Als laatste komt aan de orde of er ook verband bestaat tussen deze beide onderwerpen: hangen eventuele veranderingen in het vaardigheidsniveau van

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Als laatste komt aan de orde of er ook verband bestaat tussen deze beide onderwerpen: hangen eventuele veranderingen in het vaardigheidsniveau van"

Transcriptie

1

2 vii

3 Als laatste komt aan de orde of er ook verband bestaat tussen deze beide onderwerpen: hangen eventuele veranderingen in het vaardigheidsniveau van kleuters samen met veranderingen in de inrichting van het kleuteronderwijs over de hier onderzochte periode? vi

4 Voorwoord Sinds het schooljaar 1994/95 wordt elke twee jaar de cohortstudie Primair Onderwijs (TRIMA') uitgevoerd. Dit betreft een grootschalig onderzoek in het basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs, waarbij informatie wordt verzameld bij leerlingen en hun ouders, bij scholen, directies en leerkrachten. In totaal zijn bij dit onderzoek ongeveer 700 scholen en leerlingen betrokken. Het PRIMA-onderzoek wordt uitgevoerd door het SCO-Kohnstamm Instituut in Amsterdam en het ITS te Nijmegen. Het wordt gefinancierd door NWO-MaG op verzoek van het Ministerie van OCenW. Binnen PRIMA worden standaard een groot aantal gegevens verzameld over onder meer de achtergronden en prestaties van de kinderen en het onderwijs dat zij volgen. Daarover wordt in een reeks basisrapporten gepubliceerd. Daarnaast wordt bij elke meting een bepaald thema uitgediept. Voor de vierde meting, die plaatsvond in het schooljaar 2000/2001, was dat 'Het jonge kind'. Naar aanleiding van dat thema zijn door de adviescommissie PRIMA secundaire analyses uitgezet, dit in de vorm van vier deelstudies. De eerste deelstudie gaat over deelname aan en effecten van vve-activiteiten, de tweede over de invloed van gezinsomstandigheden en opvoedingsfactoren op de sociale en cognitieve competenties van jonge kinderen, de derde over jonge risicoleerlingen in het basisonderwijs en de vierde over ontwikkelingen in en effecten van het kleuteronderwijs op de cognitieve en niet-cognitieve ontwikkeling van kleuters. De eerste twee deelstudies zijn uitgevoerd door het ITS en de derde en vierde door het SCO-Kohnstamm Instituut. In het voorliggende rapport wordt verslag gedaan van de vierde deelstudie over ontwikkelingen in het kleuteronderwijs. In deze rapportage worden drie onderwerpen besproken. Allereerst betreft dat de ontwikkelingen in het vaardigheidsniveau van kleuters over de periode tussen schooljaar 1994/1995 en 2000/2001. Daarbij komen niet alleen cognitieve vaardigheden aan de orde maar ook niet-cognitieve vaardigheden, zoals zelfvertrouwen en werkhouding. Het tweede onderwerp is de inrichting van het kleuteronderwijs in schooljaar 2000/2001. Direct daaraan verbonden is de vraag of er veranderingen zijn opgetreden in deze inrichting sinds schooljaar 1994/1995.

5 OP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Roeleveld, J. Veranderingen in het Kleuteronderwijs. Ontwikkelingen in en effecten van het kleuteronderwijs op de cognitieve en niet-cognitieve ontwikkeling van oudste kleuters tussen 1994 en Jaap Roeleveld. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Universiteit van Amsterdam (SCO-rapport nr. 681). ISBN Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, or otherwise, without the prior written permission of the publisher. Uitgave en verspreiding: SCO-Kohnstamm Instituut Wibautstraat 4, Postbus 94208, 1090 GE Amsterdam Tel.: SCO-Kohnstamm Instituut, 2003 iv

6 Veranderingen in het kleuteronderwijs Ontwikkelingen in en effecten van het kleuteronderwijs op de cognitieve en niet-cognitieve ontwikkeling van oudste kleuters tussen 1994 en 2000 J. Roeleveld SCO-Kohnstamm Instituut

7

8 1 Inleiding en vraagstelling De actuele aandacht voor het onderwijs aan jonge kinderen heeft een uitgebreide voorgeschiedenis. Pioniers als Fröbel en Montessori hebben al concepten uitgewerkt voor de inrichting van het onderwijs aan peuters en kleuters, uitgaande van specifieke opvattingen over hoe jonge kinderen zich ontwikkelen en op welke wijze deze ontwikkeling kan worden ondersteund. Sindsdien hebben vooral stromingen in de ontwikkelingspsychologie het debat over het onderwijs aan jonge kinderen beïnvloed: de rijpingstheorie, het behaviorisme, het constructivisme, de Russische cultuurhistorische theorie en de informatieverwerkingstheorie (zie voor een bespreking Van Kuyk, 1995). In de jaren tachtig, toen door de Wet op het Basisonderwijs de voormalige kleuterscholen en lagere scholen werden geïntegreerd tot de huidige basisscholen, heeft dit debat zich verbreed. De zorg over het behoud van de 'verworvenheden' van het kleuteronderwijs (Van Erp & Van Tuijl, 1981) leidde tot nieuwe aandacht voor de identiteit van het onderwijs aan jonge kinderen. Tegenstellingen tussen 'gerichtheid op leerdoelen' en 'programmatisch werken' enerzijds en 'uitgaan van de ontwikkeling van het kind' en 'het primaat van het spel' anderzijds werden vooral in deze tijd zichtbaar, en werken door tot in huidige opvattingen. Ze zijn nu weer actueel door de impuls die aan het onderwijs voor jonge kinderen is gegeven vanuit het achterstandenbeleid. Om achterstanden al in een vroeg stadium te kunnen bestrijden, zijn de laatste jaren voorschoolse programma's (voor 2- tot 4-jarigen) ontwikkeld en geïmplementeerd, die (moeten) doorlopen in het kleuteronderwijs (4- tot 6-jarigen). Omdat aan deze programma's specifieke, deels verschillende ideeën ten grondslag liggen over hoe de ontwikkelingskansen van jonge kinderen het best kunnen worden bevorderd, is er een nieuwe discussie ontstaan over de aard van (vooral) het kleuteronderwijs, met als centrale begrippen ontwikkelingsgericht versus programmatisch werken. De discussie maakt duidelijk dat er geen echte consensus is over wat onder 'goed' kleuteronderwijs moet worden verstaan. Complicerend hierin is de vraag of de invulling van goed kleuteronderwijs nog afhangt/zou moeten afhangen van het type kinderen op de school: bijvoorbeeld meer sturend en programmatisch voor kinderen uit achterstandsgroepen, meer geïndividualiseerd voor risicoleerlingen en/of extra snelle leerlingen, meer volgend en vrij voor kinderen uit hogere milieus, etc. (vgl. Ledoux & Overmaat, 2001; Van Voorthuijsen, 2000). Over de huidige inrichting van het kleuteronderwijs, en over mogelijke accenten daarin op verschillende soorten scholen, is vrij weinig bekend. Dat geldt eveneens voor de vraag hoe het kleuteronderwijs zich ontwikkeld heeft: is er in de afgelopen 1

9 jaren sprake geweest van tendensen in een bepaalde richting? Voor de beantwoording van dergelijke vragen is het PRIMA-cohortonderzoek, vanwege haar longitudinale opzet, bij uitstek geschikt. Het PRIMA-onderzoek wordt sinds schooljaar 1994/95 elke twee jaren uitgevoerd op een groot aantal scholen voor basisonderwijs (en, parallel daaraan, op scholen voor speciaal basisonderwijs: de voormalige scholen voor LOM en MLK). Voor dit onderzoeksrapport is in het bijzonder van belang dat er toetsen Begrippen en Ordenen worden afgenomen bij de oudste kleuters uit groep 2 van het basisonderwijs en dat de leerkrachten wordt gevraagd om, via het zogenaamde PRIMA-Leerlingprofiel, deze kleuters te beoordelen op een reeks van niet-cognitieve kenmerken. Verder worden aan directies en leerkrachten vragenlijsten voorgelegd over organisatie, inrichting en vormgeving van het onderwijs. Naar ontwikkelingen in het kleuteronderwijs is, ten behoeve van een PRIMA-presentatie op de Onderwijsresearchdagen 2001, al een eerste verkenning uitgevoerd (Mulder, Van Langen & Ledoux, 2001). In deze verkenning zijn ook prestatiescores van leerlingen opgenomen. Deze vormden zelfs de aanleiding tot de verkenning. Uit vergelijking van de uitkomsten van toetsresultaten over verschillende metingen heen was namelijk gebleken dat zich een opmerkelijke stijging had voorgedaan van de toetsscores Begrippen en Ordenen voor de leerlingen in groep 2 tussen PRIMA-2 en PRI- MA-3. Er werden betere resultaten behaald door leerlingen uit alle sociaal-etnische groepen, maar de stijging was het sterkst bij allochtone leerlingen. De stijging bleek niet te kunnen worden toegeschreven aan veranderingen in de onderzoekstechnische opzet van PRIMA. Controle van het effect van dergelijke veranderingen (in de steekproefsamenstelling, gebruikte toetsen, afnameprocedure en afnamemoment) leverde in ieder geval geen verklaringen op. Dat betekent dat verklaringen in een andere richting kunnen worden gezocht. Bijvoorbeeld in veranderingen in de leerlingengroep (te denken valt aan veranderingen in gezinskenmerken en deelname aan voorschoolse voorzieningen') of in veranderingen in het onderwijs. In dit rapport zullen we, aan de hand van gegevens uit het PRIMA-cohortonderzoek, ontwikkelingen beschrijven in het vaardigheidsniveau van kleuters en proberen een beeld te schetsen van de ontwikkelingen in het kleuteronderwijs over de afgelopen jaren. Dit laatste beperkt zich noodzakelijkerwijs tot variabelen die over de PRIMAmetingen heen identiek zijn bevraagd. Voor de kenmerken van het kleuteronderwijs zijn dat er gelukkig vrij veel. Hierbij geldt wel één restrictie. In de eerste drie PRI- MA-metingen is namelijk in de leerkrachtenvragenlijst voor groep 2 vooral een programmagerichte benadering van kleuteronderwijs geoperationaliseerd. Sleutelvariabelen daarin zijn systematisch werken, gebruik van methoden, volgen van de leer- 1 Deze veranderingen komen aan de orde in twee andere studies in het PRIMA-themaonderzoek Het jonge kind. 2

