Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven

Transcriptie

1 Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven Betreft Resultaten geotechnisch onderzoek Analyse fundering en bodeminjectie Mogelijkheden funderingsherstel Opdrachtnummer 2P234-2 Documentnummer 2P234-2-adv-3 Opdrachtgever Gemeente Eindhoven Sector Projectmanagement Postbus RB EINDHOVEN Opgesteld door Gezien Status Codering : : : Drs. R.M. de Koning Ing. H. M. Geurtjens Ir. N.T. Debets Definitief RG, SA Paraaf : Paraaf : Paraaf : Datum rapport : 28 februari 213 INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

2 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING PROJECTGEGEVENS VERSTREKTE GEGEVENS PROJECTGESCHIEDENIS ONDERZOEK BORINGEN WATERPASSING Waterpassing boorpunten Nauwkeurigheidswaterpassing FOTO S GEOTECHNISCH LABORATORIUMONDERZOEK BODEM EN GRONDWATER HOOGTELIGGING MAAIVELD BODEMOPBOUW GRONDWATER ANALYSE ONDERZOEKSGEGEVENS INLEIDING OORSPRONKELIJKE FUNDERING NIET VORSTVRIJE FUNDERING INJECTIE MOGELIJKE OPTIES VOOR FUNDERINGSHERSTEL Opties funderingsherstel Kosten Conclusie SAMENVATTING EN CONCLUSIE...14 BIJLAGEN: A) Situatietekening en foto s B) Waterpasstaten C) Boorstaten D) Verklaring codering E) Resultaten geotechnisch laboratoriumonderzoek VERZENDLIJST Per mail Gemeente Eindhoven Sector Projectmanagement t.a.v. Dhr P. Nouwen (p.nouwen@eindhoven.nl t.a.v. Mevr. M. Bollen-Veth (m.bollen-veth@eindhoven.nl) t.a.v. Mevr. N. Janssen (n.somers@eindhoven.nl) Per mail AKD te Eindhoven t.a.v. Dhr. E. Gramberg (egramberg@akd.nl) INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

3 Blz. 1 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven 1. INLEIDING Tussen 21 en 211 is het woonwagenkamp aan het Orgelplein in Eindhoven ingericht. Kort na plaatsing van de eerste wagens werden verschilzakkingen geregistreerd. Om verdere verzakkingen te beperken is vervolgens de bodem onder de steunpunten van de wagens geïnjecteerd met waterglas. Volgens verstrekte informatie zijn na de waterglasinjectie bij negen wagens nog steeds zettingen opgetreden. In vervolg hierop heeft de gemeente Eindhoven heeft ons bureau verzocht inzicht te geven in de volgende vragen: In welke mate is de oorspronkelijk toegepaste funderingsconstructie van menggranulaat aanwezig onder de geplaatste woonwagens? Kan de verschilzetting worden verklaard door een niet vorstvrij aangelegde fundering? Was het injecteren van de ondergrond gezien de aangetroffen bodemopbouw mogelijk? Treden momenteel nog verschilzettingen op? Op welke wijze kan, indien nog verschilzettingen optreden, ervoor worden gezorgd dat deze zettingen stoppen? Om de vragen te kunnen beantwoorden is door ons bureau begin december 212 op de projectlocatie een onderzoek uitgevoerd bestaande uit een aantal handboringen, een nul-meting middels een nauwkeurigheidswaterpassing en laboratoriumonderzoek. Er is voor gekozen om de woonwagens te funderen op een laag menggranulaat. De humeuze, zettingsgevoelige bovenlagen zijn daarbij niet vervangen door goed verdicht zand. Daarnaast is gebleken dat de funderingsconstructie (het menggranulaat) niet of slechts in beperkte mate aanwezig is. De opgetreden verschilzettingen zijn derhalve direct een gevolg van een inadequate funderingsconstructie. De zetting die volgens verstrekte informatie nog op zou zijn getreden na het injecteren van de ondergrond kan in principe worden verklaard door het niet of in onvoldoende mate functioneren van de waterglasinjectie. De aanwezige zandafzettingen hebben een relatief hoge siltfractie en zijn daardoor niet goed geschikt om te injecteren met waterglas. Op basis van de onderzoeksresultaten zou door ons bureau dan ook zijn geadviseerd af te zien van injectie met waterglas. In paragraaf 5.4 zijn een drietal opties gepresenteerd voor eventueel funderingsherstel. Voordat tot funderingsherstel wordt overgegaan is het belangrijk na te gaan of en in welke mate de woonwagens momenteel nog aan zetting onderhevig zijn. Dit kan door periodiek van enkele referentiepunten de hoogte in te meten. Van de acht wagens die in het verleden zijn geïnjecteerd is een eerste hoogtemeting verricht in december 212. In maart, juni en december 213 worden de wagens nogmaals ingemeten. Op basis van de toekomstige meetresultaten kan vervolgens een degelijk onderbouwde beslissing worden genomen over de noodzaak tot funderingsherstel. Mocht herstel noodzakelijk blijken, dan wordt in het licht van uitvoeringszekerheid en begrotingsrisico s, geadviseerd de woonwagens te funderen op schroefinjectiepalen. INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

