Werkblad beschrijving interventie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Werkblad beschrijving interventie"

Transcriptie

1 Werkblad beschrijving interventie Diabetes Voorkomen Gebruik de handleiding bij dit werkblad of Contact NJi Contact NCJ Contact RIVM-CGL Gert van den Berg Trudy Dunnink Projectgroep Erkenningen De Erkenningscommissie Interventies is een landelijke en onafhankelijke commissie die de kwaliteit en effectiviteit van interventies beoordeelt voor jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg, jeugdwelzijnswerk, ontwikkelingsstimulering, gezondheidsbevordering en preventie. De commissie is ingesteld en wordt secretarieel ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut, Nederlands Centrum Jeugdgezondheid en RIVM Centrum Gezond Leven.

2 Achtergrondgegevens Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam (Post)adres Postcode Plaats Telefoon Fax Website (van de interventie) GGD Amsterdam/ Margriet Lenglet en Wieteke van Wijhe 1018 WT Nieuwe Achtergracht 100 Amsterdam mlenglet@ggd.amsterdam.nl en wvwijhe@ggd.amsterdam.nl (Wieteke) (Margriet) Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder Naam (Post)adres Postcode Plaats Telefoon Fax Onderstaande in te vullen door Nederlands Jeugdinstituut /RIVM Documentatie voor de erkenningscommissie De volgende documentatie wordt in viervoud toegestuurd aan de erkenningscommissie: Aangekruiste documenten worden na de beoordeling geretourneerd. Deelcommissie Aankruisen welke deelcommissie de interventie zou moeten beoordelen. Documentnummer 1. Interventiebeschrijving Training vetc-ers nieuwe programma 3. Draaiboek cursus (van Wijhe- van Zadelhoff WM et al., 2012b) 4. Draaiboek organisatie (van Wijhe- van Zadelhoff WM et al., 2012a) 5. Eindrapport effect- en procesevaluatie (El Fakiri F et al., 2013) Deelcommissie I. jeugdzorg, psychosociale en pedagogische preventie Deelcommissie II. jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering Deelcommissie III. ontwikkelingsstimulering, onderwijsgerelateerde hulpverlening en jeugdwelzijn Deelcommissie IV preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen 2

3 Voor u begint Check met behulp van onderstaande lijst of u alle vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. Als u één of meer vragen met nee moet beantwoorden, maakt uw interventie geen kans op erkenning door de erkenningscommissie. Uw interventie moet eerst verder ontwikkeld worden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad). De vraagnummers in de checklist corresponderen met de onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de erkenningscriteria. Op de websites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM vindt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop. Criteria voor erkenning op Niveau I: theoretisch goed onderbouwd Vraag 1 Is de aard, ernst, omvang of spreiding van het probleem of risico waar de interventie zich op richt duidelijk omschreven? X Ja Nee Vraag 2 Zijn er concrete doelen, zo nodig onderscheiden in einddoelen en voorwaardelijke doelen? X Ja Nee Vraag 3.1 Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met relevante kenmerken? X Ja Nee Vraag 4.1 Bevat de methodiek een handleiding of protocol waarin de benodigde handelingen, de volgorde ervan, de duur van de interventie, de frequentie en intensiteit van de contacten en materialen zijn vastgelegd? X Ja Nee Vraag 4.2 Zijn de verschillende onderdelen van de interventie beschreven op het niveau van concrete activiteiten? X Ja Nee Vraag 5 Is duidelijk wat de benodigde materialen, waaronder een Nederlandstalige handleiding of protocol, zijn en waar deze materialen verkrijgbaar zijn? X Ja Nee Vraag 6 Is een analyse gemaakt van met het probleem samenhangende factoren (oorzaken, directe en indirecte risico- en beschermingsfactoren)? X Ja Nee Is er een theoretische onderbouwing gegeven waarin de doelgroep, de doelen en de methodiek (de werkzame factoren) verantwoord worden op basis van de probleemanalyse? X Ja Nee Is duidelijk hoe de doelgroep, doelen en methodiek onderling op elkaar aansluiten? X Ja Nee Vraag 8 Is de interventie overdraagbaar, bijvoorbeeld door een systeem van trainingen, begeleiding, registratie, licenties, een overdrachtsprotocol, website, helpdesk of eerdere ervaringen? X Ja Nee Overige Is bekend wie de ontwikkelaar, licentiehouder is en wie de uitvoerende en of ondersteunende organisaties zijn? X Ja Nee 3

4 Samenvatting Het is handig de samenvatting als laatste in te vullen. Gebruik voor de samenvatting als geheel maximaal 600 woorden. Beschrijf hoofddoel(en) of meest karakteristieke (sub)doelen van de interventie. Doel Na de cursus kunnen de deelnemers: uitleggen wat het risico op diabetes verhoogt; hun eigen risico op diabetes realistisch beoordelen; uitleggen op welke manier ze zelf hun risico op diabetes kunnen verlagen; uitleggen welke manier bij ze past en welke hulp ze hierbij nodig hebben; de adviezen opvolgen op basis van de diabetesrisicotest en bloedglucosetest. Ook willen de deelnemers meer blijven bewegen om hun risico op diabetes te verkleinen. Verder worden tijdens de derde bijeenkomst deelnemers opgespoord met diabetes of met een hoog risico om diabetes te ontwikkelen. Noem de doelgroep waarop de interventie direct gericht is. Doelgroep De interventie is bedoeld voor Turkse en Marokkaanse Amsterdammers van 40 jaar en ouder, met overgewicht en/of diabetes in de familie. Beschrijf de structuur en de inhoud van de interventie. Aanpak Een gecombineerde leefstijlinterventie bestaande uit een voorlichtingscursus ter preventie van diabetes van 5 bijeenkomsten van 2 uur door een voorlichter eigen taal en cultuur (vetc-er). Aansluitend op de cursus gaan de deelnemers wekelijks bewegen onder begeleiding van een docent in de wijk. De toeleiding naar de beweeglessen vindt plaats door de vetc-er. De cursus Diabetes Voorkomen vindt plaats op een locatie in de wijk van de deelnemers, meestal bij de betrokken zelforganisatie. De cursus besteedt in bijeenkomst 1 en 2 veel aandacht aan het beoordelen van het eigen risico op diabetes. Stapsgewijs werken de deelnemers toe naar bewustwording van hun eigen risico. Pas in bijeenkomst 3 en 4 van de cursus gaat het over mogelijke veranderingen in hun leefstijl. De cursus is afgestemd op de doelgroep, met name door de inzet van vetc-ers, maar ook door aangepaste werving, organisatie en materiaal. De cursus is als volgt opgebouwd: 1. Introductiebijeenkomst 2. Meer over diabetes en kennismaken met Ali en Aisha 3. Diabetes Risicotest 4. Bloedtest door een diabetesverpleegkundige en veranderingen in gedrag. 5. Afsluiting en proefles bewegen. Materiaal 4

5 Geef aan of er een handleiding en ander materiaal is. Er zijn twee draaiboeken voor Diabetes Voorkomen: Draaiboek voor het organiseren van de cursus Diabetes Voorkomen. Dit draaiboek is een hulpmiddel voor de projectleider en coördinator om het project te organiseren (Wijhe- van Zadelhoff WM van et al, 2012a). Draaiboek voor de cursus Diabetes Voorkomen. Dit draaiboek is een hulpmiddel voor de voorlichter om de cursus te geven (Wijhe- van Zadelhoff WM van et al, 2012b). Bij het draaiboek voor de cursus hoort een set van 18 praatplaten. Beschrijf concluderend de resultaten van Nederlands effectonderzoek, buitenlands effectonderzoek en procesevaluaties van de interventie in maximaal 200 woorden. Meld als er geen onderzoek is: Er zijn geen studies voorhanden. Onderzoek Er is onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie in de vorm van een procesevaluatie. De interventie bereikt de doelgroep. De 150 deelnemers voldoen in grote mate aan de inclusiecriteria. De deelnemers zijn zeer tevreden over de cursus. Ook de intermediairen zijn erg tevreden. Vooral over de inzet van de vetc-ers voor deze cursus zijn de intermediairen unaniem zeer tevreden. In de samenwerking en communicatie zijn nog een aantal verbeteringen mogelijk volgens de intermediairen. Ook noemen ze een aantal inhoudelijke punten ter verbetering. Op organisatorisch niveau kan nog gewerkt worden aan het vergroten van draagvlak en duidelijker afspraken in de organisatie. Het lukt vaak niet om een aansluitend beweegaanbod te organiseren. De belangrijkste succesfactor is de inzet van de voorlichters eigen taal en cultuur. Zij kunnen de doelgroep goed bereiken en zorgen voor vertrouwen, herkenning en een prettige sfeer. Dit creëert de mogelijkheid om effecten te bereiken. Daarnaast is de inzet van sleutelpersonen/contactpersonen als intermediair van belang. Het aansluitende beweegaanbod is een belangrijke reden voor deelname en het bloedprikken is een populair programmaonderdeel. Belangrijkste veranderingen Inhoudelijk is het programma meer aangepast aan de doelgroep. Er zijn meer actieve werkvormen, duidelijker opbouw en herhaling in het programma en meer visuele ondersteuning. 5

