Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)"

Transcriptie

1 Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg Brussel 1000 Brussel Tel : 02/ his@iph.fgov.be Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Kristina Bayingana Stefaan Demarest Lydia Gisle Edith Hesse Pieter-Jan Miermans Jean Tafforeau Johan Van der Heyden Logistieke steun : Monique Schoonenburg Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid: IPH/EPI REPORTS N Depotnummer : D/2006/2505/4

2 De opdrachtgevers van de Gezondheidsenquête 2004 B. Cerexhe Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Economie, Tewerkstelling, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Landbouwbeleid Brussels Hoofdstedelijk Gewest R. Demotte Minister van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Federale regering C. Fonck Ministre de la Santé, de l'enfance et de l'aide à la Jeunesse Franse Gemeenschap B. Gentges Vize-Ministerpräsident, Minister für Ausbildung und Beschäftigung, Soziales und Tourismus Duitstalige Gemeenschap G. Vanhengel Minister van de Brussels Gewestse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Informatica Brussels Hoofdstedelijk Gewest I. Vervotte Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vlaamse Gemeenschap C. Vienne Ministre de la Santé, de l'action sociale et de l'egalité des chances Waals Gewest

3 Boek VI Gezondheid en Samenleving Gezondheidsenquête België 2004 IPH/EPI REPORTS nr

4

5 Algemene Inhoud Boek I Inleiding Methodologish rapport...5 Boek II Gezondheidstoestand Subjectieve Gezondheid...9 Chronische aandoeningen...47 Mentale gezondheid Langdurige lichamelijke beperkingen Tijdelijke beperkingen Boek III Leefstijl Lichaamsbeweging...5 Voedingsstatus Voedingsgewoontes Gebruik van alcohol Tabaksgebruik Gebruik van illegale drugs Gezondheid en seksualiteit AIDS : kennis, attitudes en opsporing Boek IV Preventie Vaccinatie...5 Cardiovasculaire preventie Vroegtijdige opsporing van diabetes Vroegtijdige opsporing van borstkanker Vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker...297

6 Boek V Medische Consumptie Contacten met zorgverstrekkers Contacten met de huisarts...5 Ambulante contacten met de specialist Contacten met de dienst spoedgevallen Contacten met de tandarts Contacten met paramedische zorgverstrekkers Opname in het ziekenhuis Gebruik van geneesmiddelen Niet-conventionele geneeswijzen Boek VI Gezondheid en samenleving Toegankelijkheid van de gezondheidszorgen... 5 Socio-economische verschillen in gezondheid Gezondheid en omgeving Traumata Sociale gezondheid Gebruik sociale en preventieve diensten Boek VII Ouderen... 5 Boek VIII Internationale vergelijking... 5

7 Boek VI Hoofdstuk 4 Ongevallen Lydia Gisle Inleiding Gezondheidstoestand Leefstijl Preventie Medische consumptie Gezondheid en samenleving Toegankelijkheid van de gezondheidszorgen Socio-economische verschillen in gezondheid Gezondheid en omgeving Traumata Sociale gezondheid Ongevallen Agressie Ouderen Sociale en preventieve diensten Internationale vergelijking Gezondheidsenquête, België 2004

8

9 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 3 SAMENVATTING DANKWOORD INLEIDING VRAGEN INDICATOREN RESULTATEN ONGEVALLEN ACCIDENTELE TRAUMATA (TR01_1) België Regio s OMSTANDIGHEDEN VAN HET ACCIDENTEEL TRAUMA (TR2_1 TOT TR2_5) België Regio s OORZAAK VAN HET ACCIDENTEEL TRAUMA (TR04_2 TOT TR04_4) België Regio s TYPE VAN TRAUMATA (TR05_2 TOT TR05_5) Regio s TYPE VAN MEDISCH ONDERZOEK (TR06_1 TOT TR06_3) België Regio s RESULTATEN GEWELDPLEGING INTERMENSELIJK GEWELD EN TYPE VAN GEWELDPLEGING (TR09_1, TR10_1 TOT TR10_3) België Regio s PLAATSEN WAAR DE GEWELDPLEGING PLAATSVINDT (TR10_4 TOT TR10_8) GEWELD IN DE PRIVÉ-SFEER (TR10_4) België Regio s GEWELD OP SCHOOL OF OP HET WERK (TR10_5) België Regio s GEWELD OP EEN OPENBARE PLAATS (TR10_6) België Regio s GEWELD OP STRAAT (TR10_7) België Regio s

10 6. BESPREKING BIBLIOGRAFIE BASIS TABELLEN - ONGEVALLEN GESTANDAARDISEERDE TABELLEN - ONGEVALLEN BASIS TABELLEN GEWELD GESTANDAARDISEERDE TABELLEN - GEWELD BIJKOMENDE GRAFIEKEN - GEWELD

11 Samenvatting Ongevallen en geweld zijn belangrijke oorzaken van morbiditeit en mortaliteit op wereldvlak en hun preventie blijft voor volksgezondheid een hoofdbekommernis. De resultaten van de gezondheidsenquête 2004 over traumata door ongeval en intermenselijk geweld kunnen als volgt samengevat worden: Ongevallen In België, verklaart 8 van de bevolking in de 12 maanden voorafgaand aan de enquête slachtoffer te zijn geweest van een ongeval waarbij een arts of een ziekenhuisdienst geraadpleegd moest worden. Algemeen kan men stellen dat mannen vaker slachtoffer van accidentele traumata worden dan vrouwen en dat hun aantal met de leeftijd afneemt. De ongevallen in de bevolking zijn sinds de vorige enquête van 2001, met uitzondering van het Brussels Gewest, niet echt in aantal gedaald. Accidentele traumata worden het vaakst aangetroffen bij ongevallen in de privé-sfeer (32) en op het werk of op school (30). Daarna volgen ongevallen op de weg of op de openbare weg (24), ongevallen tijdens het sporten (19) en ongevallen op een openbare plaats (5). Vrouwen hebben het meest ongevallen in de privé-sfeer terwijl ongevallen op het werk/op school en tijdens sport vaker bij mannen plaatsgrijpen. De verschillende types ongevallen variëren ook in functie van de leeftijd. Dit kan teruggevoerd worden op hun band met de activiteiten eigen aan elke etappe in het leven. Ongevallen op het werk, bij voorbeeld, dalen op de (brug-) pensioengerechtigde leeftijd terwijl ongevallen in de privé-sfeer met de leeftijd toenemen. Ongevallen op de weg raken meer de jongvolwassenen tussen 15 en 44 jaar en de 65-plussers. Sportongevallen treden dan weer vooral bij jongeren onder de 35 jaar op. Proportioneel gezien, rapporteren de slachtoffers van het Brussels (31) en het Vlaams Gewest (27) meer ongevallen op de weg en op de openbare weg dan de slachtoffers die in het Waals Gewest (16) wonen. Opgelet, het gaat hier niet om de plaats van het ongeval, maar wel om de verblijfsplaats van de slachtoffers. De meest gemelde traumata zijn valpartijen (54), botsingen of schokken (29, zelfs 31 met inbegrip van de motorrijtuigen) en snijdwonden (8). Vrouwen melden het meest te vallen, zelfs na standaardisatie voor leeftijd. Ook aan de twee uitersten van de leeftijdsgrenzen (vooral bij de 65-plussers) komen valpartijen vaker voor terwijl botsingen of schokken vooral slachtoffers tussen 15 en 55 jaar maken. De meest frequente types traumata zijn verstuikingen (27), breuken (26) en wonden (26). Breuken komen erg veel voor bij vrouwen ouder dan 65 jaar (50 van de traumata). Verstuikingen komen vaker voor bij volwassenen tussen 15 en 54 jaar en vertegenwoordigen ongeveer een derde van de gemelde traumata. Twee op drie slachtoffers hebben een beroep gedaan op een huisarts en bijna drievierde ging naar een ziekenhuis voor onderzoek en/of verzorging. Personen uit minder begunstigde milieus doen vaker een beroep op ziekenhuisdiensten. Deze diensten worden ook vaker door bewoners uit de hoofdstad bezocht dan uit de twee andere gewesten. Wat kan men uit deze analyses onthouden? Binnen het kader van preventie van niet-fatale traumata, gaat de voorrang naar preventie van ongevallen in de privé-sfeer, die vooral jonge kinderen, vrouwen en ouderen raken. Ook moet men inspanningen blijven leveren voor meer veiligheid op het werk en op school, twee locaties waar actieve volwassenen en kinderen een groot deel van hun tijd doorbrengen. De leeftijds- en geslachtseigen karakteristieken, samen met de meest courante mechanismen die samenhangen met accidentele traumata (val en schokken), zijn enkele mogelijke pistes voor het uitwerken van een doelgerichte preventieve aanpak

