Werken aan een integrale beleidsvisie voor duurzame landbouw

Transcriptie

1 Concept Inventarisatie problemen Voor een effectief duurzaam beleid voor de land en tuinbouw en dierenhouderij in Nederland en daarbuiten Werken aan een integrale beleidsvisie voor duurzame landbouw Inleiding. Er is veel gezegd en uitgewisseld en gesproken over een duurzamer landbouwbeleid in Nederland, als voorbeeld voor de wereld.. Veel maatschappelijke groeperingen en deskundigen laten zich horen. Er dreigt een onoverkomelijke tweedeling te ontstaan tussen mensen die een intensivering voorstaan, en mensen die een natuurlijke harmonisatie voorstaan. De vergroting van intensivering zal meer revenuen brengen, omdat er meer kan worden geëxporteerd. Daarbij ontstaan niet berekende kosten in verband met milieu- sociale- schade, maar ook onherstelbare achteruitgang in biodiversiteit en hogere kosten voor gezondheidszorg en hogere sterftecijfers. Op den duur raakt het land uitgeput en ontstaat er een woestijn. De politiek in Nederland zal met alle betrokkenen en visie moeten ontwikkelen op Ruimtelijke ordening, energie en landbouw, voor de verre toekomst. Daarbij is voedsel en ander plantaardig materiaal zo belangrijk dat bespreken van de stelling alle goede landbouwgrond moet landbouwgrond blijven zeer gerechtvaardigd is. Het gaat dan met name om het duiden van de relatie tussen klimaat, blijvend vruchtbare aarde, burgerparticipatie en werkbeleving, dierenwelzijn en gezondheid van mens en dier, vertrouwen in leiderschap en politiek, rechtvaardigheid t.a.v. alle leefgemeenschappen, zinvol leven, de beperktheid van het aards systeem, en de zon als nog eeuwen lang betrouwbare bron van energie inzichtelijk te zijn. Daarbij dient al het beschikbare inzicht, kennis en ervaringen te worden behartigd. Huidige problemen en mogelijke oplossingen.(nog toe te voegen) 1. De aangenomen CDA resolutie wordt niet gecommuniceerd en waargemaakt. Deze resolutie voorleggen aan alle boerengemeenschappen en in gesprek gaan over de maatregelen die getroffen moeten worden 2 De veehouder en planten telers krijgen te weinig voor hun product. Het systeem produceren voor de laagste kostprijs genereert te veel nevenkosten die elders worden belast, of helemaal niet worden verrekend, behalve door achteruitgang van welzijn en natuur 3 Grootwinkelbedrijven en andere afnemers hebben de macht en worden tot nu toe niet gedwongen om een eerlijke prijs te bieden voor een goed product 4 Producten uit de regio komen moeizaam op de markt, logistieke zaken worden overgelaten aan de inventiviteit van de idealistische ondernemer, terwijl die grote nevenkosten voorkomt. 1

2 5. In Nederland zijn te veel dieren, die gevoed worden met voedsel elders geteeld bovendien is. het ammoniak beleid is onvoldoende effectief, de te bereiken doelen worden met de helft verminderd door uitbreiding van intensieve veehouderij toe te staan. 6. In het grootste deel van agrarisch Nederland wordt de bodem gezien en gebruikt als substraat om monoculturen te verbouwen, ijn plaats van als levende aarde, die geoznd in zich voort kan leven voor vele generaties die nog komen. 7 De voedsel- en warenindustrie en de handel maakt gebruik van reclameboodschappen, die niet het hele verhaal vertellen, maar consumenten op oneliners proberen te bewegen toch vooral hun product te kopen 8. Grote subsidies worden verstrekt aan niet duurzame systemen, zelfs als ontwikkelingsgeld De subsidies voor innovatie gaan met name naar het opzetten van grote stallen voor industriële vleesproductie, in plaats van naar gezonde systemen met de grootste diversiteit. 9 Er wordt heel veel energie verbruikt bij de productie en het vervoer van producten. De energetische balans kan stukken beter, door een verandering in eetpatroon, een vermindering van kunstmestverbruik, minder bewerkingen van het land, samen werken met natuurlijke elementen uit ecologie, een verbeterde humuslaag en minder grondverzet. 10 Het boerenvak wordt ondergewaardeerd. 11.De relatie platteland stad/dorp kan beter Mensen weten niet waar hun voedsel vandaan komt, wie het produceert en wat erbij komt kijken. 12 Diversiteit aan functies gaat samen met diversiteit aan werk en waardering. 13 monocultuur eindigt met woestijn, vervuilde grond en vervuilde lucht en water, verzwakkende producten 14 Er komt te weinig goede grond voor landbouw, door oneigenlijke claims van andere functies.. 15 Het gebruik van biomassa voor warmte verarmt de aarde, is inefficiënt en is slecht voor het klimaat 16 De term Werkloosheid is onjuist. Er is werk genoeg. 17 Beschamend slordig landgebruik 18 De huidige staatsecretaris (Dijksma ) gaat niet in op de vraag om duidelijker keuzes in de RO, en ook gaat zij niet in op de aanbeveling strenger te handhaven. 19. De kosten voor het produceren in Nederland worden ten dele afgewenteld op gemeenschappen elders, die voordeliger produceren, vanwege lagere lonen. 20. Genetische manipulatie bedreigd de gangbare landbouw. 2

3 21 het produceren van voedsel kost veel energie. 22 Het vergroten van de milieugebruiksruimte is niet meegenomen in de doelstelling van landbouwers. 23 De 39 sporenelementen (obligo-elementen), die elk lichaam nodig heeft voor optimale groei en functie ontbreken in de voeding verworven in de intensieve landbouw of in waterverdragen substraten. Gevolg: meer ziekten: Een enzym is een katalysator voor bepaalde stofwisselingsprocessen. Een tekort van één of meer oligo-elementen geeft niet alleen bepaalde lichamelijke-, maar ook psychische klachten. Het op de juiste manier herstellen van de enzym-oligoreacties, zorgt ervoor dat biochemische processen in het lichaam weer op gang komen. 24 ook in Nederland dreigt een tekort aan organische stof in de bodem. (M. C. HANEGRAAF a, E. HOFFLAND b, P. J. KUIKMAN c & L. BRUSSAARD European Journal of soil science April 2009, 60, Trends in soil organic mater content in Dutch grasslands and maize fields on sandy soils). Boeren zien hun opbrengsten al dalen vanwege dit tekort Plannen voor verbetering vragen een aanpak op maat per regio Met kennis over de plaatselijke bodemkwaliteit in samenwerking met alle betrokkenen. Er ontbreekt een gemeenschappelijke "eigenaar" van dit probleem. O.a. Vrouwen kunnen samen de aandacht voor levende bodem oppakken. 25 Werken op het land wordt te weinig beloond. Schaalvergroting maakt dat met minder mensen meer land wordt bewerkt. Het evenwicht is zoek. 26 de landbouw levert maar een deel van het materiaal voor verpakkingen karton, afbreekbaar maïs of aardappelmeel cellofaan. Dit terwijl alle kunststof verpakking zou moeten worden uitgebannen. Plastic met weekmakers zijn slecht voor de (geestelijke) gezondheid. 27 boeren bedrijven zijn bij voorkeur familiebedrijven. Problematisch is vaak dat er geen opvolgers zijn om een bedrijf voort te zetten. 28 Door het beleid van Staatsecretaris Bleker is een sterke polarisatie ontstaan tussen landbouw en natuur. 29 Veel wordt en is te ingewikkeld gemaakt, eenvoudig leven met plezier en schoonheid maakt leven met een oplossing makkelijker. 30 De subsidies in de landbouw zijn nog niet afgeschaft en de grootwinkelbedrijven hebben te veel invloed op de prijs.. nog steeds wordt geproduceerd voor de laagste kostprijs ten koste van 31 er is geen definiëring van duurzame landbouw. Iedereen die het zegt claimt de waarheid te zeggen. 32 meeste mooie woorden van ministeries lijken loze kreten als de praktijk van alle dag (opschaling) gewoon doorgaat en er geen visie is 33 de gevolgen van het loslaten van het melkquotum zijn niet te overzien. 34 we werken langs elkaar heen. 35 mensen die kleinschalig op het land willen werken hebben geen toegang tot land 3

4 36 alleen naar mensen met een positie wordt geluisterd, terwijl iedereen kennis en ervaring heeft. 37 boeren zijn afhankelijk van chemie en duur zaad van elders. 38 in de agrarische sector worden besluiten genomen, ook bij het verlenen van kredieten en het adviseren overwerkwijzen, waarbij vrouwen niet gelijkwaardig zijn betrokken. 39. onvoldoende wordt ingezien dat de wijze waarop Nederland haar landgebruik organiseert in strijd is met fundamentele rechten en uitspraken, zoals het onderschreven biodiversiteitsverdrag, en artikel 21 van de Nederlandse grondwet. 40. Er zijn wetten die leefomgeving en milieu moeten beschermen en verbeteren. Middelen en maatschappelijke drive om die wetten te handhaven zijn onvoldoende. Daar komt bij dat nieuwe gevaren veelal te laat worden erkend en hierbij niethet voorzorgprincipe wordt gehanteerd. 41 Onderschat wordt welke invloed de Nederlandse productiewijze heeft op mondiale problemen 42 De landbouw is niet gericht op welzijn, maar nog steeds- op groei. 43 Er is geen algemeen plan om versterkt de grootste diversiteit aan zaden beschikbaar te hebben. Diversiteit in groenten, gewassen, bloemen en planten wordt overgelaten aan de welwillende, deskundige vrijwilliger. 44 nu Landbouw onder economische zaken valt lijkt het erop of er geen boeren meer zijn, slechts industriële producenten tellen mee. 45 het vet en eiwitgehalte in de melk wordt voortdurend gemeten, niet de heoveelheid bestrijdingsmiddelen in de sloot naast een bollenveld Er is te weinig bekend over schadelijke stoffen in de landbouw. 46 Primaire Producenten hebben geen zeggenschap over de wijze waarop hun producten worden verwerkt en welke ongezond makende stoffen er aan worden toegevoegd. 47 ook in de landbouw blijven de zwaarste argumenten voor DO verborgen: wanneer we een bio-vergister hebben geplaatst of aan wat agrarisch natuurbeheer doen, of wat energie besparen denken we dat we al goed bezig zijn. Maar wat zijn de argumenten 48 In de agrarische wereld zijn de mannen en de vrouwen te veel gescheiden bezig. 49 we verdienen te veel aan produceren in de landbouw, omdat we meer produceren dan we nodig hebben. Wetten om natuur en cultuur te beschermen worden niet gehandhaafd. 50. Land is te duur geworden door aanschaf voor onnodige grote projecten, veeindustrie, woonwijken. Hierdoor is herbestemming voor bijvoorbeeld duurzame plantenteelt vrijwel onmogelijk. 51 een ruimtelijke ordening waarbij diverse typen gebieden worden aangewezen geeft aanleiding tot sjoemelen met grenzen. Een voorbeeld: In Markelo is de grens aangepast ten gunste van een varkensindustrie ten koste van een camping. 52 onvoldoende wordt beseft dat biomassa ongeschikt en inefficiënt is voor het benutten als warmtebron voor het opwekken van bijvoorbeeld elektriciteit en het maken van biodiesel Biomassa zou mogen dienen als grondverbeteraar. Bovendien is meer gewas nodig om alle plastic verpakkingen te vervangen door snel composteerbare verpakkingen. 4

5 53 De overheid en de meeste bedrijven streven naar voedselveiligheid en naar voedsel zekerheid. Zij zijn niet bereid na te denken over voedselsoevereiniteit laat staan daar naar te streven, terwijl dit een wezenlijk aspect is van duurzame landbouw, gezien het recht op integriteit van alle leven. 5