GESCHIEDENIS BOVENBOUW. VWO ACTIVITEITENBOEK antwoorden hoofdstuk 3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GESCHIEDENIS BOVENBOUW. VWO ACTIVITEITENBOEK antwoorden hoofdstuk 3"

Transcriptie

1 GESCHIEDENIS BOVENBOUW VWO ACTIVITEITENBOEK antwoorden hoofdstuk 3

2 3 De Middeleeuwen ORIËNTATIEKENNIS EXAMENSTOF BEVRAAGD Antwoorden op de basisvragen De zwart genummerde vragen gaan over de door de overheid voorgeschreven examenstof van een groot deel van tijdvakken 3 en 4. Bij vragen over stof ter aanvulling op die examenstof zijn de vraagnummers rood en onderstreept. Blok 1 KA-09 De verbreiding van het christendom in geheel Europa (par. 1) 1 Op welke wijze werd het merendeel van de Franken tot het christendom bekeerd? De Frankische koning Clovis bekeerde zich tot het christendom (waarschijnlijk in 496). Clovis zorgde ervoor dat de inwoners van zijn rijk, al dan niet onder dwang, gekerstend werden (het christendom aannamen). 2 Op welke wijze wist Karel de Grote de Saksen tot het christendom te bekeren? Karel de Grote dwong de Saksen, onder bedreiging met de doodstraf, het christendom aan te nemen, want als ze heidenen bleven, zouden ze volgens hem nooit gewillige onderdanen worden. 3 Welke strategie volgden de monniken bij hun bekering van Europa? - Het stichten van kloosters en het aantrekken van nieuwe monniken. Met het klooster als centrum verrichtten de monniken hun bekeringswerk. Vanuit zo n klooster werden ook nieuwe kloosters gesticht. Dit proces bleef zich herhalen, zodat het aantal kloosters snel toenam. - Het bekeren van regionale machthebbers, of - als ze al christen waren - hun steun verwerven. Die machthebbers oefenden dan drang uit op de bevolking om christen te worden. Ook schonken ze vaak grond om nieuwe kloosters te stichten. 4 Waarom steunden de Frankische vorsten en regionale machthebbers de monniken bij hun bekeringsactiviteiten? Zij zagen in het christendom een stabiliserende factor die eenheid en rust onder de bevolking tot stand kon brengen. 5 Noem drie monniken die zich hebben onderscheiden bij het verbreiden van het christendom in Nederland en in de rest van Noordwest-Europa. En vermeld hun land van oorsprong. - Willibrord uit Engeland - Amandus uit Frankrijk - Bonifatius uit Engeland 6 Geef twee voorbeelden van Germaanse godsdienstige gebruiken die in het christendom op een of andere wijze bleven bestaan. - Kerstmis en Pasen gingen samenvallen met Germaanse Midwinter- en Lentefeesten. - Germaanse goden en godinnen werden verchristelijkt: Freia werd Maria en Wodan werd Sint Nicolaas. 7 Door wie vooral en vanuit welk rijk werden Slavische volken op de Balkan en in Rusland tot het christendom gebracht? Vooral door Griekse missionarissen vanuit het (Oost-Romeinse) Byzantijnse rijk. 8 a Welke verschillen ontstonden er tussen enerzijds het voormalige West-Romeinse rijk en anderzijds het Byzantijnse rijk? - De christelijke (katholieke) Kerk van het Westen erkende de paus van Rome als hoogste gezag en behield het Latijn als kerktaal. - De christelijke (orthodoxe) Kerk van het Oosten erkende de patriarch van Constantinopel en stond de landstaal als kerktaal toe (naast het Grieks het Slavisch). - Ook hun rituelen (liturgie) en heiligenverering verschilden. b Wanneer verbraken deze Kerken de onderlinge banden definitief? In 1054 Sprekend verleden bovenbouw vwo 1 WPE

3 Karel de Grote (par. 2) 9 Voor welke problemen stond Karel de Grote aan het begin van zijn regering? Karel de Grote kreeg te maken met verschillende problemen: - de grote verdeeldheid in zijn rijk, - de armoede en de geringe ontwikkeling van de meeste van zijn onderdanen, - de dreiging van invasies vanuit het noorden en westen (Friezen en Noormannen), het oosten (Saksen en Avaren) en het zuiden (Arabieren). 10 Wat waren de oorzaken van de verdeeldheid in het rijk van Karel de Grote? De verdeeldheid werd veroorzaakt door de lappendeken van talen, stammen, gebruiken en eigengereide edelen die delen van zijn rijk bestuurden. 11 a Hoe probeerde Karel de Grote in zijn rijk één taal in te voeren? Hij verhief de taal van de Kerk, het Latijn, tot bestuurstaal en taal van de wetgeving. b Wat deed Karel voor het behoud van de Grieks-Romeinse cultuur? Hij liet geestelijken boeken uit de Grieks-Romeinse tijd overschrijven en hij liet hen kennis van de Romeinen over bouwkunde, land- en tuinbouwtechniek, ontginning en weg- en waterbouw verspreiden. 12 a Welke maatregelen van Karel de Grote leidden tot het ontstaan van de adel? Voor het probleem van de voortdurende invasies was een goedgetrainde ruiterij nodig. De krijgers moesten dus paarden kunnen houden. Karel gaf daarom aan krijgers een bepaald gebied in leen. De boeren die er woonden moesten een deel van de oogst aan de krijgers afstaan. Karel schiep zo de groep krijgers die adel wordt genoemd. b Welk nut had die adel voor Karel? De vorst kon de adel in geval van oorlog oproepen om hem terzijde te staan. KA-11 Vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid (blz. 45, Handboek) De boeren 13 Door welke oorzaken liepen de meeste Romeinse steden in de Middeleeuwen grotendeels leeg? Dat had te maken met het uiteenvallen van het Romeinse rijk: - Na het instorten van het Romeinse rijk trokken de soldaten en bestuurders weg uit de steden. Er was toen geen werk meer voor handelaars en handwerkslieden. - De Romeinen hadden ervoor gezorgd dat er veilig handel kon worden gedreven in hun hele rijk. Toen het Romeinse bestuur wegviel, stopten steeds meer handelaars met hun werk en werden boer. Handwerkslieden kregen ook minder werk en werden daarom boer. 14 a Welke Romeinse steden bleven voor een groot deel wel bestaan? Steden waar bisschoppen zetelden, bleven bestaan. b Hoe kwam dat? De bisschoppen bleven hun bisdom vanuit steden besturen. Daardoor bleven die steden bestaan, want de bisschop en andere geestelijken zorgden voor werk in de stad. 15 Het leven van de meeste mensen werd in de Middeleeuwen gekenmerkt door schaarste. Als gevolg waarvan? Omdat er in de vroege Middeleeuwen bijna geen handel meer was, moesten de boeren voor hun eigen levensbehoeften zorgen. Dat kostte hun vaak grote moeite (bijvoorbeeld door misoogsten en/of sterfte onder hun dieren). 16 Welk soort samenleving was kenmerkend voor het Romeinse rijk? Een kenmerk van het Romeinse rijk was de cultuur van een agrarisch-urbane samenleving. Dat laatste houdt in dat de bevolking zowel op het platteland als in steden woonde en vooral leefde van landbouw (op het platteland) en van handel en nijverheid (in de steden). 17 Er ontstond (weer) een agrarische samenleving: a Wie werden grootgrondbezitter? Sommige Germaanse machthebbers slaagden erin grote gebieden met landbouwgrond in bezit te krijgen: zij werden grootgrondbezitters. Ook bisschoppen en abten van kloosters verwierven veel grondbezit. b Volgens welk stelsel werd het grootgrondbezit georganiseerd? Noem twee kenmerken van dat stelsel. Sprekend verleden bovenbouw vwo 2 WPE

4 Het grootgrondbezit werd in grote delen van West-Europa georganiseerd en geëxploiteerd volgens het hofstelsel, ook wel domeinstelsel genoemd. De kenmerken van dit stelsel waren: - De kern van een hof/domein werd gevormd door de versterkte boerderij, het kasteel of het klooster en de bijbehorende landerijen van de grootgrondbezitter. Daaromheen woonden horige boeren die grond in pacht hadden. - Op de domeinen zorgden de mensen voor bijna alles wat ze nodig hadden. NB Het woord hofstelsel heeft niet te maken met het hof van een vorst, maar met de hof in de betekenis van landgoed. Meer gebruikelijk daarvoor is het woord domein. 18 a Wat houdt het begrip horige in? Dat hield in dat zij hoorden tot de grond die zij bewerkten. Zij mochten niet verhuizen en ook niet trouwen met iemand van buiten het domein. Horigheid was, evenals slavernij, erfelijk: men werd als horige geboren en bleef dat levenslang. b Welke verplichtingen hadden de horigen ten opzichte van hun heer? De horigen hadden verplichtingen aan hun heer (de grootgrondbezitter): - zij moesten als pacht een deel van wat hun boerderij voortbracht, aan de heer afstaan; - zij moesten herendiensten verrichten. De belangrijkste herendienst was het bewerken van de landerijen van de heer. 19 Als gevolg waarvan waren er onder de horigen grote verschillen? De verschillen waren een gevolg van: - de hoeveelheid land die ze hadden gepacht; - de hoeveelheid diensten die ze voor hun heer moesten verrichten; - de hoeveelheid pacht die ze moesten betalen. 20 Hoe kwam het dat er in de tijd van de Romeinen wel slaven waren maar niet in de Middeleeuwen? In de Romeinse tijd werd op veel landgoederen maar één product verbouwd, maar wel in grote hoeveelheden (voor verkoop in de steden). De goedkoopste arbeidskrachten voor dat werk waren slaven. Omdat er in de Middeleeuwen nauwelijks grote steden meer waren, konden de grootgrondbezitters dus ook geen grote hoeveelheden meer verkopen. Daardoor gingen hun inkomsten achteruit. Het werd voordeliger de slaven een deel van het land in pacht te geven. Als horigen konden zij dan voor zichzelf zorgen. KA-12 Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur (par. 4) De edelen 21 Welke taken hadden de edelen? - Ze bestuurden hun domeinen, - spraken recht over hun onderdanen, - voerden zonodig oorlog. 22 Welke gelaagdheid bestond er onder de edelen? De edellieden kunnen worden onderscheiden in hoge en lage adel. - De meesten behoorden tot de lage adel. Zij beheerden maar één of enkele domeinen en woonden op kleine kastelen. De lage edelen hadden maar weinig meer te eten dan hun horigen. - De hoge edelen woonden in grote burchten. Anders dan de lage edelen hadden zij enige luxe. 23 Op welke wijze ontstond het feodalisme (leenstelsel)? De hoge edelen (vorsten, hertogen, graven) bezaten vaak honderden domeinen. Deze edelen hadden behoefte aan trouwe en goed bewapende volgelingen om hun bezit te helpen beschermen. Daarom gaven zij een deel van hun domeinen in leen aan lagere edelen, die in ruil daarvoor de hogere edelen moesten helpen, vooral bij oorlogen. Zo ontstond het feodalisme (leenstelsel). Het woord feodalisme is afgeleid van het Latijnse woord feodum dat leen betekent. 24 Wat houdt het begrip feodalisme (leenstelsel) in? Het feodalisme (leenstelsel) was een vorm van bestuur, waarbij een leenheer (degene die het leen gaf) een groot deel van zijn grondgebied uitleende aan leenmannen (degenen die het leen kregen). Sommige leenmannen hadden zoveel domeinen in leen, dat zij er een deel van zelf in leen konden geven aan achterleenmannen. Zo werden deze leenmannen tegelijkertijd leenheer. Leenheer en leenman sloten een verdrag, waarin de verplichtingen die zij tegenover elkaar hadden, werden vastgelegd. De belangrijkste waren: Sprekend verleden bovenbouw vwo 3 WPE

5 1 De leenheer leende de leenman land. 2 De leenheer gaf de leenman bescherming. 3 De leenman beloofde trouw aan zijn leenheer. 4 De leenman kwam zijn leenheer met gewapende mannen te hulp als deze moest oorlogvoeren. 5 De leenman gaf de leenheer raad en hielp bij de uitvoering van besluiten van de leenheer. 6 De leenman sprak recht op zijn leen volgens de richtlijnen van de leenheer. 7 De leenheer kon een leenman zijn leen afnemen als de leenman zich niet aan zijn afspraken hield. 8 Als de leenheer of leenman stierf, was het verdrag beëindigd. Met een nieuwe leenheer of leenman werd een nieuw verdrag gesloten. 25 Waardoor raakte tijdens het leenstelsel het bestuur versnipperd? Veel leenmannen zich zeer onafhankelijk op tegen hun leenheren, vooral toen eind 9 de eeuw de lenen erfelijk werden, waardoor een leenheer zijn uitgeleende bezit niet meer kon terugeisen. (par. 5) De geestelijken 26 In welke rangen was de seculiere geestelijkheid georganiseerd? Zoals er een hoge en een lage adel was, zo was er ook een hoge en een lage geestelijkheid. - De lage geestelijkheid bestond uit de dorpspriesters. De dorpspriester was meestal van boerenafkomst en had weinig of geen opleiding gehad. - Boven de dorpspriesters stonden de bisschoppen. Zij waren meestal van adellijke afkomst. Het was hun taak toezicht te houden op de parochies in hun bisdom. - Boven de bisschoppen stonden de aartsbisschoppen. Zij hadden ook een eigen bisdom, maar daarnaast hielden zij toezicht op een aantal andere bisschoppen en bisdommen. - Bovenaan stond de paus. Hij bestuurde de Kerk en had het recht kerkelijke wetten en bepalingen af te kondigen waaraan alle christenen zich moesten houden. Hij had ook het oppertoezicht over de kloosters. Verder kon hij concilies bijeenroepen. 27 Met welke bedoelingen werden kloosters opgericht? Monniken en nonnen geloofden dat een christen zich het beste kon terugtrekken in een klooster, want daar stond men niet bloot aan de verleidingen van de wereld. 28 In welke opzichten verschilde het leven in een klooster van het leven daarbuiten? - De hele dagindeling verliep stipt volgens strenge regels. - Ook moesten monniken en nonnen de gelofte van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid afleggen. Dat hield in dat ze eigen bezittingen mochten hebben, niet mochten trouwen en de abt of abdis altijd moesten gehoorzamen. 29 In welke opzichten profiteerden mensen buiten de kloosters van de reguliere geestelijken? De reguliere geestelijken gingen zich ook met dingen bezighouden, waarvan mensen buiten de kloosters konden profiteren: - zoeken naar verbeteringen bij het verbouwen van gewassen en het fokken van dieren; - land ontginnen door het droogleggen van moerassen en het aanleggen van dijken; - onderdak geven aan pelgrims en reizigers; - zieken verzorgen; - brood uitdelen aan hongerigen; - onderwijs geven; - kronieken en annalen bijhouden; - boeken uit de Grieks-Romeinse tijd bestuderen en overschrijven. 30 In de Middeleeuwen had de geestelijkheid een veel grotere invloed in Europa dan nu: a Geef eerst in enkele zinnen weer waaraan de geestelijken hun grote invloed hadden te danken. Er was in de Middeleeuwen in West-Europa maar één Kerk, de christelijke, waarvan iedereen lid was. Tot in de Late Middeleeuwen waren de geestelijken de enigen die konden lezen. En alleen de geestelijken konden nieuws vertellen over de wereld buiten het eigen domein. Het gevolg hiervan was dat de geestelijken iedereen via de preekstoel regelmatig konden beïnvloeden. b Noem vervolgens vier omstandigheden die bijdroegen tot deze grote invloed. - Geestelijken waren raadgevers van vorsten - Ze bestuurden als leenmannen een groot deel van het land. - De paus kon zelfs koningen en keizers in de ban doen. - De kerk kon zelf aan de bevolking belastingen opleggen. Sprekend verleden bovenbouw vwo 4 WPE

6 31 Waardoor hadden de geestelijken in de Middeleeuwen zo n grote invloed op literatuur, kunst en wetenschap? - De geestelijken konden lange tijd als enigen lezen en schrijven. Zij bepaalden tot in de Late Middeleeuwen waarover werd geschreven; zij beschreven vooral heiligenlevens. - Kunstenaars beeldden in opdracht van de Kerk vooral bijbelse verhalen of andere godsdienstige voorstellingen uit. Kerken waren de belangrijkste bouwwerken. - Geestelijken deden als enigen aan wetenschap. Zij hielden zich alleen bezig met vakken die godsdienstig nut hadden. Blok 2 KA-10 Ontstaan en verbreiding van de islam (par. 6 en 7) 32 Waar en wanneer is de islam ontstaan? Op het Arabisch schiereiland in Mekka, in de eerste helft van de 7de eeuw. 33 Waarom wordt Mohammed de profeet genoemd? Volgens de islamitische overlevering kreeg Mohammed via een engel van God opdracht om diens bestaan en wil kenbaar te maken aan de mensen. Mohammed wordt daarom de profeet (boodschapper) genoemd. 34 Welke gebieden werden door de Arabieren veroverd? - Grote delen van het Perzische rijk, - grote delen van het Oost-Romeinse (Byzantijnse) rijk, - de kuststrook van Noord-Afrika, - het grootste deel van het Iberisch schiereiland (Spanje en Portugal). 35 a Waardoor namen de meeste door de Arabieren onderworpen volken de islam niet snel, maar geleidelijk over? Dat kwam vooral doordat de Arabieren in de onderworpen gebieden slechts een kleine minderheid vormden. Zij lieten daarom de mensen die dat wilden, hun eigen godsdienst houden. b Waardoor werden uiteindelijk bijna alle inwoners van de onderworpen gebieden moslim? Daartoe zullen naast de inhoud van de islam ook andere factoren hebben bijgedragen: - Niet-moslims werden tweederangsburgers: zij mochten geen bestuursfuncties bekleden, geen wapens dragen en mochten niet trouwen met moslimvrouwen. - Niet-moslims moesten een speciale belasting betalen. - Men kon op eenvoudige wijze moslim worden. Het uitspreken van de geloofsbelijdenis was voldoende. 36 a Wat was in het algemeen het mensbeeld in de Arabisch-islamitische cultuur? God heeft de mens, de aarde en de hemelen geschapen. Voor de mens laat God in de natuur alles groeien. b Wat hield het Arabisch-islamitische wereldbeeld in het bijzonder in? - De moslims deelden de bewoonde wereld in twee delen in: de dar al-islam (het gebied van de islam) en de dar al-harb (het gebied van de oorlog). - De Ka aba in Mekka werd op kaarten voorgesteld als centrum van de wereld. - Het wereldbeeld van Ptolemaeus, met de aardbol als centrum van het heelal, werd door de Arabieren overgenomen. 37 Wat is kenmerkend voor de mens in de Arabisch-islamitische cultuur? 1 De vijf zuilen van de islam beïnvloeden het hele leven. 2 Godsdienst en wetgeving zijn met elkaar verbonden. 3 Iedere moslim heeft de plicht de islam te helpen verbreiden. 4 Strenge regels voor voedsel en drank. 5 Een eigen kijk op de kunst. 6 Grote waardering voor onderwijs en wetenschap. 38 Leg uit in welk opzicht godsdienst en wetgeving met elkaar zijn verbonden. Samen met de soenna (alle overgeleverde handelingen en uitspraken van de profeet) is de koran de bron voor de sharia ( de weg die gevolgd moet worden ), de islamitische wetgeving. Deze sharia bestaat niet alleen uit godsdienstige regels en plichten zoals de vijf zuilen, maar ook uit familierecht, strafrecht en volkenrecht. Sprekend verleden bovenbouw vwo 5 WPE

7 39 In welke opzichten werden vrouwen en mannen ongelijk behandeld? - Ongetrouwde vrouwen hadden geen enkel aanzien en konden nauwelijks een bestaan opbouwen. - Mannen mochten zonder het opgeven van een reden scheiden. - Voor meisjes was er geen onderwijs. - De taak van de vrouw lag thuis in het gezin. 40 In welke opzichten waren de omstandigheden voor de ontwikkeling van onderwijs en wetenschap in de Arabische wereld gunstiger dan in West-Europa? - De Arabische geleerden stonden open voor kennis en kunde uit vroegere tijden en andere landen. Een voorbeeld: de belangrijkste wetenschappelijke werken uit de Griekse Oudheid werden in het Arabisch vertaald. - De islamitische wereld onderhield contacten met Zuidoost-Azië, Afrika en Europa. Vooral de contacten met India en China leverden kennis op, met name op het gebied van rekenkunde en alchemie (de voorloper van de echte scheikunde). - De Arabieren deden meer aan wetenschappelijke experimenten dan de Europeanen. - Geleerden in de Arabische wereld stonden in hoog aanzien. 41 Waaruit bleek dat in Europa waardering bestond voor Arabisch onderwijs en Arabische wetenschap? Studenten uit Europa trokken naar Arabische universiteiten in Spanje om er van de kennis van de Arabieren te profiteren. KA-16 Expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de Kruistochten (blz. 53 Handboek; zie voor vraag 43 ook blz Activiteitenboek) 42 Welke omstandigheden droegen ertoe bij dat aan het einde van de 11 de eeuw de Kruistochten begonnen? - Na de verovering van Palestina door de islamitische Arabieren mochten christelijke pelgrims de heilige plaatsen in Palestina blijven bezoeken. Maar dat mocht niet meer toen in de 11 de eeuw een groot deel van het Midden-Oosten werd veroverd door een ander islamitisch volk, de Seldsjoeken. Pelgrims berichtten dat zij door de Seldsjoeken slecht werden behandeld. - Vanuit het christelijke Oost-Romeinse rijk werd de paus om militaire steun gevraagd om verloren gebieden weer te heroveren. Het verzoek kwam op een goed moment, want kort tevoren waren moslims verslagen die zich in Spanje en op Sicilië hadden gevestigd. 43 Wat bewoog mensen om aan een Kruistocht deel te nemen? - Enthousiasme voor het christendom en voor de bevrijding van de heilige plaatsen in Palestina was voor velen het belangrijkst. - Anderen ging het vooral om roem, rijkdom en avontuur. - De paus beloofde de deelnemers vergeving van zonden. - Misdadigers die meegingen, hoefden hun straf niet te ondergaan. Aanvullende redenen (uit AB blz ): - Overschot aan landloze ridders. - Uiteenvallen van de islamitische wereld. (blz Handboek en blz Activiteitenboek) 44 Welke gevolgen hadden de Kruistochten? HB blz. 53: - De kruisvaarders stichtten tijdens de Eerste Kruistocht in het Midden-Oosten enkele kleine staten. - Bij de handel ontstond een nieuw beroep, dat van bankier. Italiaanse bankiers stichtten kantoren in het Heilige Land. HB blz. 54: - De handel nam toe (vooral vanuit Italiaanse steden). Kooplieden leverden voedsel en wapens aan kruisvaarders en namen op de terugweg luxe artikelen meer, zoals zijde en specerijen. AB blz : - De Europeanen deden nieuwe kennis op (wiskunde, sterrenkunde en medicijnen). - Nieuwe goederen / producten drongen overal in Europa door. - Door de toegenomen handel groeiden de steden in Europa. - De beeldvorming over de islamitische wereld veranderde bij Europanen (en andersom). (blz. 52 en 54 Handboek) Sprekend verleden bovenbouw vwo 6 WPE

8 45 Welke andere activiteiten dan de Kruistochten werden in de Middeleeuwen ondernomen vanuit West- Europa naar de buitenwereld? - Er waren wetenschappelijke contacten en activiteiten. Studenten uit Europa trokken naar Arabische universiteiten in Spanje om er van de kennis van de Arabieren te profiteren (HB blz. 52). - Er werden handelsreizen ondernomen, met name door Italiaanse steden (HB blz. 54). Blok 3 KA-13 De opkomst van handel en ambachten legt de basis voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving (par. 9) 46 Welke factoren droegen ertoe bij dat de handel herleefde in de 11 de en 12 de eeuw? De weinige kooplieden die vóór de 11 de eeuw nog handel dreven, ondervonden veel hindernissen. In de loop van de 11 de en 12 de eeuw wisten de kooplieden een groot deel van deze hindernissen te overwinnen: - De kooplieden gingen samenwerken. Zij sloten zich aaneen in gilden. - De kooplieden en stedelingen kregen soms steun van de landsheer en hoge edelen. Die hielpen kooplieden tegen rovers, zorgden voor verbetering van wegen en bruggen en maakten een einde aan de tol en belastingen die de lagere adel aan de kooplieden oplegde. Zij steunden ook de invoering van een muntstelsel voor hun gehele graafschap, hertogdom of rijk. 47 Waarom herleefde de handel het eerst in Italië? - Dat land lag gunstig voor de handel tussen het Midden-Oosten en de rest van Europa. - Kooplieden uit steden als Venetië en Genua wisten goede handelsbetrekkingen met het Oost- Romeinse rijk en de moslimgebieden op te bouwen. - Vooral deze Italiaanse kooplieden profiteerden van het door de kruistochten toegenomen contact. Aan de kruisvaarders leverden ze voedsel en wapens en op de terugweg namen ze allerlei luxe artikelen mee, zoals zijde en specerijen. 48 Vergelijk de Hanze met de Europese Unie in onze tijd: a noem een belangrijke overeenkomst. Wegwerken van handelsbelemmeringen in Europa. b noem een belangrijk verschil. In onze tijd gaat het om samenwerkende staten, toen ging het om samenwerkende steden. 49 Waardoor herleefden de steden? - Tegelijk met de handel herleefden de oude steden en ontstonden er nieuwe. Dit is geen toeval. Om handel te kunnen drijven zijn steden nodig: de stad is de beste verzamelplaats voor mensen die goederen en producten willen kopen en verkopen. Daarom gingen kooplieden bij elkaar wonen in steden. - De steden groeiden ook doordat veel mensen van het platteland verhuisden naar de steden: boeren die te weinig grond hadden of aangetrokken werden door het leven in de steden, adellijke zonen die geen land of leen kregen en horigen die er vrijheid zochten. 50 Waardoor herleefden de ambachten? In de steden herleefden ook de ambachten. De boeren op de domeinen waren zelfvoorzienend: alles wat zij nodig hadden, produceerden of vervaardigden zij zelf. Dat werd anders in de steden. De stedelingen konden niet alles zelf vervaardigen; daarom waren er ambachtslieden nodig. In de steden werden de ambachtslieden de grootste bevolkingsgroep: metselaars, timmerlieden, smeden, molenaars, bakkers, slagers, spinners, wevers, kleermakers, leerlooiers, schoenmakers. 51 Welke soort samenleving ontstond door de herleving van handel, ambachten en steden? Door de herleving van handel, ambachten en steden ontstond er weer een agrarisch-urbane samenleving. Het grootste deel van de bevolking woonde nog steeds op het platteland en leefde van de landbouw. Maar steeds meer mensen gingen in steden wonen en leefden vooral van handel en ambachten. KA-14 De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden (blz. 55, 57 Handboek) 52 a Waarom wilden stedelingen stadsrechten krijgen? In het begin waren de stedelingen even onvrij als de boeren op een domein. Zij hadden allerlei verplichtingen tegenover de grootgrondbezitter, meestal een edelman, op wiens grondgebied de stad lag. Vooral de handelaars konden deze verplichtingen (herendiensten) niet goed combineren met het handel drijven. Sprekend verleden bovenbouw vwo 7 WPE

9 De stadsbewoners verzochten daarom de landsheer (koning, graaf of hertog) om de stad en de stedelingen los te maken uit het feodale systeem en aparte rechten, stadsrechten, te schenken. b Waarom waren landsheren bereid stadsrechten te verlenen? In ruil voor stadsrechten eisten de hoge edelen erkenning als landsheer en het betalen van belastingen. Zij konden dan rekenen op militaire hulp en financiële steun van de steden. Zo konden de hoge edelen ook de macht van hun leenmannen beperken. 53 Op welke wijze probeerden de steden meer zelfstandigheid en invloed op het landsbestuur te verkrijgen? De steden buitten erfopvolgingskwesties uit. Als een graaf of hertog bijvoorbeeld kinderloos stierf, of alleen dochters of minderjarige zonen naliet, was het vaak niet duidelijk wie de wettige opvolger moest zijn. De steden konden dat uitbuiten door één van de kandidaat-opvolgers te steunen in ruil voor meer zelfstandigheid en invloed op het landsbestuur. 54 Welke voordelen had de oprichting van gilden voor: a de leden van een gilde? Alleen gildeleden mochten een bepaald beroep uitoefenen. Ze hoefden dus niet meer bang te zijn voor concurrentie van mensen die ook dat beroep wilden gaan uitoefenen. b de overige bewoners van de stad? De stadsbesturen maakte reglementen waaraan de gildeleden zich moesten houden. Daarin werd precies voorgeschreven welke kwaliteit de producten moesten hebben, waar en wanneer de producten mochten worden verkocht, wat de prijs van de producten was, enz. Daardoor konden de burgers rekenen op een vaste, goede kwaliteit van de producten. KA-15 Conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoort te hebben (par. 12) 55 Waarover ging de investituurstrijd? Over de benoeming van bisschoppen, abten en andere geestelijken, of door de geestelijkheid of door vorsten. 56 Wie won de strijd tussen beiden: paus Gregorius of keizer Hendrik IV? En op welke wijze? Het leek of paus Gregorius de strijd had gewonnen. Hij had Hendrik IV in de ban gedaan en had deze pas opgeheven nadat de keizer hem om vergeving had gevraagd. Maar Hendrik IV bleef bisschoppen en abten benoemen en liet zelfs een tegenpaus kiezen. Hij verdreef paus Gregorius uit Rome en liet zich door de tegenpaus tot keizer kronen. 57 Wat was uiteindelijk het resultaat van de machtsstrijd tussen paus en vorst? De opvolger van Hendrik IV, Hendrik V, erkende het gezag van de Kerk bij de benoeming van bisschoppen en abten (Concordaat van Worms,1122). Maar op den duur moest de paus erkennen dat hij niet genoeg macht bezat om vorsten te kunnen afzetten. Ook kon de paus vorsten niet dwingen een andere politiek te volgen. 58 Waarom was er aan het einde van de Middeleeuwen geen volledige scheiding van Kerk en staat? De vorsten bleven vaak rekening houden met de wensen van de Kerk. Ook zouden geestelijken vaak belangrijke taken in het bestuur van het land krijgen. KA-17 Begin van staatsvorming en centralisatie (par. 13) 59 Wat zijn noodzakelijke voorwaarden voor het ontstaan van nationalisme? Noodzakelijke voorwaarden voor het ontstaan van nationalisme zijn: - het besef over gemeenschappelijke ervaringen te beschikken; - het besef gemeenschappelijke belangen te hebben. 60 Waardoor slaagde Willem de Veroveraar er in de macht in heel Engeland in handen te krijgen? - Hij gaf het grootste deel van de grond in leen aan zijn Normandische ridders en soldaten, maar zorgde ervoor dat zij slechts kleine gebieden kregen. - Bestuur en rechtspraak kwamen in handen van koninklijke ambtenaren. - Hij liet het Domesday Book samenstellen, met gegevens over alle steden en dorpen in Engeland. Het Domesday Book diende als basis bij het opleggen van belastingen. Sprekend verleden bovenbouw vwo 8 WPE

10 61 Waarom was de Magna Charta zowel een beperking van de macht van de koning als een vorm van centralisatie? De Magna Charta beperkte de macht van de koning. Zo mocht hij geen belasting opleggen zonder toestemming van de adel, geestelijkheid en burgerij. Aangezien de Magna Charta voor het hele land gold, was het toch een vorm van centralisatie. 62 Op welke manier wisten de Franse koningen de macht van hun leenmannen te breken? De Franse koningen wisten de macht van hun leenmannen te breken door steun te zoeken bij de steden. Zij vestigden hun gezag door ambtenaren aan te stellen. Het joods-christelijke wereld- en mensbeeld (par. 14) 63 a Wat hield het wereldbeeld in de joods-christelijke cultuur in? - God heeft de aarde en de hemellichamen geschapen ten behoeve van de mens. De aarde is dus, als woonplaats van de mens, het centrum van heelal. God houdt het heelal, de aarde en de mens in zijn almacht. - De meeste middeleeuwse wereldkaarten weerspiegelden dit wereldbeeld. Ze hadden, net als de Romeinse, de vorm van een cirkel. Op die kaarten was Jeruzalem het middelpunt van de wereld. De Kerk had geen behoefte aan een geografisch juist wereldbeeld, maar aan een symbolisch wereldbeeld met Jeruzalem als middelpunt. b Hoe veranderde het christelijke wereldbeeld in de Middeleeuwen? - De ideeën van Aristoteles en Ptolemaeus over het heelal werden pas weer herontdekt door contacten met geleerden uit de islamitische wereld in de 12 de en 13 de eeuw. - Omstreeks 1350 was het idee dat de aarde een bol was, onder de geleerden algemeen aanvaard. - Nieuwe kennis van de aardrijkskunde en het landschap begon tussen 1300 en 1350 door te dringen in kaarten voor praktisch gebruik van vooral zeelieden en handelaars. 64 Wat hield het joods-christelijke middeleeuwse mensbeeld in? Het joods-christelijke mensbeeld hield in: - God heeft alles geschapen. Zijn belangrijkste schepsel is de mens. - Als de mens doet wat God van hem verlangt, zal hij daarvoor eeuwig worden beloond (in de hemel). De mens is dus niet, zoals in het Grieks-Romeinse mensbeeld, afhankelijk van de willekeurige gunsten van goden of van natuurkrachten. - De mens is onvolmaakt maar heeft toch kans op de hemel. - De mens heeft een vrije wil, maar wordt gestraft als hij zich niet houdt aan Gods wil. Andere uitingen van de middeleeuwse cultuur (blz. 63, 65 Handboek) 65 Wat waren in het onderwijs in het grootste deel van de Middeleeuwen de belangrijkste vakken? En hoe valt dat te verklaren? - De belangrijkste vakken waren lezen en schrijven, sterrenkunde en muziek. - Die vakken waren van nut voor geestelijken omdat zij data moesten kunnen berekenen en de mis moesten kunnen zingen. 66 Waardoor nam in de Late Middeleeuwen de vraag naar onderwijs aan niet-geestelijken toe? - De regeringen en de stadsbesturen hadden toen meer ambtenaren nodig. - De groeiende handel vroeg om goede boekhouders. 67 Welke belangrijke veranderingen vonden er in de Late Middeleeuwen plaats op de volgende gebieden: a rechtspraak, Bestudering van het Romeinse recht leidde onder andere tot de afschaffing van het godsoordeel en het invoeren van de bekentenis en getuigenverklaringen als bewijsmateriaal. Dit had wel tot gevolg dat men ging martelen (pijnbank) om een bekentenis te krijgen. b literatuur, In de Late Middeleeuwen ontstond een ander soort literatuur, de lyriek. Het zijn korte gedichten over verdriet en vreugde, vaak ook over de liefde. In de 13 de eeuw kwam nog een ander soort literatuur naar voren: korte spotdichten, novelles (korte verhalen), fabels en leerdichten, waarin kritiek geuit werd op de samenleving en aan de hand van voorbeelden werd duidelijk gemaakt hoe de mensen zich moesten gedragen. Sprekend verleden bovenbouw vwo 9 WPE

11 c bouwkunst. In de bouwkunst veranderde de bouwstijl: de romaanse bouwstijl ging over in de gotische. Verder gingen naast de Kerk ook rijke burgers opdrachten geven aan bouwmeesters. Er werden nu ook indrukwekkende huizen van kooplieden, stadhuizen en waaggebouwen gebouwd. Sprekend verleden bovenbouw vwo 10 WPE

12 Antwoorden toepassingsvragen examenstof Blok 1 1 Omstreeks 600 bekeerde Augustinus van Canterbury, die door de paus naar Engeland was gestuurd, koning Ethelbert van Kent tot het christendom. Dit paste bij de strategie die veel missionarissen in die tijd toepasten bij de verbreiding van het christendom. Geef aan: - wat die strategie was en - wat zij ermee hoopten te bereiken. (Uit: pilot-examen 2011] Uit het antwoord moet blijken dat: - de missionarissen de leiders (van de stammen) als eersten probeerden te bekeren; - de missionarissen hoopten dat op deze manier de onderdanen zich ook zouden bekeren tot het christendom / zij meer kansen kregen de onderdanen te bekeren. 2 Sommige onderzoekers noemen de periode van de culturele bloei in de tijd van Karel de Grote een renaissance. - Leg uit in welk opzicht deze omschrijving als een juiste aanduiding voor deze periode kan worden gezien. - Leg ook uit in welk opzicht de culturele bloei geen renaissance was, maar goed bij de tijd van Karel de Grote aansloot. - Karel de Grote deed zijn best zoveel mogelijk kennis uit de Grieks-Romeinse tijd te laten verbreiden. (HB blz. 45) - Op cultureel gebied gaf hij de leiding in handen van de christelijke Kerk. Latijn werd de bestuurstaal. Hij begunstigde vooral de opleiding van jonge geestelijken. 3 a Bestudeer het schema hierboven. b Neem het schema vergroot over in je schrift of download het (svd). c Schrijf in de lege pijlen in het schema de ontbrekende woorden. Maak daarbij gebruik van wat er in het Handboek staat over het hof- en domeinstelsel. Sprekend verleden bovenbouw vwo 11 WPE

13 Leenstelsel 4 Maak zelf een schema van het leenstelsel. Breng in dat schema drie lagen aan: koning leenmannen achterleenmannen. Gebruik de volgende woorden om bij pijlen tussen de lagen te plaatsen: eed van trouw bescherming (militaire) hulp geven raad spreekt/spreken recht (2x) geeft/geven in leen (2x) geeft in achterleen (HB blz. 48). 5 In welke opzichten is de kaart op blz. 61 van het Handboek typisch middeleeuws? - De aarde wordt voorgesteld als een platte schijf. - De heilige stad Jeruzalem vormt het centrum van de aarde. - In de kaart zijn godsdienstige begrippen verwerkt (Christus, bewierookt door twee engelen, beheerst de wereld; Adam en Eva in het Aards Paradijs zijn afgebeeld). 6 Gebruik tekstbron 1. a In de tijd van Pepijn ontstaat het feodale stelsel. Uit tekstbron 1 blijkt: een oorzaak van het ontstaan van het feodale stelsel en de afhankelijkheid in de Vroege Middeleeuwen van het centrale vorstelijke gezag van de Kerk. Leg dit voor beide conclusies uit. Voorbeeld van een juist antwoord is: Uit de bron blijkt: - dat oorlogsdreiging een oorzaak is van het ontstaan van het feodale stelsel, want (dreigende) aanvallen op zijn rijk brengen Pepijn ertoe om bezit van de kerk in leen te geven aan vazallen om zijn leger te versterkten; - dat in de Vroege Middeleeuwen het centrale vorstelijke gezag en de kerk elkaar nodig hebben, want Pepijn kan zonder de goederen van de kerk het rijk niet goed verdedigen en de kerk staat toe dat hij die goederen daarvoor gebruikt. Sprekend verleden bovenbouw vwo 12 WPE

14 b Het feodale stelsel is een reactie op de economische veranderingen in de Vroege Middeleeuwen. Leg dit uit. Doe dat door: eerst (zonder bron) een economische verandering in de Vroege Middeleeuwen te noemen daarna (met bron) uit te leggen dat het feodale stelsel een antwoord is op deze verandering. Voorbeeld van een juist antwoord is: - In de Vroege Middeleeuwen werd de agrarisch-urbane cultuur in West-Europa vervangen door een zelfvoorzienende agrarische cultuur; - Daardoor was er te weinig geld in omloop om soldaten te betalen, waardoor Pepijn het land moet uitlenen om aan voldoende soldaten te komen. Blok 2 7 Volgens de islam hoort iedere gelovige het heilige boek, de Koran in het Arabisch te lezen. Leg uit waardoor dit bijdroeg aan een efficiënter bestuur van het islamitische rijk. (Uit: pilot-examen 2011) Voorbeeld van een juist antwoord is: Een goede moslim hoort de Koran in het Arabisch te lezen, daardoor breidde de kennis van het Arabisch zich over het hele rijk uit. Daarmee ontstond er een eenheidstaal die het centrale bestuur vergemakkelijkte. 8 Ga uit van twee onderzoeksvragen: 1 Welke successen behaalden de christenen tijdens de Eerste Kruistocht? 2 Met welke argumentatie onderbouwden christenen achteraf hun deelname aan de Eerste Kruistocht? Ga uit er vanuit dat een Franse miniatuur uit de 14 de eeuw de volgende gegevens bevat: 1 Boodschappers melden in Europa dat de Turken de Heilige stad Jeruzalem hebben veroverd. 2 Christenen in het Heilige Land worden door hun vijanden gemarteld. 3 De kruisvaarders rijden Jeruzalem binnen. 4 De kerk van het Heilige Graf wordt gebouwd in Jeruzalem. 5 De ridders verdedigen Jeruzalem. 6 Pelgrims trekken ongehinderd naar Jeruzalem. Voor een antwoord op één van deze onderzoeksvragen is de bron geschikter dan voor de andere onderzoekvraag. Leg uit, telkens met twee argumenten voor welke onderzoeksvraag deze bron: - geschikter is en - minder geschikt is. (Deels uit: pilot-examen 2011) Voorbeeld van een juist antwoord is: - Deze bron is geschikter voor beantwoording van onderzoeksvraag B, omdat in de bron een antwoord wordt gegeven op de vraag naar een motief voor deelname aan de Kruistocht (bijvoorbeeld dat kruisvaarders op Kruistocht gaan, omdat christenen niet veilig naar het Heilige Land konden reizen / gemarteld werden door de Turken). - Deze bron is twee eeuwen na de Kruistocht gemaakt (en geeft daarmee informatie over de motivatie die achteraf aan de Kruistochten is gegeven). - Deze bron is minder geschikt voor beantwoording van onderzoeksvraag A, omdat de bron pas twee eeuwen na de Kruistocht is gemaakt (waardoor de werkelijke successen tijdens de Eerste Kruistocht niet meer kunnen worden bepaald). - De maker wil de Kruistocht achteraf legitimeren (waardoor de behaalde successen 4 t/m 6 - rooskleuriger worden voorgesteld dan deze in werkelijkheid waren) Opmerking: Alleen voor de combinatie van de juiste onderzoeksvraag met een juist argument worden scorepunten toegekend. 9 Er bestaan verschillende soorten gevolgen. Welke soorten? Geef van elk een voorbeeld met betrekking tot de Kruistochten (HB blz. 53, svd). - Verwachte of bedoelde gevolgen. Voorbeeld: De kruisvaarders stichtten tijdens de Eerste Kruistocht in het Midden-Oosten enkele kleine staten. (HB blz. 53) Sprekend verleden bovenbouw vwo 13 WPE

15 - Onverwachte of onbedoelde gevolgen. Voorbeeld: Het beroep bankier ontstond. (HB blz. 53) Voorbeeld: Nieuwe producten drongen overal in Europa door, zoals voedselproducten als rijst, suiker, specerijen, abrikozen en meloen (bron 4) kledingstoffen zoals zijde en katoen. (bron 4) wapens als kruisboog en buskruit. (bron 9) Voorbeeld: Kruisvaarders en moslims leven als vrienden naast elkaar (bron 5) - Gevolgen die direct zichtbaar worden. Voorbeeld: De kruisvaarders stichtten tijdens de Eerste Kruistocht in het Midden-Oosten enkele kleine staten. (HB blz. 53) Voorbeeld: Kruisvaarders en moslims leven als vrienden naast elkaar (bron 5) Voorbeeld: Kruisvaarders voerden bij terugkeer het juk in. (bron 2) - Gevolgen die zich pas later aandienen. Voorbeeld: De Europeanen leerden nieuwe ideeën kennen op de gebieden van wetenschap in het algemeen (bron 3) sterrenkunde (bron 6) medicijnen (bron 1) hoffelijk gedrag (bron 8) Voorbeeld: Nieuwe spelen en muziekinstrumenten, zoals het schaken en de vedel en de luit. (bronnen 5 en 7) Blok 3 10 In de Late Middeleeuwen herleefden de steden. Noem: a een oorzaak van deze herleving en b een gevolg ervan voor de leenheren. (Uit: pilot-examen 2006) Voorbeeld van een juist antwoord is: a een oorzaak voor het herleven van de steden is de opbloei van de handel; b een gevolg voor de feodale leenheren was dat door de herleving van de steden/de opkomst van de stedelijke burgerij hun macht verminderde. 11 In de Late Middeleeuwen hadden de gilden van de kooplieden meer invloed dan de gilden van de ambachtslieden. Geef daarvoor een verklaring. De kooplieden hadden via de handel vaak een groot aandeel in de groeiende welvaart van een stad. Ambachtslieden verdienden vaak minder. Dankzij hun rijkdom hadden of kregen de leden van het gilde van kooplieden vaak veel invloed in bijvoorbeeld het bestuur van de steden. 12 Het feodale stelsel vormde een oorzaak voor het uiteenvallen van het centraal vorstelijk gezag in de Late Middeleeuwen. Leg dit uit. (Uit: pilot-examen 2006) Voorbeeld van een juist antwoord is: De afhankelijkheid van zijn vazallen was een oorzaak van het uiteenvallen van het centraal vorstelijk gezag in de latere middeleeuwen, omdat toen de mogelijkheid om nieuwe goederen in leen te geven uitgeput raakte / de vorst steeds afhankelijker werd van zijn vazallen/leenmannen / de leenmannen hun lenen als erfelijk bezit gingen beschouwen en zich daardoor steeds onafhankelijker van de vorst gingen opstellen. 13 Door de groei van de handel ontstond aan het einde van de Middeleeuwen een nieuw machtsevenwicht tussen vorsten en adel. Leg uit welke machtsverschuiving er plaatsvond. (Uit: pilot-examen 2006) Voorbeeld van een juist antwoord is: Door de groei van de handel ontstaat er een geldeconomie met een belangrijke rol voor de steden/de burgerij, waardoor de vorst samen met de steden (door het gebruik van huursoldaten) de machtspositie van de adel kon doorbreken. Sprekend verleden bovenbouw vwo 14 WPE

16 14 Gebruik beeldbron 1. In de 11 de eeuw ontstaat er een langdurig conflict tussen keizer en paus. Beeldbron 1 wordt beschouwd als propaganda in dit conflict. Leg uit: a waar dit conflict over ging en b hoe de paus deze beeldbron kon gebruiken als propaganda. (Uit: pilot-examen 2006) Uit het antwoord moet blijken: a dat het conflict ging over de vraag wie de hoogste macht behoorde te hebben in de christelijke wereld; b dat de paus deze afbeelding als propaganda kan gebruiken, door te laten zien dat de eerste keizer al door de paus is gekroond/dat al driehonderd jaar geleden de keizer door de paus gekroond werd. Dat is een argument voor de claim dat de hoogste macht bij de paus berust. Sprekend verleden bovenbouw vwo 15 WPE

17 Blok 4 ASPECT- EN / OF TIJDVAK-OVERSCHRIJDENDE EN VERGELIJKENDE OPDRACHTEN Van agrarisch-urbaan naar agrarisch en terug 15 a Bestudeer het schema hiernaast. b Neem het schema vergroot over in je schrift of download het (SV-Digitaal). c Schrijf in de vijf vakken met aandachtstreepjes in het schema de ontbrekende woorden. Maak daarbij gebruik van wat er in het Handboek staat over het verdwijnen en weer opkomen van steden (HB blz ). Sprekend verleden bovenbouw vwo 16 WPE

18 Boer en edelman (HB blz. 46) 16 a Wat heeft het begrip interpretatie te maken met het begrip standplaatsgebondenheid? Iedereen die interpreteert, is standplaatsgebonden. Dit beïnvloedt de interpretatie. Wie zich van de eigen standplaatsgebondenheid bewust is, zal eerder aandacht aan andere interpretatiemogelijkheden besteden. b Wat zijn de belangrijkste verschillen in interpretatie tussen de middeleeuwse miniatuur en de afbeelding uit een Oost-Duits schoolboek van enkele tientallen jaren geleden? - Op de middeleeuwse miniatuur vermaakt de adel zich met de jacht, terwijl de boeren bezig zijn met werk en ontspanning (zwemmen). Op de DDR-afbeelding is de edelman een slavendrijver, terwijl de boer en boerin gebukt gaan onder hun zware werk. - Op de middeleeuwse miniatuur is alles vrolijk en kleurig. Op de DDR-afbeelding is alles somber en grauw. c Welke informatie verschaft de bovenste afbeelding over de maker ervan? De maker geeft een zeer positief beeld van de adel en de boeren. De maker zal de miniatuur waarschijnlijk in opdracht van een edelman hebben gemaakt. d Welke informatie verschaft de onderste afbeelding over de maker ervan? De maker geeft een zeer negatief beeld van de adel en de boeren: de adel buit de boeren uit. De maker geeft het communistische beeld van de Middeleeuwen zoals dat in de DDR gangbaar was. Vergelijken van tijdvakken 17 Geef een verklaring dat de Kruistochten niet in de 7 de eeuw begonnen, toen de moslims Palestina veroverden. Mogelijke verklaringen: - De macht van de paus was in de 7 de eeuw nog niet zo groot, dat hij met succes een oproep kon doen aan veel gelovigen in Europa. - Europa had in de 7 de eeuw net een periode van volksverhuizingen achter de rug. De rust was nog niet teruggekeerd. - Er was in de 7 de eeuw nog geen overschot aan adellijke mannen die geen eigen grond/kasteel hadden en die ten strijde wilden trekken. - Europa was in de 7 de eeuw enorm verarmd. De bewoners waren nauwelijks in staat in leven te blijven. 18 Vergelijk de gevolgen van de Kruistochten tegen de moslims met de gevolgen van de veroveringen van Alexander de Grote. a Welke overeenkomst zie je? Er werden uitingen van cultuur overgenomen. b En welk verschil? Alexander de Grote bracht zijn eigen cultuur (de Griekse) naar het Midden-Oosten. Bij de kruistochten was het omgekeerd: Europa leerde uitingen van de (Arabische) cultuur van het Midden-Oosten kennen. 19 Men woog de munten in de Middeleeuwen: a Waarom deed men dat? Een munt was een echt waardevol stukje koper, goud of zilver. Het exacte gewicht van elke munt was dus belangrijk bij de bepaling van de waarde ervan. Door slijtage of met opzet (door een deel van de munt af te halen) kon het gewicht zijn afgenomen en de munt dus minder waard zijn geworden. b Waarom doet men dat in onze tijd niet meer? Munten zijn tegenwoordig niet meer gemaakt van edelmetalen. De numerieke waarde is hoger dan de intrinsieke. Tegenwoordig nemen we genoegen met munten (en papiergeld) zonder dat ze een intrinsieke waarde hebben. Dat duidt op een toegenomen vertrouwen in (de macht van) de overheid die de waarde van de munt garandeert. 20 Noem enkele verschillen tussen een middeleeuws gilde en een vakvereniging in onze tijd. Mogelijk te noemen verschillen: - een gilde was een vereniging van werkgevers (meesters) en werknemers (gezellen) samen; een vakvereniging van alleen werknemers; - een gilde was een plaatselijke organisatie die de belangen van de leden van één stad behartigde; een vakvereniging is een landelijke organisatie; Sprekend verleden bovenbouw vwo 17 WPE

19 - gilden ontstonden onder invloed van stadsbesturen, die ook de gildenbrieven maakten; vakverenigingen worden niet door de overheid opgericht, maar door werknemers zelf binnen een bepaald beroep of bedrijfstak. 21 In de 21 ste eeuw komen conflicten zoals in de 11 de eeuw tussen de paus en de regeringen van westerse landen niet meer voor. Leg uit waarom het middeleeuwse conflict in de westerse landen niet meer voorkomt. (Uit: pilot-examen 2006) Uit het antwoord moet blijken dat: - in de meeste westerse landen in de grondwet een strikte scheiding tussen kerk en staat bestaat, - waardoor de paus zich niet meer rechtstreeks kan mengen in de benoeming of verkiezing van bestuur of parlement (maar indirect kan hij via de gelovigen natuurlijk wel invloed uitoefenen). 22 In welke opzichten getuigt het middeleeuwse schilderij van Jan van Eijck op blz. 57 van het Handboek al van de komende Nieuwe Tijd? - Er is aandacht besteed aan het perspectief. - De voorstelling is geen godsdienstig onderwerp, maar het gaat om burgers (individuele personen). Sprekend verleden bovenbouw vwo 18 WPE

20 Eenheden Waarom Willibrord wel en Amandus niet? En Bonifatius dan? (AB blz. 40) Lees de gegevens over Amandus, Willibrord en Bonifatius op deze en de volgende bladzijde. 1 Geef argumenten voor en tegen het op de eerste plaats zetten van: a Amandus, Voor: - Amandus was de eerste van de drie. Hij begon met zijn bekeringswerk ongeveer 70 jaar vóór Willibrord en ongeveer 100 jaar vóór Bonifatius. - Hij was waarschijnlijk gedurende een langere periode werkzaam in de Nederlanden dan de andere twee. - Hij stichtte in de Nederlanden meer kloosters dan Willibrord (Bonifatius stichtte er in de Nederlanden geen). - Hij kocht slaven vrij. Tegen: - Hij was alleen in de zuidelijke Nederlanden werkzaam. In het midden of noorden van de Nederlanden is hij nooit geweest. - Hij was geen goed Kerkbestuurder. Als bisschop van Maastricht mislukte hij. b Willibrord, Voor: - Hij was de enige van de drie die in de Nederlanden een bisschopszetel bekleedde die nog steeds bestaat: hij was bisschop van Utrecht. - Hij was meer dan Amandus en Bonifatius werkzaam in het tegenwoordige Nederland (Amandus nauwelijks in het tegenwoordige Nederland: alleen in Maastricht). Tegen: - Hij verbleef vaak buiten de Nederlanden. Hij reisde in Duitsland en Luxemburg en naar Denemarken. c Bonifatius. Voor: - Van de drie had hij het grootste werkterrein: van Friesland tot Thuringen, Saksen, Hessen en Beieren. - Van de drie bereikte hij in de Kerk de hoogste post: aartsbisschop van Mainz. - Van de drie was hij de enige die omkwam bij de verbreiding van het christendom. - Hij bleef vasthouden aan zijn eerste doel: de Friezen bekeren. - Hij was de enige van de drie die in de Nederlanden overleed. Tegen: - Hij was slechts korte tijd in de Nederlanden werkzaam. Zijn activiteiten lagen vooral in Duitsland. - Hij is in de Nederlanden nooit bisschop geweest; de andere twee wel. - Van zijn eerste doel (de Friezen bekeren) kwam weinig terecht. 2 Welke volgorde van de drie heeft jouw voorkeur? Geef redenen voor je keuze. Door de leerlingen. Sprekend verleden bovenbouw vwo 19 WPE

Verslag Geschiedenis Hoofdstuk 3 - vragen en antwoorden

Verslag Geschiedenis Hoofdstuk 3 - vragen en antwoorden Verslag Geschiedenis Hoofdstuk 3 - vragen en a Verslag door een scholier 2804 woorden 3 mei 2012 5,6 13 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden P1: De verspreiding van het christendom

Nadere informatie

Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk. Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen

Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk. Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen 1. De verbreiding van het christendom in Europa 481: Clovis werd koning van één vd Frankische stammen, hij liet de Franken christenen

Nadere informatie

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen Tijdvak 3 Toetsvragen 1 Op veel afbeeldingen wordt de Romeinse keizer Constantijn als een heilige afgebeeld met een stralenkrans om zijn hoofd. Welke reden was er om Constantijn als christelijke heilige

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 2764 woorden 15 juni 2010 7,1 10 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden H3 Middeleeuwen. Tijd van monniken en ridders/vroege

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De middeleeuwen

Samenvatting Geschiedenis De middeleeuwen Samenvatting Geschiedenis De middeleeuwen Samenvatting door een scholier 2856 woorden 29 juni 2011 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden { Geschiedenis } { De Middeleeuwen }

Nadere informatie

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd Samenvatting door M. 1059 woorden 9 december 2013 6 13 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 3.2 Waardoor de handel herleeft in de hoge middeleeuwen 1. Handelaren gingen zicht weer organiseren en gingen samenwerken

Nadere informatie

6,5. Samenvatting door J woorden 9 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden. Samenvatting geschiedenis 2: hoofdstuk 2

6,5. Samenvatting door J woorden 9 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden. Samenvatting geschiedenis 2: hoofdstuk 2 Samenvatting door J. 2064 woorden 9 januari 2003 6,5 28 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Samenvatting geschiedenis 2: hoofdstuk 2 De Middeleeuwen (500-1500) De middeleeuwen kreeg

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De Middeleeuwen, hoofdstuk 3-4

Samenvatting Geschiedenis De Middeleeuwen, hoofdstuk 3-4 Samenvatting Geschiedenis De Middeleeuwen, hoofdstuk 3-4 Samenvatting door Matthijs 4228 woorden 16 maart 2016 6,2 12 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden De middeleeuwen De verbreiding

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door B. 1191 woorden 7 oktober 2016 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Tijdvak 3 Tijd van monniken en ridders De vroege middeleeuwen 500-1000 https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-3-98166

Nadere informatie

5,3. Samenvatting door een scholier 2990 woorden 9 november keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

5,3. Samenvatting door een scholier 2990 woorden 9 november keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden Samenvatting door een scholier 2990 woorden 9 november 2011 5,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Geschiedenis Samenvatting H2 en H3 H2 2.6 Rome verovert heel Italië - Rond 800

Nadere informatie

Parf. 1 De verbreding van het Christendom in Europa.

Parf. 1 De verbreding van het Christendom in Europa. Parf. 1 De verbreding van het Christendom in Europa. Onder Clovis worden de Franken gekerstend. In 481 werd Clovis koning van één van de Frankische stammen, in de omgeving van Parijs. Clovis bekeerde zich

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders (500 100) 3.1 Leenheren en leenmannen (500 100) (500 100) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Tijd van monniken en ridders (500 100) 3.1 Leenheren en leenmannen (500 100) (500 100) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw 3.1 Leenheren en nen 3.1 Leenheren en nen Gallië was rond 450 n. Chr. al meer dan 4 eeuwen (sinds Caesar) onder Romeins bestuur en een sterk geromaniseerd gebied, cultuur, bestuur, economie, taal en geloof

Nadere informatie

Karel de Grote en het feodale stelsel. Rilana Kuiters. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Karel de Grote en het feodale stelsel. Rilana Kuiters. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Rilana Kuiters Laatst gewijzigd 09 May 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/73905 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw 3.1 Leenheren en nen 3.1 Leenheren en nen Gallië was rond 450 n. Chr. al meer dan 4 eeuwen (sinds Caesar) onder Romeins bestuur en een sterk geromaniseerd gebied, cultuur, bestuur, economie, taal en geloof

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen

Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen 1: De verbreiding van het christendom in Europa Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen - Na de val van het West-Romeinse rijk blijf in Spanje en Italië de christelijke kerk bestaan, omdat de volken (Goten en Longobarden)

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, De Middeleeuwen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, De Middeleeuwen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, De Middeleeuwen Samenvatting door een scholier 1999 woorden 29 november 2006 5,6 124 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden H2 De Middeleeuwen

Nadere informatie

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart 2013 5,1 27 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Paragraaf 1 De Romeinen trekken zich terug. 1. Welke

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders (500 100) 3.2 Hofstelsel en horigen. (500 100)

Tijd van monniken en ridders (500 100) 3.2 Hofstelsel en horigen. (500 100) Gevolgen ineenstorting van het West Romeinse rijk in West Europa: 1. de eenheid van bestuur verdwijnt 2. de geldeconomie verdwijnt grotendeels. 3. steden raken in verval en verschrompelen tot kleine nederzettingen

Nadere informatie

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus 138 Tijdwijzer Het begin Op deze tijdbalk past niet de hele geschiedenis van de mens. Er lopen namelijk al zo n 100.000 jaar mensen rond op aarde. Eigenlijk zou er dus nog 95.000 jaar bij moeten op de

Nadere informatie

Info plus Het leenstelsel

Info plus Het leenstelsel Project Middeleeuwen F- verrijking week 1 Info plus Het leenstelsel Inleiding De Middeleeuwen betekent letterlijk de tussentijd. Deze naam is pas later aan deze periode in de geschiedenis gegeven. De naam

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen

Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa + 3.4 de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen Samenvatting door een scholier 1733 woorden 11 december 2017 5,6 19 keer beoordeeld Vak Methode

Nadere informatie

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK 7 Brandaan Geschiedenis WERKBOEK 7 Brandaan Geschiedenis WERKBOEK THEMA 4 Eindredactie: Monique Goris Leerlijnen: Hans Bulthuis Auteurs: Juul Lelieveld, Frederike Pals, Jacques van der Pijl Controle historische

Nadere informatie

Kenmerkend aspect 13: de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven een agrarischurbane

Kenmerkend aspect 13: de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven een agrarischurbane Samenvatting door C. 1708 woorden 28 mei 2016 4,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Tijdvak IV: tijd van steden en staten (1000-1500, late middeleeuwen) Kenmerkend aspect 13: de opkomst

Nadere informatie

Verspreiding christendom vmbo12

Verspreiding christendom vmbo12 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 12 july 2018 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/62161 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Het Frankische rijk. Bedreigd door de islam. Monniken en Ridders

Het Frankische rijk. Bedreigd door de islam. Monniken en Ridders prehistorie 32 oudheid 3000 v. Chr. 2500 v. Chr. 2000 v. Chr. 1500 v. Chr. Monniken en Ridders Het Frankische rijk Jos staat in een hoek van de kringloopwinkel in een grote doos te grabbelen. Hij rommelt

Nadere informatie

5.5. Verschillen Romeinen en Germanen: Boekverslag door J woorden 16 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

5.5. Verschillen Romeinen en Germanen: Boekverslag door J woorden 16 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden Boekverslag door J. 3848 woorden 16 januari 2010 5.5 702 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden De middeleeuwen Na het uiteenvallen van het West-Romeinse rijk in een groot aantal staten

Nadere informatie

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten? Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten? Rond 1080 bedreigen de minder tolerante Seldjoeken Constantinopel. Het werd voor christelijke pelgrims steeds moeilijker

Nadere informatie

Feodalisme hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Feodalisme hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 15 December 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62228 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Willibrord Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en werd als zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis toevertrouwd aan het klooster van Ripon nabij

Nadere informatie

42 Welke omstandigheden droegen ertoe bij dat aan het einde van de 11de eeuw de Kruistochten begonnen? - Na de verovering van Palestina door de

42 Welke omstandigheden droegen ertoe bij dat aan het einde van de 11de eeuw de Kruistochten begonnen? - Na de verovering van Palestina door de 42 Welke omstandigheden droegen ertoe bij dat aan het einde van de 11de eeuw de Kruistochten begonnen? - Na de verovering van Palestina door de islamitische Arabieren mochten christelijke pelgrims de heilige

Nadere informatie

Tijd van steden en staten

Tijd van steden en staten Tijd van steden en staten Hoge en Late Middeleeuwen 1000 n. Chr. 1500 n. Chr. Kenmerkende aspecten Kenmerkend aspect uitleggen aan de hand van voorbeeld: Hoofdzaken (gebeurtenissen, veranderingsprocessen,

Nadere informatie

Verspreiding christendom vmbo12

Verspreiding christendom vmbo12 banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 19 juni 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62161 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Feodalisme hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Feodalisme hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 25 June 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62228 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijd van steden en staten: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

Samenvatting Geschiedenis Tijd van steden en staten: kern, perspectief en kenmerkende aspecten Samenvatting Geschiedenis Tijd van steden en staten: kern, perspectief en kenmerkende aspecten Samenvatting door Lotte 2056 woorden 19 juni 2017 4,5 8 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijd

Nadere informatie

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Van de oogst van hun land en van hun dieren Jagers & boeren Wat

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Kruistochten

Werkstuk Geschiedenis Kruistochten Werkstuk Geschiedenis Kruistochten Werkstuk door een scholier 1571 woorden 15 mei 2003 4,7 85 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Veel van onze gebruiken zijn eigenlijk niet echt van ons. Veel gebruiken komen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis H3: de vroege middeleeuwen

Samenvatting Geschiedenis H3: de vroege middeleeuwen Samenvatting Geschiedenis H3: de vroege midd Samenvatting door D. 2179 woorden 24 april 2017 4,5 4 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Vroege Midd 3.1 Hofstelsel en horigheid Op het domein

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie 1. De levenswijze van jager-verzamelaars. 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Nadere informatie

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats?

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats? Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats? Voorbeeld 1: Engeland De bezittingen van de Engelse koning Hendrik II in Frankrijk rond 1180 zijn

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk door een scholier 1970 woorden 12 oktober 2005 6,7 72 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Hoe beschrijven en verklaren we

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting door S. 1924 woorden 26 januari 2015 6,1 8 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 4.1 De steden komen weer tot bloei De opkomst van de handel In

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door een scholier 2051 woorden 3 oktober 2012 7,6 20 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats HOOFDSTUK 3 De wereld in de tijd van monniken

Nadere informatie

Mensen en Regels. Hoofdstuk 1B5

Mensen en Regels. Hoofdstuk 1B5 Mensen en Regels Hoofdstuk 1B5 Cursus 5.1 Doen wat gezegd wordt Wat leer je in cursus 5.1? hoe ons land bestuurd wordt en door wie welke drie bestuurslagen er zijn hoe democratie werkt hoe wetten gemaakt

Nadere informatie

Uiteenzetting Geschiedenis Aantekeningen Hoofdstuk 3

Uiteenzetting Geschiedenis Aantekeningen Hoofdstuk 3 Uiteenzetting Geschiedenis Aantekeningen Hoofdstuk 3 Uiteenzetting door een scholier 1283 woorden 24 januari 2011 6 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis aantekeningen hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting door Meryam 2100 woorden 12 december 2017 4,2 10 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Paragraaf 4.1 Kenmerkend aspect: opkomst van handel

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders (500 100 n. Chr.) 3.3 Christendom in Europa. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

Tijd van monniken en ridders (500 100 n. Chr.) 3.3 Christendom in Europa. De verspreiding van het christendom in geheel Europa. 391 n Chr Onder keizer Theodosius wordt het christendom de staatsgodsdienst in Romeinse Rijk 496 n Chr De Frankische koning Clovis en vele andere Franken bekeren zich tot het christendom Wat waren de belangrijkste

Nadere informatie

Het Rijk wordt in tweeën gesplitst om de volgende reden, waardoor het verval intrad:

Het Rijk wordt in tweeën gesplitst om de volgende reden, waardoor het verval intrad: Samenvatting door A. 1923 woorden 27 mei 2015 7.1 81 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Middeleeuwen De val van het West-Romeinse Rijk was in 476 dus lieten historici de middeleeuwen in 500

Nadere informatie

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 Tijdvak Jagers en boeren; van de eerste mensen 3000 v. C. prehistorie; van de eerste mensen - 3000 v.c. Samenlevingstype: eerst jagers/verzamelaars,

Nadere informatie

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters. Oefenrepetitie geschiedenis SUCCES!!! 4 Havo Periode 1 Tijdvakken 1 t/m 4 Dyslectische leerlingen slaan de vragen met een asterisk (*) over. DOOR DE TIJD HEEN 1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de

Nadere informatie

H6 Middeleeuwse stad

H6 Middeleeuwse stad H6 Middeleeuwse stad 1 13e eeuw het plattelandsleven veranderde Waarom? - Europa werd veiliger - verbeterd waterbeheer * aanleg dijken: - zeewater buiten houden - waterpeil polder regelen * poldermodel

Nadere informatie

GG - Godsdienst en Steden-Nieuw

GG - Godsdienst en Steden-Nieuw Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Kristel Brekelmans 11 January 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/70270 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag door Lotte 1570 woorden 19 juni 2017 3 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van Grieken

Nadere informatie

Middeleeuwen. door: Joshua Murray Vogelenzang groep 6 2013

Middeleeuwen. door: Joshua Murray Vogelenzang groep 6 2013 Middeleeuwen door: Joshua Murray Vogelenzang groep 6 2013 Inhoud blz 1. Voorpagina blz 2. Inhoud blz 7. Sint Willibrord blz 8. De Landheer blz 3. De Middeleeuwen blz 9. Munten blz 4. Carcassonne blz 10.

Nadere informatie

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin Examen Geschiedenis Geef de 7 tijdsvakken: Prehistorie :... 3500 v.c Stroomculturen : 3500 v.c 800 v.c Klassieke Oudheid : 800 v.c 500 n.c Middeleeuwen : 500 n.c 1450 n.c Nieuwe tijd : 1450 n.c 1750 n.c

Nadere informatie

Markten en steden hv123

Markten en steden hv123 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 11 september 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62232 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 3: Van Mohammed tot Karel de Grote

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 3: Van Mohammed tot Karel de Grote Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 3: Van Mohammed tot Karel de Grote Samenvatting door een scholier 2431 woorden 13 januari 2011 6,2 36 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks 3.1: Hofstelsel en

Nadere informatie

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES Hoofdstuk 4 PARAGRAAF 4.1 Pruikentijd Standenmaatschappij De verlichting VERVAL EN RIJKDOM In de 17 e eeuw was Nederland het rijkste land ter wereld Van stilstand komt achteruitgang

Nadere informatie

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvak 1: Tijd van Jagers en Boeren. Periode: Prehistorie 1 De levenswijze van jagers-verzamelaars (Hoe zag deze samenleving eruit?) 2 Het ontstaan van landbouw en

Nadere informatie

Dagboek Sebastiaan Matte

Dagboek Sebastiaan Matte Vraag 1 van 12 Dagboek Sebastiaan Matte Uit het dagboek van Sebastiaan Matte: "Ik ben vandaag bij een hagenpreek geweest, in de duinen bij Overveen. Wel duizend mensen uit de stad waren bij elkaar gekomen

Nadere informatie

De kruistochten. God wil het! Steden en Staten

De kruistochten. God wil het! Steden en Staten prehistorie 42 oudheid 3000 v. Chr. 2500 v. Chr. 2000 v. Chr. 1500 v. Chr. Steden en Staten De kruistochten In de woonkamer van familie Vos hangt een klok met Romeinse cijfers. Jos en Mirthe willen graag

Nadere informatie

Inhoud. Thema 5.1 Jagers en boeren 3. Thema 5.2 Grieken en Romeinen 6. Thema 5.3 Monniken en ridders 9. Thema 5.4 Steden en staten 12.

Inhoud. Thema 5.1 Jagers en boeren 3. Thema 5.2 Grieken en Romeinen 6. Thema 5.3 Monniken en ridders 9. Thema 5.4 Steden en staten 12. Inhoud Thema 5.1 Jagers en boeren 3 Thema 5.2 Grieken en Romeinen 6 Thema 5.3 Monniken en ridders 9 Thema 5.4 Steden en staten 12 Eigentijds Eigentijds Toets Thema 5.1 Jagers en boeren 1. Rondtrekken 3.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 + Jaartellingen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 + Jaartellingen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 + Jaartell Samenvatting door een scholier 3612 woorden 28 november 2010 5,8 37 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Tijd van monniken en ridders 500-1000

Nadere informatie

Samenvatting door T woorden 9 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3. Kenmerken

Samenvatting door T woorden 9 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3. Kenmerken Samenvatting door T. 2509 woorden 9 januari 2013 7 38 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Hoofdstuk 3 Kenmerken Het ontstaan van hofstelsel en horigheid Het ontstaan van feodaal systeem Verspreiding

Nadere informatie

Amersfoort. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van de steden. Voorbeeld van stadsrechten

Amersfoort. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van de steden. Voorbeeld van stadsrechten Onderzoeksvraag; Waardoor kregen mensen in de steden en op het platteland steeds meer vrijheid en kregen stedelingen steeds meer bestuursmacht? (VOGGP) ontwikkeling Dit deden ze bijvoorbeeld door de steden

Nadere informatie

HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen ( )

HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen ( ) HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen (1050-1700) Vraag 1 Wat maakte de opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlanden mogelijk? Periode: 1050-1302 Opkomst van de stedelijke burgerij - De opkomst

Nadere informatie

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken? Onderzoeksvraag; Waar en waardoor konden in de Tijd van Steden en Staten, oude steden weer tot bloei komen en nieuwe steden ontstaan? In vroege middeleeuwen was er sprake van een agrarische samenleving

Nadere informatie

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters. Oefenrepetitie geschiedenis SUCCES!!! 4 Havo Periode 1 Tijdvakken 1 t/m 4 Dyslectische leerlingen slaan de vragen met een asterisk (*) over. DOOR DE TIJD HEEN 1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de

Nadere informatie

Antwoorden bij Hoofdstuk 3 Tijd van monniken en ridders

Antwoorden bij Hoofdstuk 3 Tijd van monniken en ridders Antwoorden bij Hoofdstuk 3 Tijd van monniken en ridders Oriëntatie a feodale stelsel: bestuurssysteem dat berust op de verhouding tussen de leenheer en zijn leenmannen horige: boer die aan het domein van

Nadere informatie

Staatsvorming hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Staatsvorming hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 15 December 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62234 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Project lj1 Adaptability

Project lj1 Adaptability Project lj1 Adaptability 2015-2016 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Mens en Maatschappij GG 23 februari 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/72423

Nadere informatie

Project lj1 Adaptability

Project lj1 Adaptability Project lj1 Adaptability 2015-2016 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Mens en Maatschappij GG 23 februari 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/72423

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijd van steden en staten

Samenvatting Geschiedenis Tijd van steden en staten Samenvatting Geschiedenis Tijd van steden en staten Samenvatting door N. 2102 woorden 14 april 2013 6 106 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks 4 Tijd van steden en staten 1000 1500 Late middeleeuwen

Nadere informatie

Project lj1 Adaptability

Project lj1 Adaptability Auteur Mens en Maatschappij GG Laatst gewijzigd 23 February 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/72423 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

GS 1HV MEMO: 500-1500

GS 1HV MEMO: 500-1500 GS 1HV MEMO: 500-1500 1. Kleur in onderstaande kaart, met allebei een andere kleur, het West- en Oost-Romeinse Rijk in en benoem de hoofdsteden van beide rijken. 2. Vul in: Keizer Constantijn de Grote

Nadere informatie

De klassieke tijdlijn

De klassieke tijdlijn De klassieke tijdlijn In de lessen geschiedenis heb je waarschijnlijk al gehoord over de tijdlijnen, of de historische periodes en waarschijnlijk ook over exacte datums zoals 476. In dit documentje kom

Nadere informatie

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken? Onderzoeksvraag; Waar en waardoor konden in de Tijd van Steden en Staten, oude steden weer tot bloei komen en nieuwe steden ontstaan? In vroege middeleeuwen was er sprake van een agrarische samenleving

Nadere informatie

TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS. 732: Karel Martel verslaat de Arabieren bij Poitiers

TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS. 732: Karel Martel verslaat de Arabieren bij Poitiers Monniken en Ridders Het Frankische rijk TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS 400 500 700 600 800 732: Karel Martel verslaat de Arabieren bij Poitiers 1000 500 732: Karel de Grote overlijdt en wordt begraven te

Nadere informatie

Landbouwrevolutie: ingrijpende verandering waarbij mensen overgaan van een samenleving van jagen en verzamelen naar een landbouwsamenleving.

Landbouwrevolutie: ingrijpende verandering waarbij mensen overgaan van een samenleving van jagen en verzamelen naar een landbouwsamenleving. Begrippenlijst door B. 947 woorden 23 december 2013 6,1 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats H1 De tijd van jagers en boeren. Agrarisch: heeft te maken met landbouw. Cultuur: denken en

Nadere informatie

Kerndoelen geschiedenis. de verspreiding van het christendom tot in de Lage Landen hofstelsel en horigheid

Kerndoelen geschiedenis. de verspreiding van het christendom tot in de Lage Landen hofstelsel en horigheid Middeleeuwen Titel monniken en ridders Kerndoelen geschiedenis tijd van monniken en ridders tijd van steden en staten Aspecten 500-1000 1000-1500 de verspreiding van het christendom tot in de Lage Landen

Nadere informatie

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren Geschiedenis kwartet jagers en boeren jagers en boeren jagers en boeren Reusachtige stenen die door mensen op elkaar gelegd zijn. Zo maakten ze een begraafplaats. * Hunebedden * Drenthe * Trechterbekers

Nadere informatie

Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord moet staan.

Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord moet staan. Antwoordkernen Instap en Ontdekkingsreizen Eureka 2M volledig herziene 5 e druk, 2015-2016 Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Dit hoofdstuk gaat over opstand in Amerika, Frankrijk en Nederland. Deze opstanden noemen we revoluties. Opstand in Amerika (1775). De

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders (500 1000 n. Chr.) 3.4 De islam in Europa. Allah. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.

Tijd van monniken en ridders (500 1000 n. Chr.) 3.4 De islam in Europa. Allah. Het ontstaan en de verspreiding van de islam. 570 n Chr Profeet Mohammed geboren in Mekka 610 n Chr Openbaringen Allah via de aartsengel Gabriël, De woorden worden opgeschreven in de Koran 622 n Chr Vlucht Mohammed naar Medina, begin islamitische

Nadere informatie

Naam: FLORIS DE VIJFDE

Naam: FLORIS DE VIJFDE Naam: FLORIS DE VIJFDE Floris V leefde van 1256 tot 1296. Hij was een graaf, een edelman. Nederland zag er in de tijd van Floris V heel anders uit dan nu. Er woonden weinig mensen. Verschillende edelen

Nadere informatie

Karel de Grote Koning van het Frankische Rijk

Karel de Grote Koning van het Frankische Rijk Karel de Grote Koning van het Frankische Rijk Eén van de bekendste koningen uit de Middeleeuwen is Karel de Grote. Hij leeft zo'n 1300 jaar geleden, waar hij koning is van het Frankische rijk. Dat rijk

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3, De Romeinse Erfenis

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3, De Romeinse Erfenis Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3, De Romeinse Erfenis Samenvatting door een scholier 3094 woorden 2 december 2010 5,4 46 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Kenmerkende aspecten: De verspreiding

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De wereld in de tijd van steden en staten

Samenvatting Geschiedenis De wereld in de tijd van steden en staten Samenvatting Geschiedenis De wereld in de tijd van steden en staten Samenvatting door een scholier 1858 woorden 26 oktober 2009 5,6 30 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats De opkomst van

Nadere informatie

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit.

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit. Gebruik bron 1 en 2 In 1897 werd in de venen bij Yde het lijk van een ongeveer zestienjarig meisje gevonden. Deze vondst gaf aanleiding tot twee voorlopige conclusies over de leefwijze van het volk waartoe

Nadere informatie

Het christendom. : *nog een hoofdstad *de christenen werden belangrijker in Europa *het kloosterleven *begrippen

Het christendom. : *nog een hoofdstad *de christenen werden belangrijker in Europa *het kloosterleven *begrippen Het christendom : *nog een hoofdstad *de christenen werden belangrijker in Europa *het kloosterleven *begrippen Les 1 nog een hoofdstad Romeinen Na de Romeinse tijd brak een andere tijd. Het was een onrustige

Nadere informatie

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon les 1: Wie waren de graven van Loon Na deze les kan je de geschiedenis van het graafschap Loon aanduiden op je tijdbalk; kan je informatie opzoeken

Nadere informatie

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. De Tien Tijdvakken Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. KA1: De levenswijze van jagersverzamelaars KA2: Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen KA3: Het ontstaan van de eerste stedelijke

Nadere informatie

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn Filips II In 1566, meer dan vierhonderd jaar geleden, zijn veel mensen boos. Er is onrust in de Nederlanden. Er zijn spanningen over het geloof, veel mensen

Nadere informatie

Stedelijk Gymnasium Leiden SV GS H5 8, H6 1-3, H7 1+3, bijna zeker er NIET bij: H6 4 tot de helft; PW: di 8 jul. [2 e pw van die dag].

Stedelijk Gymnasium Leiden SV GS H5 8, H6 1-3, H7 1+3, bijna zeker er NIET bij: H6 4 tot de helft; PW: di 8 jul. [2 e pw van die dag]. 1 H5 8 Het christendom [p. 79-81] Het jodendom en Jezus van Nazareth Bewoners Palestina: Joden Opvallen door: godsdienst Hadden maar één god, hij was volgens hun dé enige ware god Wereld geschapen + bemoeien

Nadere informatie

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN e-book Deze serie bestaat uit... 978-94-6175-209-3 (HB) 978-94-6175-153-9 (HB) 978-94-6175-963-4 (e-book) 978-94-6175-967-2 (e-book) 978-94-6175-210-9 (HB) 978-94-6175-155-3 (HB) 978-94-6175-154-6 (HB)

Nadere informatie

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting Samenvatting door een scholier 1776 woorden 11 december 2007 7,2 240 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Geschiedenis samenvatting Hoofdstuk 2; Wetenschappelijke revolutie, verlichting

Nadere informatie

Naam: DE GOUDEN EEUW en Rembrandt

Naam: DE GOUDEN EEUW en Rembrandt Naam: DE GOUDEN EEUW en Rembrandt De Gouden Eeuw duurde niet precies honderd jaar. Hij begon aan het eind van de 16de eeuw, beleefde zijn hoogtepunt rond 1675 en was in de 18de eeuw voorbij. De Gouden

Nadere informatie

Kerk en staat hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Kerk en staat hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 15 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62235 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Altena. Middeleeuwen. In de. Werkblad

Altena. Middeleeuwen. In de. Werkblad Altena In de Middeleeuwen Werkblad van. 1. Het land Altena In de 8 e eeuw ontstaat aan de rivier de Waal het eerste dorpje Ualderinghem. Dit is de eerste naam van Woudrichem. Om dit dorpje heen ontstaan

Nadere informatie

Thors eik, die naam kennen we hier in de omgeving. Thors eik, dat werd zo n 1400 jaar geleden iets anders geschreven. Thornspiic oftewel Doornspijk

Thors eik, die naam kennen we hier in de omgeving. Thors eik, dat werd zo n 1400 jaar geleden iets anders geschreven. Thornspiic oftewel Doornspijk Na de grote volksverhuizing woonden hier andere stammen dan ervoor. Nu wonen de Franken, Friezen en Saksen hier. Andere stammen dus, maar één ding hebben ze gemeen: het heidendom heerst. Ze geloven in

Nadere informatie