6 Beschrijving voor erkenning op niveau I: theoretisch goed onderbouwd A. Interventiebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering 1. Risico- of probleemomschrijving Geef aan wat het probleem of het risico is waarop de interventie zich richt. Beschrijf de aard, ernst, omvang en spreiding van het probleem, en de gevolgen bij niet ingrijpen. Als deze informatie er niet is, geef dat dan ook aan. Maximaal 400 woorden. In 2007 hadden ruim mensen diabetes mellitus. Op 1 januari 2007 waren er mensen met diabetes; in de loop van 2007 kwamen daar ongeveer nieuwe patiënten met diabetes bij. Van de personen met diabetes heeft ongeveer 90% type 2 diabetes (Baan & Schoemaker, 2009). Diabetes mellitus, ofwel suikerziekte, is een chronische stofwisselingsziekte die gepaard gaat met een te hoog glucosegehalte in het bloed. Bij diabetes mellitus is het lichaam niet meer in staat om glucose goed te verwerken. De ziekte ontstaat als gevolg van stoornissen in de afscheiding van insuline en/of het niet optimaal benutten van de aanwezige insuline door weefsels (insulineresistentie). Insuline is nodig voor het transport van glucose uit het bloed naar de lichaamsweefsels. Bij geen of onvoldoende insuline heeft het lichaam moeite om de glucose uit het bloed te krijgen en stijgen de bloedglucosewaarden. Hierdoor ontstaan eerst klachten, zoals veel drinken en moeheid, en later macro- en microvasculaire complicaties, zoals hart- en vaatziekten en oogproblemen. Er bestaan grofweg twee vormen van diabetes: type 1 en type 2. Type 1 ontstaat over het algemeen bij jonge mensen en is in principe niet te voorkomen. Type 2 ontstaat vooral bij ouderen en is in de helft van de gevallen te voorkomen (Nederlandse Diabetes Federatie, 2009). In Amsterdam heeft ongeveer 3,5% van de volwassenen diabetes. Diabetes komt meer voor onder ouderen en allochtonen. Het blijkt dat diabetes onder Marokkanen in 2004 en ,7% resp. 8% voorkwam. Voor Turkse Amsterdammers zijn deze cijfers 6,1% resp. 8%. Van de Amsterdammers met Nederlandse afkomst had in ,5% diabetes en in ,0%. Het aantal mensen met niet gediagnosticeerde diabetes ligt rond de 0,5% (Uitenbroek et al., 2006; Dijkshoorn et al., 2009). Om een indruk te krijgen: dit zijn ongeveer Amsterdammers. De Amsterdamse cijfers voor diabetes zijn hiermee vergelijkbaar met de landelijke cijfers. De gevolgen van diabetes zijn zeer groot. Voor de maatschappij brengt diabeteszorg hoge kosten met zich mee. Voor 2005 werd dit geschat op 814 miljoen euro (1,2% van de totale kosten voor de gezondheidszorg), waarin de kosten voor behandeling en complicatie slechts ten dele zijn meegenomen. Op individueel niveau heeft diabetes grote gevolgen voor de kwaliteit van leven en moeten diabetespatiënten bij al hun activiteiten rekening houden met hun ziekte (Baan & Schoemaker, 2009). Rekening houdend met de groei en vergrijzing van de Nederlandse bevolking, de effecten van de huidige (hoge) kansen op diabetes type 2 en de verwachte verdere toename van overgewicht in de toekomst, wordt verwacht dat er in 2025 ruim 1,3 miljoen mensen met gediagnosticeerde 6

7 2. Doel van de interventie diabetes zullen zijn. Dit is bijna een verdubbeling ten opzichte van de mensen met diabetes in 2007 (Baan & Schoemaker, 2009). Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden). Einddoelen cursus Diabetes Voorkomen De deelnemer kan uitleggen door welke factoren het risico op diabetes wordt bepaald kan een realistische inschatting geven van zijn eigen risico op diabetes kan uitleggen op welke manier hij zelf zijn risico op diabetes kan verlagen kan uitleggen welke manier bij hem past en welke hulp hij hierbij nodig heeft kan de adviezen op basis van de risicotest en bloedglucosetest opvolgen wil meer blijven bewegen om zijn risico op diabetes te verlagen. Verder worden tijdens de derde bijeenkomst deelnemers opgespoord met diabetes of met een hoog risico om diabetes te ontwikkelen. Kennis Determinanten Risicoinschatting Bewustwording x x x Attitude x x x Eigen effectiviteit x x x x x Sociale steun x x x x x x x x x x x Het doel van de interventie is Diabetes Voorkomen door: 1. het risicobewustzijn op diabetes mellitus type II bij hoogrisicogroepen te verhogen 2. de eigen effectiviteit van deelnemers in reductie van risico op diabetes te vergroten 3. vroegtijdig diabetes op te sporen 4. lichaamsbeweging en actieve leefstijl te bevorderen Om dit te bereiken zijn de volgende cursusdoelen geformuleerd op deelnemersniveau. Zie tabel De einddoelen worden behaald door per bijeenkomst aandacht te besteden aan één of meer subdoelstellingen (zie bijlage 3 draaiboek cursus). Elke subdoelstelling besteedt aandacht aan 1 determinant. Gedurende de cursus bouwen de subdoelstellingen op van een passief naar een actief leerniveau. Bijvoorbeeld eerst kan de deelnemer iets benoemen en in een latere bijeenkomst kan hij het uitleggen. Daarnaast is er opbouw van algemene kennis naar persoonlijke kennis. Bijvoorbeeld eerst wat zijn oorzaken voor een verhoogd risico op diabetes en later waardoor heb ik een verhoogd risico op diabetes? 7

8 3. Doelgroep van de interventie Wat is de einddoelgroep van de hier beschreven interventie? Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep. Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken van de doelgroep waarop de interventie zich direct richt. 3.1 Voor wie is de interventie bedoeld? Einddoelgroep De interventie is bedoeld voor Turkse en Marokkaanse Amsterdammers van 40 jaar en ouder, met overgewicht en/of diabetes in de familie. In Amsterdam woonden op 1 januari oudere Turken en 7118 oudere Marokkanen. Deze 55 plussers maakten resp. 2,3% en 4,3% van de oudere Amsterdammers uit (Gemeente Amsterdam. Dienst Onderzoek en Statistiek, 2010). Deze groep is de doelgroep van het project Diabetes Voorkomen. Als leeftijdsgrens voor deelname aan het project Diabetes Voorkomen wordt 40 jaar gehanteerd, omdat allochtonen wat betreft hun gezondheid eerder oud zijn dan autochtonen (Poort et al., 2001). De werkelijke doelgroep is hierdoor nog groter. Diabetes type 2 is een complexe ziekte met veel factoren die elkaar beïnvloeden, zoals leefstijlfactoren (voeding en bewegen), genetische factoren (leeftijd, geslacht en predispositie), sociologische factoren (taal, cultuur en socio-economische status (SES)) en omgevingsfactoren (woonen leefomgeving). Bij allochtonen is veelal sprake van een opeenstapeling van factoren die samengaan met een slechtere gezondheid. Specifiek voor oudere Turken en Marokkanen is het volgende bekend over de bovenstaande factoren: op basis van hun leeftijd en herkomst lopen ze meer risico op het ontstaan van diabetes. de omgevingsfactoren zijn vaak ongunstig. Ze wonen in minder goede wijken en huizen. diverse sociologische factoren zijn ongunstig voor deze groep: Ze hebben vaak een lage sociaal-economische status (SES) door een lager opleidingsniveau, een minder gunstige arbeidsmarktpositie en lager inkomen (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2008). Laaggeletterdheid en hiermee samenhangende lage gezondheidsvaardigheden komen veel voor in deze doelgroep. Specifieke cijfers zijn niet voor handen, maar gemiddeld is het percentage laaggeletterdheid onder allochtonen 30%. Dit percentage ligt hoger voor mensen die laag zijn opgeleid, niet werken, werkloos zijn en ouder zijn (Jongeneelen et al., 2008). Ook behoren ze vaak tot de 1 e generatie migranten, die minder geïntegreerd is en meer vasthoudt aan de eigen cultuur (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009). op relevante leefstijlfactoren zoals voeding en bewegen is ook veel verbetering mogelijk. Zie voor een uitgebreide analyse van deze factoren paragraaf 6 verantwoording. Intermediaire doelgroepen De contactpersonen zijn het aanspreekpunt van de groep voor de GGD. Zij hebben een sleutelrol bij het vormen en bijeenhouden van de groep. Zij zijn meestal actieve vrijwilligers van een buurthuis of (zelf)organisatie. Een enkele keer is een contactpersoon in dienst van een welzijnsstichting of een vaste medewerker van een grotere organisatie. De contactpersonen kennen de deelnemers vaak ruime tijd en kunnen de deelnemers laagdrempelig aanspreken. De meeste contactpersonen hebben geen inhoudelijke kennis over gezondheid of achtergrond in die richting. Vaak zijn ze, behalve contactpersoon, ook deelnemer aan de cursus. De vetc ers voeren de interventie uit aan de hand van het draaiboek voor de cursus. Zij zijn allen getraind en ervaren in het geven van voorlichting en hebben kennis van de preventie van diabetes. Zij zijn vooral gespecialiseerd in kennisoverdracht en hebben op grond van hun gelijke etnische en culturele achtergrond veel kennis van de doelgroep. De vetc er is geïnstrueerd over de acquisitie, werving, inhoud, organisatie en uitvoering van de interventie. 8

9 De diabetesverpleegkundigen bepalen het bloedglucosegehalte van de deelnemers tijdens de derde bijeenkomst en geven hen op basis hiervan en de diabetesrisicotest een individueel advies. Zij zijn in dienst bij een thuiszorgorganisatie en worden door hun eigen leidinggevende geïnstrueerd. De leidinggevende is door de GGD geïnformeerd over methoden en programmainhoud en achtergrond van de doelgroep. De meerwaarde van de deskundige inzet van de diabetesverpleegkundige wordt zichtbaar in het beantwoorden van specifieke vragen over de ziekte en bij het uitleggen van de betekenis van uitslagen van zowel de diabetesrisicotest als de bloedglucosetest die worden afgenomen. De verpleegkundigen hebben een interne training in voorlichting aan groepen gevolgd. De beweegdocenten verzorgen de beweeglessen na de voorlichtingscursus. De beweegdocenten zijn gediplomeerd sportleraar of fysiotherapeut, meestal aangevuld met de opleiding Meer Bewegen voor Ouderen. Zij worden ingepraat over Diabetes Voorkomen door hun eigen leidinggevende of de coördinator. Daarvoor wordt een A-4 met informatie aan de docenten gestuurd. De coördinator geeft extra informatie over de groep deelnemers en de contactgegevens van de vetc er voor een warme overdracht van de voorlichtingscursus naar de beweegactiviteit. De beweegdocenten geven aan ruime ervaring met groepswerk te hebben. Niet alle docenten hebben ervaring met de doelgroep en sommigen geven aan minder affiniteit met deze groepen te hebben. Beschrijf indicatie- en contraindicatiecriteria indien van toepassing (indien van toepassing kunnen deze criteria vereist zijn voor erkenning; zie handleiding). Meld ook hoe de doelgroep wordt geselecteerd. Noem eventueel gebruikte selectieinstrumenten en vereiste scores. Geef aan of de interventie uitsluitend, mede of niet bedoeld is voor (specifieke) migrantengroepen en voor welke. Geef ook aan of er speciale aanpassingen of voorzieningen voor deze groepen zijn. Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De interventie is niet speciaal ontwikkeld voor migrantengroepen. Meld indien niet bekend of niet van 3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Indicatiecriteria: Turkse of Marokkaanse nationaliteit 40 jaar of ouder Diabetes in de familie en/of geschat overgewicht Contra-indicatiecriterium: Gediagnosticeerde diabetes Selectie van de deelnemers vindt plaats door contactpersonen van de zelforganisaties waar de cursus plaatsvindt. Zij hebben hiervoor van de GGD Amsterdam een mondelinge toelichting en een protocol voor de werving van deelnemers ontvangen (zie bijlage 4 draaiboek organisatie). 3.3 Toepassing bij migranten De interventie is uitsluitend bedoeld voor specifieke migrantengroepen, te weten Turkse mannen Turkse vrouwen Marokkaanse mannen Marokkaanse vrouwen De interventie is specifiek afgestemd op deze doelgroep o.a. door: Mondelinge en via-via werving door contactpersonen van zelforganisaties, zoals moskeeverenigingen en vrijwilligersorganisaties. Inzet van voorlichters eigen taal en cultuur (vetc-ers) Cursusmateriaal voor mensen met minder kennis van de Nederlandse taal Zorgvuldige toeleiding naar wekelijkse beweeglessen door de vetc-er 9

10 toepassing: Het programma heeft geen speciale faciliteiten (zoals vertaalde schriftelijke instructies of tolken) om migrantengroepen in het bijzonder te kunnen bedienen. 4. Aanpak van de interventie Beschrijf de structuur en de opbouw van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen, en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd. 4.1 Opzet van de interventie Het project Diabetes Voorkomen bestaat uit 4 fases: voorbereiding, planning, uitvoering en evaluatie. Voorbereiding Het project begint met zoeken naar organisaties om het project uit te voeren. Voor de verschillende onderdelen van het project zijn meestal verschillende organisaties nodig. De coördinator van het project gaat op zoek naar: een contactpersoon die de groep goed kent en de eigen taal spreekt. De contactpersoon helpt soms mee met zoeken naar organisaties waar de cursus gehouden kan worden: de acquisitie. Verder zorgt de contactpersoon voor de werving van deelnemers. Hij zorgt ervoor dat de juiste mensen zich inschrijven voor de cursus. een voorlichter eigen taal en cultuur voor het geven van de voorlichtingscursus. een diabetesverpleegkundige om de bloedglucosetest te doen. een beweegdocent die ervaring heeft met een oudere, allochtone doelgroep. Het is heel belangrijk dat alle samenwerkingspartners het met elkaar eens zijn. Er moet voldoende draagvlak zijn voor het project. De coördinator voert veel gesprekken en probeert goed zicht te krijgen op de doelen en motivatie van de partners. Dit helpt om goede afspraken te maken over de gezamenlijke doelen en werkwijze van het project. In deze fase gaat de coördinator ook op zoek naar financiering voor het project. Soms kunnen organisaties het project (mee)financieren. En soms moet de coördinator op zoek naar subsidies voor het project. Planning De coördinator verzamelt informatie over de doelgroep. Hoeveel oudere Turken en Marokkanen wonen er? In welke wijken wonen ze? Zijn er mogelijkheden voor beweeglessen in deze wijken? Met deze informatie plant de coördinator waar de cursussen worden georganiseerd en hoeveel. Dan gaat de coördinator op zoek naar organisaties waar de cursus gehouden kan worden. Dit kan op verschillende manieren verlopen: De coördinator benadert zelf de organisaties. De coördinator besteedt dit uit aan iemand anders. Bijvoorbeeld iemand met veel contacten binnen de doelgroep en/of iemand die de taal en cultuur kent. De coördinator besteedt dit uit aan de voorlichter die de cursus geeft. Daarna zorgt de contactpersoon voor de werving van de deelnemers. Hij zorgt dat de juiste mensen zich inschrijven voor de cursus. De coördinator zorgt dat de contactpersoon goed op de hoogte is van het project. Uitvoering De cursus gaat starten. De coördinator zorgt dat elke voorlichter een koffer met 10

11 materialen heeft voor de cursus. De voorbereiding voor de beweeglessen start voor de cursus begint. De coördinator overlegt over de locatie, de inzet van een beweegdocent en tijdstippen voor de beweeglessen. De coördinator probeert een voorstel voor de beweeglessen te hebben voor de introductiebijeenkomst. Vaak is er nog overleg over de beweeglessen tijdens de cursus. De cursus wordt gedurende vijf weken gegeven en bestaat uit een introductiebijeenkomst en 4 bijeenkomsten van 2 uur. De cursus wordt georganiseerd bij (zelf)organisaties van Turkse of Marokkaanse ouderen, veelal in aandachtswijken van Amsterdam. De opbouw van de cursus is als volgt: 1. De cursus start met een algemene introductiebijeenkomst. De voorlichter maakt kennis met de groep en bekijkt of de deelnemers voldoen aan de inclusiecriteria. De deelnemers krijgen informatie over de opbouw van de cursus. Met de torso legt de voorlichter uit hoe de spijsvertering verloopt. Met deze informatie kunnen de deelnemers de rest van de cursus beter begrijpen. 2. De eerste bijeenkomst maken de deelnemers kennis met Ali, een man met een hoog risico op diabetes. Voor vrouwengroepen wordt Ali vervangen door Aisha, een vrouw met een hoog risico op diabetes. De deelnemers vullen samen een korte risicotest in voor Ali of Aisha en denken na over hun vragen over diabetes. Tenslotte vullen ze zelf de test in en praten hierover met elkaar. 3. Diabetesrisicotest 'Kijk op Diabetes': De tweede bijeenkomst staat de risicotest van Kijk op Diabetes centraal. Eerst wordt met de hele groep de risicotest in voor Ali of Aisha ingevuld. Na de pauze vult elke deelnemer de test in voor zichzelf. De voorlichter helpt en stimuleert de deelnemers om na te denken over de uitslag. Door vragen te stellen zorgt de voorlichter er voor dat de deelnemers met elkaar over de risicotest praten. 4. De derde bijeenkomst bespreekt de voorlichter met de deelnemers welke manieren er zijn om het risico op diabetes te verlagen. De deelnemers denken eerst na over veranderingen in gedrag voor Ali of Aisha. Na de pauze bedenken ze wat ze zelf kunnen doen om hun risico te verlagen. Tijdens de bijeenkomst gaan de deelnemers één voor één naar de diabetesverpleegkundige voor een bloedglucosetest. Zij geeft elke deelnemer een kort advies. Als het nodig is, krijgt de deelnemer een verwijzing naar de huisarts en/of diëtist 5. De vierde bijeenkomst is de laatste bijeenkomst De cursus wordt feestelijk afgesloten door aan elke deelnemer een bewijs van deelname te geven. Hierop staat ook de informatie uit de cursus. Daarna wordt met de deelnemers besproken wat ze van de cursus vonden: de evaluatie. Na de pauze stelt de voorlichter de beweegdocent voor en deze vertelt wat over bewegen. De beweegdocent geeft een proefles bewegen aan de deelnemers. Tijdens de cursus heeft de coördinator regelmatig contact met de contactpersoon en de uitvoerders van de cursus. Hij hoort dan hoe de cursus verloopt en stuurt bij als dat nodig is. Na afloop van de cursus gaan de deelnemers elke week samen bewegen onder begeleiding van de beweegdocent. De begeleiding van de groep wordt over gedragen aan de beweegdocent. De voorlichter gaat nog twee keer mee met de groep. De overgang kan zo soepel verlopen. De voorlichter kan dan vragen beantwoorden van de groep en zien of de deelnemers blijven komen. Evaluatie De laatste fase van het project is evaluatie. De coördinator informeert of het project is verlopen volgens de planning. En ook of de uitvoerders en deelnemers tevreden zijn. Dit gebeurt door een telefonische evaluatie met de contactpersoon van de groep. Input voor het gesprek zijn de gegevens uit het logboek en informatie van de vetc-er. De evaluatiegegevens 11

12 Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden. worden gebruikt om het project verder te verbeteren en als verantwoording naar financiers. 4.2 Inhoud van de interventie Het programma van de cursus ziet er als volgt uit: Introductiebijeenkomst 1. Welkom en kennismaken 2. Start: uitleg programma en hoofddoelen van de cursus 3. Deelnemerslijst definitief maken 4. PAUZE 5. Uitleg werking lichaam 6. Afsluiting: samenvatting en aandacht voor de volgende bijeenkomst Bijeenkomst 1 Meer over diabetes en kennismaken met Ali en Aisha 1. Welkom en uitleg programma bijeenkomst 1 2. Korte herhaling van werking spijsvertering 3. Samen invullen korte risicotest voor Ali 4. Stellingen van Ali over diabetes 5. PAUZE 6. Zelf invullen korte risicotest 7. Nabespreking van korte risicotest 8. Innemen korte risicotesten 9. Afsluiting: samenvatting en aandacht voor de volgende bijeenkomst Bijeenkomst 2 Diabetesrisicotest 1. Start: uitleg programma en doelen bijeenkomst 2 2. A. De voorlichter gaat met de groep stellingen en vragen over diabetes van Ali bespreken B. Tijdens dit onderdeel gaan de deelnemers één voor één naar een collega die ondersteuntbij het invullen van de risicotest. Hij of zij meet en weegt de deelnemers en vult deze gegevens in op de risicotest van Kijk op Diabetes (KOD). Tijdens de verdere bijeenkomst helpt deze persoon u bij het uitdelen en weer innemen van de risicotest KOD. 3. Invullen risicotest KOD voor Ali 4. Nabespreken risicotest Ali en nadenken over maatregelen voor Ali 5. PAUZE 6. Uitdelen deels ingevulde risicotest KOD 7. Verder invullen eigen risicotest KOD 8. Nabespreking eigen risicotest KOD 9. Innemen risicotest KOD 10. Afsluiting: samenvatting en aandacht voor de volgende bijeenkomst Bijeenkomst 3 Bloedtest door een diabetesverpleegkundige en veranderingen in gedrag 1. Start: uitleg programma en doelen bijeenkomst 3 2. Introductie diabetesverpleegkundige door voorlichter 3. A. De voorlichter bespreekt met de groep de manieren waarop Ali zijn risico op diabetes kan verlagen. B. De deelnemers gaan één voor één naar de diabetesverpleegkundige in een aparte ruimte. Zij doet bij elke deelnemer de bloedglucosetest. Daarna legt ze uit wat de uitslag betekent. Ze gebruikt hiervoor ook de diabetesrisicotest KOD. Elke deelnemer krijgt een kort individueel advies en eventueel een verwijzing naar de huisarts en/of diëtist. Als het nodig is, wordt de diabetesverpleegkundige ondersteunt door een tolk. Hij of zij zorgt er voor dat de deelnemer de diabetesverpleegkundige begrijpt. 4. PAUZE 5. A. De voorlichter bespreekt met de groep welke veranderingen in gedrag het risico op dia- 12

13 5. Materialen en links betes verlagen. B. De tweede helft van de groep gaat één voor één naar de diabetesverpleegkundige 6. Afsluiting: samenvatting en aandacht voor de volgende bijeenkomst Bijeenkomst 4: Afsluiting en proefles bewegen 1. Start: uitleg programma en doelen bijeenkomst 4 2. Bewijs van deelname geven 3. Afsluiting cursus: samenvatting in de vorm van vragen stellen en evaluatie 4. PAUZE 5. Introductie bewegen en beweegdocent door de voorlichter 6. Proefles bewegen De deelnemers starten na de cursus met een structurele beweegactiviteit. Voor grote groepen wordt vaak een nieuwe groep gestart, kleinere groepen stromen soms in bij een bestaande beweeggroep. We proberen de groep een concrete beweegactiviteit voor te leggen aan het begin van de cursus. Als er specifieke wensen zijn in de groep, wordt geprobeerd om hier aan tegemoet te komen. De meeste vrouwengroepen gaan bewegen in de zaal, soms op muziek. De oefeningen zijn een combinatie van gym, aerobics en grondoefeningen. Mannen groepen gaan vaak fitnessen of doen een circuittraining in de zaal. De oefeningen zijn er op gericht om de gewrichten soepel te houden en de spieren te oefenen. Er wordt onder meer gewerkt aan uithoudingsvermogen, lenigheid, coördinatie, kracht en snelheid. Plezier in sporten staat voorop en de oefeningen worden afgestemd op de mogelijkheden van de groep. De activiteiten hebben niet alleen een sportief maar ook een sociaal aspect. De voorlichter leidt de groep toe naar deze wekelijkse beweeglessen in de wijk. Dit wordt vormgegeven door de proefles, eerste en vijfde beweegles met de groep mee te gaan naar de beweegles en als intermediair op te treden tussen de groep en de beweegdocent en locatie. De deelnemers betalen een kleine eigen bijdrage. Deelnemers kunnen blijven bewegen zo lang ze zelf willen in de hoop dat het bewegen in de vaste groep een gewoonte wordt. Om zicht te houden op de beweeggroepen worden de docenten 1 a 2 keer per jaar nagebeld door de coördinator van Diabetes Voorkomen. Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er aparte materialen zijn voor migranten en zo ja welke. Er zijn twee draaiboeken voor Diabetes Voorkomen: Draaiboek voor het organiseren van de cursus Diabetes Voorkomen. Dit draaiboek is een hulpmiddel voor de projectleider en coördinator om het project te organiseren (Wijhe- van Zadelhoff WM van et al, 2012a). Draaiboek voor de cursus Diabetes Voorkomen. Dit draaiboek is een hulpmiddel voor de voorlichter om de cursus te geven (Wijhe- van Zadelhoff WM van et al, 2012b). Beide draaiboeken hebben bijlagen om te gebruiken bij de organisatie en uitvoering. Deze zijn beschikbaar als printbare pdf-bestanden. Daarnaast hoort er bij het draaiboek voor de cursus een set van 18 praatplaten. In het eindrapport van Diabetes Voorkomen staan de resultaten van de effect-en procesevaluatie beschreven (El Fakiri F et al, 2013). Alle bestanden zijn digitaal beschikbaar. Organisaties die het materiaal willen gebruiken kunnen 13

14 contact opnemen met het secretariaat van EDG: Keziban Koc, tel , 14

15 B. Onderbouwing van de interventie 6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Geef aan hoe probleemanalyse, doel, doelgroep en methodiek op elkaar aansluiten. In uw betoog moet antwoord gegeven zijn op de volgende vragen (zie ook de handleiding bij dit werkblad): Probleemanalyse Wat zijn de factoren (determinanten) die het probleem beïnvloeden? Onderbouw dit met theorieën en/of onderzoeksliteratuur, een redenering (ratio) of een visie. Als u hiervoor gebruik maakt van een algemene theorie over gedragsverandering, maak dan aannemelijk dat deze van toepassing is op het probleem. Geef aan hoe deze factoren met elkaar samenhangen. Noem oorzakelijke, risico-, instandhoudende, verzachtende en /of beschermende factoren. GGD Amsterdam heeft de cursus Diabetes Voorkomen in 2006 opgezet vanuit de landelijke campagne Kijk op Diabetes. De cursus is ontstaan vanuit de praktijk en is gaandeweg bijgesteld aan de hand van ervaringen in de uitvoering. In eerste instantie werd een pilot uitgevoerd bij Marokkaanse groepen (Most- van Spijk MW van der, 2007). Daarna werd de cursus aangepast en georganiseerd voor Turkse en Marokkaanse groepen. In 2009 heeft de GGD onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van de cursus (El Fakiri F, 2013). Het belang van herhaalbare uitvoering kwam hierdoor meer op de voorgrond en de behoefte aan een draaiboek nam toe. We besloten inhoudelijk een kwaliteitsslag te maken door ook een uitgebreide procesevaluatie uit te voeren en het project theoretisch te onderbouwen. De procesevaluatie is opgezet als actie begeleidend onderzoek waarbij voortdurend is teruggekoppeld naar de uitvoeringspraktijk van de cursussen en verbeteringen zoveel mogelijk gelijk zijn doorgevoerd. Voor het literatuuronderzoek is het protocol Intervention Mapping als leidraad gebruikt (zie figuur 1). Dit instrument geeft een uitgebreide analyse van het probleem, de doelgroep en hun gedrag en omgeving. Aan de hand van alle gevonden informatie is de interventie (zie bijlage 1) op diverse punten aangepast aan de gevonden eisen vanuit de theorie en praktijk tot de huidige draaiboeken (zie bijlage 3 en 4). Beïnvloedbare factoren Welke factoren zijn beïnvloedbaar? Laat dit alles zien met theorie/ studies of voorbeelden. Op welke veranderbare factoren richt de interventie zich? 15

16 Verbinding probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak Kan het doel met de gekozen aanpak worden bereikt? Maak dit aannemelijk aan de hand van studies en /of ervaringen. Laat zien dat de doelgroep aansluit bij de probleemanalyse. Werkzame factoren /mechanismen Wat zijn de werkzame factoren /mechanismen? Welke elementen mogen bij aanpassing van de interventie niet ontbreken? Verantwoording Voor de verantwoording kan gebruik worden gemaakt van Nederlands en /of internationaal onderzoek naar de theorie achter de interventie, naar onderdelen van de interventie en /of naar soortgelijke interventies, en van onderzoek naar buitenlandse versies van de interventie. Figuur 1. Protocol Intervention Mapping. Probleemanalyse Diabetes type 2 is een complexe ziekte met veel factoren die elkaar beïnvloeden, zoals leefstijlfactoren (voeding en bewegen), genetische factoren (leeftijd, geslacht en predispositie), sociologische factoren (taal, cultuur en socio-economische status (SES)) en omgevingsfactoren (woon- en leefomgeving). Voor de groep oudere Turken en Marokkanen zijn de factoren voor het ontstaan van diabetes in het algemeen ongunstiger dan voor andere groepen: ze zijn vaker erfelijk belast, hebben vaker een lage SES, wonen in slechtere wijken en huizen, zijn minder geïntegreerd in de Nederlandse samenleving en scoren minder goed op leefstijlfactoren. Ze hebben daardoor een hoog risico op diabetes (zie uitgebreide beschrijving in paragraaf 3.1). In de bestaande cursus werden de leefstijlfactoren aangegrepen voor de interventie met als doel het voorkomen van diabetes. In de literatuur vonden we onderstaande noties over interventies voor hoogrisicogroepen en allochtone doelgroepen. Uit onderzoek van Evans en collega s blijkt dat de kernboodschappen voor prediabetici moeten gaan over: de ernst van prediabetes de mogelijkheid van preventie voor het ontwikkelen van diabetes de noodzaak van veranderingen in de leefstijl (Evans et al., 2007). 16

17 Het is bekend dat vroegtijdige interventie bij hoogrisicogroepen diabetes kan uitstellen of voorkomen. Leefstijlinterventies blijken hiervoor twee keer zo effectief als medicatie. Bovendien blijken primaire preventie activiteiten kosteneffectief en zelfs kosten besparend (Kok, 2007). De best veranderbare risicofactoren voor diabetes liggen op het gebied van leefstijl. Uit onderzoek blijkt dat leefstijlprogramma s ter preventie van diabetes type 2 effectief zijn: ze verlagen het bloedglucose gehalte en verkleinen het risico om diabetes te ontwikkelen. Dit blijkt uit een grote meta-analyse van leefstijlprogramma s. De meeste interventies waren gecombineerde leefstijlinterventies met aandacht voor voeding en bewegen, enkele bestonden alleen uit voedingsvoorlichting (Yamaoka & Tango, 2005). Om hoogrisicogroepen te interesseren voor leefstijlprogramma s is het van belang dat zij een goede inschatting van hun eigen risico op diabetes kunnen maken. Het blijkt dat ze hun risico te laag inschatten en daarmee onvoldoende of helemaal niet de mogelijkheid onderkennen dat zij zelf diabetes kunnen krijgen of al hebben (Jonkers, 2005). Het lijkt erop dat niet zozeer een gebrek aan kennis over voeding en beweging het probleem is, als wel het begrip voor het culturele raamwerk waarin het is ingebed, zoals het grote belang dat wordt gehecht aan het betrekken van een dokter en/of het ziekenhuis, problemen op het gebied van geletterdheid en gezondheidsvaardigheden en de rol van vrouwen binnen de familie. Bovendien spelen sterke culturele overtuigingen die te maken hebben met familie en het thuisland. Ook zijn er misverstanden, zoals de rol van stress bij diabetes (Sulaiman et al., 2007). Gezondheidsvaardigheden in deze groepen zijn in het algemeen laag. Dit blijkt geassocieerd met slechtere glycemische waarden en minder kennis over diabetes (Powell et al., 2007). Er wordt aangegeven dat het door het leven als migrant lastiger is gezond te eten en meer te bewegen (Sulaiman et al., 2007). Dit kan ook komen doordat er veel andere problemen spelen, zoals spanningsklachten, financiële problemen of opvoedingsproblemen (Van t Riet et al., 2006). Uit recent onderzoek over hart- en vaatziekten, diabetes en nierziekten blijkt dat voorlichting voor de subgroepen ouderen, lagere sociaal economische status en hoogrisicogroepen zich meer zou moeten richten op het aanleren van eigen vaardigheden dan het geven van informatie om effectief de risico s van deze ziekten te beperken (Gelissen & Jonkers, 2009). Conclusie Niet alle factoren lenen zich voor een interventie of houden rechtstreeks verband met het ontstaan van diabetes. Over de leefstijlfactoren is het meest bekend bij deze groep. Voor het ontstaan van diabetes gaat het hierbij vooral om minder beweging, slechtere voedingsgewoonten en (daardoor) meer overgewicht. Dit zijn ook de factoren waar mensen zelf invloed op hebben en dus veranderbaar zijn. Interventies gericht op leefstijlfactoren blijken effectief om het risico op diabetes te verlagen. Ze zijn twee keer zo effectief als medicatie. Daarom is voor deze doelgroep gekozen voor een leefstijlinterventie. Analyse van leefstijlfactoren bij de doelgroep Uit onderzoek onder Turkse en Arabische migranten komt naar voren dat diabetes wordt gezien als serieuze en gevaarlijke ziekte (Sulaiman et al., 2007). Turken en Marokkanen vinden diabetes een ernstiger ziekte dan autochtone Nederlanders (Lanting et al., 2008). Uit de evaluatie van de pilot Diabetes Voorkomen bleek dat onder Marokkaanse ouderen ook angst bestaat voor diabetes (Van der Most van Spijk, 2007). 17

18 Dit kan passen bij de bevinding dat mensen met diabetes in de familie zich meer bewust zijn van de risicofactoren voor diabetes en vaker gezond gedrag vertonen (Baptiste-Roberts et al., 2007). Echter in het algemeen heeft het publiek onvoldoende kennis over diabetes mellitus en worden de risicofactoren en ernst van de ziekte onderschat. De ziekte wordt door slechts 18% van de Nederlandse bevolking beschouwd als zeer ernstig, zo blijkt uit onderzoek. Maar liefst 30% denkt dat de ziekte te genezen is. Bijna tweederde is van mening dat diabetes geen levensbedreigende aandoening is. Het blijkt dat van alle doelgroepen ruim driekwart het eigen risico op diabetes fout inschat. Ook hoogrisicogroepen, zoals oudere Turken en Marokkanen, schatten het risico om zelf diabetes te krijgen te laag in en onderkennen daarmee onvoldoende of helemaal niet de mogelijkheid, dat zij zelf diabetes kunnen krijgen of reeds hebben (Kok, 2007). De link tussen weinig beweging, een slecht voedingspatroon, overgewicht en diabetes is meestal wel bekend bij de doelgroep, maar stress wordt ook als belangrijke oorzaak voor het ontstaan van diabetes gezien. Toch schat men de eigen invloed op het ontstaan van diabetes erg laag in. Als je diabetes krijgt, is dat je lot (Sulaiman et al., 2007). Deze externe health locus of control wordt ook gevonden in het onderzoek in de Amsterdamse wijk Westerpark. Een lage eigen effectiviteit voor het veranderen van voeding- en beweeggedrag sluit hierbij aan (Van t Riet et al., 2005). Deze lage eigen effectiviteit met betrekking tot het veranderen van voedingen beweeggedrag bij Turken en Marokkanen is de belangrijkste verklaring voor etnische verschillen in resultaten van diabeteszorg. Andere positieve factoren worden hierdoor teniet gedaan. Want hoewel Turken en Marokkanen diabetes een ernstiger ziekte vinden en aangeven meer sociale steun te ontvangen dan autochtone Nederlanders, leidt dit niet tot betere resultaten van diabeteszorg (Lanting et al., 2008). De verhoogde prevalentie van diabetes mellitus onder Turken en Marokkanen lijkt vooral te komen door de plotselinge overgang naar een westers, geïndustrialiseerd land en een ongezondere leefstijl (Baan & Schoemaker, 2009). Door anders te gaan leven en gedrag te veranderen kan de kans om diabetes type 2 te krijgen met de helft worden verkleind (Diabetes Fonds, 2009). Leefstijlfactoren die een rol spelen bij het ontwikkelen van type 2 diabetes zijn ernstig overgewicht, een abdominale vetverdeling, gebrek aan lichamelijke activiteit en ongezonde voeding, zoals te veel verzadigd vet en onvoldoende voedingsvezel. Interacties tussen deze factoren spelen een rol bij het geleidelijk opbouwen van ongevoeligheid voor insuline (insulineresistentie) en bijbehorende hoge glucosegehalten in het bloed (Baan & Schoemaker, 2009). Hieronder wordt de situatie beschreven van de leefstijlfactoren bij de doelgroep oudere Turkse en Marokkaanse Nederlanders, waar mogelijk specifiek voor Amsterdam. Overgewicht Uit gegevens van de Amsterdamse Gezondheidsmonitor van 2004 en 2008 blijkt dat het percentage Amsterdammers met matig of ernstig overgewicht toeneemt met het stijgen van de leeftijd en bij een lager opleidingsniveau. Zowel in 2004 als 2008 komt overgewicht onder Marokkanen (57% resp. 54%) en Turken (66% en 64%) vaker voor dan onder Nederlandse Amsterdammers (45% resp. 36%) (Uitenbroek et al., 2006; Dijkshoorn et al., 2009). Verder is bekend dat overgewicht meer voorkomt bij minder geïntegreerde allochtonen dan beter geïntegreerde allochtonen (Dagevos & Dagevos, 2008). Door Turkse en Marokkaanse vrouwen wordt overgewicht als een probleem ervaren vanwege uiterlijke- of gezondheidsredenen (Van t Riet et al., 2005; Nicolaou, 2009). Bij mannen bestaat een gebrek aan inzicht in hun eigen overgewicht (Nicolaou, 2009). Beweging Alle Nederlanders wordt geadviseerd om tenminste vijf dagen per week 30 minuten matig intensieve lichaamsbeweging te hebben. Voor kinderen, jongeren en mensen met overgewicht is het gewenste aantal minuten per dag tenminste 60. Dit wordt de beweegnorm genoemd 18

19 ( Turkse en Marokkaanse Amsterdammers blijken minder vaak aan de beweegnorm te voldoen dan Nederlandse Amsterdammers. In 2004 en 2008 voldeden 40% resp. 37% van de Turkse Amsterdammers aan de beweegnorm en 47% resp. 46% van de Marokkaanse. Van de Nederlandse Amsterdammers bewoog 66% en resp. 68% voldoende (Uitenbroek et al., 2006; Dijkshoorn et al., 2009). Ook buitenlandse onderzoeken naar bewegen laten zien dat oudere migranten vaak minder actief zijn dan de algemene bevolking (Jenum et al, 2006; Simmons & Voyle, 2003; Resnick et al., 2006). Onder Turkse en Marokkaanse vrouwen van de eerste generatie bestaat een positieve attitude ten opzichte van bewegen en ze zijn geïnteresseerd in beweegactiviteiten (Van t Riet et al., 2005). Kennis over de voordelen van bewegen lijken wel bekend te zijn. Zelfs de positieve invloed van bewegen op stress wordt in dit verband genoemd (Sulaiman et al., 2007). Toch zijn deze vrouwen veel thuis, bewegen ze weinig en sporten nauwelijks. Als barrière om te gaan bewegen wordt genoemd de beperkte mogelijkheden voor bekende en geaccepteerde beweegactiviteiten (Van t Riet et al., 2005 en Nicolaou, 2009). Ook spelen, met name voor vrouwen, culturele barrières om te gaan bewegen. Van deze vrouwen wordt verwacht dat ze zich richten op het huishouden en hun familie in plaats van tijd aan zichzelf te besteden (Sulaiman et al., 2007). Voorwaarden die aan beweegactiviteiten worden gesteld zijn lage kosten, een locatie nabij, apart voor vrouwen en een tijdstip dat aansluit op schooltijden (Van t Riet et al., 2005). Daarnaast moet een deel van de Marokkaanse vrouwen toestemming krijgen van hun echtgenoot om aan activiteiten buitenshuis deel te nemen. Sommigen van hen komen nauwelijks het huis uit. Voeding Voor allochtonen zijn weinig consumptiegegevens bekend. Bekend is dat Turkse en Marokkaanse vrouwen meer groenten en fruit eten dan autochtone Nederlanders. Ook de consumptie van verzadigd vet is bij deze groep gunstiger: zij eten minder verzadigde vetzuren. Consumptiegegevens van allochtone mannen en trendgegevens ontbreken. Uit focusgroepgesprekken onder Turkse en Marokkaanse vrouwen in de buurt Westerpark in Amsterdam is wel meer bekend over voeding. Gerapporteerde gezonde eetgewoonten zijn het eten van veel fruit en groente evenals het eten van weinig fastfood. Als ongezonde voedingsgewoonten worden genoemd: een hoge vet- en suikerconsumptie en veel en onregelmatig eten. Ook worden s avonds laat eten, eten door stress en heimwee en de druk om te eten bij sociale gelegenheden genoemd (Van t Riet et al., 2005; Nicolaou, 2009). Uit onderzoek in Australië onder vergelijkbare migrantengroepen blijkt dat de link tussen slechte voedingsgewoonten en het ontstaan van diabetes meestal wel bekend is. Echter de individuele keuzes in voeding worden niet zozeer als probleem benoemd. Ook hier blijken culturele overtuigingen een rol te spelen. Als belangrijkste risico op diabetes wordt genoemd dat het westerse voedsel bewerkt en 'verontreinigd' is. Vooral fastfood wordt als grote boosdoener gezien. Het traditionele voedingspatroon in het thuisland wordt beoordeeld als 'natuurlijker' en beter in balans (Sulaiman et al., 2007). Uit het onderzoek in de Amsterdamse wijk Westerpark blijkt verkrijgbaarheid van gezonde voeding geen negatieve rol te hebben in het voedingspatroon. In het onderzoek is een uitgebreide omgevingsanalyse gedaan waaruit bleek dat er voldoende aanbod is van gezonde voeding in zowel de supermarkten als kleinere buurtwinkels. Het prijsniveau in de Turkse en Marokkaanse winkels is vergelijkbaar met of lager dan dat in goedkope Nederlandse supermarkten (Van t Riet et al., 2005). 19

20 De sociale omgeving blijkt een belangrijke rol te spelen bij voedingsgedrag. Sterke culturele overtuigingen zorgen ervoor dat er veel belang wordt gehecht aan voedingsgewoonten. Zo willen veel echtgenoten traditionele maaltijden eten, onder andere vanwege de smaak van de traditionele gerechten. Vaak bevatten deze gerechten meer calorieën dan nodig bij de huidige leefwijze. Kinderen wordt weinig geweigerd en er moet bij alle sociale contacten uitgebreid gegeten worden. Vrouwen vervullen binnen het gezin en naar buiten toe een spilfunctie in deze sterke eetcultuur (Sulaiman et al., 2007; Van t Riet et al., 2005). Onder Turkse en Marokkaanse vrouwen bestaat in mindere mate interesse in voorlichting over voeding en afvallen. Vrouwen kennen de algemene kenmerken van gezond voedingspatroon. Daarentegen hebben ze weinig praktische vaardigheden voor een gezond voedingspatroon (Van t Riet et al., 2005). Conclusie Het lijkt erop dat het samenspel tussen en meningen over de determinanten voor voedingsgedrag complexer zijn dan voor beweeggedrag. In deze doelgroepen zijn er sterke ideeën en gewoonten over voeding, die deels cultureel zijn bepaald. Ook heeft voeding een belangrijke sociale functie. Daarom is het lastig om verandering in het voedingsgedrag te brengen. Er wordt ook aangegeven dat de interesse hierin gering is. Voor beweeggedrag speelt dit minder. Oudere Turken en Marokkanen zijn meestal niet gewend om te bewegen voor hun gezondheid. Vanwege de onbekendheid bestaan hierover minder vaste opvattingen en patronen. Er blijkt wel interesse te zijn om in groepsverband te gaan bewegen. Het wordt, meer als voeding, gezien als oplossing voor overgewicht. Omdat er waarschijnlijk meer winst te behalen is met het stimuleren van bewegen, is er voor gekozen om in deze interventie de nadruk te leggen op bewegingsstimulering. Randvoorwaarden voor de interventie Voor het opzetten van een succesvolle interventie voor de doelgroep oudere Turks en Marokkaanse mannen en vrouwen zijn in de literatuur nog diverse randvoorwaarden gevonden. Hieronder leest u de belangrijkste. Recent onderzoek door Netto et al. (2010) geeft vijf principes voor het aanpassen van gedragsinterventies aan etnische minderheidsgroepen: maak gebruik van bronnen binnen de gemeenschap om bekendheid te geven aan de interventie en om deelname te vergroten identificeer barrières voor deelname en participatie en los ze op ontwikkel communicatiestrategieën aangepast op het taalniveau en de informatiebehoefte maak gebruik van culturele en religieuze opvattingen die gedragverandering kunnen stimuleren of belemmeren. maak bij de planning en evaluatie van je interventie gebruik van verschillende niveaus van culturele identificatie. Vanuit het Europese project Healthy Inclusion, dat de effectiviteit van gezondheidsbevordering voor migranten onderzoekt, worden de volgende verbeterpunten voor interventies genoemd door zowel aanbieders van interventies als door migranten zelf (Van Vliet et al, 2010).: laagdrempelige werving aparte interventies waar nodig groepsinterventies waarin diverse doelen verenigd worden in de buurt rekening houden met taal en religieuze of culturele gebruiken financieel laagdrempelig continuïteit 20

Interventie zelfmanagement Turkse mannen met diabetes. Monica Overmars GVO functionaris GGD Hart voor Brabant

Interventie zelfmanagement Turkse mannen met diabetes. Monica Overmars GVO functionaris GGD Hart voor Brabant Interventie zelfmanagement Turkse mannen met diabetes Monica Overmars GVO functionaris GGD Hart voor Brabant Inhoud - Aanleiding - Onderzoekspilot in Tilburg 2010/2011 - Doel - Evaluatie pilot - Sterke

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015 Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten: Colofon Ontwikkelaar

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Colofon Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Organisatie Contactpersoon Adres Postcode Plaats E-mail

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015 Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten: Colofon Ontwikkelaar

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Voor meer informatie en contact www.nji.nl/jeugdinterventies centrumgezondleven@rivm.nl www.ncj.nl/onderwerpen/233/erkenningscommissie-interventies

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

Voorbeeld vragenroute die is te gebruiken bij het voeren van een focusgroepinterview (bron: Bewegen valt Goed!)

Voorbeeld vragenroute die is te gebruiken bij het voeren van een focusgroepinterview (bron: Bewegen valt Goed!) Voorbeeld vragenroute die is te gebruiken bij het voeren van een focusgroepinterview (bron: Bewegen valt Goed!) INLEIDING (ongeveer 5 minuten) Welkom heten Bedanken voor hun komst, werver noemen: U bent

Nadere informatie

Leefstijlprogramma Preventie Diabetes

Leefstijlprogramma Preventie Diabetes Leefstijlprogramma Preventie Diabetes Thuiszorg Groot Rijnland Voorkom diabetes nu?! Gezond leven, gezond blijven Diabetes is een steeds vaker voorkomende ziekte in Nederland. Het aantal patiënten met

Nadere informatie

De Leefgezondcoach in de praktijk. Een handleiding voor professionals

De Leefgezondcoach in de praktijk. Een handleiding voor professionals De Leefgezondcoach in de praktijk Een handleiding voor professionals Waarom deze handleiding? Heeft u ook cliënten die weinig weten over gezonde voeding? Die wel minder vet willen eten, maar niet goed

Nadere informatie

Themabijeenkomst Kleurrijke en toegankelijke dementiezorg

Themabijeenkomst Kleurrijke en toegankelijke dementiezorg Themabijeenkomst Kleurrijke en toegankelijke dementiezorg Marjan Mensinga trainer en adviseur bij Pharos en med. antropoloog/spv/poh GGZ Jennifer van den Broeke senior projectleider en adviseur bij Pharos

Nadere informatie

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen Gezondheidsachterstanden Gelijke kansen voor iedereen Goede gezondheid: niet voor iedereen Een goede gezondheid is een groot goed, voor de individuele burger én voor de samenleving als geheel. We worden

Nadere informatie

Bestrijding ongezonde leefstijl hard nodig om forse stijging diabetes, hart- en vaatziekten en nierfalen te voorkomen.

Bestrijding ongezonde leefstijl hard nodig om forse stijging diabetes, hart- en vaatziekten en nierfalen te voorkomen. Amersfoort, Bussum, Den Haag, 5 april 2007 Bestrijding ongezonde leefstijl hard nodig om forse stijging diabetes, hart- en vaatziekten en nierfalen te voorkomen. Oproep aan de leden van de vaste commissie

Nadere informatie

Samenvatting. De volgende onderzoeksvragen zijn geformuleerd:

Samenvatting. De volgende onderzoeksvragen zijn geformuleerd: Samenvatting In Westerse landen vormen niet-westerse migranten een steeds groter deel van de bevolking. In Nederland vertegenwoordigen Surinaamse, Turkse en Marokkaanse migranten samen 6% van de bevolking.

Nadere informatie

Hoe benader je mensen met een (hoog) risico op diabetes? Gerjo Kok Universiteit Maastricht

Hoe benader je mensen met een (hoog) risico op diabetes? Gerjo Kok Universiteit Maastricht Hoe benader je mensen met een (hoog) risico op diabetes? Gerjo Kok Universiteit Maastricht Interventie-ontwikkeling op basis van theorie en onderzoek Proces Probleem, c.q. vraag Empirische gegevens: eerder

Nadere informatie

Verbeterde zelfzorg in de thuissituatie voor Turkse mannen met diabetes

Verbeterde zelfzorg in de thuissituatie voor Turkse mannen met diabetes Werkblad beschrijving interventie Voor goed beschreven Verbeterde zelfzorg in de thuissituatie voor Turkse mannen met diabetes Achtergrondgegevens Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam:

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Diafit. Een test- en trainingsprogramma voor diabetes type 2 patiënten

Diafit. Een test- en trainingsprogramma voor diabetes type 2 patiënten Diafit Een test- en trainingsprogramma voor diabetes type 2 patiënten Inleiding Met u is besproken dat u zich kunt aanmelden voor het test- en trainingsprogramma van het Albert Schweitzer ziekenhuis voor

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren

Nadere informatie

Diabetes. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Diabetes. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg Diabetes Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies Jouw gezondheid is onze zorg Inhoud Diabetes 3 Vormen van diabetes 4 Type1 4 Type2 4 Klachten en symptomen 5 Type1 5 Type2 5 Oorzaken 6 Behandeling

Nadere informatie

Doorstroom naar geschikt beweegaanbod in de wijk

Doorstroom naar geschikt beweegaanbod in de wijk Doorstroom naar geschikt beweegaanbod in de wijk In dit document met belemmeringen en aanbevelingen worden 3 hoofdcategorieën onderscheiden, te weten: - Aanbod - Organisatie - Gezondheid Zij bevatten persoonlijke,

Nadere informatie

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Pre-diabetes Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Wat is pre-diabetes Pre-diabetes is het stadium vóór diabetes (suikerziekte). Het

Nadere informatie

aat erkende nterventies Laat erkende interventies voor je werken

aat erkende nterventies Laat erkende interventies voor je werken aat erkende nterventies Laat erkende interventies voor je werken oor je Interventiedatabase Loketgezondleven.nl Erkende interventies Het is niet eenvoudig om van leefstijl te veranderen. Toch zijn er interventies

Nadere informatie

SAMENVATTING Dijkstra, Coosje.indd :45

SAMENVATTING Dijkstra, Coosje.indd :45 SAMENVATTING Samenvatting INTRODUCTIE Grote sociaal economische gezondheidsverschillen zijn een groeiend probleem in bijna alle Westerse landen. In Nederland leven mensen met een lagere opleiding gemiddeld

Nadere informatie

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 SAMENVATTING Dit proefschrift is gewijd aan Bouwen aan Gezondheid : een onderzoek naar de effectiviteit van een leefstijlinterventie voor werknemers in de bouwnijverheid met een verhoogd risico op hart

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Taallijn Deelcommissie: 3 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 8 oktober 2015 / 2 juni 2016 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Nadere informatie

Verbeterde zelfzorg in de thuissituatie voor allochtonen met diabetes type II

Verbeterde zelfzorg in de thuissituatie voor allochtonen met diabetes type II Verbeterde zelfzorg in de thuissituatie voor allochtonen met diabetes type II Werkblad beschrijving interventie Werkblad, versie april 2016 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten:

Nadere informatie

Handleiding voor het beschrijven van interventies

Handleiding voor het beschrijven van interventies Handleiding voor het beschrijven van interventies Gebruik deze handleiding bij het Werkblad beschrijving interventie (www.nji.nl/jeugdinterventies/beschrijven of www.loketgezondleven.nl/kwaliteit-van-interventies/beoordeling)

Nadere informatie

Hoe bereik ik inwoners met een gezondheidsachterstand? Lerende Netwerken Sport en Bewegen

Hoe bereik ik inwoners met een gezondheidsachterstand? Lerende Netwerken Sport en Bewegen Hoe bereik ik inwoners met een gezondheidsachterstand? Lerende Netwerken Sport en Bewegen Pharos, expertisecentrum gezondheidsverschillen Coryke van Vulpen c.vulpen@pharos.nl Inleiding wat is ses? Opleiding

Nadere informatie

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013 Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende

Nadere informatie

Inhoud Hoe BRAVO ben jij?

Inhoud Hoe BRAVO ben jij? Inhoud Hoe BRAVO ben jij? Inleiding 2 De behandeling van een aandoening 2 Medicijnen 2 Leefstijl 5 Een verergering van je klachten 6 Jouw behandelplan 8 Bewegen 8 Roken 8 Alcohol en voeding 8 Ontspanning

Nadere informatie

Diabetes. Inhoud. In Nederland hebben ongeveer 750.000 mensen diabetes. Van die 750.000 weten 200.000 personen niet dat ze de ziekte hebben.

Diabetes. Inhoud. In Nederland hebben ongeveer 750.000 mensen diabetes. Van die 750.000 weten 200.000 personen niet dat ze de ziekte hebben. Zorg bij diabetes Inhoud Vormen van diabetes 4 Klachten en symptomen 5 Oorzaken 6 Behandeling 7 Leven met diabetes 8 Meer informatie 9 Wat kan Kring-apotheek voor jou betekenen? 10 Diabetes Diabetes is

Nadere informatie

Factsheet. Meet the Needs. Onderzoek naar de behoefte aan leefstijlaanbod van mensen met een lage SES in Maastricht

Factsheet. Meet the Needs. Onderzoek naar de behoefte aan leefstijlaanbod van mensen met een lage SES in Maastricht Factsheet Meet the Needs Onderzoek naar de behoefte aan leefstijlaanbod van mensen met een lage SES in Maastricht ZIO, Zorg in Ontwikkeling Regio Maastricht-Heuvelland Maart 2013 Colofon: Onderzoeksteam

Nadere informatie

Diabetes: zo zit dat. Iedere dag krijgen 200 Nederlanders diabetes. Wat is het? Hoe herkent u het? Is het te genezen?

Diabetes: zo zit dat. Iedere dag krijgen 200 Nederlanders diabetes. Wat is het? Hoe herkent u het? Is het te genezen? Diabetes: zo zit dat Veelgestelde vragen en antwoorden Iedere dag krijgen 200 Nederlanders diabetes Wat is het? Hoe herkent u het? Is het te genezen? Wat is diabetes? Diabetes type 1, diabetes type 2 de

Nadere informatie

Aanmeldingsformulier voor vrijwillige taalcoaches

Aanmeldingsformulier voor vrijwillige taalcoaches Aanmeldingsformulier voor vrijwillige taalcoaches Datum aanmelding: Naam: Voorletter: dhr./mevr. Roepnaam: Adres: Postcode: Telefoon: Woonplaats: Mobiel: E-mail adres : Geb.datum : Nationaliteit : Gezinssamenstelling

Nadere informatie

Conclusies: leefstijlscore

Conclusies: leefstijlscore Nationale Leefstijlbarometer / P.8 : Veenbrand speelt een rol bij de hele bevolking Bij iets meer dan de helft van de bevolking is er sprake van een veenbrand van slechte leefgewoonten: een opeenstapeling

Nadere informatie

Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden

Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden Prof. dr. Jany Rademakers NIVEL Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg CAPHRI Care and Public Health Research Institute

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Families First Deelcommissie: 1 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 11 april 2014 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie De commissie

Nadere informatie

Preventie en behandeling hart- en vaatziekten WWW.ZORROO.NL

Preventie en behandeling hart- en vaatziekten WWW.ZORROO.NL PATIËNTENINFORMATIE Preventie en behandeling hart- en vaatziekten WWW.ZORROO.NL Inhoudsopgave 1 Voorwoord.............................................................................. 3 2 Zorroo ondersteunt

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016 Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016 Elk jaar voert Resto VanHarte een impact- en tevredenheidsmeting uit onder haar gasten. Deze is in 2016 verspreid in 40 vestigingen van Resto VanHarte, in 29 steden/gemeenten.

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Losser Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen Een speciale uitdaging voor het huisartsenteam en het steunnetwerk Dr. Jany Rademakers, NIVEL Drs. Jeanny

Nadere informatie

Call Gebiedsgerichte gezondheidsaanpakken fase 1 voor Programma Gezonde Toekomst Dichterbij

Call Gebiedsgerichte gezondheidsaanpakken fase 1 voor Programma Gezonde Toekomst Dichterbij Call Gebiedsgerichte gezondheidsaanpakken fase 1 voor Programma Gezonde Toekomst Dichterbij Aanleiding Fonds NutsOhra heeft met het programma Gezonde Toekomst Dichterbij de ambitie om de gezondheidsachterstanden

Nadere informatie

http://www.bloedsuiker.nl/nieuwsbrief/439/3772/diabetes-de-erfelijkheid-van-diabete...

http://www.bloedsuiker.nl/nieuwsbrief/439/3772/diabetes-de-erfelijkheid-van-diabete... Page 1 of 5 De erfelijkheid van diabetes type 2 Een samenspel van genen en leefstijlfactoren door Irene Seignette Diabetes type 2 is erfelijk. Maar wat bepaalt nu of iemand daadwerkelijk diabetes type

Nadere informatie

HANDREIKING Diabetesjaargesprek voor migranten met diabetes

HANDREIKING Diabetesjaargesprek voor migranten met diabetes HANDREIKING Diabetesjaargesprek voor migranten met diabetes Introductie Voor migranten en laaggeletterden is het vaak moeilijk om passende diabeteszorg te krijgen. Dit komt onder meer doordat de huidige

Nadere informatie

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid De gebruikers 1200 gezondheidsbevorderaars, voorlichters en preventiewerkers, werkzaam bij: GGD

Nadere informatie

Uitdagingen in de multiculturele praktijk

Uitdagingen in de multiculturele praktijk 12 uit de praktijk Kernproblemen Uitdagingen in de multiculturele praktijk Vraag een fysiotherapeut die werkzaam is in een achterstandswijk naar zijn ervaringen met allochtone patiënten en de kans is groot

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

In deze folder leest u meer over het doel en de mogelijkheden van het programma en welke hulpverleners erbij betrokken zijn.

In deze folder leest u meer over het doel en de mogelijkheden van het programma en welke hulpverleners erbij betrokken zijn. Hartrevalidatie Inleiding De cardioloog, de hartfalenverpleegkundige of de ICD-verpleegkundige heeft u geadviseerd het poliklinische hartrevalidatieprogramma te gaan volgen. Het hartrevalidatie-programma

Nadere informatie

Workshop diabetes en koolhydratenbeperking bij overgewicht. Graag in samenwerking

Workshop diabetes en koolhydratenbeperking bij overgewicht. Graag in samenwerking Workshop diabetes en koolhydratenbeperking bij overgewicht Graag in samenwerking Voor zowel kinderen als volwassenen zijn overgewicht en obesitas de belangrijkste risicofactoren voor de ontwikkeling van

Nadere informatie

Vasculair Preventie Centrum

Vasculair Preventie Centrum Vasculair Preventie Centrum Afdeling interne geneeskunde Uw huisarts of specialist heeft u verwezen naar het Vasculair Preventie Centrum van Máxima Medisch Centrum, locatie Eindhoven. Bij u is een risicofactor

Nadere informatie

Lifestyle coaching. Preventief uw leefstijl veranderen. - U staat er niet alleen voor. Waarom laten coachen? Wanneer laten coachen?

Lifestyle coaching. Preventief uw leefstijl veranderen. - U staat er niet alleen voor. Waarom laten coachen? Wanneer laten coachen? Lifestyle coaching Judith Jelsma - Pregenius Preventief uw leefstijl veranderen - U staat er niet alleen voor Waarom laten coachen? Leefstijl verandering of een aanpassing maken hierin is voor velen een

Nadere informatie

Diversiteit en Gezondheid: Geslacht, SES, Etniciteit

Diversiteit en Gezondheid: Geslacht, SES, Etniciteit Diversiteit en Gezondheid: Geslacht, SES, Etniciteit Prof. Dr. Walter Devillé Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg UvA Vluchtelingen en Gezondheid OMGEVING POPULATIE KENMERKEN GEZONDHEIDS-

Nadere informatie

Leefstijlprogramma binnen Talant. 15 september 2011

Leefstijlprogramma binnen Talant. 15 september 2011 Leefstijlprogramma binnen Talant 15 september 2011 Achtergrond Mensen met een beperking hebben achterstand in leefstijl door o.a.: - minder frequent bewegen - bezuinigingen op de AWBZ (bewegingsagogen?)

Nadere informatie

Pre-diabetes. Vasculair Preventie Centrum

Pre-diabetes. Vasculair Preventie Centrum Pre-diabetes Vasculair Preventie Centrum Wat is pre-diabetes? Pre-diabetes is het stadium vóór diabetes (suikerziekte). Het glucosegehalte in uw bloed (bloedsuiker) is, vooral s ochtends voordat u gegeten

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Almelo Kernboodschappen Gezondheid Almelo De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Almelo epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Almelo en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Diabetes mellitus. De behandeling van diabetes mellitus

Diabetes mellitus. De behandeling van diabetes mellitus Diabetes mellitus Diabetes mellitus (suikerziekte) is een ziekte van de stofwisseling; hierbij zit er te veel glucose in het bloed Dat kan twee oorzaken hebben: bil type 1 diabetes maakt het lichaam niet

Nadere informatie

FACTSHEET VOORLOPIGE RESULTATEN LEFF

FACTSHEET VOORLOPIGE RESULTATEN LEFF FACTSHEET VOORLOPIGE RESULTATEN LEFF SANNE NIEMER & EMMA VAN DEN EYNDE FEBRUARI 2015 Introductie In het najaar van 2014 is in 8 steden, op 10 locaties de pilot LEFF uitgevoerd. In deze factsheet worden

Nadere informatie

P Doe de risicotest P Laat uw bloedsuikerwaarde meten P Lees wat u zelf kunt doen

P Doe de risicotest P Laat uw bloedsuikerwaarde meten P Lees wat u zelf kunt doen Diabetes en uw apotheek Als bij u diabetes is vastgesteld, dan kunt u natuurlijk terecht bij uw apotheek. Het apotheekteam zorgt ervoor dat u: Op tijd het juiste medicijn krijgt. Medicijnen krijgt die

Nadere informatie

Wat doet het Diabetes Fonds precies?

Wat doet het Diabetes Fonds precies? Het Diabetes Fonds 1 miljoen Nederlanders heeft diabetes, een ziekte die je je gezondheid en toekomst afneemt. Onacceptabel, vindt het Diabetes Fonds. Daarom ziet het Diabetes Fonds het als zijn belangrijkste

Nadere informatie

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Vitale Vaten Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Dé Gezonde regio: waar? Dé Gezonde regio: wie? Verleiden Opbouw presentatie Inleiding hart- en vaatziekten Project Vitale Vaten Gorinchem

Nadere informatie

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2015

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2015 Jaarlijks onderzoek onder gasten 2015 Elk jaar voert Resto VanHarte een impact- en tevredenheidsmeting uit onder haar gasten. Deze is in 2015 verspreid in 32 vestigingen van Resto VanHarte, in 20 steden/gemeenten.

Nadere informatie

TOOLKIT Bekend maakt Bemind

TOOLKIT Bekend maakt Bemind TOOLKIT Bekend maakt Bemind 6. Migrantenouderen in cijfers Aantal migrantenouderen in Nederland Bron: (CBS-Statline, dec. 2016) Aantal AOW-gerechtigden in Nederland 3.059.000 Waarvan van migrantenafkomst

Nadere informatie

Leer meer van de dagelijkse praktijk. KBA s als handvat voor aios en opleiders

Leer meer van de dagelijkse praktijk. KBA s als handvat voor aios en opleiders Leer meer van de dagelijkse praktijk KBA s als handvat voor aios en opleiders disclosure belangen sprekers: geen (potentiële) belangenverstrengeling Structuur Huisartsopleiding Opleidingspraktijk 4 dagen

Nadere informatie

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Vragenlijst Behoefte als kompas, de oudere aan het roer Deze vragenlijst bestaat vragen naar uw algemene situatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, omgang met gezondheid

Nadere informatie

Informatie over de behandeling bij diabetes (suikerziekte)

Informatie over de behandeling bij diabetes (suikerziekte) Diabeteszorg Informatie over de behandeling bij diabetes (suikerziekte) Vanwege suikerziekte (diabetes mellitus) wordt u doorgestuurd naar de diabetespolikliniek van het Havenziekenhuis. Diabetes mellitus

Nadere informatie

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Pre-diabetes Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Wat is pre-diabetes Pre-diabetes is het stadium vóór diabetes (suikerziekte). Het

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies

Erkenningscommissie Interventies Erkenningscommissie Interventies Werkwijze en procedure Machteld Zwikker - Nederlands Jeugdinstituut / NJi Djoeke van Dale en Monique Kuunders RIVM/Centrum Gezond Leven 23 juni 2009 De Erkenningscommissie

Nadere informatie

Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief

Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief Criteria en procedure Datum Movisie Utrecht, maart 2015, versie 1.1 Utrecht, maart 2015, versie 1.1 * Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief, Criteria en procedure

Nadere informatie

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017 Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017 Inleiding In mei 2016 is in Nieuw-Lekkerland het project 'Gezond Nieuw-Lekkerland' (GNL) gestart: met subsidie van

Nadere informatie

Sport- en beweegaanbod

Sport- en beweegaanbod Coach Organisatie: Centrum voor Beweging en Onderzoek Groningen Contactpersoon: mevrouw Siska Sprenger Contactpersoon 2: mevrouw Brechje Houet Erkenningen: Goed beschreven Sport- en beweegaanbod Achtergrond

Nadere informatie

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur Inleiding Dat goede voeding een bijdrage levert aan de gezondheid van mensen, is algemeen bekend. Toch eet slechts een klein percentage van

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

Bijlage WIJS (Wat Is Jouw Stijl)

Bijlage WIJS (Wat Is Jouw Stijl) Bijlage WIJS (Wat Is Jouw Stijl) Deze bijlage hoort bij de beschrijving van de interventie WIJS (Wat Is Jouw Stijl), zoals die is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies. Meer informatie:

Nadere informatie

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Sport & Bewegen

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Sport & Bewegen Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Sport & Bewegen School: Plaats: Locatie: Contactpersoon: Telefoonnummer: E-mailadres: Datum invullen: Inhoud: Om op een effectieve manier invulling te geven aan

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Enschede Kernboodschappen Gezondheid Enschede De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Enschede epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Enschede en de factoren die hierop van

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Deelprogramma voor wijkverpleegkundigen en ouderenadviseurs die opgeleid worden tot casemanager SamenOud R. Brans April 2013 Inhoud

Nadere informatie

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1 B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1 JE ONBEWUSTE PROGRAMMEREN VOOR EEN GEWELDIGE TOEKOMST De meeste mensen weten heel goed wat ze niet willen in hun leven, maar hebben vrijwel geen

Nadere informatie

GROEPSGERICHTE INTERVENTIES FLITS

GROEPSGERICHTE INTERVENTIES FLITS GROEPSGERICHTE INTERVENTIES FLITS KANSEN EN UITDAGINGEN Dorine van Ravensberg Programmaleider Kwaliteit en Doelmatigheid paramed zorg 1 WAT VERWACHT iedere DOELGROEP Goede, te vertrouwen behandelaar Begrijpt

Nadere informatie

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011 Oktober - november - december 2011 Info spot Diabetes en depressie Inleiding Diabetes mellitus, ofwel suikerziekte, is een chronische stofwisselingsziekte die gekenmerkt wordt door een te hoog glucosegehalte

Nadere informatie

.192. Etnische ongelijkheid in hart- en vaatziekterisico:

.192. Etnische ongelijkheid in hart- en vaatziekterisico: Samenvatting Etnische ongelijkheid in hart- en vaatziekterisico: de aanwezigheid van risicofactoren onder Amsterdammers met een Turkse en Marokkaanse etnische achtergrond. De incidentie van hart- en vaatziekten

Nadere informatie

Niet culturen maar mensen ontmoeten elkaar: Culturele diversiteit in het justitiële werkveld

Niet culturen maar mensen ontmoeten elkaar: Culturele diversiteit in het justitiële werkveld Niet culturen maar mensen ontmoeten elkaar: Culturele diversiteit in het justitiële werkveld 1 Stichting Pharos Expertisecentrum gezondheidsverschillen Gezondheid en kwaliteit van zorg voor iedereen Kaveh

Nadere informatie

De patiënt als partner in de zorg: gaat dat echt lukken?

De patiënt als partner in de zorg: gaat dat echt lukken? De patiënt als partner in de zorg: gaat dat echt lukken? Prof. dr. Jany Rademakers NIVEL Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg CAPHRI Maastricht University Vakgroep Huisartsgeneeskunde,

Nadere informatie

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011 Feitenkaart Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 010-011 In september 007 is de uitvoering van het Rotterdamse leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht gestart. Het doel van het programma

Nadere informatie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met Diabetes! Optimale Diabeteszorg door goede samenwerking tussen zorgverleners

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met Diabetes! Optimale Diabeteszorg door goede samenwerking tussen zorgverleners Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met Diabetes! Optimale Diabeteszorg door goede samenwerking tussen zorgverleners Uw huisarts heeft vastgesteld dat u lijdt aan Diabetes Mellitus, een

Nadere informatie

Voorbeeld aanvraag Honours Grant

Voorbeeld aanvraag Honours Grant Voorbeeld aanvraag Honours Grant Naam van het project Het multiculturele Rotterdam in beweging: op weg naar een gezonde toekomst Aanvrager(s) Khaoula Makouri en Linda Al-Hassany Samenvatting (max 250 woorden)

Nadere informatie

Samenvatting. Epidemie

Samenvatting. Epidemie Samenvatting Met dit advies voldoet de Gezondheidsraad aan het verzoek van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een inventarisatie op te stellen van nieuwe inzichten en te verwachten wetenschappelijke

Nadere informatie

VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico

VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico Diabetes Mellitus type 2 (DM2) wordt door verschillende experts aangeduid als een leefstijlziekte

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

Individueel zorgplan

Individueel zorgplan Individueel zorgplan Diazon Hafank Inhoudsopgave Individueel Zorgplan 3 Stap voor stap 5 stap 1: Gezondheid & behoeften 5 stap 2: Meetwaarden 6 stap 3: Uw doel & acties 8 stap 4: Evaluatie 10 Bereid het

Nadere informatie

De stand van zaken. Door de bomen het bos weer zien Meer inzicht in kwaliteit en effectiviteit interventies

De stand van zaken. Door de bomen het bos weer zien Meer inzicht in kwaliteit en effectiviteit interventies Door de bomen het bos weer zien Meer inzicht in kwaliteit en effectiviteit interventies Djoeke van Dale Centrum Gezond Leven Joke van Wieringen Centrum Jeugdgezondheid De stand van zaken Schatting: minstens

Nadere informatie

FACTSHEET VOORLOPIGE RESULTATEN LEFF

FACTSHEET VOORLOPIGE RESULTATEN LEFF FACTSHEET VOORLOPIGE RESULTATEN LEFF SANNE NIEMER & EMMA VAN DEN EYNDE FEBRUARI 2015 Introductie In het najaar van 2014 is in 8 steden, op 10 locaties de pilot LEFF uitgevoerd. In deze factsheet worden

Nadere informatie

DIABETOgen Test. Diabetes mellitus Typ II. Risico s in kaart. Diabetes Mellitus

DIABETOgen Test. Diabetes mellitus Typ II. Risico s in kaart. Diabetes Mellitus DIABETOgen Test Diabetes mellitus Typ II Prof Dr. B. Weber Laboratoires Réunis Risico s in kaart De DIABETOgen test biedt u de mogelijkheid uw persoonlijk risico en predispositie op diabetes mellitus type

Nadere informatie

Werkblad beschrijving interventie

Werkblad beschrijving interventie Werkblad beschrijving interventie Een cursus over gezonde voeding en bewegen voor Turkse moeders met kinderen met overgewicht of obesitas in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Gebruik de handleiding bij dit

Nadere informatie

WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT. Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie

WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT. Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie Doelen workshop Inzicht in wat er komt kijken bij het verspreiden en implementeren van je project.

Nadere informatie

De kunst van elkaar begrijpen

De kunst van elkaar begrijpen De kunst van elkaar begrijpen Omgaan met beperkte gezondheidsvaardigheden in de dagelijkse praktijk Congres De patiënt aan het roer in de zorg!? Utrecht, 12 april 2019 2 Zorg op maat; beter aansluiten

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod U bent niet de enige Een op de tien Nederlanders heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis of heeft trekken hiervan. De Riagg Maastricht is gespecialiseerd

Nadere informatie

Maak kennis met het diabetesteam van Maasziekenhuis Pantein

Maak kennis met het diabetesteam van Maasziekenhuis Pantein Maak kennis met het diabetesteam van Maasziekenhuis Pantein Diabetes mellitus (kortweg diabetes) is een chronische ziekte. Dat betekent dat u voor langere tijd voor deze ziekte behandeld moet worden. Bij

Nadere informatie