4 Blz. 2 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven 2. PROJECTGEGEVENS 2.1 Verstrekte gegevens Binnen het kader van de opdracht konden we beschikken over de volgende informatie: [1] Lankelma Ingenieursbureau; Nieuwbouw woonwagenlocaties Tongelresche Akkers te Eindhoven, Resultaten grondonderzoek; opdrachtnummer 57954, 3 juni 29. [2] Lankelma Ingenieursbureau; Plaatsen van 3 woonunits en 2 standplaatsen aan het Orgelplein te Eindhoven, Funderingsadvies; opdrachtnummer 57954, 22 juni 29. [3] De Vries Constructiebureau; Fundering woonwagens Orgelplein te Eindhoven; werknummer 9-82, 8 juni 21 [4] Koops en Romeijn Grondmechanica; Woonwagencentrum aan de Joost Momperstraat te Eindhoven, Resultaten geotechnisch onderzoek; ordernummer , 12 juli 212 [5] Tritium advies; Indicatief bodemonderzoek Quinten Matsyslaan te Eindhoven; kenmerk 17/25/RS-1, 14 juli 21 [6] Gemeente Eindhoven; mail 14 juli 21 14:3 [7] Gemeente Eindhoven; Verzakkingen Orgelplein, Gespreksverslag overleg; 14 juli 21 [8] Adviesbureau van de Laar; Woonunits Oude Doornakkersweg en Orgelplein te Eindhoven, Zetting ondergrond woonwagenunits Orgelplein; werknummer 944, 19 juli 21 [9] Inpijn-Blokpoel Ingenieursbureau; Woonwagenlocatie aan het Orgelplein te Eindhoven; documentnummer VH , 22 september 21 [1] Adviesbureau Tielemans; Orgelplein te Eindhoven, Onderzoek naar oorzaak, project MM1133; 29 september 21 [11] Gemeente Eindhoven; Gespreksverslag bijeenkomst; 5 oktober 21 [12] Gemeente Eindhoven; mail 5 oktober 21 6:35 [13] Gemeente Eindhoven; mail 5 oktober 21 8:34 [14] Gemeente Eindhoven; mail 5 oktober 21 9:59 [15] Gemeente Eindhoven; mail 5 oktober 21 18:2 [16] Inpijn-Blokpoel Ingenieursbureau; Woonwagencentrum aan het Orgelplein te Eindhoven, Resultaten geotechnisch onderzoek; documentnummer VH-6444-A-1, 19 oktober 21 [17] Gemeente Eindhoven; notitie bevinden werkzaamheden herstel standplaatsen Orgelplein; 2 oktober 21 [18] Lankelma Ingenieursbureau; Verzakking terreinverharding aan het Orgelplein 9 te Eindhoven, Resultaten grondonderzoek, opdrachtnummer 92667; 24 oktober 211 [19] Gemeente Eindhoven; mail 26 oktober 21 16:9 [2] Gemeente Eindhoven; Uiteenzetting keuze bedrijf bodeminjecties Orgelplein; 27 oktober 21 [21] Gemeente Eindhoven; mail 27 oktober :44 [22] Inpijn-Blokpoel Ingenieursbureau; Geotechnisch onderzoek aan het Orgelplein 12 te Eindhoven, Resultaten geotechnisch onderzoek; documentnummer 4P977-RG-1, 13 maart 212 [23] Van der Straten aannemingsbedrijf; Orgelplein Eindhoven, Resultaten geotechnisch onderzoek; opdrachtnummer 12195, d.d. 21 mei 212 [24] Inpijn-Blokpoel Ingenieursbureau; Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven, Fundering woonwagens; documentnummer 2P234-adv-1, 29 juni 212 [25] Gemeente Eindhoven; mail 22 augustus :34 [26] Inpijn-Blokpoel Ingenieursbureau; Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven, Funderingsadvies Orgelplein 8; documentnummer 2P234-1-adv-1, 15 november 212 INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

5 Blz. 3 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven 2.2 Projectgeschiedenis Binnen het kader van het bestemmingsplan Tongelresche Akkers is het gelijknamige woonwagenkamp vanaf medio 21 verplaatst naar het Orgelplein. Ten behoeve van de herinrichting tot woonwagenkamp is het Orgelplein medio 28 door Ballast Nedam gesaneerd, op de locatie was in het verleden namelijk een vuilstort gesitueerd. Na uitvoering van de saneringswerkzaamheden is medio juni 29 door Lankelma, in opdracht van Wooninc, een funderingsadvies uitgebracht. In dit funderingsadvies, gebaseerd op een geotechnisch onderzoek dat op de locatie is uitgevoerd, werd geadviseerd de woonwagens te fundering op staal in de vorm van een betonplaat met vorstrand in combinatie met een grondverbetering. Medio 21 is het terrein opgeleverd door Ballast Nedam. In afwijking van het funderingsadvies zijn hierbij de funderingen van de standplaatsen uitgevoerd middels een pakket menggranulaat. Op het menggranulaat is vervolgens een verharding in de vorm van klinkerbestrating aangebracht. In mei 21 zijn de eerste zeven woonwagens geplaatst, de wagens zijn hierbij op houten blokken op de klinkerbestrating aangebracht. Enkele weken na plaatsing zijn door de bewoners de eerste tekenen van te grote zettingsverschillen geconstateerd. Deze zettingsverschillen uitten zich onder andere in scheuren in stuc- en tegelwerk. Figuur 1. Tijdlijn werkzaamheden Orgelplein. In vervolg hierop zijn tussen juni en september 21 door diverse partijen onderzoeken verricht en rapporten uitgebracht (door De Vries, Koops en Romeijn, Van de Laar, Tielemans en Inpijn- Blokpoel). In de notitie die door ons bureau op 22 september 21 werd opgesteld [9] werd geconcludeerd dat de schade vermoedelijk werd veroorzaakt door een combinatie van een onvoldoende gedimensioneerd funderingspakket en de aanwezigheid van humeus zand onder de fundering. Tevens werd geadviseerd de nog te plaatsen woonwagens te funderen op betonnen poeren in combinatie met een grondverbetering. Voor de reeds geplaatste woonwagens werden drie opties gepresenteerd om verdere zettingsverschillen te voorkomen: Wagens tijdelijk verplaatsen en een fundering op staal in de vorm van betonnen poeren in combinatie een grondverbetering aanbrengen. Wagens tijdelijk verplaatsen en fundering op staal in de vorm van een voldoende gedimensioneerd pakket menggranulaat, zonodig in combinatie met geogrids, aanbrengen. INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

6 Blz. 4 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven Ondergrond onder de wagens injecteren. Voor deze optie werd aangegeven dat de haalbaarheid afhankelijk is van de injecteerbaarheid van de ondergrond en dat in samenspraak met een injectiebedrijf moet worden nagegaan of de optie daadwerkelijk mogelijk is. Uit [2] blijkt dat door gemeente Eindhoven is gekozen voor de optie waarbij de ondergrond wordt geïnjecteerd, omtrent deze de keuze heeft geen overleg plaats gevonden met ons bureau. Er werden drie bedrijven aangeschreven: Uretek, B&P Bodeminjectie en Soil-ID. Uiteindelijk zijn de werkzaamheden door Soil-ID uitgevoerd. Volgens [2] kon Uretek de werkzaamheden niet uitvoeren in verband met de beperkt beschikbare ruimte, B&P kon niet garant staan voor het uiteindelijke resultaat omdat er ten tijde van de keuze het benodigde geotechnisch onderzoek nog niet beschikbaar was. In de periode november 21 tot januari 211 is vervolgens door Soil-ID de ondergrond onder 12 wagens geïnjecteerd (nr. 4, 5, 8, 9, 1, 13, 14, 17, 18, 21, 22 en 23). Hierbij is volgens verstrekte informatie per steunpunt 2,1 m 3 grond geïnjecteerd met waterglas. Omtrent de exacte diepte tot waar de injectie is uitgevoerd kon bij recente navraag vooralsnog geen duidelijke uitspraak worden gedaan, vermoedelijk bedroeg dit 1,5 à 2 m maaiveld. Nadat de ondergrond is geïnjecteerd zijn volgens verstrekte informatie bij 9 wagens wederom verschilzettingen opgetreden en zijn de betreffende woonwagens minimaal tweemaal gesteld. INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

