HOLLAND RIJNLAND. Handreiking visie. Uitbreiding Wmo

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOLLAND RIJNLAND. Handreiking visie. Uitbreiding Wmo"

Transcriptie

1 HOLLAND RIJNLAND Handreiking visie Uitbreiding Wmo

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Context 4 3 Waar hebben we het over? 6 Inleiding AWBZ algemeen Begeleiding, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging: o wat houdt het in? o wie maken er gebruik van? Relatie met de Wmo Verstrekkingsvormen/levering van de zorg 4 Visie op begeleiding en verzorging 8 5 Randvoorwaarden implementatie visie 10 6 Vernieuwing en besparing 12 Inleiding Mate van vernieuwing Vernieuwing vanuit de visie Hoe verder met vernieuwing 1

3 Hoofdstuk 1 Inleiding Op 15 februari 2012 hebben de portefeuillehouders van de gemeentes in Holland Rijnland een strategische visie op de drie decentralisaties werk, Wmo en jeugd vastgesteld: Op eigen kracht. Samengevat ziet deze er als volgt uit: De meeste inwoners van de gemeenten participeren optimaal naar eigen vermogen in de samenleving en nemen hiervoor de verantwoordelijkheid: op eigen kracht. Zij gaan naar school, aan het werk, leiden een actief sociaal leven met vrienden en binnen diverse verenigingen. Zij voorzien zelfstandig in hun levensonderhoud, voeden hun kinderen op en regelen de ondersteuning die in het leven soms nodig is. Op sommige momenten lukt het niet op eigen kracht, dan is ondersteuning nodig. Deze ondersteuning is gericht op het hervinden of versterken van de eigen kracht. Als deze ondersteuning in het gezin, het sociale netwerk of de sociaal-maatschappelijke infrastructuur onvoldoende beschikbaar is of onvoldoende georganiseerd wordt door het maatschappelijk middenveld en werkgevers steekt de gemeente een hand uit. Dit leidt tot de volgende maatschappelijke effecten in het sociale domein: Inwoners zijn zelfredzaam en participeren op eigen kracht met inzet van informele netwerken in de samenleving. Inwoners die (even) niet (meer) op eigen kracht kunnen participeren ontvangen hulp in het gezin en het sociale netwerk. Dit ondersteuningsaanbod past bij de vraag van de inwoner, zijn of haar gezin en sociale netwerk. In de samenleving is aandacht voor elkaar en contact met elkaar vanzelfsprekend (civil society), waar nodig en mogelijk stimuleert de gemeente deze transformatie van houding en gedrag van inwoners, maatschappelijk middenveld en eigen organisatie. De inzet van de gemeente en het maatschappelijk middenveld focust op integrale dienstverlening, preventie en vroeg signalering en nieuwe arrangementen voor hulp en ondersteuning. Daarmee komt een beweging op gang van complexe of langdurige ondersteuning naar informele hulp. De Holland Rijnland werkgroep Wmo (subwerkgroep visie 1 ) heeft de opdracht gekregen deze strategische visie uit te werken voor de nieuwe taken extramurale begeleiding en persoonlijke verzorging (incl. kortdurend verblijf) onder de Wmo. Samenvatting visie De opgave voor gemeenten rond de nieuwe taken in de Wmo is groot. De focus in de visie ligt op het stimuleren van de eigen kracht van inwoners zodat zij zo lang mogelijk zelf, zonder (professionele) ondersteuning zelfredzaam kunnen zijn. Holland Rijnland wil dit doen door te vernieuwen. Vernieuwing vindt plaats op een aantal onderdelen: het loslaten van de grondslagen en het zoeken naar nieuwe cliëntprofielen (gebaseerd op zelfredzaamheid), het goed op elkaar laten aansluiten van informele ondersteuning, gemeentelijke (collectieve welzijns-)voorzieningen, het weghalen van overlap in aanbod en een goede aansluiting op andere vormen van ondersteuning en zorg. Dit leidt tot een geheel nieuw ondersteuningsaanbod voor mensen die nu gebruik maken van AWBZbegeleiding, verzorging en/of kortdurend verblijf. Echter, de opgave kan niet alleen gerealiseerd worden door te vernieuwen. Ook besparingen zullen nodig zijn. 1 Samenstelling werkgroep: Enna Bongers (Leiden), Anja Krijnberg (Alphen aan den Rijn), Marja vanbruggen (Leiderdorp), Geerdine Krayenbosch (Teylingen), Anja van Oost (Katwijk) 2

4 Korte leeswijzer Dit visiedocument bevat een aantal onderdelen: een visie, randvoorwaarden voor het uitvoeren van deze visie (implementatie) en een overzicht met mogelijkheden om te vernieuwen en te besparen. Hoofdstuk 2 en 3 zijn korte beschrijvingen van de huidige ontwikkelingen, de context en de inhoud van de nieuwe taken en de cliënten die momenteel uit de AWBZ begeleiding, verzorging en kortdurend verblijf krijgen. Hoofdstuk 4 bevat de visie, hoofdstuk 5 de randvoorwaarden voor de implementatie. Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van de mogelijkheden voor vernieuwing, innovatie en besparing. Afgesloten wordt met een paragraaf over wat de volgende stappen zijn in de uitwerking van deze visie. Er is voor gekozen een en ander zo kort en bondig mogelijk te formuleren om de visie goed leesbaar te houden. Daarom wordt er soms verwezen naar de bijlage. 3

5 Hoofdstuk 2 Context De uitbreiding van de Wmo met extramurale begeleiding en persoonlijke verzorging staat niet op zichzelf, maar maakt onderdeel uit van een groot aantal aangekondigde wijzigingen voor het sociale domein. In dit hoofdstuk gaan we kort in op de komende wijzigingen in welzijn en zorg en wordt ingegaan op een aantal relevante wijzigingen in Werk en Jeugd. Dit geheel bepaalt de context waarin de uitbreiding van de Wmo met begeleiding en persoonlijke verzorging plaatsvindt. De visie op begeleiding en persoonlijke verzorging moet worden gezien in deze veranderende context. Stelselwijziging in de zorg Het regeerakkoord Bruggen Slaan van VVD-PvdA kondigt aan dat de regering de komende periode in de langdurige en welzijnszorg een omslag wil maken naar meer maatwerk, meer zorg in de buurt, meer samenwerking tussen de verschillende aanbieders, maar ook naar houdbaar gefinancierde voorzieningen. Dit uit zich onder andere in de volgende maatregelen: - De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt omgevormd tot een nieuwe landelijke voorziening waarin de intramurale ouderen- en gehandicaptenzorg (vanaf ZZP 5) wordt georganiseerd. - Hiermee wordt de extramuralisering van de AWBZ-zorg verder doorgevoerd. De ZZP s 1 t/m 4 verdwijnen, waarmee mensen pas veel later een indicatie krijgen voor een intramurale voorziening en dus langer thuis blijven wonen. - Extramurale verpleging wordt in 2017 van de AWBZ overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). Hiermee moet de verpleegkundige zorg buiten instellingen worden verbeterd, wordt wijkverpleging bevorderd en wordt een sterke eerste lijn gestimuleerd waar de huisarts integraal deel van uitmaakt. - Gemeenten worden geheel verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging. De aanspraken worden beperkt, dienstverlening wordt versoberd en meer gericht op waar ze het hardste nodig is en gaat vallen onder de wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De aanspraken op huishoudelijke hulp worden vervangen door een maatwerkvoorziening voor degenen die het echt nodig hebben en het niet uit eigen middelen kunnen betalen. Dit laatste gaat gepaard met een korting op de budgetten van 75%. In algemene zin zegt de regering onder het hoofdstuk zorg uit het regeerakkoord, vooral preventie te willen ondersteunen. Daarnaast geven zij prioriteit aan kwaliteitsverbetering in de zorg, kostenverlaging en verbeteren van samenwerking tussen zorgaanbieders. Hieronder worden nog een paar specifieke effecten van het geheel aan wijzigingen toegelicht. De wijkverpleegkundige en de relatie met eerstelijns zorg Ook de extramurale verpleging wordt in de toekomst overgeheveld. Hoewel dit geen onderdeel is van de Wmo, is het een belangrijke schakel in de keten. Vooral omdat de rol van de wijkverpleegkundige verder wordt versterkt, is het van belang om de relatie met begeleiding en verzorging goed te leggen. De relatie met eerstelijnszorg wordt ook steeds belangrijker. Meer beroep op Wmo voorzieningen door extramuralisering Door de verdere extramuralisering (afschaffing van ZZP 1 t/m 4) blijven mensen langer zelfstandig wonen. Het betreft een groep mensen die wel al een vorm van zorg nodig hebben. Hierdoor zal het beroep op Wmo voorzieningen stijgen. Ook stijgt de druk op de mantelzorg. Een groot deel van de indicaties voor een intramurale voorziening wordt aangevraagd om de mantelzorger te ontlasten. Door de verdere doorvoering van de extramuralisering zal de druk op de mantelzorger en vrijwilligers verder toenemen. 4

6 Deze verdere doorvoering van het scheiden van wonen en zorg is van grote invloed op de keten in de sociale omgeving. Er ontstaan nieuwe vraagstukken in de keten van ondersteuning op het gebied van wonen, zorg en welzijn doordat mensen langer zelfstandig blijven wonen, maar al wel een zwaardere vorm van zorg nodig hebben dan dat nu gebruikelijk is. Daarbij verandert ook nog eens de rol van de woningbouwcorporaties. Terugbrengen hulp bij het huishouden De hulp bij het huishouden wordt teruggebracht tot een inkomensafhankelijke voorziening. Hiermee vervalt niet alleen een vorm van ondersteuning, maar vervalt ook een belangrijk instrument dat preventief wordt ingezet. Het bieden van huishoudelijk ondersteuning kan zwaardere ondersteuningsvormen voorkomen. Bovendien kan de huishoudelijke hulp een belangrijke signaalfunctie vervullen. In combinatie met de extramuralisatie kan de vraag naar een voorziening als hulp bij het huishouden stijgen. Bij het uitwerken van alternatieven moeten we ook rekening houden met de preventieve en signalerende rol van de hulp bij het huishouden. Relatie met voorzieningenaanbod uit decentralisaties Jeugd en Werk Het huidige voorzieningenaanbod is historisch gegroeid vanuit de verschillende wetten en regelingen. In de huidige praktijk zien we veel overlap en in de voorzieningen, ontbreekt vaak de samenhang en zijn ze niet altijd vanuit de behoefte van de cliënt vormgegeven. Niet alleen de voorzienigen die nu onderdeel van de AWBZ zijn, worden hervormd, maar ook voorzieningen als beschut werken (WSW). Bovendien is er een belangrijke relatie tussen tegenprestatie uit de Participatiewet en vrijwilligerswerk en zijn er meerdere vormen van dagbesteding die verschillende doelen kennen. De toekomstige Participatiewet zegt dat mensen zoveel mogelijk moeten worden begeleid naar betaald werk, maar dat voor de groep die dit niet kan, meedoen op een andere manier belangrijk is. Delen van de decentralisaties uit de AWBZ worden onderdeel van de nieuwe Jeugdwet. Al deze wijzigingen tegelijkertijd bieden een kans om het geheel aan voorzieningen vraaggericht, in samenhang met elkaar, vorm te geven. Wat betekent dit alles? De wijzigingen in de zorg betekenen dat er op drie niveaus wijzigingen plaatsvinden: - De visie op welzijn en zorg verandert. Er wordt meer gekeken naar de eigen kracht en verantwoordelijkheid van mensen. Dit betekent dat het beeld over wat inwoners van de overheid kunnen verwachten verandert en er een ander beroep wordt gedaan op de samenleving, zoals beschreven in hoofdstuk 1. - Er vindt een stelselwijziging plaats. De partners in het veld en hun verantwoordelijkheden wijzigen. Dit vraagt om andere afspraken in de samenwerkingsketen en een andere vorm van regie door de gemeente. - De veranderde visie, maar ook de beperktere financiële middelen, vragen om een andere aanpak. Dit betekent dat een transformatie nodig is om onze (inhoudelijke) doelen kunnen realiseren. 5

