Beelaerts bij de Boeren. De betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika in de jaren dertig

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beelaerts bij de Boeren. De betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika in de jaren dertig"

Transcriptie

1 Beelaerts bij de Boeren De betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika in de jaren dertig Mr. L.M.C.N. de Jongh ( ) Masterscriptie Internationale betrekkingen in historisch perspectief Dr. R. Raben

2 Inhoudsopgave Ten geleide p. 3 Inleiding p. 4-7 Hoofdstuk 1 Geschiedenis en achtergronden van de Nederlandse banden p met Zuid-Afrika tot Paragraaf 1 De oorsprong van de stamverwantschap: p Paragraaf 2 Nederlandse geestdrift en steun voor de Boeren: p Paragraaf 3 Versterking van het Nederlandse element in Zuid-Afrika: p Hoofdstuk 2 De betrekkingen tussen 1920 en 1935: afstoting en heroriëntatie p Paragraaf 1 De betrekkingen in de jaren 1920 p Paragraaf 2 Zoeken naar een vruchtbare samenwerking: p Hoofdstuk 3 Opnieuw in het oog en in het hart: p de betrekkingen tussen 1935 en Paragraaf 1 Emigratie van Nederlanders naar Zuid-Afrika p Paragraaf 2 Toenemende belangstelling in Zuid-Afrika en Nederland p Paragraaf 3 Opleving in de culturele contacten p Hoofdstuk 4 Alea jacta est en het werd dubbele zes, de reis van p jhr. mr. Frans Beelaerts van Blokland naar het eeuwfeest van de Grote Trek in december 1938 Conclusie p Bronnen p

3 Ten geleide Het moet ergens in het najaar van 1998 zijn geweest toen ik als twaalfjarige samen met mijn ouders en grootmoeder van een vakantie op Kreta genoot en wij in de lounge van het hotel plotseling werden benaderd door een Engelsman. Hij vertelde ons dat hij bezig was in een boek over Zuid-Afrika en aangezien hij wist van de bijzondere relatie met Nederland veronderstelde hij dat wij hem uit de brand konden helpen met enkele woorden, waaronder de betekenis van het liedje 'Sarie Marais'. Nog voor wij hem tekst en uitleg konden geven, barstte mijn grootmoeder, jaargang 1919, spontaan uit in gezang, wat voor de verbouwereerde Engelsman voldoende bevestiging bood dat hij bij ons inderdaad aan het juiste adres was. Deze gebeurtenis zal één van de oorzaken zijn geweest van mijn grote belangstelling voor Zuid-Afrika en met name voor de speciale banden met Nederland. Sinds ik het land een aantal keren heb mogen bezoeken is deze fascinatie alleen maar toegenomen. Toen ik tijdens familieonderzoek ook nog eens stuitte op de bijzondere betrokkenheid van jhr. mr. Frans Beelaerts van Blokland met Zuid-Afrika en een goodwill reis die hij in 1938 maakte, was de keuze voor een onderwerp voor een scriptie ter afronding van de master internationale betrekkingen in historisch perspectief dan ook snel gemaakt. De reis die Beelaerts van Blokland als speciale afgezant van de regering in december 1938 naar het eeuwfeest van de Grote Trek maakte, bleek een mooi uitgangspunt te zijn om de betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika in de jaren '30 van de twintigste eeuw te onderzoeken. Hoewel dit na de master staats- en bestuursrecht de tweede scriptie is die ik heb geschreven, bleef ook de tweede keer de weg naar de eindstreep bezaaid met obstakels. Daarom wil ik ter afsluiting mijn ouders, zus en (schoon)broer bedanken voor hun niet aflatende steun, interesse en vertrouwen in de goede afloop. 3

4 Inleiding Op 16 december 1938 waren Zuid-Afrikanen getuige van de plechtige hoeksteenlegging van het Voortrekkermonument in Pretoria. Deze gebeurtenis was de apotheose van de Afrikaner en zijn godsdienst, geschiedenis, taal en cultuur, waar gedurende een jaar door het hele land naar toe was geleefd. Nadat de hoeksteen van het massieve monument was gelegd, verscheen een Nederlander achter de microfoon om de menigte toe te spreken. De gloedvolle woorden van jhr. mr. Frans Beelaerts van Blokland, speciaal gezant van de Nederlandse regering, werden met veel gejuich en het Wilhelmus begroet. Voor even werd het stamverwante Nederland door de Afrikaners weer aan de borst gedrukt. De bijzondere goodwill reis die Frans Beelaerts van Blokland gedurende twee weken in december 1938 maakte, kan worden gezien als het hoogtepunt in de betrekkingen tussen Nederland en Zuid- Afrika na 1902, dat nadien ook niet meer is geëvenaard. De reis viel in een periode, tussen 1935 en 1939, toen er in beide landen opnieuw aandacht ontstond voor de bijzondere banden en het gevoel van stamverwantschap. Deze stamverwantschap is terug te voeren op de tijd toen de Nederlandse Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) de Kaapkolonie bestuurde en onder andere Nederlandse kolonisten het gebied gingen bevolken. Uit deze kolonisten is uiteindelijk het Afrikanervolk ontstaan dat qua taal en godsdienst aan Nederland verwant bleef. Dit gegeven heeft de betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika altijd sterk gekleurd. Toch bleek het niet zonder meer een garantie te bieden voor onvoorwaardelijke liefde van beide kanten. De betrekkingen tussen Nederland en Zuid- Afrika, en met name het Afrikaner smaldeel, kennen dan ook een bijzonder grillig verloop, waarbij aantrekking en afstoting elkaar lijken af te wisselen. Gedurende de apartheidsjaren ( ) en vooral tijdens de culturele boycot in de jaren tachtig was er weinig aandacht voor de bijzondere geschiedenis van Nederland met Zuid-Afrika en de betrekkingen tussen de twee landen. Op het dieptepunt van de toenmalige betrekkingen in 1986 verscheen wel een overzichtswerk van G.J. Schutte, getiteld Nederland en de Afrikaners, Adhesie en Aversie, over stamverwantschap, Boerenvrienden, Hollanderhaat, Calvinisme en apartheid. 1 Hoewel Schutte met dit boek slechts de grote lijnen schetste, was hij niettemin één van de eersten die na het uitvoerige vooroorlogse werk Onder Krugers Hollanders van P.J. van Winter, een wetenschappelijke studie wijdde aan de contacten van Nederland met de Afrikaners en de Boerenrepublieken in de negentiende eeuw. 2 Schutte toonde daarbij aan dat de geestdrift die in Nederland vanaf 1881 voor de Boeren ontstond niet altijd wederzijds was. Tussen 1881 en 1899 vond weliswaar een aanzienlijk stroompje Nederlanders zijn weg naar de Zuid-Afrikaanse Republiek (Transvaal), maar Schutte liet ook de keerzijde van deze medaille in de vorm van Hollanderhaat zien. 3 Hiermee zette hij, zonder afbreuk te doen aan de verwantschap, de relatie tussen Nederland en de Afrikaners in perspectief en gaf daarmee de aanzet tot gericht onderzoek naar de complexiteit in de verhouding tussen Nederland en Zuid-Afrika en niet slechts in de Nederlandse belangstelling voor de Afrikaners. Tevens ontspon zich in deze periode een polemiek over de vraag of de aandacht van Nederland voor met name de Transvaal een vorm van imperialisme was. Het was Schutte die deze vraag opwierp en positief beantwoordde, waarna hij bijval kreeg van M. Kuitenbrouwer in diens 1 G.J. Schutte, Nederland en de Afrikaners, Adhesie en Aversie, over stamverwantschap, Boerenvrienden, Hollanderhaat, Calvinisme en apartheid (Franeker 1986). 2 P.J. van Winter, Onder Krugers Hollanders. Geschiedenis van de Nederlandsche Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaatschappij, twee delen (Amsterdam ). 3 Schutte, Nederland en de Afrikaners,

5 proefschrift Nederland en de opkomst van het modern imperialisme. 4 De Leidse historicus H.L. Wesseling probeerde op zijn beurt de stelling te weerleggen. 5 Deze polemiek was een voorbode voor de grote aandacht voor de bijzondere relatie van Nederland met Zuid-Afrika die na de vrijlating van Nelson Mandela en het einde van de apartheid in 1990 ontstond. Hierbij betrof het voornamelijk studies over de aandacht van Nederland voor de Boerenrepublieken als onderdeel van het Nederlands nationalisme aan het einde van de negentiende eeuw. Chr. van Koppen kwam in 1991 met een dissertatie over Abraham Kuyper en Zuid-Afrika, terwijl M. Bossenbroek in 1996 een boek deed verschijnen over de rol van Zuid-Afrika in de Nederlandse cultuur omstreeks Beide auteurs keken echter voornamelijk naar de oorzaken en gevolgen van de geweldige belangstelling in Nederland voor Zuid-Afrika en niet naar de daadwerkelijke contacten. In meer recentere jaren bleef deze periode onderwerp van onderzoek. Zo promoveerde J.J.V. Kuitenbrouwer in 2010 op de Nederlandse propaganda tijdens de Tweede Boerenoorlog. 7 Ook bij Kuitenbrouwer ging de meeste aandacht uit naar het hoe en waarom van het Nederlandse enthousiasme en niet naar de betrekkingen tussen de landen. Naast de aandacht voor de Nederlandse belangstelling voor Zuid-Afrika, verschenen er ook studies over andere episoden in de Nederlands Zuid-Afrikaanse betrekkingen waarbij weer meer de nadruk kwam te liggen op de contacten over en weer en de bijzondere dynamiek in de relatie. Zoals gezegd had Schutte hier in 1986 een belangrijke aanzet toe gegeven, maar zijn overzicht concentreerde zich voornamelijk op het laatste kwart van de negentiende eeuw en op de periode na B.J.H. de Graaff publiceerde in 1993 een belangwekkende studie over de relaties tussen Nederland en de Afrikaners tussen 1902 en 1930, waarin hij aantoonde dat de stamverwantschap niet noodzakelijk hoefde te leiden tot vruchtbare contacten. 8 Hierdoor werd duidelijk dat, hoewel de echo van het enthousiasme voor de Boeren tot na de Tweede Wereldoorlog zou blijven nagalmen, de contacten in deze periode bijzonder moeizaam verliepen. Anders dan aan het einde van de negentiende eeuw, waar Schutte ook al grote culturele verschillen en stroeve relaties signaleerde, werd het enthousiasme voor de Afrikaners niet langer volksbreed gedragen maar was gereduceerd tot een kleine fanatieke groep. Daarbij kwam nog eens dat het Afrikaner nationalisme zich niet op Nederland richtte, zoals de Transvaal onder Kruger had gedaan, maar zich er juist tegen afzette. Naast De Graaff droeg ook Schutte opnieuw zijn steentje bij door in 2011 de betrekkingen tussen 1940 en 1948 te belichten. 9 Hoewel deze periode goed aansluit bij de voorgaande drie decennia, omdat stamverwantschap en nationalisme nog altijd de verhoudingen kleurden, vormen de jaren '40 een duidelijke breuk in de betrekkingen en kenden zij door de Tweede Wereldoorlog ook een geheel eigen dynamiek. Met de recente pennenvrucht van Schutte was de periode tussen de herontdekking in 1881 en het begin van de apartheidsperiode in 1948 aardig in kaart gebracht. Alleen de jaren '30 van de twintigste eeuw vormden nog een blinde vlek. Uit verschillende studies, zoals bijvoorbeeld het toegelicht verslag van de reis van P. Geyl in 1937, dat in 2000 verscheen, kwam al wel naar voren dat vooral in de 4 G.J. Schutte, Nederland en de eerste Transvaalse Vrijheidsoorlog, , Tijdschrift voor Geschiedenis 94 (1981) M. Kuitenbrouwer, Nederland en de opkomst van het modern imperialisme (Utrecht 1985). 5 H.L. Wesseling, Bestond er een Nederlands imperialisme?, in: H.L. Wesseling ed., Indië verloren rampspoed geboren en andere opstellen over de geschiedenis van de Europese expansie (Amsterdam 1988). 6 Chris A.J. van Koppen, De Geuzen van de negentiende eeuw, Abraham Kuyper en Zuid-Afrika (Wormer 1992). Martin Bossebroek, Holland op zijn breedst. Indië en Zuid-Afrika in de Nederlandse cultuur omstreeks 1900 (Amsterdam 1996). 7 J.J.V. Kuitenbrouwer, A War of Words. Dutch pro-boer propaganda and the South African War (Amsterdam 2010). 8 B.J.H. de Graaff, De Mythe van de Stamverwantschap, Nederland en de Afrikaners (Amsterdam 1993). 9 G.J. Schutte, Stamverwantschap onder druk. De betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika, (Amsterdam 2011). 5

6 tweede helft van dat decennium een opleving in de contacten te bespeuren viel. 10 De vraag hoe deze opleving eruit zag en waardoor zij werd veroorzaakt bleef echter onbeantwoord. Ook de bijzondere reis van Frans Beelaerts van Blokland naar Zuid-Afrika in december 1938, die als het hoogtepunt en tevens het beste voorbeeld van deze opleving gezien kan worden, is tot nu toe volledig onbelicht gebleven. In dit onderzoek zal ik een belangrijke aanzet geven om de geconstateerde leemte op te vullen door de betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika in de jaren '30 te onderzoeken en te vergelijken met de periode daarvoor, en met name met de jaren '20. Daarbij wil ik antwoord geven op de vraag wat de oorzaken voor de opleving waren en hoe deze in de betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika in de jaren '30 vorm kreeg. Hiervoor zal worden gekeken naar aspecten die sedert 1881 een belangrijke rol hebben gespeeld in de Nederlands - Zuid-Afrikaanse betrekkingen, zoals emigratie, en culturele contacten. Tevens zal worden gekeken naar welke actoren een rol van betekenis speelden in de betrekkingen en in hoeverre zij hebben bijgedragen aan de opleving in de wederzijdse belangstelling en contacten. Verder zal de vraag worden beantwoord welke invloed stamverwantschap en nationalisme hadden op de opleving. Hoewel ik voor dit onderzoek voornamelijk ben uitgegaan van het Nederlandse perspectief zal bij elk van de genoemde punten ook het Zuid-Afrikaanse perspectief in acht worden genomen. Bij de betrekkingen tussen twee landen zijn immers twee partijen betrokken en om de opleving in de contacten te kunnen verklaren zullen ook de Zuid-Afrikaanse omstandigheden moeten worden bekeken. Het meest interessant daarbij is de vraag welke rol het Afrikaner nationalisme, dat in de jaren '10 en '20 een belemmerde factor was voor de contacten, heeft gespeeld in de opleving. Al deze aspecten komen terug in de reis van Beelaerts van Blokland in december 1938, die als hoogtepunt van de opleving kan worden gezien en illustratief is voor de betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika in die periode. Om de betrekkingen in de jaren '30 te analyseren zullen ze in het licht van eerdere episoden geplaatst moeten worden. Niet alleen de jaren '20 zijn hierbij van belang, maar vooral ook de periode , die van blijvende invloed is geweest op de contacten tussen Nederland en Zuid-Afrika. Om het gevoel van stamverwantschap, dat in deze periode door de Nederlanders massaal werd omarmd, te verklaren moeten we echter beginnen bij het ontstaan van de speciale band tussen Nederland en Zuid-Afrika in 1652, toen Jan van Riebeeck het begin van de kolonisatie inluidde. De beschrijving van de periode is daarmee meer dan slechts een voorgeschiedenis of een overzicht. Het is een essentieel onderdeel om de bijzondere, maar vaak ook gecompliceerde verhouding tussen Nederland en Zuid-Afrika, te kunnen begrijpen. Uiteraard zal de meeste aandacht wel uitgaan naar de jaren '30 en vooral het laatste deel ervan. Dit onderzoek is daarom opgebouwd als een viertrapsraket die ons uiteindelijk bij de conclusie doet aanbelanden. Per hoofdstuk wordt het aandachtsgebied kleiner en specifieker. Van de periode komen we, via , bij de periode en de reis van Beelaerts in december 1938 terecht. Tot slot moeten een aantal zaken nog nader worden toegelicht. In dit onderzoek gebruik ik sommige termen als synoniemen. Zo wordt de term Zuid-Afrika soms ook gebruikt om te verwijzen naar de Kaapkolonie of de Boerenrepublieken omdat deze benaming al voor het ontstaan van de eenheidsstaat in 1910 voor dit gebied in zwang was. Ook worden Zuid-Afrika en Afrikaners geregeld door elkaar gebruikt. Dit heeft te maken met de gecompliceerde binnenlandse verhouding die na 1910 ontstond. Afrikaners vormden slechts een deel van de Zuid-Afrikaanse bevolking. Bovendien was 10 P. van Hees en A.W. Willemsen, Pieter Geyl in Zuid-Afrika, verslag van de lezingentournee langs universiteiten in Zuid-Afrika juli-december 1937 (Amsterdam 2000) 3. 6

7 hun taal en cultuur anders dan die van andere bevolkingsgroepen. Als gesproken wordt over de bijzondere banden van Nederland met Zuid-Afrika worden in de meeste gevallen eigenlijk de banden met de Afrikaners bedoeld. Toch is het onzuiver om na 1902 te spreken over de betrekkingen tussen Nederland en de Afrikaners omdat zij geen staatkundige entiteit vormden. De betrekkingen bestonden met de staat Zuid-Afrika maar door de grote aanwezigheid van Afrikaners in de politiek en het openbaar bestuur kunnen de twee termen toch als synoniemen worden gebruikt. 7

8 Hoofdstuk 1 Geschiedenis en achtergronden van de Nederlandse banden met Zuid-Afrika tot 1920 Paragraaf 1: de oorsprong van de stamverwantschap: Het ontstaan van een Nederlandse volksplanting in Afrika Op 6 april 1652 ging Jan van Riebeeck met drie schepen voor anker in de Tafelbaai aan de zuidpunt van het toen nog grotendeels onbekende continent Afrika. Zijn opdracht bestond uit het stichten van een verversingsstation dat schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) op weg naar de Oost kon voorzien van verse groenten, vlees en fruit. 11 Omdat de VOC niet voornemens was het gebied te koloniseren bleef het verversingstation aan de Kaap de Goede Hoop de eerste tien jaar onder leiding van Jan van Riebeeck een kleine nederzetting waar het de Europese inwoners alles behalve voor de wind ging. Om een betere voedselproductie te krijgen werden negen medewerkers in 1657 uit VOC-dienst ontslagen om permanent te gaan boeren. Deze daad, hoewel dus niet gericht op volksplanting, zorgde er wel voor dat een groepje Nederlandse kolonisten definitief wortel schoot op het Afrikaanse vasteland met inbegrip van hun taal, godsdienst en rechtstelsel. Ondanks dat in dit besluit van de VOC de oorsprong van het Afrikanervolk schuilt, zou het nog een hele tijd duren voordat deze Nederlandse kolonisten zich ook echt als zodanig gingen beschouwen. Langzaam ontstond in de jonge Kaapkolonie een kleurrijke gemengde samenleving. Naast de vrijburgers, zoals de Nederlandse kolonisten werden genoemd, werd de kolonie bevolkt door de oorspronkelijke bewoners, de Khoi-khoi en, door de VOC uit Afrika en Zuidoost Azië gehaalde, slaven. Door het gebrek aan Europese vrouwen werden veel kinderen in deze periode geboren uit gemengde verhoudingen. In deze complexe samenleving lag ook de oorsprong van het Afrikaans, een Nederlandse creooltaal die tussen 1875 en 1925 werd gestandaardiseerd en verheven tot cultuurtaal. Naast het feit dat veel kolonisten een dialectvorm van het Nederlands spraken, heeft vooral het gebruik ervan als contacttaal tussen de verschillende bevolkingsgroepen bijgedragen aan de creolisering. 12 Hoewel de VOC nog altijd tegen ongelimiteerde uitbreiding was gekant, werd het gebied tegen het einde van de zeventiende eeuw langzaam vergroot en nam de bevolking gestaag toe. Naast Nederlanders kwamen er in de deze periode vooral Fransen en Duitsers naar de Kaapkolonie. Zij assimileerden echter redelijk snel, waardoor het Nederlandse karakter van de kolonie, zichtbaar in taal, godsdienst en het Romeins-Hollandse rechtstelsel, dominant bleef. Veel Vrijburgers waren overgegaan van landbouw op veehouderij en de behoefte aan nieuwe weidegrond bracht ze steeds verder het binnenland in. Hierdoor ontstonden conflicten met de Khoi-khoi die van oudsher ook veehouders waren en hun gronden ingepikt zagen door de nieuwkomers. Vanaf de jaren 1670 ruilde de VOC haar aanvankelijke onderhandelingsbeleid steeds vaker in voor wapengekletter en strafexpedities. Hierdoor werden de Khoi-khoi meer en meer in het nauw gedreven. Een grote 11 H. Giliomee en B. Mbenga, Nuwe Geskiedenis van Suid-Afrika (Kaapstad 2007) 46; H. Giliomee, Die Afrikaners, n Biografie (Kaapstad 2004) 5; P. Geyl, Geschiedenis van de Nederlandse Stam III (Herziene uitgaaf Amsterdam 1949) Giliomee, Die Afrikaners,

9 pokkenepidemie zou in 1707 het definitieve einde betekenen van de Khoi-khoi als zelfstandige gemeenschap. 13 Door de vaak arme grond waren de Nederlandse boeren genoodzaakt zich over een groot gebied te verspreiden. Hierdoor verliep de ontwikkeling van infrastructuur, dorpen en een gelaagde samenleving zeer traag. 14 De VOC zag de verspreiding van de kolonisten met lede ogen aan, maar er was een ontwikkeling in gang gezet die niet meer te stoppen was. Wat in 1652 begonnen was als een klein verversingsstation zonder volksplanting, was rond 1730 een kolonie geworden die qua oppervlakte de Republiek ruimschoots naar de kroon stak en waar de Nederlandse bevolking gestaag toenam. In 1670 bestond de bevolking van de Kaapkolonie uit 125 vrijburgers, 52 slaven en 13 vrije zwarten. Deze laatste categorie bestond hoofdzakelijk uit vrijgekochte slaven. In 1730 waren deze aantallen gegroeid tot 2540 vrijburgers, 4037 slaven en 221 vrije zwarten. 15 De grote afstand zorgde ervoor dat vooral de boeren op de grenzen van de kolonie in een groot isolement leefden, waardoor men zelfs vreesde voor verwildering van deze Europeanen. 16 Om meer grip te krijgen op deze groepen vrijburgers, die nog altijd gehouden waren aan de regels en wetten van de VOC en belasting moesten betalen, besloot de Compagnie haar gezag formeel uit te breiden naar het binnenland. In tegenstelling tot Kaapstad, dat over een garnizoen beschikte, werd de verdediging van het binnenland grotendeels aan de burgers overgelaten. Zij maakten deel uit van een soort burgermilities die in tijden van oorlog een commando vormden. De commando s waren in deze periode geen overbodige luxe want door de gebiedsuitbreidingen kwamen groepen vrijburgers vanaf 1760/1770 in conflict met de San, door de Nederlanders Bosjesmannen genoemd, in het noordoosten en met de Xhosa s in het oosten. De Xhosa s betekende de eerste kennismaking met de Bantoevolkeren die in groten getale vanaf de twaalfde eeuw vanuit Midden-Afrika naar het zuiden waren gemigreerd. 17 Britse overname en de Grote Trek Nadat de Republiek door de Franse legers onder de voet was gelopen werd de Kaapkolonie in 1795 bezet door Groot-Brittannië en uiteindelijk in 1806 definitief ingelijfd in het Britse rijk. 18 Daarmee kwam een einde aan 150 jaar Nederlandse heerschappij. Het betekende ook dat de Nederlandstalige bevolking die inmiddels was gegroeid tot ongeveer zielen voortaan moest leven onder een vreemde kolonisator. Wat dat in de praktijk betekende, bleek toen de Britten het beheer over de Kaapkolonie vanaf 1814 actief ter hand namen. Onder het gouverneurschap van lord Charles Somerset werden bestuur en rechtspraak gereorganiseerd en compleet verengelst. Daarnaast werd een begin gemaakt met het vestigen van Britse kolonisten. In 1820 kwam een groep van 4000 kolonisten aan in het uiterste oosten van de Kaapkolonie. Deze zogenaamde 1820-settlers moesten een buffer vormen tegen de Xhosa-stammen op de oostgrens van de kolonie en daarnaast ook bijdragen aan de verengelsing van de Kaapkolonie. 19 De Nederlandstalige kolonisten merkten dus al spoedig de gevolgen van de machtsovername. 13 Giliomee/Mbenga, Nuwe Geskiedenis, Ibidem, Ibidem 59; Giliomee, Die Afrikaners, Giliomee, Die Afrikaners, Giliomee/Mbenga, Nuwe Geskiedenis, Ibidem, Ibidem,

10 Al enkele jaren na de Britse overname van de Kaap trokken kleine groepjes nomadische boeren, Trekboeren genaamd, de grens van de kolonie over. De honger naar nieuw land was hiervoor hun belangrijkste beweegreden. Dit lag anders bij de groepen boeren die vanaf 1835 in groten getale, eveneens vanuit de buitenwijken van de Kaapkolonie, het binnenland introkken. Ook bij hen bestond de behoefte aan nieuwe weidegrond maar ook andere factoren speelden een rol. Door een aantal maatregelen, waaronder de afschaffing van de slavernij in 1834, ontstond er een groot gebrek aan arbeidskrachten en de aanhoudende conflicten met stammen in het grensgebied zorgden voor een toenemende onveiligheid. Hierbij kwam nog een andere bepalende factor. Door de vestiging en versteviging van het Britse gezag, dat in deze jaren steeds duidelijker voelbaar werd, voelden de Hollandse boeren zich vervreemd van de overheid en in toenemende mate gemarginaliseerd en onmachtig. 20 Zij wilden kortom het heft in eigen hand nemen om de problemen omtrent grond, arbeid en veiligheid zelf te kunnen oplossen. In verschillende trekken, die later de Grote Trek werden genoemd, trokken tussen 1835 en 1850 duizenden boeren, Voortrekkers genoemd, de Oranje- en Vaalrivier over. Hierbij ondervonden zij slechts beperkte weerstand van de verschillende Afrikaanse volkeren die in deze gebieden leefden. Dit had te maken met de Mfecane (ontwrichting) die in de decennia daarvoor had plaatsgevonden en waarbij onderlinge strijd tussen de stammen voor een enorme bevolkingsafname had gezorgd. Dit betekende niet dat de voortrekkers helemaal geen weerstand ondervonden. Een groep onder leiding van Hendrik Potgieter raakte bij Vegkop slaags met een overweldigende overmacht van Ndebele s die daarop naar het huidige Zimbabwe werden verjaagd. Een ander bekend voorbeeld is de trek van Piet Retief. Vanwege het directe verband met dit onderzoek is het van belang daar kort op in te gaan. Piet Retief, evenals de andere trekleiders een welgesteld en aanzienlijk persoon in de gemeenschap, was in 1838 met een gevolg van enkele honderden voortrekkers richting Natal gegaan en probeerde daar door onderhandelingen met de Zoeloekoning Dingane aan grond te komen. Aanvankelijk leek het erop dat er een verdrag was gesloten, maar uiteindelijk werden Retief en zijn mannen vermoord. In de dagen daarna werd ook het kamp van Retief en zijn mensen overvallen waarbij honderden voortrekkers, waaronder vrouwen en kinderen omkwamen. De plek van het kamp werd later Weenen genoemd. Als reactie werd door andere voortrekkers een commando gevormd onder leiding van Andries Pretorius dat de dood van Retief en de zijnen moest vergelden. Op 16 december 1838 vernietigde dit commando een strijdmacht van enkele duizenden Zoeloekrijgers. Deze gebeurtenis, die bekend is komen te staan als de slag bij Bloedrivier, is het ankerpunt in de geschiedenis van de Grote Trek en de Afrikanergeschiedenis. Nog altijd is 16 december een nationale feestdag in Zuid- Afrika, hoewel de overwinning op de Zoeloes daarbij niet langer centraal staat maar na 1994 de verzoening tussen de verschillende bevolkingsgroepen. De eeuwfeestviering van de Grote Trek in december 1938, waarbij jhr. mr. Frans Beelaerts van Blokland acte de présence gaf, was dus eigenlijk de eeuwfeestviering van de slag bij Bloedrivier. Naast strijd met Afrikaanse stammen en onbekende ziekten speelde ook onderlinge verdeeldheid de voortrekkers parten. Van een centrale organisatie was geen sprake en het gebeurde geregeld dat verschillende groepen met elkaar in conflict kwamen. Dit leidde tot de oprichting van verschillende voortrekkersrepubliekjes die vaak maar een kort leven beschoren waren. Nadat de Britten uiteindelijk geen interesse hadden getoond voor de gebieden, onder andere omdat zij geen partij wilden zijn bij conflicten met de Afrikaanse bewoners, werden twee overgebleven republieken, 20 Giliomee/Mbenga, Nuwe Geskiedenis,

11 de Zuid-Afrikaansche Republiek (Transvaal) en de Oranje-Vrijstaat, in respectievelijk 1852 en 1854 erkend als onafhankelijke staten. De Boerenrepublieken In de eerste jaren van hun bestaan was er in de Boerenrepublieken nauwelijks sprake van een geordende, laat staan goed functionerende, staat. De meeste inwoners leefden op grote afstand van elkaar en waren nog altijd gericht op hun eigen voortbestaan. Deze gekoesterde zelfstandigheid zorgde ervoor dat het lastig was voor de staat belasting te innen en de boeren commandodienst te laten vervullen. 21 De betrokkenheid van de inwoners bij de staat was uiterst klein. In tegenstelling tot de Oranje-Vrijstaat, die na tien jaar redelijk goed begon te functioneren, bleef de Zuid-Afrikaansche Republiek (ZAR) lang doorsukkelen. Naast het gebrek aan betrokkenheid en eensgezindheid onder de bevolking, zorgden vooral het gebrek aan industrialisatie en de daardoor gebrekkige economische ontwikkeling voor een onmachtige overheid. Ook het onderwijs en de ontwikkeling van een gelaagde samenleving lieten sterk te wensen over. Hier leek verandering in te komen met het aantreden van de jonge liberale Thomas François Burgers als staatspresident in Burgers had wilde plannen ten aanzien van de modernisering van de ZAR. Het onderwijs moest op de schop en het land geïndustrialiseerd. In 1875 ging Burgers op rondreis door Europa om steun te verwerven voor zijn ontwikkelingsplannen. Hij deed hierbij ook Nederland aan en had enig succes. Zo wist hij een lening los te krijgen voor de aanleg van een spoorlijn en de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken over te halen een diplomatieke vertegenwoordiger naar Pretoria te sturen. Ook keerde hij huiswaarts met een door de Nederlandse dichteres Catharina van Rees geschreven tekst voor het Transvaalse volkslied. 22 Hoewel Burgers in Nederland op veel steun en sympathie kon rekenen ontmoette hij ook weerstand. Deze kwam vooral uit de orthodox-protestantse kringen, die de verlichte geschorste dominee uit de Kaap met argusogen bekeken. 23 Burgers ontlokte echter niet alleen in Nederland de nodige vijandige reacties, ook in zijn eigen land was hij steeds minder geliefd geworden. Aanvankelijk was hij als jonge buitenstaander vanuit de Kaap tot staatspresident gekozen, maar de hoge kosten die samenhingen met zijn moderniseringsstreven, zijn liberale onderwijsbeleid en zijn tactloos optreden waren vooral de conservatieve gelovigen onder leiding van commandant-generaal Paul Kruger in het verkeerde keelgat geschoten. De groeiende oppositie tegen zijn beleid en de onhaalbaarheid van zijn ambities zorgden ervoor dat er maar weinig van Burgers plannen terecht kwam. 24 Het zouden echter ontwikkelingen van buitenaf zijn die definitief een streep door Burgers modernisering zetten. Vanuit de Kaapkolonie klonken dreigende imperialistische geluiden. De Britse conservatieve regering van Disraeli had de wens heel Zuidelijk Afrika samen te brengen onder Brits bestuur en daarbij werden de twee onafhankelijke Boerenrepublieken een doorn in het oog. Naast dit politieke motief speelden ook economische motieven een grote rol. In 1867 werden in de nabijheid van Kimberley grote diamantvelden ontdekt die de gedachte deed postvatten dat de arme agrarische Boerenrepublieken wellicht toch waardevoller waren dan gedacht. 25 Begin januari 1877 arriveerde Sir Theophilus Shepstone in Pretoria om te praten over een aantal Britse grieven. Heimelijk had 21 Giliomee, die Afrikaners, 151, 22 G.J. Schutte, Nederland en de Afrikaners, Adhesie en Aversie, over stamverwantschap, Boerenvrienden, Hollanderhaat, Calvinisme en apartheid (Franeker 1986) 18, Ibidem, Ibidem, 12, Giliomee, die Afrikaners, Schutte, Nederland en de Afrikaners,

12 Shepstone echter van de Britse minister van Koloniën Lord Carnarvon de opdracht om de ZAR te annexeren. Uiteindelijk ging Shepstone hier in april 1877 toe over door de Union Jack te hijsen en een proclamatie voor te lezen. De annexatie was in het belang van de veiligheid van de ZAR en geschiedde volgens de Britten op verzoek van vele inwoners van de Boerenrepubliek. Hoewel president Burgers protesteerde bleef verzet op grote schaal uit. De Transvaalse burgers waren lamgeslagen door verdeeldheid en onverschilligheid en de annexatie verliep zonder slag of stoot. Na verloop van tijd groeide het verzet echter waarbij vooral Paul Kruger een grote rol speelde. Hij ging tot twee maal toe naar Londen om de annexatie terug te draaien en zo een vreedzame oplossing te bewerkstelligen, maar uiteindelijk werd Kruger samen met Martinus Pretorius en Piet Joubert tijdens een grote volksvergadering bij Paardekraal in december 1880 belast met de leiding over het gewapende verzet tegen de Britten. Na maandenlange schermutselingen werd een Brits hulpleger uit Natal uiteindelijk in februari 1881 door Boerencommando s bij Majuba verslagen. Met grote tegenzin gingen de Britten later dat jaar akkoord met de onafhankelijkheid van de ZAR waarbij zij echter wel enige zeggenschap behielden over buitenlands beleid en naturellenzaken Giliomee/Mbenga, Nuwe Geskiedenis, , Schutte, Nederland en de Afrikaners, 12-13, Giliomee, die Afrikaners,

13 Paragraaf 2: Nederlandse geestdrift en steun voor de Boeren: Niet alleen in de ZAR verliep de annexatie door Groot-Brittannië betrekkelijk geruisloos, ook in Nederland was er weinig ophef over. Dit is illustratief voor de belangstelling die tot 1881 in Nederland bestond voor de volksplanting in Zuidelijk Afrika. Bijna anderhalve eeuw was de Kaapkolonie een onbeduidend verversingsstation van de VOC aan de zuidpunt van een grotendeels onbekend continent. Anders dan de rijke Indische archipel was er in de Kaap nauwelijks iets te halen en het handjevol Nederlanders dat zich naar het binnenland verspreid had, sprak ook weinig tot de verbeelding. De enige interesse die in deze tijd voor de Kaap bestond, was vaak (quasi)wetenschappelijk van aard. Zo verschenen er in de achttiende eeuw artikelen over de oorspronkelijke volkeren, de Khoi-khoi (Hottentotten) en de San (Bosjesmannen). Ook over de flora en fauna sijpelden berichten door, meestal via avonturiers, zoals de militair en ontdekkingsreiziger Robert Jacob Gordon, die aan het einde van de achttiende eeuw wetenschappelijke expedities organiseerde naar de binnenlanden van de Kaapkolonie. 27 Ook de aandacht voor de afstammelingen van de (hoofdzakelijk) Nederlandse kolonisten was in deze periode zeer gering. Sommige commentatoren merkten wel op dat zich bij deze groep een eigen identiteit ontwikkelde en dat ook hun Nederlands merkwaardigheden begon te vertonen. 28 Met de (definitieve) overname van de Kaap door de Britten in 1806 werden de formele en culturele banden tussen de kolonisten en het moederland doorgesneden. Hierdoor kwam de interesse voor de Kaap in Nederland helemaal op een laag pitje te staan. Op intellectueel en religieus gebied bleven er nog contacten bestaan doordat sommige Zuid-Afrikanen hun studie aan Nederlandse universiteiten volgden. Toch is ook hier sprake van marginale aantallen. Gemiddeld stonden in de eerste helft van de negentiende eeuw slechts twee tot vier studenten uit de Kaapkolonie bij Nederlandse universiteiten ingeschreven en na 1859 werd dit aantal nog lager. 29 De sporadische berichtgeving over de Afrikaansche Hollanders in de jaren voor 1881 liepen uiteen van positief tot uiterst negatief waarbij de laatste de overhand hadden. De critici verweten de Boeren luiheid, domheid en achterlijkheid en waren geschokt door hun behandeling van de zwarte bevolking. Hoewel sommigen begrip hadden voor deze harde aanpak, stuitte de weerwil om de zwarte bevolking te kerstenen, op kritiek in christelijke kring. 30 Th.M. Tromp, die met een aantal Nederlanders in het gevolg van president Burgers naar Transvaal was gereisd en daar secretaris was geweest, oordeelde in zijn boek Herinneringen uit Zuid-Afrika (1879) uiterst negatief over de Transvalers. Behalve laf, zijn zij valsch, huichelachtig, meinedig, onredelijk, ongastvrij, lui, vuil en ondankbaar en hun Afrikaans was het leelijkste en meest vermengde dialect, dat ooit bestond. 31 Door andere commentatoren werden deze negatieve eigenschappen omgebogen tot grote deugden. Voor bewonderaars uit nationalistische hoek, zoals U.G. Lauts, waren de domme, luie Boeren eerder stichters en bewoners der Nieuwe Nederlandsche Republiek, mede-protestanten, wier vaderen ook de onzen waren en bovendien godvruchtig, rechtschapen, niet krakeelziek maar vreedzaam, werkzaam en in het bezit van veel gezond verstand en meer beschaving dan men gezien de 27 Luc Panhuysen, Een Nederlander in de Wildernis. De ontdekkingsreizen van Robert Jacob Gordon ( ) in Zuid-Afrika (Amsterdam 2010). 28 Schutte, Nederland en de Afrikaners, Ibidem, Ibidem, Th.M. Tromp, Herinneringen uit Zuid-Afrika, ten tijde der annexatie van de Transvaal (Leiden 1879) 146, 172. Vgl. Schutte, Nederland en de Afrikaners,

14 omstandigheden zou verwachten. Ook waren zij geen slavenhouders en wrede onderdrukkers van de zwarten, maar Gentlemen-Farmers met een patriarchale Oud-Testamentische houding tegenover de niet-blanken, om met de woorden van de historicus G. Schutte te spreken. 32 Deze getuigenissen van de situatie in, met name, de ZAR, en de reacties erop vormden slechts voetnoten binnen het scala aan onderwerpen die Nederland in deze jaren bezighielden. Ook het bezoek van president Burgers mag de indruk wekken dat er levendige contacten bestonden tussen de stamverwante volkeren maar in werkelijkheid speelde ook dit bezoek zich in de marge af. De Grote Trek, die tussen 1836 en 1852 plaatsvond, had zich grotendeels buiten het zicht van de Nederlandse pers en bevolking voltrokken. Nederlandse steun tijdens de Eerste Boerenoorlog 1881 Het contrast met de maanden na december 1880 en de periode daarna kon dan ook niet groter zijn. Het georganiseerde verzet van de Transvalers onder leiding van Kruger tegen de Engelse annexatie, maakte in Nederland een geestdrift voor de Boeren los die zijn weerga niet kende. Hoewel het met name gegoede burgers van liberale of antirevolutionaire huize waren die de plotselinge sympathie voor de Afrikaanse stamverwanten handen en voeten gaven, kwam de geestdrift voor bij alle lagen van de bevolking en ook bij alle gezindten. Zelfs bij het katholieke volksdeel, dat vanwege de sterk calvinistische inslag van de Boeren, in ieder geval op religieus gebied minder affiniteit had met het stamverwante volk aan de zuidpunt van Afrika, viel veel steun te bespeuren. 33 Het was de Utrechtse hoogleraar Pieter Harting die de aanzet had gegeven door in december 1880 met een adres aan het Britse volk te komen dat in verschillende dagbladen werd gepubliceerd. De vrijzinnig liberale Harting deed hiermee een beroep op het rechtvaardigheidsgevoel van de Britten. Kort hierna nam hij het initiatief tot de oprichting van het Hoofdcomité ter behartiging van de belangen der Transvaalsche Boeren dat door het groot aantal academici van de Utrechtse universiteit bekend kwam te staan als het Utrechtse comité. Bij dit comité was ook jhr. mr. G.J.Th. Beelaerts van Blokland aangesloten. Hij was min of meer een vreemde eend in de bijt aangezien hij in tegenstelling tot Harting en de zijnen geen wetenschapper was maar ambtenaar op het ministerie van Justitie en in plaats van liberaal tot de antirevolutionaire stroming kon worden gerekend. Daarnaast had Beelaerts als een van de weinigen een voorgeschiedenis met Zuid-Afrika. Zijn grootvader was in het begin van de negentiende eeuw als jurist werkzaam geweest in de Kaapkolonie waardoor zijn vader er geboren was. Deze laatste onderhield zijn leven lang contact met Kaapse-Hollanders en was in het midden van de negentiende eeuw betrokken bij emigratieprojecten. 34 In navolging van Hartings initiatief schoten de pro-boer comités als paddenstoelen uit de grond. Zij hielden zich bezig met het publiceren van steunbetuigingen, geldinzamelingen, het sturen van petities aan Britse politici en het lobbyen bij Nederlandse Tweede Kamerleden. Naast de liberale Utrechtse Boerenvrienden, was vooral het Amsterdamse comité toonaangevend wat betreft omvang, activiteiten en leden. Deze leden waren, in vergelijking met Utrecht, voornamelijk afkomstig uit conservatieve en de antirevolutionaire hoek van Abraham Kuyper. Toen er na de beëindiging van de Eerste Boerenoorlog behoefte was aan meer uniformiteit en continuïteit in de pro-boer beweging, was het 32 U.G. Lauts, De Kaapsche landverhuizers of Neerlands afstammelingen in Zuid-Afrika (Leiden 1847) 30. Schutte, Nederland en de Afrikaners, Schutte, Nederland en de Afrikaners, P.J. van Winter, Onder Krugers Hollanders. Geschiedenis van de Nederlandsche Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaatschappij I (Amsterdam 1937) 23, Chris van Koppen, De Geuzen van de negentiende eeuw. Abraham Kuyper en Zuid-Afrika (Wormer 1992),

15 dan ook niet verwonderlijk dat de comités van Utrecht en Amsterdam het initiatief namen tot de oprichting van de Nederlandsch-Zuid-Afrikaansche Vereeniging (NZAV) op 12 mei Tegen het enthousiasme van de Nederlandse bevolking voor de Boeren, stak de houding van de regering nogal schril af. Hoewel zij liet doorschemeren enige sympathie voor de stamverwanten in Afrika te koesteren, was zij niet bereid deze sympathie in harde bewoordingen te uiten of om te zetten in concrete daden. Dit had grotendeels te maken met de Nederlandse houding ten aanzien van de buitenlandse politiek in de tweede helft van de negentiende eeuw. Al vrijwel direct na het ontstaan van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in 1815 had Nederland zich afzijdig gehouden van de grote Europese conflicten en in 1831, na de definitieve afscheiding van de Belgen, werd pijnlijk duidelijk dat Nederland afhankelijk was van de Europese grootmachten. Dit had het neutraliteitsstreven versterkt en zorgde ervoor dat Nederland in de tweede helft van de negentiende eeuw in een steeds groter isolement geraakte. Het land was erop gericht de status-quo te handhaven. 36 Wel werden de activiteiten in de koloniën, met name in Nederlands-Indië, verhoogd, waardoor het modern imperialisme niet geheel aan Nederland voorbijging en men het gevoel had toch zijn partijtje in de wereld mee te blazen. Desondanks konden deze activiteiten niet voorkomen dat het moederland steeds verder indutte. De strikte neutraliteitspolitiek en de afhankelijkheid van de grote mogendheden zorgden ervoor dat Nederland in het internationale verkeer behoedzaam manoeuvreerde. In het geval van de Boerenrepublieken was er een permanente vrees Groot-Brittannië voor het hoofd te stoten. De Nederlandse regering was daarom terughoudend om de sympathie voor de Boeren in haar beleid door te laten klinken. Veel liever hield zij zich op de achtergrond en liet concrete acties over aan particuliere initiatieven. 37 Nationalisme en imperialisme Het daverende enthousiasme van de Nederlanders voor de Boeren in de ZAR kwam in 1880/1881 als een donderslag bij heldere hemel. Werd er in de sporadische berichtgeving voor 1880 voornamelijk negatief gesproken over de verwilderde, slavendrijvende Boeren, na hun succesvolle strijd tegen het machtige Groot-Brittannië werden deze negatieve berichten afgedaan als lasterpraatjes of eenvoudigweg verdraaid tot positieve eigenschappen. De domme en achterlijke Boeren waren ineens lieden zonder veel scholing maar met een gezond verstand en de aan hen toegeschreven luiheid heette plotseling voorzichtigheid en bedaardheid. 38 Hoewel de Nederlandse geestdrift voor de Boeren in 1881 zeer plotseling mag lijken, kwam deze niet zomaar uit de lucht vallen en stond ook niet op zichzelf. Voor een groot deel was het een plotselinge uitbarsting van nationalistische gevoelens die wellicht al langer onderhuids in de samenleving aanwezig waren. 39 Over het verband tussen het Nederlandse enthousiasme voor de Boeren en nationalistische tendensen in de laat negentiende eeuwse samenleving bestaat in de literatuur weinig discussie. Wel bestaat er verschil van mening over het verband tussen het Nederlandse enthousiasme voor de Boeren en het (moderne) imperialisme. Het was G.J. Schutte die in 1981 voor het eerst betoogde dat de hartstochtelijke interesse van de Nederlanders voor de Boerenrepublieken een onderdeel vormde van het moderne imperialisme. Hij 35 Schutte, Nederland en de Afrikaners, Duco Hellema, Buitenlandse politiek van Nederland. De Nederlandse rol in de wereldpolitiek (Utrecht 2006) Vgl. Schutte, Nederland en de Afrikaners, Ibidem, Schutte maakt zelfs aannemelijk dat de behoefte aan nieuw nationaal elan in een tijd kwam toen de Nederlandse samenleving al weer aan het revitaliseren was en daarmee eigenlijk achter de feiten aanliep. Schutte, Nederland en de Afrikaners,

16 omschreef deze specifieke vorm als cultureel imperialisme. 40 Zijn stelling werd daarna door sommigen onderschreven, maar door anderen sterk genuanceerd of verworpen. 41 Inmiddels bestaat er een zekere consensus onder historici dat het moderne imperialisme niet helemaal aan Nederland voorbij is gegaan. 42 Het plotselinge Nederlandse enthousiasme voor de Boeren na december 1880 had drie gezichten. Ten eerste betrof het een uiting van nationalistische gevoelens. Zuid-Afrika was de enige Nederlandse volksplanting in de wereld en hoewel de formele banden al een tijdje waren doorgesneden leefden taal, cultuur en godsdienst nog altijd voort aan de zuidpunt van Afrika. Daarmee was Nederland dus lang niet zo klein en onbeduidend als men in de loop van de negentiende eeuw was gaan denken. Mede dankzij de stamverwanten in Zuid-Afrika kon Nederland zich breed maken. 43 De strijd van de nobele Boeren tegen het oppermachtige Groot-Brittannië riep bij de Nederlanders herinneringen op aan hun eigen vrijheidsstrijd in de zestiende en zeventiende eeuw tegen het Spaanse rijk. 44 Op de golven van dit nostalgische nationalisme werden de Boeren tot de geuzen van de negentiende gekroond, die nog over de deugden beschikten die de Republiek in de zeventiende eeuw tot een wereldmacht hadden gemaakt. 45 Aldus valt de geestdrift voor de Boeren te verklaren als een poging Nederland weer nieuw elan te geven. Naast het nieuwe elan dat de Boeren hun stamland zouden bezorgen, had Nederland er ook in de internationale politiek baat bij voor de rechtvaardige zaak van de ZAR op te komen. Met de annexatie van de ZAR door Groot-Brittannië had immers het recht van de sterkste gegolden en als dat in het verre Afrika werd getolereerd dan was het in Europa misschien ook niet meer ondenkbaar. De Nederlandse politici beseften terdege wat het recht van de sterkste in Europese context voor het kleine Nederland kon betekenen. Vooral in de jaren 70 van de negentiende eeuw bestond er een concrete vrees dat het machtige buurland Pruisen, dat vanuit zijn oorspronkelijke positie aan de Oostzee steeds verder opschoof naar het Westen, het ook op Nederland voorzien had. Gezien de agressieve politiek van Pruisen in de jaren 1860 was dit scenario geenszins denkbeeldig. In het fin de siècle begon Nederland zich dan ook steeds meer op te werpen als pleitbezorger van het opstellen en handhaven van morele en juridische regels in het internationale verkeer. Het gewapend verzet van de Boeren tegen de grove schending van hun soevereiniteit werd dan ook door Nederland aangegrepen om, met het oog op hun eigen positie als klein land, een pleidooi te voeren voor de toepassing van morele en juridische argumenten in plaats van wapengekletter bij het oplossen van interstatelijke conflicten. Al direct na de annexatie van de ZAR in 1877 had Abraham Kuypers in zijn krant De Standaard al opgeroepen tot een protest omdat Nederland misschien ooit in dezelfde positie als Transvaal kon belanden G.J. Schutte, Nederland en de eerste Transvaalse Vrijheidsoorlog, , Tijdschrift voor Geschiedenis 94 (1981) Dit artikel is later grotendeels opgenomen in het boek Nederland en de Afrikaners, Adhesie en Aversie, over stamverwantschap, Boerenvrienden, Hollanderhaat, Calvinisme en apartheid (Franeker 1986). 41 Bijval kreeg hij van M. Kuitenbrouwer en J. Bank en M. van Buuren terwijl E.H. Kossmann en vooral H.L. Wesseling bleven betogen dat er geen Nederlandse vorm van imperialisme bestond. M. Kuitenbrouwer, Nederland en de opkomst van het modern imperialisme (Utrecht 1985), Jan Bank en Maarten van Buuren, 1900: The Age of Bourgeois Culture (Assen 2004). E.H. Kossmann, De Lage Landen Anderhalve eeuw Nederland en België (Amsterdam en Brussel 1976), H.L. Wesseling, Bestond er een Nederlands imperialisme?, in: H.L. Wesseling ed., Indië verloren rampspoed geboren en andere opstellen over de geschiedenis van de Europese expansie (1988). 42 Martin Bossebroek, Holland op zijn breedst. Indië en Zuid-Afrika in de Nederlandse cultuur omstreeks 1900 (Amsterdam 1996) Term ontleend aan Martin Bossebroek, Holland. 44 Vgl. Hesseling, Indië verloren, Schutte, Nederland en de Afrikaners, 40, J.J.V. Kuitenbrouwer, A War of Words. Dutch pro-boer propaganda and the South African War (Amsterdam 2010) 24. Henk te Velde, Gemeenschapszin en plichtsbesef. Liberalisme en nationalisme in Nederland, (Den Haag 1992) De Standaard, 25 mei Vgl. Schutte, Nederland en de Afrikaners,

17 Het derde facet van het Nederlandse enthousiasme voor de Boeren ging verder dan de andere twee. Niet alleen konden de Boerenrepublieken Nederland nieuw elan en trots geven, ze boden ook uitzicht op de vestiging en uitbreiding van Nederlandse belangen in Afrika. Nadat Nederland in de zeventiende eeuw de kans op een volksplanting in Noord-Amerika had verloren openden de stamverwante Boerenrepublieken alsnog de mogelijkheid tot een Nederlands cultuurimperium. Ook economisch zaten er grote voordelen aan. Er zou immers een enorme afzetmarkt kunnen ontstaan voor Nederlandse producten. Daarnaast zou door emigratie niet alleen het Nederlandse element worden versterkt, maar ook werd daarmee een oplossing gecreëerd voor de snel stijgende Nederlandse bevolking. Sommigen droomden al van een Nieuw-Holland onder de Afrikaanse zon, dat eventueel kon dienen als vluchtoord en veilige haven voor de Nederlandse bevolking, taal en cultuur ingeval het land toch door het Duitse keizerrijk zou worden opgeslokt. 47 Wel moet vooral het derde facet van het Nederlandse enthousiasme voor de Boeren in perspectief worden bezien. Dat de geestdrift voor de Boeren alom in de Nederlandse samenleving aanwezig was staat buiten kijf, maar de (concrete) plannen van (cultureel) imperialistische aard kwamen voornamelijk van een kleine groep met sterke nationalistische en Groot-Nederlandse sympathieën. Veel van deze mensen waren actief in de NZAV en later ook in het Algemeen Nederlands Verbond, dat in 1896 werd opgericht. Voor de doorsnee Nederlander bleef het bij gevoelens van nationale trots als de stamverwante Boeren in Afrika ter sprake kwamen. Krugers Hollanders De herontdekking van de stamverwante Boeren in Zuid-Afrika leidde na 1881 tot verschillende pogingen om de plotselinge belangstelling om te zetten in concrete daden. Verschillende Boerenvrienden probeerden, meestal via organisaties als de NZAV, door middel van emigratie, investeringen, het ambtenarenapparaat en het onderwijs, het Nederlandse element in de ZAR te versterken. Zij probeerden hiermee, zoals in bovenstaande al is opgemerkt, onder invloed van het moderne imperialisme, alsnog de positie van de Nederlandse taal en cultuur in de wereld uit te breiden. De Boerenvrienden ondervonden hierbij de medewerking van Paul Kruger die in 1883 tot staatspresident was gekozen. Kruger voerde een zogenaamde Hollanderpolitiek, wat betekende dat hij posten in het overheidsapparaat, het onderwijs en belangrijke economische concessies, die niet of zeer moeilijk door geboren Transvalers konden worden vervuld, aan Nederlanders en Nederlandse bedrijven gunde. Kruger wilde hiermee voorkomen dat de ZAR teveel afhankelijk werd van de Kaapkolonie en Groot-Brittannië. Daarnaast beschouwde hij de Hollanders, vanwege de sterke taalen godsdienstbanden (het Hooghollands was de officiële taal van de ZAR), als natuurlijke bondgenoten. In augustus 1883 kwam Kruger aan het hoofd van een delegatie, die verder bestond uit de ijzervreter generaal N.J. Smit en dominee S.J. du Toit, naar Europa. Als eerste werd Londen aangedaan, waar werd onderhandeld over de grenzen tussen de ZAR en de Britse gebieden en over volledige soevereiniteit voor de ZAR. Al voor het vertrek was aan jhr. mr. G.J.Th. Beelaerts van Blokland gevraagd de delegatie juridisch bij te staan. Zoals we hebben gezien had Beelaerts niet alleen sterke familiebanden met Zuid-Afrika, ook was hij ten tijde van de Eerste Boerenoorlog een groot pleitbezorger in binnen- en buitenland van de Boerenzaak. Daarnaast had Beelaerts inmiddels een reputatie opgebouwd in de wereld van het internationaal recht en eerder dat jaar was hij gekozen in 47 Deze gedachte leefde vooral bij Kuyper en zijn orthodox-protestantse achterban. Kuitenbrouwer, Nederland en de opkomst, 130, Kuitenbrouwer, A war of words, 28, Schutte, Nederland en de Afrikaners,

18 de Tweede Kamer waar hij tot de antirevolutionaire stroming behoorde. De functie van juridisch adviseur zou voor de banden tussen de familie Beelaerts van Blokland en Zuid-Afrika verstrekkende gevolgen hebben. Niet alleen werd hij zelf na afloop van het bezoek van Kruger c.s. aan Europa aangesteld als speciaal gezant van de ZAR aan de Europese hoven wat hij tot zijn dood in 1897 zou blijven, ook maakten twee van zijn zonen op jonge leeftijd kennis met de markante Boerenleiders. 48 Deze zonen, Frans en Cornelis Beelaerts van Blokland, bleven hun leven lang betrokken bij de Boerenzaak en waren actief in allerlei pro-boer organisaties. Cornelis Beelaerts van Blokland ( ) was in 1884 zelfs in het gevolg van Kruger meegereisd naar de ZAR en heeft daar een tijdje gewoond en is daar schoolgegaan. 49 Na een succesvol bezoek aan Londen bezocht de deputatie Nederland, waar zij, door de geestdrift van 1881, zeer enthousiast werd verwelkomd. In Nederland werd onderhandeld over de concessie voor het aanleggen en exploiteren van een spoorlijn van Pretoria naar het toenmalige Lourenço Marques in Portugees Oost-Afrika. Voor Kruger was deze spoorlijn van het grootste belang omdat hiermee toegang naar open zee werd verkregen zonder daarbij van Groot-Brittannië afhankelijk te zijn. Hoewel hij op verschillende punten lijnrecht tegenover zijn voorganger Burgers had gestaan, deelde Kruger diens mening dat een spoorwegverbinding naar de Delagoabaai essentieel was voor de ontwikkeling van de ZAR. Ook Kruger probeerde de ZAR te ontwikkelen om er een sterke en in alle opzichte onafhankelijke staat van te maken. Anders dan Burgers had hij echter wel de economische wind in de rug. Nog bij Krugers aantreden in 1883 was de ZAR straatarm, maar dit veranderde radicaal na de ontdekking van enorme goudvelden aan de Witwatersrand in Naast financiële armslag bracht deze plotselinge rijkdom echter ook een stortvloed aan uitlanders mee, die al snel de mijnindustrie beheersten. De steeds groter wordende groep uitlanders, waarvan de meesten uit Groot- Brittannië kwamen, zorgde ervoor dat Kruger nog meer een beroep op Nederlanders ging doen. Tot 1899 kwamen ruim 6000 Nederlanders in de ZAR aan. 51 Dit lijkt een onbeduidend aantal, zeker als gekeken wordt naar het aantal emigranten dat in dezelfde periode naar Noord-Amerika verhuisde. Toch vervulde een groot aantal van hun, Krugers Hollanders genoemd, sleutelposities in de ZAR. Zo bestond gemiddeld 17 procent van het ambtenarenapparaat uit Nederlanders die bovendien vaak in de hogere regionen te vinden waren. Het belangrijkste voorbeeld van deze groep is Willem Johannes Leyds ( ), die als staatsprocureur en later staatssecretaris de rechterhand van staatspresident Kruger was. Ook in het onderwijs was er sprake van een dominante Nederlandse aanwezigheid. Onder het bewind van de uit Nijmegen afkomstige superintendant van het onderwijs Nicolaas Mansvelt ( ) werden veel onderwijzers uit Nederland gehaald. De invloed was ook merkbaar op godsdienstig gebied. Veel predikanten die in de ZAR actief waren, kwamen uit Nederland of hadden er gestudeerd. De NZAV leverde een belangrijke bijdrage aan de mogelijkheden voor Zuid- Afrikanen om in de Nederland te studeren door de oprichting van het Studiefonds voor Zuid- Afrikaansche studenten in Jhr. mr. G.J.Th. Beelaerts van Blokland ( ) werd eerst aangesteld als minister-resident en vanaf 1890 als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister bij alle Europese hoven uitgezonderd die van Groot-Brittannië. P.C. Molhuysen en P.J. Blok (red.), Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (Leiden 1911) 274. Van Winter, Onder Krugers Hollanders, 48. Alexander W. Beelaerts van Blokland, Jhr. mr. Frans Beelaerts van Blokland ( ): markante Hagenaar, minister en vice-president van de Raad van State, overdruk uit het jaarboek van de Geschiedkundige Vereniging Die Haghe (Den Haag 2006) G.J. Schutte, Stamverwantschap onder druk. De betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika, (Amsterdam 2011) Giliomee, die Afrikaners, Schutte, Nederland en de Afrikaners, 102. De Zuid-Afrikaanse historicus Hermann Giliomee houdt het op een stroompie van ongeveer 5000 Nederlanders. Giliomee, die Afrikaners, Schutte, Nederland en die Afrikaners, 86, Van Winter, Onder Kruger Hollanders,

19 Naast het ambtenarenapparaat, het onderwijs en de godsdienst was het belangrijkste Hollander bolwerk in de ZAR de Nederlandsche Zuid-Afrikaansche Spoorweg-Maatschappij (NZASM). Deze maatschappij was in 1884 opgericht na het bezoek van Kruger aan Nederland om de, door de staatspresident zo gewenste, spoorlijn naar de zee aan te leggen en te exploiteren. In 1899, vlak voor het uitbreken van de Tweede Boerenoorlog, waren niet minder dan 3162 man personeel in dienst van de NZASM waarvan maar liefst 1777 uit Nederland. De maatschappij leverde daarmee een belangrijke bijdrage aan de ontsluiting van de ZAR en aan de versterking van het Hollandse element in Zuid-Afrika. 53 Hoewel de omvang van de Nederlandse betrokkenheid bij de ZAR relatief beperkt bleef, was de impact dat niet. Door hun bemoeienissen met het overheidsapparaat, het onderwijs, de godsdienst en de economie hebben Nederlanders een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de ZAR. 54 Toch waren de Hollanders niet altijd populair bij de Transvaalse bevolking. Vooral in de progressieve kringen rondom Piet Joubert, de grootste rivaal van Kruger, vielen de verre neven slecht, vanwege hun arrogantie en omdat ze posities bezetten die men liever door Transvalers zelf, of door Kaapse Afrikaners bekleed zag. Onder de conservatieve aanhangers van Kruger kregen de Nederlanders wel het voordeel van de twijfel omdat zij meer waarde hechtten aan de stamverwantschap en de taal- en godsdienstbanden, maar ook hier werd stevig geklaagd over de parmantige houding van de nieuwkomers. 55 Nederland en de Tweede Boerenoorlog Hoewel het goud van de witwatersrand de motor achter de stormachtige ontwikkeling van de ZAR was, luidde het ook haar ondergang in. Zowel van binnenuit, door de grote groepen uitlanders, als van buitenaf, door de imperialistische houding van Groot-Brittannië, werd het voortbestaan van de ZAR als onafhankelijke Boerenrepubliek bedreigd. Onder leiding van de premier van de Kaapprovincie Cecil Rhodes, die droomde van een Brits rijk van de Kaap tot Caïro, werd de achtergestelde positie van de uitlanders gebruikt om de Britse invloed in de ZAR te vergroten. In 1895 instigeerde Rhodes een door Leander Jameson geleide inval in de ZAR, waarmee werd geprobeerd een opstand onder de uitlanders uit te lokken. De inval werd echter gemakkelijk afgeslagen. Kruger had wederom zijn tanden laten zien en de Britse regering was ernstig in verlegenheid gebracht. Nauwelijks vier jaar later leidde de uitlanderproblematiek alsnog tot een groot conflict tussen de Boerenrepublieken en Groot-Brittannië. In deze Tweede Boerenoorlog, die de uitkomst was van jarenlange opgebouwde spanningen als gevolg van de starre uitlanderpolitiek van Kruger en de imperialistische koers van Groot-Brittannië, behaalden de Boeren de eerste maanden de ene na de andere overwinning. In de loop van 1900 begonnen de kansen echter te keren en konden de Britten hun overweldigende numerieke overmacht in troepen en materieel te gelde maken. De Boerenlegers, die nooit meer dan manschappen zouden tellen, moesten het in conventionele veldslagen steeds vaker afleggen tegen de Britse troepen. 56 Nadat de hoofdsteden Bloemfontein en Pretoria in respectievelijk maart en juni 1900 werden ingenomen en de Boerenrepublieken formeel werden geannexeerd, leek de strijd gestreden. Een aantal Boerengeneraals zetten de strijd echter voort en voerden tot de uiteindelijke vrede in mei 1902 een uiterst effectieve guerrillaoorlog. Gedurende 53 Schutte, Nederland en die Afrikaners, 116. Zie voor het uitvoerige relaas over de NZASM het tweedelige standaardwerk Onder Krugers Hollanders van jhr. dr. P.J. van Winter uit 1937/ Giliomee noemt hen puik toevoegings aan die Afrikanergemeenskap. Giliomee, die Afrikaners, Giliomee, die Afrikaners, 196, Schutte, Nederland en de Afrikaners, Giliomee, die Afrikaners,

20 ruim anderhalf jaar wisten enkele Boerencommando s van nog geen man, een kwart miljoen Britse soldaten bezig te houden. Om een einde te maken aan deze guerrilla, gingen de Britten, onder leiding van Lord Kitchener over op een verschroeide aarde tactiek. Om te voorkomen dat de Boerenguerrilla s bevoorraad en gesteund werden door de bevolking, vernietigden de Britten boerderijen en oogsten en sloten vrouwen, kinderen en bejaarden onder erbarmelijke omstandigheden op in concentratiekampen, waar ruim de dood vonden. 57 De Tweede Boerenoorlog overtrof de Eerste op alle gebieden en dit gold evenzeer voor de reactie die hij teweeg bracht in Nederland. Nog meer dan in 1880/1881 was de massale sympathie voor de stamverwanten in Zuid-Afrika te vinden onder alle lagen van de bevolking en onder alle gezindten. Deze sympathie werd vertaald in lidmaatschappen van talloze pro-boer organisaties. De bekendste van deze organisaties bleef de NZAV die haar ledental, dat met de jaren gestaag was teruggelopen, plotseling weer zag stijgen tot een ongekend hoogtepunt van 7000 leden. 58 De verschillende organisaties beijverden zich voor de Boerenzaak door het opstellen van petities, het houden van inzamelingsacties en het lobbyen bij politici. Ook bij deze acties is de schaalvergroting ten opzichte van 1881 goed zichtbaar. In augustus 1899 werd een manifest van de NAZV, opgesteld door de Utrechtse hoogleraar internationaal recht, J. de Louter, maar liefst keer ondertekend en de collectes die door de NZAV gedurende de oorlog werden gehouden brachten bij elkaar ruim anderhalf miljoen gulden op. 59 Ook de andere organisaties en comités haalden behoorlijke bedragen op, waarmee de grote sympathie en de ferme anti-britse houding goed zichtbaar werden. De Nederlandse bevolking identificeerde zich sterk met het kleine stamverwante volk dat de wapens opnam tegen het machtige Britse rijk en in eerste instantie grote overwinningen behaalde. Bij sommigen nam het enthousiasme zulke grote vormen aan dat zij zich aansloten bij de Boeren en meevochten als vrijwilliger. Overigens was Nederland niet het enige land dat een grote sympathie koesterde voor de Boeren. Vrijwel alle Europese landen waren op de hand van de Boeren en ook hier zette de bevolking zich in om David moreel en materieel te ondersteunen in zijn strijd tegen Goliath. 60 De regeringen van deze landen hielden zich echter afzijdig. Zelfs de Duitse keizer Wilhelm II, die in 1896 na de Jameson inval nog een gelukstelegram aan Kruger had gestuurd, durfde niet openlijk partij voor de Boeren te kiezen. 61 Dit laatste gold evenzeer voor de Nederlandse regering die, net als in 1881, het machtige Groot-Brittannië niet voor het hoofd wilde stoten. Voor veel regeringsfunctionarissen moet dit een moeilijke beslissing zijn geweest, omdat de meesten persoonlijk grote sympathie voor de Boeren koesterden, maar het landsbelang ging voor. Vooral bij minister W.H. de Beaufort, die in 1881 een van de oprichters van de NZAV was geweest, speelde dit sterk. Toen hij op verzoek van de Russische tsaar in 1899 een vredesconferentie in Den Haag organiseerde kon hij de Boerenrepublieken niet uitnodigen om zeker te zijn van de deelname van Groot-Brittannië. 62 Vanwege de overweldigende roep van de bevolking om actie kon de regering zich echter, anders dan in 1881, niet geheel afzijdig houden. Ook de jonge koningin Wilhelmina koesterde een grote sympathie voor de Boeren en probeerde het op allerlei manieren voor hen op te nemen. Haar verzoeken aan koningin Victoria, keizer Wilhelm II en tsaar Nicolaar II werden vriendelijk van de 57 Giliomee, die Afrikaners, Schutte, Nederland en de Afrikaners, Ibidem, 89, Te Velde, Gemeenschapszin, Kuitenbrouwer, Nederland en de opkomst, 176. Cees Fasseur, Wilhelmina, de jonge koningin (Amsterdam 1998) Kuitenbrouwer, Nederland en de opkomst,

DE BOERENOORLOG 1899-1902

DE BOERENOORLOG 1899-1902 DE BOERENOORLOG 1899-1902 Jan van Riebeeck - INLEIDING Stichter van de Kaapkolonie Wanneer men iets wil schrijven over de Boerenoorlog, Kan men niet voorbijgaan aan de vele gebeurtenissen die aan deze

Nadere informatie

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein De oude Grieken en Romeinen hadden ze al en later ook de Vikingen. Koloniën. Koopmannen voeren met hun schepen over zee om met andere landen handel te drijven. Langs de route richtten ze handelsposten

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Zuid-Afrika, een thuisland voor iedereen?

Samenvatting Geschiedenis Zuid-Afrika, een thuisland voor iedereen? Samenvatting Geschiedenis Zuid-Afrika, een thuisland voor iedereen? Samenvatting door een scholier 867 woorden 6 april 2005 6,6 79 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Pharos H8, Zuid-Afrika, een thuisland

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8, Zuid Afrika

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8, Zuid Afrika Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8, Zuid Afrika Samenvatting door een scholier 1639 woorden 8 oktober 2006 6,2 9 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Pharos Zuid Afrika, een thuisland voor iedereen?

Nadere informatie

columbus Boeren tegen Britten: oorlog in Zuid-Afrika lesbrief HAVO/V leerjaa brengt het beste uit twee werelden samen

columbus Boeren tegen Britten: oorlog in Zuid-Afrika lesbrief HAVO/V leerjaa brengt het beste uit twee werelden samen columbus brengt het beste uit twee werelden samen lesbrief HAVO/V leerjaa WO r3 Boeren tegen Britten: oorlog in Zuid-Afrika columbus Inleiding Deze zomer vindt het WK voetbal plaats in Zuid-Afrika. Allerlei

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo II

Eindexamen geschiedenis vwo II Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen Vanaf de zomer van 1789 trokken veel Franse vluchtelingen naar Oostenrijk. 1p 1 Waarom vormde dit voor het Franse revolutionaire

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de Coalitieoorlogen voerde de Franse regering de dienstplicht in. 2p 1 Leg uit dat zij hiermee de betrokkenheid van Franse

Nadere informatie

Praktische opdracht Geschiedenis Afrika

Praktische opdracht Geschiedenis Afrika Praktische opdracht Geschiedenis Afrika Praktische-opdracht door een scholier 2206 woorden 11 januari 2007 6,3 74 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo HOOFDVRAAG Wat is mythe en wat is werkelijkheid

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis vwo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de landen die Napoleon veroverde, voerde hij een beleid dat: enerzijds paste binnen het gelijkheidsideaal van de Franse Revolutie

Nadere informatie

geschiedenis geschiedenis

geschiedenis geschiedenis Examen HAVO 2009 tijdvak 1 woensdag 20 mei 9.00-12.00 uur tevens oud programma geschiedenis geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Dit hoofdstuk gaat over opstand in Amerika, Frankrijk en Nederland. Deze opstanden noemen we revoluties. Opstand in Amerika (1775). De

Nadere informatie

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Terugkijken: Bij de ene revolutie ontstaat een nieuw en onafhankelijk land. Vrijheid is voor de inwoners

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-I

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-I Van kind tot burger: Volksopvoeding via het onderwijs in Nederland (1780-1920) Patriotten gaven aan het begrip burger een nieuwe betekenis. 2p 1 Noem deze nieuwe betekenis en geef aan tot welke visie op

Nadere informatie

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014. Historisch Overzicht

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014. Historisch Overzicht SO 1 Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014 Historisch Overzicht 1. Welke doelstelling had Wilhelm II bij zijn aantreden als Keizer van Duitsland? 2. Welk land behoorde niet tot de Centralen tijdens de Eerste

Nadere informatie

wt lxxi, 2012, 2, pp. 180-189 182 nieuwe uitgaven

wt lxxi, 2012, 2, pp. 180-189 182 nieuwe uitgaven nieuwe uitgaven 181 [recensie] Gerrit Schutte, Stamverwantschap onder druk. De betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika, 1940-1947, Amsterdam, Suid-Afrikaanse Instituut, 2011, 322 pp., ill., isbn 9789074112314,

Nadere informatie

Dagboek Sebastiaan Matte

Dagboek Sebastiaan Matte Vraag 1 van 12 Dagboek Sebastiaan Matte Uit het dagboek van Sebastiaan Matte: "Ik ben vandaag bij een hagenpreek geweest, in de duinen bij Overveen. Wel duizend mensen uit de stad waren bij elkaar gekomen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013. Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen.

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013. Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen. SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013 Staat en Natie Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen. In de 17 e en de 18 e eeuw ontstond er in Europa een politieke en filosofische stroming,

Nadere informatie

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00. 1 SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS 31 oktober 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit 38 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

V Vergadering van de Eerste Kamer op dinsdag 5 maart 2013. Toespraak van de Voorzitter van de Eerste Kamer, Mr. G.J. de Graaf

V Vergadering van de Eerste Kamer op dinsdag 5 maart 2013. Toespraak van de Voorzitter van de Eerste Kamer, Mr. G.J. de Graaf V Vergadering van de Eerste Kamer op dinsdag 5 maart 2013 Toespraak van de Voorzitter van de Eerste Kamer, Mr. G.J. de Graaf Herdenking Dr. P.H. (Pieter) Kooijmans (1933-2013) Op 13 februari jongstleden

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict Werkstuk door een scholier 1470 woorden 25 oktober 2003 6,8 41 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Memo-dossier Vlaams nationalisme. Hoofdvraag: Hoe ontwikkelde

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.2 Het moderne imperialisme

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.2 Het moderne imperialisme Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Kenmerkende aspect: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met

Nadere informatie

China. - De geschiedenis en cultuur van Peking -

China. - De geschiedenis en cultuur van Peking - Pagina 1 Groep 8 Colofon China - De geschiedenis en cultuur van Peking - Leerling - informatie Inleiding In deze les gaan wij het hebben over de Chinese stad Peking. We kijken met elkaar naar een stukje

Nadere informatie

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen HAVO Vragenboekje Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 22 mei 9.00 12.00 uur 20 02 Voor dit examen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8 Samenvatting door een scholier 1734 woorden 25 februari 2004 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Pharos Geschiedenis: Hoofdstuk 8 Zuid-Afrika een thuisland

Nadere informatie

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen HAVO Vragenboekje Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen; het examen

Nadere informatie

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit.

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit. Gebruik bron 1 en 2 In 1897 werd in de venen bij Yde het lijk van een ongeveer zestienjarig meisje gevonden. Deze vondst gaf aanleiding tot twee voorlopige conclusies over de leefwijze van het volk waartoe

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - II

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - II Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In 1792 begon de eerste Coalitieoorlog. 1p 1 Welk politiek doel streefde Oostenrijk met de strijd tegen Frankrijk na? Gebruik

Nadere informatie

Waarom kent de geschiedenis van Coronie geen marrons?

Waarom kent de geschiedenis van Coronie geen marrons? Waarom kent de geschiedenis van Coronie geen marrons? Toen ik in oktober 2012 voer over de uitgestrekte Coroniezwamp, moest ik terugdenken aan het leervak geschiedenis, onderwezen op de R.K Antoniusschool

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren Geschiedenis kwartet jagers en boeren jagers en boeren jagers en boeren Reusachtige stenen die door mensen op elkaar gelegd zijn. Zo maakten ze een begraafplaats. * Hunebedden * Drenthe * Trechterbekers

Nadere informatie

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Kenmerkende aspect: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b Bijlage VMBO-KB 2012 tijdvak 2 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje KB-0125-a-12-2-b Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een beschrijving van een politieke stroming (rond 1870): Zij

Nadere informatie

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Willibrord Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en werd als zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis toevertrouwd aan het klooster van Ripon nabij

Nadere informatie

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot Leven met aandacht Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot w e g D e v a n F r a n c i s c u s 2 Leven met aandacht Inhoud 1 De weg van Franciscus 9 2 De oprichting van de congregatie

Nadere informatie

6 Stefanus gevangengenomen

6 Stefanus gevangengenomen 6 Stefanus gevangengenomen 8. En Stefanus, vol geloof en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk. 9. En enigen van hen die behoorden tot de zogenoemde synagoge van de Libertijnen, van de

Nadere informatie

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen Tijdvak 8 Toetsvragen 1 In Nederland was de eerste belangrijke politieke stroming het liberalisme. Welke politieke doelen wilden liberalen bereiken? A Zij wilden een eenheidsstaat met een grondwet en vrijheid

Nadere informatie

Pizza Verdi. Opdrachtenblad. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten

Pizza Verdi. Opdrachtenblad. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten Pizza Verdi Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten Opdrachtenblad Lesuurpakket Pizza Verdi (thema s: sociale verschillen, stereotyperingen/vooroordelen; verdiepingsopdracht Amerikaanse burgerrechten)

Nadere informatie

narratieve zorg Elder empowering the elderly

narratieve zorg Elder empowering the elderly narratieve zorg Elder empowering the elderly huisbezoek 1: KENNISMAKING - 2 - KENNISMAKING - huisbezoek 1- a kennismaking huisbezoek 1: KENNISMAKING a vertrouwelijkheid individueel in teamverband naar

Nadere informatie

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 Tijdvak Jagers en boeren; van de eerste mensen 3000 v. C. prehistorie; van de eerste mensen - 3000 v.c. Samenlevingstype: eerst jagers/verzamelaars,

Nadere informatie

BOERMARKEN IN DRENTHE

BOERMARKEN IN DRENTHE BOERMARKEN IN DRENTHE Historie Geschiedenis gaat ver terug. Het begrip Boermarke, ook wel Marke genoemd, gaat in feite terug tot de tijd van de Germanen die zich op vaste plaatsen gingen vestigen. MARKE,

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag door Lotte 1570 woorden 19 juni 2017 3 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van Grieken

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen VWO 2009 tijdvak 1 woensdag 20 mei 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

DIE VIJF DAGEN IN MEI

DIE VIJF DAGEN IN MEI DIE VIJF DAGEN IN MEI 1940 Op initiatief van Martin Lagestee maakte Lagestee Film BV in samenwerking met acht regionale omroepen en in coproductie met NTR en VPRO vijf documentaires met als onderwerp de

Nadere informatie

Het land op de kaart

Het land op de kaart Eritrea Het land op de kaart Indeling Geografie Geschiedenis De bevolking Godsdienst Onafhankelijkheidsoorlog Politiek Oorlog met Ethiopië 1998 Eindeloze dienstplicht Geografie. Eritrea ligt in de hoorn

Nadere informatie

Arigato. opdrachtenblad. Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten

Arigato. opdrachtenblad. Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten Arigato opdrachtenblad Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten Lesuurpakket Arigato Thema s: oorlogsverleden; mensenrechten; vergeven; herdenken. Verdiepingsopdrachten:

Nadere informatie

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2015-2016-2017

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2015-2016-2017 Exameneenheden geschiedenis GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken GT GS/K/2 Basisvaardigheden GT GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting GT GT GS/K/4 De koloniale relatie Indonesië

Nadere informatie

Paragraaf 4: De Germaanse cultuur - TL 1

Paragraaf 4: De Germaanse cultuur - TL 1 Auteur Floris Sieffers Laatst gewijzigd 28 October 2015 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/65939 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Ferenc Göndör IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Uitgeverij Eenvoudig Communiceren 3 Mijn vader Lang geleden kwam een jonge, joodse man naar het land Hongarije. Mohr Goldklang was zijn naam. Dat was mijn opa. Mohr

Nadere informatie

Sir Winston Churchill (1874-1965): een traditioneel

Sir Winston Churchill (1874-1965): een traditioneel Sir Winston Churchill (1874-1965): een traditioneel leider. De Engelsman Sir Winston Churchill heeft tijdens zijn lange leven vele functies bekleed: hij was militair en journalist, diende zijn land meer

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info De Chinese Muur 1. Voorwoord. 2. Wat is de Chinese Muur? 3. Waar ligt de Chinese Muur? 4. Waarom bouwden de Chinezen de Chinese Muur? 5. Hoe bouwden de Chinezen de Chinese Muur? 6. Hoe lang en hoe groot

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

Praktische opdracht Geschiedenis Zuid-Afrika, een thuisland voor iedereen?

Praktische opdracht Geschiedenis Zuid-Afrika, een thuisland voor iedereen? Praktische opdracht Geschiedenis Zuid-Afrika, een thuisland voor iedereen? Praktische-opdracht door een scholier 2822 woorden 31 mei 2007 6,9 63 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Pharos HOOFDVRAAG:

Nadere informatie

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al: Niet meer overgeven Vaak is de eerste zin die de klant uitspreekt een aanwijzing voor de hulpvraag. Paula zat nog maar net toen ze zei: ik ben bang om over te geven. Voor deze angst is een mooie naam:

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje b Bijlage VMBO-KB 2008 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje Staatsinrichting van Nederland bron 1 Uit een openbare brief van iemand die zich zorgen maakt over de ontwikkelingen

Nadere informatie

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën Bepoederde pruiken, bruisende ideeën Tijd van Pruiken en Revoluties 1700-1800 Vroegmoderne Tijd Kenmerkende aspecten Uitbouw van de Europese overheersing,

Nadere informatie

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk). Jeanne d'arc Aan het begin van de 15de eeuw slaagden de Fransen er eindelijk in om de Engelsen uit hun land te verdrijven. De strijd begon met een vrouw die later een nationale heldin werd, van de meest

Nadere informatie

Examenkatern :Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in Nederland

Examenkatern :Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in Nederland Seizoen: 2016-2017 Vak: Geschiedenis Klas: 3 Afdeling: Mavo Herkansingen/inhalen: Tijdens de herkansingen kunnen de SE s van een trimester herkanst en/of ingehaald worden. Echter een ingehaald SE kan niet

Nadere informatie

Datum: Ons koningshuis. 1. Hoe heet onze huidige koning? 3. Hij volgde zijn broer na diens dood op. Hoe heette hij?

Datum: Ons koningshuis. 1. Hoe heet onze huidige koning? 3. Hij volgde zijn broer na diens dood op. Hoe heette hij? Ga naar deze website: www.monarchie.be Klik op de koninklijke familie. 1. Hoe heet onze huidige koning? 2. Hoe oud was hij toen zijn moeder, koningin Astrid, omkwam bij een auto-ongeluk? 3. Hij volgde

Nadere informatie

Carla du Pree. Johan Huizinga en de bezeten wereld. De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS

Carla du Pree. Johan Huizinga en de bezeten wereld. De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS Carla du Pree Johan Huizinga en de bezeten wereld De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS 4 Ik ben ik en mijn omstandigheden. Als ik die omstandigheden niet red, red

Nadere informatie

Stukje van het middenpaneel van de koets.

Stukje van het middenpaneel van de koets. Stukje van het middenpaneel van de koets. In de Gouden Koets hoort geen vrolijk wuivende koning. De Gouden Koets hoort in een museum als symbool voor al het leed dat Nederland in vier eeuwen overzee heeft

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting door Larissa 665 woorden 18 januari 2016 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Hoofdstuk 8: Tijd van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 990 woorden 24 februari 2018 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 3 + kenmerkende

Nadere informatie

Leerlingen hand-out stadswandeling Amsterdam

Leerlingen hand-out stadswandeling Amsterdam Leerlingen handout stadswandeling Amsterdam Groep 1: de Surp Hoki Armeens Apostolische kerk Adres: Kromboomsloot 22, Amsterdam Namen leerlingen: In deze handout staat alle informatie die je nodig hebt

Nadere informatie

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn Filips II In 1566, meer dan vierhonderd jaar geleden, zijn veel mensen boos. Er is onrust in de Nederlanden. Er zijn spanningen over het geloof, veel mensen

Nadere informatie

Geachte burgemeester, dames en heren, beste jongens en meisjes,

Geachte burgemeester, dames en heren, beste jongens en meisjes, Toespraak Gerdi Verbeet Onthulling vernieuwd monument Voorhout, 3 mei 2017 Geachte burgemeester, dames en heren, beste jongens en meisjes, Hartelijk dank dat u mij vandaag de gelegenheid geeft iets te

Nadere informatie

geschiedenis geschiedenis

geschiedenis geschiedenis Examen HAVO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 9.00-12.00 uur tevens oud programma geschiedenis geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 29 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst

Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst Dames en heren, allen hier aanwezig. Het is voor mij een grote eer hier als pas benoemde burgemeester

Nadere informatie

Schoolonderzoek II Geschiedenis Staat en Natie Tijdvak I 2014-2015

Schoolonderzoek II Geschiedenis Staat en Natie Tijdvak I 2014-2015 Schoolonderzoek II Geschiedenis Staat en Natie Tijdvak I 2014-2015 Dit schoolexamen bestaat uit 33 vragen. In totaal kun je hiervoor 54 punten halen. Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd

Nadere informatie

Geschiedenisvan Suriname. 1980: de staatsgreep

Geschiedenisvan Suriname. 1980: de staatsgreep Geschiedenisvan Suriname 1980: de staatsgreep De oprichting van de SKM Voor de onafhankelijkheid was de Nederlandse regering verantwoordelijk voor de verdediging van Suriname. Na de onafhankelijkheid moest

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b Bijlage VMBO-KB 2014 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje KB-0125-a-14-1-b Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een politieke prent over een biddende fabrikant (1907): Onderschrift

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland 1p 1 In 1848 werd de grondwet in Nederland veranderd. Dit had gevolgen voor de machtsverhouding tussen

Nadere informatie

Journal of Nobility Studies

Journal of Nobility Studies Journal of Nobility Studies virtus 20 2013 virtus 20 2013 Coen Wilders * Soeverein ten dienste van de Habsburgse dynastie 232 Luc Duerloo, Dynasty and Piety. Archduke Albert (1598-1621) and Habsburg Political

Nadere informatie

Wie zijn de Boeren van Zuid-Afrika?

Wie zijn de Boeren van Zuid-Afrika? Wie zijn de Boeren van Zuid-Afrika? De VOC is 's werelds grootste handelsonderneming van de 17 de en 18 de eeuw. De Compagnie wordt op 20 maart 1602, in het leven geroepen met een handvest van de Staten-Generaal.

Nadere informatie

B1 Hoofddorp pagina 1

B1 Hoofddorp pagina 1 B1 Hoofddorp pagina 1 Inhoud 1. Inleiding 2. Geschiedenis 3. Ontwikkeling 4. Bezienswaardigheden 1. Inleiding Hoofddorp is een stad in de provincie Noord-Holland en de hoofdplaats van de gemeente Haarlemmermeer.

Nadere informatie

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te kijken...4 De mensenmenigte opende zich in het midden...5 Toen

Nadere informatie

De 1 e Wereldoorlog. inleiding (9.1) HC onderdelen: conferentie van Berlijn (1884-85) + vlootwet (1898)

De 1 e Wereldoorlog. inleiding (9.1) HC onderdelen: conferentie van Berlijn (1884-85) + vlootwet (1898) De 1 e Wereldoorlog inleiding (9.1) HC onderdelen: conferentie van Berlijn (1884-85) + vlootwet (1898) Onderzoeksvraag: Wat waren de oorzaken van de 1 e Wereldoorlog en wat maakte deze oorlog uniek in

Nadere informatie

Inhoud. bemoeienissen, Politiek-bestuurlijke kenmerken, De rechterlijke macht, Nederlanders op Curaçao, Curaçaoënaars in Nederland, Economi-

Inhoud. bemoeienissen, Politiek-bestuurlijke kenmerken, De rechterlijke macht, Nederlanders op Curaçao, Curaçaoënaars in Nederland, Economi- Inhoud Voorwoord pg 7 1. De wording van twee volkeren, I. Nederland pg 9 Batavieren, Friezen, Canenefaten en Romeinen, Het Frankische Rijk, Vikingen, De Reformatie, Willem van Oranje, De Republiek der

Nadere informatie

Noord-Nederlandse gewesten. Smeekschift

Noord-Nederlandse gewesten. Smeekschift Habsburgs gezag Vanaf dat moment stonden de zuidelijke Nederlanden onder Habsburgs gezag. Noord-Nederlandse gewesten Door vererving en verovering vielen vanaf dat moment ook alle Noord- Nederlandse gewesten

Nadere informatie

Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid)

Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid) Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid) Hieronder volgen de resultaten van het Israël onderzoek wat de EO in de afgelopen weken heeft laten uitvoeren. Veel stellingen zijn in een 5- puntsschaal

Nadere informatie

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D RESEARCH CONTENT Loïs Vehof GAR1D INHOUD Inleiding ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ blz. 2 Methode -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier Vraag 1 Hoe heb je zielsliefde ontdekt, en ontdekte je zielsliefde het ook op dat moment? Ik ontmoette haar op mijn werk in de rookruimte. We konden

Nadere informatie

Herdenking vanuit het oogpunt van Japanse Nakomelingen. Aya Ezawa, Universiteit Leiden

Herdenking vanuit het oogpunt van Japanse Nakomelingen. Aya Ezawa, Universiteit Leiden Indië Lezing, 8 maart 2016, Amsterdam Herdenking vanuit het oogpunt van Japanse Nakomelingen Aya Ezawa, Universiteit Leiden Mijn doel in deze lezing is een beeld schetsen van de ervaringen van Japans-Indische

Nadere informatie

7. Het imperialisme De dominantie van het westen p

7. Het imperialisme De dominantie van het westen p 7. Het imperialisme 7.1. De dominantie van het westen p. 167-179 Deel 1 Restauratie en transformatie, Europa in de 19de eeuw congres van Wenen ondermijning van het congres van Wenen: liberalisme, nationalisme,

Nadere informatie

Latijn: iets voor jou?

Latijn: iets voor jou? : n j i t a L r o o v s iet jou? De Romeinen en wij Waar komen onze letters vandaan? Hoe komen we aan de namen van de maanden? De antwoorden op vele van deze vragen vind je vaak in het verleden bij de

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting door Jel 1523 woorden 13 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 6.1 Europa veroverd de wereld Portugezen,Spanjaarden reisden rond 1500

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer Verslag door Lotte 1361 woorden 19 juni 2017 6,2 10 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van televisie

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2005 - II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2005 - II DE INDUSTRIËLE SAMENLEVING IN NEDERLAND DE VERHOUDING MENS EN MILIEU + 1p 21 Geef één voorbeeld van aantasting van het milieu door menselijk ingrijpen in Nederland uit de periode vóór de Industriële Revolutie.

Nadere informatie

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen HAVO Vragenboekje Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen; het examen

Nadere informatie

De Franse keizer Napoleon voerde rond 1800 veel oorlogen in Europa. Hij veroverde verschillende gebieden, zoals Nederland en België. Maar Napoleon leed in 1813 een zware nederlaag in Duitsland. Hij trok

Nadere informatie

Opkomst en ondergang van de VOC

Opkomst en ondergang van de VOC Les 5 De eerste multinational ter wereld. gatentekst versie 1 Ontstaan In het voorjaar van 1594 staken Amsterdamse kooplieden de koppen bij elkaar. wilden proberen het Portugese monopolie op handel in

Nadere informatie

Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl)

Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl) Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen

Nadere informatie

7. Het ontstaan van het nationalisme

7. Het ontstaan van het nationalisme 7. Het ontstaan van het nationalisme Artikel 3 uit de Verklaring van de rechten van de mens en de burger, 1789. De oorsprong van iedere soevereiniteit ligt wezenlijk bij het volk/de natie. Geen instantie,

Nadere informatie

Uit het oog, uit het hart?

Uit het oog, uit het hart? Uit het oog, uit het hart? Over stamverwantschap tussen de Nederlandse samenleving en de Boeren tijdens en na de Boerenoorlog van 1899-1902 L.G.J. van Bree, BSc. 3027651 Onderzoeksseminar III Dr. Martin

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten

Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten 1.2-2.3-3.3 Inleiding Deze opdracht gaat over de ontwikkeling van de burgerrechten. Hierbij staat de status van de zwarte bevolking in de Verenigde Staten

Nadere informatie

Framing the Other. Opdrachtenblad

Framing the Other. Opdrachtenblad Framing the Other Ilja Kok & Willem Timmers 2013 25 minuten (film), 13 minuten (interview) http://framingtheother.wordpress.com/ 1 Kijkopdracht 1. Titel hoofdstuk Toeriste Nell maakt foto van Mursi Nadonge

Nadere informatie