Verslag excursie kwalificeren en dimensioneren in Wallonië (Be) en Saarland (Du) juni 2012
|
|
- Kurt Jacobs
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Verslag excursie kwalificeren en dimensioneren in Wallonië (Be) en Saarland (Du) juni 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inleiding 3 Wat is de qd-methode? 3 Hoe past men de qd-methode toe? 4 - Vestigingsfase - Kwalificeringfase - Dimensioneringsfase - Rijpingsfase Dieper ingaan op fasen en diverse boomsoort afhankelijke zaken 4 - vestigingsfase: - concurrentie - bescherming van jonge boompjes tegen (ree)wild - het planten van clusters jonge bomen, zogenaamde klumpen - kwalificeringsfase: - algemeen - het helpen van opties - ontsluiting van de opstand - het selecteren van toekomstbomen - het opkronen van de toekomstbomen - dimensioneringsfase: - algemeen - diameterontwikkeling - de bosexploitatie - rijpingsfase: - algemeen Kennis van afzonderlijke boomsoorten en andere nuttige dingen om te weten 13 - fineer algemeen - sterkte van houtsoorten in relatie tot hun groeisnelheid - lijsterbes - els en hakhout in het algemeen - haagbeuk - Amerikaanse eik - beuk - esp - grenensoorten - iep en linde - (fijn)spar - grauwe abeel Vermarkten van het hout 15 - algemeen - prijzen van (fineer)hout De qd-methode en Nederlands bosbeheer 17 - algemeen - cultuuromslag - kosten en baten - een praktijkvraag - bosverjonging en de qd-methode 1
2 - de teelt van kist- en osb-sortimenten en de qd-methode - foto s De Werkgroep Kwaliteitshout Nederland 28 2
3 Voorwoord Onderstaand verslag is een verslag van de Nederlands Vlaamse excursie kwalificeren en dimensioneren (Qualifiserung und Dimensionerung) de qd-methode in Duitsland en Wallonië in De excursie was 3 daags en bestond uit het bezoeken van bos (1 1 / 2 dag en 1 avond) en het bezoeken van twee zagerijen ( 1 / 2 dag). Onderstaand verslag is een samenvatting van de opgedane bosbouwkundige/houtteeltkundige kennis en gaat niet in op de chronologie van de excursie. Hier en daar worden zaken aangevuld met wat eigen kennis om zaken beter te koppelen en wat aan te vullen. De excursie is georganiseerd door Bart Nijssen, bosecoloog van Bosgroep Zuid Nederland en Wim Buysse van het Agentschap voor Natuur en Bos uit Vlaanderen. Een belangrijke reden om deze excursie te organiseren was om te bekijken hoe wij in Nederland om kunnen gaan met het realiseren van waardevermeerdering van met name berk, die massaal opkomt in verjongingseenheden. Inleiding De qd-methode is erop gericht om maximale waarde bijgroei bij toekomstbomen te laten plaatsvinden tegen zo min mogelijk kosten. Het doel is het behalen van de maximale bijgroei van fineerkwaliteit. De qd-methode is een combinatie methode van de teelt van hoogwaardig hout uit spaartelgen, zoals dat gebeurt in het Franse middenbos uitgevoerd in het hoog-bos (Hochwald), zoals dat in Duitsland staat. De qd-methode is een methode die toegepast kan worden op iedere boomsoort, maar iedere boomsoort heeft zijn eigen aandachtspunten. De methode is ontwikkeld door Georg Josef Wilhelm. Dhr. Wilhelm is opgegroeid in Noord Oost Frankrijk en later als bosbouwer werkzaam geworden in Saarland, Duitsland. Het totale bosbeheer areaal waar dhr. Wilhelm leiding over heeft, is groter dan het bosareaal van heel Nederland. Het merendeel van de bossen ligt op rijkere bodems waar beukenbos van nature domineert. Per jaar worden 1000-en m 3 beuken fineerstammen geoogst. Met de berk hebben de bosbouwers in Saarland ervaring opgedaan, doordat er na de oorlog in het betreffende gebied zeer veel schade was en er onvoldoende plantgoed was om de vernietigde bossen te herbebossen. De berk deed dit toen vanzelf. De toenmalige beheerder heeft de berk niet bestreden, waardoor deze