7 Hoofdstuk 3 Waar hebben we het precies over? Begeleiding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf in de AWBZ 1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt een kort beeld gegeven van de functies extramurale begeleiding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf 2 zoals die nu nog onder de AWBZ vallen. Wat wordt eronder verstaan, welke doelen en inhoud heeft deze zorg. Kortom,een korte omschrijving van de huidige situatie voor verder te gaan naar de visie op begeleiding en verzorging vanuit de Wmo (hoofdstuk 4). Uitgebreidere informatie over de inhoud van de huidige AWBZ-zorg staat in bijlage 1. Informatie uit dit hoofdstuk is gebaseerd op de studies die Bureau HHM in 2012 heeft gedaan naar verzorging en begeleiding en de handreiking van het Transitiebureau van het Ministerie van VWS over de cliëntgroepen AWBZ. 2. AWBZ algemeen De AWBZ zorg is ingedeeld in zeven zorgfuncties nl: 1. Persoonlijke verzorging 2. Verpleging 3. Begeleiding 4. Behandeling 5. Kortdurend verblijf 6. Verblijf in een instelling 7. Voortgezet verblijf op psychiatrische grondslag De vetgedrukte functies zullen met ingang van 1 januari 2015 onderdeel worden van de Wmo. a. wat houden de functies in? 1. Persoonlijke verzorging Het doel van persoonlijke verzorging is het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij activiteiten op het gebied van de algemeen dagelijkse levensverrichtingen zoals aankleden, douchen, medicatie innemen, lichte wondverzorging (ADL). 2. Begeleiding Het doel van begeleiding is de bevordering, het behoud of compensatie van zelfredzaamheid zodat opname in een instelling of verwaarlozing kan worden voorkomen. De functie begeleiding binnen de AWBZ is bedoeld voor mensen met die matige of zware beperkingen hebben op het gebied van sociale zelfredzaamheid, bewegen en verplaatsen, psychisch functioneren, geheugen en oriëntatie en probleemgedrag. 3. Kortdurend verblijf Het doel van kortdurend verblijf is om degene die iemand gewoonlijk thuis verzorgt en permanent toezicht nodig heeft, te ontlasten. Bij kortdurend verblijf logeert de cliënt maximaal drie etmalen per week in een instelling, bijvoorbeeld een gehandicapteninstelling, verpleeghuis of verzorgingshuis. b. Wie maken er gebruik van? In de AWBZ, onder andere voor verzorging en begeleiding worden de volgende cliëntgroepen onderscheiden: - Mensen een somatische aandoening en/of chronische ziekte - Mensen met en psychogeriatrische ziekte en/of aandoening - Mensen met een psychiatrische ziekte en/of aandoening - Mensen met een verstandelijke handicap - Mensen met een zintuiglijke handicap - Mensen met een lichamelijke handicap 2 In het vervolg wordt er alleen gesproken over begeleiding en verzorging. Daarmee wordt ook kortdurend verblijf bedoeld. 6

8 Bij persoonlijke verzorging is de groep gebruikers met een somatische ziekte en/of aandoening vanaf 65 jaar het grootst. Bij begeleiding zijn dit de groepen met een psychiatrische ziekte en/of aandoening en de verstandelijk gehandicapten. De palliatieve zorg, namelijk ondersteuning voor mensen met een ongeneeslijke ziekte in de laatste fase van hun leven, valt onder de functie begeleiding. Er kan echter ook sprake zijn van persoonlijke verzorging. Bovenstaande geeft aan dat er sprake is van een grote diversiteit aan cliënten (verschillende beperkingen) die gebruik maken van verschillende typen zorg en ondersteuning. Elke cliënt heeft eigen behoeften die, door verschillen in beperking(en) en verschillende maten van beperking(en), verschilt van behoeften van andere cliënten. In de ontwikkeling van de visie moet hier rekening mee gehouden worden. 3. Begeleiding & verzorging onder de Wmo: compensatieplicht In de Wmo zijn gemeenten verantwoordelijk voor het bieden van ondersteuning gericht op participatie en zelfredzaamheid (de Wmo is een participatiewet). Het resultaat staat centraal. Dit is anders dan de situatie in de AWBZ, waar begeleiding geleverd wordt op basis van een individuele aanspraak. Financiering en sturing zijn eerder gericht op het product dan op het resultaat. Begeleiding, verzorging en kortdurend verblijf zullen onder het compensatiebeginsel in de Wmo gaan vallen. Tot op heden bevat het compensatiebeginsel binnen de Wmo vier terreinen: - het voeren van een huishouden; - het zich verplaatsen in en om de woning; - het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en - het ontmoeten van medemensen en het op basis hiervan aangaan van sociale verbanden. Met de overgang van de aangegeven functies uit de AWBZ naar de Wmo wordt het compensatiebeginsel uitgebreid met het uitvoeren van dagelijkse levensverrichtingen, het structureren van het persoonlijk leven en het voeren van de regie daarover. Mogelijk wordt deze omschrijving bij de verdere uitwerking van het Regeerakkoord nog aangepast. In het volgende hoofdstuk wordt beschreven wat de visie van de gemeenten in Holland Rijnland is op het bieden van begeleiding en verzorging binnen het kader van de Wmo en vanuit de compensatieplicht die gemeenten in de Wmo hebben. 7

9 Hoofdstuk 4 Visie op begeleiding en verzorging in de WMO Een visie op begeleiding en verzorging geeft invulling en richting aan de uitvoering van de nieuwe Wmo-taken in de toekomst. Deze visie wordt hieronder beschreven. Uitgangspunt bij de totstandkoming van deze visie is de strategische visie van Holland Rijnland Op eigen kracht, waarbij ook de verbinding met de andere decentralisaties belangrijk is. In het kader hieronder staat dit uitgeschreven. Uit Op eigen kracht : Het merendeel van de mantelzorgers en vrijwilligers vindt het gelukkig vanzelfsprekend om hulp en ondersteuning te bieden. Deze hulp mag niet tot overbelasting leiden. De gemeente heeft hier een belangrijke signalerende functie. De ondersteuning beperkt zich dan ook niet tot de directe hulpvrager maar ook tot diens gezin en sociale netwerk. Soms is de ondersteuning op die plek meer op zijn plaats. De gemeenten willen de nieuwe gemeentelijke taken zorgvuldig invoeren in samenhang met de andere nieuwe taken. Dit betekent dat de nieuwe taken uitgevoerd worden vanuit de integrale strategische visie op het sociale domein. ( ). Het gaat ( ) daarbij om het herijken van de sociale infrastructuur, het versterken van het sociale netwerk, het breed organiseren van de toegang tot de ondersteuning en het kiezen van de uitvoeringspartners. (p. 19) Een doorvertaling van de regionale strategische visie naar de uitbreiding van de Wmo met begeleiding en verzorging luidt als volgt: Inwoners van de Holland Rijnland gemeenten kunnen allemaal meedoen, kunnen zich ontplooien en verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf, voor elkaar en de leefomgeving. Voor de groep inwoners voor wie dat niet haalbaar is, is tijdelijke of langdurige ondersteuning beschikbaar. Iedere inwoner kan met zijn talenten, mogelijkheden, beperkingen en problemen meedoen. De kracht van de samenleving wordt benut om diegenen die dat nodig hebben informeel te helpen en te steunen om mee te doen (eigen kracht, 0 e lijn). Inwoners die er in het dagelijkse leven niet (helemaal) uitkomen kunnen in hun directe (informele) omgeving terecht voor informatie, advies en lichte hulp. Als dat niet lukt, kunnen zij een beroep doen op algemene voorzieningen of op een vangnet van ervaren professionals (1 e lijn) die op zoek gaan naar de kracht van mensen zelf en hun netwerk. Iedere inwoner regisseert zijn eigen leven en de manier waarop hij meedoet. Waar mogelijk zonder hulp, maar soms ook met op één of meer leefgebieden. Voor de kleine groep inwoners die langdurige ondersteuning nodig heeft, wordt de regierol zo bij een professional of specialist (2 e lijn) belegd. Doel is om met elkaar (cliënten, gemeenten en zorgaanbieders) te bouwen aan een Wmo-systeem voor cliënten dat aansluit bij de huidige Wmo-praktijk. Om dit te bereiken is vernieuwing nodig. Echter, de financiële opgave die gepaard gaat met de decentralisatie is dermate groot dat vernieuwing niet de oplossing voor alles is. Er moet tegelijk gezocht worden naar vormen van besparing: om de financiële opgave te halen zijn ook besparingen onvermijdelijk. In hoofdstuk 6 wordt inzicht gegeven in de mogelijkheden voor vernieuwing die uit de visie af te leiden zijn. Ook worden dan mogelijkheden voor besparing beschreven. In de visie (vetgedrukte gedeelte hierboven) komt een aantal elementen naar voren. Deze worden hieronder toegelicht. 8

10 1. Eigen kracht en zelfredzaamheid centraal Eigen kracht en kunnen staan voorop. We gaan uit van de eigen kracht en zelfredzaamheid van de inwoner en zijn of haar sociale netwerk. Wij faciliteren dit door te zorgen voor een adequate ondersteuning van de informele zorg en een goed en toegankelijk aanbod aan algemene en collectieve voorzieningen. Wanneer nodig en aanvullend op de informele zorg, wordt ondersteuning door professionals ingezet. We streven er naar deze professionele begeleiding zo tijdelijk en beperkt mogelijk te laten zijn. Ondersteuning vanuit de gemeente is altijd gericht op het hervinden en versterken van de eigen kracht zodat mensen het uiteindelijk weer zelf kunnen (uiteraard binnen de grenzen van wat mogelijk is). 2. Regie in eigen hand Bij het centraal stellen van de eigen kracht en zelfredzaamheid van onze inwoners past het uitgangspunt van regie in eigen hand. Inwoners moeten zoveel als mogelijk in staat gesteld worden zelf de regie te voeren over hun leven en de ruimte en zeggenschap krijgen de ondersteuning die zij nodig hebben naar eigen inzicht en toegepast op hun eigen situatie en vraag in te richten. Dit uitgangspunt heeft consequenties voor de wijze waarop wij de ondersteuning organiseren en de manier waarop wij inwoners hierbij faciliteren. Aspecten die in dit kader van belang zijn, zijn cliëntondersteuning, de inzet van het instrument PGB en cliëntinvloed. 3. Dicht bij de cliënt georganiseerd Het dicht bij de cliënt organiseren van zorg is anders gezegd lokaal wat lokaal kan, (sub)regionaal wat moet (zoals verwoord in de strategische visie). Aansluiting bij de leefwereld en omgeving van de inwoner is hierbij het doel. Maatwerk bij individuele gemeenten is hiervoor mogelijk. Wel kan bekeken worden op welke manier de ondersteuning dichtbij de cliënt georganiseerd wordt (bijv. via regionale aanbieders met aanbod op wijkniveau). Dicht bij de cliënt georganiseerd houdt bovendien in dat er geen drempel moet zijn wanneer iemand ondersteuning nodig heeft. De benodigde ondersteuning moet toegankelijk zijn, zonder teveel bureaucratie. Aandachtspunt is in dit geval de (geografische) ruimte die we geven aan keuzevrijheid in relatie tot eventuele bijkomende (vervoers)kosten. 4. Integrale ondersteuning ( 3D proof ) De decentralisatie van de begeleiding en verzorging staat niet op zichzelf. Er zijn verbindingen en op onderdelen overlap met de decentralisaties van de Participatiewet en de Jeugdzorg. Er zijn ook raakvlakken met het bestaande WMO-beleid. Deze relaties bieden kansen om tot een goed afgestemd aanbod aan ondersteuning op diverse leefgebieden voor onze inwoners te komen. Voorbeeld hiervan zijn de mogelijkheden van het combineren van arbeidsmatige dagbesteding en dagbesteding als onderdeel van begeleiding. In hoofdstuk 6 wordt hier verder op ingegaan. Door de verschillende leefgebieden zoals wonen, werken en leren, gezin, financiën en vrije tijd in samenhang te brengen, worden de participatiemogelijkheden vergroot. Verbinden leidt zo tot winst, zowel voor de cliënt als voor de gemeente. Bij de organisatie van de ondersteuning gaan we uit van het principe één gezin, één regisseur. 5. Naar nieuwe cliëntprofielen / loslaten doelgroepenbeleid De cliëntprofielen zoals die nu in de AWBZ bestaan (grondslagen) gaan uit van het hebben van een beperking. Ze gaan niet uit van het behalen van zelfredzaamheid en het te behalen resultaat door ondersteuning. In deze visie staat het behalen van het resultaat en het vergroten van de zelfredzaamheid wel centraal. Door aanbod te baseren op nieuwe cliëntprofielen, uitgaande van zelfredzaamheid en resultaatgerichtheid, kunnen we tot een nieuw aanbod aan ondersteuning komen. Deze cliëntprofielen leiden tot een aanbod dat dwars door het bestaande aanbod per doelgroep en dus ook dwars door de huidige sectoren (verstandelijk gehandicapten, geestelijke gezondheidszorg, ouderen, etc.) heenloopt. Bijvoorbeeld: zintuiglijk gehandicapten en lichamelijk gehandicapten kunnen een vergelijkbare ondersteuningsvraag/-behoefte hebben waarin het accepteren van de beperking en het zoeken naar (praktische) oplossingen thuis, op school of werk centraal staan. Op die manier kunnen beide cliënten zelfredzaam zijn. In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de randvoorwaarden die aan de visie gesteld worden. De randvoorwaarden geven een kader waarbinnen de visie geïmplementeerd moet worden. De randvoorwaarden zijn minder abstract dan (de elementen uit) de visie. 9

