ONDERZOEK HAAR DE INVLOED VAN HET PERC0LATIE-WAT2R

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ONDERZOEK HAAR DE INVLOED VAN HET PERC0LATIE-WAT2R"

Transcriptie

1 ONDERZOEK HAAR DE INVLOED VAN HET PERCLATIEWAT2R VAN. EEN VUILSTORT OP DE ilacrofauna VAN DE HAGMOLENBEEK. Verslagafd.NatuurbeheerLR. 89. VarslagR.I.N.afd.Hydrobiologie H.37 G.G.W.Janssen Wageningen.

2 INHOUDSOPGAVE bladzijde Inleiding. Methodiek. 2 DeFysischchemischeanalysevanhetwatervande Hagraolenbeek Ly Macrofauna.Besprekinggevondenorganismen. 7 Slotconclusie. g Bijlage. Voorwaardenvoordelozing.gestolddoorhet Waterschap Rogge en Dinkel. i^ Literatuurlijst. 5 Kaarten Grafieken Tabellen stuks. 7 stuks. 5 stuks.

3 Onderzoe'r. naar de invloed va:i perc latwe water van e o v.. vrilrwto:. topde macroiauna van de Hagmolenbeek gedurende de.aaiden augustus en oeptonbe 97. Inlej.ding. Het onderzoek '.eve gedaan naar aanleiding van ee_i verdoek vau de Stwchting Vaste Afvalstoffen aan iet..rijksinstituutvoor.''aluurbeheer.het percolatiewater '.as afkomstig v.n de proefstort opnet.stori. terrein vanliet Openbaar Lichaam Vuil verwijdering "vente bijseldr. j (gen.ambtdelden). De grootte va::de proef stort was 5vierkante meter.7) e proefstort was verdeeld in 2 gelijke dalen wawrvan het percolatie'. ate.v aikonderl i. jke we., d opgevangen e;, onderzocht.het eerste deel van de proefstort vao het eerst volgestort,:..i nu het tweede gedoelte vol te kunnen storten aoester. de stortauto's ove:: het eerste deel heen rijde.:..dithad tot gevolg dat deel. veel sterker werd aangedrukt dan deel 2.Put no.. ontvangt het percolatiewater van het oudste deex van de proefstort en ut no. 2. ontvangt dat van deel 2. Het opgevangen percolatievater werd op een punt in do Hagmolenbeek geloosd. Op de proefstort werd uitsluitend huisvuil gestort.op k november 969 werd begonnen en op 2 januari 97 \:erd voor het laatst gestort.de dikte van de gestorte laag is2, meter en het totale gev/ichtis W95 ton.het gestorte vuil werd door een bulldozer vlak gestreken en allen het oppervlak werd licht aangedrukt.het werd regelmatig afgedektra et een laag leemhoudend zand. De dikte van de af deklaag varieert van.525 cm. De proefstort was aan de bodem zijde afgedekt met een laag kunststoffolie om het percolerend water op te kunnen vangen.vanaf het begin werd het percolatiewater opgevangen, aanvankelijk in geringe hoeveelheden en met slechtsweinig verontreinigingen,.^erstin de loop van februari,nadat de dooiv.as ingetreden, nai de hoeveelheid snel toe en weid tevens een snel toenemende verontreiniging geconstateerd. Op 23 februari 97werd 6 liter percolatiewater geloosd.op 2 maart 97 werd een hoeveelheid van >9liter per etmaal gemeten.hierna nam de hoeveelheid af om tussen de 2 liter per etmaal te blijven schommelen.de grote hoeveelheid in februari had weinig invloed op het water van de hagmolenbeek, omdat in deze tijd het debiet hiervan 72 up per etmaalv/as.erdient echter wel rekening mee tev/orden gehouden dat er deze zomer ook tijdan zijn geweest dat de beek bijna droog stond,zodat het percoiatievater bijna onverdund door de beek stroomde.de beek zorgde voor de afwatering van een landbouwgebied. Ze mondt bijxoerdam uit in de Bovenregge. Door het rijksinstituut voor de Volksgezondheid werd,in opdracht vande Inspectie lilieuhygiene te Zwolle een maandelijkse analyse van het percolatiewater van de proefstort uitgevoerd.het Waterschap Hegge en Dinkel was reeds in april 969 begonnen met een tweewekelijkseonderzoek van de Hagmolenbeek, bovenstrooms en vanaf begin januari 97 ook op een punt ongeveer 25 meter benedenstrooms van het lozingspunt. Haar aanleiding van de gegevens,verkregen uit de chemische analyse van het percolatiewater en de fysischche mische analyses van het water van de Hagmolenbeek vond de Inspectie milieuhygiene het niet lan ;.er verantwoord de.zing van het percolatievater op de beek toe te staan.het lozen opde Hagmolenbeekwerd op ongeveer 26 augustus 97 stopgezet.het opgevangen percolatiewater wordt nu over de proefstort verspreid,.'en hoopt nu dat dit zal verdaupeii,hetgeen twijfelachtig is, gezien de neerslag en verda.iningscijfers.het stopzetten vanhet losen vond plaats in de periode dat er monsters 'erden genomen van de macro fauna van dezo beek. Vanaf het tijdstip dat de stort volgestort was,beschikken we nu over de volgende gegevens: A) Chemische analyses van het percolatiewater. 3) Fysischchemische analyses van het water van de Hagmolenbeek van2' monsterpunten. C) Van de periode 6aug. sept.97 beschikken e ook over de gegevens over de macrofauna in de Hagmolenbeek. Al desa gegevens worden in dit rapport besproken.

