Inleiding. Geachte puppykoper, lopen zodat wellicht een aantal dingen op een goede en verantwoorde wijze kunnen worden opgelost en/of voorkomen.

Transcriptie

1

2 Inleiding Geachte puppykoper, Voor een jonge hond zou het leven één lang, blij avontuur moeten zijn. Al te vaak is het echter tamelijk verwarrend voor de pup, doordat de mens teveel van hem verwacht. Ook komt hij vaak in de problemen, doordat hij regels overtreedt waarvan hij het bestaan niet eens wist. Honden begrijpen niet instinctief elk woord of gedachte van de mens. Ze behoren tot een andere orde met gaven en een wijze van communicatie die van de onze verschillen. Ze hebben een zachte hand nodig die hen leidt naar een beter begrip van onze gewoonten en ons verwachtingspatroon. Net als een kind heeft een jonge pup onze liefde en bescherming nodig. Het moet zó in de hand worden gehouden dat het fijn is om het om je heen te hebben, maar niet zó worden overheerst dat zijn karakter wordt verstikt. Ik trek al verscheidene jaren met honden op en heb veel pups opgevoed en met succes voorgejaagd. De opvoeding van een pup tussen de 8e en 16e levensweek bepaald de rest van het leven van de hond. Om het even of het een huishond, een jachthond of wedstrijdhond betreft. Als fokker voel ik mij dan ook verantwoordelijk om er zorg voor te dragen dat de pups goed op mensen worden ingeprent. Pups die voorbestemt zijn om later als jachthond te worden gebruikt zullen in de periode dat ze hier zijn ook al kennis maken met dood wild. Mijn streven is om alle pups evenveel persoonlijke aandacht te geven. Voordat de pups hun nest verlaten zijn ze een aantal keren in huis geweest om kennis te maken met bijvoorbeeld een stofzuiger en andere huiselijke dingen. Er zijn voldoende boekjes in de handel om u voor te bereiden op de komst en op de opvoeding van uw pup. Daarnaast adviseer ik u om een puppycursus te gaan volgen. Niet alleen de pup maar vooral de baas zal hier veel van leren. Als fokker maak je de start van een nieuw hondenleven heel dichtbij mee. Uit ervaring weet ik dat de start bij een nieuw gezin nogal eens problemen op kan leveren. Door het meegeven van deze brochure heb ik gedacht op een aantal zaken vooruit te kunnen lopen zodat wellicht een aantal dingen op een goede en verantwoorde wijze kunnen worden opgelost en/of voorkomen. Wij wensen u heel veel plezier met uw nieuwe pup en hopen dat uw pup in alle opzichten aan uw verwachtingen zal voldoen en anderzijds dat u de verantwoording op u zult nemen om de pup in harmonie met het gezin te laten opgroeien en opvoeden. Aan de hond zal het niet liggen; hij/zij wil uw vriend voor het leven zijn! Jaap van Veldhuisen 2