12 Geweld In België werd in het jaar voorafgaand aan de enquête 9 van de populatie ouder dan 15 jaar slachtoffer van geweldplegingen. In precieze cijfers betekent dit dat 7 van de bevolking verklaart slachtoffer te zijn van psychologisch of verbaal geweld (beledigingen, bedreigingen, pesten, eenzame opsluiting, enz.), 3 van de bevolking verklaart fysiek geweld te hebben ondergaan (brutaal opzij duwen, knijpen, slagen, snijdwonden, agressie) en 3 heeft gevallen van diefstal of inbraak gemeld. Algemeen kan men stellen dat mannen en vrouwen op gelijke voet door geweldplegingen geraakt worden. Met ietwat meer slachtoffers onder de jongeren dan onder de ouderen, en een grotere frequentie in grootsteden, raken geweldplegingen ook meer personen uit bevoorrechte middens. We vinden meer slachtoffers te Brussel (15) en in Wallonië (13) dan in Vlaanderen (6). Deze resultaten, in functie van leeftijd en geslacht, gelden voor elk afzonderlijk type geweldpleging. Het onderzoek naar geweld volgens de plaats waar het plaatsvond, laat twee profielen naar voren komen: enerzijds de leefomgeving van de personen (thuis, werk, school) en anderzijds de wereld extra-muros (openbare ruimten, straat, elders). Het geweld in de leefomgeving vertoont volgende karakteristieken: de slachtoffers zijn steeds jonger en komen uit een socio-educatief bevoorrecht milieu. We tellen proportioneel meer slachtoffers in het Brussels en het Waals gewest dan in het Vlaams Gewest. Geweld op het werk of op school treft mannen en vrouwen in gelijke mate; geweld in de privé-sfeer komt vaker voor bij vrouwen. Geweld buiten de leefomgeving neemt de volgende vorm aan: mannen worden vaker dan vrouwen getroffen en jongeren vaker dan oudere personen en dit ongeacht het socioeducatief niveau. Hier ook gaat het om een fenomeen dat vooral in de steden optreedt. Een meer gedetailleerde analyse van deze gegevens, die verder reikt dan het huidige kader van dit rapport, zou een nauwkeurige identificatie moeten toelaten van het type van geweld dat het vaakst voorkomt op de verschillende vermelde plaatsen, de karakteristieken van de geweldplegers in functie van deze plaatsen (alleen of in groep, al dan niet gekend door het slachtoffer) en de acties ondernomen door het slachtoffer om de gevolgen van deze agressie onder ogen te zien. Deze resultaten leiden op het vlak van de volksgezondheid tot volgende aanbeveling: het sensibiliseringsbeleid voor geweld op het werk en echtelijke geweld moet worden voortgezet, maar er moeten ook acties volgen om het geweld waaraan de allerjongsten blootgesteld worden te sensibiliseren

13 Dankwoord Wij willen graag de volgende personen bedanken voor het nalezen van dit onderdeel en hun nuttige opmerkingen. o o o o Heidi Cloots, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Gezondheidszorg Alain Levêque, ULB - Ecole de Santé Publique Jan Stevens, Vlaams fonds van de Sociale Integratie van Personen met een Handicap Rika Frans, Sensoa

14 1. Inleiding Ongevallen en geweld zijn de belangrijkste oorzaken van morbiditeit en moraliteit op wereldvlak. (1;2). Zij liggen aan de basis van lichamelijke en psychologische wonden en traumata die ernstige en minder ernstige gevolgen kunnen hebben op het dagelijkse leven van individuen. In ernstige gevallen, kunnen deze traumata zo diepgaand zijn dat de slachtoffers zich tot spoeddiensten en gezondheidsdiensten moeten wenden. Ook kunnen zij tot fysieke complicaties leiden (infecties, bloedingen, overdracht van ziekten,enz. ), tot een chirurgische ingreep (diepe wonden, botschade, esthetische sequelen), tot een langdurige invaliditeit of handicap, of zelfs tot het overlijden van het slachtoffer. Op psychologisch vlak, kunnen traumata veroorzaakt door een ongeval of geweldpleging leiden tot posttraumatische stoornissen, toestanden van angst of depressie, voeding- en slaapstoornissen en tot risicogedrag zoals overmatig alcoholgebruik, alcoholverslaving, toxicomanie, zelfmoordneigingen, enz. In de gezondheidsenquête 2004 wordt informatie verzameld over accidentele traumata zonder fatale afloop en over het probleem van intermenselijk geweld. Het is nog niet lang dat volksgezondheid geweld als risicofactor voor de gezondheid beschouwt (2). Ongevallen In de omgangstaal, betekent de term "ongeval" een onvoorziene, plotse gebeurtenis, die op de een of andere manier schade berokkent. Evenzo beschouwt de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) een ongeval als "een gebeurtenis buiten de wil van het individu, veroorzaakt door een snelle uitwendige kracht, die lichamelijke of mentale schade berokkent". De term "trauma" verwijst naar het gevolg van de gebeurtenis (3), voornamelijk het lichamelijk of mentaal letsel. De gezondheidsenquête 2004 heeft zich toegespitst op ongevallen die plaatsvonden in de loop van de 12 maanden voorafgaand aan de enquête en die tot een raadpleging bij de arts of in het ziekenhuis geleid hebben. Ze beoogt een evaluatie van de prevalentie van accidentele traumata in onze maatschappij maar wenst ook meer inlichtingen samen te brengen over de omstandigheden die tot traumata leiden, hun oorzaak, hun aard, de geraadpleegde medische instelling en het type verstrekte zorgen

15 Geweld Geweldpleging wordt volgens de WGO (4), gedefinieerd als "elk intentioneel gebruik van geweld, zowel onder de vorm van een bedreiging als een daad, tegen zichzelf, andere individuen, een groep of een gemeenschap, die leidt of kan leiden tot kwetsuur, een trauma of de dood". De gezondheidsenquête 2004 richt zich op intermenselijk geweld, dit wil zeggen, uitgeoefend door een of meerdere personen, die al dan niet gekend zijn door het slachtoffer. Hier wordt geweldpleging volgens twee assen geconceptualiseerd: psychologisch en fysiek geweld. Diefstal en inbraak worden ook in aanmerking genomen, hoewel hun impact op de gezondheid minder vast staat. Geweldpleging tegen zichzelf (zelfmoordpogingen bijvoorbeeld) komt in het hoofdstuk over de mentale gezondheid aan bod. De enquête wil dus het fenomeen van intermenselijk geweld in de bevolking onderzoeken, ongeacht of het om psychologisch of fysiek geweld gaat en nagaan op welke plaatsen geweld doorgaat, wat het profiel van de agressor is (een geïsoleerd iemand of een groep van personen; personen die al dan niet gekend zijn door het slachtoffer) en de eventuele acties die ondernomen werden na de ondergane feiten. De vragen werden opzettelijk ruim opgesteld zodat de slachtoffers de ondergane geweldplegingen kunnen melden zonder al te veel in detail te moeten gaan of intieme, vernederende, zelfs compromitterende details te moeten vertellen of onthullen. Deze vorm van geweldpleging is vaak verzwegen in onze maatschappij. We mogen bijgevolg aannemen dat de resultaten van de enquête de werkelijke omvang van dit fenomeen onderschatten

16 2. Vragen De vragen in de enquête hebben tot doelstelling het optreden van traumata in België na te gaan, waarbij men een opsplitsing maakt tussen enerzijds traumata ten gevolge van accidentele of onopzettelijke gebeurtenissen en anderzijds de ondergane gewelddaden, ongeacht hun aard. Ongevallen Voor de accidentele traumata, richt de gezondheidsenquête van 2004 (net zoals die van 2001) zich op wat men «ingrijpende» gebeurtenissen noemt, d.w.z. die geleid hebben tot de raadpleging van een arts of een ziekenhuisbezoek. De vragen over de ongevallen komen uit de mondelinge vragenlijst, die door de interviewer ingevuld werd en betrekking heeft op het geheel van de ondervraagde personen. De in aanmerking genomen periode, dekt de 12 maanden voorafgaand aan het interview. Volgende vragen werden gesteld: TR01. Hebt u in de afgelopen 12 maanden één of meerdere ongevallen gehad die hebben geleid tot een raadpleging bij een arts of tot een ziekenhuisbezoek? TR02. In welke omstandigheden vond dit ongeval / vonden deze ongevallen plaats? 01. Op het werk (bureau, werkplaats, bouwwerf, ) 02. Op school/college/crèche (in de klas, speelplaats, gymzaal ) 03. Tijdens een sportactiviteit 04. Op de openbare weg (straat, stoep, zebrapad, ) 05. Op een publieke plaats (park, postkantoor, café, ) 06. Binnenshuis (keuken, badkamer, trap,.) 07. Buitenshuis (tuin, garage, ) 08. Andere (verklaar nader ) TR03. Welk van de vermelde ongevallen is het meest recente? TR04. Wat was de belangrijkste oorzaak van dit ongeval? TR05. Welke waren de lichamelijke gevolgen van dit ongeval? TR06. Welke hulpverlener of dienst hebt u vanwege dit ongeval geraadpleegd? TR07. Welke zorgen ontving u? TR08. Wat was de aard van het ongeval?

17 Geweld De vragen die betrekking hebben op het geweld dat ondergaan werd, beperken zich niet tot diegene, die tot een fysiek en/of psychologisch trauma geleid hebben dat een raadpleging bij een gezondheidsspecialist met zich meebracht. De onderzochte feiten behandelen zowel verbaal als fysiek geweld. De vragen werden omwille van hun gevoelig karakter opgenomen in de schriftelijke vragenlijst. Bijgevolg bleven ze uitsluitend beperkt tot personen vanaf 15 jaar. TR09. Bent u de afgelopen 12 maanden het slachtoffer geweest van verbaal of psychisch geweld (beledigingen, bedreigingen), lichamelijk geweld (slagen, seksueel misbruik), een inbraak, diefstal of een gewapende overval? TR10. Van welke soort geweld was u de afgelopen 12 maanden het slachtoffer, en waar vond dit plaats? (Meerdere antwoorden mogelijk. Kruis de toepasselijke hokjes aan in functie van het soort geweld en de plaats waar dit zich heeft voorgedaan) De ondervraagden moeten, naast het soort geweldpleging waarvan ze slachtoffer waren (indien van toepassing), ook de plaats(en) aangeven waar het gebeurd is. 01 Diefstal, inbraak, overval Verbaal/psychisch geweld Aard van geweldpleging 02 Verwijten, beschuldigingen, spot, vernedering, sarcasme 03 Bedreigingen, intimidatie, chantage; denigrerende, seksuele of racistische opmerkingen, 04 Isolement, ontbering, vrijheidsberoving Categorieën van antwoord (plaats): 1. thuis 2. op het werk/op school 3. op een publieke plaats 4. op de openbare weg 5. elders Fysiek geweld 05 Omvergelopen, door elkaar geschud, genepen, omvergeduwd, gekrabd 06 Geschopt, vuistslagen, geslagen/verwond met een voorwerp 07 Seksueel geweld, gedwongen seksuele betrekkingen 08 Andere (verklaar)

18 Verbaal of psychologisch geweld (zonder fysieke agressie) Als u de afgelopen 12 maanden het slachtoffer was van verbaal of psychisch geweld (zonder fysiek geweld), beantwoord dan de volgende vragen voor de ernstige feiten die zich hebben voorgedaan: TR11. Hoeveel personen waren bij de feiten betrokken? TR12. Kent u persoonlijk de perso(o)n(en) die bij de feiten betrokken was/waren? TR13. Heeft u omwille van deze agressie een of meerdere van de volgende instanties gecontacteerd? Welke? 01 Politie 02 Medische dienst (arts, ziekenhuis) 03 Wets- of juridische instantie 04 Slachtofferhulp, jongerenhulp, vluchthuis 05 Teleonthaal, kindertelefoon 06 Andere (verklaar nader) 07 Ik wil hier liever niet op antwoord TR14. Hoeveel keer bent u de afgelopen 12 maanden het slachtoffer geweest van verbaal of psychisch geweld waarvoor u op één van bovengenoemde instanties een beroep gedaan hebt? Fysiek geweld Als u de afgelopen 12 maanden het slachtoffer was van lichamelijk geweld, beantwoord dan de volgende vragen voor de ergste feiten die zich hebben voorgedaan: TR15. Hoeveel personen waren bij de feiten betrokken? TR16. Kent u de perso(o)n(en) die bij de feiten betrokken was/waren persoonlijk? TR17. Hebt u omwille van deze agressie een of meerdere van de volgende instanties gecontacteerd? (meerdere antwoorden mogelijk) Zie antwoordcategorieën van vraag TR13. TR18. Hoeveel keer bent u in de afgelopen 12 maanden het slachtoffer geweest van lichamelijk geweld met letsels waarvoor een medische behandeling nodig was?

19 3. Indicatoren Ongevallen De indicatoren voor dit rapport beogen een schatting van het aantal slachtoffers van accidentele traumata, van het type opgelopen ongeval (naargelang de plaats van gebeuren: ongeval in de privésfeer, op het werk, op de weg, tijdens sportbeoefening), de oorzaak van het trauma (val, botsing, contact met een scherp voorwerp, enz), de aard van het trauma (breuk, brandwonden, vergiftiging, enz), de medische instelling die men geraadpleegd heeft en de aard van de verstrekte zorgen (als indirecte maatstaf voor de ernst van het trauma). Personen bij wie het trauma niet tot de raadpleging van een gezondheidswerker heeft geleid (zie vraag TR06) alsook diegenen die verklaren dat de traumatische gebeurtenis opzettelijk was (zie TR08: vechtpartij, zelfverminking) zijn uitgesloten uit deze analyses. De antwoorden uit de categorieën andere, leg uit van de diverse vragen konden grotendeels in de vooraf opgestelde categorieën ondergebracht worden. Deze operatie gaat aan de constructie van de indicatoren vooraf. TR01_1 laat de identificatie van personen toe die slachtoffer waren van een accidenteel trauma in de loop van de 12 maanden voorafgaand aan de enquête. Deze vraag is afgeleid van vraag TR01, en hergroepeert de individuen die een enkel of meerdere ongevallen hebben gerapporteerd. TR01_2, vindt men terug in de basistabellen en maakt het verschil tussen individuen die één, versus deze die meerdere ongevallen met verwondingen rapporteren. De indicatoren afgeleid uit vraag TR02 verwijzen naar een ongeval opgelopen volgens een van de volgende categorieën: traumata die op het werk of op school (TR02_1: hergroepeert antwoorden 01 en 02), traumata door de beoefening van een sport (TR02_2), traumata op de weg (TR02_3), traumata in een openbare plaats (TR02_4) en tot slot, traumata in de privé-sfeer (TR02_5: hergroepeert de antwoorden 06 en 07). De gerapporteerde percentages omschrijven het aantal slachtoffers van een gegeven type accidenteel trauma (teller) in een totale populatie (noemer). Aangezien één ondervraagde meerdere types van ongevallen tijdens de afgelopen 12 maanden kon rapporteren, kan het totaal van de percentages 100 overschrijden (aangezien een zelfde individu twee keer of meer kan worden geteld). Daartegenover worden twee ongevallen die in dezelfde categorie van omstandigheden optreden, slechts een keer geteld. De volgende indicatoren verwijzen naar het meest recente ongeval (indien meerdere ongevallen in de loop van het verlopen jaar gemeld werden). Hier wordt het aantal slachtoffers de noemer (of referentiepopulatie) voor de berekening van de percentages. Zij geven dus het aantal slachtoffers aan met de bestudeerde conditie in verhouding tot het totale aantal slachtoffers. Nochtans moeten deze cijfers op het niveau van de provincie Limburg voorzichtig geïnterpreteerd worden, omdat het uiteindelijk over vrij kleine getallen gaat. De indicatoren TR04_2, TR04_3 en TR04_4 melden de oorzaken die het vaakst gemeld werden ivm het recentste trauma, respectievelijk valpartijen, botsingen en snijdwonden. TR05_2 tot TR05_5 zijn een weergave van het aantal slachtoffers van een gegeven type traumata op een totaal aantal slachtoffers van ongevallen. De bestudeerde types traumata zijn breuken, wonden, verstuikingen en kneuzingen. Dit zijn de vier meest voorkomende types traumata in de peilpopulatie. TR06_1 tot TR06_3 geven de proportie slachtoffers aan die naar een huisarts en/of het ziekenhuis gegaan zijn en/of die een andere gezondheidswerker geraadpleegd hebben naar aanleiding van het opgelopen trauma

20 TR07_1 is de laatste indicator over de accidentele traumata. Deze meldt het type verstrekte zorg, wat ook een indicator is van de ernst van de opgelopen schade. Van slachtoffers die meerdere types van zorgverstrekking hebben gemeld, komen enkel de zwaarste in aanmerking voor de constructie van deze indicator. Zo wordt bijvoorbeeld een persoon die verklaart meerdere hechtingen te hebben gehad, een chirurgische ingreep onderging en verbanden kreeg een enkele keer geteld. Deze persoon wordt in de categorie met de hoogste ernstgraad ingedeeld, namelijk de chirurgische ingreep. De indicator wordt ter informatie opgenomen in de basistabellen op het einde van het hoofdstuk, maar de resultaten worden hier in de tekst niet besproken. Geweld De indicatoren met betrekking tot het ondergane geweld beogen het aantal slachtoffers van agressie en geweld over de algemene populatie evenals hun verdeling volgens type geweldpleging (fysiek geweld, psychologische of verbale agressie, diefstal of inbraak) en volgens plaats ( op het werk of op school, in de privé-sfeer, op straat, op een openbare plaats of elders) te schatten. In de enquête van 2004, betreffen twee indicatoren de dader van gewelddadige feiten: enerzijds wordt onderzocht of het gaat om een geïsoleerde persoon of een groep van personen, en anderzijds of deze(n) gekend is (zijn) door het slachtoffer. Tot slot, worden er inlichtingen verstrekt over de eventuele acties van de slachtoffers na de geweldplegingen die op hen uitgeoefend werden. TR09_1 maakt het mogelijk personen te identificeren die slachtoffer van een geweldpleging waren tijdens de 12 maanden voorafgaand aan de enquête. Deze indicator volgt direct uit vraag TR09. TR10_1, TR10_2 en TR10_3 melden het percentage slachtoffers van psychologisch geweld (categorieën 02, 03 of 04 van vraag TR10), van fysiek geweld (categorieën 05, 06 of 07) en van diefstal of inbraak (categorie 01) onder de gerapporteerde slachtoffers. Aangezien meerdere types van geweldplegingen konden plaatsvinden, is het mogelijk dat het totaal van de percentages het totale aantal slachtoffers overschrijdt. Een zelfde individu kan immers in verschillende categorieën geweld voorkomen. Een zelfde categorie geweld kan echter slechts één keer gerapporteerd worden (herhalingen worden niet geïdentificeerd). TR10_4 tot TR10_8 melden de verdeling van de slachtoffers naargelang de plaats waar de geweldpleging zich voordeed. De verschillende gerapporteerde gewelddaden konden zich ook op verschillende plaatsen voordoen. Bijgevolg kan de som van de percentages van de categorieën het totale percentage van de slachtoffers overschrijden. Andere indicatoren verwijzen naar de meest ernstige geweldpleging waarvan de persoon slachtoffer was tijdens het verlopen jaar (voor zover er meerdere gesignaleerd werden). Het aantal slachtoffers kan hier noemer (of referentiepopulatie) worden voor de berekening van de percentages. De percentages geven bijgevolg het aantal slachtoffers aan met de bestudeerde conditie in verhouding tot het totale aantal slachtoffers

21 TR11_2 geeft inlichtingen over de geweldplegers: gaat het om een geïsoleerd persoon of om een groep personen. De indicator is berekend op basis van de slachtoffers die hun agressor gezien hebben of kennen. TR12_2 laat toe te onderzoeken of het slachtoffer de dader kent of, of het om onbekenden gaat. Ook hier, is de indicator berekend op basis van de slachtoffers die weten wie aan de oorsprong van de geweldpleging ligt. TR13_1 tot TR13_4 hebben betrekking op de eventuele instellingen tot wie het slachtoffer zich na het psychologische geweld (zonder fysieke aanslag) gericht heeft. TA13_1 heeft betrekking op de medische of psychologische hulp (gebaseerd op categorieën 02 en de antwoorden op de categorie andere van de vraag TR13). TR13_2 meldt wanneer een beroep gedaan werd op de politie en/of juridische diensten (hergroepeert de antwoordcategorieën 01 en 03). TR13_3 verwijst naar de bijstand door hulp of zelfhulpgroepen (hergroepeert de categorieën 04 en 05) en TR13_4 geeft weer wanneer een beroep gedaan werd op de competente autoriteiten teneinde in te grijpen op een probleem (gebaseerd op de antwoordcategorie 06), te weten, een hiërarchische overste, een schooldirecteur, een bemiddelaar, een syndicale pressiegroep, enz. TR17_1 tot TR17_4 hebben betrekking op dezelfde instellingen, maar in het geval van fysiek geweld. De instellingen waar de slachtoffers een beroep op doen, zijn niet opgenomen in de gestandaardiseerde analysetabellen, maar komen enkel in de basistabellen voor