11 Hoofdstuk 5 Randvoorwaarden implementatie visie Om de in de hoofdstuk 4 beschreven visie zo goed mogelijk in de praktijk uit te kunnen werken, is hieronder een aantal randvoorwaarden beschreven. Ook deze randvoorwaarden sluiten (evenals de visie) aan bij de regionale strategische visie Op eigen kracht. Ook is er aansluiting bij het gedachtegoed van De Kanteling in de Wmo (zie De randvoorwaarden gaan voornamelijk over het zoeken naar de goede vormen van ondersteuning en het leggen van de goede verbindingen tussen verschillende vormen van zorg (meer efficiëntie, geen dubbele zorg). Daarmee hebben de randvoorwaarden een ander karakter dan de elementen uit de visie in hoofdstuk Uitgaan van individueel maatwerk De zorgvraag van de cliënt is leidend voor de invulling van de begeleiding en de verzorging. We gaan uit van wat de cliënt nodig heeft om (weer) te kunnen participeren en daarmee van het uiteindelijk beoogde resultaat. We hanteren daarom geen standaardoplossingen maar kijken naar oplossingen die vraaggericht, adequaat, flexibel en toereikend zijn. Het ondersteuningsaanbod past bij de vraag van de inwoner, zijn of haar gezin en het sociale netwerk. Uiteindelijk betekent dit dat het huidige versnipperde aanbod (elke doelgroep heeft eigen instellingen met elk een eigen zorg- /ondersteuningsaanbod) niet per sé in stand gehouden wordt. 2. Goede aansluiting op bestaande gemeentelijke (collectieve) voorzieningen De decentralisatie van de begeleiding en verzorging naar de Wmo biedt kansen om op lokaal niveau deze ondersteuning te organiseren. Er kunnen verbindingen gelegd worden met andere WMO voorzieningen. Zo is de gemeente bijvoorbeeld via het welzijnswerk al verantwoordelijk voor vormen van begeleiding die aansluiten bij, en wellicht zelfs overlappen met de AWBZ-begeleiding (o.a. het maatschappelijk werk en de ouderenadviseurs). Het gaat hier ook om het verbreden van collectieve voorzieningen. Ook kunnen er verbindingen gelegd worden met andere gemeentelijke domeinen zoals het reintegratiebeleid, het woonbeleid en onderwijs. Door een goede aansluiting te zoeken worden begeleiding en verzorging doelmatiger en effectiever georganiseerd. 3. Nadruk op preventie en vroegsignalering Een focus op preventie en vroegsignalering leidt tot een stevig fundament dat inwoners stimuleert en kansen biedt om te participeren in de samenleving. Door een goede preventie en vroegsignalering is dat verwachting dat inwoners niet of minder snel een beroep hoeven doen op professionele ondersteuning. Het betekent ook dat de gemeente het accent legt op algemene en basisvoorzieningen. Een individueel arrangement is pas aan de orde als algemene of collectieve voorzieningen geen soulaas bieden. De rol van de gemeente ligt in dit kader in het versterken van de sociaal-maatschappelijke infrastructuur en in het ondersteunen van het gezin en het sociale netwerk van inwoners (bijvoorbeeld via mantelzorgondersteuning of het maatschappelijk werk). 4. Formele en informele zorg: goede verbinding In de huidige situatie bestaat er een redelijke scheiding tussen de formele zorg die een cliënt ontvangt en de informele zorg die via het sociale netwerk geleverd wordt. Deze scheiding kan er in een aantal gevallen toe leiden dat er gaten vallen in de ondersteuning of juist dat er dingen dubbel gedaan worden. Wanneer de begeleiding en verzorging onder de WMO komen te vallen, komt er (nog) meer nadruk te liggen op de zorg die vanuit de directe omgeving van de cliënt geleverd kan worden (informele zorg). In eerste instantie wordt informeel geleverd. Door in te zetten op een goede verbinding en afstemming tussen de formele en informele zorg en hier concrete afspraken over te maken met zorgaanbieders streven we naar een situatie waarin de formele aanvullend is op de informele zorg en waar de formele zorg, als die echt nodig is, de informele zorg versterkt. 5. Van welzijn naar professionele zorg: vloeiende overgang De huidige bevoegdheidsverdeling maakt dat welzijn een gemeentelijke taak is en dat professionele zorg (grotendeels) via het Rijk georganiseerd is. In de praktijk kan dit voor cliënten tot de situatie leiden dat zij zeer abrupt van de ene voorziening overgeplaatst moeten worden naar de andere 10

12 wanneer zich wijzigingen in hun ondersteuningsbehoeften voordoen. Met de decentralisatie van de begeleiding en verzorging naar de WMO gaan er steeds meer vormen van professionele zorg tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid behoren. Dit biedt mogelijkheden om de overgang van ondersteuning op welzijnsgebied naar ondersteuning in de vorm van professionele zorg meer in een vloeiende lijn te laten verlopen. 6. Goede aansluiting WMO-AWBZ-Zorgverzekeringswet In ons denken en doen staat onze inwoner centraal, ook de inwoner die op enigerlei wijze beperkt is in zijn of haar functioneren. Deze inwoners zijn doorgaans aangewezen op ondersteuning en komen daarbij in aanraking met verschillende wetten en regelingen op het gebied van welzijn en zorg: de WMO, de AWBZ en de Zorgverzekeringswet. Elke wet heeft zijn eigen toegang en zijn eigen bekostiging. Met de overgang van de begeleiding en de verzorging vanuit de AWBZ naar de WMO en met het scheiden van wonen en zorg, worden schotten tussen systemen verplaatst. We streven er echter naar de schotten voor de cliënt zo min mogelijk zichtbaar te laten zijn in de ondersteuning die cliënten krijgen. Een dergelijke ketenbenadering vergroot de kansen op het bieden van kwalitatief goede multidisciplinaire zorg, zonder gaten of onnodige overlappingen. 7. Kiezen juiste schaalniveau (regionaal/lokaal/wijkniveau) Gemeenten ontvangen minder geld voor de ondersteuning en moeten deze zo efficiënt mogelijk organiseren. De keuze voor de schaal waarop we bepaalde vormen van ondersteuning organiseren, is mede afhankelijk van de omvang van de desbetreffende doelgroep. Per type zorg kan de benodigde schaalgrootte anders zijn. Voor de zorg voor ouderen (veel mensen per eenheid oppervlakte) kan dat gebied kleiner zijn, dan voor bijvoorbeeld mensen met een verstandelijke beperking. Voor deze groep is een groter gebied nodig om aantrekkelijk te zijn voor een zorgaanbieder. Uiteraard ligt er hier een link met het visie-element dicht bij de cliënt georganiseerd. Dit vraagt per ondersteuningsvorm om een afgewogen keuze in de schaal waarop deze zorg georganiseerd wordt en om afspraken met de desbetreffende aanbieder over de wijze waarop de ondersteuning beschikbaar is voor de cliënt. 8. Bevorderen inclusief beleid Niet alle inwoners die ondersteuning nodig hebben, zijn per definitie kwetsbaar. Kwetsbaarheid wordt bepaald door de mate van beperking (draaglast) in combinatie met de mogelijkheid om dit op te vangen (draagkracht). Voor bepaalde groepen inwoners bij wie draaglast en draagkracht niet in balans zijn, geldt dat zij meer gebruik zouden kunnen maken van gewone voorzieningen wanneer deze hier een mogelijkheid voor zouden bieden. Er is niet altijd een aparte voorziening of activiteit voor deze inwoners nodig. Er kan zodoende winst behaald worden door (nog) meer in te zetten op een inclusieve samenleving en het WMO beleid hier op te richten. Algemene voorzieningen zouden zo veel als mogelijk toegankelijk moeten zijn voor iedereen, met of zonder beperking. 11

13 Hoofdstuk 6 Vernieuwing en besparing Inleiding In hoofdstuk 4 is aangegeven dat de focus ligt op het zoeken naar (inhoudelijke) vernieuwing om de taken begeleiding en verzorging goed in te voeren. In dit hoofdstuk verkennen we daarom de vernieuwingsmogelijkheden en geven we aan hoe hier in Holland Rijnland mee omgegaan kan worden. We maken hierbij onder meer gebruik van de handreiking van het transitiebureau Ciëntgroepen extramurale AWBZ begeleiding; mogelijkheden voor vernieuwing en het rapport Verkenning AWBZ functie Extramurale Persoonlijke Verzorging (van bureau HHM) uit Veel gemeenten experimenteren al met de mogelijkheden voor vernieuwing. In de bijlage is een overzicht opgenomen van de al lopende pilots en experimenten in de regio Holland Rijnland. Aan het einde van dit hoofdstuk wordt beschreven wat de volgende stappen kunnen zijn om de uitvoering van de visie (i.c. vernieuwing) verder vorm te geven. Vernieuwing vs. besparing Van belang is om hier aan te geven dat er in eerste instantie wordt gezocht naar vernieuwing. Door vernieuwing kunnen besparingen gerealiseerd worden. Besparingen zijn noodzakelijk, want met alleen vernieuwing is het niet mogelijk de financiële opgave te realiseren. Mogelijkheden voor besparingen zijn al genoemd in de randvoorwaarden in het vorige hoofdstuk. In dit hoofdstuk worden meer voorbeelden gegeven. Mate van vernieuwing In zijn algemeenheid wordt verondersteld dat de mate van vernieuwing samen hangt met de kwetsbaarheid van de doelgroepen. Kwetsbaarheid wil overigens niet zeggen dat er geen vernieuwing mogelijk is. Bij bijna alle cliëntgroepen wordt aangenomen dat innovatie mogelijk is. Een gedeelte van de nieuwe doelgroep heeft zeer gespecialiseerde ondersteuning nodig. Bij deze groep zal er minder ruimte zijn om vanuit de Wmo gedachte te komen tot een alternatief voor de huidige zorg zoals die wordt geleverd vanuit de AWBZ. Echter dit neemt niet weg dat we kijken naar vernieuwingsmogelijkheden vanuit de visie die in principe gelden voor alle doelgroepen. Vernieuwing vanuit de visie Vernieuwing bestaat niet alleen uit het aanbieden van iets nieuws. Het kan ook gaan om het zoeken van verbindingen zowel tussen de drie decentralisaties als binnen de decentralisatie van de AWBZ op zich, het aanbieden van bestaand aanbod aan andere doelgroepen of een andere organisatie van de ondersteuning. De voorstellen voor vernieuwing sluiten aan bij de visie uit hoofdstuk 4 en de randvoorwaarden in hoofdstuk 5. De voorstellen hebben we als volgt geordend: 1. Kanteling naar eigen kracht 2. Ontschotting doelgroepen en middelen a. Opstellen van innovatieve cliëntprofielen en innovatieve arrangementen 3. Verbinding met andere beleidsterreinen 4. Een andere organisatie van de ondersteuning /zorg a. Integrale toegang b. Zorg en ondersteuning dichtbij: wijkteams/interventieteams/sociale teams 5. Overig a. Domotica/technologie b. Vervoer c. Huisvesting Deze mogelijkheden worden hieronder beschreven. 1. Kanteling naar eigen kracht Om de omslag naar meer eigen kracht, eigen netwerk, vrijwilligers en algemene en collectieve voorzieningen voorliggend op individuele voorzieningen te kunnen maken, is innovatie noodzakelijk. In onderstaand schema is aangegeven waar gemeentes in kunnen investeren om dit voor elkaar te krijgen. 12