4 2 2. iteth^disk. De bijhat analyseren van het percolatiewater en het water van de Hagmolenbeek gebruikte methodes,zijn dis méthodes,die op de laboratoria waar de analyses gedaan zijn»gebruikelijk zijn. Bij het monsteren van de beek voor de macrofauna werd de volgende methode gebruikt. Bij elk monsterpunt en bij elke monstername werd in totaal ongeveer 9dni^ van de bodem met behulp van een appelnoeszeef (doorsnee 6 ca.) afgeschraapt. Drie trajecten van 3 ca. lengte en ca.breedte werden afgeschraapt. l)dicht langs de oever. 2)In het bidden van de beek evenwijdig aan de stroomrichting. 3)Loodrecht op de stroomrichting vanaf het midden van de beek. In totaal zijn op drie data monsters :e.ionen:6 augustus,26 augustus en op september.de eerste keer zijn de monsterpunten 2,/; en 5 gemonsterd. De tweede keer3,5 en 6en de dorde keer de punten,2,3,h,5 en6.de ligging van de monsterpunten is aangegeven op de bijgevoegde kaart. De situatie te.plaatse van de.monsterpunten is: Monsterpunt no.. Dit bevindt zich ongeveer meter stroomopwaarts va> het lozingspunt. De plantengroei bestaat uit Phalaris arundinacca.oide bode. i van de beek bevindt zich slechts weinig modder.een tiental meters stroomopwaarts staan bomen langs de beek. monsterpunt no. 2. Bevindt zic.i ongeveer 5meter stroomopwaarts van hst loul.igopui.t aan de kant van dem'.^ifck.erinkseweg.'mmer laatse van het monsterpunt groeit enig rietgras (Phalaris aru\dinacea) en eendenkroos (Le.ma sp.).p de bodem is vrijwel geen dodder aanwezig.de begroeiing langs de beek bestaat enige meters verderop (stroomafwaarts) uit bomen en struiken. Monsterpunt no. 3. Gelegen 25 stroono aarts van het lozingspunt,langs dsweg die naar de vuilstort leidt., mnige meters verderop begint lang ode bee'; de begroeiing met bo;en(allenaan de westkant van de beek).ter plaatse van het monsterpunt is geen Plantengroei aanwezig.op de bodem bevindt zich geen modder.doordat het water van de beek stork ijzerhoudend iv,vindter ook afzetting va, ijzer op de bodem plaats en dit veroorzaakt de roodbruins klei.r.opdeze plaats neemt het Waterschap va, dekegge e.de Dinkel d; mowtorsvooi de fysischche mische analyse van het water. Monsterpunt no. ';. Relegen 25 mete:,stroomafwaarts va. 'netlozingspunt.'hr ia geen ola.'teugroei aanwezig.langsdo Peek.evindenwieg oo'.uen em hoge struikei. (alloen aan de westkant van de b3k.)p do bodem bevindt z ch een 2 c..cfikkolaag stinkende modder."mie.worde.', ook. atsrmonot.rooe io. endoom het watorschap. monsterpunt no. 5. Gelegen ongeveer ir;" meter stro raaf. aar c :va... het.ozingsount.de wlantengroei lestaat uit riet ras ( M'halarisarunciracea).Lansde beek im geen begroeiing aanwezi...op de oodembevindt zich eenl r " c.cmikkei.'.a.g zwarte stinkendo modder waarin "ich ook enige lante.aosco > bevinden. ; r onsterpunt ^o. 6..Ie vindt wich ongeveer n75meter stroomafwaarts van het lozing punt. Inde beek i _,een pi :ntengrooi...a :\;ezig.aande.es'ckantet,.au enige ho. ;,e struiken. Op de bode, bevindt zich een 5 ei. ck kke laag zwarte stimmende modper. Uit hst van de Mjodo.i gehaalde materiaal 'ordente:, plaatse allo grote levende dierlijke organismen genome ; en eteen gedwod iet behul^van? ';'. alcohol of 5 '3> :' or.inline,"ijtwijfel.e vallen of het vel een or anisiew.,; dat tot de acrofe.unabehoorde erd hot eveneens meegenomen, '"»eterwinatie van de ;.avonden organismen vond ilaatste AustcrLitzom de afdeling Rydrobiologie van het R. I. r.. De e.ruikte boeken zijn inde literatuurlijst vermeld.

5 3 Tabel.. Fysischchemische analysa vanhet percolatievater van de proefvuilstort Twente. Put no.. cl a 't ura mo aster na ne hl e uireuk helderheid te,up. i:i C 2 ge halt e /a^/l p.od 2 5da.';;s'. Vs/ COD m /l.3 CiXStOIt 3 tf:til". : Aram:J.3/I ü'itriet/' x,/\ Mtra^tj.' a^/ totorr,n ;n,,/l Chloride Mg/ PK Sulfaat.'3/ Hardheid in D 7elerdeud ver.i. VI. 7,. als,i.;~azzuu:?. 7/69 n i,5 2 '! ~,2,/;. 33,5 2" 6, 5 U,9 55C 22/2 6 9 brreel öeeu holder 2 ;,? ^,3,,7 Ly6 5,7 9,^ 355 2/27 br;:eel geen troebel " 5,9 3 ' o,5 2, 5, ; 3,5 9 ;> S.3 59,7 56 2/37 ^rijs^eol zurig rj't. o^.l 6 '.' ,3,3,k 2>? 7, 325 6,6 7 52, Tabel. 2. Fysiscbche ïische analyse v.n het nercolatie ater van de proefvuilstort Tv; ent e. Put no. 2. clatuij ionjtsj. neme kleur rouk helderheid teap. C Op.jOb.albe *<ie/l B3D 2 5 dav.., :,/l COD. is/ etiket.tot. i' ;^/l AnnM i;../l '"itriet::.a;,/l rütraat"' ' 'is/l tot. or;,.»'f..ar/ Chloride n^/ ph sulfaat <,/l ïfardheid ü,eleic.eiid y:ra. v. z. als nrazzn'ur/l. 7/69... ' ' ',,,* 2 '; 'SI /269 2/27 bruingeel 'iruin eel ó'e e n ;,oer 3edor helder 2 b,, 7 37 u V ï?,'v 2,.> 2 ' 5, 6,2 ':.o: >:,? 2 ^,';,",7 7 "> r i 7k 5,5 V" 2/37 bruin ruri^ rr..opal A7,eel bruin botortuur opal 'i, 7 3,5,3 2, 5 ', 5 6, 6,5 29^5 6 5k,9 22,7, 32, ,5 ':5 GA7 s ol,i>.;j zer at. "ioterv,'.u troebel r O 2 5/; 75, '::,2, ':, 6, 277 2,2 : 2.V

6 4 A) De fysischchemische analyses van het water van de Hagnolonbeek. De plaatsen vaar de liions torn genomen zijn: ) 2. ;.ieter bovenstrooms van net lozingspunt. 2) 25mete;:' benedenstrooms van het lozingspunt. Slechts op 2 juni 97 is het Monsterpunt benedenstrooms verplaatst.de monsterplaats was op deze datum bij een boerderij in hot vogelreservaat. Dit is ongeveer 5Ü meter benedenstrooms van liet lozingspunt.de reden van het waterschap voor do verplaatsing is ni;iniet bekend.drordat de waarden verkregen uit de fysischchemischo analyses van 2 moi on 9 juni zo veel van elkaar verschillen ishet niet mogelijk uit de waardon,verkregen uit het aonscer van 2 jimi,oen conclusie te trokken over de afstand dat het percolatiowater ee i invloed ui toe fond opliet water van do boe :. Uit de analyses blijkt nauelijk dat liet chloridegehalte niet evenredig is mot de BOD of de COD van het water. De uitgevoerde fysischchenische analyses zijn: f rafipk_l_._nitrietn,ni traain en AumoniumN. Alle drie do bepalingen vertonen hoge waarden op 2. juli 97.Do piek indo resultaten van do COD en de BOD bepaling treedt op op 9 juni 97.Hettijdsverschil tussen do pieken kan te wijten zijn aan de tijddie nodig isom Nitriet.Nitraat on Ammoniak uit de organische stof vrij te Maken, grafiek 2. Het chloride gehalte.dit verandert bijna niet.slechts op 9 juni 97 treedt er oen zoor duidelijk verschil op tussen hot lonster dat bovonstrooms on dat benedenstrooms is genomen. Do ph.do ph stijgt iets ondor invloed van hot percolatiowater, vermoodel i. jk ton gevolge van do gevormde Am.:oniak. De zuurstofverzadiging van het water.het zuurstofgehalte blijft tot ongeveer 2mui hetzelfde.daarna treedt er onder invloed van hot percolatiowater een zeer sterke daling op,die zelfsz:> vor gaat dat het water benedenstrooms van hot lozingspunt op oen afstand van 25noter van het lozingspunt zuurstofloos is.bij hot stopzetten van het lozen treedt er een zoor sterke verbetering op.als er in de buurt van 2 augustus weer begonnen wordt met lozen dan daalt hot zuurstofgehalte woor prompt tot nul. Bijhot weer stopzetten van hot lozen stijgt hot zuurôtofgehalto woor tot een waaide dio ongeveer gelijk io aan die van hot andore monsterpunt. Do temperatuur.deze voraidert bijna niot. grafiek5 De COD. Naaat hot percolatiowater begint to stromen treedt er nog niet meteen eon sterke stijging op va; do COD.Deze troodt op on 9 juni.dj COD bereikt on 9 juni de waard;van 23 mg/l.hierna noe.itdgod sterk af, totdat hot op 4 augustus ongevou gelijk isaan de waarde van liet water bovonstrooms. Op 2 augustus troodt er voer oen stijging op door hot uit vallen van de installatie dio het percolatiowater moot terugvoeren nnn.v do nroefstort. Het percolatio./atorwordt nu woor in de booh geloosd.ale hot loze weer wordt stopgezet treedt erwcc.v een daling op en de COD ivo.'.i: weer on p.voor gelijk aan die van hetwater bovenstrooms. grafiek /;. Do BOD. De "OD ondergaat dezelfde verandering als do COD. De verhouding tussendo CO!) en de 3 is zeer laag,namelijk,4.inhet percolatiewater is duo alleen maar genakkelijk afbreekbaar materiaal aanwezig. Gezien de hoge waardon.oor de COD on do BOD is het niet verwonderlijk dat de Inspectie Milieuhygicno de lozing van hot percolat.ewator do Ilagiiiolenboek verbood.

7 tabel 3 rysisch~choùii.eche ainlyso van hot wat or van clj Ilagmolenbeek tor plaatco van monsterpunt no.3,ca. 2.,iotur bovonstrooms van hot losingspunt. Da tuui mount om. >:? if to nip. C 9,5 2, , 5 2 gohalté..' G/,75 2,45 3,35 5,45 3,5 3, 5 4, 5.BOD. ug/ COD. ms/l A,a:n]J u.a 2,3 2,2,,,5, 6 3, 6 NicrictN Nitraat'J Ghlorido ph 'G/l ug/ rag/l,;, :;> 5 7,5,,6 5 7,3,6 53 7,75,2," 44 7,25,2,3 5 7,25,, 52 7, 3 5 6, 2, , 5 Datum aon: temp. C?gohalt. : DD COD Ami:iN io.triotn Nltraati[ 'Chloride ph ;tern.. i.irvl mg/l mg/ as/ mg/l ng/ Hg/l 39, 3,4,6,,2 3 7, ,5 ^ ) 6.> 2 3?,7,3,2 9, 2,5 4, ', 3,2 2, 5, 2 3i 44 27,3,3,3,,6,4,2 55 7,5C» 37 7,45 5 7,4 59 7,4 4I7 5,,5,^5 7,2,,2 47 7,25 297«>, 3,,5 3,,5 2,,5 o,, o,,6 47 7,,2 Datum liions tomp.oc O2'gohalte BOD COD AüH.lI NitrietN NitraatN Chloride ph ;tern. : mg/l ug/ mg/l mg/l mg/l :nc/l mg/l 927, 4 5, ,6, l, p 34 7,P^ 2S27 6,5 3,4 24.5, o,p 5 ', > ,433 5,2 4, ,2,3,9,,,,2,, ,5 ',, 7,3 Datum liions temp. C 2gohaltc BOD COD AmmN NitrietN NitraatN Chloride ph Fosfaat :tern. «g/l *s/l in::/i "ig/i mg/l mg/ ig/ 3/I ^57 2O37O 2, 2,9 2,2 Ü,OI,4 46 7,2 4 4, r 27,4,",7 55 7,6! , ,9 7,45 4,5 2, ,5,9 2,2 2,3 ' U,,3,5,/,, ' 7,4 2,5 7,5 7,5"';,,6,,2 2977C > 5,5 43,,3 5 7,': Datii.ii nions temp. C 2 5 ;halte BOD COD Au;. NitrietN NitraatN Chloride ph Fosfaat torn. ag/. ag/ mg/l ' g/ mg/ mg/l mg/l mg/l 437 4,5 3,65 2,3,4 5 7, ,5 5,5 7 23,5 897 *,5 5,35 29, ,5 3,6 32,2,2,2,,4 56 7,5,2,9,; 57?5 5 7,9 7,55,5,4

8 6 ta bolif. FysisciichoMiccho analysa van hot vater van deitagiolonbcoliter plaats^ van monsterpunt no.if, ca. 25 motor benedenstrooms van hut losings ouut. dat Mm riions " temp. C 2gehalte BOD. COD. A...V;N NitriotH NitraatIf Chloride ph t J r n. IS/I ris/ UP:/ MS/3 ing/ as/ as/ ,5 2,,,5 4 7, ,9 3 7,5, ol,5 4 7,5 927 l :. 6, ,3,,9 37 7, ,5 3,3 2 54,6,,7 54 7, ,8,6 4 7, , 5 25,3 i,i 36 7,oo datum iviono" to ;.ip C Oo^ohalto BOD COD AmraIT NitrietN IlitraatN Chloride PH Fosfaat torn. rag/ i.ig/ 7ig/l iïïg/ :.ig/l ag/ j'as/ mg/ 247 4,9 25 4C,,6 53 7,5 ~" 657 3,5 3 67,,,6 52 7,5 " ,* ,,6 55 7,35 " 267 2,6 3 7,5,3 55 o, ,8 4 23,5,6 89, ,7,4,8 6,3 datura t^mp. C Oggohalto BOD COD AiinN iiitriot" IlitraatN Chloride PH Fosfaat iorigtcrn. ig/ W/ iag/ 3g/l c/i a ö /l i.iß/ mg/ 6V7 2, ,,,4 52, , ,5,3 57 4"7 5,5 3,7 7 24,7,5 52 2G7O 5 y; 76,5, 62 7,';5 l, r ' 897 4,5 5, ,9,,7 57 2,2, ?,5 2 26,,,6 5 7,65, Op 267ish..t monster gonom. asijeen boerderij in hot vogelreservaat, ongeveer 5 motors boned.nstrooasvan do stort.

9 B) Macro fauna. 7 Bijhot beoordelen van do macro fauna is or een ondorsch ;idtgemaakt tussen dechironorauslarvor: ono'., andere Chiron.)ri denlarven. Hot aantal tot do macrofauna ; >ohoro ado organis ;,.n dat is aangetroffen is zoor klein.hekenon we hot aantal Mollusken niet mee dan komen wo,zovvol bovenstrocms als benedenstrooms va hot lozingspunt, por monsterpunt per monster niet boven do eoort,.. uit.eoc hot aantal 'ollaskon erbijgeteld ko;:.on we niet boven de 5 soorten por moiisternuntuil,. Hot beperkte aantal is vermoedelijk tov/ijtenaan hot karakter van de boek. Do fysischchomischo analyses die door het ïïatorschap Bogge endinkel zijn verricht gevou geen volle üg boold van het.karakter van de beek.hot is jammer dat er bij de f ysischchomisch.: analyses van het water goon bepalingen van do zwar::metal.:! zijn gedaan.do aantallen organismen van Oen bepaalde soort zijn vaak zo.r groot.hot in grote aantallen voorkomen is oon aanwijzing dat hot milieu voor dit organisme zoor geschikt is. kijken we naar de organismen die voorkomen bij de eerstj monstornamo op 6 augustus 97 'Mi beoordelen we d.ezj volgens hot saprobiensysteem van Kolkwitz (I95O)da valt dat er zowel Tubifex spec, als Bithynia tentaculata aai.'wozigis.tubifex spoc. zijn specif lek voor een polysaprobo situatie en Bithynia tontacu.latavoor oon bmososaprobe situatie.dit.naakt hot zoor,'o.ilijkto zoggen welke omstandigheid er heers t. Vergoli jken we de saionstelling van do,:onstorsdie genomen zijn op G augustus "7 mot elkaar dan blijkt dat Tubifex wol bovonstroomsmaarniet benedenstrooms van het lozingspunt voorkomt.verder komen er zonvol bovonstrooms als benedenstrooms orgnis. : envoor die een indicator zijn voor a baososaproob milieu.(valvata piscinalis ; Bithynia tontaculata,, Ly.rnea ovata on Culex spoc.)er zijn er zijn.chtorwol verschillen in de aantallen waarin do organismen voorkomen.hut feit dat er bijmonsterpunt Uzov/oinig organismen voorkomen kan te wijten zijn aar do vervuiling.kijken v/o naar de BODê.ido COD di.; hier heersen dan moeten v/ococluderon dat hot ontbrekon van organismen tewijtor' is aan de zoor hogo saprobio van do book. Op 26 auguscus 97 zijn or monsters genomen op do punten3,bcn6.p grond van hot voorkomen v:n Valvata piscinalis,lymnoa ovata,l,ymno:.i poregra, Sialis lutaris on Chironomi denlarven kunnenw.. concluderen dat bij monsterpunt y oou a tot b~ iososmproob milieu heerst.b:ij monster,unt 5 komen zowel organismen voor die een indicator zij] roor een polysaprobo situatie (Tubifex spoc),j;:iamos;.."prooo milieu 'Cnirouomidenlarvon) en oen bmosooaproob milieu (Culex spec.) er..oü ol.lgosaproob milieu (Lymna poregra).dit maakt hot zoor mooi.lijk te bopale.; mot.elke trapv,i het saprobiensysteom we temaken he boen.van de indicatoren voor oen oolysaproob milieu is slechts een exemplaar aa..wczigen van do indicatoren voor een oligosapi b milieu cwo.; stuks.do indicatoren voor een a en b.msosnproob mili,ukomen in. ; rotero aautalljn vo.<r.vermoedelijk hebben we hior to maken mot een a tot b.;ososaproop milieu. Bij.ïonstorpunt 6 zijn de indicatoren voor oon b::sosnproob.::llieuinck. mo i.rdorhoid. (Valvata piscinalis,blanoroio corneus, C'.ir :>'o oidonlar vo.óulex spec. ) Hier hebber we dustomake,i met een b,.esosnpro jb milieu. Op s.ptombor I97O ie er oljalle 6 de nonstovpunten oa. nonster g nomen. rlonsterpuot n,.. I/it het voorkomen vonvalvat piscitwu :.r: en Chironomusl'rven kan gococludeord..ordendat we hier te.;.k... hebben mot oona tot b lesoeaproob milioc. onstorpunt r:o.2.uit hot v.icrkomoa van Glosslphonia co.iplanrte., Valvata piscinalis, Bithynia tentacula ca,lym:io. ovata on Chironoaus L,rven kan geconcludeerd worden dat wo hior ooi:te mak on hebbon mot e.,n a tot br.iososaproo o milieu. Voor do r.ionste rannte:: >,., 5en 6kan uit do aanwezigheid van zowel a als binososapiw.ooorganis.'.on (Valvata ß sc 'lis, Bithynia tentaculata, Lymnoa ovata, ChiroriomussarvenenChironomido;il.".rv>.n) gococludojrd worden dat wo bijal deze monsters temak.:nhobo.. met se;a tot bnososaproob

10 Milieu. Uit de aacrofauiiasoorte a die in da book voorkouen kunnen uo afleiden dnt oi' in de OCO'Ï zowel boveiis troops als b jnedenstrooms van tut lozingspunt eo.i a tot Lvisoa"?", oob,..ii.liv heers t.vorplnat :. iagvan organismen door stromia"kan uitgeslotenwoi don, daar Pisidium s;iuc,dio toch zee,' gemak.'telijk meegevoerd kunnen worden door hoc raur alien bovonstrooia v.n hot lozi.igc. punt worden nauge troffoil.:u organismen moo to kunnen voeren is do stroom veol t,zwak.verschillij tassen d. dagen waarop de aonstors genomen zijn, zi n or ook niet,dp alleji de dagen zijn er na. go n oea" dezelfde organismen aae.'.'ezi'. Do lozing van het pareolntiewator in do beek heeft dus ß^jun invloed op do soort:, or.^nisj. n van de gevonden necrofaunn. Kijkenv.'c naar de aantallen organismen d :; va eoen soort voorkomen onwol in het biezondcr naar do aantallen Valvata piscinalis,chirononiienlarven on Chironomuslarveu.dan blijkt or toch welenlg verschil t. zijn. Ui j hot vergelijken van de aantallen van oen soort gaan wo,. van uit dat geldt dat, hoe groter het aantal,dos t:; boter is hot m.lieu voor dit organisme endoe te dichter wordt het.ïilieu benaderd,waarvan dit organisme e n indicator is. (zie grafieken p,6 en 7)Bij het beoordelen van deze prafiekan moet er rekening.ee worden gehouden dat r op r r '? gemonsterd is bijde punten 2,k en 5;op 26P7 bijdo punten 3,5 on 6;on 97 bij de punten,2,3,'f, 5 en 6. Vergelijken wo do op6~ n 7 genenen monsters net elkaar dnn blijktdt allen Valvata piscinalis voorko.at, uitgezonderd bij monsterpunt 2 on 5 wann ook nog enige Chirono muslarven on Cuironomidcnlnrven voorkoion. we kunnen dus zeggen d t er op e 7 een bnesosaproob milieu heerste. Uit het voorkomen von Chirononidou en Chirono iuslarveu bijpunt 5 blijkt dat het water benedenstrooms neer seprooa ia dan bovenstroor.isdoch do Chirono.iidon en Chiroriomu.larven 'een in zo kleine aantallen voor dat het te verwaarlozen is.uit de cijfers van de BOD en de COD blijkt dat er bovonstrooms en benedenstrooms bijna geen verschil is, warnee do macrofaun." dus ovoraonkoat. Vergelijken we de aoreters genomen op 26 augustus uet elkaar,d m blijkt het aantal Valvata piscinalis afgenomen te zijn en de aantallen Chirono. lidcnon Chiroiiomuslarvon to.genoden.de mogelijkheid dat ze aangevoerd zijn.ïoet uitgesloten worden omdat er bov.nstroo.m van de punten 5 en 6geon grote aantalln Chirono aus on Chirono. aidenlarvenvoorko..!..'.'. Bij de monsterpunten 5en 6is ons een vervuiling opge treden. DG na..til.l.. n Chirononiden enchironoi.uslarvou zijn hot.rootst bij monster mnt 6. Hieruit moot geconcludeerd worden dat do/u Verontreiniging zo groot j.s geweest,dat n.iet zeker is dat bij aonsterp' r t ' hei. optimale '.ïilieu voor de Chironomus en Chironomidenlarve nnog niet ia bereikt.het optimale niveau voor do b'.id.: larven ligt vermoeden,;,! nog verder stroomafwaarts. Uit de cijfers van de BOD en de GOD blijkt dat er een vervuiling is opgetreden, doordat het lozen nervat wead,omdat de instailati..du. het oercolatio / a ter t e r u g v o e r d e n e a r d e >r o. f s t o r t o e. ṟ 7 O \ i t v i o. In de monsters di; genomen zijn op aihisim 9V"~> hoeden grotere aantallen van de ' : ri. organisioi voor dan in het manster va.; 26 augustus.het aantal Valvata piscinalis aoe.it bij monst JV punt no. 6 to. en neemt bij monsterpunt no. D,,og verder af,ter,ijl er bij 2 o ;kau et.rk.toen.nooptreedt. T etara,tal Ckironomidenlnrven ne.nat bijalle monsterpunten sterk toe.uitgezonderd punt p,waar ewi afname optrm.dt.bit h t aantal Chiron Chirononuslarven bijnons torpnnc 5 blijkt dat hior c.n voor dit organisme beter milieu heerst dan bijde andere punten.bij punt 5heerst oen polysaproob Milieu.3ij punt A en 6komen ong,ve r gelijke antlien voor. Dit kan betekenen dat bij aunt k ÜJ se v robie te gro.t w.a o.: een optimaal milieu «oorchironomuslarv..n te vormen en bij punt 6de sapre»bie te klein was om en optimaal milieu te vormen. Îit blijkt overeen te ee.i,.: met de conclusie,die uit de aan talion Chironomideu die bijde diverse monsterpunten voorkomen,g.. trok.nen 'am worden.

11 9 Hct toeno.: jii van.nt.il Chironomidonlarvon net do afct.md tot hot lozingsa U"C oo t.kontdit (I. OL to vuil is om Chironomidoiilarvon to liton gedi jon, omdnt do Chironcmidoulnrvon minder siproob v.mtj. nodig ho boon dan de ChironoMu.^l^rv^n. oit do. COD on dû BODb paling blijkt dat or bij nigoen verschil is in do kwaliteit tussoilut viter bovotistrooms on bonedons troons vin hat lozingsnuuo.hot kan i;ijn dithtvator in do book vorvangoïi is, maar dit uitori.nl dit op d. bodem torocht isgokomoiinog nio t afgebroken is on dur voor oon nndor miliju zorgt dnhot.ator hooft. Dat er oon correllati.; jostaat tusse,iiot voorkomen van modder, schaduv.' on plan to ng:ooiou hot voor :or.u n van Valvata piscinalis, Chirono muslarvo;i cri ChirononUdonlirv'Ji la moeilijk to bool jzc i.ki jkonvo ir\vohot voorkomen vin Valvati piscinalis dan blijkt dozo so )rt j.a groto aantallen voor to komen bij punt,. on 5maar nio t bij l,torwijl bij all. drie do aonstorpla.tson plantengroei,aanv/ozig is. Voor Chironomidonlarvenkin hetzelfde gezegd worden mot betrekking tot deaanv/ezigiieid van modder, doch hier koit ook duidelijk tot uitting dat vervuiling een sterk invloed hoeft.wat betreft het voorkomen van Chironomuslarven ; hier ko.pt eveneens de overheersende Invloed van dovervuil:.ng duidelijk tot uitting.volgens grafiek no. 7koüiondoChironomuslarve:i slechte voor op plaatsen var modder aanwezig in, doch deze modder kan veroorzaakt zijn do;o de verontreiniging van de beek,zodat do vervuiling tochtic overheersende invloed is. bit de vergelijking van da aantallen organismen vaj oen soort blijkt zeer duidelijk dat hot lozen van hot porcolatiooater wel een invloed heeft op de.iiacrofauna van de beek. Slotconclusie Door hetlozen van het porcolatievvater in de beek treedt er een sterke vervuiling op.de.oe vervuiling komt vooral tot uitting in de COD, de COD en in do afname van hot zuurstofgehalte van het water.de invloed op de macrofauna komt tot uitting in hot toenemen van d?aantallen organic men van één soort, die bestand is tegen de verontioi ;iging en het bijna geheel ontbreken van oligosaprobe soorten.'iet aantal soorten orgmismen verandert bierbijnauwoli jka.

12 tabel 5. lijst van or^anisaen. monsterpunt no.. açnstcruaine op 997. Aantal organismen po>r 9 dm 2, Valvata piscinalis Anisus planer )ia 2 P i s d i u :n s p e c. CliironOiiius larven Chiro.nomiden larven Culex pot)neu 9 2 lonstorpunt no.2. ionsternaae $>^G8,7. Tubifex spec. Vielobde a stagna s Valvata piscinalis Bithynia tentaculata Lyr.mea ovata Anicus planorbis Anisus concorcas Anisus albus Sphaeriu.nlacuftre Succinea spec. Pisidium spec. Chironoraiden larven Chirononiiden poppen Tabanus spec. Noterus snee. k I."ons ter name op 97 Tubifex spec. Liainodrilus spec. Nais spec. Helobdella stagnalis Glossiphonia co;nplanata valvata pisciualis Bi ciynia tentaeniata Lysine aovata. Physa spec. Sphaeriu. i spec. Pisidivai spec. Chironoaus larven Chironomiden larven Uoterus epec. Diptera sace

13 Vervolg tabel 3. Monsterpunt no. 3Monstername op 26 ^?.Aantal organisten per 9 dn^, Valvata piscinalis 3 Lyrnnea peregra Ly" meaova ta 2 Sphaerium spec, 5 Pisidiurn spec. 6 Chironorauslarven 3 Chironoin.idenlarven 2 Culex poppen TabanUG spec. Pluraosa spec. Sialislutaria Culex larven 6 tiendoorn stekelbaars Monsternaae OD 97. Monsterpunt no. b,,monstername op 687T Valvata piscinalis 2 Lymnea ovatc' L\ Planorbis corneus Sphaeriu.'.i spec» 6 Pisidium spec. 23 Chironomiden larven 2 Tabanus spec. Hydroporus spec. Valvata piscinalis 4 Lyrnnea ova ta 2 Planorbis corneus Pisidium spec. 3 c.f.hydrocampa Diptera spec. l Monster nameo_p_9.7q_«.. Valvata piscinalis Bithynia tentaculata Lyrnnea ovata Anisus planorbis SphaeriU:.. spec. l Chironomus larven 33 Chirono.aiden larven 28

14 2 Vervolg tabel 5. Monsterpunt no. 5.iongterriaiie op637.aa.italor:janis;i«aoer Euiiyodrllus spec. 2 LiiTinoclrilus ;.;pec. B Glossiphona coiplanata Valvata piscinalis 2 Lyninea spec. 5 Pisidiui.iipee. 5 Chironomu^ ] ar ven 2 Chironomideu larve P, Culex larven 2 Culex p open ^7 ''onsteraame op Tubifex ftpec. Valvata piscinalis 26 Dithynia tentaculata 9 Iyirmea peregra 2 Lyirinea spec. Anisus planoroio Anisus albus ] Pisidium spec. Chironomus larven Chironomiden larven 6 Culex larven 3 Culex poppen 3 Megalopha spec. Honstername op 97. Valvata piscinalis 35 Bithyuia tentaculata 3 Lymnoa peregra An.i.sua concortus Anisus vortex. Pin r! iu.. s pe c. L\ Chirononis larven 42 Chirono^ilean larven 7 Culex open 5 Anopheles poppon 2 i'ever larve

15 3 Veivolg tabel3 "lonsterpunt no.6. rionnternauio op?x.~' 7.Aiital organismen per 9d;,i2, V a v a t a i > i G C i n a i. n 3 Lymnea spec. Planerbis corneus Anisus albus Pisidium spec. Chironoiflus larven 3 Ch:i ronoinidoalarven 36 Culex spec. Tabanuc spec. 'ionstornamo op 97. Valvata piscinalis 7 Biihynia tentaculata Lymnea peregra n isidium.spec. Chironorau.s larven 4ü Chironomiden larven 2 Culex larven Dytiscidao spec. Diptera cpec. Slalis lutaria 7

16 4 ßijlage. Door het Waterschap Rogge en Dinkel weiden terzake van iiot lozen van afvalwater afkomstig van de stortplaats voor vastvuilverwerking tearnbtdeldon de volgende voorwaarden gesteld. a.de vergunninghouder dient op eerste aanschrijven van hot dagelijks bestuur van het waterschap de als gevolg van het gebruik naken van deze vergunning ontstane schade aan bcddlw goi taluds dor leidingen waarop verontreinigd water wordt geloosd te herstellen en het als aevo.lgvan hot gebruik..»aken van deze vergunning noodzakelijke meerdere onderhoudswerk aan deze leidingen ait te voeren. b.de vergunninghouder is onverminderd het 'Opaaldo invoorwaard.; a d.ezr vergunning verplicht aan hot watersenap na. eerste opgaat' van het dagelijks bestuur te vergoeden de door het waterschap te naken kosten, die zijn of zullen ontstaan als gevolg van het gebruik maken van deze vergun'ing, daarbij inbegrepen de...oston va. eventueel door hot waterschap te verrichten werkzaamheden, als bedoeld in voorwaardea_ dezer vergun ing.als.lododo kosten va.technische enadn.nistr" tieve arbeid ton behoeve van de vergunningverlening, toezicht e.d. die hot nor..alete boven gaan. c.door het gebruik naken van dezo vorgnnuia doet de vergunninghouder bij voorbaat afstand van allo aanspraken wegens schade,voortvloeiende uit of verband houdende met do overoe komst deze ver; un::tig, uit te voeren c.q. uitgevoerd..,.erken en vrijwaar het watoreche p voor allo aanspraken van derden wegens v/ettelijke aansprakelijkheid deswege,oen enendar onverminderd do aansprakelijkheid voor schade,ontstaan door schuld,medeschuld en/of opzet van de zijde va i het waterschap en de in zijn dienst zijnd; personen, overeenkomstig d : normale regelen van aansprakelijkheid volgen: het burgerlijk recht. d.de kwaliteit van het te lozen water moot voldoen aan d; volgende eisen: l.de biochemische zuurstof behoef temag niet hoger zijn dan P. mg/l. 2.Het a'iimoniakstikstofgehalto mag niet hoger zijn dan lp mg/l ; 3.na oen uur bezinken lagde hoeve lhoid bezinksel,gome te i in oen I.hoffg] as met eenwaterhoogte van', mm, niet moer bedragen dan gemiddeld,3 ml/l en maximaal, 3 il/l; '+.dezuurgraad mag niet hoger zijn dan,3 on niet lager clan6,5; 5.hot sulfnatgcknlte>a.g det hoger zijn da 3» mg/l; 6.het chlorida.geha.lte.«ag niet honor zijn da 3 ig/. o.in het water mogen de navolgende stoffen, niet voorkoken:.minerale oliën en vetten;?.. giftige stollen in voor biologisch.; a el fr ;Luig.ing achadel L jke hoeveelheden; 3eXijlosiov j s tof fen,radioaktiave?.tofi':iof stoffen die nianwoarl'st veroorzaken ; k. sli jksto feu en drijvende s to r feu,al,=>..edegrove bes tandde lenin onaanvaardbare hoeveelheden on/of ore invaardbaros>.:nis U,tl Ing.

17 5 LITBKATUILRLIJST Adam,\'i.,96 F';un; de Belgique Torao:Mollusques ^jrroçtrcs et Dulcicoles. Ouvrage) édite parla patrimoine do» Instituai, royal dors Sciences naturelion do Belgique. Bruxelles. Bau or, A.,96 Die Süssv/asscr j'au i.a Deutschlands. Ho ftiif. Gustav Fischer Verlag Stuttgart. Bonthea Jutting,\j'. G. S. v.fania van Nederland a flevering 8 : Mollusca. A.'/.Sijthoff's UitgeverijN.V. Leiden,93 5 Berger,.,966 Leitfaden der Trink und Brauchwasserbiologie. Gustav Fischer "'erlag Ctuttaart. 965 Biological Probiens in 'later r ollullou. Third Se :inar,august 57, 962. U.S. Department of Health,education and ri elfare, Public I'ealthService Division ofl/atersupply and Pollution control Cincinnati,Ohio Public Health Service publication!o.999ïïp25. BrikhurstjR.O. Chu.H.F.,9^9 Aguide for the Identification of British Aquatic Oligochaeta. Freshwater Biological Association Scientific Publication no. 22. How to know the immature insects V.'n. C. Brown Co pany Publishers. Dubuque,Iowa Dresscher,Th.G.F., De Nederlandse Bloedzuigers. H.Engel en Wetenschappelijke.ied^dslingkoninklijke' Nederlandse A.Middelbeek,I96 Natuurhistorisch.: Vereniging no. 59. Hentschel,E.,969 Das Leben des Süsswassers. B r n s t Reinhardt Verla g b u c ha ndu ng. ; îunchen. Klein,L.,962 River pollution 2. Causes and effects. Butterworths,Dondon. i'olkv/itz,r.,q+ Pflanzeuphysiolo pie. Verlag von Gustav Fischer Jena

18 6 Vervolg Literatuurlijst, Kalkwitz,R.,95 Liebaann.H.,96 Macan.T.T.,959 Oekolor.io dor.'5 iprobien. Schriftenreihe dos Veroiua f 'l'asser 33oaon und Luithygiene, BerlinDahlem. PiscatorVorlay Stuttgart. Handbuch dor irrischv/acsor und Abwasserbioloaio dool en 2 R.Oldenbourg Hü a c ho a. Aguido to Freshwater Invertebrates Animals Hp ZG l ' >atson and Vino y ltd. Ayl~sbur>o and Glough. RodckG.H.C.,9V" Hydrobiologie vaa Hodorland C.V. Uitgeverij v/h C. de liocr j Aasterdaai. r. Stanek.V.J.,96c 96if Waters,T.F.,965 Y'oscnbor, ;Lund, C., 9^> Leen fcvaar, P., o. a., 96 e } Das groasc Bildorlexikon dor Tnackten. C.ßortelsnvan Vorlag Gütersloh. Do Verontreiniging van de Ovorijaolse Vocht on de Dinkol Rapporten Hydrobiologie 2. Provinciale v^terstaat Zwolle. Interpretation of Invertebrate dri?t in streams 3cology.A6 Biologie rior SüaGvaascrinsekt.n Ckljld.itdlsko Boghadol Nordi.sk Foriaa, T Po ao una go a. Do duidelijke Vechtplasce, Flor en Fauna Pivonv^rhainaklta. no. V

19 \<x *\ i 5«n.. rnom^fp'*'*^ bov«n$tooo»m4 i *ft % %T~V ^ % %»J *L ié/ w;; '} } *> '3 l\ lq>»no»»te» nu. i^c.

20 Aanboi V/»UuJ>a pisanal^ per m»"*fcer*a.m& per»«o'ntht.»?^«.*: o roe«. rv\o «xs t via. «w t v \\Ndd.'}.6Sic>!p ///// ITAOnSfc r fname. ///ƒ de. /oazajo C2Z JSS?I JMrvionshcr p^n^en

21 T * fce.rre'»a Vuil«;kopf; ToE^N&sy/gr? piîiiiejlf?.^ icw I: WOO»»^^Ucrt,^

22 prot^vw.>l.»toft ijjo J«.nss*rv \ \ V monjttrrv*mt / / 'V// rr>of\tktirii«.rv\». A.c*.. to~<n «fifo V y fite 5 m»r>*u.rp*ttte.n

23 IWmioUnlftctU amf>ckn4 3 \<kn\i*<n. maoikrpuat ktvtnstreoryi. fl )\ M M / \ I I» l i i % % % \ % % % % % % x k % 7 tli Xt Ol Vf cufcim '2 7 monsur MMt

24 l «fc % «Ä % * ^ '# )'i % n ICI % ^ 'Î, rino»nol««bee»k \

25 monsterpunt b(w«.«&croom% M \ t> ^ \ l l % % (i '5 /ff % '7 7? it /? i i Cf?ji data,ix ^ fi.ovtata.t.a.m'e

26 proef jall.»t»tt «o uroti monsttrrv<».*w«. mansts" 4 '*'' / 7 3 IÄÄ 5 / ƒ tód n....ln.hnnki