Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Soorten straling en stralingsbronnen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4. 4.1 Soorten straling en stralingsbronnen"

Transcriptie

1 Uiwerkingen opgaven hoofdsuk 4 Opgave 1 a 4.1 Sooren sraling en sralingsbronnen Eröngenfoon = h f h f 4 = 6, Js 19 = 1, 9 10 Hz E = = röngenfoon , ,9 10 1, J b De hoeveelheid kineische energie die een elekron minsens moe hebben is: E kin,elekron = 1, J = 1, J E E m v v v 1 kin,el kin,el kin,elekron = e e e = e = me me E m kin,elekron = 14 1, J 7 e = 0, kg E c De minimale snelheid van een elekron is: 14 1, ve = = 1, 7 10 m/s 7 0, E q U U E q kin,el kin,el = e = q e e 14 = 1, J 19 = e = 1, C kin,el 14 1, U = = = 19 1, E V 79 kv d He groose deel van de röngenfoonen onsaa bij de afremming van de elekronen in he anodemaeriaal. Bij he binnendringen van de anode neem de kineische energie van de elekronen af. Om een foon me een frequenie van 1, Hz e leveren moe de kineische energie van een elekron daarom minimaal gelijk zijn aan 1, J. Bij een minimale kineische energie horen een minimale snelheid en een minimale spanning. Opgave a Zie figuur 4.1. Als je me he vlieguig gaa, onvang je de meese sraling omda je je op een groere hooge bevind. Hoewel de booreis langer duur, onvang je op de boo vrijwel geen kosmische sraling. De langere ijdsduur van de booreis heef dan ook geen invloed. UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 1 van 0

2 Figuur 4.1 b He lijnvlieguig heef een gemiddelde snelheid van 750 km/h en doe 7 uur over de vluch van Londen naar New York. De afsand van Londen naar New York is: slonden New York = = 550 km De Concorde vlieg op 15 km hooge me een snelheid die gemiddeld 1,4 keer de geluidssnelheid bij 0 C is. slonden New York slonden New York = vconcorde Concorde Concorde = v Concorde 3 vconcorde = 1, 4 0, = 480, m/s = 178, 7 km/h slonden New York = 550 km 550 Concorde = = 3,037 h 178, 7 De Concorde vlieg op 15 km hooge en doe 3,037 uur over de vluch. Zie figuur 4.1. De per uur onvangen sralingsdosis in de Concorde is 30 μsv. De oaal onvangen sralingsdosis in de Concorde is 3, = 91 μsv. He lijnvlieguig deed 7 uur over de vluch, maar vloog op 10 km hooge. De per uur onvangen sralingsdosis in he lijnvlieguig is 6 μsv. De oaal onvangen sralingsdosis in he lijnvlieguig is 7 6 = 4 μsv. Conclusie: In de Concorde onvang je meer sraling. Opgave 3 Zie figuur 4.. Figuur 4. UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 van 0

3 a Geladen deeljes die in een magneisch veld loodrech op de veldlijnen bewegen, ondervinden een lorenzkrach. De lorenzkrach zorg voor een afbuiging van de baan van he deelje. De magneische veldlijnen komen loodrech ui he vlak van de ekening, de riching van he magneisch veld B is dus naar je oe. Alfasraling besaa ui α-deeljes. Een α-deelje is een heliumkern en heef een posiieve lading. De sroomriching I is dus dezelfde als de bewegingsriching vα van een α-deelje. Gebruik de linkerhandregel: Vang de magneische veldlijnen B op in de palm van je linkerhand, srek je vingers in de riching waarin he geladen deelje beweeg. De riching van de lorenzkrach is naar rechs (de lorenzkrach saa lor loodrech op vα en B ). De α-deeljes worden naar rechs afgebogen. De alfadeeljes reffen de foografische plaa op plaas C. b Plaas B. Gammasraling ondervind geen invloed van he magneisch veld, wan γ-sraling is nie geladen. c Omda posiief geladen deeljes door de lorenzkrach naar rechs worden afgebogen moeen de deeljes die de plaa ussen A 1 en A reffen negaief zijn. Di moeen bèadeeljes zijn. Posiief geladen bèadeeljes zouden de plaa aan de recherkan reffen op dezelfde hooge als A 1 A. Deze deeljes zijn nie aanwezig. Bij di experimen zijn de bèadeeljes dus negaief geladen. d De bèadeeljes reffen de foografische plaa nie in één pun maar worden uigesmeerd over een oppervlake. De grooe van de lorenzkrach die voor de afbuiging zorg, is voor ieder deelje anders. Aangezien de lading en de grooe van he magneisch veld gelijk zijn voor alle deeljes, moeen de snelheden van de deeljes verschillend zijn. e Bij een homogeen magneisch veld da loodrech op de bewegingsriching van de geladen deeljes saa, beschrijven geladen deeljes cirkelvormige banen. lorenzkrach F reed op als middelpunzoekende krach F, dus: lor mpz Flor = Fmpz Flor = B q v m v m v m v B q v = r = = r B q v B q m v Fmpz = r Omda voor alle bèadeeljes m, B en q gelijk zijn, is voor de deeljes me de groose sraal de snelheid he groos. Op de deeljes me de groose snelheid werk volgens F lor = B q v de groose lorenzkrach. De baan me de groose sraal eindig in A, dus op de deeljes die naar A gaan werk de groose lorenzkrach. F UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 3 van 0

4 Opgave 4 a De bron van de Rijn en de Waal lig in de bergen in Zwiserland. Bij de vorming van bergen komen relaief veel radioacieve soffen aan de oppervlake. Deze soffen worden door he waer meegevoerd en, wanneer de sroomsnelheid van he waer afneem, afgeze langs de oevers van de rivier. De bron van de Maas bevind zich op een hoogvlake in Frankrijk. Di is geologisch een ouder gebied dan de Alpen Op de hoogvlake in Frankrijk bevind zich relaief minder radioacief maeriaal. b In Zuid-Limburg bevind zich veel seenkool in de bodem. In deze delfsof bevinden zich ook alijd veel radioacieve elemenen zoals radium. c Bij he ophogen van de polderbodem word gebruik gemaak van grond die uigegraven is in andere delen van he meer. Bij da graven worden radioacieve soffen omhoog gehaald. 4. De bouw van aoomkernen Opgave 5 a Pluonium (Pu) heef aoomnummer 94. De kern beva dus 94 proonen. De lading, uigedruk in elemenaire ladingen, is 94e. b Een aoom is per definiie neuraal, dus de lading bedraag nul coulomb. c Nee, ui abel 5 van BINAS blijk da pluonium nie in de vrije nauur voorkom. Opgave 6 a Z = 7 b De siksofisooop die zeer veel voorkom in de nauur is de isooop me massageal 14. Dus A = 14, Z = 7. A = Z N N = 7 c N, N en N Opgave 7 De aoomkern besaa ui 36 proonen en 50 neuronen. Z = 36 en A = Z N = = 86. Zie BINAS abel 5. De aoomkern is 86 Kr 36 a Zie BINAS abel 40A of abel 99. He elemen is krypon b Zie BINAS abel 5. Er zijn vier isoopen van krypon die geen sraling uizenden ( Kr; 36Kr; 36Kr n e36kr ). c Zie BINAS abel 5. Er zijn wee isoopen van krypon die β -sraling uizenden ( 36Kr en 36Kr ). d Zie BINAS abel 5. Er zijn drie isoopen van krypon die γ-sraling uizenden 81m Kr; Kr en Kr. ( ) Opgave 8 a Zie figuur 4.3. Posiieve ionen worden versneld in de riching van he elekrisch veld. He elekrisch veld loop van de posiieve plaa naar de negaieve plaa. Dan moe de bovense plaa posiief zijn en moe plaa A verbonden zijn me de posiieve pool van de spanningsbron. b Bij he verlaen van he elekrisch veld is van alle chloorionen de elekrische energie afgenomen me qu AB. Ze hebben daarom bij C alle dezelfde kineische 1 energie. Voor alle ionen is dus mv gelijk. Omda de verschillende isoopen een verschillende massa hebben, is de snelheid van de isoopen nie gelijk. UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 4 van 0

5 Figuur 4.3 c Op een de posiieve deeljes werk een lorenzkrach die bij C naar rechs is gerich. De deeljes bewegen bij pun C omlaag. Ui de linkerhandregel voor de lorenzkrach volg da de riching van he magneisch veld he papier in is. d Op een geladen deelje da beweeg in een homogeen magneisch veld, erwijl de bewegingsriching van he deelje loodrech op he veld saa, werk een lorenzkrach waarvoor geld: F lor = B q v. Hierin is B de grooe van de magneische inducie, q de lading van he deelje en v de snelheid van he deelje. De lorenzkrach saa alijd loodrech op de bewegingsriching en verrich daarom geen arbeid op he deelje. Omda er geen arbeid op he deelje verrich word, verander de grooe van de snelheid nie. Als de grooe van de snelheid nie verander, verander de grooe van de lorenzkrach nie. De lorenzkrach lever de middelpunzoekende krach voor de gebogen baan. Omda F lor consan is, is de middelpunzoekende krach consan, dus is m v consan. r Aangezien m en v nie veranderen is dus r, de sraal van de gebogen baan, consan. He geladen deelje beschrijf dan een cirkelvormige baan. e Voor de lorenzkrach geld: Flor = B q v Hierin is B de grooe van de magneische inducie, q de lading van he ion en v de snelheid van he ion. Aangezien de lorenzkrach hier de middelpunzoekende krach lever, is: m v m v B q v = r = r B q Hierin is m de massa van een chloorion en r de sraal van de halve cirkelboog. E 1 kin Ui E kin = mv volg: v = m De beginsnelheid moe verwaarloosd worden. Dan is de kineische energie van een ion gelijk aan de afname van de elekrische energie, ofwel Ekin = q U AB, waarin U AB de spanning ussen de plaen A en B is. UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 5 van 0

6 Invullen van de laase wee vergelijkingen in de uidrukking voor de sraal geef: q U AB m m q U AB m U AB m r = r = r = B q B q m B q Dan is: r = k m me k U AB B q = f Cl 35 = 35 Cl 17 Zie BINAS abel 5. De aoommassa van 35 17Cl is 34,96885 u. massa Cl 35-ion: m = aoommassa 35 Cl 1 m 17 e = 34,96885 u 0, u = 34,96830 u Cl Cl 37 = 37 Cl 17 Zie BINAS abel 5. De aoommassa van 37 17Cl is 36,96590 u. massa Cl 37-ion: m = aoommassa 37 Cl 1 m 17 e = 36,96590 u 0, u = 36,96535 u Cl De verhouding van de massa s van de ionen is: m37 17 Cl 36,96535 = = 1, m 34, Cl De verhouding van de sralen is: r k m m37 17 Cl 17 Cl 17 Cl = = = 1, = 1, 0816 = 1, 08 r35 k m m Cl 17 Cl 17 Cl g Ui abel 5 van BINAS blijk da Cl 35 drie keer zo vaak voorkom in de nauur als Cl 37. Ui r = k m blijk da de binnense vlek bij de isooop me de kleinse massa, dus Cl 35, hoor. Deze plaas word dan drie keer zo vaak geroffen als de buiense en de binnense vlek is dan ook drie keer zo zwar. h Zie figuur 4.3. He verschil DE ussen de middellijnen van de banen bedraag 9,8 mm, erwijl de sraal van de buiense baan gelijk is aan 1,08 keer die van r = 1, 08 r. de binnense baan ( ) 1 DE = r r1 = 9,8 mm = 9,8 10 m r = 1,08 r1 (1, 08 r1) r1 = 9,8 10, 056 r1 r1 = 0, 056 r1 = 9,8 10 9,8 10 r1 = 0,056 = 0,175 m De afsand CD is gelijk aan wee keer de sraal r 1, dus: CD = 0,175 = 0,35 m. UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 6 van 0

7 4.3 Vervalvergelijkingen Opgave 9 Zie BINAS abel 40A. Nepunium heef symbool Np. a Zie BINAS abel Np 37 ( 93Np ) zend α-sraling (en γ sraling) ui. 39 Np 39 ( Np 93 ) zend β -sraling (en γ sraling) ui. b He verval van nepunium 37: Np α γ91pa of Np 93 Pa He 91γ Zie BINAS abel 40A. De naam van he elemen Pa is proacinium. He verval van nepunium 39: Np β 94 γpuof 1 Np 93 Pu e γ 94 1 Zie BINAS abel 40A. De naam van he elemen Pu is pluonium. Opgave 10 Zie BINAS abel 40A. Krypon heef symbool Kr en aoomnummer 36. He symbool voor de isomeer krypon 81m is 81 m 36 Kr. a Br β Kr m Als krypon 81m he vervalproduc zou zijn ui β -verval, dan zou broom 81 de isooop zijn die verval. Deze isooop is echer sabiel m 0 b 37Rb β 36Kr 1 Als krypon 81m he vervalproduc zou zijn ui β -verval, dan zou rubidium 81 de isooop zijn die verval. Deze isooop verval echer onder he uizenden van een β -deelje. 81 m 81 c Kr γ Kr Opgave 11 Zie BINAS abel 40A. Indium heef symbool In en aoomnummer 49 Indium 114 = 114 In a 49In β of 50Sn In 1 Sn 49 e 50 1 Zie BINAS abel 40A. De naam van he elemen Sn is in b 49In β 48 ofcd In1 Cd 49 e 48 1 Zie BINAS abel 40A. De naam van he elemen Cd is cadmium. Opgave 1 a He verschil in massageal ussen U 38 en Pb 06 is = 3. b Bij he uizenden van β -deeljes verander he massageal nie. De verandering van he massageal is dan ook alleen e wijen aan he uizenden van alfadeeljes. c Bij he uizenden van een alfadeelje neem he aanal nucleonen me vier af. In oaal zijn er weeënderig nucleonen verdwenen. Er zijn dan ach alfadeeljes uigezonden. d Bij he uizenden van een alfadeelje neem he aanal proonen me wee af. Bij he uizenden van een β -deelje neem he aanal proonen me één oe. Na he uizenden van 8 alfadeeljes zou he aanal proonen me 16 moeen zijn afgenomen. He verschil ussen he aanal proonen van uranium en lood is echer 10. Daarui volg da ussenijds he aanal proonen door he uizenden van β -deeljes is oegenomen. UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 7 van 0

8 e He aanal proonen is me 10 afgenomen, waar de afname 16 zou moeen zijn. Door he uizenden van een β -deelje word he aanal proonen 1 groer. Er zijn dus 6 β -deeljes uigezonden. Opgave 13 a De oale massa van de docherkern en he uigezonden deelje is kleiner dan de massa van de aoomkern vóór he verval. 7 Li is 7, u en de aoommassa van b De aoommassa van lihium 7 ( 3 ) 7 beryllium 7 ( 4 ) Be is 7, u. Bij de overgang van lihium 7 naar beryllium 7 is de massa van de docherkern groer dan de massa van de moederkern. De reacie kan daarom nie sponaan opreden. 4.4 Sabiliei, halveringsijd en aciviei Opgave 14 Opgave 15 a De aciviei is de hoeveelheid aomen die per seconde verval. De eenheid is becquerel (Bq). b Zie BINAS abel 40A. Broom heef symbool Br en aoomnummer 35 broom 8 = 8 35 Br Zie BINAS abel 5. De halveringsijd van broom 8 is 36 uur. Zie BINAS abel 40A. Nikkel 65 heef symbool Ni en aoomnummer 8 nikkel 65 = 65 8 Ni Zie BINAS abel 5. De halveringsijd van nikkel 65 is,6 uur. Broom 8 heef de groose halveringsijd. c Broom 8 heef de groose halveringsijd. De kans da een aoom broom 8 verval is dan kleiner. Broom 8 is sabieler dan nikkel 65. d He aanal aomen is in he begin vrijwel gelijk. Nikkel 65 heef een kleinere halveringsijd. Er vervallen dan meer aomen per seconde. De aciviei van nikkel 65 is groer dan die van broom 8. e Door he verval van de radioacieve aomen onsaan sabiele aomen. De aciviei is rech evenredig me he aanal radioacieve aomen. De hoeveelheid radioacieve aomen neem af, waardoor ook de aciviei afneem. f Radioacief verval is een kwesie van kans. De kans op verval van een kern hang alleen af van de aoomsoor en nie van de hoeveelheid aanwezige aomen. Als er in de eerse seconde een kans is van,0% da een aoom verval, dan verval er,0% van he oaal aanal aomen. Na ien uur verval er per seconde nog seeds,0% van he aanal radioacieve aomen, maar da aanal is dan wel afgenomen me een bepaalde facor. Wegens de rech evenredigheid is he aanal aomen da na ien uur in één seconde verval dan me diezelfde facor afgenomen. a In figuur 4.4. is e zien da er van preparaa I na 1 uur meer aomen over zijn dan van preparaa II. Er zijn dan minder aomen vervallen. De aomen van preparaa I zijn daarom sabieler dan die van preparaa II. UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 8 van 0

9 Figuur b He aanal radioacieve kernen op = 0 bedraag N (0) = 5, Je bepaal in di geval de waarde van de halveringsijd ui de ijd die nodig is voor drie achereenvolgende halveringen van he aanal radioacieve kernen. Na één halveringsijd ( ½ ) zijn er nog, radioacieve kernen. Na wee halveringsijden ( ½ ) zijn er nog 1, radioacieve kernen. Na drie halveringsijden (3 ½ ) zijn er nog 0, radioacieve kernen. Figuur 4.4 (1) I = 3 ½,I = 8,7 uur De halveringsijd van preparaa I is: ½,I =,9 h Figuur 4.4 () II = 3 ½,II = 4,9 uur De halveringsijd van preparaa II is: ½,II = 1,6 h c Zie figuur 4.4. De aciviei is he aanal kernen da per seconde verval. In een (N,)-diagram is de aciviei op een bepaald ijdsip e bepalen ui de seilheid van de raaklijn N( ) aan de grafiek volgens A() = Teken de raaklijnen aan de beide grafieken op = h en bepaal de seilheid ervan. 14 NI,h (0 4,5 10 ) 10 A I( h) = = =,1 10 Bq I,h NII,h (0 3, 6 10 ) 10 AII( h) = = =,3 10 Bq II,h 4, d Zie figuur 4.4. He aanal aomen van preparaa II op = 0 h: N II (0 h) = 5, He aanal aomen van preparaa II op = 5,0 h: N II (5,0 h) = 0, He aanal aomen da is vervallen is gelijk aan: N II,vervallen = N II (0 h) N II (5,0 h) = 4, e Om he aanal sabiele aomen als funcie van de ijd e kunnen ekenen, moe je voor een aanal ijdsippen berekenen hoeveel aomen er zijn vervallen. Di aanal is gelijk aan he aanal sabiele kernen da is onsaan. N I () kun je aflezen in figuur 4.4. N vervallen = N I () N I (0) UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 9 van 0

10 N I () N vervallen 0 5, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , Trek een vloeiende lijn door deze punen. Zie figuur 4.4. Opgave 16 a Zie BINAS abel 40A. Cesium 137 heef symbool Cs en aoomnummer 55 cesium 137 = Cs Zie BINAS abel 5. De halveringsijd van cesium 137 is 30 jaar Eerse manier Na 1 halveringsijd (30 jaar) is er nog 50% over van he radioacieve Cs 135. Na halveringsijden (60 jaar) is er nog 5% over. Na 3 halveringsijden (90 jaar) is er nog 1,5% over. In he jaar = 076 is er nog 1,5% over. Tweede manier 1 N ( ) = N(0) Er is nog 1,5% over. N() = 0,15 N(0) en ½ = 30 jaar 0,15 N(0) = N(0) 30 0,15 = Er zijn nu mogelijkheden om di op e lossen: 30 Mogelijkheid ,15 = = = ,15 = = = 3 8 = 90 jaar UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 10 van 0

11 Mogelijkheid ,15 = log ( 0,15) = log = log 30 log ( 0,15) = = 3, log = 3, = 90 jaar b Eerse manier Na 6,0 uur is er nog een kwar van de radioacieve sof over, de hoeveelheid is dan wee keer gehalveerd. Er zijn wee halveringsijden versreken. De halveringsijd bedraag 3,0 uur. Tweede manier 1 A ( ) = A(0) Er is nog 5% over. A() = 0,5 A(0) en = 6,0 uur 0, 5 A(0) = A(0) 6,0 6, , 5 = Er zijn nu mogelijkheden om di op e lossen. Mogelijkheid 1 6,0 1 0, 5 = 1 1 0, 5 = = = 4 6, ,0 = = = 6,0 = 3,0 uur Mogelijkheid 6,0 6, , 5 = log ( 0, 5) = log = log 1 6, 0 ( ) 6,0 log 0, 5 = =, log,00 = 6,0 = 3,0 uur 1 1 Opgave 17 a Nee, de halveringsijd is een isooopeigenschap en is nie afhankelijk van he aanal radioacieve aomen. UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 11 van 0

12 b Ja, de aciviei is rech evenredig me he aanal radioacieve aomen. In wee gram zien weemaal zo veel aomen. De aciviei is dan ook verdubbeld. c Zie BINAS abel 40A. Jood heef symbool I en aoomnummer 53 jood 131 = 131 I 53 Zie BINAS abel 5. De halveringsijd van jood 131 is 8,0 dagen. 13 = 8,0 15,3 10 4, A ( ) = A(0) ,0,3 10 = = 5, , A ( ) =,3 10 Bq 8,0 log = log( 5, 0 10 ) 15 A(0) = 4, 6 10 Bq log = log 5, ,0 1 = 8,0 d log ( 5, 0 10 ) = = 7,64 8,0 log = 7,64 8,0 = 61 dagen ( ) Opgave 18 Zie BINAS abel 40A. Koolsof heef symbool C en aoomnummer 6 koolsof 14 = 14 C 6 Zie BINAS abel 5. De halveringsijd van koolsof 14 is 5730 jaar. 1 N ( ) = N(0) Er is nog 61% van he radioacieve C 14 over. N() = 0,61 N(0) en ½ = 5730 jaar 0,61 N(0) = N(0) 0,61 = log ( 0, 61) = log = log 5730 log ( 0, 61) = 5730 log log( 0, 61) 3 = 5730 = 4,1 10 jaar log De ouderdom van he wagenwiel is dus 4, jaar. UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 1 van 0

13 Opgave 19 a He is een afgesloen va. Er onsnappen geen aomen en er komen ook van buien geen aomen bij. Voor ieder aoom van isooop A da verval, onsaa een aoom van isooop B en voor ieder aoom B da verval, onsaa een aoom van isooop C. He oaal aanal aomen van de isoopen A, B en C in he va verander daardoor nie. b Zie figuur 4.5. Figuur NA( ) NB( ) NC( ) is consan = NA(0) = 10, NC() = 10,0 10 NA() NB() NC(0) = NC(1) = 10, ,9 10, 7 10 = 0, NC() = 10, ,9 10 4,1 10 = 1, 0 10 enz. c Zie figuur 4.5. N A (0) = 10, Na 1,95 uur is he aanal aomen van isooop A afgenomen o 5, De halveringsijd van isooop A is: ½, A = 1,95 h. d De halveringsijd van isooop B kun je bepalen ui he laase gedeele van he diagram. Na = 15 h zijn er geen aomen van isooop A meer aanwezig. Dan is de verandering van isooop B alleen he gevolg van he verval van isooop B. Voor sof B geld op = 14 h: N B (14) = 1, en op = 18 h: N B (18) = 0, De halveringsijd van sof B is: ½, B = 4,0 h. e De aciviei is he aanal kernen da per seconde verval. In een (N,)-diagram is de aciviei op een bepaald ijdsip e bepalen ui de seilheid van de raaklijn N( ) aan de grafiek volgens A() = Teken de raaklijn aan de grafieken op = 4,0 h en bepaal de seilheid ervan (zie figuur 4.5). 0 NA (0 6, 0 10 ) AA (4, 0 h) = = =, Bq =,5 10 Bq 6, A UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 13 van 0

14 f Op ijdsip 4,0 uur loop de raaklijn aan de grafiek van B horizonaal. Di beeken da he verval van isooop B o isooop C gecompenseerd word door de oename van isooop B als gevolg van he verval van isooop A. De aciviei van isooop B op = 4,0 h is gelijk aan de aciviei van isooop A. A B (4,0 h) =, Bq g N C (100 h) = Alle aomen zijn dan vervallen o isooop C. h Bij he verval van een aoom A o een aoom B onsaa één bèadeelje. Bij de overgang van een aoom B naar een aoom C word één alfadeelje uigezonden. Er word begonnen me aomen van isooop A. Die zijn na 100 uur allemaal vervallen. Er zijn dan ook bèadeeljes onsaan. Er waren op = 0 uur geen aomen van isooop C aanwezig. Er zijn dan ook alfadeeljes onsaan. 4.5 Eigenschappen van ioniserende sraling Opgave 0 Opgave 1 a Ja, he doordringend vermogen van alfasraling is nie groo genoeg om door he papier of aluminium heen e dringen. b Je kun wel de aluminium plaa gebruiken, maar nie he papier, omda bèasraling wel door he papier heen kan dringen. c Gammasraling dring door zowel papier als dun aluminium heen. Je kun he blad papier en de aluminium plaa nie gebruiken. d Alfasraling heef in luch een drach van enkele cenimeers. Blijf je op groere afsand dan heef Jacqueline gelijk. Besaa de kans da je dich bij he va moe zijn dan is he versandig he va af e sluien. He deksel voorkom ook da de radioacieve sof ui he va kan onsnappen. a m = ρ V ρ koolsof 3 3 = 3,5 10 kg/m V = 1, 0 cm = 1, 0 10 m 3 6 m = 3,5 10 1,0 10 = 3,5 10 kg = 3,5 g Zie BINAS abel 99 of abel 40A. Koolsof heef een relaieve aoommassa van 1,01 g/mol. 1 mol koolsof heef een massa van 1,01 g He aanal mol in 1,0 cm 3 3,5 is: n = = 0,914 mol 1,01 He aanal aomen of moleculen in een mol sof word gegeven door he geal van Avogrado. ZieBINAS abel 7. N A = 6, mol 1 He aanal aomen in 1,0 cm 3 is: N = 0,914 6, = 1, =1, b Uigaande van een srucuur waarbij de aomen gelijkelijk verdeeld zijn over de gehele ruime, is he aanal aomen op een lijnsuk van één cm gelijk aan de derdemachsworel van he oaal aanal aomen. n ,0 cm = N 3 = 1, = 5, = 5, ,0 cm UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 14 van 0

15 c E = m v 1 kin,α α α 4 ( ) mα = m He-aoom m e mα = 4, u 0, u = 4, u 7 u = 1, kg mα = = vα = 0,070 c 8 c =, m/s 7 7 v = 0, 070, =, m/s α 7 7 4, , , kg E = 6, (, ) kin,α 1 1 = 1, = 1,5 10 J d Er is een energie van 11,6 ev nodig om he buiense elekron van een koolsofaoom los e maken E ionisaie = 11, 6 ev = 11,6 1, = 1, J He aanal ionisaies, da één α-deelje kan veroorzaken is: 1 Ekin,α 1, Nion = = = 8, = 8, E 1, ionisaie 5 aanal ionisaies 8, e drach = = = 1, 4 10 cm = 0, 014 cm 7 aanal aomen op 1 cm 5, f De dichheid van de sof en de ionisaie-energie van de aomen. g Bij een sof me een groere dichheid is he aanal aomen per cm 3 groer of is de massa van de aomen groer. Een aoom me een groere massa heef meer proonen in de kern en dus ook meer elekronen in de elekronenwolk. Bij een sof me groere dichheid zal he alfadeelje per mm meer elekronen egenkomen. De drach is dan kleiner. Bij een sof me een groere ionisaie-energie verlies he alfadeelje meer energie per ionisaie. He alfadeelje kan dan minder aomen ioniseren en de drach is dan kleiner. 4.6 Deecie van sraling Opgave Opgave 3 a De badge en de GM-eller zijn draagbaar. De badge en de GM-eller regisreren ook gammasraling. b De film in de badge moe onwikkeld worden. De drager wee nie direc da hij bloogeseld word aan sraling. De GM-eller geef direc aan da er sraling is. c De GM-eller kan geen onderscheid maken in he soor sraling. De badge wel. d De badge en de GM-eller. a He middengedeele, waar bèasraling en gammasraling worden geregisreerd en he rechergedeele waar alleen gammasraling word geregisreerd, zijn even grijs. Di beeken da er geen bèasraling aanwezig was. b He gedeele voor gammasraling is lich grijs gekleurd. He linkergedeele da gevoelig is voor alfa-, bèa- en gammasraling is donkerzwar. Di beeken da er meer alfasraling dan gammasraling aanwezig was. UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 15 van 0

16 Opgave 4 a Zie figuur 4.6. Figuur 4.6 Onder invloed van de lorenzkrach beschrijf he bèadeelje een gebogen baan. Doorda he bèadeelje energie verlies, gaa he seeds langzamer. me v me Voor de kromesraal geld: rv () = = v B q B q Als de snelheid hoe langer hoe kleiner word neem de kromesraal van de baan seeds meer af. Hierui volg da he deelje van linksonder naar rechsboven heef bewogen. b Zie figuur 4.6. Geladen deeljes die in een magneisch veld loodrech op de veldlijnen bewegen, ondervinden een lorenzkrach. De lorenzkrach zorg voor een afbuiging van de baan van he deelje. Een β -deelje is negaief geladen. De riching van de sroom I is dus egengeseld aan de bewegingsriching v van he elekron. De riching van de lorenzkrach is naar linksboven. Voor he vinden van de riching van he magneisch veld B gebruik je de linkerhandregel. He magneisch veld B saa loodrech op je handpalm en heef een riching die naar je oe is gerich (loodrech he papier ui ). c De bellejes onsaan rondom geïoniseerde waersofaomen. De grooe van de bellejes is onafhankelijk van de energie van he bèadeelje. He spoor blijf dus even dik. He spoor sop abrup, omda he bèadeelje nie voldoende energie heef om nog ionisaies e veroorzaken. Er onsaan dan ook geen bellejes meer. F lor 4.7 Effecen van ioniserende sraling op mens en milieu Opgave 5 a Omda de dichheid van lood groo is, word gammasraling serk geabsorbeerd door he lood. Alfa- en bèadeeljes dringen helemaal nie door he lood heen. b Bij een ongeluk is he nie duidelijk wa voor soffen er vrijgekomen zijn. Da kunnen radioacieve of gifige gassen zijn, zoda he voor de hulpverleners versandig is om een gasmasker e dragen. In he ziekenhuis wee je al da er geen radioacieve of gifige gassen zijn. De medewerkers hoeven dus geen gasmasker e dragen. UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 16 van 0

17 D = E m Opgave 6 a abs weefsel E P abs = sraling 8 8 sraling 5, 4 10 W 5, 4 10 J/s P = = =,5 min = 150 s E = = m huid abs 8 6 5, ,10 10 J = = 15 g kg 6 8,10 10 D = = , 4 10 Gy b H = Q D Qα-sraling = = = = D 4 0 H 0 5,4 10 0,011 Sv 11 msv 4 = 5, 4 10 Gy c Volgens BINAS abel 7G is de dosislimie per jaar voor huid 50 msv. He onvangen dosisequivalen overschrijd de norm dus nie. Opgave 7 a Zie BINAS abel 40A. Kalium heef symbool K en aoomnummer 19 Kalium 40 = 40 K 19 Kalium 40 is radioacief en verval onder uizending van bèasraling. He vervalproduc (de docherkern) heef dan aoomnummer 19 1 = 0. Zie BINAS abel 5. He vervalproduc is Ca 40 = calcium K β 0 of Ca K 1 Ca 19 e 0 1 b In één gram kalium zien 1,54 10 aomen, waarvan 0,01% radioacief is. He aanal radioacieve kernen kalium 40 in één gram kalium is: 0,01 18 N K-40 per gram = 1,54 10 = 1, He aanal radioacieve kernen kalium 40 in 98 gram kalium is: 18 0 NK-40, oaal = 98 NK-40 per gram = 98 1, = 1, Zie BINAS abel 5. De halveringsijd van kalium 40 is 1, jaar. Zie BINAS abel 5. 1 jaar = 3, s. Of 1 jaar = 365 dagen = uur = s = 3, s ½ = 1, , = 4, s ln A ( ) = N( ) = 4, s ( ) N N 0 = K-40, oaal = 1, ln ( ) 1, , Bq 3,1 10 Bq 16 A = = = 4, UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 17 van 0

18 c De energie van één uigezonden bèadeelje bedraag gemiddeld 0,44 MeV E 0, 44 MeV 0, , , J β = = = De aciviei van he radioacieve kalium in he spierselsel bedraag 3, Bq per seconde: E = 3, ,05 10 =, J sraling E = = 10 7 per jaar: abs, , ,91 10 J Eabs 6, D = = =,3 10 Gy m 30 spierweefsel Opgave 8 a Zie BINAS abel 40A. Radon heef symbool Rn en aoomnummer 86 Radon = Rn 86 Radon is radioacief en verval onder uizending van alfasraling (zie BINAS abel 5) Rn α of84po Rn 86 Po He 84 b E α = 5,486 MeV (zie BINAS abel 5) E α 5, , = = 8, J He sralingsvermogen van he aanwezige radon in de longen is 5, W. De sralingsenergie per seconde is 5, J. He aanal kernen da per seconde verval is: 14 5,3 10 Nα = = 6, , De aciviei van,5 dm 3 luch is: A = 6, Bq 3,5 dm 6, A 3 = = 4 Bq 1 m,5 10 c De sralingsenergie per seconde is 5, J per jaar: Eabs = 5,3 10 3,15 10 = 1,67 10 J Eabs H = Q D = Q m 6 longen 1, Q 0, 10 Sv α = 0 H = = 0,15 mlongen = 0,15 kg 4.8 Toepassing van ioniserende sraling Opgave 9 a Een groo deel van de sraling word nie geabsorbeerd door de umor, maar verlaa he lichaam. b Alfasraling heef een klein doordringend vermogen en kan nie door de wand van de capsule heen dringen. Alfasraling bereik in di geval de umor nie. Daarom word er bèasraling gebruik. UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 18 van 0

19 Opgave 30 a Tijdens he verval van de radioacieve sof verdwijn de sof ook ui he lichaam door afscheiding. De hoeveelheid sof in he lichaam is dan sneller gehalveerd dan door één van beide processen apar. b Door afscheiding is na 4 dagen nog maar een kwar van de oorspronkelijke hoeveelheid jood over. In 4 dagen is deze hoeveelheid radioacief jood drie keer gehalveerd door radioacief verval. Van he kwar deel is dan nog maar 1 8 over. Van de oorspronkelijke hoeveelheid reseer dan nog 1 1 = 1 deel De aciviei is rech evenredig me he aanal radioacieve aomen. De aciviei is dan ook afgenomen o 1 van de oorspronkelijke aciviei. 3 c d = ,eff,fys = = 0, 083,bio 1,eff 8,0 1 8,0 d 1 1,fys = 4,8 d 1,eff = = 0, 083 1,bio = 1 d ,8 1 A ( ) = A(0) = A = A = A 3 Opgave 31 a De sralingsdosis die de umor onvang van de drie zwakkere bronnen is 1,5 1, 5 keer de sralingsdosis bij gebruik van één serke bron. Eén van de drie zwakkere bronnen zend dan per ijdseenheid 0,5 keer de sralingsenergie ui van de serke bron. De sralingsinensiei van een zwakkere bron is dan ook de helf van de sralingsinensiei van de serke bron. b De umor onvang een sralingsdosis die groer is dan bij he gebruik van één serke bron. He omringende gezonde weefsel word echer besraald door maar één van de drie zwakkere bronnen. He gezonde weefsel onvang dan in dezelfde ijd een kleinere dosis, omda er vanui een zwakkere bron minder sraling per seconde kom. c Bij een umor die vlak onder de huid lig heef deze mehode weinig zin, omda dan de sraling sowieso door weinig gezond weefsel gaa. De mehode zal dan ook eerder bij diepliggende umoren gebruik worden. Opgave 3 a Zie figuur 4.7. d ½ = 0,30 cm b Zie figuur 4.8 (1). I door = 44,5% van I op Aflezen in figuur 4.7 bij 44,5% (): dike d = 0,33 cm c Er word bij P minder sraling doorgelaen dan he gemiddelde. Er word dan meer geabsorbeerd en de saalplaa is dus dikker. d Zie figuur 4.8 (3). Bij pun P is I door = 4% van I op. Zie figuur 4.7 (4). Aflezen: dike d = 0,375 cm. Eerse manier De procenuele afwijking is: 0,375 0,33 100% = 13,6% 0,33 De afwijking bij pun P is nie oegesaan. UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 19 van 0

20 Figuur 4.7 Figuur 4.8 Tweede manier Voor de variaie in dike is 10% oegesaan. De dike d van de plaa moe zijn: 0,33 ± 0,033 cm of De afwijking bij pun P is nie oegesaan. 0,97 cm < d 0,363cm UITWERKINGEN OPGAVEN VWO 6 HOOFDSTUK 4 0 van 0

X Y e. p n+ e. X Y e. Y(stabiel)

X Y e. p n+ e. X Y e. Y(stabiel) Faculei Bèaweenschappen Ioniserende Sralen Pracicum chergrondinformaie Eigenschappen van ioniserende sraling Bij he uizenden van ioniserende sraling röngensraling en α-, β- en γ-sraling door maerie gaa

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde 1 HAVO Beweging

Samenvatting Natuurkunde 1 HAVO Beweging Beweging Samenvaing Nauurkunde HAVO Eenparig rechlijnige beweging a Eenparig versnelde rechlijnige beweging a a = consan a = 0 m/s Oppervlake = v = 0 m/s Oppervlake = v v v v = consan v() = a Oppervlake

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Eindexamen vwo nauurkunde 04-I Vraag Anwoord Scores Opgave Tsunami maximumscore 4 voorbeeld van een anwoord: Voor de zwaare-energie van de waerberg geld: Ez = mgh. Voor de massa van he waer geld: m= ρv.

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2014

Correctievoorschrift VWO 2014 Correcievoorschrif VWO 04 ijdvak nauurkunde He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de beoordeling

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Wiskunde B (nieuwe sijl) Examen VW Voorbereidend Weenschappelijk nderwijs Tijdvak Donderdag 22 mei 3.30 6.30 uur 20 03 Voor di examen zijn maximaal 83 punen e behalen; he examen besaa ui 20 vragen. Voor

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Formules voor groei

Hoofdstuk 2 - Formules voor groei Moderne wiskunde 9e ediie Havo A deel Uiwerkingen Hoofdsuk - Formules voor groei bladzijde 00 V-a = 08, ; 870 08, ; 70 0, 8; 60 00 00 870 70 08,, gemiddeld 0,8 b De beginhoeveelheid is 00 en de groeifacor

Nadere informatie

Blok 1 - Vaardigheden

Blok 1 - Vaardigheden 6 Blok - Vaardigheden Blok - Vaardigheden Exra oefening - Basis B-a Bij abel A zijn de facoren achereenvolgens 8 : = 6 ; 08 : 8 = 6 en 68 : 08 = 6. Bij abel A is sprake van exponeniële groei. Bij abel

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde 1,2 HAVO

Samenvatting Natuurkunde 1,2 HAVO Beweging Samenvaing Nauurkunde, HAVO Eenparig rechlijnige beweging a Eenparig versnelde rechlijnige beweging a a = consan a = 0 m/s Oppervlake = v = 0 m/s Oppervlake = v v v v = consan v() = a Oppervlake

Nadere informatie

1 Inleidende begrippen

1 Inleidende begrippen 1 Inleidende begrippen 1.1 Wanneer is een pun in beweging? Leg di ui aan de hand van een figuur. Rus en beweging (blz. 19) Figuur 1.1 Een pun in beweging 1.2 Wanneer is een pun in rus? Leg di ui aan de

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave Tsunami maximumscore 4 Voor de zwaare-energie van de waerberg geld: Ez = mgh. Voor de massa van he waer m geld: m= ρv. Voor he volume van de waerberg geld: V = bh. 3 3 3 Invullen lever: V = 00 0

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden Moderne Wiskunde Uiwerkingen bij vwo C deel Hoofdsuk Overige verbanden Hoofdsuk - Overige verbanden bladzijde < a D 4 4,, 8 dus heef de vergelijking 4p p +, geen oplossingen en zijn er geen snijpunen van

Nadere informatie

Uitslagen voorspellen

Uitslagen voorspellen Eindexamen vwo wiskunde A pilo 04-I Vraag Anwoord Scores Uislagen voorspellen maximumscore 3 De afsand ussen Wilders en Thieme is 4 De conclusie: nie meer dan wee maal zo groo maximumscore 3 Bij gelijke

Nadere informatie

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia Oefeningen Elekriciei I Deel Ia Di documen beva opgaven die aansluien bij de cursuseks Elekriciei I deel Ia ui he jaarprogramma van de e kandidauur Indusrieel Ingenieur KaHo Sin-Lieven.. De elekrische

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv a b c d e a Analyse De omze was in 987 ongeveer, miljard (de recher as) De wins was ongeveer 6 miljoen (linker as) 6 miljoen 6 miljoen = %, % Er is sprake van verlies als de wins/verlies-grafiek negaief

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden Hoofdsuk - Overige verbanden bladzijde < a D 4 4,, 8 dus heef de vergelijking 4p p +, geen oplossingen en zijn er geen snijpunen van de grafiek me de horizonale as. b 4p p +,, p 4p p of p 4 + c Voor p

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Exponentiële functies

Hoofdstuk 3 Exponentiële functies Havo B deel Uiwerkingen Moderne wiskunde Hoofdsuk Eponeniële funies ladzijde 6 V-a Door zih in weeën e delen vermenigvuldig he aanal aeriën per ijdseenheid zih seeds me een faor is de eginhoeveelheid,

Nadere informatie

2.4 Oppervlaktemethode

2.4 Oppervlaktemethode 2.4 Opperlakemehode Teken he --diagram an de eenparige beweging me een snelheid an 10 m/s die begin na 2 seconden en eindig na 4 seconden. De afgelegde weg is: =. (m/s) In he --diagram is de hooge an de

Nadere informatie

samenvatting interactie ioniserende straling materie ioniserende straling geladen deeltjes electromagnetische straling

samenvatting interactie ioniserende straling materie ioniserende straling geladen deeltjes electromagnetische straling ioniserende sraling samenvaing ineracie ioniserende sraling maerie geladen deeljes α-deeljes elecronen en posironen elecromagneische sraling Röngensaling (afkomsig ui aoom; E < 100 kev) γ-sraling (afkomsig

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo I

Eindexamen wiskunde B1 vwo I indeamen wiskunde B vwo 009 - I Over een parabool gespannen In figuur is de grafiek van de funcie f me f ( ) = 3 geekend. Tussen wee punen en S die even ver van O op de -as liggen, word denkbeeldig een

Nadere informatie

Eenparig rechtlijnige beweging. Eenparig versnelde rechtlijnige beweging a. x Steilheid van de raaklijn= v(t) Samenvatting Natuurkunde 1 VWO.

Eenparig rechtlijnige beweging. Eenparig versnelde rechtlijnige beweging a. x Steilheid van de raaklijn= v(t) Samenvatting Natuurkunde 1 VWO. Beweging Samenvaing Nauurkunde VWO Eenparig rechlijnige beweging a Eenparig versnelde rechlijnige beweging a a = consan a = 0 m/s Oppervlake = v = 0 m/s Oppervlake = v v v v = consan v() = a Oppervlake

Nadere informatie

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 8 Radioactiviteit ( ) Pagina 1 van 12

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 8 Radioactiviteit ( ) Pagina 1 van 12 Sevin vwo Anwoorden hoofdsuk 8 Radioaiviei (06-06-03) Pagina van Als je een ander anwoord vind, zijn er minsens wee mogelijkheden: óf di anwoord is fou, óf jouw anwoord is fou. Als je er (vrijwel) zeker

Nadere informatie

Sneller dan het licht?

Sneller dan het licht? Sneller dan he lich? Hoe is he mogelijk da muonen de Aarde bereiken? Een profielwerksuk in he kader van HiSPARC K. Koudsaal, V6B K. Yahya, V6C D. Zoeewei, V6B Profiel: Nauur en Techniek Vak: Nauurkunde

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B 1 vwo 2003-I

Eindexamen wiskunde B 1 vwo 2003-I Eindexamen wiskunde B vwo 2003-I Lenge Ui saisisch onderzoek is gebleken da de volwassen Nederlandse mannen in 999 gemiddeld 80,0 cm lang waren, en da er een sandaardafwijking van 2,8 cm was in de lengeverdeling.

Nadere informatie

C. von Schwartzenberg 1/11

C. von Schwartzenberg 1/11 G&R havo A deel C von Schwarzenberg 1/11 1a m 18:00 uur He verbruik was oen ongeveer 1150 kwh 1b Minimaal ongeveer 7750 kwh (100%), maimaal ongeveer 1150 kwh (145,%) Een oename van ongeveer 45,% 1c 1d

Nadere informatie

faseverschuiving wisselstroomweerstand frequentieafhankelijk weerstand 0 R onafhankelijk spoel stroom ijlt 90 na ωl toename met frequentie ELI 1 ωc

faseverschuiving wisselstroomweerstand frequentieafhankelijk weerstand 0 R onafhankelijk spoel stroom ijlt 90 na ωl toename met frequentie ELI 1 ωc 6.2.5 ergelijking faseverschuiving wisselsroomweersand frequenieafhankelijk weersand 0 onafhankelijk spoel sroom ijl 90 na ω oename me frequenie E condensaor sroom ijl 90 voor ω afname me frequenie E Fasordiagramma

Nadere informatie

1 Herhalingsoefeningen december

1 Herhalingsoefeningen december 1 Herhalingsoefeningen december Een lichaam word vericaal omhoog geworpen. Welke van de ondersaande v, diagrammen geef dan he juise verloop van de snelheidscomponen weer? Jan rijd me de fies over een lange

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Exponentiële formules

Hoofdstuk 1 - Exponentiële formules V-1a 4 Hoofdsuk 1 - Exponeniële formules Hoofdsuk 1 - Exponeniële formules Voorkennis prijs in euro s 70 78,0 percenage 100 119 1,19 b Je moe de prijs me he geal 1,19 vermenigvuldigen. c De BTW op de fies

Nadere informatie

wiskunde A pilot vwo 2015-I

wiskunde A pilot vwo 2015-I Piramiden maximumscore a = en x =,5 geef h = 6,5 (dm) De oppervlake van he grondvlak is,5,5 = 6, 5 (dm²) De inhoud is 6, 5 6,5 4 (dm³) ( nauwkeuriger) maximumscore 4 I = x (9 x ) geef di 6 d = x x x x

Nadere informatie

11 Straling en gezondheid

11 Straling en gezondheid Sraling en gezondheid Ioniserende sraling a Alfa-, bèa- en gaa-sraling (of α-, β- en γ-sraling). Een aoo kan door bosing e een α- of β-deelje één of eer elekronen verliezen. Di kan ook gebeuren wanneer

Nadere informatie

Deel 2. Basiskennis wiskunde

Deel 2. Basiskennis wiskunde Deel 2. Basiskennis wiskunde Vraag 26 Definieer de funcie f : R R : 7 cos(2 ). Bepaal de afgeleide van de funcie f in he pun 2π/2. (A) f 0 ( 2π/2) = π (B) f 0 ( 2π/2) = 2π (C) f 0 ( 2π/2) = 2π (D) f 0

Nadere informatie

6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie

6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 6 6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie Opgave 1 a Zie figuur 6.1. Figuur 6.1 Als je met het vliegtuig gaat, ontvang je de meeste straling, omdat je je op een

Nadere informatie

Krommen in het platte vlak

Krommen in het platte vlak Krommen in he plae vlak 1 Een komee beschrijf een baan om de zon. We brengen een assenselsel aan in he vlak van de baan van de komee, me de zon als oorsprong. Als eenheid in he assenselsel nemen we de

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2017-I

natuurkunde vwo 2017-I nauurkunde vwo 07-I Zonvolgsyseem maximumscore De wee parallelle akken ABD en ACD zijn ideniek. Dus saa er geen spanning over de moor en loop er geen sroom door de moor. inzich da beide parallelle akken

Nadere informatie

Gebruik van condensatoren

Gebruik van condensatoren Gebruik van condensaoren He spanningsverloop ijdens he laden Als we de schakelaar s sluien laden we de condensaor op. De condensaorspanning zal oenemen volgens een exponeniële funcie en de spanning over

Nadere informatie

digitale signaalverwerking

digitale signaalverwerking digiale signaalverwerking deel 2: sampling en digiale filerechniek Hoewel we de vorige keer reeds over he samplen van signalen gesproken hebben, komen we daar nu op erug, om de ermee samenhangende effecen

Nadere informatie

Dit examen bestaat uit 13 opgaven Bijlage: 1 antwoordpapier

Dit examen bestaat uit 13 opgaven Bijlage: 1 antwoordpapier MAVO-D Il EXAMEN MIDDEBAAR AGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1986 D - niveau Donderdag 5 juni, 9. 00-11. 00 uur '-,, NATUURKUNDE Di examen besaa ui 13 opgaven Bijlage: 1 anwoordpapier Waar nodig mag bij

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Lineaire en exponentiële verbanden

Hoofdstuk 1 Lineaire en exponentiële verbanden Hoofsuk Lineaire en exponeniële veranen lazije A: Geen lineair veran, als x me oeneem, neem y nie sees me ezelfe waare oe. B: Lineair veran, als x me oeneem, neem y sees me, oe. C: Geen lineair veran,

Nadere informatie

Tentamen Golven en Optica

Tentamen Golven en Optica Tenamen Golven en Opica woensdag 9 juni 011, 15.00-18.00 uur Maak elke opgave op een apar vel voorzien van uw naam en sudennummer. Gebruik van een (grafische) rekenmachine is oegesaan. Verdeel uw ijd opimaal

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO wa II. Speelgoedfabriek

Antwoordmodel VWO wa II. Speelgoedfabriek Anwoordmodel VWO wa 00-II Anwoorden Speelgoedfabriek Voorwaarde II hoor bij immeren Voor immeren zijn 60x + 40y minuen nodig Voor immeren zijn 80 uur dus 4800 minuen beschikbaar 60x + 40y 4800 kom overeen

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde B,2 (nieuwe sijl) Examen VW Voorbereidend Weenschappelijk nderwijs Tijdvak Donderdag 22 mei 3.30 6.30 uur 20 03 Voor di examen zijn maximaal 86 punen e behalen; he examen besaa ui 9 vragen. Voor

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Rust en beweging

Hoofdstuk 1: Rust en beweging Hoofdsuk 1: Rus en beweging 1.1 Rus en beweging zijn relaief Ten opziche van he vlieguig is de passagier in................................................ Ten opziche van he aardoppervlak is he vlieguig

Nadere informatie

Overzicht Examenstof Wiskunde A

Overzicht Examenstof Wiskunde A Oefenoes ij hoofdsuk en Overzih Examensof Wiskunde A a X min 0, X max 0, Y min 0 en Y max 000. 0 lier per minuu. Als de ank leeg is, dan is W 0, dus 00 0 0 dus 0. Na 0 minuen is de ank leeg. a Neem de

Nadere informatie

Bij het bewerken van plaatmateriaal ontstaat vaak de situatie dat materiaal langs

Bij het bewerken van plaatmateriaal ontstaat vaak de situatie dat materiaal langs 12_DRUK_nr2_2005 19-04-2005 11:33 Pagina 12 Druk op de INLEIDING Bij he bewerken van plaamaeriaal onsaa vaak de siuaie da maeriaal langs een radius moe bewegen. Meesal heef men dan van doen me he maken

Nadere informatie

Examen beeldverwerking 10/2/2006

Examen beeldverwerking 10/2/2006 Richlijnen Examen beeldverwerking 10/2/2006 Di is een gesloen boek examen. Communicaieapparauur en beschreven of bedruk papier of andere voorwerpen zijn dus nie oegelaen. Schrijf je naam op elk blad. Schrijf

Nadere informatie

Ze krijgt 60% korting op het basisbedrag van 1000,- (jaarpremie) en moet dan 400,- (jaarpremie) betalen.

Ze krijgt 60% korting op het basisbedrag van 1000,- (jaarpremie) en moet dan 400,- (jaarpremie) betalen. 1a 1b G&R havo A deel 1 Tabellen en grafieken C. von Schwarzenberg 1/14 Een buspakje kan door de brievenbus, een pakke nie. Een zending die voorrang krijg. 1c 5, 40. (Worldpack Basic prioriy Buien Europa

Nadere informatie

Snelheid en richting

Snelheid en richting Snelheid en riching Di is een onderdeel van Meekunde me coördinaen en behoeve van he nieuwe programma (05) wiskunde B vwo. Opgaven me di merkeken kun je, zonder de opbouw aan e asen, overslaan. * Bij opgaven

Nadere informatie

dwarsrichting Doelstellingen van dit hoofdstuk

dwarsrichting Doelstellingen van dit hoofdstuk 7 Afschuiving HOOFDSTUK in langs- en dwarsriching Ga naar www.pearsonmylab.nl voor sudiemaeriaal en oesen om je begrip en kennis van di hoofdsuk ui e breiden en e oefenen. Ook vind je daar videouiwerkingen

Nadere informatie

Blok 4 - Vaardigheden

Blok 4 - Vaardigheden Havo B deel Uiwerkingen Moderne wiskunde Blok - Vaardigheden bladzijde a domein en bereik b x = = = c Me behulp van onderdeel b en de grafiek: d Eers: log x = ofwel x = = Dan me behulp van de grafiek:

Nadere informatie

op het interval 5, 15 betekent 5 x 15. 4b x op het interval 6, 10 betekent 6 x < 10. 5d Bij 3 < x π hoort het interval 3, π

op het interval 5, 15 betekent 5 x 15. 4b x op het interval 6, 10 betekent 6 x < 10. 5d Bij 3 < x π hoort het interval 3, π G&R havo B deel Veranderingen C. von Schwarzenberg / a b c Tussen en uur. Van en uur neem de sijging oe. Van o 6 uur neem de sijging af. Van o 8 uur neem de daling oe. Van 8 o uur neem de daling af. 6,,,,,

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Polarisatie

Hoofdstuk 8 Polarisatie Hoofdsuk 8 Polarisaie lecromagneische Sraling is Gepolariseerd Iedere ransversale rilling is gepolariseerd To nu alleen rillingen beschouwd waarvan (en B) in één vlak ril: Lineair gepolariseerd lich. (In

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2015-I

wiskunde A vwo 2015-I wiskunde A vwo 05-I Diabeesrisicoes maximumscore 4 He aanal personen me verborgen diabees is binomiaal verdeeld me n = 400 en p = 0, 0 P( X 00 ) = P( X 99 ) Beschrijven hoe di me de GR berekend word De

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 - Formules maken

Hoofdstuk 6 - Formules maken Hoofdsuk 6 - Formules maken ladzijde 0 V-a Formule, wan de grafiek gaa door he pun (,) 0 en formule is exponenieel. Formule heef voor x = 0 geen eekenis, erwijl de grafiek door he pun (0, 3) gaa. Formule,

Nadere informatie

Wind en water in de Westerschelde. Behorende bij de Bacheloropdracht HS

Wind en water in de Westerschelde. Behorende bij de Bacheloropdracht HS Behorende bij de Bacheloropdrach HS Door: Julia Berkhou Lena Jezuia Sephen Willink Begeleider: Prof.dr. A.A. Soorvogel Daum: 17 juni 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Achergrondinformaie 3 2.1 He geij.................................

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 - Differentiaalvergelijkingen

Hoofdstuk 5 - Differentiaalvergelijkingen Hoofdsuk 5 - Differeniaalvergelijkingen 5. Differenievergelijkingen ladzijde a 0 3 4 5 A 00 0 04 06 08 0 oename B 00 30 69,00 9,70 85,6 37,9 oename 30 39 50,70 65,9 85,68 C 00 3 73,60 7,68 97,98 389,38

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv a Blok - Vaardigheden ladzijde d 9 B B 6 f a a e r 9 9r r r r 8 a De rihingsoëffiiën van de lijn is gelijk aan en he sargeal is dus 7 0 de vergelijking is y x+ De rihingsoëffiiën van de lijn is gelijk

Nadere informatie

Het wiskunde B1,2-examen

Het wiskunde B1,2-examen Ger Koole, Alex van den Brandhof He wiskunde B,2 examen NAW 5/4 nr. 2 juni 2003 65 Ger Koole Faculei der Exace Weenschappen, Afdeling Wiskunde, Vrije Universiei, De Boelelaan 08 a, 08 HV Amserdam koole@cs.vu.nl

Nadere informatie

Opgave 1 (30 punten) + + = B h Z

Opgave 1 (30 punten) + + = B h Z Tenamen CT222 Dynamica van Sysemen 25 juni 212 14.-17. Le op: - Vermeld op ieder blad je naam en sudienummer - Maak elk van de drie opgaven op een apar vel Opgave 1 (3 punen) 2 Een bekken (links) me berging

Nadere informatie

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 60 Hoofdsuk Eponeniële funies ladzijde 6 V-a Door zih in weeën e delen vermenigvuldig he aanal aeriën per ijdseenheid zih seeds me een faor is de eginhoeveelheid, dus 0 g is de groeifaor, dus g d gewih

Nadere informatie

elektriciteit voor 5TSO

elektriciteit voor 5TSO e Dirk Sarens 45 elekriciei voor 5TSO versie 1.0 1 2011 Dirk Sarens Versie 1.0 Schooljaar 2011-2012 Gemaak voor he leerplan D/2009/7841/036 Di boek kan worden gekoch via de websie www.nibook.com Had je

Nadere informatie

Uitwerkingen Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3 8 december 2008

Uitwerkingen Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3 8 december 2008 Embargo 8 december 008 Uiwerkingen Gecoördineerd examen ralingbecherming Dekundigheidniveau 3 8 december 008 - - Embargo 8 december 008 Vraaguk Blooelling aan ionierende raling in een beralingfaciliei

Nadere informatie

1800W. 2. De klemspanning van een batterij daalt van 14,4V naar 8V bij het belasten met 100A. Hoe groot is de inwendige weerstand van de batterij?

1800W. 2. De klemspanning van een batterij daalt van 14,4V naar 8V bij het belasten met 100A. Hoe groot is de inwendige weerstand van de batterij? Basisleersof vragen: oplossingmodel. Een accu van ol lever een sroom van 50A aan een moor. Hoe groo is de weersand (impedanie) van de moor? Hoe groo is he geleverde vermogen in W en PK? Geg. Ω 4 Gevr.?

Nadere informatie

Overzicht. Inleiding. Classificatie. NP compleetheid. Algoritme van Johnson. Oplossing via TSP. Netwerkalgoritme. Job shop scheduling 1

Overzicht. Inleiding. Classificatie. NP compleetheid. Algoritme van Johnson. Oplossing via TSP. Netwerkalgoritme. Job shop scheduling 1 Overzich Inleiding Classificaie NP compleeheid Algorime van Johnson Oplossing via TSP Newerkalgorime Job shop scheduling 1 Inleiding Gegeven zijn Machines: M 1,,..., M m Taken: T 1, T 2,... T n Per aak

Nadere informatie

Examen beeldverwerking 30/1/2013

Examen beeldverwerking 30/1/2013 Richlijnen Examen beeldverwerking 30//03 Di is een gesloen boek examen. Communicaieapparauur en beschreven of bedruk papier of andere voorwerpen zijn dus nie oegelaen. Schrijf je naam op elk blad. Schrijf

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2015

Correctievoorschrift VWO 2015 Correcievoorschrif VWO 205 ijdvak wiskunde C (pilo) He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor

Nadere informatie

OEFENTOETS HAVO B DEEL 1

OEFENTOETS HAVO B DEEL 1 EFENTETS HAV B DEEL 1 HFDSTUK 2 VERANDERINGEN PGAVE 1 Een oliehandelaar heef gedurende 24 uur nauwkeurig de olieprijs bijgehouden. Zie de figuur hieronder. Hierin is P de prijs in dollar per va. P 76 75

Nadere informatie

ELEKTRICITEIT WISSELSTROOMTHEORIE. Technisch Instituut Sint-Jozef, Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen. Cursus : Ian Claesen. Versie: 19-10-2008

ELEKTRICITEIT WISSELSTROOMTHEORIE. Technisch Instituut Sint-Jozef, Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen. Cursus : Ian Claesen. Versie: 19-10-2008 EEKTTET WSSESTOOMTHEOE Technisch nsiuu Sin-Jozef, Wijersraa 28, B-3740 Bilzen ursus : an laesen Versie: 19-10-2008 1 Sooren spanningen en sromen... 3 1.1 Gelijksroom... 3 1.2 Wisselsroom... 4 2 Sinusvormige

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies Hoofdsuk - Eponeniële funcies Voorkennis: Groeifacoren ladzijde 7 V-a 060, 80 8, - euro 079, 0, 9, 88 c 0, 98, - 998, V-a De facor waarmee je de oude prijs vermenigvuldig om de nieuwe prijs e krijgen is

Nadere informatie

UITWERKINGEN. Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3. Embargo 10 december 2012

UITWERKINGEN. Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3. Embargo 10 december 2012 Embargo 0 december 0 UIWERKINGEN Gecoördineerd examen sralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3 Nuclear Research and Consulancy Group echnische Universiei Delf Boerhaave Nascholing/LUMC Rijksuniversiei

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 havo 2004-II

Eindexamen wiskunde B1 havo 2004-II Bacerieculuur De groei van he aanal baceriën van een bacerieculuur hang onder andere af van he voedingsparoon, de emperauur en de beliching. Ui onderzoek blijk da he aanal baceriën van een bepaalde bacerieculuur

Nadere informatie

. Tijd 75 min, dyslecten 90min. MAX: 44 punten 1. (3,3,3,3,2,2p) Chemische stof

. Tijd 75 min, dyslecten 90min. MAX: 44 punten 1. (3,3,3,3,2,2p) Chemische stof RUDOLF STEINERCOLLEGE HAARLEM WISKUNDE HAVO CM/EM T112-HCMEM-H579 Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punen kunnen worden behaald. Anwoorden moeen alijd zijn voorzien van een berekening, oeliching

Nadere informatie

Uitwerkingen Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2

Uitwerkingen Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2 Uiwerkingen Toes IEEE, Modules en Daum: 9 sepember 007 Tijd: 0.40.0 (90 minuen) Opgave I) Di is een warmmakerje. In woorden is V is de serieschakeling van, en (de parallelschakeling van 3 en 4) of V =

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correcievoorschrif VWO 009 ijdvak wiskunde A, He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de beoordeling

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 Uitwerkingen opgaven hodstuk 5 5.1 Kernreacties Opgave 1 a Zie BINAS tabel 40A. Krypton heeft symbool Kr en atoomnummer 36 krypton 81 = 81 36 Kr 81 0 81 De vergelijking voor de K-vangst is: 36Kr 1e 35X

Nadere informatie

wiskunde A bezem havo 2017-I

wiskunde A bezem havo 2017-I Disribuieriem Een disribuieriem is een geribbelde riem die in een moderne verbrandingsmoor van een auo zi. Zo n riem heef en opziche van een keing voordelen: hij maak minder lawaai en er is geen smering

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Draadloze communicatie

Hoofdstuk 6: Draadloze communicatie Elekronica: Tweede kandidauur indusrieel ingenieur 1 Hoofdsuk 6: Draadloze communicaie 1: Principewerking He is de bedoeling in di hoofdsuk de elemenaire principes van draadloze communicaie e besuderen.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Profielwerkstuk

Inhoudsopgave. Profielwerkstuk Inhoudsopgave Inhoudsopgave... Inleiding... 3 Proloog... 4 Hoofdsuk 1. Kosische sraling... 5 1. De herkos van kosische sraling... 5. Showers... 7 3. Hisparc... 8 Eerse inerezzo: Eleenaire deeljes... 9

Nadere informatie

Logaritmen, Logaritmische processen.

Logaritmen, Logaritmische processen. PERIODE Lineaire, Kwadraische en Exponeniele funcies. Logarimen. Logarimen, Logarimische processen. OPDRACHT 1 Gebruik je (G)RM voor de berekening van: 1) log 2) log 0 3) log 00 4) log 000 5) log 1 6)

Nadere informatie

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Elektrisch veld In de vacuüm gepompte beeldbuis van een TV staan twee evenwijdige vlakke metalen platen

Nadere informatie

Uitwerkingen H14 Algebraïsche vaardigheden 1a. x = 6 2 = 4 en y = 9,60 5 = 4,60

Uitwerkingen H14 Algebraïsche vaardigheden 1a. x = 6 2 = 4 en y = 9,60 5 = 4,60 Uiwerkingen H Algebraïsche vaardigheden = 6 = en y = 9,60 5 =,60 Voor km een bedrag van,60 euro Per km dus een bedrag van,5 euro. Da is he quoiën van y en. Bij km zijn de kosen 5 euro dus bij 0 km zijn

Nadere informatie

Boek 3 hoofdstuk 10 Groei havo 5

Boek 3 hoofdstuk 10 Groei havo 5 Boek 3 hoofdsuk 0 Groei havo 5. Lineaire en exponeniële groei. a. Opp = 750 + 50 me = 0 op juni, per week en opp. in m. Y =750 + 50 Y (3) = 00 m en Y (5) = 500 m (mehode : voer in Y, daarna rekenscherm,

Nadere informatie

11 Groeiprocessen. bladzijde 151 21 a A = c m 0,67 } m = 40 en A = 136. 136 = c 40 0,67 136 = c

11 Groeiprocessen. bladzijde 151 21 a A = c m 0,67 } m = 40 en A = 136. 136 = c 40 0,67 136 = c Groeiprocessen ladzijde a A = c m 7 } m = 40 en A = = c 40 7 = c, 40 0 7 c, Dus de evenredigheidsconsane is,. m = 7 geef A =, 7 7 Dus de lichaamsoppervlake is ongeveer dm. c A =, geef, m 7 =, m 7 009 m

Nadere informatie

C. von Schwartzenberg 1/18. 1b Dat zijn de punten (0, 0) en (1; 0,5). Zie de plot hiernaast.

C. von Schwartzenberg 1/18. 1b Dat zijn de punten (0, 0) en (1; 0,5). Zie de plot hiernaast. a G&R havo B deel 9 Allerlei uncies C von Schwarzenber /8 Zie de plo hiernaas b Da zijn de punen (0, 0) en (; 0,5) c Van de raieken van en li een enkel pun onder de -as d De raieken van en hebben de -as

Nadere informatie

NAAM: SaLVO! KLAS: Lesbrief Straling. en exponentiële verbanden NATUURKUNDE KLAS 5 VWO

NAAM: SaLVO! KLAS: Lesbrief Straling. en exponentiële verbanden NATUURKUNDE KLAS 5 VWO NAAM: KLAS: SaLVO! Lesbrief Sraling en exponeniële verbanden NATUURKUNDE KLAS 5 VWO SaLVO! Di lesmaeriaal is een onderdeel van he samenwerkingsprojec SaLVO! da als doel heef om meer samenhangend onderwijs

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO 2003-I wiskunde A (oude stijl) Levensduur van koffiezetapparaten. Maximumscore 4 1 Na 2,5 jaar zijn er ,99 0,97 apparaten 1

Antwoordmodel VWO 2003-I wiskunde A (oude stijl) Levensduur van koffiezetapparaten. Maximumscore 4 1 Na 2,5 jaar zijn er ,99 0,97 apparaten 1 Anwoordmodel VWO 3-I wiskunde A (oude sijl) Levensduur van kfiezeapparaen Na,5 jaar zijn er 5,99,97 apparaen Na 3,5 jaar zijn er 5,99,97,87 apparaen He verschil hierussen bedraag 87 apparaen de kansen,99

Nadere informatie

Oplossingen van de oefeningen

Oplossingen van de oefeningen Oplossingen van de oefeningen Module ) Gegeven x[n] =,7 n. Als de bemonseringsfrequenie gelijk is aan khz, welke analoge ijdsconsane kom dan overeen me deze discree exponeniële? x[n] =,7 n = e n,7 = e

Nadere informatie

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

Studiekosten of andere scholingsuitgaven 12345 20 Aanvullende oeliching Bij voorlopige aanslag inkomsenbelasing 20 Volg u in 20 een opleiding of een sudie voor uw (oekomsige) beroep? Dan mag u de uigaven hiervoor, zoals lesgeld en de uigaven

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO 2002-II wiskunde A (oude stijl) Speelgoedfabriek

Antwoordmodel VWO 2002-II wiskunde A (oude stijl) Speelgoedfabriek Anwoordmodel VWO 00-II wiskunde A (oude sijl) Anwoorden Speelgoedfabriek Voorwaarde II hoor bij immeren Voor immeren zijn 60x + 40y minuen nodig Voor immeren zijn 80 uur dus 4800 minuen beschikbaar 60x

Nadere informatie

Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven, die nagenoeg even zwaar beoordeeld zullen worden.

Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven, die nagenoeg even zwaar beoordeeld zullen worden. Maeriaalmodellen Faculei : Werkuigbouwkunde Daum : 18 augusus 1997 Tijd : 9.00-12.00 uur Di enamen besaa ui 5 opgaven, die nagenoeg even zwaar beoordeeld zullen worden. Eerse-jaars sudenen maken de muliple-choice

Nadere informatie

WERKCOLLEGE 1. 1.A Vrije val. 1.B Centrale botsing. Basketbal (toets oktober 2000)

WERKCOLLEGE 1. 1.A Vrije val. 1.B Centrale botsing. Basketbal (toets oktober 2000) Uiwekinen Wekcollee WERKCOLLEGE.A Vije al De ije al is een ewein an assapunen in de uu an he aadoppelak. Inloeden an de luch (wijin, wind) woden ewaaloosd. a) Sel de eweinseelijkin op oo een deelje in

Nadere informatie

De Wageningse Methode 5&6 VWO wiskunde B Uitgebreidere antwoorden Hoofdstuk 4 Goniometrie

De Wageningse Methode 5&6 VWO wiskunde B Uitgebreidere antwoorden Hoofdstuk 4 Goniometrie De Wageningse Mehode & VWO wiskunde B Uigebreidere anwoorden Hoofdsuk Goniomerie Paragraaf Cirkelbewegingen a. De hooge van he wiel is de y-coördinaa van he hoogse pun van de grafiek, dus 80 cm b. De periode

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies Hoofsuk - Eponeniële funies lazije 7 V-a hooge in m 7, 8 8, 9 ij in uren 9, Aangezien e punen op een rehe lijn liggen, noemen we eze groei lineair. Als je e rehe lijn naar links voorze, an kun je aflezen

Nadere informatie

Eindexamen havo wiskunde A I

Eindexamen havo wiskunde A I Eindexamen havo wiskunde A 0 - I Supersize me maximumscore 3 33,6 G = 5000 G 49 (kg) He anwoord: 49 85 = 64 (kg) ( nauwkeuriger) maximumscore 4 E b = 33,6 85 = 856 Zijn energieoverscho is 5000 856 = 44

Nadere informatie

Analoge Elektronika 1 DE SCHMITT TRIGGER

Analoge Elektronika 1 DE SCHMITT TRIGGER Analoge Elekronika DE SCHMITT TIGGE Een Schmi rigger is een komparaor me hyseresis. Ne zoals bij een komparaor is de ingang een analoog signaal, erwijl de uigang een digiaal signaal is. De uigangsspanning

Nadere informatie

Oplossing oefeningen. Deel 1: Elektriciteit

Oplossing oefeningen. Deel 1: Elektriciteit Oplossing oefeningen Afhankelijk van je oplossingsmethode en het al dan niet afronden van tussenresultaten, kun je een lichtjes verschillende uitkomst verkrijgen. Deel 1: Elektriciteit Hoofdstuk 1: Elektrische

Nadere informatie

Universiteit Twente - Faculteit der Elektrotechniek. Tentamen INLEIDING ELEKTRISCHE ENERGIETECHNIEK (124177)

Universiteit Twente - Faculteit der Elektrotechniek. Tentamen INLEIDING ELEKTRISCHE ENERGIETECHNIEK (124177) Universiei Twene - Faculei der Elekroechniek Tenamen INLEIDING ELEKTRISCHE ENERGIETECHNIEK (124177) gehouden op woensdag 10 mei 2000 van 13.30 o 17.00 uur Di enamen besaa ui 6 bladzijden me 6 opgaven.

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 - Logaritmische functies

Hoofdstuk 7 - Logaritmische functies Hoodsuk 7 - Logarimishe unies ladzijde 0 V-a De dagwaarde egin op 000 en daal naar 000. Dus: 000 g 000 = = 06 ; g = 000 06 0 909. = 000 g ; Op ijdsip = 0 is de dagwaarde 000. De groeiaor g 0 909 dus W

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. ) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2014

Correctievoorschrift VWO 2014 Correcievoorschrif VWO 04 ijdvak wiskunde A (pilo) He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. 2) Zwakker als ze verder

Nadere informatie