Meten, rekenen en redeneren in de ruimte

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Meten, rekenen en redeneren in de ruimte"

Transcriptie

1 Dag van Wiskunde tweede en derde graad 18 november 2006 Werkwinkel 9 Meten, rekenen en redeneren in de ruimte Jan Roels Deze workshop sluit aan bij de volgende eindterm van de tweede graad: de leerlingen lossen eenvoudige problemen i.v.m. ruimtelijke situaties op door gebruik te maken van eigenschappen van vlakke figuren. De deelnemers berekenen afstanden en hoeken van concrete voorwerpen en kunnen zo ervaren hoe tastbare ruimtelijke voorwerpen een hulpmiddel zijn om het nodige ruimtelijke inzicht te verwerven en de overstap naar mentaal redeneren te kunnen maken. De workshop is in grote mate gebaseerd op het artikel Ruimtemeetkunde in de tweede graad uit Uitwiskeling 16/4. In dit artikel vind je achtergrondinformatie bij de workshop. Enkele uittreksels uit dit artikel zijn bijgevoegd. Meer informatie over het tijdschrift Uitwiskeling vind je op

2 Een schommel D 1 m C 4 m A E F B 1 m Hierboven is het vooraanzicht van een schommel getekend. In de tekening is CE evenwijdig met AD en DF evenwijdig met BC. 1. Bereken AB. 2. In werkelijkheid stelt AD niet één staander voor, maar twee. De ene staander loopt, behalve naar links, ook 2 m naar achteren. De andere loopt twee meter naar voor. We willen weten hoe lang die staanders zijn. (De schommel past in een balk. Teken eventueel de schommel in deze balk om je redeneringen te ondersteunen.) S A U T B V Werkwinkel 9: Meten, redeneren en rekenen in de ruimte, Jan Roels 2

3 Een piramidevormig dak 4 m 8 m Op een huis met een vierkantig grondplan wil men een dak in de vorm van een piramide zetten. (Zie figuur.) 1. Hoe lang moeten de vier draagbalken uit de hoeken van het gemetste gedeelte tot de top zijn? Maak eerst vlakke tekeningen waarin je de afstanden (op schaal) kan meten en redeneer hierop om de afstanden te berekenen. 2. Bereken de hoek in de top tussen twee overstaande draagbalken. (Men heeft deze hoek nodig om de draagbalken goed te kunnen afzagen.). Misschien maak je opnieuw best eerst een tekening waarin je de hoek kan meten. 3. Op de zolder wil men nog een kamer met rechtopstaande muren maken. Hoe groot kan deze kamer zijn als men die minstens 1,8 meter hoog wil hebben? 4. Bereken de inhoud van deze kamer. Werkwinkel 9: Meten, redeneren en rekenen in de ruimte, Jan Roels 3

4 De inhoud van een regelmatig viervlak Bepaal de inhoud van een regelmatig viervlak met zijde a. Werkwinkel 9: Meten, redeneren en rekenen in de ruimte, Jan Roels 4

5 Een tetraëder in een kubus 1. Hieronder zie je een kubusvormige doos met ribbe 10 cm en een regelmatig viervlak met ribbe 14 cm. Zou dit viervlak volledig en ongeschonden in de doos kunnen?? 10 cm 14 cm 2. Bereken nu op een andere manier de inhoud van de tetraëder die net in de kubus past. Werkwinkel 9: Meten, redeneren en rekenen in de ruimte, Jan Roels 5

6 De wereld rond Een schip bevindt zich op de evenaar op 40 westerlengte en vaart noordwaarts tot 40 noorderbreedte. Vervolgens vaart het van daaruit 30 oostwaarts en legt aan te Lissabon. 1. Welke afstand heeft het schip afgelegd? (De omtrek van de aarde in noord-zuid richting is ongeveer km. Je mag de aarde volledig bolvormig stellen.) Werkwinkel 9: Meten, redeneren en rekenen in de ruimte, Jan Roels 6

7 Ruimtemeetkunde in de tweede graad Een stukje geschiedenis Ruimtemeetkunde in het secundair onderwijs heeft een bewogen geschiedenis achter de rug. We overlopen deze evolutie kort omdat dit helpt om de nieuwe positie te schetsen die de ruimtemeetkunde in de komende jaren zou moeten innemen. Vóór de tijd van de Moderne Wiskunde was er in het vijfde jaar een serieuze brok ruimtemeetkunde, althans voor de leerlingen die een richting met veel wiskunde kozen. Vooreerst was er de stereometrie. Hierin werd de ruimtemeetkunde (grosso modo) behandeld zoals in het boek De elementen van Euclides uit de Griekse Oudheid. Anderzijds was er de beschrijvende meetkunde, waarin problemen uit ruimtemeetkunde opgelost werden door te tekenen. In deze periode stonden het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht en het systematisch redeneren op meetkundige basis centraal. De Moderne Wiskunde bracht hierin een radicale ommekeer. Het axiomasysteem van Euclides werd vervangen door een axiomasysteem gebaseerd op vectorruimten. Het redeneren bleef aanwezig, maar gebeurde nu veel meer op een algebraïsche basis. Samen met de vectorruimten kwam ook de analytische studie van de ruimte op het programma. De beschrijvende meetkunde werd een onderdeel van het vak wetenschappelijk tekenen en de band met wiskunde verdween. In de praktijk kwam het er op neer dat ruimtemeetkunde een bijproduct werd van lineaire algebra (sommige leerplannen vermeldden zelfs geen aparte titel ruimtemeetkunde meer!). Bij het oplossen van problemen uit ruimtemeetkunde haalden analytische methoden de bovenhand en het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht werd eigenlijk verwaarloosd. In het vrij onderwijs kwam er een correctie via een leerplanwijziging in De nadruk kwam weer meer te liggen op de meetkunde zelf i.p.v. op de algebra, met expliciete aandacht voor het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht en voor het redeneren op meetkundige basis. In die zin werd aangeknoopt met de periode vóór de Moderne Wiskunde. Eén van de nieuwe verworvenheden, namelijk de analytische studie van ruimtemeetkunde, bleef behouden. Op een voorzichtige manier werd ook de idee losgelaten dat ruimtemeetkunde behandeld moet worden volgens een globaal deductief systeem: om niet te lang stil te moeten staan bij evidente eigenschappen werd geadviseerd om te vertrekken van een grotere verzameling axioma s dan strikt noodzakelijk is, er werd op gewezen dat men kan oefenen in het bewijzen en deduceren zonder dat men werkelijk alles gaat bewijzen, er werd gesuggereerd dat het ordenen van de kennis in een deductief systeem eventueel ook achteraf kan gebeuren Drie componenten Doorheen de geschiedenis die we hierboven geschetst hebben, kunnen we drie belangrijke componenten onderscheiden binnen het onderwijs in de ruimtemeetkunde: de meetkundige inhoud zelf: vooral het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht, maar ook een deel basiskennis over ruimtefiguren logische aspecten: redeneren en bewijzen, deductief ordenen van de kennis gebruik van analytische en algebraïsche hulpmiddelen Er was een wisselende aandacht voor deze drie componenten in de loop van de geschiedenis. Constanten daarentegen waren dat ruimtemeetkunde (in deze vorm) voorbehouden werd aan wiskundig sterke leerlingen en dat dit onderwerp in het vijfde en zesde jaar geprogrammeerd stond. Werkwinkel 9: Meten, redeneren en rekenen in de ruimte, Jan Roels 7

