Eerstegraads functies en rechte lijnen. Introductie 45. Leerkern 46

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eerstegraads functies en rechte lijnen. Introductie 45. Leerkern 46"

Transcriptie

1 Open Inhoud Universiteit leereenheid Wiskunde voor milieuwetenschappen Eerstegraads functies en rechte lijnen Introductie 5 Leerkern 6 De grafiek van een eerstegraads functie 6 Van grafiek naar functievoorschrift 9 De richtingscoëfficiënt nader bekeken 5 Evenredige grootheden 56 5 Snijpunten van grafieken 58 6 Eerstegraads ongelijkheden 6 7 Meer over rechte lijnen 6 Samenvatting 69 Zelftoets 7 Terugkoppeling 7 Uitwerking van de opgaven 7 Antwoorden op de zelftoets 8

2 Leereenheid Eerstegraads functies en rechte lijnen Leereenheid Eerstegraads functies en rechte lijnen Introductie Er bestaat een verscheidenheid aan mogelijke verbanden tussen milieuwetenschappelijke grootheden. Hier bekijken we een vrij eenvoudig verband: het lineaire verband. Zo n lineair verband wordt beschreven met eerstegraads functies en grafisch weergegeven door een rechte lijn. In deze leereenheid vindt u een aantal voorbeelden zoals nulde-orde chemische reacties, de beweging van voertuigen met constante snelheid, het energieverbruik in huis, de ideale gaswet, en de opbouw van druk in de aardkorst. In leereenheid zijn enkele eerstegraads functies al de revue gepasseerd. In deze leereenheid worden de eigenschappen van dergelijke functies op een rijtje gezet. Daarbij bespreken we onder meer de standaardvorm van een eerstegraads functie, de richtingscoëfficiënt en evenredige grootheden. Vervolgens bespreken we enkele aspecten van rechte lijnen, zoals de vergelijking van een rechte lijn en het berekenen van snijpunten van rechte lijnen. Ten slotte bekijken we het opstellen en oplossen van eerstegraads ongelijkheden. LEERDOELEN Na bestudering van deze leereenheid weet u wat er onder het begrip eerstegraads functie wordt verstaan weet u dat de grafiek van een eerstegraads functie een rechte lijn is kent u enkele belangrijke kenmerken van een eerstegraads functie, zoals de richtingscoëfficiënt en het snijpunt met de y-as kent u de standaardvorm van het functievoorschrift van een eerstegraads functie kunt u op basis van de grafiek het functievoorschrift bepalen kunt u herkennen wanneer twee grootheden recht evenredig zijn weet u dat een rechte lijn ook beschreven kan worden zonder een directe koppeling aan een eerstegraads functie kent u diverse vormen van de vergelijking van een rechte lijn en kunt u deze in elkaar omzetten kent u de bijzondere vorm van de vergelijkingen van horizontale en verticale rechte lijnen kunt u de snijpunten bepalen van rechte lijnen in het algemeen en van grafieken van eerstegraads functies in het bijzonder kunt u eerstegraads ongelijkheden zowel grafisch als algebraïsch oplossen. 5

3 Open Universiteit Wiskunde voor milieuwetenschappen LEERKERN Eerstegraads functie Graad Zie appendix A, paragraaf A.7. VOORBEELD. De grafiek van een eerstegraads functie Een functie met een functievoorschrift van de vorm f ( x) = ax + b is een eerstegraads functie. Met graad wordt hier bedoeld: de hoogste macht waarin de invoervariabele x voorkomt. Omdat x = x, is de graad van deze functie. Met a = en b = krijgen we de functie f( x) = x+ ofwel f( x) = x. Met a = en b = krijgen we gx ( ) = x+. Met a = en b = krijgen we hx ( ) = x+, ofwel hx ( ) = x. Met a = en b = krijgen we kx ( ) = x+, ofwel kx ( ) =. De grafiek van f( x) = x+ hebben we al stap voor stap getekend in paragraaf.. Eerst hebben we een aantal punten van de grafiek berekend: x f(x) + = 5 + = + = + = Vervolgens zijn de punten uit de tabel getekend in een assenstelsel, zie figuur.. Deze punten liggen op een rechte lijn. Als we meer punten van deze grafiek zouden tekenen, dan komen deze alle op deze rechte lijn te liggen en omgekeerd liggen alle punten op deze lijn op de grafiek van f. f y-as 6 5 x-as FIGUUR. Grafiek van de functie f( x) = x+ De grafieken van de andere drie functies uit voorbeeld. ziet u in figuur.. 6

4 Leereenheid Eerstegraads functies en rechte lijnen h y-as 6 5 k x-as g FIGUUR. Grafieken van gx ( ) = x+, hx ( ) = xen kx ( ) = OPGAVE. (*) a Bereken g (), g () en g ( ) en controleer dat de bijbehorende punten op de in figuur. getekende grafiek van g liggen. b Doe hetzelfde voor h (), h () en h ( ). c Wat valt u op aan de uitvoerwaarden van de functie k? OPGAVE. (*) Het snijpunt van de grafieken van g en h kunnen we aflezen in de grafiek: (, ). a Controleer dat dit punt inderdaad op beide grafieken ligt door g () en h () te berekenen. b Lees het snijpunt van de grafieken van g en k af in figuur.. c Controleer op de manier van vraag a dat dit punt inderdaad op de grafiek van g ligt. OPGAVE. GEOGEBRA Open GeoGebra werkblad : Eerstegraads functies op studienet. U ziet de grafiek van een functie f ( x) = ax + b. De waarden van a en b kunt u aanpassen met de schuifknoppen. a Onderzoek hoe de grafiek loopt als a positief is en als a negatief is. b Hoe loopt de grafiek als a =? c Hoe verandert de grafiek als u de waarde van b verschuift? Welk effect heeft de waarde van b op de plaats van het snijpunt van de grafiek met de y-as? 7

5 Open Universiteit Wiskunde voor milieuwetenschappen OPGAVE. MAXIMA In deze opgave vergelijken we telkens de grafieken van twee functies. Als u behoefte hebt aan extra oefening met het tekenen van grafieken, kunt u de grafieken tekenen door eerst een viertal punten uit te rekenen en deze in een assenstelsel te tekenen. (Zie figuur.). U kunt de grafieken ook tekenen in Maxima. Om twee grafieken in dezelfde figuur te tekenen, voert u eerst de functievoorschriften in zoals bij opgave.8. Vervolgens vult u het Plot D scherm in zoals hieronder, dus met f, g in de eerste regel. In het scherm hieronder zijn verder de x- en de y-waarden zo ingesteld dat zowel het domein als het bereik het interval 6,6 is. De optie set size ratio zorgt ervoor dat de x-as en de y-as even groot worden afgedrukt. a Teken de grafieken van de functies f( x) = x en gx ( ) = x+ in één figuur. b Doe hetzelfde voor f( x) = x+ en gx ( ) = x. c Idem voor f( x ) = 5 en gx ( ) = 5x. Richtingscoëfficiënt Stijgen Dalen In de grafieken van figuren. en. en van opgaven. en. kunt u enkele belangrijke kenmerken zien van de rechte lijn als grafiek van een eerstegraads functie: De grafiek van de functie f ( x) = ax + b is een rechte lijn. De waarde van a geeft de richting van de lijn aan. a heet dan ook de richtingscoëfficiënt van de rechte lijn. Als a positief is, dan stijgt de grafiek (dat wil zeggen dat f( x ) toeneemt als x toeneemt); als a negatief is, dan daalt de grafiek van f (dat wil zeggen dat f( x ) afneemt als x toeneemt); als a =, dan is de grafiek een horizontale lijn; als twee eerstegraads functies dezelfde richtingscoëfficiënt a in hun formule hebben, dan zijn hun grafieken twee evenwijdige rechte lijnen; hoe groter a, hoe steiler de grafiek. De grafiek snijdt de verticale as in het punt P met x-coördinaat x = P en y-coördinaat y = b. P OPGAVE.5 Van welke functies in voorbeeld. en opgave. is de grafiek stijgend? En van welke is de grafiek dalend? 8

6 Leereenheid Eerstegraads functies en rechte lijnen OPGAVE.6 Welk van de grafieken in voorbeeld. en opgave. loopt het steilst? En welke grafieken lopen evenwijdig? Hoe kunnen de antwoorden op bovenstaande vragen afgeleid worden uit de functievoorschriften? Lineaire functie Vergelijking van de grafiek van f Zie appendix A, paragraaf A.7. Omdat de grafiek van een eerstegraads functie f ( x) = ax + b een rechte lijn is wordt zo n functie ook wel een lineaire functie genoemd. Functies als f( x ) = 5 en kx ( ) = zijn strikt genomen geen eerstegraads functies, want er staat geen eerstegraads term in het functievoorschrift. Met enig formalisme zouden we dit nuldegraads functies kunnen noemen: omdat x = kunnen we schrijven f( x) = 5 x en kx ( ) = x. Deze constante functies zijn wel lineaire functies: de grafiek is een horizontale rechte lijn. Als we, zoals gebruikelijk bij wiskundige functies zonder context, de uitvoervariabele y noemen, kunnen we de formule f( x) = x+ ook schrijven als y = x+. Deze laatste vorm wordt de vergelijking van de grafiek van f genoemd. In opgaven.5 en.6 hebt u kunnen zien dat alle punten op de rechte lijn van figuur. voldoen aan deze vergelijking, dat wil zeggen dat er een ware bewering ontstaat als we de x-coördinaat en de y-coördinaat van een punt op die lijn invullen in de vergelijking. Hoewel er formeel een verschil bestaat tussen de formule f( x) = x+ (het functievoorschrift van een functie) en de formule y = x+ (de vergelijking van de grafiek van die functie) worden deze formules in de praktijk door elkaar heen gebruikt. OPGAVE.7 (*) De rechte lijnen in figuur. hebben als vergelijkingen: y = x+ (grafiek van g), y = x (grafiek van h) en y = (grafiek van k). a Lees de coördinaten van enkele punten op de grafiek van g af en controleer dat deze voldoen aan de vergelijking y = x+. b Lees de coördinaten van enkele punten op de grafiek van h af en controleer dat deze voldoen aan de vergelijking y = x. c Wat kunt u zeggen over de y-coördinaten van de punten die op de grafiek van k liggen? Van grafiek naar functievoorschrift In de Milieuwetenschappen weten we vaak op grond van meetresultaten en soms ook op grond van theoretische overwegingen wat voor verband er tussen twee variabelen bestaat, maar daarmee hebben we nog geen functievoorschrift. In zo n geval kunnen we beschikbare metingen weergeven als punten in een assenstel en kijken we daarna of we op grond van deze figuur het functievoorschrift kunnen bepalen. BOX. Toepassing: Nuldeorde chemische reacties Een toepassing van lineaire functies is het beschrijven van zogenaamde nulde-orde chemische reacties. Bij een chemische reactie wordt bijvoorbeeld een chemische stof A ontleed in twee componenten B en C. Dit wordt genoteerd als A B+ C. De snelheid van de reactie hangt in principe af van de concentratie c van stof A: hoe hoger de concentratie van A, des te sneller zal de reactie over het algemeen verlopen. Bij een nulde-orde reactie is deze reactiesnelheid echter constant en dus juist onafhankelijk van A. In dat geval verandert de concentratie van de 9