22 4. Resultaten Ongevallen 4.1. Accidentele traumata (TR01_1) Aan de deelnemers aan de vragenlijst werd gevraagd of ze in de afgelopen 12 maanden, een of meerdere ongeval(len)hebben gehad waarvoor ze een arts of een ziekenhuisdienst gecontacteerd hebben. De term "ongeval" verwijst hier naar een gebeurtenis tijdens welke een lichamelijk (en/of psychologisch) letsel opgetreden is. De term "trauma" verwijst naar het gevolg van een gebeurtenis (de wonde). Wanneer in de tekst sprake is van een "ingrijpend ongeval ", dan betekent dit dat het voorval geleid heeft tot de raadpleging van een arts; "traumatisch ongeval" geeft aan dat er schade veroorzaakt werd. De term "accidenteel trauma" wordt gebruikt om het onopzettelijke of toevallige karakter te beklemtonen van datgene wat aan de oorsprong van het trauma lag, in tegenstelling tot opzettelijke traumata (bij voorbeeld agressie, doodslag, zelfmoord, zelfverminking, enz). Deze termen worden in de tekst door elkaar gebruikt België In België verklaart 8 van de bevolking dat ze in de 12 maanden voorafgaand aan de enquête slachtoffer van een ongeval waren waarvoor ze een beroep hebben moeten doen op medische zorgen (7 geeft één enkel ingrijpend ongeval aan, tegenover 1 dat het over meerdere ongevallen van dit type heeft). Analyse volgens geslacht en leeftijd Bij mannen is het risico op een ongeval groter (10) dan bij vrouwen (7) en, dit verschil is significant na standaardisatie voor leeftijd. De leeftijdsverdeling volgens geslacht (Figuur 1) geeft aan dat tot de leeftijd van jaar, mannen vaker dan vrouwen een ongeval hebben. Daarentegen eens de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, lopen vrouwen twee keer meer dan mannen een accidenteel trauma op waarbij medische zorgen vereist zijn. Figuur 1 Percentage van de bevolking met een letsel als gevolg van een ongeval dat aanleiding gaf tot een medische raadpleging in de afgelopen 12 maanden volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, 2004, België

23 Daarenboven nemen ingrijpende ongevallen af in functie van de leeftijd. Jongeren tussen jaar lopen het grootste risico op een ingrijpend ongeval (10 bij vrouwen, 17 bij mannen). De leeftijdsgroep waarbij het minst accidentele traumata optreden, is de leeftijdsgroep jaar bij vrouwen (4) en, jaar bij mannen (3). Vanaf 75 jaar en ouder, treden er weer meer traumata op (8; zijnde 10 bij vrouwen en 5 bij mannen). Analyse volgens opleidingsniveau De frequentie van traumatische ongevallen varieert niet binnen de subgroepen van de bevolking volgens het opleidingsniveau, ook niet na standaardisatie voor leeftijd en geslacht. Analyse volgens urbanisatiegraad De urbanisatiegraad van de leefomgeving heeft geen invloed op de relatieve verhouding van de accidentele traumata die medische hulp nodig hebben. Evolutie over de tijd Het percentage accidentele traumata is, na standaardisatie voor leeftijd en geslacht en van het ene op het andere onderzoeksjaar niet op significante manier veranderd (-0,7 van 2001 tot 2004) (Figuur 2: België). Figuur 2 Percentage van de bevolking met een letsel als gevolg van een ongeval dat aanleiding gaf tot een medische raadpleging in de afgelopen 12 maanden, vergelijking tussen de 3 gewesten, Gezondheidsenquête, 2004, België Regio s De prevalentie van ingrijpende ongevallen verschilt naargelang de regio: deze komen het meest voor in het Vlaams Gewest (9), gevolgd door het Waals Gewest (8) en het Brussels Gewest (7). Deze verschillen zijn significant na standaardisatie voor leeftijd en geslacht. Figuur 2 toont dat het percentage accidentele traumata in het Brussels Gewest significant lager is dan in

24 Vlaams Gewest Het percentage accidentele traumata ligt het hoogst in het Vlaams Gewest (11 bij mannen en 7 bij vrouwen). De verdeling per leeftijd en geslacht van de gerapporteerde traumata is gelijklopend (Figuur 3) met deze voor België, doch met ietwat hogere prevalenties. Net zoals de resultaten voor België en het Waals Gewest, worden de percentages accidentele traumata op homogene wijze verdeeld onder de subgroepen van de bevolking volgens onderwijsniveau of urbanisatiegraad van leefomgeving. Figuur 3 Percentage van de bevolking met een letsel als gevolg van een ongeval dat aanleiding gaf tot een medische raadpleging in de afgelopen 12 maanden volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, 2004, België Vlaams Gewest Brussels Gewest In het Brussels Gewest wijken de resultaten ietwat af van de situatie in Vlaanderen en Wallonië. Enerzijds ligt de prevalentie van de traumatische ongevallen er minder hoog dan in de andere regio s en anderzijds worden er geen significante verschillen genoteerd in de prevalentie in functie van het geslacht (6 van de vrouwen en 7 van de mannen) of van de leeftijd. Figuur 4 Percentage van de bevolking met een letsel als gevolg van een ongeval dat aanleiding gaf tot een medische raadpleging in de afgelopen 12 maanden volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, 2004, België Brussels Gewest

25 De verdeling per leeftijd en per geslacht (Figuur 4) geeft een relatief constant ongevallenpercentage bij de mannen jonger dan 44 jaar (rond 10). Eens de leeftijd van 45 jaar en ouder bereikt, daalt dit tot onder 5, wat een lager percentage ongevallen bij mannen dan vrouwen uit dezelfde leeftijdsgroep vertegenwoordigt. Brussel onderscheidt zich trouwens op nog een andere manier van de Vlaamse en Waalse regio s: de prevalentie van de accidentele traumata lag in 2004 lager dan in 2001 (7 tegenover 9) en het verschil is na standaardisatie voor leeftijd en geslacht significant. Waals Gewest In Wallonië treden er meer accidentele traumata op bij mannen (9) dan bij vrouwen (6). Deze percentages variëren ook in functie van de leeftijd (Figuur 5). Jonge mannen tussen 15 en 24 jaar lopen meer risico op een ingrijpend ongeval (18, wat een absoluut record is!) en dit risico vermindert naarmate ze ouder worden, en daalt onder 5 vanaf 55 jaar. Bij de vrouwen is de variatie minder leeftijdsgebonden; de prevalentie van de ongevallen bedraagt 9 bij jonge Waalse meisjes tot 24 jaar en schommelt rond de 5 vanaf 25 jaar (uitgezonderd de leeftijdsgroep van jaar, waar slechts 2 slachtoffers geteld wordt). Figuur 5 Percentage van de bevolking met een letsel als gevolg van een ongeval dat aanleiding gaf tot een medische raadpleging in de afgelopen 12 maanden volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, 2004, België Waals Gewest Er blijkt geen verband te bestaan tussen de traumatische ongevallen en het opleidingsniveau van de slachtoffers of de urbanisatiegraad van hun leefomgeving. De daling van de ongevallen tussen 2001 en 2004 (-0,7) is niet significant na standaardisatie voor leeftijd en geslacht

26 4.2. Omstandigheden van het accidenteel trauma (TR2_1 tot TR2_5) De ongevallen worden geklasseerd in functie van de plaats en de omstandigheden van het gebeuren. In de gezondheidsenquête 2004 worden er 5 categorieën naargelang de omstandigheden gehanteerd: ongevallen thuis (die binnen of in de onmiddellijke omgeving van de woning plaatsvinden), ongevallen op het werk of op school, sport- of vrijetijdsongevallen, verkeersongevallen of ongevallen op de openbare weg en, tot slot, ongevallen die in een openbare plaats plaatsvinden. Voor deze laatste indicator (ongevallen in een openbare plaats) konden, ten gevolge van het te geringe aantal, geen gestandaardiseerde resultatentabellen opgemaakt worden. De analyses zijn uitgevoerd en de steekhoudende resultaten zijn in de tekst gerapporteerd. De hieronder vermelde indicatoren zijn een weergave van de slachtoffers volgens de gegeven soorten ongevallen. Aangezien het mogelijk was dat meerdere ongevallen aangegeven werden, overschreed het totale aantal ongevallen het totale aantal slachtoffers en ligt de som van de tabellen hoger dan België In België zijn de meeste traumata te wijten aan huishoudelijke ongevallen (32 van de gevallen), gevolgd door ongevallen op het werk of op school (30), ongevallen op de weg (24), sportongevallen (19) met op de laatste plaats ongevallen op een openbare plaats (5). Analyse volgens geslacht en leeftijd De verdeling volgens type van ongeval verschilt naargelang het geslacht. Zo zijn vrouwen bijna twee keer meer dan mannen bij huishoudelijke ongevallen betrokken (43 tegenover 24). Mannen hebben echter vaker een ongeval op het werk of op school (34 tegenover 24) en sportongevallen (24 tegenover 11). Deze verschillen zijn significant na standaardisatie voor leeftijd. Ook de leeftijd beïnvloedt op significante wijze (na standaardisatie voor geslacht) het voorvallen van sommige typen ongevallen, meer bepaald omdat sommige activiteiten leeftijdsgebonden zijn. Zo dalen de arbeidsongevallen bijvoorbeeld vanaf de (brug)pensioengerechtigde leeftijdsgroep van jaar. Ongevallen thuis nemen dan weer meer toe vanaf jaar (59 tot 71 traumata van deze leeftijdsgroep), maar ook bij kinderen onder de 15 jaar (42), kortom bij personen die de meeste tijd thuis doorbrengen. Ongevallen op de weg treden worden vaker vastgesteld bij enerzijds jongolwassenen tussen 15 en 44 jaar (28-32), de meest mobiele groep, en anderzijds bij ouderen vanaf 65 jaar (28-40), de kwetsbaarste groep. Sportongevallen komen vooral voor bij jongeren jonger dan 35 jaar (meer dan 20), die het actiefst zijn, met een piek (31) tussen 15 en 24 jaar. Analyse volgens opleidingsniveau Na analyse van het verband tussen elk soort van ongeval en het socio-economische milieu van de slachtoffers, is er geen significant verschil in de frequentie van de traumata volgens opleidingsniveau en dit na standaardisatie voor leeftijd en geslacht. Dit kan echter ook tot een belangrijke onzekerheidsmarge in de resultaten terug te voeren zijn, die samengaat met het kleine aantal slachtoffers in de bestudeerde subgroepen van de bevolking

27 Analyse volgens urbanisatiegraad De urbanisatiegraad heeft geen invloed op de relatieve verhouding van de accidentele traumata, ongeacht de omstandigheden waarin ze gebeurden. Evolutie over de tijd Vergelijkingen over de tijd vergen de grootste voorzichtigheid omwille van een wijziging op het niveau van de antwoordcategorieën i.v.m. de omstandigheden waarin het ongeval plaats vond in de vraag van de enquête van 2004 vergeleken met deze van Zo kan de relatieve daling van de ongevallen thuis (van 39 in 2001 naar 32 in 2004) te wijten zijn aan het inlassen van de categorie openbare plaats in 2004 (bijvoorbeeld: van de trappen in de metro vallen werd in 2001 als een ongeval thuis geklasseerd en in 2004 als een ongeval in een openbare ruimte). De resultaten worden bijgevolg wel vermeld, maar er kan geen enkel sluitende conclusie uit getrokken worden Regio s Na standaardisatie voor leeftijd en geslacht varieert de verhouding ongevallen op de (openbare) weg op significante wijze in functie van de regio s: deze ongevallen zijn proportioneel frequenter in het Brussels (31) en het Vlaams Gewest (27) dan in het Waals Gewest (16). Opgelet, niet enkel verkeersongevallen vallen onder deze categorie, maar ook ongevallen die op de openbare weg plaatsvinden (voetpaden, parking, werken, enz.). De andere typen ongevallen variëren niet in functie van de verblijfsregio na standaardisatie voor leeftijd en geslacht. Door het gering aantal slachtoffers was het niet mogelijk het socio-demografische profiel van de slachtoffers voor elke type ongeval per regio op te maken. Dientengevolge zijn de bestudeerde contrasten niet significant en dit ondanks de soms grote verschillen in de bruto percentages. Het is dus verstandiger af te gaan op de analyse van het ongevallenprofiel op nationaal niveau Oorzaak van het accidenteel trauma (TR04_2 tot TR04_4) De oorzaak van het trauma refereert naar het mechanisme dat aan de basis van de verwonding ligt (bv. een valpartij). De vraag over «de hoofdoorzaak van het ongeval» (TR.04) refereert naar het jongste of het meest recente ongeval, indien er meerdere ongevallen in de loop van de afgelopen 12 maanden voorgevallen zijn. De categorieën die opgesteld werden om de indicator over de oorzaak van het trauma te bepalen, hergroepeert volgende mogelijkheden: 1. Val, uitglijden, struikelen, vallen van een hoogte (ladder, boom, paard...) 2. Botsing, met een voorwerp of een persoon (voet-, vuistslag ) 3. Contact met een warme vloeistof/gas, met een brandend voorwerp, blootstelling aan vuur/vlammen 4. Contact met een snijdend voorwerp, aanwezigheid van vreemd lichaam (in het oog, de keel,...) 5. Inslikken van medicijnen, inslikken/inhaleren van giftige producten 6. Grote lichamelijke inspanning 7. Hondenbeet, beet of steek van een ander dier of insect 8. Motorrijtuig (categorie opgesteld vanaf het antwoord: «andere: geef uitleg") Tabel 1 is een weergave van de verdeling van de slachtoffers volgens de oorzaak van het ongeval. De cijfers () zijn gewogen en N vertegenwoordigt het aantal slachtoffers in de peilpopulatie per aangehaalde oorzaakcategorie

28 Tabel 1: Verdeling van de slachtoffers volgens de oorzaak van het ongeval dat gerapporteerd werd, Gezondheidsenquête, België, 2004 Oorzaak van het accidenteel trauma N 1. Val 54, Botsing 29, Hitte, vuur 2, Snijdwonden, vreemd lichaam 8, Vergifopname 0, Lichamelijke inspanning 2, Beet, steek 0, Motorrijtuig 2, De resultaten die in de tekst gerapporteerd staan, hebben betrekking op de meest voorkomende oorzaakcategorieën, met de name valpartijen en botsingen. Snijdwonden komen ook in de tabellen voor, maar werden omwille van hun geringe aantal niet in de tekst beschreven. Omwille van dezelfde reden werden er geen gestandaardiseerde resultatentabellen voor deze indicator (TR04_4) opgemaakt België In België geeft meer dan de helft van de slachtoffers van ongevallen (54) aan dat een val hun trauma veroorzaakt heeft en 29 geeft een botsing, een slag of een stoot aan. Snijdwonden vertegenwoordigen 8 van de accidentele traumata en de overige aangehaalde oorzaken vertegenwoordigen steeds minder dan 3 van de traumata. Analyse volgens geslacht en leeftijd Het verschil tussen mannen (47) en vrouwen (64) aangaande accidentele valpartijen is niet significant na standaardisatie voor leeftijd. De leeftijdsverdeling geeft aan dat valpartijen met verwondingen vaker optreden voor de leeftijd van 15 jaar en na de leeftijd van 55 jaar. De leeftijdsverdeling bij vrouwen neemt een J-vorm aan (Figuur 6). Accidentele valpartijen komen minder voor bij vrouwen tussen 25 en 44 jaar (ongeveer 40 van de slachtoffers ). Vanaf 65 jaar echter komen ze veelvuldig voor, met name in ongeveer 90 van de gerapporteerde traumata. Bij mannen tussen 15 en 54 jaar, maken accidentele valpartijen 40 van de traumata uit met een grotere frequentie in de aangrenzende leeftijden. Ze treden frequenter op na 75 jaar (85 van de traumata)

29 Figuur 6 Percentage van de slachtoffers bij wie de oorzaak van het letsel een val was volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, 2004, België Wat ongevallen door botsingen, slagen of stoten betreft, is er, na standaardisatie voor leeftijd, geen duidelijk significant verschil tussen mannelijke (33) en vrouwelijke (22) slachtoffers. De leeftijdsverdeling heeft de vorm van een omgekeerde U, met een piekvorming op 41 rond jaar. De leeftijdsverdeling is verschillend voor vrouwen en mannen (Figuur 7). Zo wordt ongeveer eenderde van de traumata veroorzaakt door een botsing of een stoot bij vrouwen onder de 45 jaar, en vermindert deze proportie met de leeftijd tot minder dan 5 vanaf 65 jaar. Bij mannen is de leeftijdsgebonden variatie van accidentele botsingen en stoten niet zo duidelijk, al is het slechts deze oorzaak die globaal gezien minder vaak wordt vermeld na 55 jaar (tussen 6 en 25) dan voor deze leeftijd (tussen 25 en 45). Analyse volgens opleidingsniveau Valpartijen lijken vaker tot meer traumata te leiden bij personen met het laagste opleidingsniveau (62) dan bij de andere opleidingsniveaus (rond 53), maar dit verschil is niet significant na standaardisatie voor leeftijd en geslacht. Zo speelt het opleidingsniveau evenmin een rol in de frequentie van traumata veroorzaakt door botsing. Figuur 7 Percentage van de slachtoffers bij wie de oorzaak van het letsel een botsing was volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, 2004, België

30 Analyse volgens urbanisatiegraad De urbanisatiegraad van het leefomgeving van de slachtoffers heeft geen invloed op de frequentie van accidentele traumata veroorzaakt door valpartijen, ook na standaardisatie voor leeftijd en geslacht. Botsingen en stoten veroorzaken vaker traumata bij bewoners uit stedelijke gebieden (37) dan uit halfstedelijke gebieden (23), en dit contrast is significant na standaardisatie voor leeftijd en geslacht Regio s Traumata veroorzaakt door valpartijen variëren niet naargelang de regio s na standaardisatie voor leeftijd en geslacht. Hetzelfde geldt voor traumata door botsingen en slagen. De regionale profielen zijn soortelijk aan deze die voor België beschreven werden en dit geldt zowel voor traumata door valpartijen als door botsing. De cijfers, die trouwens op uiterst kleine aantallen gebaseerd zijn, worden bijgevolg niet in deze tekst uitgelegd 4.4. Type van traumata (TR05_2 tot TR05_5) Het type van traumata verwijst naar het letsel dat voortvloeit uit het ongeval (bv. brandwonde). De vraag over de "fysieke gevolgen (letsels, verwondingen) van dit ongeval" (TR.05) verwijst naar het laatste ongeval tijdens de afgelopen 12 maanden. Meerdere typen van letsels kunnen voor een zelfde traumatisch ongeval aangegeven worden. Ze werden allen voor deze analyse weerhouden wat verklaart dat de som van de percentages van de verschillende letsels hoger dan 100 kan liggen. Figuur 2 stelt de indicatorcategorieën van de traumatische letsels voor. Het percentage slachtoffers dat het ene of andere type van letsel aangaf, wordt in tabel 2 voorgesteld. De cijfers () zijn gewogen en N vertegenwoordigt het aantal slachtoffers uit de peilbevolking per type aangehaald letsel. De resultaten die in de tekst toegelicht worden hebben betrekking op de meest courante letsels, met name breuken, wonden en verstuikingen. Ter informatie, kneuzingen zijn ook in de tabellen opgenomen, maar hun lage ernstgraad plus het feit dat ze vaak met andere, ernstiger traumata gepaard gaan, rechtvaardigt waarom er geen gedetailleerde beschrijving gegeven wordt

31 Tabel 2: Verdeling van de slachtoffers volgens het soort letsel dat gerapporteerd werd, Gezondheidsenquête, België, 2004 Type traumatisch letsel N 1. Breuk, gebroken bot(ten) 26, Verstuiken, verzwikken, inscheuren van een gewrichtsband 27, Dislocatie, ontwrichting, luxatie 4, Spierscheur, spit 4, Hersenschudding of ander hersenletsel 3, Brandwonde 3, Wonde (snede, perforatie, beet) 25, Kneuzing, bloeduitstorting, hematoom 19, Vergiftiging, intoxicatie 0, Verstikking, beklemming 0, Letsel van inwendige organen 1, Ander type letsel 2, Geen lichamelijk letsel 1, , In België kan drievierde van de slachtoffers van ongevallen in 3 grote typen letsels ondergebracht worden: breuken (26), wonden (26) en verstuikingen (27). Analyse volgens geslacht en leeftijd Er wordt geen significant verschil waargenomen tussen vrouwelijke en mannelijke slachtoffers wat de relatieve verhouding van de opgelopen letsels betreft en dit ongeacht hun aard (breuken, wonden of verstuikingen). Sommige typen letsels variëren naargelang de leeftijd. Wat bijvoorbeeld de breuken betreft, zien we een gradueel stijgende frequentie in functie van de leeftijd: 19 van de aangegeven traumata in de leeftijdsgroep jaar en 44 van de aangegeven traumata in de leeftijdsgroep 75 jaar en ouder. Bij kinderen jonger dan 15 jaar komen vaker breuken voor (27, zijnde 23 bij meisjes en 30 bij jongens) dan in de onmiddellijk daaropvolgende leeftijdsgroep. Minder dan 20 vrouwen (Figuur 8), tussen 15 en 64 jaar loopt een ongeval met breuk op, dit is iets meer dan 30 in de leeftijdsgroep jaar en stijgt boven 50 in de leeftijd van 65 jaar en ouder. Bij mannen komen er naar verhouding minder breuken voor in de leeftijdsgroep jaar (18) en na 75 jaar (19); tussen 45 en 74 jaar schommelt het percentage rond 30. Mannen lopen vaker dan vrouwen breuken op tot de leeftijd van ongeveer 54 jaar, maar eens de leeftijd van 65 jaar en ouder overschreden, keert deze tendens zich om en lopen vrouwen vaker breuken op

32 De frequentie van accidentele verstuikingen en verzwikkingen varieert ook in functie van de beschouwde leeftijdsgroep. Verstuikingen komen meer voor bij volwassenen tussen 15 en 54 jaar, waar ze 28 à 35 van de gemelde traumata uitmaken. Bij vrouwen tussen 15 en 24 jaar zijn meer dan de helft van de gemelde traumata (52) verstuikingen of verzwikkingen. Na de leeftijd van 75 jaar, wordt deze proportie 6. Bij mannen, ongeacht de leeftijdsgroep, vertegenwoordigen verstuikingen tussen 20 en iets meer dan 30 van de accidentele traumata, uitgezonderd bij de 75-plussers waar ze nog slechts 5 van de vermelde traumata uitmaken. Wat de wonden betreft, stelt men geen significante verschillen vast qua verdeling volgens leeftijd. Figuur 8 Percentage van de slachtoffers bij wie het vermelde type letsel een breuk of fractuur was, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, 2004, België Figuur 9 Percentage van de slachtoffers bij wie het vermelde type letsel een verstuiking of een verzwikking was volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, 2004, België

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Traumata. Sabine Drieskens

Traumata. Sabine Drieskens Traumata Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail : sabine.drieskens@wiv-isp.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Introductie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Analyse indicatoren Gezond leven Analyse van de gezondheidsenquête in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Door Sabine

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Resultaten voor België Toegang tot de gezondheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Toegang tot de gezondheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997 8.2.1. Inleiding Er wordt in België sinds enkele jaren een progressieve toename vastgesteld van het deel dat door de patienten voor rekening wordt genomen van de kosten van gezondheidszorgen. In 1997 zal

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997 6.1.1. Inleiding Het tabaksgebruik is een van de voornaamste risicofactoren voor longkanker, ischemische hartziekten en chronische ademhalingsaandoeningen (1). Men schat dat er in Europa niet minder dan

Nadere informatie

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel

Nadere informatie

Preventie van wiegendood bij zuigelingen

Preventie van wiegendood bij zuigelingen Preventie van wiegendood bij zuigelingen Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Juli 2015 Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2014 - Privésector 1 De arbeidsongevallen in 2014: Daling met 4,4 % op de arbeidsplaats Daling met 13,1 % op de weg

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Het gebruik van tabak

Het gebruik van tabak Het gebruik van tabak Lydia Gisle Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 53 E-mail : lydia.gisle@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

6.7.1. Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie

6.7.1. Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie 6.7. Ongelijkheid in Gezondheid 6.7.1. 6.7.1.1. Samenvatting 6.7.1.1.1 Gezondheidsstatus De perceptie van de eigen gezondheid vertoont een negatieve samenhang met het opleidingsniveau: bij personen zonder

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

6.7.1.1. Inleiding. Bespreking 5.3.7.1.2. pagina 1

6.7.1.1. Inleiding. Bespreking 5.3.7.1.2. pagina 1 6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,

Nadere informatie

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers Vlaams Gewest Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers.aspx - oktober 2007 Door: Cloots Heidi, De Kind Herwin, Kongs Anne, Smets Hilde Afdeling Informatie & Ondersteuning Inhoudsopgave...

Nadere informatie

Gezondheid en samenleving

Gezondheid en samenleving Gezondheid en samenleving Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 115 Bestudeerde indicatoren... 117 1. Sociale gezondheid..... 117 2.

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

VERKEERSONGEVALLEN ZWARE ARBEIDSONGEVALLEN VAN 2001 TOT 2003 MAART 2005

VERKEERSONGEVALLEN ZWARE ARBEIDSONGEVALLEN VAN 2001 TOT 2003 MAART 2005 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN VERKEERSONGEVALLEN ZWARE ARBEIDSONGEVALLEN VAN 2001 TOT 2003 MAART 2005 1. INLEIDING Deze studie handelt over de arbeidsongevallen in het «verkeer» die zich gedurende de periode

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Prenatale opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Prenatale opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr - Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 1 1 Brussel Tel : /.7.9 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997 7.1.1. Inleiding De huisarts vervult een essentiële rol binnen het geheel van de gezondheidszorg. Deze rol is bovendien in volle evolutie. Thema s zoals het globaal medisch dossier en de echelonnering

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

Inleiding. Lydia Gisle

Inleiding. Lydia Gisle Inleiding Lydia Gisle Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 53 E-mail : lydia.gisle@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Statistisch verslag Arbeidsongevallen Privésector

Statistisch verslag Arbeidsongevallen Privésector Statistisch verslag 2017 Arbeidsongevallen Privésector 1 1. Aangiften : 250.000 Evolutie van de ongevalsaangiften 202.415 200.000 150.000 202.208 207.384 185.628 197.883 190.381 178.186 171.229 161.829

Nadere informatie

Statistisch verslag Arbeidsongevallen Privésector

Statistisch verslag Arbeidsongevallen Privésector Statistisch verslag 217 Arbeidsongevallen Privésector 1 1. Aangiften : 25. Evolutie van de ongevalsaangiften 22.415 2. 15. 22.28 27.384 185.628 197.883 19.381 178.186 171.229 161.829 157.242 16.717 164.786

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland

Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland Een retrospectieve zelfrapportering van ervaringen met psychisch, fysiek en seksueel in de sport voor de leeftijd

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Prenatale Opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Prenatale Opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN MOBILITEIT EN ARBEIDSWEGONGEVALLEN BETREFFENDE DE ONDERNEMINGEN MET ZETEL IN HET BRUSSELSE GEWEST 2003 JUNI 2005

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN MOBILITEIT EN ARBEIDSWEGONGEVALLEN BETREFFENDE DE ONDERNEMINGEN MET ZETEL IN HET BRUSSELSE GEWEST 2003 JUNI 2005 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN MOBILITEIT EN ARBEIDSWEGONGEVALLEN BETREFFENDE DE ONDERNEMINGEN MET ZETEL IN HET BRUSSELSE GEWEST 23 JUNI 25 1. Inleiding Daar er in België en in het bijzonder in het Brussels

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Januari 2012 De arbeidsongevallen in de sector van de bouwnijverheid in 2010 Inleiding De dienst Gegevensbank van het Fonds voor arbeidsongevallen doet elk jaar een statistische

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 15 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Evolutie van de ongevalsaangiften

Evolutie van de ongevalsaangiften 1 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2016 - privésector 1. Aangiften : 250.000 Evolutie van de ongevalsaangiften 200.000 150.000 202.208 202.415 207.384 185.628

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Roken Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Roken Gezondheidsenquête, België, 1997 6.1.1. Inleiding Het tabaksgebruik is een van de voornaamste risicofactoren voor longkanker, ischemische hartziekten en chronische ademhalingsaandoeningen (1). Men schat dat er in Europa niet minder dan

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Alcoholverbruik Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Alcoholverbruik Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Vaccinatie. Jean Tafforeau

Vaccinatie. Jean Tafforeau Vaccinatie Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Gezondheidstoestand Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 13 Gezondheidsindicatoren...15 1. Subjectieve gezondheid... 15 2. Chronische

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Alcoholverbruik Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Alcoholverbruik Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 5 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie