Praktijkverbeterinterventie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Praktijkverbeterinterventie"

Transcriptie

1 Praktijkverbeterinterventie naar aanleiding van het onderzoek: Zeg, hier klopt iets niet Een onderzoek naar de signaleringspraktijk van vrijwilligers van de Stichting Welzijn Ouderen Mill (Saul Leiter, New York, geb. 1923) Ulla Becker Master Social Work cohort 3 Student nummer De Enk TP Malden april 2012

2 INHOUD Inleiding... 2 Deel 1: Ontwerp praktijkverbeterinterventie De praktijkvraag en de praktijkverbeterinterventie Bestaande situatie Gewenste situatie Aanbevelingen uit het onderzoek en prioritering voor het praktijkverbeterproject... 5 De niet geprioriteerde aanbevelingen bevinden zich in bijlage twee Voorbeeld uit de praktijk Programma van eisen Doel en concrete resultaten Theoretische onderbouwing Bedreigingen Kosten Proces- en productevaluatie Doelgroep en betrekken van de doelgroep Uitwerking van de PVI en plan van aanpak Plan van aanpak Deel 2: Invoerings- en borgingsplan bij de praktijkverbeterinterventie Selectie doelgroep Invoeringsstrategie Monitoring en evaluatie Communicatie Literatuurlijst en bronnen Bijlage 1:stroomdiagram Bijlage 2: Niet geprioriteerde aanbevelingen Bijlage 3: Projectbeschrijving

3 Inleiding In januari is mijn onderzoek Zeg, hier klopt iets niet naar de signaleringspraktijk van de vrijwilligers van Stichting Welzijn Ouderen Mill (SWOM) afgerond. De Stichting Welzijn is een vrijwilligersorganisatie die activiteiten en diensten voor zelfstandig wonende ouderen in de gemeente Mill en St. Hubert uitvoert. De welzijnsdiensten Tafeltje Dekje, Ouderenhulpdienst, Vrijwillige Ouderenadvisering en Sociale Alarmering bestaan al jaren. Vrijwilligers voeren deze diensten soms al jaren uit. De concrete dienstverlening is de core business. Maar de laatste jaren wordt ook een beroep gedaan op de vrijwilligers als signaleerders van problemen bij ouderen. De eerste keer gebeurde dat structureel in in een project ter preventie van eenzaamheid. Toen is er aandacht geweest voor signalering en werden vrijwilligers geschoold. Maar een degelijke borging en verankering is toen niet gelukt. Door het onderzoek is er opnieuw aandacht gekomen voor de signaleringspraktijk van de vrijwilligers. Eveneens komt door maatschappelijke veranderingen, zoals een nieuw denken over burgerkracht en burgerplichten, veranderde wetgeving(invoering WMO) en naderende bezuinigingen, de signaleringsfunctie in een ander licht te staan. Het onderzoek Zeg, hier klopt iets niet heeft nieuwe kennis opgeleverd. De resultaten van het onderzoek zijn in conclusies en aanbevelingen verwerkt. In de hier voorliggende praktijkverbeterinterventie worden deze omgezet in concrete plannen en acties. De praktijkverbeterinterventie maakt deel uit van de opleiding Master Social Work en is onderdeel van het programma Social Practice Development. In deel een beschrijf ik het ontwerp van de praktijkverbeterinterventie. Deel twee bevat het invoerings- en borgingsplan. 2

4 Deel 1: Ontwerp praktijkverbeterinterventie 1. De praktijkvraag en de praktijkverbeterinterventie Er zijn ingrijpende veranderingen gaande in de sociale sector. De verzorgingsstaat verandert in een participatiestaat. De burger moet / wil zijn eigen verantwoordelijkheid nemen en meedoen naar vermogen. Zelfredzaamheid en benutten van eigen kracht zijn begrippen die de verandering symboliseren en in de sociale sector veelvuldig gebruikt worden. De regelgeving is veranderd en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) wordt steeds verder ontwikkeld en geïmplementeerd. Aansluitend daarop is een nieuwe manier van professioneel handelen, Welzijn Nieuwe Stijl, in ontwikkeling. Een baken hierin is dat informele en formele netwerken optimaal met elkaar samenwerken. Rick Kwekkeboom en Jan Steyaert (Kwekkeboom, Steyaert 2010) spreken in dit verband liever van vitale coalities. Mijn in 2011 uitgevoerde onderzoek naar de verbetering van de signaleringspraktijk van de Stichting Welzijn Ouderen Mill past in dit kader. Als (vrijwilligers-) organisatie in het informele circuit levert zij een bijdrage aan het behoud van levenskwaliteit voor zelfstandig wonende ouderen. Door een versterking van de signaleringsfunctie wil de SWOM de bijdrage optimaliseren. Betere samenwerking met het formele circuit ligt in het verlengde hiervan. Ouder worden brengt toename van gezondheidsklachten, verlies van dierbaren en vaak afname van het sociale netwerk met zich mee. Doordat kinderen en familieleden elders werken en studeren, is ondersteuning door hen niet meer vanzelfsprekend. Diegene die emotioneel en relationeel nabij is, is dat lang niet meer ook fysiek (Linders 2010). Ouderen willen graag zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen en zelf de regie over hun leven houden. Zelfstandigheid en zelfsturing zijn een groot goed, maar dat maakt het soms moeilijk om hulp te vragen als dat nodig is. Er is vraagverlegenheid bij ouderen. Het komt ook voor dat ouderen hun situatie niet meer goed in kunnen schatten. In beide gevallen is het signaleren van knelpunten en problemen de eerste stap om hulp in te schakelen. De vrijwilligers van welzijnsdiensten kunnen hier een steentje aan bijdragen. Het onderzoek Zeg, hier klopt iets niet heeft kennis opgeleverd over het signaleren door vrijwilligers (Becker 2012). Deze kennis vormt de basis voor de hier beschreven praktijkverbeterinterventie. Vrijwilligers van de Stichting Welzijn Ouderen voeren welzijnsdiensten uit, namelijk: Tafeltje dekje, Ouderenhulpdienst (vervoer- en bezoekdienst), Sociale Alarmering en Vrijwillige Ouderenadvisering. Bij de uitvoering van deze diensten komen de vrijwilligers direct met ouderen in contact en zien en horen zij veel. Daarom zijn ze in de gelegenheid te signaleren. Door vroegtijdig signaleren kan op tijd hulp ingeschakeld worden en kunnen bouwstenen voor beleid verzameld worden. In het kader van het project Preventie Eenzaamheid is in 2008/2009 aandacht besteed aan het onderwerp. Er is een signaleringskaart als hulpmiddel voor alle vrijwilligers geïntroduceerd. In de meerjarige beleidsvisie van de SWOM is signalering als speerpunt opgenomen (SWOM 2012). 1.1 Bestaande situatie In het onderzoeksverslag is de bestaande situatie aangaande de signalering bij de SWOM als ongestructureerd en weinig transparant omschreven (Becker 2012). Hieronder wordt de bestaande situatie vanuit verschillende perspectieven beschreven. Organisatieperspectief Er bestaat geen beleid ten aanzien van signalering door vrijwilligers. Het is niet duidelijk wat de organisatie van vrijwilligers verwacht en waarom. Signaleren is tot nu toe niet opgenomen in het takenpakket van vrijwilligers. Bij de aanname van nieuwe vrijwilligers wordt er niet expliciet op ingegaan. Signalen worden niet centraal gebundeld. Er zijn geen afspraken welke taak de coördinatoren van de diensten ten aanzien van signalering (zouden) moeten 3

5 vervullen. Het is meer toevallig waar signalen terecht komen. Er is een grote diversiteit onder vrijwilligers. Er staan geen afspraken op papier. Er is geen standaardisering van de werkwijze. Het enige hulpmiddel is de signaleringskaart en die is niet goed bekend bij de vrijwilligers (zie Becker 2012). Maar 37,9 % van de respondenten zegt de kaart te kennen. Een goed instrument blijft zo onbenut. Beroepsperspectief ouderenwerker Er zijn geen duidelijke afspraken over de rol en functie van de beroepskracht in het signaleringsproces. Hierdoor heeft de beroepskracht geen gelegitimeerde positie. Haar beroepsmatig handelen is afhankelijk van de goodwill van de individuele vrijwilliger. Daardoor is haar handelingsbevoegdheid beperkt. Het blijft willekeurig of de vrijwilliger de beroepskracht consulteert of niet. Door deze vrijblijvendheid heeft de beroepskracht geen overzicht over signalen en mogelijke ernstige situaties. Vrijwilligersprspectief. Sommige vrijwilligers signaleren, andere doen dat niet. Evenzo zijn er vrijwilligers die signalen bespreekbaar maken en andere die dat niet doen. Vrijwilligers worden niet aangemoedigd om te signaleren. Signaleren en waarborgen van privacy zijn nauw met elkaar verbonden. Sommige vrijwilligers verwisselen signaleren met bespioneren. Doordat er weinig aandacht is voor het onderwerp gaan twijfelende vrijwilligers eerder niet dan wel signaleren. Signaleren is een bijproduct van het uitvoeren van welzijnsdiensten. In mijn onderzoek noemen vrijwilligers tien verschillende personen waarmee zij signalen willen bespreken. Dat is onoverzichtelijk en draagt niet bij aan het stroomlijnen van het proces. De signaleringskaart is niet goed bekend bij de vrijwilligers. Cliëntperspectief De interviews met drie zelfstandig wonende ouderen geven een beeld van de wensen en behoeften van de doelgroep. Zij geven aan het bespreekbaar maken van signalen door vrijwilligers op prijs te stellen. Dat komt overeen met resultaten uit het onderzoek van Lilian Linders (Linders 2010). Zij stelde vast dat er vraagverlegenheid bestaat bij personen met een hulpvraag. Ook uit burenhulpprojecten blijkt, dat hulp verlenen makkelijker is dan hulp vragen (Maat, Wilbrink 2011). Als de vrijwilliger zijn waarneming bespreekt met de oudere, dan is dat de eerste stap tot het doorbreken van vraagverlegenheid. Maar er is handelingsverlegenheid en schroom bij de vrijwilligers (Linders 2010; Becker 2012). Onhandigheid, niet weten hoe een onderwerp bespreekbaar te maken en zich niet willen mengen in andermans zaken, weerhouden vrijwilligers ervan om in dialoog te gaan met de oudere. 1.2 Gewenste situatie De gewenste situatie wordt hier eveneens vanuit verschillende perspectieven beschreven. Daarbij is het overstijgende doel, bij te dragen aan het behouden resp. verbeteren van de levenskwaliteit van zelfstandig wonende ouderen en het zelfstandig blijven wonen mogelijk te maken. Cliëntperspectief: De zelfstandig wonende oudere krijgt vroegtijdig hulp. Er is aandacht voor hem. De aandacht komt in eerste instantie uit zijn informele netwerk (Becker 2012, p.13, Linders 2010) de eigen partner, kinderen, familie. Pas na de buren en lotgenoten, komt de vrijwilliger in beeld. De vrijwilliger komt om een welzijnsdienst te verlenen. Hij krijgt een niet-pluis gevoel bij een problematische situatie. Afhankelijk van de situatie en mogelijkheden gaat hij in gesprek met de oudere (zie bijlage 1: stroomdiagram). Zo doorbreekt hij de vraagverlegenheid. Meer aandacht (alertheid) en contactlegging leiden tot een verbetering van de situatie van de oudere. Kenmerkend voor de kwaliteit van het contact is aandacht en medemenselijkheid (Baart 2001). Voorwaarde voor de bejegening is respect voor persoonlijke beslissingen en de zelfregie van ouderen, openheid voor anders zijn, grenzen stellen. Vrijwilligersperspectief: 4

