Een veiligheidszorgsysteem voor onderwijsinstellingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een veiligheidszorgsysteem voor onderwijsinstellingen"

Transcriptie

1 Een veiligheidszorgsysteem voor onderwijsinstellingen ing. Guy Linten, preventieadviseur, Gemeenschapsonderwijs.

2 Inhoudsopgave Brief aan de auteur Woord vooraf 1 Inleiding 2 Deel I Veiligheidszorgsysteem 5 1. Welzijnsbeleid 6 2. Uitwerking Risico-inventarisatie Programmatie Uitvoering Evaluatie 39 Deel II Toepassingsgebieden Aankoopbeleid Ongevallen en incidenten Chemische, carcinogene, biologische en fysische agentia Collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen Veiligheids- en gezondheidssignalering Gezondheidstoezicht Psycho-sociale belasting Onthaal, informatie, vorming en instructies Coördinatie op de arbeidsplaats Noodprocedures Ergonomie Leefmilieu Aansprakelijkheid en verzekering Speciale activiteiten Geweld op school Instanties Lijst van geraadpleegde werken 151 Deel III Documenten 153

3 Brief aan de auteur Met meer dan gewone belangstelling heb ik kennis genomen van uw werk: Een veiligheidszorgsysteem voor onderwijsinstellingen in het kader van de aanvullende vorming voor preventie-adviseurs. De behandelde materie behoort tot de meest complexe waarmee de onderwijswereld te maken heeft maar er werd tot voor kort weinig aandacht aan besteed. Naast het feit dat het een zeer ingewikkelde wetgeving betreft is het vooral de toepassing ervan die problemen meebrengt. U bent er in geslaagd in dit labyrint van situaties die met veiligheid te maken hebben een systematiek in te brengen die voor de schoolverantwoordelijken een onschatbare hulp betekent. Reeds hiervoor alleen verdient u alle mogelijke felicitaties. Er is echter meer want, behalve systematiek, is uw werk ook zeer duidelijk en concreet geschreven waardoor iedereen die het gebruikt een veilig gevoel krijgt en alle twijfel in deze ingewikkelde materie doet verdwijnen. Ik hoop dat dit werk de basis zal leveren voor een vademecum die iedere schoolverantwoordelijke naast zich heeft staan binnen handbereik. Ik ben er in ieder geval zeker van dat het moeilijke probleem van veiligheid de meest eenvoudige oplossing krijgt. Nogmaals hartelijk gefeliciteerd René Laumen algemeen inspecteur-generaal

4 -1- Woord vooraf Preventie is gericht op het bevorderen van veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, alsmede op het terugdringen van ongevallen. Preventie is in een school van toepassing op het personeel en op leerlingen die een studierichting volgen waarvan het opleidingsprogramma een vorm van arbeid voorziet. Preventie in een onderwijsinstelling is in direct belang van de school zelf, maar heeft ook een maatschappelijke dimensie. Dit praktijkhandboek is geschreven voor directies en preventieadviseurs in onderwijsinstellingen en biedt de mogelijkheid voor het opzetten, uitvoeren en evalueren van een welzijnsbeleid, binnen het kader van de reglementering die voor het onderwijs van toepassing is. Het welzijnsbeleid moet een onderdeel uitmaken van het algemeen schoolbeleid. Het is de verantwoordelijkheid van de directie van de school om hieraan de nodige aandacht te besteden ten opzichte van andere beleidspunten. Dit handboek heeft als doel een hulpmiddel te zijn bij het opstellen van een actieplan om de arbeidsveiligheid in de school te verbeteren en effectief een welzijnsbeleid te voeren. Met behulp van dit handboek kunnen de risico s die aanwezig zijn in de school geïnventariseerd en beoordeeld worden. Tenslotte zou ik een woord van dank willen richten aan al de personen die hebben geholpen met het tot stand komen van dit werk en in het bijzonder de heer E. Goubert, de heer R. Spruyt en mevr. G.Cnapelinckx. Noot: Voor een exacte weergave van de aangehaalde reglementering wordt verwezen naar de originele besluiten en wetteksten.

5 -2- Inleiding De publikatie van de welzijnswet en zijn uitvoeringsbesluiten houden een aantal fundamentele wijzigingen in voor het onderwijs. Om een duidelijk inzicht te krijgen in deze materie is dit handboek opgesplitst in drie delen. Deel I is een uiteenzetting over een veiligheidszorgsysteem dat kan toegepast worden in elke onderwijsinstelling gekoppeld aan de reglementaire bepalingen terzake (arab, codex, welzijnswet en zijn uitvoeringsbesluiten). Een apart hoofdstuk is gewijd aan de implementatie van de welzijnswet in de structuren van het Gemeenschapsonderwijs, gelet op het bijzonder decreet betreffende het Gemeenschapsonderwijs van 14 juli BS , met een concreet voorstel betreffende de structuur van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk. Deel II behandelt de toepassingsgebieden van de welzijnswet waarvoor preventiemaatregelen dienen getroffen te worden. Ook worden in dit deel een aantal onderwerpen aangehaald die niet rechtstreeks voortvloeien uit de welzijnwet zoals onder andere het hoofdstuk over de schoolverzekeringen of de organisatie van speciale activiteiten. Deel III geeft de documenten weer die een onmisbaar hulpmiddel zijn bij het opzetten, uitvoeren en evalueren van een veiligheidzorgsysteem. Naar aanleiding van de publikatie van de welzijnswet werd een vgv-enquête georganiseerd in de scholen van het gemeenschapsonderwijs.

6 -3- Enkel opmerkelijke gegevens betreffende deze enquête: 19 % van de deelnemende instellingen hebben geen preventiedienst; 53 % van de preventieadviseurs hebben geen vorming genoten; 86 % van de preventieadviseurs beschikken niet over prestatie-uren; 94 % van de leden van het basisoverlegcomité hebben geen passende vorming genoten op het vlak van preventie; 84 % van de leden van de hiërarchische lijn hebben geen passende vorming genoten op het vlak van preventie; 56 % van de deelnemende instellingen hebben geen jaaractieplan; 43 % van de deelnemende instellingen lichten de werknemers niet in over de aanwezige risico s op hun arbeidsplaats; 80 % van de deelnemende instellingen beschikken niet over een onthaalbrochure waarin aandacht wordt besteed aan preventie; 2 % van de deelnemende instellingen is niet aangesloten bij een arbeidsgeneeskundige dienst; 8 % van de deelnemende instellingen beschikken niet over een evacuatieplan; 58 % van de deelnemende instellingen beschikken niet over een veiligheidsregister; 1 % van de deelnemende instellingen maken melding dat in hun instelling risicoinventarisatie en risico-analyse aan bod komen. De aangehaalde problemen die in verband met het uitoefenen van de taak van preventieadviseur gesignaleerd werden in de vgv-enquête zijn van uiteenlopende aard en kunnen worden opgedeeld in volgende probleemgebieden, in dalende orde, met daarnaast het percentage dat suggesties heeft om de werking van de preventiedienst te optimaliseren: 1. Gebrek aan tijd (47 % / 34 %); 2. Gebrek aan opleiding en informatie (16% / 18%); 3. Gebrek aan geld (15% / 11%); 4. Gebrek aan mensen en kandidaten (14% / 23%);

7 -4-5. Te ingewikkelde regelgeving, onvoldoende concreet en niet aangepaste scholen (5% / 8%) 6. Gebrek aan erkenning en waardering voor preventie (2% / 2%); 7. Onbezoldigde taakverzwaring voor vrijwilligers met zeer grote verantwoordelijkheden (1% / 3%). Door een uitgebouwde preventiestructuur in het Gemeenschapsonderwijs te voorzien, zoals beschreven wordt in hoofdstuk 2.6.1, zal het mogelijk zijn om een drievoudig doel te bereiken, namelijk: a) een oplossing bieden aan de in de vgv-enquête aangehaalde problemen; b) voldoen aan de reglementaire bepalingen waardoor repressief optreden van bevoegde instanties zoals Technische Arbeidsinspectie wordt vermeden; c) toepassing van een eenvormig beleid over de verschillende onderwijsinstellingen heen, waardoor het mogelijk wordt aan gestelde problemen een uniforme oplossing te bieden. In dit handboek vindt u dan ook praktijkgerichte informatie en doelgerichte controlelijsten waarmee u een preventiesysteem in uw onderwijsinstelling kunt integreren. Het is een leidraad om op een praktische en een planmatige manier verbeteringen aan te brengen ter bevordering van veiliger arbeidsomstandigheden.

8 -5- Deel I Veiligheidszorgsysteem 1. Welzijnsbeleid Reglementering en toepassingsgebied Doel van het welzijnsbeleid Preventiebeginselen Preventiesysteem Uitwerking Preventiebeleidsverklaring Globaal preventieplan Jaaractieplan Maandverslag Jaarverslag Structuur interne dienst Opdrachten interne dienst Taken preventieadviseur Opdrachten en taken externe dienst Hiërarchische lijn Risico-inventarisatie Programmatie Uitvoering Evaluatie Evalueren en verbeteren Auditsystemen Inspectie-index 39

9 -6-1. Welzijnsbeleid 1.1 Reglementering en toepassingsgebied De reglementaire bepalingen inzake veiligheid en gezondheid die van toepassing zijn op alle ondernemingen is terug te vinden in het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.). Omwille van talloze kritieken op het arab werd besloten om het te herstructureren tot een Codex over het welzijn op het werk. De bepalingen van het arab zullen geleidelijk in de codex worden ingevoegd en geschrapt in het arab. Om een bredere wettelijke basis te verlenen aan de bestaande reglementering werd een wet gestemd, die gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad van 18 september 1996, namelijk de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, de welzijnswet. Hieraan gekoppeld verschenen in het Belgisch Staatsblad van 31 maart 1998 nog een aantal uitvoeringsbesluiten, namelijk: Het Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, hierna het KB welzijnsbeleid genoemd; Het Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk, hierna het KB interne dienst genoemd; betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, hierna het KB externe dienst genoemd. De welzijnswet is toepasselijk op de werkgevers en de werknemers. Een aantal categorieën personen worden gelijkgesteld met werknemers en werkgevers.

10 -7- Zo vallen de leerkrachten, als personen die anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst arbeid verrichten onder het gezag van een ander persoon, volledig onder het toepassingsgebied van de wet. Leerkrachten worden meestal tewerkgesteld in toepassing van een specifiek statuut dat het verrichten van arbeid onder gezag impliceert. Ook het administratief, technisch en vakpersoneel valt onder het toepassingsgebied van de wet, daar zij ofwel een statuut als ambtenaar hebben, ofwel verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst. Belangrijk voor het onderwijs is dat nu ook leerlingen en studenten, die een studierichting volgen waarvan het opleidingsprogramma voorziet in een vorm van arbeid, gelijkgesteld worden met werknemers. Het gaat hier om activiteiten binnen de onderwijsinstelling die van praktische aard zijn, vooral in het technisch en beroepsonderwijs Leerlingen en studenten worden opgeleid om later een bepaald beroep uit te oefenen in een bedrijf. Dit impliceert dat een goede preventie vertrekt vanaf de integratie van veiligheid en gezondheid in het onderwijs wat een element voor kwalitatief onderwijs is. 1.2 Doel van het welzijnsbeleid Het doel van het welzijnsbeleid voor de werknemers is het vrijwaren van de fysische integriteit, het voorkomen van arbeidsongevallen en beroepsziekten tengevolge van blootstelling aan risico s en hinder, inherent aan de uitgeoefende activiteiten. Voor de werkgever betekent dit echter het vrijwaren van schade aan machines, installaties, infrastructuur en het voorkomen van calamiteiten waarvoor hij aansprakelijk kan worden gesteld. Veiligheid heeft haar economisch aspect. Het volstaat erop te wijzen dat de totale kosten van de arbeidsongevallen in ons land per jaar in de miljarden bedraagt.

11 -8- Gesteld wordt dat arbeidsongevallen jaarlijks tussen 2,6 en 4 procent van het bruto nationaal product kosten. Voor België betekent dit voor het jaar 1995, indirecte kosten meegerekend, 120 miljard BF. Hetgeen vooral dient onderlijnd te worden is het feit dat de ongevallenbestrijding in de eerste plaats een menselijk-sociaal probleem is. Het komt er grotendeels op aan de gewetensplicht uit humanitair oogpunt te bekijken om de menselijke gevoeligheid te dwingen tot bescherming van de medemens. Niemand is ongevoelig voor menselijk pijn en verdriet, evenmin als voor het moreel lijden, tengevolge van een blijvende verminking. Opvoedkundig is het nodig bij de leerlingen een veiligheidsbewustzijn te vormen welke kan aangeleerd worden met het waarom dat gevaarlijke handelwijzen moeten vermeden worden. Het is dus noodzakelijk een veiligheidsonderricht in te schakelen in het onderwijs. Onderwijzend personeel moet een voorbeeldfunctie vervullen bij het gebruik van beschermingsmiddelen en apparatuur om de attitude van de leerlingen in gunstige zin te beïnvloeden. Een scholengemeenschap is opgebouwd uit vier groepen die een geheel vormen, namelijk de leerlingen, de ouders, het personeel en de inrichtende macht. De leerlingen hebben recht op een veilig en gezonde leefmilieu. De ouders moeten erop kunnen rekenen dat hun kinderen, die zij toevertrouwen aan de school, een opleiding ontvangen in gezonde en veilige omstandigheden. Het personeel moet zijn opdrachten kunnen uitvoeren onder veilige en gezonde omstandigheden Tot slot heeft de inrichtende macht de plicht de reglementen van het A.R.A.B.-Codex en de welzijnswet na te leven. Juridisch (zie ook hoofdstuk aansprakelijkheid ) kunnen misdrijven tegen de veiligheidsregelgeving gestraft worden op basis van de welzijnswet (vervanging van de wet van 10 juni 1952). In artikel 82 van deze wet worden onder andere straffen voorzien voor de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden voor het niet oprichten van een Dienst of het verhinderen van de werking ervan (geldboete van maximum fr.).

12 -9- We kunnen stellen dat de rol van de schoolleiding en het belang van de schoolorganisatie bij het verwezenlijken van een aangepaste veilige en gezonde schoolomgeving ongemeen groot is. Naast didactische overwegingen zijn er juridische argumenten om de noodzaak van een aanpak van veiligheid en gezondheid in de onderwijsinstelling niet over het hoofd te zien. Voor wat betreft de burgerlijke aansprakelijkheid is het belangrijk dat de inrichtende macht een behoorlijke verzekering afsluit (zie ook hoofdstuk schoolverzekeringen ). 1.3 Preventiebeginselen (art.5 welzijnswet) De werkgever moet de nodige maatregelen treffen ter bevordering van het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Daartoe past hij de volgende algemene preventiebeginselen toe: a) risico s voorkomen; b) de evaluatie van risico s die niet kunnen worden voorkomen; c) de bestrijding van de risico s bij de bron; d) de vervanging van wat gevaarlijk is door wat niet gevaarlijk is of minder gevaarlijk is; e) voorrang aan maatregelen inzake collectieve bescherming boven maatregelen inzake individuele bescherming; f) de aanpassing van het werk aan de mens, met name wat betreft de inrichting van de werkposten, en de keuze van de werkuitrusting en de werk- en produktiemethoden, met name om monotone arbeid en tempogebonden arbeid draaglijker te maken en de gevolgen daarvan voor de gezondheid te beperken; g) zo veel mogelijk de risico s inperken, rekening houdend met de ontwikkelingen van de techniek; h) de risico s op een ernstig letsel inperken door het nemen van materiële maatregelen met voorrang op iedere andere maatregel; i) de planning van de preventie en de uitvoering van het beleid met betrekking tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk met het oog op

13 -10- een systeembenadering waarin onder andere volgende elementen worden geïntegreerd: techniek, organisatie van het werk, arbeidsomstandigheden, sociale betrekkingen en omgevingsfactoren op het werk; j) de werknemers voorlichten over de aard van zijn werkzaamheden, de daaraan verbonden overblijvende risico s en de maatregelen die erop gericht zijn deze gevaren te voorkomen of te beperken: 1 bij zijn indiensttreding; 2 telkens wanneer dit in verband met de bescherming van het welzijn noodzakelijk is; k) het verschaffen van passende instructies aan de werknemers en het vaststellen van begeleidingsmaatregelen voor een redelijke garantie op de naleving van deze instructies. 1.4 Preventiesysteem Om deze preventiebeginselen toe te passen dient men te beschikken over een dynamisch risicobeheersingssysteem (Codex Tit. I - Hfst. III - afd. II) Dit dynamisch risicobeheersingssysteem of preventiesysteem heeft tot doel de planning van de preventie en de uitvoering van het beleid met betrekking tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk mogelijk te maken. Dit systeem heeft betrekking op volgende domeinen, het principe van multidisciplinariteit: 1 arbeidsveiligheid; 2 gezondheid; 3 psychosociale belasting; 4 ergonomie; 5 arbeidshygiëne; 6 verfraaiing van de arbeidsplaatsen; 7 leefmilieu. De organisatie van een preventiesysteem ten behoeve van het welzijn op het werk kan weergegeven worden in de volgende stappen, welke een cyclus vormen:

14 -11- A. Uitwerking; B. Inventarisatie; C. Programmatie; D. Uitvoering; E. Evaluatie A. Uitwerking en organisatie van het welzijnsbeleid en van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk. In de praktijk zal de uitwerking van het welzijnsbeleid bestaan uit: het opstellen van een intentieverklaring. het bepalen van concrete meetbare doelstellingen. het bepalen van de middelen om deze doelstellingen te realiseren (doelstellingen: o.a. reduceren van het aantal ongevallen, veiligheidsvisie bijbrengen aan de leerlingen,...). planning op termijn. bekendheid in alle afdelingen van de school. Het bereiken van de doelstellingen is slechts mogelijk wanneer: een gemotiveerde directie tot een gedegen coördinatie en besluitvorming komt. er een integratie bestaat tussen planning en budgettering. inschakelen van deskundigen voor advisering en uitvoering. samenwerking met het basisoverlegcomité en de tussen de afdelingen. Een basis voor een preventiesysteem wordt gevormd door voorgeschreven procedures waarin het kader wordt beschreven waarbinnen een organisatie zich minimaal moet bewegen rekening houdend met eigen regelgeving en met regelgeving opgelegd door de wetgeving. B. Opmaken van een risico-inventarisatie alsmede het bepalen van de knelpunten aanwezig in een school.

15 -12- Hier wordt het welzijnsbeleid omgezet in concrete punten die getoetst werden aan de normering terzake en deze punten zullen als dusdanig verder uitgewerkt moeten worden. C. Programmatie van het beleid met bepaling van de prioriteiten en het opstellen van een actieplan. Men zal bij de prioriteitsbepaling rekening moeten houden met de aard van de risico s met als doelstelling een vermindering van de risico s en zijn aantallen. Het daaruit voortvloeiend actieplan moet voldoende concreet zijn en er dient rekening gehouden te worden met de uitvoerbaarheid, de wensen van de belanghebbende personen en met de kostprijs van het geheel. De toe te passen methodes en de opdrachten, verplichtingen en middelen van alle betrokken personen dienen vastgelegd te worden. D. Uitvoering van het beleid en het nemen van maatregelen met een controle op de uitvoering. De verantwoordelijkheid van alle betrokken personen zal bepaald moeten worden. E. Evaluatie en verbeteren van het beleid. De criteria om het beleid te evalueren dienen vastgelegd te worden. Het opstellen van een jaarverslag en het toetsen aan het gevoerde beleid. Na de evaluatie en het aanbrengen van verbeteringen zit men terug vooraan in de cyclus.

16 Uitwerking Het welzijnsbeleid dient deel uit te maken van het algemeen schoolbeleid. Om dit te realiseren moet men de taken en verantwoordelijkheden die het welzijnsbeleid met zich meebrengt opnemen in de bestaande structuur van het schoolbeleid. Een eerste stap in het welzijnsbeleid is de organisatie. Dit betekent dat de belangrijkste zaken in voorgeschreven procedures, beleidsdocumenten, dienen vastgelegd te worden. Hierna volgt een uitleg van de beleidsdocumenten en in deel III kunt u voorbeelden vinden van deze documenten. 2.1 Preventiebeleidsverklaring De eerste stap in het preventiesysteem is het formuleren van duidelijke doelstellingen op preventiegebied. Wat betekenen de arbeidsomstandigheden eigenlijk voor de school? Het formuleren van deze doelstellingen zet iedereen aan om dezelfde doelstellingen na te streven. In deze beleidsverklaring spreekt de inrichtende macht en de directie van de school zich uit dat zij een doelgericht welzijnsbeleid wil voeren. De beleidsverklaring heeft een algemeen karakter en is bedoeld om de visie over een lange termijn weer te geven. Het is een geschreven beleidsverklaring die zichtbaar opgehangen wordt. De verantwoordelijkheden zijn toegewezen en hierover wordt rekenschap gevraagd in beoordelingsgesprekken met leidinggevenden. Een voorbeeld van een preventiebeleidsverklaring vindt u in document 1.

17 Globaal preventieplan (Codex Tit. I - Hfst. III - art.10) In dit preventieplan worden de te ontwikkelen en toe te passen preventieactiviteiten weergegeven voor een termijn van vijf jaar. Dit plan wordt voor advies voorgelegd aan het basisoverlegcomité en omvat: 1 de resultaten van de identificatie van de gevaren en het vaststellen, nader bepalen en evalueren van de risico s; 2 de vast te stellen preventiemaatregelen; 3 de te bereiken doelstellingen; 4 de activiteiten die moeten worden verricht en de opdrachten die moeten worden uitgevoerd om deze doelstellingen te bereiken; 5 de organisatorische, materiële en financiële middelen die moeten worden aangewend; 6 de opdrachten, verplichtingen en middelen van alle betrokken personen; 7 de wijze waarop het globaal preventieplan wordt aangepast aan gewijzigde omstandigheden; 8 de criteria voor de evaluatie van het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Een voorbeeld van een globaal preventieplan vindt u in document Jaaractieplan (ARAB art. 838, Codex Tit. I - Hfst. III - art.11) Het instellen en het in toepassing brengen van een actief welzijnsbeleid wordt vertaald naar een jaaractieplan welke gesteund is op het globaal preventieplan. In dit jaaractieplan worden concrete activiteiten voor het komende jaar weergegeven, voortvloeiend uit de hoofddoelstellingen van het welzijnsbeleidsplan.

18 -15- Het resultaat van de prioriteitsbepaling met betrekking tot de knelpunten in de onderwijsinstelling zal tevens opgenomen worden in het jaaractieplan (zie verder hoofdstuk: Uitvoering). Het jaaractieplan dient voorgelegd te worden, aan het basisoverlegcomité voor 1 november voor het volgende burgerlijk jaar. Tijdens de maanden november en december wordt het besproken op de bijeenkomsten van het basisoverlegcomité. In dit plan moet duidelijk aangeven worden wie de activiteiten gaat uitvoeren, wie de eindverantwoordelijke is, welke termijn van uitvoering en wat het beschikbare budget is. De actiemaatregelen, die tot stand zijn gekomen na overleg met de werknemersafgevaardigden, kunnen van verschillende aard zijn: Op technisch vlak zal bijvoorbeeld gepoogd worden de veiligheid aan de bron te optimaliseren door onder andere afscherming op machines aan te brengen of door antislipmateriaal op trappen te voorzien enz... Op organisatorisch vlak kunnen de veiligheidsprocedures besproken worden en indien nodig aangepast worden. Tenslotte kan men ook informatieve maatregelen treffen door het propageren van veiligheidsaangelegenheden. Het behalen van enig succes op dit vlak is vooral afhankelijk van de motivatie van de hiërarchische lijn. Dit jaarlijks actieplan is gesteund op het globaal preventieplan en bepaalt: 1 de prioritaire doelstellingen in het kader van het welzijnsbeleid van het volgend burgerlijk jaar; 2 de middelen en methoden om deze doelstellingen te bereiken; 3 de opdrachten, verplichtingen en middelen van alle betrokken personen; 4 de aanpassingen die moeten aangebracht worden aan het globaal preventieplan ingevolge a) gewijzigde omstandigheden;

19 -16- b) de ongevallen, en incidenten die zich in de instelling hebben voorgedaan; c) het jaarverslag van de interne dienst van het voorbije burgerlijk jaar; d) adviezen van het basisoverlegcomité tijdens het voorbije burgerlijk jaar. Een voorbeeld van een jaaractieplan vindt u in document 3. Hierbij worden enkele voorbeelden gegeven van mogelijke thema s, waaruit er een of meerdere kunnen gekozen worden voor het jaarlijks actieplan, de lijst is uiteraard niet limitatief. arbeidsmiddelen: onderzoek van de meest doeltreffende ergonomische aanpassingen bij het gebruik van machines en technische beveiligingen (schermen, afschermen bewegende onderdelen, behandeling van stukken rondom de machine, onderhoud en controle van de machine, ARAB art.35-41, KB 12/8/93 - codex titel VI Hoofdstuk I arbeidsmiddelen ). persoonlijke beschermingsmiddelen (gebruiksvoorschriften en gebruiksaanwijzingen, ARAB art , codex titel VII Hoofdstuk II). arbeidsklimaat (verwarming, vochtigheid, verlichting) en hinder (lawaai, trillingen) ter hoogte van de werkplaats (ARAB art en art.148decies). materiaal: aangepast aan het werk, onderhoud, vernieuwing, controle, opbergen materiaal. elektriciteit: aardingen, signalisatie, onderhoud en controle van de elektrische installaties (AREI, ARAB Titel III Hoofdstuk I). brand- en ontploffingsgevaar: brandbestrijdingsmiddelen (ARAB art.52.9), interventieploeg (ARAB art ), EHBO (ARAB art.176), waarschuwings en alarm (ARAB art.52.10), ontruimingsoefening (ARAB art ), Ministeriële Omzendbrief d.d , noodverlichting (ARAB art.63bis), gebruik van onbrandbare bouwelementen (ARAB art ), vrijhouden van toegangs- en ontruimingswegen (ARAB art.52.5.), veiligheidssignalisatie (codex Titel III, Hoofdstuk I, Afdeling I). laden, lossen, transport: signalisatie: onderhoud, opstapeling, ergonomische aanpassing van het materiaal waarmee goederen worden behandeld (ARAB art.44-51), hefwerktuigen (ARAB Titel III, Hoofdstuk I, Afdeling II), een

20 -17- lichaamshouding aangepast aan het laden en lossen van lasten (codex Titel VIII, Hoofdstuk V). val van personen en val van voorwerpen: afscherming van gevaarlijke openingen, putten (ARAB art.42), trappen (ARAB art.43) aanpassingen van de leuningen, onderhoud van de steigers, de loopplanken, de ladders (ARAB art.43bis), bekleding en nivellering van de vloer. gevaarlijke produkten (bijtende-giftige-ontvlambare-oxiderende-ontplofbareirriterende), gassen (uitwasemingen-dampen-gevaarlijke gassen-secundaire scheikundige reacties), stralingen: opslag van ontvlambare vloeistoffen (ARAB art ), etikettering (ARAB art.273bis), afvoer van schadelijke gassen en vervuilde lucht (ARAB art.55-58bis), periodieke analyse en controle van de schadelijkheidsgraad (TLV-MAC waarde), onderzoeken of het mogelijk is minder schadelijke produkten te gebruiken en de betreffende werkplaats af te schermen. orde, netheid en verfraaiing: onderhoud van lokalen en sanitaire installaties, toegangswegen vrijhouden, verwijderen van afval. erkende beroepsziekten: risico s opsporen en uitschakelen, aanpassen arbeidsplaats, werking externe dienst, frequentie van de bezoeken aan de onderneming, frequentie van de medische onderzoeken. werkomgeving: evaluatie van de mentale, fysieke en psychische belasting, zoeken naar mogelijkheden tot taakverrijking. 2.4 Maandverslag (Codex Tit. II - Hfst. I - art.7. en bijlage II) Een informatiebron voor het opstellen van een actieplan is het maandverslag. De preventieadviseur is verplicht om maandelijks een verslag op te stellen betreffende de toestanden inzake veiligheid en hygiëne en hiervan een afschrift te laten geworden aan het basisoverlegcomité. Voor onderwijsinstellingen die geen vijftig werknemers tewerkstellen is het verslag driemaandelijks. Een voorbeeld van een maandverslag vindt u in document 4.

21 Jaarverslag (Codex Tit. II - Hfst. I - art.7 en bijlage III) Het jaarverslag is een jaarlijks, per kalenderjaar, opgesteld verslag aangaande de toestand inzake preventie in de onderwijsinstelling. Het jaarverslag moet voor 1 april van het volgend jaar overgemaakt worden aan de bevoegde directie(s) van de Technische Inspectie en Medische Inspectie.Tevens dient voor 1 februari een afschrift bezorgd te worden aan het basisoverlegcomité. Een voorbeeld van een jaarverslag vindt u in document Structuur van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk (welzijnswet en Codex Tit. I - Hfst. III) Artikel 33 van de welzijnswet legt het principe vast betreffende de oprichting en de opdrachten van de preventie- en beschermingsdiensten. De structuur van de interne dienst wordt nader bepaalt in de artikelen 34 tot 37 van de wet. Elke werkgever is verplicht een Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk op te richten. Daartoe beschikt iedere werkgever over tenminste één preventieadviseur. Indien de interne dienst niet alle opdrachten aan de dienst toevertrouwd kan uitvoeren, moet de werkgever beroep doen op een erkende externe dienst (bijvoorbeeld voor maatregelen die betrekking hebben op: bedrijfshygiëne, psychosociale belasting en gezondheid (arbeidsgeneeskunde)).

22 Preventiestructuur voor het Gemeenschapsonderwijs Het bijzonder decreet betreffende het Gemeenschapsonderwijs van 14 juli 1998 (BS ) bepaalt: a) een openbare instelling wordt opgericht met rechtspersoonlijkheid: het Gemeenschapsondewijs ; b) drie bestuursniveau s: het lokaal niveau (de scholen met directeur en de schoolraad), het meso-niveau (de scholengroepen met de algemeen directeur en de Raad van Bestuur) en het centrale niveau (de centrale administratie met de afgevaardigd-bestuurder en de Raad van het Gemeenschapsonderwijs); c) één inrichtende macht met twee bestuursorganen (+ een advies- en overlegorgaan): de scholengroepen en de Raad van het Gemeenschapsonderwijs; d) de schoolraad heeft de bevoegdheid: overleg met de directeur inzake welzijn en veligheid op de school; e) de Raad van Bestuur van de scholengroepen zijn bevoegd voor alle aangelegenheden die bij dit bijzonder decreet niet uitdrukkelijk aan andere bestuursorganen zijn toegewezen; f) de Raad van het Gemeenschapsonderwijs is bevoegd inzake materieel en financieel beleid voor het vaststellen van criteria voor de verdeling tussen de scholengroepen van werkingsmiddelen, middelen voor eigenaarsonderhoud en kleine infrastructuurwerken; g) de afgevaardigd-bestuurder is inzake het algemeen beleid bevoegd voor het formuleren van voorstellen tot het aanbieden van diensten aan de andere bestuursniveaus; h) de financiële middelen worden door de Vlaamse Gemeenschap rechtstreeks gestort aan de scholengroepen, conform de criteria vastgelegd door de Raad van het Gemeenschapsonderwijs; i) oprichting scholengroepen voor 1 januari 2000.

23 -20- De welzijnswet en het KB interne dienst bepalen dat: a) één Dienst wordt opgericht voor elk gebied van een hoog overlegcomité in overheidsdiensten die onderworpen zijn aan het syndicaal statuut van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; noot: i) de administratieve diensten van het gemeenschapsonderwijs resorteren onder het hoger overlegcomité (hoc)18, de scholen onder hoc 10 ii) in het uitvoeringsbesluit van het syndicaal statuut (art.39 K.B ) worden alle bevoegdheden die in particuliere bedrijven opgedragen zijn aan de comités vgv uitgeoefend door de basisoverlegcomités, of bij ontstentenis daarvan door de hoge overlegcomités b) indien evenwel onder het gebied van één hoog overlegcomité publiekrechtelijke rechtspersonen vallen, wordt voor elke publiekrechtelijke rechtspersoon een Dienst opgericht; c) de mogelijkheid bestaat om een gemeenschappelijke Dienst op te richten wanneer er verschillende hoog overlegcomités zijn; d) de interne dienst moet worden opgericht op het hoogste niveau. e) voor de Dienst als geheel wordt minstens één preventieadviseur aangesteld, is er in de Dienst meer dan één preventieadviseur, dan wordt één van hen belast met de leiding van de Dienst (de preventieadviseur-coördinator). f) de preventieadviseurs van een interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk moeten behoren tot het personeel van de werkgever. g) uiterlijk op moet de verhouding tussen de afdelingen, het departement en de centrale dienst, evenals de wijze waarop de leiding van de dienst en van elke afdeling wordt verzekerd, worden vastgesteld.

24 -21- Rekening houdend met de aangehaalde reglementering werd een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk opgericht voor de administratieve diensten van het gemeenschapsonderwijs en voor de onderwijsinstellingen van het gemeenschapsonderwijs, genaamd PreventieDienst GemeenschapsOnderwijs (PDGO) met volgend organigram. Organigram PreventieDienst Gemeenschapsonderwijs (PDGO) Centrale dienst preventieadviseur-coördinator 3 preventieadviseurs Afdeling nr preventieadviseur 1 contactpersoon per school... Afdeling nr preventieadviseur 1 contactpersoon per school De gemeenschappelijke preventiedienst bestaat uit een centrale dienst op het niveau van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs en met 11 afdelingen op het niveau van de Scholengroepen

25 -22- Centrale dienst De centrale dienst bestaat uit vier preventieadviseurs (PA) met een bijkomende vorming veiligheidskunde niveau I (cfr. KB ). Eén PA is belast met de leiding van de interne dienst, de preventieadviseurcoördinator. Drie preventieadviseurs zijn elk bevoegd voor een regio als regiomanager. Een regio omvat een aantal afdelingen. Regio 1: Afdelingen 1, 5, 6, 11 en de administratieve diensten Regio 2: Afdelingen 2, 3, 4 en de scholengroep in Duitsland. Regio 3: Afdelingen 7, 8, 9 en 10. Op het niveau van de centrale afdeling zal voor elke preventieadviseur een deelgebied worden toegewezen betreffende de multidisciplinariteit, nl. ergonomie, leefmilieu, arbeidsveiligheid en bedrijfshygiëne. De centrale dienst wordt bijgestaan door drie administratieve personeelsleden. Afdelingen Aan het hoofd van elke afdeling staat een preventieadviseur (PA) met een bijkomende vorming veiligheidskunde niveau II (cfr. KB ). Elke afdeling bestaat uit twee of drie scholengroepen (SG) en omvat ongeveer 60 scholen en 2500 werknemers (excl. leerlingen). Afdeling 1: SG1 SG2 SG3 Afdeling 2: SG4 SG7

26 -23- Afdeling 3: Afdeling 4: SG14 SG15 SG29 SG12 SG13 SG16 Afdeling 5: SG5 SG10 SG11 Afdeling 6: SG8 SG9 Afdeling 7: Afdeling 8: Afdeling 9: Afdeling 10: SG19 SG20 SG21 SG26 SG28 SG25 SG27 SG22 SG23 SG24 Afdeling 11: SG6 SG17 SG18 De functie van preventieadviseur is een voltijdse betrekking. Op het niveau van de scholen wordt voor elke school een contactpersoon aangesteld met een basisvorming veiligheid. De tijdsduur van deze contactpersonen zal bepaald moeten worden in het onderhandelingscomité op het niveau van de scholengroep. Externe dienst De psychosociale aspecten en arbeidsgeneeskunde worden toevertrouwd worden aan de externe diensten. Hiërarchisch verband Hierna worden enkele taken en verantwoordelijkheden van de betrokkenen in de preventiedienst aangegeven. Centrale dienst informatievoorziening naar de afdelingen; logistieke ondersteuning van risico-evaluatie; stimuleren en adviseren van de afdelingen;

27 -24- coördinerende functie; oprichten werkgroepen; vertegenwoordiging in officiële instanties; preventie met betrekking tot de administratieve gebouwen van de centrale administratie; onderhandelen over centrale contracten (bv. afvalbeheer, externe opdrachten, ); overkoepelende onderzoeken en studies (bv ongevallenanalyse, ergonomie, ). Afdeling (PA en contactpersonen) uitbrengen adviezen naar de directies en raden van bestuur; opstellen actieplannen; deelnemen werkgroepen; relatie met andere afdelingen; feedback naar de centrale dienst; risico-analyse. Raad van Bestuur toekennen van middelen; besluitvorming; Directies/Hiërarchische lijn opstellen documenten (preventiebeleidsverklaring, globaal preventieplan,...); overleg met het onderhandelingscomité. Personeelsleden signaleren van gevaren; toezicht op leerlingen; toepassen preventietechnieken;

28 -25- gebruik maken van controlelijsten; rapportering aan contactpersonen en aan de interne dienst. Leerlingen signaleren van gevaren; aanleren preventietechnieken Door een efficiënte werking van de gemeenschappelijke preventiedienst van het gemeenschapsonderwijs is het mogelijk om een drievoudig doel te bereiken, namelijk: a) een oplossing bieden aan de in de vgv-enquête aangehaalde problemen; b) voldoen aan de reglementaire bepalingen waardoor repressief optreden van bevoegde instanties zoals Technische Arbeidsinspectie wordt vermeden; c) toepassing van een eenvormig beleid over de verschillende onderwijsinstellingen heen, waardoor het mogelijk wordt aan gestelde problemen een uniforme oplossing te bieden. 2.7 Opdrachten interne dienst De werking, de vereiste bekwaamheden en de opdrachten van de interne dienst wordt nader omschreven in het Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk (Codex Tit. II - Hfst. I). De werkgever stelt een identificatiedocument op waaruit de bekwaamheid en de multidisiplinariteit van de interne dienst blijkt. Voor de vaststelling van de opdrachten van de interne dienst en voor de taken die de preventieadviseurs moeten vervullen om deze opdrachten te realiseren en voor de vaststelling van de aanvullende vorming (KB van 10 augustus 1978) van de preventieadviseurs, worden de werkgevers in vier groepen ingedeeld:

29 -26- groep A: werkgevers met meer dan 1000 werknemers met een vermindering naargelang de tak van industrie; groep B: tussen de 200 en 1000 werknemers met eveneens een vermindering en niet opgenomen in groep A; groep C: minder dan 200 werknemers en niet opgenomen in groep A en B; groep D: minder dan 20 werknemers, hier mag de werkgever zelf de functie van preventieadviseur vervullen. Voor de berekening van het aantal werknemers, telt men de personen die tijdens een bepaalde referteperiode ingeschreven zijn in het personeelsregister. Personen met een deeltijdse overeenkomst worden slechts voor de helft meegerekend wanneer zij minder dan drie vierde van een voltijds uurrooster werken. Voor de leerlingen en studenten die een studierichting volgen waarvan het opleidingsprogramma voorziet in een vorm van arbeid die in de onderwijsinstelling wordt verricht, wordt het aantal uren effectieve blootstelling aan het risico in aanmerking genomen. Al naargelang de duur van de blootstelling leidt dit tot een aantal fulltime equivalenten. De interne dienst staat de werkgever, de leden van de hiërarchische lijn en de werknemers bij voor de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitoefening van hun werk en alle andere preventiemaatregelen en -activiteiten. Dit betekent dat de interne dienst deze personen bijstaat in de uitwerking, programmatie, uitvoering en evaluatie van het welzijnsbeleid, zoals bepaald door het dynamisch risicobeheersingssysteem. De interne dienst heeft de volgende opdrachten (Codex Tit. II - Hfst. I - art.5): 1 in verband met de risicoanalyse: a) medewerken aan de identificatie van de gevaren;

30 -27- b) advies verlenen over de resultaten die voortvloeien uit het vaststellen en nader bepalen van de risico s, en maatregelen voorstellen teneinde over een permanente risicoanalyse te beschikken; c) advies verlenen en voorstellen formuleren voor de opstelling, uitvoering en bijsturing van het globaal preventieplan en het jaaractieplan; 2 deelnemen aan de studie van de factoren die van invloed zijn op het ontstaan van ongevallen of incidenten en aan de studie van de oorzaken van doorslaggevende aard van elk ongeval dat een arbeidsongeschiktheid tot gevolg heeft gehad; 3 deelnemen aan de analyse van de oorzaken van beroepsziekten; 4 bijdragen tot en meewerken aan het onderzoek van de werkdruk, de aanpassing van de techniek en de arbeidsomstandigheden aan de menselijke fysiologie evenals de voorkoming van overmatige professionele fysieke en mentale vermoeidheid en deelnemen aan de analyse van de oorzaken van aandoeningen te wijten aan de werkdruk en andere psychosociale factoren verbonden aan de arbeid; 5 advies verlenen over de organisatie van de arbeidsplaats, de werkpost, de omgevingsfactoren en fysische, chemische, carcinogene en biologische agentia, de arbeidsmiddelen en de individuele uitrusting; 6 advies verlenen over de hygiëne op de arbeidsplaats inzonderheid wat de keukens, refters, kleedkamers, sanitaire installatie, werk- en rustzitplaatsen en andere bijzondere sociale voorzieningen eigen aan de instelling betreft die bestemd zijn voor de werknemers; 7 advies verlenen over het opstellen van instructies betreffende: a) het gebruik van arbeidsmiddelen; b) het gebruik van chemische en carcinogene stoffen en preparaten en biologische agentia; c) het gebruik van collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen; d) de voorkoming van brand; e) de toe te passen procedures in geval van ernstig en onmiddellijk gevaar; 8 advies verlenen over de vorming van de werknemers: a) bij indienstneming; b) bij een overplaatsing of verandering van functie;

31 -28- c) bij de invoering van een nieuw arbeidsmiddel of vervanging van arbeidsmiddel; d) bij de invoering van een nieuwe technologie; 9 voorstellen doen over het onthaal, de informatie, de vorming en de sensibilisering van de werknemers inzake de maatregelen in verband met het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk van toepassing in de instelling en medewerken aan de maatregelen en de uitwerking van propagandamiddelen die in dat verband worden vastgesteld door het basisoverlegcomité; 10 aan de werkgever en aan het basisoverlegcomité advies verstrekken over ieder ontwerp, maatregel of middel waarvan de werkgever de toepassing overweegt en die rechtstreeks of onrechtstreeks, onmiddellijk of op termijn, gevolgen kunnen hebben voor het welzijn van de werknemers; 11 deelnemen aan de coördinatie, de samenwerking en de informatie inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, wat betreft de ondernemingen van buitenaf en zelfstandigen en meewerken aan de coördinatie, de samenwerking en de informatie inzake veiligheid en gezondheid wat betreft de ondernemingen en instellingen die aanwezig zijn op eenzelfde arbeidsplaats of wat betreft de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen; 12 ter beschikking staan van de werkgever, de leden van de hiërarchische lijn en de werknemers voor alle vragen die rijzen in verband met de toepassing van de wet en haar uitvoeringsbesluiten en deze, in voorkomend geval, voorleggen voor advies aan de externe dienst; 13 meewerken aan de organisatie van de interne noodprocedures en de toepassing van de maatregelen te nemen in geval van ernstig en onmiddellijk gevaar; 14 meewerken aan de organisatie van de eerste hulp en dringende verzorging van werknemers die slachtoffer zijn van een ongeval of getroffen worden door ziekte; 2.8 Taken preventieadviseur Om de opdrachten te vervullen van de interne dienst moeten de preventieadviseurs volgende taken uitoefenen (Codex Tit. II - Hfst. I - art.7):

32 -29-1 in het kader van de permanente risico-analyse en het opstellen en bijsturen van het globaal preventieplan en het jaaractieplan: a) verrichten van veelvuldige en systematische onderzoeken op de arbeidsplaats, hetzij op eigen initiatief, hetzij op vraag van de werkgever, hetzij binnen de korst mogelijke tijd na een aanvraag van de werknemers of hun vertegenwoordigers; b) op eigen initiatief, op vraag van de werkgever of op vraag van de betrokken werknemers de werkposten te onderzoeken telkens wanneer een werknemer die op die werkpost wordt tewerkgesteld wordt blootgesteld aan de verhoging van de risico s of nieuwe risico s; c) ten minste éénmaal per jaar een grondig onderzoek verrichten van de arbeidsplaatsen en van de werkposten; d) onderzoeken doen naar aanleiding van arbeidsongevallen en incidenten die zich op de arbeidsplaats hebben voorgedaan; e) de nuttige, de nodige en pertinente onderzoeken en opsporingen verrichten voor de verbetering van het welzijn van de werknemers; f) zelf analyses of controles uitvoeren of doen uitvoeren onder de voorwaarden bepaald door de wet en de uitvoeringsbesluiten; g) kennis nemen van de fabricageprocédés, werkmethoden en arbeidsprocessen en ze ter plaatse onderzoeken en maatregelen voorstellen om de risico s te verhelpen die eruit voortvloeien; h) de nodige documenten bijhouden: i) de wetten, besluiten en overeenkomsten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, van toepassing in de onderneming of inrichting; ii) de akten en documenten bij diezelfde wetten, besluiten en overeenkomsten opgelegd; iii) elk ander document in de onderneming of inrichting opgesteld om het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk evenals de interne en externe milieuzorg te verzekeren; iv) de inventaris van de toestellen en machines die door de erkende organismen moeten gecontroleerd worden krachtens de reglementaire bepalingen;

33 -30- v) de lijst en de lokalisatie van de in de onderneming of inrichting gebruikte gevaarlijke stoffen en preparaten; vi) de lijst en de gegevens van de in de onderneming of inrichting aanwezige emissiepunten met betrekking tot lucht- en waterverontreiniging; i) in geval van dringende noodzakelijkheid en de onmogelijkheid op de directie beroep te doen, zelf de nodige maatregelen treffen om de oorzaken van het gevaar of hinder te verhelpen; 2 in het kader van het beheer en de werking van de dienst te zorgen voor: a) het opstellen van de maandverslagen; b) het opstellen van het jaarverslag; c) het opstellen van de arbeidsongevallensteekkaart; 3 de documenten op te stellen, aan te vullen of te viseren in het kader van de keuze, de aankoop, het gebruik en het onderhoud van arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen; 4 de kennisgeving die in toepassing van de wet en zijn uitvoeringsbesluiten aan de overheid moeten worden verricht bij te houden; 2.9 Opdrachten en taken externe dienst Binnen de interne dienst kan er een departement of afdeling opgericht worden dat belast is met het medisch toezicht. Bepaalde opdrachten zijn voorbehouden aan de preventieadviseurs die behoren tot het departement of de afdeling belast met het medisch toezicht (Codex Tit. II - Hfst. I - art.6): 1 het onderzoeken van de wisselwerking tussen de mens en de arbeid en hierdoor bijdragen tot een betere afstemming van de mens op zijn taak enerzijds en de aanpassing van het werk aan de mens anderzijds; 2 het gezondheidstoezicht op de werknemers verzekeren inzonderheid om: a) te vermijden dat werknemers worden tewerkgesteld aan taken waarvan zij, wegens hun gezondheidstoestand normaal de risico s niet kunnen dragen en te vermijden dat personen tot het werk worden toegelaten die getroffen zijn

34 -31- door ernstige besmettelijke aandoeningen of die een gevaar voor de veiligheid inhouden van de andere werknemers; b) de tewerkstellingskansen te bevorderen voor iedereen, onder meer door het voorstellen van aangepaste werkmethodes, het voorstellen van aanpassingen van de werkpost en het zoeken naar aangepast werk, ook voor personen met een beperkte arbeidsgeschiktheid; c) zo vroeg mogelijk beroepsziekten en de aandoeningen gebonden aan de arbeid op te sporen, de werknemers te informeren en te adviseren over de aandoeningen en gebreken waardoor zij zijn getroffen en mee te werken aan het opsporen en de studie van de risicofactoren die van invloed zijn op beroepsziekten en aandoeningen gebonden aan de uitvoering van het werk; 3 toezicht te houden op de organisatie van de eerste hulp en dringende verzorging van de werknemers die het slachtoffer zijn van een ongeval of getroffen worden door ziekte. Volgende taken zijn voorbehouden aan de afdeling belast met het medisch toezicht: a) ervoor zorgen dat de werknemers die het slachtoffer zijn van een ongeval of getroffen worden door ziekte, de eerste hulp en de dringende verzorging krijgen; b) aangifte doen van beroepsziekten. Wanneer de werkgever echter geen eigen arbeidsgeneesheer heeft worden diens opdrachten vervuld door een externe dienst. Men kan ook beroep doen op een externe dienst om het principe van de multidisiplinariteit te bereiken. De werkgever stelt de vaardigheden die in de instelling of buiten de instelling moeten gezocht worden op basis van het globaal preventieplan en na advies van het basisoverlegcomité. Wanneer beroep gedaan wordt op een externe dienst, dan moet de interne dienst de coördinatieopdracht uitoefenen.

35 -32- De oprichting, de organisatie en de erkenning van een externe dienst wordt nader omschreven in het Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het Werk (Codex Tit. II - Hfst. II) Hiërarchische lijn De hiërarchische lijn kan gedefinieerd worden als al wie verantwoordelijkheid draagt voor andere werknemers en andere personen: in de scholen betreft dit directiepersoneel, huismeesters, werkplaatsleiders, werkmeesters, laboratoriumverantwoordelijken, en dergelijke meer. In een school behoort het onderwijzend en het hulpopvoedend personeel ook tot de hiërarchische lijn als het gaat om het veiligheidsbeleid van de school wegens hun relatie tot de leerlingen. Tot de onderwijsovereenkomst tussen de school en de ouders of meerderjarige leerlingen en studenten behoort de verbintenis namens de school om de regels van algemene voorzichtigheid aan te leren en deze te laten toepassen, teneinde leerlingen en studenten te beschermen tegen de risico s die zij ondergaan of die zij creëren. Dit betekent dat de leden van het onderwijzend en van het hulpopvoedend personeel gehouden zijn om mits de nodige aanpassingen de taken van de hiërarchische lijn uit te voeren ten aanzien van en ten behoeve van de leerlingen en studenten. Het vormingsbeleid van de school inzake veiligheid dient dus ook deze personeelsleden te betreffen. Artikel 11 van het KB welzijnsbeleid (Codex Tit. I - Hfst. III) bepaalt dat de leden van de hiërarchische lijn elk binnen hun bevoegdheid en op hun niveau het beleid van de werkgever uitvoert met inzonderheid volgende taken:

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad

Nadere informatie

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK 27 MAART 1998. KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 31.3.1998) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende

Nadere informatie

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Welzijnsdag 12 november 2012 1 Inhoudsopgave Korte schets wetgeving De risicoanalyse Preventiemaatregelen Rolverdeling in

Nadere informatie

KB van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk

KB van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk BASISTEKST AANGEPASTE TEKST KB van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk Art. 4. Het dynamisch risicobeheersingsysteem is gesteund op

Nadere informatie

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Infodocument Welzijnsbeleid - Risicoanalyse 1 Wettelijke aspecten Elke werkgever moet zorgdragen voor het uitschakelen van gevaarlijke arbeidsomstandigheden. Hij dient de

Nadere informatie

Opstellen GPP en JAP op basis van verslagen. Els Fias

Opstellen GPP en JAP op basis van verslagen. Els Fias op basis van verslagen Els Fias GPP: Globaal PreventiePlan JAP: JaarActiePlan Wettelijke instrumenten bij de organisatie van de preventie in elke onderneming of instelling Vereisen een zorgvuldige, methodische

Nadere informatie

Welzijn en opleidingen

Welzijn en opleidingen Welzijn en opleidingen De wetgeving over het welzijn op het werk verplicht werkgevers de nodige maatregelen te nemen om het welzijn van de werknemers te bevorderen tijdens de uitvoering van hun werk. Een

Nadere informatie

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN. HOOFDSTUK IV: Maatregelen in verband met ernstige arbeidsongevallen

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN. HOOFDSTUK IV: Maatregelen in verband met ernstige arbeidsongevallen Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S., 18 september 1996)...................................

Nadere informatie

Identificatiedocument Groep A / B / C+ 1

Identificatiedocument Groep A / B / C+ 1 dentificatiedocument Groep A / B / C+ 1 1. dentificatie van de werkgever Firmanaam:... Aansluitingsnummer: Adres van de maatschappelijke zetel:... Adres van de bedrijfszetel:...... Adres correspondentie:...

Nadere informatie

Inhoudsopgave TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN. HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers

Inhoudsopgave TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN. HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers WelzijnWerk.book Page i Tuesday, August 12, 2008 4:36 PM TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering

Nadere informatie

ONTHAAL EN BEGELEIDING VAN BEGINNENDE WERKNEMERS

ONTHAAL EN BEGELEIDING VAN BEGINNENDE WERKNEMERS ONTHAAL EN BEGELEIDING VAN BEGINNENDE WERKNEMERS Nadine Gilis juriste FOD werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Directie humanisering van de arbeid Afdeling normen Doelstelling De mogelijkheden van

Nadere informatie

Identificatiedocument Groep A / B / C+ 1

Identificatiedocument Groep A / B / C+ 1 dentificatiedocument Groep A / B / C+ 1 1. dentificatie van de werkgever Firmanaam:... Aansluitingsnummer: Adres van de maatschappelijke zetel:... Adres van de bedrijfszetel:...... Adres correspondentie:...

Nadere informatie

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S., 18 september 1996)...................................

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk (B.S. 31.3.1998; Errata: B.S. 11.6.

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk (B.S. 31.3.1998; Errata: B.S. 11.6. Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk (B.S. 31.3.1998; Errata: B.S. 11.6.1998) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 3 mei 1999

Nadere informatie

Circulaire EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK

Circulaire EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK DOEL VAN DE OPRICHTING Artikel 40 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk voorziet in de oprichting van externe diensten voor preventie en

Nadere informatie

Circulaire BRANDPREVENTIE

Circulaire BRANDPREVENTIE OP DE ARBEIDSPLAATSEN PRINCIPE De wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen ( Codex Boek III, Titel 3) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen inzake brandpreventie.

Nadere informatie

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE Brandpreventie op de arbeidsplaatsen PRINCIPE De nieuwe wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (KB van 28 maart 2014) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen

Nadere informatie

Pijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector

Pijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector Pijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector Wettelijk kader Musculoskeletale Aandoeningen Yves De Groeve FOD WASO RD TWW Oost-Vlaanderen Kennisdirectie

Nadere informatie

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Inleiding Krachtens de welzijnswet dient elke werkgever een interne dienst voor preventie en bescherming op

Nadere informatie

Identificatiedocument Groep C- / D 1

Identificatiedocument Groep C- / D 1 dentificatiedocument Groep C- / D 1 1. dentificatie van de werkgever Firmanaam :.. Aansluitingsnummer: Adres van de maatschappelijke zetel :... Adres van de bedrijfszetel :... Adres correspondentie :...

Nadere informatie

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1)

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1) NL FR einde eerste woord laatste woord Publicatie : 2014-05-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 24 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen

Nadere informatie

Arborisico s bij politie (Nederland) Arbeidsveiligheid als opdracht voor de werkgever. Morele plicht

Arborisico s bij politie (Nederland) Arbeidsveiligheid als opdracht voor de werkgever. Morele plicht Arbeidsveiligheid als opdracht voor de werkgever Arborisico s bij politie (Nederland) 16 juni 2008 Centrum voor Politiestudies HCP Piet RECOUR Sectiechef Arbeidsveiligheid Vlaanderen Federale Politie Morele

Nadere informatie

INVOEREN VAN EEN WELZIJNSBELEID IN DE SCHOOL. Welzijnsdag 12 november 2012

INVOEREN VAN EEN WELZIJNSBELEID IN DE SCHOOL. Welzijnsdag 12 november 2012 INVOEREN VAN EEN WELZIJNSBELEID IN DE SCHOOL Welzijnsdag 12 november 2012 Hoe begin ik eraan? Veiligheid, gezondheid, hygiëne en milieu in scholen WELZIJNSBELEID 2 De 7 welzijnsdomeinen 1 de arbeidsveiligheid

Nadere informatie

PREVENTIEADVISEUR FUNCTIEBESCHRIJVING

PREVENTIEADVISEUR FUNCTIEBESCHRIJVING PREVENTIEADVISEUR FUNCTIEBESCHRIJVING 1. Plaats in het organigram De preventieadviseur ressorteert voor de wettelijk omschreven taken rechtstreeks onder de bevoegdheid van het College van Burgemeester

Nadere informatie

Veiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité

Veiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité 27 MAART 1998. - Koninklijk besluit betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Belgisch Staatsblad 31 maart 1998. Gewijzigd door: KB van 17/05/07 - BS van

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 72 VAN 30 MAART 1999 BETREFFENDE HET BELEID TER VOORKOMING VAN STRESS DOOR HET WERK -------------------

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 72 VAN 30 MAART 1999 BETREFFENDE HET BELEID TER VOORKOMING VAN STRESS DOOR HET WERK ------------------- COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 72 VAN 30 MAART 1999 BETREFFENDE HET BELEID TER VOORKOMING VAN STRESS DOOR HET WERK ------------------- Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve

Nadere informatie

Risicoanalyse (RA) Overzicht. = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader. 2.

Risicoanalyse (RA) Overzicht. = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader. 2. Risicoanalyse (RA) = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1 1 W W W. Y O U R S A F E T Y I N G O O D H A N D S. B E Overzicht 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader 2. Gevaar en risico 3. Risicoinventarisatie

Nadere informatie

Bescherming van stagiairs

Bescherming van stagiairs 21 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming van stagiairs (1) Belgisch Staatsblad 4 oktober 2004 Gewijzigd door : KB van 30/09/05 BS van 13/10/05 KB van 02/06/06 BS van 17/07/06

Nadere informatie

Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van 04.12.

Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van 04.12. Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van 04.12.2012 G.Laridaen PAC Zuid Gent 28.03.2014 1 Elektrische installaties

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen

Nadere informatie

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Arbeidsongevallen Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg steven.vandenbroeck@werk.belgie.be 5 juni 2018 1 Inhoud 1. Wetgeving 2. EHBO 3. Vergoeding

Nadere informatie

Dienst en secties PBW

Dienst en secties PBW Deel I Titel II Structuur PBW Dienst en secties PBW ARAD 06 Hoofdstuk I Algemene organisatie 1. SAMENSTELLING 1.1. Principes 30 In de zin van artikel 33 1 van de wet van 04.08.96 en van de CODEX II-I is

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Algemeen Voor bepaalde oude elektrische installaties op de arbeidsplaatsen werden in 2008 minimum

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 16 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

Toezicht op het Welzijn op het Werk

Toezicht op het Welzijn op het Werk ir. Pieter Bolle pieter.bolle@werk.belgie.be Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Regionale Directie Toezicht Welzijn West-Vlaanderen 6 september 2012 Inhoud

Nadere informatie

Opleiding niveau Brandweerman. Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid. Kapt. Jean-Paul Heyens

Opleiding niveau Brandweerman. Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid. Kapt. Jean-Paul Heyens Opleiding niveau Brandweerman Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid Kapt. Jean-Paul Heyens Inleiding en duiding Beschrijving van het Vakgebied Welzijn - Welzijn en welzijnswetgeving sinds 4 augustus 1996 - Kaderwet

Nadere informatie

Identificatiedocument Groep C- / D 1

Identificatiedocument Groep C- / D 1 dentificatiedocument Groep C- / D 1 1. dentificatie van de werkgever Firmanaam :... Aansluitingsnummer: Adres van de maatschappelijke zetel :... Adres van de bedrijfszetel :... Adres correspondentie :...

Nadere informatie

Basisvorming veiligheid niveau 3 Onthaalbeleid

Basisvorming veiligheid niveau 3 Onthaalbeleid Basisvorming veiligheid niveau 3 Onthaalbeleid Ann Goeman Coördinator psychosociale aspecten Gemeenschappelijke preventiedienst GO! - Wettelijke bepalingen - Betrokken actoren - de werkgever - hiërarchische

Nadere informatie

Welke taken zijn voor het uitzendkantoor?

Welke taken zijn voor het uitzendkantoor? jobstudenten Inhoud 1. Kanttekeningen bij presentatie PI : samenvatting wie doet wat? Fg is dubbel zo hoog dan het nationaal gemiddelde 2. Jongeren op het werk 3. Risico-analyse 4. Verboden werkzaamheden

Nadere informatie

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

Persoonlijke Beschermingsmiddelen Persoonlijke Beschermingsmiddelen Wettelijk kader België: ARAB: bundeling Uitv. Besluiten 1947 1993 Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming Europese kaderrichtlijn 89/391/EEG 12 juni 1989 Welzijnswet

Nadere informatie

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 31.3.

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 31.3. Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 31.3.1998) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Codex over het welzijn op het werk Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Titel 2. De gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Omzetting in Belgisch

Nadere informatie

Identificatiedocument GPD GO!

Identificatiedocument GPD GO! Identificatiedocument GPD GO! Gemeenschappelijke preventiedienst GO! 1-9-2018 Gemeenschappelijke preventiedienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel Inhoudsopgave 1. De identificatie van de

Nadere informatie

27 MAART Koninklijk besluit betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk. Belgisch Staatsblad 31 maart 1998

27 MAART Koninklijk besluit betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk. Belgisch Staatsblad 31 maart 1998 27 MAART 1998. - Koninklijk besluit betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk. Belgisch Staatsblad 31 maart 1998 Gewijzigd door : KB van 10/04/14 BS van 28/04/14 KB van 24/04/14

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 1. Inleidende bepalingen

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 1. Inleidende bepalingen Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 1. Inleidende bepalingen Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende

Nadere informatie

Beleid Gegevensverwerking binnen G4S België

Beleid Gegevensverwerking binnen G4S België Beleid Gegevensverwerking binnen G4S België DEPARTEMENT: PREVENTION 1. Inleiding Huidig document is een aanvulling op het Algemeen Beleid Gegevensverwerking G4S België, specifiek voor het departement PREVENTION

Nadere informatie

PRO_15_Buitenschoolse praktijkopleiding

PRO_15_Buitenschoolse praktijkopleiding PRO_15_Buitenschoolse praktijkopleiding 27-10-2015 Gemeenschappelijke preventiedienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel Inhoudsopgave 1. Definitie 3 2. Doel 3 3. Wetgeving 3 4. Verantwoordelijkheden

Nadere informatie

PROVIKMO DYNAMISCH RISICOBEHEERSINGSMODEL: HANDLEIDING

PROVIKMO DYNAMISCH RISICOBEHEERSINGSMODEL: HANDLEIDING PROVIKMO DYNAMISCH RISICOBEHEERSINGSMODEL: HANDLEIDING 1. Inleiding In de reglementering inzake welzijn op het werk staat de beheersing van risico s centraal. Zo dient elke werkgever op een systematische

Nadere informatie

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (B.S. 7.10.2013) Hoofdstuk I. - Bepalingen

Nadere informatie

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen (B.S. 21.12.2012) Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Nadere informatie

Circulaire 2013/14 EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK

Circulaire 2013/14 EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK Doel van de oprichting Artikel 40 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk voorziet in de oprichting van externe diensten voor preventie en

Nadere informatie

Eerstehulpverlening: wat zegt de wetgeving?

Eerstehulpverlening: wat zegt de wetgeving? Eerstehulpverlening: wat zegt de wetgeving? Lucie Guillemyn Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk Regionale Directie Toezicht

Nadere informatie

Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht

Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht Yves De Groeve Arbeidsinspecteur FOD WASO, RD TWW Oost-Vlaanderen yves.degroeve@werk.belgie.be Studienamiddag PCBA O-Vl 21/04/2017

Nadere informatie

Afdeling 1. Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

Afdeling 1. Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 27 oktober 2009 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (B.S. 16.11.2009) Afdeling 1. Definities Artikel 1.-

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/006 BERAADSLAGING NR. 11/005 VAN 11 JANUARI 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Globaal preventieplan

Globaal preventieplan // Globaal preventieplan 2017-2021 1. Doelstelling In het kader van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 en het uitvoeringsbesluit van 27 maart 1998 (B.S. 31 maart 1998) Art. 10, stelt de werkgever, in overleg

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 43 van 14 december 2001 met betrekking tot de veiligheid en de gezondheid bij uitzendarbeid.

Nadere informatie

Risicoanalyse en preventiemaatregelen

Risicoanalyse en preventiemaatregelen Arbeidsongevallen en onbezoldigde stages Met stagiairs bedoelt men personen die gewoon onderwijs volgen en in het kader van die opleiding arbeidsprestaties verrichten bij een werkgever om beroepservaring

Nadere informatie

Jongeren en stagiairs: wettelijk kader

Jongeren en stagiairs: wettelijk kader Jongeren en stagiairs: wettelijk kader Pieter Bolle Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk Regionale Directie Toezicht

Nadere informatie

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen. In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen. Relevante wet-en regelgeving BHV1 1. Arbeidsomstandighedenwet (van kracht sinds 1 januari 2007) N.B. Achter de artikelen

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Minimale voorschriften voor de oude installaties Sinds

Nadere informatie

Art. 33 van de WZW verplicht elke WG een IDPBW op te richten, waarin minstens één PAwerknemer

Art. 33 van de WZW verplicht elke WG een IDPBW op te richten, waarin minstens één PAwerknemer Nr. 910 Brussel, 12 januari 2010 BETREFT: MOGELIJKHEID VOOR MEERDERE WERKGEVERS TOT OPRICHTING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (GIDPBW). 1. Wetgeving

Nadere informatie

Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen

Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen In het Belgisch Staatsblad van 28 december 2010 verscheen het nieuw koninklijk besluit (KB) van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende

Nadere informatie

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: Koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van de toelage tot ondersteuning van acties die betrekking hebben op de bevordering

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 juni 2012 thermische omgevingsfactoren (Belgisch Staatsblad van 21 juni 2012)

Koninklijk besluit van 4 juni 2012 thermische omgevingsfactoren (Belgisch Staatsblad van 21 juni 2012) Koninklijk besluit van 4 juni 2012 thermische omgevingsfactoren (Belgisch Staatsblad van 21 juni 2012) Lieve Ponnet Adviseur-generaal Algemene directie humanisering van de arbeid Afdeling normen welzijn

Nadere informatie

Concordantietabel boek V Omgevingsfactoren en fysische agentia van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek V Omgevingsfactoren en fysische agentia van de codex welzijn op het werk Concordantietabel boek V Omgevingsfactoren en fysische agentia van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 4 juni 2012 betreffende de thermische omgevingsfactoren KB 4/6/2012 thermische omgevingsfactoren

Nadere informatie

Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk

Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk 1 CO-PREV = 11 erkende EDPB s EDPB s zorgen met ± 3000 medewerkers voor : 3.300.000 werknemers 210.000 bedrijven 2 WERKING CO-PREV

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S

Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S. 18.7.2002) Omzetting in Belgisch recht van de kaderrichtlijn 89/391/EEG

Nadere informatie

TWW - partner of controleur?

TWW - partner of controleur? TWW - partner of controleur? Ir. Paul Van Haecke Attaché TWW directie Oost-Vlaanderen najaar 2013 TWW - Toezicht op het Welzijn op het Werk 1 De basis De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO / ILO) /

Nadere informatie

Vademecum Welzijn op het werk

Vademecum Welzijn op het werk Vademecum Welzijn op het werk Vademecum Welzijn op het werk 3 4 MANNEN - VROUWEN Verwijzingen naar personen of functies (zoals werknemer, adviseur, ) hebben betrekking op vrouwen en mannen. INHOUDSTAFEL

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties Codex over het welzijn op het werk Boek III.- Arbeidsplaatsen Titel 2. Elektrische installaties Hoofdstuk I.- Toepassingsgebied en definities Art. III.2-1.- Deze titel is van toepassing op de elektrische

Nadere informatie

Focus op het dynamisch risicobeheersingssysteem

Focus op het dynamisch risicobeheersingssysteem Preventie en wetgeving Focus op het dynamisch risicobeheersingssysteem 2008/4 actualisatie juni 2015 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referentie... 5 1.2 Historiek... 5 1.2.1 ARAB... 5 1.2.2 Europese

Nadere informatie

Preventie en wetgeving. Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Preventie en wetgeving. Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Preventie en wetgeving Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk 2013/3 actualisatie mei 2015 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referentie... 5 1.2 Historiek... 5 1.2.1 ARAB

Nadere informatie

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL art 7 ERNSTIG Welzijnswet 1996, art 94bis, 1 KB Welzijnsbeleid 1998, art 26, 4 ARBEIDSWEGONGEVAL Een ongeval van een werknemer is een arbeidsongeval (AO) als volgende voorwaarden zijn vervuld: een plotse

Nadere informatie

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5 Infofiche Nr. 3015 09/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)

Nadere informatie

Arbobeleidskader Lucas

Arbobeleidskader Lucas Arbobeleidskader Lucas t.b.v de scholen voor VO van de Lucas 1. Uitgangspunten Het bestuur van Lucas en de directie(s) van de aangesloten scholen zijn verantwoordelijk voor het schoolbeleid. Het arbobeleid

Nadere informatie

Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016

Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016 Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016 #vvsgbwcongres Welk beleid inzake welzijn op het werk? Koen Scheppers #vvsgbwcongres Het welzijnsbeleid en de rol van de hiërarchische

Nadere informatie

Hoe (on)veilig leiding geven? In CSA

Hoe (on)veilig leiding geven? In CSA Hoe (on)veilig leiding geven? In CSA Preventie November 2012 Wat is een AO? > een ongeval plotse gebeurtenis minstens één uitwendige oorzaak > bestaan van letsel minstens medische kosten of prothese >

Nadere informatie

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5 Infofiche Nr. 3015 12/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)

Nadere informatie

VEILIGHEID EN GEZONDHEID VAN HET PERSONEEL De bestuurder als verantwoordelijk werkgever Vroeger veiligheid & gezondheid = beperkte invulling Nu welzijn = ruime invulling PROGRAMMA: Welzijn op het werk

Nadere informatie

CO-PREV. Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk

CO-PREV. Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk CO-PREV Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk 1 CO-PREV= 13 erkende EDPB s EDPB s zorgen met +/- 3000 medewerkers voor: 3.200.000 werknemers; +/- 202.000 bedrijven.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID 29 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's bij

Nadere informatie

Vreemde talen op de bouwplaats

Vreemde talen op de bouwplaats . 09/10/2012 ir. Tom Vermeersch FOD WASO, TWW RD Oost-Vlaanderen Vaststellingen tijdens inspectiebezoeken i.v.m. buitenlandse bouwvakkers: Objectief: Gebrekkige talenkennis Tekort aan veiligheids-en gezondheidsopleiding

Nadere informatie

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden

Nadere informatie

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden

Nadere informatie

Arbobeleid. Titus Terwisscha van Scheltinga

Arbobeleid. Titus Terwisscha van Scheltinga Arbobeleid Titus Terwisscha van Scheltinga Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en PSA Veiligheid: Machineveiligheid Brandpreventie en bestrijding Vluchtwegen en nooduitgangen Veilige machines en installaties

Nadere informatie

TWW - partner of controleur?

TWW - partner of controleur? TWW - partner of controleur? ir. Pieter Bolle Attaché Sociaal Inspecteur TWW RD West-Vlaanderen najaar 2013 TWW - Toezicht op het Welzijn op het Werk 1 De basis De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO)

Nadere informatie

Voorbeeld (niet limitatief) van de omzetting van het K.B. 04.12.2012 -elektrische installaties in een GLOBAAL PREVENTIEPLAN

Voorbeeld (niet limitatief) van de omzetting van het K.B. 04.12.2012 -elektrische installaties in een GLOBAAL PREVENTIEPLAN Voorbeeld (niet limitatief) van de omzetting van het K.B. 04.12.2012 -elektrische installaties in een GLOBAAL PREVENTIEPLAN Versie goedgekeurd op Comité PBW dd. 1 GLOBAAL PREVENTIEPLAN - 2017 JAARLIJKS

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S ; erratum: B.S )

Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S ; erratum: B.S ) Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S. 4.10.2004; erratum: B.S. 3.1.2005) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 30 september 2005 (B.S. 13.10.2005,

Nadere informatie

8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen

8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen 8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen (voor het gemak, een machine = een installatie, machine of gemechaniseerd werktuigen, zoals bedoeld in het artikel 8.1 van het KB

Nadere informatie

HET DYNAMISCH RISICOBEHEERSINGSSYSTEEM

HET DYNAMISCH RISICOBEHEERSINGSSYSTEEM HET DYNAMISCH RISICOBEHEERSINGSSYSTEEM DEFINITIE Verplichte structurele aanpak van het preventiebeleid, overeenkomstig de Wet Welzijn. Men gaat uit van een multidisciplinaire aanpak van preventie die moet

Nadere informatie

Een arbeidsongeval: wat nu?

Een arbeidsongeval: wat nu? Een arbeidsongeval: wat nu? 1. Wanneer is het een arbeidsongeval? Definitie Een arbeidsongeval veronderstelt: een plotselinge gebeurtenis; één of meerdere uitwendige oorzaken; het bestaan van een letsel

Nadere informatie

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S. 6.6.2007)

Nadere informatie

Resultaten campagne 2015: Psychosociale Risico s (PSR) in het buitengewoon onderwijs. Aandachtspunten huidige wetgeving PSR

Resultaten campagne 2015: Psychosociale Risico s (PSR) in het buitengewoon onderwijs. Aandachtspunten huidige wetgeving PSR Resultaten campagne 2015: Psychosociale Risico s (PSR) in het buitengewoon onderwijs Aandachtspunten huidige wetgeving PSR Infodagen preventie en bescherming in het GO! Tom Peerboom Sociaal inspecteur

Nadere informatie

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN DEFINITIE art 7 DEFINITIE ERNSTIG Welzijnswet 1996 art 94bis, 1 Codex art I.6-2 DEFINITIE ARBEIDSWEGONGEVAL Een ongeval van een werknemer is een arbeidsongeval (AO) als volgende voorwaarden zijn vervuld:

Nadere informatie

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (1)

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (1) 27 MAART 1998. KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet

Nadere informatie

Jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Formulier C - Dienstjaar 2007

Jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Formulier C - Dienstjaar 2007 Opgelet! Jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Formulier C - Dienstjaar 2007 Te bezorgen aan de bevoegde regionale directie(s) vóór 1 april 2008 Dit formulier C is

Nadere informatie