14 Kanteling Eigen kracht Netwerk Vrijwilligers Algemene voorzieningen Collectieve voorzieningen Individuele voorzieningen Innovatie Eigen kracht en zelforganiserend vermogen leren aanspreken Niet bij alle cliëntengroepen is eigen kracht en het zelforganiserend vermogen vanzelfsprekend aanwezig. Dit betekent dat gemeenten samen met professionele organisaties dit waar mogelijk eerst moeten opbouwen. Netwerk ontwikkelen, ondersteunen en leren benaderen Professionele organisaties zetten hierop in. Vernieuwd vrijwilligerswerk De inzet van informele ondersteuning door vrijwilligers en mantelzorgers uit de wijk en omgeving rondom de cliënt is bij alle cliëntgroepen mogelijk. Voor een goede kwaliteit van deze ondersteuning is het belangrijk dat gemeenten zorgen voor voorlichting en scholing van vrijwilligers in kennis van en attitude naar de cliënten. Daarnaast is het belangrijk dat gemeenten zorgen voor een professionele ondersteuning waarop de informele steunstructuren kunnen terugvallen Welzijn Nieuwe Stijl en dekkend aanbod Algemene en collectieve voorzieningen kunnen voor een deel van de cliëntgroepen een (gedeeltelijke) oplossing zijn. In sommige gevallen is het zelfs goed mogelijk om het aanbod voor doelgroepen te combineren, zoals voor cliënten met een verstandelijke beperking en ouderen. Ook is het de moeite waard te onderzoeken hoe zoveel mogelijk kan worden aangesloten op reguliere voorzieningen. Individuele voorzieningen collectief organiseren Organisaties met een collectief aanbod moeten meer individueel maatwerk gaan leveren door hun aanbod af te stemmen op individuele, kwetsbare burgers Scherp inkopen, aanbesteden, subsidiëren 2. Ontschotting doelgroepen en middelen Onder de (nieuwe) doelgroepen inwoners met een ondersteuningsvraag zitten inwoners met ondersteuningsvragen op diverse terreinen. Een inwoner met bv. een verstandelijke beperking heeft te maken met vragen op het gebied van onderwijs, wonen, werken, inkomen, participatie en zorg die in hun onderlinge samenhang moeten worden bezien. Nu moeten zij langs verschillende loketten en krijgen zij te maken met diverse uitvoeringsinstanties en financieringsstromen. Schotten tussen zorgverleners en financieringsstromen belemmeren een optimale inzet van mensen en middelen en daarmee een optimaal resultaat voor de cliënt. Door de middelen die overkomen niet verkokerd maar integraal in te zetten, kan een vernieuwend en samenhangend aanbod worden ontwikkeld en aangeboden 3. Het opstellen van innovatieve cliëntenprofielen en innovatieve arrangementen kan hierin als instrument gebruikt worden: a. Innovatieve cliëntenprofielen & innovatieve arrangementen Om het compensatiebeginsel op de aspecten begeleiding en verzorging in te vullen wordt een set van cliëntenprofielen gemaakt (zie ook element 5. van de visie in hoofdstuk 4). Van elke profiel is bekend welke resultaten van de ondersteuning (compensatie)verwacht mogen worden om de dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren, het persoonlijk leven te structureren en daarover de regie te voeren. Bij het maken van de profielen wordt uitgegaan van de zelfredzaamheid en het zelfoplossend vermogen van de cliënt en zijn netwerk. Deze globale cliëntprofielen zijn nodig als instrument om bij individuele cliënten een indruk te kunnen krijgen van haalbare resultaten en het daarvoor benodigde arrangement. Bij elk profiel hoort een ruw arrangement waaruit blijkt welke integrale ondersteuning nodig is om het resultaat, bv. een toename van bv zelfredzaamheid op één of meer domeinen, te behalen. De uiteindelijke ondersteuning van een cliënt is maatwerk en krijgt vorm d.m.v. individuele arrangementen. Een individueel arrangement kan bestaan uit individuele en collectieve en informele en formele ondersteuning. De opbouw van de arrangementen volgt de Wmo-uitgangspunten (eerst eigen kracht en sociaal netwerk, dan algemene en collectieve voorzieningen, uiteindelijk pas individuele zorg en ondersteuning). 3 Er is nog geen duidelijkheid over de middelen die meekomen, noch over of de middelen ontschot naar de gemeenten komen. 13

15 Het in beeld brengen van de mate van zelfredzaamheid of de ontwikkelingsmogelijkheden van een cliënt is niet altijd eenvoudig. Hier zijn verschillende werkwijzen voor. Een goed voorbeeld betreft de in het onderstaande kader door de GGD van Amsterdam ontwikkelde zelfredzaamheidmatrix. Zelfs kan gekeken worden naar de mogelijkheid om de zelfredzaamheidsmatrix aan te laten sluiten op de innovatieve cliëntprofielen. Ter illustratie: de zelfredzaamheidsmatrix De zelfredzaamheidmatrix is een geordend systeem waarbij aan elf levensgebieden (zoals inkomen, dagbesteding, huisvesting en fysieke en geestelijke gezondheid) een waarde voor zelfredzaamheid wordt toegekend. Zelfredzaamheid is de uitkomst van vaardigheden, omstandigheden en beweegredenen om goed in het dagelijks leven te functioneren. Hiervoor worden in de matrix vijf niveaus onderscheiden, van minimale zelfredzaamheid waardoor de persoon een acuut probleem heeft, tot volledige zelfredzaamheid. Met de matrix kunnen professionals een beoordeling geven van de zelfredzaamheid van een persoon. Op basis van deze zelfredzaamheid kunnen cliëntprofielen en integrale zorg- en ondersteuningsarrangementen ontwikkeld worden. De uitgangspunten van de zelfredzaamheidmatrix sluiten goed aan bij de wens om uit te gaan van de mogelijkheden van inwoners in plaats van hun beperkingen en bij de behoefte om los te komen van de grondslagen en omschrijvingen van beperkingen zoals deze nu in de AWBZ gehanteerd worden. De matrix biedt ons de gelegenheid om toe te werken naar integrale ondersteuning op maat en vervolgens ook te bepalen in hoeverre de geboden ondersteuning nu uiteindelijk heeft bijgedragen aan het continueren dan wel versterken van de participatie en zelfredzaamheid (het gewenste resultaat). 3. Verbinding met andere beleidsterreinen Bij alle cliëntgroepen worden mogelijkheden gezien voor de verbinding met andere beleidsterreinen. Het gaat bv om werk, onderwijs, cultuur, sport, wonen, inkomen, vervoer en hulp bij het huishouden. De opgave aan de gemeenten in samenwerking met andere partijen is om ervoor te zorgen dat deze verbindingen ook daadwerkelijk tot stand worden gebracht. Voor veel cliënten die nu begeleiding en persoonlijke verzorging ontvangen, geldt dat dit maar een onderdeel is van de zorg en ondersteuning die zij ontvangen. Het is aan de gemeenten om de begeleidingen verzorging in te vullen in samenwerking en goede afstemming vanuit al hun beleidsterreinen en met de rest van de ketenpartners. Daarin is veel efficiency en effectiviteit te behalen. Voor wat betreft de uitbreiding van de Wmo is de verbinding van activering, werk en maatschappelijke ondersteuning erg kansrijk. Voorbeeld: verbinding van activering/werk en maatschappelijke ondersteuning De diverse vormen van begeleiding en dagbesteding kunnen beter op elkaar afgestemd en waar mogelijk met elkaar gecombineerd worden. Vanuit de SW-bedrijven is werkbegeleiding goed ontwikkeld, bij de zorgaanbieders is de psychosociale begeleiding goed ontwikkeld. De deelnemers vanuit de Wsw krijgen betere psychosociale begeleiding (met de deelnemer meedenken en ondersteuning bieden in de ontwikkeling). De deelnemers vanuit de dagbesteding krijgen meer werknemersvaardigheden en een betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Voor de instellingen die vormen van dagbesteding aanbieden is het aantrekkelijk om die activiteiten beter te benutten door meer cliënten van andere gemeenten of van andere organisaties deel te laten nemen. Hierdoor kunnen activiteiten rendabeler worden of kunnen de onrendabele activiteiten afgestoten worden en de cliënten overgedragen worden aan een andere aanbieder. 4. Andere organisatie van de ondersteuning Integrale toegang en zorg en het werken in gebiedsgerichte teams zien we bij uitstek als kansen om de ondersteuning efficiënter en effectiever voor de inwoners te organiseren. a. Integrale toegang Wanneer gemeentes bij burgers met meervoudige problemen (en met hen) een integrale ondersteuningsbehoefte kunnen vaststellen hoeven burgers minder vaak informatie te geven en hebben gemeentes beter zicht op de vraag achter de vraag en hoeven aanbieders minder gesprekken te voeren ( 3D werkgroep integrale toegang) 14

16 b. Zorg en ondersteuning dichtbij: werken in gebiedsgerichte teams Innovatie kan gevonden worden in het hanteren van een werkwijze die een aantal beleidsdomeinen en trajecten met elkaar verbindt (welzijn, armoedebeleid, activering, zorg, begeleiding, maatschappelijke opvang en individuele verstrekkingen). Zo kunnen er teams ingesteld worden die voor deze verbinding zorgen. Het doel is om door middel van deze teams tot een geïntegreerde aanpak te komen van mensen die het niet op eigen kracht en met behulp van het netwerk redden. Een dergelijk team wordt samengesteld uit medewerkers van organisaties die op de genoemde terreinen werkzaam zijn. De medewerkers zijn uitgeleend door hun organisatie en beschikken over de juiste kennis en vaardigheden om vanuit de eigen kracht van de burger probleem op te lossen. Er is sprake van een grote vrijheid en gezamenlijk professioneel handelen. Er wordt gewerkt volgens de methodiek van één gezin, één plan, een regisseur. Met deze aanpak kan er in de wijken (over de schaalgrootte wordt verschillend gedacht), dicht bij de mensen, maatwerk geleverd worden. Omdat het team breed wordt opgezet hoeven huishoudens met problemen op verschillende terreinen niet langer veel verschillende instanties af. Het team heeft korte lijnen en weinig bureaucratie, kan snel handelen en eenvoudige zaken direct oplossen. Bij meer complexe problemen zorgt het team voor een goede coördinatie van de benodigde hulp. Sociale teams kunnen in een bepaald (of meerdere) postcodegebieden, per wijk of per kern opgezet worden. De wijk moet in deze context niet meer gezien worden als het gebied tussen de spoorlijn, een snelweg en een agrarisch gebied maar meer als een organisatorisch verband daar waar men iets met elkaar heeft. In de Holland Rijnland regio wordt o.a. in Leiden geëxperimenteerd met sociale teams. 5. Overig a. Domotica/technologie Bij de meeste cliëntgroepen is veel mogelijk met technologie. Verbindingen op afstand kunnen ervoor zorgen dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Ook hulpmiddelen kunnen hierbij behulpzaam zijn. Voor een aantal cliënten groepen worden mogelijkheden gezien in e-health, telezorg en social media. De mogelijkheden kunnen wellicht nog uitgebreid worden door technologie voor bepaalde cliëntgroepen (bijvoorbeeld pictogrammen voor dagstructuur via touchscreen voor autisten) ook (na aanpassing) te gebruiken voor andere cliëntgroepen (ouderen met beperkingen). b. Vervoer Gemeenten zijn verantwoordelijk voor verschillende vormen van doelgroepen vervoer. Gemeenten regelen al het leerlingenvervoer, Wsw vervoer, Wmo vervoer (bv regiotaxi) en (niet overal) de welzijnsbus/belbus. Met de decentralisaties AWBZ en jeugd komen daar de volgende vervoersvormen bij: Vervoer binnen de jeugdzorg Vervoer binnen de huidige AWBZ functie begeleiding (binnen de extramurale begeleiding betreft 1/3 van de kosten het vervoer van en naar de dagbesteding. M.i.v 2013 is er een bezuiniging op deze vervoerskosten doorgevoerd van 150 miljoen (landelijk).gemeenten hebben de keuze om ondersteuning (begeleiding/dagbesteding ) zonder het vervoer en /of dit vervoer zelf te gaan regelen. Vernieuwing en besparing kunnen gevonden worden in: Werk- en dagactiviteiten vinden vaak plaats in eigen accommodaties. Deze accommodaties zijn niet altijd in de eigen wijk. Er vindt veel vervoer plaats om mensen naar hun activiteit te brengen. Dagbesteding en begeleiding dichtbij de burger organiseren en laten aansluiten op de sociale infrastructuur die er al is, scheelt vervoerskosten. Daarnaast kunnen de mogelijkheden benut worden om het vervoer met meer vrijwillige inzet te realiseren. Bundelen van verschillende vervoersvormen en er bv voor kiezen om verschillende groepen samen te laten reizen of verschillende vormen van vervoer gezamenlijk in te kopen. c. Huisvesting Adequate huisvesting zorgt ervoor dat cliënten langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Samenwerking van gemeenten met woningbouwcorporaties is hierin belangrijk. Door te zorgen voor diversiteit in bewoners, kan bovendien de kracht van de lokale gemeenschap worden benut. 15

