1) Vul hier de naam van het gebouw in waarin dit lokaal zich bevindt:..

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "1) Vul hier de naam van het gebouw in waarin dit lokaal zich bevindt:.."

Louisa Sanders
8 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Invulblad lokaal Algemene gegevens Niveau 1 1) Vul hier de naam van het gebouw in waarin dit lokaal zich bevindt:.. 2) Vul hier de naam van het lokaal in:.. 4) Welke functie heeft dit lokaal (leslokaal, kantoor, gang, werkplaats, labo, refter, turnzaal, doucheruimte, wc, keuken, zwembad, polyvalente zaal, tekenzaal, computerlokaal, ontspanningsruimte, studiezaal, slaapruimte, trappen, inkomhal, ander)?.. 5) Is er een toestel voor warmwaterproductie zoals een boiler of een geiser aanwezig (ja, neen)?.. Niveau 2 3) Hoeveel bedraagt de grondoppervlakte van het lokaal (in m 2)?...

. 4) Welke functie heeft dit lokaal (leslokaal, kantoor, gang, werkplaats, labo, refter, turnzaal, doucheruimte, wc, keuken, zwembad, polyvalente

2 Verwarming Het antwoord op de meeste van onderstaande vragen vind je door het lokaal aan een grondige inspectie te onderwerpen. 1) Wordt dit lokaal verwarmd?.. Zo ja, beantwoord dan ook volgende vragen: 2) Wat is de gemiddelde dagtemperatuur, opgemeten in perioden dat er verwarmd wordt?.. Om de gemiddelde dagtemperatuur in een lokaal op een betrouwbare manier op te meten volstaat het om tweemaal daags (bijvoorbeeld om 10h en om 15h) de temperatuur op te meten en dit tijdens een aantal dagen in de stookperiode (bijvoorbeeld één willekeurige dag per week en dit gedurende een vijftal weken) en hiervan het gemiddelde te nemen. 3) Zijn er achter de radiatoren stralingschermen aangebracht?.. 4) Is er voelbare tocht of zichtbare kieren aan ramen en deuren (geen tocht, beetje tocht, veel tocht, zichtbare kieren, grote kieren)?.. 5) Beschikken de radiatoren over thermostatische kranen?.. 6) Is er nog enkele beglazing aanwezig in het lokaal?.. 7) Lopen er door het lokaal niet-geïsoleerde verwarmingsleidingen?. 8) Is er in het lokaal een regelklok/thermostaat aanwezig?..

.. Om de gemiddelde dagtemperatuur in een lokaal op een betrouwbare manier op te meten volstaat het om tweemaal daags (bijvoorbeeld om 10h en om 15h) de temperatuur op te meten en dit tijdens een

3 Verlichting Het antwoord op de meeste van onderstaande vragen vind je door het lokaal aan een grondige inspectie te onderwerpen. Niveau 1 1) Wat is de opgemeten lichtsterkte (uitgedrukt in lux) in het midden van het lokaal als de gangbare verlichting aan staat?.. De verlichtingssterkte in een lokaal meet je met een lichtmeter (of fotometer of luxmeter) en wordt uitgedrukt in lux. De aanbevolen lichtsterkte voor een leslokaal bedraagt 300 lux. Aan het bord is dat best 500 lux. 3) Is het kleurgebruik in dit lokaal helder of eerder donker (zeer helder, eerder helder, eerder donker, zeer donker)?.. 4) Welk soort hoofdverlichting is er geïnstalleerd (Gloeilamp, Spaarlamp, Halogeen, TL lamp met oude ballast, TL lamp met elektronische ballast, ander)?.. Niveau 2 2) Wat is het totaal geïnstalleerd vermogen (uitgedrukt in kw) van de verlichting (waarde ingeven)?... Ga lamp per lamp na wat het vermogen is. Meestal staat dit vermeld op de lamp (in Watt). Vergeet niet om te zetten naar kw! 5) Geef hier een schatting van het aantal uren dat de verlichting brandt per schooljaar:.. Hier volgen een aantal gegevens en bedenkingen waar je best rekening mee houdt bij het schatten: -In Vlaanderen tellen we ongeveer 180 schooldagen per jaar. -Waarschijnlijk brandt de verlichting niet altijd; overdag volstaat misschien de natuurlijke lichtinval? -Hoe zit het met de bezettingsgraad van de lokalen?

.. De verlichtingssterkte in een lokaal meet je met een lichtmeter (of fotometer of luxmeter) en wordt uitgedrukt in lux. De aanbevolen lichtsterkte voor een leslokaal bedraagt 300 lux.

4 Tabblad lokaal elektrische toestellen Zijn er in dit lokaal elektrische toestellen aanwezig?.. Zo ja, vervolledig dan onderstaande tabel door voor elk toestel volgende gegevens in te vullen: Niveau 1 Omschrijving machine:.. Bijvoorbeeld: diepvriezer, ijskast, koeltoog, oven, kopieertoestel, computer, printer, audiovisueel materiaal, vaatwasser, wasmachine, haardroger, naaimachine, boormachine, CNCmachine, plooibank, draaibank, zaagmachine, freesmachine, lastoestel, andere Aantal toestellen van dit type:.. Je kan deze lijst vereenvoudigen door toestellen van hetzelfde type samen te vermelden. Je kan bijvoorbeeld alle pc s uit de pc-klas samen vermelden. Het is van belang dat de toestellen die je samen vermeldt dezelfde verbruiksduur per jaar hebben. Staan er bijvoorbeeld twee draaibanken van hetzelfde type maar wordt de ene bijna dagelijks en de andere slechts nu en dan gebruikt, vermeld die dan apart. Geïnstalleerd vermogen (in kw):.. Bij kleine toestellen staat het vermogen meestal vermeld op het toestel zelf of op de gebruiksaanwijzing. Bij zware machines kan je het vermogen meestal terugvinden in de technische informatie van de machine of op het zilverkleurige plaatje met technische gegevens op de machine. Of misschien heeft de school wel een overzicht van de machines en hun geïnstalleerde vermogens. Let er op dat als je gelijkaardige toestellen samenneemt in de lijst je de vermogens van de individuele toestellen samentelt. Staan er bijvoorbeeld 20 pc s van 90 Watt, vermeld dan in de kolom geïnstalleerd vermogen : 1,8 (omrekenen naar kw!)

. Bijvoorbeeld: diepvriezer, ijskast, koeltoog, oven, kopieertoestel, computer, printer, audiovisueel materiaal, vaatwasser, wasmachine, haardroger, naaimachine, boormachine, CNCmachine, plooibank,

5 Niveau 2 Schatting van de gebruiksduur (uren per jaar):.. Hier volgen een aantal gegevens en bedenkingen waar je best rekening mee houdt bij het schatten: -In Vlaanderen tellen we ongeveer 180 schooldagen per jaar. -Hoeveel uur per dag worden de toestellen gebruikt? Let er op dat als je gelijkaardige toestellen samenneemt in de lijst je de gebruiksduur van deze groep toestellen opgeeft en niet de som van de gebruiksduur van elk individueel toestel. Als in de pc-klas 20 pc s staan die gemiddeld 3 uur per dag gebruikt worden, geef dan 540 op (en niet 10800)! (3 uur per dag maal 180 schooldagen per jaar) Schatting van de benuttingsfactor (getal tussen 0 en 1):.. Je hoeft deze inschatting enkel te maken voor zware machines uit de werkruimtes (plooibanken, freesbanken, lasinstallatie ). Voor lichte toestellen zoals huishoud- en kantoorapparatuur neem je de benuttingsfactor per definitie gelijk aan 1. Een machine neemt niet steeds het maximale, geïnstalleerde vermogen op. Het werkelijk opgenomen vermogen is namelijk afhankelijk van de belasting van de motor. Vooral bij mechanische toepassingen kan het werkelijk afgenomen vermogen merkelijk lager zijn dan het geïnstalleerde vermogen. Zo zal een plooibank slechts zelden het volle vermogen opnemen, tenzij ze maximale plaatdiktes moet plooien. Typische benuttingsfactoren voor industriële toepassingen situeren zich tussen 0,3 en 0,9. Dit getal geeft aan welk gedeelte van het maximale vermogen de machine gemiddeld opneemt. Het inschatten van de benuttingfactor is niet eenvoudig en kan enkel een ruwe schatting zijn. Heb je echt geen idee, gebruik dan 0,7 als een voorzichtige schatting. Omschrijving machine Aantal toestellen van dit type Geïnstalleerd vermogen (kw) Gebruiksduur (uren per jaar) Benuttingsfactor

-Hoeveel uur per dag worden de toestellen gebruikt?

Vergelijkbare documenten

Is uw verbruik normaal?

Is uw verbruik normaal? Maar dit mag ons niet doen vergeten wat zijn kostprijs en effecten op het milieu zijn. Ook al hebben we geen vat op de prijzen, ons verbruik kunnen we wel zelf beïnvloeden. Deze