6 De vrijwilliger kent het belang van vroegsignalering en kan signalen ook duiden. De signaleringskaart is daarbij een hulpmiddel, omdat er gedragsindicatoren en een routing voor het melden van signalen gegeven worden. Hij is alert(er), weet hoe signalen bespreekbaar gemaakt kunnen worden en doet dat. Hij weet waar hij met vragen en gevoelens terecht kan. Er is duidelijkheid over de taak van de vrijwilliger ten aanzien van signalering. De nieuwe taak sluit aan bij zijn motivatie (Becker 2012) en geeft hem een goed gevoel omdat ze een meerwaarde voor de oudere heeft. Hij is blij met de opwaardering van zijn vrijwilligerswerk. Er worden scholingen en bijeenkomsten georganiseerd om ervaringen uit te wisselen, van elkaar te leren en de kennis te vergroten. Hij voelt zich beter toegerust voor zijn werk. Er is een eenduidige, afgesproken en geaccepteerde routing voor signalen. De vrijwilliger voelt zich daardoor meer onderdeel van een groter geheel. Signalering is een gemeenschappelijke kwestie geworden. Organisatieperspectief SWOM: De SWOM zet signalering op de kaart. Dat betekent o.a. zorgen voor ruimte om ervaringen uit te wisselen en te delen. In samenwerking met de beroepkracht geeft SWOM de ruimte om deskundigheidsbevordering te organiseren m.b.t. vraagstukken waarmee vrijwilligers geconfronteerd worden en m.b.t. signaleren. De SWOM weet waar signalen terechtkomen. Er is een routing vastgesteld en er is een vrijwilligersvriendelijke manier van registratie ontwikkeld. De SWOM zet individuele signalen om in beleid voor de eigen organisatie en als belangenbehartiger voor senioren bij andere partners. Nu de signaleringspraktijk transparanter, meer gestructureerd en kwalitatief verbeterd is, zien formele hulpverleners zoals huisartsen, thuiszorgorganisaties en maatschappelijk werk de SWOM als een interessante partner uit het informele netwerk. Het bestuur van de SWOM staat voor goede dienstverlening aan ouderen en weet vrijwilligers te binden, te vinden en te prikkelen. Beroepsperspectief ouderenwerker: Er is commitment tussen de SWOM en Radius m.b.t. de taak van de beroepskracht ten aanzien van de ondersteuning van de welzijnsdiensten. De beroepskracht coacht vrijwilligers en motiveert hen om te signaleren. De ouderenwerker ontwikkelt en organiseert scholingen, die dicht bij de beleving van de vrijwilligers staan. Daarom kiest zij voor een narratieve aanpak. Zij moedigt discussie bij de vrijwilligersorganisatie en in de eigen organisatie (Radius - Organisatie voor welzijn Land van Cuijk) aan over vroegsignalering, welzijn nieuwe stijl, de samenwerking tussen informele en formele netwerken. De ouderenwerker is projectleider en procesbegeleider van de praktijkverbeterinterventie. Zij ondersteunt de organisatie SWOM bij de invoering van vernieuwingen die voortkomen uit de toegenomen signalerende functie van de vrijwilligers. De in het verbetertraject opgedane ervaringen met de narratieve aanpak en met instrumenten als de signaleringskaart en het stroomdiagram rolt zij uit in de hele organisatie Radius. Zij draagt zo bij aan kennisdeling met collega s en methodiekontwikkeling. De beroepskracht betrekt netwerkpartners voor een goede afstemming en om de kwaliteit van de hulpverlening te waarborgen. Alle interventies en acties worden gedaan met inachtneming van privacy, met respect voor en met instemming van de ouderen. 2. Aanbevelingen uit het onderzoek en prioritering voor het praktijkverbeterproject In het volgende worden de aanbevelingen toegelicht en wordt een prioritering aangebracht. De praktijkverbeterinterventie richt zich met name op het vergroten van de deskundigheid van de vrijwilligers. Daarbij gaat het erom zowel de impliciete kennis van vrijwilligers te expliciteren als ook nieuwe kennis over te dragen (De Haan 2009). Als sociaal werker organiseer ik de bijeenkomsten en stimuleer het leerproces. Mijn ervaringen met de nieuwe werkwijze zal ik delen met mijn andere collega s, om onze professionaliteit verder te ontwikkelen en het vak social work. In het onderzoeksrapport zijn aanbevelingen gedaan ter verbetering van de signaleringspraktijk. Hier de aanbevelingen uit het onderzoeksverslag (Becker 2012, p.33): 5

7 Mijn eerste aanbeveling is gebruik te maken van het stroomdiagram signalering (zie bijlage 1). Dit model kan als een structureringsinstrument voor de signaleringspraktijk dienen. In dit model heeft de ouderenwerker als meldpunt en informatie- en adviespunt een centrale rol. De ouderenwerker maakt geen deel uit van het informele circuit. De ouderenwerker coacht de vrijwilliger en zij draagt zorg en eindverantwoordelijkheid voor de registratie. Uiteraard moet er een goede samenwerking zijn met en terugkoppeling naar de vrijwilligers. Hier de andere aanbevelingen die het resultaat zijn van mijn onderzoek (Becker 2012). Zij hebben betrekking op de structuur van de organisatie en op kennis en vaardigheden (competenties) van de vrijwilligers. Verbetering van structuur: Bespreek het stroomdiagram in de organisatie en implementeer het. Beschrijf de rol en de functie van de vrijwilligers en de beroepskrachten in het signaleringsproces, zoek afstemming en versterk elkaars kracht. Ontwikkel een vrijwilligersvriendelijke manier van registeren. Dat kan bv. zijn dat vrijwilligers in de vergaderingen uitgenodigd en gestimuleerd worden hun ervaringen in de uitvoering van hun diensten te delen. De ouderenwerker heeft dan de taak het gesprek te leiden en de signalen te bundelen en te verwerken (narratieve benadering). Maak gebruik van de informele contacten. Laat ze vooral ook informeel, maar maak ze wel zichtbaar en heb er aandacht voor. Versterk de positie van het informele in het zorgcircuit. Dat sluit aan bij Welzijn Nieuwe Stijl formeel informeel in optimale verhouding. Vergroten van kennis: Stel de signaleringskaart centraal bij signalering en scholing. Ze hoort in de tas van elke vrijwilliger. Naast de functie van geheugensteun kan ze als educatief middel ingezet worden. De vrijwilligers van de SWOM komen via de diensten in contact met mantelzorgers en met risicogroepen, bv. alleenstaanden. De SWOM kan met de gegevens die ze heeft, meer doen, namelijk de risicogroepen beter in kaart brengen. Let hierbij wel op de regelgeving omtrent privacy. Er is weinig bekend over wat de ouderen van het werk van de vrijwilligers vinden. Doe onderzoek naar de tevredenheid van de klant? Verruimen van vaardigheden: Versterk de gespreksvaardigheden van vrijwilligers om vraag- en handelingsverlegenheid te verminderen. Bied scholing aan die dicht bij de beleving van vrijwilligers staat. Stel scholing niet verplicht, maar verleid vrijwilligers om deel te nemen. Onderwerpen zijn de vraagstukken waarmee vrijwilligers geconfronteerd worden en het signaleren zelf. Ik hecht veel waarde aan de mening van de kaderleden van de SWOM omdat ik bij de implementatie van de aanbevelingen afhankelijk ben van hun commitment. Als zelfstandig bestuur van de vrijwilligersorganisatie beslissen zij over het wel of niet invoeren van de interventies. Draagvlak creëren en overtuigen van de meerwaarde van de verbetering loopt als een rode draad door de implementatie en is van groot belang voor het kiezen van een invoeringsstrategie. Bij de presentatie van de onderzoeksresultaten in december 2011 heb ik daarom de aanwezige kaderleden interactief bij het formuleren van aanbevelingen betrokken. Er is eveneens overleg geweest met de SWOM over de prioritering van de aanbevelingen en over het implementatietraject. Vakinhoudelijke reflectie en voeding vind ik bij mijn directe collega en mijn praktijkbegeleider. Daarbij is het redeneren vanuit meervoudig perspectief (zelfstandig wonende oudere, vrijwilliger, beroepskracht, organisatie) een toets om het nut van de praktijkverbeterinterventie voor de verschillende betrokkenen scherp te houden. 6

8 Hier volgt de prioritering van de aanbevelingen uit het onderzoek met verantwoording. Daarbij heb ik aanbevelingen die inhoudelijk bij elkaar horen samengevat. Prioriteit 1: scholing en deskundigheidsbevordering van vrijwilligers Versterk de gespreksvaardigheden van vrijwilligers om vraag- en handelingsverlegenheid te verminderen. Bied scholing aan die dicht bij de beleving van vrijwilligers staat. Stel de signaleringskaart centraal bij signalering en scholing. Toelichting: Deze aanbevelingen gaan ervan uit dat meer weten bijdraagt aan meer waarnemen. Waarnemen is de eerste stap, bespreekbaar maken is een andere (Caluwé, Vermaak 2006; Kwakman 2003). De vrijwilligers hebben in het onderzoek zelf vraagstukken benoemd, waarmee ze geconfronteerd worden: dementie, rouw, verdriet, overlijden, depressie, verwaarlozing verward zijn, niet eten, eenzaamheid. Dat zijn existentiële vraagstukken. Door het expliciteren van de ervaringen van vrijwilligers wordt het een gemeenschappelijk kwestie en kunnen er gemeenschappelijke handelingsalternatieven besproken worden. Weten wat mogelijkheden en grenzen zijn, wat verwachtingen en onmogelijkheden zijn, schept zekerheden, die handelingsverlegenheid kunnen doorbreken. Ondersteunend worden gesprekvaardigheden geoefend. De signaleringskaart wordt als hulpmiddel ingezet. De scholing wordt niet verplicht gesteld. Wij beginnen met diegenen, die er aan mee willen doen. Door een verandering van attitude van vrijwilligers wil de SWOM de grootst mogelijke winst behalen; daarom hebben deze aanbevelingen de hoogste prioriteit. Prioriteit 2: stroomlijnen signaleringsproces Bespreek het stroomdiagram in de organisatie en implementeer het. Beschrijf de rol en de functie van de vrijwilligers en de beroepskrachten in het signaleringsproces, zoek afstemming en versterk elkaars kracht. Toelichting: In het stroomdiagram (bijlage) worden de zes stappen van de signaleringscyclus verbonden met handelingsadviezen voor de vrijwilligers. De ouderenwerker heeft een centrale rol als meldpunt. Om dit schema in de organisatie te kunnen implementeren is draagvlak en acceptatie in de verschillende lagen van de organisatie nodig. Het bestuur van de SWOM moet met de omschreven taak instemmen. De taakverdeling tussen de vrijwillige coördinatoren en de ouderenwerker zal dan vastgelegd en op elkaar afgestemd moeten worden. Voor de uitvoerende vrijwilligers moet het vooral overzichtelijk en makkelijk geregeld zijn, zodat zij weten waar signalen gemeld moeten worden. De SWOM ziet de noodzaak van meer eenduidigheid in de routing van signalen. Maar de SWOM vraagt zich af of deze persoon een beroepkracht moet zijn 1. Daarom wil de SWOM het stroomdiagram liever zonder functiebepaling gebruiken. De invulling moet zich gaandeweg het proces ontwikkelen. Prioriteit 3: Ontwikkel een vrijwilligersvriendelijke manier van registreren Toelichting: Zonder registratie bestaat het gevaar dat signalen in de dagelijkse drukte ondergaan (Doorn, Etten, Gademan 2010; Sluiter, 2010). Vrijwilligers hebben een weerstand tegen papieren rompslomp (Becker, 2011). Beroepskrachten kunnen hier een ondersteunende rol spelen door een vrijwilligersvriendelijke manier van registratie te ontwikkelen. Ik wil experimenteren met ervaringsbijeenkomsten waarbij ik vrijwilligers expliciet uitnodig hun ervaringen met de anderen te delen, hun verhaal te vertellen (Nijnatten 2004; Parton e.a. 2007; www. youtube). De ouderenwerker heeft de taak vrijwilligers te stimuleren om te vertellen, het gesprek te leiden, en de signalen te bundelen en te verwerken (narratieve benadering). De SWOM vindt dat een bundeling van signalen plaats moet vinden om de taak van belangenbehartiger te kunnen vervullen en zo duidelijk te kunnen maken wat bij de ouderen speelt. 1 Binnen de SWOM is op dit moment een proces van verzelfstandiging gaande. In het licht van dit proces moet de opmerking gezien worden. Dit proces heeft tot een conflict tussen de vrijwilligersorganisatie (SWOM) en de welzijnsorganisatie Radius geleidt. 7

9 Voor Radius is dit een nieuwe methode, die bij succes ingevoerd kan worden op andere locaties binnen ouderenwerk en opbouwwerk. Ervaringen zullen in een denktank besproken worden. De rol van de beroepskracht in het praktijkverbetertraject is die van projectleider en procesbegeleider. Als projectleider is de beroepskracht verantwoordelijk voor de invoering en uitvoering van de praktijkverbeterinterventie. Als procesbegeleider is zij actief betrokken bij het veranderingsproces van individuele vrijwilligers en bij groepsbijeenkomsten. Als projectleider is zij stuwende kracht van het verbetertraject en eindverantwoordelijke. Figuur 1: aanpak PVI: beginnen bij de belevenissen en ervaringen van de vrijwilligers, vrijwilliger sociaal werker dialoog en informatie doen en ervaren oudere expliciteren, betekenis aan signalen verhalen vertellen, signaleren De niet geprioriteerde aanbevelingen bevinden zich in bijlage twee. 3. Voorbeeld uit de praktijk Op mijn zoektocht naar een goed voorbeeld 2 uit de praktijk kwam ik in contact met een consulent van HUMANITAS en met de Stichting Welzijn Ouderen Veldhoven (SWOVE). Beide instellingen gaan ervan uit dat voor vrijwilligerswerk met kwetsbare doelgroepen het werken aan de competenties van de vrijwilligers een vereiste is. Reflecteren op en het delen van ervaringen is daarbij een belangrijk onderdeel. Vrijwilligers hebben recht op goede begeleiding en scholing door professionals. Een goede samenwerking tussen de professional en de vrijwilliger garanderen kwaliteit in het vrijwilligerswerk. Humanitas en SWOVE staan dan ook voor een actueel scholingsaanbod en goede begeleiding. Scholing en begeleiding van vrijwilligers en goede afstemming tussen vrijwilligers en beroepskrachten kunnen als werkzame elementen benoemd worden. Belangrijk onderdeel van mijn PVI is de narratieve benadering; vrijwilligers vertellen wat zij bij de uitvoering van de diensten meemaken en de sociaal werker destilleert hieruit belangrijk vraagstukken. Op mijn zoektocht heb ik daarvoor geen kant-en-klaar voorbeeld gevonden. Wel wil ik hier verwijzen naar materiaal dat ik via internet gevonden heb ( Ik heb intussen een ervaren trainster benaderd, waarmee ik samen het programma kan ontwikkelen. 2 Ik heb een consulent bij Movisie benaderd, die me doorverwezen heeft naar o.a. Humanitas. Ook heb ik een consulent bij Zet benaderd die me met goede tips verder geholpen heeft. Omdat binnen de verslavingszorg en Psychiatrie/GGZ meer met gestructureerde signalering gewerkt wordt, heb ik daar naar goede voorbeelden gezocht (www. trimbos.nl/ De daar beschreven instrumenten vragen te veel professionaliteit van vrijwilligers. Ik wil en moet in mijn PVI vooral rekening houden met de motivatie van vrijwilligers en de diversiteit van vrijwilligers; dus ik niet met te veel registratie en protocollen en verplichtingen aan komen.. 8

10 4. Programma van eisen Binnen het PVI ligt de nadruk op de aanbevelingen van prioriteit 1 (scholing in gespreksvaardigheden, signalering, thema s rond het ouder worden en uitwisseling van ervaringen). Daarbij wil ik uitgaan van de ervaringen van de vrijwilligers en een narratieve manier van deskundigheidsbevordering ontwikkelen. Ik sluit me bij Kees Penninx, die zegt: In het vertellen zit het leren besloten; het maakt expliciet en voor anderen toegankelijke wat men weet over de goede aanpak. De speurtocht naar werkzame principes, effectieve aanpakken en handige vuistregels start bij het vertellen van het eigen vrijwilligersverhaal (Penninx, K. 2010b, p. 42). De sociaal werker heeft de taak om in dialoog met de vrijwilligers de werkzame principes te herkennen, te verwoorden, beschrijven met theorie te verbinden, dus te expliciteren. Dat is een essentieel deel van het vak van sociaal werk (Oostrik 2010). Waarom de keus voor deze praktijkverbeterinterventie? 1. Grootste effect De vrijwilligers zijn het human capital van de SWOM. Als het lukt om vrijwilligers te overtuigen van de noodzaak om de kwaliteit van signaleren te verbeteren dan heeft dat een groot effect op de vrijwilligers zelf en op de interactie met de zelfstandig wonende ouderen. Verbeteren van de kwaliteit van signaleren omvat een grotere alertheid van vrijwilligers, meer kennis over signalen, de duiding daarvan en het doorbreken van vraag- en handelingsverlegenheid. Daarbij kan ik gebruik maken van de basishouding van vrijwilligers: wat zij doen, willen ze goed doen. 2. Overeenstemming over knelpunt Bij de presentatie van de onderzoeksresultaten hebben de aanwezige vrijwilligers zelf deskundigheidsbevordering en scholing als een verbetersuggestie voorgesteld. 3. Urgentie tot verandering Als er geen andere hulpbronnen geactiveerd worden, zal de dubbele vergrijzing 3 tot een toename van de zorgkosten leiden. O.a. daarom krijgen informele netwerken meer aandacht (Kwekkeboom, Steyaert 2010). De ambitie van de SWOM om de signaleringsfunctie te versterken, sluit hierbij aan. Dat gaat niet vanzelf en daarom is er een urgentie tot verandering. Het versterken van de signaleringsfunctie komt niet vanzelf en dient gestructureerd ingezet te worden. De PVI is gericht op de signaleringspraktijk van de SWOM d.w.z. op de handelingspraktijk van vrijwilligers. Het PVI wil bereiken dat vrijwilligers beter weten hoe om te gaan met signalen van ouderen, d.w.z. dat zij hun zinnen aanscherpen, dat zij weten waar een nietpluis gevoel op wijst, wat zij met het gevoel kunnen doen en hoe zij verder kunnen handelen. De PVI is ook gericht op de handelingspraktijk en positie van de ouderenwerker (sociaal werker), de beroepskracht, die de vrijwilligers ondersteunt. In de loop van het verbetertraject zal duidelijkheid over haar taak en positie moeten komen. De taakinvulling en positie van de beroepskracht is momenteel in discussie. Tijdens de praktijkinterventie heeft de beroepskracht de functie van projectleider en procesbegeleider. De PVI is ook gericht op kennisontwikkeling van het vak van de social worker in het algemeen en van de beroepspraktijk van de professionals van Radius 4 in het bijzonder. Het werken met narratieve methoden is nog niet op brede schaal ingezet. Vandaar dat het PVI aan methodiekontwikkeling bijdraagt Doel en concrete resultaten Het doel van de praktijkverbeterinterventie is: Vrijwilligers aanzetten om alerter te zijn op problematische situaties en de kennis daarover vergroten om zo een actievere preventieve rol te vervullen. 3 Met dubbele vergrijzing wordt bedoeld dat er meer ouderen zijn en deze ouderen ook nog ouder worden. 4 Radius organisatie voor welzijn Land van Cuijk is de professionele welzijnsorganisatie waarbij ik werknemer ben. Het is een brede regionale welzijnsinstelling met de werksoorten ouderenwerk, opbouwwerk, jeugd- en jongerenwerk, integratie- en vluchtelingenwerk. 9

11 Meer vrijwilligers ertoe aanzetten om op een adequate manier in interactie te gaan met de oudere, die een dienst afneemt van de SWOM. (vraag- en handelingsverlegenheid doorbereken). Duidelijkheid en eenduidigheid hebben over de routing van signalen (stroomlijnen signaleringspraktijk). Methodiek- en kennisontwikkeling voor sociaal werkers van Radius en elders. Ik wil hier de concrete resultaten beschrijven. Ik zal ze uitsplitsen in output d.w.z. in concrete producten, diensten en activiteiten om de doelstelling te bereiken en in outcome, waarin de effecten van de output beschreven worden. De in te zetten interventies/instrumenten zijn: motiverende gespreksvoering (Miller, Rollnick, 2011) ervaringen van vrijwilligers expliciteren door ervaringen en verhalen te vertellen informatie geven over vraagstukken zoals eenzaamheid, verwaarlozing etc. signaleringskaart De vorm: persoonlijke gesprekken en groepsbijeenkomsten output is: outcome is: output is: outcome is: Output is: outcome is: De kennis van vrijwilligers over signaleren en signalen van eenzaamheid, verdriet, verwaarlozing, dementie, depressie, armoede en mishandeling is vergroot. Daardoor zijn zij alerter op problematische situatie en kunnen deze beter duiden (stap 1 en 2 van signaleringscyclus, zie bijlage 1) De oudere krijgt eerder adequate hulp. Er zijn minder problematische gevallen. De vaardigheden van vrijwilligers om een gesprek aan te knopen zijn vergroot. Daardoor beginnen zij gemakkelijker een gesprek. Zij doorbreken vraag- en handelingsverlegenheid. De oudere krijgt eerder adequate hulp. Er zijn minder problematische gevallen. Kennis over niet-pluis gevoel is vergroot en vrijwilligers weten hoe zij moeten handelen. Vrijwilligers herkennen het gevoel, handelen en melden signalen eerder en volgen de afgesproken routing. De oudere krijgt eerder adequate hulp. Er zijn minder problematische gevallen. figuur 2: van bestaande situatie naar output en outcome situatie bestaande situatie interventies output (prestaties) outcome (effect) 4. 2 Theoretische onderbouwing Cliëntperspectief: Vroegsignalering werkt preventief, voorkomt dus erger (www. trimbos, Veel ouderen blijven tot op hoge leeftijd zelfstandig wonen. Op hoge leeftijd nemen gezondheidsrisico s toe en krimpt het sociale netwerk, dit gecombineerd met bezuinigingen in de zorg en het verminderen van voorzieningen maakt het nodig om het informeel netwerk rond de kwetsbare te versterken (Kwekkeboom, Steyaert 2010). Daarom is vanuit het cliëntperspectief vroegsignalering wenselijk. Het bespreekbaar maken van signalen kan vraagverlegenheid bij ouderen doorbreken en handelingsverlegenheid bij vrijwilligers. Het bespreekbaar maken van signalen moet wel op een adequate manier met respect voor de persoon en privacy gebeuren (Linders 2010; Van Doorn 2010; Sluiter 2010). 10

12 Vrijwilligersperspectief: Het sociale gevoel van de dienstverlenende vrijwilligers en de hoop dat met meer inzicht in het belang van signalering daadwerkelijk eerder gesignaleerd wordt, komen in het onderzoek als basisattitude voor verandering naar voren. Dit zijn belangrijke uitgangspunten voor de praktijkverbeterinterventie en voor het invoeringsplan. Vrijwilligers willen dat wat zij doen, goed doen. Dat is mijn ervaring en die ervaring sluit aan bij het artikel van Kees Penninx over evidence based practise in de vrijwilligerssector (Penninx 2010c). Organisatie- maatschappelijk perspectief: Het is een tijd van grote transitieprocessen in de sociale sector (ABWZ WMO/ WWV/ Jeugdzorg). De kracht van de informele sociale netwerken krijgt steeds meer aandacht. Vrijwilligers behoren bij het informele circuit. Een versterking van de signaleringsfunctie past in deze ontwikkeling; het versterkt de positie van de SWOM en verbetert de dienstverlening. Het past in de visie van Welzijn Nieuwe Stijl, waar de informele netwerken en de formele netwerken beter op elkaar afgestemd worden om vitale coalities te vormen (Kwekkenboom, Steyaert 2010). Beroepsperspectief: De transformatie van een verzorgingsstaat in een participatiestaat brengt voor de beroepen in het sociale domein veel veranderingen met zich mee en een discussie op gang (Boer, de, Lans v.d., 2010/ 2011, De PVI gaat uit van het idee van een professional, die werkt aan het versterken van de kracht en de positie van de vrijwilligers en coachend en faciliterend optreedt. Zij is een reflecterende professional die met name vanuit het cliëntperspectief kijkt, ervoor zorgt, dat de kwestie sociaal blijft en kennis heeft van betekenisgeving (Ewijk 2010; Parton ea. 2007; Oostrik 2010; Kluft 2011). 4.3 Bedreigingen Er is op dit moment een conflict tussen Radius en de SWOM. Dat heeft negatieve invloed op organisatorisch niveau en belast de werkrelatie tussen beroepskrachten en bestuur / vrijwilligers. Het vertraagt processen en bemoeilijkt de communicatie bv. in de projectbegeleidingsgroep. Er zijn wel afspraken gemaakt zodat de uitvoering van het PVI doorgang kan vinden. Ook is er een discussie gaande over de taak en de functie van de ouderenwerker als ondersteuner van de vrijwilligersorganisatie. Voor het PVI zijn duidelijke afspraken gemaakt, namelijk dat de beroepskracht de projectleider en procesbegeleider is. Wat de discussie voor het stroomlijnen van signalen betekent, is nog niet duidelijk. Dat maakt het moeilijker om de routing van de signalen nu al concreet in te vullen. Als de vrijwilligers niet bereid zijn tot medewerking, dan kan het PVI niet uitgevoerd worden. Draagvlak creëren is daarom belangrijk. Meedoen aan het project wordt niet verplicht gesteld. Het PVI wordt in eerste instantie uitgevoerd met diegenen die dat graag willen. Met het inzetten van methoden zoals motiverende gespreksvoering (Miller, Rollnick 2011), leren van successen (De Haan 2006) en verhalen vertellen sluit ik nauw aan bij de belevingswereld van de vrijwilligers. De vrijwilliger wordt niet beleerd, maar zijn kennis als expert wordt geëxpliciteerd, dus uitvergroot en krijgt meer betekenis. In 2012 wordt bezuinigd op beroepsmatige ondersteuning van het ouderenwerk. Of dat invloed heeft op de inzet van de betaalde uren voor de PVI is op dit moment nog niet duidelijk. Als er geen betaalde uren voor ingezet kunnen worden, is het de vraag of het PVI door inzet van andere middelen doorgang kan vinden. In dat geval zal er vertraging optreden Kosten Hier een overzicht over de uitvoering Begroting: inzet uren projectleider voorbereidend: (in eigen tijd) uur 50 inzet uren projectleider uitvoerend: uur 80 11

13 inzet uren externe expert: 1000 zaalhuur, 120 koffie, thee vergaderkosten 200 kopieën o.a. signaleringskaart (plastificeert), uitnodigingen: 240 onvoorzien: Proces- en productevaluatie Procesevaluatie geeft ons de mogelijkheid om al doende bij te sturen en nadelige effecten te vermijden of te verminderen (Swanborn, 2007, p.192). Bij de procesevaluatie ligt de focus op de vraag Hoe werkt het precies. Welke elementen dragen bij aan het verwezenlijken van het uiteindelijke doel (output). Mijn doel van het PVI is een gedragsverandering van vrijwilligers te bereiken. In de procesevaluatie zet ik bewust elke stap en documenteer ik wat ik doe, waarom en hoe ik het doe. Ik registreer elke actie, elk gesprek,elke ervaringsbijeenkomst. Ik maak daarvoor een registratieformulier met kwantitatieve gegevens zoals het aantal vrijwilligers die uitgenodigd zijn, ik leg vast wie er wanneer deelgenomen hebben etc. Ik hou een logboek bij waarin ik inhoudelijke en kwalitatieve aantekeningen maak. Voor en na elke scholing zal ik een vragenlijst 5 laten invullen door vrijwilligers. Ik wil zo zicht krijgen op attitudeverandering. Het proces evaluerend zet ik de volgende stap. Bij mijn interventie is het enthousiasmeren van de vrijwilligers essentieel. Daarom wil ik juist hun eigen ervaringen en successen, hun kracht, op de voorgrond plaatsen. Zo wil ik gaandeweg signaleren tot een gezamenlijke kwestie maken. Ik sluit aan bij de motivatie en waardesystemen(onderstroom) van vrijwilligers (Penninx 2010b). Productevaluatie geeft aan in welke mate het doel bereikt is en wat het effect daarvan is. Via de productevaluatie wordt duidelijk in welke mate het einddoel dichterbij komt en wordt opgedeeld in output en outcome (Swanborn 2007). Output in mijn PVI is: bereiken van attitudeverandering en gedragsverandering bij vrijwilligers. Na de ervaringbijeenkomsten (scholing) breng ik bij de deelnemers via een eenvoudige vragenlijst de volgende effecten in beeld: tevredenheid met scholing (voel me gehoord, kon mijn verhaal kwijt, vind herkenning in het verhaal van anderen) herkenning van problematische situaties (signalen), meldingen van signalen (hoeveel en waar) een gesprek aangeknoopt (hoe vaak en hoe ging dat) Outcome van mijn PVI is: In beeld brengen of voor ouderen eerder adequate hulp ingezet wordt. Dat kan ik op dit moment niet meten omdat er geen data zijn van de ouderen, die de diensten afnemen. Het verbetertraject zou uit moeten monden in meer tevredenheid bij ouderen. Maar een tevredenheidonderzoek is niet opgenomen in de planning. 6 Niet betrokken in het PVI zijn instellingen als thuiszorg, maatschappelijk werk, de huisarts, etc. dus het professionele netwerk rond een oudere. 5. Doelgroep en betrekken van de doelgroep Het bestuur van de SWOM, de coördinerende vrijwilligers, de uitvoerende vrijwilligers, de ondersteunende beroepskrachten (ouderenwerkers), andere beroepskrachten van Radius (als denktank) en de projectbegeleidingsgroep (Radius/ SWOM) zijn bij de PVI betrokken. Aan de projectbegeleidingsgroep zijn eerdere conceptversies van dit PVI ter bespreking voorgelegd. Op verzoek van de voorzitter van de SWOM is aan het bestuur een versoberde projectbeschrijving overlegd. Het relevante deel van de projectbeschrijving is bijgevoegd als bijlage 3. Op 11 april is het PVI definitief goedgekeurd (go moment). 5 De vragenlijsten moet ik nog ontwikkelen. Ik ben op zoek naar toepasbaar materiaal via medestudenten. 6 Gelijktijdig in inzetten van het PVI en bevraging bij de gebruikers van de diensten (zelfstandig wonende ouderen) zou een interessant vervolgonderzoek zijn. Maar op dit moment niet realiseerbaar. 12

14 Vrijwilligers en collega-professionals heb ik bij het formuleren van aanbevelingen in december bij de presentatie van de onderzoeksgegevens op een interactieve manier betrokken. Hun aanbevelingen zijn opgenomen in het onderzoeksverslag en zodoende onderdeel van dit PVI. Mijn primaire doelgroep zijn de vrijwilligers van de SWOM. Ik heb ze betrokken bij het ontwerp door veelvuldig overleg met de voorzitter. Aan de bestuursleden is een projectvoorstel, dat onderdeel is van het PVI voorgelegd ter bespreking en besluitvorming. De bestuursleden worden regelmatig geïnformeerd over de stand van zaken. De coördinerende vrijwilligers worden geïnformeerd, geconsulteerd. Zij spelen een sleutelrol bij de invoering en borging, daarom worden zij daarbij actief betrokken. Als zij overtuigd zijn van de meerwaarde van de verandering, dan dragen zij dat ook uit naar de andere vrijwilligers. Met hen wordt over het instellen van een klankbordgroep overlegd. 7 Mijn PVI draagt echter ook bij aan kennisontwikkeling van mijn collega ouderenwerkers en de andere professionals bij Radius. Voor het betrekken van collega professionals stel ik een denktank in. Met mijn collegae bespreek ik de inhoudelijke planning van de bijeenkomsten, de resultaten van vragenlijsten, indrukken en mijn logboekaantekeningen. Zij werken in een vergelijkbare setting, zo kunnen we samen kennis delen en vergroten. Het is de bedoeling om de methoden van mijn PVI ook op andere locaties in het ouderenwerk resp. andere werksoorten te implementeren. 6. Uitwerking van de PVI en plan van aanpak Voor het slagen van mijn PVI is draagvlak creëren en betrekken van de doelgroep zeer belangrijk. Daarom wordt in een eerste fase veel aandacht besteed aan motiverende gesprekken met sleutelfiguren d.w.z. de bestuursleden en de coördinatoren van de diensten. Met de uitvoerende vrijwilligers van de diensten: Ouderenhulpdienst, Tafeltje Dekje, Sociale Alarmering en Vrijwillige Ouderenadviseurs zullen ervaringsbijeenkomsten (scholingen) georganiseerd worden. Elementen van de scholing zijn: de verhalen van de vrijwilligers zelf delen van de ervaringen informatie over vraagstukken van ouderen (eenzaamheid, verwaarlozing, etc. ) vraagverlegenheid, handelingsverlegenheid, acceptatieschroom gespreksvaardigheden, basisvaardigheden (soorten vragen, LSD luisteren, samenvatten, doorvragen, grenzen stellen, verwijzen) 7 Voor het schrijven van het projectcontract in 2011 heb ik oriënterende interviews gehouden met vrijwilligers. Ik wilde toen weten hoe zij over signalering dachten. Toen was een van mijn vragen of zij het instellen van een klankbord zinvol vonden. Alle vrijwilligers vonden dat overbodig. Ook in deze fase wil ik de bereidheid om conceptueel mee te denken, toetsen. Bij een positief antwoord zal ik vrijwilligers bij evaluatiemomenten en bij de resultaten van de monitoring betrekken. 13

15 6.1 Plan van aanpak maand activiteit betrokkenen resultaat actie december januari februari februari/ maart presentatie onderzoeksresultaten onderzoeksverslag inleveren voorleggen en bespreken PVI voorleggen en bespreken PVI kadervrijwilligers, deelnemers aan interviews, collega s ouderenwerkers, projectbegeleidingsgroep Opleiding voorzitter / bestuur SWOM directeur Radius, projectbegeleider de deelnemers formuleren zelf aanbevelingen in groepen onderzoeksverslag is met ruim voldoende beoordeeld overeenstemming bereiken over PVI overeenstemming bereiken over PVI go/ no-go moment Positieve reactie. PVI - go! deze meenemen in PVI beginnen met schrijven van PVI PVI bijstellen, aparte projectplan maken voor SWOM Collegae vragen voor denktank maart 7 maart bespreking van projectplan in DB vergadering SWOM DB SWOM go / no go moment. Het is positief, het PVI kan volgens aparte projectplan uitgevoerd worden plannen gesprekken met bestuursleden en coördinerende vrijwilligers maart feedback vragen op PVI twee medestudenten feedback ontvangen aanpassen PVI maart maart april april april mei mei juni juli juni /juli definitieve ontwerp bespreken en inleveren voor opleiding bijzonder alert of er een toename van signaleren is voorleggen en bespreken PVI en vragen of zij mee willen doen in een denktank gesprek met externe deskundige over inhoud en vorm van ervaringsbijeenkomsten motiverende gesprekken voeren met bestuursleden en de coördinatoren van de diensten ervaringsbijeenkomsten voor vrijwilligers voorbereiden en organiseren eerste evaluatie van het traject (proces, plan en product) projectbegeleidingsgroep ouderenwerkers, coördinatoren collega ouderenwerkers projectleider (Ulla Becker) en externe deskundige ouderenwerkers evt. met bestuurslid, evt. Iemand van een klankbordgroep (als die ingesteld wordt) ouderenwerkers, bestuurslid, coördinatoren en in groepen vrijwilligers van de diensten, die mee willen werken projectleider bestuur en de coördinerende vrijwilligers en evt. klankbordgroep projectleider met collegae van de denktank is niet mogelijk in verband met conflict tussen welzijnsorganisatie en vrijwilligersorganisatie registratieformulier is ontwerpen en wordt gebruikt Drie collegae zijn bereid om als denktank mee te denken afspraken gemaakt over inhoud vrijwilligers zijn enthousiast om mee te doen er zijn twee keer twee ervaringsbijeenkomsten à 10 vrijwilligers uitgevoerd evaluatie aparte gesprekken over voortgang PVI met partijen signalen registeren eerste bijeenkomst plannen prikken van voorlopige datum gesprekspuntenlijst en vragenlijsten maken, organisatorische zaken voor ervaringsbijeenkom sten, theorie verbinden met praktijk verslaglegging en terugkoppeling van resultaten, evaluatie, verbinden met theorie verslaglegging 14

16 Deel 2: Invoerings- en borgingsplan bij de praktijkverbeterinterventie In het volgende beschrijf ik op welke manier ik het ontwerp wil invoeren en borgen. Omdat ik mijn PVI bij een vrijwilligersorganisatie realiseer, is het essentieel de vrijwilligers van het nut en de noodzaak van verandering te overtuigen. Behalve overtuigen en verleiden heb ik geen middelen om de verandering van de grond te krijgen. Mijn invoerings- en borgingsstrategie is hierop gebaseerd. Ik wil daarom stapsgewijs steeds meer vrijwilligers bij de PVI betrekken. Mijn eerste succes is dat het bestuur van de SWOM op 7 maart akkoord ging met de praktische uitwerking van mijn PVI (zie bijlage 3) en ook het algemeen bestuur op 11 april ingestemd heeft met mijn plannen. Het traject vraagt om een projectmatige aanpak (Bos, Harting 2006) en zorgvuldige procesevaluatie. Het is belangrijk om voortrekkers uit de groep vrijwilligers te winnen, die enthousiast mee willen doen. In de denktank met mijn collegae bespreek, ontwikkel en evalueer ik de verschillende stappen, mijn aanpak en methoden. 1. Selectie doelgroep Ik wil stapsgewijs steeds meer vrijwilligers bij de verandering betrekken. Ik begin met de bestuursleden, omdat zij beslissen of het PVI doorgang kan vinden of niet. Dan voer ik motiverende gesprekken met de coördinatoren van de diensten. Zij zijn sleutelfiguren als zij mijn PVI ondersteunen, dan heb ik belangrijke bondgenoten en kan ik de uitvoerende vrijwilligers beter motiveren. In de derde stap benader ik de twintig vrijwilligers van de diensten. Ik wil graag beginnen met twee groepen van ongeveer tien vrijwilligers voor de ervaringsbijeenkomsten(scholing). Ik zal met de coördinatoren overleggen wat de beste manier van benaderen is en met welke groep ik het beste kan beginnen. 2. Invoeringsstrategie Mijn invoeringsstrategie is procesmatig en ik wil werken met voortschrijdend inzicht. Daarom is het nodig om bij iedere stap te reflecteren, te evalueren en de kennis en ervaring in te zetten voor het bijstellen van mijn plan. Met vooruitkijken en terugkijken, blijft het veranderen een dynamisch proces. Ik gebruik de PDCA cyclus van Deming hierbij. De PDCA cyclus kent vier op elkaar volgende activiteiten: plan, do, check, act. Zij garanderen dat kwaliteitsverbetering continu onder de aandacht is (Langley, e.a. 2009, p ). Hieronder is een schematische afbeelding van het beoogde invoeringsproces. Met de motiverende gesprekken en door met gemotiveerde vrijwilligers te beginnen, wil ik steeds méér vrijwilligers met mijn nieuwe aanpak enthousiasmeren. Ik herhaal de cyclus van PDCA steeds, monitor, evalueer en stel het programma bij. Zo leer ik gaandeweg en ontwikkel het programma als doende. 15

17 figuur 3: Schematische afbeelding van het veranderingsproces. startsituatie(s) proces van verandering eindsituatie(s*) A C A C A C A C A C P D P D P D P D leren, bewust worden, enthousiast zijn, doen enkele vrijwilligers meer vrijwilligers zijn alert en signaleren meer Léon Caluwé en Hans Vermaak beschrijven in hun handboek voor de veranderkunde verschillende zienswijzen op verandering aan de hand van kleuren (Caluwé, Vermaak, 2007, p ). Mijn zienswijze op veranderingen bij de Stichting Welzijn Ouderen is die van de rooddrukdenker in combinatie met de groendrukdenker. zijn De rooddrukdenker wil mensen verleiden en motiveren door bv. sociale alert evenementen, en signaleren enthousiasmerende toespraken, door aandacht en erkenning. Het doel is het beste uit mensen halen, ze met respect behandelen, vertrouwen geven, waarderen, zorgvuldig met ze omgaan en de kwaliteit van sociale relaties verbeteren. Voor een vrijwilligersorganisaties zijn dit kernwaarden. Beschikt een organisatie niet over deze elementen, dan lopen de vrijwilligers weg. Als rooddrukdenker wil ik de vrijwilligers van de SWOM op de juiste manier prikkelen en het voor hen zo aantrekkelijk mogelijk maken om zich via signalering in te zetten voor het behoud van levenskwaliteit voor zelfstandig wonende ouderen. Maar alleen met rooddrukdenken kan er bij de SWOM geen verandering plaatsvinden. meer. Mijns inziens is daarvoor ook het groendrukdenken nodig. Bij het groendrukdenken liggen leren en veranderen dicht bij elkaar. Door mensen te motiveren om te leren worden ze in beweging gebracht en veranderen ze. Als groendrukdenker probeer ik het lerend vermogen van mensen te vergroten. Het succes van een verandering is afhankelijk van dit lerend vermogen. Mijn invoeringsstrategie en de concrete activiteiten van mijn praktijkverbeterinterventie zijn sterk gericht op motiveren en leren. Mijn onderzoek bevat gegevens over de populatie actieve vrijwilligers van de SWOM (Becker 2012). Qua leeftijd 8 en opleidingsniveau 9 zijn de vrijwilligers van de SWOM misschien niet degenen waarbij men een groot leervermogen mag verwachten. Aan de andere kant wijst onderzoek naar het mentale vermogen uit, dat ontwikkeling tot op de hoge leeftijd mogelijk is (Houben 2009). Aansluiting vinden bij de leefwereld voor de vrijwilligers is daarom een voorwaarde voor verandering. Het blijft spannend of de vrijwilligers bereid zijn tot verandering. Een verandering kan pas plaatsvinden als een oud evenwicht verstoord wordt om tot een nieuw evenwicht te komen. (Lewin in Caluwé en Vermaak, 2007, p.124/125). Daarom is het belangrijk om met die vrijwilligers te beginnen, die veranderingsbereid zijn en open staan voor leren. Caluwé en Vermaak wijzen op het feit dat de veranderaar moet weten voor wie de verandering belangrijk is. Wat is de aanleiding, wat is dan de centrale vraag? Zonder echte probleemhebbers wordt geen probleem opgelost En zonder ferme bezieling geen berg beklommen (Caluwé en Vermaak, 2007, p.116). Daarom wil ik signaleren tot een gemeenschappelijk kwestie maken. 8 De grootste groep vrijwilligers is tussen de jaar 9 Het opleidingsniveau is relatief laag. (Becker 2011, p. 44) 16

Anders omgaan met signalen, een kwestie van verleiden

Anders omgaan met signalen, een kwestie van verleiden Anders omgaan met signalen, een kwestie van verleiden Over de versterking van de signaleringspraktijk van vrijwilligers en beroepskrachten Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Master Social Work cohort 3

Nadere informatie

Informele zorg in Eindhoven, nu en in de toekomst

Informele zorg in Eindhoven, nu en in de toekomst Informele zorg in Eindhoven, nu en in de toekomst Netwerk Informele Zorg en Netwerk Mantelzorg Eindhoven Contact adres secretariaat: Mw. Marijke van der Zanden tel: 040-238 27 97 m.vd.zanden@eindhoven.nl

Nadere informatie

t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert.

t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert. Werkplan 2014 Werkplan 2014 Woord vooraf t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert. Het werkveld maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Het rondetafeloverleg (i.v.m. 1Gezin1Plan)

Het rondetafeloverleg (i.v.m. 1Gezin1Plan) Het rondetafeloverleg (i.v.m. 1Gezin1Plan) Inleiding Tijdens een rondetafeloverleg of -bijeenkomst overlegt een gezin met personen uit het sociale netwerk en betrokken zorg- en dienstverleners over het

Nadere informatie

Werkplan. Versie 30 september 2015

Werkplan. Versie 30 september 2015 Werkplan 2016 Versie 30 september 2015 Werkplan 2016 mfc t Marheem Woord vooraf t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert.

Nadere informatie

Hoe motivatie werkt en draagvlak groeit

Hoe motivatie werkt en draagvlak groeit Hoe motivatie werkt en draagvlak groeit Toelichting Hierbij een compilatie van diverse artikelen over motivatie, draagvlak en verandertrajecten voor de interne coördinator cultuureducatie ICC. 1 Hoe werkt

Nadere informatie

Zingeving werkt! EEN RESULTAATGERICHTE AANPAK EENZAAMHEID

Zingeving werkt! EEN RESULTAATGERICHTE AANPAK EENZAAMHEID Zingeving werkt! EEN RESULTAATGERICHTE AANPAK EENZAAMHEID De combinatie van een ingewikkeld en maatschappelijk urgent onderwerp en een moderne aanpak is sterk. Het leven is saai, iedere dag hetzelfde.

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Congres Sociaal Domein 2015 Deelsessie Sociale Wijkteams Annelies Kooiman

Congres Sociaal Domein 2015 Deelsessie Sociale Wijkteams Annelies Kooiman Congres Sociaal Domein 2015 Deelsessie Sociale Wijkteams Annelies Kooiman 11/9/2015 Aanleiding Transitie en Decentralisatie Wijkteams de oplossing? Hype of hefboom naar betere hulp? Sociale (wijkteams)

Nadere informatie

De Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie )

De Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie ) De Veranderplanner Wanneer een zorgorganisatie een verandering invoert zijn er veel factoren die het succes van deze verandering bepalen. Dit instrument, de veranderplanner, is gemaakt om voorafgaand aan

Nadere informatie

Een onderzoek naar de signaleringspraktijk van vrijwilligers van de Stichting Welzijn Ouderen Mill

Een onderzoek naar de signaleringspraktijk van vrijwilligers van de Stichting Welzijn Ouderen Mill Zeg, hier klopt iets niet Een onderzoek naar de signaleringspraktijk van vrijwilligers van de Stichting Welzijn uderen Mill Ulla Becker Master Social Work cohort 3 Student nummer 089163 De Enk 39 6581

Nadere informatie

De oplossingsgerichte flowchart

De oplossingsgerichte flowchart De oplossingsgerichte flowchart Inleiding De oplossingsgerichte flowchart is een hulpmiddel om de werkrelatie te beschrijven tussen cliënt en hulpverlener. Het instrument kan bij elke client-hulpverlener

Nadere informatie

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit Reader ten behoeve van bestuurstafels Kwaliteitsnetwerk mbo op 15 en 16 maart 2017 Uitnodigingstekst

Nadere informatie

Protocol omgaan met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor vrijwilligersorganisaties

Protocol omgaan met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor vrijwilligersorganisaties Protocol omgaan met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor vrijwilligersorganisaties 2 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Contactpersoon binnen de vrijwilligersorganisatie 6 3. Protocol Omgaan met

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Samen leren en verbeteren met mijnkwaliteitvanleven.nl

Samen leren en verbeteren met mijnkwaliteitvanleven.nl Samen leren en verbeteren met mijnkwaliteitvanleven.nl De vragenlijst van Mijnkwaliteitvanleven.nl maakt kwaliteit van leven bespreekbaar en meetbaar. Het is een praktische werkvorm om op een gestructureerde

Nadere informatie

Het White Box model:

Het White Box model: Het White Box model: Een krachtige veranderstrategie die mensen in beweging brengt. Visie, aanpak en trainingsadvies Een waardevol gespreksmodel voor, WMO en Jeugdwet, consulenten om eigen initiatief en

Nadere informatie

HET PROJECTPLAN. a) Wat is een projectplan?

HET PROJECTPLAN. a) Wat is een projectplan? HET PROJECTPLAN a) Wat is een projectplan? Vrijwel elk nieuw initiatief krijgt de vorm van een project. In het begin zijn het wellicht vooral uw visie, ideeën en enthousiasme die ervoor zorgen dat de start

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ. 15 December 2015 Domstad Utrecht

Informatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ. 15 December 2015 Domstad Utrecht Informatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ 15 December 2015 Domstad Utrecht Programma 14:00: Welkom en toelichting programma 14:15: presentatie vernieuwd KK GZ 14:45: presentatie proeftuinen 15:15:

Nadere informatie

SAMEN (BLIJVEN) LEREN

SAMEN (BLIJVEN) LEREN SAMEN (BLIJVEN) LEREN De casus als kapstok voor integraal (leren) werken in het sociaal wijkteam Workshop/Presentatie voor Congres Lerend Transformeren TNO 8 april 2019 door Margo te Roller PROGRAMMA Ff

Nadere informatie

Het verhaal van Careyn Het Dorp

Het verhaal van Careyn Het Dorp Het verhaal van Careyn Het Dorp Het Dorp staat voor een nieuwe manier van werken. Een werkwijze die de klant en kwaliteit van leven centraal stelt en waarbij onze zorgprofessional aan zet is. Het Dorp

Nadere informatie

Werkconferentie. Implementatie van Online Wijkplatformen De Do s en Don ts. 7 december Sarah Willard en John Rietman

Werkconferentie. Implementatie van Online Wijkplatformen De Do s en Don ts. 7 december Sarah Willard en John Rietman Werkconferentie Implementatie van Online Wijkplatformen De en Don ts 7 december 2017 Sarah Willard en John Rietman Zuyd Hogeschool / Expertisecentrum voor Innovatieve Zorg en Technologie sarah.willard@zuyd.nl

Nadere informatie

Praten met familie 29-09- 15. Hulpverleners: Last of lust. Last / lastig. Lust. Stichting Labyrint-in Perspectief

Praten met familie 29-09- 15. Hulpverleners: Last of lust. Last / lastig. Lust. Stichting Labyrint-in Perspectief Praten met familie Francisca Goedhart, Stichting Labyrint- in Perspectief Jacklin Goudsblom, GGZ Noor Holland Noord en PIMM trainer. Hulpverleners: Last of lust Last / lastig (hulpverlener = hv) Lust (hulpverlener

Nadere informatie

Inleiding... 9. Hoofdstuk 3 Management en leidinggevende structuur... 35

Inleiding... 9. Hoofdstuk 3 Management en leidinggevende structuur... 35 Inhoud Inleiding... 9 Hoofdstuk 1 Visie op leidinggeven... 13 1.1. Beïnvloeding van de organisatiecultuur... 13 1.2. Organisatiecultuur en organisatieklimaat... 15 1.3. Noodzaak van cultuuromslag... 16

Nadere informatie

Tussenstand kwalitatieve monitoring m.b.v. narratieven in Hilversum

Tussenstand kwalitatieve monitoring m.b.v. narratieven in Hilversum Tussenstand kwalitatieve monitoring m.b.v. narratieven in Hilversum Een presentatie van een methode in ontwikkeling, focus op welzijnsvoorzieningen Door Esther Sarphatie, accountmanager gemeente Hilversum

Nadere informatie

HOE U DE SAMENWERKING MET THUISZORGMEDEWERKERS VERBETERT

HOE U DE SAMENWERKING MET THUISZORGMEDEWERKERS VERBETERT HOE U DE SAMENWERKING MET THUISZORGMEDEWERKERS VERBETERT Tips voor mantelzorgers die voor thuiswonende ouderen zorgen ZORGNETWERK VAN EEN KWETSBARE OUDERE Team van verpleegkundigen en verzorgenden Partner

Nadere informatie

[Checklist] voor activiteiten die zich richten op eenzaamheid

[Checklist] voor activiteiten die zich richten op eenzaamheid [Checklist] voor activiteiten die zich richten op eenzaamheid Het bevorderen van zelfredzaamheid en volwaardig meedoen in de stad zijn de hoofddoelen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Elke

Nadere informatie

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten Met veel interesse hebben wij - de gemeente Houten - op 1 februari 2016 kennis genomen van het advies van de Adviesraad Sociaal Domein Houten. Om te komen

Nadere informatie

Implementatie Begeleid Leren in afdelingen en teams

Implementatie Begeleid Leren in afdelingen en teams Implementatie Begeleid Leren in afdelingen en teams 1. Introductie: het implementatietraject Een GGz- of onderwijsinstelling heeft het besluit genomen Begeleid Leren (Kiezen- Verkrijgen-Behouden model)

Nadere informatie

Angst voor afhankelijkheid Over wederkerigheid en (on)afhankelijkheid in relaties tussen burgers

Angst voor afhankelijkheid Over wederkerigheid en (on)afhankelijkheid in relaties tussen burgers Angst voor afhankelijkheid Over wederkerigheid en (on)afhankelijkheid in relaties tussen burgers L.linders@fontys.nl Lilian Linders Fontys Hogeschool Sociale Studies 06 50242166 Masterclass Humanitas Academie

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

Teamkompas voor Zelfsturing

Teamkompas voor Zelfsturing Teamkompas voor Zelfsturing Wat is het teamkompas: Met dit instrument kun je inzicht krijgen in de ontwikkeling van je team als het gaat om effectief samenwerken: Waar staan wij als team? Hoe werken wij

Nadere informatie

Ben Ik Tevreden? Meetinstrument cliënttevredenheid

Ben Ik Tevreden? Meetinstrument cliënttevredenheid Ben Ik Tevreden? Meetinstrument cliënttevredenheid De kracht van Ben ik tevreden? ligt in het hier en nu. Wensen van cliënten zetten direct aan tot actie. Meten is dus niet alleen weten, maar de start

Nadere informatie

Samenvatting Leefbaarheid in kaart voor sociale wijkteams Land van Cuijk

Samenvatting Leefbaarheid in kaart voor sociale wijkteams Land van Cuijk Samenvatting Leefbaarheid in kaart voor sociale wijkteams Land van Cuijk Onderzoek naar de wensen, behoeften en bijdragen van inwoners uit Padbroek, Cuijk Alex de Veld, Daniëlle Damoiseaux MSc., dr. Martha

Nadere informatie

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker Competentieprofiel maatschappelijk werker OCMW 1. Functie Functienaam Afdeling Dienst Functionele loopbaan Maatschappelijk werker Sociale zaken Sociale dienst B1-B3 2. Context Het OCMW garandeert aan elke

Nadere informatie

Samen voor een sociale stad

Samen voor een sociale stad Samen voor een sociale stad 2015-2018 Samen werken we aan een sociaal en leefbaar Almere waar iedereen naar vermogen meedoet 2015 Visie VMCA 2015 1 Almere in beweging We staan in Almere voor de uitdaging

Nadere informatie

Doe de competentiecheck! Voor coördinatoren en begeleiders van vrijwilligers

Doe de competentiecheck! Voor coördinatoren en begeleiders van vrijwilligers oe de competentiecheck! Voor coördinatoren en begeleiders van vrijwilligers Wat maakt u tot een goede vrijwilligerscoördinator? Welke competenties moet u in huis hebben om vrijwilligers aan te sturen en

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar

Nadere informatie

Het Kwaliteitskompas: de Amsterdamse lerende aanpak. Waarom we moeten veranderen om onszelf te verbeteren. Door Lou Repetur en Tom van Yperen

Het Kwaliteitskompas: de Amsterdamse lerende aanpak. Waarom we moeten veranderen om onszelf te verbeteren. Door Lou Repetur en Tom van Yperen Het Kwaliteitskompas: de Amsterdamse lerende aanpak. Waarom we moeten veranderen om onszelf te verbeteren. Door Lou Repetur en Tom van Yperen Op naar een leerinfrastructuur Aanpassing aan nieuwe, demografische,

Nadere informatie

De 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE

De 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE Lid en Nederlandse vertegenwoordiger van de European Union of Supported Employment De 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE Competenties van de jobcoach NVS/EUSE bestaan uit de integratie van Kennis,

Nadere informatie

Trainingen eenzaamheid en sociaal isolement

Trainingen eenzaamheid en sociaal isolement Trainingen eenzaamheid en sociaal isolement Dr. Anja Machielse Dr. Marina Jonkers Coalitie Erbij 5 maart 2015 Foto: Eamonn Doyle Programma Introductie: Visie op eenzaamheid en sociaal isolement Achtergronden

Nadere informatie

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner Bij iedere vraag uit de veranderplanner is hier een korte toelichting gegeven. Dit kan helpen bij het invullen van de vragen van de Veranderplanner. 1.

Nadere informatie

Prestatieplan 2015 Welzijn Lisse

Prestatieplan 2015 Welzijn Lisse Prestatieplan 2015 Welzijn Lisse Kernfuncties (wat willen we) Producten (wat gaan we doen) Resultaatindicatoren Uren/ Kosten 1. Preventie en signalering 1.1 Algemene informatievoorziening Ten behoeve van

Nadere informatie

Ook de wensen en eisen aan de professionele organisaties veranderen door de kanteling.

Ook de wensen en eisen aan de professionele organisaties veranderen door de kanteling. Welzijn nieuwe stijl in gemeente Apeldoorn. Maatschappelijk agenderen gericht op de kanteling van formele naar informele zorg en het versterken van de zelfredzaamheid bewoners. Wat is interessant aan deze

Nadere informatie

Sociale wijkteams de sleutel in de participatiesamenleving?

Sociale wijkteams de sleutel in de participatiesamenleving? Leer- en ontwikkeltraject Sociale wijkteams de sleutel in de participatiesamenleving? Centrum voor Samenlevingsvraagstukken Marja Jager-Vreugdenhil & Eelke Pruim @SamenViaa Deze workshop: - Over Wmo-werkplaats

Nadere informatie

+ Te beantwoorden vragen

+ Te beantwoorden vragen + Bouwstenen cliënt in regie Uitkomsten dialoogsessies aanvullende zorg + Te beantwoorden vragen Hoe kan gemeente Utrecht cliëntregie in de aanvullende zorg maximaliseren? Hoe kijken mantelzorgers en gebruikers

Nadere informatie

Cursussen en Themabesprekingen

Cursussen en Themabesprekingen Cursussen en Themabesprekingen voor NPV-Thuishulpafdelingen en voor Kerkelijke Thuishulpprojecten Cursussen en Themabesprekingen Cursussen en Themabesprekingen NPV-Thuishulp De NPV-Thuishulp richt zich

Nadere informatie

Visienota netwerk Samen tegen eenzaamheid in Den Helder

Visienota netwerk Samen tegen eenzaamheid in Den Helder Visienota netwerk Samen tegen eenzaamheid in Den Helder Inleiding Eenzaamheid is een groot maatschappelijk probleem. Mensen die zich eenzaam voelen zijn over het algemeen angstiger, achterdochtiger, wantrouwiger

Nadere informatie

Eerste richtlijnen voor het omgaan met euthanasie vragen van cliënten en hun families die bij Geriant in behandeling zijn

Eerste richtlijnen voor het omgaan met euthanasie vragen van cliënten en hun families die bij Geriant in behandeling zijn Eerste richtlijnen voor het omgaan met euthanasie vragen van cliënten en hun families die bij Geriant in behandeling zijn Praat erover: 1. Je hoeft niet alles te weten of te begrijpen over euthanasie bij

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Workshop Privacy en Triage

Workshop Privacy en Triage Workshop Privacy en Triage Programma 1. Over de streep 2. Introductie Privacy & Triage 3. Triage in casus Privacy staat integraal werken in sociaal domein in de weg Gemeenten krijgen een grotere verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Stand van zaken Sociaal Domein

Stand van zaken Sociaal Domein Stand van zaken Sociaal Domein Van transitie naar transformatie Gemeenteraad 27 oktober 2016 Voorbereiding Inhoud 2013 2020 Implementatie en borging Transformatie 1-1-2015 transitie heden Waar staan we

Nadere informatie

Het Signalerend. Toegankelijke. Activerende. Netwerk

Het Signalerend. Toegankelijke. Activerende. Netwerk Stean foar Stipe Visie op cliëntondersteuning zorg, welzijn en aangepast wonen Het Signalerend ignalerende Toegankelijke Effectieve Activerende Netwerk (dat stiet as in hûs!) Inleiding Sinds januari 2007

Nadere informatie

INZETTEN VAN ROLMODELLEN: WAAROM EN HOE?

INZETTEN VAN ROLMODELLEN: WAAROM EN HOE? Aanpak risicojeugd en jeugdgroepen INZETTEN VAN ROLMODELLEN: WAAROM EN HOE? Jongeren staan open voor de inzet van rolmodellen. Volgens hen zijn échte rolmodellen mensen van betekenis, die dichtbij je staan

Nadere informatie

Stand van zaken monitoring Sociaal Domein

Stand van zaken monitoring Sociaal Domein Stand van zaken monitoring Sociaal Domein In februari heeft een tweetal bijeenkomsten plaatsgevonden met de raadsleden van Zutphen en Lochem waar gekeken is naar de indicatoren die men van belang vond

Nadere informatie

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Zorgleefplan, ondersteuningsplan en begeleidingsplan Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken

Nadere informatie

DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 9.2.3.5

DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 9.2.3.5 DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 9.2.3.5 Zorgleefplan brochure bronnen www.loc.nl, (LOC, zeggenschap in de zorg is de koepelorganisatie van de cliëntenraden van de sectoren verpleging en verzorging,

Nadere informatie

Hoe De Kanteling een slag vooruit kan maken met de inzet van samenwerkingspartners

Hoe De Kanteling een slag vooruit kan maken met de inzet van samenwerkingspartners DE KANTELING VOORUIT! Hoe De Kanteling een slag vooruit kan maken met de inzet van samenwerkingspartners De Kanteling is in Nederland inmiddels al een gevleugeld begrip. Veel gemeenten zijn bezig met De

Nadere informatie

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk Kerngegevens Gegevens organisatie Gegevens zelfevaluatie Naam en adres organisatie Zelfevaluatie ingevuld op [Datum] Scope [werkzaamheden, onderdelen en locaties

Nadere informatie

Ik heb hersenletsel, zie je het aan mij?

Ik heb hersenletsel, zie je het aan mij? Ik heb hersenletsel, zie je het aan mij? Projectplan voor een werkplaats deskundigheidsbevordering sociale wijkteams voor & door mensen met niet aangeboren hersenletsel. Almere, november 2014 Onderzoekslijn

Nadere informatie

COACHINGSVAARDIGHEDEN. Maarten Van de Broek

COACHINGSVAARDIGHEDEN. Maarten Van de Broek COACHINGSVAARDIGHEDEN Maarten Van de Broek Effect op gecoachte bevestiging groei Ondersteuning status quo Effect bedreiging uitdaging Ondersteuning door actief luisteren Met je lichaam Open houding, oogcontact,

Nadere informatie

januari 2015 - L.M. Sluys Tympaan Instituut Sociale wijkteams Krimpenerwaard - Tympaan Instituut - info@tympaan.nl

januari 2015 - L.M. Sluys Tympaan Instituut Sociale wijkteams Krimpenerwaard - Tympaan Instituut - info@tympaan.nl januari 2015 - L.M. Sluys Tympaan Instituut I Inhoud blz 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1 1.2 Vraagstelling 1 1.3 Aanpak en leeswijzer 1 2 Doelen 2.1 Doelen van beleid 3 2.2 Doelen van sociale wijkteams Krimpenerwaard

Nadere informatie

Procesevaluatie Effectief Actief 2013. Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof

Procesevaluatie Effectief Actief 2013. Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof Procesevaluatie Effectief Actief 2013 Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof VOORWOORD Effectief Actief (EA) is een programma geïnitieerd door het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Het heeft als doel

Nadere informatie

Het White Box model:

Het White Box model: Het White Box model: Een krachtige veranderstrategie die mensen in beweging brengt. Visie, aanpak en trainingsadvies Een waardevol gespreksmodel voor consulenten in het sociaal domein om eigen initiatief

Nadere informatie

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage. Specificaties Medewerker maatschappelijke zorg Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Coachend begeleiden en sociaal activeren Cursus Gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg,

Nadere informatie

Redactie: Maaike Kluft en Corrie van Dam Eindredactie: afdeling communicatie Movisie Vormgeving: Ontwerpburo Suggestie en Illusie Drukwerk: Libertas

Redactie: Maaike Kluft en Corrie van Dam Eindredactie: afdeling communicatie Movisie Vormgeving: Ontwerpburo Suggestie en Illusie Drukwerk: Libertas Redactie: Maaike Kluft en Corrie van Dam Eindredactie: afdeling communicatie Movisie Vormgeving: Ontwerpburo Suggestie en Illusie Drukwerk: Libertas Werk ik wel volgens de uitgangspunten van de Wmo en

Nadere informatie

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken Ervaringen uit het veld Overzicht programma Wie ben ik: - Philip Stein - masterstudent sociologie - afgerond A&O-psycholoog Programma: - half uur presentatie,

Nadere informatie

Samenwerken in de jeugdketen Een instrument voor gegevensuitwisseling

Samenwerken in de jeugdketen Een instrument voor gegevensuitwisseling Samenwerken in de jeugdketen Een instrument voor gegevensuitwisseling Uitgave van het Centrum voor Jeugd en Gezin Opsterland. Bij het samenstellen van deze uitgave is gebruik gemaakt van Samenwerken in

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleiding 2

Hoofdstuk 1 Inleiding 2 Gesprekscyclus Scholengroep Rijk van Nijmegen Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 2 Hoofdstuk 2 Gesprekscyclus Opbouw De tweejarige scyclus van SGRvN - Het voortgangs - Het beoordelings 4 4 4 5 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

De b-learning is bedoeld voor verzorgenden werkzaam in de thuiszorg of in het verpleeg- of verzorgingshuis.

De b-learning is bedoeld voor verzorgenden werkzaam in de thuiszorg of in het verpleeg- of verzorgingshuis. Blended learning mantelzorg, Doelgroep verzorgenden Docentenhandleiding fysieke bijeenkomst Inleiding Zorgen voor een naaste is een liefdevolle en dankbare taak. Mantelzorg, ook wel informele zorg genoemd,

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen Raadsvoorstel Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen 2014-2017 Datum raadsvergadering 06-02-2014 Portefeuillehouder(s) R.G. te Beest W.E. Westerman Registratienummer Rs13.00783 Ambtenaar K. Bruijns Datum

Nadere informatie

Competentieprofiel voor coaches

Competentieprofiel voor coaches Competentieprofiel voor coaches I. Visie op coaching Kwaliteit in coaching wordt in hoge mate bepaald door de bijdrage die de coach biedt aan: 1. Het leerproces van de klant in relatie tot diens werkcontext.

Nadere informatie

HULPDIENST NIJMEGEN. Beleidsnotitie

HULPDIENST NIJMEGEN. Beleidsnotitie HULPDIENST NIJMEGEN Beleidsnotitie Positionering van de Hulpdienst De Stichting Hulpdienst Nijmegen is een vrijwilligersorganisatie die zinvolle en nuttige ontmoetingen organiseert tussen vrijwilligers,

Nadere informatie

Inleiding... 9. Hoofdstuk 2 Essentiële waarden... 21. Hoofdstuk 3 Management en leidinggevende structuur... 23

Inleiding... 9. Hoofdstuk 2 Essentiële waarden... 21. Hoofdstuk 3 Management en leidinggevende structuur... 23 Inhoud Inleiding... 9 Hoofdstuk 1 Visie op leidinggeven... 13 1.1. Organisatiecultuur... 13 1.2. Noodzaak van cultuuromslag... 15 1.3. Structuur-, cultuurdiscussie... 15 1.4. Organisatiecultuur... een

Nadere informatie

Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken

Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken

Nadere informatie

Pieternel van Giersbergen & Dieke de Koning EENZAAMHEID / 1

Pieternel van Giersbergen & Dieke de Koning EENZAAMHEID / 1 EENZAAMHEID Pieternel van Giersbergen & Dieke de Koning EENZAAMHEID / 1 Partners 'Aanpak eenzaamheid Hatert' EENZAAMHEID / 2 Programma Wat is eenzaamheid? Signalen Omgaan met EENZAAMHEID / 3 Wat is eenzaamheid?

Nadere informatie

De Aandachtsfunctionaris 1

De Aandachtsfunctionaris 1 De Aandachtsfunctionaris 1 Profiel aandachtsfunctionaris kindermishandeling Functieomschrijving De aandachtsfunctionaris heeft een belangrijke rol bij de implementatie van de meldcode in de organisatie,

Nadere informatie

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012)

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012) Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012) In de periode 2008-2012 heeft het Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking

Nadere informatie

Vrijwilligersverenigingen

Vrijwilligersverenigingen Vrijwilligersverenigingen Activiteiten organiseren via een verenigingsstructuur is een relatief nieuwe manier om vrijwilligers in te zetten in zorgorganisaties. Deze ontwikkeling kan aantrekkelijk zijn

Nadere informatie

3 FASEN MODEL. Inhoud: - Introductie - Fase 1 - Fase 2 - Fase 3 - Verbeteren Zelfmanagement

3 FASEN MODEL. Inhoud: - Introductie - Fase 1 - Fase 2 - Fase 3 - Verbeteren Zelfmanagement 3 FASEN MODEL Inhoud: - Introductie - Fase 1 - Fase 2 - Fase 3 - Verbeteren Zelfmanagement INTRODUCTIE Het aanmoedigen van chronisch zieke patiënten door zorgverleners in het nemen van dagelijkse beslissingen,

Nadere informatie

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang Grensoverschrijdend gedrag Klik Kinderopvang wijst alle vormen van grensoverschrijdend gedrag af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang grensoverschrijdend gedrag voorkomen

Nadere informatie

Verslag van de bijeenkomst Eenzaamheid en sociaal isolement bij ouderen: de inzet van vrijwilligers, 8 april 2014.

Verslag van de bijeenkomst Eenzaamheid en sociaal isolement bij ouderen: de inzet van vrijwilligers, 8 april 2014. Verslag van de bijeenkomst Eenzaamheid en sociaal isolement bij ouderen: de inzet van vrijwilligers, 8 april 2014. Programma: 09.30 uur - Inloop met koffie en thee 10.00 uur - Eenzaamheid en sociaal isolement:

Nadere informatie

Rapport Team Competenties i360. Test Kandidaat

Rapport Team Competenties i360. Test Kandidaat Rapport Team Competenties i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor

Nadere informatie

Voorwoord. Buddyzorg Limburg werkt met hart en ziel voor het behoud en de versterking van de medemenselijkheid. Dit komt tot uiting in de werkwijze

Voorwoord. Buddyzorg Limburg werkt met hart en ziel voor het behoud en de versterking van de medemenselijkheid. Dit komt tot uiting in de werkwijze Jaarverslag Stichting Vrienden van Buddyzorg Limburg 2013 1 Voorwoord Voor u ligt het derde jaarverslag van de Stichting Vrienden van Buddyzorg Limburg, afgekort SVVBL. Het verslag geeft een weergave mee

Nadere informatie

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen eflectietool Reflectietool eflectietool Reflectietool eflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen Redactie: Marieke Haitsma en Corrie van Dam Eindredactie: afdeling communicatie

Nadere informatie

Anders kijken, anders leren

Anders kijken, anders leren Anders kijken, anders leren Inleiding De transformatie van het sociaal domein stelt andere eisen aan de competenties van de professionals. Multidisciplinair, met oog voor participatie en eigen regie van

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Trainingen, workshops en coaching

Trainingen, workshops en coaching Trainingen, workshops en coaching Aanbod 2015-2016 professionals en gemeenten Beschermen & Versterken Trainingen, workshops en coaching De Jeugd- & Gezinsbeschermers zet zich in voor de bescherming van

Nadere informatie

NORMEN KWALITEITSLABEL SOCIAAL WERK

NORMEN KWALITEITSLABEL SOCIAAL WERK NORMEN KWALITEITSLABEL SOCIAAL WERK Opzet De normen zijn afgeleid van de vastgestelde Kwaliteitswaarden van de branche Sociaal Werk. Ze zijn ingedeeld in drie hoofdgroepen, die de opzet van deze Branchecode

Nadere informatie

Wmo-werkplaats Twente. Scholingshandleiding voor cursist en trainer. Samenwerken met vrijwilligers

Wmo-werkplaats Twente. Scholingshandleiding voor cursist en trainer. Samenwerken met vrijwilligers Wmo-werkplaats Twente Scholingshandleiding voor cursist en trainer Samenwerken met vrijwilligers De vrijwilliger als vanzelfsprekende partner in zorg en welzijnswerk juli 2011 Saxion. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:

Nadere informatie

1. Hoe stap ik het (her)indicatiegesprek in bij een cliënt met een gerichte PGB-vraag?

1. Hoe stap ik het (her)indicatiegesprek in bij een cliënt met een gerichte PGB-vraag? IK KRIJG DE VRAAG OM EEN PGB TE INDICEREN, WAT DOE IK? 1. Hoe stap ik het (her)indicatiegesprek in bij een cliënt met een gerichte PGB-vraag? Als verpleegkundige kom je nooit bij een cliënt om een PGB

Nadere informatie

Onderzoek Van regels naar relaties

Onderzoek Van regels naar relaties Onderzoek Sinds maart 2017 doet Annemarie de Brabander bij Topaz (locatie Munnekeweij) onderzoek naar de beweging. Hoe kunnen de inzichten uit haar onderzoek vertaald worden naar Waarde-vol Onderwijs?

Nadere informatie

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net Traject Tilburg Aanvragers: Gemeente Tilburg Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net Opgave: Beantwoorde ondersteuningsvraag In Tilburg is het traject Welzijn Nieuwe Stijl onderdeel van een groter programma

Nadere informatie

Gemeenten en de kwaliteit van sociale interventies

Gemeenten en de kwaliteit van sociale interventies Gemeenten en de kwaliteit van sociale interventies Gemeenten en de kwaliteit van sociale interventies Werkt buurtbemiddeling nu eigenlijk echt? Welke resultaten zijn hiervan bekend? En wat weten we bijvoorbeeld

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij

Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij Inspiratie voor hbo zorg en welzijn Informele zorg & Social Work aan de hogeschool Inholland Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij Voor onze opleiding geldt: samenwerken

Nadere informatie

Vrijheidsbeperkende maatregelen. Vrijheidsbeperkende maatregelen terugdringen? in de langdurende zorg. Vilans helpt mee

Vrijheidsbeperkende maatregelen. Vrijheidsbeperkende maatregelen terugdringen? in de langdurende zorg. Vilans helpt mee Vrijheidsbeperkende maatregelen in de langdurende zorg Vrijheidsbeperkende maatregelen terugdringen? Vilans helpt mee Hoe staat je organisatie ervoor? Kom erachter hoe het staat met vrijheidsbeperking

Nadere informatie

HOE U DE SAMENWERKING MET MANTELZORGERS VERBETERT

HOE U DE SAMENWERKING MET MANTELZORGERS VERBETERT HOE U DE SAMENWERKING MET MANTELZORGERS VERBETERT Tips voor professionals die voor thuiswonende ouderen zorgen ZORGNETWERK VAN EEN KWETSBARE OUDERE Team van verpleegkundigen en verzorgenden Partner 1 2

Nadere informatie