17 Randvoorwaarden, zodat mensen met beperkingen er ook daadwerkelijk kunnen wonen, zijn voorzieningen in de buurt en toegankelijkheid van ruimtes. Daarnaast kan er beter gebruik gemaakt worden van het vastgoed voor dagbesteding/ dagvoorzieningen door deze ruimtes ook te gebruiken voor niet beperkte bewoners. Dit geldt ook andersom: algemene (collectieve) ruimtes gebruiken voor mensen met een beperking. 6.3 Hoe nu verder met vernieuwing? Voorgesteld wordt om vanuit de visie en uitgangspunten de komende periode de genoemde vernieuwingsmogelijkheden verder uit te werken: 1 Ontwikkelen van cliëntenprofielen (uitgaande van zelfredzaamheid ) en het vertalen daarvan in resultaten en arrangementen in de regio. Wie: Gezamenlijk proces met zorg en welzijnspartner en cliëntenvertegenwoordiging (Zorgbelang). 3 D breed 2 Uitwerking van cliëntenprofielen in arrangementen in budgetten Wie: Gezamenlijk proces met zorg en welzijnspartner en cliëntenvertegenwoordiging (Zorgbelang). 3 D breed. 3 Holland Regio als proeftuin (pilots op verschillende plekken in de regio): Leren uit de praktijk is wenselijk om de hiervoor genoemde vernieuwingsmogelijkheden uit te zoeken, uit te werken en uit te proberen. Middels proeftuinen kan uitgezocht worden of nieuwe aanpakken (zoals werken in gebiedsgerichte teams, van indiceren tot arrangeren, dagbesteding in de wijk etc) werken en of deze daadwerkelijke financiële voordelen opleveren. In Holland Rijnland is al een aantal pilots op het gebied van de toegang gestart. Ook zijn er binnen de regio op verschillende plekken initiatieven die dagbesteding zo veel mogelijk in de directe omgeving van de inwoners willen organiseren en daarin aansluiten bij de lokale sociale infrastructuur en het welzijnswerk. Actie 1: inventariseren van de opbrengsten van de al lopende initiatieven. Pilots in de regio inventariseren en monitoren; Actie 2: op die onderwerpen/thema s waar nog niet uitgeprobeerd wordt en waar dat wel meerwaarde heeft, pilots initiëren; Uitgangspunt bij het opzetten van verdere proeftuinen op het gebied van de nieuwe taken onder de Wmo kan zijn: Starten met vernieuwingsmogelijkheden die(naar verwachting) voor de grootste opbrengsten zullen zorgen. Logischerwijze zullen deze liggen bij de grootste cliëntengroepen binnen de HR gemeenten: mensen met een verstandelijke beperking, met een psychiatrische of psychische beperking en ouderen met somatische en/of psychogeriatrische problematiek. 3 Domotica/technologie: PM 4 Voor wat betreft de mogelijkheden om het vervoer slimmer en goedkoper te organiseren wachten we de resultaten van de 3D werkgroep vervoer af. 5 Huisvestingsbehoefte ten gevolge van extramuralisering in kaart brengen en opnemen in de regionale woonvisie van Holland Rijnland. 16

18 Bijlage 1 Nadere informatie functies Begeleiding, Verzorging en kortdurend verblijf binnen AWBZ In deze bijlage wordt kort aangegeven wat de functies inhouden, om welke cliëntgroepen het gaat en hoe de verstrekking vanuit de AWBZ geschied. 1. Begeleiding: wat houdt het in? De functie begeleiding in de AWBZ is bedoeld voor mensen met somatische, psychogeriatrische, psychiatrische problematiek of mensen met verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap die matige of zware beperkingen hebben op het terrein van : Sociale redzaamheid, Bewegen en verplaatsen, Psychisch functioneren, Geheugen en oriëntatie, Probleemgedrag. Doel van de functie: bevordering, behoud of compensatie van zelfredzaamheid zodat opname in een instelling of verwaarlozing wordt voorkomen. De begeleiding draagt eraan bij dat cliënten optimaal kunnen functioneren op allerlei levensgebieden: zelfzorg, wonen, werken, financiën, vrije tijd, sociaal netwerk en contacten met instanties. De begeleiding ondersteunt cliënten vaak op het terrein van structuur en dagritme en omvat ook praktische hulp bij en overname van taken op het gebied van zelfzorg, huishouden en administratie. Naast de activiteiten die de begeleider met of voor de cliënt uitvoert is vooral de persoon van de begeleider en de relatie met de begeleider van belang: iemand die op het juiste niveau contact maakt. Daarmee is de begeleiding een belangrijke factor in de kwaliteit van het leven van cliënten Extramurale begeleiding wordt meestal langdurig en in een lage frequentie aangeboden en is bedoeld om de situatie van de cliënt stabiel te houden. Soms is er sprake van kortdurende, intensieve begeleiding. Begeleiding wordt zowel individueel als in groepsverband aangeboden. Begeleiding in groepsverband bestaat voor het grootste gedeelte uit dagbesteding. Concrete voorbeelden: woonbegeleiding, praktische pedagogische thuishulp en gezinsondersteuning, begeleiding tijdens voortgezet speciaal onderwijs, thuisbegeleiding, dagactiviteiten voor GGZ, dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking, logeerhuizen, zaterdagopvang voor kinderen met een verstandelijke beperking, sport voor mensen met een verstandelijke beperking, vakantieactiviteiten voor mensen met een verstandelijke beperking, activerende psychiatrische thuiszorg, inloophuizen, ontmoetingsgroepen begeleiding bij rehabilitatieprojecten verslaafden. Dagbesteding dient twee doelen. In de eerste plaats biedt dagbesteding mensen structuur in dag en week en biedt het sociale kontakten en bezigheden. Voor mensen onder de 65 jaar is het bovendien de bedoeling dat het hen zoveel mogelijk in een situatie brengt die te vergelijken is met de werkomgeving van niet-beperkte mensen. Het tweede doel van dagbesteding is ontlasting van mantelzorgers. Door mensen met een beperking delen van de dag buitenshuis op te vangen, is het voor mantelzorgers vol te houden om de rest van de tijd de zware zorglast te dragen. Dagbesteding met een al dan niet arbeidsmatig karakter wordt onder de AWBZ geboden door organisaties voor verstandelijk gehandicaptenzorg en organisaties voor de geestelijke gezondheidszorg Om welke cliëntengroepen gaat het? De volgende cliëntengroepen kunnen onderscheiden worden 1. Ouderen 65+ met somatische of psychogeriatrische problematiek (bijvoorbeeld dementie) 2. Volwassenen met psychiatrische problematiek (bijvoorbeeld Borderline, Anorexia etc) 3. Mensen met een verstandelijke beperking (bijvoorbeeld syndroom van Down) 4. Mensen met een zintuiglijke beperking (bijvoorbeeld blind of doofheid) 5. Mensen met een lichamelijke beperking of chronische ziekte (bijvoorbeeld dwarslaesie, artrose etc.) 6. Jongeren met psychiatrische problematiek in combinatie met opvoed- en opgroeiproblemen. 17

19 Met name in de extramurale GGZ en verstandelijk gehandicaptenzorg (VG) maakt begeleiding een groot deel uit van de totaal geleverde ondersteuning. Bijna alle mensen in deze sector krijgen begeleiding en overige functies worden maar in beperkte mate geleverd. Het gaat in de meeste gevallen om individuele begeleiding. Ook mensen met extramurale AWBZ zorg op basis van een lichamelijke of verstandelijke beperking krijgen in veel gevallen begeleiding. Bij deze groep is er vaak ook sprake van andere vormen van AWBZ zorg, met name persoonlijke verzorging en verpleging, maar ook van ondersteuning vanuit de Wmo. In de extramurale ouderen zorg speelt begeleiding een minder grote rol. Van de bijna ouderen die extramurale AWBZ zorg gebruiken, krijgt ongeveer 1 op de 6 ouderen begeleiding. Hier gaat het in de meeste gevallen om dagbesteding. Ongeveer 50 % van de mensen die die begeleiding ontvangen, maakt ook gebruik van andere vormen van zorg. In de ouderenzorg en bij mensen met een lichamelijke beperking gaat het vaak om lichaamsgebonden zorg op het gebied van persoonlijke verzorging en verpleging. Bij deze groepen is het onderscheid zorg-begeleiding redelijk goed te maken. In de Geestelijke Gezondheidszorg en Verstandelijke Gehandicapten ligt dat anders: hier hebben alle vormen van zorg voornamelijk betrekking op psychosociaal functioneren en welbevinden. Vormen van begeleiding - In de directe omgeving: kortdurende begeleiding gericht op het aanleren van vaardigheden of gedrag van de verzorger(s) hoe om te gaan met de gevolgen van de aandoening, stoornis of beperking van cliënt. - Individueel of in groepsverband: Begeleiding in groepsverband kan aangewezen zijn omdat de verzekerde vanwege de aard, omvang en duur van zijn beperking niet in staat is om tot een vorm van dagstructurering te komen, ook niet door onderwijs of arbeid. - Begeleiding en respijtzorg: begeleiding kan ook tot doel hebben te voorkomen dat degene die gebruikelijke zorg verleent overbelast raakt. Meestal wordt dit als respijtzorg aangeduid. - Begeleiding bij vervoer van thuiswonende verzekerde naar dagbesteding: Een instelling die dagbesteding levert dient verantwoord vervoer te bieden aan de cliënten die een indicatie hebben gekregen voor vervoer. Ook indien er begeleiding in verband met de problematiek bij het vervoer nodig is, is dat de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder. De activiteiten waarop de begeleiding zich richt - Compenseren van regelvermogen: helpen plannen van activiteiten; regelen van dagelijkse zaken; structureren van de dag, nemen van besluiten, stimuleren en voorbereiden van gesprekken. - Praktische hulp zelfredzaamheid: administratie, beheren geld, oefenen met reizen met het openbaar vervoer, oefenen van vaardigheden, hulp bij contacten in de sociale omgeving, hulp bij communicatie (afasie) - Overnemen toezicht: aansturen van gedrag elders/thuis - Ondersteuning mantelzorger: leren omgaan met de beperking van de geïndiceerde. Begeleiding en vervoer Vooral de jeugd (o-17 jaar) en de ouderen (65+) die gebruik maken van begeleiding hebben een indicatie voor vervoer. Met name van de doelgroep 75 + maakt 96% gebruik van vervoer gekoppeld aan een indicatie voor groepsbegeleiding (dagbesteding). Palliatieve zorg Palliatieven zorg is een onderdeel van de functie begeleiding. Palliatieve zorg is zorg voor mensen met een ongeneeslijke ziekte in de laatste fase van hun leven. De Rijksoverheid geeft subsidie aan vrijwilligers en netwerken die deze zorg verlenen. Palliatieve zorg richt zich op kwaliteit van leven en een waardige afronding van het leven. Onderdelen van palliatieve zorg: pijn en andere ziektesymptomen behandelen; psychologische en sociale problemen behandelen; aandacht geven aan zingeving en spiritualiteit; de patiënt ondersteunen bij een zo goed mogelijke kwaliteit van leven; de patiënt en de naasten ondersteunen bij 18

20 het afronden van het leven en bij het afscheid nemen; naasten ondersteunen bij de omgang met de zieke en bij rouwverwerking na het overlijden. Patiënten kunnen op de volgende plekken palliatieve zorg krijgen: thuis; in een hospice of bijna-thuishuis; in een verzorgings- of verpleeghuis of in ziekenhuizen. De patiënt mag zelf kiezen waar de zorg plaatsvindt. Vaak willen mensen het liefst thuis verzorgd worden door naasten en met hulp van zorgverleners die aan huis komen. Het komt voor dat dit niet mogelijk is. In dat geval wordt de patiënt verzorgd in een hospice, een bijna-thuis-huis of een andere instelling. Een hospice en een bijna-thuis-huis zijn huizen waar mensen sterven in een sfeer die de thuissituatie zo veel mogelijk benadert. 2. Persoonlijke verzorging : wat houdt het in? Voor de functie Persoonlijke verzorging geldt dat alle grondslagen recht kunnen geven op deze functie. Daarvoor moet wel zijn vastgesteld dat verzekerde (en/of gebruikelijke zorger) 1. Beperkingen heeft op het gebied van persoonlijke zorg en 2. de vaardigheden/kennis mist om de persoonlijke zorg zelfstandig uit te voeren en deze vaardigheden/kennis ook niet kan aanleren of 3. de vaardigheden/kennis mist om de persoonlijke zorg zelfstandig uit te voeren, maar wel leerbaar/trainbaar is om de handelingen rondom persoonlijke zorg aan te leren. Bij het vaststellen van de benodigde zorg en ondersteuning wordt rekening gehouden met alternatieve vormen van zorg (gebruikelijke zorg en vrijwilliger mantelzorg). Als hiervan sprake is, dan wordt dit in mindering gebracht op de omvang van het indicatiebesluit. Gebruikelijke zorg is de normale, dagelijkse zorg die partners, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten geacht worden aan elkaar onderling te bieden. Wanneer er sprake is van gebruikelijke zorg is geen aanspraak op AWBZzorg. Om welke cliëntengroepen gaat het bij persoonlijke verzorging? De volgende 11 klantgroepen worden onderscheiden (onderzoek bureau HHM 11 september 2012: verkenning AWBZ functie Extramurale Persoonlijke Verzorging) : 1. Kortdurende zorg somatische grondslag (bv na een ziekenhuisopname). Vaak in combinatie met verpleging. 2. Langdurige zorgbehoeftige ouderen: oudere cliënten die langdurig zijn aangewezen op alleen de functie persoonlijke verzorging en de huidige voorzieningen Wmo. 3. Langdurige zorgbehoeftige ouderen met regieverlies: bij deze groep is persoonlijke verzorging de eerst gesignaleerde zorgvraag. Deze oudere moeten in de gaten gehouden worden en de regiefunctie moet gedeeltelijk worden overgenomen. Hiervoor is begeleiding nodig (en huidige Wmo) 4. Langdurige zorgbehoeftige ouderen met regieverlies en mantelzorg: het overnemen van het regievermogen wordt ingevuld door de mantelzorg. Om de mantelzorger te ontlasten wordt begeleiding ingezet (en huidige Wmo) 5. Thuiswonende dementerenden: op psychogeriatrische grondslag begeleiding en verzorging (en huidige Wmo) 6. Lichamelijk gehandicapt langdurig: lichamelijke grondslag. Het betreft hier cliënten met aangeboren of verworven lichamelijke beperkingen die zijn aangewezen op persoonlijke verzorging en begeleiding. De zorg wordt langdurig afgenomen als voorwaarde om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Vaak ook sprake van een voorziening vanuit de Wmo. 7. Oudere psychiatrische cliënten (hulpbehoevend): thuiswonende psychiatrische cliënten hebben in alle gevallen tenminste begeleiding. Een deel maakt ook gebruik van behandeling. Ook is er vaak sprake van persoonlijke verzorging (en Wmo). 8. Jongere psychiatrische cliënten: het gaat hier vaak om gezinnen waar structuur nodig is. Persoonlijke verzorging wordt vaak kortdurend gebruikt om bij deze gezinnen binnen te komen om daarna begeleiding in te kunnen zetten. Vaak in combinatie met jeugdzorg (en Wmo). 9. Cliënten met een verstandelijke beperking(grondslag: deze cliënten wonen vaak begeleid en hebben door cognitieve beperkingen persoonlijke verzorging en begeleiding nodig). 19

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 Waar gaan we het over hebben? 1. Waarom decentraliseren? 2. Decentralisatie Jeugdzorg 3. Decentralisatie

Nadere informatie

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING VERENIGING BEDRIJFSTAK ZORG 400.11/me november 2011 STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING De verplaatsing van (extramurale) begeleiding van de AWBZ naar de WMO en dus de gemeenten biedt nieuwe

Nadere informatie

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost Regionale visie op welzijn Brabant Noordoost-oost Inleiding Als gemeenten willen we samen met burgers, organisaties en instellingen inspelen op de wensen en behoeften van de steeds veranderende samenleving.

Nadere informatie

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen? Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen? Mark van den Einde ministerie van VWS PIANOo-bijeenkomst Hoorn (8 februari 2012) Transitie: wat verandert er? Regeer-

Nadere informatie

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen? Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen? Mark van den Einde ministerie van VWS PIANOo- Marktontmoeting Wmo (9 december 2011) Het regeer- en gedoogakkoord De

Nadere informatie

Visie decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding

Visie decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding Visie decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding STAND VAN ZAKEN DECENTRALISATIE BEGELEIDING Ontwikkelingen: - Wijzigingswet Wmo: besluitvorming Tweede Kamer (april 2012) - Controversieel verklaring

Nadere informatie

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen? Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen? Begeleiding naar de Wmo: wat gaat er over en waarom? Extramurale begeleiding gaat over naar de Wmo, inclusief: jeugd

Nadere informatie

Holland Rijnland. Decentralisatie AWBZ Stuurgroep 25 september Wim Klei

Holland Rijnland. Decentralisatie AWBZ Stuurgroep 25 september Wim Klei Holland Rijnland Decentralisatie AWBZ Stuurgroep 25 september Wim Klei Onze opdracht Strategische keuze niveau van samenwerking bij de nieuwe taken in de Wmo Begeleiding (groep en individueel) Persoonlijke

Nadere informatie

Veranderingen in de zorg

Veranderingen in de zorg Veranderingen in de zorg Moet ik mij zorgen maken? Else Nobel Waarom het stelsel veranderen? Mensen vullen kwaliteit van leven bij het ouder worden in als: zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen met

Nadere informatie

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen De Wmo heeft de afgelopen jaren een flinke ontwikkeling doorgemaakt. De eerste jaren bestonden uit het neerzetten van goede structuren voor hulp en ondersteuning. De

Nadere informatie

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014 DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN Raadsvoorstellen 2014 Presentatie: 11-12 12-20132013 Planning raadsbesluiten Beleidskader (nieuwe Wmo en Jeugdwet): januari 2014 Transitiearrangement Zorg voor Jeugd: :

Nadere informatie

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat WMO Rotterdam Van verzorgingstaat naar - stad en - straat Beleidskader Wmo: voor wie? Inwoners van Rotterdam Circa 525.00 zelfredzame burgers Circa 62.000 beperkt zelfredzame burgers Circa 30.000 kwetsbare

Nadere informatie

Visie op de vernieuwing van het sociaal domein in de gemeente Nijkerk. Iedereen telt en doet mee

Visie op de vernieuwing van het sociaal domein in de gemeente Nijkerk. Iedereen telt en doet mee Visie op de vernieuwing van het sociaal domein in de gemeente Nijkerk Iedereen telt en doet mee Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. De opgave voor het sociaal domein 3. Waar staat Nijkerk nu? 4. Principes voor

Nadere informatie

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein Versie: 31 maart 2014 1. Inleiding: Wij kunnen ons in Nederland gelukkig prijzen met een van de sterkste sociale stelsels ter wereld.

Nadere informatie

Gemeenten Regio kop. Deelnemende gemeenten: Gemeente Den Helder Gemeente Schagen Gemeente Hollands Kroon Gemeente Texel

Gemeenten Regio kop. Deelnemende gemeenten: Gemeente Den Helder Gemeente Schagen Gemeente Hollands Kroon Gemeente Texel Gemeenten Regio kop Deelnemende gemeenten: Gemeente Den Helder Gemeente Schagen Gemeente Hollands Kroon Gemeente Texel Vragen via de mail richten aan (zie bijlage voor format): Schagen: aanbestedingen@schagen.nl

Nadere informatie

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten. Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten. Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen? Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen? Loes 10 jaar Basisschool sinds 4 e jaar Rugzakje Extra begeleiding gymles (PV) Broer/zus op zelfde school Gastgezin,

Nadere informatie

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is er veel veranderd in de zorg en ondersteuning. Het Rijk

Nadere informatie

Landelijke Contactdag Tourette 2016. Ed Carper

Landelijke Contactdag Tourette 2016. Ed Carper Landelijke Contactdag Tourette 2016 Ed Carper d Voorstellen Laura d Programma 10:15 Peter van der Zwan / Marjan Maarschalkerweerd 10:45 Pauze met Ed Citroen 11:30 Daniëlle Cath 12:15 Jolande van de Griendt

Nadere informatie

CONCEPT. Startdocument. AWBZ begeleiding

CONCEPT. Startdocument. AWBZ begeleiding CONCEPT Startdocument AWBZ begeleiding Gemeente Wijk bij Duurstede, maart 2012 Algemene informatie In het regeer- en gedoogakkoord van het huidige kabinet is overeengekomen dat de functies dagbesteding

Nadere informatie

Workshop Introductie Wmo. Lesprogramma. Ontwikkelingen

Workshop Introductie Wmo. Lesprogramma. Ontwikkelingen Workshop Introductie Wmo Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe 28 juni 2012 Lies Korevaar Lesprogramma Kennismaking en uitleg programma Wat is de Wmo? Doelen en uitgangspunten van de Wmo Uitwerking Wmo in de

Nadere informatie

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning; Oude en nieuwe Wmo De Tweede Kamer is akkoord met het Voorstel van wet Wmo 2015. Na behandeling in de Eerste Kamer zal dit voorstel eind 2014 de huidige Wmo gaan vervangen. Tussen de huidige Wmo en het

Nadere informatie

VISIE. Op weg naar Maatschappelijke Zorg-, hulp en dienstverlening in de gemeente Nuth

VISIE. Op weg naar Maatschappelijke Zorg-, hulp en dienstverlening in de gemeente Nuth VISIE Op weg naar Maatschappelijke Zorg-, hulp en dienstverlening in de gemeente Nuth Waarom? Welke ontwikkelingen op het gebied van Zorg en Welzijn en de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Het betaalbaar

Nadere informatie

Van AWBZ naar Wmo..en wat betekent dit voor de cliënten?

Van AWBZ naar Wmo..en wat betekent dit voor de cliënten? Van AWBZ naar Wmo..en wat betekent dit voor de cliënten? Terugkomdag vrijwillige ouderenadviseurs Bergschenhoek, 6 oktober 2011 René Korse, beleidsmedewerker Wat is de AWBZ? Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

Nadere informatie

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013 Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen 8 mei 2013 Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord Eind april presenteerde staatssecretaris Van Rijn zijn plannen voor hervorming van de langdurige zorg. Daarbij

Nadere informatie

Kaders uitbreiding Wmo Katwijk

Kaders uitbreiding Wmo Katwijk Katwijk visie en te maken keuzes Inhoud 1. INLEIDING...3 LEESWIJZER...3 2. CONTEXT...4 STELSELWIJZIGING IN DE ZORG...4 SITUATIE IN KATWIJK...6 WAT BETEKENT DIT ALLES?...5 3. DE NIEUWE WMO...7 DE OPDRACHT...7

Nadere informatie

Decentralisaties Ook de gemeente Waddinxveen heeft er mee te maken. Wat houden de decentralisaties in? Waar komt het vandaan? Waarom? 7 Oktober 2014 Waar komt het vandaan? Samen voor elkaar: de samenleving

Nadere informatie

Hervorming Langdurige Zorg. Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans

Hervorming Langdurige Zorg. Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans Hervorming Langdurige Zorg Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans Hervorming langdurige zorg Waarom? 1. Meer voor elkaar zorgen 2. Betere kwaliteit ondersteuning en zorg 3. Financiële houdbaarheid

Nadere informatie

Factsheet Wmo Drechtsteden. Met elkaar voor elkaar zorgen. Dichtbij en toegankelijk

Factsheet Wmo Drechtsteden. Met elkaar voor elkaar zorgen. Dichtbij en toegankelijk Factsheet Wmo 2015-2018 Drechtsteden Met elkaar voor elkaar zorgen. Dichtbij en toegankelijk 2 Decentralisatie AWBZ/Wmo Nieuwe taken Met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) zijn gemeenten

Nadere informatie

Begeleiding naar de Wmo?!

Begeleiding naar de Wmo?! Begeleiding naar de Wmo?! NAH-Conferentie in Heiloo 10 december 2012 Anja Hommel 22 maart 2012 10 januari 2012 Vorige kabinet: Decentralisatie AWBZ-begeleiding 1.0 Geleidelijke invoering (2013-2014) Géén

Nadere informatie

Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012

Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012 Nieuwe taken naar gemeenten de mens centraal 21 mei 2012 1 Visie gemeente Den Helder Strategische Visie Sociale Structuurvisie Woon / Leefklimaat Integrale Participatie Onderwijs Ontwikkeling Beeld van

Nadere informatie

Regeerakkoord bruggen slaan en de transitie AWBZ

Regeerakkoord bruggen slaan en de transitie AWBZ Regeerakkoord bruggen slaan en de transitie AWBZ De 12 gemeenten in Brabant Noordoost-oost (BNO-o) hebben samen met een groot aantal instellingen hard gewerkt aan de voorbereidingen voor de transitie AWBZ.

Nadere informatie

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo):

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo): Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo): Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ): Collectieve Volksverzekering voor ziektekostenrisico s, waarvoor je je niet individueel kunt

Nadere informatie

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015 De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is ZorgImpuls maart 2015 Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is er veel veranderd in de zorg en ondersteuning. Het Rijk heeft veel taken

Nadere informatie

Signalering en zorgcoördinatie bij begeleiding in de Wmo voor specifieke groepen

Signalering en zorgcoördinatie bij begeleiding in de Wmo voor specifieke groepen Signalering en zorgcoördinatie bij begeleiding in de Wmo voor specifieke groepen Specifieke groepen voor de extramurale begeleiding vanuit Wmo zintuiglijk gehandicapten (ZG) mensen met complex niet aangeboren

Nadere informatie

Transitie AWBZ in regio Brabant Noordoost - Oost

Transitie AWBZ in regio Brabant Noordoost - Oost Transitie AWBZ in regio Brabant Noordoost - Oost Transitie AWBZ AWBZ WMO Transitie: Project structuur en regionale aanpak Waar staan we nu Planning Wat is de AWBZ? Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

Nadere informatie

Een hoop nieuwe verantwoordelijkheden. Decentralisaties in het Sociaal Maatschappelijk Domein

Een hoop nieuwe verantwoordelijkheden. Decentralisaties in het Sociaal Maatschappelijk Domein Louis Litjens - Projectdirecteur Ramon Testroote - Wethouder Louis Louis Litjens Ramon Testroote - Wethouder Ramon Testroote Litjens - Projectdirecteur Projectdirecteur Wethouder Een hoop nieuwe verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Intensieve Ondersteuning Gezin en begeleiding

Intensieve Ondersteuning Gezin en begeleiding Advanced Therapy Intensieve Ondersteuning Gezin en begeleiding Ibtisam Rizkallah 06-44464540 026-3891964 info@advancedtherapy.nl Inhoud 1 Intensieve Ondersteuning Gezin (IOG)... 2 1.1 Inhoud en doelgroep...

Nadere informatie

Context. Artikel 1. Aanmelding, onderzoek en aanvraag. Artikel 2. Afweging

Context. Artikel 1. Aanmelding, onderzoek en aanvraag. Artikel 2. Afweging Beleidsregel Wmo-arrangement GGZ Valleiregie De raad van de gemeente Ede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, zaaknummer ; gelet op artikel. van de.. [naam regelgeving]; besluit vast te

Nadere informatie

Decentralisatie extramurale begeleiding. Drechtstedencaroussel 4 oktober 2011

Decentralisatie extramurale begeleiding. Drechtstedencaroussel 4 oktober 2011 Decentralisatie extramurale begeleiding Drechtstedencaroussel 4 oktober 2011 1 Opzet inleiding 1. Wat komt er op gemeenten af? 2. Waar liggen de kansen? 3. En de uitdagingen/vraagstukken? 4. Hoe pakken

Nadere informatie

Project Invoering Begeleiding uit AWBZ naar Wmo

Project Invoering Begeleiding uit AWBZ naar Wmo Project Invoering Begeleiding uit AWBZ naar Wmo Inhoud Wat gaat er gebeuren? De huidige Begeleiding Invoering Begeleiding in de Wmo Project Invoering Begeleiding Uitkomsten oriëntatiefase Vervolg: visiefase

Nadere informatie

Instructie cliëntprofielen

Instructie cliëntprofielen Bijlage 4 Instructie cliëntprofielen Dit document beschrijft: 1. Inleiding cliëntprofielen 2. Proces ontwikkeling cliëntprofielen 3. Definitie cliëntprofielen 4. De cliëntprofielen op hoofdlijnen 5. De

Nadere informatie

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom? Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom? Het ministerie van VWS heeft wee websites in het leven geroepen die hierover uitgebreid informatie geven www.dezorgverandertmee.nl en www.hoeverandertmijnzorg.nl

Nadere informatie

Veranderingen in het Sociaal Domein

Veranderingen in het Sociaal Domein Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Veranderingen in het Sociaal Domein Themabijeenkomst Ouderen in Leidsche Rijn 13 november 2013 Decentralisaties van Rijk naar Gemeente: AWBZ Jeugdzorg Participatiewet

Nadere informatie

Voorstel productdefinities ZiN voor 2016 in het Westerkwartier

Voorstel productdefinities ZiN voor 2016 in het Westerkwartier Voorstel productdefinities ZiN voor 2016 in het Westerkwartier Bij het continuïteitsarrangement 2015 - waarmee de inkoop van nieuwe producten in de Wmo 2015 is vormgegeven- is uitgegaan van de prestaties/productomschrijvingen

Nadere informatie

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING December 2012 INLEIDING Het beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 2008-2011 heeft een wettelijk bepaalde werkingsduur van vier jaren. In 2012 is besloten dit beleidsplan met één jaar te

Nadere informatie

De Wmo, De Kanteling & decentralisaties: ontwikkelingen, kansen, risico s

De Wmo, De Kanteling & decentralisaties: ontwikkelingen, kansen, risico s De Wmo, De Kanteling & decentralisaties: ontwikkelingen, kansen, risico s Aanleiding (concept)beleidsplan Wmo 2013-2016: Duurzaam, Dynamisch, Verbindend, opmaat naar toekomst bestendige Maatschappelijke

Nadere informatie

!7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING

!7: ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING !7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING )NKOOPBELEID,ANGDURIGE :ORG +LANTVERSIE Uitgangspunten en inkoopdoelen 2015 Verpleging en Verzorging (V&V) U hebt recht op langdurige zorg als dat nodig is. Denk aan

Nadere informatie

Agenda. Decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding. Drechtraad. Alblasserdam, 2 oktober 2012

Agenda. Decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding. Drechtraad. Alblasserdam, 2 oktober 2012 Decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding Drechtraad Alblasserdam, 2 oktober 2012 1 Agenda 2 17.00-17.15 uur: Concept visie extramurale begeleiding Drechtsteden, door wethouder Wagemakers 17.15-17.45

Nadere informatie

Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht)

Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht) Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht) De vier cursisten, die aanwezig waren, begonnen zich aan elkaar voor te stellen onder leiding van de cursusleidster. Van de vier cursisten waren

Nadere informatie

Transitie sociaal domein Haarlem Basisinfrastructuur, subsidies en inkoop

Transitie sociaal domein Haarlem Basisinfrastructuur, subsidies en inkoop Transitie sociaal domein Haarlem Basisinfrastructuur, s en Piet Haker Platform Netwerk Vrijwilligerswerk 13 mei 2014 2 Aanleidingen transitie Nieuwe taken voor gemeenten per 2015 Decentralisatie Awbz Decentralisatie

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

Themabijeenkomst Keuzes in het kader van de drie transities. 1 september 2014

Themabijeenkomst Keuzes in het kader van de drie transities. 1 september 2014 Themabijeenkomst Keuzes in het kader van de drie transities 1 september 2014 Inhoud presentatie Opening en inleiding Achtergrond en breder kader Stand van zaken in de voorbereiding op de drie transities

Nadere informatie

Gemeente Midden-Delfland

Gemeente Midden-Delfland r Gemeente Midden-Delfland 2013-25758 (BIJLAGE) Memo Concept wettekst nieuwe Wmo Deze informatiebrief gaat in op de hervorming van de langdurige zorg in Nederland en specifiek de concept wettekst van de

Nadere informatie

Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043

Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043 Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043 Inleiding De overheid heeft besloten over te gaan het scheiden van de financiering van wonen en zorg. De overheid heeft ook besloten tot hervormingen van

Nadere informatie

naar een nieuw Wmo-beleidsplan

naar een nieuw Wmo-beleidsplan naar een nieuw Wmo-beleidsplan gemeente Cranendonck extra Commissievergadering 26 april 2011 Ruud Vos Naar een nieuw Wmo-beleidsplan voor Cranendonck trends en ontwikkelingen bestuursakkoord Rijk en VNG

Nadere informatie

Samenwerken aan welzijn

Samenwerken aan welzijn Samenwerken aan welzijn Richting en houvast 17 november 2017 Het organiseren van welzijn Het afgelopen jaar hebben we met veel inwoners en maatschappelijke partners gesproken. Hiermee hebben we informatie

Nadere informatie

Met elkaar voor elkaar

Met elkaar voor elkaar Met elkaar voor elkaar Publiekssamenvatting Oktober 2013 1 1 Inleiding Met elkaar, voor elkaar. De titel van deze notitie is ook ons motto voor de komende jaren. Samen met u (inwoners en beroepskrachten)

Nadere informatie

Begeleiding individueel (laag)

Begeleiding individueel (laag) Begeleiding individueel (laag) Het bieden van activiteiten gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en die strekken tot voorkoming van opname in een instelling of verwaarlozing.

Nadere informatie

Samen voor een sociale stad

Samen voor een sociale stad Samen voor een sociale stad 2015-2018 Samen werken we aan een sociaal en leefbaar Almere waar iedereen naar vermogen meedoet 2015 Visie VMCA 2015 1 Almere in beweging We staan in Almere voor de uitdaging

Nadere informatie

Zorgkantoor Friesland Versmalde AWBZ (Wlz)

Zorgkantoor Friesland Versmalde AWBZ (Wlz) Zorgkantoor Friesland Versmalde AWBZ (Wlz) & De Friesland Zorgverzekeraar Toewijsbare Wijkverpleegkundige Zorg (Zvw) Niet-toewijsbare Wijkverpleegkundige Zorg (Zvw) Inhoud Presentatie Hervormingen Langdurige

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget

Nadere informatie

De Wmo 2015. Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 15 oktober 2014

De Wmo 2015. Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 15 oktober 2014 De Wmo 2015 Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 15 oktober 2014 Inhoud van de presentatie 1.Wat zijn de belangrijkste trends 2.Hoe is het nu geregeld? 3.Hooflijnen nieuwe stelsel 4.PGB in de Wmo 5.Eigen bijdragen

Nadere informatie

Verbeteren door vernieuwen en verbinden

Verbeteren door vernieuwen en verbinden Verbeteren door vernieuwen en verbinden Visie op het sociaal domein Hoeksche Waard tot stand gekomen met medewerking van professionele organisaties, vrijwilligersorganisaties en organisaties van zorgvragers

Nadere informatie

Veranderingsprocessen en vernieuwing in het sociale domein. Marike Hafkamp, MSc Apeldoorn, 30 oktober 2014

Veranderingsprocessen en vernieuwing in het sociale domein. Marike Hafkamp, MSc Apeldoorn, 30 oktober 2014 Veranderingsprocessen en vernieuwing in het sociale domein Marike Hafkamp, MSc Apeldoorn, 30 oktober 2014 1 De landelijke ontwikkelingen Regeerakkoord: Decentralisaties naar gemeenten: 1. AWBZ begeleiding,inkomensondersteuning,

Nadere informatie

Productbeschrijving Wmo contract 2016

Productbeschrijving Wmo contract 2016 Productbeschrijving Wmo contract 2016 In dit document worden de ingekochte producten beschreven. Het is bedoeld als handreiking bij de beoordeling van de in te zetten ondersteuning. Geen vaste criteria

Nadere informatie

De Wmo en de decentralisaties

De Wmo en de decentralisaties De Wmo en de decentralisaties Presentatie Alice Makkinga Adviseur programma Aandacht voor Iedereen Inhoud Landelijk programma Aandacht voor iedereen Belangrijke maatschappelijke trends? Belangrijkste wettelijke

Nadere informatie

Alternatief voor Regeerakkoord Regie in eigen hand door persoonsgebonden en persoonsvolgende bekostiging

Alternatief voor Regeerakkoord Regie in eigen hand door persoonsgebonden en persoonsvolgende bekostiging 13-0010/mh/rs/ph Alternatief voor Regeerakkoord Regie in eigen hand door persoonsgebonden en persoonsvolgende bekostiging Gevraagde actie: - Deelt u de filosofie van Regie in eigen hand? - Bent u bereid

Nadere informatie

wonen met zorg vanuit een nieuw perspectief

wonen met zorg vanuit een nieuw perspectief wonen met zorg vanuit een nieuw perspectief scheiden van Verblijf van wonen naar Wonen en zorg & van verblijf naar wonen door extramuralisering en scheiden wonen/zorg Programma Doel van vandaag Meer grip

Nadere informatie

Raadsledendag 20 september

Raadsledendag 20 september Raadsledendag 20 september Wet langdurige zorg & Zorgverzekeringswet Marlies Kamp Manon Jansen Programmamanagement HLZ 3 Presentatie 1. Wet langdurige zorg 2. Zorgverzekeringswet 3. Implementatie 4. Communicatie

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg

Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg Welkomstwoord Wethouder Homme Geertsma Wethouder Erik van Schelven Wethouder Klaas Smidt Inhoud Doel & programma bijeenkomst Veranderingen in de zorg Visie

Nadere informatie

Uitgelicht: Adviezen participatieraad Asten Bijlage 4

Uitgelicht: Adviezen participatieraad Asten Bijlage 4 Uitgelicht: Adviezen participatieraad Bijlage 4 4. Algemeen: VISIE EN UITGANGSPUNTEN De PR onderschrijft de visie dat niet vanuit beperkingen maar vanuit mogelijkheden, participatie en kansen gedacht moet

Nadere informatie

DECENTRALISATIE BEGELEIDING BIJEENKOMST VOOR FRIESE GEMEENTEN OVER DE DATA SET DE KLANT ALS KOMPAS. Zorgkantoor Friesland 15 december 2011

DECENTRALISATIE BEGELEIDING BIJEENKOMST VOOR FRIESE GEMEENTEN OVER DE DATA SET DE KLANT ALS KOMPAS. Zorgkantoor Friesland 15 december 2011 DECENTRALISATIE BEGELEIDING BIJEENKOMST VOOR FRIESE GEMEENTEN OVER DE DATA SET DE KLANT ALS KOMPAS Zorgkantoor Friesland 15 december 2011 WAT KUNT U VERWACHTEN 1. Aanleiding bijeenkomst 2. Begeleiding

Nadere informatie

Niet alles verandert in de zorg

Niet alles verandert in de zorg Over wat blijft en wat er verandert in de zorg 15 september 2014, Hercules Diessen Niet alles verandert in de zorg. Gelukkig maar! Er gaat veel veranderen in de zorg. Maar er blijft gelukkig ook veel hetzelfde;

Nadere informatie

Nieuwe taken komen boven op bestaand beleid

Nieuwe taken komen boven op bestaand beleid Nieuwe taken komen boven op bestaand beleid Decentralisatie WWNV Decentralisatie Begeleiding AWBZ Decentralisatie Jeugdzorg Invoering passend onderwijs Lopend beleid in het Sociaal Domein en Jeugddomein:

Nadere informatie

Factsheet AWBZ, 24 februari 2014. AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten

Factsheet AWBZ, 24 februari 2014. AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten Factsheet AWBZ, 24 februari 2014 AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten Het Rijk draagt op 1 januari 2015 een deel van de zorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Wmo bijeenkomst PIANOo Zwanet van Kooten

Wmo bijeenkomst PIANOo Zwanet van Kooten De drie transities Wmo bijeenkomst PIANOo Zwanet van Kooten Inhoud presentatie - Inleiding - Decentralisatie AWBZ-begeleiding - Wet werken naar vermogen - Decentralisatie jeugdzorg - Samenloop transities:

Nadere informatie

Beschermd Werk in de gemeente Barneveld

Beschermd Werk in de gemeente Barneveld Beschermd Werk in de gemeente Barneveld 1. Inleiding In het beleidskader voor de 3 decentralisaties staat weergegeven wat de visie van de gemeente Barneveld is op de 3 decentralisaties en welke uitgangspunten

Nadere informatie

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015 Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking Wat verandert er in de zorg in 2015 De zorg in beweging Wat verandert er in 2015? In 2015 verandert er veel in de zorg. Via een aantal

Nadere informatie

Sociaal domein. Decentralisatie AWBZ-Wmo. Hoofdlijnen nieuwe Wmo KIDL 27-11-2014. H. Leunessen, gem. Landgraaf 1. Wmo / Jeugzorg / Participatiewet

Sociaal domein. Decentralisatie AWBZ-Wmo. Hoofdlijnen nieuwe Wmo KIDL 27-11-2014. H. Leunessen, gem. Landgraaf 1. Wmo / Jeugzorg / Participatiewet Sociaal domein Wmo / Jeugzorg / Participatiewet Wat verandert er per 1 januari 2015? Hoofdlijnen nieuwe Wmo Wmo 2007: 1. Welzijnswet 2. Wet voorzieningen Gehandicapten 3. Hulp bij het Huishouden (HbH)

Nadere informatie

Kadernota Wmo Dit is eigen kracht in Hattem!

Kadernota Wmo Dit is eigen kracht in Hattem! Kadernota Wmo 2015 - Dit is eigen kracht in Hattem! Inleiding Er vinden grote veranderingen plaats in zorg en welzijn. Steeds meer taken worden overgedragen aan gemeenten. Met de toenemende verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Bijlage 2 Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo. Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo

Bijlage 2 Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo. Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo Bijlage 2 Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo Versie: 1.0 Datum: 21 november 2017 Product begeleiding Het Product begeleiding kan bestaan uit de

Nadere informatie

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: 2 juni 2014 Sociaal Domein Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding naar Wmo, Participatiewet. Samenhang met ontwikkelingen Publieke Gezondheidszorg en Passend

Nadere informatie

en compensatieregelingen

en compensatieregelingen Het regeerakkoord: gevolgen voor de Wmo en compensatieregelingen Cliëntenbelang Amsterdam 11 februari 2013 Onderwerpen Bezuinigingen Wmo Decentralisaties AWBZ - Wmo Maatregelen compensatieregelingen Maatregelen

Nadere informatie

Transities in het sociale domein

Transities in het sociale domein Transities in het sociale domein 3 transities Transities De landelijke overheid brengt een aantal taken in het sociale domein naar gemeenten. Het gaat om het decentraliseren van alle taken rond Jeugd en

Nadere informatie

Gebruik In de bijlage (volgt nog) zijn gegevens opgenomen over het gebruik dagactiviteiten in 2015 in de regio.

Gebruik In de bijlage (volgt nog) zijn gegevens opgenomen over het gebruik dagactiviteiten in 2015 in de regio. Startnotitie Dagactiviteiten Huidige situatie In de huidige uitvoering van dagactiviteiten is een onderscheid in drie segmenten : dagactiviteiten voor jeugd, volwassenen en ouderen. Zij worden gescheiden

Nadere informatie

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper PAOG nascholing JGZ 26-11-2013 Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper Gemeenten: verantwoordelijk voor sociale domein Nieuwe verantwoordelijkheden Per 1-1-2015, invoering 3 decentralisaties

Nadere informatie

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort Het sociaal domein Renate Richters Els van Enckevort Om te beginnen vijf stellingen Zijn ze waar of niet waar? - 2 - Stelling 1 Ongeveer 5% van de jeugdigen in Nederland heeft met (een vorm van) jeugdzorg

Nadere informatie

De Wmo 2015. Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 26 november 2014

De Wmo 2015. Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 26 november 2014 De Wmo 2015 Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 26 november 2014 Inhoud van de presentatie 1. Wat zijn de belangrijkste trends 2. Hoe is het nu geregeld? 3. Hooflijnen nieuwe stelsel 4. PGB in de Wmo 5. Eigen

Nadere informatie

Wmo begeleiding WF6 2017

Wmo begeleiding WF6 2017 Wmo begeleiding WF6 2017 Perceelbeschrijving Dagbesteding - Arbeidsmatig & Belevingsgericht Drechterland, Enkhuizen, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Stede Broec. Perceelbeschrijving dagbesteding arbeidsmatig

Nadere informatie

De visie in de Wmo beleidsnota sluit aan bij landelijk en regionaal ontwikkelingen. ( SHEET 1)

De visie in de Wmo beleidsnota sluit aan bij landelijk en regionaal ontwikkelingen. ( SHEET 1) Presentatie raad Wmo beleidsnota 2013-2016 Inleiding Ik presenteer u de Wmo beleidsnota voor de periode 2013-2016. De nota is in een turbulente tijd tot stand gekomen. Landelijk wijzigt het beleid bijna

Nadere informatie

De Wmo en de decentralisaties

De Wmo en de decentralisaties De Wmo en de decentralisaties Presentatie Alice Makkinga Adviseur programma Aandacht voor Iedereen Inhoud Landelijk programma Aandacht voor iedereen Belangrijke maatschappelijke trends? Belangrijkste wettelijke

Nadere informatie

Sturen op de transformatie van het sociale domein. Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties

Sturen op de transformatie van het sociale domein. Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties Sturen op de transformatie van het sociale domein Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties Inhoud Landelijke kaders Opgave Proces Uitgangspunten Proces Jeugdwet Aangenomen door de TK en EK O&O, Jeugdwelzijn,

Nadere informatie

Veranderingen in delangdurige zorg, toegespitst op de begeleiding

Veranderingen in delangdurige zorg, toegespitst op de begeleiding Veranderingen in delangdurige zorg, toegespitst op de begeleiding Astrid Buis Stijgende kosten zorg Vergrijzing Vereenzaming Professionalisering Individualisering Bureaucratisering Wet- en regelgeving

Nadere informatie

Wiens verantwoordelijkheid is het eigenlijk. Mythen en feiten rond de informele steunstructuren

Wiens verantwoordelijkheid is het eigenlijk. Mythen en feiten rond de informele steunstructuren Wiens verantwoordelijkheid is het eigenlijk Mythen en feiten rond de informele steunstructuren Tot slot: Meer doelmatigheid van het professionele aanbod valt te verkrijgen door het kritisch doorlichten

Nadere informatie

Informatie kaart. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Informatie kaart. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Informatie kaart Afbakening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en wijkverpleging Zorg verzekerings wet Deze informatiekaart gaat in op de verantwoordelijkheidsverdeling tussen zorgverzekeraars en

Nadere informatie

Gevolgen van het regeerakkoord voor de zorg Herman Klein Tiessink

Gevolgen van het regeerakkoord voor de zorg Herman Klein Tiessink Gevolgen van het regeerakkoord voor de zorg Herman Klein Tiessink Stand van zaken regeerakkoord op dit moment Kern is versterking van zorg thuis ( extramuraliseren ) via Wmo en Zorgverzekeringswet Uit

Nadere informatie

Complexiteit Intensiteit Bandbreedte Licht Midden Zwaar Intensiteit I 0-1,5 uur

Complexiteit Intensiteit Bandbreedte Licht Midden Zwaar Intensiteit I 0-1,5 uur Arrangementen zelfstandig en veilig wonen Nadat uit het gesprek naar voren is gekomen dat de cliënt beperkingen ondervindt op een (of meerdere) domein(en) van het resultaatgebied zelfstandig en veilig

Nadere informatie

Meest gestelde vragen en antwoorden Van AWBZ naar WMO

Meest gestelde vragen en antwoorden Van AWBZ naar WMO Meest gestelde vragen en antwoorden Van AWBZ naar WMO In 2015 gaat er veel veranderen in de zorg. De gemeente krijgt er nieuwe taken bij. Wat betekenen deze veranderingen voor u? 1. Wat gaat er veranderen

Nadere informatie

Nieuw model voor Maatschappelijke Ondersteuning. Hans Weggemans 12 november 2014

Nieuw model voor Maatschappelijke Ondersteuning. Hans Weggemans 12 november 2014 Nieuw model voor Maatschappelijke Ondersteuning Hans Weggemans 12 november 2014 1 Decentralisaties Participatiewet 2015 (- ca. 20%) Wmo: Begeleiding en verzorging 2015 (-25% resp. -15%) Jeugdzorg 2015

Nadere informatie