10 lingvorderingen op verschillende ontwikkelingsdomeinen, expliciete oefening en instructie van belangrijke begrippen en denkvaardigheden, gebruik van toetsen, aandacht voor voorbereidend lezen en rekenen en nadruk op cognitieve aspecten. Om meer recht te doen aan de verschillende opvattingen over goed kleuteronderwijs zijn, in verband met het toenmalige thema van PRIMA, in de vierde PRIMA-meting enkele variabelen toegevoegd die vooral bedoeld zijn om verschillen in visie en aanpak te meten. Daarbij gaat het onder andere om: - ontwikkelingsgericht, ervaringsgericht dan wel programmatisch werken; - gebruik van een specifiek programma voor ontwikkelingsstimulering; - keuzes in pedagogisch-didactische aanpak, in de wijze van observeren en registreren en in het bieden van hulp aan jonge risicoleerlingen. Deze laatste kenmerken kunnen dus betrokken worden bij een beschrijving van de huidige inrichting van het onderwijs. De vraag naar de ontwikkeling in de tijd moet wat betreft de kenmerken van het onderwijsaanbod beperkt blijven tot alleen de indicatoren voor programmatisch werken. Voor dit onderzoeksrapport beschikken we over gegevens van vier opeenvolgende PRIMA-metingen uit de schooljaren 1994/1995 (PRIMA-1), 1996/1997 (PRIMA-2), 1998/1999 (PRIMA-3) en 2000/2001 (PRIMA-4). Voor algemenere informatie over het PRIMA-cohortonderzoek verwijzen we hier kortheidshalve naar de verschillende technische en beschrijvende rapportages die in de loop der jaren verschenen zijn (Jungbluth et al., 1996; Driessen et al., 1998, 2000, 2002). In de verschillende hoofdstukken zal steeds nader worden toegelicht van welke gegevens er voor de analyses gebruik wordt gemaakt. Ook de gebruikte analysetechnieken komen daarbij aan de orde. Zoals gezegd zal getracht worden een beeld te schetsen van ontwikkelingen in het onderwijs aan kleuters over de afgelopen jaren. Dit kan nader uitgewerkt worden in de volgende drie onderzoeksvragen. 1. Wat is het cognitieve en niet-cognitieve vaardigheidsniveau van kleuters anno 2000? Varieert dit voor verschillende groepen leerlingen? Zijn daarin veranderingen waar te nemen sinds 1994? 2. Wat zijn de kenmerken van het kleuteronderwijs anno 2000? Varieert dit voor verschillende groepen scholen? Zijn daarin veranderingen waar te nemen sinds 1994? 3. Kunnen gevonden verschuivingen in het onderwijsaanbod aan kleuters een verklaring vormen voor verschuivingen in het cognitieve en niet-cognitieve vaardigheidsniveau van kleuters? In het volgende hoofdstuk komt de eerste onderzoeksvraag aan de orde. Daarbij wordt gekeken naar ontwikkelingen op een tweetal (cognitieve) toetsen en op een aantal schalen uit het PRIMA-Leerlingprofiel, die in alle vier metingen van het onderzoek 3

11 aan de orde zijn gekomen. Er wordt een beschrijving gegeven van ontwikkelingen voor afzonderlijke etnische groepen en voor leerlingen met ouders van verschillend opleidingsniveau. Verder wordt getoetst in hoeverre ontwikkelingen in de tijd toe te schrijven zijn aan veranderingen in de (herkomst)kenmerken van de leerlingen. De tweede onderzoeksvraag wordt in hoofdstuk 3 en 4 besproken. In hoofdstuk 3 wordt een beschrijving gegeven van het kleuteronderwijs anno Daarbij wordt ook nagegaan of de onderzochte kenmerken van het kleuteronderwijs anders zijn voor scholen met een verschillend leerlingenpubliek. Voor deze beschrijving kan gebruikt worden gemaakt van de uitgebreidere vragen die bij de vierde PRIMA-meting aan leerkrachten en directies zijn gesteld. Bij de eerdere PRIMA-metingen waren de vragen op dit terrein minder uitgebreid, zodat bij de vraag naar veranderingen in de tijd een beperkter aantal kenmerken aan de orde kan komen. In hoofdstuk 4 wordt nagegaan of er, bij een aantal onderwijskenmerken die in (bijna) alle PRIMA-metingen zijn verzameld, sprake is van systematische ontwikkelingen door de tijd. Bovendien zal worden nagegaan of dergelijke ontwikkelingen zich op ongeveer dezelfde manier voordoen op scholen met een verschillend leerlingenpubliek. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de derde onderzoeksvraag. Nagegaan zal worden of verschuivingen in het vaardigheidsniveau van de kleuters, zoals die gevonden zijn bij de analyses ter beantwoording van eerste onderzoeksvraag, verklaard kunnen worden door verschuivingen in kenmerken van het onderwijsaanbod, zoals die gevonden zijn bij de analyses ter beantwoording van tweede onderzoeksvraag. De genoemde analyses dienen daarmee tevens te leiden tot een selectie van variabelen voor het beantwoorden van deze derde onderzoeksvraag. Aan het eind van elk hoofdstuk geven we een samenvatting van de resultaten en de conclusies die daar met het oog op de onderzoeksvragen uit getrokken kunnen worden. Tot slot van dit inleidende hoofdstuk nog een meer technische opmerking. Op diverse plekken in het rapport worden verschillen in gemiddelden en verschillen in verdelingen getoetst op hun statistische significantie met behulp van F-toetsen en chi-kwadraat toetsen. Door het hele rapport wordt daarbij een significantieniveau van.01 gehanteerd. Indien verschillen volgens dit criterium niet significant zijn hoeven zij niet verder besproken te worden. Pas als de verschillen wel significant zijn zullen ze nader geduid moeten worden naar inhoud, betekenis en relevantie. Door de soms grote aantallen eenheden kan immers een significant verschil inhoudelijk niet veel betekenis hebben. 4

12 2 Ontwikkeling van het vaardigheidsniveau van kleuters 2.1 Inleiding en opzet Bij de eerste onderzoeksvraag gaat het er om of er ontwikkelingen hebben plaatsgevonden in het vaardigheidsniveau van kleuters op zowel cognitief als niet-cognitief gebied. Voor het beantwoorden van deze vraag maken we gebruik van gegevens van de leerlingen uit groep 2 van scholen uit de referentiesteekproeven van vier opeenvolgende PRIMA-metingen. De scholen in deze steekproef kunnen steeds als representatief worden beschouwd voor het gehele Nederlandse basisonderwijs. Tabel 2.1 geeft een overzicht van de aantallen scholen en leerlingen in de vier achtereenvolt,gende metingen van PRIMA. Tabel Aantal scholen en leerlingen groep 2 in vier PRIMA-metingen De referentiesteekproef bestaat steeds uit ongeveer 400 scholen. Voor een deel zijn dit steeds dezelfde scholen, voor een deel gaat het om per jaar wisselende scholen. In deze vier metingen zijn in totaal bijna 800 verschillende scholen opgenomen in de steekproeven. Daarvan doen er 124 mee aan drie metingen en 126 aan alle vier metingen. Als indicaties voor de cognitieve vaardigheid gebruiken we scores op de toetsen Begrippen en Ordenen, die in alle vier PRIMA-metingen bij de oudste kleuters zijn afgenomen. Als indicaties voor het niet-cognitieve vaardigheidsniveau gebruiken we scores op een viertal schalen uit het PRIMA-leerlingprofiel: Werkhouding, Zelfvertrouwen, Welbevinden en Noodzaak tot extra zorg. Doordat het leerlingprofiel niet bij alle PRIMA-metingen gelijk was hebben deze schalen in de loop der tijd een aantal wijzigingen ondergaan. We analyseren hier echter steeds alleen het onveranderde deel. Per schaal wordt verderop vermeld welke items in de loop der jaren steeds gehandhaafd zijn in het instrument. Bij de analyse van de ontwikkelingen in het vaardigheidsniveau van de kleuters maken we steeds een onderverdeling naar etnische herkomst en opleidingsniveau van de ouders. Bij etnische herkomst onderscheiden we, op basis van het geboorteland van 5

13 de ouders, leerlingen van Marokkaanse, Turkse, Surinaams/Antilliaanse, autochtone en overige herkomst. Bovendien onderscheiden we, in navolging van Tesser & Iedema (2001), een categorie 'gemengd' waarvan één ouder wel in Nederland geboren is en één ouder niet. Bij het opleidingsniveau hanteren we een vierdeling, gebaseerd op de hoogste opleiding van de ouders: maximaal lager onderwijs; maximaal lboniveau; maximaal mbo-niveau; hoger onderwijs. Voor de analyses willen we over een bestand beschikken met leerlinggegevens zonder ontbrekende waarden. Bij de vierde meting van PRIMA zijn er bij de profielschalen echter 'missing values by design'. Om de onderzoeksbelasting van leerkrachten te verminderen hoefde het profiel slechts ingevuld te worden voor de helft van de leerlingen. De selectie van de betreffende helft gebeurde op basis van toeval, zodat de ontbrekende waarden `completely at random' zijn. Bij de betreffende variabelen hebben we het gemiddelde van de profielschalen uit de vierde meting gesubstitueerd. Daarna zijn alleen leerlingen geselecteerd zonder ontbrekende waarden op achtergrondkenmerken en op de in dit hoofdstuk te analyseren cognitieve en niet-cognitieve vaardigheden. Er resteren dan in totaal leerlingen. We zijn nagegaan of de vaardigheden van deze groep leerlingen verschillen van die van de groep leerlingen die hierdoor buiten de analyse blijven. Het verschil tussen leerlingen met één of meer ontbrekende waarden en leerlingen zonder ontbrekende waarden is steeds ruim minder dan 0.1 standaarddeviatie; alleen bij taalscores is het verschil wat meer: 0.16 standaarddeviatie. We concluderen dat de geselecteerde leerlingen hooguit licht afwijken van de totale groep leerlingen en dat de conclusies over ontwikkelingen in vaardigheden geacht mogen worden geldig te zijn voor het basisonderwijs in het algemeen. Dat geldt nog sterker waar er conclusies getrokken worden over samenhangen tussen vaardigheden en leerlingkenmerken, omdat samenhangen veel minder gevoelig zijn voor de representativiteit van het analysebestand (Hox, 1998). In de analyses per vaardigheidsindicator beginnen we steeds met een beschrijving van de ontwikkeling naar etnische herkomst en opleidingniveau over de jaren, in de vorm van een grafiek met bijbehorende tabel. Deze beschrijving kan een indruk geven van de algemene trends in de ontwikkeling. Daarna toetsen we de ontwikkeling over de jaren met multi-niveau analyse (Goldstein, 1995; Snijders & Bosker, 1999), waarin rekening kan worden gehouden met verschuivingen in kenmerken van de kleuters over de jaren. In deze analyses zijn de leerlingen gevest in schooljaren binnen scholen. Alle leerlingen uit de referentiescholen van elk van de vier metingen doen mee, ongeacht of deze scholen ook aan alle vier opeenvolgende metingen hebben meegedaan. De ontwikkelingen door de tijd worden in het model gerepresenteerd door dummyvariabelen voor het jaar, met de eerste meting uit 1994 als referentiepunt. 6

14 De categorie-variabelen etnische herkomst en opleiding ouders worden als een reeks dummy-variabelen in het model opgenomen (met 'autochtoon' en 'opleiding op middelbaar niveau' als respectievelijk referentiecategorieën). Als covariaten nemen we nog de leeftijd van de leerlingen en het geslacht. Verder zullen nog interacties van etnische herkomst en opleiding ouders met de jaarvariabelen in het model worden opgenomen. Hiermee kunnen we nagaan of de trendmatige ontwikkelingen voor de onderscheiden etnische groepen en opleidingscategorieën hetzelfde zijn of verschillen vertonen. Voor de vraag naar ontwikkelingen in de tijd zijn de jaarvariabelen in het model van centraal belang. Wanneer deze bijvoorbeeld een voortdurend toenemende positieve coëfficiënt krijgen in het model is er sprake van een stijging van de betreffende vaardigheden. En wanneer de positieve coëfficiënten verdwijnen na de opname van leerlingkenmerken in het model dan betekent dat dat de gemiddelde stijging van de vaardigheden toe te schrijven is aan veranderingen in de kenmerken van de leerlingen. Hiermee kan het dus duidelijk worden of een stijgende trend over de jaren bijvoorbeeld toe te schrijven valt aan een stijging van het opleidingsniveau van de ouders. Bij de beantwoording van onderzoeksvraag 3 (in hoofdstuk 5) zal dit basismodel verder uitgebreid worden met kenmerken van het onderwijs en de school. Indien in zo'n model de effecten van de jaarvariabelen verdwijnen nadat onderwijskenmerken zijn ingevoerd betekent dit dat de trend over de jaren te verklaren is uit veranderingen in het onderwijs dat de kleuters hebben genoten. De algemene opzet van deze analyses is eerder toegepast in onderzoek naar ontwikkelingen in gemiddelde scores op de Eindtoets Basisonderwijs van het CITO (Roeleveld 2001, 2002; Webbink, 2002). Voor het verkrijgen van modelschattingen hebben we het programma MlwiN (Rasbash et al., 2000) gebruikt. 2.2 Scores op de toets Begrippen De Begrippentoets wordt in PRIMA gebruikt als de vroegste meting van de taalvaardigheid van leerlingen. Dit instrument is onveranderd over vier metingen. We geven hier allereerst de ruwe (totaal)scores op deze toets, onderscheiden naar etnische herkomst. 7

15 Figuur Gemiddelde scores op de Begrippentoets; naar etnische herkomst Scores Begrippen (SD = 8.4) Er is sprake van een duidelijke stijging tussen PRIMA-2 en PRIMA-3. Deze treedt bij alle groepen op, maar het duidelijkste bij de Turkse, Marokkaanse en Surinaamse/Antilliaanse leerlingen. Opmerkelijk is dat bij de meeste groepen tussen de andere metingen veel minder verandering in gemiddelde scores is opgetreden. Vervolgens presenteren we de gegevens, onderscheiden naar het (hoogste) opleidingsniveau van de ouders (Figuur 2.2). We zien hier dat hetzelfde patroon zich bij alle groepen voordoet: eerst lichte stijging, dan een sterkere stijging tussen de tweede en derde meting, en dan stabilisatie. Alleen de groep met de laagste opleiding lijkt iets meer te stijgen. 8

16 Figuur Gemiddelde scores op de Begrippentoets; naar opleidingsniveau Scores Begrippen (SD = 8.4) Met behulp van multi-niveau modellen is getoetst of er ook sprake is van statistisch significante ontwikkelingen over de jaren. In Tabel 2.2 staan de uitkomsten van een aantal opeenvolgende modellen, die we hier achtereenvolgens zullen bespreken. Significante jaareffecten (p <.01) zijn in deze tabel vet afgedrukt. Als er bij het effect van een leerlingkenmerk sprake is van een significante interactieterm zijn de betreffende coëfficiënten schuin en onderstreept afgedrukt. In model 0 wordt alleen de verdeling van de variantie over de drie onderscheiden niveaus weergegeven. Ruim driekwart van de variantie is individueel; de rest is gelijkelijk verdeeld tussen de scholen en tussen jaren binnen de scholen. In model 1 worden de trendvariabelen voor de jaren in het model opgenomen. We zien dat de gemiddelde score in de drie volgende meetjaren significant hoger zijn dan in 1994; deze stijging vindt vooral tussen 1996 en 1998 plaats. In 1998 en 2000 ligt de score ongeveer 3.5 punt (0.4 standaarddeviatie) boven die van De jaarvariabelen verklaren bijna 4% van de totale variantie. 9

17 Tabel Multi-niveau analyse van de scores op de Begrippentoets vet: significant jaareffect; schuin: significante interacties 10

18 In de modellen 2, 3 en 4 worden achtereenvolgens etniciteit, opleiding ouders en de covariaten sekse en leeftijd in het model opgenomen. We zien daar de verwachte effecten van etnische herkomst en opleiding ouders. Alle etnische groepen scoren lager, vooral de Turkse en Marokkaanse leerlingen. De leerlingen van gemengde herkomst verschillen het minst van de autochtone referentiegroep. Verder zien we ook de verwachte effecten van het opleidingsniveau van de ouders: de lager opgeleide groepen scoren lager dan de middelbaar opgeleide referentiegroep, de hoogst opgeleide groep juist hoger. De effecten van etnische herkomst worden iets kleiner wanneer ouderlijke opleiding in het model is opgenomen. Tot slot blijkt dat meisjes en oudere kleuters hoger scoren dan jongens en jongere kleuters. De effecten van de jaarvariabelen zijn in model 4 slechts iets kleiner dan die in model 1. Dit betekent dat de stijging van de toetsscores, die hier gemodelleerd is met de jaarvariabelen, niet kan worden toegeschreven aan veranderingen in deze kenmerken van de kleuters over de jaren. In model 5 (niet in tabel weergegeven) zijn alle interactie-effecten van de leerlingkenmerken met de jaarvariabelen in het model opgenomen. In model 6 zijn alleen de significante behouden. Daaruit blijkt dat er voor de Turkse leerlingen sprake is van een verandering in het algemene patroon. In 1994 en 1996 scoren ze 10.4 punten lager dan de autochtone referentiegroep; in 1998 en 2002 vermindert deze achterstand met 3.0 punten (tot 7.4 punten). Naast de algemene stijging, die zich na 1996 bij alle leerlingen voordoet, kent de Turkse groep dus nog een extra stijging na dat jaar. De totale verklaarde variantie in model 6 is 23.1%. 2.3 Scores op de toets Ordenen De toets Ordenen oudste kleuters wordt in PRIMA gebruikt als de vroegste meting van de rekenvaardigheid van leerlingen. In alle vier metingen is de Ordenentoets afgenomen, maar vanaf meting 3 wel een nieuwe versie. Deze nieuwe versie is echter inhoudelijk en qua moeilijkheidsgraad vergelijkbaar met de oude versie (Mulder, Van Langen & Ledoux, 2001). We geven hier de ruwe (totaal)scores op de Ordenentoets. 11

