1. Opening en mededelingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. Opening en mededelingen"

Transcriptie

1 Verslag van de vergadering van de statencommissie Bestuur en Financiën, gehouden op woensdag 1 november 2006 van uur tot uur in de Blauwe Zaal van het Provinciehuis te Groningen. Aanwezig: dhr. R.A.C. Slager (voorzitter, ChristenUnie), dhr. W.J. Moorlag (PvdA), dhr. F.F.H. Lenselink (PvdA), mw. W.J. Mansveld (PvdA), dhr. P.H.R. Brouns (CDA), dhr. D.A. Hollenga (CDA), dhr. H. Hoiting (plv. lid, PvhN), mw. A.A. Waal-Van Seijen (VVD), dhr. R.C.E. Neef (VVD), dhr. W. van der Ploeg (GroenLinks), mw. T. Deinum-Bakker (D66), dhr. H. Staghouwer (ChristenUnie), dhr. C. Swagerman (SP), dhr. T.J. Zanen (PvhN). Afwezig: dhr. J.G.M. Alders (CdK, voorzitter GS), dhr. F.C.A. Jaspers (PvdA, waarnemend voorzitter), dhr. E.A. van Zuijlen (GroenLinks), mw. I.S. Bulk (SP), mw. Hoekzema-Buist (PvhN). Voorts aanwezig: dhr. M.A.E. Calon (gedeputeerde), dhr.h. Bleker (gedeputeerde), dhr. J.M.C.A. Berkhout (griffier), dhr. J.C.F. Broekhuizen (secretaris), dhr. Th. Poggemeier (Verslagbureau Groningen, verslag). 1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. Hij deelt mee dat de heren Alders en Jaspers verhinderd zijn. In de vorige vergadering is besloten dat voorafgaand aan deze vergadering er een bespreking plaats zou vinden met de accountant over de punten van aandacht bij de accountantscontrole over het boekjaar Die bespreking heeft plaatsgevonden en de voorzitter informeert de vergadering over wat deze bespreking heeft opgeleverd. De accountant zal bij de controle over het boekjaar 2006 speciaal letten op: - incidentele subsidies en de bijbehorende voorwaarden - het eventuele misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de rechtmatigheid en met name zal aandacht worden besteed aan integriteit - de omvang van het totale personeelsbestand van de provincie ten opzichte van de provinciale taken - de wijze waarop invulling wordt gegeven van Europese richtlijnen, bijvoorbeeld inzake subsidies en staatssteun. De provincie is met grote projecten bezig en daar horen allerlei voorwaarden bij. Sommige projecten hebben een lange doorlooptijd en soms is de termijn dat Brussel bedragen terug kan vorderen, ook lang. Hier zal speciale aandacht naar uitgaan. - het weerstandsvermogen. In verband met de grote projecten is het alleszins de moeite waard om na te gaan of een en ander moet worden afgestemd. Het gaat hierbij meer om een analyse van de problematiek dan om een rekenexercitie. - SISA (Single Information Single Audit). Dit is nieuw bij de jaarrekening 2006 en dat heeft te maken met het feit dat één controle kan plaatsvinden en dat (een groot aantal van) de doeluitkeringen kunnen worden meegenomen. Dat betekent in de praktijk dat voor de vaststelling van de betreffende zaken, de financiële administratie een en ander in de tijd naar voren zal moeten halen en eventueel een schatting zal moeten maken. De 1

2 vraag is dan hoe de financiële afdeling daarmee omgaat en welke risico s daarmee worden gelopen. Aan vorengenoemde zaken zal in ieder geval aandacht worden besteed. Daarnaast werd door de accountant de suggestie gedaan of eventueel in de toekomst aan benchmarking gedacht zou kunnen worden. Op dit moment waren geen concrete voorbeelden voorhanden, maar afgesproken is om dit in het achterhoofd te houden en hieraan te zijner tijd mogelijk aandacht te besteden, aldus de samenvatting van het besprokene door de voorzitter. 2. Regeling van werkzaamheden - voorstellen vreemd aan de orde van de dag De voorzitter heeft geen voorstellen vreemd aan de orde van de dag ontvangen. - vaststellen van de agenda De voorzitter deelt mee dat een brief van de Staten van Brabant is ontvangen inzake de voorgenomen splitsingswet inzake energiebedrijven (Essent). De leden hebben kennis kunnen nemen van de brief en de voorzitter vraagt of er behoefte bestaat om over deze brief het woord te voeren. Dat is niet mogelijk op de eerstvolgende statenvergadering op 15 november. Dhr. Hollenga (CDA) acht het wenselijk om de brief aan de agenda van deze vergadering toe te voegen. De voorzitter concludeert dat het punt aan het eind van de agenda wordt toegevoegd. Er is ook een punt overgebleven van de vergadering van de commissie Landschap, Water en Milieu, namelijk de Voordracht inzake uitvoering van de Wet Inrichting Landelijk Gebied. De voorzitter vraagt of ook dit punt aan de agenda moet worden toegevoegd. Dhr. Moorlag (PvdA) licht toe dat dit verzoek uit de PvdA-fractie is gedaan. Gelet op de nadere toelichting van het College is de behoefte om de zaak te bespreken komen te vervallen. De voorzitter informeert of er bij andere fracties behoefte bestaat om de voordracht te bespreken en concludeert dat dit niet het geval is. Het punt wordt niet aan de agenda toegevoegd. 3. Gelegenheid tot spreken voor niet-statenleden (m.b.t. geagen deerde onderwerpen) Er hebben zich geen insprekers gemeld. 2

3 4. Vaststelling verslag Commissie Bestuur en Financiën van 20 september 2006 Dhr. Brouns (CDA) informeert naar aanleiding van het verslag en de informatie van de griffie of de antwoorden op de gestelde vragen over de internationale samenwerking naar de commissie onderweg zijn. Dhr. Bleker (gedeputeerde) antwoordt bevestigend. Dhr. Brouns (CDA) merkt voorts op dat op pag. 29 voor zijn naam abusievelijk Mw. staat vermeld. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) refereert naar aanleiding van het verslag aan de opmerking van de gedeputeerde over Essent inzake de planning richting de Staten van wat gaat komen en vraagt om een toelichting. Dhr. Calon (gedeputeerde) deelt mee dat een en ander gisteren is besproken in GS en dat het voornemen is om eind november of begin december een bijeenkomst te organiseren voor de Staten onder uitnodiging van PwC voor de toelichting op het betreffende rapport en dhr. Boersma van Essent voor de plannen. Dhr. Moorlag (PvdA) stelt een tekstuele wijziging voor. Op pag. 22 staat ruimtelijke orde en het laatste woord dient vervangen te worden door ordening. De voorzitter concludeert dat het verslag met inachtneming van de voorgestelde wijzigingen wordt vastgesteld. 5. Toezeggingenlijst De voorzitter merkt op dat toezegging 4 vandaag is geagendeerd en kan worden afgevoerd. De overige toezeggingen blijven allemaal staan. Dhr. Moorlag (PvdA) merkt op dat bij punt 7 geen streefdatum staat vermeld. Dhr. Calon (gedeputeerde) antwoordt dat het streven is dat aan de toezegging op de volgende vergadering op 6 december zal zijn voldaan. De toezegging behoort tot de portefeuille van dhr. Musschenga. 6. Mededelingen gedeputeerde(n)/commissaris van de Koningin Dhr. Calon (gedeputeerde) meldt twee mededelingen te hebben, één korte en een lange mededeling in het kader van de actieve informatieplicht. Hij vraagt permissie om laatstgenoemde mededeling nu te doen. 3

4 De voorzitter concludeert dat hiertegen geen bezwaar is en geeft vervolgens het woord aan gedeputeerde Calon. Dhr. Calon (gedeputeerde) neemt zich voor een korte inleiding te houden waarna de aanwezige gasten een presentatie zullen verzorgen die zal worden beëindigd met een nawoord van de gedeputeerde. Het waarom van de mededeling. Vorige zomer is de gedeputeerde in september geïnformeerd dat er binnen de Grondbank Meerstad (i.c. de vier marktpartijen) twijfels waren ontstaan over de rechtmatigheid van de aankoop van een aantal percelen. Dit is vervolgens besproken in het College waarna de indruk bestond dat er iets moest gebeuren. Dat gold ook voor de marktpartijen en zij besloten een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren. De betreffende onderzoekers zitten hier op de publieke tribune. Voor ondertekening is een tussenverslag ontvangen over het onderzoek en daaruit bleek dat er niets aan de hand was. Er was nog geen eindrapport, maar dat eindrapport is in mei jl. klaargekomen. Dat is een omvangrijk rapport waarin diverse transacties gedetailleerd zijn beschreven, inclusief namen en toenamen. Het College wenste het eindrapport te zien. Echter, vanwege de aanwezige private gegevens is besloten dit rapport niet ter beschikking te stellen, maar wel een rapport op te stellen waarin individuele gegevens zijn weggelaten. Dat rapport is gisteravond aangeboden aan de publieke partijen, dat wil zeggen aan Frank de Vries (gem. Groningen), Cees Verstegen (gem. Slochteren), Hendrik Oosterveld (min. LNV) en gedeputeerde Calon. Dhr. Calon meldt overigens vooroverleg te hebben gehad met de voorzitter van deze commissie B en F over de keuze van de wijze van informatieverstrekking, namelijk via de mededelingen of via een brief namens GS die behandeld zou kunnen worden op een extra vergadering van de commissie. Besloten is om dit via de mededelingen te doen daar de commissie toch al bij elkaar zou komen. Iedereen kan dan kennis nemen van de feiten en een oordeel vellen. Voor GS is de algemene conclusie dat, ondanks de eerder vermelde indruk, niet bewezen kan worden dat er iets aan de hand is en GS hebben voorts het beeld dat er niets aan de hand is geweest, aldus dhr. Calon. GS hadden het kunnen laten bij deze mededeling, maar in verband met de gevoeligheid zijn de onderzoekers die in opdracht van de marktpartijen hebben gehandeld, uitgenodigd om hun rapport te presenteren. Dat rapport en de aanbiedingsbrief zijn openbaar en zullen worden uitgereikt. De onderzoekers zijn prof. ir. Hans de Jonge, hoogleraar aan de TU Delft en directievoorzitter van de Brink Groep en dr. mr. Cees Schaap, directeur van het onafhankelijk forensisch onderzoekscentrum SBV Forensics. Dhr. Mr. Paul Russel, advocaat, lid van de Eerste Kamer voor het CDA, heeft een onafhankelijke juridische toets uitgevoerd van een aantal transacties op basis van het onderzoeksrapport. Samenvattend. De marktpartijen hadden twijfels over de rechtmatigheid van een aantal aankopen. Daarop hebben zij besloten tot het laten instellen van een onderzoek en een juridische toets. Het College van GS hebben een tussenrapportage ontvangen en gisteravond de eindrapportage. Dhr. Calon geeft het woord aan de onderzoekers voor een presentatie en nodigt de leden van de commissie uit om vragen te stellen in geval van onduidelijkheden. Later kan nadere discussie plaatsvinden in geval van onenigheden. Dhr. De Jonge (onderzoeker) stelt zich voor en bedankt de commissie voor het bieden van de gelegenheid om deze toelichting op het onderzoek te kunnen 4

5 geven. In het hierna volgende wordt zijn toelichting in de eerste persoon weergegeven. Ik zal de presentatie eerst inleiden opdat u weet wat de vraagstelling is geweest, welke de opdracht was van de private partijen het waren de private partijen die tot een onderzoek besloten welke werkwijze is gevolgd, welke de context was en welke de commerciële en juridische benadering en tot slot welke conclusies zijn getrokken. Ik breng u eerst in herinnering wat er is gebeurd. Rond 1999 werd duidelijk dat er een uitbreiding oostwaarts zou plaatsvinden en op het moment dat dit duidelijke werd begonnen marktpartijen posities in te nemen. Medio 2000 begonnen diverse marktpartijen met het aankopen van gronden. Zodra dergelijke intenties in de markt bekend worden, zijn bewegingen in de markt direct zichtbaar. In 2001 besloten de publieke partijen tot de intentieovereenkomst en even daarvoor hadden de private partijen tot oprichting van de Grondbank besloten. Dat was een aantal private partijen waarvan de samenstelling inmiddels enigszins is veranderd, maar in principe zijn dat de vier partijen waar het hier om gaat. In maart 2001 tekenden de zes overheden een intentieovereenkomst voor de gezamenlijks ontwikkeling van Meerstad en die intentieovereenkomst ging over een plangebied dat bestond uit een voorlopig exploitatiegebied en een studiegebied. Ik laat u dat even op een kaartje zien, omdat pas in 2003 deelgebied III toegevoegd zou worden aan het exploitatiegebied. Op de kaart ziet u dat deelgebied I en II zijn ingekleurd en deelgebied III (ten noorden van het Slochterdiep) niet. Ontwikkeling boven het Slochterdiep zou pas na 2012 plaatsvinden. Er is vrij lang sprake geweest van de status studiegebied. In de intentieovereenkomst zijn vijf doelstellingen geformuleerd. Woningbouw in het midden en hogere segment, het creëren van een nieuw kwalitatief hoogwaardig landschap, aanleg van een groot meer voor de berging en buffering van water, het creëren van een recreatieve trekker en het versterken van de Ecologische Hoofdstructuur. Ik memoreer deze doelstellingen, maar ik neem aan dat u ze kent, want deze zijn genoegzaam bekend gemaakt en op nationaal niveau is vastgesteld dat Meerstad een van de voorbeeldprojecten is van een kwalitatief goed ingestelde PPS. In mei 2002 werd een samenwerkingsprotocol ondertekend door de publieke en private partijen. Toen is gezegd dat publiek en privaat ging samenwerken. In dat samenwerkingsprotocol is een masterplan opgenomen dat veel flexibiliteit vertoonde daar nog niet duidelijk was hoe de ontwikkeling zou plaatsvinden. Tevens behoorde daartoe een grondexploitatie. Dat is heel belangrijk om het financieel verloop zichtbaar te maken. Vervolgens werd de intentie uitgesproken om een gezamenlijke exploitatiemaatschappij op te richten, de GEMM. In september 2005 werd feestelijk in aanwezigheid van ministers de samenwerkingsovereenkomst (SOK) ondertekend. Daarmee verkreeg het geheel een hoog realiteitsgehalte. De totale investering in het gebied betreft 800 miljoen. De grondverwerving, inclusief rente en kosten, betreft een bedrag van 150 miljoen tot 160 miljoen. In totaal gaat het om een oppervlakte van circa 1200 ha. Dit betreffen de gronden van de partijen in de Grondbank. Aanleiding tot het onderzoek. Naar aanleiding van één grondtransactie die overigens grond betrof buiten het plangebied, ontstonden vragen bij een der private partijen waarbij het voornemen postvatte om dit te laten uitzoeken. Daarop is besloten tot een onafhankelijk onderzoek. Die onafhankelijk onderzoekers hebben gerapporteerd in mei 2006 aan de private partijen. Dat rapport bevat veel privaatrechtelijke en commerciële informatie en de daarin weergegeven verklaringen zijn afgelegd in vertrouwelijkheid. Dit rapport is 5

6 daarom niet beschikbaar voor publicatie en daarom is een rapportage opgesteld die wel openbaar is en die aan u na afloop van deze vergadering beschikbaar wordt gesteld. Onderzoeksopdracht. De opdracht betreft vier hoofdvragen: 1. Is de GEMM benadeeld bij de verwerving van gronden? 2. Hebben partijen binnen de Grondbank elkaar benadeeld? Blijkbaar was er aanleiding om die vraag te stellen. 3. Zijn aan de Grondbank gelieerde personen bevoordeeld? 4. Zijn er derden bevoordeeld? Overigens kan het woord bevoordeeld op veel verschillende manieren worden uitgelegd. Als bij handel winst wordt gemaakt, is dat dan bevoordelen of is dat goede handel? Dat behoeft nadere interpretatie. Onderzoeksaanpak. Er is vanuit twee invalshoeken naar dit probleem gekeken: commercieel en juridisch. De commerciële benaderingswijze gaat uit van de volgende gedachte. Een geheel van transacties wordt geplaatst in het licht van te bereiken doelen. In een relatief kort tijdsbestek moet een enorme hoeveelheid grond worden verworven binnen vooraf afgesproken kaders en budgetten. Dat is de commerciële doelstelling. Je streeft naar een goede uitgangspositie voor een kwalitatief goede gebiedsontwikkeling. Gezien de aard van de vraagstelling in het onderzoek gaat alle aandacht naar afwijkende transacties. Wij hebben alle transacties bekeken en deze zijn via een zeefproces qua aantal gereduceerd tot de afwijkende transacties. Gerapporteerd wordt over deze afwijkende transacties. Daarbij ontstaat het gevaar dat de indruk ontstaat dat alle transacties afwijkend waren en ik wil hierbij meteen benadrukken dat het om een zeer beperkt aantal afwijkende transacties gaat. Van de ca ha werd 400 ha nader bekeken. Dat gaf aanleiding tot nader onderzoek en dat heeft er in geresulteerd dat uiteindelijk negen transacties zijn onderzocht. Deze negen transacties betreffen grondaankopen in het deelgebied III, dus dat gedeelte boven het Slochterdiep. Dat is belangrijk, want van dit gebied was het lang onduidelijk of het onderdeel uitmaakte van het exploitatiegebied. Het maakte weliswaar onderdeel uit van het plangebied, maar er waren veel argumenten om niet ten noorden van het Slochterdiep te gaan ontwikkelen. Hoe hebben wij geacteerd in dit onderzoek? Wij hebben dossieronderzoek verricht in openbare registers en databestanden geraadpleegd. Wij hebben met sleutelfiguren gesproken. Vervolgens zijn tussenconclusies getrokken en op basis van die voorinformatie is besloten tot diepergaand onderzoek middels confrontatie. Dat geschiedde middels vragen en interviews. De verslagen van deze vragen en interviews werden voorgelegd aan betrokkenen (wederhoor). Aan hen is gevraagd of de verslagen correcte weergaven vormden van de feiten die in de gesprekken zijn vastgesteld. De betrokkenen hebben de verslagen geaccordeerd. Met deze verslagen hebben wij het onderzoek verder opgebouwd en hebben wij conclusies getrokken. Daarna is het verslag op hoofdlijnen vastgesteld. Het voorgaande verhaalt over de aanleiding en de opgave die ons is gesteld, alsmede de wijze waarop wij het hebben aangepakt. Wat is de context van grondverwerving binnen Nederland? Het is zo dat op het moment dat publieke partijen intenties uitspreken om gebieden te ontwikkelen, private partijen grondposities gaan innemen. Dat kunnen partijen zijn van diverse pluimage. Daarbij behoort de tussenhandel en de zogenaamde free riders. Er zijn partijen bij die, in goed Nederlands uitgedrukt, een longterm commitment aangaan. Dan verbinden zij zich via een GEM en via een PPS met publieke partijen en verbinden 6

7 hun lot voor zo n twintig jaar aan een PPS. Daarmee zijn die partijen, in onze ogen, solide partijen, want die hebben een belang op lange termijn bij zo n gebied. Er zijn echter ook veel tussenhandelaren en free riders. Tussenhandelaren zijn mensen die publieke documenten scannen om te zien waar iets te halen valt en die vervolgens positie innemen om deze op een later moment, wanneer publiek of privaat geld is geïnvesteerd, door te verkopen en het verschil in eigen zak te steken. Free riders zijn mensen die wel in het gebied een positie willen hebben om het te ontwikkelen, maar zij zijn niet van plan om mee te betalen aan infrastructurele voorzieningen. Om het optreden van genoemde partijen te voorkomen wordt middels de inzet van makelaars en bemiddelaars gewerkt. Die makelaars en bemiddelaars zijn bijzondere mensen. Dat zijn niet de makelaars die uw huis aankoopt of verkoopt, maar dat zijn mensen die in twee werelden kunnen acteren. De ene wereld is de wereld van vastgoedontwikkeling en gebiedsontwikkeling en de andere wereld is de wereld van de agrarische sector. Het zijn vaak mensen die zelf afkomstig zijn van het boerenbedrijf. Waarom is dat zo? Het gaat in het geval van Meerstad om een gebied waar boeren uitgekocht moeten worden. Dat betekent dat boerenbedrijven verplaatst moeten worden. Die moeten ofwel in een ruilverkaveling of in een verplaatsing terechtkomen en dat betekent dat er veel bedrijfsinhoudelijke problemen aan het licht komen, zoals het omgaan met mest- en melkquota, fiscale afspraken over vervangingsinvesteringen en herinvesteringreserves, etc. Die makelaars moeten veel weten over de bedrijfsvoering van het boerenbedrijf en dan kunnen zij de boeren proposities voorhouden waardoor laatstgenoemden gaan overwegen om hun boerderij af te stoten en naar elders te vertrekken of te stoppen met het boerenbedrijf. In een aantal gevallen wordt aan die makelaars/bemiddelaars gevraagd om gronden te stallen in het geval dat de partijen publiek of privaat die willen aankopen, op het betreffende moment geen budget beschikbaar hebben. Dat kan zijn doordat de budgetten uitgeput zijn of doordat het op een bepaald moment politiek niet uitkomt om de betreffende budgetten te voteren. Dan wordt verzocht om de gronden aan te schaffen om deze later te leveren onder de afspraak dat een rentevergoeding wordt betaald over de voorinvestering. Wat is het dilemma? Het dilemma is dat zonder inschakeling van bemiddelaars bijna altijd sprake is van prijsopdrijving door hetgeen zojuist is geschetst. Dit probleem doet zich in Nederland overal voor. Aan de andere kant bestaat de wens tot transparantie, terwijl de bemiddelaars liever niet in het neonlicht functioneren van de publieke aandacht, want dan verspelen zij hun commerciële positie. Bij de ontwikkelaars ligt de situatie iets anders. Met de ontwikkelaars wordt doorgaans afgesproken dat zij 1:1 doorleveren aan de Grondbank, dus zonder marge en binnen de afspraken. Hun belang betreft de opstalontwikkeling. De betreffende bedrijven zijn in het algemeen niet geïnteresseerd in grondposities die zowel langdurig als zwaar op hun balans drukken. Zij zien grond als middel om tot productie te komen. Op de structuurplankaart is aangegeven hoe het gebied zich mogelijkerwijze zou kunnen ontwikkelen. Daarbij zijn ook andere gebieden ingekleurd dan binnen de plangebiedgrenzen vallen. Het beweegt ten opzichte van elkaar en dat is van belang voor de discussie van straks. De commerciële benadering. Er zijn dus doelen gesteld. Er dienen gronden te worden verworven binnen de afgesproken kaders. Dat diende in een hoog tempo te geschieden om te voorkomen dat allerlei mensen posities gaan innemen. Bovendien diende te worden getracht om de tussenhandel en de free riders buiten het spel te houden. Kijkend naar de resultaten konden wij eenvoudig vaststellen dat er in een hoog tempo grondverwerving heeft plaatsgevonden binnen de afgesproken kaders. De tussenhandel en de free riders zijn bijna allemaal uitgesloten. In onze opvatting is in relatief korte tijd veel resultaat geboekt. Ik kan u vertellen dat snelle grondverwerving voor gebiedsontwikkeling een uitermate groot probleem is in Nederland. Dat probleem is hier zeer voortvarend beetgepakt. De rol van de makelaars/bemiddelaars is hierin belangrijk geweest. Ook hier is duidelijk geworden dat zij nodig zijn. Het juridische plaatje. We bekijken de transactieanalyse, voorts de rol van de makelaar/bemiddelaar en tot slot de derden in het gebied. 7

8 De transactieanalyse. Er is begonnen in deelgebied I met het verwerven van gronden. De private partijen zaten in de Grondbank in het verwervingsproces. Nadat aangekondigd was of zichtbaar begon te worden dat deelgebeid III ook wel eens bij het exploitatiegebied zou kunnen gaan horen, hebben partijen twee problemen gehad. In een aantal gevallen zaten zij tegen hun budgettaire limiet aan en konden niet verder investeren. Ten tweede wilde men het risico niet nemen om in een gebied dat tot dat moment slechts studiegebied was, gronden aan te kopen. Uit de transactieanalyse bij de notaris het betreffen openbare registers blijkt dat er met betrekking tot de aankopen verschillen bestaan tussen verkooptitels en inkomsttitels. Wij hebben vervolgens geconstateerd dat er snelle transactie met derden heeft plaatsgevonden. Ook zijn er prijsverschillen geconstateerd. Dit is een ingewikkelde kwestie. In een aantal gevallen gaat het hierbij om nabetalingen. Wat zijn nabetalingen? De koper van de gronden spreekt dan met de boer af dat de betreffende gronden worden afgenomen tegen een bepaalde prijs, maar als de agrarische bestemming verandert in een woningbouwbestemming, heeft de boer recht op een nabetaling van een bedrag van x. Dat wordt een nabetalingverplichting genoemd en deze dient te worden nagekomen als een wijziging van de bestemming heeft plaatsgevonden. Verder zitten er zaken in die te maken hebben met de afkoop van pachtrechten en de afkoop van fiscale verplichtingen. Het is een hele menulijst van punten die bij dergelijke onderhandelingen een rol spelen. Het totaalbedrag aan geconstateerde bruto verschillen ten aanzien van de transacties in Deelgebied III is 8,3-11,7 miljoen. De Pavlov-reactie is dan dat iemand een winst gelijk aan dit bedrag heeft geboekt in de onderzochte negen transacties. De werkelijkheid is echter veel complexer. Dat verschil kan worden veroorzaakt door nabetalingen, afkoop van erfpacht of andere betalingsverplichtingen. In ieder geval is vastgesteld dat een deel van het verschil zit bij de bemiddelaar/makelaar. Deze had van de Grondbank toestemming om in Deelgebied III zelfstandig positie in te nemen. Waarom? De private partijen hadden de overweging dat zij zelf niet wilden investeren in Deelgebied III en daarom werd aan de bemiddelaar gevraagd om positie in te nemen. Laatstgenoemde moest dit melden en hij moest er toestemming voor hebben. Zijn positie zou dan later worden ingeleverd bij de Grondbank. Er zijn verschillen geconstateerd. Dat is ook logisch, want bij het innemen van een positie wordt risico gelopen. Echter, het merendeel van de geconstateerde verschillen met betrekking tot de negen transacties zit bij derden en niet bij de makelaar/bemiddelaar. Wij willen voorts als onderzoekers graag inzicht hebben in het verschil tussen bruto en netto, want als wij willen weten of derden zijn bevoordeeld, dienen wij te kunnen nagaan of iemand substantiële winsten heeft geboekt. Het probleem is dan dat het hier gaat om private partijen die op eigen titel hebben geïnvesteerd in Deelgebied III, terwijl wij als onderzoekers de betreffende personen niet kunnen dwingen om ons inzage te geven in hun handel. Inzage in het bruto-netto-traject werd daardoor voor ons onmogelijk. Een ander punt is dat sommige onderzochte percelen tot op de dag van vandaag geen eigendom zijn van de Grondbank. Die percelen zijn nooit ingeleverd en dus zijn er in dat gebied nog steeds private partijen met een grondpositie. De rol van de makelaar/bemiddelaar. Hierop concentreerde zich de vraagstelling. Hij trad dus op als (1) makelaar voor de Grondbank tegen een vergoeding. Daar is niets bijzonders mee, want in Nederland is het gebruik dat makelaars die dit soort werk doen, tegen een toenmalige vergoeding van ƒ1,--/m 2 de betreffende gronden binnenbrengen. Dat is in veel gebieden in Nederland de gebruikelijke gang van zaken. Het wordt ingewikkelder als er (2) gestald moet worden, want dan moet er een afspraak gemaakt worden over de rentevergoeding, de tijdsduur van de stalling en het moment van levering aan de Grondbank. Het gaat hierbij niet om het doorleveren met een marge, maar om het doorleveren met een rentevergoeding. De derde rol (3) roept het meeste vraagtekens op. Dat is de situatie als hij voorinvesteringen doet in Deelgebied III. Dan heeft hij een meldingsplicht. Nagegaan is hoe dat met die meldingen zat. Uit de (compacte) notulen van de directievergadering blijkt dat die meldingen plaats hebben gevonden, maar wij zien geen schriftelijke meldingen. 8

9 In het verkeer met de makelaar constateren wij een paar zaken. Het gaat hier om de wijze van handelen en private partijen en een andere private partij, i.c. de makelaar. Geconstateerd is dat er een schriftelijke opdracht aan de makelaar/bemiddelaar ontbreekt. Er is gewoon gehandeld in de trant van zo doen wij dat met z n allen als het gaat over de vergoedingen en de afspraken. De makelaarsrol was in principe helder, maar de makelaar is niet helder geweest bij welke transactie hij optrad in welke rol. Die rol was in het algemeen wel helder als het ging om stallingsconstructies, maar bij het innemen van posities passen vraagtekens. Welke zijn die vraagtekens? De vraag is of de de derden, niet zijnde de makelaar/bemiddelaar, die posities innamen in het gebied, al dan niet gelieerd waren aan de makelaar/bemiddelaar. Bij dit probleem ligt de bewijslast bij ons. Je komt dan al dan niet op verbindingen uit, maar je kunt niet zeggen dat de makelaar zelf die positie heeft ingenomen. Er heeft wel positiewisseling plaatsgevonden van de makelaar zelf en, zoals al eerder gezegd, zijn er prijsverschillen geconstateerd. De positie van overige derden in het gebied. Er zijn derden die op puur commerciële basis grond hebben gekocht. Dat mogen zij, want iedereen in Nederland heeft het recht om een stuk grond te kopen. Echter, er waren ook derden waarvan niet duidelijk was welke intenties zij hadden bij de aankoop van de grond. Dat gaat om partijen die woningen wilden ontwikkelen en zij hebben overeenkomsten gesloten met partijen van de Grondbank om door te leveren zonder marge. Dit zijn dus partijen die keurig volgens de afspraken hebben gehandeld. Wat waren dat voor partijen? Dat waren partijen die het areaal woningbouw hebben uitgebreid met het sociale huursegment. Daarmee kwam er een andere kleur in het gebied. De conclusies. Is de GEMM benadeeld? Uit het onderzoek is dat niet gebleken. De gronden zijn in een hoog tempo verworven binnen de afgesproken kaders en de afgesproken budgetten. Voor het binnenbrengen van die gronden was snel en proactief handelen cruciaal. Daar zit een risico aan, bijvoorbeeld dat zaken niet goed worden vastgelegd, maar de prijsopdrijving is grotendeels voorkomen. De gronden die de Grondbank had zijn 1:1 doorgeleverd aan de GEMM. Er is geen reden om te concluderen dat de GEMM is benadeeld. Hebben partijen binnen de Grondbank elkaar benadeeld? Ook dat is uit onderzoek niet gebreken. De opdrachtstelling aan de makelaar/bemiddelaar d.w.z. het ontbreken van een schriftelijke opdracht en duidelijke instructies omtrent de taakstelling heeft wel geleid tot ruis in de verhouding van de vier private partijen. De besluitvorming in de directie van de Grondbank hield doorgaans in dat tot de taak van twee van de vier partijen het dagelijkse en snelle handelen met de makelaar/bemiddelaar behoorde, terwijl de andere twee een wat teruggetrokkener positie innamen, maar zij hebben wel altijd de voorstellen in de directievergadering gezien en hebben die altijd formeel geaccordeerd. Formeel hebben de twee eerste geen schriftelijk mandaat om namens de vier partijen te handelen en het is dan ook een feit dat alle transacties door alle vier markpartijen separaat zijn geaccordeerd. De communicatie tussen de partijen liet op een aantal punten te wensen over. U kunt zich er ongetwijfeld iets bij voorstellen als je als een Razende Roeland bezig bent met grondaankopen die soms zeer complexe deals waren. Dat heeft op een gegeven moment enig wantrouwen gewekt. Zijn aan de Grondbank gelieerde personen bevoordeeld? Directer gesteld: hebben directeuren van de Grondbank zich bevoordeeld? In het onderzoek is daarvoor geen aanleiding gevonden. Wij hebben gesprekken gevoerd en interviews gehouden. We hebben verklaringen van sleutelfiguren afgenomen en die kruiselings tegen elkaar aangehouden en we hebben de betrokkenen gevraagd om inzage te geven in de eigen persoonlijke administraties. De betrokkenen waren daartoe onmiddellijk bereid. Op basis van de resultaten uit het eerste onderzoeksdeel hebben wij gezegd dat wij van die bereidheid op het moment geen gebruik wilden maken. Zijn derden bevoordeeld? Dit is lastiger, want dan komen we op het begrip bevoordeeld. Uit het onderzoek is gebleken dat er afwijkende transacties hebben plaatsge- 9

10 vonden, vooral in Deelgebied III. Dan hebben wij te maken met de vraag of dit gebied de status heeft van studiegebied, plangebied of exploitatiegebied en met vennootschappen die als tweede hand kopen. Dat zijn dus vennootschappen die in de tweede positie de grond overnemen en binnen relatief korte tijd de grond doorverkopen aan de Grondbank ofwel aan derden. Dat hebben wij geconstateerd. Er hebben bestemmingswijzigingen tussen transacties plaatsgevonden. Als je bij de notaris ziet dat de bestemming van een stuk grond in korte tijd wordt gewijzigd van agrarisch gebied naar woningbouw, lijkt dat vreemd, maar in de praktijk kan dat het gevolg zijn van het feit dat iemand anderhalf jaar geleden bij een boer al een onderhandse afspraak tot aankoop heeft gemaakt en dat pas later bestemmingswijziging is opgetreden. Wat je dan bij de notaris ziet hoeft niet noodzakelijkerwijze de werkelijke gang van zaken te zijn geweest. Dat hebben wij in ieder geval kunnen constateren. Er zijn in ieder geval opmerkingen bij te maken. Ik gaf al aan dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen bruto en netto, maar... hoe dienen die geïnterpreteerd te worden? We hebben al geconstateerd dat de betreffende verschillen bij zowel de makelaar/bemiddelaar als bij derden zijn opgetreden vanwege hun posities. Onduidelijk is wat daarvan de netto-opbrengst is, want er moeten allerlei kosten betaald worden, hetzij erfpacht worden afgekocht, hetzij rechten op nabetaling worden voldaan. Dat weten wij niet, want dat inzicht hebben wij niet verkregen. Wel hebben wij geconstateerd dat afspraken niet eenduidig waren. Er is geopereerd in een soort pressure cooker. De directie heeft snel moeten handelen, terwijl zij in onze ogen in een aantal gevallen zorgvuldiger had moeten zijn. Het formele mandaat ontbrak, maar elke partij heeft de transactie geformaliseerd en zij zijn terug te vinden in de notulen van de directie van de Grondbank. Er was onduidelijkheid over de ontwikkeling van Gebied III. Dat heeft niet geholpen en er was op een aantal punten gebrek aan budget, waardoor de private partijen gebruik hebben gemaakt van bemiddelaars die posities konden innemen. Dit alles levert leerpunten op voor de private partijen. Zij steken de hand in eigen boezem. Meerstad is voor hen aanleiding geweest om in andere situaties in Nederland een en ander aan te scherpen: - Er dient een veel scherpere schriftelijke opdracht te aan de bemiddelaar te worden afgegeven. - Er dienen veel strakkere afspraken over mandatering binnen de directie van de Grondbank te worden gemaakt. - Er dient beter te worden gecommuniceerd. Tot slot. Wij spreken hier over een gebied van meer dan 1200 ha. Er is 400 ha nader onderzocht. Een deel van de transacties, i.c. negen transacties, gaf aanleiding tot diepergaand onderzoek. De betreffende grond lag in Deelgebied III. Daar is een brutoverschil aangetroffen van 8,3 miljoen tot 11,7 miljoen, maar wij weten niet hoe groot het deel is dat de werkelijke winst is van de partijen die daar posities hebben ingenomen. Het volume van de grondaankoop betreft een totaalbedrag van 150 miljoen tot 160 miljoen en de totale investering bedraagt circa 800 miljoen. Ik geef u deze bedragen als decor voor de wijze waarop de andere informatie geïnterpreteerd moet worden. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt hoeveel ha de nader onderzochte negen transacties omvatten. Dhr. De Jonge (onderzoeker) antwoordt dat hij dat moet nazoeken. In ieder geval betreft dat een deel van de 400 ha die nader zijn onderzocht. Dhr. Zanen (PvhN) vraagt op welke grond de Twentse bouwers betrekking hebben. Dhr. Calon (gedeputeerde) antwoordt dat die betrekking hebben op Deelgebied I en hier buiten staan. De Twentse bouwers hebben contracten met nabetaling, 10

11 opties, bestemmingswijziging en dan komen de nabetalingen. Dat is standaard in heel Nederland. Dhr. Hoiting (PvhN) refereert aan de woorden van dhr. De Jonge over het brutoverschil tussen verkoop en inkoop. Hij vraagt waaraan dit wordt afgemeten. Dhr. De Jonge (onderzoeker) antwoordt dat de betreffende transacties complex zijn. Bij de notaris echter wordt vastgelegd hoe die transacties neerslaan in een bedrag. Dhr. Hoiting (PvhN) neemt aan dat in die akten ook nadere verplichtingen staan aangegeven die later een hogere prijs kunnen veroorzaken. Dhr. De Jonge (onderzoeker) antwoordt dat dit klopt. In een aantal gevallen is dat als zodanig geconstateerd. Vervolgens is de vraag hoe dat moet worden gekapitaliseerd en over welk bedrag het dan uiteindelijk gaat. Wat was dan de hoogte van de afkoop erfpacht en waar ging het dan over bij die mest- en melkquota? Daar stopt de informatie. Wel is in de akten te zien dat er nabetalingverplichtingen bestaan, maar niet hoe groot die zijn. Dhr. Lenselink (PvdA) vraagt of de afwijkingen alleen het brutoverschil betreffen of dat er andere criteria zijn op grond waarvan geconcludeerd wordt dat een transactie afwijkend is. Dhr. De Jonge (onderzoeker) antwoordt ontkennend. Scherp is gedefinieerd wat als afwijkend wordt beschouwd. De transactie wordt als afwijkend beschouwd als bepaalde patronen zich voordoen. Bijvoorbeeld doorlevering via tussenpersonen, grote verschillen tussen aan- en verkoop. Er zijn daarvoor vijf of zes criteria opgesteld op grond waarvan de transacties zijn gezeefd. Er is duidelijk gekeken naar het patroon van de transactie. Dhr. Hollenga (CDA) wijst er in zijn algemeenheid op dat bij deze PPS weliswaar snel gehandeld moest worden, maar dat als er zou zijn getalmd het risico veel groter zou zijn geweest dat transacties zouden hebben plaatsgevonden waardoor nadeel zou zijn ontstaan. Dhr. Swagerman (SP) vraagt waarom, als private partijen geldgebrek hebben om grond aan te kopen, zij dan in eerste instantie met makelaars samenwerken en niet met de publieke partners. Deze zien daar mogelijk zelf wel een belang. Dhr. De Jonge (onderzoeker) antwoordt dat hij daarop geen zinnig antwoord kan geven. Dhr. Calon (gedeputeerde) antwoordt dat GS daar geen mandaat voor hadden. Deze transacties speelden van 1999 tot in Pas in 2003 werd pas duidelijk dat in het noordelijke deel ontwikkeld zou worden. Ook al zou die vraag aan GS zijn gesteld hetgeen niet het geval was, maar misschien is de vraag wel aan de gemeente Groningen of Slochteren gesteld dan ontbrak het mandaat en het 11

12 benodigde geld. Wel is het zo dat de bouwers, oftewel de Grondbank, op een gegeven moment financieringsproblemen hadden. Dat wil niet zeggen dat ze te weinig geld hadden, maar zij hadden mandaat van hun hoofddirecties om tot een bepaald investeringsbedrag te gaan. Hier ligt overigens de aanleiding voor Volker Wessels Vastgoed om er op een gegeven moment uit te stappen. Dat zou maar dat is gissen een verklaring kunnen zijn voor het feit dat gezegd is dat via een tussenpersoon grond is gekocht. GS hadden er in ieder geval geen mandaat voor en de betreffende vraag is evenmin aan GS gesteld. Dit is een andere situatie dan in het geval van de Blauwe Stad. Toen is mandaat gevraagd aan de Staten en voor een bepaald bedrag (eerst 60 miljoen en later 90 miljoen) kocht de provincie grond. In geval van Meerstad was er nog geen contract, maar slechts nog een intentieverklaring in 2001 en in 2002 met de marktpartijen waarbij de Grondbank grond zou kopen. Overigens waren de partijen al eerder begonnen met aankoop. Je ziet vanaf het verschijnen van het ontwerp-pop in 1999 dat partijen voor eigen risico grond gaan kopen. Dhr. Swagerman (SP) begrijpt dat dit eigenlijk geen provinciaal probleem is, maar eerder een gemeentelijk probleem. Eigenlijk wordt dit onderzoek ten bate van de gemeenten gedaan... Dhr. Calon (gedeputeerde) stelt duidelijk dat het onderzoek niet in opdracht van GS wordt uitgevoerd, maar dat de private partijen twijfels hadden over de rechtmatigheid van een aantal aankopen. Zij hebben onderzoek laten verrichten en hebben dat GS gemeld. Daarop heeft GS om een tussenrapportage verzocht om te weten of een en ander deugt en ook om de eindrapportage. Want dan worden zaken gedaan tussen partijen die netjes met elkaar omgaan. Het is inderdaad geen probleem van de provincies en zelfs niet van de gemeenten. Het is een probleem van de Grondbank en op dat moment hadden de publieke partijen overigens niets te zeggen over de Grondbank, want er was toen nog geen contract afgesloten. De reden waarom GS de onderzoekers hebben uitgenodigd is omdat GS totale openbaarheid wilden geven. Dhr. De Jonge (onderzoeker) merkt op dat toen hij en dhr. Cees Schaap het onderzoek gericht op de vier hier gepresenteerde vragen hadden gedaan, de vier private partijen de behoefte hadden om aan een bekend juridisch adviseur te vragen om naar de bevindingen te kijken en na te gaan of die juridisch goed in elkaar zitten. Dhr. Staghouwer (ChristenUnie) vraagt of bij de onderzoekscommissie een beeld is ontstaan wie achter een eventuele bevoordeling zit. Dhr. De Jonge (onderzoeker) antwoordt dat zij de keten van rechtspersonen hebben kunnen achterhalen. Bekend is dus welke BV s actief zijn geweest in de ketens. Die BV s zijn natuurlijk ondersteboven gekeerd en dan eindig je bij de publiekelijk beschikbare informatie, zoals balansen. Het antwoord is dus dat de namen bekend zijn. De vraag wie achter die BV s zitten is ook nagegaan. Er is daarop wel zicht ontstaan, maar op een gegeven moment stopt dat, want slechts 12

13 is zichtbaar wat in de openbare registers staat vermeld. Het antwoord is dus dat bekend is wie de transacties hebben gedaan. Dhr. Staghouwer (ChristenUnie) concludeert dat het niet één marktpartij is geweest. Dhr. De Jonge (onderzoeker) bevestigt dit. Het zijn er meerdere geweest. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt of de betreffende BV s al dan niet gelieerd zijn aan de directie van de Grondbank. Dhr. De Jonge (onderzoeker) antwoordt dat deze niet zijn gelieerd zijn aan de directie van de Grondbank. Anders diende een van de andere onderzoeksvragen anders te worden beantwoord dan zojuist is weergegeven. De voorzitter geeft dhr. Russel het woord voor een juridische toelichting. Ook zijn toelichting wordt in de eerste persoon weergegeven. Dhr. Russel (advocaat): Dames en heren, wij zijn gevraagd om, zoals dhr. De Jonge zei, een juridische check te doen op het onderzoek. Feitelijk kwam het erop neer om na te gaan of er nog iets anders kon worden gedaan. Als ik in ga op een der laatst gestelde vragen of is geconstateerd waar die bevoordeling is gevallen moet ik juridisch erg opletten vanwege de lading achter de vraag. Die lading zou kunnen zijn of iemand ten onrechte voordeel heeft behaald aan zijn transacties. U heeft, goed luisterend naar het betoog van dhr. De Jonge, kunnen opmaken dat dit niet hun conclusie is. Ik spreek hier ook over Deelgebied III waar private partijen, enigszins huiselijk gezegd, geen geld voor hadden en geen zin in hadden vanwege het risico. De eerste vraag voor mij als jurist was wat de bemiddelaar/makelaar zegt. De laatste zegt dat hij de afspraken is nagekomen en dat zeggen de anderen ook. Als dat inderdaad zo is, dan is er juridisch geen enkel probleem. Iemand die zijn afspraken is nagekomen, heeft gedaan wat hij moest doen. Dat klopt ook, want als gekeken wordt naar het einde van de rit, toen Deelgebied III uiteindelijk wel onderdeel van het geheel bleek te gaan uitmaken de gronden zijn overgenomen en de professionele partijen, want dat zijn die private partijen, hebben hun akkoord gegeven en hun handtekening gezet. So far so good. Als jurist vraag je je af wat precies de afspraken waren en of die precies zijn nagekomen. Dhr. De Jonge verklaart echter dat de afspraken niet eenduidig waren. Dat is juridisch een relatief moeilijke uitspraak, want dat hoeft partijen niet noodzakelijkerwijs te verwijten te zijn. Dan moet gekeken worden wat er op papier staat en wat niet. Er staat weinig op papier voor Deelgebied III en de vraag is gerechtvaardigd of dat nodig was. Nee, op zich was dat niet nodig, want de private partijen hadden Deelgebied III losgelaten. Zij verklaarden geen geld te hebben en het zich niet te kunnen veroorloven, terwijl iemand anders er het volle risico voor nam. Als iemand vol het risico neemt, kan niet achteraf gezegd worden dat die voor een dubbeltje op de eerste rij wil zitten. Als Deelgebied III namelijk niet tot ontwikkeling zou worden gebracht, zou die partij aan die gronden hebben vastgezeten voor een bedrag dat voor die bemiddelaar minder prettig was. Nu constateert De Jonge ook dat het verschil bij derden zit en niet bij de bemiddelaar. Dat maakt het juridisch nog weer ingewikkelder. De bemiddelaar zegt gedaan te hebben wat was afgesproken. Als je dit op een rijtje zet, kom je snel tot de conclusie en daartoe zijn wij ook gekomen dat je juridisch geen poot hebt om op te staan. Nu kun je je afvragen of iedereen de waarheid vertelt. Ook dat heeft De Jonge onderzocht en dan dient getoetst te worden of voordeel is behaald. Op zich maakt dat niet uit, want iedereen hoopt in dit leven om voordeel te behalen en dat is niet onrechtmatig. De vraag is hoe je meer zekerheid kunt krijgen over de intenties van eenieder en hoe dat uiteindelijk is uitgepakt. Dan kun je twee wegen bewandelen die zijn doorgenomen en als puur hypothetische kwesties niet aan de orde zijn. 13

14 Het eerste is het pad van de civiele procedure waarin je gaat uitzoeken wat er precies is gebeurd. Er bestaat daarvoor in het recht een procedure en dat is het voorlopig getuigenverhoor. Dan kan iedereen die erbij betrokken is onder ede worden gehoord. Het probleem is, zo hebben de privaten geconstateerd, dat niet alles op papier staat en dat bovendien een en ander een aantal jaren geleden heeft plaatsgevonden, namelijk tussen 1999 en Naar gelang het verloop der jaren zal een en ander niet meer geheel helder voor de geest komen. Of dat nu is omdat mensen een selectief geheugen hebben of anderszins, maakt niet veel uit, want hoe langer je terug gaat, hoe minder je helder krijgt. Het is een prachtig instrument, maar in dit geval, als er al wat mis is, schiet je er weinig mee op. Het kan namelijk zo zijn dat je ervan overtuigd bent dat iets wat een ander doet, onfatsoenlijk is en in strijd met de afspraken, maar dat je aan het eind van het liedje, na een procedure van een paar jaar, te horen krijgt van een rechter dat het helemaal niet onfatsoenlijk was en dat de betreffende tegenpartij zich conform de regels van het recht gehouden heeft aan datgene waar hij toentertijd aan gehouden was. Dat moge raar klinken, maar zo is het nu eenmaal. Dat ligt vaak aan de interpretatie achteraf van welke regels op welke situatie toepasbaar zijn. Het pad van de civiele procedure levert hier weinig op, aldus de conclusie van de privaten aan de hand van het juridisch advies. Een tweede mogelijkheid is de strafrechtelijke kant. Mocht het zo zijn dat iemand zich bevoordeeld heeft en dat zou onrechtmatig zijn wat hier niet is vastgesteld kan daarvan aangifte worden gedaan. Dat heet in zo n geval oplichting, want dan zou er iets anders gedaan zijn dan afgesproken, terwijl dat bovendien wordt bedekt. Echter, ook dit is een onbegaanbaar pad, omdat het hier gaat om een puur civiele afspraak en dan doet de strafrechter er niets mee. In Nederland is het een algemene regel dat geen zaken strafrechtelijk worden uitgezocht die civielrechtelijk slecht zijn afgesproken. Daarbij speelt geheugenverlies mee in verband met het tijdsverloop en bovendien verjaren bepaalde zaken. De feiten waar het nu om gaat lopen tegen die verjaringstermijn aan. Kort samengevat kan het tweede deel van mijn verhaal worden vergeten, maar dit heb ik u wel willen meegeven om te laten zien dat een en ander van alle kanten is bekeken. Het eerste deel sluit aan bij wat de gedeputeerde in zijn inleiding al zei: je denkt in het begin dat er iets mis zou kunnen zijn. Dan ga je het feitelijk en juridisch onderzoeken. Dan ga je na dat als wij er iets mee zouden willen, wat dat zou kunnen zijn. Hoe zou je het kunnen benoemen en welke actie heb je om daar wat mee te doen. Dan kom je al vrij snel tot de conclusie dat er hoogstwaarschijnlijk helemaal niets aan de hand is en dat er wel mensen zijn die in de transacties en zo zal je naar mijn stellige overtuiging moeten duiden voordeel hebben gehad, maar niet een voordeel dat hun niet toe zou kunnen komen. Uiteindelijk is binnen vrij korte termijn datgene gelukt wat het uitgangspunt was, namelijk dat de gronden in Deelgebied I en II en uiteindelijk ook in Deelgebied III in handen van de privaten zijn gekomen. De laatste gronden hadden ook niet in hun handen kunnen komen en dan was er een probleem geweest. Je moet ook zo redeneren: heb je nu datgene voor een reëel bedrag gekregen wat je wilde hebben? Als je dat gekregen hebt, zo redeneert de rechter, wat kom je dan bij mij mekkeren? Je zult heel helder moeten maken in het duiden van de feiten dat je wat te mekkeren hebt en als je wat te mekkeren hebt, op welke grond. Dank u wel. Dhr. Calon (gedeputeerde) deelt voorts mee dat deze rapportage gisteravond ook aan de vier vertegenwoordigers van de publieke partijen is gegeven. Er is nog over nagedacht, overlegd en de zaak is behandeld in GS. De conclusie van GS is dat het goed is dat dit onderzocht is en dat deze rapportage is uitgebracht. GS zijn het eens met de gedane aanbevelingen, ook met die inzake strakkere afspraken. De leden van de commissie krijgen zo meteen het rapport uitgereikt, 14

15 alsmede het persbericht van GS hierover. Het rapport is openbaar. Dhr. Calon betwijfelt of met strakkere afspraken de grond goedkoper in handen was gekomen. Strakkere afspraken zouden leiden tot een fiks hogere vergoeding, terwijl het geval nu was dat de centen op waren en de betrokkene de grond voor eigen risico aankocht. Hoe dat precies zou zijn afgelopen, weet niemand. GS kunnen constateren dat voordat de kavels overgedragen zijn van de Grondbank naar de GEMM, kavelrecherche heeft plaatsgevonden. Na de tussenrapportage hebben GS uitermate scherp gecontroleerd of de prijzen waarvoor de kavels werden ingeleverd, wel deugden. Het is ook zo dat de gronden in het noordelijk deel onder de gemiddelde inkoopprijs liggen van het gehele Meerstad-gebied. Als je er op die manier naar kijkt, kan niet worden geconcludeerd dat het daar niet goed is gegaan. De conclusie van GS luidt dan ook dat weliswaar de indruk ontstond dat er iets niet pluis was, maar er valt niets te bewijzen en waarschijnlijk was er ook niets aan de hand. Waarom brengen GS dit allemaal zo uitvoerig in de commissie? Eigenlijk kon worden volstaan met de mededeling dat het onderzoek heeft uitgewezen dat een eventuele onrechtmatigheid bij de verwerving van de kavels niet bewijsbaar was. Vervolgens zou een spervuur van vragen zijn ontstaan gedurende weken en zelfs maanden. Daarom leek het dhr. Calon simpeler en beter voor de omgang met de Staten om alle informatie waarover GS beschikken aan de commissie ter beschikking te stellen. De commissie kan daar dan mee doen wat zij wil. De voorzitter concludeert dat het voorgaande de eerste mededeling was van gedeputeerde Calon. Hij vraagt wat de vergadering hiermee wil. Dhr. Moorlag (PvdA) merkt op niet zozeer de behoefte te hebben om er over te gaan discussiëren. Het zou al snel een discussie worden waarin vanuit de heup wordt geschoten en dat is doorgaans slecht gericht. Hij heeft wel de behoefte om een kort statement af te geven en mogelijk nog een paar vragen te stellen die mogelijk door de deskundigen die nu aanwezig zijn, kunnen worden beantwoord. De voorzitter concludeert dat er meer leden van de commissie van deze mogelijkheid gebruik willen maken. Dhr. Moorlag (PvdA) stelt dat het hem voorkomt dat er transacties zijn gepleegd waar een geurtje aan zit, waarbij de ene partij die geur mogelijk als parfum zal definiëren, maar de andere partij die van rotte vis. Hij heeft uit de toelichting begrepen dat het verschil tussen wat onrechtvaardig en wat onrechtmatig kan zijn, soms heel groot is. Echter dat verschil is nu eenmaal inherent aan ons rechtstelsel. Dat gevoel bekruipt de PvdA-fractie enigszins en dat is haar eerste reactie. Er zijn hier twee politieke vragen aan de orde. Op de eerste plaats is de vraag gerechtvaardigd of hier sprake was van een redelijkerwijs voorzienbaar risico en wel een redelijkerwijs voorzienbaar risico tussen private partijen en dat is voor volksvertegenwoordigers minder relevant, maar... was hier ook sprake van een redelijkerwijs voorzienbaar risico voor de publieke partijen die uiteindelijk in de GEMM participeren? 15

16 De tweede vraag zou dhr. Moorlag graag aan de deskundigen willen voorleggen, alhoewel hierop al min of meer expliciet antwoord is gegeven. De vraag luidt: heeft door de betreffende transacties prijsopdrijving plaatsgevonden op basis waarvan geconstateerd kan worden dat de grondverwerving heeft plaatsgevonden tegen een hogere dan gebruikelijke prijs? Dhr. Zanen (PvhN) begrijpt dat de marktpartijen onderling niet zeker waren van elkaar en dat zij besloten tot uitvoering van een onderzoek naar de rechtmatigheid van de transacties. Had men verwacht dat het rapport twijfels jegens elkaar zou wegnemen? Was dat de bedoeling? Een vraag voor GS is in hoeverre GS ook vraagtekens zetten bij de betreffende transacties en in hoeverre GS dit onderzoek hebben gevolgd om hun eigen positie ten opzichte van de andere partijen duidelijk te krijgen. Dhr. Zanen beluistert uit de conclusie dat er eigenlijk niets valt te bewijzen en hij vindt dit niet erg positief klinken. Dat kan een wetenschappelijk karakter hebben en in dat geval kan hij er zich wel iets bij voorstellen. Graag hoort dhr. Zanen hoe de marktpartijen en GS nu tegenover elkaar staan. Wordt er uiteindelijk op een leuke manier een mooi project gerealiseerd of zijn er aarzelingen? Dhr. Swagerman (SP) heeft de neiging om te zeggen: waar rook is, is vuur. Hij kan zich niet voorstellen dat deze kwestie niet zijn doorwerking heeft naar de publieke sector. Als dat zo is, hoort hij daarvan graag een bevestiging. Dhr. Calon (gedeputeerde) vraagt hoe dhr. Swagerman dit bedoelt. Dhr. Swagerman (SP) antwoordt dat dit onderzoek van private partijen ook het publieke Deel III raakt, omdat dit betrekking heeft op Meerstad. Ook al is het bedrag niet exact te achterhalen, er is wel een verschil van 8,3 miljoen tot 11 miljoen waarin zaken zitten verborgen die niet verklaarbaar zijn. Dhr. Swagerman kan zich niet aan de indruk onttrekken dat er ergens een bedrag is blijven hangen. Verder wil hij graag weten of de bemiddelaar iets te maken heeft met enige van de derden waar dat geld is blijven steken. Is dat aantoonbaar gemaakt? Is daar onderzoek naar gedaan? Voorts heeft hij begrepen dat verschillende betrokkenen hun privé-administratie wilden laten inzien. Dat is niet gebeurd, omdat men al een bepaalde conclusie had getrokken. Hij vraagt zich af of het niet verstandig is om dit voor de zekerheid wel te laten doen. Dat dient ook de betrokken partijen. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) stelt op de eerste plaats dat zijn fractie het hogelijk waardeert dat op deze manier de Staten worden geïnformeerd over dit onderzoek van private partijen. Hij onderschrijft het punt van gedeputeerde Calon dat het ook gaat om good governance van de kant van de provincie. Uit hetgeen nu is gepresenteerd concludeert hij dat er geen conclusie inzake onrechtmatigheid hard te maken is. Maar ook is niet te bewijzen dat er waarschijnlijk niets aan de hand is. Het ruikt, maar hoe het ruikt is niet duidelijk. Dat er eventueel iets aan de strijkstok is blijven hangen, is op zich logisch, want er wordt nu eenmaal gehandeld en er wordt risico genomen. Dat verhaal is duidelijk. Maar hoeveel precies is blijven hangen, is onbekend. Het gaat om negen transacties en van belang is te weten om hoeveel ha het gaat. Ook dat is nu nog niet duidelijk. Dhr. Van der Ploeg kan daarom op dit moment geen harde stelling poneren over dat dit al dan niet stinkt of waar rook is, is vuur. Wat wel 16

17 van belang is, is de vraag of naar aanleiding van het onderzoek de lucht bij de private partijen nu opgeklaard is. Wellicht weet de gedeputeerde dat. Dhr. Hollenga (CDA) waardeert het dat het College het onderzoeksrapport op deze manier heeft gepresenteerd. Dat is een goede zaak, want het gaat hier om een publiek-private samenwerking. Het lijkt in zijn beleving dat hij een ander verhaal heeft gehoord dan de PvdA-fractie en de SP-fractie, gezien de opmerkingen dat er een geur aan zit. Er is duidelijk aangegeven wat onderzocht moest worden en zowel juridisch als het onderzoek naar de feiten heeft aangetoond dat er geen ongeoorloofde bevoordeling heeft plaatsgevonden. Hoe kun je dan nog over geurtjes praten? Dhr. Hollenga neemt van deze opmerkingen afstand. Dhr. Swagerman (SP) stelt hiertegenover dat duidelijk is aangegeven dat er op een aantal vlakken nog wel degelijk onzekerheid bestaat, omdat er niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat er iets is fout gegaan, maar ook niet dat er iets niet fout is gegaan. Dhr. Hollenga (CDA) vraagt of dhr. Swagerman dan concludeert dat er iets fout is gegaan. Dhr. Swagerman (SP) antwoordt ontkennend. Hij geeft aan dat er onduidelijkheid bestaat en dat het beide kanten op kan gaan. Dat betekent dat waar rook is, ook vuur is en dat er eventueel een geur hangt. Er is geld blijven steken, alleen is onbekend hoeveel. Dat geeft onzekerheid en daarom is het gerechtvaardigd er vraagtekens bij te zetten. Dhr. Neef (VVD) stelt dat als de transacties in de periode tussen september en december zouden hebben plaatsgevonden, de enige geur is die overheerst, de geur is van de suikerfabriek. Dus geen parfum, laat staan rotte vis. Dhr. Neef vindt het heel plezierig dat er een heldere presentatie heeft plaatsgevonden en bedankt het College dat dit hier direct in deze vergadering is gerealiseerd. Het gevoel bij de VVD-fractie overheerst dat daardoor duidelijkheid is gegeven. Dhr. Calon (gedeputeerde) merkt op dat het wel eens vaker gebeurt dat hij het geheel met dhr. Van der Ploeg eens is. Daarentegen was hij verbaasd over het statement van de PvdA, want hij denkt dat goed is uitgelegd hoe het onderzoek is uitgevoerd. Het gaat om negen transacties en het bedrag dat er mee is gemoeid is maximaal het bedrag dat hier is genoemd. Om hoeveel bunders het gaat, is niet bekend, maar het gaat uiteraard om de financiën. Niemand weet of er sprake is van terechte verdiensten voor het lopen van risico of onterechte verdiensten. Wat GS wel weten is dat er op het moment van die transacties geen duidelijkheid was over Deelgebied III. Die duidelijkheid kwam pas later, namelijk in Er was evenmin een contract. Wat bekend is uit de omgang met de private partijen is dat zij op een gegeven moment geld tekort hadden om die gronden te financieren. Uit het onderzoek kan niet worden geconcludeerd of de betreffende verdiensten nu terecht of niet terecht waren. Dat is waar. Daarom zou de gedeputeerde niet willen spreken over geuren. Hoe is de verhouding tussen publieke en private partijen? Op het gegeven moment waren de publieke partijen in geen enkel opzicht betrokken bij de grondverwerving door de marktpartijen. Laatgenoemde partijen waren binnen de 17

18 Grondbank druk bezig om gronden aan te kopen. In 1999 waren zij daarmee al begonnen. Uit het rapport blijkt dat AM in 1999 al grond koopt en toen was het POP nog niet eens vastgesteld. Het ontwerp-pop was toen net uit, terwijl het POP pas in 2000 werd vastgesteld. De eerste intentieverklaring inzake Meerstad is pas in 2001 ondertekend. In Nederland is het overal zo dat, als er verwacht wordt dat er ergens ontwikkelingen gaan plaatsvinden, partijen gronden gaan aankopen. Eventuele bevoordeling kan dan terecht of onterecht zijn. Men kan zich ook benadelen, want als er niets gebeurt, heeft men een scheur aan de broek. GS onderschrijven de hoofdlijnen van het rapport. Dat staat ook in het persbericht. De verhoudingen tussen de marktpartijen. Voor zover dhr. Calon dat gisteravond heeft kunnen constateren toen zij aan tafel zaten, waren die goed. Uiteraard is men het wel eens met elkaar oneens, maar voor zover te overzien is, zijn die verhoudingen goed. De risico s voor de overheid. Er is een grondexploitatie gemaakt, er is een kavelrecherche uitgevoerd en de constatering is dat binnen het beschikbare budget de grond is verworven. Sterker nog, de verwervingskosten aan de noordkant van het Slochterdiep liggen onder het gemiddelde van Meerstad. Ook daarom is er geen reden om te denken dat het daar niet deugt. De vraag of de bemiddelaar een relatie had met derden laat dhr. Calon over aan de deskundigen. Hoe nu verder? Wat GS betreft is het goed dat de marktpartijen zelf dit onderzoek hebben gedaan en dat GS daarover door hen zijn geïnformeerd. Verder kunnen GS goed leven met het uiteindelijke resultaat. GS onderschrijven de conclusies en met name dat er strakkere afspraken moeten worden gemaakt met de nuance dat dit nog geen garantie biedt dat in voorkomende gevallen goedkoper gekocht kan worden. Het kan namelijk naar beide kanten opgaan. Bij strakkere afspraken zal iemand die voor eigen rekening en risico koopt, een hogere vergoeding verlangen. Dhr. De Jonge (onderzoeker) vraagt of de vraag naar een eventuele relatie tussen de bemiddelaar en derden verduidelijkt kan worden. Wordt bedoeld of de bemiddelaar een relatie had met de vier private partijen uit de Grondbank? Of is de vraag of de bemiddelaar een relatie had met derden die grondposities in Deelgebied III hebben ingenomen? Dhr. Swagerman (SP) antwoordt dat hij uit de presentatie heeft begrepen dat de bemiddelaar is aangesteld door de private partijen. Die relatie zal er dus zijn. Aangegeven is dat er geld is blijven hangen bij de bemiddelaar en bij derden. Dus vraagt dhr. Swagerman zich af of er een link zit tussen de bemiddelaar en de derden met betrekking tot de gelden die niet helemaal verklaarbaar zijn. Dhr. De Jonge (onderzoeker) antwoordt dat dit is onderzocht. Daar waar verbindingen gevonden konden worden, zijn die beschreven. De vraag is niet met ja of nee te beantwoorden, want er zijn een aantal ketens onderzocht waarbij het vermoeden bestond dat er verbindingen waren. Het is onderzocht en geconcludeerd is wat vandaag is gerapporteerd. 18

19 Dhr. Swagerman (SP) heeft nog een vraag voor dhr. Calon. Er schijnen nog gronden in bezit te zijn in Deelgebied III van partijen voor sociale woningbouw. Klopt dat? Dhr. Calon (gedeputeerde) verklaart dat één der derde partijen een woningbouwcorporatie is uit de Stad. Deze corporatie heeft bezit in Deelgebied III. Dat is een publiek geheim. Dhr. Swagerman (SP) vraagt of de gedeputeerde ook toestemming geeft om die sociale woningbouw daar ook inderdaad neer te zetten. Dhr. Calon (gedeputeerde) antwoordt dat GS slechts gaan tot op het niveau van het masterplan. Bestemmingsplannen behoren aan gemeenten. In het masterplan staan wel targets geformuleerd voor een gemiddelde aan sociale woningbouw. Dhr. Swagerman weet dat als geen ander. Het is wel logisch dat in het centrum en ook een stuk erboven meer sociale woningbouw zal worden gebouwd. De provincie is echter niet gerechtigd om op zo n detailniveau over een bestemmingsplan te gaan praten. De gevraagde toestemming is dus niet nodig. Dhr. Zanen (PvhN) vraagt of de gedeputeerde achteraf blij is met de PPSconstructie. Dhr. Calon (gedeputeerde) bedankt de deskundigen heel hartelijk voor hun inbreng en service. Vervolgens gaat hij in op de vraag van dhr. Zanen. Dhr. Calon antwoordt niet alleen achteraf blij met de PPS-constructie te zijn. De eerste was de Blauwe Stad, waar toen nog weinig mensen vertrouwen in hadden. Ook daar zou prijsopdrijving zich voor hebben kunnen doen. Meerstad is de tweede en volgens de mening van deskundigen in den lande is er geen project in Nederland waar zo snel tegen een zo lage grondprijs gronden zijn verworven. Of de gedeputeerde achteraf blij zal zijn met deze PPSconstructie is pas te constateren als het project is afgerond, want dhr. Calon heeft ook geleerd uit de ervaringen met de Blauwe Stad dat er zich altijd problemen kunnen voordoen die dan ook weer gezamenlijk opgelost moeten worden. Die conclusie is dus pas aan het einde van de rit te trekken en de commissie kan er gerust van uitgaan dat deze gedeputeerde dan niet meer in functie zal zijn. De voorzitter concludeert dat dit mededeling nummer 1 was. Deze was wat langer dan gebruikelijk, maar gezien de problematiek was het goed om daar extra tijd aan te besteden. De gedeputeerde had nog een mededeling. Dhr. Calon (gedeputeerde) bevestigt dat en bovendien dat deze de provincie geld kost. Hij bedankt de commissie voor het feit dat er ruimte was voor de eerste mededeling. De tweede mededeling betreft het privé-gebruik van dienstauto s door gedeputeerden en de CdK. Daarvoor heeft de provincie regels die de Staten hebben gekregen bij brief van 8 april 2005, nr. 2005/701 en zijn afgesproken in het Seniorenconvent. Daar staat in dat als de dienstauto wordt gebruikt voor activiteiten die gelieerd zijn aan de functie, de dienstauto gebruikt kan worden. Voorbeelden: gedeputeerde Bleker kan als secretaris van het CDA de dienstauto gebruiken en als dhr. Calon naar het PvdA-gedeputeerdenoverleg gaat in Utrecht 19

20 kan hij ook de dienstauto gebruiken. Als hij voor het IPO een conflict moet oplossen tussen regionale omroepen en de provincies, zoals vorig jaar het geval was, kan hij de dienstauto gebruiken. Als dhr. Alders een advies moet geven over horizontaal toezicht, kan hij de dienstauto ook gebruiken. Nu is er veel te doen geweest over nevenfunctie en dienstauto s. Iedereen heeft dat in de krant kunnen lezen en er is een inspecteur opgestaan die dat heeft onderzocht. De fiscus beschouwt nu het gebruik van de dienstauto voor functies die niet direct q.q. (qualitate qua) zijn, als privégebruik. Dat betekent dat als dhr. Calon een lezing gaat houden over ontwikkelingsplanologie in Rotterdam en gebruik maakt van de dienstauto, het gebruik daarvan als privégebruik wordt beschouwd, want het vloeit niet direct voort uit de functie van gedeputeerde, want het had ook een andere gedeputeerde kunnen zijn en ook had hij dat niet hoeven doen. Dhr. Alders had ook de Commissie Toezicht niet hoeven bezoeken, want het had ook een andere gedeputeerde kunnen zijn. Dat klusje voor het IPO had dhr. Calon niet hoeven doen, want ook iemand anders had dat kunnen doen. De betreffende kilometers zijn dus privé-kilometers. Dat leidt ertoe dat veel gedeputeerden en CdK s naheffingsaanslagen krijgen voor het privégebruik van de dienstauto. De fiscale grens tussen privé en zakelijk gebruik ligt dus anders dan de grens die binnen deze provincie is getrokken. Overigens geldt dat voor (bijna) alle twaalf provincies. Nu is er landelijk een package deal met de fiscus gesloten onder leiding van de heer Ed Nijpels waarin een aantal dossiers zijn gelicht en gekeken is volgens de fiscale scheidslijn, wat privé en wat als zakelijk wordt beschouwd. Op basis daarvan is over de jaren 2001 t/m 2005 een naheffing opgelegd. Dat betekent een naheffing van voor de CdK die overigens betaald zal worden door BZK maar waarschijnlijk voorgefinancierd zal moeten worden en van voor GS die door de provincie zelf zal moeten worden betaald. Die claim zal moeten worden verwerkt in de Integrale Bijstelling. In GS moet nog worden besproken hoe hiermee om gegaan moet worden. In Zeeland denkt men te gaan procederen. Dhr. Calon is er niet zeker van of dit een verstandige weg is, temeer daar een package deal voor alle provincies is gesloten. GS zullen zich erover beraden en de Staten zullen bij brief worden geïnformeerd. Echter, nu al is duidelijk dat het de provincie zal gaan kosten, vanwege het verschil tussen de fiscale en de provinciale beleidslijn. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt of hij goed begrepen heeft dat de fiscus voor privé-kilometers gaat aanslaan en dat de provincie dat moet betalen. Dhr. Calon (gedeputeerde) bevestigt dat dit klopt. De provinciale gedragregels voor het gebruik van de dienstauto zijn ruimer dan de fiscale regels. Dat betekent dat een deel van het gebruik van de dienstauto s volgens de fiscus privé is, terwijl dat volgens de provinciale regels zakelijk is. Over dat deel zal een naheffingsaanslag worden ontvangen. Daarvan zeggen GS dat de provincie dat moet betalen. Sterker: dat is in heel Nederland de lijn. Dhr. Zanen (PvhN) herinnert zich niet precies wat de afspraak is geweest in het Seniorenconvent, maar bij de zojuist gegeven afspraak zouden mogelijk wel vraagtekens gezet kunnen worden. Dhr. Calon (gedeputeerde) raadt aan de betreffende brief nog eens na te lezen. 20

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter, Directie Regionale Zaken De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 21 december 2006 DRZ. 2007/256 30 januari 2007

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten. Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten. Klager heeft een woning gekocht. Beklaagde trad daarbij op als makelaar voor verkoper B. Verkoper B weigerde

Nadere informatie

Uitnodiging. 1) Opening. 2) Mededelingen Mw. Gooijer heeft gemeld afwezig te zijn en haar reactie vooraf door te geven.

Uitnodiging. 1) Opening. 2) Mededelingen Mw. Gooijer heeft gemeld afwezig te zijn en haar reactie vooraf door te geven. Griffie Torenhove kamer 7.19 Martinus Nijhofflaan 2 Delft Behandeld door Anja van den Berg Telefoon 015 260 2416 Fax - afmvdberg@delft.nl Aan Werkgroep enquêteverzoek Telefoon 14015 Fax 015 260 24 29 Internet

Nadere informatie

PS2009RGW09-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

PS2009RGW09-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel PS2009RGW09-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 17 maart 2009 Nummer PS :PS2009RGW09 Afdeling : PRO Commissie : RGW Registratienummer : 2009INT238927 Portefeuillehouder : Krol Titel

Nadere informatie

Chronologisch feitenonderzoek

Chronologisch feitenonderzoek Chronologisch feitenonderzoek 1. Medio juni 2001 De heer De Jong van hogeschool Delta BV neemt telefonisch contact op met de financiële afdeling van de directie HBO naar aanleiding van het Hobeon onderzoek.

Nadere informatie

Evaluatie Wet controle op rechtspersonen. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld

Evaluatie Wet controle op rechtspersonen. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 33750-VI Nr. Evaluatie Wet controle op rechtspersonen Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft een aantal vragen ter beantwoording voorgelegd

Nadere informatie

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR2008-11. Status verslag Concept. de heer Romijn

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR2008-11. Status verslag Concept. de heer Romijn Verslag Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening Vergaderdatum Kenmerk 15 april 2009 COR2008-11 Status verslag Concept Verslaglegging door Telefoonnummer W.L. Walkate (Notuleerservice Nederland)

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering van : 14 februari 2012 Agendanummer : 10 Portefeuillehouder : -- Afdeling : Rekenkamer Castricum/Langedijk Opsteller : Voorstel aan de raad Onderwerp Programma : Rapport

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Persoonsgebondenbudget Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Mevrouw Bergkamp (D66): Voorzitter. Eigen regie en keuzevrijheid voor de zorg en ondersteuning die je nodig hebt, zijn

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-346 d.d. 2 december 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

Verkoop kavels Dolderseweg

Verkoop kavels Dolderseweg ONDERZOEKSOPZET Verkoop kavels Dolderseweg Utrecht april 2018 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. PROBLEEMSTELLING EN WERKWIJZE... 4 3. UITWERKING ONDERZOEKSVRAGEN... 4 4. ORGANISATIE, RAPPORTAGE,

Nadere informatie

Provincie Overijssel Rapport van feitelijke bevindingen fractievergoedingen

Provincie Overijssel Rapport van feitelijke bevindingen fractievergoedingen Provincie Overijssel Rapport van feitelijke bevindingen fractievergoedingen Pagina 1 1 Opdracht Wij hebben een aantal specifieke werkzaamheden verricht met betrekking tot de verkregen verantwoordingen

Nadere informatie

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater)

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater) 18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater) Bijdrage 1 e termijn Voorzitter, Hoe staat de DOP tegenover het project dierenpark / centrum / theater? Wij zouden er

Nadere informatie

Uitspraaknr. 06.056. De klacht. De feiten. De visie van partijen

Uitspraaknr. 06.056. De klacht. De feiten. De visie van partijen Landelijke Klachtencommissie onderwijs (mr. M.E.A. Wildenburg, S.J. Drijver, R.C.A. Wilcke) Uitspraaknr. 06.056 Datum: 27 juli 2006 Belemmerde communicatie, zonder reden melden van vermoedelijk ongeoorloofd

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er in vervolg op zijn bij de Nationale ombudsman op 5 februari 2008 ingediende klacht over dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam in het

Nadere informatie

Reglement Klachtencommissie

Reglement Klachtencommissie Reglement Klachtencommissie Artikel 1: Begrippen In dit reglement wordt verstaan onder: Corporatie Woonstichting VechtHorst, werkzaam als toegelaten instelling in de zin van artikel 70 van de Woningwet;

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Rotterdam.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Rotterdam. Rapport Rapport betreffende een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Rotterdam. Datum: 8 oktober 2015 Rapportnummer: 2015/151 2 Samenvatting De vader en moeder van Y. zijn gescheiden.

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid Aanwezig: Voorzitter: dhr. J. Buzepol Locogriffier: mw. A. van Wees (locogriffier) Leden:

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer 80-2008.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer 80-2008. Dossiernummer 80-2008 OORDEEL Verzoeker De heer en mevrouw B. te Almelo Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer

Nadere informatie

OORDEEL OMBUDSCOMMISSIE. Het schriftelijke verzoek van 24 juni 2008 is op 30 juni 2008 ontvangen op het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

OORDEEL OMBUDSCOMMISSIE. Het schriftelijke verzoek van 24 juni 2008 is op 30 juni 2008 ontvangen op het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Dossiernummer 48-2008 OORDEEL OMBUDSCOMMISSIE Verzoeker de heer W. te Almelo Datum verzoek Het schriftelijke verzoek van 24 juni 2008 is op 30 juni 2008 ontvangen op het secretariaat van de Overijsselse

Nadere informatie

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) Vergaderdatum 14 februari 2018 Kenmerk Status verslag Concept Verslaglegging door Telefoonnummer De heer L. Guilonard (extern) 070 4417507 Verslag

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: S21-29 Datum uitspraak: 29 januari 2015 Plaats uitspraak: Zeist DE RIJDENDE RECHTER Bindend Advies in het geschil tussen: S. van der Veen en T. van der Veen--Koster te Ferwert, verder te noemen:

Nadere informatie

Reglement van orde Rekenkamercommissie Stichtse Vecht

Reglement van orde Rekenkamercommissie Stichtse Vecht REKENKAMERCOMMISSIE De rekenkamercommissie Stichtse Vecht, gelet op artikel 8 van de van de Verordening Rekenkamercommissie gemeente Stichtse Vecht; BESLUIT: vast te stellen het navolgende Reglement van

Nadere informatie

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK. Onderzoek naar de uitgaven aan huisvesting in 2013 en 2014 door de stichting KBA Nw West

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK. Onderzoek naar de uitgaven aan huisvesting in 2013 en 2014 door de stichting KBA Nw West RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK Onderzoek naar de uitgaven aan huisvesting in 2013 en 2014 door de stichting KBA Nw West Utrecht, 3 juni 2016 Onderzoeksnummer:286247 Edocs nr. 4846374 Voorwoord Dit

Nadere informatie

Rapport. Publicatiedatum: 15 oktober 2014. Rapportnummer: 2014 /139. 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6

Rapport. Publicatiedatum: 15 oktober 2014. Rapportnummer: 2014 /139. 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6 Rapport Publicatiedatum: 15 oktober 2014 Rapportnummer: 2014 /139 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6 Rapport Een onderzoek naar de titel op grond waarvan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Nadere informatie

Geachte heer Brenninkmeijer, d.d. 6 november 2007 bericht ik u als volgt. Nationale ombudsman rapport Op waarde geschat

Geachte heer Brenninkmeijer, d.d. 6 november 2007 bericht ik u als volgt. Nationale ombudsman rapport Op waarde geschat Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken De Nationale ombudsman Postbus 93122 2509 AC 'S-GRAVENHAGE Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 11 maart 2008 6 november 2007; BJZ 2008 0137 M 2007.06666.014 Onderwerp

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam:

Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam: Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam: haar over het jaar 2005 een viertal jaaropgaven heeft verstrekt, die niet allemaal correct

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

Klager vraagt zich af wat de status is van de besluiten die door de RvC in die periode zijn genomen.

Klager vraagt zich af wat de status is van de besluiten die door de RvC in die periode zijn genomen. Klacht 2: Ten tijde van de schorsing van de toenmalige directeur van WSN hebben de commissarissen X en Y tijdelijk (van 16 april 2014 tot 21 oktober 2014) het bestuur van WSN waargenomen. Genoemde commissarissen

Nadere informatie

Inleiding commissaris van de koningin Max van den Berg masterclass staatssteun en grondtransacties, Provinciehuis Groningen, 14 maart 2013.

Inleiding commissaris van de koningin Max van den Berg masterclass staatssteun en grondtransacties, Provinciehuis Groningen, 14 maart 2013. Inleiding commissaris van de koningin Max van den Berg masterclass staatssteun en grondtransacties, Provinciehuis Groningen, 14 maart 2013. Dames en heren, Mij is gevraagd de aftrap te verrichten voor

Nadere informatie

Zicht op doorwerking

Zicht op doorwerking Rekenkamercommissie Zicht op doorwerking Onderzoek naar de doorwerking van de aanbevelingen uit zes onderzoeken van de rekenkamercommissie Hoogeveen Deel 1: Conclusies en aanbevelingen Januari 2015 1 Rekenkamercommissie

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer Dossiernummer 32-2009 OORDEEL Verzoeker de heer E. namens mevrouw O. te Almelo. Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

Nadere informatie

De vertrouwelijke documenten en andere vertrouwelijke informatie Wij hebben de volgende opgelegde verplichtingen tot geheimhouding geïnventariseerd.

De vertrouwelijke documenten en andere vertrouwelijke informatie Wij hebben de volgende opgelegde verplichtingen tot geheimhouding geïnventariseerd. 23 maart 2010 Corr.nr. 2010-18580, ABJ Nummer 8 / 2010 Zaaknr. 241801 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen tot onder meer opheffing van eerder opgelegde verplichtingen

Nadere informatie

Startnotitie. Grondbeleid provincie Noord Brabant. 1 Inleiding. 1.1 Grondbeleid

Startnotitie. Grondbeleid provincie Noord Brabant. 1 Inleiding. 1.1 Grondbeleid Startnotitie Grondbeleid provincie Noord Brabant 1 Inleiding 1.1 Grondbeleid Voor de realisatie van bepaalde publieke doelen door overheden is (het gebruik van) grond van essentieel belang. Op provinciaal

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. verder te noemen WSV De Merwede, vertegenwoordigd door C.T. Koot en H.L. van der Beem,

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. verder te noemen WSV De Merwede, vertegenwoordigd door C.T. Koot en H.L. van der Beem, Zaaknummer: S17b-05 Datum uitspraak: 25 augustus 2010 Plaats uitspraak: Zaandam DE RIJDENDE RECHTER in het geschil tussen: J.J. Bruining te Gorinchem verder te noemen: Bruining, tegen: Bindend Advies Watersportvereniging

Nadere informatie

Rapport. Onduidelijke informatie over kinderbijdrage. Een onderzoek naar het optreden van het LBIO. Oordeel

Rapport. Onduidelijke informatie over kinderbijdrage. Een onderzoek naar het optreden van het LBIO. Oordeel Rapport Onduidelijke informatie over kinderbijdrage Een onderzoek naar het optreden van het LBIO Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over Het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Nadere informatie

Oordeel over de kwaliteit van de verantwoording 2002 van CWI en BKWI

Oordeel over de kwaliteit van de verantwoording 2002 van CWI en BKWI Inspectie Werk en Inkomen Directie Toezicht CWI, SVB en samenwerking De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer mr. A.J. de Geus Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Postbus 100 2700 AC Zoetermeer

Nadere informatie

Eigen belang/handel. Makelaar koopt zelf. Schijn van handel in onroerend goed.

Eigen belang/handel. Makelaar koopt zelf. Schijn van handel in onroerend goed. 18-14 RvT West 203 ERECODE Eigen belang/handel. Makelaar koopt zelf. Schijn van handel in onroerend goed. Een makelaar (beklaagde) heeft, samen met een derde, een drietal appartementsrechten gekocht voor

Nadere informatie

Besluitenlijst. Omnummer: 22

Besluitenlijst. Omnummer: 22 Besluitenlijst van de besluitronde van de Politieke Avond van de Raad van de gemeente Nijmegen op woensdag 22 september 2010 om 20.00 uur in het stadhuis. Afwezig: N. Vergunst Omnummer: 22 1. Opening en

Nadere informatie

Rapport Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan Brookhuis West. 9 september 2014

Rapport Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan Brookhuis West. 9 september 2014 Rapport Zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Brookhuis West 9 september 2014 Inhoud 1. Inleiding 2 Procedure ontwerpbestemmingsplan 3. Samenvatting en beantwoording 4. Aanpassingen 4.1 Aanpassingen als gevolg

Nadere informatie

Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB13.00729 RV2013-062

Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB13.00729 RV2013-062 Raadsvergadering d.d. Casenummer Raadsvoorstelnummer Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB13.00729 RV2013-062 Gemeente Bussum Besluit nemen over advies effectmeting Inkoop en inhuur van de rekenkamercommissie

Nadere informatie

Vergaderen. Auteur: Mark van der Lee. Plaats: Delft. Datum: 17 januari 2014. Organisatie: Haagsche Hogeschool Delft

Vergaderen. Auteur: Mark van der Lee. Plaats: Delft. Datum: 17 januari 2014. Organisatie: Haagsche Hogeschool Delft Vergaderen Auteur: Mark van der Lee Plaats: Delft Datum: 17 januari 2014 Organisatie: Haagsche Hogeschool Delft Binnen projecten is het erg belangrijk dat er communicatie is. Dit kan op verschillende manieren

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Artikel 6 Lid van de vereniging kan zijn iedere natuurlijk persoon die instemt met het doel van de vereniging.

Artikel 6 Lid van de vereniging kan zijn iedere natuurlijk persoon die instemt met het doel van de vereniging. Statuten Zoals vastgesteld door het Congres bijeen op 16 december 1990 te Wageningen; waarna verleden in een akte houdende de oprichting van de vereniging, op 4 januari 1991 te Amsterdam; en voor het laatst

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: S21-32 Datum uitspraak: 25 juni 2015 Plaats uitspraak: Zeist DE RIJDENDE RECHTER in het geschil tussen: A.F. Jalving te Klazienaveen, verder te noemen: Jalving, tegen: Bindend Advies Bestratingsbedrijf

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het LBIO gegrond. Datum: 24 juli 2017 Rapportnummer: 2017/089

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het LBIO gegrond. Datum: 24 juli 2017 Rapportnummer: 2017/089 Rapport Een onderzoek naar aanleiding van een klacht van een man met een alimentatieverplichting over de werkwijze van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) uit Rotterdam bij het innen

Nadere informatie

Raad V200701046 versie 3 december 2007. Verordening functioneringsgesprekken burgemeester

Raad V200701046 versie 3 december 2007. Verordening functioneringsgesprekken burgemeester Raadsvoorstel Inleiding:In 2006 is met de fractievoorzitters de afspraak gemaakt dat er in de loop van 2007 een functioneringsgesprek zou worden gehouden met de burgemeester. In het kader van de voorbereiding

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-IJsselmonde. Datum: 1 juli 2013. Rapportnummer: 2013/077

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-IJsselmonde. Datum: 1 juli 2013. Rapportnummer: 2013/077 Rapport Rapport betreffende een klacht over de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-IJsselmonde Datum: 1 juli 2013 Rapportnummer: 2013/077 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het bestuur van de Ontwikkelingsmaatschappij

Nadere informatie

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST 18-53 RvT West 201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST Bevoegdheid t.a.v. kostenveroordeling. Afdragen overdrachtsbelasting. Onderhandse betaling van gedeelte van de koopsom. Mededelingsplicht.

Nadere informatie

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Bestemmingsplan : Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Datum vaststelling raad :

Nadere informatie

Voorzitter: mr. drs. G.A.A. Verkerk Secretaris: de heer R. van Nood. Aanwezig zijn de leden: Delft J. Vreugdenhil, G.A.A. Verkerk, M.A.

Voorzitter: mr. drs. G.A.A. Verkerk Secretaris: de heer R. van Nood. Aanwezig zijn de leden: Delft J. Vreugdenhil, G.A.A. Verkerk, M.A. Verslag van de bijeenkomst van het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden op woensdag 1 juli 2015 in het Stadhuis van de gemeente Delft (opening 19.39 uur). Voorzitter: mr. drs. G.A.A. Verkerk

Nadere informatie

Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg

Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg Startnotitie Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg 1 Aanleiding voor het onderzoek In de jaarrekening en het jaarverslag leggen Gedeputeerde Staten jaarlijks verantwoording

Nadere informatie

mevrouw W.A.J. Kosterman (waarnemend portefeuillehouder) mevrouw J.M. Kiep-de Jongh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

mevrouw W.A.J. Kosterman (waarnemend portefeuillehouder) mevrouw J.M. Kiep-de Jongh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig VERSLAG VOORBESPREKING Aankoop aandelen BIGA en toekomst Sociale Werkvoorziening 17 november 2015 Samenvattend verslag van de openbare voorbespreking van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede

Nadere informatie

Vragen van de heer mr. J.M. Bruggeman (SP) over afboeking op de waarde van de gronden bestemd voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein Distriport

Vragen van de heer mr. J.M. Bruggeman (SP) over afboeking op de waarde van de gronden bestemd voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein Distriport Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 23 februari 2016 Vragen nr. 13 Vragen van de heer mr. J.M. Bruggeman (SP) over afboeking op de waarde van de gronden bestemd voor de ontwikkeling

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021 Rapport Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is

Nadere informatie

Statenvoorstel PS 04/06 A

Statenvoorstel PS 04/06 A Statenvoorstel PS 04/06 A Voorgestelde behandeling: PS-vergadering : 20 januari 2006 Statencommissie : Commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid, 16 december 2005 Onderwerp Evaluatieonderzoek

Nadere informatie

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent? Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer "Welkom:..." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?" 3. Discussie:...

Nadere informatie

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven Jaarrekening 2012 Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund Jaarrekening 2012 Inhoudsopgave Jaarstukken

Nadere informatie

!1! Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

!1! Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 9 juli 2014 Onderwer Beantwoording inbreng schriftelijk overleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-12-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Zaaknummer 200700759/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Bijlage 1 Overzicht besluitvorming Zuiderzeelijn

Bijlage 1 Overzicht besluitvorming Zuiderzeelijn Bijlage 1 Overzicht besluitvorming Zuiderzeelijn 1998 Kabinet - Verslag Algemeen Overleg 16-4-1998, kamerstuk 25017, nr. 9 Naar aanleiding van aanbeveling van Commissie Langman om de mogelijkheden van

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 5 mei 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 9 mei 2011 onder nummer 2011 022.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 5 mei 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 9 mei 2011 onder nummer 2011 022. Dossiernummer 2011 022 OORDEEL Verzoeker De heer V. A. te Hengelo. Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 5 mei 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 9 mei 2011 onder nummer 2011 022. Betreft

Nadere informatie

Verslag Algemene Ledenvergadering 25 juni 2014.

Verslag Algemene Ledenvergadering 25 juni 2014. 1 Verslag Algemene Ledenvergadering 25 juni 2014. Aanwezig Bestuursleden T.P.P. Moors voorzitter x A.A. Keijman secretaris X J. Stuurman penningmeester X A. Kaiser 2 de secretaris X Raad van Toezicht C.

Nadere informatie

2015D44592 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D44592 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D44592 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 18 november 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

Handel. Oogmerk geen winst maar hulp aan kantoorgenoot. Rood voor Roodregeling.

Handel. Oogmerk geen winst maar hulp aan kantoorgenoot. Rood voor Roodregeling. 11-517 RvT Zwolle DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. -------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Grondbank RZG Zuidplas. Bijstelling AANKOOP STRATEGIEKADER

Grondbank RZG Zuidplas. Bijstelling AANKOOP STRATEGIEKADER Grondbank RZG Zuidplas Bijstelling AANKOOP STRATEGIEKADER 2008-2011 0 Inleiding Bij de vaststelling van het ASK op 18 juni 2007 door het Algemeen Bestuur van de Grondbank RZG Zuidplas is besloten tot een

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121

Rapport. Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121 Rapport Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: - bij de afhandeling van zijn klacht van 18 november 2002

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 Rapport Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop notaris X te Q bij gelegenheid van de afwikkeling van haar echtscheiding heeft gehandeld met een

Nadere informatie

Meetinstructie niet nageleefd. Gering verschil opgegeven en werkelijke woonoppervlak.

Meetinstructie niet nageleefd. Gering verschil opgegeven en werkelijke woonoppervlak. Meetinstructie niet nageleefd. Gering verschil opgegeven en werkelijke woonoppervlak. Koper beklaagt zich erover dat het door hem gekochte appartement niet 105 m² groot is maar 100 m². De verkopende makelaar

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 12 mei 2011. Rapportnummer: 2011/143

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 12 mei 2011. Rapportnummer: 2011/143 Rapport Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 12 mei 2011 Rapportnummer: 2011/143 2 Klacht Op 10 juli 2010 hebben politieambtenaren van het regionale

Nadere informatie

Rapport Datum: 6 juni 2013 Rapportnummer: 2013/062

Rapport Datum: 6 juni 2013 Rapportnummer: 2013/062 Rapport Rapport over een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) uit Rotterdam. Datum: 6 juni 2013 Rapportnummer: 2013/062 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk

Nadere informatie

Bijlage 05 Stad en Regio Sleutelprojecten

Bijlage 05 Stad en Regio Sleutelprojecten Bijlage 05 Stad en Regio Sleutelprojecten Toelichting sleutelprojecten programma Stad en Regio 2012-2015/17 1 1 Inlichtingen bij dhr. A.J.H.P. Elferink, (026) 3599756, e-mailadres a.elferink@gelderland.nl

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de heer mr. H., notaris te M. Rapportnummer: 2011/285

Rapport. Rapport over een klacht over de heer mr. H., notaris te M. Rapportnummer: 2011/285 Rapport Rapport over een klacht over de heer mr. H., notaris te M. Rapportnummer: 2011/285 2 Datum: 30 september 2011 Klacht Verzoekster klaagt erover dat zij als lid van een Vereniging van Eigenaren (VvE)

Nadere informatie

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. Klager is sinds enige jaren eigenaar van een tweetal panden die voorheen eigendom van klagers vader waren. Beklaagde voert al sinds jaar

Nadere informatie

K MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde,

K MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde, Mandeligheid van buitenmuur. Informatie aan kopende collega-makelaar over juridisch geschil met de buren. Tijdsverloop voor indienen van klacht. Beklaagde is belast met de verkoop van een woning. Aan de

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) uit Rijswijk

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) uit Rijswijk Rapport Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) uit Rijswijk Datum: 27 december 2011 Rapportnummer: 2011/365 2 Klacht Verzoekster

Nadere informatie

INSTELLING(SBESLUIT) EN ONDERZOEKSOPDRACHT ONDERZOEKSCOMMISSIE SEKSUELE INTIMIDATIE EN MISBRUIK IN DE SPORT

INSTELLING(SBESLUIT) EN ONDERZOEKSOPDRACHT ONDERZOEKSCOMMISSIE SEKSUELE INTIMIDATIE EN MISBRUIK IN DE SPORT INSTELLING(SBESLUIT) EN ONDERZOEKSOPDRACHT ONDERZOEKSCOMMISSIE SEKSUELE INTIMIDATIE EN MISBRUIK IN DE SPORT Instelling(sbesluit) Het bestuur van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Nederlands

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Raad voor de Kinderbescherming uit Maastricht. Datum: 28 juli Rapportnummer: 2011/216

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Raad voor de Kinderbescherming uit Maastricht. Datum: 28 juli Rapportnummer: 2011/216 Rapport Rapport betreffende een klacht over Raad voor de Kinderbescherming uit Maastricht. Datum: 28 juli 2011 Rapportnummer: 2011/216 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop een medewerkster

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 Rapport Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 2 Klacht Op 1 mei 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw S. te Zutphen, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Ondernemingen

Nadere informatie

Verordening op de bezwaarschriften SNN

Verordening op de bezwaarschriften SNN Verordening op de bezwaarschriften SNN (geconsolideerde versie, geldend vanaf 21-6-2007) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële naam regeling Verordening op de bezwaarschriften

Nadere informatie

Handleiding Vergadertechnieken

Handleiding Vergadertechnieken Handleiding Vergadertechnieken Zelfstudie en rapporteren Bij OGO leer je niet alleen via het actief deelnemen aan groepsdiscussies, maar ook via het individueel uitvoeren van zelfstudieopdrachten (ZSO).

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene.

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-233 d.d. 6 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting Consument en Aangeslotene hebben

Nadere informatie

VOORBEELD / CASUS. Een socratisch gesprek volledig uitgeschreven

VOORBEELD / CASUS. Een socratisch gesprek volledig uitgeschreven Maakt geld gelukkig? VOORBEELD / CASUS Een socratisch gesprek volledig uitgeschreven Hieronder tref je een beschrijving van een socratisch gesprek van ca. 2 ½ uur. Voor de volledigheid hieronder eerst

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065 Rapport Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065 2 Klacht Op 25 augustus 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw V. te IJmuiden, met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen. Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen. Een makelaar is door de rechtbank als deskundige benoemd om te komen tot de verkoop

Nadere informatie

Titel: Vaststellingsovereenkomst De Waal c.d. provincie Utrecht over finale kwijting oplevering oude provinciehuis. Besluit pag. 3. Toelichting pag.

Titel: Vaststellingsovereenkomst De Waal c.d. provincie Utrecht over finale kwijting oplevering oude provinciehuis. Besluit pag. 3. Toelichting pag. College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 13 maart 2013 NUMMER PS PS2013PS01 AFDELING Directie COMMISSIE ---- STELLER R. Andringa DOORKIESNUMMER 030-2582213 REGISTRATIENUMMER 80DF82D4 PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2561

ECLI:NL:RBROT:2017:2561 ECLI:NL:RBROT:2017:2561 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2017 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer C/10/510679 / FT EA 16/2324 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 080.00 ingediend door: tegen: hierna te noemen klager`, hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

Conform uw verzoek heb ik dit standpunt toegelicht in een aparte bijlage.

Conform uw verzoek heb ik dit standpunt toegelicht in een aparte bijlage. Grondontwikkeling Nederland B.V. t.a.v de heer S.R Kooij Robijnstraat 48 1812 RB Alkmaar Datum 23 oktober 2013 Onze ref 20130001 Inzake Grondontwikkeling Nederland B.V. - Wft M. Kupperman, advocaat T +31

Nadere informatie

Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5

Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5 RAPPORT 2007/0087, NATIONALE OMBUDSMAN, 8 MEI 2007 Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5 SAMENVATTING Verzoeker was in 1988 door de kantonrechter veroordeeld

Nadere informatie