7 Blz. 5 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven 3. ONDERZOEK 3.1 Boringen Ter plaatse van drie wagens zijn in totaal 6 handboringen gemaakt tot een geplande diepte van 3 m maaiveld. De boringen zijn zo dicht mogelijk naast de wagens gemaakt. Gedurende het boorwerk zijn zowel geroerde als ongeroerde monsters genomen voor nader onderzoek in het laboratorium. Voor het profiel van de boringen wordt verwezen naar bijlage C; de locaties van de boorpunten zijn aangegeven op situatietekening SIT-1, toegevoegd onder bijlage A. Op de tekening zijn naast de recent door ons bureau uitgevoerde boorpunten tevens alle eerdere onderzoekspunten weergegeven. Voor een verklaring van de op de tekening en de boorprofielen gebruikte tekens wordt verwezen naar de Verklaring Codering die onder bijlage D aan dit rapport is toegevoegd. 3.2 Waterpassing Waterpassing boorpunten De hoogte van het maaiveld ter plaatse van de boorpunten is door middel van een waterpassing bepaald ten opzichte van NAP. Hierbij is uitgegaan van een NAP-referentiepunt in de omgeving van het werk. Voor de omschrijving van het referentiepunt en voor de resultaten van de waterpassing wordt verwezen naar de waterpasstaat WPS-1 van bijlage B Nauwkeurigheidswaterpassing Om verdere zettingen en zettingsverschillen te kunnen monitoren zijn van 8 wagens diverse referentiepunten middels een nulmeting vastgelegd. De nulmeting betreft het tweemalig inmeten van de hoogte van de punten in,1 mm nauwkeurig met behulp van een temperatuuronafhankelijke Invar-baak. De metingen zijn verricht ten opzichte van een referentiebout die is aangebracht in de nabij gelegen spoorwegovergang. Door de boutjes in de loop van de tijd nogmaals in te meten kan worden nagegaan of en in welke mate het pand nog aan enige zetting onderhevig is. Voor het resultaat van de inmeting wordt verwezen naar blad WPS-2 van bijlage B. De locatie van de referentiebout is aangegeven op tekening SIT-1 van bijlage A. 3.3 Foto s Tijdens de uitvoering van het veldwerk zijn enkele foto s gemaakt. Voor de foto s en een tekening waarop met pijlen is aangegeven vanuit welke positie en in welke richting de foto s zijn gemaakt wordt verwezen naar bijlage A. 3.4 Geotechnisch laboratoriumonderzoek Van 12 geroerde zandmonsters verkregen uit de boring B-1 t/m B-6 is door middel van zeven en bezinken het korrelverdelingsdiagram vastgesteld. Daarnaast is van 6 monsters tevens het gloeiverlies bepaald. De resultaten van het laboratoriumonderzoek zijn verzameld onder bijlage E. INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

8 Blz. 6 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven 4. BODEM EN GRONDWATER 4.1 Hoogteligging maaiveld De hoogte van het maaiveld ter plaatse van het woonwagenkamp varieert tussen ca. 19,4 m + à 19,6 m + NAP. 4.2 Bodemopbouw Uit de diverse sonderingen en boringen volgt dat direct onder maaiveld tot een diepte van ca. 14 m + NAP een toplaag aanwezig is bestaande uit zeer fijn tot matig fijn, matig tot sterk siltig, zwak tot matig humeus zand afgewisseld met meer of minder zandhoudende leem. De leemlagen komen in hoofdzaak voor vanaf een diepte van 1 à 2 m maaiveld, hebben een dikte van ca.,1 tot 1 m en worden gekenmerkt door een lage conusweerstand in combinatie met een scherpe toename in wrijvingsgetal. Het zand heeft hogere conusweerstand (ca. 3 tot 2 MPa) en kan worden geclassificeerd als los gepakt tot matig vast. Onder de toplaag neemt de hoeveelheid leemlagen significant af, de vastheid van het zand neemt aanzienlijk toe. Vanaf ca. 14 m + NAP tot de met de sonderingen verkende diepte wordt derhalve vast tot zeer vast zand aangetroffen met op enkele niveaus een zandhoudende leemlaag. 4.3 Grondwater In onderstaande figuur is van 4 nabij de projectlocatie gelegen peilbuizen het grondwaterstandsverloop gepresenteerd. De locatie van de peilbuizen is weergegeven onder bijlage A. Figuur 2. Grondwaterstand en voorschrijdend gemiddelde neerslag (gemiddelde van 9 dagen). Op basis van de beschikbare peilbuisgegevens wordt geschat de grondwaterstand op de projectlocatie normaliter varieert tussen ca. 16, m + en 18, m + NAP. INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

9 Blz. 7 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven 5. ANALYSE ONDERZOEKSGEGEVENS 5.1 Inleiding In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de volgende punten: In welke mate is de oorspronkelijk toegepaste funderingsconstructie van menggranulaat aanwezig onder de geplaatste woonwagens? Kunnen de verschilzettingen worden verklaard door een niet vorstvrij aangelegde fundering? Was het injecteren van de ondergrond gezien de aangetroffen bodemopbouw mogelijk? Treden momenteel nog verschilzettingen op? Op welke wijze kan, indien nog verschilzettingen optreden, worden zorg gedragen dat deze zettingen stoppen. 5.2 Oorspronkelijke fundering In het funderingsadvies dat medio 29 door Lankelma Ingenieursbureau werd opgesteld werd geadviseerd de woonwagens te funderen op een betonplaat met vorstrand in combinatie met een grondverbetering tot minimaal,5 m maaiveld. Daar waar op het aanlegniveau humushoudende zandlagen werden aangetroffen diende tot de vaste natuurlijke bodemlagen te worden ontgraven. In de praktijk zijn de wagens niet op een plaat met vorstrand aangebracht maar op een laag menggranulaat. Tevens blijkt uit het verrichte onderzoek dat geen grondverbetering is uitgevoerd maar dat het menggranulaat direct op het humeuze zand is aangebracht. Ter plaatse van alle boringen die onlangs door ons bureau direct naast de woonwagens zijn gemaakt zijn tot minimaal 1 à 1,3 m maaiveld humeuze afzettingen aangetroffen. Bij het realiseren van een fundering op staal voor een woning is het altijd noodzakelijk eerst de humeuze toplaag te verwijderen. Boven de grondwaterstand komt het humeuze materiaal in contact met zuurstof en zal hierdoor oxideren en verteren. Als gevolg van het volumeverlies door het verteren zal maaiveldzetting optreden. Een fundering bestaande uit enkel een dunne laag menggranulaat zal in de praktijk niet voldoende stijf zijn om de zakkingsverschillen op te nemen. De funderingswijze waarbij een laag menggranulaat wordt aangebracht op humeus zand was derhalve geen bruikbaar alternatief voor de funderingsconstructie zoals geadviseerd door Lankelma. Naast het feit of de gekozen funderingconstructie voldeed bestaat twijfel over de aanwezigheid van het oorspronkelijke funderingsmateriaal (i.e. het menggranulaat). Om hiervan een beeld te krijgen zijn ter plaatse van de woonwagens de recente boringen zo dicht mogelijk bij de gevels van de wagens uitgevoerd waarbij tevens iets schuin weg is geboord. Ter plaatse van de boringen is enkel ter plaatse van boring B-2 een puinlaag aangetroffen. Bij deze boring werd tussen 15 en 4 cm maaiveld zand- en silthoudend puin aangetroffen. Bij de overige boringen werden geen of slechts in zeer beperkte mate sporen van puin gevonden. Het hierboven beschreven beeld van de ondergrond komt overeen met de bodemopbouw zoals deze in september 21 door ons bureau is aangetroffen. Onderstaand zijn twee foto s weergegeven van de ontgraving ten behoeve van het aanbrengen van de betonnen poeren voor een woonwagen. Dit betreft een wagen waar de bodem niet is geïnjecteerd, maar een gewone fundering op staal is aangebracht. Aan wordt genomen dat de ondergrond hier vergelijkbaar is als ter plaatse van de geïnjecteerde wagens. INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

10 Blz. 8 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven Figuur 2. Foto ontgraving ten behoeve van plaatsing betonnen poer medio september 21. In de foto kan worden waargenomen dat het puinpakket niet over de hele breedte over een gelijke dikte aanwezig, lokaal is het puin zelfs geheel afwezig. Uit het bovengenoemde kan worden geconcludeerd dat de gekozen funderingswijze waarbij de woonwagens op staal zijn gefundeerd in de vorm van een pakket menggranulaat zonder hieronder een grondverbetering uit te voeren zonder meer geen bruikbaar alternatief was voor hetgeen door Lankelma werd geadviseerd. Daarnaast is gebleken dat de funderingsconstructie (het menggranulaat) niet of slechts in beperkte mate aanwezig is. De opgetreden verschilzettingen zijn derhalve direct een gevolg van een inadequate funderingsconstructie. 5.3 Niet vorstvrije fundering In het funderingsadvies van Lankelma werd geadviseerd de woonwagens te funderen op een betonplaat met vorstrand in combinatie met een grondverbetering. In de praktijk zijn de eerste wagens echter op een laag menggranulaat op de humushoudende ondergrond geplaatst, het menggranulaat is hierbij slechts in beperkte mate of lokaal zelfs geheel afwezig. In de praktijk wordt geadviseerd funderingen vorstvrij aan te leggen zodat vorst geen invloed heeft op het functioneren van de fundering. In de regel houdt dit in het aanlegniveau van (de vorstrand van) de funderingselementen minimaal 7 cm maaiveld bedraagt. Als gevolg van vorst zal het vocht in het ondergrond bevriezen, door het bevriezen zal de grond uitzetten. Na de vorstperiode zal het materiaal ontdooien. Dit dooiproces vindt plaats naar de diepte toe; eerst zal de grond direct onder maaiveld ontdooien. Doordat de grond hieronder nog bevroren is kan het ontdooide water niet wegstromen. Het draagvermogen van met water verzadigde grond is zeer beperkt waardoor zetting op kan treden. In theorie kan derhalve zowel door het bevriezen als het ontdooien van de grond verschilzetting optreden indien de fundering van een woning niet vorstvrij is aangelegd. In onderhavige situatie is de eerste verschilzetting reeds opgetreden in een korte periode na het plaatsen van de wagens (rond mei/juni 21). Volgens gegevens van het KNMI heeft het in deze periode het niet gevroren. Het optreden van verschilzettingen direct na plaatsing van de woonwagens kan derhalve niet zijn veroorzaakt door het feit dat de fundering van de woonwagens niet vorstvrij zijn aangelegd. 5.4 Injectie In [9] werd naast het realiseren van een gedegen fundering op staal als derde optie het eventueel injecteren van de ondergrond aangegeven. Hierbij werd opgemerkt dat indien voor bodeminjectie zou worden gekozen eerst moet worden nagegaan of dit, in het licht van de aanwezige bodemopbouw, ook daadwerkelijk mogelijk is. Bij het onderzoek of de situatie daadwerkelijk geschikt is, was ons bureau niet betrokken. INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

11 Blz. 9 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven Volgens verstrekte informatie is de ondergrond ter plaatse van 12 wagens geïnjecteerd. Hierbij is per steunpunt tot een diepte van ca. 1,5 à 2 m maaiveld een grondvolume van 2,1 m 3 geïnjecteerd met waterglas. Bij 9 van de 12 geïnjecteerde wagens zouden nog verschilzettingen zijn opgetreden. Bij de toegepaste uitvoeringswijze wordt de bodem geïnjecteerd met waterglas (natriumsilicaat) waaraan een harder is toegevoegd, hierbij word het water dat in de poriën van de grond is opgesloten vervangen door het waterglasmengsel. Na uitharding heeft de injecteerde grond een hoge cohesie en ontstaat een stabiele massa. Bij waterglasinjectie is het vereist dat het te injecteren materiaal voldoende grof is en dat er een beperkte hoeveelheid fijne delen aanwezig is zodat het poriënwater kan worden vervangen door waterglas. Praktisch gezien kan alleen zand worden geïnjecteerd met waterglas. Het poriënvolume van leem of klei is te klein, deze grondsoorten kunnen derhalve niet worden geïnjecteerd met waterglas. Naast injectie met waterglas bestaat er een tweede gangbare methode van chemische bodeminjectie. Bij deze tweede methode wordt een expansiehars geïnjecteerd. In tegenstelling tot injectie met waterglas, waarbij met het materiaal het poriënwater wordt vervangen, wordt bij injectie met een expansiehars de bodem verdrongen. Injectie met expansiehars is daardoor veel minder afhankelijk van de korrelgrootte van het materiaal. Om te onderzoeken of de aanwezige bodemopbouw geschikt is voor injectie met waterglas zijn tijdens de zes uitgevoerde boringen diverse grondmonsters genomen. Van 12 zandmonsters is in ons laboratorium het korrelverdelingsdiagram bepaald. In onderstaande figuur is een samenvatting gepresenteerd van de laboratoriumresultaten. Figuur 3. Samenvatting resultaten korrelverdelingen. Uit de resultaten blijkt dat het zand tot een diepte van ca. 1,6 m maaiveld waarop de proeven zijn uitgevoerd zeer fijn tot matig fijn is met een relatief hoge siltfractie. Dergelijk fijne zandafzettingen met een relatief hoge siltfractie zijn in de regel niet zonder meer geschikt om te injecteren met waterglas. Doordat het materiaal relatief fijn is kan het waterglas niet goed in de poriën komen, indien het waterglas onder te hoge druk wordt aangebracht kan hierbij zelfs grondbreuk optreden INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

12 Blz. 1 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven waardoor het waterglas wegstroomt. Op basis van de onderzoeksresultaten zou door ons bureau dan ook zijn geadviseerd af te zien van injectie met waterglas en te kiezen voor injectie met een expansiehars. Een tweede, theoretische, mogelijkheid waardoor na het injecteren nog verschilzettingen zijn opgetreden kan zijn veroorzaakt doordat kort onder maaiveld meer of minder zandhoudende leemlagen aanwezig zijn. Als gevolg van een belastingverhoging zullen leemlagen gaan samendrukken, indien deze lagen op verschillende diepten aanwezig zijn of een variërende dikte hebben (zoals aangetroffen tijdens de diverse onderzoeken) kan de samendrukking ongelijkmatig zijn. Een belastingverhoging kan optreden door het aanbrengen van een constructie (bijvoorbeeld woonwagens) of door het verlagen van de grondwaterstand tot onder de historisch laagste grondwaterstand. Samendrukking van cohesieve lagen zoals leem is een langdurig proces en strekt zich naar verwachting uit over een periode van ca. 3 jaar. Het proces kent twee fasen: primaire zetting en seculaire zetting. De primaire zetting treedt op tijdens de consolidatieperiode, seculaire zetting betreft de samendrukking door kruip. Bij de aangetroffen bodemopbouw zal de primaire zetting over een relatief korte periode van enkele maanden optreden. In deze periode treedt ook het merendeel van de zetting op (naar verwachting meer dan 9 %). De samendrukking als gevolg van seculaire zetting treedt over een veel langere periode op, maar maakt slechts een zeer klein deel uit van de totaal zetting. Volgens verstrekte informatie is tot een diepte van ca. 1,5 à 2 m maaiveld geïnjecteerd, of te wel tot net boven de eerste leemlagen. Door het injecteren van de ondergrond is het aanlegniveau van de funderingselementen verlaagd, hierdoor neemt de korrelspanning van de leemlagen toe en treedt een nieuw zettingsproces in werking. Een belangrijk aspect waarmee bij een eventuele verklaring van de verschilzetting door de samendrukking van leem als gevolg van een belastingverhoging rekening dient te worden gehouden is het feit dat nadat de primaire zakking is opgetreden slechts in zeer beperkte mate nog restzetting zal optreden. Zoals reeds genoemd bedraagt bij de aangetroffen bodemopbouw de periode dat de primaire zetting optreedt enkele maanden. Nadat dat deze periode is opgetreden zal de restzetting en verschilzetting minimaal zijn. Gezien het feit dat de eerste wagens reeds in mei 21 zijn geplaatst en de bodem eind 21/ begin 211 is geïnjecteerd zal de primaire zetting reeds volledig zijn opgetreden. Volgens verstrekte informatie zijn alle woonwagens op 14 november 211 en 21 maart 212 waterpast, hierbij zijn in totaal 8 woonwagens 2 à 1 mm gesteld. Deze woonwagens betreffen alle acht wagens waarbij de bodem is geïnjecteerd. In beginsel houdt dit in dat deze acht woonwagens nog aan verschilzetting onderhevig waren. De negende geïnjecteerde wagen is niet gewaterpast omdat deze zou worden vervangen. De wijze waarop de wagens zijn gewaterpast is bij ons bureau niet bekend, het is echter wel bekend dat de meting niet middels een nauwkeurigheidswaterpassing is uitgevoerd. Om na te gaan in welke mate de woonwagens op dit moment nog aan zetting onderhevig zijn is door ons bureau begin december 212 middels een nauwkeurigheidswaterpassing een nulmeting uitgevoerd. Indien de geïnjecteerde wagens momenteel nog zetting ondergaan en er schade ontstaat kan dit gezien bovengenoemde argumentatie ons inziens niet zijn veroorzaakt door aanwezigheid van de leemlagen. Op basis van resultaten van de korrelverdelingen waarbij een te hoge siltfractie in het zand is aangetroffen en de conclusie dat de zetting niet kan zijn veroorzaakt door samendrukking INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

13 Blz. 11 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven van leemlagen onder het injectieniveau moet derhalve de oorzaak van additionele verschilzettingen liggen in het feit dat de bodemopbouw ter plaatste van de woonwagens niet goed geschikt is voor waterglasinjectie. Grondmechanisch gezien was injectie mogelijk geweest, er had ons inziens echter moeten worden geïnjecteerd met een expansiehars in plaats van waterglas. 5.5 Mogelijke opties voor funderingsherstel Opties funderingsherstel Indien uit de hermeting van de nauwkeurigheidswaterpassing blijkt dat de geïnjecteerde woonwagens nog steeds aan zetting onderhevig zijn kunnen desgewenst maatregelen worden getroffen om verdere zetting te voorkomen. Binnen dit kader zijn er een aantal mogelijkheden voor funderingsherstel, deze mogelijkheden zijn door ons bureau in eerdere rapportages reeds genoemd en worden in het volgende nogmaals herhaald: 1. De wagens waar in het verleden reeds een gedegen fundering op staal is gerealiseerd hebben volgens verstrekte informatie geen grote zettingsverschillen ondergaan, in deze wagens is dan ook geen scheurvorming opgetreden. De eerste optie betreft derhalve het realiseren van een fundering op staal waarbij de steunpunten van de wagens op betonnen poeren worden geplaatst op de natuurlijke vaste grondslag al dan niet in combinatie met een grondverbetering. Bij deze optie is het belangrijk dat, zoals in het oorspronkelijk funderingsadvies van Lankelma reeds werd aangegeven, de humeuze zandlagen in zijn volledigheid worden verwijderd. Voor deze optie zullen de wagens tijdelijk moeten worden verplaatst zodat de funderingselementen en grondverbetering kunnen worden aangebracht. Daarnaast moet rekening worden gehouden met een zekere mate van initiële zetting als gevolg van de samendrukking van de leemlagen. De uiteindelijke kosten die met deze optie gepaard gaan zijn afhankelijk van de mate van grondverbetering die onder de funderingspoeren moet worden aangebracht. De exacte hoeveelheid grondverbetering kan pas worden bepaald tijdens de graafwerkzaamheden. Voor deze optie zal vooraf derhalve geen definitieve begroting kunnen worden gesteld. 2. Optie 2 betreft het realiseren van een fundering op staal in de vorm van correct gedimensioneerd pakket menggranulaat al dan niet in combinatie met geogrids en een grondverbetering. Ook voor deze optie zullen de wagens tijdelijk moeten worden verplaatst. Daarnaast zal over het volledige grondvlak van de woonwagens tot een diepte van 1 à 2 m maaiveld moeten worden ontgraven om de grondverbetering uit te voeren. De kosten die met deze optie gepaard gaan zijn net als bij optie 1 afhankelijk van de mate van grondverbetering en kunnen vooraf niet definitief worden vastgesteld. Daarnaast zal aanzienlijk meer grondverbetering moeten worden toegepast. 3. Als derde optie kunnen de wagens op palen worden gefundeerd. Afhankelijk van de beschikbare ruimte moeten de wagens hiervoor verplaatst worden. Indien onder en naast de wagens voldoende ruimte beschikbaar is kunnen de palen naast de wagens worden aangebracht waarna, al dan niet in combinatie met een console, een onderslagbalk op de palen wordt aangebracht. In het geval dat er geen ruimte is zullen de wagens alsnog tijdelijk moeten worden verplaatst zodat de palen en onderslagbalken kunnen worden aangebracht. Bij een fundering op palen moet rekening worden gehouden dat deze moeten worden aangebracht met een kleine stelling. Het type paal dat kan worden aangebracht betreft een geheide of geboorde stalen buispaal. Voor onderhavige situatie wordt geadviseerd een schroefinjectiepaal aan te brengen. Middels een paalfundering wordt, mits correct gedimensioneerd en uitgevoerd, een volledig zettingsvrije funderingsconstructie gecreëerd. INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

14 Blz. 12 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven De kosten die met deze optie gepaard kunnen vooraf exact worden begroot. De paallengte en het aantal palen worden vooraf bepaald op basis van de beschikbare sonderingen. In onderstaande tabel is een korte samenvatting gegeven van de verschillende opties in relatie tot de definitieve uitvoeringszekerheid van de oplossing en de begrotingsrisico s. Tabel 1. Samenvatting optie in relatie de zekerheid en begrotingsrisico s Verplaatsen Uitvoeringszekerheid irt zetting Begrotingsrisico s Fundering op staal icm betonnen poeren Ja Goed Beperkt Fundering op staal icm menggranulaat Ja Matig/goed Aanzienlijk Fundering op palen icm verplaatsen Ja Zeer goed Minimaal Fundering op palen zonder verplaatsen Nee Zeer goed Minimaal Kosten De kosten die met het funderingsherstel gepaard zijn afhankelijk van de oplossing. In het volgende wordt een globale kostenindicatie gepresenteerd van de verschillende uitvoeringswijzen. De gepresenteerde waarden dienen om een globaal overzicht te krijgen in de orde van de grootte van de kosten en om onderbouwde kostenafweging te kunnen maken tussen verschillende opties. Nadat een keuze is gemaakt dient op basis van een constructief onderwerp per woonwagen door de aannemer een gespecificeerde begroting te worden opgesteld. Fundering op staal in combinatie met betonnen poeren Verplaatsen en terugplaatsen wagen: ca. 3.,-- Grondwerk (ontgraven en aanbrengen grondverbetering): ca. 5.,-- à 1.,-- Bouwputvoorzieningen (bemaling en grondkering): ca. 1.,-- à 15.,-- Betonnen poeren 8 x 8 x 8 cm (leveren en plaatsen): ca. 1.,-- Totaal ca. 55.,-- à 65.,-- Fundering op staal in combinatie met menggranulaat Verplaatsen en terugplaatsen wagen: ca. 3.,-- Grondwerk (ontgraven en aanbrengen grondverbetering): ca. 1., -- à 15.,-- Bouwputvoorzieningen (bemaling en grondkering): ca. 1.,-- à 15.,-- Menggranulaat inclusief geogrids: ca. 5.,-- à 1.,-- Totaal ca. 55.,-- à 7.,-- Fundering op palen in combinatie met verplaatsen woonwagen Verplaatsen en terugplaatsen wagen: ca. 3.,-- Aanbrengen palen: ca. 15.,-- à 25.,-- Aanbrengen betonnen funderingsbalken: ca. 1.,-- à 15.,-- Totaal ca. 55.,-- à 7.,-- Fundering op palen zonder het verplaatsen woonwagen Aanbrengen palen inclusief consoles: ca. 2.,-- à 3.,-- Plaatsen stalen liggers op consoles : ca. 15.,-- à 2.,-- Totaal ca. 35.,-- à 5.,-- Opmerkingen: De kostenindicatie is gebaseerd op kengetallen bij ons bureau, de verstrekte prijsopgaven van Kusters aan de Gemeente Eindhoven alsmede het funderingshandboek van de Stichting Bouwresearch en dienen enkel om inzicht te geven in de orde van grootte van de kosten. De gepresenteerde kosten hebben enkel betrekking op de daadwerkelijke uitvoering van de funderingswerkzaamheden, overige kosten zoals het geotechnisch en constructief onderwerp, INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

15 Blz. 13 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven herstelwerkzaamheden aan interieur, bestrating, kabels en leidingen alsmede randvoorzieningen zijn niet meegenomen. Indien de wagens moeten worden verplaatst zullen nog een aanzienlijke hoeveelheid bijkomende kosten ontstaan. Hierbij moet worden gedacht een uitvoerige herstelwerkzaamheden aan het interieur, tijdelijke huisvesting, etc. De kosten betreffen een indicatie per woonwagen, waarbij de uiteindelijke kosten uiteraard ook afhankelijk van de grootte van de wagen Conclusie In beginsel zijn er een drietal herstelmogelijkheden voor de funderingsproblematiek. De kosten voor de funderingswerkzaamheden liggen per optie in de dezelfde orde van grootte. Van deze drie mogelijkheden biedt een fundering op schroefinjectiepalen uitvoeringstechnisch gezien de meeste zekerheid en het minste risico. Op basis van het bovengenoemde wordt door ons bureau geadviseerd eventuele nog aan zetting onderhevige woonwagens te funderen op schroefinjectiepalen. Hieraan voorafgaand is het echter noodzakelijk de monitoring van de zakking over een langere periode door te zetten zodat een duidelijk beeld wordt verkregen of en in welke mate momenteel nog zetting optreedt. Geadviseerd wordt derhalve pas na minimaal twee meetronden te beslissen of funderingsherstel daadwerkelijk noodzakelijk is. De eerste twee meetronden staan gepland voor maart en juni 213. Voorafgaand aan eventueel funderingsherstel dient eerst door ons bureau in samenwerking met een constructeur de nieuwe fundering te worden gedimensioneerd. Tevens wordt geadviseerd zowel ons bureau als de constructeur te betrekken bij de beoordeling van offertes en begrotingen van de aannemer. INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

16 Blz. 14 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven 6. SAMENVATTING EN CONCLUSIE Tussen 21 en 211 is het woonwagenkamp aan het Orgelplein in Eindhoven ingericht. Kort na plaatsing van de eerste wagens werden verschilzakkingen geregistreerd. Om verdere verzakkingen te beperken is vervolgens de bodem onder de steunpunten van de wagens geïnjecteerd met waterglas. Volgens verstrekte informatie zijn na de waterglasinjectie bij negen wagens nog steeds zettingen opgetreden. In vervolg hierop heeft de gemeente Eindhoven heeft ons bureau verzocht inzicht te geven in de volgende vragen: In welke mate is de oorspronkelijk toegepaste funderingsconstructie van menggranulaat aanwezig onder de geplaatste woonwagens? Kan de verschilzetting worden verklaard door een niet vorstvrij aangelegde fundering? Was het injecteren van de ondergrond gezien de aangetroffen bodemopbouw mogelijk? Treden momenteel nog verschilzettingen op? Op welke wijze kan, indien nog verschilzettingen optreden, ervoor worden gezorgd dat deze zettingen stoppen? Om de vragen te kunnen beantwoorden is door ons bureau begin december 212 op de projectlocatie een onderzoek uitgevoerd bestaande uit een aantal handboringen, een nul-meting middels een nauwkeurigheidswaterpassing en laboratoriumonderzoek. Er is voor gekozen om de woonwagens te funderen op een laag menggranulaat. De humeuze, zettingsgevoelige bovenlagen zijn daarbij niet vervangen door goed verdicht zand. Daarnaast is gebleken dat de funderingsconstructie (het menggranulaat) niet of slechts in beperkte mate aanwezig is. De opgetreden verschilzettingen zijn derhalve direct een gevolg van een inadequate funderingsconstructie. De zetting die volgens verstrekte informatie nog op zou zijn getreden na het injecteren van de ondergrond kan in principe worden verklaard door het niet of in onvoldoende mate functioneren van de waterglasinjectie. De aanwezige zandafzettingen hebben een relatief hoge siltfractie en zijn daardoor niet goed geschikt om te injecteren met waterglas. Op basis van de onderzoeksresultaten zou door ons bureau dan ook zijn geadviseerd af te zien van injectie met waterglas. In paragraaf 5.4 zijn een drietal opties gepresenteerd voor eventueel funderingsherstel. Voordat tot funderingsherstel wordt overgegaan is het belangrijk na te gaan of en in welke mate de woonwagens momenteel nog aan zetting onderhevig zijn. Dit kan door periodiek van enkele referentiepunten de hoogte in te meten. Van de acht wagens die in het verleden zijn geïnjecteerd is een eerste hoogtemeting verricht in december 212. In maart, juni en december 213 worden de wagens nogmaals ingemeten. Op basis van de toekomstige meetresultaten kan vervolgens een degelijk onderbouwde beslissing worden genomen over de noodzaak tot funderingsherstel. Mocht herstel noodzakelijk blijken, dan wordt in het licht van uitvoeringszekerheid en begrotingsrisico s, geadviseerd de woonwagens te funderen op schroefinjectiepalen. INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

17 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven Bijlage A INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

18

19 Projectlocatie Locatie Peilbuis X-coördinaat Y-coördinaat Maaiveld tov NAP Afstand tot locatie (m) (m) (m) (m) projectlocatie B51G141 51GB ,6 773 B51G86 51GL , B51G , B51G , INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Opdrachtomschrijving / locatie: Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven Omschrijving tekening: TNO-Peilbuislocaties Opdrachtnummer: Bijlage: 2P234-2 SIT-2 Bewerkt: Datum: JBS Coördinaten projectlocatie: Aantal peilbuizen: / M:\Opdrachten\2\23\4-Advies\3-TNO\2P234-2-TNO-SIT-1-JBS

20 FOT-1 Opdracht : 2P234-2 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven INPIJN-BLOKPOEL ingenieursbureau Postbus v AB SON EN BREUGEL Telefoon/Fax: T F

21 FOT-2 Opdracht : 2P234-2 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven INPIJN-BLOKPOEL ingenieursbureau Postbus v AB SON EN BREUGEL Telefoon/Fax: T F

22 FOT-3 Opdracht : 2P234-2 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven INPIJN-BLOKPOEL ingenieursbureau Postbus v AB SON EN BREUGEL Telefoon/Fax: T F

23 FOT-4 Opdracht : 2P234-2 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven INPIJN-BLOKPOEL ingenieursbureau Postbus v AB SON EN BREUGEL Telefoon/Fax: T F

24 FOT-5 Opdracht : 2P234-2 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven INPIJN-BLOKPOEL ingenieursbureau Postbus v AB SON EN BREUGEL Telefoon/Fax: T F

25 FOT-6 Opdracht : 2P234-2 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven INPIJN-BLOKPOEL ingenieursbureau Postbus v AB SON EN BREUGEL Telefoon/Fax: T F

26 FOT-7 Opdracht : 2P234-2 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven INPIJN-BLOKPOEL ingenieursbureau Postbus v AB SON EN BREUGEL Telefoon/Fax: T F

27 FOT-8 Opdracht : 2P234-2 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven 43. INPIJN-BLOKPOEL ingenieursbureau Postbus v AB SON EN BREUGEL Telefoon/Fax: T F

28 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven Bijlage B INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

29 WPS-1 Opdracht : 2P234-2 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven WATERPASSTAAT Datum meting : 3 december 212 Referentiepunt : Put 1 Hoogteligging referentiepunt : 19,52 m t.o.v. NAP Locatie referentiepunt : Zie situatietekening Gegevens verstrekt door : RD-NAP Meetpunten Hoogte [m t.o.v. NAP] B-1 19,63 B-2 19,71 B-3 19,7 B-4 19,7 B-5 19,64 B-6 19,73 Grondwaterstand B-1 ( ) 17,82 Grondwaterstand B-2 ( ) 17,89 Grondwaterstand B-3 ( ) 17,86 Grondwaterstand B-5 ( ) 17,82 Grondwaterstand B-6 ( ) 17,82 Put 2 19,51 Put 3 19,49 Put 4 19,46 Let op: Deze waterpasstaat dient om inzicht te geven in de hoogteligging en locaties van de meet- en onderzoekspunten ten opzichte van een referentiepunt. De resultaten dienen niet voor andere doeleinden te worden gebruikt. INPIJN-BLOKPOEL ingenieursbureau T v F Postbus 94 E post@inpijn-blokpoel.com 569 AB SON EN BREUGEL

30 Opdracht : 2P234-2 Document : 2P234-2-adv-3 Project : Woonwagenkamp aan het Orgelplein te Eindhoven Bijlage C INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau Postbus AB SON EN BREUGEL T F E post@inpijn-blokpoel.com

31 Opdracht: 2P234-2 Project: Woonwagenkamp aan het Orgelplein Plaats: Eindhoven Boring: B-1 Uitvoering op: Uitvoering door: HSS Boring nabij: Zie situatietekening Boring volgens NEN 5119 Classificatie volgen NEN 514 Maaiveldhoogte: Grondwaterstand: 19,63m t.o.v. N.A.P. 181 cm - maaiveld x-coordinaat: y-coordinaat: m (in RD) m (in RD) 19, 18, 17, mg-1 mg-2 mg-3 mg-1 mg-11,,8,2,7,85 mg-4 mo-1 1,4 mg-5 1,6 mo-2 mg-6 1,7 mg-7 1,9 mg-8 2,15 mo-3 mg-9 2,4 2,7 3, Klinkers Zand, zeer fijn, matig siltig, donkergrijs Zand, zeer fijn, matig siltig, grijs Zand, zeer fijn, sterk siltig, donkergrijs Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, bruin Zand, matig fijn, sterk siltig, matig humeus, donkerbruin Zand, zeer fijn, matig siltig, matig roesthoudend, bruingrijs Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, grijs Leem, sterk zandig, sterk roesthoudend, oranjegeel Leem, zwak zandig, matig roesthoudend, grijs Zand, zeer fijn, matig siltig, sterk roesthoudend, oranjegeel Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, grijs Boring: B-2 Uitvoering op: Uitvoering door: HSS Boring nabij: Zie situatietekening Boring volgens NEN 5119 Classificatie volgen NEN 514 Maaiveldhoogte: Grondwaterstand: 19,71m t.o.v. N.A.P. 182 cm - maaiveld x-coordinaat: y-coordinaat: m (in RD) m (in RD) 19, 18, mg-1 mg-2 mg-3 mg-4 mo-1 mg-5 mg-6 mo-2 mg-7,,8,15,4,9 1,3 1,5 1,7 1,9 Klinkers Zand, zeer fijn, zwak siltig, grijs Puin, matig zandhoudend, matig leemhoudend, grijsrood Zand, matig fijn, matig siltig, grijs Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak humeus, zwak grindig, bruin Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, grijsbruin 17, mg-8 mg-1 mo-3 2,6 3, Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak roesthoudend, grijs Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak roesthoudend, grijs Leem, sterk zandig, sterk roesthoudend Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, grijs INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau

32 Opdracht: 2P234-2 Project: Woonwagenkamp aan het Orgelplein Plaats: Eindhoven Boring: B-3 Uitvoering op: Uitvoering door: HSS Boring nabij: Zie situatietekening Boring volgens NEN 5119 Classificatie volgen NEN 514 Maaiveldhoogte: Grondwaterstand: 19,7 m t.o.v. N.A.P. 184 cm - maaiveld x-coordinaat: y-coordinaat: m (in RD) m (in RD) 19, 18, 17, mg-1 mg-2 mg-3 mg-4 mg-6 mg-7 mg-8 mg-9 mg-1 mo-1 mo-3,,8,25 Klinkers Zand, matig fijn, zwak siltig, bruingrijs,7,9 Zand, matig grof, zwak siltig, grijs 1,1 Zand, zeer fijn, matig siltig, donker grijsgrijs mg-5 Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak humeus, zwak grindig, bruin 1,7 mo-2 1,9 Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, bruingeel Zand, uiterst fijn, zwak siltig, matig roesthoudend, bruingeel 2,5 Leem, sterk zandig, sterk roesthoudend, oranjebruin 2,7 2,8 Zand, zeer fijn, matig siltig, donker grijsgrijs 3, Leem, zwak zandig, matig roesthoudend, grijs Zand, zeer fijn, matig siltig, grijs Boring: B-4 Uitvoering op: Uitvoering door: HSS Boring nabij: Zie situatietekening Boring volgens NEN 5119 Classificatie volgen NEN 514 Maaiveldhoogte: Grondwaterstand: 19,7 m t.o.v. N.A.P. cm - maaiveld x-coordinaat: y-coordinaat: m (in RD) m (in RD) 19, mg-1 mg-2 mg-3 mg-4 mg-5 mo-1,,8,3,7,8 1,1 1,4 Klinkers Zand, zeer fijn, matig siltig, bruingrijs Zand, matig fijn, matig siltig, grijs Zand, zeer fijn, zwak siltig, donker grijsgrijs Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruin Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, donkergrijs, niet dieper kunnen boren i.v.m. puin INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau

33 Opdracht: 2P234-2 Project: Woonwagenkamp aan het Orgelplein Plaats: Eindhoven Boring: B-5 Uitvoering op: Uitvoering door: HSS Boring nabij: Zie situatietekening Boring volgens NEN 5119 Classificatie volgen NEN 514 Maaiveldhoogte: Grondwaterstand: 19,64m t.o.v. N.A.P. 182 cm - maaiveld x-coordinaat: y-coordinaat: m (in RD) m (in RD) 19, 18, 17, mg-1 mg-2 mg-3 mg-4 mg-5 mg-6 mg-7 mg-8 mo-1 mo-2 mo-3,,8,25,7,9 1,35 1,8 1,9 2,6 3, Klinkers Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak puinhoudend, licht grijsbruin Zand, matig fijn, matig siltig, grijs Zand, zeer fijn, zwak siltig, donkergrijs Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruin Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, geel Zand, zeer fijn, matig siltig, sterk roesthoudend, geeloranje Leem, zwak zandig, matig roesthoudend, grijs Zand, zeer fijn, zwak siltig, grijs Boring: B-6 Uitvoering op: Uitvoering door: HSS Boring nabij: Zie situatietekening Boring volgens NEN 5119 Classificatie volgen NEN 514 Maaiveldhoogte: Grondwaterstand: 19,73m t.o.v. N.A.P. 191 cm - maaiveld x-coordinaat: y-coordinaat: m (in RD) m (in RD) 19, mg-1 mg-2 mg-3 mo-1,,8,3,9 1,35 Klinkers Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak puinhoudend, geelbruin Zand, matig fijn, matig siltig, grijs Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak humeus, bruin 18, 17, mg-4 mg-5 mg-6 mg-7 mg-8 mo-2 mo-3 1,8 2,1 2,5 2,7 3, Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, geel Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, grijs Leem, sterk zandig, matig roesthoudend, bruingrijs Leem, sterk zandig, matig roesthoudend, grijs Zand, zeer fijn, zwak siltig, donkergrijs INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau