Politieke en rechtsfilosofische stromingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Politieke en rechtsfilosofische stromingen"

Transcriptie

1 1 Omkadering en historische situering van de rechtsfilosofie Een huis met vele kamers De emancipatie van de dochter van de filosofie De geboorte van de filosofie aan de kusten van Klein-Azië De sociale en politieke rol van de logos De verwekking van de kinderen van de waarheid Politieke filosofie in de Griekse Oudheid Plato s staatsleer De ideeën Plato s doorlichting van de Griekse staatsvormen Plato s ideale staat Kritische analyse van Plato s staatsconcept Aristoteles en de staat De ontdubbeling van de werkelijkheid De mens als politiek dier Het belang van de middenklasse De middeleeuwse rechtsfilosofie of het ontstaan van het natuurrecht Een inhoudelijke opvatting van het recht Augustinus Op de kruising van 2 werelden Augustinus en de vooruitgangsidee Thomas van Aquino De opkomst van de universiteitssteden De menselijke natuur Hoge en lage vormen van recht De rechtvaardigheid van de wet Enkele slotbeschouwingen De verdere evoluties van het natuurrecht in de Leviathan van Thomas Hobbes Hobbes: de filosoof van een Nieuwe Tijd De Leviathan Het natuurrecht volgens Hobbes Oorlog en vrede in de staat Dwang, autoriteit en macht Het sociaal contract De ontwikkeling van het liberalisme John Locke ( ) Jean-Jacques Rousseau ( ) Het gevaar van machtsmisbruik Het recht van de sterkste De volkssoevereiniteit Politieke oppositie Verstrengeling tussen rechtstaat en democratie Gelijkheid John Rawls De vernieuwing van de filosofie in de tweede helft van de 20 ste eeuw Biografie Op zoek naar een rationele moraal Van meta-ethiek naar ethiek De economische crisis Reflectieve equilibrium Speltheorie en ethiek Praktijkregels Gelijkheid als uitgangspunt Pessimisme van de geest Het difference principle De samenleving als een samenwerkingsverband Primaire sociale goederen Het fair play beginsel Het principle of redress Maximin De rechtvaardigheidsbeginselen Het redelijke en het rationele Kantiaans constructivisme

2 6.20 Overlappende consensus en politiek liberalisme Het recht der volkeren Habernas constitutioneel patriottisme als basis voor (de creatie) van een Europees burgerschap? Inleiding Müller en het Europatriottisme Habernas en het constitutioneel patriottisme Het constitutioneel patriottisme in de Duitse Bondrepubliek Constitutioneel patriottisme en de moderniteit Ronald Dworkin Rechtsbeginselen en de morele eenheid van het recht Regels en beginselen Collisie van regels of beginselen Dworkins integer recht Juridisch contructivisme Rechtsbeginselen als optimaliseringsgeboden Besluit Bruce Ackerman Wetenschappelijke en liberale neutraliteit in een principe-geleide rechtstaat Liberaal legalisme Het recht als specialistentaal Dialoog over sociale rechtvaardigheid Zijn rechtseconomie en liberalisme verenigbaar? Ackermans nieuwe retoriek Robert Nozick Individuele vrijheid contra paternalisme Historische versus eindtoestand beginselen van rechtvaardigheid De moraliteit van het ontduikingsgedrag De minimale staat Eigendomsrecht en vrije markt Het ulitarisme als grondslag van de welvaartstaat De greatest hapiness of the greatest number De morele calculus De overgang van zijn naar behoren. De naturalistic fallacy Positief of negatief ulitarisme Totale, gemiddelde of gelijke nuttigheid Lust, nuttigheid, welvaart of preventie-satisfactie Daad- en regelulitarisme Ulitarisme en intermenselijke handelingscoördinatie Neutrale of waardegelaten calculus Maatschappelijke nuttigheid en de gescheidenheid en identiteit van personen Niklas Luhmann De systeemtheoretische moraaltheorie Maatschappijen als verzamelingen sociale systemen Procedurele legitimering Luhmanns moraaltheorie

3 1 OMKADERING EN HISTORISCHE SITUERING VAN DE RECHTSFILOSOFIE. 1.1 Een huis met vele kamers. Waar komt de rechtsfilosofie vandaan? Filosofie o Metafysica:Bestudeert ultieme verklaringsgronden voor dingen. o Logica: structuren van het denken achterhalen. o Taalfilosofie: grondslagen van ons talig vermogen. o Wetenschapsfilosofie: gaat na wat wetenschappelijke kennis inhoud. o Ethiek: moraalfilosofie, hangt nauw samen met rechtsfilosofie. Rechtsfilosofie gaat op zoek naar de grondslagen van het recht. o Hierdoor is ze verwant met moraalfilosofie en politieke filosofie. o De zoektocht naar juridische grondslagen heeft betrekking op: Rechtsregels Rechtssysteem. o Bestuderen van fundamenten van de wetten In onze hedendaagse Westerse samenleving verwijzen naar procedurele principes. In andere samenlevingen naar God.(inhoudelijke legitimatie) o Moraalfilosofie, rechtsfilosofie en politieke filosofie zijn sterk met elkaar verweven wegens de centrale gedachte de idee van de rechtvaardigheid en de vraag naar het goede Wat is filosofie? o De filosofie zal verschillende gegevens uit de ons omringende realiteit samenbrengen om daar continue parallellen tussen te trekken of algemene tendensen in te ontdekken. 1.2 De emancipatie van de dochter van de filosofie. Het is moeilijk een definitie van filosofie te geven, wat duidelijk naar voor komt is o De filosofie probeert op rationele wijze inzicht te krijgen in de wereld en in de plaats van het menselijke leven daarin. o Filos = vriend of liefhebbend, Sofia = wijsheid o Rationeel: elke uitspraak over de mens of de wereld dient onderworpen te worden aan een zeer strikte en logische argumentatie. o 3 belangrijke aspecten: Ratio: de rede, het denken. Fundamenten van de dingen in de wereld aanwezig. De interactie tussen mens en wereld. Verklaart de verschillende deelgebieden. Filosofie heeft een zeer grote verwantschap met de wetenschap. o De filosoof probeert dingen uit zijn omgeving te verklaren. o De wetenschap is een zelfstandige discipline geworden. Nadruk op de empirische proefopstelling. Falsificatie van de hypothese. o De filosofie gaat op zoek naar de bredere samenhang der dingen en naar een gemeenschappelijke noemer voor onderzoeksresultaten uit verschillende vakgebieden. Reflectie, terugbuigen: Kenmerkt zich door het stilstaan bij fenomenen die waargenomen worden en de kritische analyse die daarop volgt. o Leidt bij de filosoof tot zelfreflectie. 1.3 De geboorte van de filosofie aan de kusten van Klein-Azië. De wijsbegeerte kwam tot ontwikkeling in de Griekse Oudheid, de 6 de eeuw v. Chr., Klein-Azië. Typisch voor het ontstaansmoment is dat de filosofie bewust afstand neemt van de mythes. o Mythes zijn verifieerbaar en niet argumentatief. De Griekse filosoof neemt geen genoegen met scheppingsverhalen maar gaat de wereld benaderen vanuit een theoretische oogpunt. Immorele goden plaatsen vraagtekens bij de legitimiteit van de goden als voorbeeld voor het goede menselijke leven. Stelt de abstracte logos in de plaats van de mythos. 3

4 De Griekse filosofen bezatten allemaal scholé (vrije tijd om zich theoretisch te bekwamen) o De aristocraten bezatten slaven waardoor zij vrije tijd hadden. o Zij wijden zich aan onderzoek : theoretisch inzicht verwerven in de manier waarop de kosmos functioneerde. o Gingen op zoek naar het oerbeginsel. o Dit oerbeginsel diende te beantwoorden aan een natuurlijk gegeven, de basis voor natuurlijke processen. o Men probeerde de wereld niet langer te verklaren door transcendente of religieuze principes, maar door eigen rationele vermogens oorzaken te achterhalen die in de natuur teruggevonden konden worden. Thales van Milete kwam tot de vaststelling dat alles moest voorkomen uit water. Anaximenes van Milete stelde lucht in de plaats. Phytagoras had zo n wiskundige fascinatie dat alles moets afgeleid zijn van getallenleer. 1.4 De sociale en politieke rol van de logos. De ethiek ontstaat, het nadenken over het juiste menselijke handelen. o Èthos, gewoonte, zede, gebruik o Èthos: in primitieve context niet meer dan een gedragscode met daaraan verbonden sancties. Afhankelijk van de plaats en de tijd waar men zich bevond. De polis of stadstaat komt tot bloei de 6 de eeuw v. Chr. o Grotere populaties en intensiever handelscontacten. o De geldende wetten waren onvoldoende om deze maatschappij te ordenen. Deze waren gebaseerd op de mythen. Ook hier vervangen de logos de mythen. Enorme sociale en morele verschuiving. o Gewoonten en gebruiken worden niet langer theocratisch of religieus verantwoord. o Het èthos moet rationeel worden verantwoord. o Nood aan theorie over de zeden. Nomos of wet is niet langer een sacraal samenlevingsverband van eeuwige duur. o Besef dat het gaat om een voorlopige seculiere weergave van politieke machtsverdeling. Ontstaan van democratie als staatsvorm 500 v. Chr. (onder Pericles, Athene) o Democratie betekent heerschappij van het volk. o Enkel beperkte democratie: Directe democratie, geen systemen van vertegenwoordiging. Enkel vrije mannen. o Niet enkel democratie, men experimenteerde ook met monarchie, oligarchie, tirannie Wie deelnam aan het debat werd zich bewust van de taalvaardigheid. (redevoeringen) Er ontstaat een nieuwe beroepscategorie: de sofistai (leraren in de wijsheid) o Bekwaamden zich in padidea (opvoedkunde) o Opvoeding in de retoriek. o De sofisten waren van mening dat het belangrijkste was gelijk te krijgen in plaats van gelijk te hebben. o Werden daardoor bekeken als een zootje ongeregeld, alhoewel van hun diensten gretig gebruik werd gemaakt. o Het recht was volgens hen opgesteld door de zwakkeren om de sterken te muilkorven. o Allen minderwaardigen konden gelukkig zijn met een democratisch beginsel zoals gelijkheid. o Alhoewel ze profijt haalden uit het democratisch bestel van woord en wederwoord, lieten ze geen gelegenheid voorbijgaan om de democratie te ondergraven. 4

5 1.5 De verwekking van de kinderen van de waarheid. Socrates ( v. Chr.) o Ten tijde van de Peloponische oorlogen tussen Sparta en Athene. o Buitenlandse perikelen ontaarden in een strijd tussen aristocraten en democraten. o Socrates heeft geen enkel geschrift nagelaten. Alles wat we van hem weten komt via de geschriften van Plato, zijn leerling. o Deze geschriften zijn de dialogen. Vanuit het standpunt van Plato. Moeilijk te achterhalen wie van beiden aan de bron ligt van welke uitspraak. Socrates deed geen kosmologische uitspraken in tegenstelling tot zijn voorgangers. o Voornamelijk geïnteresseerd in het morele. o Verwantschap met sofisten. o Werd nadien de grootste tegenstander van sofisten, omdat zij er geen graten inzagen zowel morele als immorele standpunten te verdedigen. o Objectieve standpunten bereiken door maïeutiek (verloskunde), door vraagstelling het antwoord lospeuteren, begeleiding tot het juiste antwoord. Voor Socrates stond vast wie het goede kende ook het goede zou doen. o Moderniteit wordt gekenmerkt door de kloof het goede kennen en het goede doen. o Volgens de sofisten was het perfect normaal een andere handeling te stellen dan diegene waar men van overtuigd was. o Door Socrates hebben de sofisten een slechte naam gekregen, in het licht van de geschiedenis niet helemaal terecht. 5

6 2 POLITIEKE FILOSOFIE IN DE GRIEKSE OUDHEID. 2.1 Plato s staatsleer De ideeën. Plato probeert de totaliteit van de werkelijkheid te vatten, dit in de dialogen. o Hij gaat uit van een tweedeling, een ware wereld en een schijnwereld (schijnweten, doxai) o Schijnwereld is de wereld zoals wij die dagelijks zien, niet meer dan een onvolmaakte afbeelding van de echte werkelijkheid. o Ware wereld is de wereld van Ideeën, een Idee is de essentie of het wezenlijk kenmerk van een bepaald ding. o Vb. inzicht in de betekenis van een driehoek of cirkel de basis van het mathematische denken. o Loutere waarneming van dingen is een valse basis om correcte kennis te verwerven. o Kennis ontstaat doordat de onsterfelijke menselijke ziel zich de ware Ideeën herinnert. (leer van de anamnese of herinnering) o Plato wantrouwde de menselijke zintuigen, deze zijn niet in staat door te dringen tot de kern van de zaak. Uit empirische waarnemingen konden enkel doxai voortkomen. o Deductieve methode begint van de idee een gaat toetsen. o Inductiemethode vertrekt van de waarneming naar de Idee. Deductie-inductie zal in de 17 de en 18 de eeuw voor heftige discussies zorgen. o Cartesiaanse rationalisten versus de empiristen. o De oplossing wordt aangereikt door Immanuel Kant Uit de concrete realiteit kan men enkel meningen afleiden, weten komt voort uit ideeën. Ook de hoogste ethische waarden zoals het goede of het rechtvaardige maken deel uit van de Ideeënwereld. o Het idee van het goede volgens Plato verhaven boven alle andere ideeën. o Andere dingen waren van het Goede afgeleid en danken hun bestaan eraan. o Politieke leiders moeten volgens Plato geschoold worden in de dialectiek, de kunst van het gesprek. o De hoogste wetenschap volgens hem was de logica van het dialectisch denken. o De dilectiek zal vooral zijn nut bewijzen in het opsporen van logische contradicties Plato s doorlichting van de Griekse staatsvormen. De staat dient net als het individu te streven naar het inzicht in de ware kennis van het goede en de praktische gevolgen daarvan. o De hoogste vorm van zedelijkheid is voor Plato het goede gemeenschapsleven zelf. Politea, De Staat, een kritische doorlichting van verschillende staatsvormen. o Oligarchie (oligoi, weinigen, archein, heersen) : regering van enkele personen. Enkel toegang via leden. Onbeperkte macht. Drie grote gebreken: Mensen met het meeste geld niet altijd meest geschikt om te leiden. Een oligarchische maatschappij vertoont geen eenheid. Mensen gaan schulden aan, dit leidt tot een maatschappij met armoedzaaiers en criminaliteit. 4 de gebrek, klassenstrijd kan leiden tot democratie. Invloed op de maatschappij: de mens wordt materialistisch en denkt enkel aan eigenbelang en winst. 6

7 o o Democratie Volgens Plato is democratie een overwinning van de armen op de rijken. Leidt tot vrijheid, volgens Plato leidt dit tot het feit dat iedereen kan doen en laten wat hij wil. Gevolgen Politiek verantwoordelijkheidsbesef verslapt. Onverschilligheid tegenover het algemeen belang neemt toe en de publieke zeden verslappen. Het eigenbelang neemt de overhand. Tirannie, heerschappij die op een onwettige vaak geweldadige manier wordt verworven. Ontstaat vanuit de democratie. Een overdaad van vrijheid zal de democratie vernietigen Door verbrokkeling komt de roep naar een sterke man. Een demagogos, volksmenner zal het volk ophitsen. Hij zal proberen aan de macht te komen met de belofte orde op zaken te stellen. Hij heeft weinig vertrouwen in de mogelijkheid dat het volk zichzelf kan regeren. Is een profetische afspiegeling van een deel van de ontwikkelingen tijdens het interbellum Plato s ideale staat. Hij wou zelf in de politiek gaan, maar omwille van de dagjes politiek en het feit dat Socrates was veroordeelt deed hem een andere wending maken. o Hij zou de burger door een grondige analyse de weg wijzen naar een rechtvaardige staatsinrichting. o Zijn conclusie: een technocratische aristocratie. De best opgeleiden zouden het land regeren. Mensen moeten hun technische skills bewijzen. Machtsuitoefening mag niet langer het resultaat zijn van gekonkel en achterkamerregelingen. Geen vorm van controle ingebouwd, the aristocracy rules unchecked (Russel 1971) De staat moet geleid worden door filosofen. Allegorie van de grot: De filosoof verlaat de duisternis van de grot maar wordt bij zijn terugkomst niet geloofd en zelfs bijna gelyncht. o Hans Blumenberg: de massa wil de bevredigingen op basis van illusies niet vervangen door de waarheid. Er zal dus altijd een conflict bestaan tussen filosoof en massa, tussen illusie en waarheid. o Door het besluit dat hij formuleerde zag hij dat zijn Athene niet goed bestuurd werd en kon hij het toch niet laten van zijn antwoord in de praktijk om te zetten. Hoe zag Plato de ideale staat? o 3 taken: voedselvoorziening, verdediging, bestuur door de rede. o 3 standen: werkende klasse, militaire klasse, bestuurders (wakers) Bestuurders moeten zich bekwamen in de filosofie en staan hierdoor garant voor gerechtigheid. o Een staat is rechtvaardig ingericht indien iedereen zijn taak doet en zich niet inlaat met de andere taken. o Nog geen verband tussen gelijkheid en gerechtigheid. Ongelijkheid is rechtvaardig als de juiste man op de juiste plaats zit. o Voor de sofisten primeerde het belang van de sterkere, wie macht verwerft, gelijk hoe bepaald wat rechtvaardig is. o Hoe komt men aan geschikte bestuurders? Door selectie. Deze selectie is enigszins democratie omdat iedereen dezelfde ontwikkelingsmogelijkheden moet krijgen, geen erfelijke privileges. Eerste selectie op 20 jaar Na een opleiding, 2 de selectie op 30 jaar. Opleiding filosofie van 5 jaar. 15 jaar stage in the real life. Op 50, alle proeven doorstaan worden ze toegelaten tot leidende functies, de wijsgeerkoningen. Aristocratie in de letterlijke betekenis, heerschappij van de besten. 7

8 o o De gevaren van het systeem volgens Plato: De selectieprocedure vormde een vrijgeleide voor onbeperkte macht. Onbeperkte macht kan leiden tot streven naar eigen voordelen. Voorzorgsmaatregelen: Geen eigen bezit, geen omgang met geld, goud of zilver. Leven in gemeenschappelijke ruimtes, gemeenschappelijke partners. Kinderen werden onmiddellijk weggenomen omdat dit zou leiden naar bezitterige gewoonten en gehechtheden, tegenstrijdig met het algemeen belang. Alleen de besten mochten omgang hebben met elkaar, houdt dus eugenetica in Kritische analyse van Plato s staatsconcept. Plato s ideale staatconcept was een utopie. o Hij predikt communisme op het vak van seksualiteit en bezit. o Het moederlijk instinct belet de mensen als voortplantingsmachines te zien. Door omgang met geld te verbieden aan de leidende klasse negeert hij de samenhang tussen politieke en economische machten. o De geschiedenis leert ons de samenhang van politiek en economie. Een van de zwaarste kritieken komt van Karl Raimund Popper. o The open society and its enemys (1945). Plato was bang van democratische rechten. De staat controleert alle aspecten van de samenleving. Spartaans model, opvoedingsideaal. Het gewone volk moet de bevelen volgen van de almachtige leiders. o Inspiratie was waar de totalitaire regimes vandaar kwamen. Kwam tot de conclusie dat Plato de grondlegger was van een totalitaire staat. Enkel het zedelijke, het goede moest worden weergegeven, de rest moet worden verbannen. 2.2 Aristoteles en de staat De ontdubbeling van de werkelijkheid. Aristoteles was een leerling van Plato. o Zijn kritiek op Plato: nutteloze verdubbeling van de werkelijkheid. o De essentie lag niet in de ideeënwereld maar in de werkelijkheid. o De dingen zelf bestuderen om hun essentie te achterhalen. o Hij vertrok van de waarneming, die empeiria (ondervinding) oplevert. o Ook voor het politiekethische diende men te vertrekken vanuit de praktijk De mens als politiek dier. Elk individu heeft anderen en dus de gemeenschap nodig. o Een mens kan enkel zijn individuele doelen bereiken als hij deel van de gemeenschap is. o Vergelijking hand als deel van het lichaam, individu als deel van de staat. o De mens zonder wetten is het gevaarlijkste dier, de staat is een zegen want deze brengt wetten voort. Taxonomie van de staat volgens Aristoteles. o Een bestuurder, monarchie degeneratie tot tirannie. o Enkele bestuurders, aristocratie, degeneratie, oligarchie. o Heerschappij van velen, politea, degeneratie democratie. Politea probeert het evenwicht te behouden tussen rijk en arm. Het euvel van de democratie volgens A. dat niet werd ingezien dat mensen die op gelijke wijze vrij zijn, niet altijd gelijk moeten worden behandeld. Rechtvaardigheid was een gelijkheid volgens de juiste verhoudingen. Wie een goed leven leidde verdiende een goede levenstandaard, deugd versus inkomen. Kritiek op diens eis ten opzichte van de leiders om geen familieleven uit te bouwen en persoonlijk bezit uit te bouwen. o Volgens A. is overspel als ondeugd nodig om te kunnen groeien naar de ware deugd. o Argumentatie van A. gelijkaardig aan The tragedy of the Commons, Russell. 8

9 2.2.3 Het belang van de middenklasse. A. benadrukte dat elke tijd een andere staatsinrichting vroeg. o Regeren volgens de gulden middenweg. o Matiging is de belangrijkste deugd. o Van alle gedegenereerde staatsinrichtingen is de democratie de beste. Zijn empirische onderzoek bracht hem tot het besluit dat een mengvorm van aristocratie en democratie de ideale staatvormen konden voortbrengen, zij dienden afhankelijk te zijn van een goed functionerende middenklasse. o Vanuit deze optiek is het belangrijk dat huwelijk en persoonlijk bezit gevrijwaard bleven. (de mens in zijn wezenlijke kern. o Een staat is niet opgebouwd uit individuen maar uit kleine gemeenschappen. De middenklasse (gematigde rijken) dienden het zwaartepunt van de gemeenschap te vormen. o Er is ook ruimte voor kunst en cultuur. Verschil tussenmeesters en slaven. o Sommige mensen zijn voorbestemd om onderworpen te zijn. o Vreemden werden in een oorlog tot slaaf gemaakt, oorlog is echter geen doel van de staat. De rol van de economie in een politieke gemeenschap. o Schoenen worden gemaakt om te dragen, niet om te ruilen. o Rijkdom kan enkel ontstaan door opbrengst van landerijen, niet door oppotten van geld. o Geld kan worden uitgewisseld maar mag niet dienen om nieuw geld te creëren. o Basis voor eeuwenlange afkeer van interest, enorme invloed in het christendom. Verklaring van Russell. Filosofen komen uit de klasse van de landeigenaars, zij hadden schulden bij handelaars vandaar hun afkeer van interest. o De eigendom van de kerk bestond vooral uit land, economische verklaring voor het antisemitisme. Joden voornamelijk aan het werk in de banksector. o Vanaf het protestantisme hebben filosofen hun mening herzien, men kon zich losrukken van de katholieke kerk. Filosofen zijn niet langere geestelijke maar verbonden aan een universiteit. Aristoteles als leermeester van Alexander de Grote. o Hij praat enkel over het Griekse Polis. o De staat moet vanaf een heuvel zichtbaar zijn, anders zijn deze moeilijk te besturen. o Veranderende tijd: hij hechte veel belang aan culturele opleiding van politici terwijl indicatoren wezen op een scheiding van macht en cultuur. o Scheiding tussen macht en cultuur een typisch westers gegeven, tot aan de renaissance, waar een opleving was in gelaïciseerde milieus. o Aan deze tendens kwam opnieuw een einde door de democratie van de Franse Revolutie, deze verwijderde de privileges van de adel, door de industrialisering, spanning tussen techniek en cultuur, en door de popularisering. 9

10 3 DE MIDDELEEUWSE RECHTSFILOSOFIE OF HET ONTSTAAN VAN HET NATUURRECHT. 3.1 Een inhoudelijke opvatting van het recht. De middeleeuwen van de val van het West-Romeinse Rijk 476 tot en met de inname van Constantinopel in o Vragen bij de tijdsafbakening en de naam van deze periode. o Benaming van de dark ages eigenlijk onterecht? De almacht van de kerk was typisch voor deze periode. o Het canonieke recht verving het Romeins recht en de Germaanse instellingen omdat deze een grondige filosofische basis misten. o De filosofen waren geestelijken, verdedigers van de staat van God. o Katholieke filosofie, dualisme staat centraal: lichaam en ziel, keizer en paus, De middeleeuwen hebben op filosofisch vlak interessante discussies voortgebracht. o Uiteenzettingen tussen christelijke, Arabische en joodse filosofen. o Filosofie als dienstmaagd voor theologie. o Rationele pogingen om sluitende geloofsystemen uit te werken. o Toelaten van rationele verklaringen betekende het begin van het einde voor de directe invloed van het christelijke geloof in de westerse samenleving. Thomistische synthese. o Verbrokkelde op het einde van de 14 de eeuw. o Niet alleen door conflict tussen geloof en rede, maar ook door de opkomst van de handelsklasse. Andere hoogstaande filosofische prestaties: het scheermes van Ockham, in godsbewijzen moet je nutteloze argument overboord gooien of wegsnijden. 2 opvallende kenmerken van ontwikkelingen van de rechtsfilosofie. o Geen procedurele maar inhoudelijke criteria, hoe een wet tot stand komt is niet van belang maar de inhoud, de overeenstemming met de juiste morele bronnen (bijbel). o Het ontstaan van het natuurrecht. Oorsprong van de mensenrechten, heeft nog steeds zijn sporen in de westerse rechtsystemen. 3.2 Augustinus Op de kruising van 2 werelden Augustinus en de vooruitgangsidee. 3.3 Thomas van Aquino De opkomst van de universiteitssteden. Thomas van Aquino ( ) de middeleeuwen komen tot volle wasdom. o Ontstaan van geconcentreerde woon en levensvormen. (steden) o In het kielzog ontstaan ook universiteiten. o Eerste universiteit in Parijs (1150), Leuven eerste in de Nederlanden (1425). Aan de universiteiten speelt de Griekse filosofie een belangrijke rol o De centrale figuur was Aristoteles, (niet Plato zoals bij Augustinus) o Thomas beïnvloed door Aristoteles zou proberen zijn christelijke theologie te laten samenvallen met de ideeën van Aristoteles, de filosoof. De middeleeuwse universiteit was niet zomaar een doorgeefluik van kennis. o Geen reproductie van productie. o Ruimte voor research en discussie. o Niet noodzakelijk onderworpen aan wereldlijke of religieuze macht. Bolwerken van theoretische innovatie, concentratie van een intellectuele elite. o Omgekeerde beweging van de kruistochten. o De Arabische wetenschap werd via transformatie geïmporteerd in een Latijnse omgeving en kende een grote verspreiding in de groeiende universiteitscentra. 10

11 Vanaf de 13 de eeuw een breuk met alle bestaande kennismodellen. o In de plaats van een loutere overdracht van de Arabische wetenschap werden de grondslagen van deze wetenschap in vraag gesteld, via vernieuwende inzichten in logica, dialectiek, o Theoretische confrontatie met de Grieks Arabische filosofie geradicaliseerd. o Bagdad en Byzantium werden ingehaald door Parijs en Oxford. o Hier durfde men het aan van theologie in gesprek te laten gaan met de logica. Een intellectuele crisis ontstaat door Aristoteles te verzoenen met het christendom. o De geopenbaarde christelijke waarheden werden het onderwerp van rationeel onderzoek. o Theologen probeerden deze tendens te counteren door het verschil te stellen tussen kennis toegankelijk voor de mens en kennis aan de hand ven revelatie. o Hieruit ontstaat een nieuw kennisdomein, de empirische kennis. Op het eind van de middeleeuwen zag men hierdoor in dat Aristoteles zijn theorie aangaande de bewegende hemellichamen fout was, een nieuwe bewegingsleer werd geïntroduceerd, deze zou uitmonden in de theorieën van Galileo en Newton De menselijke natuur. Volgens Aristoteles: o De staatinrichting moet de natuurlijke aard van de mens tot zijn recht laten komen. o De potentieel mogelijkheden van de mens moeten in een harmonieuze samenleving te worden ontwikkeld. o Het hoogste einddoel werd voor Thomas de gelukzalige aanschouwing van God. Wetten moeten in overeenstemming zijn met de natuurlijke neigingen van de mens. (Natuurrecht) o De mens is van nature uit goed (zondeval) o De menselijke natuur volgens Thomas bestaat uit 3 essentiële elementen: Streven naar behoud van leven of zelfbehoud. De voorschriften die de natuur geleerd heeft. (man, vrouw, kinderen) De menselijke neiging tot het goede.(via verstandelijke vermogens) De mens heeft de natuurlijke neiging om het goede te doen, dit onderscheidt hem van fauna en flora.(summa theologica) o Deze neiging leidt ertoe dat de mens de waarheid over God wil kennen. o De mens hoort ander bij te staan, is aangewezen om samen te leven. Cruciaal voor het natuurrechtdenken is het feit dat morele normen en principes afgeleid worden van de aard van de mens. Dit heeft een dubbele draagwijdte o Het leidt normatieve bepalingen af uit de natuurlijke neigingen van de mens. o Het schakelt de directe link met God uit, afleiding van de normen is gebaseerd op rede. (revolutionair voor die tijd) o Rechtvaardigheid is niet langer de directe gehoorzaamheid aan God, maar heeft betrekking op een staat die voorwaarden schept waardoor de mens zijn natuurlijke neigingen kan ontplooien. o Teleologische invulling van het menselijk leven is rechtvaardig. (teleologie versus deontologie) Hoge en lage vormen van recht. Er kan enkel een goede staat zijn als de leiders denken aan het algemeen belang i.p.v. het eigen belang. Een hiërarchisch indeling van het recht. o Hoger recht, universeel, eeuwig en legitimeert of bekritiseerd het positief recht, het in de samenleving vigerende recht. o De rede is een criteroum voor de rechtvaardigheid van het positief recht. Volgens Thomas bevat de wet een bindende verplichting tot een bepaalde manier van handelen. (ook Van Bellingen 2004) Hij geeft de volgende definitie voor de wet: o Een wet is een redelijk voorschrift, gericht op het algemeen belang, afgekondigd of bekendgemaakt, door diegene die zorg draagt voor de gemeenschap. Deze definitie past Thomas toe op 4 soorten wetten: o Lex divina (goddelijke wetten) o Lex aeterna (eeuwige wetten) o Lex naturalis (natuurwetten van het natuurrecht) o Lex humana (menselijke of positieve wet) De ethiek is losgekoppeld van de orde van de natuur, de mens gaat ervan uit dat hij zelf zijn ethische regels kan maken en werkt hierdoor in tegen de natuur. In plaats van volgens de wetten van de natuur te leven negeert hij ze en probeert ze onder controle te krijgen. Een universele moraal is heden ten dage een zeer groot probleem, een homogeen waardebesef in onze samenleving is zo goed als uitgesloten, wat een universele consensus zeer moeilijk maakt. 11

12 o VB. De Europese grondwet. De 4 wetsniveaus zijn met elkaar verbonden. o Indien de mens enkel geneigd is om het goede te doen, waarom zijn dan wetten nodig? o De wet (lex humana) is nodig om de menselijke deugd op te wekken. (geeft toch weer een verwijzing naar de zondeval) o Thomas erkend dat de mensen niet ethisch perfect zijn, in dit rechtsysteem sluipt ook een pessimistische antropologie (mensvisie) binnen De rechtvaardigheid van de wet. Er is dwang nodig om de deugd te realiseren. o Lex humana dient om richting te geven aan menselijke handelingen. (echte misdaden) o Ondeugden die de samenleving geen schade toebrengen moeten niet noodzakelijk door de lex humana bestreden worden, verwijzing naar lex naturalis kan volstaan. Wanneer heeft een wet morele geldingsdrang. o De wet moet gericht zijn op het algemeen belang. o Een wet mag het gelijkheidsbeginsel niet schenden. o Een wet moet gecreëerd zijn door een legitieme wetgever. Ondanks het feit dat wetten aan deze 3 voorwaarden moeten voldoen is men toch eerst verantwoording afleggen aan God en dan pas aan de mens. o Alle wetten dienden getoetst te worden aan de heilige geschriften. o De legitimatie van de kerk stond niet te kijf. o Nu is het veel moeilijker te bepalen wat de hoogste morele instantie is, de partij met de meeste stemmen of morele waarden waar niet aan kan geraakt worden. Thomas bouwde voort op de taxonomie van Aristoteles. o Hij had een voorkeur voor de monarchie, een afspiegeling van Gods wereldbestuur. o Indien de monarch een tiran werd moest het volk geduld oefenen want revolutie is nog een groter kwaad. 3.4 Enkele slotbeschouwingen. In de middeleeuwen wordt een centrale plaats aan God toebedeeld in het rechtsysteem. Thomas betrekt God niet rechtstreeks in de opvatting over gerechtigheid, maar hij krijgt een zeer belangrijke plaats als het over de morele kracht van wetten gaat. Het hoogste doel van de mens is de hemelse zaligheid. De inhoud van de wet is belangrijker dan hoe ze tot stand komt. Het collectief of bonum commune is een belangrijk criterium als basis voor de wetgeving. 12

13 4 DE VERDERE EVOLUTIES VAN HET NATUURRECHT IN DE LEVIATHAN VAN THOMAS HOBBES. 4.1 Hobbes: de filosoof van een Nieuwe Tijd. De Nieuwe Tijd: o Begonnen in 1492 met de ontdekking van Amerika, geëindigd in 1789 met de Franse Revolutie. o Een nieuw type intellectueel: de humanist. o De humanist wil terugkeren naar de bron, een enorme bedrijvigheid van tekststudie. o Door de boekdrukkunst niet langer afhankelijk van kloosterordes om teksten in te kijken. o Kennis niet langer een monopolie van de Kerk. o Steeds meer kritische vragen bij de rol van de Kerk. o Luther vertaalt de bijbel in de volkstaal, slikt niet meer wat de clerus zegt. o Gevolg: godsdienstoorlogen. o Dit is de context waarin Hobbes ( ) opgroeit, een tijd van godsdienstfanatisme, anderzijds een tijd waarin grote intellectuele prestaties mogelijk zijn en gewaardeerd worden. o De mens mag trots zijn op zijn autonomie, dit leidt tot enome ontwikkelingen in de natuurwetenschappen. 4.2 De Leviathan. Een fundamenteel zeer royalistisch boek, de monarchie wordt gepromoot en er wordt gewezen op de gevaren van de democratie. Omwille van het negeren van de goddelijke orde wordt het boek op de lijst van verboden lectuur geplaatst. o De leviathan verwijst naar een monster in het boek van Job, metafoor voor de staat. o Het boek wordt geschreven op het moment dat de staat nog volop geconstitueerd wordt. o Men wordt er zich van bewust dat recht en staat niet meer van elkaar kunnen gescheiden worden. o De hamvraag die Hobbes zich stelt is: Hoe komt het dat de mens zich onderwerpt aan de staat, die reusachtige leviathan die iedereen in zijn macht houdt. Dit op het moment dat de mens zich lostrekt van de clerus. o Conclusie: Het is de trots van de mens die hem ertoe gedwongen heeft zich aan de staat te onderwerpen. 4.3 Het natuurrecht volgens Hobbes. Hobbes maakt in tegenstelling tot Thomas van Aquino een onderscheidt tussen natuurrecht (ius naturale) en natuurwet (lex naturale). o In de staatsleer vertrekt Hobbes van het ius naturalis, het enige, echte natuurecht. De vrijheid om zijn eigen macht te gebruiken voor het behoud van eigen natuur of eigen leven. o Geeft als een van de eerste filosofen uitdrukking aan het moderne individualisme. De mens is een vrij individu dat zelf beslissingen neemt in zijn eigen leven. Dit staat diametraal tegenover de idee van TvA., een homogeen waardebesef met een gemeenschappelijk doel. o Natuurecht is de vrijheid om te doen en laten, de wet is bindend. De mens kan zelf bepalen wat hij wil doen met het oog op zelfbehoud, wetten bepalen echter wat verboden is met het oog op zelfbehoud. TvA. Beschouwt de lex naturalis als wetten die van nature universeel zijn en gebruikt God om deze te legitimeren. o Hobbes bekijkt het louter menselijke systeem, hij heeft God niet meer nodig, het staatkundig denken kan zich enkel baseren op de mens, die op de allereerste plaats over de absolute vrijheid beschikt en daarom moet getemd worden. 13

14 4.4 Oorlog en vrede in de staat. Rechtsorde en staat moeten worden afgeleid uit de beginselen van het natuurrecht en de natuurwet. o De natuurlijke toestand van de mens dient centraal te staan. (war of everyone against everyone) De natuurtoestand wordt opgeheven door een convenant of overeenkomst. o Het doel van deze overeenkomst bestaat erin dat elk individu binnen een gemeenschap moet onderworpen worden aan een centrale autoriteit. o Eens een soeverein gekozen verdwijnen alle burgerrechten. Hobbes verkiest de monarchie. o Een heersers is te verkiezen boveneen assembly. o Een assembly kan leiden tot onenigheid en dus oorlog. o De soeverein oefent ook de complete controle uit op eigendom, privé-eigendom is namelijk geen absoluut recht. Het probleem van deze staat is het geweld. o De staat (leviathan) die het geweld naar zich toe trekt is sterfelijk. o De staat en het recht zijn het middel tegen geweld, hier is een stevige autoriteit voor nodig. o Interne weerstand tegen de vorst is hoe dan ook nefast (behoudens zelfbehoud). Volgens Hobbes is het niet moeilijk de mensen te doen geloven in onderdanigheid, zij waren dit immers gewoon onder de Kerk. Internationale betrekkingen zijn niet meer of niet minder een voortdurende toestand van wantrouwen, volgens Bertrand Russell niet in het belang van de mensheid, integendeel. Op basis van het natuurrecht gaat Hobbes over tot het formuleren van een aantal natuurwetten. o De eerste natuurwet: Every man ought to endeveour peace (as far as he has hope of obtaining it) Natuurrecht is immoreel, alles is van iedereen als je het maar te pakken kan krijgen. De meest fundamentele afspraak: ik respecteer jouw lichamelijke integriteit opdat jij met mij hetzelfde doet. o De tweede natuurwet: That a man be willing, when others are so too, ( ) to lay down his right to all things; and be contented with so much liberty against other men, as he would allow other men against himself. Handel tegenover een ander zoals anderen met jou handelen, doe anderen niet aan wat anderen jou niet aandoen. Deze natuurwetten zijn een louter hypothetische constructie waarbij de staat nog niet bestaat. o De natuurwetten zijn onvoldoende om veiligheid en stabiliteit te creëren. o De natuurwetten kunnen enkel door een sterke hand afgedwongen worden, de staat. o De staat is nodig om het latente geweld van de natuurtoestand uit te schakelen. o De staat komt tot stand door een verbintenis. 4.5 Dwang, autoriteit en macht. De noodzaak van dwang die voortvloeit uit de menselijke natuurtoestand verleent de staat autoriteit. o Het filosofische probleem van gerechtvaardigde autoriteit. o Een autoriteit zijn of autoriteit hebben. o Autoriteit is geen pure machtsuitoefening, het impliceert een vrijwillige onderwerping, niet uit angst maar vanuit de idee dat de redenering of de wil van de autoriteit de beste is. o Macht verwijst naar dwang en onderdrukking. Hoe kan de idee van autoriteit gekoppeld worden aan het feit dat de mens vrij geboren wordt? o Politieke autoriteit wordt gerechtvaardigd als het sluiten van een contract waarbij individuen ermee akkoord gaan zich te onderwerpen aan de macht van enkelen. o Hobbes koos de zijde van de staat en groeide uit tot de theoreticus van het absolutisme. 14

15 5 HET SOCIAAL CONTRACT. 5.1 De ontwikkeling van het liberalisme. Het vroege liberalisme is afkomstig uit Engeland en de Nederlanden en hoofdzakelijk protestants. o Levensbeschouwelijke tolerantie (godsdienstoorlogen 16 de 17 de eeuw) o Handel en industrie werden positief gewaardeerd. o Het legt de nadruk op ongelijke maatschappelijke omstandigheden en de rol van het onderwijs daarin om daar iets aan te veranderen. o Mensen worden als gelijken geboren. o 2 de golf van liberalisme leidt tot optimisme in de 19 de eeuw en de industriële revolutie. De rode draad in de opkomst van het liberalisme is het individualisme, ongekend voor de Grieken, voorheen individuele zielenheil onder de collectieve wijsheid van de Kerk. o Nieuw probleem: verzoening tussen individualistische ethiek en de sociale orde. Verschillende types van individualisme op basis van de historische evolutie van het liberalisme. o Intellectueel individualisme: is een reactie tegenover overgeleverde (foute) ideeën, maar is niet noodzakelijk ethisch. (Galileo) o Economisch individualisme: optelsom van de individuele belangen als invulling van het algemeen belang. The greatest happiness for the greatest number. (Jeremy Bentham) o Passioneel individualisme: Ontstaan binnen de romantiek, niet langer intellectueel, haat tegenover de moderne wereld, zorgt voor een verheerlijking van de middeleeuwen. De anarchistische held staat centraal. (Lord Byron) 5.2 John Locke ( ) Ten tijde van de Civil War ( ) o Civil War eindigt met de Glorieus, Bloodless Revolution 1699 o Strijd tussen koning en parlement. (aristocratie en middenklasse) o Gevolg de Habeas Corpus Act, verbod op folteren en verbod op arbitrair arresteren. Locke is een empirist. o Kennis is niet aangeboren maar gebaseerd op ervaringen. o Net zoals Bentham stelt hij dat morele goedheid kan worden afgeleid uit het individuele geluk van de mens. o Locke bouwt voort op Hobbes: van nature zijn de mensen gelijk, geen hiërarchische ordening in de natuurtoestand, geen enkele instantie die er enige vorm van positief recht kan opleggen. State of nature wordt geregeerd door law of nature. o De natuurwet is niets meer of minder dan de rede (reason), waardoor legal rights uit moral rules kunnen worden afgeleid. o Natuurtoestand is de absolute vrijheid, terwijl de natuurwet stelt dat de natuurlijke gelijkheid voorschrijft dat we elkaar geen schade mogen toebrengen. o Het geheel wordt bij Locke omkaderd door een theologisch hiërarchisch systeem waarop het concept van natuurrecht gebaseerd wordt. (aansluiting bij Thomas van Aquino) De enige universele drijfveer in de natuurtoestand is zelfbehoud. o Zelfbehoud heeft betrekking op leven, vrijheid en eigendommen. o Natuurrecht betekent niet meer dan dat de mens het recht in eigen handen neemt, geen onpartijdige rechter, zelfs geen rechterlijke macht. o State of nature is geen state of war. (reactie op Hobbes) maar toch zijn er agressors. Ook een uitvoerende macht ontbreekt in de natuurtoestand. o Een maatschappelijk contract met de overheid zorgt voor vrijwaring van leven, vrijheid en eigendommen. Hiermee draagt de mens zijn recht op zelfbehoud en zijn recht tot bestraffing van aanvallers over aan de staat. Deze overdracht noemt men de political society. o Hij benadrukt echter dat de overheid geen natuurlijke remedie is. o Locke staat niet afkerig van een democratie, maar het is een democratie van de happy few. (armen en vrouwen worden uitgesloten) De grondslag voor de moderne democratie, de bevolking moet instemmen met het overheidsgezag. o Scheiding van de machten: Wetgevende en uitvoerende macht om misbruiken te voorkomen. Rechterlijke macht om op te treden tussen conflicten burgers onderling en burger en staat. Systeem van checks and balances, wederzijdse controle. 15

16 Met Locke verwijderen we ons definitief van de inhoudelijke invulling van het recht, hij levert de basis voor procedurele benadering. Verschil tussen contracttheorie van Hobbes en Locke - Hobbes Contract is basis voor tirannie. Alle rechten en vrijheden overdragen aan een gekozen regering. Regering zelf is geen contractpartij o Beschikt over onbeperkte macht. o Contract is veen vrijgeleide voor verzet tegen de overheid. - Locke Nog steeds een overdracht van rechten, maar de overheid is een contractpartij. Als de overheid haar macht aanwendt om zich tegen burgers te keren pleegt ze contractbreuk. o Burgers moeten instemmen met overheidsgezag: grondslag van de moderne democratie. (stilzwijgende consensus) o Middenveld krijgt impact (via democratische meerderheid) De overheid heeft bij Locke niet de taak de burger op te voeden in deugdzaamheid, zij moet enkel het leven, de vrijheid en de eigendommen van de burgers beschermen. (Definitieve scheiding tussen kerk en staat) Wat nog ontbreekt is de constitutionele, democratische rechtstaat. Deze kondigt zich aan in het werk van Rousseau. 5.3 Jean-Jacques Rousseau ( ) Het gevaar van machtsmisbruik. Voor Hobbes en Locke stond het contract centraal. o JJR. Voegt er een sociale dimensie aan toe, Du contrat social o R. zal zich vnml. Toeleggen op de vraag van de legitimiteit van de machthebbers ten opzichte van de burgers, hij komt tot de omschrijving van de volkssoevereiniteit. Ondertitel van Du contrat social is Principe du droit politique o Hiermee doelt hij op de beginselen van een legitieme politieke orde, droit politique, min of meer publiek recht. o Bij Hobbes wordt de macht afgestaan aan de soeverein, dit houdt het gevaar in van machtsmisbruik Het recht van de sterkste. Wie oefent van nature gezag uit? o Mag de sterkste zijn macht omzetten in recht en gehoorzaamheid afdwingen door plichten? o Zijn antwoord is neen. Dat recht ontstaat pas bij erkenning. o Erkenning creëert een recht dat tevens een verplichting inhoud. o Fysieke dwang in tegenstelling creëert geen rechten, enkel plichten. o Conclusie: er bestaat geen natuurlijke autoriteit van de een over de ander, het recht van de sterkste is op langere termijn zinloos, want pure machtsuitoefening is niet in staat om rechten af te dwingen. Het verschil tussen een bende en een legitiem politiek systeem zit in de noodzaak van de instemming van de leden. 16

17 5.3.3 De volkssoevereiniteit. Kritiek op het contract van Hobbes: o Overdracht van vrijheid creëert geen legitiem gezag. o In zo n contract doe je afstand van je menselijke rechten en dus ook van je plichten. o Het contract dat Hobbes voorstelt vertoont een incompatibiliteit met de menselijke natuur. o Een mens is pas volwaardig als hij zijn fundamentele vrijheid uitoefent, deze vrijheid mag hij onder geen beding afstaan. o In de Hobbesiaanse staat is dan ook geen legitieme wetsorde, zij heeft geen wettelijke basis. o Een legitieme rechtsorde moet onder alle omstandigheden de menselijke vrijheden respecteren. o Niemand die zijn eigen vrijheid respecteert zal dit contract aanvaarden. o Hobbes idee dat recht macht is, is een verkeerde veronderstelling. Politieke probleem bij uitstek is een verenigingsvorm vinden die de leden beschermt en verdedigt met alle gemeenschappelijke macht waarover de vereniging beschikt. o Als het recht afhankelijk is van de macht (Hobbes), dan bestaat het recht slechts zolang als de machthebber. o Het doel van de staat is het zelfbehoud verzekeren. (Hobbes) o Volgens Rousseau is het doel de individuele vrijheid te garanderen, hier licht dan ook de kiem van de democratische rechtstaat zoals wij deze vandaag kennen. o De visie van Rousseau: de burger verwacht van de staat dat zij zijn goederen beschermt en verdedigt, maar op zo n wijze dat de burger enkel aan zichzelf dient te gehoorzamen en even vrij als voordien. o Een paradoxale vrijheidsopvatting, de vrijheid binnen de vereniging. Verantwoording van de paradox: o Het concept van de rechtstaat, de mensen zijn niet onderworpen aan een groep mensen maar aan het recht, dat in de eerste plaats de vrijheid moet beschermen. o Dit recht gecreëerd door de soeverein waarbij de soeverein het volk zelf is. o Aanzetten tot de rechtstaat gegeven door Hobbes en Locke. o Rousseau vader van de democratische rechtstaat. o Bij Rousseau gebeurt de onderwerping aan het recht om 2 reden: Het recht beschermt de individuele vrijheid. Het volk kiest hier telkens opnieuw voor.(grondwetsverkiezingen) De rechtstaat is een contract dat afgesloten wordt op basis van een volstrekte gelijkheid. o De rechtstaat functioneert het best in een democratie, het volk beslist zelf het recht waaraan het zich onderwerpt. o Bij de idee van volkssoevereiniteit dat het volk vrijwillig afstand van eigen particuliere wil om te streven naar het algemeen belang. (volonté generale) Eigen belang versus algemeen belang. o Verkiezingen zijn opstelsommen van alle eigen belangen, wat niet noodzakelijk resulteert in algemeen belang. De wil van de meerderheid is niet altijd in algemeen belang. o Rousseau dacht aan een stadstaat, hoe groter de gemeenschap hoe meer verschillende en tegenstrijdige belangen Politieke oppositie. Door het feit dat iedereen zich achter de volonté generale moet scharen wordt de politieke oppositie uitgeschakeld. Rousseau wordt verweten de wegbereider van de totalitaire staat te zijn. o Valt volonté generale te rijmen met het vrijheidideaal? o Volgens Rousseau verkrijgt men juist vrijheid door te gehoorzamen aan de algemene wil. o Zelfwetgeving maakt een volk vrij. Rousseau probeert de individuele menselijke vrijheid te handhaven in een politieke omgeving. o Individuele vrijheid wordt ingeleverd voor het algemeen belang. o Slechts één mening is de ware, de redelijke, dit smoort elk politiek debat in de kiem. o Kwade gevolgen van deze stelling tijdens de jaren van Terreur tijdens de Franse Revolutie. Aangezien slecht een mening de ware kan zijn vraagt Rousseau s samenlevingsconcept om een demagoog, dit is echter tegenstrijdig met voorgaande stellingen over natuurlijk gezag. o Morele wet, men wenst dat het wet zou worden (Kant). o Beschouw de ander niet als een middel maar als doel. (gebod van Kant) o Rousseau: iemand die vrij is schikt zich naar de algemene wet, zo ontstaat de rationele samenleving. 17

18 5.3.5 Verstrengeling tussen rechtstaat en democratie. Hobbes, afstand doen van, Rousseau, samenbrengen van. De burger bepaalt zelf hoe de staat als instelling er moet uitzien, enkel zij kunnen beslissen hoe hun rechten en vrijheden het best gevrijwaard blijven. o Volksoevereiniteit vindt haar politiek vertaling in volksvertegenwoordiging. o Deze volksvertegenwoordiging dient zich te houden aan de bepalingen van de grondwet. o De grondwet in een democratie ziet toe op de justitia zonder God Gelijkheid. Voetnoot van Rousseau: in een slechte regering zal gelijkheid slechts schijn zijn, ze zal slechts dienen om de arme in zijn armoede te houden. o Gelijkheid in rechten moet gebaseerd zijn op een economische gelijkheid. o Geen enkele burger mag zo rijk zijn dat hij een ander kan kopen en geen burger mag zo arm zijn dat hij verplicht is zich te verkopen. Deze voetnoot speelt een rol bij de theorieën van Marx. o In de 19 de eeuw ontwikkelen zich politieke structuren die gebaseerd zijn op vrijheid en gelijkheid, dit in tegenstelling tot de gevolgen van de industriële revolutie die sterke sociaaleconomische tegenstellingen teweeg bracht. o De ongelijke economische positie van werkgever en werknemer leidt tot ongelijkheid in (politieke) beslissingsmacht. o Recht is volgens Marx een geïnstitutionaliseerde feitelijkheid en dus een geïnstitutionaliseerde ongelijkheid. 18

19 6 JOHN RAWLS. 6.1 De vernieuwing van de filosofie in de tweede helft van de 20 ste eeuw. Het sociaal contract van Rousseau heeft een enorme invloed uitgeoefend op de politieke theorie en praktijk van de 19 de en 20 ste eeuw. o Zijn ideeën werkten door in de westerse democratieën. o Tevens kritiek omdat vrijheden en gelijkheden enkel op papier bestonden. (Karl Marx) o Dit leidde tot nieuwe stromingen, het socialisme en het ontstaan van de tweede generatie mensenrechten, nml. De socio-economische rechten. o De kritiek was leidde niet tot een verandering in het contractdenken maar was er een aanvulling op. o De combinatie Marx-Rousseau ligt volgens sommigen aan de basis van de totalitaristische variant van het communisme. o Na inzien dat het communistische experiment gefaald heeft komt men tot een vernieuwd contractdenken. o Deze vernieuwing komt op conto van John Rawls. 6.2 Biografie Persoonlijke geschiedenis zie bijlage. John Rawls is een one book of een one theory writer. o Alle artikelen voorafgaand aan A Theory of Justice (1971) kunnen bekeken worden als voorbereidingen op dat werk, alle latere artikelen verdere uit en bijwerkingen van dit boek. o Dit resulteert in de herformulering van zijn rechtvaardigheidstheorie, Political Liberalism.(1993) o The law of peoples (1993) het rechtvaardigheidsconcept toepassen op internationale verhoudingen. o Artikelen bijna allemaal samengebracht in Collected Papers.(1999) o Justice as Fairness, a Restatement (2001) discussie met Marx kritiek op het liberalisme, en kritische bedenkingen die op zijn theorie werden geformuleert door Amartya Sen, Michael Sandel en Susan Okin, hij wijst op de morele tekortkomingen van het welfare state kapitalism. o Lectures on the History of Moral Philosophy cursusnotities van zijn lessen over Hume, Leibniz, Kant en Hegel. 6.3 Op zoek naar een rationele moraal. Hij wilde de moraalfilosofie een rationele grondslag geven, en gefascineerd door de speltheorie om ethisch-politieke problemen te analyseren. Een rationele grondslag. o De Angelsaksische analytische wijsbegeerte bevond zich in een impasse, Ayer en Stevenson hadden het morele taalgebruik herleid tot emotionele uitspraken waarover geen rationeel debat mogelijk was. o Prichard had de vraag gesteld of moraalfilosofie niet op een misvatting berustte, hoe kun je over iets filosoferen over iets waarvan de filosofen zelf hadden gesteld dat het iedere grondslag miste, niets meer dan een banging on the table. Eerste antwoord: Stephen Toulmin, Good Reasons Approach, de vereisten die de logisch empiristen hadden geformuleerd om van rationele uitspraken te mogen gewagen zijn gewoon te strak, buiten het terrein van de formele logica kon wel degelijk nog rationeel worden geargumenteerd. Tweede antwoord: Richard Hare, The Language of Morals, het morele taalgebuik beantwoord wel degelijk aan zekere rationele vereisten zoals in casu de Kantiaanse vereiste dat waarden en normen moeten vatbaar zijn voor universalisering en doorslaggevende antwoorden zijn over hoe we moeten handelen. Derde antwoord van John Rawls: de morele beslissingsprocedure. 19

20 Speltheorie. o Zoals Braithwaithe, theory of Games as a Tool for the Moral Philosopher. o Hij probeert de vruchtbaarheid aan te tonen van de speltheorie voor de moraalfilosofie. Hij onderzoekt de vraag of het mogelijk is een redelijke beslissingsprocedure te ontwikkelen om conflicterende belangen of opvattingen met elkaar te verzoenen in een rechtvaardige uitkomst. Centrale gedachte: indien de beslissingsprocedure door alle deelnemers als fair moet worden erkend, de uitkomsten van die procedure door alle deelnemers als rechtvaardig moet worden gezien. 6.4 Van meta-ethiek naar ethiek. De meta-ethiek zocht naar de funderingen van de ethiek in termen van het ethische taalgebruik, dit zorgde voor een stilstand. A Theory of Justice een substantiële theorie. o Impuls om politieke filosofie ver buiten de krijtlijnen te ontwikkelen. o Interdisciplinair karakter, bruggen tussen ethici, politieke filosofen, economen, juristen en sociologen. o Hij wist de klassieke tegenstelling tussen Kantianen en utilitaristen, deontologen en consequentialisten te overbruggen door inzichten uit beide benaderingen te combineren. 6.5 De economische crisis. Niet enkel A theory of Justice zorgde voor een heropleving van de politieke filosofie, de crisis in de jaren 70 deden de welvaartstaten in een legitimiteitscrisis belanden. o Rawls gaf de voorkeur aan een minder paternalistische en meer liberale property owning democracy, met ruim verspreide eigendomstitels. o Rechts geviseerd door libertariërs of neo liberalen. Minimale nachtwakerstaat. o Links door marxisten. Ideale samenleving beyond justice, communistische samenleving. 6.6 Reflectieve equilibrium. 2-delige benadering van de beginselen van rechtvaardigheid. o Project waarin de gangbare opvattingen over rechtvaardigheid worden verduidelijkt en gesystematiseerd. o Constructie van een theoretisch model van ethische rationaliteit en dat morele gezichtspunt ideaaltypisch vertolkt. o Reflectief evenwicht door overwogen oordelen en rationele keuzeprocedures. o Volgens Rawls is het niet de taak van een moraalfilosoof van een geheel nieuwe filosofie te ontwerpen. Hij moet vertrekken van impliciete of expliciete overtuigingen, regels en intuïties in zijn maatschappij en proberen daarbinnen structuur en ordening aan te brengen. Vb. je kan de betekenis van goal niet achterhalen zonder de kennis van voetbal. Betekenis van rechtvaardigheid, verantwoordelijkheid, schuld niet te kennen buiten enige maatschappelijke werkzame moraliteit om. 6.7 Speltheorie en ethiek. Voorafgaande publicatie: An outline of a Decision Procedure for Ethics.(1951) o De contractualistische invulling van het morele gezichtspunt in verband brengen met de theorie van het rationele keuzegedrag. Vereiste: partijen beschikken over gelijke onderhandelingsmacht, in faire omstandigheden. Het doel van beide partijen is het bereiken van overeenstemming over een verzameling beginselen die door iedereen kunnen aanvaard worden en voor iedereen blijvend bindend als morele achtergrond. 20

Van Rechtswege(n) Politìeke en rechtsfilosofische stromingen door de eeuwen heen & DIEDERIK VANDENDRIESSCHE ACADEMIA PRESS

Van Rechtswege(n) Politìeke en rechtsfilosofische stromingen door de eeuwen heen & DIEDERIK VANDENDRIESSCHE ACADEMIA PRESS Van Rechtswege(n) Politìeke en rechtsfilosofische stromingen door de eeuwen heen KOENRAES & DIEDERIK VANDENDRIESSCHE ACADEMIA PRESS Inhoudstafel Woord vooraf. Deell HlSTORISCH OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE

Nadere informatie

Mediasociologie Hoorcollege Iedereen is vrij! Theo Ploeg

Mediasociologie Hoorcollege Iedereen is vrij! Theo Ploeg Mediasociologie Hoorcollege Iedereen is vrij! Theo Ploeg 1 2 wat ga ik behandelen? wat is mediasociologie bij CMDA/IAM? wat gaan we doen en hoe doen we dat? wat is sociologie eigenlijk en hoe zien wij

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen

Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen Geschiedenis en politieke filosofie Geschiedenis Beschrijving feitelijke gebeurtenissen. Verklaring in termen van oorzaak en gevolg of van bedoelingen. Politieke

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets 11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets Opdracht 1 Wat is de Sokratische methode? Opdracht 2 Waarom werd Sokrates gedwongen de gifbeker te drinken? Opdracht 3 Waarom zijn onze zintuigen

Nadere informatie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Op welke gebieden wilden de Verlichtingsfilosofen de bestaande maatschappij veranderen? Rationalisme = het gebruiken van gezond verstand (rede/ratio) waarbij kennis gaat boven tradities

Nadere informatie

2 keer beoordeeld 22 maart Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe je een goede samenleving kan hebben.

2 keer beoordeeld 22 maart Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe je een goede samenleving kan hebben. 7,8 Aantekening door Sara 1516 woorden 2 keer beoordeeld 22 maart 2017 Vak Filosofie Methode Durf te denken Hoofdstuk 7 Sociale filosofie. Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo I

Eindexamen filosofie vwo I Opgave 3 Ramadan in de post-seculiere samenleving 12 maximumscore 4 verlichtingsfundamentalisme: laïciteit: verbannen van religie uit openbaar onderwijs en politiek 1 verlichtingsvijandig multiculturalisme:

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Het bestaan van God en het voortbestaan van religie 1 maximumscore 3 een uitleg hoe het volgens Anselmus mogelijk is dat Pauw en Witteman het bestaan van God ontkennen: het zijn

Nadere informatie

Descartes schreef dat er geen ander land was "où l'on puisse jouir d'une liberté si entière" (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten)

Descartes schreef dat er geen ander land was où l'on puisse jouir d'une liberté si entière (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten) Verslag 25 mei 2018, Salon der Verdieping: Spinoza s politieke filosofie De bespreking van de politieke filosofie doe ik aan de hand van zijn belangrijkste politieke werk, te weten het Theologisch-politiek

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Mensbeelden

Samenvatting Filosofie Mensbeelden Samenvatting Filosofie Mensbeelden Samenvatting door Sophie 819 woorden 27 oktober 2015 8,9 4 keer beoordeeld Vak Filosofie Plato (427 347 v.chr.) Als we ons op individuele katten richten, komen we nooit

Nadere informatie

Ter inleiding (tot een inleiding)

Ter inleiding (tot een inleiding) Inhoud Voorwoord 3 Aanvullende lectuur 4 Ter inleiding (tot een inleiding) 1. Wijsbegeerte, haar begin(sel) en doelstelling 5 2. Waarom filosofie altijd een inleiding blijft 7 3. Waarom een historische

Nadere informatie

De Verlichting. De Verlichting

De Verlichting. De Verlichting De Verlichting =18 de eeuwse filosofische stroming die de nadruk legt op rationaliteit (zelf nadenken), vrijheid en gelijkheid en dit toepast in alle maatschappelijke velden (politiek, economie, religie

Nadere informatie

RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN

RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN Wim Weymans RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN Filosofische perspectieven Recht en samenleving anders bekeken Filosofische perspectieven Wim Weymans Acco Leuven / Den Haag Verantwoording 13 Inleiding 17

Nadere informatie

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES Hoofdstuk 4 PARAGRAAF 4.1 Pruikentijd Standenmaatschappij De verlichting VERVAL EN RIJKDOM In de 17 e eeuw was Nederland het rijkste land ter wereld Van stilstand komt achteruitgang

Nadere informatie

Geloven en redeneren. Religie en filosofie

Geloven en redeneren. Religie en filosofie Geloven en redeneren Religie en filosofie Historisch overzicht Pantheïsme en polytheïsme De spiltijd Het oosten Boeddhisme Confucianisme Taoïsme Het westen Jodendom, christendom, islam Filosofie Het begin

Nadere informatie

Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Maatschappij

Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Maatschappij Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Ma Samenvatting door Sophie 1047 woorden 6 februari 2017 8,8 3 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Levensbeschouwing Mens & Ma Mensbeeld hoe je jezelf ziet, de

Nadere informatie

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters. Oefenrepetitie geschiedenis SUCCES!!! 4 Havo Periode 1 Tijdvakken 1 t/m 4 Dyslectische leerlingen slaan de vragen met een asterisk (*) over. DOOR DE TIJD HEEN 1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Wijsgerige ethiek

Samenvatting Filosofie Wijsgerige ethiek Samenvatting Filosofie Wijsgerige ethiek Samenvatting door een scholier 1751 woorden 21 mei 2003 7,2 53 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie ViaDELTA Filosofie: Wijsgerige ethiek Paragraaf 1: Het morele

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Geloof, waarden, ervaringen

Hoofdstuk 3. Geloof, waarden, ervaringen Hoofdstuk 3 Geloof, waarden, ervaringen Kennis en geloof Kennis is descriptief Heeft betrekking op feiten Is te rechtvaardigen Geloof is normatief Heeft betrekking op voorschriften Is subjectief Geldt

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken? >> Inhoudsopgave Inleiding 4 Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10 Les 2. Denken Kunnen dieren denken? 14 Les 3. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn?

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is 12 maximumscore 3 de twee manieren waarop je vanuit zingevingsvragen religies kunt analyseren: als waarden en als ervaring 2 een uitleg van de analyse van religie

Nadere informatie

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel)

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel) Wat is realiteit? De realiteit is de wereld waarin we verblijven met alles wat er is. Deze realiteit is perfect. Iedere mogelijkheid die we als mens hebben wordt door de realiteit bepaald. Is het er, dan

Nadere informatie

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder)

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder) Samenvatting door M. 1033 woorden 15 juni 2015 6,7 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 7.1 De verlichting Verlichting is het gevolg van de wetenschappelijke revolutie uit hoofdstuk/tijdvak

Nadere informatie

Eindexamen filosofie havo I

Eindexamen filosofie havo I Opgave 2 Amerika als utopisch ideaal 7 maximumscore 2 Deweys kritiek op de christelijke toekomstverwachting 1 Deweys kritiek op de toekomstverwachting van Karl Marx 1 Dewey gelooft niet in een christelijk

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 1623 woorden 10 december 2007 5,4 53 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1: Idee

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Religieuze ervaring 1 maximumscore 5 een bruikbare definitie van religie 1 drie problemen die zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie 3 meerdere religieuze tradities;

Nadere informatie

Eindexamen filosofie havo 2007-I

Eindexamen filosofie havo 2007-I Opgave 2 Sociale utopieën tussen fantasie en werkelijkheid 8 maximumscore 3 het noemen en uitleggen van het principe van Bloch: hoop 1 een toepassing van het principe hoop op het ontstaan van utopische

Nadere informatie

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047 Geschiedenis Tijdvak 02 01 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 10 mei 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/101047 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Samenvatting door A. 2079 woorden 29 juni 2014 6,4 2 keer beoordeeld Vak Anders H1 Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Moraal

Nadere informatie

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters. Oefenrepetitie geschiedenis SUCCES!!! 4 Havo Periode 1 Tijdvakken 1 t/m 4 Dyslectische leerlingen slaan de vragen met een asterisk (*) over. DOOR DE TIJD HEEN 1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Sociale filosofie

Samenvatting Filosofie Sociale filosofie Samenvatting Filosofie Sociale filosofie Samenvatting door een scholier 2407 woorden 15 mei 2007 6,9 49 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie ViaDELTA Samenvatting Filosofie Sociale filosofie. Sociale

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie 1. De levenswijze van jager-verzamelaars. 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Nadere informatie

Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat

Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat Het begin van de natuurfilosofie Filosofen beginnen zich dingen af te vragen, waar je gewoonlijk niet zo over na zou

Nadere informatie

Tijd van regenten en vorsten 1600 1700. 6.2 Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht?

Tijd van regenten en vorsten 1600 1700. 6.2 Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht? Onderzoeksvraag: Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht? Kenmerkende aspect: Het streven van vorsten naar absolute macht. De bijzondere plaats in staatskundig opzicht

Nadere informatie

4. Welk geloof wordt bedoeld? Het gaat om het zaligmakende geloof. Dus niet om een historiëel, tijd- of wondergeloof.

4. Welk geloof wordt bedoeld? Het gaat om het zaligmakende geloof. Dus niet om een historiëel, tijd- of wondergeloof. NGB artikel 1: DE ENIGE GOD Wij geloven allen met het hart en belijden met de mond, dat er een Enig en eenvoudig geestelijk Wezen is, dat wij God noemen: eeuwig, ondoorgrondelijk, onzienlijk, onveranderlijk,

Nadere informatie

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980 Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980 Noot van de editor De beginselprogramma's zijn gescand, en zover nodig gecorrigeerd. Hierdoor is het mogelijk dat de tekst niet meer

Nadere informatie

Luisteren naar de Heilige Geest

Luisteren naar de Heilige Geest Luisteren naar de Heilige Geest Johannes 14:16-17 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen,

Nadere informatie

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS? AANTEKENINGEN Alles draait om de visie op Jezus Christus. Door de eeuwen heen is er veel discussie geweest over Jezus. Zeker na de Verlichting werd Hij zeer kritisch bekeken. De vraag is waar je je op

Nadere informatie

filosofie havo 2016-II

filosofie havo 2016-II Opgave 3 2025: een ruimte-utopie 11 maximumscore 3 een uitleg dat een maatschappelijk verdrag een oplossing is voor een onhoudbare/onwenselijke natuurtoestand 1 een uitleg dat de kolonisten zich wel in

Nadere informatie

De eerste liefde van God

De eerste liefde van God De eerste liefde van God Trouwpreek over 1 Johannes 3:16 (ds. Jos Douma) gehouden in de trouwdienst van Jeroen en Marjoke Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is

Nadere informatie

PLATOWEDSTRIJD 2016 Situering

PLATOWEDSTRIJD 2016 Situering 1 PLATOWEDSTRIJD 2016 Situering In de periode dat Socrates in het Athene van de vijfde eeuw v.c. zijn filosofie met leerlingen zoals Plato deelde, was er ook een andere groep filosofische leraren actief:

Nadere informatie

1. Met andere ogen. Wetenschap en levensbeschouwing. De wereld achter de feiten

1. Met andere ogen. Wetenschap en levensbeschouwing. De wereld achter de feiten 1. Met andere ogen Wetenschap en levensbeschouwing De wereld achter de feiten Dit boek gaat over economie. Dat is de wetenschap die mensen bestudeert in hun streven naar welvaart. Het lijkt wel of economie

Nadere informatie

Aristoteles: Oh ja? Maar ik heb ook wel eens gehoord van utilitarisme, wat is dat dan?

Aristoteles: Oh ja? Maar ik heb ook wel eens gehoord van utilitarisme, wat is dat dan? Praktische-opdracht door een scholier 2095 woorden 29 mei 2013 3,8 2 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Symposium Nienke Raaijmakers H4A Vrijdagmiddag vijf uur. Ik ben net thuis van school, en

Nadere informatie

De klassieke tijdlijn

De klassieke tijdlijn De klassieke tijdlijn In de lessen geschiedenis heb je waarschijnlijk al gehoord over de tijdlijnen, of de historische periodes en waarschijnlijk ook over exacte datums zoals 476. In dit documentje kom

Nadere informatie

COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK

COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK INHOUDSTAFEL INLEIDING Een integraal en solidair humanisme a) Bij het aanbreken van het derde millennium 1 b) De betekenis van dit document 3 c) Ten dienste van

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 1184 woorden 8 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 De staat kan wetten maken, regels die voor alle

Nadere informatie

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn? Voor 16 jaar en ouder! Zondag 24 Zondag 24 gaat over de goede werken. Zondag 24 vraag en antwoord 62, 63 en 64. Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk

Nadere informatie

Filosofie en actualiteit. Tweede bijeenkomst

Filosofie en actualiteit. Tweede bijeenkomst Filosofie en actualiteit Tweede bijeenkomst Journalistieke vragen Over wat voor soort gebeurtenis hebben we het? Wat is de oorzaak? Wat gebeurt er verder? Hoe moeten we deze gebeurtenis beoordelen? Filosofische

Nadere informatie

Spinoza s Visie. Dag 1. Wie is Spinoza en wat is ware kennis?

Spinoza s Visie. Dag 1. Wie is Spinoza en wat is ware kennis? Spinoza s Visie Dag 1 Wie is Spinoza en wat is ware kennis? Opzet cursus Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Over God Over de mens Over het geluk Inleiding Hoe zit de wereld in elkaar? Hoe verhoudt de mens zich tot

Nadere informatie

Latijn: iets voor jou?

Latijn: iets voor jou? : n j i t a L r o o v s iet jou? De Romeinen en wij Waar komen onze letters vandaan? Hoe komen we aan de namen van de maanden? De antwoorden op vele van deze vragen vind je vaak in het verleden bij de

Nadere informatie

Heeft God het Kwaad geschapen?

Heeft God het Kwaad geschapen? Heeft God het Kwaad geschapen? Zondagavond 22 september 2013 (Genade & Waarheid Preek) Inleiding A. Genade & Waarheid Preken (Soms) Ingewikkelde of wettisch toegepaste onderwerpen bekeken vanuit Genade

Nadere informatie

Levenskunst en ethiek 13 Bouwstenen voor iedereen 14 Zestien filosofen 14 De hoofdstukken 15

Levenskunst en ethiek 13 Bouwstenen voor iedereen 14 Zestien filosofen 14 De hoofdstukken 15 Inleiding 13 Levenskunst en ethiek 13 Bouwstenen voor iedereen 14 Zestien filosofen 14 De hoofdstukken 15 1 Plato: rechtvaardigheid als harmonie 19 Wat is rechtvaardigheid? 20 De rechtvaardige staat 25

Nadere informatie

Van Bethlehem tot Golgotha

Van Bethlehem tot Golgotha Van Bethlehem tot Golgotha Het Mysterie van Inwijding Esoterische Begrippen Elly Lichtenberg De Bijbel, een mystiek verhaal of..? Deel I De Bijbel: een mystiek verhaal of..? Is het evangelieverhaal juist?

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 21 juni 13.30 16.30 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 21 juni 13.30 16.30 uur Nederlands Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 05 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 49 punten te behalen; het examen bestaat uit 19

Nadere informatie

Proeftentamen 2010-2011 deel Wetenschapsfilosofie. 20102011proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf

Proeftentamen 2010-2011 deel Wetenschapsfilosofie. 20102011proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf Proeftentamen 2010-2011 deel Wetenschapsfilosofie 20102011proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf Tilburg University Sociale Filosofie en Wetenschapsfilosofie Proeftentamen Sociale Filosofie en wetenschapsfilosofie

Nadere informatie

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN 3.1 Exploreren, verkennen en integreren van de mogelijkheden van de mens 3.2 Exploreren, verkennen en integreren van de grenzen van de mens 3.3 Ontdekken

Nadere informatie

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13 INHOUD VOORWOORD 11 INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13 HOOFDSTUK 1. Op zoek naar een stabiele werkelijkheid. De Oudheid (6 de eeuw v.c. 6 de eeuw n.c.) 25 1. Het ontstaan

Nadere informatie

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Rene Descartes René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Cogito ergo sum, ik denk dus ik ben. Een uitspraak van René Descartes. Een belangrijk wiskundige en filosoof in de geschiedenis. Volgens

Nadere informatie

CHRISTENEN IN DE SAMENLEVING

CHRISTENEN IN DE SAMENLEVING Domènec Melé CHRISTENEN IN DE SAMENLEVING Inleiding op de sociale leer van de Kerk 2018 INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN... 9 INLEIDING... 13 Hoofdstuk I DE SOCIALE LEER VAN DE KERK... 17 De maatschappelijke

Nadere informatie

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid individuele vrijheid participatie gelijke rechten solidariteit waardigheid Basisrechten Santé België is een rechtsstaat en een democratie die ieders mensenrechten e De Staat garandeert de naleving van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo 2003 - II

