Arbitrage, op de scheidslijn van oud naar nieuw
|
|
- Dennis de Haan
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rotterdam Institute of Private Law Working Paper Series Arbitrage, op de scheidslijn van oud naar nieuw Voorjaarsvergadering Nederlandse Vereniging voor Procesrecht 2013 Verslag van de discussie J.H. van Dam-Lely 1 Juli Wetenschappelijk docent privaatrecht Erasmus School of Law. 1
2 Abstract Verslag van de discussie van de vergadering van de Nederlandse Vereniging van Procesrecht (voorjaar 2013) over het Wetsvoorstel modernisering arbitragerecht (33611). Ondermeer kwamen aan de orde de vraag of verlofverlening bij de voorzieningenrechter thuishoort of bij de hoven, de voor en nadelen van (het afschaffen van) het depot, de noodzaak van een expliciet bepaling aangaande de vertrouwelijkheid, de termijn voor vernietiging, de vraag hoever de bemoeienis van de overheidsrechter moet gaan en in dat verband in het bijzonder de vraag of partijen de vernietiging moeten kunnen uitsluiten), of wraking bij de overheidsrechter thuishoort of dat institutionele arbitrage mogelijk moet zijn en in hoeverre er aparte regelingen moeten komen voor internationale arbitrage (vasthouden aan een monistisch systeem of toch opteren voor een dualistisch systeem). Keywords exequatur, wraking, internationale arbitrage, depot, vernietiging, vertrouwelijkheid Verslag van de discussie tijdens de voorjaarsvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht op 31 mei 2013 Onder leiding van de voorzitter van de Vereniging, prof. mr. C.J.M. Klaassen, discussieert de vergadering over het Wetsvoorstel modernisering van het arbitragerecht aan de hand van de stellingen en de inleidingen van prof. mr. H.J. Snijders, mr. W.H. van Baren en prof. mr. G.J. Meijer. 1. Inleiding Prof. mr. H.J. Snijders Stellingen 1. De huidige arbitragewet is niet slecht, de voorgenomen wetswijziging vormt in het algemeen niettemin een verbetering. 2. Nederland wordt niet aantrekkelijker gemaakt als land van arbitrage door rigoureuze beperkingen van de controle van de overheidsrechter. 3. Arbitrage was en blijft een waardevol alternatief naast de overheidsrechtspraak. De voorzitter constateert dat Snijders over het algemeen gesproken tevreden is over het wetsvoorstel. Zij vraagt de door Snijders als horror aangeduide regeling inzake het aanvangstijdstip voor de termijn voor vernietiging (moment van verzending) zoals voorzien in art. 1064a lid 2 Rv niet in dit stadium in de discussie te betrekken, maar daarmee te wachten tot na de inleiding van Van Baren omdat daarin de aantastbaarheid van arbitrale vonnissen centraal staat. Van Haersolte neemt als eerste het woord. Zij stelt twee vragen naar aanleiding van de tweede stelling van Snijders. De eerste betreft de wraking. Zij constateert dat Snijders er de voorkeur aan geeft de beslissingen over de wraking aan de overheidsrechter over te 2
3 laten en om - als dat niet haalbaar is - een nuance aan te brengen op het monistisch systeem door voor internationale arbitrages institutionele wraking mogelijk te maken. Van Haersolte voelt er niet voor onderscheid te maken tussen nationale en internationale arbitrages. Het staat haaks op het streven in het wetsvoorstel om het monistisch systeem te handhaven en de tweedeling terug te dringen. Bovendien is de institutionele wraking niet iets dat alleen de internationale instituten aanspreekt maar ook de nationale arbitrage-instituten. Het zijn vooral de specialistische arbitrageinstituten die niet alleen de benoeming willen verzorgen maar ook de tegenhanger daarvan: de wraking. Benoeming en wraking horen als het ware bij elkaar. Juist op dat punt hebben de specialistische instituten inzicht en meerwaarde. Tot slot merkt Van Haersolte op dat er altijd nog de restcontrole is door de overheidsrechter dankzij de mogelijkheid van vernietiging. Snijders stelt daarop de vraag wat het argument kan zijn de internationale arbitrages anders te behandelen dan de nationale arbitrages. Waarom zou men minder rechtsbescherming bieden bij een internationale arbitrage dan bij een nationale arbitrage? In principe is Snijders voor een monistisch systeem. Desalniettemin kunnen er argumenten zijn om op bepaalde punten onderscheid te maken. De institutionele wraking is daarvan een voorbeeld. Internationale arbitrage-instituten hebben aangegeven niet gelukkig te zijn met de Nederlandse regeling waarbij wraking wordt beoordeeld door de overheidsrechter. Internationale arbitrage-instituten hebben te maken met arbitrages in verschillende landen ( van Calcutta tot Hannover ) en hebben met het oog daarop een eigen wrakingsregeling die niet is toegesneden op arbitrage in Nederland. Snijders is niet gelukkig met de mogelijkheid dat alle arbitrage-instituten voor institutionele arbitrage kunnen kiezen. Hij is bevreesd voor het keuren van eigen vlees, al is hij wel enigszins gerustgesteld door de bepaling dat het wrakingsverzoek moet worden behandeld door een onafhankelijke derde. De tweede vraag van Van Haersolte betreft een punt waarover zij de mening van Snijders zou willen horen. Van Haersolte vindt het mooi hoe het wetsvoorstel paal en perk stelt aan de hoeveelheid inmenging door overheidsrechter. Een gemiste kans vindt zij de bepaling dat wij voor de tenuitvoerlegging naar de voorzieningenrechter moeten en niet ook zoals voor de vernietiging - naar het hof, zoals in het ter consultatie voorgelegde voorontwerp was voorzien. De achtergrond van de keuze voor de voorzieningenrechter dat wij daarmee het asymmetrisch appel handhaven overtuigt Van Haersolte niet. Juist het asymmetrisch appel is aan cliënten (zowel buitenlanders als binnenlanders ) niet uit te leggen. Van Haersolte vraagt Snijders of hij het met haar eens is dat deze bepaling moet worden aangepast conform het consultatiemodel. Snijders antwoordt dat hij eerder ook heeft bepleit dat een exequaturverzoek in eerste aanleg door het hof wordt behandeld; hij vindt het nog steeds een goede zaak, maar niet in het licht van het door hem geschetste horrorscenario van art. 1064a lid 2. 2 Snijders zegt overigens geen voorstander te zijn van het asymmetrisch appel, 3 indien de exequaturverlening door de voorzieningenrechter geschiedt. De voorzitter geeft het woord aan Mollema (onder andere bestuursvoorzitter van de 2 Zoals in zijn inleiding uiteengezet ziet Snijders horror-scenario s in de bepaling dat de bevoegdheid tot het instellen van de vordering tot vernietiging vervalt drie maanden na de dag van verzending van het vonnis. 3 Snijders licht toe dat asymmetrisch appel inhoudt dat hogere voorziening alleen openstaat als het verlof wordt geweigerd, niet als het wordt verleend. 3
4 Raad van Arbitrage voor de Bouw). Mollema gaat in op het zesde moderniseringspunt: 4 de plaatsing op de zwarte lijst die inhoudt dat indien in de algemene voorwaarden een arbitraal beding staat en de ondernemer zich daarop beroept, de consument een maand bedenktijd krijgt om te beslissen of hij voor arbitrage kiest of voor de overheidsrechter. Mollema vreest dat de regeling zoals hij nu wordt voorgesteld problemen gaat geven gezien de ervaringen bij de Garantie Instituten Wonen die een vergelijkbare regeling kennen. De keuzemogelijkheid geeft narigheid, bijvoorbeeld doordat niet duidelijk is welke keuze de consument maakt, de consument een voorwaardelijke keuze maakt of de consument halverwege op zijn keuze terugkomt. Mollema zou graag zien dat de wetgever nog eens bekijkt of het mogelijk is meer in detail te regelen hoe gebruik kan worden gemaakt van de keuzemogelijkheid. Hij vraagt hoe Snijders denkt over dit punt. Snijders is het met Mollema eens dat duidelijk moet zijn welke keuze de consument maakt. Hij vraagt zich echter af of in de praktijk echt zoveel problemen zijn te verwachten. Ten aanzien van het bindend advies bestaat de keuzemogelijkheid al jaren. Bij de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken functioneert de regeling goed. Snijders wijst erop dat de instituten in hun reglement de wijze waarop de keuze wordt gemaakt kunnen regelen. Tot slot benadrukt Snijders dat het van groot belang is dat de arbitrage-instituten zeker zijn dat de consumenten de arbitrage willen en zich er dus terdege van vergewissen dat de consument duidelijk de keuze voor arbitrage heeft gemaakt. 2. Inleiding mr. W.H. van Baren Stellingen 1. Partijen dienen afstand te kunnen doen van het recht een vordering tot vernietiging in te stellen. 2. Tenzij een geldige overeenkomst tot arbitrage ontbreekt of het vonnis is gewezen in strijd met de openbare orde, dient het gerechtshof het scheidsgerecht in staat te stellen de grond voor vernietiging ongedaan te maken (vgl. art. 1065a Wetsvoorstel). 3. Bezwaar overeenkomstig artikel 1048a is niet vereist indien eerst uit het vonnis blijkt dat het scheidsgerecht zich niet aan haar opdracht heeft gehouden (vgl. art lid 4 Wetsvoorstel). 4. Het wetsvoorstel modernisering arbitragerecht dient zo snel mogelijk te worden ingevoerd. De voorzitter concludeert dat Van Baren een voorstander is van snelle invoering van het wetsvoorstel, maar dat hij tegelijkertijd op een aantal punten kritisch is. Deels betreft zijn kritiek detailpunten zoals bijvoorbeeld de terugverwijzing door het hof die niet goed is doordacht, maar hij kaart ook principiële punten aan, zoals in zijn pleidooi voor meer vrijheid van partijen, bijvoorbeeld om afstand te kunnen doen van de mogelijkheid om vernietiging te vorderen. Hij neemt op de koop toe dat een procedure daardoor eventueel niet aan alle vereisten voldoet. Partijen moeten de vrijheid hebben daarvoor te 4 MvT, Kamerstukken II, , 33611, TK , nr. 3, blz. 5. 4
5 kiezen. Klaassen vraagt de zaal om deze prikkelende stellingen te reageren. Tonkens-Gerkema brengt naar voren dat het executiegeschil als vangnet kan dienen indien de vernietiging is uitgesloten. Er bestaat echter waarschijnlijk alleen een belang en een forum voor een executiegeschil als de executie in Nederland plaatsvindt. Hoe moet dat in internationale zaken, zoals bijvoorbeeld de zaak die door Van Baren in zijn inleiding is geschetst? Van Baren sluit niet uit dat het executiegeschil als vangnet kan dienen indien vernietiging is uitgesloten, maar het zal van het nationale procesrecht afhangen of die weg openstaat of niet. Partijen moeten zich wel realiseren dat zij het risico lopen dat zij bescherming ontberen als zij vernietiging uitsluiten. Snijders brengt naar voren dat de exequaturprocedure geen procedure is in de eigenlijke zin van het woord. Indien een verlof tot tenuitvoerlegging wordt gevraagd, wordt het in de meeste gevallen verleend zonder dat verweer wordt gevoerd. Een executiegeschil over een arbitraal vonnis (met exequatur) zal de geëxecuteerde weinig soelaas bieden. Een executiegeschil leidt sowieso slechts in zeer uitzonderlijke gevallen tot succes voor de geëxecuteerde, en dat geldt zeker indien geen verweer is gevoerd in de exequaturprocedure (of wel verweer is gevoerd maar zonder succes) en indien geen vernietiging is gevorderd, als de vernietiging al niet was uitgesloten. Wat kan men dan dan nog aanvoeren in het executiegeschil? Tonkens-Gerkema heeft nog een vraag over de vertrouwelijkheid. De vertrouwelijkheid is niet in de wet verankerd. Is dat bezwaarlijk? Zouden partijen expliciet moeten verklaren dat de arbitrage vertrouwelijk is, zoals dat bij mediation gebeurt? Zij is benieuwd naar de visie daarop van de inleiders. Snijders beaamt dat het goed zou zijn als de wet duidelijk is over de vertrouwelijkheid van arbitrage, zeker gezien het feit dat in het voorontwerp van Van den Berg een vertrouwelijkheidsbepaling is opgenomen en dat die niet is overgenomen in het huidige wetsvoorstel. Dat zou in de toekomst extra onduidelijkheid kunnen geven: waarom is die bepaling weg? Een vertrouwelijkheidsbepaling mag volgens Snijders niet ontbreken, maar de bepaling moet de ruimte bieden aan partijen om overeen te komen dat de arbitrage niet vertrouwelijk zal zijn. Er zijn arbitrage-instituten die een dergelijke opt-out mogelijkheid kennen ten aanzien van de vertrouwelijkheid. Harmeling (advocaat in Amsterdam) acht de setting aside mogelijkheid van belang omdat partijen door een arbitrageovereenkomst te tekenen afstand doen van de overheidsrechter. Een zover gaand primaat van de partij autonomie is alleen gerechtvaardigd is als men de indruk heeft dat partijen goed hebben nagedacht over de gevolgen van de uitsluiting van de vernietiging. Harmelings ervaring is dat partijen en hun adviseurs pas beseffen wat de gevolgen zijn van de keuze voor arbitrage als er een geschil ontstaat. Dat zal evenzeer gelden bij uitsluiting van de vernietiging. Hij acht het daarom maatschappelijk van belang dat partijen worden beschermd en dat de mogelijkheid van setting aside dwingendrechtelijk wordt opengehouden. Van Baren constateert dat zijn streven om een debat uit te lokken is geslaagd. Met het oog op het door Harmeling naar voren gebrachte brengt Van Baren in herinnering dat hij voorstelt dat de uitsluiting van vernietiging uitdrukkelijk moet gebeuren. Het opnemen van de uitsluiting in het reglement zou daartoe onvoldoende zijn. Het zou denkbaar zijn in de wet op te nemen dat het uitsluiten van vernietiging alleen na het ontstaan van het geschil kan worden overeengekomen, al zal dat in de praktijk waarschijnlijk niet werken omdat partijen in die fase van het geschil vaak niet bereid zijn dat soort afspraken te 5
6 maken. Snijders noemt ter aanvulling op het debat als voorbeeld de ICC. Naar zijn indruk wordt zelden bij de overwegingen of voor ICC zou moeten worden gekozen geëxpliciteerd dat men door de keuze voor ICC afstand doet van vrijwel alle rechtsmiddelen volgens het nationale recht, laat staan dat er tijdens de onderhandelingen belangstelling is voor dit soort slotbepalingen. Van Baren concludeert dat we terug zijn bij de hamvraag: in hoeverre moeten wij ons broeders hoeder zijn? 3. Inleiding Prof. mr. G.J. Meijer Stellingen 1. Nu ook het Wetsvoorstel modernisering van het arbitragerecht van een enkele regeling voor zowel nationale als internationale arbitrage uitgaat (een zgn. monistisch systeem) heeft het uitgangspunt dat bij de invoering van de Arbitragewet van 1986 gold, te weten: wat goed is voor internationale arbitrage is in beginsel ook goed voor nationale arbitrage, ook te gelden bij de modernisering van de huidige arbitragewet. 2. Het Wetsvoorstel modernisering van het arbitragerecht voldoet weliswaar aan de (minimum)eisen die voor internationale arbitrage hebben te gelden, doch lijkt nog teveel geschreven met het oog op nationale arbitrage en is voor internationale arbitrage niet bepaald liberaal en innovatief. 3. Als wij willen vasthouden aan het thans gepubliceerde Wetsvoorstel modernisering van het arbitragerecht, doch ook voor internationale arbitrage daadwerkelijk een aantrekkelijk regime willen vormen, zouden wij moeten overwegen separate regelingen voor nationale en internationale arbitrage op te stellen (een zgn. dualistisch systeem), zoals dit bijv. in Frankrijk en Zwitserland is geschied. De voorzitter vraagt de zaal te reageren op de kritische punten van Meijer. Op de vraag van Kubbenga (advocaat te Haarlem) waarom we ons arbitragerecht interessant willen maken voor het buitenland, antwoordt Meijer dat arbitrages in Nederland geld naar Nederland brengen. Als een arbitrage in Nederland plaats vindt, vliegen de advocaten naar Nederland en boeken hotels. Er worden ter plaatse tolken ingehuurd, vaak worden lokale advocaten ingeschakeld, is er een Nederlandse arbiter, soms ook als voorzitter. Het is zo bekeken big business. In de memorie van toelichting wordt het belang van arbitrage voor de Nederlandse economie uiteengezet. 5 Van Haersolte vreest dat sommige uitlegbepalingen in de memorie van toelichting belemmerend kunnen zijn en soms zelfs gevaarlijk voor in het bijzonder de internationale praktijk, nog meer dan Meijer heeft geschetst. Zij vraagt Meijer of hij kan meedenken over een korte termijn regeling waarbij dat zou kunnen worden hersteld. Met Meijer begint ook Van Haersolte te denken dat een aparte regeling voor internationale arbitrage aantrekkelijk zou kunnen zijn maar die zal niet voor 2014 kunnen worden 5 MvT, Kamerstukken II, , 33611, TK , nr. 3, blz. 2. 6
7 gerealiseerd. Meijer antwoordt dat hij wel mogelijkheden ziet om de (tweede) titel over internationale arbitrage in korte tijd te schrijven. Over de wraking bestaat bijvoorbeeld al overeenstemming. Nogmaals benadrukt hij dat het van belang is dit wetsvoorstel snel in te voeren en niet te laten wachten op een internationale titel. Meijer is het met Van Haersolte eens dat de toelichting op bepaalde punten schrijnend is. We moeten er nu op inzetten dat zulks met kamervragen en antwoorden van de minster wordt bijgeschaafd. Van Haersolte breekt nog een keer een lans voor het depot. Snijders heeft duidelijk gemaakt wat het probleem is van het afschaffen van het depot. Hij is ingegaan op de wenselijkheid van de keuze voor een verzend- of ontvangsttheorie. Het moet duidelijk zijn wanneer de termijnen voor vernietiging en dergelijke tegen vonnissen gaan lopen. Moeten we hier niet uitgaan van de kracht van onze eigen regelgeving (het depot)? De problemen die in het verleden bestonden ten aanzien van het depot (bijvoorbeeld doordat de griffies ten onrechte stukken uitgaven) worden nu opgelost. De toelichting vermeldt dat de kosten van het depot een probleem zijn, 6 maar dat wimpelt Van Haersolte af. Zeker in internationale arbitrages vallen de griffierechten die zijn verschuldigd voor het depot in het niet bij de kosten die moeten worden gemaakt om de vonnissen per koerier naar een ieder te versturen. Voor de winnende eiser die wil gaan executeren is het van belang dat hij niet het zwaard van vernietiging boven zijn hoofd heeft hangen. Ook voor de arbiter is het van belang dat de termijnen voor vernietiging, voor aansprakelijkheidsprocedures gaan lopen. Van Haersolte vreest dat men met de ontvangsttheorie niet van de problemen af is. Het moet ooit klaar zijn, besluit Van Haersolte. Snijders vindt het depot geen oplossing voor zijn horror probleem. De figuur van het depot is in het buitenland onbekend. Het depot heeft voordelen (archieffunctie) maar ook nadelen (ballast, verzuim om te deponeren). Snijders vindt de voordelen niet opwegen tegen de nadelen. Hij ziet meer in de gecorrigeerde ontvangsttheorie conform de Uncitral Model Law van Meijer wijst erop dat het wetsvoorstel wet nu wel toelaat dat partijen kiezen voor depot (opt-in, wetsvoorstel art lid 1). Deze nee, tenzij regeling komt op een mooie manier tegemoet aan de bezwaren die door de buitenlandse arbitrage-instituten naar voren zijn gebracht tegen het depot. Meijer verwacht overigens dat partijen, die goed worden voorgelicht over de voordelen van het depot, het depot nogal eens zullen overeenkomen, ook in het buitenland. Een deel van de problemen rond de verzend- en ontvangsttheorie wordt ook opgelost door het huidige art lid 3 Rvweer op te nemen. Het huidige art lid 3 Rv voorziet erin dat de termijn voor vernietiging (opnieuw) gaat lopen bij executie van het vonnis. Overigens is Meijer het helemaal eens om de ontvangsttheorie op te nemen (en niet de verzendtheorie). Wiersma wijst erop dat als de verlofverlening toch weer naar de hoven gaat, er wel maatregelen op het personele vlak moeten worden getroffen bij de hoven. Meijer vindt dit een van de redenen om de verlofverlening bij de rechtbanken te laten inclusief asymmetrisch appelverbod. Het punt van Wiersma blijft volgens Meijer valide voor de vernietigingsactie. Snijders komt nog terug op de suggestie van Meijer om de termijn van art lid 3 Rv 6 MvT, Kamerstukken II, , 33611, TK , nr. 3, blz
8 in ere te herstellen. Hij is daar van harte mee eens, maar meent dat hier geen sprake is van een abuis van de wetgever; het voorontwerp kende immers evenmin de regeling dat de termijn van vernietiging gaat (opnieuw) gaat lopen bij executie. Meijer wijst erop dat art lid 3 Rv onlosmakelijk is verbonden met het asymmetrisch appel: indien geen appel mogelijk is tegen de verlofverlening moeten de rechtsmiddelen vernietiging en herroeping bij executie nog openstaan. In het voorontwerp was voorgesteld de verlofverlening naar de hoven te verplaatsen en de rechtsmiddelregeling tegen de verlofverlening symmetrisch te maken. Met het oog daarop was art aangepast. In het wetsvoorstel heeft de wetgever de verlofverlening te elfder ure teruggebracht naar de voorzieningenrechter inclusief het asymmetrisch appel, maar is daarbij kennelijk vergeten art. 1064a aan te passen. Snijders benadrukt nogmaals het grote belang van deze aanpassing, niet in het minst omdat de exequaturverzoeken heel marginaal worden beoordeeld. Hij denkt aan de verliezer, maar ook aan het belang van de arbitrale rechtspleging in het algemeen. De toets door de overheidsrechter is het keurmerk van onze arbitrale rechtspleging. Die moet worden gewaarborgd. Snijders merkt op dat hij heeft geconstateerd dat de voorstellen ter verbetering van het arbitragerecht van Meijer niet nieuw zijn maar zijn ontleend aan bijvoorbeeld het Zwitserse en Franse recht en aan de Model Law. Het verbaast Snijders dat Meijer de regeling van de interim measures omarmt en denkt de regeling voor de internationale arbitrage in een middag in elkaar te kunnen zetten. Snijders is betrokken geweest bij de totstandkoming van de regeling rondom de interim measures ex parte en heeft gezien na hoeveel discussie en onenigheid deze regeling is tot stand gekomen. De regeling bevat nu een compromis: interim measures ex parte, zonder exequatur. Daarop inhakend benadrukt Meijer dat de Model Law compromissen bevat en er nu juist voor is bedoeld als voorbeeld (model) te fungeren voor de regeling van de internationale arbitrage in de nationale wetgeving van de verschillende landen. Daarom is een regeling voor de internationale arbitrage relatief snel te ontwerpen. Waarom zouden we bang moeten zijn een compromis in te voeren? Maar waarom zouden we deze wet met compromissen niet als uitgangspunt gebruiken in plaats van bijvoorbeeld te kiezen voor het Franse of Amerikaanse systeem? In de praktijk bestaat behoefte aan interim measures. Meijer vindt het goed verdedigbaar om de wet af te stemmen op de Model Law en ons niet te beperken tot de wet van 1985 zoals nu is gebeurd. Het is denkbaar dat wij de Model Law op het punt van de interim measures volgen met eventueel de aanpassing waar de markt om vraagt, namelijk interim measures met exequatur. Men ziet steeds vaker dat voorlopige voorzieningen executabel worden verklaard. Meijer verhult niet dat hij zich heeft laten inspireren door andere rechtsstelsels en de Model Law. Meijer daagt de zaal uit om bij de borrel te nieuwe ideeën uit te wisselen, ook al is dat moeilijk. De voorzitter sluit de vergadering af en bedankt de sprekers voor hun inbreng voor een boeiende en inspirerende discussie. 8
Hoe kan het vernieuwde arbitragerecht van Nederland een aantrekkelijker arbitrageland kan maken?
Hoe kan het vernieuwde arbitragerecht van Nederland een aantrekkelijker arbitrageland kan maken? Mr. Drs. D.A.M.H.W. Strik, advocaat en partner Linklaters LLP Lezing gehouden op uitnodiging van NAI Jong
Nadere informatie'NEDERLAND ARBITRAGELAND' ONTWIKKELINGEN IN WETSVOORSTEL TOT MODERNISERING VAN HET ARBITRAGERECHT
'NEDERLAND ARBITRAGELAND' ONTWIKKELINGEN IN WETSVOORSTEL TOT MODERNISERING VAN HET ARBITRAGERECHT Op 29 januari 2014 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie een nota van wijziging inzake het wetsvoorstel
Nadere informatieLezing symposium 13 december mr. dr. F. H.J.G. Brekelmans
Lezing symposium 13 december 2013 mr. dr. F. H.J.G. Brekelmans Plaats van arbitrage in ons rechtsbestel Verbetering van buitengerechtelijke procedures. Innovatieagenda MvT wetsvoorstel modernisering arbitragerecht
Nadere informatieMEMORIE VAN ANTWOORD. 1. Inleiding
33 611 Wijziging van Boek 3, Boek 6 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en het vierde Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de modernisering van het Arbitragerecht MEMORIE
Nadere informatieVERKORTE INHOUDSOPGAVE
VERKORTE INHOUDSOPGAVE PARLEMENTAIRE GESCHIEDENIS ARBITRAGEWET /I WOORD VOORAF /V VERKORTE INHOUDSOPGAVE / VII TRANSPONERINGSTABEL WETTEKST 1986/2004 EN 2015 / XVII INHOUDSOPGAVE DEEL I/3 LIJST VAN VERWERKTE
Nadere informatieArbitrage, bindend advies of rechtspraak?
Arbitrage, bindend advies of rechtspraak? procedure Door Shawn Conway en Stan Putter Illustratie: Tamar Rubinstein Contractspartijen besteden bij het aangaan van een overeenkomst veelal weinig aandacht
Nadere informatieNadere arbitrageovereenkomst. De ondergetekenden:
Nadere arbitrageovereenkomst De ondergetekenden: 1. Invullen naam eiser, gevestigd/wonende te invullen vestigingsplaats/woonplaats eiser; en 2. Invullen naam verweerder, gevestigd/wonende te invullen vestigingsplaats/woonplaats
Nadere informatieVoorzitter NAI; hoogleraar EUR; advocaat te Amsterdam en Brussel. 2
Nut en noodzaak van gewijzigde arbitragewetgeving in Nederland Prof. mr. A.J. van den Berg 1 Inleiding De aanleiding voor een wijziging van de huidige arbitragewet was de herziening van het procesrecht
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 611 Wijziging van Boek 6 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en het Vierde Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband
Nadere informatieArbitrage: de sleutel tot meer handel. prof. mr.dr. Rieme-Jan Tjittes
Arbitrage: de sleutel tot meer handel prof. mr.dr. Rieme-Jan Tjittes Meer handel nationaal/internationaal Nationaal: minder volledige vooruitbetaling, maar leverancierskrediet ([langere] betaaltermijnen)
Nadere informatie2. In de considerans wordt Boek 6 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek vervangen door: Boek 3, Boek 6 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek.
33 611 WIJZIGING VAN BOEK 6 EN BOEK 10 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK EN HET VIERDE BOEK VAN HET WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING IN VERBAND MET DE MODERNISERING VAN HET ARBITRAGERECHT NOTA VAN WIJZIGING
Nadere informatieEssentie. 1.1 Inleiding en achtergrond
HOOFDSTUK 1 Essentie 1.1 Inleiding en achtergrond In dit onderzoek staat de arbitrabiliteit van vennootschappelijke besluiten centraal. Vennootschappelijke besluiten zijn de beslissingen genomen door organen
Nadere informatieNOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG. 1. Inleiding
33611 Wijziging van Boek 3, Boek 6 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en het vierde Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de modernisering van het Arbitragerecht Nr. 5
Nadere informatieDe nieuwe arbitragewet bezien vanuit het perspectief van de gewone rechter
De nieuwe arbitragewet bezien vanuit het perspectief van de gewone rechter M r. I. P. M. v a n d e n N i e u w e n d i j k * 1 Inleiding Op 27 mei 2014 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Wijziging
Nadere informatie(Schorsing) Tenuitvoerlegging arbitraal vonnis. Appelverbod.
Page 1 of 5 TvA 2013/52 (Schorsing) Tenuitvoerlegging arbitraal vonnis. Appelverbod. Hof Amsterdam 08-04-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:1235, m.nt. mr. J.Ph. de Korte (NRSL/Kompas) Instantie Hof Amsterdam Datum
Nadere informatieVERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE
! VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE St.AR probeert zoveel mogelijk ingewikkelde juridische woorden te vermijden. Dat is niet altijd mogelijk. In deze lijst vindt u een omschrijving aan van de meest voorkomende
Nadere informatieNederlands Arbitrage Instituut ARBITRAGEAANVRAAG
Secretariaat Nederlands Arbitrage Instituut Postbus 21075, 3001 AB Rotterdam Weena 505, 3013 AL Rotterdam Telefoon: 010 2816969 Fax: 010 2816968 E-mail: zorgcontractering@nai-nl.org Website: www.nai-nl.org
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 611 Wijziging van Boek 6 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en het Vierde Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie
Nadere informatieNadere arbitrageovereenkomst. De ondergetekenden:
Nadere arbitrageovereenkomst De ondergetekenden: 1. Invullen naam eiser, gevestigd/wonende te invullen vestigingsplaats/woonplaats eiser; en 2. Invullen naam verweerder, gevestigd/wonende te invullen vestigingsplaats/woonplaats
Nadere informatieMemorie van Toelichting. Algemeen
Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De
Nadere informatieHet Wetsvoorstel: over het vonnis en het hoger beroep
Tijdschrift voor Arbitrage, Het Wetsvoorstel: over het vonnis en het hoger beroep Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: TvA 2013/36 Bijgewerkt tot: 01-08-2013 Auteur: Mr.
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE TELECOMMUNICATIEDIENSTEN per 2 mei 2016
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE TELECOMMUNICATIEDIENSTEN per 2 mei 2016 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken;
Nadere informatieNadere arbitrageovereenkomst. De ondergetekenden:
Nadere arbitrageovereenkomst De ondergetekenden: 1. Invullen naam eiser, gevestigd/wonende te invullen vestigingsplaats/woonplaats eiser; en 2. Invullen naam verweerder, gevestigd/wonende te invullen vestigingsplaats/woonplaats
Nadere informatieDe nieuwe Belgische arbitragewet
Belgisch Nederlands Colloquim Zee en Vervoersrecht 25/09/2014 De nieuwe Belgische arbitragewet door Sigrid Van Rompaey 14/10/2014 1 I. Historiek II. België een UNCITRAL land III. Arbitreerbaarheid IV.
Nadere informatiezaaknummer : /01 zaak-/rekestnummers rechtbank : /KG RK en /KG RK
LJN: BU8275, Gerechtshof 's-gravenhage, 200.086.304/01 Print uitspraak Datum uitspraak: 20-12-2011 Datum publicatie: 22-12-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Hoger beroep kort geding Inhoudsindicatie:
Nadere informatieARBITRAGEREGLEMENT (geldig vanaf 1 juli 2008)
ARBITRAGEREGLEMENT (geldig vanaf 1 juli 2008) (artikel I artikel XIV) I. Aanmelding van arbitrage Benoeming van arbiters 1. Arbitrage dient schriftelijk met een omschrijving van het geschil te worden aangemeld
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS in een geschil tussen. de besloten vennootschap A., hierna te noemen leverancier,
Essentie: Twee sets algemene voorwaarden cumulatief van toepassing, één met en één zonder arbitraal beding. Voor geen van beide is een duidelijke voorrang. De wederpartij wil beslechting door de rechter.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 611 Wijziging van Boek 6 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en het vierde Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband
Nadere informatieINHOUD. Ten geleide De UNCITRAL Modelwet nu ook in België Maud Piers... v. De arbitrageovereenkomst en de arbitreerbaarheid Luc Demeyere...
INHOUD Ten geleide De UNCITRAL Modelwet nu ook in België Maud Piers...................................................... v De arbitrageovereenkomst en de arbitreerbaarheid Luc Demeyere....................................................
Nadere informatieMemorie van Toelichting. Algemeen
Memorie van Toelichting Algemeen Modernisering Dit wetsvoorstel moderniseert de Nederlandse regeling voor arbitrage. Arbitrage is in Nederland van oudsher een van de belangrijkste vormen van geschilbeslechting
Nadere informatieVaststelling van en betaling van kosten van juridische bijstand in NAI bindend adviezen
Vaststelling van en betaling van kosten van juridische bijstand in NAI bindend adviezen Handreiking voor bindend adviseurs. 1. Deze handreiking beoogt niet meer te zijn dan een notitie die bindend adviseurs
Nadere informatieDe aard en omvang van arbitrage en bindend advies in Nederland Samenvatting
De aard en omvang van arbitrage en bindend advies in Nederland Samenvatting Uitgevoerd door Research voor Beleid en het E.M. Meijers Instituut Een onderzoek in opdracht van Het Wetenschappelijk Onderzoeken
Nadere informatieVeroordeling tot betaling van kosten van juridische bijstand in NAI arbitrages
Veroordeling tot betaling van kosten van juridische bijstand in NAI arbitrages Handreiking voor arbiters. 1. Deze handreiking beoogt niet meer te zijn dan een notitie die arbiters van nut kan zijn als
Nadere informatieDe Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-122 d.d. 17 april 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Reisverzekering, toepasselijkheid verzekeringsvoorwaarden,
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE WEBSHOP per 7 juli 2015
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE WEBSHOP per 7 juli 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumenten zaken; commissie
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen. A., hierna te noemen de adviseur,
Nr. 33.933 SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen A., hierna te noemen de adviseur, e i s e r e s in de hoofdzaak, v e r w e e r s t e r in het
Nadere informatieHeeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder.
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 11/47 Het scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem bijgestaan door mr M. Middeldorp, griffier, Heeft op 11 april 2012 het navolgende
Nadere informatieinachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie.
Geschillenreglement VViN Artikel 1 - Definities In dit reglement gelden de volgende definities: 1. Eiser: de partij die een verzoek tot beslechting als bedoeld in lid 7 van dit artikel met inachtneming
Nadere informatieWelke consequenties heeft het discriminatieverbod van artikel III van het Verdrag van New York voor de Nederlandse exequaturprocedure?
Page 1 of 7 TvA 2007, 3 Welke consequenties heeft het discriminatieverbod van artikel III van het Verdrag van New York voor de Nederlandse exequaturprocedure? Mr. J.Ph. de Korte, actueel tot 01-01-2007
Nadere informatieLJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak
Nadere informatieB E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K
Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 3 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1793/RO Uw kenmerk: 5645121/10/6 Onderwerp:
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE VERBOUWINGEN EN NIEUW- BOUW
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE VERBOUWINGEN EN NIEUW- BOUW Inhoudsopgave Afdeling 1: algemene bepalingen Artikel 1 : Artikel 2 : Artikel 3 : Artikel 4 : Artikel 5 : Artikel 6: Artikel 7 : Artikel 8 : Artikel
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE PRIVATE LEASE per 1 april 2016
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE PRIVATE LEASE per 1 april 2016 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie
Nadere informatieSCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG. Partijen zullen hierna worden aangeduid als de stichting en de arts.
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 08/30 Vonnis in de zaak van: De Stichting A., gevestigd te Z., eiseres in conventie, verweerster in reconventie, tegen: B., plastisch chirurg, wonende te Y., verweerder
Nadere informatieMemorie van Toelichting. Algemeen
Memorie van Toelichting Algemeen Modernisering Dit wetsvoorstel moderniseert de Nederlandse regeling voor arbitrage. Arbitrage is in Nederland van oudsher een van de belangrijkste vormen van geschilbeslechting
Nadere informatiePARLEMENTAIRE GESCHIEDENIS
PARLEMENTAIRE GESCHIEDENIS HERZIENING VAN HET BURGERLIJK PROCESRECHT VOOR BURGERLIJKE ZAKEN, IN HET BIJZONDER DE WIJZE VAN PROCEDEREN IN EERSTE AANLEG Wetsvoorstel 26 855 en gedeelten uit de wetsvoorstellen
Nadere informatieDaar is hij dan: de echtscheidingsnotaris!
Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Prof. mr. A.J.M. Nuytinck Published in Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139,
Nadere informatieEEN SCHEIDSGERECHT IN AD HOC ARBITRAGE
Secretariaat Nederlands Arbitrage Instituut Postbus 21075, 3001 AB Rotterdam Weena 505, 3013 AL Rotterdam Telefoon: 010 2816969 Fax: 010 2816968 E-mail: secretariaat@nai-nl.org Website: www.nai-nl.org
Nadere informatieMemorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding
WIJZIGING VAN BOEK 6 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK EN HET WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING IN VERBAND MET DE NORMERING VAN DE VERGOEDING VOOR KOSTEN TER VERKRIJGING VAN VOLDOENING BUITEN RECHTE Memorie
Nadere informatieKBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen
Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten
Nadere informatieSECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013
SECOND OPINION REGLEMENT Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg april 2013 1 INHOUDSOPGAVE Considerans... 3 I. Algemene bepalingen... 4 II. Het verzoek om een second opinion-procedure
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 1 oktober 2012
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 1 oktober 2012 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken;
Nadere informatieHC 11, , Alternatieve geschilbeslechting (AGB/ADR)
HC 11, 10-10-2017, Alternatieve geschilbeslechting (AGB/ADR) Er is een alternatief voor het fundamentele recht op toegang tot de overheidsrechter. In de gevallen waarin je niet per se naar de overheidsrechter
Nadere informatieBetreft: conceptwetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht in hoger beroep en cassatie
(7) ' 000 111111111111111111111111111111 (.0 1-.^1 21:a. Aan de Minister van Veiligheid en Justitie De heer mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Cr) LA) Den Haag, 27 juni 2014 Dossiernummer:
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE MAKELAARDIJ per 7 juli 2015
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE MAKELAARDIJ per 7 juli 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie
Nadere informatieGehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1
De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 21 juni 2012 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5723499/12/6 bijlage(n) 1 onderwerp Advies Wetsvoorstel
Nadere informatieREGLEMENT VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE LUCHTVAART
REGLEMENT VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE LUCHTVAART Begripsomschrijving Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: stichting: de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie: de Geschillencommissie
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procedure
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-08 d.d. 5 januari 2012 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. H.J. Schepen, leden, en mr. E.P.A. Bogers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ZORGINSTELLINGEN Per 7 juli 2015
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ZORGINSTELLINGEN Per 7 juli 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting: de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken;
Nadere informatieBeslag en executie in de context
Beslag en executie in de context van arbitrage Beslag en executie in de context van arbitrage Mr. M.C. van Leyenhorst 1 elke fatsoenlijke procedure begint met een beslag en dat is voor arbitrage niet anders.
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 1 d.d. 11 januari 2010 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 00 0 3 555 Aanpassing van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE KOUDE EN KLIMAAT voor de zakelijke markt per 14 juli 2014
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE KOUDE EN KLIMAAT voor de zakelijke markt per 14 juli 2014 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies
Nadere informatieARBITRAGEREGLEMENT INLEIDING MINI-ARBITRAGE, DEFINITIE EN DOELSTELLING DEFINITIE
ARBITRAGEREGLEMENT INLEIDING MINI-ARBITRAGE, DEFINITIE EN DOELSTELLING DEFINITIE MINI-ARBITRAGE IS EEN VORM VAN GESCHILBESLECHTING DOOR EEN SCHEIDSRECHTER, DIE BE- STEMD IS VOOR GESCHILLEN DIE, ZOWEL FEITELIJK
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv
Nadere informatieMEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding
MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN 1 Inleiding 1.1 In Nederland wordt in de praktijk door ondernemingen veel gebruik gemaakt van algemene voorwaarden ( AV ). Hoewel het gebruik van AV over het algemeen als
Nadere informatieBenoeming deskundige in merken- en reclamezaken
3. Een andere mogelijkheid is dat in het kader van een kort geding een deskundige wordt benoemd, die aan de hand van een bureaustudie vóór de zitting de door partijen in het geding gebrachte partijmarktonderzoeken
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procedure
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 44 23 februari 2011 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mevrouw mr. P.M. Arnoldus-Smit en mevrouw mr. J.W.M. Lenting) Samenvatting Consument heeft
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ALGEMEEN
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ALGEMEEN per 7 juli 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie
Nadere informatieAfdeling GIW: de Stichting Garantie Instituut Woningbouw te Rotterdam.
Arbitragereglement GIW, versie september 2003 Definities Afdeling 1 1.1 GIW: de Stichting Garantie Instituut Woningbouw te Rotterdam. 1.2 Geschil: - elk geschil dat volgens een desbetreffend arbitraal
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN per 14 juni 2016
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN per 14 juni 2016 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor
Nadere informatieNAI REGLEMENT VOOR HET BENOEMEN VAN EEN SCHEIDSGERECHT IN AD HOC ARBITRAGES
NAI REGLEMENT VOOR HET BENOEMEN VAN EEN SCHEIDSGERECHT IN AD HOC ARBITRAGES EERSTE AFDELING ALGEMEEN Artikel 1 Definities In dit reglement hebben de volgende woorden en uitdrukkingen de volgende betekenis:
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-353 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen op : 19 oktober 2018 Ingediend door : Consument
Nadere informatie31 mei 2012 z2012-00245
De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 117 d.d. 5 mei 2011 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 117 d.d. 5 mei 2011 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting De auto van Consument is tijdens een aanrijding
Nadere informatieGESCHILLENCOMMISSIE AIRCONDITIONING
GESCHILLENCOMMISSIE AIRCONDITIONING voor de particuliere markt per 1 januari 2007 Begripsomschrijving ARTIKEL 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting: de Stichting Geschillencommissies voor
Nadere informatieHet (ontwerp) wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen is ter consultatie voorgelegd. Vereniging Eigen Huis reageert daarop als volgt.
Van: Vereniging Eigen Huis Het (ontwerp) wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen is ter consultatie voorgelegd. Vereniging Eigen Huis reageert daarop als volgt. I. Inwerkingtreding Het wetsvoorstel
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STICHTING PAARD 11 december 2013
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STICHTING PAARD 11 december 2013 Inhoudsopgave Afdeling 1: Algemene Bepalingen Afdeling 2: Geschillenbeslechting Bindend Advies Afdeling 3: Slotbepalingen Reglement geschillencommissie
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag
> Retouradres Postbus 2030 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA Den Haag Turfmarkt 47 25 DP Den Haag Postbus 2030 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE CENTRALE ANTENNE INRICHTINGEN
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE CENTRALE ANTENNE INRICHTINGEN per 1 oktober 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken;
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-356 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris) Klacht ontvangen op : 14 juli 2017 Ingediend
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE TAXIVERVOER per 1 augustus 2017
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE TAXIVERVOER per 1 augustus 2017 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken;
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:1643
ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde Nr. 497 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieafspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.
Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de
Nadere informatieWETTELIJKE BEPALINGEN ARBITRAGE ZOALS GELDEND PER 1 JANUARI 2015
WETTELIJKE BEPALINGEN ARBITRAGE ZOALS GELDEND PER 1 JANUARI 2015 1 Vierde Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Inhoud Eerste titel. Arbitrage in Nederland... 3 Eerste afdeling. De overeenkomst
Nadere informatieConflictoplossing. Jacques Honkoop
Conflictoplossing Jacques Honkoop In de ICT branche ontstaan regelmatig problemen tussen contractpartijen. Meestal hebben ze betrekking op de kwaliteit van het geleverde product, maar er zijn allerlei
Nadere informatieWij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
WIJZIGING VAN BOEK 6 EN BOEK 10 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK EN HET VIERDE BOEK VAN HET WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING IN VERBAND MET DE HERZIENING VAN HET ARBITRAGERECHT Wij Beatrix, bij de gratie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 980 Uitvoering van het op 19 oktober 1996 te s-gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning,
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-487 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen op : 2 oktober 2018 Ingediend door : Consument
Nadere informatieBIJLAGE 10. ARBITRAGEREGLEMENT SYNDICALE KAMER VOOR DE HANDEL IN VEEVOEDER, RIJST EN PEULVRUCHTEN
BIJLAGE 10. ARBITRAGEREGLEMENT SYNDICALE KAMER VOOR DE HANDEL IN VEEVOEDER, RIJST EN PEULVRUCHTEN ALGEMENE BEPALINGEN 1) De Centrale Commissie van Arbitrage staat in voor de naleving van het arbitraal
Nadere informatieArbitragereglement Stichting Arbitrage Rechtspraak Nederland. Geldig vanaf 1 juli 2016
Arbitragereglement Stichting Arbitrage Rechtspraak Nederland Geldig vanaf 1 juli 2016 1 Arbitragereglement StAR geldig vanaf 1 juli 2016 Inhoudsopgave AFDELING 1: ALGEMENE BEPALINGEN... 4 Artikel 1 - Begripsomschrijving...
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE OSTEOPATHIE per 1 januari 2017
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE OSTEOPATHIE per 1 januari 2017 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie
Nadere informatieCoöperatieve Rabobank Westelijke Mijnstreek U.A., gevestigd te Sittard, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-05 d.d. 7 januari 2014 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-209 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieEerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad 45
Inleiding 15 1. Doelstellingen van de wetgever 17 2. Digitaal procederen 18 3. De start van een procedure in eerste aanleg 22 4. Uniforme basisprocedure 24 5. Mondelinge behandeling 27 6. Bewijsrecht 30
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE VvE MANAGEMENT voor de zakelijke markt per 1 april 2013
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE VvE MANAGEMENT voor de zakelijke markt per 1 april 2013 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies
Nadere informatieMagna Charta Burgerlijk Procesrecht Programma van de leergang
Magna Charta Burgerlijk Procesrecht Programma van de leergang Module Spreker Datum 1 Internationaal privaatrecht en procesrecht - mr. M. Zilinsky, universitair docent Vrije Universiteit Di 4 oktober 2011
Nadere informatie