Interculturele jeugdhulpverlening en intercultureel jongerenwerk: op zoek naar succesfactoren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Interculturele jeugdhulpverlening en intercultureel jongerenwerk: op zoek naar succesfactoren"

Transcriptie

1 Interculturele jeugdhulpverlening en intercultureel jongerenwerk: op zoek naar succesfactoren Diversiteit in het Jeugdbeleid : onderzoeksr apportage methodieke n Methodieke n en werkwijzen voor de allochtone doelgroep bij jeugdzorg Fontys Hogeschool Pedagogiek Diversiteit in het jeugdbeleid: onderzoeksrapportage drs. M.J van Beem, drs. M.R.H den Hartog & dr. E.P.J. Allewijn Tilburg, december 2009 Fontys Hogeschool Pedagogiek 1

2 Diversiteit in het jeugdbeleid: onderzoeksrapportage Colofon Aan dit document werkten mee: Vormgeving: Eindverantwoordelijke: Redactieadres: Matthijs van Beem, Mirthe den Hartog, Ellen Allewijn, Liesbeth van Hoof, Marieke Kroneman & Bas Levering Fontys Hogeschool Lector Dr. Bas Levering Fontys Hogeschool Pedagogiek Prof. Goossenslaan 1-01, 5022 DM TILBURG Niets van deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden zonder bronvermelding en voorafgaande toestemming van de uitgever. Fontys Hogeschool Pedagogiek 2

3 Voorwoord Een jaar geleden subsidieerde ZonMW de Academische Werkplaats in Brabant, naast die in Rotterdam en in Amsterdam, als een van de drie regionale academische werkplaatsen diversiteit in het jeugdbeleid. De onderzoeksvraag die het PON, dat de projectcoördinatie verzorgt, aan de Fontys Hogeschool Pedagogiek had toebedacht was even voor de hand liggend als overzichtelijk: Inventariseer welke specifieke methodieken in de hulpverlening aan de allochtone doelgroep in de instellingen worden gebruikt en inventariseer welke specifieke methodieken er (in de literatuur) voor handen zijn. In dit rapport doet de onderzoeksgroep onder leiding van drs. Matthijs van Beem gedegen verslag van die inventarisatie. Gegeven de aandacht die er sinds de jaren zeventig, ook in Nederland, voor onderzoek naar de allochtone doelgroep is ontstaan, is het verbazingwekkend hoe beperkt het aantal beschikbare specifieke methodieken is. Het is dan ook niet zo vreemd dat er in de hulpverlening in de onderzochte instellingen ook nauwelijks mee wordt gewerkt. De belangrijkste conclusie van het rapport, dat de houding van de hulpverlener, met zijn of haar professionele (interculturele) competenties doorslaggevender is dan het toespitsen van methodieken op de doelgroep, past in een algemenere onderzoeksbevinding die van belang is voor het onderzoek naar de effectiviteit van methodieken. Het gaat in de hulpverlening niet zozeer om effectieve methodieken, maar om effectieve professionals. De effectiviteit van methoden bepaalt de effectiviteit van de professional slechts in geringe mate. Voor een hogeschool is dat in verband met de opleiding van de professionals nog eens heel goed om zich dat opnieuw te realiseren. Voor het vervolg van het onderzoek binnen de Academische Werkplaats Diversiteit Brabant is het, naast de uitgebreide documentatie die het rapport levert, een belangrijk inzicht om op door te gaan. Tilburg, november Dr. Bas Levering. Lector Algemene Pedagogiek, Fontys Hogescholen. Fontys Hogeschool Pedagogiek 3

4 Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding Aanleiding Doelstelling en onderzoeksvragen Leeswijzer Werkwijze Onderzoeksopzet Start van het onderzoek Concretisering en afbakening onderzoeksopzet Onderzoeksdata Instellingsinformatie Bereik/respons Onderzoeksresultaten Literatuurstudie Inleiding Algemene literatuur NJI erkende interventies databank Conclusie en discussiepunten Praktijkonderzoek Voorportaal (Twern/Lumens) Geïndiceerde zorg (Kompaan/Combinatie) Tussenconclusie Conclusies literatuuronderzoek Conclusies interviews voorportaal Conclusies interviews geïndiceerde zorg Expertmeeting Conclusies en aanbevelingen Antwoorden op de onderzoeksvragen De probleemstelling beantwoord Aanbevelingen Bijlagen Bijlage A Bijlage B Bijlage C Bijlage D Fontys Hogeschool Pedagogiek 4

5 Bijlage E Fontys Hogeschool Pedagogiek 5

6 Samenvatting Dit rapport bevat de opzet en resultaten van een inventariserend onderzoek gericht op gehanteerde werkwijzen en beschikbare methodieken met betrekking tot de allochtone doelgroep binnen de voorliggende en geïndiceerde jeugdzorg van vier instellingen in Eindhoven en Tilburg. Met de allochtone doelgroep wordt in dit inventariserende onderzoek gedoeld op Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse en Somalische jeugdigen, die een verhoogd risico op afglijden/ontsporen/hulpvragen/zorgbehoefte hebben. Teneinde de onderzoeksvragen te beantwoorden is een kwalitatief onderzoek bij afdelingsmanagers en -verantwoordelijken en bij de jongerenwerkers/jeugdhulpverleners binnen de participerende instellingen uitgevoerd. Daarnaast is er een literatuurstudie (deskresearch) uitgevoerd naar de mogelijke, toepasbare methodieken, werkwijzen en benaderingen. Dit literatuuronderzoek kende een brede opzet, het beoogde resultaat was om een overzicht te verkrijgen van alle impliciete werkwijzen en expliciete methodieken die (inter)nationaal bekend en beproefd zijn en geschikt voor deze casuïstiek. Het doel van het onderzoek was na te gaan hoe de allochtone doelgroep in een vroeger stadium en op jongere leeftijd kan worden bereikt dan nu het geval is, om zodoende effectievere en efficiëntere jeugdzorg te realiseren voor deze doelgroep. Dit inventariserende onderzoek heeft aan het licht gebracht dat er noch in de voorliggende jeugdzorg, noch in de geïndiceerde jeugdzorg sprake is van specifieke werkwijzen en/of methodieken ten aanzien van de allochtone doelgroep. Professionals gaven aan ook weinig behoefte te hebben aan specifieke werkwijzen of methodieken voor deze doelgroep, daar zij zich expliciet op alle jongeren willen richten en niet slechts op het allochtone deel van de jongeren. Best practices zijn wel te benoemen, dan gaat het voornamelijk om interculturele competenties van de jongerenwerker of jeugdhulpverlener. De jongerenwerker en jeugdhulpverlener zou moeten beschikken over een verzameling van kennis, houding en vaardigheden die in de literatuur benoemd wordt als de diversiteitscompetentie. Afstemming van de wijze van communicatie op het individu met zijn culturele achtergrond en persoonlijke opvattingen, kennis, waarden en normen is daarbij van cruciaal belang. De belangrijkste aanbeveling voor toekomstig onderzoek rondom dit thema die deze inventarisatie heeft opgeleverd is om de focus te verleggen van methodieken en werkwijzen naar de inzet van de diversiteitscompententie: op welke wijze kunnen jongerenwerkers en jeugdhulpverleners toegerust worden met de juiste attitude en vaardigheden die binnen de diversiteitscompetentie benoemd worden? Fontys Hogeschool Pedagogiek 6

7 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Door veel migrantenkinderen en/of hun ouders wordt de weg naar jeugdzorg vaak niet of moeizaam bewandeld; contact met jeugdzorg vindt vaak pas plaats als er al (ernstige) problemen zijn. Er blijken te weinig allochtone hulpverleners te zijn en specifieke aanpakken voor de allochtone doelgroep ontbreken. Daarnaast is er onvoldoende achtergrondkennis van migranten en hun kinderen alsook over voor hen geschikte methodieken. Bejegening van en communicatie met migranten blijkt moeizaam te verlopen (Van de Wakker, 2005). Anderzijds blijkt dat er bij migrantenkinderen en hun ouders veel onbekendheid is over de mogelijkheden van jeugdzorg en maatschappelijke hulp (Pels & De Gruijter, 2005; Verstraten & Van Halen, 2006). Veel migrantenkinderen krijgen niet de benodigde hulp en lopen het risico in zwaardere, justitiële vormen van zorg terecht te komen (SMO, 2007). Vanuit de academische werkplaats is Fontys Hogeschool Pedagogiek door het PON gevraagd om inventariserend onderzoek te doen naar gehanteerde werkwijzen en beschikbare methodieken voor een divers jeugdbeleid binnen de ambulante jeugdzorg van vier instellingen in Eindhoven en Tilburg. Het doel van het onderzoek is na te gaan hoe de allochtone doelgroep (waarmee in dit verband de Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse en Somalische jeugdigen bedoeld worden, die een verhoogd risico op afglijden/ontsporen/hulpvragen/zorgbehoefte hebben) in een vroeger stadium en op jongere leeftijd kan worden bereikt dan nu het geval is, teneinde effectievere en efficiëntere jeugdzorg te realiseren voor deze doelgroep. Dit rapport geeft de resultaten weer van dit onderzoek. 1.2 Doelstelling en onderzoeksvragen Doelstelling Het onderzoek heeft de volgende hoofddoelstelling: Het inventariseren van methodieken, werkzame factoren en best practices waarmee de allochtone doelgroep in een vroeger stadium en op jongere leeftijd kan worden bereikt en beter hulp kan worden verleend dan nu het geval is, teneinde effectievere en efficiëntere jeugdzorg te realiseren voor deze doelgroep. Deze doelstelling valt uiteen in de volgende subdoelstellingen: 1. Inventarisatie van specifieke werkwijzen en methodieken voor diversiteit in de ambulante jeugdzorg bij vier instellingen in Eindhoven en Tilburg. 2. Inventarisatie van (inter)nationale best practice methodieken in het kader van diversiteit door middel van literatuuronderzoek. 3. Organiseren en uitvoeren van één of meerdere expertmeetings. Probleemstelling De volgende probleemstelling vormt de basis van dit onderzoek: Welke methodieken en aanpakken voor het bereiken en behandelen van migrantenkinderen en hun ouders komen uit het inventariserend onderzoek naar voren als best practices en welke mogelijke aanbevelingen ten aanzien van verbetering van de jeugdzorg voor migrantenkinderen en hun ouders kunnen worden gedaan? Fontys Hogeschool Pedagogiek 7

8 Vraagstelling Vanuit de probleemstelling en de doelstelling van dit onderzoek, zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Welke methodieken /werkwijzen worden momenteel gehanteerd m.b.t. het bereiken en behandelen van allochtone jongeren bij vier instellingen voor welzijnswerk en ambulante jeugdzorg in Eindhoven en Tilburg? 2. Welke ervaringen hebben de instellingen daarmee? 3. In hoeverre wordt de allochtone doelgroep momenteel bereikt? 4. Welke problemen ervaren de instelling op het gebied van diversiteit bij jeugdbeleid? 5. Welke stappen ondernemen instellingen om deze problemen het hoofd te bieden? 6. Wat zijn de successen, best practices? 7. Wat zegt de (internationale, wetenschappelijke) literatuur over omgaan met cultuurverschillen en diversiteit in (pedagogisch) jeugdbeleid en jeugdzorg? 8. Kunnen de methodieken verkregen in stap 7 worden toegepast bij jeugdzorg in Noord-Brabant? 9. Welke knelpunten bestaan er op dat gebied? 10. Welke methodieken, instrumenten of individuele werkwijzen zijn positief gebleken? 11. Hoe kijken experts uit de praktijk aan tegen mogelijke methodieken verkregen uit stap 7? 12. Welke methodieken zijn geschikt om in te voeren? 13. Hoe kunnen deze methodieken worden ingevoerd? 1.3 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt de onderzoeksopzet besproken, de gehanteerde methoden en werkwijzen om de onderzoeksvragen te beantwoorden. Ook wordt in dit tweede hoofdstuk de onderzoeksopzet nader geconcretiseerd. In hoofdstuk 3 worden alle verkregen resultaten gepresenteerd. Dit door allereerst het literatuuronderzoek te beschrijven, gevolgd door het praktijkonderzoek. Voor de lezer die snel informatie zoekt verwijzen wij graag naar de tussenconclusies van de deelonderzoeken in paragraaf 3.3. De onderzoeksvragen worden tenslotte beantwoord in het 4 e hoofdstuk, waar na de conclusies aanbevelingen worden verstrekt. Fontys Hogeschool Pedagogiek 8

9 2. Werkwijze 2.1 Onderzoeksopzet Praktijkonderzoek Om het onderzoek uit te voeren, is allereerst het totale pakket aan bestaande, gebruikte methodieken, werkwijzen en benaderingen binnen de participerende instellingen voor welzijnswerk en jeugdzorg geïnventariseerd. Er is hiertoe een kwalitatief onderzoek bij afdelingsmanagers en -verantwoordelijken en bij de jongerenwerkers/jeugdhulpverleners binnen de participerende instellingen uitgevoerd. Hiertoe is een semi-gestructureerde vragenlijst opgesteld voor zowel het welzijnswerk (de voorliggende zorg), zie bijlage C, als voor de geïndiceerde jeugdzorg (zie bijlage D). Enkele aspecten die hierbij aan bod zijn gekomen zijn: Welke methoden gebruiken jongerenwerkers nu om enerzijds de doelgroep te bereiken en anderzijds vroegtijdig problemen op het gebied van opvoeding of gedrag te signaleren? Welke methoden gebruiken jeugdhulpverleners nu om de doelgroep te behandelen of hulp te bieden? Kunnen de voorliggende zorginstellingen een rol spelen in het signaleren van allochtone potentiële probleemjongeren / risicojeugd (cf. de doelgroep)? Wie bereiken zij en hoe doen ze dat? Waarom lukt het wel/niet bepaalde groepen te bereiken? Hoe kun je de onderzoeksdoelgroep bereiken? Doen professionals dingen anders bij allochtonen dan bij autochtonen? Waar komen de professionals kennis en methodieken tekort? Literatuuronderzoek Daarnaast is er een literatuurstudie (deskresearch) uitgevoerd naar de mogelijke, toepasbare methodieken, werkwijzen en benaderingen. Dit literatuuronderzoek kende een brede opzet, het beoogde resultaat was om een overzicht te verkrijgen van alle methodieken etc. die (inter)nationaal bekend en beproefd zijn en geschikt voor deze casuïstiek. Enkele aspecten die hierbij aan bod zijn gekomen zijn: Welke methodieken kunnen worden ingezet? Is de NJI-databank met effectieve interventies bruikbaar voor beantwoorden van de onderzoeksvragen? Wat is evidence based effectief? Wat is als best practise naar voren gekomen? Welke manieren zijn er om bij allochtone gezinnen in zo vroeg mogelijk stadium eventuele problemen te signaleren om vervolgens op zo passend mogelijke manier ambulante hulp te verlenen? Maak onderscheid in problematiek: gaat het echt om allochtone mensen of gaat het om een lage sociale klasse waarbij het probleem zich vnl. afspeelt? Kan hier iets over worden gezegd? Uit het kwalitatieve onderzoek bij de instellingen en het literatuuronderzoek is vervolgens een totaaloverzicht gedestilleerd. Met dit totaaloverzicht als uitgangspunt is een expertmeeting georganiseerd waarbij de participerende experts 1 /uitvoerders van alle instellingen samen kwamen en waarbij visievorming op het gebruik van de bestaande of invoering van nieuwe methodieken werd nagestreefd. Vanuit deze meeting zijn de experts, gevoed met onderzoeksresultaten en ideeën, terug naar de eigen instellingen gegaan om de verworven inzichten en gemaakte afspraken aldaar verder in gang te zetten. Vanuit het totaaloverzicht aan methodieken en de uitkomsten van de expertmeeting heeft het onderzoeksteam aanbevelingen opgesteld om een eerste stap te zetten ter realisatie van de projectdoelstelling: het bereiken van de allochtone doelgroep in een vroeger stadium en op jongere leeftijd én na het bereiken betere hulp te verlenen. 1 Experts zijn degenen die binnen de instellingen met of zonder specifieke taakstelling de beoogde doelgroep weten te bereiken of hier ervaring mee hebben. Zij kunnen feilloos aangeven wat binnen de eigen organisatie kan werken en nodig is. Wij willen deze experts tot kartrekkers met mandaat omvormen zodat de uitkomsten van het onderzoek meteen omgezet kunnen worden in activiteiten met de juiste mensen aan het roer. Fontys Hogeschool Pedagogiek 9

10 Schematisch ziet de onderzoeksopzet er als volgt uit: Fase 1 Praktijkinventarisatie: interviews met professionals uit de vier participerende instellingen: 1. De Twern (Tilburg) 2. Kompaan en De Bocht (Tilburg) 3. Lumens Groep (Eindhoven) 4. De Combinatie Jeugdzorg (Eindhoven) Literatuuronderzoek: Wat is en kan er allemaal? Wat zegt de wetenschap? Evidence based vs. best practice 2 Tussenconclusie: wat gebeurt er op dit moment en wat kan er nog meer / beter (volgens literatuuronderzoek)? 3 Expertmeeting: Voorleggen resultaten en tussenconclusie Brainstorm over mogelijkheden Komen tot praktijkgedragen aanbevelingen 4 Eindconclusie en rapportage incl. concrete toepassingsgerichte aanbevelingen 2.2 Start van het onderzoek Het onderzoek is gestart door contactpersonen van de vier participerende instellingen te benaderen met de vraag om schriftelijk materiaal (beleidsplannen, subsidieaanvragen en dergelijke) toe te sturen. Vanuit dit materiaal is een eerste indruk verkregen wat er in het kader van diversiteit wordt gedaan. Zijn er bijvoorbeeld projecten speciaal voor de allochtone jongeren? Naast het bestuderen van schriftelijk materiaal zijn oriënterende gesprekken gevoerd met deze contactpersonen. Op basis hiervan is een vragenlijst ontwikkeld en is de onderzoeksopzet verder geconcretiseerd. 2.3 Concretisering en afbakening onderzoeksopzet Na de verkenning welke hierboven is beschreven, is de aanvankelijke onderzoekopzet nader geconcretiseerd en gedeeltelijk aangepast. Doelstelling: Het inventariseren van methodieken, werkzame factoren en best practices waarmee de allochtone doelgroep in een vroeger stadium en op jongere leeftijd kan worden bereikt en beter hulp kan worden verleend dan nu het geval is, teneinde effectievere en efficiëntere jeugdzorg te realiseren voor deze doelgroep. Fontys Hogeschool Pedagogiek 10

11 Concretisering doelstelling: Het gaat om een inventarisatie van expliciete methodieken of impliciete werkwijzen m.b.t. benadering, bereiking, signalering, indicering en/of hulpverlening van/bij gedragsproblemen bij allochtone kinderen in de leeftijd van 0-18 jaar. Hierbij gaat het om zowel de allochtone kinderen/jongeren als hun ouders. Het onderzoek kent een brede opzet, met als doel een globaal beeld te krijgen van de methodieken of werkwijzen die worden ingezet m.b.t. diversiteit. Het doel is tweeledig: 1. Inzicht verkrijgen in hoe de allochtone doelgroep momenteel wordt bereikt door buurtwerk en maatschappelijk werk. Het gaat nadrukkelijk om een inventarisatie van de mate waarin deze doelgroep bereikt wordt door het voorportaal (het welzijnswerk, de toegang tot jeugdzorg), om daarna risico s te signaleren en door te verwijzen. 2. Tevens worden behandelmethoden/methodieken binnen de jeugdzorg geïnventariseerd. Welke specifieke methoden worden gebruikt t.a.v. de doelgroep? Wat zijn de ervaringen daarmee? Met jeugdzorg wordt in dit verband bedoeld: geïndiceerde jeugdzorg: hulpverlening na een afgegeven zorgindicatie door Bureau Jeugdzorg. 2.4 Onderzoeksdata Instellingsinformatie Dit onderzoek is uitgevoerd binnen de vier instellingen die zich momenteel (2009) hebben verbonden aan de Academische Werkplaats Diversiteit in het Jeugdbeleid. De instellingen: Twee instellingen betreffen het voorportaal (buurtwerk/sociaal cultureel werk etc.), namelijk Twern (Tilburg) Lumens Groep (Eindhoven) Bij deze instellingen is gekeken naar (methoden en werkwijzen voor) het bereiken, signaleren en doorverwijzen van allochtone kinderen en hun ouders. Twee instellingen betreffen het hulpverlenen, behandelen en bieden van passende zorg, namelijk Kompaan en de Bocht (Tilburg) De Combinatie Jeugdzorg (Eindhoven) Bij deze instellingen is gekeken naar (methoden en werkwijzen voor) het behandelen van allochtone kinderen (en eventueel hun ouders) Bereik/respons Van iedere deelnemende organisatie zijn de afdelingsmanagers/verantwoordelijken gesproken. Dit waren opstart gesprekken, om een eerste indruk te krijgen van de werkwijzen met betrekking tot diversiteit in het aanbod van de organisatie. Deze managers hebben vervolgens namen van jeugdhulpverleners en jongerenwerkers doorgegeven, die door de onderzoekers zijn benaderd voor een interview. Van iedere organisatie zijn enkele medewerkers geïnterviewd. Naast de experts vanuit de organisaties, hebben er ook experts binnen de academische werkplaats, tijdens projectvergaderingen tips en nuttige informatie gegeven voor dit onderzoek. Aan de expertmeeting hebben personen vanuit de volgende instellingen deelgenomen: Fontys Hogeschool Pedagogiek, De Combinatie Jeugdzorg, De Twern en Lumens Groep. Fontys Hogeschool Pedagogiek 11

12 3. Onderzoeksresultaten In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten gepresenteerd. Allereerst een literatuurstudie die bestaat uit een verkenning van de algemene wetenschappelijk literatuur over het thema. Ook is er een analyse gemaakt van de erkende NJI interventies in relatie tot diversiteit. De literatuurstudie sluit af met een algemene conclusie. Vervolgens worden de resultaten van het praktijkonderzoek in de instellingen beschreven, waarna een tussenconclusie wordt getrokken en de resultaten van de expertmeeting aan bod komen. 3.1 Literatuurstudie Inleiding In deze literatuurinventarisatie is nagegaan hoe in de bestaande (door het NJI erkende) interventies rekening wordt gehouden met diversiteit. Ook is gekeken hoe in de wetenschappelijke literatuur is geschreven over diversiteit in de jeugdhulpverlening. Er is vooral gezocht naar de mogelijke werkwijzen van de ambulante jeugdhulpverlening, buurtwerk en sociaal werk op het gebied van preventieve interventies, bereiken, signaleren van allochtone kinderen en jongeren en hun ouders. Het gaat dan name om jongeren met een Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse of een Somalische (etnisch) culturele achtergrond. In deze literatuurinventarisatie zijn de volgende vragen leidend geweest. 1. Wat zegt de wetenschap over deze kwesties? 2. Welke interventies of aanpakken, die evidenced based zijn, werken? 3. Welke best practices werken goed? 4. Welke manieren zijn er om bij allochtone gezinnen in zo vroeg mogelijk stadium eventuele problemen te signaleren om vervolgens op zo passend mogelijk manier ambulante hulp te verlenen? 5. Gaat het om allochtone mensen of gaat het om lage sociale klassen waarbij het probleem zich voornamelijk afspeelt? Wat kan hierover gezegd worden? Deze literatuurinventarisatie bestaat uit twee gedeeltes: allereerst is in de nationale en internationale literatuur nagegaan hoe de jeugdhulpverlening omgaat en rekening houdt met diversiteit. Vervolgens is een analyse gemaakt van concrete interventies (uit de NJI databank) naar hoe er rekening gehouden is met diversiteit in de interventie en de werkzame factoren in de interventie. Deze inventarisatie verwijst tevens naar een bijlage met de gebruikte NJI interventies en de bijlage met de Richtlijn Verklaringskaders expliciteren en navragen (Kouratovsky, 2008a), welke achterin dit rapport zijn opgenomen Algemene literatuur Literatuur In dit algemene literatuurgedeelte wordt nagegaan welke werkzame factoren er zijn als het gaat om het bereik, preventie, signalering en vroeghulp in de ambulante jeugdzorg aan kinderen en jeugdigen van niet-nederlandse of allochtone afkomst. Uit het onderzoek van Pels, Distelbrink & Tan (2009) blijkt dat er op dit gebied weinig onderzoek is gedaan, maar dat er wel een noodzaak bestaat om er zicht op te krijgen. Er bestaat namelijk een kloof tussen het aanbod van de jeugdzorg en andere welzijnsorganisaties en vraag vanuit de migrantengroepen. Veel migrantengezinnen en jongeren zijn volgens hulpverleners moeilijk te bereiken. De vraag is dan op welke manieren en op welke niveaus er gewerkt zou kunnen worden aan het verbeteren van de aansluiting van de vraag en het aanbod. In deze studie zal onder andere gekeken worden naar de jeugdzorginstellingen en hun professionals, de positie Fontys Hogeschool Pedagogiek 12

13 van de migrantengroep in relatie tot het bereik, preventie, signalering en vroeghulp in de ambulante jeugdzorg. Problemen; mogelijke oplossingen Volgens Vollebergh (2002) is er onvoldoende onderkenning van problemen van allochtone kinderen en hun ouders waardoor ze te weinig met preventieve zorg in aanraking komen. Allochtone jongeren en kinderen zijn namelijk ondervertegenwoordigd in de vrijwillige en ambulante geestelijke gezondheidszorg. Omgekeerd blijken ze oververtegenwoordigd als het gaat om een gedwongen justitiële vorm van aanpak (Kouratovsky, 2002). Dit leidt meteen tot de stereotypering en stigmatisering van bepaalde migrantengroepen waar volgens Vollebergh (2002) toch al heel veel sprake van is. Bellaart (2007) meent dat het jeugdbeleid niet bij allochtone groepen aansluit. Er wordt binnen de instellingen teveel beroep gedaan op het ratio, men verwacht te veel kennis van de Nederlandse taal, zelfstandigheid en initiatief én men verwacht van de mensen dat ze alle wegen naar de verschillende zorgloketten weten te vinden. In het vinden van aansluiting speelt ook de diagnostiek een belangrijke rol. De diagnostiek is van groot belang voor de besluitvorming over de te volgen aanpak en het te volgen traject binnen de Bureaus Jeugdzorg. Allochtone ouders en/of kinderen die zich aanmelden (of aangemeld worden) voor hulp, krijgen eerst te maken met een screening van meestal een uur; aanmelding is telefonisch. Dat zijn enkele drempels: de doelgroep begrijpt vaak niet waarom er niet meteen hulp geboden wordt; een uur is vaak te kort voor het bespreken van de hulpvraag en een telefonische aanmelding past niet bij hulpvragers die het Nederlands vaak niet goed beheersen (Kouratovsky, 2002; Hijmans van der Bergh & Koperdraat, 1997). Ook de manier van werken van de hulpverlening sluit niet aan bij veel migrantengroepen die moeilijk de weg naar de (preventieve) jeugdhulpverlening vinden, omdat die de hulpverlening stopt als men een aantal keer niet is komen opdagen (Pels, Distelbrink & Tan, 2009). Een ander probleem in de jeugdzorg zijn de wachtlijsten. Allochtone ouders en hun kinderen begrijpen vaak niet waarom er niet direct op hun hulpvraag wordt ingegaan, omdat er vaak een wachtlijst blijkt te zijn. Er bestaat een gerede kans dat men dan pas hulp krijgt als de situatie geëscaleerd is en zwaardere vormen van hulp nodig zijn. Juist ook omdat allochtone ouders lang wachten met het inroepen van hulp; pas als ze het echt niet meer zelf aankunnen (Hijmans van der Bergh, 1993). Volgens Hijmans van der Bergh & Koperdraat (1997) is cultuur bepalend voor de manier mensen hun problemen ervaren en hulp zoeken. Daarom zou in een multiculturele samenleving als Nederland de hulpverlening meer toegespitst moeten zijn op deze cliëntengroep. Interculturalisatie vraagt van de organisatie en bij de uitvoering van de zorg om een grotere betrokkenheid van de allochtone groepen zelf en om aangepaste kennis en vaardigheden bij medewerkers. In verschillende publicaties wordt gesuggereerd dat de jeugdinstellingen cultuursensitiever moeten worden (Kouratovsky, 2008a; 2008b; 2007). Cultuursensitief werken kan als oplossing beschouwd worden voor het feit dat voor professionals de hulpvraag van de allochtone cliënten niet snel duidelijk is. Het blijkt nodig om eerst een vertrouwensrelatie op te bouwen. Een juiste afweging van de ernst van de problemen vinden hulpverleners lastig. Medewerkers constateren een gebrek aan kennis van de achtergronden en de benadering van allochtone cliënten (Schreurs & Pels, 1997). Vaak is er voor allochtonen meer tijd nodig dan voor autochtonen. Bemoeilijkend daarbij zijn een andere wijze van presenteren van problemen, taalproblemen en het werken met tolken. Tussen hulpvragers en hulpverleners treden verschillen op in normen, waarden en begrip van de situatie, waar niet altijd de vinger op valt te leggen (Kouratovsky, 2002). Rekening houden met diversiteit zou vanzelfsprekend moeten zijn en als een meerwaarde gezien moeten worden. Dat vereist dat men binnen instelling de houding moet veranderen. Wat kan men daarvoor doen? Men kan beginnen met het opbouwen van een multi-etnisch personeelsbestand. De bestaande professionals zou men kunnen professionaliseren op het gebied van diversiteit. Het verdiepen van kennis, meer ervaring opdoen en de koudwatervrees bij veel professionals weghalen zodat bepaalde vormen van stereotypering verdwijnen. Professional Volgens de internationale en nationale literatuur zijn de houding en de vaardigheden van de professional doorslaggevend voor het slagen van opvoedingsondersteuning aan allochtone ouders. Een aantal Fontys Hogeschool Pedagogiek 13

14 aspecten in het gedrag en houding van de professional spelen een centrale rol. Een open houding en sensitiviteit van een professional zijn essentieel in het contact met de cliënten. Vooral in het contact met allochtone cliënten kan dat moeilijker zijn, omdat de meeste professionals handelen vanuit westerse gebruiken en gewoontes en allochtone cliënten andere gebruiken en gewoonten hebben. Professionals beoordelen gedrag van anderen op basis van West-Europese opvattingen van wat normaal gedrag is en daarmee kunnen observaties als passief gedrag (Afrikaans en Creools) of star gedrag van Marokkanen en Turken een negatieve lading krijgen, terwijl die gedragingen in de specifieke cultuur gangbaar kunnen zijn (Hijmans van der Bergh & Koperdraat, 1997). Tot op zekere hoogte kunnen professionals daar bewust mee rekening houden, maar er zijn toch impliciete vooroordelen die in het contact naar voren kunnen komen (Pels, Distelbrink & Tan, 2009). De vaak laag sociaaleconomische status van allochtone gezinnen maakt dat zij vaak andere verwachtingen omtrent man/vrouwrollen, gezinsstructuur en generatie hebben dan hoogopgeleide en getrainde professionals in de jeugdhulpverlening. Het is belangrijk dat professionals de wil hebben en de tijd kunnen nemen om een vertrouwensband te creëren. Veelal is er argwaan tegen geprofessionaliseerde hulp en het kost daarom meer tijd om een vertrouwensband te creëren indien de doelgroep eenmaal over de streep is. Men kan investeren in de relatie door meer niet-therapiegebonden activiteiten te ondernemen zoals huisbezoeken, een meer persoonlijke benadering, contact warm houden (frequent of intensiteit) tijdens en na behandeling en meer praktische hulp te bieden. Kouratovsky (2002) beveelt aan om tijd en ruimte te nemen om persoonlijk contact op te bouwen. Voorkomen van veel wisselingen van hulpverleners zodat het (transculturele) proces van (mondeling, schriftelijk en (audio) visueel) uitleg en voorlichting geven telkens opnieuw moet beginnen. Een oplossing volgens Kouratovsky (2002) kan zijn om de cliënt al vanaf het eerste contact te koppelen aan een medewerker die de hulpverlening -waaronder het stellen van een diagnose, coördineert en begeleidt als een casemanager. Knipscheer & Kleber (2004) spreken ook wel van een diversiteitcompetentie; een open en respectvolle houding, gevoelig zijn voor de eigen vooringenomenheid en vaardig zijn in interculturele communicatie. In de literatuur is men verdeeld over in hoeverre de professional kennis en inzicht moet hebben van de geschiedenis en cultuur van minderheidsgroepen. Enige kennis is relevant, maar of meer kennis leidt tot een effectievere interventie valt te bezien. Ook de communicatie is essentieel. Op verschillende manieren kan aandacht worden besteed aan het verbeteren van de communicatie met migrantengroepen. Het gebruik van de moedertaal (tolken of vertaalde materialen), aanpassing van het taalgebruik (bijvoorbeeld weinig abstracte woorden en uitdrukkingen gebruiken) en veel audiovisuele materialen gebruiken (Kouratovsky, 2002). Ook kan men regelmatig checken of de cliënt de boodschap heeft begrepen en er kan in de behandeling gebruik worden gemaakt van symbolen, concepten en gezegden om te verwoorden wat men bedoelt. Dit zorgt er voor dat mensen zich beter op hun gemak voelen. In de behandeling van de allochtone cliënten kan worden gewerkt met een familie-, netwerk- of gemeenschapsbenadering. Hiermee kan aansluiting gezocht worden bij het waardenpatroon van veel migranten dat niet-westers georiënteerd (individualisme en autonomie) is, maar meer groepsgeoriënteerd is, met als belangrijke waarden als samenzijn en familiaire loyaliteit (Pels, Distelbrink & Pels, 2009). Daarnaast is het in de behandeling van cliënten belangrijk dat professionals gebruik maken van empowerment, omdat het zich richt op het ontwikkelen van copingvaardigheden, het de gezonde kanten benadrukt van de cliënt en het de cliënt uit de slachtofferrol kan halen (Knipscheer & Kleber, 2004). Kouratovsky (2002) heeft een andere invulling van de rol van empowerment in het hulpverleningstraject: Het begrip van de etnische en culturele herkomst van de cliënt zou gebruikt moeten worden om cliënten te helpen om zichzelf bewust te worden van hun eigen culturele waarden en normen en hoe die kunnen bijdragen aan de (Nederlandse) samenleving. Het ondersteunen van de potentieel sterke kanten van identiteit en herkomst staat ook bekend als empowerment. Om allochtone cliënten het gevoel te geven dat zij er echt bij horen, is een instellingsbeleid nodig dat de rol van familieleden, gemeenschap, waarden en overtuigingen uit de cultuur van de cliënt onderkent en respecteert en op verschillende niveaus samenwerking met allochtone groepen zoekt (p. 74). Kenmerken van allochtone ouders en hun kinderen Vanuit de culturele achtergrond van veel allochtone ouders is professionele hulp op de wijze en schaal zoals we dit in Nederland kennen, vreemd. Ze doen vaak beroep op anderen binnen de eigen groep voor hulp. Velen hebben argwaan, negatieve ervaringen, weinig vertrouwen of weinig kennis om op tijd bij Fontys Hogeschool Pedagogiek 14