Eindexamen Filosofie havo 2003 - II 3 Antwoordmodel Oude en nieuwe media 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een uitleg hoe een hiërarchie in de staat volgens Hobbes ontstaat 2 een uitleg van het begrip sociaal contract in verband

Nadere informatie

KONING ARTHUR visie en organisatieprincipes

KONING ARTHUR visie en organisatieprincipes KONING ARTHUR visie en organisatieprincipes Ed Knies Koning Arthur; visie en organisatieprincipes Welkom Dit boek is een moreel boek voor professionals. Met moreel bedoelen we dat er binnen organisaties

Nadere informatie

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Wegen naar wijsheid, hoofdstuk 4 en 5

Samenvatting Filosofie Wegen naar wijsheid, hoofdstuk 4 en 5 Samenvatting Filosofie Wegen naar wijsheid, hoofdstuk 4 en 5 Samenvatting door een scholier 1742 woorden 4 juli 2010 4,3 21 keer beoordeeld Vak Filosofie Hoofdstuk 4 Denken over de mens Filosofische vragen

Nadere informatie

GESCHIEDENIS SO3 TV

GESCHIEDENIS SO3 TV GESCHIEDENIS SO3 TV 2 2014-2015 Dit schoolexamen bestaat uit 42 vragen. Bij meerkeuze vragen antwoorden met hoofdletter schrijven. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld

Nadere informatie

5,6. Opdracht door een scholier 1949 woorden 24 maart keer beoordeeld. Geschiedenis

5,6. Opdracht door een scholier 1949 woorden 24 maart keer beoordeeld. Geschiedenis Opdracht door een scholier 1949 woorden 24 maart 2009 5,6 63 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Griekse democratie Welke kenmerken de Atheense democratie had. Hoe de eerste Griekse stadstaten (polis)zijn

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag door Lotte 1570 woorden 19 juni 2017 3 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van Grieken

Nadere informatie

BEGINSELVERKLARING. Vastgesteld door de 125 e algemene vergadering op 15 november 2008 te Rotterdam

BEGINSELVERKLARING. Vastgesteld door de 125 e algemene vergadering op 15 november 2008 te Rotterdam BEGINSELVERKLARING Vastgesteld door de 125 e algemene vergadering op 15 november 2008 te Rotterdam 1. Missie en Visie De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) wil een Nederland waar mensen de ruimte

Nadere informatie

Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs. Fenneke Zeldenrust

Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs. Fenneke Zeldenrust Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs Fenneke Zeldenrust Vrijheid van onderwijs, artikel 23 Grondwet - Vrijheid van stichting - Vrijheid van richting - Vrijheid van inrichting Een

Nadere informatie

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 2093 woorden 6 april keer beoordeeld. Geschiedenis. De Stoa

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 2093 woorden 6 april keer beoordeeld. Geschiedenis. De Stoa Praktische-opdracht door een scholier 2093 woorden 6 april 2005 6,9 51 keer beoordeeld Vak Geschiedenis De Stoa De Stoa is een filosofische stroming die ontstaan is rond 300 v. Chr. in Athene. De grondlegger

Nadere informatie

Weten waar we goed in zijn 1

Weten waar we goed in zijn 1 Inburgering als voortdurend proces voor allen Lezing ter gelegenheid van de Conferentie Burgerschapsvorming. Islamitisch Onderwijs Ingeburgerd. Jaarbeursgebouw Utrecht Zaterdag 4 juni 2005. A.M.L. van

Nadere informatie

Maarten Luther 1483-1546

Maarten Luther 1483-1546 Maarten Luther 1483-1546 Eén van de belangrijkste ontdekkingen van Maarten Luther - (1483-1546) is het onderscheid tussen wet en evangelie. Voor Luther is de onderscheiding van wet en evangelie

Nadere informatie

Geloven en redeneren. Samenvatting

Geloven en redeneren. Samenvatting Geloven en redeneren Samenvatting Historisch overzicht Pantheïsme en polytheïsme De spiltijd Het oosten Boeddhisme Confucianisme Taoïsme Het westen Jodendom, christendom, islam Filosofie Ontwikkelingen

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Politieke Filosofie

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Politieke Filosofie Samenvatting Maatschappijwetenschappen Politieke Filosofie Samenvatting door N. 1226 woorden 19 januari 2017 4,5 4 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Samenvatting MW politieke filosofie, 4V

Nadere informatie

Christa Mesnaric. Aristoteles. voor. managers

Christa Mesnaric. Aristoteles. voor. managers Christa Mesnaric Aristoteles voor managers BBNC uitgevers Rotterdam, 2011 Inhoud Aristoteles een managementgoeroe in de 21 ste eeuw 9 Wie was Aristoteles? Een beknopte biografie 15 Succesformules in het

Nadere informatie

Bedenk de dingen die boven zijn.. niet die op de aarde zijn. Johannes 3: 3-6

Bedenk de dingen die boven zijn.. niet die op de aarde zijn. Johannes 3: 3-6 Johannes 3: 3-6 3 Jezus zei: Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien. 4 Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is? vroeg Nikodemus. Hij kan toch

Nadere informatie

Oud maar niet out. Denken en doen met de Oudheid vandaag. 95180_Oud maar niet out_vw.indd 1 13/03/12 10:24

Oud maar niet out. Denken en doen met de Oudheid vandaag. 95180_Oud maar niet out_vw.indd 1 13/03/12 10:24 Oud maar niet out Denken en doen met de Oudheid vandaag 95180_Oud maar niet out_vw.indd 1 13/03/12 10:24 95180_Oud maar niet out_vw.indd 2 13/03/12 10:24 Oud maar niet out Denken en doen met de oudheid

Nadere informatie

Toezicht en moraliteit.

Toezicht en moraliteit. Toezicht en moraliteit. Over professionele waarden in de zorgsector Gabriël van den Brink Congres-NVTZ 10-11-2016 1 Moral sentiments in modern society Adam Smith (1723-1790) The Wealth of Nations (1776)

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 2 Religieus recht 7 maximumscore 2 een beargumenteerd standpunt over de vraag of religieuze wetgeving en rechtspraak voor bepaalde bevolkingsgroepen tot cultuurrelativisme leidt 1 een uitleg van

Nadere informatie

Voorwoord Met oprechte blijdschap schrijf ik het voorwoord voor dit boek. Ik ken Henk Rothuizen al vele jaren en heb hem zien opgroeien tot een man van God, met een bediening die verder reikt dan zijn

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Oude Grieken. Politiek 4,4. Werkstuk door een scholier 2360 woorden 26 oktober keer beoordeeld.

Werkstuk Geschiedenis Oude Grieken. Politiek 4,4. Werkstuk door een scholier 2360 woorden 26 oktober keer beoordeeld. Werkstuk Geschiedenis Oude Grieken Werkstuk door een scholier 2360 woorden 26 oktober 2017 4,4 17 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Politiek De eerste bestuursvorm in Athene was de monarchie. Dat betekent

Nadere informatie

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

HC zd. 42 nr. 31. dia 1 HC zd. 42 nr. 31 weinig mensen zullen zeggen dat ze leven voor het geld geld maakt niet gelukkig toch zeggen we er graag achteraan: wel handig als je het hebt want waar leef ik voor? een christen mag zeggen:

Nadere informatie

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4 Dordtse Leerregels Hoofdstuk 3 en 4 Artikel 1 t/m 4 Werkboek 7 Dordtse Leerregels hoofdstuk 3 en 4 artikel 1 t/m 4 Hoofdstuk 3 en 4 gaat over de bekering. Hoofdstuk 3 en 4 heeft 17 artikelen. In dit werkboek

Nadere informatie

Samenvatting Levensbeschouwing Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Levensbeschouwing Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Levensbeschouwing Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door A. 1081 woorden 7 februari 2017 0 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Levensbeschouwing Hst. 1 paragraaf 7 Vier factoren bij de mens

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Staat en macht

Hoofdstuk 2: Staat en macht Hoofdstuk 2: Staat en macht Hoofdstuk 2: Staat en macht 2.1. Bindende regels... 2 2.2. De grondwet... 2 2.2.1. Magna Carta - Engeland... 2 2.3. Macht... 3 2.3.1. Max Weber over macht... 3 2.3.2. Amartya

Nadere informatie

Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven.

Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven. Doel B: Relatie met Jezus de Koning : studenten ontwikkelen zich, vanuit een persoonlijke overtuiging, als leerling, vertrouweling en toegewijde volgeling van Jezus op elk terrein van hun leven. Doel van

Nadere informatie

Historische context. Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es

Historische context. Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es Historische context Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es 1650 1848 Kenmerkende aspecten 23. Het streven van vorsten naar absolute macht 26. Wetenschappelijke revolu/e 27. Ra/oneel op/misme en

Nadere informatie

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35 God en je naasten liefhebben LES 3 DEEL 5 DISCIPLE OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35 Wat leer

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1365 woorden 30 mei 2012 0 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi 1 Democratie Democratie is historisch gezien een

Nadere informatie

GELOOF EN WETENSCHAP. Modellen over de relatie tussen geloof en (natuur)wetenschap in historisch perspectief.

GELOOF EN WETENSCHAP. Modellen over de relatie tussen geloof en (natuur)wetenschap in historisch perspectief. GELOOF EN WETENSCHAP Modellen over de relatie tussen geloof en (natuur)wetenschap in historisch perspectief. 1. HET HARMONIEMODEL De leer van de twee boeken Het Ptolemaeïsche of Aristotelische wereldbeeld

Nadere informatie

Filosofie. Op het VWO. Filosofie juist op Lyceum Oudehoven!

Filosofie. Op het VWO. Filosofie juist op Lyceum Oudehoven! Filosofie Op het VWO Wat is Filosofie? Wetenschappen beantwoorden vragen: Over een eigen onderwerp (object van studie) Op een eigen manier (methode van bestuderen) Filosofie beantwoordt vragen die niet

Nadere informatie

Wat is een rechtsstaat?

Wat is een rechtsstaat? Wat is een rechtsstaat? Nederlanders hebben veel vrijheid. We hebben bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting: we mogen zeggen en schrijven wat we willen. Toch heeft deze vrijheid grenzen. Zo staat er in

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo II

Eindexamen filosofie vwo II Opgave 2 Over wetenschap en religie: zij die uit de hemel kwamen 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom wetenschappelijke kennis niet als probleemloze bron van vooruitgang kan worden beschouwd: wetenschap

Nadere informatie

Een ander domein is de wetenschap. Wetenschap kan men als volgt omschrijven:

Een ander domein is de wetenschap. Wetenschap kan men als volgt omschrijven: Pagina B 1 Samenvatting inleidende les ethiek 8/02/06 ETHIEK. Filosofie is denken, hard nadenken over vanalles en nog wat, en hoort eigenlijk bij ethiek. Ethiek zelf kan me ook een beetje vergelijken met

Nadere informatie