UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN TELEVISIE VOOR IEDEREEN!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN TELEVISIE VOOR IEDEREEN!"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN TELEVISIE VOOR IEDEREEN! Ontwikkelingen in verband met programma s voor en de programmavoorschriften in functie van personen met een visuele of auditieve handicap Wetenschappelijke verhandeling aantal woorden: DESCHEPPER SOFIE MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting COMMUNICATIEMANAGEMENT PROMOTOR: PROF. DR. DIRK VOORHOOF COMMISSARIS: KATRIEN VAN DER PERRE COMMISSARIS: CHRIS WIERSMA ACADEMIEJAAR

2

3 Voorwoord Deze masterproef vormt het sluitstuk van twee jaar studeren aan de Universiteit Gent. Ik wil hier dan ook graag enkele mensen bedanken. Bedankt aan mijn ouders omdat zij mij de kans gaven om na het behalen van mijn bachelordiploma nog een schakeljaar en masteropleiding aan te vatten. Ook mijn vrienden, vriendinnen en vriend wil ik bedanken omdat zij in mij hebben geloofd. Ook dankzij hun duwtjes in de rug heb ik dit project en mijn studie kunnen voltooien. Ik wil ook mijn promotor, prof. dr. Dirk Voorhoof, bedanken voor het begeleiden van deze masterproef. Ten slotte ook een woord van dank voor de experts die tijd wilden vrij maken voor een interview over het toegankelijk maken van programma s voor personen met een auditieve of visuele handicap.

4 Abstract In deze masterproef gaan we na hoe programmavoorschriften in functie van personen met een visuele of auditieve handicap evolueren. In de Europese Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten verplicht artikel 7 de lidstaten hun mediadiensten aan te sporen het aanbod toegankelijk te maken voor personen met een auditieve of visuele handicap. De richtlijn moet in alle lidstaten omgezet worden in hun mediawetgeving. We merken dat de Europese richtlijn veel ruimte laat voor interpretatie van het artikel waardoor de regulering in de lidstaten sterk verschilt. Uit de vergelijking tussen de regulering in de Vlaamse Gemeenschap, Nederland, Groot-Brittannië en de Federatie Wallonië-Brussel blijkt dat Groot-Brittannië koploper is. Al in 2004 stelde Ofcom de Code on Television Acces Services op met duidelijke richtlijnen voor ondertiteling, audiodescriptie en gebarentaal voor alle zenders. In Nederland zijn er enkel verplichtingen voor ondertiteling opgenomen in het Mediabesluit. In artikel 151van het Vlaams mediadecreet van 2009 zijn enkel concrete doelstellingen opgenomen voor het ondertitelen van nieuws en informatieprogramma s. Het Vlaams Parlement werkt nog steeds aan en duidelijk tijdspad en quota voor andere technieken en programma s. Dit jaar werd een nieuwe beheersovereenkomst met de VRT van kracht met duidelijke doelstelling voor ondertiteling, audiodescriptie, gesproken ondertiteling en gebarentaal. Ook in de Federatie Wallonië-Brussel zijn er sinds 2011 concrete verplichtingen voor alle zenders. De Vlaamse zenders leveren grote inspanningen om hun aanbod toegankelijk te maken voor personen met een auditieve of visuele handicap. Ze lijken de doelstellingen van het Vlaamse mediadecreet en de beheersovereenkomst waar te maken. Daar zien de Vlaamse Regulator voor de Media en de Vlaamse Regering ook op toe. Uit interviews met Vlaamse verenigingen die lobbyen voor meer toegankelijke televisie blijkt dat zij toch nog enkele bijkomende wensen hebben.

5 Inhoudstafel Inleiding... 1 Lijst van gebruikte afkortingen... 4 Methodologie... 6 DEEL 1: ONTWIKKELINGEN OP HET VLAK VAN REGULERING... 8 Hoofdstuk 1: Ontwikkelingen op het vlak van Europese regulering Europa voor personen met een handicap Europese regelgeving met betrekking tot de media Media en Europese samenwerking Van Television Without Frontiers naar Audiovisual Media Services Implementatie van de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten door de lidstaten Hoofdstuk 2: Implementatie in de Vlaamse wetgeving Vlaams mediadecreet Beheersovereenkomst van de Vlaamse Radio- en Televisieomroep met de Vlaamse Gemeenschap Openbare omroep in Vlaanderen Beheersovereenkomst en beheersovereenkomst Beheersovereenkomst De huidige beheersovereenkomst Toezicht op het naleven van de bepalingen Hoofdstuk 3: Een vergelijking met de Federatie Wallonië-Brussel, Nederland en Groot- Brittannië Enkel ondertiteling verplicht in Nederland Groot-Brittannië en de Federatie Wallonië-Brussel gaan verder Code on Television Acces Services Bepalingen van Le Conseil Supérieur de l Audiovisuel (CSA) Conclusie deel 1: Ontwikkelingen op het vlak van regulering... 28

6 DEEL 2: TECHNIEKEN TER BEVORDERING VAN DE TOEGANKELIJKHEID VAN AUDIOVISUELE MEDIADIENSTEN Hoofdstuk 4: Technieken ter bevordering van de toegankelijkheid van audiovisuele mediadiensten Ondertitels via teletekst Teletekst voor personen met een auditieve handicap Teletekst voor personen met een visuele handicap Gesproken ondertitels Audiodescriptie Tolk Vlaamse Gebarentaal Programma s gemaakt voor en door personen met een auditieve of visuele handicap Dubben Digitale televisie Conclusie deel 2:Technieken ter bevordering van de toegankelijkheid van audiovisuele mediadiensten DEEL 3: INSPANNINGEN VAN DE VLAAMSE OMROEPEN Hoofdstuk 5: Inspanningen van openbare omroep VRT T Gesproken ondertitels Audiobeschrijving Tolk Vlaamse Gebarentaal Televisieprogramma s voor en door personen met een auditieve of visuele handicap Online aanbod Overleg Hoofdstuk 6: Inspanningen van commerciële omroep VTM T Gesproken ondertiteling Tolk Vlaamse Gebarentaal Audiodescriptie Online aanbod Hoofdstuk 7: Inspanningen van andere Vlaamse zenders... 50

7 Conclusie deel 3: Inspanningen van de Vlaamse omroepen DEEL 4: VERDERE WENSEN VAN PERSONEN MET EEN AUDITIEVE OF VISUELE HANDICAP Hoofdstuk 8: Wensen van personen met een auditieve handicap Doven en slechthorenden in Vlaanderen De Vlaamse Gebarentaal (VGT) Verenigingen Wensen Hoofdstuk 9: Wensen van personen met een visuele handicap Blinden en slechtzienden in Vlaanderen Verenigingen Wensen Conclusie deel 4: Verdere wensen van personen met een auditieve of visuele handicap ALGEMENE CONCLUSIE VERDER ONDERZOEK GERAADPLEEGDE BRONNEN Afgenomen interviews BIJLAGEN Topiclijst expertinterview Erik Desnerck Topiclijst expertinterview Filip Verstraete Topiclijst expertinterview Helga Stevens Topiclijst expertinterview Ria Decoopman Topiclijst expertinterview Veerle Haverhals... 82

8 Inleiding Dit jaar gebeurde er in Vlaanderen heel wat rond toegankelijkheid van televisie voor personen met een visuele of auditieve handicap. Het T888-symbool verschijnt voor steeds meer Nederlandstalige programma s. Bij de afleveringen van Witse kan men audiodescriptie activeren opdat ook blinden en slechtzienden het verhaal zouden kunnen volgen. Heel recent, op 5 mei 2012, werd gestart met het tolken van de Week van Karrewiet naar de Vlaamse Gebarentaal. We zien deze veranderingen op ons scherm en kunnen ons afvragen waarom al deze initiatieven net nu genomen worden. In de literatuur vinden we weinig terug over de wetgeving die de Vlaamse zenders ertoe verplicht dergelijke initiatieven te nemen. In deze masterproef stellen we ons dan ook tot doel om de meest recente ontwikkelingen in verband met programma s voor en de programmavoorschriften in functie van personen met een visuele of auditieve handicap in kaart te brengen. Daarvoor moeten we eerst onderzoeken wat er op Europees niveau gebeurt rond deze problematiek. De Vlaamse Regering moet in haar wetgeving immers de Europese richtlijnen en bepalingen implementeren. De Richtlijn Televisie Zonder Grenzen die in 1989 werd opgesteld, vormde de hoeksteen van het Europese beleid met betrekking tot de audiovisuele media. De richtlijn werd al verschillende malen gewijzigd en ten slotte in 2010 omgedoopt tot de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten. In deze masterproef wordt nagegaan welke bepalingen in de richtlijn opgenomen worden voor meer toegankelijke televisie. Over de richtlijnen is immers al veel geschreven, maar zelden wordt hierbij ingezoomd op de toegankelijkheid van televisie voor personen met aan auditieve of visuele handicap. We kaderen dit in de andere inspanningen die de Europese Unie doet om personen met een handicap zo goed mogelijk te integreren in alle aspecten van de maatschappij. Vervolgens gaan we na op welke manier de supranationale bepalingen voor toegankelijke televisie geïmplementeerd worden in de Vlaamse regulering voor de audiovisuele media. Alle Vlaamse audiovisuele media moeten zich houden aan de bepalingen van het mediadecreet, waarvan de meest recente versie werd opgesteld in Tussen de VRT en de Vlaamse Gemeenschap wordt daarnaast ook vijfjaarlijks een beheersovereenkomst afgesloten waarin de openbare omroep extra opdrachten krijgt. Dit jaar werd de beheersovereenkomst voor de periode van kracht. We gaan na welke bepalingen er opgenomen worden om het programma-aanbod meer toegankelijk te maken voor personen met een auditieve of visuele handicap. Daarna maken we ook een vergelijking met de regulering met betrekking tot deze problematiek in Nederland, Groot-Brittannië en de Federatie Wallonië-Brussel. Door Vlaamse verenigingen die 1

9 lobbyen rond programma s voor en programmavoorschriften in functie van personen met een auditieve of visuele handicap wordt immers vaak verwezen naar de realisaties in die landen of regio. Vervolgens brengen we ook in kaart welke technieken er allemaal bestaan en gebruikt worden om televisieprogramma s toegankelijk te maken voor doven, slechthorenden, blinden en slechtzienden. De facultatieve ondertiteling van Nederlandstalige tv-programma s via teletekst is de meest bekende, maar er bestaan ook andere technieken. Dan gaan we na welke concrete initiatieven de Vlaamse omroepen al genomen hebben om hun aanbod meer toegankelijk te maken aan de hand van die technieken. We focussen daarbij op de verwezenlijkingen van VRT en VTM. Zij hebben de meeste nieuwsuitzendingen en informatieprogramma s en net aan deze programma s worden meest verplichtingen opgelegd. De openbare omroep heeft bovendien meer uitgebreide verplichtingen. We gaan ook kort in op de verwezenlijkingen van de andere omroepen. Op die manier kunnen we evalueren in welke mate ze de in de regulering vooropgestelde doelstellingen al konden realiseren en welke inspanningen ze verder nog zullen leveren. Ten slotte wordt er nagegaan hoe de belangengroepen die lobbyen voor toegankelijkere televisie reageren op de recente wijzigingen en waar volgens hen nog hiaten zijn. Naar aanleiding van de nieuwste beheersovereenkomst en het nieuwste mediadecreet konden zij al adviezen uitbrengen. We gaan na in welke mate daarmee rekening gehouden werd en wat ze nog graag anders hadden gezien. De centrale vraag die we willen beantwoorden, is hoe programmavoorschriften in functie van personen met een visuele of auditieve handicap de laatste jaren geëvolueerd zijn. Daarbij willen we dieper ingaan op volgende deelvragen. Welke technieken worden ingezet om televisie toegankelijker te maken voor personen met een auditieve of visuele handicap? Welke programmavoorschriften in functie van personen met een auditieve of visuele handicap vaardigt de Europese Unie uit en hoe zijn die doorheen de jaren geëvolueerd? Hoe worden deze bepalingen omgezet in de Vlaamse mediaregulering? Welke verplichtingen voor het toegankelijk maken van programma s worden er in het Vlaamse mediadecreet opgelegd aan de openbare en commerciële omroepen? Welke extra verplichtingen krijgt de openbare omroep opgelegd in de beheersovereenkomst met de Vlaamse Gemeenschap? Hoe implementeren andere Europese landen de bepalingen in de Europese richtlijn voor meer toegankelijke televisie? We focussen op de situatie in de Federatie Wallonië-Brussel, Nederland en Groot-Brittannië. 2

10 Welke initiatieven namen de Vlaamse omroepen al om hun aanbod meer toegankelijk te maken voor personen met een auditieve of visuele handicap? In welke mate behalen de Vlaamse omroepen de doelstellingen van het mediadecreet en de beheersovereenkomst? Hoe tevreden zijn de lobbyende belangenverenigingen van personen met een auditieve of visuele handicap met het huidige Vlaamse mediabeleid? 3

11 Lijst van gebruikte afkortingen Art. = Artikel BBC = British Broadcasting Corporation BCBS = Belgische Confederatie voor Blinden en Slechtzienden BRT = Belgische Radio- en Televisieomroep BRTN = Belgische Radio- en Televisieomroep Nederlandstalige Uitzendingen CAB = Communicatie Assistentie Bureau CSA = Le Conseil Supérieur de l Audiovisuel DTV4All = Digital Television for All EBU = European Broadcasting Union EEG = Europese Economische Gemeenschap EGKS = Europese Gemeenschap van Kolen en Staal EU = Europese Unie Euratom = Europese Gemeenschap voor Atoomenergie EVRM = Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Fevlado = Federatie van Vlaamse Dovenverenigingen ICT = Informatie- en Communicatietechnologie NORTV = Niet-Openbare Regionale Televisieomroepen NOS = Nederlandse Omroep Stichting N-VA = Nieuw-Vlaamse Alliantie Ofcom = Office of Communications ProVO = Programmabewerking, -Vertaling en -Ondertiteling RTB = Radiodiffusion-Télévision Belge RTV = Regionale Televisie (voor de Kempen en Mechelen) SBPV = Slechtzienden- en Blinden-Platform Vlaanderen SBS = Scandinavian Broadcasting System SMOG = Spreken Met Ondersteuning van Gebaren T888 = Teletekst pagina 888 UVRM = Universeel Verdrag voor de Rechten van de Mens VAPH = Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap VGT = Vlaamse Gebarentaal VMMa = Vlaamse Media Maatschappij VN = Verenigde Naties VOD = Video On Demand 4

12 VRM = Vlaamse Regulator voor de Media VRT = Vlaamse Radio- en Televisieomroep VTM = Vlaamse Televisie Maatschappij 5

13 Methodologie Informatie om op de onderzoeksvragen te antwoorden verzamelden we aan de hand van literatuurstudie, secundaire data-analyse en expertinterviews. Tijdens de eerste stap van het onderzoek verzamelden we literatuur rond ons thema. Er bestaat vooral literatuur die verwijst naar theoretische kennis van de technieken, de wetgeving en de doven- en blindengemeenschap. De literatuur rond het toegankelijk maken van televisie voor personen met een auditieve of visuele handicap die empirisch van aard is, was vrij beperkt. Daarnaast analyseerden we ook andere data. Secundaire data-analyse is de verzamelnaam voor verschillende onderzoeksstrategieën die als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat ze al bestaande gegevens als bron gebruiken. Die bronnen kunnen onder andere bestaand cijfermateriaal of bestaande datasets zijn. Het kan ook gaan om tekstdocumenten zoals berichten in de massamedia, gerechtelijke beslissingen en parlementaire discussies (Lievens, 2006, p. 344). Er wordt voor dit onderzoek vooral gebruikt gemaakt van die laatste soort secundaire data. De voornaamste bronnen waren uiteraard de documenten met regulering rond deze problematiek, zoals de Vlaamse mediadecreten, de beheersovereenkomsten tussen de VRT en de Vlaamse Gemeenschap en de Europese richtlijnen. Op dezelfde manier kon ook de regeulering rond dit onderwerp in Nederland, Groot-Brittannië en de Federatie Wallonië-Brussel geanalyseerd worden. Daarnaast was ook heel wat informatie terug te vinden in de verslagen van hoorzittingen of parlementaire vragen rond dit thema. Om over de meest recente informatie te kunnen beschikken, werden daarnaast ook expertinterviews afgenomen. Het betreft het interviewen van sleutelinformanten of van personen die goed zijn geïnformeerd over het thema (Cambré & Waege, 2006, p. 323). De geïnterviewden waren experts op het domein van toegankelijke televisie voor personen met een auditieve of visuele handicap. Door eerst heel wat literatuur en andere data door te nemen, konden de voornaamste experts geïdentificeerd worden. N-VA-politicus Helga Stevens is het enige dove Vlaams parlementslid en volgt op de voet wat er in Vlaanderen gebeurt op het vlak van regulering rond programmavoorschriften in functie van personen met een auditieve of visuele handicap. Zij lag mee aan de basis van de bepalingen hier rond in het mediadecreet van Erik Desnerck is hoofd van de dienst programmabewerking, -vertaling en -ondertiteling (ProVO) bij de openbare omroep en leidt het toegankelijkheidsoverleg tussen de VRT en de belangengroepen. Hij 6

14 is op de hoogte van alle plannen die er bij de omroep gemaakt worden om het aanbod toegankelijk te maken voor personen met een auditieve of visuele handicap. Veerle Haverhals is bij de commerciële omroep VTM verantwoordelijk voor de ondertitelredactie. Zij is op de hoogte van de plannen van die zender. Filip Verstraete is adjunct-directeur van de Federatie van Vlaamse Dovenverenigingen (Fevlado) en verdedigt de belangen van de dovengemeenschap als er overleg gepleegd wordt over het toegankelijk maken van televisie. De organisatie lobbyt sterk rond dat thema. Dezelfde rol heeft Ria Decoopman als het om de belangen van blinden en slechtzienden gaat. Zij was jaren nationaal voorzitter van Licht en Liefde en is nu nog sterk geëngageerd binnen de Belgische Confederatie voor Blinden en Slechtzienden (BCBS) en het Blinden- en Slechtziendenplatform Vlaanderen (SBPV). Binnen het SBPV werkt men volop aan een duidelijk standpunt rond het toegankelijk maken van Vlaamse audiovisuele media. In de uitgebreide interviews konden deze experts heel wat interessante, recente en vernieuwende informatie geven. Voor de interviews werd telkens een topiclijst opgesteld. Een topiclijst is een lijst met onderwerpen en subonderwerpen op basis van de probleemstelling (Cambré & Waege, 2006, p. 333). Het is de bedoeling dat die topics tijdens het interview aan bod komen in willekeurige volgorde. De interviewer probeert met de vragen in te spelen op de topics die door de geïnterviewde aangehaald worden. De topiclijsten werden opgenomen in de bijlage. Het betreft dus een kwalitatieve methode. Daarom kunnen hier niet dezelfde parameters voor geldigheid en betrouwbaarheid worden gebruikt als bij kwantitatief onderzoek. Geldigheid en betrouwbaarheid kunnen wel zo hoog mogelijk gehouden worden door rekening te houden met enkele bepalende factoren zoals een kritische maar tegelijk open onderzoekshouding tijdens het interview en het opnemen van een objectieve interviewrol (Cambré & Waege, 2006, p ). Met die factoren werd rekening gehouden tijdens de interviews. Daarenboven werden antwoorden op objectieve vragen ook steeds getoetst aan externe informatie uit andere bronnen. 7

15 Deel 1: Ontwikkelingen op het vlak van regulering Op welke manier de audiovisuele media hun programma-aanbod meer toegankelijk moeten maken voor personen met een auditieve of visuele handicap wordt op verschillende niveaus gereguleerd. De Europese Unie stelt richtlijnen op en die worden door de lidstaten geïmplementeerd in de nationale wetgeving. Zij hebben een grote mate van vrijheid bij het concretiseren van de Europese bepalingen waardoor er opmerkelijke verschillen zijn tussen de regulering in de verschillende landen. We gaan eerst dieper in op de maatregelen voor meer toegankelijke televisie die in de Vlaamse Gemeenschap genomen worden en maken dan een vergelijking met de regulering in de Federatie Wallonië-Brussel, Nederland en Groot-Brittannië. Door Vlaamse verenigingen die lobbyen rond programmavoorschriften in functie van personen met een auditieve of visuele handicap wordt immers vaak verwezen naar de realisaties in die landen of regio. 8

16 Hoofdstuk 1: Ontwikkelingen op het vlak van Europese regulering 1.1 Europa voor personen met een handicap De Europese Unie voert op verschillende manieren een beleid dat ervoor moet zorgen dat personen met een handicap niet gediscrimineerd worden en ten volle geïntegreerd zijn in de Europese samenleving. In 1950 werd het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) opgesteld, in navolging van het Universeel Verdrag voor de Rechten van de Mens (UVRM). Aanvankelijk was dat verdrag niet bindend voor de (voorlopers van de) Europese Unie, maar sinds 1998 moeten alle lidstaten het EVRM onderschrijven. Eind jaren 90 werd er beslist om alle verdragen, overeenkomsten en verklaringen die te maken hebben met mensenrechten in de EU te bundelen in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Het handvest beschrijft alle mensenrechten die gelden in de EU. Het werd tijdens de Europese top van Nice plechtig afgekondigd (Vande Lanotte & Haeck, 2004, p. 4-8). In twee artikels van het handvest wordt er letterlijk verwezen naar personen met een handicap. Art. 21: Elke discriminatie, met name op grond van geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuigingen, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele geaardheid, is verboden. Art. 26: De Unie erkent en eerbiedigt het recht van personen met een handicap op maatregelen die beogen hun zelfstandigheid, hun maatschappelijke en beroepsintegratie en hun deelname aan het gemeenschapsleven te bewerkstelligen. Mensen met een handicap mogen met andere woorden op geen enkele manier gediscrimineerd worden en hebben recht op specifieke maatregelen die hun integratie in alle aspecten van de maatschappij vergemakkelijken. Bovendien doopte de Europese Unie 2003 om tot het Europese Jaar voor Personen met een Handicap. Er werd gesensibiliseerd rond de problematiek, onderzoek gedaan naar de drempels voor gelijke kansen en nagegaan op welke manier men de verder integratie van personen met een handicap in de Europese samenleving zou kunnen stimuleren (Europa, 2006). In 2004 werd op basis van de ondervindingen een Europees actieplan 1 opgesteld om tegen 2010 meer gelijke kansen te creëren voor 1 COM(2003)650: Gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan ( ) 9

17 personen met een handicap. Daarin wordt vooral gesproken over het toegankelijk maken van openbare gebouwen, werkgelegenheid voor personen met een handicap en hun integratie in de maatschappij. Maar er wordt ook al de geopperd dat toegang tot de verschillende media een cruciale factor kan zijn bij het bevorderen van die integratie. Sinds 2010 is er een nieuw actieplan 2 om de integratie van personen met een handicap in de Europese Unie te bevorderen tegen De toegankelijkheid die personen moeten hebben tot media komt hierin meer op de voorgrond te staan. Hoewel het hier nog vooral over toegang tot informatie via het web en andere communicatietechnologieën gaat, verwijst men ook al naar de nood aan meer ondertiteling en audiodescriptie op televisie. Om toegang tot verschillende diensten en producten voor personen met een handicap af te dwingen wordt er ook gewerkt aan een Europese Accessibility Act. Daarin moet vastgelegd worden aan welke standaarden producten en diensten moeten voldoen om zo toegankelijk mogelijk te zijn voor personen met een handicap (Euractiv, 2011). Aan de hand van de actieplannen wil de EU ook tegemoet komen aan de bepalingen van het VN- Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap dat de Europese Unie in 2007 ondertekende. Het verdrag streeft op verschillende vlakken naar gelijke rechten voor personen met een handicap. Ook hier vinden we verwijzingen terug naar het recht op toegang tot informatie, communicatie en media. Artikel 9 van het verdrag beschrijft het recht op toegankelijkheid. De ondertekenende landen moeten personen met een handicap in staat stellen zelfstandig te leven en net als anderen deel te nemen aan alle facetten van het leven. Om dat te bekomen, moeten zij ook toegang hebben tot informatie en communicatie. De staten worden ook aangespoord om de ontwikkeling van technologieën die de toegang tot informatie en communicatie bevorderen te stimuleren. Ook artikel 21 van het verdrag beschermt het recht op toegang tot informatie. Personen met een handicap moeten zonder extra kosten dezelfde informatie kunnen verkrijgen. De massamedia moeten ertoe aangezet worden hun aanbod toegankelijk maken voor personen met een handicap. Artikel 21 verwijst daarbij ook naar het inzetten van gebarentaal: staten moeten het gebruik van gebarentalen erkennen, bevorderen en inzetten bij het toegankelijk maken van informatie. Ten slotte gaat het in artikel 30 over het recht van personen met een handicap om even veel en op een zelfde manier deel te nemen aan het culturele leven, waar televisieprogramma s als deel van gezien worden. Europa ratificeerde in 2010 het VN-verdrag en 19 van de 27 lidstaten van de EU ratificeerden ook al individueel het verdrag. 2 COM(2010)636: Europese strategie inzake handicaps : Een hernieuwd engagement voor een onbelemmerd Europa 10

18 1.2 Europese regelgeving met betrekking tot de media Media en Europese samenwerking De grondvesten voor de Europese Unie werden gelegd toen in 1952 de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) werd opgericht in Parijs. In 1958 werden in Rome ook de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) en de Europese Economische Gemeenschap (EEG) opgericht. Oorspronkelijk waren de media geen Europese bevoegdheid; ze werden niet vermeld in de verdragen. De founding fathers van de EU waren er immers van overtuigd dat culturele aangelegenheden een nationale bevoegdheid moesten blijven en focusten zich vooral op economische samenwerking (Paraschos, 1998, p.24). Pas in het Verdrag betreffende de Europese Unie 3 waarmee de Europese Unie opgericht werd, staat er een expliciete verwijzing naar de audiovisuele sector. Daarin heeft men het onder andere over de vrijheid van meningsuiting en mediapluralisme, de publieke omroepen en persvrijheid in de lidstaten 4. Het huidige Europese mediabeleid focust op de audiovisuele media. Dat komt onder andere door het sterke lobbyen van de European Broadcast Union (Goldberg, Prosser & Verhulst, 1998, p. 8). De EBU is de grootste associatie van broadcasters in de wereld. Deze niet-gouvernementele organisatie spoort zijn leden ook aan om tegemoet te komen aan de noden van kijkers met een auditieve of visuele handicap en vraagt aan de Europese Unie om duidelijke richtlijnen uit te werken (European Broadcasting Union, 2003). In haar mediabeleid heeft de EU ook nog steeds vooral aandacht voor de commerciële en economische dimensie van de media en voor de audiovisuele sector als belangrijke werkgever in Europa. Daarnaast zet men ook sterk in op het stimuleren van Europese producties aan de hand van verschillende ondersteuningsprogramma s. In het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie vormt artikel 11 de hoeksteen van het Europese mediabeleid. Art. 11: 1. Eenieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. 2. De vrijheid en de pluriformiteit van de media worden geëerbiedigd. 3 Of: Verdrag van Maastricht (1993), later gewijzigd door het Verdrag van Amsterdam (1999), het Verdrag van Nice (2003) en het Verdrag van Lissabon (2009). 4 Artikel 11 en protocol 9 11

19 Het artikel vertoont sterke gelijkenissen met artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daarin wordt echter niets gezegd over pluriformiteit van de media. In artikel 10 van het EVRM worden in de tweede paragraaf ook beperkingen opgelegd aan het recht op vrije meningsuiting, wat we in artikel 11 van het handvest niet terugvinden. In artikel 52, 53 en 54 wordt wel gespecificeerd hoe en in welke mate lidstaten eventueel beperkingen kunnen opleggen Van Television Without Frontiers naar Audiovisual Media Services In 1984 presenteerde de Europese Commissie al een groenboek 5 ter oprichting van een gemeenschappelijke markt inzake broadcasting via satelliet en kabel en in 1987 volgde een groenboek ter ontwikkeling van een gemeenschappelijke markt voor telecommunicatiediensten en uitrusting (Europese Commissie, n.d.a). Er werd in de documenten gepleit voor de eenmaking van de markt op het vlak van televisie en er werd gediscussieerd over de regulering die daartoe nodig zou zijn. In navolging daarvan vaardigde de toenmalige EEG in 1989 de Richtlijn Televisie Zonder Grenzen uit, die de basis legde voor het huidige Europese beleid met betrekking tot audiovisuele media. De richtlijn berust op twee fundamentele beginselen: het vrije verkeer van Europese televisieprogramma's binnen een interne Europese markt en de verplichting voor televisieomroeporganisaties om zo veel mogelijk meer dan de helft van hun zendtijd voor Europese producties te reserveren. De Richtlijn Televisie Zonder Grenzen beoogt eveneens de bescherming van bepaalde belangrijke doelstellingen van algemeen belang zoals culturele verscheidenheid, de bescherming van minderjarigen en het recht van weerwoord (Europese Unie, 2008). In 1997 werd de richtlijn op verschillende vlakken geüpdatet. Wheeler (2004, p. 354) wijst erop dat vooral de evenementenregeling 6 een belangrijke aanvulling was. Daarnaast kwam er ook meer klemtoon te liggen op het beschermen van minderjarigen. Ondertussen vervaagden de grenzen tussen media, telecommunicatie en informatietechnologiesectoren en in het veranderende medialandschap was er nood aan een nieuw soort richtlijn (Burri-Nenova, 2007, p. 1711). Vanaf 2001 werd de richtlijn in verschillende fasen herzien en in 2007 kwam er een nieuwe richtlijn onder de naam Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten Zonder Grenzen. In 2010 werd de richtlijn gecoördineerd en kreeg die de nieuwe naam Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten. Belangrijk is dat men het in deze nieuwste richtlijn niet enkel meer heeft over traditionele televisie, maar wel over 5 Discussiestuk ter voorbereiding van een richtlijn 6 De evenementenregeling laat elke lidstaat toe een lijst evenementen van algemeen maatschappelijk belang op te stellen. Die evenementen moeten uitgezonden worden op een open kanaal. 12

20 audiovisuele mediadiensten 7 in het algemeen. Daaronder vallen ook non-lineaire diensten zoals video on demand. Oorspronkelijk brachten de Commissie en de Raad de problematiek van het toegankelijk maken van televisie niet ter sprake bij deze wijzigingen. Het initiatief kwam vanuit het Europees Parlement (Castendyk, Dommering & Scheuer, 2008, p. 879). Na overleg tussen de drie Europese instellingen werd er uiteindelijk toch voor het eerst een artikel opgenomen waarin expliciet bepaald wordt dat lidstaten hun commerciële en openbare media-aanbieders ertoe moeten aanzetten programma s toegankelijk te maken voor personen met een auditieve of visuele handicap. Art.7: De lidstaten sporen de onder hun bevoegdheid vallende aanbieders van mediadiensten aan ervoor te zorgen dat hun diensten gefaseerd toegankelijk worden voor personen met een visuele of auditieve handicap. In overweging 64 wordt er ook een opsomming gegeven van de mogelijke middelen om dat te verwezenlijken: gebarentaal, ondertiteling, audiodescriptie en gemakkelijk te begrijpen menunavigatie. Het artikel is nog weinig concreet over de te behalen doelstellingen. De lidstaten hebben dus een grote mate van vrijheid bij het implementeren van dit artikel in hun nationale wetgeving Implementatie van de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten door de lidstaten Alle Europese lidstaten moeten de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten omzetten naar hun nationale wetgeving met betrekking tot de audiovisuele media. In hun wetgeving moeten ze volgens artikel 7 dus de aanbieders van mediadiensten aansporen om hun diensten toegankelijk te maken voor personen met een visuele of auditieve handicap. In artikel 26 van de richtlijn wordt bepaald dat de Europese Commissie ten laatste op 19 december 2011 verslag moet uitbrengen aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité over de toepassing van de richtlijn. Tot op heden is er echter nog geen rapport over de toepassing van de richtlijn. Dat komt er nog dit jaar (Europese Commissie, n.d.b). 7 Zie artikel 1 van de richtlijn 13

21 Hoofdstuk 2: Implementatie in de Vlaamse wetgeving In de Belgische grondwet 8 is bepaald dat culturele aangelegenheden een gemeenschapsbevoegdheid zijn. De Vlaamse radio- en televisieomroepen vallen hierdoor onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap. In haar wetgeving rond media moet de Vlaamse Gemeenschap rekening houden met de richtlijnen en verdragen die op het supranationale niveau opgesteld worden. Alle Vlaamse audiovisuele media, zowel commerciële als openbare, moeten zich houden aan de bepalingen van het Vlaams mediadecreet. Met de VRT wordt daarnaast ook een beheersovereenkomst afgesloten. 2.1 Vlaams mediadecreet In het Vlaams mediadecreet worden verplichtingen vastgelegd voor de openbare en de commerciële omroepen. Het meest recente mediadecreet werd opgesteld in Daarin worden de bepalingen van de Europese Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten omgezet naar verplichtingen voor de Vlaamse media. In artikel 151 van het nieuwste mediadecreet wordt decretaal vastgelegd welke inspanningen de omroepen moeten doen om hun programma s meer toegankelijk te maken voor personen met een auditieve of visuele handicap. Art. 151: De openbare omroeporganisatie van de Vlaamse Gemeenschap en de private televisieomroeporganisaties maken een aanzienlijk deel van hun omroepprogramma toegankelijk voor personen met een visuele of auditieve handicap. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van ondertiteling, audiobeschrijving, gebarentaal en auditieve ondertiteling. Met ingang van 1 januari 2010 of nadat de private televisieomroeporganisaties, gedurende zes opeenvolgende maanden een gemiddeld marktaandeel van 2 percent behalen, voldoen zij aan de volgende voorwaarden binnen de hierna bepaalde termijnen: - volledige ondertiteling binnen twaalf maanden van het hoofdjournaal. Dit is het journaal met gemiddeld het hoogste kijkcijfer; - volledige ondertiteling van alle journaals en 90 procent van de informatieprogramma's binnen 36 maanden. De Vlaamse Regering legt voor andere ondertiteling dan bedoeld in het derde lid van dit artikel, voor audiobeschrijving, voor gebarentaal en voor auditieve ondertiteling een tijdspad en quota op. 8 artikel 127, 1, 1º G.W. 14

22 De Vlaamse Regering verstrekt voor elke techniek voor het toegankelijk maken van televisiediensten, subsidies. Het artikel van het mediadecreet blijft op veel vlakken nog vaag. Er zijn eigenlijk enkel concrete bepalingen voor het ondertitelen van journaals en informatieprogramma s. Het artikel legt duidelijk de nadruk op het toegankelijk maken van nieuws- en duidingprogramma s. Uit een interview met de belangenvereniging voor doven Fevlado bleek dat dit komt doordat de organisatie naar aanleiding van het nieuwste mediadecreet sterk lobbyde voor het toegankelijk maken van informatieve programma s en vooral nieuwsuitzendingen (Fevlado, persoonlijke mededeling, 2012, 23 februari). Ook al vóór het afsluiten van het nieuwe mediadecreet werden er verschillende initiatieven genomen om meer nieuwsuitzendingen te ondertitelen. In 2006 werd al beslist dat alle Vlaamse omroepen die nieuws uitzenden teletekstondertiteling moeten voorzien voor hun journaals. De zenders kregen daarvoor ook subsidies toegewezen (Remael, 2007, p. 25). Sindsdien krijgt elke Vlaamse regionale televisiezender jaarlijks euro subsidies om te investeren in ondertiteling. RTV krijgt er euro subsidies voor omdat die zender in twee volledig gescheiden nieuwsuitzendingen voorziet. Met die middelen moeten ze ervoor zorgen dat op weekdagen minstens 90 % van de avondlus van de journaals vanaf 20u ondertiteld wordt (Lieten, 2011, p ). Er worden steekproeven genomen door de bevoegde administratie om na te gaan of er ondertiteling is en of die van voldoende hoge kwaliteit is. In 2007 kreeg de Vlaamse Mediamaatschappij euro subsidies om het journaal van 19u op VTM live te kunnen ondertitelen. In 2008 kreeg de VMMa ook euro subsidies om het ondertitelen van het 19u-journaal te kunnen uitbreiden naar het digitale tv-signaal. De mediamaatschappij blijft subsidies krijgen om dat te kunnen blijven aanbieden, maar het bedrag wordt geleidelijk aan afgebouwd. In 2009 kreeg VMMa nog euro en in 2010 nog euro. In 2011 diende de maatschappij een subsidieaanvraag in voor een bedrag van ,76 euro, maar dat werd nog niet goedgekeurd (Vlaamse Regering, 2011). Sinds 2010 krijgt men ook subsidies om het journaal te voorzien van gesproken ondertiteling (Lieten, 2011, p ; De Serrano, 2008). De verplichtingen voor de openbare omroep met betrekking tot het ondertitelen van het journaal werden vastgelegd in de beheersovereenkomst voor de periode (cfr Beheersovereenkomst ). Voor het ondertitelen van andere programma s stelt het mediadecreet nog geen concrete doelen. De omroepen moet een aanzienlijk deel ervan toegankelijk maken voor personen met een auditieve of visuele handicap, maar er wordt nergens vastgelegd hoe groot dat deel dan moet zijn. Ook over het gebruiken van andere technieken dan ondertiteling wordt hier nog niets concreet gemaakt. De Vlaamse 15

23 Regering moet een tijdspad en quota opstellen, maar de uitwerking ervan liep vertraging op. Een medewerkster van het Departement Jeugd, Cultuur, Sport en Media bevestigde in een dat die nog voor het zomerreces aan het Vlaams Parlement voorgelegd zou worden (De Pauw, persoonlijke mededeling, 2012, 4 mei). Dat gaat van start op 11 juli Toen over het nieuwe mediadecreet onderhandeld werd, was Geert Bourgeois (N-VA) minister van Media. Tegelijkertijd zetelde Helga Stevens als enige dove voor N-VA in het Vlaams Parlement, waar zij hevig streed voor het toegankelijk maken van programma s voor doven. Dat kan een verklaring zijn voor het feit dat er vooral gefocust wordt op ondertiteling ten behoeve van personen met een auditieve handicap. 2.2 Beheersovereenkomst van de Vlaamse Radio- en Televisieomroep met de Vlaamse Gemeenschap De Vlaamse openbare omroep moet de bepalingen van het mediadecreet respecteren. In artikel 16 tot en met 21 van het Vlaamse mediadecreet wordt bovendien bepaald dat er vijfjaarlijks een beheersovereenkomst wordt afgesloten tussen de openbare omroep en de Vlaamse Gemeenschap. Daarin worden onder andere de opdrachten en de dotatie voor de VRT vastgelegd. De eerste beheersovereenkomst werd afgesloten in Dit jaar werd een nieuwe beheersovereenkomst van kracht voor de periode Geleidelijk aan werden in de beheersovereenkomsten meer bepalingen opgenomen over het toegankelijk maken van het programma-aanbod voor personen met een auditieve of visuele handicap Openbare omroep in Vlaanderen Op 31 oktober 1953 was er voor het eerst televisie te zien in Vlaanderen. Lange tijd was het omroepgebeuren een nationale bevoegdheid. In 1960 werd er dan een onderscheid gemaakt tussen de omroepen Belgische Radio- en Televisieomroep (BRT) met Nederlandstalige uitzendingen en Radiodiffusion-Télévision Belge (RTB) met Franstalige uitzendingen. Na de grondwetwijziging die België onderverdeelde in gemeenschappen en gewesten, kreeg de BRT in 1979 een eigen statuut en omroepdecreet. In 1991 kreeg de Vlaamse omroep een nieuwe naam: BRTN. De openbare zender moest toen ook concurreren met commerciële omroepen. Het statuut, de financiering en de onafhankelijkheid van de omroep waren steeds een onderwerp van discussie in de Vlaamse Gemeenschap. Sinds 1997 is Vlaamse Radio- en Televisieomroep (VRT) de nieuwe naam voor de openbare omroep in Vlaanderen en heeft die het statuut van naamloze vennootschap van publiek recht (Saeys, 2007, p.23-40). 16

24 2.2.2 Beheersovereenkomst en beheersovereenkomst In de eerste beheersovereenkomst, die werd afgesloten in 1997, was er nog geen bepaling opgenomen over het bereiken van de specifieke doelgroep van personen met een auditieve of visuele handicap. Wel werd het de taak en de opdracht van de VRT om een zo groot mogelijk aantal kijkers te bereiken met een diversiteit van programma s die de belangstelling van de kijkers wekken en eraan voldoen. Teletekst wordt gedefinieerd als het medium dat snelst op de bal moet spelen, maar over het ondertitelen van Nederlandstalige programma s via teletekstpagina 888 wordt hier nog niet gesproken. Teletekst was toen vooral nog een medium dat op zijn pagina s het meest recente nieuws moest meegeven. Nochtans ondertitelde de teletekstredactie toen al verschillende programma s. Ook in de beheersovereenkomst voor de periode wordt nog niet expliciet verwezen naar personen met een visuele of auditieve handicap. Wel moet de VRT aandacht besteden aan minderheden, waar we in principe ook personen met een auditieve of visuele handicap kunnen bij rekenen. Daarnaast krijgt de openbare omroep de opdracht om nieuwe ICT-mogelijkheden aan te wenden om een zo groot mogelijk deel van de bevolking te bereiken. Niemand mag uitgesloten worden van de informatiemaatschappij en de dienstverlening van de openbare omroep moet universeel zijn. Ook deze bepalingen kunnen we dus linken aan het inzetten van verschillende technieken om het programma-aanbod toegankelijk te maken voor personen met een auditieve of visuele handicap Beheersovereenkomst De vorige beheersovereenkomst, die gold voor de periode , bepaalt voor het eerst expliciet dat de openbare omroep grote inspanningen moet leveren om zijn aanbod toegankelijk te maken voor slechthorenden en slechtzienden. De VRT werd verplicht om tegen % van het programmaaanbod te ondertitelen en moest onderzoeken hoe de televisieprogramma s ook voor slechtzienden toegankelijk gemaakt kunnen worden. De beheersovereenkomst specificeert nog niet dat dan moet gebeuren en legt ook nog geen deadlines op. Over technieken zoals audiodescriptie en gebarentaal wordt nog niet gesproken. Wel werd bepaald dat de VRT zijn hernieuwde websites maximaal conform het Blindsurferlabel moest realiseren. Het Blindsurferlabel werd toegekend aan websites die op een gebruiksvriendelijke manier raadpleegbaar zijn voor blinden en slechtzienden. Ondertussen is het Blindsurferlabel vervangen door het Anysurferlabel (cfr De huidige beheersovereenkomst ). 17

25 2.2.4 De huidige beheersovereenkomst Recent werd de nieuwe beheersovereenkomst voor de periode afgesloten. Daarin worden aan de VRT nog meer inspanningen gevraagd om hun aanbod toegankelijk te maken voor iedereen. Er wordt vastgelegd dat de VRT alle Vlamingen moet bereiken, waaronder ook mensen met een handicap. De omroep moet het aanbod beter afstemmen op de behoeften van deze groepen. Verder in de beheersovereenkomst worden deze algemene doelstellingen ook gespecificeerd: OD4.3: De VRT moet haar aanbod ook toegankelijk maken voor personen met een auditieve/visuele beperking. De VRT biedt daarvoor het volgende aan: -Voor blinden en slechtzienden: -T889 Gesproken ondertiteling: de VRT levert ondertitelinformatie bij alle programma s en programmaonderdelen in een andere taal dan het Nederlands, met uitzondering van een aantal programma s van de nieuwsdienst. Tegen eind 2012 zullen ook alle programma s van de nieuwsdienst voorzien zijn van ondertitelinformatie. Het signaal van de VRT is bruikbaar voor alle in Vlaanderen beschikbare toestellen waarbij tekst wordt omgezet in spraak. Bij alle programma s en programmaonderdelen van de VRT in een andere taal dan het Nederlands is er dan gesproken ondertiteling voor wie een toestel heeft waarbij tekst wordt omgezet in spraak. -Audiobeschrijving/Audiodescriptie: de VRT zendt 1 (kwaliteitsfictiereeks) per jaar uit -De VRT zal haar sites maximaal het Anysurfer-label realiseren -Voor doven en slechthorenden: -T888 Teletekstondertiteling: 95 % van de programma s, uitgezonderd hosting, trailering en commerciële communicatie, wordt ondertiteld. Daarbinnen worden de nieuws- en duidingprogramma s 100 % ondertiteld tegen eind De VRT hanteert daartoe een stappenplan met tussentijdse streefcijfers en stelt de beschikbare ondertitels ook beschikbaar op andere platformen tegen eind Gebarentaal: het journaal van 19u en het Ketnet-journaal worden via het open internet met gebarentaal aangeboden binnen het jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst. Dit signaal wordt ook digitaal aangeboden aan distributeurs die de service ook via interactieve digitale tv kunnen verspreiden. Het weekoverzicht van het Ketnet-journaal wordt via TV met gebarentaal aangeboden binnen het jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst. Om tegemoet te komen aan de noden van blinde en slechtziende kijkers wordt hier dus voor het eerst verwezen naar de technieken van gesproken ondertiteling en audiodescriptie. Belangrijk bij de bepalingen rond gesproken ondertiteling, is dat het aanbod van de VRT door beide bestaande 18

26 platformen voor gesproken ondertiteling moet kunnen ontvangen worden (cfr. 4.2). Men wil voorkomen dat personen die een duur toestel om ondertiteling om te zetten naar gesproken ondertiteling aanschaffen de programma s van de openbare omroep toch niet kunnen bekijken met gesproken ondertiteling. Het Blindsurferlabel uit de vorige beheersovereenkomst wordt vervangen door het Anysurferlabel. Dat wordt toegekend aan websites die toegankelijk zijn voor mensen met een functiebeperking. In tegenstelling tot bij het Blindsurferlabel kan dat naast een visuele ook een motorische beperking zijn. De website moet voldoen aan een aantal punten op het vlak van navigatie, inhoud, vormgeving en interactiviteit die opgenomen zijn in een checklist. Voor de doelgroep doven en slechthorenden wordt het quotum voor T888-ondertiteling van nieuwsen duidingprogramma s opgetrokken tot 100 %. Tegen 2014 moeten dus ook alle programma s en programmadelen die live uitgezonden worden van ondertiteling voorzien zijn. Bovendien moeten de ondertitels ook raadpleegbaar zijn op andere platformen zoals Ooit/Net gemist en deredactie.be. Voor het eerst bevat de beheersovereenkomst ook een bepaling met betrekking tot gebarentaal. Het journaal van 19u en Karrewiet moeten online aangeboden worden met een tolk Vlaamse Gebarentaal. Maar de VRT is ook verplicht om de online uitzendingen met een tolk ter beschikking te stellen van distributeurs. Zij kunnen het signaal dan ook verdelen waardoor kijkers de getolkte uitzending zullen kunnen opvragen via digitale televisie. Die programma s zal je dus online live met een tolk kunnen bekijken of met vertraging op de digitale televisie. Enkel het weekoverzicht van Karrewiet zal gewoon op televisie te zien zijn met gebarentaal. 2.3 Toezicht op het naleven van de bepalingen De Vlaamse audiovisuele media moeten de bepalingen in het Vlaams mediadecreet naleven. De Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) ziet daar als onafhankelijke toezichthouder daarop toe. De VRM nam in 2006 de taken over van de Vlaamse Kijk- en Luisterraad en de Vlaamse Geschillenraad voor Radio en Televisie. De VRM komt tussen bij eventuele geschillen en behandelt klachten over en meldingen van mogelijke inbreuken op de regelgeving. Binnen de Vlaamse Regulator voor de Media zetelen twee kamers, de algemene kamer en de kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen (VRM, n.d.). De VRM is dus ook bevoegd voor het toezicht op het naleven van artikel 151 van het mediadecreet. Men neemt onder andere zelf steekproeven inzake de naleving van de ondertitelingplicht van journaals en informatieve programma s op de Vlaamse zenders. Kijkers kunnen ook klachten indienen over het aanbod van ondertitels en de kwaliteit ervan. Gert Bulte van de onderzoekscel van de Vlaamse Regulator voor de Media liet weten dat er nog geen klachten ingediend werden wegens schendingen van deze bepaling (Bulte, persoonlijke mededeling, 2012, 6 maart). 19

27 Jaarlijks geeft de VRM ook een toezichtrapport uit over de naleving van de beheersovereenkomst door de VRT. Dat wordt bezorgd aan de Vlaamse Regering en de openbare omroep. De Vlaamse Regering houdt ook op verschillende manieren toezicht op de openbare omroep. Artikel 30 tot en met 33 van het mediadecreet bepalen op welke manier dat gebeurt. Zo wijst de Vlaamse Regering een gemeenschapsafgevaardigde aan die erop toeziet dat de VRT zijn activiteiten uitoefent conform de wetten, decreten, besluiten en de beheersovereenkomst. De VRT heeft zelf een interne-auditentiteit, die op haar beurt gecontroleerd wordt door de entiteit Interne Audit van de Vlaamse Gemeenschap. Het Rekenhof is ten slotte bevoegd voor de controle op de rekeningen van de VRT. De openbare omroep brengt ook zelf een jaarverslag uit waarin aangetoond wordt in welke mate ze de opdrachten kon vervullen. Dat rapport moet voorgelegd worden aan de Vlaamse Regering dat het op haar beurt voorlegt aan het Vlaams Parlement. Voor die verslagen wordt ook nagegaan welk percentage van de programma s de openbare omroep toegankelijk kon maken voor personen met een auditieve of visuele handicap. 20

28 Hoofdstuk 3: Een vergelijking met de Federatie Wallonië-Brussel 9, Nederland en Groot-Brittannië De bepalingen in de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten laten veel ruimte voor interpretatie voor de Europese lidstaten bij het omzetten naar hun eigen nationale wetgeving. Daarom zien we ook grote verschillen tussen de mediawetgeving in de verschillende lidstaten, ook met betrekking tot het toegankelijk maken van de mediadiensten voor personen met een auditieve of visuele handicap. We zoomen hier dieper in op de wetgeving rond toegankelijke televisie in de Federatie Wallonië-Brussel, buurland Nederland en voortrekker Groot-Brittannië. Door Vlaamse verenigingen die lobbyen rond programmavoorschriften in functie van personen met een auditieve of visuele handicap wordt immers vaak verwezen naar de realisaties in die landen of regio. In Europa is Groot-Brittannië voorloper op het vlak van initiatieven om televisie toegankelijk te maken voor personen met een auditieve of visuele handicap. Al voor de EU verplichtingen oplegde in artikel 7 van de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten, werden in de Britse Communications Act van 2003 concrete doelen voor ondertiteling, gebarentaal en audiodescriptie vastgelegd. In de Federatie Wallonië-Brussel zijn er pas sinds 2011 artikels met betrekking tot het toegankelijk maken van televisie voor personen met een auditieve of visuele handicap opgenomen in het decreet voor de audiovisuele sector. In Nederland worden aan de commerciële en openbare omroepen verplichtingen voor ondertiteling opgelegd in het Mediabesluit van 2008 dat in 2009 werd aangepast aan de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten. 3.1 Enkel ondertiteling verplicht in Nederland Momenteel gaat men in Nederland minst ver met de regulering voor het toegankelijk maken van televisie voor personen met een visuele of auditieve handicap. In het Mediabesluit worden in artikel 15 en artikel 17 verplichtingen vastgelegd voor respectievelijk de publieke mediadiensten en de commerciële omroepen. Het Mediabesluit is een nadere uitwerking van de Mediawet. 9 Sinds 2011 de nieuwe benaming voor de Franstalige Gemeenschap in België 21

29 Art. 15: 1. Het totale televisieprogramma-aanbod van de landelijke publieke mediadienst dat bestaat uit oorspronkelijk Nederlandstalige producties is voor ten minste de volgende percentages voorzien van ondertiteling ten behoeve van personen met een auditieve beperking: a. ten minste 85 procent met ingang van 1 januari 2009; b. ten minste 90 procent met ingang van 1 januari 2010; c. ten minste 95 procent met ingang van 1 januari Voor de toepassing van dit artikel worden reclame- en telewinkelboodschappen inclusief omlijsting buiten beschouwing gelaten. Art. 17: 1. Het totale programma-aanbod op een televisieprogrammakanaal van een commerciële mediainstelling met een bereik van ten minste 75 procent van alle huishoudens in Nederland dat bestaat uit oorspronkelijk Nederlandstalige producties, is voor ten minste de volgende percentages voorzien van ondertiteling ten behoeve van personen met een auditieve beperking: a. ten minste 25 procent met ingang van 1 januari 2009; b. ten minste 35 procent met ingang van 1 januari 2010; c. ten minste 50 procent met ingang van 1 januari Voor de toepassing van dit artikel worden reclame- en telewinkelboodschappen inclusief omlijsting buiten beschouwing gelaten. Er zijn enkel bepalingen opgenomen voor ondertiteling ten behoeve van personen met een auditieve beperking. Wel bevatten de artikels heel duidelijke cijfers als doelstelling voor zowel de commerciële media-instellingen als de landelijke publieke mediadienst. In artikel 15 en 17 van het Nederlandse Mediabesluit worden verplichtingen opgelegd voor alle Nederlandstalige programma s. Dat is dus anders dan in Vlaanderen waar alleen de richtlijnen voor alle programma s van de openbare omroep en voor de journaals en informatieprogramma s op andere zenders zo concreet gemaakt zijn. Voor andere technieken dan ondertiteling zijn er geen verplichtingen opgenomen in het Mediabesluit. Dat Vlaamse belangenverenigingen van personen met een auditieve handicap Nederland toch vaak als voorbeeld nemen, komt omdat de Nederlandse Omroepstischting (NOS) al lang verschillende uitzendingen van het journaal en het jeugdjournaal aanbiedt met een tolk Nederlandse Gebarentaal. Af en toe worden er ook andere programma s getolkt. De omroepstichting doet dit echter zonder dat ze er expliciet toe verplicht wordt. De meeste programma s van de Nederlandse zenders kunnen ook al bekeken worden met gesproken ondertiteling. 22

30 De zenders die aan de ondertitelingverplichting moeten voldoen, worden ook aan de hand van een ander criterium geselecteerd dan in Vlaanderen. Artikel 151 van het Vlaams mediadecreet is van toepassing op alle zenders met een marktaandeel van minstens 2 %. Artikel 17 van het Nederlandse mediabesluit geldt voor de commerciële media-instellingen met een bereik van ten minste 75 % van alle huishoudens in Nederland en uiteraard met een Nederlandstalig aanbod. In Nederland ziet het Commissariaat voor de Media toe op de naleving van de Mediawet en het Mediabesluit. Het is een zelfstandig bestuursorgaan dat tussen de politiek en de media-instellingen staat. Het Commissariaat staat onder leiding van een college van drie commissarissen die voor vijf jaar worden benoemd door de Nederlandse minister van Cultuur (CvdM, 2011). 3.2 Groot-Brittannië en de Federatie Wallonië-Brussel gaan verder In Groot-Brittannië en de Federatie Wallonië-Brussel worden in de mediawetgeving bepalingen opgenomen voor zowel ondertiteling, gebarentaal als audiodescriptie. Opvallend is dat er bij deze voorbeelden een grote rol weggelegd is voor de mediaregulatoren bij het uitschrijven van concrete doelstellingen. De bepalingen voor de Britse media worden vastgelegd in de Communications Act. Al in 2003 werd daarin bepaald op welke manier de zenders hun aanbod meer toegankelijk moeten maken voor personen met een auditieve of visuele handicap. Dat was voor de nieuwe Europese richtlijn van kracht was. De belangrijkste bepalingen zijn. Section 303: ( ) 5. The obligations to be fulfilled from the tenth anniversary of the relevant date are (a) that at least 90 per cent of so much of a Channel 3 service or of Channel 4 as consists of programmes that are not excluded programmes must be accompanied by subtitling; (b) that at least 80 per cent of so much of every other service to which this section applies as consists of programmes that are not excluded programmes must be accompanied by subtitling; (c) that at least 10 per cent. of so much of every service to which this section applies as consists of programmes that are not excluded programmes must be accompanied by audio-description for the blind; and (d) that at least 5 per cent. of so much of every service to which this section applies as consists of programmes that are not excluded programmes must be presented in, or translated into, sign language ( ). Het artikel is al behoorlijk concreet over de te bereiken doelen, maar de Ofcom (Office of Communications) krijgt ook de opdracht om een code op te stellen met concrete tussentijdse doelen en verplichtingen voor de verschillende Britse omroepen. Aan zo n tijdspad wordt in Vlaanderen nog 23

31 gewerkt. Ofcom is de Britse regulator voor de communicatie-industrie. Deze instantie reguleert radioen televisiediensten, vaste en mobiele telefonie, postdiensten en golven waarlangs draadloze apparatuur werkt. De taken van de organisatie worden bepaald door de Communications Act. Ofcom moet vooral de belangen van de burgers en de consument verdedigen. Daarnaast is men ook verantwoordelijk voor de meer technische aspecten van communicatie en voor het implementeren van de regulering met betrekking tot communicatie (Ofcom, n.d.). In 2004 legde Ofcom een tijdpsad voor ondertiteling, gebarentaal en audiodescriptie voor de verschillende zenders vast in de Code on Television Acces Services. In de Federatie Wallonië-Brussel wordt er veel gedubd. Dat is een nadeel voor slechthorenden die wel ondertitels kunnen volgen. Lange tijd deed enkel de openbare omroep RTBF inspanningen om anderstalige en Franstalige programma s open en gesloten 10 te ondertitelen. Zonder dat die ertoe verplicht werd, bood de zender ook al langer de uitzendingen van het journaal aan met een tolk Waalse Gebarentaal. Aan de audiovisuele media van de Federatie Wallonië-Brussel worden verplichtingen opgelegd in een decreet, uitgevaardigd door de regering van de federatie. In 2011 werd een nieuw decreet voor de audiovisuele sector van kracht. Daarin staat het volgende met betrekking tot het toegankelijk maken van televisie voor personen met een auditieve of visuele handicap. Art. 33: Les éditeurs de services apditpliquent les règlements du Collège d avis du CSA visés à l article 135, 1er, 5 etapprouvés par le Gouvernement, qui réglementent l accessibilité des programmes aux personnes à déficience sensorielle. Art. 135, 1er, 5 : Le Collège d'avis a pour mission de : rédiger et tenir à jour des règlements portant ( ) sur l accessibilité des programmes aux personnes à déficience sensorielle ( ). Ces règlements sont transmis au Gouvernement pour approbationafin d avoir force obligatoire. Het decreet is nog minder concreet dan het Vlaamse mediadecreet, de Briste Communications Act en het Nederlandse Mediabesluit. De verantwoordelijkheid voor het vastleggen van concrete doelen ligt volledig bij de Le Conseil Supérieur de l Audiovisuel (CSA). De CSA is verantwoordelijk voor de regulering die van toepassing is op de omroepen in de Federatie Wallonië-Brussel. De CSA bestaat uit twee afdelingen: le Collège d Avis en le Collège d autorisation et de controle. Die laatste ziet toe op de naleving van de regulering door de omroepen, distributeurs en netbeheerders (CSA, 2011). 10 Opennetondertiteling verschijnt automatisch op het scherm; bijvoorbeeld bij anderstalige programma s. Geslotennetondertiteling moet je opvragen; bijvoorbeeld via T

32 Artikel 33 bepaalt dat leveranciers van audiovisuele diensten de regels die de CSA vastlegt met betrekking tot het toegankelijk maken van televisieprogramma s moeten respecteren. De CSA krijgt in artikel 135 van het decreet de bevoegdheid om regels op te stellen in verband met de toegankelijkheid van programma s voor personen met een sensoriële handicap Code on Television Acces Services De Ofcom had al in 2004 de Code on Television Acces Services klaar waarin er concrete tussentijdse doelen en verplichtingen voor de omroepen werden vastgelegd. Wat de zenders moeten bereiken, is afhankelijk van hoe lang ze al bestaan. In de code vinden we de bepalingen samengevat in tabel 1. Tabel 1. Jaarlijkse tussentijdse doelen voor toegankelijkheid voor Britse omroepen Ofcom, 2004, p.2-3) (bron: Anniversary of relevant Subtitling Signing Audio Description date First 10 % 1 % 2 % Second 10 % 1 % 4 % Third 35 % 2 % 6 % Fourth 35 % 2 % 8% Fifth 60 % 3 % 10 % Sixth 60 % 3 % 10 % Seventh 70 % 4 % 10 % Eighth 70 % 4 % 10 % Ninth 70 % 4 % 10 % Tenth 80 % 5 % 10 % In Groot-Brittannië zijn de verplichtingen waaraan een omroep moet voldoen dus afhankelijk van het aantal jaar dat die al bestaat. Er zijn ook uitzonderingen op de regel. Televisiediensten met een aandeel van minder dan 0,05 % worden vrijgesteld van de verplichtingen en zenders met een aandeel kleiner dan 1 % moeten niet voorzien in gebarentaal. Televisiediensten die zich richten tot een overzees publiek moeten ook niet aan de voorwaarden voldoen. Als de omroepen technische problemen ondervinden bij het toegankelijk maken van programma s, kunnen die programma s ook door Ofcom vrijgesteld worden van de verplichtingen. Dat kan wel pas als de omroepen kunnen aantonen dat ze hun personeel genoeg hebben opgeleid om in de technieken te voorzien, maar ze er toch niet in slagen. Ook shoppingkanalen moeten niet toegankelijk gemaakt geworden voor personen met een auditieve of visuele handicap. Zenders die in de UK uitzenden, maar buiten de UK een licentie hebben, moeten ook niet aan de verplichtingen voldoen (Ofcom, 2004, p.4-6). 25

33 In de code wordt ook duidelijk gemaakt op welke manier de Britse regulator deze verplichtingen zal monitoren. Elk kwartaal moeten de zenders verslag uitbrengen van hun verwezenlijkingen. De zenders moeten bovendien van elk programma dat in een van de technieken voorziet zestig dagen een kopie bijhouden. Op die manier kan Ofcom de uitzendingen achteraf nog analyseren. We merken dus dat de regulering met betrekking tot het toegankelijk maken van programma s voor mensen met een sensoriële handicap in Groot-Brittannië er niet alleen veel eerder was dan in Vlaanderen en andere Europese landen, maar ook veel concreter is. Alle zenders weten duidelijk welke percentages van hun programma s ze van welke technieken moeten voorzien. Er wordt bovendien ook heel duidelijk omschreven hoe de Ofcom de verplichtingen zal opvolgen en monitoren. Dat zijn zaken die in de Vlaamse regulering nu nog minder duidelijk zijn. De public broadcaster BBC neemt zelf een leidersrol op in het voorzien van diensten voor personen met een sensoriële handicap. Ze stelt zich tot doel om alle programma s te ondertitelen, 10 % van het aanbod te voorzien van audiodescriptie en 5 % van de programma s te vertalen naar gebarentaal. Deze engagementen worden ook vastgelegd in The Agreement tussen de BBC en de staatssecretaris voor Media, wat vergelijkbaar is met de Vlaamse beheersovereenkomst met de VRT. De BBC krijgt ook verplichtingen opgelegd in het Royal Charter. In de Code on Television Acces Services staat vermeld dat de BBC zich moet blijven inzetten om de doelen die het zichzelf oplegde te halen Bepalingen van Le Conseil Supérieur de l Audiovisuel (CSA) In de Federatie Wallonië-Brussel zat de CSA samen met verschillende belangenverenigingen en spelers in het audiovisuele veld om een decreet op te stellen waarin de regels voor meer toegankelijke televisie werden vastgelegd. Op 18 oktober 2011 verscheen de tekst in het Belgisch Staatsblad. Ze is van toepassing op alle aanbieders van audiovisuele diensten: commerciële en openbare. Aan welke verplichtingen de omroep moet voldoen, is er afhankelijk van het jaarcijfer. Als men een jaarcijfer haalt van meer dan 100 miljoen euro moet de aanbieder via de lineaire diensten jaarlijks minstens 1000 uur van het programma-aanbod voorzien van ondertitels, gebarentaal of audiobeschrijving. Ze moeten bovendien jaarlijks verschillende films met audiodescriptie aanbieden. Audiovisuele mediadiensten met een jaarcijfer hoger dan 10 miljoen euro moeten via de lineaire diensten minstens 200 uur van het programma-aanbod voorzien van ondertitels, gebarentaal of audiodescriptie. Zenders met een lager jaarcijfer moeten alles in het werk stellen om 50 uur van hun programma-aanbod te voorzien van ondertitels, gebarentaal of audiodescriptie. Alle mediadiensten moeten zich er ook toe engageren om belangrijke of dringende boodschappen die te maken hebben 26

34 met de publieke gezondheid te ondertitelen en indien mogelijk te voorzien van gebarentaal. Ze moeten binnen de twee jaar aan de voorwaarden voldoen. De zenders moeten aan de kijkers duidelijk maken welke programma s aan de hand van welke technieken toegankelijk zijn. Dat doen ze door pictogrammen (zie figuur 1) in beeld te plaatsen. Ook in de Nederlandse omroep- en programmabladen wordt aangekondigd welke programma s toegankelijk zijn. Ze moeten aan de gebruikers ook goed duidelijk maken hoe ze de ondertitels, gebarentaal of audiodescriptie kunnen activeren. Jaarlijks zal de CSA belangengroepen en spelers uit de sector samenroepen om de evoluties te bespreken. Na drie jaar komt er een grote evaluatie. Figuur 1. Pictogrammen voor toegankelijke televisie (bron: CSA, 2011, p.4) Dit symbool duidt programma's aan die toegankelijk zijn voor doven en slechthorenden. Dit symbool duidt programma s aan die toegankelijk zijn voor blinden en slechtzienden. Dit symbool duidt programma's aan waarin getolkt wordt naar gebarentaal. 27

35 Conclusie deel 1: Ontwikkelingen op het vlak van regulering Europa doet inspanningen om mensen met een handicap te integreren in alle aspecten van de maatschappij. In het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie dat in 2000 van kracht werd, wordt bepaald dat mensen niet mogen gediscrimineerd worden vanwege hun handicap en dat mensen met een handicap recht hebben op bijzondere maatregelen om hun integratie te bevorderen. Bovendien stelt de EU actieplannen op om de integratie te bevorderen en om de bepalingen van het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap, dat de Unie in 2007 ondertekende, te ratificeren. In de actieplannen en het VN-Verdrag is er ook aandacht voor het recht op toegang tot communicatie, informatie en media. Aanvankelijk was er binnen het kader van de Europese samenwerking weinig aandacht voor audiovisuele media. In de EU-Verdragen wordt er wel naar verwezen. De economische dimensie blijft echter de meeste aandacht opeisen. In 1989 was er een eerste Europese richtlijn met betrekking tot televisie, namelijk de Richtlijn Televisie Zonder Grenzen. Die richtlijn werd verschillende malen geüpdatet en sinds 2010 spreken we van de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten. In artikel 7 van die richtlijn wordt bepaald dat de lidstaten de audiovisuele mediadiensten moeten aansporen hun programma-aanbod toegankelijk te maken voor personen met een auditieve of visuele handicap. Er wordt verwezen naar de technieken van ondertiteling, audiodescriptie, gebarentaal en makkelijke menunavigatie. De Europese bepaling blijft echter vaag en legt geen duidelijk tijdspad of quota op. De lidstaten hebben dus een grote vrijheid in de manier waarop ze de richtlijn omzetten naar de nationale wetgeving. Er zijn dan ook grote verschillen tussen de regulering van verschillende regio s met betrekking tot deze problematiek. Bovendien merken we dat in verschillende landen media-aanbieders hun programma s al toegankelijk maakt voor artikel 7 van de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten er was. Groot-Brittannië was koploper in Europa en legde in de Communications Act al verplichtingen voor toegankelijkheid op aan de omroepen voor de Europese richtlijnen dat vermeldde. In 2004 stelde Ofcom, de Britse regulator voor de communicatie-industrie, de Code on Television Acces Services op. Daarin wordt heel duidelijk omschreven welk aandeel van het programma-aanbod de zenders moeten voorzien van ondertiteling, audiodescriptie of gebarentaal. In de Federatie Wallonië-Brussel liet dergelijke regulering langer op zich wachten, maar sinds 2011 zijn er nu ook heel duidelijk omschreven doelstellingen voor de omroepen met betrekking tot ondertiteling, audiodescriptie en gebarentaal. Die werden mee opgesteld door Le Conseil Supérieur de l Audiovisuel. In Nederland zijn 28

36 er voorlopig enkel richtlijnen voor ondertiteling. Dat de Federatie Wallonië-Brussel en Nederland toch als goede voorbeelden naar voren geschoven worden door de Vlaamse verenigingen die lobbyen voor meer toegankelijke televisie, komt omdat de omroepen RTBF en NOS er al langer hun journaal aanbieden met een tolk Waalse of Nederlandse Gebarentaal. Zij namen zelf dat initiatief zonder dat ze er toe verplicht werden. In Vlaanderen was er lang enkel aandacht voor ondertiteling ten behoeve van personen met een auditieve handicap. Maar recent is men ook hier aan een inhaalbeweging begonnen. In het mediadecreet van 2009 worden alle omroepen aangespoord om hun programma s toegankelijk te maken voor personen met een auditieve of visuele handicap aan de hand van ondertiteling, audiodescriptie, gebarentaal en gesproken ondertiteling. Voorlopig zijn er echter enkel duidelijke doelstellingen voor het ondertitelen van nieuws- en informatieprogramma s. De verschillende zenders kregen ook subsidies om die te verwezenlijken. Het blijft nog wachten op een duidelijk tijdspad en quota voor het toegankelijk maken van andere programma s aan de hand van andere technieken. In de beheersovereenkomst van de VRT met de Vlaamse Gemeenschap gaat men verder. In de vorige beheersovereenkomst voor de periode zijn er al concrete doelen voor het ondertitelen. Daarnaast werd de openbare omroep er ook toe aangezet om onderzoek te doen naar andere technieken die televisie toegankelijk kunnen maken voor personen met een auditieve of visuele handicap. In de nieuwste beheersovereenkomst voor de periode staan nu ook concrete doelen voor audiodescriptie, gesproken ondertiteling en gebarentaal. Met de nieuwste bepalingen voor meer toegankelijke televisie in het mediadecreet en de beheersovereenkomst doet Vlaanderen het dus zeker niet slecht in vergelijking met Groot-Brittannië, Nederland en de Federatie Wallonië-Brussel. Zeker de verplichtingen voor de Vlaamse openbare omroep zijn nu ambitieus te noemen. In Vlaanderen is het wel zo dat de verplichtingen voor de openbare omroep veel verregaander zijn dan die voor de andere zenders. Dat is in de andere landen die we in deze studie opnamen niet zo. De Vlaamse commerciële zenders krijgen veel minder concrete doelstelling opgelegd dan de omroepen in de Federatie Wallonië-Brussel en Groot-Brittannië. Als er een concreet tijdspad en quota worden opgesteld, zal dat misschien niet meer zo zijn. Algemeen kunnen we vaststellen dat de regulering aanvankelijk vooral betrekking had op het toegankelijk maken van tv-programma s voor doven en slechthorenden, en vooral aan de hand van ondertiteling. De verplichtingen voor ondertiteling zijn nog steeds meest verregaand, maar geleidelijk zijn er ook steeds meer bepalingen gekomen rond audiodescriptie, gesproken ondertiteling en gebarentaal. De verplichtingen worden bovendien uitgebreid naar andere programma s dan journaals en duidingprogramma s. 29

37 De evaluatie van de implementatie door de lidstaten van de EU van de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten moet nog gebeuren. We kunnen wel al besluiten dat in elke lidstaat de implementatie van artikel 7 op een heel andere manier gebeurt. Meer concrete bepalingen hier rond in de Europese richtlijn zou dat kunnen wegwerken. 30

38 Deel 2: Technieken ter bevordering van de toegankelijkheid van audiovisuele mediadiensten Televisieprogramma s kunnen op verschillende manieren en aan de hand van verschillende technologieën toegankelijk gemaakt worden voor personen met een auditieve of visuele handicap. Hieronder worden de voornaamste methodes, hun werkingsprincipe en hun mogelijke toepassingen besproken. 31

39 Hoofdstuk 4: Technieken ter bevordering van de toegankelijkheid van audiovisuele mediadiensten 4.1 Ondertitels via teletekst De pagina s van teletekst zijn de meest gekende technologie die ingezet wordt om mensen met een auditieve of visuele handicap toegang te verlenen tot televisie. We kunnen het medium definiëren als een systeem dat gebruik maakt van de bestaande omroepmogelijkheden om op verzoek van de verbruiker snelle en bijkomende informatie te laten verschijnen op het scherm van een tv-ontvanger. (BRT-teletekstredactie, 1985, p.5). Die bijkomende informatie vind je terug op verschillende pagina s die elke omroep ter beschikking stelt. De technologie is een toepassing van micro-elektronica. De zender is een gesofistikeerde tekstverwerker die zijn boodschap doorseint via de niet-gebruikte lijnen van het televisiebeeld. De tekst reist mee met het tv-signaal en wordt zichtbaar wanneer de ontvanger dat opvraagt (BRT-teletekstredactie, 1985, p.29). Vroeger hadden mensen een aparte decoder en een aangepast tv-toestel nodig om teletekst te ontvangen. De dag van vandaag kan je met elke recente televisie In Vlaanderen teletekst opvragen en is de techniek dus voor iedereen beschikbaar, ook via digitale televisie Teletekst voor personen met een auditieve handicap Teletekst maakte het medium televisie vooral toegankelijker voor personen met een auditieve handicap. Ze kunnen de pagina s gebruiken om informatie op te zoeken, maar belangrijkst is dat ze via teletekst ondertiteling voor bepaalde Nederlandstalige programma s kunnen oproepen. Zo kunnen Vlaamse slechthorende of dove personen toch Nederlandstalige programma s volgen. Via teletekst worden maandelijks meer dan 200 programma s ondertiteld (VAPH, 2011). Deze vorm van ondertiteling noemt men geslotennetondertiteling: de kijker moet de ondertitels zelf opvragen. Bij opennetondertiteling verschijnen de ondertitels automatisch op het scherm zoals dat bijvoorbeeld gebeurt bij programma s in een andere taal. Ondertiteling voor doven en slechthorenden werd bijna simultaan met teletekst geïntroduceerd; in Vlaanderen was dat al in de jaren 80 (Remael, 2007, p.36). Personen met een auditieve handicap waren snel enthousiast over de nieuwe technologie en uit een studie van de KU Leuven naar het gebruik van teletekst in Vlaanderen bleek dat al in de beginjaren van teletekst de meerderheid van de ondervraagde gehoorgestoorden teletekst altijd gebruikt (De Meyer, Fauconnier & Hendriks, 1984). Uit een onderzoek van de toenmalige BRT uit 1985 bleek ook dat 4,3 % van de personen die een toestel aanschaft om teletekst te ontvangen dat doet omwille van gehoormoeilijkheden en dus 32

40 specifiek om gebruik te maken van de ondertiteling via de teletekstpagina s (BRT-teletekstredactie, 1985, p.36). Teletekstredacties kunnen in drie soorten ondertiteling voorzien: voorbereidbare ondertiteling, live en semi-live ondertiteling. Bij vooraf opgenomen programma s zoals soaps, series en documentaires kan de ondertiteling voor teletekst vooraf gemaakt worden door de teletekstredactie van de betreffende omroep. Moeilijker wordt het echter als men live-uitzendingen wil voorzien van ondertitels. Daarvoor hanteert men verschillende technieken. In Nederland ging men al vroeg aan de slag met het Velotypesysteem, afgebeeld in figuur 2. Daarbij gebruikt men een klavier met een twintigtal toetsen, dat gesteund wordt door een kleine computer. In dat systeem worden geen letters, maar via codes hele lettergrepen tegelijk ingetikt door het tegelijk aanslaan van een aantal toetsen (BRT-teletekstredactie, 1985, p.48). Op die manier kan men sneller de gesproken tekst intypen en omzetten in ondertitels. Ook in Vlaanderen werd dat door verschillende teletekstredacties gebruikt, maar nu is dat systeem bijna overal verdwenen. Figuur 2. Het Velotype-systeem (bron: Tegenwoordig maakt men vooral gebruik van spraakherkenningsoftware die gesproken tekst automatisch omzet in ondertitels. Een teletekstredacteur herhaalt dan wat gezegd wordt en de computer zet dat om in ondertitels die heel snel gecorrigeerd en uitgezonden worden. Meestal volgt de ondertiteling onvermijdelijk een aantal seconden na de uitgesproken tekst, maar het gaat sneller dan wanneer men alles intikt. Aan de hand van die technologie ondertitelt men bijvoorbeeld live interventies in nieuwsuitzendingen. Ten slotte zendt men bepaalde live programma s ook uit met een kleine vertraging van 20 tot 30 seconden, waardoor de teletekstredacteurs meer tijd hebben om de ondertitels op te stellen. Men gebruikt dan ook het Velotype-systeem of spraakherkenningsoftware en heeft meer tijd om ondertitels te corrigeren. 33

41 Bijna elke zender heeft zijn eigen stijlboek voor teletekstondertiteling met voorschriften voor kleurgebruik, in- en uittijden en het toevoegen van paralinguïstische informatie (Remael, 2007, p.53). Verschillende personages in een serie of personen in een talkshow worden in verschillende kleuren ondertiteld. Hoofdpersonages krijgen bijvoorbeeld een vast kleur toegewezen waar niet van mag afgeweken worden. Dat zie je in figuur 3, een screenshot van een scene uit Thuis. Het personage Eric wordt in het blauw ondertiteld, Marianne in het wit. Dat maakt het voor de kijkers met gehoorproblemen makkelijker om sprekers te identificeren en gesprekken te volgen. Figuur 3. Vaste kleuren voor ondertitels (bron: VRT, 2009) De in- en uittijden vastleggen of met andere woorden bepalen wanneer ondertitels verschijnen en terug verdwijnen, is heel belangrijk. Het zorgt ervoor dat de synchronisatie tussen de gesproken tekst en de ondertitels perfect is, waardoor doven en slechthorenden zonder problemen het programma kunnen volgen. Bij het ondertitelen van de programma s houdt men ook rekening met de leessnelheid van de kijkers. Volwassenen kunnen 150 woorden per minuut lezen, kinderen onder 12 jaar 110 woorden per minuut. Als dat door het letterlijk ondertitelen zou overschreden worden, wordt de tekst van de spreker samengevat. Sprekers in het journaal worden echter altijd letterlijk ondertiteld (VAPH, 2011; VRT, 2009). Voor sommige doven is bovendien niet het Nederlands, maar wel de Vlaamse Gebarentaal hun eerste taal. Daardoor kunnen zij vaak minder woorden per minuut lezen dan anderen. Paralinguïstische informatie ten slotte is informatie over bijvoorbeeld de intonatie waarmee een persoon op televisie iets zegt. Tijdens het VTM-nieuws van 17u45 op 19 maart 2012 was er een fragment waarin voetbalsupporters zongen. De ondertitelredactie vermeldde toen in de T888- ondertitels dat er gezongen werd. Doven en slechthorenden die dergelijke informatie niet meekrijgen in de ondertiteling kunnen soms moeilijker het verhaal volgen. De toon waarop iets door iemand wordt uitgesproken, kan immers een groot verschil maken voor het verhaal. Voor de zenders is het nog onduidelijk wanneer men best wel of geen paralinguïstische informatie meegeeft. 34

42 Teletekst is een van de goedkoopste manieren om televisie toegankelijk te maken voor personen met een auditieve handicap. Al hangt er veel af van het soort programma dat moet ondertiteld worden. Een documentaire met één commentaarstem is uiteraard veel goedkoper om te ondertitelen dan een soap met veel verschillende stemmen. Gemiddeld bedragen de ondertitelkosten slechts 0,5 % van de totale productiekosten (Lefevre, 2006, p. 71) Teletekst voor personen met een visuele handicap De ondertiteling via teletekst kan ook voor slechtzienden een hulpmiddel zijn. Ze kunnen immers ondertiteling in een extra groot lettertype opvragen. Uit het onderzoek van de BRT-teletekstredactie (BRT-teletekstredactie, 1985, p.36) bleek dat 0,3 % van de personen die teletekst gebruikte dat deed omdat ze slechtziend zijn. 4.2 Gesproken ondertitels Via teletekst kan je ook gesproken ondertiteling opvragen bij anderstalige programma s. Het zou in de toekomst mogelijk moeten zijn dat distributeurs de technologie standaard opnemen in de settopbox, maar voorlopig moeten personen die gesproken ondertitels willen gebruiken een speciaal toestel aanschaffen. Er bestaan verschillende soorten boxen om gesproken ondertiteling te ontvangen. Met het ene systeem gebeurt de omzetting naar spraak in een apparaat bij de eindgebruiker. Dat is zo bij de Komfo-box. De Orion Webbox is een ander systeem, waarbij de omzetting van tekst naar spraak gebeurt in een centrale server van de dienstleverancier. De spraak wordt dan via internet gestreamd naar de eindgebruiker (VRT, 2010). Beide technologieën kunnen gebruikt worden om de programma s op VRT te bekijken met gesproken ondertiteling. Bij VTM lukt het enkel met de Orion Webbox. De technologie werkt niet voor programma s waar de ondertitels in het beeld zijn ingebrand als een grafisch effect, maar die techniek wordt afgebouwd. De omzetting van de tekst naar spraak is een louter technologisch proces. Daarom is het ook de goedkoopste technologie die ingezet kan worden om televisie toegankelijk te maken voor personen met een visuele handicap. Er sluipen wel nog vaak fouten in de voorgelezen tekst en zijn er vaak problemen met de synchronisatie tussen het beeld en de gesproken ondertiteling. Heel weinig mensen maken gebruik van deze techniek. In de Europese Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten wordt er ook niet naar deze techniek verwezen. 4.3 Audiodescriptie Matthys (2002, p.19) definieert audiodescriptie als volgt: Audiobeschrijving is een methode waardoor televisie-, video- en cinemabeelden, musea en theatervoorstellingen toegankelijk worden 35

43 gemaakt voor personen met een visuele handicap. Dit wordt mogelijk gemaakt doordat beschrijvingen worden gegeven van de visuele zaken die voor zienden vanzelfsprekend zijn en die de kijkers met een visuele handicap de nodige informatie geven om te begrijpen wat er echt gebeurt. De kostuums, de lichaamstaal, het decor en dergelijke zullen waar nodig worden beschreven. In tegenstelling tot bij gesproken ondertiteling wordt er bij audiodescriptie dus ook verteld wat er op het scherm te zien is zodat het programma een echt auditief verhaal wordt. Zo verliezen personen met een visuele handicap minder snel de draad van het verhaal. De technologie is vooral geschikt voor fictieprogramma s. Bij het leveren van audiodescriptie kan gekozen worden voor de receiver mix of de broadcast mix. Bij de broadcast mix hoort de kijker een nieuwe geluidmix gemaakt door de bradcaster. Bij de receiver mix mengt de ontvanger van de kijker of luisteraar de audiotrack met de vertelstem en de originele audiotrack van het programma (DTV4All, 2011, p.41). De VRT heeft voor het aanbieden van audiodescriptie gekozen voor de broadcast mix. De technologie voor het ontvangen van signalen voor audiodescriptie is complex, arbeidsintensief en dus ook duur. Voor een programma van 90 tot 100 minuten met veel visuele informatie zou audiobeschrijving al gauw vier- tot vijfduizend euro kosten ( VRT maakt ondertitels voor blinden, 2010, 1 december). Audiodescriptie aanbieden via de broadcast mix is bovendien duurder dan via een receiver mix. Er moet een extra beschrijving worden toegevoegd aan de dialogen in de productie. De zender kan, net zoals bij ondertiteling, kiezen voor audiodescriptie via open of gesloten net. Bij opennetaudiodescriptie wordt de vertelstem automatisch verzonden naar alle kijkers. Je kan ze dus niet aan- of uitschakelen. Dat was zo bij de zaterdagvoormiddaguitzending van Witse op één. Op die manier konden ook personen met analoge televisie Witse met audiodescriptie bekijken of beluisteren. Bovendien maakt deze methode het mogelijk om het programma met audiodescriptie op te nemen met een gewone recorder. Geslotennetaudiodescriptie is optioneel en kan aan- of uitgeschakeld worden via een menu van de digitale televisie. Dat was zo bij de uitzendingen van Witse op zondagavond. 4.4 Tolk Vlaamse Gebarentaal Men kan op de Vlaamse zenders een tolk Vlaamse Gebarentaal inzetten die vertaalt wat er gezegd wordt om zo doven en slechthorenden die de Vlaamse Gebarentaal (VGT) beheersen toegang te verlenen tot televisieprogramma s. Men kan hierbij ook op verschillende manieren tewerk gaan. Enerzijds kan de tolk echt aanwezig zijn bij de opnames van het programma en de tekst van de sprekers vertalen. Dat zou bijvoorbeeld kunnen bij een nieuwsuitzending. Anderzijds kan het beeld ook opgesplitst worden en is op de ene helft een tolk te zien en op de andere helft het programma. Ten 36

44 slotte kan men ook een gebarentaalpostzegel gebruiken. Daarbij wordt de tolk in een kleiner stukje van het beeld getoond, waardoor meer ruimte overblijft voor de uitzending zelf (Lefevre, 2006, p.82). Voor fictieprogramma s zijn de laatste twee methodes beter geschikt. De populatie Vlaamse- Gebaartaligen is vrij klein. Door het inzetten van een tolk op televisie wordt dus slechts een klein aantal mensen bereikt. Het inzetten van een tolk Vlaamse Gebarentaal is vrij duur. De tolk moet betaald worden. Bij langere programma s moeten meerdere tolken elkaar afwisselen, wat de kosten ook doet toenemen. Als men moet kunnen kiezen om het programma met of zonder een tolk te kunnen bekijken, komen ook de kosten van een extra kanaal erbij (DTV4All, 2011, p. 49). 4.5 Programma s gemaakt voor en door personen met een auditieve of visuele handicap Men kan ook proberen om personen met een auditieve of visuele handicap te bereiken met uitzendingen die speciaal voor hen gemaakt en aan hun noden aangepast zijn. Vaak zijn die programma s ook gemaakt door doven, slechthorenden, blinden of slechtzienden. Deze methode zorgt er echter voor dat personen met een auditieve of visuele handicap een ander kijkpatroon zouden moeten ontwikkelen, terwijl uit de interviews met belangengroepen bleek dat men het net belangrijk vindt om dezelfde programma s te kunnen volgen als vrienden, familie en collega s zonder gehoor- of visuele problemen. 4.6 Dubben Bij dubben worden de conversaties van een programma of film opnieuw opgenomen in de taal van de kijkers van de zender waar het wordt uitgezonden. Voor blinde personen die geen andere talen beheersen, wordt het dan makkelijker om anderstalige programma s te volgen. Dubben is echter veel duurder dan ondertitelen. In Vlaanderen is er, in tegenstelling tot bijvoorbeeld in Wallonië, niet echt een traditie van dubben, maar wel van ondertitelen. Dat is voor personen met een visuele handicap die de ondertitels niet kunnen lezen en vooral naar televisie luisteren een nadeel. Voor personen met een auditieve handicap, voor wie ondertitels belangrijker zijn, is dat dan weer een voordeel. 37

45 4.7 Digitale televisie De komst van digitale tv schept hoge verwachtingen met betrekking tot toegankelijke programma s bij personen met een auditieve of visuele handicap. Er kan meer informatie verzonden worden en de kijker kan meer keuzes maken bij het bekijken van programma s. Je kan de audiodescriptie of de tolk Vlaamse Gebarentaal opvragen als je dat wilt, maar voor de kijkers zonder handicap blijft het programma ook beschikbaar zonder deze technieken. De ondertiteling via teletekst blijft beschikbaar via de digitale tv-platformen, maar bij verschillende distributeurs moet je teletekst op een verschillende manier opvragen. De Telenet-gebruiker moet bijvoorbeeld de afstandsbediening van het analoge tv-toestel gebruiken om teletekstpagina s op te roepen, terwijl dat bij andere verdelers gewoon met de afstandsbediening voor de digicorder kan. Als je met de digicorder van Telenet programma s opneemt, kan je de ondertiteling van teletekst ook mee opnemen, wat met een traditionele videorecorder nog niet kon. Aan de andere kant wordt de bediening van televisie voor personen met een visuele handicap moeilijker omdat er zo veel met visuele menu s wordt gewerkt. De Europese Commissie steunt het project DTV4All. Binnen het project wordt er onderzoek gedaan naar verschillende technologieën om digitale televisie zo toegankelijk mogelijk te maken voor personen met een auditieve of visuele handicap. In 2008 ging het project van start en op 31 maart 2011 werd het eindrapport ingediend (Itagaki, 2011). De meer technische kant van deze toepassingen wordt erin bestudeerd. Door de komst van digitale televisie zijn er steeds meer zenders waardoor het aanbod aan programma s ook toeneemt. Zo zijn er ook zenders ontstaan die enkel programma s uitzenden voor doven en slechthorenden, in gebarentaal. Je zou ook een kanaal kunnen hebben met enkel programma s met audiodescriptie. In Vlaanderen bestaan dergelijke zenders voorlopig niet. 38

46 Conclusie deel 2:Technieken ter bevordering van de toegankelijkheid van audiovisuele mediadiensten Er zijn heel wat verschillende technieken mogelijk om televisieprogramma s toegankelijk te maken voor personen met een auditieve of visuele handicap. Als een programma toegankelijk gemaakt moet worden voor beide doelgroepen, moet steeds meer dan één techniek ingezet worden. Alle technieken hebben verschillende voor- en nadelen. We maken een samenvattend overzicht in tabel 2. Tabel 2. Overzicht technieken Tehniek Doelgroep Voordelen Nadelen Gesloten ondertiteling Gesproken ondertiteling Tolk Vlaamse Gebarentaal Audiodescriptie Dubben Doven en slechthorenden Blinden en slechtzienden Doven en slechthorenden Blinden en slechtzienden Blinden en slechtzienden + Goedkoop - Leessnelheid personen met een auditieve handicap + Goedkoop -Kwaliteit -Ontvangerskastje +VGT vaak eerste taal -Duur doven en slechthorenden -Aantal Vlaamse Gebaartaligen +Ook beschrijvingen -Duur / -Duur Om televisie toegankelijk te maken voor dove of slechthorende personen is de facultatieve ondertiteling van Nederlandstalige tv-programma s via teletekst de bekendste en meest uitgebouwde techniek. Voor hen kan er daarnaast ook een tolk Vlaamse Gebarentaal ingezet worden die Nederlandse spraak vertaalt naar Vlaamse Gebarentaal. Anderzijds kan teletekst kan ook ingezet worden om programma s toegankelijker te maken voor personen met een visuele handicap. Slechtzienden kunnen bijvoorbeeld grotere ondertitels opvragen. Via verschillende platformen kunnen blinden en slechtzienden ook gesproken ondertiteling opvragen. Een meer recente techniek is het aanbieden van audiodescriptie waarbij een vertelstem, naast de dialogen, vertelt wat er op het scherm te zien is. Blinden en slechtzienden verliezen op die manier minder snel de draad van het verhaal. Anderstalige programma s die gedubd worden in de eigen taal zijn voor blinden en slechtzienden makkelijker te volgen. Vlaanderen kent echter geen traditie van dubben. 39

47 Het kostenplaatje voor het toegankelijk maken van een programma is afhankelijk van de gebruikte technieken. Binnen het project DTV4All werd een vergelijking gemaakt tussen de relatieve productiekosten van de verschillende technieken. Die wordt samengevat in figuur 4. Figuur 4. Relatieve productiekosten voor de verschillende technieken voor toegankelijkheid (bron: DTV4All, 2011, p.47) Voor beide doelgroepen kunnen ook programma s gemaakt worden die afgestemd zijn op hun noden. Dat gebeurt in Vlaanderen momenteel niet. Men verwacht veel van de komst van digitale televisie: meer (gesproken) ondertitels, meer audiodescriptie, meer specifieke programma s en zenders. Anderzijds wordt het voor personen met een visuele handicap moeilijker om aan de hand van visuele menu s digitale televisie te bedienen. Meer onderzoek rond technologische oplossingen voor deze problemen werd gedaan in het Europese project DTV4All. 40

Mediawijsheid oprichten. Het kenniscentrum zal ondermeer voor de specifieke noden van mensen met een handicap aandacht hebben.

Mediawijsheid oprichten. Het kenniscentrum zal ondermeer voor de specifieke noden van mensen met een handicap aandacht hebben. MEDIA BELEID In haar beleidsnota media erkent Minister Lieten het belang van diversiteit in de Vlaamse media Ze wil de media-actoren stimuleren om een doeltreffend diversiteitsbeleid te ontwikkelen en

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE. betreffende de problematiek van personen met een auditieve handicap

VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE. betreffende de problematiek van personen met een auditieve handicap VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE betreffende de problematiek van personen met een auditieve handicap Het Vlaams Parlement, gelet op 1 artikel 13 van de geconsolideerde versie van het Verdrag tot oprichting van

Nadere informatie

nr. 264 van WILFRIED VANDAELE datum: 13 juli 2015 aan SVEN GATZ Commerciële omroepen - Ondertiteling

nr. 264 van WILFRIED VANDAELE datum: 13 juli 2015 aan SVEN GATZ Commerciële omroepen - Ondertiteling SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 264 van WILFRIED VANDAELE datum: 13 juli 2015 aan SVEN GATZ VLAAMS MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL Commerciële omroepen - Ondertiteling De ondertitelingsverplichting

Nadere informatie

Beheersovereenkomst. Tussen de Vlaamse Gemeenschap & VRT

Beheersovereenkomst. Tussen de Vlaamse Gemeenschap & VRT Beheersovereenkomst 2016 2020 Tussen de Vlaamse Gemeenschap & VRT 1 Strategische doelstelling 1 Voor iedereen relevant SD1. Voor iedereen relevant De VRT is de publieke omroep van en voor iedereen. Als

Nadere informatie

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA ALGEMENE KAMER ZAAK VRM t. NV VLAAMSE MEDIA MAATSCHAPPIJ (dossier nr. 2007/0409) BESLISSING nr. 2008/014 22 februari 2008. VRM t. NV VLAAMSE MEDIA MAATSCHAPPIJ 1 In de

Nadere informatie

VR DOC.1315/1BIS

VR DOC.1315/1BIS VR 2018 2311 DOC.1315/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA VOOR DE VLAAMSE REGERING Betreft: Tweede principiële goedkeuring van: - besluit van de Vlaamse Regering betreffende

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende het stopzetten van de openbareomroepactiviteiten in Griekenland

Voorstel van resolutie. betreffende het stopzetten van de openbareomroepactiviteiten in Griekenland stuk ingediend op 2115 (2012-2013) Nr. 1 19 juni 2013 (2012-2013) Voorstel van resolutie van de heren Bart Tommelein, Jo De Ro, Jean-Jacques De Gucht, Peter Gysbrechts en Sas van Rouveroij betreffende

Nadere informatie

SAMENVATTING SYLLABUS

SAMENVATTING SYLLABUS SAMENVATTING SYLLABUS Julie Kerckaert Inleiding tot het Europees en internationaal recht Academiejaar 2014-2015 Inhoudsopgave Deel 2: Inleiding tot het Europees recht... 2 1. Het juridisch kader van het

Nadere informatie

Inleiding. A. analyse per programma

Inleiding. A. analyse per programma Inleiding De Vlaams-fractie in het Vlaams Parlement heeft een analyse gemaakt van de voornaamste VRT-programma s waarin politici worden uitgenodigd. Tijdens de periode 1-11- 2006 t.e.m. 29-04-2007 werden

Nadere informatie

Toegankelijkheid van ziekenhuizen voor dove personen. Filip Verstraete vzw Federatie van Vlaamse DovenOrganisaties

Toegankelijkheid van ziekenhuizen voor dove personen. Filip Verstraete vzw Federatie van Vlaamse DovenOrganisaties Toegankelijkheid van ziekenhuizen voor dove personen Filip Verstraete vzw Federatie van Vlaamse DovenOrganisaties De dovengemeenschap: heel verschillend De dovengemeenschap bestaat uit verschillende groepen:

Nadere informatie

Voorstelling Vlaamse Regulator voor de Media (VRM)

Voorstelling Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) Voorstelling Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) Wat is de VRM? / Wat doet de VRM? Het Mediadecreet Taken en structuur Enkele recente cases Wat is de VRM? / Wat doet de VRM VRM is de onafhankelijke toezichthouder

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER. ZAAK J. WILLEKENS t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEP

ALGEMENE KAMER. ZAAK J. WILLEKENS t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEP ALGEMENE KAMER ZAAK J. WILLEKENS t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEP (dossier nr. 2008/0458) BESLISSING nr. 2009/017 16 februari 2009 J. WILLEKENS t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEP 1 In de zaak

Nadere informatie

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA ALGEMENE KAMER ZAAK VRM t. VZW FOCUS TV-REGIONALE TV VOOR HET NOORDEN VAN WEST-VLAANDEREN (dossier nr. 2008/441/5) BESLISSING nr. 2008/073 24 november 2008. VRM t. VZW

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 Ontwerpadvies (PE 329.885) Carmen Cerdeira Morterero

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende de behandeling van Vlaamse politieke partijen op de openbare omroep VRT. van de heren Wim Wienen en Johan Deckmyn

Voorstel van resolutie. betreffende de behandeling van Vlaamse politieke partijen op de openbare omroep VRT. van de heren Wim Wienen en Johan Deckmyn stuk ingediend op 319 (2009-2010) Nr. 1 12 januari 2010 (2009-2010) Voorstel van resolutie van de heren Wim Wienen en Johan Deckmyn betreffende de behandeling van Vlaamse politieke partijen op de openbare

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 2011/0431(APP) 3.9.2012 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad tot vaststelling van

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Europees Sociaal Handvest: conclusies over

Nadere informatie

Advies over betaalde boodschappen van politieke (kandidaat-) mandatarissen

Advies over betaalde boodschappen van politieke (kandidaat-) mandatarissen Advies Sectorraad Media 22 maart 2018 Advies over betaalde boodschappen van politieke (kandidaat-) mandatarissen Inleiding Naar aanleiding van de provinciale en gemeentelijke verkiezingen in oktober 2018

Nadere informatie

Ik was er zelf bij toen hier, in het Vlaams Parlement, precies 5 jaar. geleden, de Vlaamse Gebarentaal (VGT) unaniem en met veel

Ik was er zelf bij toen hier, in het Vlaams Parlement, precies 5 jaar. geleden, de Vlaamse Gebarentaal (VGT) unaniem en met veel Dinsdag 26 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Vijf jaar erkenning Vlaamse Gebarentaal Vlaams Parlement Geachte aanwezigen, Geachte voorzitter, Beste

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. NV MEDIALAAN

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. NV MEDIALAAN ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. NV MEDIALAAN (dossier nr. 2015/184B) BESLISSING nr. 2015/039 11 mei 2015 VRM t. NV MEDIALAAN 1 In de zaak van VRM tegen NV MEDIALAAN, De Vlaamse Regulator voor de Media

Nadere informatie

Nieuwsmonitor 6 in de media

Nieuwsmonitor 6 in de media Nieuwsmonitor 6 in de media Juni 2011 Nieuws - Europa kent geen watchdog ANTWERPEN/BRUSSEL - Het Europese beleidsniveau krijgt in de Vlaamse TV-journaals gemiddeld een half uur aandacht per maand. Dat

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER. ZAAK W. T. t. NV TELENET

ALGEMENE KAMER. ZAAK W. T. t. NV TELENET ALGEMENE KAMER ZAAK W. T. t. NV TELENET (dossier nr. 2013/097) BESLISSING nr. 2013/014 16 september 2013 1 W. T. In de zaak van W. T. tegen NV Telenet, De Vlaamse Regulator voor de Media (algemene kamer),

Nadere informatie

Recht op digitale participatie. 23 januari 2015, Dick Houtzager

Recht op digitale participatie. 23 januari 2015, Dick Houtzager Recht op digitale participatie 23 januari 2015, Dick Houtzager Wat gaan we doen? Wat doet het College voor de Rechten van de Mens? Gelijke behandeling in de ICT-praktijk Het nieuwe VN verdrag voor personen

Nadere informatie

Besluit. Kenmerk: 25109/2011007776 Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Besluit. Kenmerk: 25109/2011007776 Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 25109/2011007776 Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Beschikking van het Commissariaat voor de Media (hierna: Commissariaat) betreffende het verzoek

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW TV KEMPEN EN MECHELEN

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW TV KEMPEN EN MECHELEN ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. VZW TV KEMPEN EN MECHELEN (dossier nr. 2013/113) BESLISSING nr. 2013/028 18 november 2013 VRM t. VZW TV KEMPEN EN MECHELEN 1 In de zaak van VRM tegen VZW TV Kempen en Mechelen,

Nadere informatie

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Korte omschrijving: Leerlingen gaan aan de slag met actuele Europese dilemma s. Er zijn vijf dilemma s. U kunt zelf kiezen welke dilemma s u aan de orde stelt.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE MEDIARAAD

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE MEDIARAAD MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE MEDIARAAD JAARVERSLAG 2004 VLAAMSE MEDIARAAD JAARVERSLAG 2004 Samenstelling: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Administratie Media Afdeling Media en Film

Nadere informatie

Europese programma s en films vertegenwoordigen driekwart van de uitzendingen met de grootste kijkdichtheid

Europese programma s en films vertegenwoordigen driekwart van de uitzendingen met de grootste kijkdichtheid IP/09/840 Brussel, 28 mei 2009 Europese programma s en films vertegenwoordigen driekwart van de uitzendingen met de grootste kijkdichtheid In Europa vervaardigde films en televisieprogramma s blijven Europese

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober A D V I E S Nr. 1.654 ------------------------------ Zitting van vrijdag 10 oktober 2008 ----------------------------------------------- IPA 2007-2008 - Non-discriminatie - Positieve acties x x x 2.278/1-1

Nadere informatie

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA ALGEMENE KAMER ZAAK VRM t. NV SBS BELGIUM (dossier nr. 2008/442) BESLISSING nr. 2008/077 15 december 2008. In de zaak van VRM tegen NV SBS Belgium, VRM t. NV SBS BELGIUM

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. NV NJAM! (dossier nr. 2016/229C) BESLISSING nr. 2016/030

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. NV NJAM! (dossier nr. 2016/229C) BESLISSING nr. 2016/030 ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. NV NJAM! (dossier nr. 2016/229C) BESLISSING nr. 2016/030 9 mei 2016 VRM t. NV NJAM! 1 In de zaak van VRM tegen NV Njam!, De Vlaamse Regulator voor de Media (algemene kamer),

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW REGIONALE TELEVISIE VLAAMS- BRABANT-HALLE-VILVOORDE

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW REGIONALE TELEVISIE VLAAMS- BRABANT-HALLE-VILVOORDE ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. VZW REGIONALE TELEVISIE VLAAMS- BRABANT-HALLE-VILVOORDE (dossier nr. 2012/058) BESLISSING nr. 2012/020 25 juni 2012 VRM t. VZW RING TV 1 In de zaak van VRM tegen VZW Regionale

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE (dossier nr. 2015/189B) BESLISSING nr. 2015/045 8 juni 2015 VRM t. NV VLAAMSE RADIO-EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE 1 In de

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW RADIO WELKOM

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW RADIO WELKOM ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. VZW RADIO WELKOM (dossier nr. 2009/0489) BESLISSING nr. 2009/074 26 oktober 2009 VRM t. VZW RADIO WELKOM 1 In de zaak van VRM tegen VZW Radio Welkom De Vlaamse Regulator

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. NV STUDIO 100 TV

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. NV STUDIO 100 TV ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. NV STUDIO 100 TV (dossier nr. 2016/216C) BESLISSING nr. 2016/012 7 maart 2016 VRM t. NV STUDIO 100 TV 1 In de zaak van VRM tegen NV Studio 100 TV, De Vlaamse Regulator voor

Nadere informatie

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA ALGEMENE KAMER ZAAK VRM t. NV LIFE! TV BROADCASTING COMPANY (dossier nr. 2008/445/3) BESLISSING nr. 2008/079 15 december 2008. VRM t. NV LIFE! TV BROADCASTING COMPANY 1

Nadere informatie

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA ALGEMENE KAMER ZAAK VRM t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEP (dossier nr. 2007/415/2) BESLISSING nr. 2008/055 15 september 2008 VRM t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEP

Nadere informatie

Vlaamse Regering. De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme,

Vlaamse Regering. De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, Vlaamse Regering MINISTERIEEL BESLUIT TOT UITVOERING VAN DE ARTIKELEN 7, 5 EN 13, TWEEDE LID VAN HET DECREET VAN 13 APRIL 1999 MET BETREKKING TOT DE PRIVATE ARBEIDSBEMIDDELING IN HET VLAAMSE GEWEST De

Nadere informatie

Vlaamse Regering. De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme,

Vlaamse Regering. De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, Vlaamse Regering MINISTERIEEL BESLUIT TOT UITVOERING VAN DE ARTIKELEN 7, 5 EN 13, TWEEDE LID VAN HET DECREET VAN 13 APRIL 1999 MET BETREKKING TOT DE PRIVATE ARBEIDSBEMIDDELING IN HET VLAAMSE GEWEST De

Nadere informatie

VR DOC.0098/1

VR DOC.0098/1 VR 2019 0102 DOC.0098/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp van decreet houdende instemming

Nadere informatie

Betreft: Participeren en studeren in het buitenland. Knelpunten voor studenten met een functiebeperking

Betreft: Participeren en studeren in het buitenland. Knelpunten voor studenten met een functiebeperking Steunpunt Inclusief hoger Onderwijs Sint-Jorisstraat 71 8000 Brugge Betreft: Participeren en studeren in het buitenland. Knelpunten voor studenten met een functiebeperking Het Steunpunt Inclusief Hoger

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

Wetboek Media en Journalistiek 2011

Wetboek Media en Journalistiek 2011 Wetboek Media en Journalistiek 2011 Dit wetboek is bijgewerkt tot en met het Belgisch Staatsblad van 30 juni 2011. Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk # 2011 Wolters Kluwer Belgium NV Ragheno

Nadere informatie

VR DOC.0232/2BIS

VR DOC.0232/2BIS VR 2018 0903 DOC.0232/2BIS Ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. NV BELGIAN BUSINESS TELEVISION

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. NV BELGIAN BUSINESS TELEVISION ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. NV BELGIAN BUSINESS TELEVISION (dossier nr. 2013/109) BESLISSING nr. 2013/018 14 oktober 2013 VRM t. NV BELGIAN BUSINESS TELEVISION 1 In de zaak van VRM tegen NV Belgian

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE. (dossier nr. 2016/236A) BESLISSING nr. 2016/041

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE. (dossier nr. 2016/236A) BESLISSING nr. 2016/041 ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE (dossier nr. 2016/236A) BESLISSING nr. 2016/041 27 juni 2016 VRM t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE 1 In

Nadere informatie

Inclusief beleid. Een samenleving voor iedereen Wmo, Inclusief beleid, MLN 1

Inclusief beleid. Een samenleving voor iedereen Wmo, Inclusief beleid, MLN 1 Inclusief beleid Een samenleving voor iedereen 20-9-2010 Wmo, Inclusief beleid, MLN 1 Inclusief beleid Beleid waarbij in alle fasen van de beleidscyclus rekening wordt gehouden met verschillen tussen mensen

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN KOEN MAENE t. VZW FOCUS TV REGIONALE TV VOOR HET NOORDEN VAN WEST-VLAANDEREN

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN KOEN MAENE t. VZW FOCUS TV REGIONALE TV VOOR HET NOORDEN VAN WEST-VLAANDEREN ALGEMENE KAMER ZAAK VAN KOEN MAENE t. VZW FOCUS TV REGIONALE TV VOOR HET NOORDEN VAN WEST-VLAANDEREN (dossier nr. 2009/0469) BESLISSING nr. 2009/044 12 mei 2009 KOEN MAENE t. VZW FOCUS TV 1 In de zaak

Nadere informatie

Juridisch kader. Europese Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten (11 december 2007)

Juridisch kader. Europese Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten (11 december 2007) Audiovisuele mediadiensten & bescherming van minderjarigen Situering juridisch kader Vlaamse Gemeenschap en toezicht Vlaamse Regulator voor de Media Juridisch kader Europese Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. NV BELGIAN BUSINESS TELEVISION

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. NV BELGIAN BUSINESS TELEVISION ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. NV BELGIAN BUSINESS TELEVISION (dossier nr. 2015/182) BESLISSING nr. 2015/026 23 maart 2015 VRM t. NV BELGIAN BUSINESS TELEVISION 1 In de zaak van VRM tegen NV Belgian Business

Nadere informatie

VR DOC.1498/2BIS

VR DOC.1498/2BIS VR 2018 1412 DOC.1498/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunning en subsidiëring van een organisatie die een digitaal platform met zorgaanbod voor personen met een handicap ter beschikking

Nadere informatie

Digitale toegankelijkheid als mensenrecht

Digitale toegankelijkheid als mensenrecht Digitale toegankelijkheid als mensenrecht Presentatie voor het Nationaal Congres Digitale Toegankelijkheid, 31 mei 2016, Antropia, Driebergen Door Dick Houtzager Mijn naam is Dick Houtzager. Ik ben collegelid

Nadere informatie

Oplossingen om tv te kijken voor blinden en slechtzienden

Oplossingen om tv te kijken voor blinden en slechtzienden Oplossingen om tv te kijken voor blinden en slechtzienden 1. Inleiding KOC, juni 2012 2. Programma's volgen op tv 2.1 Audiobeschrijving 2.2 Toestel voor gesproken ondertiteling 1. Inleiding Voor blinden

Nadere informatie

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA ALGEMENE KAMER ZAAK NV ANTWERPSE RADIO t. VZW NIET-OPENBARE RADIO CONTACT (dossier nr. 2005/0336) BESLISSING nr. 2006/063 20 oktober 2006. NV ANTWERPSE RADIO t. VZW NIET-OPENBARE

Nadere informatie

gesubsidieerde audiovisuele producties/ projecten en andere projecten binnen de audiovisuele sector nihil

gesubsidieerde audiovisuele producties/ projecten en andere projecten binnen de audiovisuele sector nihil Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Bevoegdheid : ar (2009-heden) onderwijs en vorming audiovisuele nihil nihil Bevoegdheid : ar (2009-heden) jeugd audiovisuele

Nadere informatie

Monitor Diversiteit 2015 Een kwantitatieve studie naar de zichtbaarheid van diversiteit op het scherm in Vlaanderen

Monitor Diversiteit 2015 Een kwantitatieve studie naar de zichtbaarheid van diversiteit op het scherm in Vlaanderen Monitor Diversiteit 2015 Een kwantitatieve studie naar de zichtbaarheid van diversiteit op het scherm in Vlaanderen Knut De Swert (UvA) Julie De Smedt (UA) Anne Hardy (UA) Ine Kuypers (UA) Debby Vos (UA)

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW REGIONALE TV VOOR HET NOORDEN VAN WEST-VLAANDEREN

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW REGIONALE TV VOOR HET NOORDEN VAN WEST-VLAANDEREN ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. VZW REGIONALE TV VOOR HET NOORDEN VAN WEST-VLAANDEREN (dossier nr. 2012/058) BESLISSING nr. 2012/019 25 juni 2012 VRM t. VZW FOCUS TV 1 In de zaak van VRM tegen VZW Regionale

Nadere informatie

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA ALGEMENE KAMER ZAAK VRM t. NV SBS BELGIUM (dossier nr. 2007/0398/3) BESLISSING nr. 2008/009 18 januari 2008 In de zaak van VRM tegen NV SBS Belgium, VRM t. NV SBS BELGIUM

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. VZW REGIONALE TELEVISIE AALST- DENDERMONDE-SINT-NIKLAAS, DAGELIJKSE REGIONALE INFORMATIE EN EDUCATIE

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. VZW REGIONALE TELEVISIE AALST- DENDERMONDE-SINT-NIKLAAS, DAGELIJKSE REGIONALE INFORMATIE EN EDUCATIE ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. VZW REGIONALE TELEVISIE AALST- DENDERMONDE-SINT-NIKLAAS, DAGELIJKSE REGIONALE INFORMATIE EN EDUCATIE (dossier nr. 2017/259F) BESLISSING nr. 2017/015 27 februari 2017 VRM

Nadere informatie

KAMER VOOR ONPARTIJDIGHEID EN BESCHERMING VAN MINDERJARIGEN

KAMER VOOR ONPARTIJDIGHEID EN BESCHERMING VAN MINDERJARIGEN KAMER VOOR ONPARTIJDIGHEID EN BESCHERMING VAN MINDERJARIGEN ZAAK VAN D.D.H. t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE (dossier nr. 2017/283) BESLISSING nr. 2017/028 23 juni 2017 D.D.H. t. VRT

Nadere informatie

RECHT OP VLAAMSE GEBARENTAAL. Addendum memorandum

RECHT OP VLAAMSE GEBARENTAAL. Addendum memorandum RECHT OP VLAAMSE GEBARENTAAL Addendum memorandum 2014-2019 Prioritaire thema's en aanbevelingen van de adviescommissie Vlaamse Gebarentaal naar aanleiding van de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/ COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN SECRETARIAAT-GENERAAL Brussel, SG-Greffe(2008)D/ Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie Herrmann-Debrouxlaan 48 1160 Brussel Betreft:

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. BVBA MENT MEDIA

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. BVBA MENT MEDIA ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. BVBA MENT MEDIA (dossier nr. 2011/034) BESLISSING nr. 2011/036 19 december 2011 VRM t. BVBA MENT MEDIA 1 In de zaak van VRM tegen BVBA Ment Media, De Vlaamse Regulator voor

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. BVBA MENT MEDIA

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. BVBA MENT MEDIA ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. BVBA MENT MEDIA (dossier nr. 2013/106) BESLISSING nr. 2013/023 28 oktober 2013 VRM t. BVBA MENT MEDIA 1 In de zaak van VRM tegen BVBA Ment Media, De Vlaamse Regulator voor

Nadere informatie

PERSMAP VIJFTIEN VINGERS EN TWEE HOOFDEN DVD MET KINDERRIJMPJES EN LIEDJES IN VLAAMSE GEBARENTAAL

PERSMAP VIJFTIEN VINGERS EN TWEE HOOFDEN DVD MET KINDERRIJMPJES EN LIEDJES IN VLAAMSE GEBARENTAAL PERSMAP VIJFTIEN VINGERS EN TWEE HOOFDEN DVD MET KINDERRIJMPJES EN LIEDJES IN VLAAMSE GEBARENTAAL 24 SEPTEMBER 2014 14U30-15U30 BIBLIOTHEEK PERMEKE DE CONINCKPLEIN 25-26 2060 ANTWERPEN Inhoud persmap Programma

Nadere informatie

AMENDEMENTEN 1-21. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2132(INI) 28.11.2012. Ontwerpadvies Vicente Miguel Garcés Ramón. PE500.

AMENDEMENTEN 1-21. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2132(INI) 28.11.2012. Ontwerpadvies Vicente Miguel Garcés Ramón. PE500. EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie interne markt en consumentenbescherming 28.11.2012 2012/2132(INI) AMENDEMENTEN 1-21 Vicente Miguel Garcés Ramón (PE500.516v01-00) Toepassing van Richtlijn 2010/13/EU,

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Goedkeuring en machtiging tot ondertekening van het Wijzigingsprotocol tot modernisering van het Verdrag

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW REGIONALE TELEVISIE VLAAMS- BRABANT-HALLE-VILVOORDE

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW REGIONALE TELEVISIE VLAAMS- BRABANT-HALLE-VILVOORDE ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. VZW REGIONALE TELEVISIE VLAAMS- BRABANT-HALLE-VILVOORDE (dossier nr. 2013/093) BESLISSING nr. 2013/011 17 juni 2013 VRM t. VZW RING TV 1 In de zaak van VRM tegen VZW Regionale

Nadere informatie

MEMORANDUM De Stedelijke Adviesraad voor Personen met een Handicap (SAPH)

MEMORANDUM De Stedelijke Adviesraad voor Personen met een Handicap (SAPH) MEMORANDUM 2019-2024 De Stedelijke Adviesraad voor Personen met een Handicap (SAPH) De SAPH is de schakel tussen het Kortrijkse stadsbestuur en personen met een handicap, hun belangenorganisaties en verenigingen.

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW NIET-OPENBARE TELEVISIEVERENIGING BRUSSEL

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW NIET-OPENBARE TELEVISIEVERENIGING BRUSSEL ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. VZW NIET-OPENBARE TELEVISIEVERENIGING BRUSSEL (dossier nr. 2012/058) BESLISSING nr. 2012/021 25 juni 2012 VRM t. VZW TV BRUSSEL 1 In de zaak van VRM tegen VZW Niet-Openbare

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED, DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 145

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 145 18 (1951) Nr. 16 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2002 Nr. 145 A. TITEL Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, met drie Bijlagen, Protocol betreffende

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW WEST-VLAAMSE TELEVISIE OMROEP REGIO ZUID

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW WEST-VLAAMSE TELEVISIE OMROEP REGIO ZUID ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. VZW WEST-VLAAMSE TELEVISIE OMROEP REGIO ZUID (dossier nr. 2012/058) BESLISSING nr. 2012/018 25 juni 2012 VRM t. VZW WTV 1 In de zaak van VRM tegen VZW West-Vlaamse Omroep

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie

Ontheffing. Verloop van de procedure. Relevante bepalingen

Ontheffing. Verloop van de procedure. Relevante bepalingen Ontheffing Kenmerk: 25695/2011013688 Betreft: ontheffingsverzoeken artikel 3.20 en 3.24 van de Mediawet 2008 Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek door Radio 538 B.V.

Nadere informatie

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA ALGEMENE KAMER ZAAK VRM t. NV VLAAMSE MEDIA MAATSCHAPPIJ (dossier nr. 2008/426) BESLISSING nr. 2008/036 16 juni 2008. VRM t. NV VLAAMSE MEDIA MAATSCHAPPIJ 1 In de zaak

Nadere informatie

VOORSTEL VAN DECREET. van de heren Kris Van Dijck, Carl Decaluwe en Dany Vandenbossche, mevrouw Margriet Hermans en de heer Bart Caron

VOORSTEL VAN DECREET. van de heren Kris Van Dijck, Carl Decaluwe en Dany Vandenbossche, mevrouw Margriet Hermans en de heer Bart Caron Stuk 1457 (2007-2008) Nr. 1 Zitting 2007-2008 28 november 2007 VOORSTEL VAN DECREET van de heren Kris Van Dijck, Carl Decaluwe en Dany Vandenbossche, mevrouw Margriet Hermans en de heer Bart Caron houdende

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW AUDIO VIDEO OOST-VLAAMSE TELEVISIE

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW AUDIO VIDEO OOST-VLAAMSE TELEVISIE ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. VZW AUDIO VIDEO OOST-VLAAMSE TELEVISIE (dossier nr. 2014/136D) BESLISSING nr. 2014/016 12 mei 2014 VRM t. VZW AUDIO VIDEO OOST-VLAAMSE TELEVISIE 1 In de zaak van VRM tegen

Nadere informatie

Het EEG-Verdrag voorzag de oprichting

Het EEG-Verdrag voorzag de oprichting deel 1 EEG. Door het succes van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (1951) en het mislukken van de Europese Defensie en Europese Politieke Gemeenschap werd beslist om de verdere Europese samenwerking

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMS COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA. Rolnummer : 481. Beslissing nr. : 2005/043 BESLISSING. 20 mei 2005

VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMS COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA. Rolnummer : 481. Beslissing nr. : 2005/043 BESLISSING. 20 mei 2005 VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMS COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA Rolnummer : 481 Beslissing nr. : 2005/043 BESLISSING 20 mei 2005 In zake : ambtshalve onderzoek tegen VZW Vrije en Open Communicatie (VROPECO) (Radio

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010 tot uitvoering van het decreet betreffende de private arbeidsbemiddeling, wat betreft de invoering

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel; BESLUIT: Voorontwerp van decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie, wat betreft de radioomroeporganisaties DE VLAAMSE REGERING, Op

Nadere informatie

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet ingediend op 452 (2014-2015) Nr. 1 30 juli 2015 (2014-2015) Ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en IJsland, anderzijds, betreffende

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 20.9.2017 L 242/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/1563 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 september 2017 inzake de grensoverschrijdende uitwisseling tussen de Unie

Nadere informatie

2013 Monitoring Report

2013 Monitoring Report 2013 Monitoring Report Executive summary Monitoring 2013 TV advertsing Websites Basisscholen Conclusie 2013 Monitoring Report Executive summary & Key findings Verantwoorde reclame en marketing naar kinderen

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 676322/676783 Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het

Nadere informatie

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis; Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de federale, gewestelijke en gemeenschapsoverheden voor het coördineren van de gegevensverwerking in het gezondheidsbeleid en de bijstand aan personen Gelet op artikelen

Nadere informatie

VERSLAG INFORMATIEVERGADERING MET DE SECTOR

VERSLAG INFORMATIEVERGADERING MET DE SECTOR verslag VERSLAG INFORMATIEVERGADERING MET DE SECTOR Op 11 oktober 2010 heeft de algemene kamer van de Regulator een informatievergadering gehouden met de sector. Productplaatsing, telewinkelen en nieuwe

Nadere informatie

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA ALGEMENE KAMER ZAAK VRM t. VZW REGIONALE OMROEP BRABANT (ROB-TV) (dossier nr. 2005/00337/4) BESLISSING nr. 2006/013 21 april 2006. VRM t. VZW REGIONALE OMROEP BRABANT 1

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW REGIONALE OMROEP BRABANT

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW REGIONALE OMROEP BRABANT ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. VZW REGIONALE OMROEP BRABANT (dossier nr. 2012/058) BESLISSING nr. 2012/017 25 juni 2012 VRM t. VZW ROB 1 In de zaak van VRM tegen VZW Regionale Omroep Brabant, De Vlaamse

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW REGIONALE TELEVISIE VLAAMS- BRABANT-HALLE-VILVOORDE

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW REGIONALE TELEVISIE VLAAMS- BRABANT-HALLE-VILVOORDE ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. VZW REGIONALE TELEVISIE VLAAMS- BRABANT-HALLE-VILVOORDE (dossier nr. 2011/023C) BESLISSING nr. 2011/024 17 oktober 2011 VRM t. VZW REGIONALE TELEVISIE VLAAMS-BRABANT-HALLE-VILVOORDE

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal

Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal Gecoördineerde versie Gewijzigd bij het besluit van de

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. VZW RADIO PROS

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. VZW RADIO PROS ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. VZW RADIO PROS (dossier nr. 2014/156) BESLISSING nr. 2014/045 27 oktober 2014 VRM t. VZW RADIO PROS 1 In de zaak van VRM tegen VZW Radio Pros De Vlaamse Regulator voor de

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 25 juli 2018 U Lbr. 18/043. Digitale toegankelijkheid. Samenvatting

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 25 juli 2018 U Lbr. 18/043. Digitale toegankelijkheid. Samenvatting Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 25 juli 2018 Ons kenmerk TIS/U201800619 Lbr. 18/043 Telefoon 0613632929 Bijlage(n) Onderwerp Digitale toegankelijkheid Samenvatting Per 1 juli 2018

Nadere informatie

GRONDWET EN GELIJKHEID

GRONDWET EN GELIJKHEID Factsheet Grondwet voor Europa GRONDWET EN GELIJKHEID April 2005 Platform Artikel 13 Factsheet Grondwet en Gelijkheid Deze factsheet bevat informatie over de gevolgen van de invoering van de Grondwet voor

Nadere informatie

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE. (dossier nr. 2017/279B) BESLISSING nr. 2017/032

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE. (dossier nr. 2017/279B) BESLISSING nr. 2017/032 ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE (dossier nr. 2017/279B) BESLISSING nr. 2017/032 10 juli 2017 VRM t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE 1 In

Nadere informatie