19 Figuur Gemiddelde scores op de Ordenentoets; naar etnische herkomst Scores Ordenen (SD = 7.0) Ook hier is sprake van een duidelijke stijging voor alle onderscheiden groepen tussen de tweede en derde meting van PRIMA. En opnieuw iets sterker voor de Turkse, Marokkaanse en de Surinaams/Antilliaanse leerlingen. Bij alle deze drie groepen is er overigens bij de tweede meting sprake van een 'dip' naar beneden. Figuur 2.4 geeft de ontwikkeling naar opleidingsniveau weer. Alle groepen laten ongeveer dezelfde ontwikkeling zien: lichte daling tussen 94 en 96; duidelijke stijging tussen 96 en 98; ongeveer gelijk tussen 98 en Alleen bij de groep met ouders met de laagste opleiding is de eerste daling wat sterker en is er nog duidelijk sprake van stijging tussen 98 en

20 Figuur Gemiddelde scores op de Ordenentoets naar opleidingsniveau Scores Ordenen (SD = 7.0) De ontwikkeling van de scores bij Ordenen zijn weer getoetst met multi-niveau analyses. De presentatie van de uitkomsten volgt het patroon uit de vorige paragraaf en we zullen de uitkomsten per model hier slechts kort bespreken (Tabel 2.3).. model 0: hier zien we dat ruim driekwart van de variantie op individueel niveau, tussen de leerlingen, zit; de overige variantie bevindt zich meer tussen de jaren binnen scholen dan tussen de scholen als geheel. model 1: gemiddelde score in 1996 is niet significant verschillend van die in De scores in de twee volgende meetjaren zijn wel hoger dan in 1994 (in de orde van ruim 3 punten; ongeveer 0.45 standaarddeviatie). De stijging zit vooral tussen 1996 en De jaarvariabelen verklaren ongeveer 5% van de totale variantie. 13

21 Tabel Multi-niveau analyse van de scores op de Ordenentoets vet: significant jaareffect; schuin: significante interacties 14

22 modellen 2, 3 en 4: de verwachte effecten van etnische herkomst en opleiding ouders. Alle etnische groepen scoren lager, vooral Turkse en Marokkaanse leerlingen. De leerlingen van gemengde herkomst verschillen het minst van de autochtone referentiegroep. De effecten van etnische herkomst worden iets kleiner wanneer ouderlijke opleiding in het model is opgenomen. Meisjes en oudere kleuters scoren wat hoger. De effecten van de jaarvariabelen dalen slechts licht: de stijging van de toetsscores, gemodelleerd via deze jaarvariabelen, is vrijwel niet toe te schrijven aan veranderingen in deze kenmerken van de kleuters. model 6: ook hier zien we dat er bij de Turkse leerlingen sprake is van een afwijking in het algemene patroon. In 1994 en 1996 scoren ze 5.5 punten lager dan de autochtone referentiegroep; in 1998 en 2002 vermindert deze achterstand met 1.9 punten (tot 3.6 punten). Naast de algemene stijging, die zich na 1996 bij alle leerlingen voordoet, kent de Turkse groep dus nog een extra stijging na dat jaar. De totale verklaarde variantie in model 6 is 18.7%. 2.4 Scores op schaal Werkhouding Uit enkele items van het Leerlingprofiel, waarin leerkrachten een oordeel geven over de leerlingen, wordt in PRIMA een schaal voor de Werkhouding van de leerling gemaakt. De schaal is in de loop der tijd iets veranderd. Drie items zijn steeds gebruikt: `deze leerling denkt al gauw dat zijn/haar werk af is; 2. werkt nauwkeurig; 3. geeft snel op als iets niet lukt.' Alleen in 1994 was hier nog het item aan toegevoegd: 'deze leerling vindt dat hij/zij op school veel interessants leert.' We hebben voor dit onderzoek de schaal opnieuw berekend op basis van alleen de drie onveranderde items. De betrouwbaarheid van de herberekende schaal is goed (Cronbach's alpha =.82). De scores op de items en op de resulterende schaal lopen van 1 tot 5. De volgende grafiek geeft gemiddelden over de jaren over de vier PRIMA-metingen. 15

23 Figuur Gemiddelde scores Werkhouding; naar etnische herkomst Scores Werkhouding (SD = 0.85) Bij de eerste twee metingen zijn de onderlinge verschillen niet erg groot (minder dan een kwart standaarddeviatie). Bij de laatste twee metingen worden de verschillen groter. Dit komt vooral door de dalende trend bij de Marokkaanse en Surinaams/Antilliaanse leerlingen. Figuur 2.6 geeft de ontwikkeling, onderscheiden naar het opleidingsniveau van de ouders. Uit deze figuur komt naar voren dat naarmate de opleiding van de ouders hoger is, de werkhouding van leerlingen beter wordt beoordeeld. De patronen onderscheiden naar opleiding van de ouders verschillen nauwelijks. Er is sprake van een lichte daling tussen 1994 en Daarna zijn er niet veel veranderingen meer. 16

24 Figuur Gemiddelde scores Werkhouding; naar opleidingsniveau Scores Werkhouding (SD = 0.85) Ook hier zijn de ontwikkelingen met multi-niveau modellen nader geanalyseerd. Bij de presentatie in Tabel 2.4 worden niet significante effecten (ns) niet in detail vermeld. We bespreken weer stapsgewijs de uitkomsten. Uit model 0 blijkt dat vrijwel alle variantie in werkhouding individueel is; slechts 6% is ongeveer gelijk verdeeld tussen de jaren en de scholen. De scores in de drie volgende meetjaren zijn significant lager dan in 1994 (model 1). Er is sprake van een geringe daling (in de orde van 0.1 standaarddeviatie). De daling zit vooral tussen 1994 en In 2000 is het verschil met 1994 weer minder. De jaarvariabelen verklaren slechts 0.2% van de totale variantie. 17

25 Tabel Multi-niveau analyse van de scores op de schaal Werkhouding vet: significant jaareffect; schuin: significante interacties; ns: niet significant 18

26 In de modellen 2, 3 en 4 worden de kenmerken van de leerlingen in het model opgenomen. De verschillen naar etnische herkomst zijn niet significant meer, wanneer we rekening houden met opleiding ouders, geslacht en leeftijd. Hoe hoger de ouderlijke opleiding, des te beter de werkhouding. Ook hebben meisjes en oudere kleuters een betere werkhouding. De effecten van de jaarvariabelen nemen over het geheel iets toe. In model 6 tenslotte zien we interacties die duiden op een iets afwijkende positie van het jaar 2000: de kleuters van laag opgeleide ouders scoren dan wat hoger, terwijl meisjes juist wat lager scoren. Over het geheel genomen zijn alle effecten in deze modellen slechts klein. De totale verklaarde variantie in model 6 is dan ook slechts 6.2%. 2.5 Scores op schaal Zelfvertrouwen Een andere schaal, gebaseerd op enkele items uit het Leerlingprofiel, vormt een meting voor het zelfvertrouwen van de leerlingen'. Ook hierbij zijn er in de loop der tijd items veranderd. Twee items werden bij alle vier metingen gebruikt: 'deze leerling is bang en angstig; 2. is snel van streek.' Bij de eerste drie metingen omvatte de schaal ook nog het item: 3. heeft zelfvertrouwen, is zeker van zichzelf. Verder bij de eerste meting nog een extra item: 4. is besluiteloos en weifelachtig. En bij de vierde meting extra het item: 5. raakt gauw in paniek. Om vergelijkbare scores over de metingen heen te verkrijgen hebben voor dit onderzoek de schaal opnieuw berekend op basis van alleen de twee onveranderde items. De betrouwbaarheid van de herberekende schaal is redelijk (Cronbach's alpha =.72). De scores op de items en op de resulterende schaal lopen van 1 tot 5. De volgende grafiek geeft gemiddelden over de jaren voor de onderscheiden etnische groepen. 2 Bij PRIMA-1 werd de schaal ego-veerkracht genoemd en bij PRIMA-4 (andersom geschaald) kwetsbaarheid. We gebruiken hier kortheidhalve de aanduiding uit PRIMA-2 en 3: zelfvertrouwen. 19

27 Figuur Gemiddelde scores Zelfvertrouwen; naar etnische herkomst Scores Zelfvertrouwen (SD = 0.77) Ook hier zijn de onderlinge verschillen niet erg groot, hooguit een kwart standaarddeviatie. Er is geen sprake van een duidelijk patroon over de jaren. Doorgaans scoren de verschillende allochtone groepen iets hoger op deze schaal dan de autochtone leerlingen. De volgende figuur geeft de ontwikkelingen naar opleidingsniveau van de ouders. Doorgaans is het zelfvertrouwen het hoogst bij de leerlingen met de hoogst opgeleide ouders. Alleen bij leerlingen met de laagst opgeleide ouders (maximaal lo) zien we een voortdurende stijging, die hen van de laagste plaats in 1994 naar de hoogste in 2000 brengt. 20

28 Figuur Gemiddelde scores Zelfvertrouwen; naar opleidingsniveau Scores Zelfvertrouwen (SD = 0.77) Tabel 2.5 geeft de uitkomsten van de multi-niveau analyses. Ook bij Zelfvertrouwen is het grootste deel van de variantie op individueel niveau (model 0); slechts 9.5% is verdeeld tussen de jaren en de scholen. Uit model 1 blijkt dat er nauwelijks systematische jaarverschillen bestaan. Alleen de gemiddelde score in 1998 is significant hoger dan die in 1994 (maar slechts in de orde van 0.1 standaarddeviatie). De jaarvariabelen verklaren slechts 0.2% van de totale variantie. 21

29 Tabel Multi-niveau analyse van de scores op de schaal Zelfvertrouwen vet: significant jaareffect; schuin: significante interacties; ns: niet significant 22

30 Ook de effecten van de leerlingvariabelen blijken, gezien de lage verklaarde variantie, van weinig belang (modellen 2, 3 en 4). Alle etnische groepen scoren iets hoger dan de autochtone leerlingen; de beide laagst opgeleide groepen scoren lager dan de middelbaar opgeleide groep, terwijl de groep met hoog opgeleide ouders wat hoger scoort. Meisjes en jongens verschillen niet qua zelfvertrouwen. Oudere kleuters hebben een iets hogere score op zelfvertrouwen. De (zeer kleine) effecten van de jaarvariabelen veranderen hoegenaamd niet. De interacties in model 6 duiden op een iets afwijkende positie van de leerlingen met de laagst opgeleide ouders, zoals die ook al uit Figuur 2.8 naar voren kwam. Deze leerlingen scoren in punt lager dan leerlingen met middelbaar opgeleide ouders, maar komen in de volgende meetjaren ongeveer op gelijke hoogte. Alle effecten in deze modellen zijn erg klein. De totale verklaarde variantie in model 6 is dan ook slechts 0.8%. 2.6 Scores op schaal Welbevinden Ook deze schaal is gebaseerd op items uit het Leerlingprofiel. Er zijn nogal wat veranderingen in het instrument geweest in de loop der tijd. In de eerste drie metingen omvatte de schaal de items: 'deze leerling voelt zich op school onplezierig; (alleen in 94 andersom geformuleerd: voelt zich thuis op school) 2. voelt zich bij mij op zijn/haar gemak; 3. heeft met mij een goede relatie.' Bij PRIMA-1 was er nog een extra item: 4. kan ik maar moeilijk mee opschieten. In PRIMA-4 zijn de relatie leerling-leerkracht en het zich welbevinden door de leerling in twee afzonderlijke schalen ondergebracht. Bij Welbevinden zijn naast bovengenoemd item 1 nog opgenomen de items: 'deze leerling zou school liefst vermijden; 6. komt met tegenzin naar school.' In de Relatie leerling-leerkracht zijn (onder meer) de items 2 en 3 opgenomen. We hebben hier een over de jaren identieke schaal Welbevinden berekend op basis van alleen de eerste drie items. De betrouwbaarheid van deze herberekende schaal is goed (Cronbach' s alpha =.78). De scores op de items en op de resulterende schaal lopen van 1 tot 5. De volgende grafiek geeft gemiddelden over de jaren over de vier PRIMA-metingen voor de etnische groepen. 23

31 Figuur Gemiddelde scores Zelfvertrouwen; naar etnische herkomst Scores Welbevinden (SD = 0.52) We zien maar weinig verschillen tussen de groepen en ook de spreiding (standaarddeviatie) is klein. Er is ook geen duidelijk patroon over de jaren. Alleen bij de laatste meting een stijging bij alle groepen. Figuur 2.10 geeft de ontwikkeling naar opleidingsniveau weer. We zien verband tussen ouderlijke opleiding en welbevinden: naarmate de opleiding hoger is, is er sprake van meer welbevinden. Er is sprake van een afname na 1994 en vervolgens weer een stijging na Alleen het patroon van de laagst opgeleide groep wijkt hier van af: in 1996 is er voor deze leerlingen een stijging. 24

32 Figuur Gemiddelde scores Zelfvertrouwen; naar opleidingsniveau Scores Welbevinden (SD = 0.52) Tabel 2.6 geeft de resultaten van de multi-niveau analyses. Ruim driekwart van de variantie in Welbevinden is op individueel niveau; de overige variantie zit meer tussen de jaren dan tussen de scholen. De gemiddelde score (model 1) is in 1996 en 1998 significant lager dan die in 1994 (in de orde van 0.15 standaarddeviatie); de score in 2000 verschilt niet significant van die in De jaarvariabelen verklaren 1.3% van de totale variantie. Uit de modellen 2, 3 en 4 blijkt dat alle etnische groepen lager scoren dan de autochtone leerlingen; de leerlingen van gemengde afkomst verschillen nog het minst. Naarmate de opleiding hoger is, is er ook sprake van meer welbevinden. De effecten van etnische herkomst worden wat kleiner na invoering van de ouderlijke opleiding. Meisjes en oudere kleuters scoren wat hoger op welbevinden dan jongens en jongere kleuters. De (kleine) effecten van de jaarvariabelen veranderen vrijwel niet. 25

33 Tabel Multi-niveau analyse van de scores op de schaal Welbevinden vet: significant jaareffect; schuin: significante interacties; ns: niet significant 26

34 De interacties in model 6 duiden op een afwijkende positie van de leerlingen met de laagste opgeleide ouders. Deze scoren in punt lager dan de referentiegroep (kleuters met middelbaar opgeleide ouders); in de daarop volgende jaren is dit verschil ongeveer 0.10 punt minder. (Dit komt overeen met het beeld uit Figuur 2.10.) Over het geheel genomen zijn ook hier de effecten in deze modellen klein. De totale verklaarde variantie in model 6 is slechts 3.1%. 2.7 Scores op schaal Noodzaak tot extra zorg Opnieuw is deze schaal gebaseerd op enkele items uit het Leerlingprofiel. Er zijn hier vijf items die over de loop der jaren niet wezenlijk zijn veranderd (hoewel de precieze formulering soms wel wat anders is): 1. bij deze leerling beperk ik de leerstof; 2. deze leerling kan moeilijk meekomen; 3. deze leerling heeft problemen met leren; 4. bij deze leerling gebruik ik remediërend materiaal / deze leerling krijgt remedial teaching; 5. deze leerling kan goed leren. Verder werd bij de eerste drie PRIMA-metingen nog gevraagd: 6. deze leerling krijgt extra professionele hulp / bij deze leerling is aandacht van deskundigen vereist; En bij de vierde meting was nog het item opgenomen: 7. deze leerling krijgt uitleg in kleine stappen. We hebben voor dit onderzoek de schaal opnieuw berekend op basis van alleen de eerste 5 hierboven genoemde items. De betrouwbaarheid van de herberekende schaal is hoog (Cronbach's alpha =.88). De scores op de items en op de resulterende schaal lopen van 1 tot 5. De volgende grafiek geeft gemiddelden over de jaren naar etnische herkomst. 27

35 Figuur Gemiddelde scores Noodzaak tot extra zorg; naar etnische herkomst Scores Extra zorg (SD = 0.79) Deze grafiek geeft een duidelijk beeld, dat weinig wisselt over de jaren: de Turkse en Marokkaanse leerlingen scoren het hoogst op deze schaal, de autochtone leerlingen en leerlingen met een gemengde herkomst het laagst. Bij de verschillende groepen etnische leerlingen lijkt sprake te zijn van een licht stijgende tendens. De volgende figuur geeft een uitsplitsing naar opleidingsniveau van de ouders. We zien daar een eenduidig verband tussen ouderlijke opleiding en de score op Noodzaak tot extra zorg: naarmate de opleiding lager is, is de score hoger. De scores stijgen in 1996 en dalen weer licht in Alleen de laagst opgeleide groep wijkt af: hier blijven de scores in 94, 96 en 98 ongeveer gelijk en stijgen zij in

36 Figuur Gemiddelde scores Noodzaak tot extra zorg; naar opleidingsniveau Scores Extra zorg (SD = 0.79) 3.0 T 2.6 Tabel 2.7 geeft de resultaten van de multi-niveau analyses. In model 0 zien we dat meer dan 90% van de variantie op individueel niveau is; de overige variantie is ongeveer gelijk verdeeld tussen de jaren en de scholen. Model 1 laat kleine jaareffecten zien. De gemiddelde score is in 1996 en 1998 significant hoger dan die in 1994 (in de orde van 0.2 standaarddeviatie); de score in 2000 verschilt niet significant van die in De jaarvariabelen verklaren 0.8% van de totale variantie. In de modellen 2, 3 en 4 zien we de verwachte effecten van etnische herkomst en opleiding ouders. Alle etnische groepen scoren hoger, vooral Turkse en Marokkaanse leerlingen. De leerlingen van gemengde herkomst verschillen niet van de autochtone referentiegroep. De effecten van etnische herkomst worden kleiner wanneer ouderlijke opleiding in het model is opgenomen. Meisjes scoren lager op Noodzaak tot extra zorg, terwijl er geen verschil naar leeftijd is. 29

37 Tabel Multi-niveau analyse van de scores op Noodzaak tot extra zorg vet: significant jaareffect; schuin: significante interacties; ns: niet significant 30

38 De effecten van de jaarvariabelen nemen iets toe over de jaren; ook het effect van het jaar 2000 is nu significant. Hoe moeten we dat interpreteren? Als de jaarvariabelen zouden afnemen wanneer we leerlingkenmerken in het model opnemen dan betekent dat dat een deel van de ontwikkeling over de jaren toe te schrijven valt aan veranderingen in de kenmerken van de leerlingen. Er komen dan bijvoorbeeld meer leerlingen met hoog opgeleide ouders, die minder Noodzaak tot extra zorg kennen. Maar bij de hier gevonden verdere toename van de jaarvariabelen na invoer van leerlingkenmerken in het model betekent dit dat, ondanks meer 'gunstige' kenmerken van de leerlingen de Noodzaak tot extra zorg toch niet minder wordt. Anders gezegd: op basis van hun kenmerken zouden we een daling van de score verwachten, maar deze is niet of onvoldoende opgetreden. Overigens zijn de veranderingen in de jaareffecten in Tabel 2.7 zeer bescheiden. De interacties in model 6 weerspiegelen het wat grillige patroon dat we in de grafieken hiervoor zagen. Marokkaanse leerlingen scoren in 1994 extra hoog, maar in de jaren daarop minder afwijkend. De hogere score van Turkse leerlingen, vergeleken met de autochtone leerlingen, is in 2000 minder geworden. Iets dergelijks geldt voor de leerlingen van beide groepen laag opgeleide ouders ten opzichte van leerlingen met middelbaar opgeleide ouders, terwijl de leerlingen met de hoogst opgeleide ouders in vergelijking juist wat hoger scoren in Tot slot lijkt de gunstige (want lagere) score van meisjes in 2000 wat te verminderen. De totale verklaarde variantie in model 6 is 10.5%. 2.8 Samenvatting In dit hoofdstuk stond de eerste vraag van dit onderzoek centraal: de vraag naar het cognitieve en niet-cognitieve vaardigheidsniveau van verschillende groepen kleuters en de eventuele ontwikkeling daarin over de jaren. Voor het cognitieve vaardigheidsniveau zijn daarvoor scores op de toetsen Begrippen en Ordenen aan de orde gekomen. Bij beide toetsen worden er, zoals verwacht op basis van veel ander onderzoek, duidelijke verschillen gevonden tussen groepen kleuters onderscheiden nam- hun etnische herkomst en naar het opleidingsniveau van hun ouders. De laagste scores worden behaald door de leerlingen van Turkse en Marokkaanse herkomst, gevolgd door gemiddeld iets hogere scores bij leerlingen van overige allochtone en van Surinaams/Antilliaanse herkomst. Leerlingen met een 'gemengde' achtergrond, d.w.z. met één allochtone en één autochtone ouders behalen gemiddeld hogere scores, die niet veel lager zijn dan die van de autochtone kleuters. Onderscheiden naar het opleidingsniveau van de ouders vinden we hogere gemiddelde scores naarmate het opleidingsniveau van de ouders hoger is. 31

39 Wanneer we de ontwikkeling over de jaren beschouwen zien we dat er sprake is van een stijging van de gemiddelde scores. Zowel bij Begrippen als bij Ordenen treedt deze vooral op tussen 1996 en De stijging tussen 1994 en 1996 is veel geringer (en bij Ordenen ook niet significant) en hetzelfde geldt voor de stijging tussen 1998 en De scores in de latere jaren zijn 0.4 tot 0.5 standaarddeviatie hoger dan in de eerdere jaren'. In het statistische model met alleen de jaarvariabelen verklaren deze 4 tot 5 procent variantie. De stijging van de gemiddelde scores op beide cognitieve toetsen doet zich bij alle onderscheiden groepen kleuters op ongeveer dezelfde manier voor. Alleen bij de Turkse leerlingen is er sprake van een extra stijging in de laatste twee onderzoeksjaren, die wijzen op het inhalen van achterstand op dit gebied. De stijgende trend in de gemiddelde toetsscores is slechts in geringe mate toe te schrijven aan veranderingen in de achtergrondkenmerken van de leerlingen in de onderzochte jaren4. In het statistische model, waarin de jaareffecten de stijgende trend representeren, worden deze effecten wel iets maar niet veel kleiner nadat rekening is gehouden met de achtergronden van de leerlingen. In een afzonderlijke analyse hebben we nog gekeken of de stijgende trend tussen 1996 en 1998 zich op dezelfde manier voordoet op scholen die in beide jaren in de steekproef waren opgenomen, als op scholen die hetzij alleen in 1996 of daarvoor, hetzij alleen in 1998 of daarna in de PRIMA-steekproef zaten. Dat blijkt inderdaad het geval te zijn: er bestaat tussen beide soorten scholen geen significant verschil in ontwikkeling. De stijging doet zich dus zowel voor op de scholen die steeds in de steekproef zijn opgenomen, als op de wisselende scholen die de steekproef verder aanvullen. Voor het niet-cognitieve vaardigheidsniveau van de kleuters zijn vier schalen uit het PRIMA-leerlingprofiel aan de orde gekomen: werkhouding, zelfvertrouwen, welbevinden en noodzaak tot extra zorg. De werkhouding vertoont verschillen naar het opleidingsniveau van de ouders: bij de twee groepen met de laagst opgeleide ouders wordt de werkhouding door leerkrachten als minder goed beoordeeld dan bij leerlingen met middelbaar en (vooral) hoger opgeleide ouders. De verschillen tussen de etnische groepen blijken geheel toe te schrijven aan verschillende tussen deze groepen in opleidingsniveau. De werkhouding van meisjes en van oudere kleuters wordt als beter beoordeeld dan die van jongens en jongere kleuters. 3 In de Rapportage Minderheden van het SCP (Tesser & Iedema, 2001) wordt geen stijging van toetsscores gerapporteerd omdat daar per jaar gestandaardiseerde T-scores worden geanalyseerd. De nadruk ligt daar op de relatieve verschillen tussen autochtone en allochtone leerlingen, die ook in deze analyses weinig veranderen, en niet op het absolute niveau. 4 Zo neemt bijvoorbeeld het aandeel leerlingen met middelbaar en hoger opgeleide ouders toe over de jaren. 32

40 De scores op werkhouding vertonen in 96 en 98 een daling van ongeveer 0.1 standaarddeviatie ten opzichte van 1994, gevolgd door een hele lichte stijging (ongeveer 0.05 SD). De verschillen zijn zeer gering: in het statistische model met alleen jaarvariabelen wordt slechts 0.2% van de totale variantie in werkhouding verklaard. Het patroon van verandering is hetzelfde voor de verschillende subgroepen van leerlingen. Alleen leerlingen met ouders uit de laagste opleidingsgroepen lijken in 2000 iets van hun achterstand in werkhouding in te halen. Bij het oordeel over zelfvertrouwen vinden we slechts zeer weinig systematische verschillen, zowel tussen de onderscheiden groepen kleuters als tussen de jaren. De totale verklaarde variantie in het statistische model bedraagt minder dan 1%. Het welbevinden van de kleuters, naar het oordeel van hun leerkrachten, hangt samen met het opleidingsniveau van de ouders: naarmate dat lager is, is er sprake van minder welbevinden. De samenhang met etnische herkomst is minder (en nadat rekening is gehouden met het opleidingsniveau vrijwel afwezig). Het welbevinden van meisjes en oudere kleuters wordt hoger ingeschat dan dat van jongens en jongere kleuters. Over de jaren is geen echte trend in welbevinden te vinden. De gemiddelde scores in 1996 en 1998 liggen iets lager dan die in 1994 (rond de 0.15 standaarddeviatie), maar stijgen weer licht in In het model met alleen jaarvariabelen wordt 1.3% van de totale variantie verklaard. De verandering over de jaren is voor alle groepen ongeveer gelijk. Alleen de score bij de laagste opleidingscategorie komt na 1994 wat dichter bij die van de andere groepen. Tot slot bespreken we de beoordeling van leerlingen als zorg- of risicoleerling (Noodzaak tot extra zorg), waarin vermoedelijk zowel cognitieve aspecten (leerproblemen) als niet-cognitieve aspecten meespelen. Turkse en Marokkaanse leerlingen halen de hoogste scores op deze schaal, gevolgd door leerlingen van overige allochtone en van Surinaams/Antilliaanse herkomst. Kleuter van 'gemengde' herkomst verschillen nauwelijks van autochtone kleuters. Ook het verband met opleidingsniveau ouders volgt het verwachte patroon: hoe lager de opleiding des te hoger de score op noodzaak tot extra zorg. Verder hebben meisjes lagere scores dan jongens. De gemiddelde score op de schaal is in 1996 en 1998 ongeveer 0.2 standaarddeviaties hoger dan In 2000 is de score weer bijna terug op het niveau van Wanneer we echter rekening houden met veranderingen in instroom over die periode (de kenmerken van de kleuters worden 'gunstiger', bijv. meer ouders met hogere opleidingen), dan is ook in 2000 de score significant hoger dan in 1994 (ongeveer 0.1 standaarddeviatie). Bij de cognitieve scores is er sprake van een duidelijke trend over de jaren, ook wanneer we rekening houden met (veranderende) kenmerken van de leerlingen. De ont- 33

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Scolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Jaap Roeleveld Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam (email: jroeleveld@kohnstamm.uva.nl) Abstract Sinds de laatste wijziging van de gewichtenregeling,

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Doelgroepleerlingen in Zoetermeer: de tussengroepen Analyse en advies voor VVE-beleid

Doelgroepleerlingen in Zoetermeer: de tussengroepen Analyse en advies voor VVE-beleid Doelgroepleerlingen in Zoetermeer: de tussengroepen Analyse en advies voor VVE-beleid G. Ledoux I. van der Veen A. Veen CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Ledoux, G.,Veen, I. van der, Veen,

Nadere informatie

Bijlagen Jaarrapport integratie 2011

Bijlagen Jaarrapport integratie 2011 Bijlagen Jaarrapport integratie 2011 Redactie: Mérove Gijsberts Willem Huijnk Jaco Dagevos Bijlage bij hoofdstuk 2... 2 Bijlage bij hoofdstuk 4... 8 Bijlage bij hoofdstuk 5... 13 Bijlage bij hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek drs. J.P.M. van der Hoeven Vierde druk Stenfert Kroese, Groningen/Houten Wolters-Noordhoff bv voert

Nadere informatie

Herkomstkenmerken en begintoets

Herkomstkenmerken en begintoets Herkomstkenmerken en begintoets Secundaire analyses op het PRIMA-cohortonderzoek Jaap Roeleveld 1. Inleiding en opzet In het werkprogramma van de Onderwijsraad voor 2003 is de begintoets primair onderwijs

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Grafentheorie voor bouwkundigen

Grafentheorie voor bouwkundigen Grafentheorie voor bouwkundigen Grafentheorie voor bouwkundigen A.J. van Zanten Delft University Press CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den Haag Zanten, A.J. van Grafentheorie voor bouwkundigen /

Nadere informatie

Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland?

Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? 13 2. Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? HOODSTUK 2 Hoe leerlingen presteren op de Centrale Eindtoets, geeft informatie over het niveau

Nadere informatie

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter. 2012 Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter. 2012 Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012 N W O Fase A Z Jij de Baas Gids voor de Starter Versie 1.2: november 2012 2012 Stichting Entreprenasium Inleiding 2 School De school Inleiding 2 Doelen 3 Middelen 4 Invoering 5 Uitvoering 6 Jij de Baas:

Nadere informatie

Onderzoek als project

Onderzoek als project Onderzoek als project Onderzoek als project Met MS Project Ben Baarda Jan-Willem Godding Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp omslag: Studio Frank & Lisa, Groningen Omslagillustratie:

Nadere informatie

Opstap in Bos en Lommer

Opstap in Bos en Lommer Opstap in Bos en Lommer Samenvatting Ineke van der Veen (h.vanderveen@uva.nl) Annemiek Veen m.m.v. Pjotr Koopman SCO-Kohnstamm Instituut Eind jaren tachtig werd in Nederland het programma Opstap geïntroduceerd,

Nadere informatie

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond Onder- en overadvisering in beeld 6/7-8/9 Gemeente Helmond November 9 Mevrouw drs. Marian Calis OCGH Advies Samenvatting Een goede aansluiting tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is in

Nadere informatie

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Vervangingsfonds Frank Schoenmakers Rob Hoffius B3060 Leiden, 21 juni 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Verantwoording:

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en Taalresultaten Giessenlanden Toetsresultaten basisscholen 2014-2015 en 2015-2016 1 Taalresultaten Giessenlanden Toetsresultaten basisscholen 2014-2015 en 2015-2016 Rotterdam, juni 2016 CED-Groep: Ellen

Nadere informatie

ool 5-18 Zittenblijvers en verwezen leerlingen in het cohortonderzoek COOL5-18 Tineke Paas Lia Mulder Jaap Roeleveld

ool 5-18 Zittenblijvers en verwezen leerlingen in het cohortonderzoek COOL5-18 Tineke Paas Lia Mulder Jaap Roeleveld Zittenblijvers en verwezen leerlingen in het cohortonderzoek COOL5-18 Tineke Paas Lia Mulder Jaap Roeleveld c o ool 5-18 o h o r t o n d e r z o e k n d e r w ij s l o o p b a n e n ZITTENBLIJVERS EN VERWEZEN

Nadere informatie

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011 Feitenkaart Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 010-011 In september 007 is de uitvoering van het Rotterdamse leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht gestart. Het doel van het programma

Nadere informatie

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs Aan de directeur, de leerkrachten en de leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar van school 1

Nadere informatie

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1).

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1). 1 Deelname van peuters aan voorschoolse educatie In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de deelname van Leidse peuters aan VVE (voor- en vroegschoolse educatie). In Leiden wordt in het kader van

Nadere informatie

Verkenning leerwinst als indicator voor onderwijskwaliteit. Jaap Roeleveld Ineke van der Veen Guuske Ledoux

Verkenning leerwinst als indicator voor onderwijskwaliteit. Jaap Roeleveld Ineke van der Veen Guuske Ledoux Verkenning leerwinst als indicator voor onderwijskwaliteit Jaap Roeleveld Ineke van der Veen Guuske Ledoux CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Roeleveld, J., Veen I. van der, Ledoux, G. Verkenning

Nadere informatie

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 RIS128575b_10-JUN-2005 ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 Beknopt verslag ten behoeve van de deelnemende scholen April 2005 Dienst OCW / GGD Den Haag Epidemiologie en

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Samenvatting. Zie hiervoor het werkplan van de Evaluatie- en adviescommissie passend onderwijs 2008-2012. ECPO, oktober 2008.

Samenvatting. Zie hiervoor het werkplan van de Evaluatie- en adviescommissie passend onderwijs 2008-2012. ECPO, oktober 2008. Rapport 827 Jaap Roeleveld, Guuske Ledoux, Wil Oud en Thea Peetsma. Volgen van zorgleerlingen binnen het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs. Verkennende studie in het kader van de evaluatie

Nadere informatie

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk opgaven- en werkboek Henk Fuchs GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 1e druk Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Eerste druk Noordhoff

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Zittenblijven en verwijzing in het basisonderwijs

Zittenblijven en verwijzing in het basisonderwijs Zittenblijven en verwijzing in het basisonderwijs Onderzoek naar uitvallers tussen de tweede en derde meting van het cohortonderzoek COOL 5-18 Jaap Roeleveld Hermann Vierke Lia Mulder o h o r t o n d e

Nadere informatie

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

G. Driessen, J. Doesborgh, J. Roeleveld, I. van der Veen & L. Mulder. De ontwikkeling van jonge kinderen

G. Driessen, J. Doesborgh, J. Roeleveld, I. van der Veen & L. Mulder. De ontwikkeling van jonge kinderen G. Driessen, J. Doesborgh, J. Roeleveld, I. van der Veen & L. Mulder De ontwikkeling van jonge kinderen De ontwikkeling van jonge kinderen De invloed van het gezin en het onderwijs op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Gebuikershandleiding bordes HANDLEIDING. Standaard laadbordes

Gebuikershandleiding bordes HANDLEIDING. Standaard laadbordes Laadbordes HANDLEIDING Standaard laadbordes 2008 Bomecon, Nijkerk, Nederland. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,

Nadere informatie

Handleiding Sonus Communicator voor Rion NL-22 - NL-32

Handleiding Sonus Communicator voor Rion NL-22 - NL-32 versie: V1.0 projectnummer: 04023 datum: oktober 2004 Postbus 468 3300 AL Dordrecht 078 631 21 02 2004, Dordrecht, The Netherlands Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,

Nadere informatie

Het advies voortgezet onderwijs: is de overadvisering over?

Het advies voortgezet onderwijs: is de overadvisering over? Het advies voortgezet onderwijs: is de overadvisering over? Dr. Geert Driessen ITS Nijmegen www.geertdriessen.nl Paper Onderwijs Research Dagen ORD 2005 30 mei 1 juni 2005, Gent (BE) 1. Achtergronden Sleutelpositie

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel 3/10/2012 TRIO SMC SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel Pagina 1 van 9 Verantwoording 2012 Uniformboard te Vianen en 2012 Trio SMC te Almere. Copyright 2012 voor de cursusinhoud Trio SMC te Almere

Nadere informatie

De Effectiviteit van het Daltononderwijs

De Effectiviteit van het Daltononderwijs De Effectiviteit van het Daltononderwijs Patrick Sins & Symen van der Zee Pedagogiek & Onderwijs, Saxion Hogescholen, Postbus 501, 7400 AM Deventer { p.h.m.sins, s.vanderzee}@saxion.nl Aanleiding en probleemstelling

Nadere informatie

Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007

Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007 Afdeling Onderwijs Team Monitoring & Bedrijfsvoering Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007 Verwijderd: Bassischooladv iezen Vraagstelling Dit onderzoek is uitgevoerd om antwoord

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Betreft Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang - resultaten

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde

Nadere informatie

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3 Inhoudsopgave 1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie 2 1.1 Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen 2 1.2 Gewichten en etniciteit peuters 3 1.2.1 Gewichtenpeuters op 1 januari 2008 3 1.2.2

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

De Kern van Veranderen

De Kern van Veranderen De Kern van Veranderen #DKVV De kern van veranderen marco de witte en jan jonker Alle rechten voorbehouden: niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,

Nadere informatie

Invoering WIK een goede zet!

Invoering WIK een goede zet! Invoering WIK een goede zet! Korte peiling over een actueel onderwerp op het gebied van credit management juni 2013 Korte peiling: WIK B15893 / juni 2013 Pag. 1 Copyright 2013 Blauw Research bv Alle rechten

Nadere informatie

Handleiding Menukeuze

Handleiding Menukeuze Aan de slag in beroep en bedrijf Handleiding Menukeuze Branche Uitgevers 1 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 322 Kinderopvang Nr. 342 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Veen, A., Derriks, M., Roeleveld, J. Een jaar later.vervolgonderzoek evaluatie van Kaleidoscoop en Piramide. Veen, A., Derriks, M., Roeleveld, J. Amsterdam:

Nadere informatie

Prestaties, gedrag en houding van basisschoolleerlingen

Prestaties, gedrag en houding van basisschoolleerlingen Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen Prestaties, gedrag en houding van basisschoolleerlingen Stand van zaken in 2008 en ontwikkelingen sinds 2001 Geert Driessen Prestaties, gedrag

Nadere informatie

Schoolzelfevaluatie met het Computerprogramma LOVS

Schoolzelfevaluatie met het Computerprogramma LOVS Primair en speciaal onderwijs Cito Volgsysteem Schoolzelfevaluatie met het Computerprogramma LOVS Groep 1 t/m 8 Maak uw beeld compleet met de module Schoolzelfevaluatie in het Computerprogramma LOVS! Schoolzelfevaluatie

Nadere informatie

Financiële rapportage en analyse MBA

Financiële rapportage en analyse MBA Financiële rapportage en analyse MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN Tweede druk Financiële rapportage en analyse Uitwerkingen Financiële rapportage en analyse Uitwerkingen Henk Fuchs Sarina

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

Samenstelling van de klas en. cognitieve en sociaal emotionele uitkomsten

Samenstelling van de klas en. cognitieve en sociaal emotionele uitkomsten Samenstelling van de klas en cognitieve en sociaal emotionele uitkomsten Jaap Roeleveld Merlijn Karssen Guuske Ledoux Kohnstamm Instituut UvA augustus 2014 PROBO onderzoek in de onderzoekslijn Van voorschools

Nadere informatie

Resultaten Brugklas. Tevredenheidonderzoek 2015-2016. Inleiding

Resultaten Brugklas. Tevredenheidonderzoek 2015-2016. Inleiding Resultaten Brugklas Tevredenheidonderzoek 2015-201 Inleiding De jaarlijkse enquête onder leerlingen brugklas is in 2015-201 weer in het najaar 2015 gehouden, de respons was 1% en de enquête is daarmee

Nadere informatie

Projectdocument. PQR scope 3 emissieinventarisatie. Betreft: Bij: Versie: 2.0 Datum: 7 mei 2018 Referentienummer: CO2-prestatieladder eis 4.A.

Projectdocument. PQR scope 3 emissieinventarisatie. Betreft: Bij: Versie: 2.0 Datum: 7 mei 2018 Referentienummer: CO2-prestatieladder eis 4.A. Betreft: Bij: Auteur(s): Najim Belkadi Versie: 2.0 Datum: 7 mei 2018 Referentienummer: CO2-prestatieladder eis 4.A.1 2018 PQR, all rights reserved. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, op

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

(V)SO De Piramide Den Haag. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, februari 2018

(V)SO De Piramide Den Haag. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, februari 2018 (V)SO De Piramide Den Haag Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs 2018 Haarlem, februari 2018 Scholen met Succes Postbus 3386 2001 DJ Haarlem www.scholenmetsucces.nl info@scholenmetsucces.nl tel:

Nadere informatie

De doelgroepen van het onderwijsachterstandenbeleid: ontwikkelingen in prestaties en het advies voortgezet onderwijs

De doelgroepen van het onderwijsachterstandenbeleid: ontwikkelingen in prestaties en het advies voortgezet onderwijs Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen De doelgroepen van het onderwijsachterstandenbeleid: ontwikkelingen in prestaties en het advies voortgezet onderwijs Geert Driessen (red.) De

Nadere informatie

Belastingwetgeving 2015

Belastingwetgeving 2015 Belastingwetgeving 2015 Opgaven Niveau 5 MBA Peter Dekker RA Ludie van Slobbe RA Uitgeverij Educatief Ontwerp omslag: www.gerhardvisker.nl Ontwerp binnenwerk: Ebel Kuipers, Sappemeer Omslagillustratie:

Nadere informatie

Het Almeerse basisonderwijs

Het Almeerse basisonderwijs dit is een LEA plus project -www.lea.almere.nl- -Dit is een LEA plus project-www.leaplusalmere.nl Het Almeerse basisonderwijs Monitor Taal, Lezen en Rekenen 2013/2014 April 2015 Gemeente Almere, Onderzoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Inleiding In de voorgaande twee hoofdstukken hebben wij de nieuwe woordleestoetsen en van Kleijnen e.a. kritisch onder de loep genomen. Uit ons onderzoek

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Samenvatting. BS Beijumkorf/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Beijumkorf

Samenvatting. BS Beijumkorf/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Beijumkorf Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Beijumkorf Enige tijd geleden heeft onze school BS Beijumkorf deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen.

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen. Februari 2013 Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen. In Rotterdam heeft een kwart van de basisschoolkinderen overgewicht, met alle gezondheidsrisico

Nadere informatie

4e Montessori Pinksterbloem Amsterdam. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, oktober 2018

4e Montessori Pinksterbloem Amsterdam. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, oktober 2018 4e Montessori Pinksterbloem Amsterdam Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs 2018 Haarlem, oktober 2018 Postbus 3386 2001 DJ Haarlem www.scholenmetsucces.nl info@scholenmetsucces.nl tel: 023 534 11

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Enige tijd geleden heeft onze school BS De Petteflet deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007 Aan de slag in beroep en bedrijf februari 2007 Branche Uitgevers 1 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel

Nadere informatie

Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn

Deelrapportage Apotheken door Cliënten Bekeken Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn E Inhoud 1. Inleiding en methode 1 1.1. Achtergrond 1 1.2. Doel van het kwaliteitstraject: meten en verbeteren

Nadere informatie

Ontwikkeling van kinderen en relatie met kwaliteit van voorschoolse instellingen

Ontwikkeling van kinderen en relatie met kwaliteit van voorschoolse instellingen Ontwikkeling van kinderen en relatie met kwaliteit van voorschoolse instellingen Presentatie pre-cool cohortonderzoek Bijeenkomst G37 30 juni 2016 Annemiek Veen Pre-COOL cohortonderzoek Kohnstamm Instituut

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Enige tijd geleden heeft onze school BS De Swoaistee deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

O.G. Heldringschool Den Haag. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, november 2018

O.G. Heldringschool Den Haag. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, november 2018 O.G. Heldringschool Den Haag Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs 2018 Haarlem, november 2018 Scholen met Succes Postbus 3386 2001 DJ Haarlem www.scholenmetsucces.nl info@scholenmetsucces.nl tel:

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Praktikon maakt deel uit van de Stichting de Waarden te Nijmegen en

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie

Bedrijfsadministratie Bedrijfsadministratie Opgaven Niveau 5 MBA Peter Kuppen Frans van Luit Bedrijfsadministratie MBA Niveau 5 Opgaven Opgaven Bedrijfsadminstratie MBA Niveau 5 P. Kuppen F. van Luit Eerste druk Noordhoff

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie MBA

Bedrijfsadministratie MBA Bedrijfsadministratie MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK Tweede druk Bedrijfsadministratie MBA Opgaven- en werkboek Bedrijfsadministratie MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren Tweede

Nadere informatie

Samenvatting. BS Rehoboth/ Boskoop. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Rehoboth. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS Rehoboth/ Boskoop. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Rehoboth. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Rehoboth Enige tijd geleden heeft onze school BS Rehoboth deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 227360 ouders en

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak 2017-2018 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding...3 Aanleiding...3 Aanpak, perioden en meetmomenten...3 Samenvatting...4

Nadere informatie

Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool

Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool J. Janssen Cito, Instituut voor Toetsontwikkeling, Arnhem 1 inleiding In 1987 is in opdracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Rapportage Eindresultaten 2014

Rapportage Eindresultaten 2014 Rapportage Eindresultaten 2014 Wat zijn de prestaties van onze scholen? Colofon datum 7 mei 2014 auteur Jan Vermeulen status Definitief Rapportage eindresultaten 2014 pagina 2 van 8 status concept Inhoudsopgave

Nadere informatie

Samenvatting. BS Lucebertschool/ Bergen NH. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Lucebertschool

Samenvatting. BS Lucebertschool/ Bergen NH. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Lucebertschool BS Lucebertschool/ Bergen NH Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Lucebertschool Enige tijd geleden heeft onze school BS Lucebertschool deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling.

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Fontein/ Helden. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein. Ouders vinden 'Begeleiding' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS De Fontein/ Helden. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein. Ouders vinden 'Begeleiding' op school het belangrijkst BS De Fontein/ Helden Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein Enige tijd geleden heeft onze school BS De Fontein deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland

Nadere informatie

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?

Nadere informatie

Incidentele doelgroepleerlingen in Zoetermeer

Incidentele doelgroepleerlingen in Zoetermeer Incidentele doelgroepleerlingen in Zoetermeer Analyse en advies voor VVE-beleid G. Ledoux I. van der Veen A.Veen CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Ledoux, G., Veen, I. van der, Veen, A. Incidentele

Nadere informatie

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af. Leerlingvolgsysteem. Leerkrachten volgen de ontwikkeling van de kinderen in hun groep nauwgezet. Veel methoden die wij gebruiken, leveren toetsen die wij afnemen om vast te stellen of het kind de leerstof

Nadere informatie

Samenvatting SBO2007. SBO A.J. Schreuderschool/ Rotterdam. Schoolgebouw. Omgeving van de school. Kennisontwikkeling. Begeleiding

Samenvatting SBO2007. SBO A.J. Schreuderschool/ Rotterdam. Schoolgebouw. Omgeving van de school. Kennisontwikkeling. Begeleiding SBO A.J. Schreuderschool/ Rotterdam Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) A.J. Schreuderschool Enige tijd geleden heeft onze school A.J. Schreuderschool deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling.

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Verantwoording. ZIEN! als monitor voor sociale veiligheid op school. 6 juni 2017

Verantwoording. ZIEN! als monitor voor sociale veiligheid op school. 6 juni 2017 Verantwoording ZIEN! als monitor voor sociale veiligheid op school 6 juni 2017 2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Wet Veiligheid op school... 3 Toezicht inspectie op de zorgplicht... 3 Definities... 3 Betrouwbaarheid

Nadere informatie