15 instanties aan de bel te trekken als er een (opvoedings)probleem is. Als deze groep al hulp vraagt, dan is dat vaak een grote drempel en wordt dit als ingrijpend ervaren. Deze doelgroep staat dan ook bekend als moeilijk bereikbaar. In de literatuur wordt meerdere malen genoemd dat de aanpak van de instellingen niet past bij deze doelgroep, omdat de interventies te veel een beroep doen op de cognitieve en verbale vermogens van cliënten. Ook verwacht men van cliënten een zekere mate van zelfverantwoordelijkheid en het vermogen om te kunnen psychologiseren. Voor veelal laagopgeleide migranten kan dat moeilijk zijn, maar meer nog is het voor hen ongebruikelijk. Het belangrijkste kenmerk van veel allochtone gezinnen is de invloed van de migratie op hun leven en dat van hun gezin. Een migratie in de voorgeschiedenis, hetzij van de jeugdige, hetzij van de ouders, blijkt het risico op problemen in de ontwikkeling van een kind/jongere sterk te vergroten (Kouratovsky, 2008b). Migratie veroorzaakt een zodanige mismatch tussen de wijze van invullen of vervullen van ontwikkelingsopgaven vanuit het thuismilieu en de eigen afkomst enerzijds, en de vervulling van die ontwikkelingsopgaven vanuit de omringende samenleving anderzijds. De migratie is een zodanig ingrijpende verandering van de psychosociale omgeving dat de inwikkeling van een kind in een beschermend cultureel kader als het ware een enorme dreun krijgt. Kouratovsky (2008b) omschrijft inwikkeling als: de vormende invloed van de menselijke sociale en culturele omgeving op het opgroeien van kinderen tot volwassene (p. 120). Inwikkeling benadrukt dat het behoren-tot-een-groep ( belonging ) essentieel is voor de zelfervaring. Het gaat om een beschermend cultureel kader. Migratie is een breuk met dit kader en heeft dan ook vergaande effecten tot in de tweede generatie (Kouratovsky, 2008b). Ook Pels (2004) stelt dat pedagogische incongruentie en spanning tussen socialiserende milieus een risico is voor opvoedingsproblemen. Cultuurverschillen zijn op zichzelf al een potentiële risicofactor. Om te kunnen vast stellen wat het probleem is en of er een probleem is in een allochtoon gezin moet je niet alleen kijken naar het kind zelf en zijn of haar achtergrond of herkomst, maar ook naar de situatie zoals die hier in Nederland is. Opvattingen over wat leeftijdsadequaat gedrag is van een kind verschillen per cultuur. Ook verwachtingen omtrent gender, aanleg en temperament zijn cultuur bepaald en bepalen daarmee wat als een probleem wordt ervaren. Of de lichamelijke, sociaal-emotionele, cognitieve ontwikkeling goed verloopt, hangt samen met verwachtingen en met de vergelijking van die ontwikkeling met andere kinderen. Verwachtingen zijn verbonden met normen en waarden van een bepaalde cultuur. Bij een vergelijking met kinderen uit de omgeving kun men zich afvragen of er wel de goede vergelijking gemaakt wordt. Veel hangt samen met normen en vooronderstellingen die verbonden zijn met sociaalculturele omstandigheden en opvoeding (Kouratovsky, 2002). Ook de acculturatie van een gezin speelt een belangrijke rol: in hoeverre kunnen en willen ze participeren in de Nederlandse samenleving. Het blijkt dat integratie (enerzijds participatie anderzijds behoud van de eigen identiteit) het beste is voor de geestelijke gezondheid. Dit brengt met zich mee dat de omringende samenleving (in deze context de hulpverlener) ook waardering moet kunnen opbrengen voor de allochtone cultuur. Pels (2004) constateert dat de betekenis die allochtone ouders geven aan autonomie er een is van zelfredzaamheid en sociale verantwoordelijkheid en minder de individualistische aspecten benadrukken zoals zelfbepaling en zelfontplooiing, wat autochtone ouders weer meer doen. Bereik en toeleiding Gezien de positie waarin veel allochtone gezinnen verkeren en hun (on)bereikbaarheid voor de vaak lichtere vormen van hulp, wordt er in de literatuur suggesties gedaan en manier beschreven om de potentiële cliënten beter te bereiken. Om te beginnen kunnen instellingen meer gebruik maken van intermediërende personen of lokale (al dan niet eigen) instellingen (ook wel zelforganisaties genoemd) die een sleutelrol vervullen tussen de migrantengroep en de instellingen. Deze mensen beschikken over korte lijnen en hebben al een vorm van vertrouwen met de potentiële cliënten. Deze paraprofessionals, zoals pedagogische medewerkers van kinderdagverblijven of leerkrachten in het basisonderwijs, hebben vanuit hun functie al een contact met de ouder en een band opgebouwd waardoor ouders makkelijker geattendeerd kunnen worden op hulp of doorverwezen kunnen worden naar hulpinstanties. Verder kan geïnvesteerd worden in de frontline benadering. Deze benadering gaat uit van de eigen kracht en draagvlak van een migrantengemeenschap en benut deze ook. Denk aan de C-interventie Marokkaanse buurtvaders. Ook hier is sprake van korte lijn en kan er een goede signaleringsfunctie zijn en is er een goed bereik. Fontys Hogeschool Pedagogiek 15

16 Ook is outreachend werken een manier om de potentiële doelgroep op te sporen en van hulp te voorzien zodat er vroegtijdig kan worden geholpen. De studie van Schreurs & Pels (1997) over opvoedingsondersteuning in Gouda biedt tal van inzichten welke aanpassingen in de interventies zijn bedacht om aansluiting te vinden met de allochtone doelgroep. Allereerst biedt de studie inzicht in de werving van de doelgroep. Het opbouwen van een goede naam (project of instelling) en de persoonlijke benadering waren in deze studie essentieel om de Marokkaanse doelgroep aan te trekken. Aangezien Marokkanen, volgens de studie, sterk buurtgebonden zijn, was het van belang dat er voldoende activiteiten en voorzieningen in de buurt moesten zijn. Hierdoor zou de bekendheid toenemen en er meer mensen gebruik van maken. Het aanbod moest gericht zijn op wat de Marokkaanse mensen uit de buurt concreet in hun buurt nodig hadden. De samenwerking met de moskee was hierbij van belang, omdat de moskee een leidende functie had in het creëren van een draagvlak voor de activiteiten bij de doelgroep en twijfels kan wegnemen. Men constateerde in de studie dat het opbouwen van bekendheid en vertouwen een langdurig proces is, waar de professionals tijd voor moeten nemen. De werkers uit deze studie ondervonden dat de persoonlijke benadering en de tijd nemen om een band op te bouwen het belangrijkste was. In de opvoedingsondersteuning confronteerden de professionals de moeders niet gelijk met vragen over eventuele problemen, maar door vaak met de moeders te praten over allerlei zaken, kregen d de professional inzicht in de eventuele problemen van deze gezinnen. Op deze manier ontstond er een vertrouwensband van waaruit voorzichtig hulp kon worden geboden of de moeders geattendeerd konden worden op hulp. Als op een gegeven moment bleek dat hulp niet meer nodig was, verbraken de professionals het contact met de betreffende moeder niet zodat eventuele hulp in de toekomst makkelijker opgepakt zou kunnen worden. Ook werd in de projecten ook rekening gehouden met de allochtone doelgroep op andere manieren. Zo werden aan veel projecten vrijwel geen eisen gesteld zoals aan bijvoorbeeld de opkomst, om mensen niet al te veel af te schrikken en een eventuele vertrouwensband op het spel te zetten. Om ervoor te zorgen dat de moeders in sommige projecten participeerden en naar de bijeenkomsten bleven komen, had men paraprofessionals (buurt moeder en voorlichters in eigen taal en cultuur) ingezet om de mensen betrokken te houden. Interventies Tegenwoordig is er veel aandacht voor evidence based interventies. Interventies worden gezien als een mediator tussen cliënt en samenleving en daarmee een factor in het proces van culturele aanpassing. Het slagen van de interventie hangt af van het gemeenschappelijke uitgangspunt. Dat betekent dat de professional vertelt wat zijn of haar rol is en wat men kan verwachten, maar dat er ook nagegaan wordt wat de verwachtingen van de deelnemers zijn. Onderzoek heeft uitgewezen dat naast dit gemeenschappelijke belang maatwerk nodig is om bij elkaar aan te sluiten. De problematiek van allochtone cliënten verschilt te veel van elkaar om hen over een kam te scheren. Het probleem is dat zolang de culturele context van migrantengroepen bij studies buiten beschouwing blijft, men nog niet goed weet wat effectieve interventies zijn. Interventies zijn ten slotte vaak gebaseerd op westerse theorievorming waar waarden als individualisme en autonomie voorop staan. In vele migrantengroepen is er sprake van een groepscultuur. Deze verschillende levensbenaderingen kunnen in het contact tussen professional en cliënt tot onbegrip en in het slechtste geval tot geen resultaat leiden. Professionals kunnen in de omgang met allochtonen hiermee rekening houden, maar ze kunnen nooit helemaal zeker weten of ze in hun benadering aansluiten bij de waarden van die groep. Om van effectieve interventies te kunnen speken bij migranten groepen moet er aandacht worden besteed aan de ecologische validiteit. Ecologische validiteit van de interventies is rekening houden met realiteit van de cliënt (Pels, Distelbrink & Tan, 2009). Dat betekent voor veel allochtone cliënten dat een groepsbenadering vaak beter aansluit bij hun realiteit dan individuele therapie (afhankelijk van de problematiek natuurlijk). Kortom, de interventie moet worden aangepast aan mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond. Daarbij kunnen interventies alleen slagen als de doelstellingen van de interventies ook afgestemd zijn op migrantengroepen. Tevens moet er bij de interventies voldoende rekening worden gehouden met de specifieke problematieken van migrantenkinderen en jeugdigen zoals, bijvoorbeeld de acculturatieproblematiek, gevoel van geen kansen hebben als migrant of stigmatisering. Volgens het Verwey-Jonker instituut is in de literatuur op deze punten voldoende te vinden waaronder de studie van Bernal, Bonilla & Bellido uit Fontys Hogeschool Pedagogiek 16

17 3.1.3 NJI erkende interventies databank Erkende interventies Er zijn op basis van de interventielijst van het NJI 30 erkende interventies die in meer of mindere mate rekening houden in hun aanpak met diversiteit. Alle interventies zijn in theorie succesvol. Alleen de interventies Girls Talk, Piramide en Lang leve de liefde hebben een sterkere bewijskracht voor de effectiviteit van de interventie op basis van gedegen onderzoek. Er wordt niet vermeld of de effectiviteit ook geldt voor migrantenkinderen. In de onderstaande tabel zijn deze interventies opgenomen en gecategoriseerd. Van de 30 erkende interventies is er 1 interventie gericht op de migrantengroep (een C-interventie) en 29 interventies (B-interventies) hebben in enige mate rekening gehouden met de migrantengroep als een doelgroep. Zie bijlage A voor uitwerking van de interventies. NAAM Marokkaanse buurtvaders Beter omgaan met pubers SOORT INTERVENTIE C B DOEL/PROBLEEM STATUS BANK + (categorie) Opvoedingsondersteuning Erkend jaar preventie Opvoedingsondersteuning Erkend (pubers) ook laag opgeleide Opv. Onderst. autochtonen Vergroten zelfredzaamheid Erkend (4-24 jr) Sociaal-emo. Ontw. Big brothers, big B sisters Boekenpret B JT pedagogische basisvoorzieningen, bo (0-6 jaar) ook laaggeschoolde autochtonen Girls talk B Riskant seksueel gedrag (14-18 jaar) ook laag opgeleide autochtone meisjes. Home Start B Opvoedingsondersteuning (0-6 jaar) Instapje B Ontwikkelingsstimulering (1-2 jaar) van laagopgeleide ouders Jump in B Lichamelijke activiteit en sportdeelname 4-12 jaar in achterstandswijken Kaleidoscoop B Ontwikkelingsstimulering (2.5-6 jaar) Ko-totaal B Ontwikkelingsstimulering/ taal jaar Lang leve de liefde Moeders informeren moeders B B Bevorderen seksuele interactie competentie jaar vmbo. Opvoedingsondersteuning 0-18 maanden Opstap B Ontwikkelingsstimulering 4-6 jaar voor gezinnen in achterstandssituaties Erkend Ontwikkelings stimulering Erkend seksualiteit Erkend Opv. Onderst. Erkend Ontwikkelings stimulering Erkend Gezondheids bevordering Erkend Ontwikkelings stimulering Erkend Ontwikkelings stimulering Erkend seksualiteit Erkend Opv. Onderst. Erkend Ontwikkelings stimulering Nr Opstapje B Ontwikkelingsstimulering Erkend 14 Fontys Hogeschool Pedagogiek 17

18 2-4 jaar voor gezinnen in achterstandssituaties Opvoeden & zo B Ouders met kinderen bo leeftijd (4-12 jaar) Peuter in zicht B Opvoedingsondersteuning Voor allochtone en autochtone ouders met peuters 2-4 jaar Piramide B Ontwikkelingsstimulering jaar Rots en water B Sociaal-emotionele ontwikkeling Jongens 9-18 jaar Speelplezier B Ontwikkelingsstimulering jaar voor kansarme milieus Sporen B Ontwikkelingsstimulering jaar Startblokken en basisontwikkeling Stevig ouderschap B B Ontwikkelingsstimulering jaar Opvoedingsondersteuning Gezinnen met pasgeboren kind (0 jaar) Taallijn B Ontwikkelingsstimulering (2-4 jaar) Veiligheidsinform atie kaarten Armoede en gezondheid Bemoeizorg in de jeugdgezondheid szorg Gezonde scholen en genotmiddelen B A/B A/B A/B Algemene preventie (0-4 jaar) 0-12 jaar Gezondheidsrisico s Terugdringen deprivatie Ouder met kinderen 0-19 jaar. Vroeghulp bij bedreiging gezondheid Preventie gebruik genotmiddelen jaar Home Party B Gebruik alcohol en drug, roken en gokken jaar Video-feedback intervention to promote positive parenting A, C is in ontwikkeling Preventie voor verminderen gedragsproblemen. Ouders met kinderen 0-3 jaar met lastig gedrag Overstap B Ontwikkelingsstimulering Onderwijsachterstanden Ontwikkelings stimulering Erkend Opv. Onderst. Erkend Opv. Onderst. Erkend Ontwikkelings stimulering Erkend Sociaal-emo. Ontw. Erkend Ontwikkelings stimulering Erkend Ontwikkelings Stimulering Erkend Ontwikkelings stimulering Erkend Opv. Onderst. Erkend Ontwikkelings stimulering Erkend gezondheidsbevord ering Erkend Gezondheids bevordering Erkend Gezondheids bevordering Erkend preventie Ondervoorbehoud erkend preventie Erkend, C variant is in ontwikkeling preventie Erkend onder voorbehoud Ontwikkelings stimulering Verdeling en kenmerken van de interventies Preventief Het NJI etiketteert de interventies als: opvoedingsondersteuning (6x), preventie/vroeghulp van probleemgedrag (4x), ontwikkelingsstimulering (12x), gezondheidsbevordering (4x), sociaal-emotionele Fontys Hogeschool Pedagogiek 18

19 ontwikkeling (2x), seksualiteit (2x) (Ince & van der Berg, 2009a). Na bestudering van de beschrijvingen van de interventies kunnen echter de meeste interventies óók als preventief aangemerkt worden ook al hebben ze een specifiek thema zoals taalontwikkeling of gezondheidsbevordering. De meeste interventies hebben als doel het voorkomen van een grotere opvoedingsproblematiek (stevig ouderschap; beter omgaan met pubers), of het vergroten van onderwijskansen van kinderen uit kansarme milieus (opstap; kaleidoscoop; startblokken en basisontwikkeling), of het bevorderen van seksuele interactiecompetenties (lang leve de liefde). De genoemde interventies hebben het doel om grotere problemen in de toekomst te voorkomen door in te spelen op opvoedingsvragen van ouders of ontwikkelingssituaties van kinderen in een vroeg stadium. In dat opzicht zijn vrijwel alle interventies als preventief te kenmerken. Ontwikkelingsstimulering vanaf twee jaar tot zes jaar Twaalf interventies zijn gericht op ontwikkelingsstimulering voor kinderen in de leeftijd van twee tot en met zes jaar. In de beschrijvingen van de interventies staat dat het om kinderen van laagopgeleide ouders, kinderen in achterstandssituaties of kansarme gezinnen gaat die al vóór de basisschoolperiode betrokken worden in ontwikkelingsstimuleringsprogramma s. Van alle 12 ontwikkelingsstimuleringsprogramma s zijn 11 interventies hierop gericht. Ouderbetrokkenheid bij ontwikkelingsstimulering De programma s verschillen als het gaat om de mate en de manier waarop ouders betrokken worden: Actieve ouderbetrokkenheid zodat de ouders vaardigheden en kennis opdoen om hun kinderen in de thuissituatie te ondersteunen en te stimuleren; in de programma s Opstap; Opstapje; Instapje en Boekenpret. Ouders geregeld en structureel informeren zodat ouders de ontwikkeling van het kind kunnen oppakken. Verdeling naar leeftijdscategorie De meeste programma s zijn gericht op kinderen in de leeftijd van twee en een half tot en met zes jaar. Het gaat voornamelijk om ontwikkelingsstimulering programma s zoals taalontwikkeling, de totale ontwikkeling en de verbetering van de aansluiting met de basisschool. Enkele projecten richten zich op de verbetering van de opvoedingscompetenties van ouders met baby s en peuters of hun leef- en gezondheidsomstandigheden. Er zijn bijna geen interventies specifiek voor kinderen in de leeftijd van zeven tot tien jaar en hun familie. Er zijn wel breed georiënteerde interventies zoals bemoeizorg in de jeugdgezondheidszorg (0-19 jaar), Big Brothers Big Sisters (4-18 jaar), Rots en Water (9-18 jaar) en de interventie Opvoeden en zo (4-12 jaar). Deze interventie richt zich op het verbeteren van de omgang tussen ouder en kinderen in de basisschoolleeftijd. De overige interventies richten zich op kinderen vanaf 12 jaar en hun families. In enkele interventies wordt het gezin niet betrokken, omdat het programma zich bijvoorbeeld op school afspeelt zoals Gezonde scholen en genotmiddelen of Home Party Aanpassingen aan migrantencontext Als we deze kenmerken van de projecten in de migrantencontext plaatsen dan vallen er een aantal zaken op. Ten eerste is er maar 1 erkende C interventie (gericht op migrantengroep). De erkende C- interventie is Marokkaanse buurtvaders. Er zijn 29 B-interventies. B-interventies zijn interventies waar in de aanpak, de opzet, het proces of de inhoud aanpassingen zijn gemaakt om de interventie bij migrantengroepen succesvol uit te voeren. Alleen de C-interventie is een lokaal initiatief geweest, de overige interventies zijn initiatieven van jeugdzorginstellingen en welzijnsorganisaties. Interventies en de allochtone doelgroep Er zijn (nog) geen resultaten van evidenced based onderzoek naar aanpakken, methodieken en interventies voor de beschreven allochtone doelgroep als het gaat om het bereiken, signaleren, doorverwijzen en vroeghulp. Het is belangrijk om in kaart te brengen welke aanpassingen er zijn gemaakt om de interventie toe te passen op de migrantengroep. Uit de analyse blijkt dat er vijf niveaus van aanpassingen zijn te onderscheiden. Niveau 5 betekent: de meeste aanpassingen. Niveau 1 betekent: de minste aanpassingen. Niveau 5: Interventie specifiek gemaakt en ontwikkeld voor de migrantengroepen. Fontys Hogeschool Pedagogiek 19

20 Niveau 4: De inhoud van de interventie is aangepast op (al dan niet specifieke) migrantengroepen of de werker die de interventie uitvoert, heeft dezelfde (etnisch)culturele achtergrond en spreekt dezelfde taal. Niveau 3: De informatievoorziening en het materiaal voor de ouder die actief bij de interventie berokken is, is in meerdere talen beschikbaar of het instrument om te meten is in meerdere talen beschikbaar. Niveau 2: De informatievoorziening en het materiaal om ouders te informeren over het kind zijn in meerdere talen beschikbaar. Niveau 1: Er zijn geen concrete aanpassingen gedaan omdat het project voor iedereen is gemaakt, waar allochtone kinderen en ouders ook onder vallen. Vaak is de doelgroep dan laagopgeleide ouders of kinderen uit kansarme gezinnen of achterstandsituaties. Niveau: Interventie Nummers 2. (bijlage A) 3, 10, 12, 18, 19, 21, 23, 26, 29 6, 8, 9, 17, 20, 24, 30, 2, 4, 13, 14, 15, 16, 17 22, 5, 6, 7, 11, 13, 14, 27 1 Uit het schema is op te maken dat ongeveer een kwart van de interventies geen aanpassingen hebben gedaan in de interventies om de interventie toepasbaar te maken voor de allochtone doelgroep. In de interventies is men uitgegaan van laagopgeleide ouders, waar vaak ook allochtone ouders bijhoren of kansarme gezinnen waar ook vaak allochtone ouders bij horen. Men vindt blijkbaar dat allochtone gezinnen met kinderen geen speciale aanpak nodig hebben. De vraag is dan waarom het NJI deze interventies als B-interventies categoriseert. Er is namelijk niets speciaals gedaan om aansluiting te vinden bij de migrantengroep. Ook zijn er veel interventies op het tweede niveau. In deze interventies zijn alleen aanpassingen gedaan om de ouders te informeren over het kind. Ondanks het feit dat we uit de literatuur weten dat de schakel met thuis onmisbaar is in interventies, blijft de vraag of dit voldoende is. Het bereik van de interventies Veel projecten zoals Jump In, Lang leve de liefde 3 of Gezonde scholen en genotmiddelen vinden als lespakket op scholen plaats en hebben daardoor een goed bereik onder allochtone jeugd. Hetzelfde geldt voor ontwikkelingsstimulingsprogramma s zoals kaleidoscoop, piramide, overstap, Ko-totaal, omdat de kinderen al op de peuterspeelzaal verblijven en er daardoor profijt van hebben. De vraag is echter of en hoe ouders (in dit geval van allochtone afkomst) van het bestaan van deze programma s afweten en door wie zij geïnformeerd worden. In de interventiebeschrijvingen is vrijwel niets te lezen over het bereik. Het bereik zegt iets over hoe de cliënten (ouders en kinderen of jeugdigen) in aanraking komen met de instellingen en de interventies. Zo weten we uit de literatuur dat het consultatiebureau een heel groot bereik heeft onder ouders en daarmee ook een signaalfunctie en een adviserende functie heeft. Interventies als Moeders informeren moeders en Girls Talk vermelden als enige interventies iets over het bereik. In de interventie Girls Talk staat vermeld dat er folders in buurthuizen worden gelegd en dat de interventie ook binnen jeugdzorginstellingen en buitenschoolse opvang wordt aangeboden. In de beschrijving van Moeders informeren moeders staat dat consultatiebureaus voor het bereik zorgen. Het is voorstelbaar dat het consultatiebureau ouders verwijst, informeert of attendeert op andere projecten zoals Home-start, VIDD, of andere ontwikkelingsstimuleringsprogramma s als Kaleidoscoop, Piramide, Sporen of Startblokken en Basisontwikkeling, omdat het consultatiebureau zicht heeft op een grote groep ouders en al in een vroeg stadium bepaalde problematieken kan opmerken. De vraag die hierbij van belang is hoe allochtone ouders erop geattendeerd worden dat hun kinderen naar peuterspeelzalen of kinderdagverblijven kunnen gaan waar een VVE programma wordt aangeboden om de taalontwikkeling te stimuleren. Het consultatiebureau zou daar een rol in kunnen vervullen, maar dat wordt nergens in de interventiebeschrijvingen vermeld. Het vermelden van het bereik in de beschrijvingen van de interventies - hoe komt men deze gezinnen of jeugdigen op het spoor om in een vroeg stadium hulp te bieden - is essentieel, omdat dit inzicht geeft in hoe (allochtone) kinderen en jeugdigen in een eerder stadium geholpen kunnen worden. Doordat dit niet in de beschrijvingen opgenomen is, kan er niets gezegd 2 Interventie 28 ontbreekt. Er is geen tekst beschikbaar waardoor deze interventie niet ingedeeld kan worden. Interventie 6, 13, 14, 17 komen 2x voor en hebben dus meerdere aanpassingen in hun interventies opgenomen om aan te sluiten bij de allochtone groep. Fontys Hogeschool Pedagogiek 20

Opvoeden in andere culturen

Opvoeden in andere culturen Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552

Nadere informatie

Triple P Divers: nog beter aansluiten bij migrantenouders

Triple P Divers: nog beter aansluiten bij migrantenouders Triple P Divers: nog beter aansluiten bij migrantenouders Voor wie? Deze brochure is bedoeld voor alle beroepskrachten die met Triple P werken of daar in de toekomst mee aan de slag willen gaan. Triple

Nadere informatie

Workshop 3 e nationaal congres Opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning. Kenniswerkplaats Tienplus

Workshop 3 e nationaal congres Opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning. Kenniswerkplaats Tienplus Kenniswerkplaats Tienplus Laagdrempelige ondersteuning aan ouders met tieners in Amsterdam Pauline Naber, Hogeschool INHolland Marjan de Gruijter, Verwey-Jonker Instituut http://www.kenniswerkplaats-tienplus.nl/

Nadere informatie

Interculturele Competenties:

Interculturele Competenties: Interculturele Competenties: Een vak apart W. Shadid Leiden, mei 2010 Interculturele Competenties 2 Inleiding Vooral in multiculturele samenlevingen wordt de laatste tijd veel nadruk gelegd op interculturele

Nadere informatie

Interventies houden geen rekening met culturele verschillen

Interventies houden geen rekening met culturele verschillen Foto: Martine Sprangers Hulpverlening weet migrantenjeugd slecht te vinden Interventies houden geen rekening met culturele verschillen Door Gert van den Berg 8 De jeugdhulpverlening bereikt kinderen en

Nadere informatie

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden Bruggenbouwers Linko ping, Zweden Het Bruggenbouwers project wordt in de Zweedse stad Linköping aangeboden en is één van de succesvolle onderdelen van een groter project in die regio. Dit project is opgezet

Nadere informatie

Kenniswerkplaats Tienplus

Kenniswerkplaats Tienplus Workshop Jeugd in Onderzoek Kenniswerkplaats Tienplus Laagdrempelige ondersteuning van ouders met tieners in Amsterdam http://www.kenniswerkplaats-tienplus.nl Triple P divers Marjolijn Distelbrink Verwey-Jonker

Nadere informatie

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen)

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen) In opdracht van de Gemeente Amsterdam (Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling) Als ik mijn vader had gehad vanaf mijn jeugd, dan zou ik misschien anders zijn in het leven. (...) Wat ik allemaal wel niet

Nadere informatie

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking Nuray Dogan Nadia el Gharnati Erasmus Universiteit 19-11-2015 De effectiviteit van preventieve voorlichting aan migrantenouders in Rotterdam over ggz problematiek en licht verstandelijke beperking De Rotterdamse

Nadere informatie

Interculturele Competentie:

Interculturele Competentie: Interculturele Competentie: Een vak apart W. Shadid, Leiden, mei 2010 Inleiding In deze korte uiteenzetting wordt aandacht besteed aan het onderwerp interculturele competenties waarop de laatste tijd en

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek naar de rol van pedagogisch medewerkers op peuterspeelzalen in achterstandswijken

Samenvatting onderzoek naar de rol van pedagogisch medewerkers op peuterspeelzalen in achterstandswijken Samenvatting onderzoek naar de rol van pedagogisch medewerkers op peuterspeelzalen in achterstandswijken Sociaal Werk Nederland heeft door vier studenten (Isabelle de Beere, Nina Smaling, Floor Links en

Nadere informatie

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen Zorg op Tijd EIF Conferentie Nijmegen 19-11-2015 Projectpartners Project in Gouda Scholen in Gouda Onderdelen Training van professionals Overleg over de screening Bijeenkomsten met ouders Individuele

Nadere informatie

4.2.2. Shantala babymassage (individuele begeleiding)

4.2.2. Shantala babymassage (individuele begeleiding) 4.2. Aanbod voor ouders van het jonge kind Dit aanbod is veelal gericht op ouders met kinderen tot 4 jaar. Een aantal producten zijn inzetbaar voor een bredere doelgroep. De producten Home-Start, Vroegtijdige

Nadere informatie

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK TJJ Tijdschrift voor Jeugdhulpverlening en Jeugdwerk Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK Belang van algemeen jongerenwerk voor positie van migrantenjongeren

Nadere informatie

Met een goede start naar de basisschool

Met een goede start naar de basisschool Met een goede start naar de basisschool INSPIRATIEDOCUMENT OVER HET BELANG VAN DE OPVOED- EN OPGROEIOMGEVING VOOR DE ONTWIKKELING VAN JONGE KINDEREN MEE Nederland ActiZ GGD GHOR Nederland MOgroep 1 Over

Nadere informatie

Interculturele psychiatrie en jeugd-ggz

Interculturele psychiatrie en jeugd-ggz Interculturele psychiatrie en jeugd-ggz mr.dr. Lieke van Domburgh Onderzoeker Vumc, afd. Kinder- en Jeugdpsychiatrie Hoofd afdeling O&O Intermetzo prevalentie problemen: etniciteit en gender (Zwirs 2006)

Nadere informatie

Preventieoverzicht opvoeden

Preventieoverzicht opvoeden 0-4 Ouders met kinderen 0-4 Stevig Ouderschap Stevig Ouderschap is een preventieprogramma dat zich richt op risicogezinnen en dat dmv. vroegtijdige opvoedingsondersteuning problemen op dit gebied wil voorkomen.

Nadere informatie

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173 Inhoud Inleiding 7 Deel 1: Theorie 1. Kindermishandeling in het kort 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Aard en omvang 13 1.3 Het ontstaan van mishandeling en verwaarlozing 18 1.4 Gevolgen van kindermishandeling

Nadere informatie

Preventieoverzicht opvoeden

Preventieoverzicht opvoeden Doelgroep Naam Boodschap Soort Organisatie die 0-4 jaar Ouders met kinderen 0-4 jaar Video Interactie Begeleiding Doel van de methodiek is het ondersteunen, bevorderen of herstellen ontwikkelingsproblemen

Nadere informatie

Samenvatting Het draait om het kind

Samenvatting Het draait om het kind Samenvatting Het draait om het kind Visie op monitoring in de opvoedingsvariant van pleegzorg Inleiding Aangezien de pleegzorg een onvoldoende geobjectiveerd overzicht heeft van hoe het met de jeugdige

Nadere informatie

Universiteit Opleiding Cursus Beschrijving Link. Vaardigheidsonderwijs 2e jaar

Universiteit Opleiding Cursus Beschrijving Link. Vaardigheidsonderwijs 2e jaar Overzicht bachelorcursussen Dit overzicht geeft een groot aantal bachelorcursussen weer die aandacht besteden cultuur en/of gender op het gebied van gezondheidszorg. Het overzicht betreft cursussen uit

Nadere informatie

Digitale opvoedondersteuning voor aanstaande ouders

Digitale opvoedondersteuning voor aanstaande ouders Bijvoorbeeld over: borst- en flesvoeding; ouderschap; verzorging van je kind; balans tussen kind en relatie. Ouders die deelnemen aan deze thema- of voorlichtingsbijeenkomst hebben (nieuwe) kennis en informatie

Nadere informatie

Overzichtsstudie interventies voor migrantenjeugd. Ontwikkelingsstimulering, preventie en vroeghulp

Overzichtsstudie interventies voor migrantenjeugd. Ontwikkelingsstimulering, preventie en vroeghulp Overzichtsstudie interventies voor migrantenjeugd Ontwikkelingsstimulering, preventie en vroeghulp 2010 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt

Nadere informatie

De kracht van pedagogisch adviseren

De kracht van pedagogisch adviseren De kracht van pedagogisch adviseren Colofon Uitgever: Datum uitgave: december 2010 Eindredactie: Rieneke de Groot, Monique Albeda & Geeske Hoogenboezem Bezoekadres: Nieuwe Gouwe Westzijde 1, 2802 AN Gouda

Nadere informatie

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken Ervaringen uit het veld Overzicht programma Wie ben ik: - Philip Stein - masterstudent sociologie - afgerond A&O-psycholoog Programma: - half uur presentatie,

Nadere informatie

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik > vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik OUDERS & OPVOEDERS Als er binnen uw gezin sprake is van seksueel misbruik, heeft dat grote invloed. Er is veel verdriet, boosheid, wantrouwen en schuldgevoel.

Nadere informatie

Preventieve interventies Effectief tijdig ingrijpen bij risicojongeren

Preventieve interventies Effectief tijdig ingrijpen bij risicojongeren Preventieve interventies Effectief tijdig ingrijpen bij risicojongeren De laatste inzichten in de preventie van jeugdcriminaliteit Programma Ochtendprogramma Voor het ochtendprogramma in de Grote Zaal

Nadere informatie

Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland

Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland 1. Individuele sociale vaardigheidstraining 2. Sociale vaardigheidstraining groep 12-/12+ 3. Gezinsbegeleiding (6+) 4. Gezinsbegeleiding (0-6 jaar) 5. Individuele

Nadere informatie

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie?

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie? Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie? In deze fiche vind je instrumenten om de interculturele competenties van personeelsleden op te bouwen en te vergroten zodat het diversiteitsbeleid

Nadere informatie

Strategieën om te werken aan effectieve jeugdzorg

Strategieën om te werken aan effectieve jeugdzorg Strategieën om te werken aan effectieve jeugdzorg Evidence based practice 1. Invoeren bewezen effectieve interventies; 2. Wetenschappelijk onderzoeken veelbelovende eigen interventies; 3. Consolideren

Nadere informatie

Aantal deelnemers. Pedagoog. Jeugdverpleegkundige.

Aantal deelnemers. Pedagoog. Jeugdverpleegkundige. Een online cursus waarin per les informatie wordt gegeven over een specifiek onderwerp. Bijvoorbeeld over: borst- en flesvoeding; ouderschap; verzorging van je kind; balans tussen kind en relatie. De lessen

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

KomPas Samen sterker op basisscholen

KomPas Samen sterker op basisscholen KomPas Samen sterker op basisscholen Informatie voor scholen en ouder(s)/verzorger(s) Samen sterker op basisscholen voor kinderen met gedragsproblemen door integrale samenwerking tussen onderwijs, toegangsteams

Nadere informatie

Database wetenschappelijke onderzoeken & deskundigen

Database wetenschappelijke onderzoeken & deskundigen Database wetenschappelijke onderzoeken & deskundigen Februari 2012 Opvoeding Opdracht is uitgevoerd door Opvoeding Naar Hollands gebruik? Verschillen in gebruik van hulp bij opvoeding, onderwijs en gezondheid

Nadere informatie

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Leloux-Opmeer Voorwoord Inhoudsopgave Een tijd geleden hebben Stichting Horizon

Nadere informatie

Triple P. Triple P Divers Kenniswerkplaats Tienplus Amsterdam. Marjolijn Distelbrink & Cecile Winkelman 14 juni 2012

Triple P. Triple P Divers Kenniswerkplaats Tienplus Amsterdam. Marjolijn Distelbrink & Cecile Winkelman 14 juni 2012 Triple P Ook voor migrantenouders? Triple P Divers Kenniswerkplaats Tienplus Amsterdam Marjolijn Distelbrink & Cecile Winkelman 14 juni 2012 Kenniswerkplaats Tienplus is gefinancierd door Zonmw Programma

Nadere informatie

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Marian van Leeuwen 19 november 2012 Doelen JGZ (bron NCJ) 1. preventieve gezondheidszorg bieden aan alle kinderen in Nederland van 0-19 jaar. 2. De lichamelijke, psychische,

Nadere informatie

Stichting Kinderopvang Alkmaar. Pedagogisch Beleid. Peuterspeelzalen

Stichting Kinderopvang Alkmaar. Pedagogisch Beleid. Peuterspeelzalen Stichting Kinderopvang Alkmaar Pedagogisch Beleid Peuterspeelzalen Inhoudsopgave 1. INLEIDING...3 2. DOEL VAN HET BELEID...3 2.1 ALGEMEEN...3 2.2 BIJDRAGE AAN ORGANISATIEDOELEN...3 2.3 ROLLEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN...4

Nadere informatie

Wie is er niet mee grootgebracht? Opvoeding(sondersteuning) en diversiteit Voorbeelden uit Amsterdam

Wie is er niet mee grootgebracht? Opvoeding(sondersteuning) en diversiteit Voorbeelden uit Amsterdam Wie is er niet mee grootgebracht? Opvoeding(sondersteuning) en diversiteit Voorbeelden uit Amsterdam Marjolijn Distelbrink (Verwey-Jonker Instituut) Hilde Kroese (Hogeschool INHolland) Michelle Willard

Nadere informatie

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving Aanpak: Praktische gezinsondersteuning De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door:

Nadere informatie

Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer. Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion

Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer. Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion Inhoud workshop Hoe is het allemaal begonnen? Het onderzoek Procesbeschrijving (zoektocht

Nadere informatie

Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs

Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs Een goede relatie tussen ouders en school komt het leerresultaat ten goede en dat is wat we allemaal willen! Convenant Impuls Kwaliteitsverbetering Onderwijs

Nadere informatie

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Visie Jongerenwerk Leidschendam-Voorburg

Visie Jongerenwerk Leidschendam-Voorburg Visie Jongerenwerk Leidschendam-Voorburg Juni 2014 Waarom een visie? Al sinds het bestaan van het vak jongerenwerk is er onduidelijkheid over wat jongerenwerk precies inhoudt. Hierover is doorgaans geen

Nadere informatie

Culturele interview. Introductie

Culturele interview. Introductie Culturele interview De volgende thema s worden besproken tijdens het culturele interview: 1. Biografie (persoonlijke en sociale gegevens) 2. Geschiedenis van de huidige klachten 3. Eerdere trajecten 4.

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Jaarlijks doen vele jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking In Nederland een beroep op de hulpverlening. Een aanmerkelijk aantal van hen krijgt deze hulp van een LVG-instituut.

Nadere informatie

De lessen kunnen op elk gewenst tijdstip bekeken worden. Aantal deelnemers. Pedagoog. Jeugdverpleegkundige.

De lessen kunnen op elk gewenst tijdstip bekeken worden. Aantal deelnemers. Pedagoog. Jeugdverpleegkundige. 4.2.12. Digitale opvoedondersteuning voor ouders van het jonge kind Ondersteuning in de vorm van een aantal online lessen voor ouders met kinderen tot 4 jaar, om ze voor te bereiden op de (toekomstige)

Nadere informatie

Overzichtskaart 3. Opvoedingsondersteuning. voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen

Overzichtskaart 3. Opvoedingsondersteuning. voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen Overzichtskaart 3 Opvoedingsondersteuning voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen Zelfreflectie-instrument individuele opvoedingsondersteuning Sommige JGZ-professionals zullen al over

Nadere informatie

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

COACH JE KIND. ouders worden zelfredzame opvoeders

COACH JE KIND. ouders worden zelfredzame opvoeders COACH JE KIND ouders worden zelfredzame opvoeders 1 Eigen Kracht Iedere ouder heeft wel eens vragen over het opvoeden en opgroeien van hun kinderen. De meeste ouders weten waar ze terecht kunnen, zowel

Nadere informatie

Mentorprojecten en de lokale jeugdzorg. Tips voor managers en bestuurders van mentorprojecten. Marian van der Klein Judith Schöne

Mentorprojecten en de lokale jeugdzorg. Tips voor managers en bestuurders van mentorprojecten. Marian van der Klein Judith Schöne Mentorprojecten en de lokale jeugdzorg Tips voor managers en bestuurders van mentorprojecten Marian van der Klein Judith Schöne Pim & Ethan Oranje Fonds Dé grote meerwaarde van mentoring is dat mentoren

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling

Richtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling Richtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling Onderbouwing Opvoedingsondersteuning in de JGZ De JGZ-medewerker heeft een taak bij het schatten van de opvoedingscompetentie en opvoedingsonmacht van ouders.

Nadere informatie

Een prenataal traject bestaande uit één tot vier huisbezoeken voor een selectieve groep zwangere vrouwen. Aantal uitgevoerde huisbezoeken.

Een prenataal traject bestaande uit één tot vier huisbezoeken voor een selectieve groep zwangere vrouwen. Aantal uitgevoerde huisbezoeken. 4.1. Aanbod voor aanstaande ouders Onze producten gericht op de prenatale periode bieden aanstaande ouders begeleiding en ondersteuning die start tijdens de zwangerschap. Het is ter voorbereiding op de

Nadere informatie

Management van Diversiteit in de Jeugdzorg Werkmodel

Management van Diversiteit in de Jeugdzorg Werkmodel Management van Diversiteit in de Jeugdzorg Werkmodel Renée de Reuver Universiteit van Tilburg Murat Can Kompas zorg en welzijn Ab van de Wakker het PON Mate van Interculturalisatie Monocultureel Laagste

Nadere informatie

Voorlichting Dialoogtafelmethodiek. Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals

Voorlichting Dialoogtafelmethodiek. Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals Voorlichting Dialoogtafelmethodiek Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals Academische Werkplaatsen TJ Wat? Kennisinfrastructuur waarin praktijk, beleid, onderzoek en onderwijs

Nadere informatie

4.3. Aanbod voor (ouders van) basisschoolkinderen

4.3. Aanbod voor (ouders van) basisschoolkinderen Alle ouders met kinderen tot 4 jaar die in ons werkgebied wonen. Pedagoog. 4.3. Aanbod voor (ouders van) basisschoolkinderen Dit aanbod is gericht op kinderen die naar de basisschool gaan en hun ouders.

Nadere informatie

Opvoedingsondersteuning, wat werkt?

Opvoedingsondersteuning, wat werkt? Opvoedingsondersteuning, wat werkt? Wat is er nodig voor een effectieve opvoedingsondersteuning van alle opvoeders in Nederland Bert Prinsen Ede, 4 juni 2010 Onderwerpen: * Visie op opvoeden en opvoedingsondersteuning

Nadere informatie

Opvoed aanbod. Dit is een uitgave van:

Opvoed aanbod. Dit is een uitgave van: Opvoed aanbod 058 Dit is een uitgave van: opvoedpunt Leeuwarden 2 Preventieve opvoedsteun Opvoeden en opgroeien, het is logisch dat ouders daar vragen over hebben. Het is fijn als iemand met je mee kan

Nadere informatie

Verschuivende machtsrelaties in allochtone gezinnen Trees Pels

Verschuivende machtsrelaties in allochtone gezinnen Trees Pels Huiselijk geweld: achtergronden Verschuivende machtsrelaties in allochtone gezinnen Trees Pels 29 mei 2008 Congres Huiselijk Geweld: Families onder Druk Amsterdam, De Meervaart Meeste plegers zijn mannen,

Nadere informatie

GEZONDHEIDSPROFIEL STATUSHOUDERS IN GEMEENTE GOIRLE. Inleiding. januari 2015 t/m juli 2017

GEZONDHEIDSPROFIEL STATUSHOUDERS IN GEMEENTE GOIRLE. Inleiding. januari 2015 t/m juli 2017 januari maart mei juli september november januari maart mei juli september november januari 7 maart 7 mei 7 juli 7 januari t/m juli 7 GEZONDHEIDSPROFIEL STATUSHOUDERS IN GEMEENTE GOIRLE Inleiding 3 statushouders

Nadere informatie

HULPVRAAG Doelgroepen Doelstellingen

HULPVRAAG Doelgroepen Doelstellingen Zorgmodule Fasehuis Zorgaanspraak: Zorgaanbieder: Verblijf met behandeling Entréa HULPVRAAG Doelgroepen De doelgroep bestaat uit normaal begaafde jeugdigen van 16-18 jaar, woonachtig in de regio Gelderland-Midden

Nadere informatie

De stand van zaken. Door de bomen het bos weer zien Meer inzicht in kwaliteit en effectiviteit interventies

De stand van zaken. Door de bomen het bos weer zien Meer inzicht in kwaliteit en effectiviteit interventies Door de bomen het bos weer zien Meer inzicht in kwaliteit en effectiviteit interventies Djoeke van Dale Centrum Gezond Leven Joke van Wieringen Centrum Jeugdgezondheid De stand van zaken Schatting: minstens

Nadere informatie

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR 1 JAARPLAN 2015 Voorwoord Het jaar 2014 is bijzonder succesvol geweest voor Present Rotterdam. Met succes zijn we op weg naar een stabiele organisatie met vaste partners, hebben we veel groepen vrijwilligers

Nadere informatie

We merken dat migrantencliënten anders aankijken tegen een beperking. Hoe kunnen we daarmee omgaan?

We merken dat migrantencliënten anders aankijken tegen een beperking. Hoe kunnen we daarmee omgaan? We merken dat migrantencliënten anders aankijken tegen een beperking. Hoe kunnen we daarmee omgaan? Migranten kunnen anders tegen een beperking aankijken. Zij zien de beperking vaak als ziekte en houden

Nadere informatie

Wat doet Thuisbegeleiding? Informatie over Thuisbegeleiding

Wat doet Thuisbegeleiding? Informatie over Thuisbegeleiding Wat doet Thuisbegeleiding? Informatie over Thuisbegeleiding Informatie over Thuisbegeleiding Thuisbegeleiding biedt hulp aan multiproblemgezinnen en risicogezinnen, en aan volwassenen met psychiatrische

Nadere informatie

Door Naziha Maher, coördinator psychosociale dienstverlening allochtonen, Vlaamse Liga tegen Kanker

Door Naziha Maher, coördinator psychosociale dienstverlening allochtonen, Vlaamse Liga tegen Kanker Door Naziha Maher, coördinator psychosociale dienstverlening allochtonen, Vlaamse Liga tegen Kanker Wat vooraf gaat Kijk eerst in eigen boezem: visie over diversiteit Is er een diversiteitbeleid in de

Nadere informatie

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving Aanpak: Bemoeizorg De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD West-Brabant

Nadere informatie

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten Maud Eimers en Erick Vloeberghs 2 Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de

Nadere informatie

Samenvatting en aanbevelingen

Samenvatting en aanbevelingen Annemiek Veen, Maartje van Daalen. Jaap Roeleveld. & Lotte Cats (2009). Zo krijgt de school een gezicht". Huisbezoeken door Amsterdamse scholen. SCO-rapport 828. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut. Samenvatting

Nadere informatie

Zorg na de diagnose. Emete Solmaz, specialist ouderengeneeskunde, Royaal Thuis Brian Sinnema, casemanager dementie, HWW Zorg

Zorg na de diagnose. Emete Solmaz, specialist ouderengeneeskunde, Royaal Thuis Brian Sinnema, casemanager dementie, HWW Zorg Zorg na de diagnose Emete Solmaz, specialist ouderengeneeskunde, Royaal Thuis Brian Sinnema, casemanager dementie, HWW Zorg Disclosure belangen sprekers Potentiële belangenverstrengeling Voor bijeenkomst

Nadere informatie

Workshop: Coach je kind zet allochtone ouders in hun kracht.

Workshop: Coach je kind zet allochtone ouders in hun kracht. Vierde nationaal congres opvoedingsondersteuning Workshop: Coach je kind zet allochtone ouders in hun kracht. Ede,1 juni 2012 1 Opbouw workshop Coach je kind Kort voorstellen, warming up Presentatie van

Nadere informatie

Interculturele jeugd en opvoedhulp

Interculturele jeugd en opvoedhulp Interculturele jeugd en opvoedhulp Op zoek naar vertrouwen en doeltreffendheid Presentatie TriviumLindenhof 9/2012 1 Ary Scheffer. Mignon verlangend naar haar vaderland 1836 2 Cijfertjes Bij TriviumLindenhof

Nadere informatie

Inspiratiebijeenkomst Pedagogische Meerstemmigheid

Inspiratiebijeenkomst Pedagogische Meerstemmigheid Datum: Locatie: Spreker: Notulist: Aanwezigen: Organisatie: 14 december Kralingen Ilias El Hadioui Majda Battaï 23 deelnemers Stichting Attanmia i.s.m. Stichting Buurtwerk Kralingen-Crooswijk De besproken

Nadere informatie

Tijdig ingrijpen: werkzame ingrediënten voor interventies

Tijdig ingrijpen: werkzame ingrediënten voor interventies Infosheet Tijdig ingrijpen: werkzame ingrediënten voor interventies Tijdig ingrijpen betekent voorkomen dat een de fout ingaat. Wie wil dat niet? Dat is dan ook precies wat deze infosheet beoogt: inzicht

Nadere informatie

Een ruime invulling van EBP als opportuniteit. Prof. dr. Koen Hermans Projectleider Armoede en Welzijn LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk KU Leuven

Een ruime invulling van EBP als opportuniteit. Prof. dr. Koen Hermans Projectleider Armoede en Welzijn LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk KU Leuven Een ruime invulling van EBP als opportuniteit Prof. dr. Koen Hermans Projectleider Armoede en Welzijn LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk KU Leuven Evidence-based practice EBP: één van de belangrijkste

Nadere informatie

Wat is het effect van mentoring?

Wat is het effect van mentoring? Wat is het effect van mentoring? Februari 2016 HET IS AANNEMELIJK DAT MENTORING DE WERKLOOSHEID ONDER MIGRANTENJONGEREN KAN VERMINDEREN De werkloosheid onder jongeren van niet-westerse herkomst is veel

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: BJZ Flevoland

Nadere informatie

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING Samen maken wij meedoen voor jeugd mogelijk Kinderen en jongeren met een beperking moeten de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen, zodat zij zo zelfstandig mogelijk mee kunnen doen in de maatschappij.

Nadere informatie

Ouders met een verstandelijke beperking

Ouders met een verstandelijke beperking Ouders met een verstandelijke beperking Conclusies en aanbevelingen In deze studie is eerst in de literatuur nagegaan welke factoren beschermend dan wel belemmerend zijn in de opvoedingssituatie van mensen

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

de jeugd is onze toekomst

de jeugd is onze toekomst de jeugd is onze toekomst vereniging van groninger gemeenten Bestuursakkoord Jeugd 2008-2012 In veel Groninger gemeenten zijn er kinderen met problemen. En daarvan krijgen er te veel op dit moment niet

Nadere informatie

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei 2018 De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s pagina 2 van 6 Bij kinderen met traumatische ervaringen (ernstige negatieve jeugdervaringen),

Nadere informatie

Cultuursensitieve diagnostiek en therapie

Cultuursensitieve diagnostiek en therapie Cultuursensitieve diagnostiek en therapie Mei 2009 Dr. Victor Kouratovsky Klinisch psycholoog Kinder- en Jeugdpsycholoog Specialist NIP Wat is Cultuursensitieve diagnostiek en therapie? DSM-IV Culture-Bound

Nadere informatie

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense Werkinstructie benaderen intermediairs Sense BIJLAGE 7 Voorbeeld van de opzet van de presentatie in PowerPoint BIJLAGE 7 VOORBEELD VAN DE OPZET VAN DE PRESENTATIE IN POWERPOINT] 1 WERKINSTRUCTIE BENADEREN

Nadere informatie

Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg

Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg Toegespitst op kankerzorg dr. Mohamed Boulaksil Cardioloog i.o. Pharos Utrecht, 18 juni 2013 Indeling Definitie van begrippen Epidemiologische verschillen migrant

Nadere informatie

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Voorstellen voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres:

Nadere informatie

Multiprobleemgezinnen: een onderdeel van de (participatie)samenleving?!

Multiprobleemgezinnen: een onderdeel van de (participatie)samenleving?! Multiprobleemgezinnen: een onderdeel van de (participatie)samenleving?! Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) Afdeling Gezondheidswetenschappen Els Evenboer, Danielle Jansen, Menno Reijneveld Inhoud

Nadere informatie

llochtone meiden en vrouwen in-zicht

llochtone meiden en vrouwen in-zicht 2010 PROJECTEN Nieuwsbrief INHOUD Allochtone meiden & vrouwen in-zicht (Vervolg project) Kinderen aan zet (Onderzoek naar de gevolgen voor kinderen van het hebben van een moeder die seksueel misbruikt

Nadere informatie

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit Menukaart Gezonde basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit : Plaats: Locatie: Contactpersoon: Telefoonnummer: E-mailadres: Datum invullen: Inhoud: Om op een effectieve manier invulling te geven aan gezondheidsthema

Nadere informatie

School en CJG: pedagogische

School en CJG: pedagogische School en CJG: pedagogische partners Workshop 1 Congres Een wereld te winnen. Kwaliteit in de zorg voor alle jeugd 10 november 2011 Ahmed El Aslouni Hans Bellaart Marjan de Gruijter Berend Meijer Programma

Nadere informatie

Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland

Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland Caroline Vink Nederlands Jeugdinstituut 28-02-2012 Inleiding: De ontwikkeling van de CJGs in Nederland Stelselwijziging De positie van het CJG in het nieuwe stelsel

Nadere informatie

Op weg naar effectiviteitonderzoek in het cluster 4 onderwijs

Op weg naar effectiviteitonderzoek in het cluster 4 onderwijs Op weg naar effectiviteitonderzoek in het cluster 4 onderwijs Een verkenning van de doelgroep en de werkwijze Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. Drs. H. Leloux-Opmeer Inhoudsopgave Introductie

Nadere informatie

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013 Bijlage 7: Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013 Visie opleidingen Pedagogiek Hogeschool van Amsterdam Wij dragen als gemeenschap en daarom ieder van ons als individu, gezamenlijk

Nadere informatie

Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum

Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum - het 10 punten participatie plan - Het Ben Sajetcentrum is een academische leerwerkplaats waar we de praktijk van / in de zorg willen

Nadere informatie

Diversiteitgevoelig en Positief jeugdbeleid: gezamenlijke agenda

Diversiteitgevoelig en Positief jeugdbeleid: gezamenlijke agenda Diversiteitgevoelig en Positief jeugdbeleid: gezamenlijke agenda Trees Pels Kenniscafe Utrecht Zorg voor Jeugd 20-05-14 Presentatie 1. Kloof vraag-aanbod preventie (opvoedondersteuning) 2. Diversiteitgevoelig

Nadere informatie

Handreiking. Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp

Handreiking. Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp Handreiking Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp Woord vooraf Voor u ligt de handreiking randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp,

Nadere informatie

Opvoedthema s in migrantengezinnen met tieners

Opvoedthema s in migrantengezinnen met tieners Opvoedthema s in migrantengezinnen met tieners Trees Pels en Marjolijn Distelbrink 2014 Inleiding Welke zijn de meest gestelde opvoedvragen door ouders van tieners uit migrantengezinnen? Deze vraag wordt

Nadere informatie