3 Geschiedenis Ras: Labrador Retriever Rasvereniging: Labrador Vereniging, Nederlandse Land van herkomst: Engeland Schofthoogte: reu: cm, teef: cm Gewicht: reu: kg Ontstaansgeschiedenis Aan het einde van de 18e eeuw kwamen in Newfoundland, Canada, twee soorten zwarte honden voor: een grote, die 'Newfoundlander' werd genoemd, en een kleinere, die St. John s hond werd genoemd. Zijn taak bestond destijds uit het helpen het aan boord te brengen van de netten van de vissers. Engelsen namen aan het einde van de 18e eeuw vanuit St. John, Newfoundland, een kleine zwarte hond mee naar Engeland. In de daaropvolgende jaren werden regelmatig honden vanuit Newfoundland naar Engeland meegebracht en daar gekruist met Engelse staande vogelhonden. Na verloop van tijd ontstond een typevast ras dat in 1903 erkend werd door de Engelse Kennel Club. kleurig. Geel mag variëren van licht crèmekleurig tot voskleurig. Kleine, witte borstvlek is toegestaan. Gebruik Het ras is gefokt om als apporteur, bij de jacht op vogels en klein wild dienst te doen. Hij heeft een grote werklust en is gemakkelijk af te richten. Ook is de Labrador een uitstekende zwemmer. De Labrador is een veelzijdige hond. Hij houdt van kinderen en is daarom een uitstekende gezinshond. Door zijn veelzijdigheid wordt hij ook gebruikt als blindengeleidehond, drugshond, hulphond en voor andere speciale taken. Het ras is overal ter wereld te vinden en er is veel fokmateriaal beschikbaar. Algemene rasbeschrijving Sterk gebouwde, korte hond met een brede schedel, een brede borst en ribben, en een brede achterhand. De zogenaamde 'otterstaart' is middelmatig lang, zeer dik bij de aanzet en geleidelijk toelopend in een punt. Rondom bekleed met een korte dikke vacht, waardoor de staart de bijzondere ronde vorm krijgt. Vacht: kenmerkend voor het ras. Kort en dicht, niet golvend, vrij hard, met waterafstotende ondervacht. Kleur: uniform zwart, geel of lever/chocolade- Gezondheid Dieren waarmee gefokt wordt, worden onderzocht op de aanwezigheid van heupdysplasie, afwijkingen aan het ellebooggewricht en erfelijke oogaandoeningen. Aard Intelligente en aanhankelijke hond met een gelijkmatig temperament. De will to please is ruim aanwezig. Vriendelijk, zonder agressiviteit of angst. Is graag bij de mensen en is lief voor kinderen daarom is de Labrador een goede gezinshond. Heeft veel beweging nodig en is bij uitstek een goede jachthond. 3

4 Voeding Voeding van de eerste veertien dagen Geef uw pup de eerste 7 dagen dezelfde voeding als het geen hij/zij kreeg bij de fokker. Nooit producten geven die laxerend kunnen werken, (Bijvoorbeeld melk of olieachtige producten) omdat verandering van milieu, een overgang betekent voor uw pup. Hoe goed u hem ook verzorgt, er kan altijd stress optreden. De pup moet namelijk aan zoveel dingen tegelijk wennen. Als uw pup ook nog van voedsel moet veranderen, is dat een dubbele overgang. Diarree kan het gevolg zijn. Om dit te voorkomen: de eerste 7 dagen hetzelfde voedsel als bij de fokker. Bij ons heeft de pup een goed smakende en energierijke puppiebrok gehad. Het voer dat u meekrijgt moet hij/zij eerst opmaken. Geef de brokjes droog, niet weken in water. Door de brokken droog te voeren heeft u minder kans dat hij teveel eet. Hoeveel keer per dag moet de pup eten? Standaard adviseren wij 4x per dag. Bij problemen of diarree of pups die verzwakt zijn t.g.v. ziekte 5 á 6 keer per dag. Concreet, u kan het volgende schema volgen: Van 2 tot 4 maanden leeftijd puppybrok 4x daags. Vanaf 4 maanden voert u juniorbrok volgens het voedingsschema van de fabrikant. Na 15 maanden gaat u over op een volwassen brok. Waar is bovengenoemd schema op gebaseerd? Eventuele problemen met botten, als ze voorkomen, dan komen ze waarschijnlijk tussen 5 en 15 maanden. Overgewicht in deze periode vergroot de kans op problemen vele malen. Na 15 maanden maakt u er een mooie hond van omdat de risicovolle periode grotendeels voorbij is. Hoe voelt u de conditie (dikte) van de hond? Een conditie kan men niet zien, maar moet men voelen. U gaat over de hond heen staan en voelt met de toppen van de vingers op de ribbenkast van de hond. U beweegt de huid over de ribben en voelt hoeveel ruimte er zit tussen huid en ribben. Als het net zo voelt als uw scheenbeen (vel over been) is de hond te mager. Voelt u dat er echt vet tussen zit, is de hond te dik. Bij een lichte druk moet u de ribben van de hond kunnen voelen. Water Het belangrijkste voor de hond. Het moet altijd vers, altijd fris en altijd aanwezig zijn. Fris, maar niet te koud. Als uitzondering, als u de pup aan het zindelijk maken bent, haalt u bijvoorbeeld s avonds om zeven uur de waterbak weg. Als u de hond dan uitlaat voordat u naar bed gaat, dan is de blaas van uw jonge hond leeg. Hij/zij heeft dan minder druk op de blaas. Hij/zij zal dan s morgens wat meer dorst hebben, maar dat is niet zo erg. Hoeveel moet mijn pup eten? Begin eens met 4x 40 gram per dag. Als de pup minder eet is de pup ziek of lust de brokken niet. Geef nooit meer dan het voerschema op de verpakking van uw voer. Vaak is dit al aan de ruime kant. Heeft u een pup uit een klein nest, dan bestaat de kans dat hij/zij snel te dik wordt. Bepaal dat aan de hand van de conditie van de pup. Waar krijgen puppies diarree van? U neemt een pup mee die bij de fokker stevige ontlasting maakt en het kan u overkomen dat de pup diarree krijgt. Hoe komt dat? Een aantal oorzaken zijn: Teveel eten Verandering van bacterie- en virusmilieu. Het eten van aarde, bladeren, takjes en allerlei dingen op straat, in de tuin en in huis. Stress 4

5 Wat te doen bij diarree? In eerste instantie: 1 dag vasten. 2e Dag helft van het normale rantsoen en minimaal 4 porties. Heel vaak komt diarree voor na het ontwormen. Het onderstaande rantsoen helpt de hond weer op weg. Gekookte macaroni; Gekookte kipfilet Droog gekookt ei (ongeveer een kwartier gekookt) Dit alles mengt u door elkaar. De kipfilet fijn gesneden of door de keukenmachine. Drie keer per dag. Daarnaast tussendoortjes in de vorm van Liga, droge beschuit of biscuit. Uiteraard ben ik geen dierenarts en zijn onze adviezen gebaseerd op ervaringen. Bij twijfel altijd een bezoekje brengen aan de dierenarts! Ontwormen Onderstaand ontwormingsadvies is uitgegeven door de stichting gezelschapsdieren in samenwerking met het Ministerie van VWS en de faculteit Diergeneeskunde in Nederland: Ontworming 1e keer 2e keer 3e keer 4e keer 5e keer 6e keer leeftijd 2 weken 4 weken 6 weken 2 maanden 4 maanden 6 maanden Volwassen honden: 2 á 3 maal per jaar Moederdieren: tegelijk met de pups. Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing op/in de verpakking! Ontwormmiddelen zijn verkrijgbaar bij dierenarts of dierenspeciaalzaak. Onze pups zijn ontwormd volgens bovenstaand schema. Indien zichtbare besmetting met wormen, meerdere keren. Teken Controleer uw hond regelmatig op de aanwezigheid van teken. Met een zgn. tekentang zijn deze gemakkelijk te verwijderen. Daarnaast bestaan er preventieve middelen om teken (en vlooien) te voorkomen, zoals sprays, bandjes en druppels. Bij uw dierenarts zijn brochures verkrijgbaar. Momenteel bestaan er nieuwe tekensoorten welke zijn overgekomen uit tropische landen. Teken kunnen ernstige ziektes overbrengen en zijn gevaarlijk voor zowel uw huisdier als uzelf. 5

6 Ontwikkeling Ontwikkelingsstadia en uw rol daarin Alle pups volgen hetzelfde ontwikkelingspatroon, waarbij ze een pasgeboren tot volwassen hond dezelfde fase doorlopen. Het is belangrijk om deze stadia te kennen en u te realiseren hoe uw puppy in een niet te veel van hem verwacht of in een cruciale fase van zijn ontwikkeling een gunstige gelegenheid voorbij laat gaan. Niet alle pups ontwikkelen zich even snel; sommige hondjes gaan vlug door bepaalde fasen en andere hebben meer tijd nodig dan algemeen wordt verwacht. Meestal ontwikkelen pups van kleinere rassen zich sneller en zijn al volgroeid voor ze een jaar oud zijn, terwijl die van grotere rassen vaak meer tijd nodig hebben: bij sommige duurt het 18 maanden voordat ze volwassen zijn. Het hiervolgende is een gemiddeld tijdschema dat op de meeste hondjes van toepassing is. en misschien gewogen, veroorzaakt dit een lichte spanning. Een conscientieuze fokker zal dit dan ook doen. Elk hondje zou iedere dag een keer moeten worden opgepakt om voorzichtig in verschillende posities te worden vastgehouden. Socialisatieperiode: leeftijd 3-12 weken Dit is een beslissende periode. Wil de hond zich tot een geslaagd huisdier ontwikkelen, dan is het van doorslaggevend belang dat hij gedurende deze tijd de juiste ervaringen met mensen, andere honden en de omgeving opdoet. Deze periode kan in drie stadia worden verdeeld. Periode kort na de geboorte: leeftijd 0-2 weken Tijdens deze korte fase wordt de meeste tijd slapend en drinkend doorgebracht. De puppy kan kruipen en zoekt, als het koud is, de warmte van nestgenootjes of van zijn moeder. De moeder moet de urine en ontlasting op gang brengen. Dit doet zij door bij hem het gedeelte rond de genitaliën te likken. Als het diertje dagen oud is gaan de oogjes open, maar de eerste paar weken ziet het nog niet veel. Overgangsperiode: leeftijd 2-3 weken De melktandjes komen door. De puppy leert lopen en vloeistoffen oplikken. Tegen het einde van de derde week gaan de oortjes open en begint de reukzin te werken. De puppy leert nu zonder hulp te plassen en een hoopje te doen. Wat te doen: De verantwoordelijkheid voor wat er in dit stadium met de pups gebeurt ligt bij de fokker. Men heeft ontdekt dat jonge hondjes die in deze periode onderworpen worden aan wat lichte prikkels later beter met spanning kunnen omgaan. Als iedere pup elke dag wordt opgetild, bekeken Eerste fase: derde tot vijfde week De pup is in dit stadium als hij zichtbaar op een hard geluid reageert. Het teefje begint haar jongen discipline bij te brengen door te grommen, gewoonlijk om te voorkomen dat ze voortdurend blijven drinken. Met drie tot vier weken worden het gezichtsvermogen, het gehoor en de reukzin beter. Het hondje begint vast voedsel te eten, met zijn staartje te kwispelen en bijtspelletjes met nestgenootjes te spelen. Op deze leeftijd gaat een pup proberen om, nadat hij wakker is geworden, uit het nest te klimmen om te gaan plassen. Met vier tot vijf weken klauwt hij, laat zijn tandjes zien, gromt, rent en speelt spelletjes waarbij hij heftig zijn kopje schudt, alsof hij een prooi doodt. Hij begint ook te leren niet te hard te bijten tijdens het spel met zijn broertjes en zusjes. Tweede fase: vijfde tot achtste week U kunt nu gezichtsuitdrukkingen en expressieve oorbewegingen zien. Het spenen begint. De pup kan nu goed horen en zien en is beter gecoördineerd. Hij neemt deel aan groepsactiviteiten met de andere hondjes uit het nest. De zevende week is de ideale tijd voor het hondje om naar zijn nieuwe thuis te gaan. Aan het 6

7 einde van deze fase is een pup wat meer op zijn hoede, maar nog steeds nieuwsgierig en vol lust tot onderzoeken. Wat te doen: Van de derde tot de zesde week zal het hondje nog bij de fokker verblijven. Er moet een duidelijk onderscheid zijn tussen slaap- en speelgedeelte, zodat het dier het nest kan verlaten om te plassen. Puppy s die in een te kleine ruimte worden gehouden, waar deze gedeelten in elkaar overgaan of waar ze niet zonder hulp uit het nest kunnen komen, krijgen niet de kans om goed te weten waar ze dit moeten doen. Hondjes die op deze manier worden grootgebracht zijn vaak moeilijk zindelijk te maken. Hoe het diertje zich nu geestelijk ontwikkelt hangt af van de omgeving. Er moeten allerlei verschillende voorwerpen (zoals kartonnen dozen, een groot stuk hard leer, speeltjes of een oude handschoen) bij hem in de speelruimte worden gelegd om hem velerlei spelmogelijkheden te bieden. Het is ook nuttig om een paar lage, brede traptreden neer te zetten, waarop hij kan oefenen. Dit helpt om later goed te kunnen traplopen. Gedurende deze tijd moet de pup ook kennisma- ken met allerlei geluiden, lawaai en verschillende soorten vloeroppervlakken. Als hij in een huislijke omgeving opgroeit gebeurt dit waarschijnlijk vanzelf. Elke pup moet af te toe worden afgezonderd van zijn moeder en nestgenootjes. Hij moet veel contact hebben met mensen, zowel volwassenen als kinderen. Dit is vooral belangrijk in de laatste week voordat het hondje naar zijn nieuwe thuis gaat. Elke pup moet iedere dag ten minste vijf minuten aandacht voor hem alleen krijgen, ongeacht het aantal hondjes in het nest. Tijdens de zesde tot de achtste week moet de puppy zich gaan thuisvoelen in het nieuwe gezin. De socialisatie gaat op natuurlijke wijze verder terwijl het hondje de onbekendheid van zijn nieuwe thuis ervaart. Zodra het hier is aangekomen moet het zindelijk maken beginnen. Derde fase: achtste tot twaalfde week In bepaalde situaties begint de pup het daarbij behorende gedrag te vertonen. Hij wil het de mensen heel graag naar de zin maken (de zogenaamde will to please). Als de hondjes nog in het nest verblijven begint de rangorde zich tussen de broertjes en zusjes af te tekenen. Als de puppy naar zijn nieuwe huis is gegaan begint hij zijn plaats in het gezin daar in te schatten. 7

8 begonnen met de training en het aanleren van goede manieren. De wens om het iemand naar de zin te maken dient ten volle te worden benut, want later, als de pup zich onafhankelijk opstelt, wordt het opvoeden moeilijker. Spelletjes mogen nu wat minder simpel zijn en kunnen als beloning na de training fungeren. In deze periode moet u hem goed aan zijn verstand brengen dat mensen hoger in rang zijn dan hij. Dit moet u op zachtaardige manier, maar heel vastberaden gebeuren. Uw puppy moet in vele verschillende omgevingen ervaring opdoen. Terwijl hij leert omgaan met nieuwe situaties moet zijn socialisatie doorgaan en verder worden ontwikkeld. Wat te doen: Uw hondje moet met een grote verscheidenheid van situaties en omgevingen kennismaken en er ook plezier in hebben. Het zal beginnen de leden van zijn gezin te beoordelen om hun positie in de rangorde vast te stellen en te zien waar hijzelf binnen de nieuwe familie thuishoort. Het is belangrijk dat hem in dit stadium precies duidelijk wordt gemaakt welke plaats hij binnen die rangorde heeft. Spelen is heel belangrijk en hij zal moeten leren om mensenspelletjes te spelen en daarbij niet steeds te bijten. Adolescentie: leefijd 6-12/18 maanden De jonge hond wordt veel onafhankelijker en daagt waarschijnlijk hen die boven hem staan graag uit. Hij wordt in seksueel opzicht volwassen; een teefje wordt loops, met de daarbij behorende gedragsveranderingen, en een reu beleeft opvallende schommelingen op het gebied van de mannelijke hormonen. De behoefte om te knagen blijft zeer sterk. Naarmate de puppy volwassener wordt, begint hij territoriaal gedrag te vertonen. Jeugdperiode: leefijd 3-6 maanden De pup is nog steeds afhankelijk van zijn baas. In de vroege fase van deze periode willen de meeste hondjes graag aardig gevonden worden en zullen ze alles doen waarvan zij denken dat de baas het wil. Tijdens deze periode zoeken ze nog steeds uit hoe de rangorde binnen het gezin is en proberen ze hun eigen plaats hierin te vinden. De jonge hond wordt zich steeds meer bewust van zijn omgeving. Hij begint voor zijn onderzoekingen verder weg te gaan, maar blijft nog steeds binnen de geborgenheid die de baas of bekend gebied biedt. Knagen en alles met de bek onderzoeken helpen bij het wisselen van de tanden en het verkennen van de omgeving. Wat te doen: De puppy begint beter te leren en zich te concentreren; daarom moet er nu worden 8

9 Wat te doen: Dit is misschien wel de moeilijkste periode om doorheen te komen. In deze fase doen vele mensen afstand van hun hond, die dan moet worden herplaatst. Als u tot nu toe een stevige grondslag voor goed gedrag heb gelegd, zal de adolescentie niet zo uitputtend zijn. Er zal echter een tijd komen dat u zich afvraagt wat er verkeerd is gegaan. Probeer dan voor ogen te houden dat ook dit voorbijgaat. Volwassenheid: leeftijd 12/18 maanden en ouder Uw hond zal nu in fysiek opzicht volwassen zijn, hoewel hij nog wel wat breder zal worden. Zijn karakter is geheel gevormd, hoewel er nog verfijningen zullen optreden. Het karakter van jonge volwassen honden blijft zich ontwikkelen tot ze ongeveer drie jaar zijn; daarna treden er meestal geen grote veranderingen meer op. Wat te doen: U kunt nu een beetje ontspannen, want het werk is bijna gedaan. Verfijningen aanbrengen en doorgaan met de training blijven noodzakelijk, maar u moet het nu een beetje rustiger aan kunnen doen en genieten van de eerste en vele gelukkige jaren met uw evenwichtige, goed opgevoede, gezellige vriend. bronvermelding: Toepoels Puppiewijzer 9

10 Samenvatting Leeftijd Periode Ontwikkeling Wat te doen 0-2 werken Pasgeboren Slaapt/drinkt 2-3 weken Overgang Zintuigen beginnen te werken Voorzichtig vasthouden 3-12 weken Socialisatie 3-5 weken Eerste fase Reageert op harde geluiden, speelt, eet vast voedsel, verlaat het nest voor een plasje/hoopje 5-8 weken Tweede fase Begin van het ontspenen, rangordespelletjes in het nest 8-12 weken Derde fase Begin van onafhankelijk onderzoeken, begin van het vaststellen van de positie binnen de roedel Aparte speel- en slaapruimte geven, veel indrukken in de omgeving laten opdoen, veel contact met mensen en (iets minder) met andere honden Voortzetting van de socialisatie, de pup gaat naar een nieuw thuis Voortzetting van de socialisatie, de pup leert mensenspelletjes en welke plaats hij inneemt in de roedel 3-6 maanden Jeugd Onderzoek verder weg, knagen is belangrijk 6-12/18 maanden Adolescentie Onafhankelijker, volwassen in seksueel opzicht, begin van territoriaal gedrag 12/18 maanden en ouder Training en ontwikkeling van goede manieren, de pup wordt zijn lage status ingeprent, voortzetting van de socialisatie Moeilijke periode voor de baas, voortzetting van de training; wees bedacht op het uitdagen van het gezag Ontspan u en geniet van een evenwichtige hond 10

11 Van het Ruwerveld Zicht Labrador Retriever Kennel Kennelnaam Van het Ruwerveld Zicht Onze vorige woning dateerde uit 1914 en is in opdracht van de heer Van Schermbeek (toenmalig eigenaar van Landgoed Oud Groevenbeek) gebouwd als dienstwoning voor zijn boswachter. Wij keken uit op een bosperceel welke in onze omgeving bekent staat onder de naam Ruwerveld. Vandaar dat er gekozen is voor deze kennelnaam met als leuke bijkomstigheid dat veld tevens het begin is van onze familienaam: Veldhuisen. Tevens geeft het woordje veld de link naar jachtveld wat we ook zeker toepasselijk vinden. Als actief en gepassioneerd jager ben ik begonnen met de aanschaf van een Labrador Retriever reu, genaamd Sep, waarmee ik verschillende jachtdiploma s heb kunnen halen. Vandaar dat Sep ook het omslag van deze brochure siert! Mede door de passie van Sep ben ik begonnen met het fokken van zgn. werklijnen. Wij waren de vierde bewoners van deze woning welke ondertussen al de nodige renovaties heeft ondergaan. Momenteel fokken wij Labradors welke uitstekend geschikt zijn als huishond en de juiste eigenschappen b ezitten om als jachthond uitstekend presteren. 11

12 Van het Ruwerveld Zicht Jacob Catsstraat XL Putten T: