de console op metrische maateenheden is ingesteld). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen. 4. Op de console verschijnt nu "LEEFTIJD 10-99" ("ENTER AGE 10-99"). Voer uw leeftijd in met de cijfertoetsen. 5. Op de console verschijnt "VOER GESLACHT IN / 1 - MAN / 2 - VROUW" ("ENTER GENDER / 1 - MALE / 2 - FEMALE"). Voer de cijfercode voor uw geslacht in met de cijfertoetsen. 6. Op de console verschijnt nu "START FITTEST" ("BEGIN FIT TEST"). 7. De test wordt voortijdig afgebroken en de berichten "TEST BEËINDIGD / PROBEER LATER WEER" ("TEST TERMINATED / TRY AGAIN LATER") worden weergegeven als: De gebruiker stopt met trainen op een willekeurig moment tijdens de test. Op de toets [STOP] wordt gedrukt. De hartslag bij elk inspanningsniveau gelijk of lager is dan bij het voorgaande inspanningsniveau. De hartslag nooit 115 slagen per minuut bereikt. De hartslag na de vijfde minuut blijft stijgen. 8. De test is voltooid als twee opeenvolgende constante hartslagwaarden boven 115 slagen per minuut worden gemeten. De test duurt minimaal 6 en maximaal 15 minuten. Er is geen afkoelingsfase aan het einde van de test. 9. De geschatte maximale aerobe capaciteit wordt weergegeven in MET's en VO2 MAX. De resultaten worden vergeleken met normatieve waarden van mensen van dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht 1 (zie onder) en voorzien van een fitheidsclassificatie van "Laag" ("Low"), "Redelijk" ("Fair"), "Gemiddeld" ("Average"), "Goed" ("Good") of "Hoog" ("High"). 25

26 Fitheidsclassificatie (VO2 MAX ) Mannen Vrouwen EEFTIJD Hoog 51,4 + 50,4 + 48,2 + 45,3 + 42,5 + Goed ,3 44,6 48,1 41,8 45,2 38,5 42,4 35,3 Gemiddeld ,5 41,0 41,7 38,1 38,4 35,2 35,2 31,8 Redelijk 42,4 39,5 40,9 37,4 38,0 35,1 35,1 32,3 31,7 28,7 Laag 39,4 of minder 37,3 of minder 35 of minder 32,2 of minder 28,6 of minder Hoog 44,2 + 41,0 + 39,5 + 35,2 + 35,2 + Goed 44,1 38,1 40,9 36,7 39,4 33,8 35,1 30,9 35,1 29,4 Gemiddeld 38,0 35,2 36,6 33,8 33,7 30,9 30,8 28,2 29,3 25,8 Redelijk ,7 30,5 30,8 28,3 28,1 25,5 25,7 23,8 Laag 32,2 of minder 30,4 of minder 28,2 of minder 25,4 of minder 23,7 of minder 1 The American College of Sports Medicine, Guidelines for Exercise Testing and Prescription, 6th Edition, Lippincott Williams & Wilkins, Philidelphia, PA, 2000, p. 77. Calorie Doel Met het caloriedoelprogramma kan de gebruiker een bepaald aantal tijdens de training te verbruiken calorieën instellen. U kunt het caloriedoelprogramma als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets MEER OEFENINGEN (MORE WORKOUTS). Gebruik vervolgens de toetsen Niveau OMHOOG of OMLAAG (Level UP of DOWN) om de programmaopties te bekijken. Wanneer "CALORIE DOEL" ("CALORIE GOAL") op de console verschijnt, drukt u op [ENTER] om dit programma te selecteren. 2. Op de console verschijnt vervolgens "VOER GEWICHT IN LBS" (of "VOER GEWICHT IN KG" indien metrische maateenheden). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 3. Op de console verschijnt "VOER STAPSNELHEID IN" ("ENTER STEP RATE"). Voer het gewenste intensiteitsniveau in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 4. Op de console verschijnt nu "VOER CALORIE IN" ("ENTER CALORIES"). Voer de gewenste caloriewaarde in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 5. Op de console verschijnt nu "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te lopen. 26

27 HF intervalprogramma Met het HF intervalprogramma kan de gebruiker een doelhartslag tijdens de training bepalen, de duur van de training met deze doelhartslag instellen, een doelhartslag in rusttoestand vastleggen en een totale trainingstijd invoeren. U kunt het HF intervalprogramma als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets MEER OEFENINGEN (MORE WORKOUTS). Gebruik vervolgens de toetsen Niveau OMHOOG of OMLAAG (Level UP of DOWN) om de programmaopties te bekijken. Wanneer "HF INTERVAL" ("HR INTERVALS") op de console verschijnt, drukt u op [ENTER] om dit programma te selecteren. 2. Op de console verschijnen vervolgens de volgende boodschappen: "Zoekt hartslag." ("Checking for HR.") "HF band nodig of pak sensors vast" ("Need HR belt or Hold HR sensors"). Wanneer de console een geldig signaal opvangt, zal het naar de volgende stap overgaan. 3. Op de console verschijnt vervolgens "VOER GEWICHT IN LBS" (of "VOER GEWICHT IN KG" indien metrische maateenheden). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 4. Op de console verschijnt nu "LEEFTIJD 10-99" ("ENTER AGE 10-99"). Voer uw leeftijd in met de cijfertoetsen. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde van 40 jaar te aanvaarden. 5. Op de console wordt "TE BEHALEN HF" ("WORK TARGET HR") weergegeven. Er wordt een suggestie voor de doelhartslag gedaan op basis van uw leeftijd. Druk op [ENTER] om de berekende doelhartslag te aanvaarden of voer een andere doelhartslag in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [ENTER]. 6. Op de console verschijnt "VOER WERKTIJD IN" ("ENTER WORK TIME"). Dit is de tijdsperiode gedurende welke u wilt trainen in de actieve doelhartslagzone. Voer de gewenste werktijd in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. 7. Op de console verschijnt nu "RUST HARTSLAG" ("REST TARGET HR"). Er wordt een suggestie voor de doelhartslag gedaan op basis van uw leeftijd. Druk op [ENTER] om de berekende doelhartslag te aanvaarden of voer een andere doelhartslag in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [ENTER]. 8. Op de console verschijnt nu "VOER RUSTTIJD IN" ("ENTER REST TIME"). Dit is de tijdsperiode gedurende welke u wilt trainen in de inactieve doelhartslagzone. Voer de gewenste rusttijd in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 9. Op de console verschijnt nu "TIJDSINVOER 5-99" ("ENTER TIME"). Voer de gewenste totale trainingstijd in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 10. Op de console verschijnt nu "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te lopen. 27