7 Open Universiteit Wiskunde voor milieuwetenschappen uitgangsstof A lineair met de tijd. Andere typen reacties bijvoorbeeld eerste-orde en tweede-orde reacties worden met andere typen functies beschreven. Hier komen we later op terug. concentratie (c) tijd (t) FIGUUR. Verloop van de concentratie tegen de tijd voor een nuldeorde chemische reactie Bron: OU Cursus Scheikunde voor milieuwetenschappen (Holtkamp & van Wijnen, ). VOORBEELD. Toepassing: Nulde-orde chemische reactie Een voorbeeld van een nulde-orde reactie is de ontleding van ammoniak aan een platinadraad tot stikstof en waterstof: Pt als katalysator NH N + H Voor deze reactie beschrijft de functie f de ammoniakconcentratie c (in mol per liter) als functie van de tijd t (in seconden). Aan de hand van een experiment zijn de volgende waarden bekend: t (s) c (mol/l) 8 6 Omdat we weten dat f een lineaire functie is, kunnen we op basis van deze tabel de grafiek tekenen. In figuur. ziet u de vier punten A(, ), B(, 8), C(, 6) en D(, ), alsmede de rechte lijn door deze vier punten. De vraag is nu hoe we op grond van de tabel en de grafiek een formule voor de functie f kunnen opstellen. Daartoe onderzoeken we hoe de waarde van de uitvoervariabele c verandert als gevolg van een verandering van de invoervariabele t: Tussen t = en t = neemt de concentratie af van c = tot c = 8, tussen t = en t = neemt de concentratie af van c = tot c = 6 en van t = tot t = neemt de concentratie af van c = 8 tot c =. Algemener geldt: als t toeneemt met, dan neemt c af met ; als t toeneemt met, dan neemt c af met en als t toeneemt met, dan neemt c af met 6. Welke twee punten op de grafiek we ook nemen en hoe groot de toename van t tussen deze twee punten ook is, de afname van c is altijd twee keer zo groot als de toename van t. 5

8 Leereenheid Eerstegraads functies en rechte lijnen c (mol/l) A 9 8 B t = 7 6 C 5 c = 6 D 5 t (s) FIGUUR. Grafiek van de functie f uit voorbeeld. D is de Griekse hoofdletter Delta. afname = negatieve toename Om deze conclusie in een formule te kunnen gieten, voeren we eerst wat notatie in. Gegeven twee punten van de grafiek, bijvoorbeeld A en B. De toename van t noteren we als D t, de toename van c noteren we als D c. Er geldt dus: D t = t t en D c = c c. B A B A Voor de punten A en B in figuur. geldt dan: D t = t t = = en B A D c = c 8 B c = = en voor de punten B en D geldt zoals A aangegeven in figuur.: D t = t t = = en D B D c = c 8 6 D c = =. B Hoewel de waarden van D t en D c niet op voorhand vastliggen (we kunnen de punten waarmee we deze toenames berekenen vrij kiezen), ligt hun verhouding voor alle punten op de grafiek van figuur. wel vast. Welk tweetal punten we ook nemen, er geldt altijd D c = D t, ofwel D c = Dt Nu we geconstateerd hebben dat de verhouding tussen de toename van t en de toename van c tussen twee punten van de grafiek een vast getal is, in ons voorbeeld, kunnen we ook een vergelijking voor de grafiek opstellen. Neem hiertoe een willekeurig punt P(t, c) op de grafiek en neem als vast punt A(, ). 5

9 Open Universiteit Wiskunde voor milieuwetenschappen Als we van A naar P bewegen, dan geldt D c = c c = c en P A D t = t P t = A t = t. Uit D c = D t volgt dan c = t ofwel c = t +. De vergelijking van de rechte lijn in figuur. is dus c = t+. Het bijbehorende functievoorschrift is f( t) = t+. OPGAVE.8 (*) De grafiek van figuur. gaat onder meer door de punten A(, ), B(, 8), C(, 6) en D(, ). Hierboven is beredeneerd dat bij deze grafiek het functievoorschrift f( t) = t+ hoort. a Bereken f (), f (), f () en f () en controleer zo dat de punten A, B, C en D inderdaad op de grafiek van f liggen. b Lees de coördinaten af van twee andere punten op de grafiek van figuur. en controleer op de manier van vraag a dat ook deze punten op de grafiek van f liggen. OPGAVE.9 Toepassing: Nulde-orde chemische reactie We bekijken nog steeds de nulde-orde chemische reactie uit voorbeeld.. We hebben inmiddels gezien dat de concentratie op tijdstip t gegeven wordt door f( t) = t+. a Wat is de concentratie op t =? En op t = 5? b Wat kunt u zeggen over de concentratie op t = 6? c Is de grafiek stijgend of dalend? Wat is hiervan de scheikundige interpretatie? d Wat is het domein van de functie? En wat is het bereik? Merk op dat de richtingscoëfficiënt van de grafiek van f( t) = t+ (a in de formule f () t = at + b ) gelijk is aan Dc/Dt en dat het voor de uitkomst van Dc/Dt niet uitmaakt welk tweetal punten op de grafiek we gebruiken om deze verhouding te berekenen. Verder hadden we in dit voorbeeld de waarde van b ook direct kunnen aflezen uit de grafiek. Enerzijds geldt namelijk dat de grafiek door het punt (, ) gaat, dus f() =. Anderzijds geldt f() = a + b= + b= b. Dit kunnen we samennemen tot b =. De hierboven besproken techniek kunnen we toepassen voor iedere lineaire functie. De cruciale stap hierbij is de bepaling van de richtingscoëfficiënt a. Deze wordt berekend met de coördinaten van twee punten op de grafiek. Richtingscoëfficiënt bepalen. De richtingscoëfficiënt a van de rechte lijn met vergelijking y = ax + b door A x, y en de punten ( A A) (, ) B x y is gelijk aan B B Dy y y B a = = Dx x x B A A In opgave. wordt nog eens geïllustreerd dat het bij het berekenen van de richtingscoëfficiënt van de grafiek van een eerstegraads functie niet uitmaakt welk tweetal punten op deze rechte lijn we daarbij nemen. 5

10 Leereenheid Eerstegraads functies en rechte lijnen OPGAVE. GEOGEBRA Open GeoGebra werkblad : Richtingscoëfficiënt op studienet. Controleer dat Dy/Dx voor ieder tweetal punten op de grafiek van een functie f ( x) = ax + b gelijk is aan a. VOORBEELD. We gaan een vergelijking opstellen voor de rechte lijn l die door de punten A (,) en B (,5) gaat. We gaan daarbij op zoek naar een vergelijking van de vorm y = ax + b. De richtingscoëfficiënt a berekenen we met de formule Dy y y B A 5 a = = = = = Dx x x B A De waarde van b kunnen we nu op twee manieren vinden: Ga uit van de vergelijking y = ax + b. We weten dat a = en dat het getallenpaar x = en y = een oplossing is van de vergelijking. Er moet dus gelden: = + b = + b b=. Teken de rechte lijn door de punten A (,) en B (,5) in een assenstelsel en kijk waar deze lijn de y-as snijdt. Omdat y met toeneemt als x met toeneemt, neemt y ook af als x afneemt met. Zo zien we dat de rechte lijn ook door het punt (, ) gaat. Op beide manieren vinden we dat b =, de vergelijking van lijn l is dus y = x. OPGAVE. (*) Controleer dat het punt B (,5) ook op de rechte lijn met vergelijking y = x ligt. OPGAVE. (*) Bereken eerst de richtingscoëfficiënten en stel vervolgens een vergelijking op voor de rechte lijnen door de punten: a (, ) en (, ) b (, ) en (6, ) c (, ) en (, 6) OPGAVE. (*) De rechte lijn l gaat door de punten (, ) en (8, ). a Teken lijn l in een assenstelsel. b Stel een vergelijking op voor lijn l. OPGAVE. (*) Van de lineaire functie f is gegeven: f() = en f(6) =. Stel een functievoorschrift op voor f. Opmerking Een rechte lijn ligt vast als we twee punten van die lijn kennen. We kunnen daarom de grafiek van een lineaire functie tekenen zodra we twee punten van die grafiek kennen. Om een nauwkeuriger grafiek te maken is het raadzaam om nog één of twee punten te tekenen. Het berekenen van de coördinaten van nog meer punten is echter niet nodig en bij het uitwerken van een tentamen zelfs ongewenst: het kost kostbare tijd en het suggereert dat de kandidaat niet weet dat er sprake is van een rechte lijn. 5

11 Open Universiteit Wiskunde voor milieuwetenschappen De richtingscoëfficiënt nader bekeken De richtingscoëfficiënt is niet alleen een abstracte parameter in de formule y = ax + b, in toepassingen heeft hij vaak ook een concrete betekenis. In deze paragraaf bespreken we het voorbeeld van de beweging van voertuigen met constante snelheid. BOX. Toepassing: Beweging van voertuigen Als toepassing van eerstegraads functies bekijken we de beweging van een voertuig met een constante snelheid. Zijn positie verandert dan lineair met de tijd. Dit kan met een eerstegraads functie worden beschreven. Andere vormen van beweging met versnelling of vertraging worden met andere typen functies beschreven. Hier komen we later op terug. Bron: OU cursus Natuurkunde voor milieuwetenschappen (van Belleghem, ) Aandachtsgebied: Klassieke mechanica, Mobiliteit VOORBEELD. Toepassing: Beweging van voertuigen Een hogesnelheidstrein rijdt vanaf. uur ( t = ) gedurende minuten met een constante snelheid. Om. uur ( t = ) passeert de trein kilometerpaal 6, om.5 uur ( t = 5 ) passeert de trein kilometerpaal 85. A, de afstand (in kilometers) van de trein tot kilometerpaal is hier een eerstegraads functie van de tijd t. Voor deze functie geldt: A () = 6 en A (5) = 85. Om het functievoorschrift te bepalen berekenen we eerst DA a = = = = 5 Dt 5 5 In de formule A = at + b kunnen we nu invullen: A = 6, a = 5 en t =. Dit geeft 6 = 5 + b, ofwel 6 = 5 + b. Hieruit volgt b =. Het functievoorschrift is dus A = 5t+. Nu kunnen we uitrekenen waar de trein zich bevindt op diverse tijdtippen: Op t = geldt A = 5 + = Op t = geldt A = 5 + = 5 Op t = geldt A = 5 + = Op t = geldt A = 5 + = 5 Op t = geldt A = 5 + = Op t = 5 geldt A = = 5 Merk op dat de trein rijdt met een snelheid van 5 km per minuut. De richtingscoëfficiënt is in dit voorbeeld dus niets anders dan de snelheid van de trein! De richtingscoëfficiënt geeft ook precies de afstand die wordt afgelegd in één minuut. Algemener geformuleerd: De richtingscoëfficiënt van de grafiek van een lineaire functie t A geeft aan met hoeveel eenheden de uitvoer A toeneemt als de invoer t toeneemt met één eenheid. 5

12 Leereenheid Eerstegraads functies en rechte lijnen OPGAVE.5 Toepassing: Beweging van voertuigen a Bij welke kilometerpaal is de trein uit voorbeeld. op t =? b Teken de grafiek van de functie t A. c Geef het domein en het bereik van deze functie. Let daarbij op de hierboven gegeven beperkingen voor het domein. Als we van een eerstegraads functie één punt en de richtingscoëfficiënt kennen, dan kunnen we de grafiek ook tekenen zonder eerst de formule op te stellen. De richtingscoëfficiënt geeft immers aan met hoeveel eenheden de uitvoer verandert als de invoer met één eenheid toeneemt. Zo kunnen we ook zonder functievoorschrift een aantal andere punten van de grafiek bepalen en vervolgens de grafiek tekenen. VOORBEELD.5 Toepassing: Beweging van voertuigen Een auto rijdt met een constante snelheid van km/h over de snelweg. Twee minuten nadat hij de snelweg is opgereden (op t = minuten) passeert de auto kilometerpaal. A, de afstand (in km) van de auto tot kilometerpaal is een eerstegraads functie van de tijd t (in minuten). Uit bovenstaande volgt dat de grafiek van deze functie door het punt (, ) gaat. Omdat de auto met een snelheid van kilometer per minuut rijdt, kunnen we gemakkelijk andere punten van de grafiek vinden. Eén minuut na t = passeert de auto kilometerpaal ; twee minuten na t = passeert de auto kilometerpaal 6; drie minuten na t = passeert de auto kilometerpaal 8; etc. De grafiek van de functie t A gaat dus ook door de punten (, ); (, 6) en (5, 8). Het is de rechte lijn die door deze punten gaat. De grafiek van deze functie is zodoende de rechte lijn door het punt (, ) met richtingscoëfficiënt. A in km t in minuten FIGUUR.5 De rechte lijn door (, ) met richtingscoëfficiënt. Let op: de afstand tussen twee dwarsstreepjes langs de verticale as is km. 55

13 Open Universiteit Wiskunde voor milieuwetenschappen OPGAVE.6 Toepassing: Beweging van voertuigen Bekijk de grafiek in figuur.5. a Waarom zou het eerste deel van de grafiek gestreept getekend zijn? b Stel een functievoorschrift op voor A als functie van t. OPGAVE.7 (*) De grafiek van een functie f gaat door het punt (, 5). De richtingscoëfficiënt van de grafiek is. a Teken de grafiek van de functie f. b Stel met behulp van deze grafiek een functie voorschrift op voor f. OPGAVE.8 (*) De grafiek van een functie g gaat door het punt (,). De richtingscoëfficiënt van de grafiek is. a Teken de grafiek van de functie g. b Stel met behulp van deze grafiek een functie voorschrift op voor g. Evenredige grootheden Als in de formule f ( x) = ax + b de waarde van b gelijk is aan, dan ontstaat er een bijzondere vorm van een eerstegraads functie. Het functievoorschrift is dan f ( x) = ax en de grafiek van de functie f gaat door de oorsprong (, ). Een dergelijke functie zijn we al tegengekomen in opgave.c (de functie f( x) = 5x). Wanneer het verband tussen twee grootheden met een dergelijke functie wordt beschreven, spreken we van evenredige grootheden. Hieronder leest u over enkele toepassingen waarin dergelijke verbanden en functies een rol spelen. BOX. Toepassing: Lithostatische druk en geothermische gradiënt In de geologie komen we evenredige grootheden tegen bij het beschrijven van druk en temperatuur in de aardkorst. Inzicht in druk en temperatuur is nodig om geologische processen in de aardkorst zoals de vervorming van gesteenten en mineralen te beschrijven. De druk wordt wel lithostatische druk genoemd: de druk die op een bepaald punt in de ondergrond heerst als gevolg van het gewicht van erboven gelegen gesteentemateriaal. M.b.t. de temperatuur wordt gesproken van de geothermische gradiënt: de toename van de temperatuur met de diepte in de aardkorst. Het precieze verloop van de druk en temperatuur is complex en afhankelijk van de geologische situatie ter plekke, maar bij benadering is het verloop lineair. Bron: OU cursus Geologie rondom Plaattektoniek (Leinders, 989) Aandachtsgebied: Geologie VOORBEELD.6 Toepassing: Lithostatische druk en geothermische gradiënt Op een bepaalde plaats zijn metingen gedaan door boringen in de aardkorst tot km diepte. Door deze boringen zijn de volgende gegevens bekend: diepte d (km) druk P (kbar),5 5 7,5 temperatuur T ( C) Deze gegevens zijn verwerkt in onderstaande grafiek, waarin de druk en de temperatuur op twee verschillende verticale assen zijn weergegeven. Voor elke waarde van de diepte op de horizontale as, leest u de waarde van de druk af op de linker as en de waarde van de temperatuur op de rechter as. 56

14 Leereenheid Eerstegraads functies en rechte lijnen druk (kbar) temperatuur ( C) 7,5 5, diepte (km) FIGUUR.6 De lithostatische druk en geothermische gradiënt in de aardkorst OPGAVE.9 Toepassing: Lithostatische druk en geothermische gradiënt a Wat is volgens figuur.6 de druk op 5 km diepte? En wat is de temperatuur? b Zijn de functies voor druk en temperatuur in figuur.6 stijgend of dalend? Wat is hiervan de geologische interpretatie? c Bereken de richtingscoëfficiënten van beide grafieken. Wat is hiervan de geologische interpretatie? d Wat is het domein van de functies in figuur.6? En wat is het bereik? e Leidt de functievoorschriften af. Recht evenredig Evenredigheidsfactor In figuur.6 gaat de grafiek van beide functies door de oorsprong (, ). Omdat de grafiek de verticale as snijdt in het punt (, ), geldt voor de standaardvorm f ( x) = ax + b dat b gelijk is aan, dus dat het functievoorschrift de vorm f ( x) = ax heeft. Voor de temperatuur als functie van de diepte geldt hier T = d. Voor de druk als functie van de diepte geldt hier P =,5d. We zeggen dat de grootheden in deze voorbeelden recht evenredig zijn: de temperatuur is recht evenredig met de diepte met evenredigheidsfactor, de druk is recht evenredig met de diepte met evenredigheidsfactor,5. BOX. Toepassing: Energieverlies in huis Een andere toepassing van lineaire functies is het beschrijven van energieverlies in huis. Er zijn in hoofdlijnen twee processen van energieverlies in huis: transmissie van warmte via muren, ramen en dak, en ventilatie door natuurlijke kieren en gaten en/of een ventilatiesysteem. Hier focussen we op de eerste: transmissie. De totale transmissie van warmte Q via een muur (of raam of dak) van oppervlakte A wordt gegeven door de formule DT Q = A R Hierin is: ΔT het verschil in buiten- en binnentemperatuur ( C) R de totale thermische weerstand van de muur (m C/W) A de oppervlakte (m ). Zonder in details te treden nemen we aan dat de totale waarde van de fractie A/R van een gemiddeld vrijstaand huis zo n W/ C bedraagt. Bron: OU cursus Energy Analysis (Blok, 6), OU cursus Natuurkunde voor milieuwetenschappen 57 (van Belleghem, ), MacKay (9) Aandachtsgebied: Energiegebruik, Thermodynamica

15 Open Universiteit Wiskunde voor milieuwetenschappen OPGAVE. Toepassing: Energieverlies in huis Als we in box. Q opvatten als een functie van het verschil tussen de binnentemperatuur en de buitentemperatuur (DT), dan volgt dat Q en DT recht evenredig zijn. a Wat is dan de evenredigheidsconstante? b Geef een functievoorschrift voor Q als functie van DT. c In welke eenheid wordt de grootheid Q aangegeven? 5 Snijpunten van grafieken Bij eerstegraads functies is er vrijwel altijd één snijpunt, verderop in de cursus komen we ook functies tegen waarbij er meer snijpunten mogelijk zijn. Zie paragraaf A.9 en A.. VOORBEELD.7 Bij het werken met functies is de vraag vaak voor welke invoerwaarde we een bepaalde uitvoerwaarde krijgen, of voor welke invoerwaarde twee functies dezelfde uitvoerwaarde geven. Het antwoord op dergelijke vragen vinden we door te kijken naar het snijpunt van een grafiek met een bepaalde horizontale lijn, of naar het snijpunt van twee grafieken. In deze paragraaf bespreken we het berekenen van de coördinaten van dergelijke snijpunten voor grafieken van eerstegraads functies. Dit doen we door het opstellen en oplossen van eerstegraads vergelijkingen. De techniek voor het oplossen van dergelijke vergelijkingen wordt besproken in appendix A. In figuur.7 ziet u de grafieken van de functies f( x) = x+, gx ( ) = x+ 6 en hx ( ) = x 8. g y-as f x-as h FIGUUR.7 Drie lineaire functies Het snijpunt van de grafieken van f en h is gemakkelijk af te lezen in figuur.7: (, ). Dit kunnen we controleren door te berekenen: f () = + = + = en h () = 8 = 8 =. De snijpunten van de grafiek van g met de grafiek van f en met de grafiek van h zijn niet zo gemakkelijk af te lezen in de grafiek. Om deze snijpunten te bepalen stellen we eerst vergelijkingen op. 58

16 Leereenheid Eerstegraads functies en rechte lijnen Voor het snijpunt van de grafieken van f en g zoeken we een invoerwaarde x waarvoor de uitvoerwaarden van beide functies gelijk zijn. Er geldt dus: f( x) = gx ( ). Als we in deze formule de functievoorschriften van f en g invullen, dan ontstaat de eerstegraads vergelijking x + = x+ 6 Voor het snijpunt van de grafieken van g en h zoeken we de invoerwaarde x waarvoor geldt gx ( ) = hx ( ). Invullen van de functievoorschriften van g en h geeft dan de eerstegraads vergelijking x+ 6 = x 8. OPGAVE. (*) Gegeven de functies f, g en h uit voorbeeld.7. a Los de vergelijking f( x) = gx ( ) op. Controleer uw antwoord door f( x ) en gx ( ) te berekenen voor de gevonden waarde van x. b Los de vergelijking gx ( ) = hx ( ) op. Controleer uw antwoord door gx ( ) en hx ( ) te berekenen voor de gevonden waarde van x. VOORBEELD.7 (vervolg) Het snijpunt van de grafiek van f met de x-as is ook gemakkelijk af te lezen: dat is het punt ( 5, ). Dit kunnen we controleren door te berekenen: f ( 5) = 5 + = + =. ( ) Het snijpunt van de grafiek van g met de x-as is niet af te lezen in de grafiek. Om dit snijpunt te vinden, moeten we de waarde van x vinden waarvoor geldt gx ( ) =. Dit leidt tot de eerstegraads vergelijking x + 6 =. OPGAVE. (*) Los de vergelijking gx ( ) = op en controleer uw antwoord door gx ( ) uit te rekenen voor de gevonden waarde van x. OPGAVE. (*) In deze opgave bekijken we de functie hx ( ) = x 8. a Los op: hx ( ) =. b Bereken de coördinaten van het snijpunt van de grafiek van h met de lijn y = 5. c Controleer uw antwoorden op de manier van opgave.. d Hoe kunt u uw antwoorden controleren in figuur.7? BOX.5 Toepassing: De ideale gaswet en het absolute nulpunt In paragraaf. hebben we al uitgebreid stilgestaan bij de ideale gaswet bij een constante temperatuur. Boyle onderzocht ook het verband tussen druk en volume van een hoeveelheid gas bij verschillende, constante temperaturen. Telkens vond hij dat de relatie P V = constant gold, maar de waarde van de constante was afhankelijk van de temperatuur. Uitgebreidere proeven, onder andere door Gay-Lussac, toonden aan dat er tussen de waarde van de constante en de temperatuur een lineair verband bestond. Figuur.8 geeft enige resultaten van zulke metingen. Het bleek dat bij constant volume de druk-temperatuur-grafieken rechte lijnen waren. Maar bovendien bleek nog een ander belangrijk feit: bij extrapolatie naar druk nul bleek deze druk altijd bij dezelfde temperatuur op te treden, 59

17 Open Universiteit Wiskunde voor milieuwetenschappen onafhankelijk van de hoeveelheid gas en van het soort gas! Deze temperatuur moest wel een zeer bijzondere waarde zijn. Omdat een gas met negatieve druk niet voorstelbaar is, moest dit de laagst mogelijke temperatuur, het absolute nulpunt zijn! Bron: OU Cursus Natuurkunde (Swithenby, 987) Aandachtsgebied: Thermodynamica druk (bar) V =,5 m V = m V = m temperatuur ( C) FIGUUR.8 Druk als functie van de temperatuur bij gelijkblijvend volume voor drie volumes Opmerking Opmerking Zie ook appendix B. VOORBEELD.8 Toepassing: De ideale gaswet en het absolute nulpunt Extrapoleren = verlengen van de grafiek tot buiten het domein van de metingen waarop de grafiek gebaseerd is. Bij het maken van berekeningen nemen we dan aan dat het functievoorschrift ook buiten dit domein geldig blijft. In dit geval gaat het om temperaturen buiten het domein waarin de proeven uitgevoerd zijn, dus buiten het interval 5 T. De SI-eenheid voor temperatuur is niet graden Celcius of graden Fahrenheit, maar kelvin (K, dus zonder graden). Deze is gebaseerd op het hier besproken absolute nulpunt. We bekijken weer het vat van voorbeeld.. Het vat wordt telkens in verschillende situaties geprepareerd met constante volumes van respectievelijk, ½, en m. Bij elke situatie wordt voor verschillende waarden van de temperatuur (in het domein van 5 tot graden Celsius) de druk gemeten. Zie figuur.8. 6

18 Leereenheid Eerstegraads functies en rechte lijnen OPGAVE. Toepassing: De ideale gaswet en het absolute nulpunt In box.5 hebben we gezien dat het product P V bij gelijkblijvende temperatuur constant is. De waarde van deze constante is een lineaire functie van de temperatuur. Gegeven de standaardvorm van lineaire functies moet dus gelden: P V = at + b, met a en b nog onbekende constanten. Voor de temperatuur T = C zijn voor drie situaties de waarden voor de druk gegeven: volume (in m ) druk (bar),9,55, a Verifieer dat de waarde van het product P V constant is. Hoe groot is deze constante? Voor de temperatuur T = 7 C was het verband tussen P en V al bekend. Er gold exact P = /V. (Zie opgave.) b Toon aan dat uit bovenstaande volgt dat in P V = at + b geldt: 7 a = en b =. Opmerking Als we zoals in de tabel de waarde van a afronden op drie cijfers achter de komma, krijgen we een te grote afrondingsfout. c Geef het functievoorschrift voor de functie T P als V = m. d Geef dit functievoorschrift ook voor het geval dat V = m. e Bij welke temperatuur is de druk voor beide situaties gelijk? En bij welke waarde van de druk treedt deze situatie op? f Verifieer dat ook voor V =,5 m de situatie het bij e gevonden getallenpaar (P, T) aan het bijbehorende functievoorschrift T P voldoet. g Wat is de fysische interpretatie van het bij e gevonden getallenpaar? 6 Eerstegraads ongelijkheden In deze paragraaf bespreken we hoe eerstegraads ongelijkheden tot stand komen en laten we zien hoe deze zowel grafisch (met behulp van de grafiek) als algebraïsch (met alleen een berekening) kunnen worden opgelost. Als introductie komen we terug op de toepassing Energieverlies in huis, die we aan het eind van paragraaf. besproken hebben (zie box.). VOORBEELD.9 Toepassing: Energieverlies in huis Op basis van de informatie in box. kunnen we bij iedere waarde van de buitentemperatuur een functie maken die het energieverlies geeft als functie van de binnentemperatuur T in. In figuur.9 zijn de grafieken van deze functies getekend voor vier mogelijke buitentemperaturen T uit. 6

19 Open Universiteit Wiskunde voor milieuwetenschappen 6 5 energieverlies (kw) casus casus casus casus binnentemperatuur ( C) FIGUUR.9 Verband tussen energieverlies van een huis Q als functie van de binnentemperatuur T in voor een aantal buitentemperaturen T uit OPGAVE.5 Toepassing: Energieverlies in huis Bekijk de grafieken in figuur.9. a Het domein is voor alle functies hetzelfde. Wat is dit domein? b Ook de richtingscoëfficiënt is voor alle functie dezelfde. Wat is de waarde van deze coëfficiënt? c Het bereik is voor alle functies verschillend. Wat is, bijvoorbeeld, het bereik van de functie van casus? d De functies van casus en snijden de horizontale as bij verschillende waarden van de binnentemperatuur. Wat is de fysische interpretatie van deze waarde? e Bepaal de buitentemperatuur voor casus en. f Bepaal het functievoorschrift voor casus. g Het is buiten C als u besluit de thermostaat een graadje hoger te zetten. Hoeveel extra energieverlies levert dat op? Hoeveel spaarlampen van 6 W kunnen daar op branden? Ongelijkheid VOORBEELD.9 (vervolg) Bij de derde casus is de waarde van Q voor een deel van de grafiek positief en voor een ander deel negatief. In opgave.5f hebben we het functievoorschrift voor Q als functie van T in gevonden: Q =,T in. De vraag voor welke waarden van T in is het energieverlies positief? leidt dan tot de ongelijkheid,t >. in De oplossing van deze ongelijkheid kunnen we direct aflezen in de grafiek: Voor T = geldt Q = ; voor T > geldt Q >. in in OPGAVE.6 Toepassing: Energieverlies in huis Voor welke waarden van T in geldt in casus dat Q <? Wat is de natuurkundige interpretatie van een negatief energieverlies? Wat is in de derde casus de buitentemperatuur? De algemene oplossingsmethode voor een ongelijkheid van de vorm f( x) < gx ( ), f( x) gx ( ), f( x) > gx ( ) of f( x) gx ( ) is gebaseerd op dezelfde overwegingen als in voorbeeld.9. 6

20 Leereenheid Eerstegraads functies en rechte lijnen De eerste stap van de oplossing is het oplossen van de vergelijking f( x) = gx ( ), waarmee de snijpunten van de grafieken van f en g bekend zijn. De tweede stap is het tekenen van de grafieken van f en g, met daarin die snijpunten. De derde stap is dan om in de grafiek te kijken waar f kleiner (of groter) is dan g. VOORBEELD. Los op: x+ > x. Stap : Los op: x+ = x x+ = x x = 6 x =. Controle: + = en =. Stap : Teken de grafieken van de functies f( x) = x+ en gx ( ) = x in één figuur. Merk op dat we van beide grafieken al direct twee punten weten: De grafiek van f gaat door het snijpunt S(, ) en door het punt (, ); de grafiek van g gaat het snijpunt S(, ) en door het punt (, ). y-as 5 S f 5 x-as g FIGUUR. De grafieken van f( x) = x+ en gx ( ) = x met snijpunt S(, ) Stap : Links van het snijpunt ligt de grafiek van f boven die van g. Voor x < geldt dus f( x) > gx ( ). Rechts van het snijpunt ligt de grafiek van f onder die van g. Voor x > geldt dus f( x) < gx ( ). De oplossingen van de ongelijkheid x+ > x zijn dus de waarden van x met x <, ofwel het interval,. 6

21 Open Universiteit Wiskunde voor milieuwetenschappen OPGAVE.7 Los de ongelijkheid x x op met de methode van voorbeeld.. Dat wil zeggen: a Los de vergelijking x = x op. b Teken de grafieken van de functies f( x) = x en gx ( ) = x in één assenstelsel en markeer het gevonden snijpunt in deze figuur. c Lees de oplossingen van de ongelijkheid af in de figuur. NB: De x-waarde van het snijpunt is nu ook een oplossing van de ongelijkheid. OPGAVE.8 (*) Los de volgende ongelijkheden op de manier van voorbeeld. op: a x < x+ b x+ 5 8x Zie Appendix A, paragraaf A.. Het oplossen van ongelijkheden met behulp van grafieken wordt grafisch oplossen van ongelijkheden genoemd. Eerstegraads ongelijkheden kunnen ook algebraïsch worden opgelost, dat wil zeggen alleen met een berekening. De stappen daarbij zijn exact dezelfde stappen die we nemen bij het oplossen van een eerstegraads vergelijking. Er is alleen een valkuil: als we links en rechts met een negatief getal vermenigvuldigen of door een negatief getal delen, dan klapt het teken van de ongelijkheid om. Kijk maar eens naar de ongelijkheid x > 8. Links door delen geeft x, rechts door delen geeft. De oplossing van de ongelijkheid is echter x < en niet x >. Dit kunt u controleren door zowel enkele getallen groter dan als enkele getallen kleiner dan in te vullen in de ongelijkheid x > 8. Alleen getallen kleiner dan maken de ongelijkheid waar. VOORBEELD. Gegeven de ongelijkheid x x Links en rechts optellen geeft: x x+ Links en rechts x aftrekken geeft: x Als we nu links en rechts delen door of, wat op hetzelfde neerkomt, vermenigvuldigen met, moeten we ook de richting van het ongelijkheidsteken omklappen. Dit geeft: x Precies de oplossing die u als het goed is in opgave.7 gevonden heeft. OPGAVE.9 (*) Los de ongelijkheden uit voorbeeld. en opgave.8 ook algebraïsch op. 7 Meer over rechte lijnen We hebben gezien dat de grafiek van een eerstegraads functie een rechte lijn is. Voor alle punten op deze rechte lijn geldt dat y = f( x), ofwel y = ax + b. Dit is een voorbeeld van een eerstegraads vergelijking in twee variabelen. Zie Appendix A, paragraaf A.9. De meest algemene vorm van een eerstegraads vergelijking in twee variabelen is mx + ny = c. Beide vormen kunnen we in elkaar overzetten door het toepassen van de toegestane stappen die voor alle vergelijkingen gelden. 6

22 Leereenheid Eerstegraads functies en rechte lijnen VOORBEELD. VOORBEELD. De vergelijking y = x + herschrijven we door links en rechts van het =-teken de term x op te tellen. Zo krijgen we x+ y =. Dit is een vergelijking van de vorm mx + ny = c met m =, n = en c =. De vergelijking x+ y = 6 herschrijven we door de toegestane stappen als volgt toe te passen: De vergelijking was: x+ y = 6 Links en rechts x aftrekken geeft: y = 6 x Links en rechts door delen geeft dan: 6 x y = ofwel y = x Dit is een vergelijking van de vorm y = ax + b met a = en b =. Tussen eerstegraads vergelijkingen in één variabele en eerstegraads vergelijkingen in twee variabelen zit een belangrijk verschil. Een vergelijking als x + = 6 heeft maar één oplossing (namelijk x = ), terwijl een vergelijking als x+ y = 6 heel veel oplossingen heeft. We kunnen deze vergelijking immers omwerken naar y = x en deze vergelijking kunnen we opvatten als het functievoorschrift van de functie f( x) = x. Zo kunnen we bij iedere waarde van x een bijbehorende waarde van y vinden die samen een oplossing van de vergelijking vormen. Net als bij functies noteren we de oplossingen als geordende getallenparen (x, y). Op die manier vinden we dat de paren (, ), (, ), (, ), (, ) en (, ) allemaal oplossingen zijn van de vergelijking x+ y = 6. Maar er zijn nog veel meer oplossingen. Voor iedere waarde van x is er immers een passende y-waarde. Om toch een beeld te krijgen van alle oplossingen, kunnen we de gevonden oplossingen tekenen als punten in een assenstelsel en dan kijken we of we een patroon herkennen. Zo krijgen we uiteraard de grafiek van de functie f( x) = x en daarvan weten we al dat het een rechte lijn is. f y-as 5 6 x-as FIGUUR. De grafiek van de functie f( x) = x, ofwel de rechte lijn met vergelijking x+ y = 6 65

23 Open Universiteit Wiskunde voor milieuwetenschappen Alle oplossingen van de vergelijking x + y = 6 liggen op de rechte lijn in figuur. en omgekeerd zijn alle punten op de rechte lijn in figuur. een oplossing van de vergelijking x+ y = 6. OPGAVE. (*) Gegeven de vergelijking x+ y = 6 en de functie f( x) = x. a Bereken nog een aantal oplossingen van de vergelijking x+ y = 6 door f( x ) uit te rekenen voor een aantal waarden van x. Neem daarbij ook negatieve waarden van x. b Controleer dat de bijbehorende punten op de rechte lijn in figuur. liggen. c Ga na dat het punt ( 6, ) op de rechte lijn in figuur. ligt. d Controleer dat het getallenpaar ( 6, ) een oplossing is van de vergelijking x+ y = 6 door x = 6 en y = in te vullen in deze vergelijking. OPGAVE. (*) Gegeven de vergelijking x+ 5y = 5. a Vul x = in in de vergelijking. Welke waarde van y hoort hier bij? b Vul y = in in de vergelijking. Welke waarde van x hoort hier bij? c Zet de vergelijking om in de vorm y = ax + b. d Bereken nog enkele oplossingen van deze vergelijking. e Teken de gevonden oplossingen in als punten in een assenstelsel en teken daarin de lijn met vergelijking x+ 5y = 5. Horizontale rechte lijn Vergelijking x-as: y = Verticale rechte lijn Vergelijking y-as: x = Bovenstaande redenering kunnen we toepassen op vrijwel iedere vergelijking van de vorm mx + ny = c. Op de manier van voorbeeld. volgt: c mx c mx m c mx + ny = c ny = c mx y = y = y = x + n n n n n Zo zien we dat we de vergelijking mx + ny = c kunnen opvatten als het m c functievoorschrift van de functie f( x) = x+. De grafiek van deze n n functie is, zoals we gezien hebben, een rechte lijn. De uitdrukking mx + ny = c is zodoende de vergelijking van een rechte m c lijn, namelijk van de grafiek van de functie f( x) = x+. n Twee bijzondere rechte lijnen krijgen we als we m = of n = invullen in de formule mx + ny = c. c Met m = vinden we x + ny = c ny = c y =. n Voor een oplossing van deze vergelijking geldt dat x alle mogelijke waarden kan hebben, alleen y ligt vast. Punten die hieraan voldoen liggen naast elkaar in een assenstelsel. De oplossingen vormen dus de c horizontale rechte lijn met vergelijking y =. Dit is de grafiek van de n c constante functie f( x ) =. n Als bovendien c = krijgen we de vergelijking y =. Dit is de vergelijking van de x-as. c n = geeft mx + y = c mx = c x =. m Voor een oplossing van deze vergelijking geldt dat y alle mogelijke waarden kan hebben, alleen x ligt vast. Punten die hieraan voldoen liggen recht onder en boven elkaar in een assenstelsel. De oplossingen c vormen dus de verticale rechte lijn met vergelijking x =. m Als bovendien c = krijgen we de vergelijking x =. Dit is de vergelijking van de y-as. Verticale rechte lijnen zijn de enige rechte lijnen die niet kunnen worden opgevat als het functievoorschrift van een functie x y. Voor de punten op de lijn x = c is maar één x-waarde mogelijk maar zijn alle y-waarden toegestaan. 66

24 Leereenheid Eerstegraads functies en rechte lijnen OPGAVE. (*) Gegeven de vergelijking x =. a Noteer punten die aan deze vergelijking voldoen (x-waarde én y-waarde) en teken deze in een assenstelsel. Teken ook de rechte lijn door deze punten. b Doe hetzelfde voor de vergelijking y =. OPGAVE. m c Waarom kan de vergelijking mx + ny = c niet in de vorm y = x+ n n geschreven worden als n =? Het snijpunt van twee rechte lijnen waarvan de vergelijking niet in de vorm van een functievoorschrift staat, kan op verschillende manieren bepaald worden. VOORBEELD. In figuur. ziet u de rechte lijnen m en n met vergelijkingen x+ 5y = 5 resp. 7x y = 5. m y-as 6 8 x-as n FIGUUR. De lijnen m en n met vergelijkingen x + 5y = 5 respectievelijk 7x y = 5 Stelsel vergelijkingen Om de coördinaten van het snijpunt te vinden, moeten we de waarden van x en y vinden die aan beide vergelijkingen voldoen. We zoeken dus de oplossing van het stelsel vergelijkingen x+ 5y = 5 7x y = 5 Eén methode om het stelsel uit voorbeeld. op te lossen begint met het omwerken van de beide vergelijkingen tot de vorm y = ax + b. y = x+ 5 Dit geeft 7 y = x 67

25 Open Universiteit Wiskunde voor milieuwetenschappen Eliminatiemethode Hieruit volgt dat x + gelijk moet zijn aan 7 x. 5 Nu kunnen we de waarde van x berekenen door de vergelijking 7 x+ = x op te lossen. 5 Vervolgens vinden we de waarde van y door de gevonden waarde van x in te vullen in één van de vergelijkingen. x+ 5y = 5 Voor stelsels vergelijkingen van de vorm is de eliminatiemethode vaak sneller. 7x y = 5 Om deze methode toe te kunnen passen bij dit stelsel vermenigvuldigen we alle termen van de bovenste vergelijking met. x+ y = Zo krijgen we 7x y = 5 Tel nu de beide vergelijkingen bij elkaar op, dan krijgen we ( x+ 7x) + ( y y) = ( + 5). We houden dan over: x = 55. Door deze actie hebben we de variabele y geëlimineerd. Nu volgt x = 5 en uit x+ 5y = 5 volgt dan 5 + 5y = 5 + 5y = 5 5y = 5 y =. Het snijpunt van de lijnen m en n uit voorbeeld. is dus het punt (5, ). OPGAVE. Controleer dat het getallenpaar (5, ) inderdaad een oplossing is van de beide vergelijkingen uit voorbeeld.. OPGAVE.5 (*) Het stelsel x+ 5y = 5 7x y = 5 kan ook worden opgelost door de bovenste vergelijking te vermenigvuldigen met 7 en de onderste met. De resulterende vergelijkingen moeten term voor term van elkaar worden afgetrokken om de variabele x te elimineren. Los het stelsel ook op deze manier op. OPGAVE.6 (*) Los op met de eliminatiemethode: x+ y = 5 x+ y = a b x+ 5y = 8 x+ y = OPGAVE.7 x+ y = 6 x+ y = 6 Gegeven de stelsels vergelijkingen (i) en (ii) x 6y = x 6y = a Ga na dat de eliminatiemethode niet werkt voor deze stelsels. b Schrijf alle vergelijkingen in deze stelsels in de vorm y = ax + b. c Hoeveel oplossingen heeft stelsel (i)? En hoeveel oplossingen heeft stelsel (ii)? 68

26 Leereenheid Eerstegraads functies en rechte lijnen Strijdig stelsel Identiek stelsel x+ y = 6 Het stelsel is een voorbeeld van een strijdig stelsel. x 6y = Aan het antwoord van opgave.7b kunt u zien dat de rechte lijnen met de vergelijkingen x+ y = 6 en x 6y = beide dezelfde richtingscoëfficiënt hebben, maar dat de eerste door het punt (, ) gaat, terwijl de tweede door het punt (, ) gaat. Deze twee rechte lijnen hebben dus geen snijpunt (zie figuur.). x+ y = 6 Het stelsel is een voorbeeld van een identiek stelsel. x 6y = In opgave.7b hebt u als het goed is gezien dat hier in wezen twee keer dezelfde vergelijking staat. Alle punten op de rechte lijn met deze vergelijking zijn oplossing van dit stelsel. y-as 6 8 x-as m n FIGUUR. m is de lijn met vergelijking x+ y = 6 ofwel x 6y = ; n is de lijn met vergelijking x 6y = Samenvatting Eerstegraads functies De richtingscoëfficiënt Een functie met een functievoorschrift van de vorm f ( x) = ax + b heet een eerstegraads functie. De grafiek van zo n functie is een rechte lijn, daarom worden eerstegraads functies ook lineaire functies genoemd. De richtingscoëfficiënt a geeft de richting van de grafiek aan. De grootte van a geeft aan hoe steil de grafiek loopt; als a > is de grafiek stijgend en als a < is de grafiek dalend. De grafiek snijdt de y-as in het punt (, b). Als de richtingscoëfficiënt van twee eerstegraads functies gelijk is, dan lopen hun grafieken evenwijdig. In de formule y = ax + b kan a ook gezien worden als het aantal eenheden waarmee de uitvoervariabele y toeneemt als de invoervariabele x met één eenheid toeneemt. Als a < neemt de uitvoervariabele af als de invoervariabele toeneemt (afname = negatieve toename). 69

27 Open Universiteit Wiskunde voor milieuwetenschappen Constante functies Evenredige grootheden Opstellen van een functievoorschrift Als a = heeft de functie een functievoorschrift van de vorm F(x) = b. Deze constante functie is formeel geen eerstegraads functie, maar wel een lineaire functie: de grafiek is een horizontale rechte lijn. Als b =, dan geldt f ( x) = ax en f () =, dus gaat de grafiek door de oorsprong (,). Grootheden waarvan het verband wordt beschreven met een functie van de vorm f ( x) = ax heten recht evenredig met evenredigheidsfactor a. Als we twee punten op de grafiek van een eerstegraads functie kennen, zeg Ax (, y ) en Bx (, y ), kunnen we de richtingscoëfficiënt A A berekenen met de formule Dy y y B A a = = Dx x x B A B B Het maakt daarbij niet uit welke twee punten op de grafiek we nemen. Voor het bepalen van de constante b uit de formule f ( x) = ax + b zijn er twee mogelijkheden: Lees het snijpunt met de y-as af; b is de y-coördinaat van dit snijpunt. Vul a en de coördinaten van één van de punten A of B in in de formule y = ax + b en bereken vervolgens b. Snijpunten Eerstegraads ongelijkheden Algebraïsche methode De vergelijking van een rechte lijn De snijpunten van de grafieken van twee functies f en g bepalen we door het gelijkstellen van de functievoorschriften. Zo krijgen we de vergelijking f( x) = gx ( ). Als f en g beide eerstegraads functies zijn, is dit een eerstegraads vergelijking. De oplossing van deze vergelijking is de x-coördinaat van het snijpunt. De y-coördinaat van het snijpunt vinden we door f( x ) en/of gx ( ) te berekenen voor de gevonden waarde van x. Het snijpunt van de grafiek van een functie f met een horizontale rechte lijn y = p bepalen we door de vergelijking f( x) = p op te lossen. Een ongelijkheid als x+ x kunnen we op twee manieren 5 oplossen. De grafische methode bestaat uit stappen: Stap : Los de vergelijking x+ = x op 5 (oplossing: x = ) Stap : Teken de grafieken van de functies f( x) = x+ en 5 gx ( ) = x in één figuur Stap : Lees de oplossingen af uit de grafieken (de grafiek van f ligt rechts van x = onder de grafiek van g, dus oplossing x ). Bij de algebraïsche methode gebruiken we dezelfde stappen als bij het oplossen van de vergelijking x+ = x. Als we daarbij delen 5 door of vermenigvuldigen met een negatief getal klapt het teken van de ongelijkheid om: x+ x 6x+ 5 x 6x 65 x. 5 De formule mx + ny = c is een eerstegraads vergelijking in twee variabelen. De oplossingen van de vergelijking mx + ny = c zijn getallenparen (x, y). Als we deze tekenen als punten in een assenstelsel, dan liggen deze punten alle op één rechte lijn. Omgekeerd zijn alle punten op deze lijn een oplossing van de vergelijking. 7

Functies en grafieken. Introductie 15. Leerkern 15

Functies en grafieken. Introductie 15. Leerkern 15 Open Inhoud Universiteit leereenheid Wiskunde voor milieuwetenschappen Functies en grafieken Introductie 5 Leerkern 5 Wat is een functie? 5 De grafiek van een functie 7 Domein en bereik Een milieuwetenschappelijke

Nadere informatie

Tweedegraads functies. Introductie 89. Leerkern 89

Tweedegraads functies. Introductie 89. Leerkern 89 Open Inhoud Universiteit leereenheid 3 Wiskunde voor milieuwetenschappen Tweedegraads functies Introductie 89 Leerkern 89 De parabool y = x 89 De grafiek van een tweedegraads functie 9 3 Domein en bereik

Nadere informatie

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275 Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4

Nadere informatie

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a Samenvatting wiskunde h4 hoofdstuk 3 en 6, h5 hoofdstuk 4 en 6 Hoofdstuk 3 Voorkennis Bij het rekenen met machten gelden de volgende rekenregels: - Bij een vermenigvuldiging van twee machten met hetzelfde

Nadere informatie

Verbanden en functies

Verbanden en functies Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.

Nadere informatie

1.1.2. Wiskundige taal. Symbolen om mee te rekenen + optelling - aftrekking. vermenigvuldiging : deling

1.1.2. Wiskundige taal. Symbolen om mee te rekenen + optelling - aftrekking. vermenigvuldiging : deling Examen Wiskunde: Hoofdstuk 1: Reële getallen: 1.1 Rationale getallen: 1.1.1 Soorten getallen. Een natuurlijk getal is het resultaat van een tellg van een edig aantal dgen. Een geheel getal is het verschil

Nadere informatie

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

1.1 Lineaire vergelijkingen [1] 1.1 Lineaire vergelijkingen [1] Voorbeeld: Los de vergelijking 4x + 3 = 2x + 11 op. Om deze vergelijking op te lossen moet nu een x gevonden worden zodat 4x + 3 gelijk wordt aan 2x + 11. = x kg = 1 kg

Nadere informatie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;

Nadere informatie

Functies. Verdieping. 6N-3p 2013-2014 gghm

Functies. Verdieping. 6N-3p 2013-2014 gghm Functies Verdieping 6N-p 01-014 gghm Standaardfuncties Hieronder is telkens een standaard functie gegeven. Maak steeds een schets van de bijbehorende grafiek. Je mag de GRM hierbij gebruiken. Y f ( x)

Nadere informatie

3.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

3.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 3.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1494 woorden 8 april 2014 7,8 97 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Grootheden en eenheden Kwalitatieve

Nadere informatie

6 Ongelijkheden. Verkennen. Uitleg. Theorie en voorbeelden. Los het probleem rond de huur van een kopieermachine op.

6 Ongelijkheden. Verkennen. Uitleg. Theorie en voorbeelden. Los het probleem rond de huur van een kopieermachine op. 6 Ongelijkheden Verkennen Ongelijkheden Inleiding Verkennen Los het probleem rond de huur van een kopieermachine op. Uitleg Ongelijkheden Theorie Opgave 1 In de Uitleg zie je hoe de ongelijkheid 0,05v

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde

Nadere informatie

Grafieken, functies en verzamelingen. Eerst enkele begrippen. Grafiek. Assenstelsel. Oorsprong. Coördinaten. Stapgrootte.

Grafieken, functies en verzamelingen. Eerst enkele begrippen. Grafiek. Assenstelsel. Oorsprong. Coördinaten. Stapgrootte. Grafieken, functies en verzamelingen Eerst enkele begrippen Grafiek In een assenstelsel teken je een grafiek. Assenstelsel Een assenstelsel bestaat uit twee assen die elkaar snijden: een horizontale en

Nadere informatie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;

Nadere informatie

3.1 Kwadratische functies[1]

3.1 Kwadratische functies[1] 3.1 Kwadratische functies[1] Voorbeeld 1: y = x 2-6 Invullen van x = 2 geeft y = 2 2-6 = -2 In dit voorbeeld is: 2 het origineel; -2 het beeld (of de functiewaarde) y = x 2-6 de formule. Een functie voegt

Nadere informatie

Machten, exponenten en logaritmen

Machten, exponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Macht, eponent en grondtal Eponenten en logaritmen hebben alles met machtsverheffen te maken. Een macht als 4 is niets anders dan de herhaalde

Nadere informatie

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A.

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A. Grootheden en eenheden Kwalitatieve en kwantitatieve waarnemingen Een kwalitatieve waarneming is wanneer je meet zonder bijvoorbeeld een meetlat. Je ziet dat een paard hoger is dan een muis. Een kwantitatieve

Nadere informatie

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn. 2. Verbanden Verbanden Als er tussen twee variabelen x en y een verband bestaat kunnen we dat op meerdere manieren vastleggen: door een vergelijking, door een grafiek of door een tabel. Stel dat het verband

Nadere informatie

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a: 10.0 Voorkennis Herhaling van rekenregels voor machten: p p q pq a pq a a a [1] a [2] q a q p pq p p p a a [3] ( ab) a b [4] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a: 1 8 : a a : a a a a 3 8 3 83 5 Voorbeeld

Nadere informatie

F3 Formules: Formule rechte lijn opstellen 1/3

F3 Formules: Formule rechte lijn opstellen 1/3 F3 Formules: Formule rechte lijn opstellen 1/3 Inleiding Bij Module F1 heb je geleerd dat Formule, Verhaal, Tabel, Grafiek en Vergelijking altijd bij elkaar horen. Bij Module F2 heb je geleerd wat een

Nadere informatie

5.1 Lineaire formules [1]

5.1 Lineaire formules [1] 5.1 Lineaire formules [1] Voorbeeld : Teken de grafiek van y = 1½x - 3 Stap 1: Maak een tabel met twee coördinaten van deze lijn: x 0 2 y -3 0 Stap 2: Teken de twee punten en de grafiek: 1 5.1 Lineaire

Nadere informatie

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. 3.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. y = -4x + 8 kan herschreven worden als y + 4x = 8 Dit is een lineaire vergelijking met twee variabelen. Als je

Nadere informatie

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf Checklist 3 HAVO wiskunde klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf 1. Hoofdstuk 1 - lineaire problemen Ik weet dat de formule y = a x + b hoort bij de grafiek hiernaast. Ik kan bij een lineaire formule de

Nadere informatie

Wiskundige vaardigheden

Wiskundige vaardigheden Inleiding Bij het vak natuurkunde ga je veel rekenstappen zetten. Het is noodzakelijk dat je deze rekenstappen goed en snel kunt uitvoeren. In deze presentatie behandelen we de belangrijkste wiskundige

Nadere informatie

2.1 Lineaire functies [1]

2.1 Lineaire functies [1] 2.1 Lineaire functies [1] De lijn heeft een helling (richtingscoëfficiënt) van 1; De lijn gaat in het punt (0,2) door de y-as; In het plaatje is de lijn y = x + 2 getekend. Omdat de grafiek een rechte

Nadere informatie

Wiskunde 2 september 2008 versie 1-1 - Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie

Wiskunde 2 september 2008 versie 1-1 - Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie Wiskunde 2 september 2008 versie 1-1 - Op hoeveel verschillende manieren kun je drie zwarte pionnen verdelen over de 32 zwarte velden van een schaakbord? (Neem aan dat op elk veld hooguit één pion staat.)

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 01 Eindexamen VWO Wiskunde B A B C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Onafhankelijkheid van a Opgave 1. We moeten aantonen dat F a een primitieve is van de

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

Antwoorden Wiskunde Hoofdstuk 4

Antwoorden Wiskunde Hoofdstuk 4 Antwoorden Wiskunde Hoofdstuk 4 Antwoorden door een scholier 1784 woorden 25 juni 2004 3,4 117 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Moderne wiskunde Opgave I-1 Zorg er eerst voor dat je goed begrijpt dat

Nadere informatie

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn. Verbanden Als er tussen twee variabelen x en y een verband bestaat kunnen we dat op meerdere manieren vastleggen: door een vergelijking, door een grafiek of door een tabel. Stel dat het verband tussen

Nadere informatie

Het opstellen van een lineaire formule.

Het opstellen van een lineaire formule. Het opstellen van een lineaire formule. Gegeven is onderstaande lineaire grafiek (lijn b). Van deze grafiek willen wij de lineaire formule weten. Met deze formule kunnen we gaan rekenen. Je kan geen lineaire

Nadere informatie

1. Orthogonale Hyperbolen

1. Orthogonale Hyperbolen . Orthogonale Hyperbolen a + b In dit hoofdstuk wordt de grafiek van functies van de vorm y besproken. Functies c + d van deze vorm noemen we gebroken lineaire functies. De grafieken van dit soort functies

Nadere informatie

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut. Hoofdstuk A: Goniometrische functies. I-. a. De grafiek staat hiernaast. De periode is ongeveer,6 uur. b. De grafiek snijden met y = levert bijvoorbeeld x,00 en x,8. Het verschil is ongeveer,7 uur en dat

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Eenheidscirkel In de figuur hiernaast

Nadere informatie

Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R

Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R - 229 - Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R Definitie: Een eerstegraadsfunctie in R is een functie met een voorschrift van de gedaante y = ax + b (met a R 0 en b R ) Voorbeeld 1: y = 2x Functiewaardetabel

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie juli 2008) Rationale functies. Inleiding Functies als f : 5 5, f 2 : 2 3 + 2 f 3 : 32 + 7 4 en f 4 :

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 2 januari 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 2 januari 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Hertentamen januari 4 Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt 3pt pt pt pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met of onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

Inleiding tot de natuurkunde

Inleiding tot de natuurkunde OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-09-2009 W.Tomassen Pagina 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Rekenen.... 3 Hoofdstuk 2 Grootheden... 5 Hoofdstuk 3 Eenheden.... 7 Hoofdstuk 4 Evenredig.... 10 Inleiding... 10 Uitleg...

Nadere informatie

Inleiding tot de natuurkunde

Inleiding tot de natuurkunde OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-08-2010 W.Tomassen Pagina 1 Hoofdstuk 1 : Hoe haal ik hoge cijfers. 1. Maak van elke paragraaf een samenvatting. (Titels, vet/schuin gedrukte tekst, opsommingen en plaatsjes.)

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2 Hoofdstuk 7 - veranderingen getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2 0. voorkennis Plotten, schetsen en tekenen Een grafiek plotten Een grafiek schetsen Een grafiek tekenen Na het invoeren van de formule

Nadere informatie

7.1 Ongelijkheden [1]

7.1 Ongelijkheden [1] 7.1 Ongelijkheden [1] In het plaatje hierboven zijn vier intervallen getekend. Een open bolletje betekent dat dit getal niet bij het interval hoort. Een gesloten bolletje betekent dat dit getal wel bij

Nadere informatie

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren. 1 Meten en verwerken 1.1 Meten Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren. Grootheden/eenheden Een

Nadere informatie

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen. Samenvatting door een scholier 1569 woorden 23 juni 2017 5,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Moderne wiskunde Wiskunde H1 t/m H5 Hoofdstuk 1 Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet

Nadere informatie

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien:

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien: Van de opgaven met een letter en dus zonder nummer staat het antwoord achterin. De vragen met een nummer behoren tot het huiswerk. Spieken achterin helpt je niets in het beter snappen... 1 Stelling van

Nadere informatie

Vergelijkingen en hun oplossingen

Vergelijkingen en hun oplossingen Vergelijkingen en hun oplossingen + 3 = 5 is een voorbeeld van een wiskundige vergelijking: er komt een = teken in voor, en een onbekende of variabele: in dit geval de letter. Alleen als we voor de variabele

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 20 Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 20) Inhoudsopgave Rationale functies. Inleiding....................................2

Nadere informatie

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1 Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel Willem van Ravenstein 500765005 Haags Montessori Lyceum (c) 06 Inleiding In de leerroute transformaties van grafieken gaat het om de karakteristieke eigenschappen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.1 Beweging vastleggen Het verschil tussen afstand en verplaatsing De verplaatsing (x) is de netto verplaatsing en de

Nadere informatie

VIDEO 4 4. MODULUSVERGELIJKINGEN

VIDEO 4 4. MODULUSVERGELIJKINGEN VIDEO 1 VIDEO 2 VIDEO 3 VIDEO 4 4. MODULUSVERGELIJKINGEN De modulus (ook wel absolute waarde) is de afstand van een punt op de getallenlijn tot nul. De modulus van zowel -5 als 5 is dus 5, omdat -5 ook

Nadere informatie

Werk het Practicum Functies en de [GR] door tot aan Families van functies. Onthoud alvast de uitdrukking karakteristieken van een functie.

Werk het Practicum Functies en de [GR] door tot aan Families van functies. Onthoud alvast de uitdrukking karakteristieken van een functie. 2 Domein en bereik Verkennen grafieken Domein en bereik Inleiding Verkennen Werk het Practicum Functies en de [GR] door tot aan Families van functies. Onthoud alvast de uitdrukking karakteristieken van

Nadere informatie

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB Deel 3 havo De hoeveelheid leerstof is gebaseerd op drie lesuren per week. Met drie lesuren is het in ieder geval mogelijk om de basisstof van tien hoofdstukken door te werken, eventueel met de verkorte

Nadere informatie

Willem van Ravenstein 2007

Willem van Ravenstein 2007 Inhoud van ruimtelijke figuren Inhoud van omwentelingslichamen Lengte van een kromme Differentiaalvergelijkingen Richtingsvelden Standaardtypen differentiaalvergelijkingen Losse eindjes, tips & truuks

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting door N. 1410 woorden 6 januari 2013 5,4 13 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Getal en Ruimte 7.1 toenamediagrammen Interval

Nadere informatie

Oefentoets - Lineaire problemen

Oefentoets - Lineaire problemen Oefentoets - Lineaire problemen Schrijf je antwoorden zo volledig mogelijk op. grafiek potlood en lineaal. Gebruik voor het tekenen van een Vraag 1 Voetbal is een sport met steeds meer leden. Het aantal

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

11 ) Oefeningen. a) y = 2x 1 f) y = x 2 + 3x 4. b) y = 1 3 x2 x + 1 8. g) y = 1 x 2. c) y = x 3 x 2 +1 h) y = 6. d) y = x 2 4 i) y = x 2 5.

11 ) Oefeningen. a) y = 2x 1 f) y = x 2 + 3x 4. b) y = 1 3 x2 x + 1 8. g) y = 1 x 2. c) y = x 3 x 2 +1 h) y = 6. d) y = x 2 4 i) y = x 2 5. 11 ) Oefeningen 1) Vergelijkingen van functies Welke vergelijkingen stellen een rechte voor? Welke vergelijkingen stellen een parabool voor? Welke vergelijkingen stellen noch een rechte noch een parabool

Nadere informatie

Vermogen snelheid van de NXT

Vermogen snelheid van de NXT Vermogen snelheid van de NXT Inleiding In deze meting gaan we op zoek naar een duidelijk verband tussen de vermogens die je kunt instellen op de LEGO NXT en de snelheid van het standaardwagentje uit het

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo 2002 - II

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo 2002 - II Pompen of... Een cilindervormig vat met een hoogte van 32 dm heeft een inhoud van 8000 liter (1 liter = 1 dm 3 ). figuur 1 4p 1 Bereken de diameter van het vat. Geef je antwoord in gehele centimeters nauwkeurig.

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 27 mei 1.0 16.0 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 88 punten te behalen; het examen bestaat uit 19 vragen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 boek 1 Formules en grafieken havo b klas 4

Hoofdstuk 1 boek 1 Formules en grafieken havo b klas 4 Hoofdstuk 1 boek 1 Formules en grafieken havo b klas 4 1. Lineair verband. 1a. na 1 min 36 cm, na min. 3 cm, daling 4 cm per minuut. b. h = 40 4t h in cm en t per minuut b. k: rc = -3 m: rc = 0.5 p: rc

Nadere informatie

y 2a 4b x x 5x 3x 15 8 Voorbeeld 1 Gegeven zijn de formules y 3x 2a 4b Druk y uit in x. Schrijf je antwoord zonder haakjes en zo eenvoudig mogelijk.

y 2a 4b x x 5x 3x 15 8 Voorbeeld 1 Gegeven zijn de formules y 3x 2a 4b Druk y uit in x. Schrijf je antwoord zonder haakjes en zo eenvoudig mogelijk. Havo 5 wiskunde A Substitueren en haakjes uitwerken Voorbeeld Gegeven zijn de formules y 2a b en a x 3 en b 3x. Druk y uit in x. Schrijf je antwoord zonder haakjes en zo eenvoudig mogelijk. y 2a b x x

Nadere informatie

www.samengevat.nl voorbeeldhoofdstuk havo wiskunde A

www.samengevat.nl voorbeeldhoofdstuk havo wiskunde A www.samengevat.nl voorbeeldhoofdstuk havo wiskunde A www.samengevat.nl havo wiskunde A Drs. F.C. Luijbe Voorwoord Beste docent, Voor u ligt een deel van de nieuwe Samengevat havo wiskunde A. Dit katern

Nadere informatie

13.1 De tweede afgeleide [1]

13.1 De tweede afgeleide [1] 13.1 De tweede afgeleide [1] De functie is afnemend dalend tot het lokale minimum; Vanaf het lokale minimum tot punt A is de functie toenemend stijgend; Vanaf punt A tot het lokale maimum is de functie

Nadere informatie

Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo

Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo Bijlage 7 Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo Deze vragen kunnen gebruikt worden om aan het eind van klas 3 havo/vwo na te gaan in hoeverre leerlingen in staat zijn te

Nadere informatie

Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 -

Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 - Wiskunde 0 maart 04 versie - -. a 3 a =. a.. 6.,AppB./ a 4 3. a 3. Rekenregels voor machten: als je twee machten op elkaar deelt, trek je de exponenten van elkaar af. De exponent van a wordt dan =. 3 6

Nadere informatie

2.1 Lineaire formules [1]

2.1 Lineaire formules [1] 2.1 Lineaire formules [1] De lijn heeft een helling (richtingscoëfficiënt) van 1; De lijn gaat in het punt (0,2) door de y-as; In het plaatje is de lijn y = x + 2 getekend. Omdat de grafiek een rechte

Nadere informatie

Domein A: Inzicht en handelen

Domein A: Inzicht en handelen Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Preambule Domein A is een overkoepeld domein dat altijd in combinatie met de andere domeinen wordt toegepast (of getoetst). In domein A wordt benoemd: Vaktaal: het

Nadere informatie

WISNET-HBO NHL update jan. 2009

WISNET-HBO NHL update jan. 2009 Tweedegraadsfuncties Parabolen maken WISNET-HBO NHL update jan. 2009 Inleiding In deze les leer je wat systeem brengen in het snel herkennen van tweedegraadsfuncties. Een paar handige trucjes voor het

Nadere informatie

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. 6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. f(x) = x x Differentiequotiënt van f(x) op [0, 3] = y f (3) f (0) 60 x 30 30 y x 1 Algemeen: Het differentiequotiënt

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 19 juni 13.30 16.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 85 punten te behalen; het examen bestaat uit

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

Exact periode 3 Rechte lijn kunde

Exact periode 3 Rechte lijn kunde Exact periode 3 Rechte lijn kunde diktaat exact blok 3 1 6-3-2017 Hoofdstuk1 Wat analisten willen.. 1.1 Een voorbeeld. Standaard1 Standaard2 Standaard3 Standaard4 Monster Standaard1 Standaard2 Standaard3

Nadere informatie

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011 Het maken van een verslag voor natuurkunde, vwo versie Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige

Nadere informatie

3 Bijzondere functies

3 Bijzondere functies 3 Bijzondere functies Verkennen grafieken Bijzondere functies Inleiding Verkennen Probeer de drie vragen te beantwoorden. Uitleg grafieken Bijzondere functies Uitleg Opgave 1 Bekijk de eerste pagina van

Nadere informatie

Vergelijkingen met breuken

Vergelijkingen met breuken Vergelijkingen met breuken WISNET-HBO update juli 2013 De bedoeling van deze les is het doorwerken van begin tot einde met behulp van pen en papier. 1 Oplossen van gebroken vergelijkingen Kijk ook nog

Nadere informatie

Wiskunde klas 3. Vaardigheden. Inhoudsopgave. 1. Breuken 2. 2. Gelijksoortige termen samennemen 3. 3. Rekenen met machten 3. 4. Rekenen met wortels 4

Wiskunde klas 3. Vaardigheden. Inhoudsopgave. 1. Breuken 2. 2. Gelijksoortige termen samennemen 3. 3. Rekenen met machten 3. 4. Rekenen met wortels 4 Vaardigheden Wiskunde klas Inhoudsopgave. Breuken. Gelijksoortige termen samennemen. Rekenen met machten. Rekenen met wortels. Algebraïsche producten 6. Ontbinden in factoren 6 7. Eerstegraads vergelijkingen

Nadere informatie

Checklist Wiskunde B HAVO HML

Checklist Wiskunde B HAVO HML Checklist Wiskunde B HAVO 4 2014-2015 HML 1 Hoofdstuk 1 Lineaire vergelijkingen en lineaire ongelijkheden oplossen. Wanneer klapt het teken om? Haakjes en breuken wegwerken. Ontbinden in factoren: x buiten

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I Functies In figuur 1 zijn de grafieken getekend van de functies f ( x) = 2x + 12 en g(x) = x 1. figuur 1 P f g O x 4p 1 Los op: f(x) g(x). Rond de getallen in je antwoord die niet geheel zijn af op twee

Nadere informatie

Hoofdstuk1 Wat analisten willen..

Hoofdstuk1 Wat analisten willen.. Hoofdstuk Wat analisten willen... Een voorbeeld. Standaard Standaard Standaard Standaard Monster Standaard Standaard Standaard Standaard Monster Conc.,,5,,5????? (mol.l - ) Ext.,,,,5,7 Hierboven zie je

Nadere informatie

SEMESTER 1, BLOK B SIMULATIE

SEMESTER 1, BLOK B SIMULATIE INLEIDING In deze workshop gaan we met behulp van Excel een simulatie uitvoeren die betrekking heeft op chemische omzettingen en het schoonspoelen van een reactorsysteem. We bekijken dan wat er gebeurt

Nadere informatie

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2 .0 Voorkennis Herhaling merkwaardige producten: (A + B) = A + AB + B (A B) = A AB + B (A + B)(A B) = A B Voorbeeld 1: (5a) (a -3b) = 5a (4a 1ab + 9b ) = 5a 4a + 1ab 9b = 1a + 1ab 9b Voorbeeld : 4(x 7)

Nadere informatie

Rekenen aan wortels Werkblad =

Rekenen aan wortels Werkblad = Rekenen aan wortels Werkblad 546121 = Vooraf De vragen en opdrachten in dit werkblad die vooraf gegaan worden door, moeten schriftelijk worden beantwoord. Daarbij moet altijd duidelijk zijn hoe de antwoorden

Nadere informatie

11.0 Voorkennis. Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + 4a 3 = 7a 3. Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen: (a 5 ) 4 = a 20

11.0 Voorkennis. Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + 4a 3 = 7a 3. Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen: (a 5 ) 4 = a 20 .0 Voorkennis Herhaling rekenregels voor machten: Vermenigvuldigen is exponenten optellen: a 3 a 5 = a 8 Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + a 3 = 7a 3 Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen:

Nadere informatie

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Functies en grafieken. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Functies en grafieken. Een eigen samenvatting maken is nuttig. 7 Totaalbeeld Samenvatten Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Functies en grafieken. Een eigen samenvatting maken is nuttig. Begrippenlijst: 21: functie invoerwaarde

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Kwadratische functies

Hoofdstuk 2 - Kwadratische functies Hoofdstuk - Kwadratische functies Hoofdstuk - Kwadratische functies Voorkennis V-1a y = 3(x ) 3 x 3 6x 1 y = 6x 1 b y = 9( 4x 4) 3 4x 4 9 36x 36 y = 36x 36 c y = x( x 7) 3 x 7 x x 7x y = x 7x V-a y = (

Nadere informatie

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter Voorbereidende opgaven VWO Examencursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4 extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4 1. a. Teken in één assenstelsel de grafieken bij de formules y = 4x - 3 en y = 7 - x b. Bereken de coördinaten van het snijpunt c. Teken in hetzelfde assenstelsel de

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter Voorbereidende opgaven VWO Kerstvakantiecursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax 00-I De parabool met vergelijking y = 4x x en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong en in punt. Zie de figuur. y= 4x x y= ax heeft de coördinaten

Nadere informatie

Werkbladen vergelijking van een rechte

Werkbladen vergelijking van een rechte In deze werktekst proberen wij de vergelijkingen op te stellen van rechten die aan bepaalde voorwaarden voldoen. Wij onderscheiden volgende gevallen: 1. Vergelijking van een rechte gaande door de oorsprong

Nadere informatie

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1] 1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1] Er zijn vier soorten tweedegraadsvergelijkingen: 1. ax 2 + bx = 0 (Haal de x buiten de haakjes) Voorbeeld 1: 3x 2 + 6x = 0 3x(x + 2) = 0 3x = 0 x + 2 = 0 x = 0 x = -2

Nadere informatie

Functieonderzoek. f(x) = x2 4 x 4 + 2. Igor Voulis. 9 december 2009. 1 De functie en haar definitiegebied 2. 2 Het tekenverloop van de functie 2

Functieonderzoek. f(x) = x2 4 x 4 + 2. Igor Voulis. 9 december 2009. 1 De functie en haar definitiegebied 2. 2 Het tekenverloop van de functie 2 Functieonderzoek f(x) = x2 4 x 4 + 2 Igor Voulis 9 december 2009 Inhoudsopgave 1 De functie en haar definitiegebied 2 2 Het tekenverloop van de functie 2 3 De asymptoten 3 4 De eerste afgeleide 3 5 De

Nadere informatie

Hoofdstuk 11 - formules en vergelijkingen. HAVO wiskunde A hoofdstuk 11

Hoofdstuk 11 - formules en vergelijkingen. HAVO wiskunde A hoofdstuk 11 Hoofdstuk - formules en vergelijkingen HAVO wiskunde A hoofdstuk 0 voorkennis Soorten van stijgen en dalen Je ziet hier de verschillende soorten van stijgen en dalen Voorbeeld Gegegeven is de de formule:

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 5 bladzijde 9 ab f g h i j functie nr 5 Domein [ 0, 0, Bereik [ 0, [ 0, 0, c D k B k, 0 0, d Spiegelen in de -as geeft het tegengestelde bereik, dus, 0]. e u ( ) en yu ( ) u f D q, 0 0, ; B q 0, a [, b

Nadere informatie

Significante cijfers en meetonzekerheid

Significante cijfers en meetonzekerheid Inhoud Significante cijfers en meetonzekerheid... 2 Significante cijfers... 2 Wetenschappelijke notatie... 3 Meetonzekerheid... 3 Significante cijfers en meetonzekerheid... 4 Opgaven... 5 Opgave 1... 5

Nadere informatie

Werkblad havo 4 natuurkunde Basisvaardigheden

Werkblad havo 4 natuurkunde Basisvaardigheden Werkblad havo 4 natuurkunde Basisvaardigheden Grootheden en eenheden Bij het vak natuurkunde spelen grootheden en eenheden een belangrijke rol. Wat dat zijn, grootheden en eenheden? Een grootheid is een

Nadere informatie

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm Functies Verdieping 6N-p 010-011 gghm Standaardfuncties Hieronder is telkens een standaard functie gegeven. Maak steeds een schets van de bijbehorende grafiek. Je mag de GRM hierbij gebruiken. Y f ( x)

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen HAV 0 tijdvak woensdag 0 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage.. Dit eamen bestaat uit 0 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie