Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Sociaal Pedagogische Hulpverlening"

Transcriptie

1 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Sociaal Pedagogische Hulpverlening Netherlands Quality Agency (NQA) Juni 2010

2 2/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

3 Managementsamenvatting Dit rapport is het verslag van het auditteam dat in opdracht van Netherlands Quality Agency (NQA) een bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening heeft beoordeeld. Het beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het rapport is conform het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding opgesteld. De rapportage heeft betrekking op: Instelling Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding(en) Sociaal Pedagogische Hulpverlening Variant(en) Voltijd/deeltijd/duaal Croho-nummer Locatie Nijmegen Auditdatum 15 april 2010 Auditteam Mevrouw M. Külman (vakdeskundige) De heer A. Notten (vakdeskundige) Mevrouw S. Kennis (studentlid auditteam) De heer W. van Uden (NQA-auditor) Door Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) is een dossier ingediend bij NQA voor de beoordeling van de bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH). Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen die NQA in het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding stelt. Voor de beoordeling van de kwaliteit en het niveau van de bestaande opleiding heeft NQA een auditteam samengesteld, dat voldoet aan de eisen van de NVAO. Het team heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het auditteam in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. De opleiding sluit zich voor wat betreft haar doelstellingen aan bij de landelijke afspraken die de SPH-opleidingen hebben gemaakt. SPH-HAN kiest daarbij voor een krachtige creatieve invalshoek, vastgelegd in een specifieke competentie. De eindkwalificaties zijn met het Nederlandse en Duitse beroepenveld besproken. Het doelstellingenniveau sluit aan bij de Dublin descriptoren. Er is gekozen voor een competentiegericht programma waarin theorie en praktijk verweven zijn. De opleiding biedt programma s aan in voltijdse, deeltijdse en duale varianten. Studenten leren gebruik te maken van diverse kennisbronnen. De opleiding werkt aan een Body of Knowledge. De plaats van actuele ontwikkelingen en beroepsvaardigheden in het programma verdient aandacht. Het programma is opgebouwd rond beroepstaken die in onderwijseenheden worden uitgevoerd. Het programma biedt studenten de mogelijkheid om theorie, vaardigheden en praktijkervaring te verwerven. De toetsing is afgestemd op deze drie typen leerdoelen. De samenhang tussen theorie en praktijk krijgt in alle opleidingsvarianten duidelijk structuur. Dat geldt ook voor de horizontale samenhang. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 3/73

4 De verticale lijn van professionele ontwikkeling dient verder ontwikkeld te worden. Het curriculumbouwwerk is complex en niet transparant. In de uitvoering is het programma studeerbaar. Qua vorm en inhoud biedt het curriculum goede aansluiting voor de diversiteit aan instromende studenten. Het didactisch concept is helder, ook in zijn varianten voor voltijd, deeltijd en duaal. De werkvormen sluiten daarop aan. In de toetsing en beoordeling wordt rekening gehouden met de competentieontwikkeling die een student doormaakt. De opleiding dient ook het niveau goed te bewaken. Het curriculum wordt verzorgd door docenten die in staat zijn een verbinding te leggen tussen theorie en praktijk. Er zijn voldoende docenten die ofwel recent uit de beroepspraktijk afkomstig zijn of daarin nog een deel van de tijd werkzaam zijn. Hoewel de opleiding nog niet geheel aan de eigen normen voor ziekteverzuim en medewerkerstevredenheid voldoet, is wel duidelijk dat er voldoende personeel wordt ingezet. Relevante deskundigheden zijn in het docententeam aanwezig, maar et opleidingsniveau van de docenten verdient aandacht in de vorm van een gestructureerd scholingsplan. De voorzieningen zijn goed. Zowel studenten als docenten zijn tevreden over de werkruimtes, de mediatheek, ict-voorzieningen en creatieve faciliteiten. De studieloopbaanbegeleiding is afgestemd op de behoeftes van de verschillende typen studenten en de opleidingsfase waarin zij zich bevinden. Studenten en werkveld zijn tevreden over de begeleiding vanuit de opleiding in de beroepspraktijk. Kritiek is er op de publicatie van studieresultaten. Kwaliteitszorg volgt de pdca-cyclus. Er zijn heldere streefdoelen en de opleiding meet adequaat of daaraan wordt voldaan. Indien dat niet het geval is, worden toepasselijke maatregelen genomen en uitgevoerd. Daarbij worden studenten, medewerkers en werkveld in voldoende mate betrokken. Er zijn nog kansen om ook alumni bij het verbeterbeleid van de opleiding te betrekken. Het gerealiseerde niveau wordt gemeten in een assessment en een afstudeerproject. In het assessment wordt de student individueel beoordeeld, in het afstudeerproject met een of meer medestudenten. De ontwikkeling die de studenten hebben doorgemaakt, en het individueel gerealiseerde eindniveau krijgen daarbij aandacht. Het werkveld en de alumni zijn tevreden over de aansluiting tussen de opleiding en de beroepspraktijk. De opleiding heeft een aantal rendementsdoelstellingen geformuleerd en ze meet haar prestaties op dat vlak. Daaruit blijkt dat nog niet alle doelstellingen worden gerealiseerd Alles overziend komt het auditteam van NQA tot de conclusie dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbo-bacheloropleiding 006A Sociaal Pedagogische Hulpverlening van HAN aan de vereiste basiskwaliteit voldoet. Een onderbouwing van deze conclusie is opgenomen in hoofdstuk 2. 4/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

5 1 Basisgegevens 7 2 Beoordeling Doelstellingen van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten 46 3 Bijlagen 51 Bijlage 1 Deskundigheden auditteam 53 Bijlage 2 Onafhankelijkheidsverklaring auditteam 57 Bijlage 3 Bezoekprogramma 61 Bijlage 4 Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal 65 Bijlage 5 Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 5/73

6 6/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

7 1 Basisgegevens De basisgegevens van de bestaande hbo-bacheloropleiding 006A Sociaal Pedagogische Hulpverlening zijn in onderstaande tabel weergeven. 1. Naam instelling HAN. 2. Status instelling Bekostigd 3. Naam opleiding in CROHO Sociaal Pedagogische Hulpverlening 4. Registratienummer in CROHO Oriëntatie en niveau hbo bachelor 6. Aantal studiepunten Afstudeerrichting(en) 8. Locatie(s) Nijmegen 9. Code of conduct ja 10. Variant(en) Voltijd Deeltijd - Nederlandstalig - Duitstalig - Afstandsleren Duaal - regulier speciaal voor allochtonen: Maatwerk in Kleur 11. Inhoudelijk profiel opleiding De opleiding SPH van de HAN leidt op tot hulpverleners die stevig in hun schoenen staan door kennis van zaken, methodische vaardigheid en een breed handelingsrepertoire. Competente sph ers van de HAN kenmerken zich door normatief en creatief te handelen, systeemgericht en planmatig te werken en door hun persoon als instrument in te zetten bij het werk. HAN- Sph ers kunnen de belangen van meerdere partijen tegelijk behartigen en werken vanuit een sterk maatschappelijk bewustzijn. Zij zijn initiatiefrijke, zelfstandige professionals, met zelfkennis en een open houding. Zij zijn in staat ook onorthodoxe oplossingen te verantwoorden en zich voortdurend te ontwikkelen als professional. Om dat te bereiken wordt tijdens de opleiding, naast aandacht voor de inhoudelijke en methodische scholing, veel aandacht besteed aan muzisch-ludische scholing en aan creatief denken in de context van het beroep. 12. Beoogd werkveld alumni Sph ers bieden ondersteuning bij problemen in relaties, gezin, opvoeding, eigen ontwikkeling, handicaps, geestelijke stoornissen of ziekten. Zij werken zowel met individuen als met groepen mensen. Bij voorkeur in de natuurlijke leefomgeving of in een voorziening in de woonwijk. Bij zware problematiek wordt de hulp geheel of gedeeltelijk in een leefomgeving in een instelling geboden. Sph ers werken in verschillende sectoren: jeugdzorg, psychiatrie en verslavingszorg, gehandicaptenzorg, ouderenzorg, maatschappelijke opvang en vluchtelingenwerk, en in justitiële en forensische hulpverlening. Naast uitvoerende taken, dragen sph ers vaak ook bij aan (midden)kaderfuncties in hulpverleningsorganisaties. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 7/73

8 13. Plaats opleiding in organisatie-structuur hogeschool 14. Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO 15. Belangrijkste wijzigingen in opleiding sinds vorige visitatie De opleiding SPH is een van de zes opleidingen van het Instituut Social Studies. Dit Instituut is een van de zeven onderdelen van de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij. Deze faculteit is een van de vier faculteiten van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Visitatie: 2004 Besluit NVAO: De opleidingen binnen het sociale domein van GGM zijn sinds 2004 vergaand gaan samenwerken, zowel organisatorisch als onderwijsinhoudelijk. Zo is in 2005 het Instituut voor Sociale Studies (ISS) ontstaan. De samenwerking betekende een bundeling van expertise, onder andere op het gebied van toetsing, programmaontwikkeling en kwaliteitszorg. In 2005 is er HAN-breed een onderwijskundige vernieuwing ingevoerd, het HOF-onderwijs (HAN Onderwijs Flexibilisering). Deze vernieuwing heeft geleid tot een competentiegericht curriculum. Er zijn 11 competenties geformuleerd, die de studenten ontwikkelen door te werken aan authentieke beroepstaken. De toetsing is eveneens competentiegericht opgezet, gedeeltelijk binnen de beroepstaken, gedeeltelijk beroepstaakoverstijgend in een individueel jaarlijks assessment. De ontwikkeling, evaluatie en bijsturing van dit nieuwe onderwijs werd op instituutniveau aangestuurd. Een deel van de beroepstaken is gemeenschappelijk met andere ISSopleidingen ontwikkeld. Het aantal studenten is sinds 2004 gegroeid van 1320 in 2004 tot 1873 in /73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

9 16. Schema opbouw programmavarianten 16.1 Overzicht van het leerplan voltijd SPH per studiejaar Periode Studiejaar periode 1 periode 2 periode 3 periode 4 15 stp. 15 stp. 15 stp. Methodisch Methodisch Methodisch hulpverlenen: hulpverlenen: hulpverlenen: propedeuse contact + analyse (be)handelplan uitvoeren + evalueren ontwerpen alle onderdelen op niveau 1 stage: 1 dagdeel per week = 120u tweede jaar alle onderdelen op niveau 2 (1 onderdeel K&B op niveau 3) Stage: 1 dag per week = 240u derde jaar alle onderdelen op niveau 3 Stage: 4 dagen p. week = 1200u vierde jaar alle onderdelen op niveau 3, (minor op niveau 2/3 of 3/3+ ) Praktijk: via afst. project en minor Sph aan een cliënt in de natuurlijke leefomgeving: pedagogische thuishulp Inclusief oriënteringsstage / vrijw. werk Sph aan een cliënt in een groep/geënsc. leefomgeving Groepswerk in de residentiële hulpverlening Inclusief oriënteringsstage / vrijw. werk Sph aan een cliënt in een maatsch. omgeving Rehabilitatie: dagbesteding Inclusief oriënteringsstage / vrijw. werk s t u d i e l o o p b a a n b e g e l e i d i n g 7,5 stp. Methodisch hulpverlenen: voorlichting geven over hulpverlening in stage 3 e jaar 7,5 stp. Methodisch hulpverlenen: contact + analyse 7,5 stp. Methodisch hulpverlenen: (be)handelplan ontwerpen Inclusief stage 7,5 stp. Kwaliteit en beleid (niveau 2) Inclusief stage Inclusief stage 7,5 stp. (Kwaliteit en beleid niveau 3/deel a) Inclusief stage Inclusief stage 7,5 stp. Casemanagement Inclusief stage s t u d i e l o o p b a a n b e g e l e i d i n g 30 stp. Methodisch hulpverlenen aan cliënten niveau 3 / incl. supervisie 7,5 stp. Signaleren en actie ondernemen niveau 3 / incl. supervisie 7,5 stp. Kwaliteit en beleid in stage niveau 3/deel b / incl. supervisie 7,5 stp. (bege)leiden 1-niveau 3 werkinstructie geven (incl. supervisie) 7,5 stp. Onderzoek en innovatie (incl. supervisie) s t u d i e l o o p b a a n b e g e l e i d i n g 30 stp. Minor 7,5 stp. Signaleren en actie ondernemen Inclusief oriënteringsstage / vrijw. Werk 7,5 stp. Kwaliteit en beleid Inclusief oriënteringsstage / vrijw. Werk 7,5 stp. Methodisch hulpverlenen: uitvoeren + evalueren Inclusief stage 7,5 stp. Signaleren en actie ondernemen Inclusief stage 7,5 stp. Leiding en begeleiding geven: coachen van een medewerker 22,5 stp. Onderzoek en innovatie s t u d i e l o o p b a a n b e g e l e i d i n g assessment assessment assessment assessment NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 9/73

10 16.2 Overzicht van het leerplan deeltijd/teilzeit/duaal SPH per studiejaar periode 1 periode 2 periode 3 periode 4 15 stp Methodisch 15 stp. Methodisch 15 stp. Methodisch propedeuse hulpverlenen: contact + analyse hulpverlenen: (be)handelplan hulpverlenen: uitvoeren + ontwerpen evalueren alle onderdelen op niveau 1 praktijk deeltijd: 19 (TZ) / 20 (DT/DU) uur/wk praktijk duaal 24 u per wk tweede jaar alle onderdelen van het aanbod op niveau 2/3; Sph aan een cliënt in de natuurlijke leefomgeving: pedagogische thuishulp. inclusief eigen praktijk Sph aan een cliënt in een groep/geënsc. leefomgeving Groepswerk in de residentiële hulpverlening Sph aan een cliënt in een maatsch. omgeving Rehabilitatie: dagbesteding 7,5 stp. Signaleren actie ondernemen niv. 1 inclusief eigen praktijk inclusief eigen inclusief eigen praktijk praktijk s t u d i e l o o p b a a n b e g e l e i d i n g 7,5 stp. niv ,5 stp. niv.3 Sph aan cliënt(en): methodisch contact maken en analyseren context /niv ,5 stp. niv ,5 stp. niv. 3 Sph aan cliënt(en): methodisch handelingsplan ontwerpen /niv ,5 stp. niv ,5 stp. niv.3 sph aan cliënt(en) methodisch uitvoeren en evalueren /niv ,5 stp. Signaleren en actie ondernemen niv. 2 inclusief praktijk deeltijd: eigen 19 (TZ), 20 u per praktijk wk praktijk duaal inclusief eigen praktijk inclusief eigen praktijk inclusief eigen praktijk 24 u per wk s t u d i e l o o p b a a n b e g e l e i d i n g derde jaar alle onderdelen op niveau 2/3 praktijk deeltijd: 20 u per wk praktijk duaal 24 u per wk vierde jaar alle onderdelen op niveau 3, minor op niveau 2/3 of 3/3+ praktijk deeltijd: 20 u per wk praktijk duaal: 24 u per wk 15 stp. (bege)leiding geven: werkinstructie + coaching v. medew. niv. 3 inclusief eigen praktijk incl. supervisie 15 stp. Methodisch hulpverlenen niv. 3 in eigen praktijk (NLse dt en duaal in per 3) 15 stp. Kwaliteitszorg + beleid niv. 2+3 inclusief eigen praktijk (NLse dt en duaal in per. 2) 7,5 stp. Kwaliteit en beleid Werken in een organisatie niv. 1 inclusief eigen praktijk 7,5 stp. Casemanagement niv. 2 (TZ), 3 (DT/DU) inclusief eigen praktijk 7,5 stp. Signaleren en actie ondernemen niv. 3 in eigen praktijk 7.5 stp. Kwaliteitszorg + beleid niv. 3 inclusief eigen praktijk s t u d i e l o o p b a a n b e g e l e i d i n g 15 stp. Afstudeerproject: onderzoek en innovatie 15 stp. Afstudeerproject: onderzoek en innovatie 15 stp. Minor 15 stp. Minor inclusief praktijk inclusief praktijk s t u d i e l o o p b a a n b e g e l e i d i n g assessment assessment assessment assessment 10/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

11 2 Beoordeling Het auditteam komt samenvattend tot het volgende oordeel over de opleiding: Onderwerp Oordeel Facet Opleidingsvariant voltijd deeltijd duaal 1 Doelstellingen P 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau 1.3 Oriëntatie hbo 2 Programma P 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen programma 2.3 Samenhang programma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming vormgeving inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing 3 Inzet personeel 4 Voorzieningen 5 Interne kwaliteitszorg P P P 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit 3.3 Kwaliteit 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen verbetering 5.3 Betrokkenheid 6 Resultaten P 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement goed goed goed voldoende voldoende voldoende goed goed voldaan goed voldoende goed voldoende voldoende goed goed goed goed voldoende voldoende voldoende goed goed goed voldoende voldoende voldoende goed goed voldaan goed voldoende goed voldoende voldoende goed goed goed goed voldoende voldoende voldoende goed goed goed voldoende voldoende voldoende goed goed voldaan goed voldoende goed voldoende voldoende goed goed goed goed voldoende voldoende voldoende Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening van HAN aan de vereiste basiskwaliteit voldoet en adviseert de NVAO positief ten aanzien van de accreditatie van deze opleiding. Het auditteam beschrijft in de volgende paragrafen per onderwerp en per facet van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Elke paragraaf sluit af met een samenvattend oordeel op onderwerpniveau. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 11/73

12 2.1 Doelstellingen van de opleiding Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen De opleiding heeft de landelijk vastgestelde kwalificaties vertaald naar competenties. De competenties worden jaarlijks door het opleidingsmanagement vastgesteld en door de directie gepubliceerd. Voor studenten zijn de competentiebeschrijvingen beschikbaar in het opleidingsstatuut (bijvoorbeeld: Opleidingsstatuut ISS, , blz. 29) en voor docenten in het opleidingskader (Kader voor de opleiding SPH ). Uit de gesprekken met studenten (Nederlandse en Duitse) blijkt dat zij goed op de hoogte zijn met de competentiebeschrijvingen. Landelijk fungeren twee documenten als basis voor alle SPH-opleidingen. In Vele takken, één Stam (2008) is het landelijke profiel voor de hogere sociaal-agogische opleidingen beschreven. Naast de opleiding SPH behoren daartoe ook opleidingen als Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Godsdienstpastoraalwerk en Pedagogiek. De sociaal-agogische competenties zijn gegroepeerd in zes clusters verdeeld over 3 taakgebieden. Het tweede landelijke document dat als leidraad heeft gediend voor SPH van de HAN is De creatieve professional (2009) dat de 15 SPH-kwalificaties beschrijft. Dit document is door het landelijk overleg van SPH-opleidingen (LOO-SPH) geschreven. De opleiding baseert haar eigen set van elf competenties verdeeld over drie segmenten voornamelijk op dit stuk. In bijlage 4 van het Kader voor de opleiding is een tabel opgenomen waarin de landelijke SPH-kwalificaties worden afgezet tegen de eigen majorcompetenties. Uit de tabel blijkt dat er een volledige dekking is. Ter illustratie wordt een deel van de tabel weergegeven in figuur 1. In de linkerkolom staan landelijke kwalificaties, in de rechter de gecombineerde kwalificaties die SPH-HAN gebruikt. Figuur 1 landelijke kwalificaties en competenties SPH-HAN 12/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

13 Een volledig overzicht van de competenties die studenten SPH van de HAN dienen te verwerven, is opgenomen in figuur 2. De tabel laat zien dat de competenties zijn gerangschikt in drie segmenten die overeenkomen met de segmentering in De creatieve professional. De elfde competentie is een door SPH-HAN zelf geformuleerde competentie waarmee de opleiding zich wil onderscheiden van de andere SPH-opleidingen. Figuur 2 majorcompetenties SPH-HAN NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 13/73

14 De kwalificaties in De creatieve professional zijn door het werkveld geaccordeerd. De kwalificaties zijn voorgelegd aan vertegenwoordigers van Phorza, GGZ-Nederland, Movisie, MBO-raad, VGN, Nji en MO-groep. Naar het oordeel van het auditteam zijn hierbij voldoende relevante organisaties in het werkveld geraadpleegd. Als centraal motief in de kwalificaties is het beoogde profiel van de afgestudeerde SPH er van de HAN beschreven: deze kenmerkt zich door normatief en creatief te handelen, systeemgericht en plantmatig te werken en door zijn persoon als instrument in te zetten. Daarnaast profileert de HAN-opleiding SHP zich ten opzichte van andere SPHopleidingen door een elfde competentie, waarin creativiteit centraal staat. Deze elfde competentie is: Inzetten van spel, kunstzinnige en/of sportieve media voor een creatieve aanpak bij sociaal-pedagogische hulpverlening, bij het (samen)werken in de organisatie, bij de ontwikkeling van het beroep en de eigen professionele ontwikkeling. De opleiding heeft geen informatie verstrekt, waaruit blijkt dat deze competentie inderdaad onderscheidend is van andere SPH-opleidingen, temeer omdat creativiteit inherent is aan het SPH-beroep, zoals ook blijkt uit de titel van het beroepsprofiel SPH. Wel blijkt uit de informatie dat creativiteit in het curriculum veel aandacht krijgt. Ook hebben studenten het auditteam verteld dat juist de nadruk op creativiteit hun keuze voor SPH-HAN heeft bepaald. Bijlage 2 van De creatieve professional bevat een paragraaf (2.2) waarin een internationale vergelijking wordt gemaakt. Deze vergelijking heeft hoofdzakelijk betrekking op de positionering van met SPH vergelijkbare opleidingen in andere Europese landen. Van een vergelijking met eindkwalificaties die opleidingen elders in Europa hanteren is echter geen sprake. Wel heeft de opleiding in het kader van haar Duitstalige variant afstemmingsoverleg met het vertegenwoordigers uit het regionale Duitse beroepenveld. Het auditteam heeft met enkele van deze vertegenwoordigers gesproken en deze verklaren zonder uitzondering dat SPH-HAN een passend kwalificatieprofiel heeft voor de Duitse arbeidsmarkt. Alle opleidingsvarianten, zowel Nederlandstalig als Duitstalig, baseren zich op de hiervoor beschreven competenties. Overwegingen Het auditteam is van mening dat de opleiding duidelijk aansluit bij de domein- en opleidingsdoelstellingen die landelijk vastgesteld zijn. Bij de vaststelling van de kwalificaties is het Nederlandse beroepenveld betrokken geweest. Het Duitse (regionale) beroepenveld heeft met de kwalificaties ingestemd. Conclusie Het auditteam komt op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen tot het oordeel goed op dit facet. 14/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

15 Niveau bachelor (facet 1.2) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen De opleiding heeft haar eigen competentieset afgeleid van de landelijk vastgestelde documenten Vele takken, één stam en De creatieve professional. In beide documenten wordt een koppeling beschreven tussen de kwalificaties en de Dublin Descriptoren. In beide documenten wordt het verschil tussen de MBO er op niveau 4 en de bachelor toegelicht aan de hand van vier indicatoren. Ten opzichte van de MBO er op niveau 4 worden de verschillen zichtbaar in tabel 1. De opleiding sluit zich bij deze niveauvergelijking aan. Het auditteam vindt dat deze vergelijking voldoende inzicht biedt in het verschil tussen beide niveaus. Tabel 1 Vergelijking MBO-niveau 4 met HBO-bachelor niveau-indicatoren MBO-niveau 4 HBO-bachelor zelfstandigheid voert opdrachten zelfstandig uit voert regie bij het uitvoeren van opdrachten transfer complexiteit past kennis en vaardigheden toe in uiteenlopende werksituaties bedenkt creatieve oplossingen binnen en buiten de eigen werksituatie verantwoordelijkheid is aanspreekbaar op het eigen beroepsmatig handelen en de gevolgen daarvan vertaalt kennis en vaardigheden naar een andere aanpak met andere disciplines bedenkt creatieve oplossingen binnen en buiten de eigen werksituatie is aanspreekbaar op de aanpak, de coördinatie, de continuïteit en het resultaat In haar zelfevaluatierapport zet de opleiding de competenties af tegen de Dublin descriptoren. Volgens dit overzicht zijn alle Dublin descriptoren geborgd in de competentiebeschrijvingen. Enkele voorbeelden van deze borging zijn: Kennis en inzicht: competentie 2 handelingsplan ontwerpen competentie 8 bijdragen aan kwaliteit en beleid Toepassen van kennis competentie 1 contact maken en analyseren en inzicht: competentie 3 methodisch uitvoeren en evalueren Oordeelsvorming: competentie 4 maatschappelijke factoren signaleren en actie ondernemen Communicatie: competentie 5 samenwerken competentie 6 leiding en begeleiding geven Leervaardigheden: competentie 9 eigen professionaliteit ontwikkelen competentie 10 bijdragen aan de ontwikkeling beroep NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 15/73

16 Het auditteam is van mening dat de Dublin descriptoren in voldoende mate herkenbaar zijn in de kwalificatiebeschrijvingen. Deze herkenning komt tot uitdrukking in woorden als analyseren, diagnose, leiding geven, samenwerken, reflectie, methodisch werken, doelen formuleren, die aan de Dublin descriptoren refereren. In Propedeuseboek Major en Hoofdfaseboek Major (beide in het Nederlands en het Duits) heeft de opleiding het beoogde eindniveau en een tweetal tussenniveaus beschreven. Deze niveaus zijn het propedeuseniveau (1 e jaar), gevorderdenniveau (2 e /3 e jaar) en het niveau majorbekwaam (eind 4 e jaar). In haar zelfevaluatierapport stelt de opleiding dat ze jaarlijks vaststelt dat de kwalificaties voldoen aan de niveaus die met de Dublin descriptoren worden beschreven. Ze heeft onderzoek laten uitvoeren door een adviseur van Interstudie NDO naar de verwerking van de descriptoren in de kwalificaties. In de onderzoeksrapporten Rapportage cesuren niveau 3 ISS 2007 en 2009 wordt geconcludeerd dat de opleiding aan de eisen voldoet. Naar aanleiding van het rapport uit 2007 zijn verbeteringen aangebracht die ertoe hebben geleid dat de onderzoeker in 2009 tot een duidelijk positief oordeel is gekomen. Het auditteam heeft de onderzoeksrapportage ingezien en stelt vast dat het onderzoek adequaat is uitgevoerd. Overwegingen Uit de verstrekte informatie en uit de gesprekken leidt het auditteam af dat de Dublin descriptoren leidend zijn voor het bepalen van het niveau van de kwalificaties. De Dublin descriptoren zijn helder verwerkt in de beschrijving van zowel het eindniveau als de tussenliggende niveaus. Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen als goed. Oriëntatie hbo bachelor (facet 1.3) De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen Uit de documenten Vele takken, één stam en De creatieve professional blijkt dat op landelijk niveau het beroepenveld geconsulteerd is. Tot de geraadpleegde organisaties behoren GGZ Nederland, VNO-NCW, Phorza, Platform Kwaliteitsbeleid Zorg en Welzijn, VGN en de MO-groep. In het zelfevaluatierapport schrijft de opleiding dat het de eigen beroepenveldcommissie is geraadpleegd over de competenties. Uit de verslagen van zowel de Nederlandse als de Duitse beroepenveldcommissie blijkt dat deze raadpleging heeft plaatsgevonden en dat beide commissies hebben ingestemd. In het gesprek met vertegenwoordiger van het 16/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

17 werkveld, waarin ook de beroepenveldcommissie is vertegenwoordigd, is deze constatering bevestigd. In het Opleidingsstatuut ISS wordt voor studenten een beeld geschetst van het werkveld en de functies van de SPH er. De SPH er werkt op drie terreinen: - de hulp- en dienstverlening aan cliënten (onder andere: begeleiden, voorlichten, belangenbehartiging, sociale ondersteuning); - samenwerken in een organisatie (bijvoorbeeld: bijdragen aan instellingsmethodiek, aan instellingsbeheer, aan kwaliteitszorg, leiding geven) - professionalisering van zichzelf (zoals: reflecteren op eigen handelen, praktijkonderzoek doen, adequate beroepshouding tonen). Ook de werkomgeving van de afgestudeerde wordt geschetst. Hij werkt in organisaties van steeds grotere omvang, de hulpverlening vindt in wisselende contexten plaats, cliënten wonen zoveel mogelijk zelfstandig waardoor hulpverlening in toenemende mate semi-residentieel of ambulant is. Functies die voor afgestudeerden onmiddellijk na afstuderen of enkele jaren later bereikbaar zijn worden eveneens beschreven. Enkele voorbeelden: pedagogisch medewerker III in jeugdhulpverlening, begeleider in de pleegzorg, sociotherapeut in de (forensische) psychiatrie, hulpverlener in de verslavingszorg, vormingswerker, penitentiair reclasseringswerker. Uit de gesprekken met studenten blijkt dat er in de lessen over het beroepsbeeld en de mogelijke functies gesproken wordt. Overwegingen Het auditteam is van mening dat het beroepenveld op zowel landelijk als regionaal niveau in voldoende mate betrokken is geweest. Het beroepsperspectief is helder beschreven en duidelijk voor de studenten met wie het team gesproken heeft. Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen als goed. Samenvattend oordeel Doelstellingen opleiding Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp Doelstelling opleiding positief. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 17/73

18 2.2 Programma Eisen hbo (facet 2.1) Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen Kennisontwikkeling Kennisverwerving en toepassing van kennis door studenten zijn twee essentiële onderdelen van competentiegericht onderwijs, vindt het opleidingsteam. De opleiding ontwikkelt daarom in een database een zogeheten Body of Knowledge (BoK). In deze BoK kan de studenten kennis zoeken aan de hand van een beroepstaak, vakgebied, onderwijseenheid of leerjaar. De BoK is nog niet volledig, maar het auditteam ziet er een goede aanvulling in op de kenniseisen zoals die momenteel ook in de modulebeschrijvingen voorkomen. De BoK moet een belangrijke rol in het toetsinstrumentarium (zie facet 2.8) gaan vervullen, zodra ze voltooid is. Het auditteam heeft inzage gehad in de BoK. De opleiding vervolmaakt de BoK in samenwerking met het werkveld in de loop van De BoK wordt op conceptueel niveau geformuleerd, zodat ze bruikbaar is voor alle opleidingsvarianten, waaronder de Duitse. Op conceptueel niveau bevat de BoK begrippen en concepten; de taal waarin die beschreven worden doet verder niet ter zake. In de studentenhandleidingen van de onderwijseenheden is de literatuur opgenomen. Het auditteam heeft een overzicht van de gebruikte literatuur ontvangen in de en stelt vast dat de literatuur van voldoende niveau is. Het auditteam stelt op basis van de ter inzage gelegde literatuurlijst vast dat ook de literatuurlijst voor de Duitstalige opleiding adequaat is. Wel is de Duitse literatuur veel meer geënt op vakdisciplines. Management en docenten melden dat Duitse studenten daarom zelf (en met behulp van de docenten) de verbinding leggen tussen theorie en praktijk. In de mediatheek heeft het auditteam een demonstratie gekregen van de wijze waarop studenten en docenten toegang hebben tot (inter-)nationale kennisbronnen. Naast de toegang tot algemene bronnen via Lexis Nexis, hebben studenten en docenten door het abonnement op hboswitch ook toegang tot specifieke SPH-bronnen. Voor het vakgebied relevante (inter)nationale tijdschriften (bijvoorbeeld Perspectief en Sozio)zijn eveneens digitaal beschikbaar. Uit het studiemateriaal is niet goed af te lezen of studenten daadwerkelijk gebruik moeten maken van de beschikbare bronnen. Wel is duidelijk dat er verplichte literatuur is voorgeschreven waarover eerstejaars studenten sinds het studiejaar weer getentamineerd worden. 18/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

19 Het doen van onderzoek is onderdeel van het curriculum. De basis daarvoor is de onderwijseenheid Methodisch Hulpverlenen, waarin onderzoek en reflectie een essentiële rol spelen. Studenten leren in andere onderwijseenheden toegepast onderzoek uit te voeren dat toepasbaar is in het werkveld. Er worden drie niveaus onderscheiden. Onderzoek uitvoeren volgens een voorgeschreven stramien is het eerste niveau. Op het tweede niveau maken studenten een keuze uit diverse onderzoeksactiviteiten (bijvoorbeeld desk- of fieldresearch). In de laatste fase van de opleiding voert de student een praktijkgericht onderzoek uit om een innovatief product te ontwerpen. Het auditteam heeft inzage gehad in de studiehandleidingen voor de eerste drie leerjaren Methodisch Hulpverlenen. Daaruit is af te leiden dat studenten leren methodisch te handelen volgens principes die in de beroepspraktijk gebruikelijk zijn. Ook reflectie maakt daarvan deel uit. In de studiehandleiding Signaleren en actie ondernemen Projectmatig creëren deel 1 (niveau 3) wordt het praktijkgerichte onderzoek verder uitgewerkt en worden studenten vertrouwd gemaakt met onderzoek op sociaalwetenschappelijke basis. In het cursusmateriaal wordt de beroepspraktijk vaak als voorbeeld genomen. In eerste instantie in de vorm van casuïstiek die door de docent wordt aangedragen in het cursusmateriaal zelf. De vervolgopdrachten in de handleidingen maken echter duidelijk dat van de studenten (in alle varianten) verwacht wordt dat ze casuïstiek uit hun stage of eigen beroepspraktijk inbrengen. Deze casussen worden vervolgens gebruikt om het beroepsmatig handelen te verbeteren. Actuele ontwikkelingen en beroepspraktijk De beroepspraktijk wordt op diverse manieren bij het programma betrokken. In alle fasen van de opleiding worden gastcolleges verzorgd door beroepsbeoefenaren. Aan het einde van de stageweek in hoofdfase 1 is er een stagemarkt om de studenten te informeren over de stage van hoofdfase 2. In het laatste jaar van de opleiding is er een loopbaanmarkt waar mensen uit de beroepspraktijk workshops en lezingen verzorgen over de loopbaanmogelijkheden. Op diverse momenten in het curriculum werken studenten in projecten aan opdrachten uit de beroepspraktijk zoals aan het ontwerpen van nieuwe methodes en het maken van tentoonstellingen. Hiervoor is al kort vermeld dat studenten hun eigen praktijkervaring (door stage of werkplek) inbrengen in het onderwijs. Deze praktijk komt tot uiting in de integrale opdracht (IO) die bij een onderwijseenheid hoort. Ter illustratie de IO behorende bij het derde niveau Methodisch Handelen. De student maakt voor deze IO twee beroepstaken. De eerste is een cliëntdossier bestaande uit een cliëntbeschrijving, een observatieanalyse, een handelingsplan en een evaluatierapport. De tweede beroepstaak is een procesbeschrijving. De beschrijving van de IO en de bijbehorende leerarrangementen en de beoordelingscriteria tonen dat de eigen inbreng van de student nodig is, dat hij zelfstanding methoden kiest en deze verantwoordt en dat hij op zijn handelen reflecteert. De opleidingsvarianten hebben daarnaast hun eigen contacten met de beroepspraktijk. - In de voltijdroute is de stage van groot belang. In de propedeuse volgen de studenten een stage van 120 uren (halve dag per week), in het tweede 240 uren (één dag per week) en in het derde jaar een stage van 1200 uur (vier dagen per week). In het NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 19/73

20 laatste jaar voert de student een innovatief project in de beroepspraktijk uit en lopen in het kader van de minor mogelijk stage. - Deeltijdstudenten werken verplicht minimaal negentien uur per week in de beroepspraktijk. De deeltijdopleiding is een vorm van concurrency onderwijs: de student voert op zijn werkplek beroepstaken uit die aansluiten op de opleidingsfase waarin hij zich bevindt. De studenten (Nederlandse en Duitse) zijn hierover zeer tevreden. - Ook de duale route heeft de vorm van concurrency onderwijs. Tussen student, werkgever en opleiding wordt een onderwijsarbeidsovereenkomst afgesloten waarin ondermeer afspraken zijn vastgelegd over de begeleiding en over de beroepstaken die de student in zijn werk kan uitvoeren. Duale studenten moeten 24 uur per week in de relevante beroepspraktijk werken. Actuele ontwikkelingen worden ingebracht via de conceptuele ondersteuning in de onderwijseenheden. Voorbeelden van actuele ontwikkelingen die in het programma aan de orde komen zijn in het gesprek met de docenten genoemd: empowerment, emancipatie, ervaringsgerichtheid, dialoogsturing, presentietheorie. In het studiemateriaal dat aan het auditteam beschikbaar is gesteld, zijn deze ontwikkelingen slechts zeer beperkt herkenbaar. Het creatieve profiel van de opleiding komt volgens studenten en docenten in de eerste plaats tot uitdrukking in de trainingen en workshops van de creatieve vakken die in het curriculum zijn opgenomen. Ook in de lessen rondom de integrale opdracht en de beroepstaken worden creatieve technieken ingebracht. Ten slotte is wordt de creativiteit van de studenten beoordeeld in de toetsen en de portfolio s. Beroepsvaardigheden Belangrijke beroepsvaardigheden van de SPH er worden geoefend en beoordeeld als onderdeel bij de Integrale Opdrachten. In de IO van de onderwijseenheid Methodisch Hulpverlenen in het eerste jaar worden als vaardigheden benoemd: lerend vermogen, feedback geven en ontvangen, luisteren, samenwerken, mening geven, leiding nemen, reflectie en inventiviteit. In het tweede studiejaar wordt daaraan besluitvorming en presenteren toegevoegd en worden aan de eerder genoemde vaardigheden hogere eisen gesteld. In het derde studiejaar gebeurt dit nogmaals. In de deeltijd- en duale variant (ook de Duitse) wordt met vergelijkbare principes gewerkt. Het auditteam heeft ook studiemateriaal voor de Duitstalige deeltijdvariant ingezien en stelt op grond daarvan vast dat het programma qua opzet en inhoud vergelijkbaar is met het Nederlandstalige deeltijdprogramma. Beroepsvaardigheden komen in de beroepssituaties van de studenten aan de orde. Tot de deeltijdvariant behoort ook een leerroute voor studenten die hoofdzakelijk via de elektronische leeromgeving studeren. Studenten in deze route verwerven kennis via zelfstudie, voeren opdrachten uit in hun eigen beroepspraktijk (net als andere deeltijders), en volgen op 8 dagen in het jaar vaardigheidstraningen aan de HAN zelf. Verder moeten zijn aan dezelfde beroepstaken voldoen als de andere studenten. De HAN beraadt zich over de wijze waarop deze leerroute verder ontwikkeld en voortgezet zal worden. 20/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

21 Uit studentevaluaties onder studenten van alle opleidingsvarianten blijkt dat de praktijkgerichtheid van de opleiding hoog gewaardeerd wordt. Ook zijn studenten van mening dat het curriculum voldoende aansluit bij actuele ontwikkelingen zoals zij die in de stage of de werkplek meemaken. Het auditteam heeft dat in het studiemateriaal in zeer beperkte mate teruggezien. Overwegingen Het auditteam stelt op basis van het ter inzage gelegde materiaal en de gesprekken vast, dat er voldoende literatuur en andere kennisbronnen worden voorgeschreven. Het gebruik ervan behoeft echter mede in relatie tot de actualiteit meer aandacht, zodat kennis een belangrijker onderdeel van de opleiding wordt. De opleiding experimenteert met de invoering van kennistoetsen, wat het auditteam positief vindt. Ook de verdere ontwikkeling van de Body of Knowledge draagt aan de kennisontwikkeling bij. De praktijkoriëntatie is in het programma van alle opleidingsvarianten duidelijk aanwezig. Zowel de studiehandleidingen als het zelfevaluatierapport zijn onduidelijk over de wijze waarop actuele ontwikkelingen een plaats krijgen in het programma. Beroepsvaardigheden zijn niet helder geformuleerd, maar vinden een plaats in het methodisch handelen waarin de studenten ruimschoots getraind worden. Conclusie Op grond van de bovenstaande kritische opmerkingen beoordeelt het panel dit facet als voldoende. Relatie doelstellingen en inhoud programma (facet 2.2) Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen Het curriculum is opgebouwd rondom zes beroepstaken die ieder jaar aan de orde komen in de onderwijseenheden (OWE). De zes beroepstaken zijn Methodisch hulpverlenen, Signaleren en actie ondernemen, Casemanagement, Kwaliteitsverbetering en beleidsontwikkeling, Leiding en begeleiding geven, Onderzoek en innovatie. De beroepstaak Methodisch Hulpverlenen krijgt in het curriculum de meeste aandacht met 105 studiepunten. Hiermee komt de breedte van het domein voldoende tot zijn recht. Door de beroepstaken uit te voeren (individueel of in groepen) verwerven de studenten de competenties. Aan alle beroepstaken zijn twee of meer competenties gekoppeld waarop de studenten beoordeeld worden. Gedurende de opleiding ontwikkelt de student zich tot het niveau van de bachelor, doordat de beroepstaken toenemen in complexiteit, de student zelfstandiger werkt en meer verantwoordelijkheid draagt (toenemende NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 21/73

22 zelfsturing), en doordat de student aantoont transfer te kunnen toepassen. Aan de hand hiervan kan de ontwikkeling en het niveau van de student bepaald worden. In het Kader opleiding SPH is beschreven op welke punten de opleiding een sterk profiel wil hebben. Het gaat hierbij om: - Normatief-creatief: professionele houding en de creatieve competentie - Systeemgericht: student realiseert zich dat cliënt onderdeel is van een systeem - Persoon als instrument: SPH er is zelf onderdeel van het systeem - Planmatig: een planmatige en methodische aanpak is essentieel. Deze punten zijn in diverse onderwijseenheden en beroepstaken herkenbaar opgenomen in de beschrijving en de producten die studenten moeten leveren. In de zelfevaluatie is een matrix van beroepstaken en competenties opgenomen waaruit blijkt in welke beroepstaken welke competenties aan de orde komen. In elke beroepstaak komen meerdere competenties aan de orde. Uit de studiehandleidingen over Methodisch hulpverlenen die het auditteam heeft ontvangen, blijkt dat de daarin vermelde competenties niet altijd overeenkomen met de in het schema vermelde competenties. Soms worden er minder en soms ook andere competenties vermeld. Het auditteam kan daarom niet met zekerheid vaststellen dat de beroepstaken alle competenties dekken. De leerdoelen in de onderwijseenheden zijn afgeleid van de indicatoren voor het eindniveau. Diverse studiehandleidingen laten zien dat de opleiding leerdoelen in uiteenlopende verschijningvormen hanteert: - In enkele studiehandleidingen worden leerdoelen in algemene termen verwoord zoals: de student vergroot zijn kennis over, ontwikkelt een houding over of vergroot zijn handelingsbekwaamheid. - In andere handleidingen wordt het begrip leerdoelen niet genoemd, maar worden beoordelingscriteria voor beroepsproducten, handelen en metahandelen gegeven die goed te beoordelen zijn. Als een product bijvoorbeeld een cliëntendossier is, wordt duidelijk vermeld aan welke eisen dat dossier moet voldoen. - Er zijn ook studiehandleidingen die een lesoverzicht per week geven met daarbij de onderwerpen en opdrachten die aan bod komen. De opleiding heeft inmiddels een onderzoek laten uitvoeren naar de knelpunten in het curriculum. In het rapport Wieden en poten, resultaten project onderwijsverbetering ISS (december 2009) is vastgesteld dat het systeem van competenties, leerdoelen en beroepstaken (gekoppeld aan toetsing) eenvoudiger moet en kan. Het management heeft het auditteam gemeld dat dit rapport centraal staat bij de onderwijsverbetering in de komende jaren. De acties zullen volgens het management vooral gericht zijn op vereenvoudiging van de terminologie en de systematiek. Het onderwijsprogramma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde competenties te realiseren. In alle opleidingsvarianten worden theorielessen aangeboden. Daarnaast worden trainingen verzorgd die vaardigheden van studenten verbeteren. Ten slotte is de beroepspraktijk in alle varianten een belangrijk programmaonderdeel. In de deeltijdse en duale varianten vormt de werkplek van de student de praktijkomgeving. In de voltijdopleiding is vanaf het eerste jaar een stagecomponent in het programma opgenomen die gedurende het opleidingstraject in omvang toeneemt. In de studiehandleidingen die het auditteam heeft ingezien wordt de relatie met de beroepspraktijk gelegd, waar dat wenselijk is. Met name in de handleidingen voor de 22/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

23 integrale opdracht wordt duidelijk gemaakt dat de student informatie uit de praktijk moet verwerken. Het auditteam heeft op basis van de gesprekken met de studenten vastgesteld dat zij zeer goed op de hoogte zijn van de competenties die ze moeten verwerven. Studenten kunnen goed aangeven aan welke competenties ze werken en welke activiteiten ze daarvoor moeten verrichten. Ook evaluaties geven het beeld dat studenten weten wat competenties zijn en hoe ze die dienen te verwerven. Overwegingen In alle studiehandleidingen wordt verwezen naar de competenties die in de desbetreffende beroepstaak en onderwijseenheid centraal staan. Deze verwijzingen komen niet volledig overeen met de matrix beroepstaken en competenties. De studiehandleidingen zijn qua opzet en structuur niet eenduidig. Het is daardoor moeilijk te doorgronden of de leerdoelen de competenties en de beroepstaken volledig dekken. Het programma biedt studenten de mogelijkheid om de competenties te verwerven, omdat het zowel theorieaanbod, vaardighedentrainingen als praktijkelementen bevat. Conclusie Het auditteam komt op basis van de kritische opmerkingen in de bevindingen en overwegingen tot het oordeel voldoende voor dit facet. Samenhang in opleidingsprogramma (facet 2.3) Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Bevindingen De onderwijseenheden (OWE) vormen het organisatorische principe in het curriculum. De beroepstaken die in de OWE aan de orde komen, zijn voor alle opleidingsvarianten gelijk. Alle studenten dienen zich dus aan de hand van dezelfde beroepstaken te kwalificeren. In het rapport Wieden en poten wordt vastgesteld dat het curriculum een te complex bouwwerk is, waarvan de samenhang tussen de onderdelen moeilijk te doorgronden is. Het auditteam beaamt deze stellingname. Met name de verbanden tussen onderwijseenheden, beroepstaken, competenties en leerdoelen zijn slechts moeizaam te achterhalen. In een OWE is duidelijk horizontale samenhang aanwezig. De integrale opdracht is leidend in een OWE. Het overige onderwijs in een OWE is gericht op de ondersteuning van de student om de integrale opdracht uit te voeren. Daartoe wordt conceptuele ondersteuning gegeven in de vorm van colleges; hier staat de theorie rondom diverse vraagstukken centraal. Tevens worden trainingen in vaardigheden en methoden gegeven. Deze vaardigheden en methoden worden vervolgens toegepast bij het uitvoeren van de opdracht. De persoonlijke en ook de professionele ontwikkeling van de student staat centraal in de studieloopbaanbegeleiding (zie facet 4.2). De wijze waarop het ondersteunend onderwijs wordt aangeboden verschilt per opleidingsvariant, afgestemd op de behoefte van de studenten. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 23/73

24 De leerlijn voor professionele ontwikkeling is nog onvoldoende uitgekristalliseerd. De opleiding constateert dat zelf op basis van de analyse die in het rapport Wieden en poten is gemaakt. Het auditteam sluit zich bij deze analyse aan. Vanuit longitudinaal perspectief bezien is er samenhang doordat de beroepstaken regelmatig terugkeren in het curriculum. De zes beroepstaken worden gedurende de ontwikkeling van de student complexer en zijn zelfstandigheid en verantwoordelijkheid nemen toe. Tevens wordt van de student verwacht dat hij het geleerde in diverse situaties eventueel in aangepaste vorm kan toepassen (transfer). De beroepstaken vormen ook de as die theorie en praktijk verbindt. Deze as is essentieel in het onderwijsconcept van de opleiding. In het uitvoeren van de beroepstaken staat bijvoorbeeld een intakegesprek, een handelingsplan, een kwaliteitsonderzoek centraal. Deze beroepstaken worden in de voltijd uitgevoerd aan de hand van casuïstiek en de stage. In de deeltijd en de duale opleiding is de werkplek van de student de context waarin de beroepstaken worden uitgevoerd. De onderwijsmanager is verantwoordelijk voor de samenhang in het curriculum. De curriculumcommissies SPH en ISS hebben hierin een adviserende rol. Binnen een onderwijseenheid bewaakt het verantwoordelijke onderwijsteam de samenhang. Door middel van evaluaties wordt bewaakt dat de samenhang voor studenten voldoende herkenbaar is. Uit onderwijsevaluaties en studenttevredenheidsonderzoeken blijkt dat voltijd- en deeltijdstudenten in het algemeen positief zijn over de samenhang in het programma. Duale studenten hebben meer moeite om de samenhang te zien. Studenten van alle varianten zijn tevreden over de samenhang tussen de theorie en de praktijk (= stage of werkplek). Overwegingen Het auditteam constateert dat de samenhang tussen theorie en praktijk goed uit de verf komt. Ook is de horizontale samenhang voldoende herkenbaar en geborgd. De verticale samenhang is wel zichtbaar in de toenemende complexiteit, maar nog niet in de lijn van professionele ontwikkeling. Ook is het curriculumbouwwerk zelf tamelijk complex en ondoorzichtig. De opleiding wil deze aspecten de komende jaren verbeteren. Conclusie Gelet op de kritische opmerkingen over de verticale samenhang en het curriculumbouwwerk als zodanig, komt het panel tot het oordeel voldoende. Studielast (facet 2.4) Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen Het auditteam heeft toegang gekregen tot de digitale leeromgeving van de opleiding waarop per opleidingsvariant en per lesperiode inzichtelijk is hoeveel contacturen er worden verzorgd. Tot de contacturen worden gerekend: de lesuren, de stageuren, uren 24/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

25 voor formatieve en summatieve toetsing, ingeroosterde zelfstudie-uren in de instelling. In totaal komt het aantal contacturen per leerjaar in de voltijdse opleiding daarmee op: Jaar 1: 20,7 contacturen Jaar 2: 18,4 contacturen Jaar 3: 30,3 contacturen Jaar 4: 11,3 contacturen. Het hoge aantal contacturen in het derde jaar is te verklaren vanuit de omvangrijke stage in dat jaar. In de deeltijd- en duale opleiding komt minder lesgebonden contacttijd voor, maar is het aantal werkplekgebonden uren veel groter. Het auditteam is van mening dat deze afwijking past bij de aard van deze opleidingsvarianten en het type studenten dat deze varianten volgt. Naast de ingeroosterde uren voor zelfstudie, wordt de student geacht ook buiten de instelling zelfstudieactiviteiten te verrichten. Deze zelfstudie varieert per student. In de gesprekken die het auditteam met studenten heef gevoerd, blijkt dat zij naast de geplande uren nog 10 tot 15 uren per week studeren om verslagen en opdrachten te maken. Deeltijdse en duale studenten zeiden dat ze naast een negen-urige lesdag nog ongeveer 20 uur per week besteedden aan zelfstudie en het maken van opdrachten. Bovendien hebben zij nog hun werk in de beroepspraktijk. Studenten konden geen vakken noemen waarvoor massaal slechte beoordelingen worden behaald. Er zijn, naar zeggen van de studenten, bij vrijwel alle onderwijseenheden wel studenten die een herkansing nodig hebben. Duidelijke struikelvakken zijn er echter niet. Om de studievoortgang te bevorderen heeft de opleiding een aantal drempels in het programma opgenomen. In het eerste jaar wordt een studieadvies gegeven, dat bindend is als de student minder dan 45 studiepunten in de propedeutische fase heeft behaald aan het einde van het eerste jaar van inschrijving. Eveneens ontvangt een student die aan het einde van het tweede jaar van inschrijving de propedeuse niet heeft behaald een bindend studieadvies. Een tot programmaonderdelen op niveau 3 te worden toegelaten dient een student minimaal de propedeuse behaald te hebben en 45 studiepunten op niveau 2. Een en ander is beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding. Het curriculum is zodanig georganiseerd dat vertraging beperkt kan worden en versnellen mogelijk wordt, doordat alle onderwijseenheden twee keer per studiejaar worden aan geboden. Ook hebben studenten de mogelijkheid om de minor te volgen op een moment in de hoofdfase dat het hen het beste past. Ook kunnen studenten twee keer per jaar afstuderen. In overleg met een studieloopbaanbegeleider kan het studieprogramma worden aangepast als daartoe aanleiding is vanwege persoonlijke omstandigheden van de student. In de gesprekken met het auditteam hebben studenten uit alle opleidingsvarianten verklaard dat docenten goed benaderbaar en bereikbaar zijn. Zij zijn zeer hulpvaardig en creëren naar het oordeel van de studenten een goede leeromgeving, mede doordat ze bereid zijn hun eigen inbreng in het onderwijs te evalueren. Ook melden de studenten dat er weinig lessen uitvallen en in het geval dat wel gebeurt, ze tijdig geïnformeerd worden. In het algemeen zijn de studieresultaten tijdig bekend. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 25/73

26 Overwegingen De opleiding heeft een aantal studiebevorderende maatregelen genomen in de vorm van een studieadvies en toelating tot niveau 3. Het auditteam vindt dit gepast. De studielast in de vorm van contacturen is naar het oordeel van het auditteam voldoende en varieert al naargelang de opleidingsvariant. Docenten zijn goed bereikbaar en leveren studievoortgangsresultaten tijdig aan. Conclusie Het auditteam beoordeelt dit facet op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen als goed. Instroom (facet 2.5) Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen Tot de opleiding worden studenten toegelaten die voldoen aan de wettelijke eisen, die beschreven zijn op de website van de opleiding. Er worden geen profieleisen gesteld aan bezitters van een vwo- of havo-diploma. Ook mbo ers op niveau 4 zijn allen toelaatbaar. Daarnaast zijn bezitters van een buitenlands diploma, vergelijkbaar met de Nederlandse diploma s toelaatbaar. Voor studenten die willen worden toegelaten tot de deeltijd of duale opleidingsvariant geldt een aanvullende eis. Deeltijdstudenten moeten beschikken over een relevante werkplek waar ze minimaal 19 klokuren per week werken (werkvereiste). De opleiding beoordeelt de kwaliteit van de werkplek. Duale studenten dienen een leerwerkovereenkomst te sluiten met de opleiding en hun werkgever bij wie ze ten minste 24 uur per week in dienst zijn. Daarvan moeten ze 4 uur per week kunnen besteden aan de studie. Voor studenten die niet over een van de vereiste diploma s beschikken en die ouder zijn dan 21 jaar, bestaat er een 21+-regeling. Aspirant-studenten kunnen zich via de website aanmelden voor het toelatingsexamen dat bij de 21+-regeling behoort. De toelating van Duitse studenten tot Duitse deeltijdvariant is beschreven op de website van de HAN waarop een link naar de Duitstalige opleidingen is vermeld. De toelatingseisen zijn vergelijkbaar met die voor Nederlandse deeltijdstudenten. De opleiding hanteert een eerstetaalregeling die inhoudt dat een student die de Nederlandstalige danwel de Duitstalige opleiding wil volgen, en voor wie de taal van de opleiding niet de eerste taal is, moet aantonen de taal van de opleiding op voldoende niveau te beheersen. De exacte regeling is beschreven in artikel 1.8 van de Onderwijsen Examenregeling van de faculteit. Studenten van een verwante mbo-vooropleiding kunnen een steunprogramma volgen tijdens hun mbo-opleiding. Tevens heeft de opleiding een doorstroomassessment ontwikkeld. Het Instituut Sociale Studies neemt deel aan het project Doorlopende 26/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

27 Leerlijnen Agogische Beroepen, dat er op gericht is om de slagingskans van mbo ers in een vierjarig traject te vergroten. In alle opleidingsvarianten is het mogelijk een zogeheten instroomassessment te doen. Studenten die toelaatbaar zijn tot de opleiding en die vermoeden dat ze voor vrijstellingen in aanmerking komen (bijvoorbeeld voor de propedeuse), kunnen een portfolio samenstellen waarin ze bewijzen aan de eisen van de beroepstaken te voldoen. Twee assessoren bepalen of de student in voldoende mate bewijst dat hij aan de eisen voldoet en adviseren de examencommissie over het al dan niet verlenen van vrijstellingen. De exacte procedure is beschreven op de website onder de link opleiden op maat (EVC). Voor studenten met werkervaring heeft de opleiding een EVC-procedure ontwikkeld. In de procedure wordt vastgesteld of de student over bepaalde competenties beschikt, waardoor hij een maatwerktraject kan volgen met een verkorte studieduur. De HAN is erkend EVC-aanbieder en de EVC procedure van de opleiding SPH is erkend tot 1 februari Een specifieke doelgroep voor de opleiding SPH zijn hoogopgeleide vluchtelingen die een duale opleiding willen volgen om in Nederland gekwalificeerd te worden. Voor hen is het programma Maatwerk in Kleur ontwikkeld. Dit programma is exact gelijk aan het gewone duale programma, maar er is extra aandacht voor taal en de studieloopbaanbegeleiding is intensiever. Ten tijde van de visitatie stonden er ongeveer 40 studenten voor deze duale leerroute ingeschreven. Het auditteam heeft geen studenten van deze leerroute gesproken. Tot de deeltijdvariant behoort ook een leerroute voor studenten die hoofdzakelijk via de elektronische leeromgeving studeren. Deze route is ontwikkeld in samenwerking met de LOI. Op het moment van visiteren stonden 36 studenten voor deze leerroute ingeschreven. Zij moeten aan dezelfde instroomeisen voldoen als andere studenten. De werkvormen in het eerste jaar van de voltijdse opleiding komen voort uit het onderwijsconcept van de HAN. Om de aansluiting tussen vooropleiding en SPH te bevorderen worden studenten in de eerste fase van de opleiding intensief begeleid. Studenten meldden het panel dat in het eerste jaar veel aandacht is voor het leren plannen van de studieactiviteiten, omdat studenten daar vaak moeite mee hebben. Duitse studenten in de deeltijd vertelden dat ook zij behoorlijk moesten wennen aan het onderwijsconcept van de HAN. De begeleiding daarbij vonden zij echter prima. Bovendien was juist het onderwijsconcept de combinatie van leren en werken en het accent op de creatieve competentie voor hen de reden om voor de HAN te kiezen. Duitse studenten zouden graag intensievere contacten met Nederlandse studenten en het Nederlandse beroepenveld zien. Zij vermoeden dat die contacten tot een verrijking van hun opleiding leiden. De HAN heeft de Code of Conduct getekend. Om studenten te informeren over de opleidingsstructuur, het beroepsperspectief, de werkvormen en dergelijke organiseert de opleiding voorlichtingsdagen in de eigen gebouwen en op scholen voor voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Eveneens kunnen aspirantstudenten op hun verzoek een dag meelopen in het onderwijs op een reguliere lesdag. De voorlichting wordt verzorgd door docenten en studenten van de opleiding. Op hogeschoolniveau wordt deelgenomen aan landelijke beurzen en NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 27/73

28 voorlichtingsbijeenkomsten. Ook de website van de opleiding (benaderbaar via biedt informatie over de opleiding(svarianten), de toelating, de doelstellingen en inhoud van de opleiding. Duidelijk is aangegeven dat de opleiding in september en in februari start. Overwegingen De opleidingsvarianten maken het mogelijk dat een verscheidenheid aan doelgroepen tot de opleiding kan worden toegelaten. De programma s worden inhoudelijk tot op zekere hoogte op de doelgroepen afgestemd. Om de overgang qua werkvormen te overbruggen is de studieloopbaanbegeleiding in het eerste jaar intensiever dan in hogere jaren en bovendien is er extra aandacht voor planningsvaardigheden. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding qua vorm en inhoud goed aansluit op de kwalificaties van instromende studenten. Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen als goed. Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten/european credit points. Bevindingen Alle opleidingsvarianten hebben een formele studieduur van 240 credits. In het Opleidingsstatuut ISS is een curriculumoverzicht opgenomen van de opleidingsvarianten. De voltijdse opleiding heeft een propedeuseprogramma van 60 studiepunten (verdeeld over 5 onderwijseenheden) en een hoofdfaseprogramma van 180 studiepunten (verdeeld over 16 onderwijseenheden), waaronder een minor van 30 studiepunten. De varianten deeltijd, duaal (waaronder Maatwerk in Kleur) hebben hetzelfde propedeuseprogramma bestaande uit 60 studiepunten (verdeeld over 5 onderwijseenheden) en een hoofdfaseprogramma van180 studiepunten (verdeeld over 13 onderwijseenheden), waaronder een minor van 30 studiepunten. Overwegingen De formele duur van alle varianten van het studieprogramma is beschreven in het Opleidingsstatuut ISS Conclusie Aan de formele eisen voor de duur van het studieprogramma is voldaan. Afstemming tussen vormgeving en inhoud (facet 2.7) Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. 28/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

29 Bevindingen De HAN, en dus ook de opleidingen in het Instituut Sociale Studies (ISS), heeft gekozen voor competentiegericht onderwijs. Als kenmerkend hiervoor ziet men dat studenten werken aan realistische complexe beroepstaken waarmee studenten aantonen de opleidingscompetenties te beheersen op het niveau dat past bij de fase van de opleiding. Uiteindelijk dienen studenten het derde niveau te bereiken; het niveau waarmee ze aantonen beroepsbekwaam te zijn. De beroepstaken worden in een realistische en authentieke beroepscontext uitgevoerd: ofwel via stage (voltijd, deeltijd) ofwel via de werkplek (deeltijd, duaal). Een tweede kenmerk van competentiegericht onderwijs aan de HAN is dat de student leert zijn eigen leerproces te sturen. In de visie van ISS ontwikkelen studenten zich tot competente beroepsbeoefenaren door de beroepstaken altijd in hun geheel uit te voeren. In het onderwijsprogramma worden de verschillende niveaus van de beroepstaken onderscheiden door te variëren in de complexiteit van de taak of de mate van zelfstandigheid waarmee de student de taak uitvoert. Tevens wordt in toenemende mate een beroep gedaan op de transfercapaciteit van de student en zijn eigen verantwoordelijkheid. Beroepstaken zijn in de opvatting van ISS per definitie interdisciplinair. Dat wil zeggen dat er altijd sprake is van een combinatie van kennis, vaardigheden en attitude, en dat kennis uit verschillende (wetenschappelijke) disciplines afkomstig is. De beroepstaak wordt verwerkt in een integrale opdracht die centraal staat in een onderwijseenheid. Met de integrale opdracht verwerft een student 2/3 van de studiepunten van een onderwijseenheid, indien hij aan de criteria van de opdracht voldoet. Naast de algemene ISS-uitgangspunten die hierboven beschreven zijn, heeft SPH nog een viertal eigen keuzes gemaakt, passend bij het karakter van de opleiding. Deze vier keuzes zijn: 1. aandacht voor ervaringsleren door elementen van de leercyclus van Kolb bewust in te zetten in lessen; 2. waarderen van verschillen in leerstijlen van studenten door een grote variatie aan werkvormen in te zetten; 3. diversiteit in begeleidingsvormen 4. didactische inzet van spel, kunstzinnige en sportieve media waarbij studenten de gebruikte didactieken zelf kunnen inzetten in de beroepspraktijk. In alle onderwijseenheden komt een integrale opdracht voor waarmee de beroepstaak uitgevoerd wordt. Deze beroepstaken worden deels in groepen en deels individueel uitgevoerd. In de duale en deeltijdopleiding ligt de nadruk op individuele uitvoering, in de voltijdse opleiding komen beide vormen voor. Daarnaast wordt conceptuele ondersteuning geboden om de kennisverwerving door studenten te bevorderen in de vorm van hoor-, responsie- en werkcolleges. Door middel van trainingen, workshops en vrije oefeningen leren studenten vaardigheden op het gebied van methodiek, spel, muziek, drama en sport. Het auditteam is van mening dat de gekozen werkvormen passen bij competentiegericht onderwijs. Uit de opdrachtbeschrijvingen voor de beroepstaak blijkt dat de zelfsturing van studenten toeneemt. Op niveau 1 worden de te volgen stappen één voor één uitgelegd en toegelicht; op niveau 3 worden globale einddoelen geformuleerd en bepaalt de student zelf hoe de doelen exact geformuleerd worden en hoe hij ze zal gaan realiseren. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 29/73

30 Tot de deeltijdvariant behoort ook een leerroute voor studenten die hoofdzakelijk via de elektronische leeromgeving studeren. Deze route is ontwikkeld in samenwerking met de LOI. Op het moment van visiteren stonden 36 studenten voor deze leerroute ingeschreven. Voor hen organiseert de HAN acht keer per jaar bijeenkomsten om vaardigheden te trainen. Verder moeten zijn aan dezelfde beroepstaken voldoen als de andere studenten. De HAN beraadt zich over de wijze waarop deze leerroute verder ontwikkeld en voortgezet zal worden. Overwegingen Het auditteam is van mening dat het didactisch concept past bij de doelstellingen van de opleiding. Ook zijn de werkvormen geschikt voor het realiseren van competenties en wordt er voldoende rekening gehouden met verschillen tussen studenten. Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen als goed. Beoordeling en toetsing (facet 2.8) Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen Het toetsbeleid is verwoord in een aantal documenten. Op het niveau van het Instituut Sociale Studies fungeert ISS Toetskader. Dit kader leidt op opleidingsniveau tot de Beleidsnotitie Toetsing en Beoordeling (die jaarlijks kan worden herzien) en tot de Handleiding Toetsing en Beoordeling. De laatste notitie beschrijft hoe er bij de opleiding SPH getoetst en beoordeeld moet worden. Kern van de handleiding is dat de mate waarin een student competenties heeft verworven op vier aspecten wordt beoordeeld: - Het handelen in de uitvoering van de beroepstaak; - De producten die voortkomen uit de beroepstaak; - Het metahandelen (reflectie); - De ontwikkeling tot professional: beroepstaakoverstijgend kijken naar de eigen professionele ontwikkeling. Een belangrijk element in de toetsing is het digitaal portfolio van de student. In het toetssysteem van de opleiding komen drie typen toetsen voor. De diagnostische of formatieve toets is gericht op het geven van feedback aan de student nadat hij een onderdeel van een beroepstaak heeft afgerond of een training heeft gevolgd. De beroepstaakgebonden toetsen hebben tot doel dat de student een oordeel krijgt over zijn beroepsmatig handelen, beroepsproducten of het metahandelen. Met de beroepstaakgebonden toetsen verwerft een student 2/3 van de aan de onderwijseenheid verbonden studiepunten. Met de beroepstaakoverstijgende toets die één keer per niveau of studiejaar wordt afgenomen, verwerft de student de resterende studiepunten. Deze laatste toetsvorm is gebaseerd op een portfolio, aangevuld met een criteriumgericht interview en/of een performance assessment. Voor de duidelijkheid zij hier vermeld dat er 30/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

31 geen afzonderlijke toetsen voor stage en afstuderen gebruikt worden; zij zijn onderdeel van beroeptaakgebonden en beroepstaakoverstijgende toetsen op één van de niveaus respectievelijk op niveau 3. De toetsen sluiten in voldoende mate aan op de leerdoelen in het programma en bij de aangeboden leerstof. Sinds het studiejaar zijn er weer kennistoetsen ingevoerd als onderdeel van de beroepstaakgebonden toetsen. Hoewel het reproduceren van kennis geen doel op zich is, verwacht de opleiding dat het expliciet toetsen van kennis wel leidt tot een diepgaander kennisverwerving, dan wanneer studenten theorie uitsluitend hoeven te verwerken in verslagen, zoals tot dit studiejaar gebruikelijk was. In het gesprek met studenten is gebleken dat zij het zelf ook belangrijk vinden dat kennis getoetst wordt, omdat niet iedereen de discipline heeft om zich kennis eigen te maken als er niet getoetst wordt. Deze vorm van toetsen past ook bij de ontwikkeling en invoering van een Body of Knowledge (zie facet 2.1). In de Handleiding Toetsing en Beoordeling is beschreven hoe de student een portfolio dient samen te stellen. Er zijn aanwijzingen opgenomen over de opbouw van het portfolio en over de kwaliteit van de op te nemen bewijsstukken. De bewijsstukken dienen authentiek te zijn, actueel en relevant voor de beroepstaak, en ze dienen gevarieerd en in kwantiteit voldoende te zijn. In de Handleiding Toetsing en Beoordeling (die beschikbaar is voor studenten)is opgenomen aan welke criteria de student op elk van de drie niveaus in het curriculum dient te voldoen. Ter illustratie één van de criteria die gelden voor niveau 1. Voor ieder niveau is een lijst beoordelingscriteria gemaakt waarmee de vier hiervoor genoemde aspecten beoordeeld worden. Op niveau 3 wordt hetzelfde aspect aan de hand van de volgende criteria beoordeeld. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 31/73

32 Om de toetskwaliteit te bewaken zijn in de Beleidsnotitie Toetsing en Beoordeling voorschriften opgenomen om de validiteit en betrouwbaarheid van het toetsplan (en niet iedere afzonderlijke toets) te borgen. Enkele voorbeelden van deze voorschriften zijn: meerdere toetsmomenten voor dezelfde taak, meerdere en onafhankelijke beoordelaars inzetten, variatie in toetsvormen. Ook worden voorschriften vermeld om de betrouwbaarheid van de beoordelaars te bevorderen: ze treden zoveel mogelijk op in duo s, toetsen leerwegonafhankelijk, zijn geschoold. Bovendien zijn diverse rollen beschreven die de kwaliteit van toetsen en beoordelen dienen te bevorderen. Drie commissies spelen hierin een essentiële rol: de toetscommissie en de examenadviescommissie op SPH-niveau en de examencommissie op instituutsniveau. Ook schakelt de opleiding frequent externe deskundigen in om de kwaliteit van de assessments te bewaken. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de laatste twee zijn beschreven in bijlage 4 van het Opleidingsstatuut ISS Het auditteam heeft uit diverse vergaderverslagen kunnen afleiden dat de commissies conform de reglementen opereren. De toetscommissie levert een bijdrage aan de kwaliteitsborging van toetsing en beoordeling door toetsen te analyseren, advies te vragen en te geven, assessoren te trainen en externe deskundigen in te schakelen. De opleiding heeft ter bepaling van het niveau teksten geformuleerd die het niveau beschrijven, de zogeheten cesuren of cesuurteksten. In deze cesuren moeten de Dublin descriptoren herkenbaar zijn verwerkt. De opleiding heeft Interstudie NDO onderzoek laten uitvoeren naar de kwaliteit van de cesuren, waarover gerapporteerd is in Screening Cesuur Nivo 3, februari De conclusie van het onderzoek luidt dat de Dublin descriptoren in ruim voldoende mate zijn verwerkt in de cesuren en dat de cesuurteksten voldoende houvast bieden voor de beoordelingen door assessoren. Wel dienen enkele cesuurteksten eenvoudiger en transparanter geformuleerd te worden. Het auditteam is positief over het feit dat de opleiding de cesuren laat onderzoeken. Het auditteam leidt uit de informatie uit de documenten en uit de gesprekken af dat het afnemen van assessments nog niet geheel volgens het beleid wordt uitgevoerd. Vanuit kostenoverwegingen worden niet bij alle beroepstaakoverstijgende assessments twee assessoren ingezet en evenmin wordt bij ieder assessment gebruik gemaakt van het portfolio in combinatie met een criteriumgericht interview of een performance assessment. Met name de beoordeling van de portfolio s door één assessor brengt risico s met zich mee voor de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, al heeft de opleiding wel een scholingsprogramma voor assessoren die als doel heeft deze betrouwbaarheid te vergroten. En groep van deskundigen die afstudeerassessments heeft beoordeeld, is kritisch over de kwaliteit van de assessoren (Verslag externe deskundigen, juni 2009). In de eigen analyse van het instituut, beschreven in Wieden en poten, resultaten project onderwijsverbetering ISS (december 2009) komt naar voren dat de toetssystematiek opnieuw geijkt dient te worden. Met name wordt vastgesteld dat de beoordelingssystematiek ingewikkeld is en versoberd kan worden. Studenten geven in de gesprekken met het auditteam aan dat zij tevreden zijn met de feedback die ze ontvangen bij de formatieve toetsen die in het curriculum zijn opgenomen. De feedback is in het algemeen stimulerend genoeg om te leren van de fouten en door te gaan met de eigen ontwikkeling tot professionele SPH er. 32/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

33 Het auditteam heeft een aantal feedback-/beoordelingsformulieren ter inzage ontvangen en stelt op grond daarvan vast dat de kwaliteit van de feedback zeer divers is. Studenten zeggen dat ze geen hinder ervaren van meelifters, omdat iedere student verantwoording moet afleggen van zijn eigen inbreng en de producten die zijn gemaakt integraal moet kunnen toelichten. Uit schriftelijke evaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de duidelijkheid van de beoordelingscriteria. Deeltijd- en duale studenten zijn over het algemeen tevredener over de kwaliteit van de toetsen dan voltijdstudenten. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleiding een weldoordacht systeem van toetsen en beoordelen heeft ontwikkeld, dat echter niet in alle opzichten transparant en toegankelijk is. Ook stelt het team vast dat de opleiding kritisch is op de eigen toetspraktijk. De ingezette toetsvormen, waaronder het portfolio, zijn geschikt om de competentieontwikkeling en het door studenten gerealiseerde niveau (voor kennis (sinds 2009), vaardigheden en beroepshouding) te beoordelen. Door fijnafstemming kunnen nog verbeteringen aangebracht worden (bijvoorbeeld in de kwaliteit van de feedback), zoals de opleiding zich ook realiseert. Met name de assessments en de daarbij gesignaleerde matige interbeoordelaarsbetrouwbaarheid vergen nog aandacht. Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet gelet het gestelde in bovenstaande overwegingen als voldoende. Samenvattend oordeel Programma Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp Programma positief. 2.3 Inzet van personeel Eisen hbo (facet 3.1) Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen De opleiding heeft in haar beleid opgenomen dat ze als doelstelling heeft dat docenten beschikken over praktijkervaring van maximaal vijf jaar oud. Dat betekent dat in het aannamebeleid gelet wordt op praktijkervaring van sollicitanten en dat reeds in dienst zijnde docenten in de gelegenheid gesteld worden praktijkervaring op te doen. Dit beleid heeft er volgens de opleiding toe geleid dat ongeveer 70% van de docenten aan het criterium voldoet. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 33/73

34 Het auditteam heeft de beschikking gekregen over beknopte CV s van de docenten die onderwijs verzorgen aan de opleiding SPH. Uit de CV s blijkt dat veel docenten met een parttime aanstelling ook parttime in de beroepspraktijk werken. Uit de informatie blijkt verder dat een aantal docenten in de gelegenheid is en wordt gesteld om een docentenstage te volgen in de beroepspraktijk. Deze mogelijkheid is voor vier docenten per jaar beschikbaar op basis van het beleid dat is vastgelegd in Mobiliteitsfonds, een loopbaan lang professional. Docenten met grotere aanstellingen zijn stagebegeleider of afstudeerbegeleider en zij onderhouden ook op deze manier contact met de beroepspraktijk. Ook werken docenten in het kader van de minoren samen met SPH ers uit het werkveld. Voor supervisie worden niet alleen vaste docenten van de opleiding ingezet, maar ook medewerkers uit het werkveld. Volgens de gegevens die de opleiding heeft verstrekt werkt ongeveer 50% van de supervisoren in de beroepspraktijk. Ongeveer 12 van hen werken in het buitenland. Ook Duitse beroepsbeoefenaren worden als supervisor ingezet. In de periode worden tien vaste docenten opgeleid tot supervisor. Docenten houden verder contact met de beroepspraktijk door lidmaatschappen van beroepsverenigingen, het bijwonen van congressen, de contacten met gastdocenten (bij de start van nieuwe onderwijseenheden) en deelname aan landelijke netwerken. Uit evaluaties onder studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de praktijkgerichtheid van docenten en hun kennis van de beroepspraktijk. Gemiddeld over alle opleidingvarianten wordt de praktijkgerichtheid van docenten beoordeeld met een 4.0 op een vijfpuntsschaal. In de HBO-Monitor 2008 beoordelen alumni van de voltijdse opleiding de praktijkgerichtheid van de docenten met een 7.1 op een tienpuntsschaal. Overwegingen Er is een goede mix tussen docenten met een fulltime en een parttime aanstelling, waarbij de laatste categorie licht de overhand heeft. Beleid om docenten in contact te brengen en te houden met de beroepspraktijk wordt uitgevoerd. De studenten zijn tevreden over de mate waarin docenten kennis hebben van en ervaring hebben met de beroepspraktijk. Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen als goed. Kwantiteit personeel (facet 3.2) Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen De opleiding is in de periode tussen de vorige en de huidige visitatie enorm gegroeid. Het aantal formatieplaatsen groeide mee: van 43,19 fte in 2004 naar 73,46 in Het aantal docenten bedraagt 99 (augustus 2009). Ten behoeve van de Duitse opleidingvariant hebben Nederlandse docenten cursussen Duits gevolgd en zijn Duitse 34/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

35 docenten aangetrokken. De personeelssituatie en het personeelsbeleid zijn beschreven in SPH Personeels- en Formatiebeleid De opleiding heeft tussen 2005 en 2008 een hectische periode meegemaakt met onderwijsvernieuwing, sterke groei, een verhuizing en een aantal wisselingen in het management. In deze periode heeft het personeel van de opleiding een hoge werkdruk ervaren, zo blijkt uit een aantal tevredenheidsonderzoeken. Inmiddels is de opleiding weer in rustiger vaarwater gekomen en is er continuïteit in het management. Als norm voor de fte-studentratio wordt de verhouding 1:28 gehanteerd. De werkelijke ratio bedraagt volgens de gegevens die de opleiding heeft verstrekt in het studiejaar :28. Daarmee voldoet de opleiding aan de norm. Tot de taken die in deze berekening worden meegenomen behoren lesgevende taken, stage- en afstudeerbegeleiding, coördinatie van toetsing en assessements, ondersteuning voor ICT en voor HAN-SIS. Het ziekteverzuim ligt in de periode sinds tegen de 4,9% (met uitzondering van 2006:2,31%). Het management wijt dit aan de groei van de organisatie. Het streven is om het ziekteverzuimpercentage weer onder de norm van 4,5% te krijgen. Daartoe is in 2009 besloten dat de teamleiders het contact met zieke medewerkers onderhouden en op de eerste dag van het ziekteverzuim contact opnemen met de desbetreffende medewerkers. Er zijn nog geen resultaten van deze maatregel bekend. Om de werkdruk te beheersen is een taakbelastingsnorm vastgesteld. Een docent besteedt minimaal 70% van zijn werktijd aan onderwijsactiviteiten (contacturen, SLB, assessments) en maximaal 30% aan organisatorische en coördinerende taken (afstemming met collega s, scholing, onderwijsontwikkeling). Docenten hebben bevestigd dat het management maatregelen heeft genomen om deze taakbelastingsnorm te realiseren. In het personeelsbeleid zijn enkele aandachtspunten opgenomen die er toe moeten leiden dat het docententeam een betere afspiegeling van de maatschappij is. Zo streeft de opleiding naar een evenwichtiger verdeling tussen mannen en vrouwen (nu 34:64). Dit streven blijkt moeilijk realiseerbaar, omdat er onvoldoende geschikte mannelijke sollicitanten zijn op vacatures. Er zijn ten tijde van de visitatie vier allochtone docenten in dienst (waartoe niet Duitse docenten gerekend worden). De opleiding streeft naar vergroting van dat aantal, maar ook hier blijkt het moeilijk om geschikte kandidaten te vinden. Van de medewerker is 73,5% in vaste dienst en 26,5% in tijdelijke dienst. Door de groei van de opleiding is het aantal medewerkers in tijdelijke dienst hoger dan de norm van 20%. Een aantal medewerkers in tijdelijke dienst zal in de loop van 2010 een vaste aanstelling krijgen, waardoor de norm weer gehaald wordt. De norm van 20% medewerkers in tijdelijke dienst om flexibel in te kunnen spelen op veranderingen in studentenaantallen of gewenste expertise in het team. Personeelsleden gaven als belangrijke wensen voor de nabije toekomst aan dat ze graag rust willen in de organisatie: geen managementwijzigingen meer, een herkenbare plaats in de HAN-gebouwen, geen nieuwe onderwijsconcepten, maar wel vereenvoudiging van het bestaande. Dit past bij het elders genoemde rapport Wieden en poten. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 35/73

36 De studenten zijn tevreden over de bereikbaarheid van de docenten. In de gesprekken die het auditteam met studenten heeft gevoerd, geven studenten aan dat docenten goed bereikbaar zijn en snel reageren op vragen. Dit beeld wordt ondersteund door resultaten uit evaluaties en de HBO-Monitor. De docenten waarderen de werkdruk met een 6,6, terwijl de norm 7,2 is. Door het hiervoor geschetste beleid uit te voeren, streeft de opleiding ernaar aan de norm te voldoen. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat het management maatregelen heeft genomen om de taakbelasting en werkdruk van docenten beter te beheersen. Al zijn de docenten volgens de studenten goed bereikbaar en benaderbaar, uit de gegevens over ziekteverzuim en medewerkerstevredenheid blijkt dat de opleiding nog niet aan haar eigen normen voldoet. Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet, gezien bovenstaande overwegingen, als voldoende. Kwaliteit personeel (facet 3.3) Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen De opleiding wordt geleid door een onderwijsmanager, die verantwoording aflegt aan de directie van het Instituut Sociale Studies. De onderwijsmanager beschikt over een staf waarin kwaliteitszorg is vertegenwoordigd. Daarnaast is er een aantal commissies, zoals de examenadviescommissie, opleidingscommissie, curriculumcommissie, commissie toetsen en assessments. De medewerkers van de opleiding zijn lid van een deelteam. Er zijn teams voor de propedeuse, hoofdfase 1, hoofdfase 2/3, deeltijd/duaal, Duits deeltijd 1/2 en Duits deeltijd 3/4. Ieder team wordt geleid door een teamleider, voor wie een functiebeschrijving is vastgesteld. Uit de analyse die de opleiding heeft gemaakt van haar personeelsbestand en uit de CV s die aan het auditteam ter beschikking zijn gesteld, blijkt dat de docenten op de relevante vakgebieden geschoold zijn. Er zijn docenten met hbo- en academische opleidingen op de gebieden psychologie, (ortho-)pedagogiek, andragogiek, muziek, rechten, drama, creatieve therapie, SPH, sport en taalwetenschap. Uit de analyse blijkt tevens dat 50% van de docenten een academische opleiding heeft gevolgd. De opleiding voldoet hiermee niet aan de eis dat docenten minimaal één niveau hoger zijn opgeleid dan het niveau waarop ze lesgeven. Het auditteam heeft geen inzage gehad in beleidsdocumenten waaruit blijkt in welke tijdspanne de opleiding aan de eis wil voldoen. Volgens de docenten stimuleert het management scholing naar masterniveau. Er is op dit punt geen scholingsplan beschikbaar. Wel stelt het management aan nieuwe docenten de eis dat ze beschikken over de mastertitel. Wel is er een plan dat inzichtelijk maakt op welke gebieden het Instituut Sociale Studies zijn personeel wil scholen. In Scholingsplan ISS is vermeld dat er scholingen zijn op het gebied van ICT, het HAN onderwijsconcept, assessments, SLB, 36/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

37 onderzoeksvaardigheden, leidinggeven en diverse vakinhoudelijke trainingen. In de Resultaat- en Ontwikkelingsgesprekken (R&O-gesprekken) en de POP s van de docenten wordt vastgelegd welke scholing individuele docenten gaan volgen. De opleiding heeft geen centraal overzicht van de scholingen. Het auditteam heeft inzage gehad in een aantal verslagen van R&O-gesprekken. Op grond hiervan stelt het vast dat de gesprekken conform de afgesproken structuur worden gevoerd en dat verslaglegging plaatsvindt. Sinds het studiejaar voeren teamleiders de R&O-gesprekken. Zij hebben daartoe een training gevolgd. De beoordelingsgesprekken die in het kader van de gesprekkencyclus gevoerd worden, vinden plaats met de onderwijsmanager. Voor nieuwe docenten is een inwerkprogramma beschikbaar waarin ze kennis maken met de organisatie en de weg leren te vinden. Maar daarnaast is er aandacht voor inhoudelijke facetten van het docentschap. Een nieuwe docent krijgt een mentor toegewezen die als vraagbaak fungeert en ook begeleidt. Nieuwe docenten nemen aan begeleide intervisiebijeenkomsten deel, waarvan er minimaal twee per periode zijn.. Daarnaast zijn er ook gesprekken met de teamleider. Nieuwe docenten zonder onderwijsbevoegdheid volgen verplicht een didactische cursus. De Duitse docenten zijn geschoold in het onderwijsconcept van de HAN, dat door zijn competentiegerichte aanpak behoorlijk afwijkt van de Duitse onderwijsmethodiek. Het auditteam heeft studenten, alumni en werkveld in de gesprekken gevraagd naar de vakinhoudelijke deskundigheid van de docenten. Men is in het algemeen tevreden over de kwaliteit van de docenten. Ook blijkt dat als een nieuwe docent niet voldoende deskundig is, er maatregelen genomen worden in de vorm van scholing dan wel beëindiging van het dienstverband. Uit evaluaties blijkt eveneens dat studenten en alumni tevreden zijn over de vakinhoudelijke kennis en de didactische bekwaamheden van de docenten. In de Jaarevaluaties 2009 is de gemiddelde score voor de deskundigheid van docenten een 3.9 op een vijfpuntsschaal. In de HBO-Monitor beoordelen alumni de inhoudelijke deskundigheid van docenten met een 7.1 op een tienpuntsschaal. De docenten zelf geven in het Medewerkerstevredenheidsonderzoek 2009 aan dat ze zich competent voelen voor de werkzaamheden die ze verrichten. Ze beoordelen de faciliteiten om zich te professionaliseren met een 7.2, wat precies op de norm is. Overwegingen Te weinig docenten hebben een niveau dat minimaal één niveau hoger is dan hbo-bachelor. Er is geen duidelijk scholingplan gericht op verhoging van het niveau, in het aannamebeleid wordt wel masterniveau geëist. Wel leggen alle docenten hun scholing vast in het R&Ogesprek en hun POP. Maar deze scholingsplannen zijn niet gericht op academisering van het personeel. Uit de CV s blijkt wel dat kennis en kunde op het brede veld van SPH in het docentencorps aanwezig is. De docenten die het auditteam gesproken heeft, zijn enthousiast over hun opleiding. De studenten zijn positief over hun docenten. Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet kwaliteit personeel op basis van de bovenstaande overwegingen met een voldoende. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 37/73

38 Samenvattend oordeel Programma Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp Inzet van personeel positief. 2.4 Voorzieningen Materiële voorzieningen (facet 4.1) De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen De opleiding SPH is sinds januari 2007 gehuisvest in het hoofdgebouw van de HAN te Nijmegen aan de Kapittelweg. Het gebouw is goed bereikbaar met eigen en openbaar vervoer. Alle verdiepingen in het gebouw zijn toegankelijk voor studenten met een handicap en zij kunnen een beroep doen op speciale voorzieningen. Het gebouw biedt studenten en medewerkers van de opleiding een studielandschap en mediatheek, collegezalen voor grote en kleine groepen, een auditorium, ontmoetingsplaatsen, een kantine en een fitnessruimte. Met het oog op de snelle en sterke groei van het aantal studenten is voorzien dat in 2010 het aantal faciliteiten toeneemt. Naast de lesruimtes zoals die voor iedere willekeurige hbo-opleiding aanwezig zijn op hogescholen, beschikt de opleiding over een aantal SPH-specifieke faciliteiten, die samenhangen met de creatieve competentie. Er zijn lokalen voor drama- en danslessen, beeldende vakken, musisch onderwijs, werkplaatsen en editruimtes voor audiovisuele technieken, en een theaterruimte waarin ook voorstellingen gegeven kunnen worden. Ook is er voor relevante software aanwezig voor diverse creatieve vakken. Voor het trainen en beoordelen van bijvoorbeeld gespreksvaardigheden zijn skillsruimtes aanwezig met opnamefaciliteiten of one-way screens zodat studenten feedback kunnen krijgen en beoordeeld kunnen worden. Studenten kunnen in de winkel van het instituut tegen kostprijs materialen kopen die voor beeldende vakken nodig zijn. De algemene ICT-faciliteiten voorzien in de behoeftes van studenten en medewerkers. Er zijn in het algemeen voldoende computers beschikbaar. Bovendien is het gehele gebouw voorzien van draadloos netwerk en er zijn honderden aansluitpunten voor laptops waardoor studenten nagenoeg overal kunnen studeren. Medewerkers beschikken, afhankelijk van hun aanstellingsomvang, over een eigen of gedeelde werkplek met computer. De hoofdcampus aan de Kapittelweg beschikt over een grote mediatheek, voorzien van studiemateriaal en studieplekken. Mediatheekmedewerkers verzorgen cursussen informatievaardigheden om studenten te leren deskundig met informatiebronnen om te gaan. Via de mediatheek hebben studenten en medewerkers toegang tot een groot aantal bronnen. In het voorjaar van 2010 zijn voor de gehele HAN-populatie meer dan tijdschriften online beschikbaar, waaronder tijdschriften en databanken op de vakgebieden binnen SPH. Er zijn voldoende Engelstalige bronnen die voor buitenlandse studenten toegankelijk zijn. Het auditteam heeft een demonstratie van de elektronische voorzieningen gekregen tijdens zijn bezoek aan de opleiding. 38/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

39 Het Instituut Sociale Studies heeft een praktijkbureau ingesteld, dat stages in binnen- en buitenland organiseert. Het praktijkbureau beheert de relaties en registreert afspraken en overeenkomsten, terwijl de opleiding zelf verantwoordelijk is voor de inhoudelijke en onderwijskundige kwaliteit van de stageplaatsen. Het auditteam heeft de beschikking gekregen over een lijst met meer dan 400 stage-instellingen op werkterreinen als ziekenhuizen, ouderenzorg, justitiële inrichtingen, gehandicaptenzorg, onderwijs, welzijnswerk, maatschappelijke en kinderopvang in Nederland en Duitsland. Studenten zijn gemiddeld genomen tevreden met de studiefaciliteiten die de opleiding hen biedt. In het landelijk studenttevredenheidsonderzoek van 2009 waarderen de respondenten van de SPH-HAN de voorzieningen met een 3.5, de eerstejaars respondenten met een 3.8. Deeltijdstudenten geven de opleiding voor de voorzieningen een 4.0. Medewerkers beoordelen hun werkplek in het medewerkerstevredenheidsonderzoek met een 7.5 (norm: 7.2). Om in de toekomst nog betere faciliteiten te kunnen leveren, werkt de opleiding aan verbetering van de lokalen voor kunstzinnig en sportief onderwijs. Ook beschikt de opleiding na de zomer van 2010 over meer lokalen en studieruimtes, omdat een andere opleiding uit het gebouw vertrekt. Overwegingen Het auditteam heeft vastgesteld dat de opleiding in een modern gebouw is gehuisvest. Naast de algemene hogeschoolvoorzieningen, zijn er voldoende specifieke voorzieningen die nodig zijn om het onderwijs voor de SPH-opleiding op het beoogde niveau te realiseren. Met name om de creatieve competentie te realiseren, zijn er specifieke lesruimtes en materialen aanwezig. Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen als goed. Studiebegeleiding (facet 4.2) De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen In 2004 is er op instellingsniveau een handleiding voor studieloopbaanbegeleiding verschenen: SLB in het hart van het domein (september 2004). In deze handleiding zijn de twee hoofdtaken van de SLB er beschreven. In de eerste plaats is de SLB er de schakel tussen de vraag van de student (POP) en het aanbod van de opleiding (toetsprogramma, onderwijseenheden). Ten tweede is de SLB er degene die de student begeleidt in het leren leren. Verder is beschreven hoe SLB op hoofdlijnen dient te worden ingericht, waarbij instituten en opleidingen zelf de uitwerking ervan afstemmen op de aard van de opleiding. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 39/73

40 De opleiding SPH heeft SLB uitgewerkt voor alle jaren van de opleiding en voor alle varianten, waarbij de uitwerking voor deeltijd en duaal afwijkt van de voltijd, gelet op de kenmerken van de studenten in de varianten. Voor ieder jaar is een studenten- en docentenhandleiding voor SLB beschikbaar. Het auditteam heeft deze handleidingen bestudeerd. Het stelt vast dat de inhoud, de intensiteit en de aard van de begeleiding variëren al naar gelang de opleidingsfase en de opleidingsvariant. De begeleiding in het eerste jaar van de voltijdse opleiding is intensiever en meer gericht op leervaardigheden en studievoortgang dan in het eerste jaar van de deeltijdopleiding. Bovendien is de inhoud en intensiteit binnen de voltijdse opleiding in het eerste jaar anders dan in het vierde jaar. Zijn in het eerste jaar de studievoortgang en de studieloopbaan belangrijke onderwerpen, in het laatste jaar van de opleiding gaat het meer om de oriëntatie op de loopbaan van de student. In 2009 is het systeem van SLB in de opleiding SPH geëvalueerd en zijn verbetermaatregelen voorgesteld, waar dat nodig was. In de Notitie SLB-SPH (december 2009) is beschreven dat SLB bij SPH in het algemeen voldoet aan de verwachtingen en de eisen van het HAN-beleid. Verbeteringen zijn mogelijk in de ondersteuning naar vraagsturing, in de begeleiding van de minorkeuze en in de scholing van SLB ers. De SLB er fungeert als eerstelijns begeleider voor studenten. Indien er een student specifieke problemen heeft, kan hij of de SLB er een beroep doen op een studieadviseur van de opleiding die gespecialiseerd is in regelgeving en adviseren over studenten met studievertraging en instromers met bijzondere omstandigheden. Op hogeschoolniveau is het decanaat actief. De decanen adviseren met name de studieadviseurs en begeleiden alleen in bijzondere situaties zelf studenten. Ten slotte is er een studentenpsycholoog aanwezig die studenten helpt op gebieden als studiestress, assertiviteit, sociale vaardigheden, presenteren en dergelijke. Voltijdstudenten lopen vanaf het eerste jaar stage: in het eerste jaar 120 uur, in het tweede jaar 240 uur en in het derde jaar 1200 uur. De begeleiding tijdens stage en afstuderen is beschreven in diverse handleidingen. De begeleiding is afgestemd op de doelstellingen van het praktijkdeel en de fase waarin de student zich bevindt. Het praktijkdeel in het vierde jaar hangt af van de onderzoeksopdracht en de minor. In het Stagewerkboek S-route voor de derdejaars studenten in september 2009 is bijvoorbeeld beschreven dat er 3 stagebezoeken (waarvan het laatste een assessment is) plaatsvinden door de docentbegeleider. Tevens zijn er veertien supervisiebijeenkomsten op de HAN-locatie die gecombineerd worden met de terugkomdagen. De doelstellingen van de terugkomdagen en de supervisie is beschreven. Voor duale studenten is de begeleiding beschreven in de individuele leerwerkovereenkomst die voor iedere duale student wordt opgesteld. Het auditteam heeft een aantal van deze overeenkomsten ingezien. In Artikel 4 van deze overeenkomsten is de begeleiding beschreven. Werkgever en hogeschool hebben beide verantwoordelijkheden in de begeleiding. De duale studenten werken minimaal 24 uur per week in de beroepspraktijk. De deeltijdstudenten worden begeleid conform de regels van de duale opleiding. Voor de Duitstalige deeltijdopleiding zijn afzonderlijke handleidingen SLB voor de propedeuse en de hoofdfase geschreven, bestemd voor studenten en docenten. 40/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

41 Het auditteam concludeert op basis van de documentatie die het heeft ontvangen dat de handleidingen van de Duitstalige opleidingsvariant vrijwel letterlijke vertalingen zijn van de Nederlandstalige handleidingen voor SLB. Duitse studenten kunnen sinds enige tijd ook een beroep doen op een studentenpsycholoog. Uit de gesprekken die het auditteam gevoerd heeft en de informatie die het heeft ontvangen leidt het auditteam af dat SLB veel aandacht krijgt. Studenten zijn in het algemeen positief over de begeleiding die ze krijgen. Wel zijn er verbeteringen mogelijk in de afstemming van begeleidingsdoelen tussen de leerjaren. De opleiding erkent dit zelf ook en onderzoekt hoe de afstemming verbeterd kan worden. De informatievoorziening aan studenten en medewerkers verloopt voor het grootste deel via HAN Insite en HAN Scholar. Via HAN Insite wordt informatie over roosters, roosterwijzigingen beschikbaar gesteld. HAN Scholar is de elektronische leeromgeving van de hogeschool. Scholar biedt in de eerste plaats informatie over de programmaonderdelen: studiehandleidingen, aanvullend studiemateriaal, opdrachten en dergelijke. Een belangrijk ander facet van Scholar is het onderdeel DPF (digitaal portfolio) waarin studenten hun persoonlijke portfolio bijhouden waarmee zij hun ontwikkeling naar professioneel beroepsbeoefenaar in beeld brengen. Ten behoeve van studieloopbaanbegeleiding verleent de student zijn begeleider toegang tot het ontwikkelingsportfolio; ten behoeve van beoordelen geeft de student de assessoren toegang tot het presentatiedeel van het portfolio. De studievoortgang wordt in een specifiek deel van Insite vastgelegd: het Student Informatie Systeem (SIS). Zowel de student als zijn begeleider heeft toegang tot de studieresultaten van de student, zodat diens voortgang gemonitord kan worden. Studenten zijn in het gesprek met het auditteam en in de tevredenheidsmetingen kritisch over de informatieverstrekking over roosters, roosterwijzigingen en studieresultaten. Uit de gesprekken met studenten is ook gebleken dat het management luistert naar hun klachten over deze aspecten, maar dat verbeterresultaten nog niet zichtbaar zijn. Overwegingen Het auditteam is van oordeel dat de informatievoorziening over de studievoortgang van de studenten goed is, al zijn de studenten zijn kritisch over enkele aspecten. De opleiding heeft al aangekondigd hierin verbeteringen aan te brengen. De begeleiding van studenten in het programmaonderdeel SLB en tijdens stages, duale trajecten en afstuderen is goed en afgestemd op de opleidingsvariant en de studiefase van de student. Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen als goed Samenvattend oordeel Voorzieningen Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp Voorzieningen positief. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 41/73

42 2.5 Interne kwaliteitszorg Evaluatie resultaten (facet 5.1) De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen De opleiding heeft een SPH kwaliteitszorgplan dat is afgeleid van het instituutsbrede Kwaliteitszorgplan ISS Dit laatste plan beschrijft instituutsbrede verantwoordelijkheden, bevoegdheden, afspraken, vragenlijsten en doelstellingen. Het SPH-plan beschrijft instrumenten, streefnormen, verwerking en archivering van evaluatieresultaten en terugkoppeling van resultaten aan belanghebbenden. In beide plannen wordt aandacht besteed aan het systeem van kwaliteitszorg, dat bestaat uit drie niveaus die gebaseerd zijn op de pdca-cyclus. De cyclus op niveau 1 heeft betrekking op de dagelijkse uitvoering van het onderwijs van de opleiding. Hiertoe behoren onder andere evaluaties van onderwijseenheden, van assessments, van relaties met de beroepspraktijk. Op niveau 2 is de evaluatie gericht op het verbeteren van de kwaliteit en samenhang in het curriculum. De curriculumcommissie, de opleidingscommissie en het managementteam van de opleiding spelen een rol in het bewaken van de kwaliteit. Niveau 3 heeft betrekking op de verantwoording van de onderwijskwaliteit aan op basis van HAN-kaders en het accreditatiekader. Voor ieder niveau zet de opleiding evaluaties in, waarvan de meest op niveau 1 en de minste op niveau 3 (namelijk uitsluitend de accreditatie). Op niveau 1 en 2 worden onder andere de volgende evaluatie-instrumenten ingezet: - Vragenlijsten voor evaluaties van onderwijseenheden - Evaluatie van assessment en studieloopbaanbegeleiding - Overleg met studentenraad over de evaluatieresultaten - Het landelijke studenttevredenheidsonderzoek over onderwijs en organisatie - Tweejaarlijkse enquête onder werkgevers en alumni - Overleg met de beroepenveldcommissie - Een medewerkerstevredenheidsonderzoek Het auditteam heeft inzage gehad in de meetinstrumenten en stelt vast dat ze van voldoende kwaliteit zijn om een beeld te krijgen van de behaalde resultaten voor de streefnormen. Naast een aantal meetbare streefdoelen voor rendementen (zie facet 6.2) heeft de opleiding een aantal evaluatiestreefdoelen geformuleerd. Er zijn streefnormen voor studenttevredenheid (80% van de respondenten is tevreden), de onderwijsintensiteit (minimaal 19 contacturen per week) en de medewerkertevredenheid (in de periode stijgt de streefnorm voor tevredenheid van 74% naar 78%). Belangrijke streefnormen voor tevredenheid over het onderwijs zijn beschreven in hoofdstuk 2.3 van het SPH Kwaliteitszorgplan : - Minimaal 50% van de respondenten heeft de enquête volledig ingevuld; - De gebruikte schaal is een vijfpuntsschaal en de streefnorm voor de score is gemiddeld een 3.0 met een maximale standaardafwijking van /73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

43 - Bij een score lager dan 3.0 moeten verbeteracties worden geformuleerd; bij een score hoger dan 3.5 hoeft geen actie ondernomen te worden; bij een score tussen 3.0 en 3.5 is aanvullende informatie vereist als de standaardafwijking groter is dan 1, en zijn verbeteracties vereist indien meer dan 25% respondenten een beoordeling tussen 0-3 geeft. Op het afnemen van evaluaties wordt toegezien door het management van het instituut. Het management legt verantwoording af door middel van gesprekken met het College van Bestuur over de evaluatieresultaten. Voor de organisatie van de evaluaties en de resultaten ervan op opleidingsniveau is 1.0 fte beschikbaar. Gedurende de twee jaar voorafgaande aan de visitatie zijn verbeteringen aangebracht in de sturing op de evaluaties. Belangrijk in dit verband is dat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het SPH Kwaliteitszorgplan zijn beschreven. Een actie die in het jaar van de visitatie loopt is het verhogen van het aantal respondenten per vragenlijst, door het aantal evaluaties te verminderen, zonder de continuïteit in gevaar te brengen. Ook aan de terugkoppeling van de resultaten aan de respondenten wil de opleiding meer aandacht besteden. Overwegingen Er zijn heldere streefnormen voor evaluatieresultaten geformuleerd in het kwaliteitszorgplan van de opleiding. Ook blijkt uit het materiaal dat het auditteam heeft ontvangen dat de opleiding serieus en regelmatig evalueert met adequate meetinstrumenten, aangevuld met gesprekken. Het kwaliteitssysteem is gebaseerd de pdca-cyclus. De opleiding heeft naar het oordeel van het auditteam een goed functionerend evaluatiesysteem Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen als goed. Maatregelen tot verbetering (facet 5.2) De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen Onder facet 5.1 is reeds beschreven dat het kwaliteitsdenken in de opleiding SPH is gebaseerd op de pdca-cyclus, die op drie niveaus is beschreven in het SPH Kwaliteitszorgplan De taken en verantwoordelijkheden zijn in dit plan beschreven. De onderwijsmanager is verantwoordelijk voor het functioneren van het kwaliteitszorgsysteem van de opleiding en hij heeft daartoe een aantal taken zoals het bewaken van het sluiten van de pdca-cyclus en het dragen van de eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs en de daarmee samenhangende aspecten. Het managementteam SPH draagt zorg voor de dagdagelijkse kwaliteit van het onderwijs, het sluiten van de pdca-cyclus op niveau 1 en de kwaliteit van de opleidingsdocumenten. De kwaliteitscoördinator van de opleiding is NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 43/73

44 verantwoordelijk voor het afnemen van de evaluaties, het analyseren van de resultaten en het rapporteren daarover. In het zelfevaluatierapport zijn diverse verbetermaatregelen genoemd die voortkomen uit evaluaties van het onderwijs. Studenten hebben in het gesprek met het auditteam bevestigd dat evaluaties en het bespreken ervan in de opleidingscommissie bijdragen aan kwaliteitsverbetering. Enkele voorbeelden van maatregelen die in de jaren voorafgaand aan de visitatie zijn genomen, zijn: - Verbeteringen in de studieloopbaanbegeleiding - Het trainen van assessoren - Vastleggen van veranderingen in de historie van een document - Nieuw beleid voor de verbetering van het taalniveau van allochtone studenten - Het invoeren en verbeteren van de Body of Knowledge. Naar aanleiding van kanttekeningen van het panel dat de opleiding in 2004 visiteerde, heeft de opleiding een reactie geformuleerd in Verbeteracties naar aanleiding van de SPH visitatie in Met de opmerking van het toenmalige panel dat er meer aandacht aan medische vakken gegeven moet worden, is de opleiding het eens. Binnen de inhoudelijke keuzes die gemaakt worden om het beoogde programma te realiseren is psychopathologie toegevoegd, een minor over verstandelijk gehandicapten bevat onderdelen verpleegkunde en in de minor verslavingskunde zijn medische aspecten opgenomen. Een aantal andere opmerkingen uit de visitatie van 2004 zijn meegenomen in de onderwijsvernieuwing die in 2004 HAN-breed is ingevoerd. Voorbeelden hiervan zijn: de samenhang in het programma, de gerichtheid op de beroepspraktijk, de invoering van SLB en de spreiding van de studielast over de jaren. Ook zijn de contacten met het werkveld versterkt en is de wijze waarop docenten in teams zijn georganiseerd aangepast. Het auditteam heeft met studenten en alumni van de Duitse en Nederlandse opleidingsvarianten en met werkveldvertegenwoordigers uit beide taalgebieden gesproken. Zij zijn unaniem van mening dat docenten en management van de opleiding open staan voor kritiek en daarop adequaat reageren. Studenten en alumni hebben ervaren dat docenten kritische opmerkingen over lesinhouden, onderwijswerkvormen of toetsing ter harte nemen verbeteringen aanbrengen. Werkveldvertegenwoordigers vinden dat hun aanbevelingen over beroepstaken, competenties en programma-inhouden worden verwerkt. De mening van de groepen waarmee het auditteam gesproken heeft, wordt niet volledig ondersteund door de resultaten van interne tevredenheidsonderzoeken. Krap de helft van de respondenten vindt dat er voldoende terugkoppeling plaats vindt van de onderwijsevaluaties. Vergelijkbare percentages gelden ook voor het oordeel over de wijze waarop de opleiding op klachten reageert. Positief is ongeveer 75% van de studenten over maatregelen die voortkomen uit onderwijsevaluaties. Voltijdstudenten zijn over het algemeen meer tevreden dan deeltijd- en duale studenten. Overwegingen De opleiding heeft bewezen in staat te zijn verbeteringen aan te brengen op basis van onderwijsevaluaties en veranderingen in de omgeving. Hoewel de terugkoppeling van evaluatieresultaten beter kan, is het panel van oordeel dat de opleiding goed naar studenten, 44/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

45 werkveld en docenten luistert. De verbeteringen dragen bij aan de realisatie van de streefdoelen. Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen als goed. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en en het beroepenveld (facet 5.3) Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen Medewerkers worden betrokken bij kwaliteitszorg door hun inbreng in de opleidingscommissie en de faculteitsraad waar het gaat om algemene kwaliteitsaspecten van de opleiding. Zeven docenten vormen de examenadviescommissie die belast is met het toezicht op de kwaliteit van de toetsen (zie ook facet 2.8). In de docententeams staat de kwaliteit van het onderwijs en het curriculum regelmatig op de agenda. Medewerkers kunnen hun eigen mening over de kwaliteit van de opleiding en de instelling kwijt in het tweejaarlijkse medewerkerstevredenheidsonderzoek. Het auditteam heeft inzage gehad in verslagen van de opleidingscommissie en stelt vast dat deze commissie regelmatig bijeenkomt en adviseert over de onderwijskwaliteit. Studenten geven hun oordeel over de kwaliteit van de opleiding in de eerste plaats door deel te nemen aan de onderwijsevaluaties en tevredenheidsonderzoeken. Verder kunnen studenten hun mening geven in de zogeheten jaarraden; overleggen waarin de klassenvertegenwoordigers van een studiejaar aandachtspunten waar mogelijk gebaseerd op evaluaties kunnen aandragen aan het opleidingsmanagement. De jaarraden komen acht keer per jaar bijeen. Om tot snelle verbeteringen te komen, kunnen ook docenten worden uitgenodigd. De verslagen van de jaarraden zijn voor studenten en medewerkers beschikbaar via HAN Scholar. Studenten zijn samen met een aantal docenten vertegenwoordigd in de Opleidingscommissie die vier keer per jaar bijeenkomt. De studenten vinden dat er goed naar hen geluisterd wordt en dat het opleidingsmanagement zorgvuldig met hun suggesties omgaat. De opleiding heeft ook initiatieven genomen om studenten te betrekken bij de ontwikkeling van nieuwe onderwijseenheden. Studenten kunnen in een overleg waarin ook de docenten-ontwikkelaars deelnemen hun ideeën over de inhoud van programmaonderdelen kwijt. Ook input uit de evaluaties van integrale opdrachten die aan het einde van lesperiodes onder leiding van de docenten plaatsvinden, wordt gebruikt om onderwijs te vernieuwen. De inbreng die alumni hebben in de kwaliteitsverbetering van de opleiding beperkt zich tot deelname aan de HBO-Monitor die zij anderhalf jaar na hun afstuderen kunnen invullen. Aan de Monitor van 2008 heeft 37% van de desbetreffende groep alumni deelgenomen. Een eigen alumnionderzoek levert te weinig respons op voor valide resultaten. De opleiding organiseert jaarlijkse alumnibijeenkomsten. Volgens NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 45/73

46 afgestudeerden gaat het daar echter hoofdzakelijk om reünie-achtige zaken en niet over de kwaliteit van de opleiding. De opleiding heeft twee beroepenveldcommissies: een Nederlandstalige en een Duitstalige. Met beide heeft het auditteam gesproken. De werkveldvertegenwoordigers zijn positief over de wijze waarop ze betrokken worden bij de opleiding. Niet alleen is de set competenties met het werkveld besproken, in 2008 zijn ook de doelstellingen van het vernieuwde onderwijs met het werkveld geëvalueerd. Het auditteam heeft op basis van vergaderstukken vastgesteld dat de werkveldcommissies regelmatig vergaderen en een goede afspiegeling vormen van het werkveld SPH. Enkele beroepsbeoefenaren worden betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van curriculumonderdelen. Bij de beroepstaak Onderzoek en Innoveren fungeert het werkveld als opdrachtgever en adviseert het over de beoordeling. Enkele ervaren beroepsbeoefenaren zijn als extern deskundige aanwezig bij een aantal afsluitende assessments. Zij maken een rapportage over het afstudeerniveau in het Verslag Externe Deskundigen. Het auditteam heeft het verslag over 2009 ingezien en stelt op basis daarvan vast dat de externe deskundigen zich uitspreken over de organisatie van het examen, de kwaliteit van het examen en de kwaliteit van de kandidaten. Overwegingen Studenten, medewerkers en werkveld worden naar het oordeel van het auditteam goed betrokken bij de interne kwaliteitszorg en het formuleren van verbeteringen. De inbreng van alumni is echter beperkt, terwijl er naar het oordeel van het auditteam voldoende mogelijkheden zijn om afgestudeerden intensiever bij de kwaliteit van de opleiding te betrekken. Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet als voldoende, gezien de kritische opmerking over de betrokkenheid van de alumni. Samenvattend oordeel Interne kwaliteitszorg Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp Interne kwaliteitszorg positief. 2.6 Resultaten Gerealiseerd niveau (facet 6.1) De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen De studenten tonen het bachelorniveau aan met behulp van het afsluitend assessment op niveau 3 en met een afstudeerproject voor de beroepstaak Onderzoek en Innovatie. 46/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

47 Het auditteam heeft van beide elementen een tiental uitwerkingen en beoordelingen ingezien. Het afsluitend assessment is gericht op de beoordeling van alle competenties en beroepstaken op niveau 3. Uit de documentatie die het auditteam heeft ontvangen blijkt dat alle competenties beoordeeld worden op het beoogde niveau. Ook blijkt uit de beoordelingsformulieren dat beoordelaars weinig toelichting geven op de gegeven beoordeling. Wel zijn de beoordelingen passend bij de kwaliteit van de door de student aangeleverde stukken, vindt het auditteam. De beroepstaken worden uitgevoerd in diverse settings die elk passend zijn bij de werkcontext van een SPH er. Het auditteam heeft beroepstaken gezien die voortkomen uit onder andere de gezondheidszorg, de jeugdhulpverlening, pleegzorg en vormingswerk in Nederland en Duitsland. Uit de documentatie voor de beroepstaken blijkt, naar het oordeel van het auditteam, dat studenten op niveau 3 in staat zijn de hulpverlening methodisch aan te pakken, te reflecteren op hun eigen handelen en daarin verbeteringen aan te brengen, te kunnen communiceren over de uitgezette strategie en muzisch-ludische elementen te gebruiken in hun aanpak. Wel vindt het auditteam dat er een te zwaar accent ligt op de eigen ontwikkeling van studenten en te weinig op het bereikte resultaat. In de afstudeerprojecten voor de beroepstaak Onderzoek en Innovatie wordt verslag gedaan van onderzoeken die studenten in groepsverband op diverse terreinen hebben gedaan. Het auditteam heeft tien voorbeelden van afstudeerprojecten ontvangen. Het stelt vast dat de beoordelingen van de projectverslagen consistent zijn en het niveau weerspiegelen. De projecten worden in groepsverband uitgevoerd en de beoordelingen worden op groepsniveau gegeven. Volgens de studenten wordt in de wekelijkse begeleidingsbijeenkomst de individuele inbreng van de groepsleden besproken. Deze individuele inbreng wordt niet beoordeeld wat het auditteam spijtig vindt. In de Duitstalige opleiding vindt wel individuele beoordeling plaats. De projecten die het auditteam heeft ingezien, worden onderzoekstechnisch adequaat uitgevoerd en ze hebben vernieuwende aspecten. Op een aantal technische aspecten dienen de rapportages echter te verbeteren: het gaat dan om taalgebruik, literatuurverwijzingen en notenapparaat. Als onderdeel van de kwaliteitszorg rondom het afstuderen laat de opleiding externe deskundigen een steekproef van 15% van de afstudeerwerken en assessments beoordelen. In het verslag van hun werkzaamheden in 2009 zijn de deskundigen positief over het niveau van de afstuderenden, de mate waarin afstuderenden theorie en praktijk kunnen verbinden en kennis kunnen toepassen en een visie op de beroepsuitoefening kunnen formuleren. De deskundigen vinden de afstuderenden geschikt als beginnend beroepsbeoefenaar. De werkveldvertegenwoordigers die het auditteam gesproken heeft, zijn zonder uitzondering positief over het niveau van de alumni van de opleiding. Zij waarderen met name de creatieve capaciteiten en de breedte van de opleiding zodat alumni op vele terreinen inzetbaar zijn. Positief is het werkveld ook over de mate waarin SPH ers systeemgericht kunnen werken. Als verbeterpunt brengt het werkveld in dat er studenten meer juridische kennis zouden moeten verwerven. De Nederlandse alumni zijn tevreden over de aansluiting van de opleiding op de beroepspraktijk. Met name hun creatieve oriëntatie die gericht is op de ontwikkeling van de cliënt is goed bruikbaar in de beroepspraktijk. Verder zijn ze positief over hun NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 47/73

48 reflectievermogen en hun vermogen om transfer tot stand te brengen. De alumni zijn ook positief over het competentiegerichte onderwijs, omdat daarmee de koppeling tussen theorie en praktijk versterkt is. Het Duitse werkveld is eveneens tevreden over de studenten die afstuderen aan de HAN SPH-opleiding. De werkveldvertegenwoordigers die het auditteam gesproken heeft vinden dat de alumni absoluut HBO-niveau hebben. Vergeleken met SPH ers die in Duitsland gestudeerd hebben, zijn de studenten van de HAN meer gericht op de praktijk, ze kunnen methodisch werken, en ze beschikken over reflectievermogen. Ook prijzen ze de oplossingsgerichte benadering die de studenten leren te gebruiken. Net als het Nederlandse werkveld vinden de Duitsers dat er meer aandacht besteed dient te worden aan juridische kennis en de werkwijzen van gerechtelijke instellingen. De Duitse alumni zijn eveneens positief over de opleiding die ze gevolgd hebben. Ook zij benadrukken de praktijkgerichte benadering. En ook zijn ze positief over de cliëntgerichte benadering, het inspelen op de hulpvraag van de cliënt en de gesprekstechnieken die daarbij horen. De opleiding sluit goed aan op de beroepspraktijk, waarin de Duitse deeltijdstudenten werken. De opleiding heeft een aantal interne onderzoeken laten uitvoeren naar het gerealiseerde niveau. Een van de lectoren concludeert uit onderzoek naar de kwaliteit van de afstudeerprojecten Onderzoek en Innovatie dat projecten voldoen aan de toetscriteria en bruikbaar zijn voor de instellingen. Wel zouden implementatieplannen verbeterd kunnen worden. Uit een masterthesis van een onderwijskundige blijkt dat studenten goed kunnen inschatten of ze competent zijn of niet; hun zelfbeeld blijkt grotendeels overeen te komen met de beoordeling die assessoren geven. Een van de docenten voert een promotieonderzoek uit naar de kennis van afgestudeerden. Voorlopige conclusies zijn dat afgestudeerden voldoende kennis verworven hebben, maar dat ze die niet altijd expliciet in hun werk gebruiken. Daardoor hebben afgestudeerden soms moeite zich te profileren binnen het werkveld. Uit gegevens van de HBO-Monitor (2008) blijkt dat afgestudeerden zich bekwaam achten om te werken in de beroepspraktijk en ze zijn positief over de aansluiting tussen opleiding en werk. De deeltijders zijn iets positiever dan de voltijdstudenten. Ook uit eigen onderzoek van de opleiding (uitgevoerd in 2008) blijkt dat afgestudeerden (toen nog van het oude curriculum) adequaat zijn opgeleid voor het werk in de beroepspraktijk. Overwegingen De gerealiseerde kwalificaties worden gemeten aan de hand van een assessment en een afstudeerproject. Daarmee legt de student verantwoording af over alle competenties, toegepast in een beroepscontext die hij zelf gekozen heeft. Hierop wordt de student individueel beoordeeld. Het afstudeerproject wordt in groepsverband uitgevoerd en de beoordeling geldt voor de groep. In de beoordelingen staat de ontwikkeling van de studenten centraal, het beoogde eindresultaat wordt niet altijd adequaat in beeld gebracht en beoordeeld. Het auditteam is van oordeel dat studenten in alle opzichten individueel op het eindniveau beoordeeld dienen te worden en dat niet alleen de ontwikkeling, maar ook het gerealiseerde niveau dient te worden beoordeeld. Het werkveld en de alumni zijn tevreden over de aansluiting tussen opleiding en praktijk en vinden de afgestudeerden beroepsbekwaam. 48/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

49 Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet op basis van de paar kritische opmerkingen in bovenstaande bevindingen en overwegingen als voldoende. Onderwijsrendement (facet 6.2) Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Bevindingen In het SPH Kwaliteitszorgplan zijn de definities en streefnormen voor rendementen geformuleerd. - Propedeuserendement: van de studenten die zijn ingestroomd in jaar t heeft na 2 jaar x% de propedeuse behaald (vt 72%, dt 74%, du 75%). - Hoofdfaserendement: van de studenten die in jaar t zijn ingestroomd in de hoofdfase (vanuit de propedeuse of door middel van zij-instroom) heeft na 5 jaar x% het diploma behaald (vt 84%, dt 90%, du 72%). - Opleidingsrendement: van de studenten die zijn ingestroomd in jaar t heeft na 5 jaar x% het diploma behaald (vt 71%, dt 68%, du 72%). - Gemiddelde studieduur van afgestudeerden: de studenten die zijn afgestudeerd in jaar t hebben gemiddeld x maanden over hun studie gedaan (vt 45, dt 42, du 40). - Gemiddelde studieduur van uitvallers: de studenten die waren ingeschreven in jaar t en die aan het eind van het jaar zijn uitgeschreven, waren gemiddeld x maanden ingeschreven bij de opleiding (vt 15, dt 18, du 18). De streefnormen zijn gebaseerd op een trendanalyse van de voorgaande studiejaren per opleidingsvariant. Streefnormen kunnen derhalve jaarlijks worden bijgesteld op basis van de trend. Uit de rendementsresultaten die in het zelfevaluatierapport van de opleiding zijn opgenomen blijkt dat de streefnorm voor het propedeuserendement zelden wordt gehaald. Het beeld is wisselend: in alle varianten wijken de rendementen enkele procenten tot een tiental procenten af. De beoogde hoofdfaserendementen worden in de duale en deeltijdvarianten niet gehaald. In de duale opleiding blijven de rendementen ver achter bij de streefnorm. In de voltijdse opleiding wordt de streefnorm echter wel gehaald. Voor het cohort 2005 zelf al drie jaar na instroom in de hoofdfase. De gemiddelde studieduur van zowel de afgestudeerden als de uitvallers blijft in het algemeen beneden de norm. Een enkele keer wordt de norm met enkele maanden overschreden. Het opleidingsrendement is in de periode na de visitatie van 2004 gestegen, zo blijkt uit SPH, Rapportage rendementen In 2009 is het opleidingsrendement van de opleidingsvarianten gemiddeld 66,6%. De deeltijd en duale opleiding scoren beter dan de voltijdse opleiding. Gemiddeld genomen hebben de opleiding de norm voor het opleidingsrendement niet gehaald, met uitzondering van een enkel cohort. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 49/73

50 Overwegingen Er zijn duidelijke rendementsstreefcijfers voor alle opleidingsvarianten geformuleerd. In lang niet alle gevallen worden de streefnormen gerealiseerd. In de variatie is geen trend waar te nemen. Conclusie Het auditteam beoordeelt het facet onderwijsrendement als voldoende omdat niet alle streefnormen worden gerealiseerd. Samenvattend oordeel Resultaten Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp Resultaten positief. 50/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

51 3 Bijlagen NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 51/73

52 52/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

53 Bijlage 1 Deskundigheden auditteam Deskundigheid cf. Protocol VBI s Lid auditteam: mevrouw M.A.W. Külman Lid auditteam: de heer prof. dr. A.L.T. Notten Studentlid auditteam: mevrouw S.L.P. Kennis Lid auditteam NQA: de heer W.A.J. van Uden Relevante werkvelddeskundigheid X X Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding Onderwijsdeskundigheid X X X X X X X Studentgebonden deskundigheid X Visitatie- of auditdeskundigheid X X X Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden: Mevrouw M.A.W. Külman Mevrouw Külman is voornamelijk ingezet vanwege haar kennis van het werkveld en haar vakdeskundigheid. Bovendien heeft zij expertise op het gebied van onderwijs door haar docentschap in de vakken maatschappelijk en cultureel werk aan de Hogeschool van Amsterdam. Zij heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs. Opleiding: Dagopleiding Kultureel Werk Voortgezette Opleiding, 2e fase Groepsmaatschappelijk Werk Doctoraal fase politicologie, niet afgesloten Diverse cursussen op het terrein van onderwijskunde, personeel en organisatie en financieel management Werkervaring: Diverse functies als maatschappelijk werkster Diverse functies binnen de Hogeschool van Amsterdam; Docent dagopleiding, Methodiek zowel maatschappelijk als cultureel werk. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 53/73

54 Diverse staf- en managementfuncties. Staffunctie personeel en organisatie (waaronder de leiding over herplaatsingsprocedures o.a. via HBO-Raad) Laatste functie directeur part-time opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening. Gedurende de gehele periode supervisor zowel de 1e als de 2e fase. Tevens meegewerkt aan zgn. contractactiviteiten op het terrein van personeel en organisatie en sociaal management Voorzitter beroepenveldcommissie maatschappelijk werk en dienstverlening Directeur Dienst Welzijn Alkmaar. Sectoren: Sociale Dienst en Welzijnsbeleid, Sport, Cultuur, Onderwijs Directeur Dienst Binnenstad te Amsterdam, de stadsdeelorganisatie van het centrum Van Amsterdam Commissaris Stichting Doen, één van de Beneficiënten van de Postcodeloterij President Commissaris NV Zeedijk, een ontwikkelingsbedrijf waarvan de gemeente Amsterdam de grootste aandeelhouder is Bestuurslid Stichting ENIP, En Nu Iets Positiefs, een project met en voor jongeren met een veelal Marokkaanse achtergrond gericht op het vinden van werk en hun integratie in de samenleving De heer prof.dr. A.L.T. Notten Prof. dr. A.L.T. (Ton) Notten is andragoloog. Ruim 25 jaar was hij tegelijkertijd docent aan de Universiteit van Amsterdam en docent/studieleider aan de Hogeschool van Amsterdam. Naast zijn professoraat in de Sociale agogiek bij de Vrije Universiteit Brussel, sinds 1998, is hij vanaf 2002 lector bij de Kenniskring met als specialisatie opgroeien in de stad. Zijn specialismen zijn grotestedenproblematiek, onderwijs- en jeugdbeleid en brede school, en vraagstukken rond fysieke sociale en economische herstructurering ( Sinds 1993 is hij voorzitter van de Vereniging tot Bevordering van de Studie der Pedagogiek ( Hij publiceerde ongeveer 250 wetenschappelijke, beroepsgerichte en journalistieke artikelen en (hoofdstukken van) boeken, in Nederland, België, Duitsland en Engeland. In 2004 verscheen zijn 'Overleven in de stad, Inleiding tot sociale kwaliteit en urban education' en in 2006 onder zijn redactie 'Een omgekeerd generatieconflict? De jeugd verdient de toekomst', beide uitgegeven door Garant. Daarnaast redigeerde hij de bundel 'De lerende stad. Het laboratorium Rotterdam (2008), over de ontwikkelingen in de sociale sector in Rotterdam sinds De heer Notten is ingezet als panellid vanwege zijn domeindeskundigheid op het gebied van grotestedenproblematiek en publieke dienstverlening. Hij heeft onderwijsdeskundigheid en relevante (internationale) werkvelddeskundigheid op het gebied van sociale en culturele agogiek, sociale pedagogiek en andragologie. Ook is hij bekend met lesgeven en beoordelen op het niveau van hoger onderwijs in de vakgebieden maatschappelijk werk en dienstverlening, omgangskunde, pedagogiek en maatschappijleer, en in de vakgebieden personeel en arbeid en sociaal pedagogische hulpverlening. Door zijn specialisatie in de grotestedenproblematiek is hij uitermate geschikt als panellid voor deze opleiding. De heer Notten heeft door zijn werkervaring bij verschillende onderwijsinstellingen kennis van de accreditatiesystematiek. Voor deze visitatie is hij aanvullend individueel geïnstrueerd door NQA. Opleiding: Gymnasium α Theologie (Eindhoven) Sociale wetenschappen (andragologie; psychologie en methodologie (Amsterdam)) 1988 Promotie (Amsterdam) 54/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

55 Werkervaring: Universiteit van Amsterdam Hogeschool van Amsterdam 1998 heden Vrije Universiteit Brussel 2002 heden Hogeschool Rotterdam Studentlid mevrouw S.L.P. Kennis Mevrouw Kennis is ingezet als studentlid. Zij volgt momenteel de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening bij het instituut Sociale Studies van Fontys Hogescholen. Mevrouw Kennis is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze visitatie is zij individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: VWO, Heerbeck College Best 2006 heden Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Fontsy Hogescholen Werkervaring: 2000 heden Oppassen (kinderen met stoornissen) 2005 heden Begeleider Woongroep, Kentalis Diversen: 2005 heden Diverse activiteiten als vrijwilliger: kamp met mensen met een beperking, begeleiding bij weekenden kinderen met autisme. Panellid NQA de heer W.A.J. van Uden De heer Van Uden is ingezet als NQA-auditor. Hij heeft diverse auditcursussen gevolgd en heeft ruime ervaring met visiteren in bijna alle sectoren van het hbo. De heer Van Uden heeft ervaring in het hoger beroepsonderwijs als docent in uiteenlopende sectoren, en als opleidingsmanager en beleidsmedewerker aan de Hogeschool Zeeland. In de periode van 2000 tot 2002 heeft hij als medewerker kwaliteitszorg gewerkt bij de afdeling kwaliteitszorg van de HBO-raad. Hij heeft dat werk voortgezet bij NQA, daarnaast is hij sinds 2001 zelfstandig communicatie-adviseur. Opleiding: Atheneum A Propedeuse Psychologie Lerarenopleiding Nederlands en geschiedenis 1981 Kandidaatsexamen Nederlands Nederlands MO B 1996 Postdoctorale opleiding Corporate communication in bedrijfskundig perspectief, Erasmus Universiteit 1994-heden diverse cursussen over onderwijsontwikkeling, toetsmethodieken, competentiegericht onderwijs, werkvormen, onderwijsmanagement en accreditatie NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 55/73

56 Werkervaring: Docent Nederlands/communicatie MBO 1991 heden Docent Communicatie Hogeschool Zeeland Opleidingsmanager opleiding Communicatie Hogeschool Zeeland (onderbreking 00-02) 2004 heden Beleidsadviseur kwaliteitszorg Hogeschool Zeeland, vanaf 2007 Manager Dienst Onderwijs 2001 heden Beleidsmedewerker Kwaliteitszorg HBO-raad, secretaris visitatiecommissies/auditor NQA 2001 heden Zelfstandig communicatie-adviseur 1997 heden Auteur en bewerker van studieboeken over communicatie en psychologie 56/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

57 Bijlage 2 Onafhankelijkheidsverklaring auditteam NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 57/73

58 58/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

59 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 59/73

60 60/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

61 Bijlage 3 Bezoekprogramma Tijdstip Programmaonderdeel Deelnemers (zie volgende pagina s) uur Ontvangst Materiaalbestudering uur gesprek met opleidingsmanagement uur gesprek met Duitse studenten uur gesprek met Nederlandse studenten uur lunchpauze intern beraad auditteam uur gesprek met docenten uur gesprek werkveld en alumni, Duitstalig uur gesprek werkveld en alumni, Nederlandstalig uur rondleiding, materiaalbestudering, intern overleg auditteam uur tweede gesprek opleidingsmanagement en afronding uur afsluitend overleg auditteam NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 61/73

62 Management Naam Kathelijne van Kammen Ans Gielen Rogier Vispoel Ton van Bakel Functie directeur Instituut Sociale Studies directeur Instituut Sociale Studies onderwijsmanager SPH teamleider SPH Studenten Nederlands Vooropleiding Sara van de Graaf, HAVO Karlijn de Vries, MBO Marlieke Snijder, HAVO Noreen Schotman, HAVO Wendy Vermulst, VT leerjaar 2 HAVO Maud Jeukens, VT leerjaar 2 HAVO Sanne Schepers, VWO Annelies Bressers, VT leerjaar 4 HAVO Margot van der Doelen, HAVO Janneke Robben, HAVO Meike Croonen, deeltijd 2de jaar MBO verpleegkunde niveau 4 Studenten Duits Vooropleiding Linda Stammel Abitur Birte Bockermann Staatlich anerkannte Erzieherin Dominik Neumann Abitur Sabine Stoffele Abitur + ausbildung Angelika Klepping Quick Abitur Afgestudeerden Nederlands Datum afstuderen Carlien de Klijn 1 juni 2009 Jennifer Voortjes 1 juni 2009 Jan van Gorp 31 januari 2009 Thomas Noordink 1 februari 2008 Afgestudeerden Duits Datum afstuderen Berta Janson 29 juni 2009 Jan Traeder 22 januari 2010 Monika Köster - Derer 29 juni 2009 Christiane Müller 15 juni 2007 Anne Paschmann - Köhler 22 januari /73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

63 Docenten / medewerkers Patricia Akkermans doceert studieonderdelen supervisie, studieloopbaanbegeleiding, docent integrale opdracht Onderzoek en Innovatie, conceptuele ondersteuning Leiding en begeleiding geven, vaardigheden/ Methodiek Leren en Ontwikkelen Carla Brouwer onderzoek en innovatie 4de jaar, conceptuele ondersteuning en projectbegeleiding Joyce Kat drama. supervisie Katja Koester Conceptuele ondersteuning, integrale opdracht, Theorie en methode Wytske Lankester Frans Leurs Iris te Paske Jan van Rosmalen muziek, integrale opdracht, hoorcollege minor creativiteitsontwikkeling integrale opdracht, conceptuele ondersteuning, afstudeerprojectbegeleiding Methodisch hulpverlenen: integrale opdracht, conceptuele ondersteuning, vaardigheden en methodieken, onderzoek en innovatie pedagogiek, creatief agogisch, integrale opdracht, vaardigheden methodiek, supervisie Peter Stascheit integrale opdracht, conceptuele ondersteuning, vaardigheden methodiek NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 63/73

64 Nederlands werkveld Instelling waar men werkzaam is functie in instelling aantal stagiairs begeleid Eric de Leeuw Pluryn - Jan Pieter Heije o.c. praktijkopleider Yvonne Aartsen Lindenhout beleidsmedewerker nee Paulien Koppes RIBW Nijmegen en opleidingscoördinator vanuit HBO -V, Rivierenland recent vanuit P&A Walter Verwegen GGZ Eindhoven praktijkopleider nauwelijks Peter Daemen Dichterbij, regio Gennep ondersteunen van mensen met een verstandelijke beperking Duits Werkveld Instelling waar men functie in instelling werkzaam is Dieter Rittinghaus Cordula Zywicki Guido Busch Neukirchener inder- und Jugenddorf (jeugdzorg) Neukirchener Erziehungsverein, Haus Elim (intramurale jeugdzorg) Caritas Dinslaken (daklozen en armoedebestrijding) Pädagogischer Leiter 6 Einrichtungsleitung 5 40 aantal stagiairs begeleid Fachbereichsleistung aktuell 10 Praktikantinnen und Praktikanten Volker Schoelen Siegfried Wolff Weezener Wellenbrecher (jeugdzorg jeugdcentrum) Jugendamt des Kreises Kleve - Jugendamt Leidinggevende jeugdcentrum Dipl. Sozialpädagoge, Kreissozialamtmann 2 jährlich 1-2 Praktikanten / innen Praktikanten oder Auszubildende vorhanden - jährlich 2-4 Auszubildende 64/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

65 Bijlage 4 Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal Overzicht 1 van 4: Documenten ter verzending aan NQA Verplichte items visitatiedocumenten Bron: NQA-Protocol 2010 bestaande Nr. en naam document SPH Vorm bacheloropleiding, versie /40 Zelfevaluatierapport 1. idem Digitaal + Hard copy De studiegids 2. Opleidingsstatuut ISS Hard copy Eén representatieve set van tenminste 10 eindwerkstukken, die het bachelor-niveau van de student tonen, met de gemotiveerde beoordeling ervan. Bij een clustervisitatie: 10 werken per opleiding. Verdeling beoordeling: 3 met een lage beoordeling (5,5 6,5), 4 in de middenmoot en 3 met een hoge beoordeling (8 of meer). Overzicht van de laatste 25 afstudeerwerkstukken (titel +plus cijfer) met het eindoordeel van de werkstukken. Houdt rekening met een evenredige verdeling over de varianten Het landelijk opleidingsprofiel, eventueel aangevuld met het eigen opleidingsprofiel, en de eindkwalificaties. 3. Bundeling van afstudeerproducten van de Beroepstaak Onderzoek & Innovatie van de voltijd, deeltijd en duale route. 4. Overzicht van AOD SPH (in totaal 25 items) 6. Vele takken, één stam, Kader voor de opleiding SPH, Hard copy Digitaal Digitaal Onderwijs- en examenregeling. 7. Opleidingsstatuut ISS Hard copy De cv s van docenten. De cv s mogen beknopt zijn, maar zeker niet geanonimiseerd. Zij bevatten minimaal informatie met betrekking tot: omvang dienstverband, functie, rollen (bijvoorbeeld. docent, SLB er), opleiding, werkervaring + wanneer, relevante nevenactiviteiten. Stage- en afstudeerhandleidingen De sleuteldocumenten: per onderwerp maximaal 2 documenten 8. Inventarisatie Personeel SPH, 2009 Digitaal 9. Stagewerkboek derdejaars stage SPH-voltijd S-route D/U Handleiding O en I (Onderzoek en innovatie) en T Handleiding O en I (Onderzoek en innovatie) 11. Bundeling van 12 sleuteldocumenten uit het ZER-SPH (Zie aparte gelijknamige lijst; overzicht 3/3) Digitaal Digitaal NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 65/73

66 Overzicht 2 van 4: Documenten ter inzage op visitatiedag (15 april 2010) Verplichte items visitatiedocumenten Bron: NQA-Protocol 2010 bestaande bacheloropleiding,versie /40 Beleidsdocumenten op opleidings- en hogeschoolniveau waaruit in kwalitatieve en kwantitatieve zin blijkt hoe in de afgelopen jaren aan de opleiding gestalte is gegeven en welk beleid de opleiding de komende jaren voor ogen heeft. Onderwijsbeleid en toetsbeleid. Studiemateriaal, zoals: Readers/syllabi (selectie) Moduleboeken en handleidingen of studiewijzers (compleet overzicht), (Stage- en afstudeer)handleidingen Literatuurlijst en boekenlijst + selectie van boeken (onderscheiden in verplicht en aanbevolen) Projectopdrachten (selectie). Een representatieve set van gemaakte toetsen (inclusief beoordelingen en feedback): Toetsen Opdrachten Portfolio s en assessments Stageverslagen Projectverslagen. Personeelsbeleid (o.a. functie- en kwalificatieprofielen, documentatie over functioneren en professionaliseren, scholingsplan). Informatie over het interne kwaliteitszorgsysteem: Beleid, overzicht van evaluatie-instrumenten, streefcijfers Recente evaluatierapporten (zowel intern als extern, inclusief de meetinstrumenten en de analyses) van aspecten van het onderwijs, zoals verslagen van gecommitteerden, evaluaties onder studenten en docenten, module-evaluaties, Nr. en naam document SPH 12. Kader voor de opleiding SPH HAN-Chassis onderwijskundig en organisatorisch kader voor de bacheloropleidingen, 2003 bijgesteld in 2006 en Activiteitenplan SPH Beleidsnotitie Toetsing en Beoordeling, HAN-ISS SPH Notitie Studieloopbaanbegeleiding 17. Beleidsnotitie Internationalisering 18. Kader voor de opleiding SPH Beleidsnotitie Toetsing en Beoordeling, Toetsbeleidsplan Instituut AS ISS-toetskader 22. Aanpassing toetskader ISS, Bundeling van studiemateriaal opleiding SPH 24. Bundeling van toetsproducten opleiding SPH 25. Personeels- en formatiebeleid SPH Strategisch Personeelsbeleid ISS ISS scholingsplan Mobiliteitsfonds, een loopbaan lang professional 29. Organisatiehandboek SPH Kwaliteitszorgplan ISS SPH Kwaliteitszorgplan HAN Kwaliteitszorg: Kader en instrumenten Bacheloropleidingen, Update mei Jaarverslag kwaliteitszorg SPH SPH Instroommonitor (2009) Vorm Hard copy Hard copy Hard copy Hard copy Hard copy Hard copy 66/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

67 Studententevredenheidsonderzoek, uitkomsten en analyses van evaluaties en verbeteractiviteiten. Samenstelling van relevante overlegorganen (opleidingscommissie, werkveldadviescommissie, examencommissie, stafoverleg, e.a.) statuten/reglementen en /notulen van de overlegorganen. Overzicht van externe contacten en aard van die contacten. Afstudeerproducten inclusief beoordelingen voor zover aanvullend op de reeds toegestuurde documenten, portfolio s, stagewerkstukken/-verslagen of andere producten. De meest recente voorlichtingsbrochure en overig relevant voorlichtingsmateriaal. Alle overige documenten waar de opleiding in het zelfevaluatierapport naar verwijst. 35. Exitonderzoek Verslag deelproject rendementen 36. Onderwijseenhedenevaluaties Studententevredenheidsonderzoek Medewerkerstevredenheidsonderzoek HBO-Monitor Jaarevaluaties Jaarlijkse vragenlijsten Enquête summatieve toetsing SPH analyse alumni- en werkveldonderzoek Nederlands en Duits, Verslag externe deskundigen, 2009 Wieden en Poten, Resultaten project onderwijsverbetering ISS, Verbeteracties naar aanleiding van de SPH visitatie in Activiteitenplan SPH Overzicht van besluitvormings- en adviescommssies Instituut AS 48. Overzicht van externe contacten opleiding SPH 49. Bundeling van (afstudeer)producten (voor zover niet reeds in bezit) 50. Voorlichtingsbrochure: Bacheloropleidingen Voltijd, Deeltijd, Duaal HAN Gedrag en Maatschappij. 51. Bundeling bewijsdocumenten Zelfevaluatierapport (Overzicht 4/4) Hard copy Hard copy Hard copy Hard copy Hard copy NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 67/73

68 verzicht 3 van 4: Sleuteldocumenten ter verzending met het zelfevaluatierapport NVAO-onderwerp Naam sleuteldocument 1. Doelstellingen 1. Kader voor de opleiding SPH, De creatieve professional, Programma 3. Handleiding Toetsing en Beoordeling Domein Sociale studies, Opleiding SPH, Opleidingsstatuut ISS, Inzet Personeel 5. Strategisch Personeelsbeleidsplan ISS Organisatiehandboek SPH 4. Voorzieningen 7. Studenthandleiding Studieloopbaanbegeleiding Propedeuse Voltijd Inventarisatie voorzieningen communicatie SPH Interne Kwaliteitszorg 9. SPH Kwaliteitszorgplan Activiteitenplan SPH, Resultaten 11. SPH Analyse alumni- en werkveldonderzoek Nederlands en Duits Rapportage_rendementen_SPH_ /73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

69 Overzicht 4 van 4: Overige bewijsdocumenten zoals vermeld in het zelfevaluatierapport NVAO-onderwerp Inleiding ZER Doelstellingen Programma Naam bewijsdocument (alfabetisch geordend) - Activiteitenplan SPH Evaluatie HOF-onderwijs, HAN-Chassis onderwijskundig en organisatorisch kader voor de bacheloropleidingen, 2003, bijgesteld in 2006 en HBO-Monitor Jaarlijkse vragenlijst SPH Medewerkerstevredenheidsonderzoek Onderwijseenhedenevaluaties - Studententevredenheidsonderzoek Verbeteracties naar aanleiding van de SPH visitatie in De Creatieve professional, Duitstalige Deeltijd SPH Uitgangspunten, HAN-Chassis onderwijskundig en organisatorisch kader voor de bacheloropleidingen, 2003, bijgesteld in 2006 en HBO-Monitor J. van Rosmalen (2000). Het woord aan de verbeelding. Houten/Dieghem: Bohn Stafleu Van Loghum - Kader voor de opleiding SPH Kwaliteitszorgplan ISS Notulen Beroepenveldcommissie d.d Onderzoek lector M. v. Hattum t.a.v. het afstudeerproject / beroepstaak Onderzoek en Innovatie in Onderzoeksrapport Dr. M.J.C. van Hattum, Opleidingsstatuut ISS, Profilering Agogisch Domein, Propedeuse- en Hoofdfaseboek SPH , bijlage 1) - Protokoll vom Treffen der deutschen Arbeitsfeldkommission SPH Teilzeit am Rapportage cesuren niveau 3 ISS, NDO, Rapportage cesuren niveau 3, SPH, NDO, SPH analyse alumni- en werkveldonderzoek Nederlands en Duits, Trendstudie Verweij Jonker Instituut, Vele takken, één stam, Aanpassing toetskader ISS, Activiteitenplan SPH Assessorenpakket 2009/ Beleidsnotitie Internationalisering - Beleidsnotitie Toetsing en Beoordeling, Docenthandleidingen Methodisch hulpverlenen Teilzeit jaar 2 niveau 2 en 3 - Eindrapportage BOK-project, Enquête summatieve toetsing Evaluatie HOF-onderwijs, Exitonderzoek Verslag deelproject rendementen - HAN-Chassis onderwijskundig en organisatorisch kader voor de bacheloropleidingen, 2003, bijgesteld in 2006 en Handleiding Konzeptuelle Unterstützung Methodisch Handeln - Handleiding Toetsing en Beoordeling Handleiding voor de praktijk SPH duaal HBO-Monitor Hoofdfaseboek SPH IMI rapportage, SCO - Instroomprocedure SPH Deeltijd Duits deel 1 - Instroomprocedure SPH Deeltijd Duits deel 2 - ISS-toetskader - J. van Rosmalen (2000). Het woord aan de verbeelding. Houten / Dieghem: Bohn Stafleu Van Loghum - Jaarevaluaties SPH Jaarlijkse Vragenlijst SPH Kader van de opleiding SPH Kennis leren in competentiegericht hoger beroepsonderwijs, M. van Bommel NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 69/73

70 Inzet Personeel - Kindermishandeling; meldplicht een must? in: Sozio nr 88 juni Kwaliteitszorgplan ISS Macro bestudering O&I eindproducten, Onderwijseenheid Signalieren und Prävention (Signaleren en actie ondernemen) - Onderzoeksrapport Dr M.J.C. van Hattum, Opleidingstatuut ISS Personeelsinventarisatie SPH Pilot kennistoetsing eerste jaar Probleemjongeren: wie is verantwoordelijk: ouders of kind? in: Perspectief, 17 e jaargang nr. 2 maart Projectrapportage HAN-EVC - Propedeuseboek SPH Randvoorwaarden Roostering SPH, Rapportage cesuren niveau 3 ISS, NDO, Rapportage cesuren niveau 3, SPH, NDO, SPH analyse alumni- en werkveldonderzoek Nederlands en Duits, SPH Instroommonitor (2009) - SPH Kwaliteitszorgplan SPH Organisatiehandboek, SPH Studenthandleiding Studieloopbaanbegeleiding, voltijd propedeuse, Studententevredenheidsonderzoek 2008 en Studenthandleiding vierde jaar SPH voltijd, Professionaliteit demonstreren Beroepstaak Onderzoek en Innovatie - Studenthandleidingen tweede jaar Methodische Hilfe - Verslagen BVC en praktijkbegeleiders - Wieden en Poten, Resultaten project onderwijsverbetering ISS, Activiteitenplan Checklist nieuwe medewerkers - Format R&O-gesprekken - Handleiding Konzeptuelle Unterstützung Methodisch Handeln - HBO-Monitor Inventarisatie Personeel SPH, ISS scholingsplan J. van Rosmalen (2000). Het woord aan de verbeelding. Houten / Dieghem: Bohn Stafleu Van Loghum - Jaarevaluaties Jaarlijkse vragenlijsten - Kwaliteitszorgplan ISS Maatregelen die genomen worden door het instituut n.a.v. PMO rapportage Medewerkertevredenheidonderzoek Mobiliteitsfonds, een loopbaan lang professional - Organisatiehandboek SPH Periodiek Medisch Onderzoek Personeels- en formatiebeleid SPH RMA SPH Kwaliteitszorgplan Strategisch Personeelsbeleidsplan ISS Studententevredenheidsonderzoek 2008 en /73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

71 Voorzieningen Interne Kwaliteitszorg Resultaten - Activiteitenplan Activiteitenplan , pagina 5 - Een plattegrond van de Kapittelweg: plattegrond_kapittel_bg.jpg - GGM-Overzicht_onderwijsruimtes_met_voorzieningen_ _versie_21_08_2009_2_.doc - HAN-ISS SPH Notitie Studieloopbaanbegeleiding - Inventarisatie voorzieningen communicatie SPH, Jaarevaluaties Jaarlijkse vragenlijsten Jaarverslag kwaliteitszorg SPH Kader van de opleiding SPH, Kwaliteitszorgplan ISS Medewerkerstevredenheidsonderzoek Opleidingsstatuut Domein Sociale Studies Studententevredenheidsonderzoek - Studententevredenheidsonderzoek Studenthandleiding Studieloopbaanbegeleiding Voltijd, propedeuse, Studieloopbaanbegeleiding in het hart van het domein, Tarievenboek SPH versie 5 - Vergaderschema SPH - Activiteitenplan SPH HAN Kwaliteitszorg: Kader en instrumenten Bacheloropleidingen, Update mei Jaarevaluaties - Jaarverslag kwaliteitszorg SPH Kwaliteitszorgplan ISS Notulen curriculumcommissie ISS - Onderwijseenhedenevaluaties Opleidingsstatuut ISS Protokoll vom Treffen der deutschen Arbeitsfeldkommission SPH Teilzeit am Rapportage Management Afspraken - SPH Kwaliteitszorgplan Studententevredenheidsonderzoek Studenthandleiding Methodisch hulpverlenen 1, Contact leggen en analyseren, onderwijseenheid Verbeteracties naar aanleiding van de SPH visitatie in Verslagen jaarraden op Insite: htps://scholar.han.nl/sites/8-iss-sph- HF2DtDuMik/default.aspx - Evaluatie HOF-onderwijs, Handleiding Toetsing en beoordeling SPH HBO-Monitor Hoofdfaseboek SPH Kader van de Opleiding SPH Kengetallen voor kwaliteitszorg en accreditatie Managementcontract Onderzoeksrapport Dr. M. J. C. van Hattum - Onderzoeksvoorstel M.v.Bommel. - Opleidingsstatuut ISS Propedeuseboek SPH Rapportage Rendementen SPH 2005 t/m 2009 (2009) - Rendementscijfers HBO-raad - SPH analyse alumni- en werkveldonderzoek Nederlands en Duits, SPH kwaliteitszorgplan Thesis L. Ruijs. - Verslag externe deskundigen, Wieden en Poten, Resultaten project onderwijsverbetering ISS, 2009 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 71/73

72 72/73 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

73 Bijlage 5 Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties Het domeinspecifieke referentiekader is te vinden op de website van de HBO-raad: Competentie 11 is de profilering van de opleiding. NQA - HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 73/73

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van bestuur Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING MARIANNE KOK/HERBERT WOLDBERG/HVA Toelichting bij opt opstelellen van eindkwalificaties van een opleiding bij de HvA 1 Het opleidingsprofiel: De beroepspraktijk draagt

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten Document / Informatie P = Prettig ; N = Noodzakelijk Algemene input voor schrijven zelfevaluatie 1. (P) Interne rapport tussentijdse audit op onderwijskwaliteit/accre-ditatiewaardigheid Suggesties NQA

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 B ZWOLLE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Media,

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. HBO-Bacheloropleidingen Chemie Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. HBO-Bacheloropleidingen Chemie Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek Hogeschool van Arnhem en Nijmegen HBO-Bacheloropleidingen Chemie Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek Netherlands Quality Agency (NQA) september 2010 2/67 NQA - HAN: audit bestaande hbo-bachelor geclusterde

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten Versie 1.0/ november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Elektrotechniek, hbo-bachelor; Croho: 34267 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 27 mei 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2008

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009 Bi Bijlage 2 Protocol toetsing Associatedegreeprogramma door de NVAO 15 december 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Toets Associate-degreeprogramma in de hbo-bachelor 4 2.1 2.2 Criteria De status van de bacheloropleiding

Nadere informatie

Bijlage A Competenties van de opleiding

Bijlage A Competenties van de opleiding Bijlage A Competenties van de opleiding A.1 Curriculum opleiding Werktuigbouwkunde Bouwstenen Stenden Hogeschool heeft de strategische keuze gemaakt om al haar opleidingen op te bouwen met behulp van (deels

Nadere informatie

Fontys Hogescholen. HBO-Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Fontys Hogescholen. HBO-Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening Fontys Hogescholen HBO-Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, juli 2010 2/61 NQA Fontys Hogescholen: audit bestaande hbo-bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek Studiejaar 2013-2014 Algemeen 1. Deze bijlage bij het algemene gedeelte van de Onderwijs- en examenregeling van Codarts is van toepassing

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool ,nvao r nederlands-vlaam se accreditatie organisatie S uif Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool datum

Nadere informatie

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek.

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek. Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek. WGV Oost Deventer, 20 maart 2013 Attie Valkenburg van Roon, projectleider Master Zorg voor

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. HBO-Bachelor Facility Management

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. HBO-Bachelor Facility Management Hogeschool van Arnhem en Nijmegen HBO-Bachelor Facility Management Netherlands Quality Agency (NQA) Juli 2010 2/83 NQA HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Facility Management Managementsamenvatting

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool College van bestuur Haagse Hogeschool Postbus 13336 2501 EH DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van

Nadere informatie

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE 28-03-2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Betreft: Fontys Hogescholen, Tilburg Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek

Nadere informatie

Kritische reflectie voor de beperkte opleidingsbeoordeling. (naam opleiding) (naam Academie) Avans Hogeschool. Colofon

Kritische reflectie voor de beperkte opleidingsbeoordeling. (naam opleiding) (naam Academie) Avans Hogeschool. Colofon Kritische reflectie voor de beperkte opleidingsbeoordeling (naam opleiding) (naam Academie) Avans Hogeschool Colofon datum. schrijver status. ii Kritische Reflectie (naam opleiding) (maand + jaar) Avans

Nadere informatie

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. {nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. datum 29

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Logistiek en Economie Logistiek en Technische Vervoerskunde

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Logistiek en Economie Logistiek en Technische Vervoerskunde Hogeschool Rotterdam HBO-Bachelor Logistiek en Economie Logistiek en Technische Vervoerskunde Netherlands Quality Agency (NQA) juli 2010 2/85 NQA - HRO: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen LE en LTV

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016

Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016 Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel

Nadere informatie

Beoordelen in het HBO

Beoordelen in het HBO Beoordelen in het HBO Eef Nijhuis Saxion Joke van der Meer HAN RIZO 12 maart 2013 Competentiegericht leren Competenties bepalen de inhoud van leren en toetsen Leren en beoordeling zijn gericht op effectief

Nadere informatie

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 GB ZWOLLE Besluit datum 10 februari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde van de Christelijke

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool ,nuao r nederlands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool datum 29 september 2017 onderwerp

Nadere informatie

Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Personeel en Arbeid

Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Personeel en Arbeid Hogeschool Arnhem en Nijmegen Personeel en Arbeid Netherlands Quality Agency (NQA) september 2010 2/57 NQA HAN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid Managementsamenvatting Dit rapport

Nadere informatie

Management & Organisatie

Management & Organisatie Management & Organisatie Algemeen De opleiding Bedrijfskunde MER (deeltijd) wordt verzorgd door het Instituut voor Bedrijfskunde, Hanzehogeschool Groningen. Steeds meer krijgen organisaties te maken met

Nadere informatie

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE Raad van bestuur Saxion Hogescholen Postbus 70000 7500 KB ENSCHEDE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Informatiedienstverlening

Nadere informatie

(versie d.d. 28 september 2005) Protocol toetsing kort programma in de hbo-bacheloropleiding door de NVAO 13 september 2005

(versie d.d. 28 september 2005) Protocol toetsing kort programma in de hbo-bacheloropleiding door de NVAO 13 september 2005 (versie d.d. 28 september 2005) Protocol toetsing kort programma in de hbo-bacheloropleiding door de NVAO 13 september 2005 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2501 CD The Hague

Nadere informatie

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie. Rapportageformat Instrument Keurmerk HAN ILS en samenwerkingsscholen Versie VO, oktober 2014 Standaard 1. De samenwerkingsschool in relatie tot de kwaliteit van de leerwerkomgeving van de lerende Deze

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus 5375 6802 EJ ARNHEM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Instituut voor Sociale Opleidingen

Instituut voor Sociale Opleidingen Instituut voor Sociale Opleidingen Naar een nieuwe opleiding Social Work In september 2016 start Hogeschool Rotterdam met de nieuwe opleiding Social Work. Dit betekent dat eerstejaars studenten (die in

Nadere informatie

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Civiele Techniek

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Civiele Techniek AVANS Hogeschool HBO-Bachelor Civiele Techniek Netherlands Quality Agency (NQA) December 2010 2/57 NQA - Avans Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen Civiele Techniek Managementsamenvatting

Nadere informatie

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Bachelor of Business Administration (MER opleiding) Bachelor of Business Administration (MER opleiding) voor decentrale overheden Het Onderwijs De Bachelor of Business Administration voor decentrale overheden (Management, Economie & Recht, MER) wordt aangeboden

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016 Ontwerpkaders: Onderwijs Versie 1.0/november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832). nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit datum 28 april 2017 onderwerp Besluit TN Ad-programma Online Marketing en Sales van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (005058) uw kenmerk

Nadere informatie

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport Hogeschool Dirksen B.V. De heer D. van der Mark, directeur Postbus 3090 6802 DB ARNHEM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie studiejaar 20172018 Inhoud REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS... 1 1. Positie en benoeming externe

Nadere informatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd Titel vak: Praktijk 8 Kwartaal: 4 Voltijd/deeltijd: Deeltijd Studiejaar: 2 Datum versie: April 2013 ECTS: 5 Assessoren: Vakcoördinator: Caroline Zijlstra, Chris

Nadere informatie

Communicatie voor juristen. mevrouw drs. D. van der Wagen. Communicatie voor juristen. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Communicatie voor juristen. mevrouw drs. D. van der Wagen. Communicatie voor juristen. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct Titel Onderwijseenheid (OWE) Code OWE Eigenaar OWE Communicatie voor juristen COJE 1 Opleiding HBO-Rechten 2 Doelgroep: variant(en) VT / DT / DU / EL mevrouw drs. D. van der Wagen E-learning Cluster A-cluster

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,

Nadere informatie

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor , nvao v nederlands - viaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Pedagogisch Management Kinderopvang van de Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

Alliantie Kunsten Fontys Zuyd. Master Kunsteducatie

Alliantie Kunsten Fontys Zuyd. Master Kunsteducatie Alliantie Kunsten Fontys Zuyd Master Kunsteducatie Netherlands Quality Agency (NQA) Maart 2011 2/57 NQA audit bestaande hbo-masteropleiding Master Kunsteducatie Managementsamenvatting Dit rapport is het

Nadere informatie

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd 2019 2020 Sociaal Werk Bachelor of Social Work - Voltijd In het kort Als sociaal werker bied jij ondersteuning aan mensen die in de problemen zitten en er, ook met hulp van familie en bekenden, niet meer

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 05-06 Master Pedagogiek CROHO-nummer 443 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: Zorg en Welzijn Versie: Concept besproken met AO-M.Peda 8-4-5 / definitief

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim. HBO-Bacheloropleiding Accountancy

Christelijke Hogeschool Windesheim. HBO-Bacheloropleiding Accountancy Christelijke Hogeschool Windesheim HBO-Bacheloropleiding Accountancy Netherlands Quality Agency (NQA) Juni 2011 2/60 NQA - Chr. Hs. Windesheim: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Accountancy Managementsamenvatting

Nadere informatie

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832). nvao w nederlands -vlaa m se accreditatieorganisatie sluit Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Juridisch medewerker van de Hogeschool van

Nadere informatie

Stenden Hogeschool. HBO Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Stenden Hogeschool. HBO Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening Stenden Hogeschool HBO Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening Netherlands Quality Agency (NQA) November 2010 2/79 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH Managementsamenvatting

Nadere informatie

1. Interpersoonlijk competent

1. Interpersoonlijk competent 1. Interpersoonlijk competent De docent BVE schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer in het contact met deelnemers en tussen deelnemers, en brengt een open communicatie tot stand. De docent BVE geeft

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. HBO Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Hogeschool Rotterdam. HBO Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening Hogeschool Rotterdam HBO Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening Netherlands Quality Agency (NQA) December 2010 2/61 NQA - Hs. Rotterdam: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim. HBO-Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Christelijke Hogeschool Windesheim. HBO-Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening Christelijke Hogeschool Windesheim HBO-Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening Netherlands Quality Agency (NQA) September 2010 2/69 NQA - Hs. Windesheim: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal

Nadere informatie

COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017

COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017 COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017 1 DOCENTEN AAN HET WOORD Wat is adequaat bewijs om competenties aan te tonen? Hoe kom ik tot een intersubjectief

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

Voor intern gebruik bij een opleiding wordt gerapporteerd over alle stellingen, vragen, toelichtingen enz.

Voor intern gebruik bij een opleiding wordt gerapporteerd over alle stellingen, vragen, toelichtingen enz. Standaardisatie en formulering stellingen en vragen voor module evaluaties VHL versie 27 maart 2011 Inleiding In het voorjaar van 2010 is het project Standaardiseren module evaluaties VHL breed o.l.v.

Nadere informatie

Intercultureel vakmanschap in de stage

Intercultureel vakmanschap in de stage Handreiking C Intercultureel vakmanschap in de stage Handreiking voor hsao-opleidingen en stageverlenende instellingen in de jeugdzorg HBO-raad, oktober 2012 Project intercultureel vakmanschap in het hsao

Nadere informatie

Certificering pabo-studenten voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs Door: Bestuur OGO-Academie september 2014

Certificering pabo-studenten voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs Door: Bestuur OGO-Academie september 2014 Certificering pabo-studenten voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs Door: Bestuur OGO-Academie september 2014 Inleiding De certificering wordt door de OGO-Academie uitgevoerd. De pabo s zijn verantwoordelijk

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit datum 19 januari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde ons kenmerk NVAO/20050113/CT

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirectie op 14 maart 2016. Instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 4 juli 2016. Deze versie treedt in werking op 1

Nadere informatie

Besluit. - bijzonder Accountantscontrole en Hoogleraar-directeur Postdoctoral Accountants- en Controllorsopleiding, Universiteit Maastricht;

Besluit. - bijzonder Accountantscontrole en Hoogleraar-directeur Postdoctoral Accountants- en Controllorsopleiding, Universiteit Maastricht; se accr editat eorgan sat e Christelijke Hogeschool Windesheim College van bestuur Postbus 10090 sooo B ZWOLLE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hbo-bacheloropleidingen Bouwkunde, Civiele Techniek Ad-progamma s Directievoering Civieltechnische Projecten Projectvoorbereiding en Realisatie Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Arnhem en Nijmegen Hogeschool Arnhem en Nijmegen Opleiding: Management in Zorg, hbo-bachelor Locatie: Nijmegen Croho: 34538 Varianten: deeltijd Visitatiedatum: 26 juni 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december

Nadere informatie

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2015-2016

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2015-2016 10 FACULTAIRE OER: FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirecteur op 2 maart 2015 Met nstemming van de facultaire medezeggenschapsraad A. Nadere facultaire invulling van

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Breda. HBO-Bachelor Technische Informatica

Avans Hogeschool, Breda. HBO-Bachelor Technische Informatica Avans Hogeschool, Breda HBO-Bachelor Technische Informatica Netherlands Quality Agency (NQA) Juli 2011 2/57 NQA Avans, Breda: Audit bestaande hbo-bacheloropleiding Technische Informatica Managementsamenvatting

Nadere informatie

NHL Hogeschool. HBO-Bachelor Communicatie

NHL Hogeschool. HBO-Bachelor Communicatie NHL Hogeschool HBO-Bachelor Communicatie Netherlands Quality Agency (NQA) December 2010 2/67 NQA - NHL Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Communicatie Managementsamenvatting Dit rapport

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 014-015 Master Pedagogiek CROHO-nummer 44113 deeltijd 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1. Informatie en communicatie...

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006 Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Personeel en Arbeid, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Alkmaar, Amsterdam, Den Haag, Haarlem, Rotterdam en Utrecht. Visitatiedatum: 8 november 2006 Netherlands

Nadere informatie

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013 KIT: KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs Zelfevaluatie-instrument voor docenten Website: www.kwaliteit-toetsprogramma.nl conceptversie 14-03-2013 In onderstaand schema vindt

Nadere informatie

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Master Healthy Ageing Professional (MHAP) 1. Basisgegevens Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens Nieuwe Nieuw Ad programma X Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1

Nadere informatie

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Bouwkunde en Bouwtechnische Bedrijfskunde

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Bouwkunde en Bouwtechnische Bedrijfskunde AVANS Hogeschool HBO-Bachelor Bouwkunde en Bouwtechnische Bedrijfskunde Netherlands Quality Agency (NQA) December 2010 2/61 NQA - Avans Hs.: audit bestaande hbo-bachelor Bouwkunde en Bouwtechnische Bedrijfskunde

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM College van bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-master Integraal Leiderschap

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor pedagogiek van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief) Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS)

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS) Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische (RAOS) Wat? (Kwaliteitsstandaarden NVAO) Hoe? Wanneer? Door wie? Bij wie? Output Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties 1. De heeft een geëxpliciteerde

Nadere informatie

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 NVAO 10 juni 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Definitie 6 3 Toetsingskaders 7 4 Werkwijze 12 pagina 2 1 Inleiding 1.1 Vooraf Beoordeling kwaliteit opleidingsschool

Nadere informatie

AVANS Hogeschool. Personeel & Arbeid s-hertogenbosch

AVANS Hogeschool. Personeel & Arbeid s-hertogenbosch AVANS Hogeschool Personeel & Arbeid s-hertogenbosch Netherlands Quality Agency (NQA) augutus 2010 2/64 NQA AVANS: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel & Arbeid s-hertogenbosch Managementsamenvatting

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Informatie voor assessoren bij het 2 e jaars gedragsassessment

Informatie voor assessoren bij het 2 e jaars gedragsassessment Hogeschool van Amsterdam Informatie voor assessoren bij het 2 e jaars gedragsassessment Bachelor: Sociaal Pedagogische Hulpverlening Voltijd Domein: Maatschappij en Recht December 2012 1. Inleiding Deze

Nadere informatie

NHL Hogeschool. HBO-Bachelor: Cluster Bouwkunde, Civiele Techniek & Verkeerskunde

NHL Hogeschool. HBO-Bachelor: Cluster Bouwkunde, Civiele Techniek & Verkeerskunde NHL Hogeschool HBO-Bachelor: Cluster Bouwkunde, Civiele Techniek & Verkeerskunde Netherlands Quality Agency (NQA) December 2010 2/61 NQA audit bestaande hbo-bacheloropleidingen Bouwkunde, Civiele Techniek

Nadere informatie

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie voltijd en deeltijd

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie voltijd en deeltijd Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie voltijd en deeltijd Saxion Hogeschool IJselland Instituut Ruimtelijke Ordening en Milieu Rapport ten behoeve

Nadere informatie

BEOORDELING BESTAANDE EXPERIMENTEN LEERUITKOMSTEN

BEOORDELING BESTAANDE EXPERIMENTEN LEERUITKOMSTEN NVAO NEDERLAND BEOORDELING BESTAANDE EXPERIMENTEN LEERUITKOMSTEN PROTOCOL APRIL 2019 Inhoud Inleiding... 3 1 Standaarden... 4 1.1 Toepassing standaarden... 4 1.2 Standaarden voor de beperkte beoordeling...

Nadere informatie

: 8 maart 2016 : 3 juni 2016

: 8 maart 2016 : 3 juni 2016 ,nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot een oordeel positief onder voorwaarden van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Sportmanagement van

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN College van bestuur Hogeschool Leiden Postbus 382 2300 AJ LEIDEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Personeel en Arbeid

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: HBO-Rechten, bachelor Locaties: Arnhem en Nijmegen Croho: 39205 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 8 april 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs OCW Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs 22 mei 2003/Nr. WO/BS-2003/24136-I Nederlandse Accreditatie Organisatie 1 Opbouw toetsingskader Het toetsingskader voor nieuwe opleidingen in het hoger

Nadere informatie