8 Nu Met betrekking tot de eerste component, het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht, gaat men er tegenwoordig van uit dat dit voor alle leerlingen van belang is. Daarom is, in het kader van de eindtermen, ruimtemeetkunde niet langer voorbehouden voor de wiskundig sterke leerlingen, maar vinden we dit onderwerp terug in de basisvorming. Bovendien is men er nu van overtuigd dat je vroeg genoeg met ruimtemeetkunde moet beginnen als je het ruimtelijk inzicht wil stimuleren. Dit verklaart waarom ruimtemeetkunde nu ook opgenomen is in de eindtermen van de eerste en de tweede graad (dit laatste nog onder voorbehoud omdat de goedkeuring van de eindtermen in het Vlaamse Parlement nog steeds op zich laat wachten). De tweede en de derde component, de logische aspecten en de algebraïsche hulpmiddelen, blijven grosso modo, zoals vroeger, voorbehouden voor de wiskundig sterke leerlingen en blijven in de derde graad (onder voorbehoud, want de besprekingen hierover zijn nog aan de gang). Samenvattend kan je stellen dat het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht bij de leerlingen de voornaamste bedoeling van ruimtemeetkunde in de tweede graad is (en ook van die in de eerste graad). Een meer systematische behandeling van ruimtemeetkunde, met aandacht voor de logische en de analytische aspecten, is voorbehouden voor de derde graad. Overeenkomsten én verschillen tussen de eerste graad en de tweede graad In de vorige paragraaf werd vooral de nadruk gelegd op de overeenkomsten tussen de ruimtemeetkunde die in de eerste en de tweede graad behandeld moet worden. We blijven nu even stilstaan bij de verschillen tussen deze twee. In de loop van de vier jaren zou er een evolutie moeten plaatsvinden. In de eerste graad worden enkele soorten ruimtelichamen centraal gesteld (kegel, cilinder, piramide, prisma, bol, ). Van deze ruimtefiguren worden voorstellingen gemaakt, doorsneden bepaald, oppervlakte en inhoud berekend, Meer dan dat hoeft er in de eerste graad niet te gebeuren. In de tweede graad wordt vanuit deze ruimtelichamen heel voorzichtig de stap gezet naar (onbegrensde) rechten en vlakken en eigenschappen over onderlinge ligging. Het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht centraal stellen Uit recent onderzoek blijkt dat het wel degelijk mogelijk is om het ruimtelijk inzicht van de leerlingen te verbeteren. Het werken met modellen van ruimtefiguren en het maken en lezen van tekeningen spelen hierbij een grote rol. Uit onderzoeken blijkt verder dat het ruimtelijk inzicht juist niet gestimuleerd wordt als de logische of analytische aspecten te veel of te vroeg op de voorgrond staan. Drie manieren om ruimtelijke situaties voor te stellen Bij ruimtemeetkunde willen we drie manieren onderscheiden om met ruimtelijke situaties om te gaan: je kan de ruimtelijke situatie tastbaar aanwezig maken in de vorm van een ruimtelijk model, je kan er een vlakke voorstelling van maken en tot slot kan je je een beeld vormen in je hoofd van de ruimtelijke situatie. Als je ruimtelijk inzicht hebt, dan betekent dat dat je je een correct mentaal beeld kunt vormen (op basis van een beschrijving in woorden, een tekening, ) van een ruimtelijke situatie en dat je dat beeld ook succesvol kunt hanteren om problemen op te lossen. Onderzoek toont aan dat het voor het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht van belang is om voldoende lang met ruimtelijke modellen te werken. Je kan die ruimtelijke modellen dan van alle kanten bekijken, je kan ze in verschillende standen zetten, je kan bepaalde onderdelen meten Zeker in de eerste graad, maar ook nog in de tweede graad, zijn dergelijke modellen eigenlijk onontbeerlijk. Je kan de leerlingen Werkwinkel 9: Meten, redeneren en rekenen in de ruimte, Jan Roels 8

9 bijvoorbeeld enkele eenvoudige modellen zelf laten maken (kubus ) en hen die laten gebruiken in de klas, op een overhoring Je kan dergelijke ruimtelijke modellen (of materiaal waarmee je ze kunt maken, b.v. Polydron; aankopen, maar je kan ze ook eenvoudig zelf maken. Met stevig papier of karton kan je een kubus, een balk, een piramide, regelmatige veelvlakken maken (of door je leerlingen laten maken). Ook kinderspeelgoed (K nex, Meccano, Lego ), rietjes, barbecuestokjes, pingpongballetjes kunnen hier heel wat diensten bewijzen. Geleidelijk aan moeten de leerlingen ook loskomen van deze modellen. Uiteindelijk moeten ze er toe komen dat ze problemen kunt oplossen i.v.m. een ruimtelijke situatie zonder dat die tastbaar aanwezig is. Forceer de leerlingen hierbij echter niet. Laat hen toe om hun model terug boven te halen als blijkt dat ze dit echt nodig hebben. Vlakke voorstellingen ontmoeten de leerlingen niet alleen tijdens de wiskundeles. Denk maar aan een plan van een huis of een werktuig, bouwplannen bij Lego of K nex, foto s Als je er even over bij stilstaat, dan zie je dat er in feite verschillende soorten vlakke voorstellingen gebruikt worden. Een eerste soort vlakke voorstellingen zijn allerlei perspectieftekeningen (gebaseerd op evenwijdige of centrale projectie). Op basis van een dergelijke tekening kan je je een goed beeld vormen van de ruimtelijke situatie die afgebeeld is. Moeilijker wordt het als je moet gaan meten: de lengte van een lijnstuk, de grootte van een hoek, de vorm van een veelhoek worden in zo n tekening niet getrouw weergegeven. Ook op het vlak van onderlinge ligging van rechten (snijden en evenwijdig zijn) is het opletten geblazen. Bovenaanzichten, voor- en zijaanzichten worden ook heel veel gebruikt om een ruimtelijke situatie voor te stellen. Wiskundig gezien gaat het hier ook over een evenwijdige projectie, maar het projectievlak is nu evenwijdig met een aantal belangrijke richtingen van het voorwerp zodat de figuur nu geen natuurgetrouwe indruk meer wekt. Het voordeel van een dergelijke tekening is dat een aantal hoeken en lengten nu wel getrouw weergegeven worden. Een laatste soort van tekening die we willen onderscheiden, zullen we een detailtekening noemen. Je kan bijvoorbeeld denken aan de detailtekeningen die je soms op een plan van een huis aantreft. Van een bepaald detail (b.v. een Velux-raam en wat er rond voorzien moet worden om het raam te plaatsen) kan je de werkelijke afmetingen niet rechtstreeks uit het plan halen omdat het dak een hoek maakt met het projectievlak. Daarom wordt een aparte tekening gemaakt van het stuk van het dak waar dit raam moet komen. Deze detailtekening is een gewone tekening op schaal van een vlakke situatie. Voor het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht is het van belang dat leerlingen dergelijke vlakke tekeningen op een gepaste manier leren hanteren: ze moeten in staat zijn om zich een beeld te vormen van de ruimtelijke situatie op basis van de tekening én tegelijk moeten ze de voornaamste beperkingen van de tekening kennen. We blijven even stilstaan bij de vraag of de leerlingen zelf tekeningen moeten kunnen maken dan wel of het volstaat dat ze tekeningen kunnen interpreteren. We vinden dat de leerlingen eenvoudige tekeningen (een kubus, een vierzijdige piramide, de tekening van de schommel ) zeker zelf moeten kunnen maken. Als de situaties ingewikkelder worden, zal het zelf maken van een perspectieftekening zeker te moeilijk zijn voor de leerlingen. Maar ook dan nog kunnen ze bepaalde dingen zelf tekenen: iets aanvullen in een tekening (bijvoorbeeld een driehoek waarin ze de stelling van Pythagoras kunnen gebruiken), een tekening waarin een detail van de ruimtelijke situatie in ware grootte en vorm op staat (zie bijvoorbeeld de opgave over het dak) Er worden nog andere manieren gebruikt om een verband te leggen tussen een ruimtelijke situatie en vlakke figuren. Zo wordt bijvoorbeeld ook gebruik gemaakt van vlakke doorsneden en van ontwikkelingen van ruimtefiguren. Werkwinkel 9: Meten, redeneren en rekenen in de ruimte, Jan Roels 9

10 Vlakke meetkunde in de ruimte Heel wat eigenschappen uit de vlakke meetkunde hebben ook toepassingen in de ruimte: Pythagoras, congruentie en gelijkvormigheid, goniometrische formules Dit inzien en het vlak (de vlakken) kunnen bepalen waarin bepaalde eigenschappen kunnen gebruikt worden, is een belangrijk aspect van ruimtelijk inzicht. Deze ruimtelijke toepassingen kunnen met het nieuwe leerplan onmiddellijk bij de vlakke eigenschappen behandeld worden. Bekende voorbeelden zijn: het bepalen van de lengte van de diagonaal van een zijvlak van een balk, de schuine hoogte van een kegel en de lengte van het langste lijnstuk dat in een cilinder past. Daarbij volstaat het telkens om één gepast vlak te vinden en de stelling van Pythagoras toe te passen. Ook heel bekend maar iets ingewikkelder is het bepalen van de lengte van een (ruimte-) diagonaal in een balk. Je vindt die door tweemaal de stelling van Pythagoras toe te passen. Hieronder vind je nog een voorbeeld waarbij de stelling van Pythagoras en gelijkvormigheid gebruikt moeten worden. We werkten dit voorbeeld uit in de vorm van een werktekst om aan te geven welke stappen de leerlingen kunnen zetten om zulke problemen op te lossen. Sommige leerlingen hebben de tussenvraagjes misschien niet nodig. Voor andere leerlingen kan deze uitwerking een houvast bieden om analoge problemen aan te pakken. In de deelvraagjes zit in zekere zin een heuristiek vervat, namelijk het werken met detailtekeningen. Daarnaast biedt het (op schaal) tekenen van de vlakke figuren waarvan men de afmetingen wil bepalen ook een mogelijkheid tot controle van de berekeningen. Een schommel D 1 m C 4 m A E F B 1 m Hierboven is het vooraanzicht van een schommel getekend. In de tekenig is CE evenwijdig met AD en DF evenwijdig met BC. 1. Bereken AB. 2. In werkelijkheid stelt AD niet één staander voor, maar twee. De ene staander loopt, behalve naar links, ook 2 m naar achteren. De andere loopt twee meter naar voor. We willen weten hoe lang die staanders zijn. a. De schommel past in een balk. Teken de schommel in deze balk. Werkwinkel 9: Meten, redeneren en rekenen in de ruimte, Jan Roels 10

11 S A U T B V b. Kun je op de tekening hierboven nameten hoe lang de staander in werkelijkheid is? (Neen.) c. En op de tekening van de schommel die in de opgave gegeven werd? (Ook niet.) d. Kan je een tekening bedenken waarop de lengte van de staander wel zou kunnen worden gemeten? (De lengte van de staander is de lengte van DS als we het vlak SDU tekenen.) e. Welke afmeting ontbreekt er nog om deze tekening te kunnen maken? (de lengte van AD) f. Kun je deze lengte meten in een van de beide figuren waarover je nu beschikt? (Ja, in de tekening uit de opgave.) g. Maak nu de tekening uit d en meet hoe lang de staander is. h. Gebruik nu tot slot de beide tekeningen om de lengte van de staander te berekenen. (Eerst berekenen we de lengte van AD, gebruik makend van de tekening uit de opgave: als we DE verlengen (noem het snijpunt met AB b.v. E ) kunnen we AD berekenen met de stelling van Pythagoras in de rechthoekige driehoek ADE. Daarna gebruiken we de tweede tekening en passen de stelling van Pythagoras toe in de rechthoekige driehoek ADS.) Ook bij de studie van gelijkvormigheid en de goniometrische formules in rechthoekige driehoeken in het derde jaar kunnen voorbeelden uit de ruimte aan bod komen. De oefening Een piramidevormig dag is hier een voorbeeld van. Hier vertrekken we van een perspectieftekening. Eventueel moet via een extra vraag nog eens duidelijk gemaakt worden dat je op zulke tekeningen de meeste afstanden en hoeken niet kan meten of kunnen enkele deelvraagjes de leidraad tot het oplossen van zulke problemen nog eens aangeven. Uiteraard zijn er heel wat mooie toepassingen van goniometrie in de ruimte, denk b.v. aan de onbereikbare toren. Ook hier vind je de oplossing door geschikte vlakken te kiezen. De oefening De wereld rond sluit daar ook bij aan. Het is aangewezen om bij deze opgave een (wereld-) bol ter ondersteuning van de redeneringen te voorzien. Werkwinkel 9: Meten, redeneren en rekenen in de ruimte, Jan Roels 11

12 Een regelmatig viervlak Een tetraëder in een kubus Hieronder zie je een kubusvormige doos met ribbe 10 cm en een regelmatig viervlak met ribbe 14 cm. Zou dit viervlak volledig en ongeschonden in de doos kunnen?? 10 cm 14 cm In eerste instantie zullen sommigen denken dat dit niet kan omdat het grondvlak van het viervlak alvast niet in het grondvlak van de kubus past. Eventueel moet dan de tip volgen dat het grondvlak van het viervlak niet moet samenvallen met het grondvlak van de kubus. Na wat proberen zullen ze dan inzien dat het viervlak eventueel wel op de volgende manier in de kubus kan. Dan wordt duidelijk dat die 14 cm niet toevallig gegeven is. 14 cm is net iets minder dan 10 2 cm, en dat is de lengte van de diagonaal van de zijvlakken van de kubus. Eventueel kan dan de volgende omgekeerde vraag gesteld worden: Hoe groot is de kleinste kubus waarin een regelmatig viervlak met ribbe a op deze manier past? Op een voor- of boven- of zijaanzicht is duidelijk te zien dat dit een kubus met ribbe a 2 is. Op zo n aanzicht kunnen we de leerlingen ook wijzen op de stand van overstaande ribben van het viervlak. Ze ontdekken de eigenschap: overstaande ribben van een regelmatig viervlak kruisen elkaar loodrecht. Je kunt dus een regelmatig viervlak maken door vier rechthoekige piramiden weg te knippen van een kubus. Vervolgens kunnen we de leerlingen het volume van het regelmatig viervlak dat net in de kubus past, laten berekenen. Werkwinkel 9: Meten, redeneren en rekenen in de ruimte, Jan Roels 12

13 Sommige (de meeste?) leerlingen doen het met oppervlakte grondvlak maal hoogte gedeeld door 3 en moeten dan verschillende keren de stelling van Pythagoras toepassen. Op zich is dit een mooie toepassing op het gebruik van deze stelling in de ruimte. Maar andere leerlingen hebben minder werk en geen wortels: V viervlak = V kubus 4 V rechthoekige piramide = 10 cm 10 cm 10 cm 4 10 cm 10 cm cm = 1000 cm 3. 3 Het volume van het viervlak is dus juist één derde van dat van de kubus! Deze alternatieve berekeningswijze verklaart meteen waarom in de rechtstreekse berekening alle wortels wegvallen. Werkwinkel 9: Meten, redeneren en rekenen in de ruimte, Jan Roels 13

14 Bibliografie [1] J. Deprez en J. Roels, Ruimtemeetkunde in de tweede graad, Uitwiskeling 16/4 (2000), [2] N. Berendsen e.a., Netwerk3 vwo, Wolters-Noordhoff (Groningen), 1994 [3] N. Berendsen e.a., Netwerk3 vwo, Wolters-Noordhoff (Groningen), 1994 [4] G. Cuisinier, D. Legrand, J. Vanhamme, Géometrie de l espace par le biais de l ombre à la lampe, Proposition 18 du G.E.M., Erasme (Namur), 1995 [5] C. Gerlach, Was alles in dem Würfel passt, Mathematiklehren 98 (2000), [6] J. Deprez e.a., Ruimtemeetkunde, Acco (Leuven), 1987 [7] H. Eggermont, G. Kesselaers en G. Van Leemput., Ruimtemeetkunde, Uitwiskeling 10/2 (1994), [8] Hawex, Wiskunde B, Verkenning in de ruimte, Freundenthalinstituut (Utrecht), 1997 [9] P. H. Maier e.a., Räumliches Vorstellungsvermögen, De Mathematikunterricht 45/3 (Mei 1999) [10] K. Thaels, H. Eggermont, D. Janssens, Van ruimtelijk inzicht naar ruimtemeekunde (Cahiers voor didactiek 12), Wolters Plantyn (Deurne), 2001 Werkwinkel 9: Meten, redeneren en rekenen in de ruimte, Jan Roels 14

A. Cooreman. 6 MV 3D volume, constructies en problemen

A. Cooreman. 6 MV 3D volume, constructies en problemen A. Cooreman Ink ijke xe mp la ar MV 3D volume, constructies en problemen Leerjaar kk Groep 2 Remediëring 1 3 2 3 Naam: D/201/13280/ ISBN 9 7892 18 i.s.m 7 8 Klas: digitaal Legende iconen Leer dit vanbuiten.

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren 141 Eventjes herhalen : Wat is een homothetie? h (o,k) : Een homothetie met centrum o en factor k Het beeld van een punt Z door de homothetie met centrum O en factor

Nadere informatie

Stap 1: Ga naar Stap 3: Gebruik de pijltjes om te navigeren tussen de bladzijden.

Stap 1: Ga naar   Stap 3: Gebruik de pijltjes om te navigeren tussen de bladzijden. Stap 1: Ga naar www.wiskundewereld.be/bzl-ruimtemeetkunde.html Stap 2: Klik rechts op de witte knop. Stap 3: Gebruik de pijltjes om te navigeren tussen de bladzijden. Stap 4: Links zie je waar je je in

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Meetkunde

Hoofdstuk 4: Meetkunde Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen Assenstelsel Lineair

Nadere informatie

handleiding pagina s 434 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 12: bladzijde Werkboek

handleiding pagina s 434 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 12: bladzijde Werkboek week 13 les 5 toets en foutenanalyse handleiding pagina s 434 tot 443 nuttige informatie 1 Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina s 374 en 375: vierhoeken pagina 376: eigenschappen van diagonalen in vierhoeken

Nadere informatie

Domein A: Inzicht en handelen

Domein A: Inzicht en handelen Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Preambule Domein A is een overkoepeld domein dat altijd in combinatie met de andere domeinen wordt toegepast (of getoetst). In domein A wordt benoemd: Vaktaal: het

Nadere informatie

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] 8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] Een prisma heeft twee evenwijdige grensvlakken. Een grondvlak en een bovenvlak. De andere grensvlakken zijn rechthoeken. De hoogte van de prisma is de lengte van de opstaande

Nadere informatie

Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde

Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde Erratum Meetkunde Je vindt hier de correcties voor Handig met getallen 4 (ISBN: 978 94 90681 005). Deze correcties zijn ook bedoeld voor het Rekenwerkboek

Nadere informatie

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 4

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 4 Wiskunde Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 4 Paragraaf 4 Het inproduct om hoeken te berekenen Opgave a e hoek is kleiner dan 4, want het dak zelf staat onder een hoek van 45, en de kilgoot loopt schuin

Nadere informatie

met tijdseenheden overig niet-metrisch moeten zelf bedacht of opgezocht worden a geheeltallig en < 10

met tijdseenheden overig niet-metrisch moeten zelf bedacht of opgezocht worden a geheeltallig en < 10 Meeteenheden omrekenen 1 2 3 4 5 Eenheid n n = 1 n = 2, n = 3 n > 3 Omrekeningsfactoren uitsluitend metrisch met tijdseenheden overig niet-metrisch Omrekeningsrichting van groot naar klein van klein naar

Nadere informatie

GEOGEBRA 5. Ruimtemeetkunde in de eerste graad. R. Van Nieuwenhuyze. Oud-hoofdlector wiskunde aan Odisee, lerarenopleiding Brussel

GEOGEBRA 5. Ruimtemeetkunde in de eerste graad. R. Van Nieuwenhuyze. Oud-hoofdlector wiskunde aan Odisee, lerarenopleiding Brussel GEOGEBRA 5 Ruimtemeetkunde in de eerste graad R. Van Nieuwenhuyze Oud-hoofdlector wiskunde aan Odisee, lerarenopleiding Brussel Auteur Van Basis tot Limiet en auteur van Nando. roger.van.nieuwenhuyze@gmail.com

Nadere informatie

Efficientie in de ruimte - leerlingmateriaal

Efficientie in de ruimte - leerlingmateriaal Junior College Utrecht Efficientie in de ruimte - leerlingmateriaal Versie 2 September 2012 Een project (ruimte-)meetkunde voor vwo-leerlingen Geschreven voor het Koningin Wilhelmina College Culemborg

Nadere informatie

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Domein A: Inzicht en handelen Subdomein A1: Vaktaal wiskunde 1. vmbo passende vaktaal voor wiskunde herkennen en gebruiken voor het ordenen van het eigen denken

Nadere informatie

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² De boom en het stokje staan loodrecht op de grond in het park. De boom is 3 en het stokje 1. Hoe lang is de schaduw van het stokje

Nadere informatie

Aanzichten en inhoud. vwo wiskunde C, domein G: Vorm en ruimte

Aanzichten en inhoud. vwo wiskunde C, domein G: Vorm en ruimte Aanzichten en inhoud vwo wiskunde C, domein G: Vorm en ruimte 1 Verantwoording 2015, SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Dit lesmateriaal is ontwikkeld in het kader van de nieuwe

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 - Ruimtefiguren

Hoofdstuk 8 - Ruimtefiguren Voorkennis V-a De oppervlakte van ABC is 2 5 : 2 = 0 cm 2. c d AB = 2 AC = 5 BC = 44 25 + 69 BC = 69 = cm De omtrek van ABC is 5 + 2 + = 0 cm. BD = 2 4 = 8 cm De oppervlakte van BCD is 8 5 : 2 = 20 cm

Nadere informatie

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ...

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ... PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE a) Begrippen uit de getallenleer Bewerking optelling aftrekking vermenigvuldiging Symbool deling : kwadratering... machtsverheffing...

Nadere informatie

handleiding pagina s 1005 tot 1015 1 Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 122, 147, 150 en 156 5 Cd-rom

handleiding pagina s 1005 tot 1015 1 Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 122, 147, 150 en 156 5 Cd-rom week 32 les 2 toets en foutenanalyse handleiding pagina s 1005 tot 1015 nuttige informatie 1 Handleiding 11 Kopieerbladen pagina 812: gelijkvormig / vervormen pagina 813: patronen pagina 814: kubus pagina

Nadere informatie

Voorkennis meetkunde (tweede graad)

Voorkennis meetkunde (tweede graad) Voorkennis meetkunde (tweede graad) 1. Vlakke meetkunde Lengten van de zijden en grootte van de hoeken van driehoeken en vierhoeken - De som van de hoeken van een driehoek is 180 - Bij een rechthoekige

Nadere informatie

Homogene groepen, de balk

Homogene groepen, de balk Volgende week mag je zelf een les van ongeveer 20 minuten geven aan je medeleerlingen over de balk, cilinder of kegel. Een goede les bevat veel leerlingactiviteit. Zorg er dus voor dat je je leerlingen

Nadere informatie

Herhalingsles 2 Meetkunde 1 Weeroefeningen

Herhalingsles 2 Meetkunde 1 Weeroefeningen Herhalingsles Meetkunde Weeroefeningen HB. MK Kruis aan wat juist is. Deze figuur is een vierhoek, maar geen vierkant. een vierkant, maar geen ruit. een ruit, maar geen vierkant. een vierkant en een ruit.

Nadere informatie

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek. Bij het uitrekenen van een lengte, een oppervlakte of een inhoud moet je altijd het volgende opschrijven: de formule - de tussenstap - het antwoord - de eenheid. 1. rechthoek. Kenmerken: alle hoeken zijn

Nadere informatie

GEOGEBRA 5. Ruimtemeetkunde in de tweede graad. R. Van Nieuwenhuyze. Hoofdlector wiskunde aan Odisee, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet.

GEOGEBRA 5. Ruimtemeetkunde in de tweede graad. R. Van Nieuwenhuyze. Hoofdlector wiskunde aan Odisee, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet. GEOGEBRA 5 Ruimtemeetkunde in de tweede graad R. Van Nieuwenhuyze Hoofdlector wiskunde aan Odisee, Brussel Auteur Van Basis tot Limiet. roger.van.nieuwenhuyze@gmail.com GeoGebra in de tweede graad Roger

Nadere informatie

Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren

Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren 4 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren BALK EN KUBUS hoogte Figuur lengte reedte In figuur is een alk getekend. Bij een alk zijn steeds de twee tegenover elkaar liggende vlakken gelijk. Alle vlakken

Nadere informatie

2. Waar of vals: Als een rechte a evenwijdig is met een vlak α en dat vlak staat loodrecht op een vlak β dan staat a loodrecht op β.

2. Waar of vals: Als een rechte a evenwijdig is met een vlak α en dat vlak staat loodrecht op een vlak β dan staat a loodrecht op β. 1 Synthetische RM 1. (a) Geef de definitie van de loodrechte stand van twee vlakken. (b) Geen stellingen die voorwaarden uitdrukken opdat twee vlakken orthogonaal zijn. (c) Steun op 1a of 1b om te bewijzen

Nadere informatie

d = 8 cm 2 6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C: = 18 m 2 D: 20 m 2 E: 26 m 2

d = 8 cm 2 6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C: = 18 m 2 D: 20 m 2 E: 26 m 2 H17 PYTHAGORAS 17.1 INTRO 1 b c d 1 4 4 = 8 cm 6 A: 6 1 5 1 4 = 6 m B: 6 1 4 4 = 0 m C: 6 1 3 3 4 = 18 m D: 0 m E: 6 m 7 a A:, cm B: 5,0 cm C: 3, cm D: 4,1 cm b Voor elke zijde geldt dat het de schuine

Nadere informatie

Wiskunde C vwo. Workshop Noordhoff wiskundecongres 19 november 2015 Jan Dijkhuis en Sabine de Waal. Programma

Wiskunde C vwo. Workshop Noordhoff wiskundecongres 19 november 2015 Jan Dijkhuis en Sabine de Waal. Programma Wiskunde C vwo Workshop Noordhoff wiskundecongres 19 november 2015 Jan Dijkhuis en Sabine de Waal Programma 1. Vorm en ruimte in Getal & Ruimte 2. Logisch redeneren in Getal & Ruimte 1. Examenprogramma

Nadere informatie

1 Coördinaten in het vlak

1 Coördinaten in het vlak Coördinaten in het vlak Verkennen Meetkunde Coördinaten in het vlak Inleiding Verkennen Beantwoord de vragen bij Verkennen. (Als je er niet uitkomt, ga je gewoon naar de Uitleg, maar bekijk het probleem

Nadere informatie

pythagoras handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek pythagoras

pythagoras handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek pythagoras inhoudsopgave 1 de grote lijn applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek 1 de grote lijn hoofdlijn de zijlijn De oppervlakte van rechthoekige driehoeken. Van een

Nadere informatie

WETENSCHAPPELIJK TEKENEN

WETENSCHAPPELIJK TEKENEN WETENSCHAPPELIJK TEKENEN TWEEDE GRAAD TSO TECHNIEK-WETENSCHAPPEN COMPLEMENTAIR LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL (Vervangt leerplan D/1998/0279/021A vanaf 1 september 2013) Vlaams Verbond van

Nadere informatie

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN een rechte lijn A het punt A a de rechte a een kromme lijn of een kromme een gebroken lijn a A b a B het lijnstuk [AB] evenwijdige rechten a // b een plat oppervlak of een

Nadere informatie

Willem-Jan van der Zanden

Willem-Jan van der Zanden Enkele praktische zaken: Altijd meenemen een schrift met ruitjespapier (1 cm of 0,5 cm) of losse blaadjes in een map. Bij voorkeur een groot schrift (A4); Geodriehoek: Deze kun je kopen in de winkel. Koop

Nadere informatie

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN een rechte lijn A het punt A a de rechte a een kromme lijn of een kromme een gebroken lijn a A b a B het lijnstuk [AB] evenwijdige rechten a // b een plat oppervlak of een

Nadere informatie

1 Cartesische coördinaten

1 Cartesische coördinaten Cartesische coördinaten Verkennen www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5/6 VWO wi-d Analytische Meetkunde Cartesische coördinaten Inleiding Verkennen Beantwoord de vragen bij Verkennen. (Als je er

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen HAVO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit examen

Nadere informatie

Analytische Meetkunde

Analytische Meetkunde Analytische Meetkunde Meetkunde met Geogebra en vergelijkingen van lijnen 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Meetkunde met Geogebra... 6 Stelling van Thales...... 7 3 Achtergrondinformatie Auteurs

Nadere informatie

REKENEN. Les Probleemoplossend Rekenen. Hoofdstuk 13 -

REKENEN. Les Probleemoplossend Rekenen. Hoofdstuk 13 - REKENEN Les 2.3.7 Probleemoplossend Rekenen Hoofdstuk 13 - VANDAAG Studiewijzer Terugblik Probleemoplossend Rekenen Tijd om te oefenen Opgaven Proefexamen STUDIEWIJZER 2.3.2 Lengte en Oppervlakte 2.3.3

Nadere informatie

AFSTANDEN IN PERSPECTIEF

AFSTANDEN IN PERSPECTIEF ESECTIEFTEKENEN AFLEVEING 2 In de eerste aflevering over perspectieftekenen, afgelopen november in ythagoras, hebben we het tekenen van evenwijdige lijnen geïntroduceerd. In deze aflevering denken we na

Nadere informatie

Gecijferdheid periode D Bijeenkomst 2 Hand-out: Meetkundige begrippen en vormen. Instap. Een opgave uit de oefentoets:

Gecijferdheid periode D Bijeenkomst 2 Hand-out: Meetkundige begrippen en vormen. Instap. Een opgave uit de oefentoets: Gecijferdheid periode D Bijeenkomst 2 Hand-out: Meetkundige begrippen en vormen Instap Een opgave uit de oefentoets: Van welke verpakkingen is de vorm een prisma? A. Pak spaghetti blikje chocomel doosje

Nadere informatie

6 A: 6 2 2 1 5 1 4 = 26 m 2 B: 6 2 2 1 4 2 4 = 20 m 2 C: 6 2 1 2

6 A: 6 2 2 1 5 1 4 = 26 m 2 B: 6 2 2 1 4 2 4 = 20 m 2 C: 6 2 1 2 Hoofdstuk 17 PYTHAGORAS HAVO 17.1 INTRO 1 b c 6 A: 6 1 5 1 4 = 6 m B: 6 1 4 4 = 0 m C: 6 1 3 3 4 = 18 m D: 0 m E: 6 m 7 a A:, cm B: 5,0 cm C: 3, cm D: 4,1 cm b Voor elke zijde geldt dat het de schuine

Nadere informatie

wiskunde B havo 2015-II

wiskunde B havo 2015-II Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven in de Amerikaanse eenheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras

Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras Benamingen afspraken ( boek pag 53) - 49 We spreken van een rechthoekige driehoek als... We zeggen dat in de rechthoekige ABC de grootte van de hoek A 90 o is We

Nadere informatie

Extra oefenmateriaal H10 Kegelsneden

Extra oefenmateriaal H10 Kegelsneden Deel 1 Extra oefenmateriaal H10 Kegelsneden 1. Bereken de inhoud van de volgende twee afgeknotte figuren. 2. Hiernaast zie je een afgeknot zeszijdig prisma. Het grondvlak is een regelmatige zeshoek met

Nadere informatie

Vl. M. Nadruk verboden 1

Vl. M. Nadruk verboden 1 Vl. M. Nadruk verboden 1 Opgaven 1. Hoeveel graden, minuten en seconden zijn gelijk aan rechte hoek? van een rechte hoek resp van een 2. Als = 25 13 36, = 37 40 56, = 80 12 8 en = 12 36 25, hoe groot is

Nadere informatie

Opvouwbare kubus (180 o )

Opvouwbare kubus (180 o ) Workshop Verpakkingen NWD 18 februari 2012 hm / rvo Opvouwbare kubus (180 o ) - Een bouwplaat van de kubus en een voorbeeldfoto - Als je een mooi wilt maken: een A4-tje 160 g wit papier en een schutblad,

Nadere informatie

REKENEN WORDT WISKUNDE

REKENEN WORDT WISKUNDE REKENEN WORDT WISKUNDE Tine Wijnants Actieonderzoek Bachelor Secundair Onderwijs, KHLim Waarom haken sommige leerlingen af tijdens de lessen wiskunde? Wat maakt het Secundair Onderwijs zo anders dan het

Nadere informatie

3 Pythagoras 90. 4 Statistiek 128

3 Pythagoras 90. 4 Statistiek 128 2BK1 2KGT1 Voorkennis 1 Meetkunde 6 1 Vlakke figuren 8 1.1 Namen van vlakke figuren 10 1.2 Driehoeken 15 1.3 Driehoeken tekenen 19 1.4 Vierhoeken 24 1.5 Hoeken berekenen in een vierhoek 30 1.6 Gemengde

Nadere informatie

DE basis. Wiskunde voor de lagere school. Jeroen Van Hijfte en Nathalie Vermeersch. Leuven / Den Haag

DE basis. Wiskunde voor de lagere school. Jeroen Van Hijfte en Nathalie Vermeersch. Leuven / Den Haag DE basis Wiskunde voor de lagere school Jeroen Van Hijfte en Nathalie Vermeersch Acco Leuven / Den Haag Inhoud GETALLENKENNIS 13 1 Getallen 13 2 Het decimale talstelsel 14 3 Breuken 16 Begrippen 16 Soorten

Nadere informatie

Docentenhandleiding Wiskonopoly

Docentenhandleiding Wiskonopoly Docentenhandleiding Wiskonopoly Benodigdheden buiten speelbord en bijgevoegde kaarten per spel. 2 dobbelstenen 4 speelstukken (lopers) strijkkralen kompasroos Uitrekenpapier Per spel een soort geldbiljetten

Nadere informatie

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR Getallenkennis: getalbegrip 1. Noteer het getal: 5D 2H 6HD 7t 9d 2. Noteer het getal: MMXVIII Getallenkennis: werken met gegevens 3. Hoeveel maanden

Nadere informatie

de Wageningse Methode Antwoorden H17 PYTHAGORAS VWO 1

de Wageningse Methode Antwoorden H17 PYTHAGORAS VWO 1 Hoofdstuk 17 PYTHAGORAS VWO 17.0 INTRO 1 b C: 3, cm D: 4,1 cm b Voor elke zijde geldt dat het de schuine zijde van een rechthoekige driehoek met rechthoekszijden van 3 en 4 cm is. Dus alle vier de zijden

Nadere informatie

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken).

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken). Inhoud 1. Sinus-functie 1 2. Cosinus-functie 3 3. Tangens-functie 5 4. Eigenschappen 4.1. Verband tussen goniometrische verhoudingen en goniometrische functies 8 4.2. Enkele eigenschappen van de sinus-functie

Nadere informatie

Hoofdstuk 9: RUIMTEMEETKUNDE

Hoofdstuk 9: RUIMTEMEETKUNDE 1 H9. Ruimtemeetkunde Hoofdstuk 9: RUIMTEMEETKUNDE 1. Wat moet ik leren? ( handboek p. 106 150 ) 9.1 Ruimtefiguren Een kubus, balk, driezijdig prisma, piramide, bol, cilinder en kegel herkennen en benoemen.

Nadere informatie

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo Vestiging Westplasmavo vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S06 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 56 punten cesuur : 28 punten toetsvorm : Schriftelijk hulpmiddelen : Geodriehoek,

Nadere informatie

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4 Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4 4.4.1 Basis Lijnen en hoeken 1 Het assenstelsel met genoemde lijnen ziet er als volgt uit: 4 3 2 1 l k -4-3 -2-1 0 1 2 3 4-1 -2-3 n m -4 - Hieruit volgt: a Lijn k en

Nadere informatie

6.1 Rechthoekige driehoeken [1]

6.1 Rechthoekige driehoeken [1] 6.1 Rechthoekige driehoeken [1] In het plaatje hiernaast is een rechthoekige driehoek getekend. Aan elke zijde van deze driehoek ligt een vierkant. Het gele vierkant heeft een oppervlakte van 9 hokjes;

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2010 tijdvak 2 dinsdag 22 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen.

Nadere informatie

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl )

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl ) Tussendoelen Rekenen en wiskunde Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl ) vmbo = Basis Inzicht en handelen Vaktaal wiskunde Vaktaal wiskunde gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan

Nadere informatie

DE basis WISKUNDE VOOR DE LAGERE SCHOOL

DE basis WISKUNDE VOOR DE LAGERE SCHOOL Inhoud GETALLENKENNIS 13 1 Getallen 13 2 Het decimale talstelsel 14 3 Breuken 16 Begrippen 16 Soorten breuken 16 Een breuk vereenvoudigen 17 4 Breuken, percenten, kommagetallen 18 Breuk omzetten in een

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2014 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten

Nadere informatie

1. INLEIDING... 3 2. PERSPECTIEVEN... 4 3. PROJECTIEMETHODEN... 8 4. AANZICHTEN TEKENEN... 10 5. PERSPECTIEF TEKENEN... 14 6. BRONVERMELDING...

1. INLEIDING... 3 2. PERSPECTIEVEN... 4 3. PROJECTIEMETHODEN... 8 4. AANZICHTEN TEKENEN... 10 5. PERSPECTIEF TEKENEN... 14 6. BRONVERMELDING... 1. INLEIDING... 3 2. PERSPECTIEVEN... 4 3. PROJECTIEMETHODEN... 8 4. AANZICHTEN TEKENEN... 10 5. PERSPECTIEF TEKENEN... 14 6. BRONVERMELDING... 22 Leerplandoelstellingen Perspectieftekenen 9. De afgewerkte

Nadere informatie

Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje

Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje Indien van toepassing: schrijf je berekening op. Tekening altijd met geodriehoek en potlood. Omtrek rechthoek

Nadere informatie

Steekkaart: nummer 5W

Steekkaart: nummer 5W Steekkaart: nummer 5W Onderwerp Ruimtefiguren herkennen in voorwerpen in de klas en hun eigenschappen benoemen Leeftijd/Doelgroep 5 e leerjaar Leergebied Wiskunde Organisatie Tijdsduur 50 minuten Beschrijving

Nadere informatie

ZESDE KLAS MEETKUNDE

ZESDE KLAS MEETKUNDE ZESDE KLAS MEETKUNDE maandag 1. Het vierkant. Eigenschappen. 2. Vierkanten tekenen met passer en lat vanuit zeshoek 3. Vierkanten tekenen met passer en lat binnen cirkel 4. Vierkanten tekenen met passer

Nadere informatie

Op het werkblad staat de uitslag van een kijkdoos, die omstreeks 1980 als doos gebruikt is om gebak bij een bakker in te pakken.

Op het werkblad staat de uitslag van een kijkdoos, die omstreeks 1980 als doos gebruikt is om gebak bij een bakker in te pakken. 1 Een kijkdoos Op het werkblad staat de uitslag van een kijkdoos, die omstreeks 1980 als doos gebruikt is om gebak bij een bakker in te pakken. Knip de uitslag uit. Breng op de aangegeven plaatsen gleuven

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales

Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales - 127 1. Projectie op een rechte (boek pag 175) x en y zijn twee... rechten. We trekken door het punt A een evenwijdige rechte met de rechte y en noemen het

Nadere informatie

GEOGEBRA 6 IN DE eerste graad B

GEOGEBRA 6 IN DE eerste graad B GEOGEBRA 6 IN DE eerste graad B Heel tof? R. Van Nieuwenhuyze Oud-hoofdlector wiskunde aan Odisee, Brussel Auteur Van Basis tot Limiet en van Nando roger.van.nieuwenhuyze@gmail.com Roger Van Nieuwenhuyze

Nadere informatie

Extra opgaven Aanzichten, oppervlakte en inhoud

Extra opgaven Aanzichten, oppervlakte en inhoud Piramide (bewerking van opgave uit CE vmbo-gtl wis 2009-II) Hierboven is een piramide getekend. Het grondvlak ABC is een gelijkzijdige driehoek met zijden van 6,5 cm. De top T van de piramide ligt recht

Nadere informatie

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde Junior Wiskunde Olympiade 008-009: tweede ronde ( 7) = (A) 7 (B) 7 (C) 7 of + 7 (D) 7 (E) onbepaald Beschouw de rij opeenvolgende natuurlijke getallen beginnend met en eindigend met Wat is het middelste

Nadere informatie

Dag van de wiskunde. Ideeën voor de klaspraktijk. Kortrijk 26 november Spreker: E. Jennekens

Dag van de wiskunde. Ideeën voor de klaspraktijk. Kortrijk 26 november Spreker: E. Jennekens Dag van de wiskunde Kortrijk 26 november 2009 Ideeën voor de klaspraktijk Spreker: E. Jennekens 1. De provincie West-Vlaanderen is 3144 km² groot. Kun je de hele wereldbevolking, 6,7 miljard, verwelkomen

Nadere informatie

44 De stelling van Pythagoras

44 De stelling van Pythagoras 44 De stelling van Pythagoras Verkennen Pythagoras Uitleg Je kunt nu lezen wat de stelling van Pythagoras is. In de applet kun je de twee rode punten verschuiven. Opgave 1 a) Verschuif in de applet punt

Nadere informatie

Tussendoelen in MathPlus

Tussendoelen in MathPlus MALMBERG UITGEVERIJ B.V. Tussendoelen in MathPlus Versie 1 Inhoud Tussendoelen onderbouw in MathPlus... 2 Tabel tussendoelen... 2 1HVG... 7 Domein Rekenen... 7 Domein Meten en tekenen... 9 Domein Grafieken

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II Eindeamen wiskunde 1- havo 00-II Lichaam met zeven vlakken In figuur 1 is een balk D.EFGH getekend. Het grondvlak D is een vierkant met een zijde van cm. De ribbe G is cm lang. Door uit de balk de twee

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 19 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 19 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2012 tijdvak 2 dinsdag 19 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten te behalen.

Nadere informatie

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1 Kern Subkern Leerdoel niveau BK begrippen vmbo waar in bettermarks 1.1.1. Je gebruikt positieve en negatieve getallen, breuken en decimale getallen in hun onderlinge samenhang en je ligt deze toe binnen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2009 - II OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2009 - II OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2 OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl) Wiskunde B (oude stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 27 mei 1330 1630 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat uit 18 vragen

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: goniometrie en meetkunde 22 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Escher in Het Paleis. Wiskundepakket. Ruimtelijke figuren

Escher in Het Paleis. Wiskundepakket. Ruimtelijke figuren Escher in Het Paleis Wiskundepakket Ruimtelijke figuren Ruimtelijke figuren Escher maakt in EEN AANTAL prenten gebruik van wiskundig interessante ruimtelijke vormen, zoals Platonische lichamen en Möbiusbanden.

Nadere informatie

Examen HAVO. tijdvak 1 dinsdag 19 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. tijdvak 1 dinsdag 19 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2009 tijdvak 1 dinsdag 19 mei 13.30-16.30 uur oud programma wiskunde B1,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten

Nadere informatie

Het gaat niet om de verpakking, maar om wat er in zit!

Het gaat niet om de verpakking, maar om wat er in zit! Het gaat niet om de verpakking, maar om wat er in zit! U-talent opdracht Wiskunde Havo 3 (eventueel vwo 3) Inleiding Het verpakken en vervoeren van producten is een belangrijk onderwerp in de commerciële

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2009 tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 boek 1 havo b Oppervlakte en inhoud.

Hoofdstuk 2 boek 1 havo b Oppervlakte en inhoud. Hoofdstuk boek havo b Oppervlakte en inhoud.. Vlakke figuren, oppervlakte.. Het halve cirkeltje boven past precies in het halve cirkeltje onder, dan komt er een rechthoek met breedte en lengte 4 + + +

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Eamen VWO 018 tijdvak 1ti maandag 14 mei 13.30-16.30 uur oud programma wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Nadere informatie

Blok 7 MK vraag 1: een oplossing voor een ruimtelijk probleem vinden

Blok 7 MK vraag 1: een oplossing voor een ruimtelijk probleem vinden Blok 7 MK vraag : een oplossing voor een ruimtelijk probleem vinden Een oplossing voor een ruimtelijk probleem vinden omtrek vierkant rechthoek parallellogram driehoek zijden of 4 z zijden of 2 (b + h)

Nadere informatie

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen Onderwerp: Kwadraten en Wortels H1 19 De leerling leert passende wiskundetaal te gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan anderen, en leert de wiskundetaal van anderen te begrijpen.

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 006-007: tweede ronde 1 In een rechthoekige driehoek verdeelt de bissectrice uit een scherpe hoek de overstaande zijde in twee stukken met lengten 4 en 5 (zie figuur) De oppervlakte

Nadere informatie

Actualisering leerplan wiskunde Eerste graad A-stroom. Deel 2 Meetkunde

Actualisering leerplan wiskunde Eerste graad A-stroom. Deel 2 Meetkunde Actualisering leerplan wiskunde Eerste graad A-stroom Deel 2 Meetkunde Sessie 5 Begeleiding wiskunde Leerplancommissie wiskunde VVKSO Stuurgroep Hilde De Maesschalck, Maggy Van Hoof, Philip Bogaert, Michel

Nadere informatie

6 Ligging. Verkennen. Uitleg

6 Ligging. Verkennen. Uitleg 6 Ligging Verkennen Ligging Inleiding Verkennen Door in de applet het assenstelsel te draaien kun je nagaan of twee lijnen een snijpunt hebben. Je kunt ook andere lijnen proberen door de punten A, B, C

Nadere informatie

7 Totaalbeeld. Samenvatten. Achtergronden. Testen

7 Totaalbeeld. Samenvatten. Achtergronden. Testen 7 Totaalbeeld Samenvatten Je hebt nu het onderwerp "Vectormeetkunde" doorgewerkt. Er moet een totaalbeeld van deze leerstof ontstaan... Ga na, of je al de bij dit onderwerp horende begrippen kent en weet

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2 OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 008 tijdvak woensdag 18 juni 13.30-16.30 wiskunde B1, Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. it examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 81 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 maandag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 maandag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-GL en TL 2019 tijdvak 2 maandag 17 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 70 punten

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur Examen HVO 2013 tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde 1, (nieuwe stijl) Eamen HV Hoger lgemeen Voortgezet nderwijs Tijdvak Woensdag 18 juni 1.0 16.0 uur 0 0 Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen; het eamen bestaat uit 18 vragen. Voor elk

Nadere informatie

de Leuke En Uitdagende Wiskunde VEELVLAKKEN SAMENSTELLING: H. de Leuw

de Leuke En Uitdagende Wiskunde VEELVLAKKEN SAMENSTELLING: H. de Leuw SAMENSTELLING: H. de Leuw 1. VEELHOEKEN. Een veelvlak is een lichaam dat wordt begrensd door vlakke veelhoeken. Zo zijn balken en piramides wel veelvlakken, maar cilinders en bollen niet. Een veelhoek

Nadere informatie

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3 Meten en Meetkunde 3 Meten en Meetkunde 3 besteedt aandacht aan het onderhouden en uitbreiden van de basisvaardigheden van het rekenen met maten, oppervlaktes en inhouden, coördinaten en assenstelsels,

Nadere informatie

5.0 INTRO. Hoofdstuk 5 DE RUIMTE IN

5.0 INTRO. Hoofdstuk 5 DE RUIMTE IN 93 5.0 INTRO 1 Op het werkblad vind je vier bouwplaten. Knip ze uit en zet ze in elkaar. Je krijgt drie piramides en een kubusvormige doos zonder deksel. a De drie piramides passen precies in de doos.

Nadere informatie

7 Hoeken. Kern 3 Hoeken. 1 Tekenen in roosters. Kern 2 Hoeken meten Kern 3 Hoeken tekenen Kern 4 Kijkhoeken. Kern 1 Tegelvloeren. Kern 3 Oppervlakte

7 Hoeken. Kern 3 Hoeken. 1 Tekenen in roosters. Kern 2 Hoeken meten Kern 3 Hoeken tekenen Kern 4 Kijkhoeken. Kern 1 Tegelvloeren. Kern 3 Oppervlakte 1 Tekenen in roosters Kern 1 Tegelvloeren Kern 2 Oppervlakte Kern 3 Het assenstelsel Kern 4 Rechthoeken 2 Rekenen Kern 1 De rekenmachine Kern 2 Voorrangsregels Kern 3 Afronden Kern 4 Afronden 3 Grafieken

Nadere informatie