boomsoort een belangrijke rol is gaan spelen in het bos. Naast het streven naar de hoogst haalbare kwaliteit hout zijn de bosbouwers in Saarland zich er ten volle van bewust welke ecologische en recreatieve functies het bos heeft (er wordt bewust gestreefd naar dood hout). Hun bosbeheer is er mede opgericht om deze functievervullingen optimaal te laten functioneren. De qd-methode leent zich hier uitstekend voor. Wat is de qd-methode? De methode is gebaseerd op twee principes, het kwalificeren (Qualifiserung) en het dimensioneren (Dimeinsionerung) van een toekomstboom. Het kwalificeren is een korte periode in de jeugd van de boom, het dimensioneren is een lange fase in de rest van het leven van de boom. In de kwalificeringsfase kunnen bomen zich kwalificeren om een toekomstboom te worden. Het kwalificeren eindigt op het moment dat bepaald wordt of een boom een toekomstboom wordt of niet. Indien nodig wordt de boom op dat moment opgekroond. Het dimensioneren is het dik laten worden van deze bomen. 3
4 Hoe past men de qd-methode toe? De qd-methode bestaat in de omloop van een boom uit de volgende 4 fasen: - verjongings- en vestigingsfase (bij deze samengevoegd: vestigingsfase); - kwalificeringsfase; - dimensioneringsfase; - rijpingsfase. Na oogst vindt verjonging plaats. Vestigingsfase De vestigingsfase bestaat uit het met bomen begroeid raken van een open ruimte. Dit kan doormiddel van het planten van bomen of door natuurlijke verjonging of een combinatie. Dit kan zeer kleinschalig: individueel of d.m.v. kleine groepjes. Dit kan ook grootschalig met natuurlijke verjonging en/of aanplant op kaalkappen of stormvlaktes. Kwalificeringsfase In de kwalificeringfase kunnen bomen zich kwalificeren om een toekomstboom te worden. Het kwalificeren eindigt op het moment dat bepaald wordt of een boom een toekomstboom wordt of niet. Zo nodig wordt de boom opgekroond. Bomen die in deze fase de potentie hebben om een toekomstboom te worden, noemt men opties. Indien nodig worden deze opties in deze fase vrijgesteld van zeer sterke concurrenten. De kwalificeringfase eindigt op het moment dat de optie toekomstboom wordt. Het tijdstip waarop dit gebeurt is boomsoort afhankelijk. Bij pioniersoorten gebeurt dit eerder dan bij climaxsoorten. In gesloten opstanden gebeurd dit als over een lengte van 25 % van de te verwachte eindhoogte van een boom takafsterving heeft plaats gevonden. Aan het einde van de kwalificeringsfase worden, indien nodig, de toekomstbomen tot 25% van de te verwachte eindhoogte opgekroond. Dimensioneringsfase De dimensioneringsfase bestaat uit het zo snel mogelijk laten toenemen van de kroonomvang en de stamomvang van de boom. De fase begint met de eerste dunning. De dunningsintensiteit is hoog, bij iedere dunningsronde wordt de boom geheel vrijgesteld. De dunningsintervallen zijn afhankelijk van het reactievermogen van de boom. Snelgroeiende pioniersoorten, zoals de ratelpopulier, worden om de 3 jaar vrijgesteld, traag groeiende soorten, zoals de zomereik om de 6 jaar. Rijpingsfase De rijpingsfase treedt in op het moment dat de toekomstboom geen kroonuitbreiding meer laat zien. Afhankelijk van de soort en de vitaliteit kan (of moet) de boom op korte termijn geoogst worden of kan de boom nog decennia staan om dikker te worden. Dieper ingaan op fasen en diverse boomsoort afhankelijke zaken Vestigingsfase Concurrentie De eerste fase die een jong boompje moet doorlopen is de concurrentie met kruiden en struiken, daar wordt nu niet op ingegaan. Bescherming van jonge boompjes tegen (ree)wild Om boompjes tegen vraat door reewild te beschermen wordt er aan de eindknoppen een stukje schilderstape geplakt. Reeën vreten knoppen die op deze wijze zijn beschermd niet aan. Om boompjes 4
5 tegen veegschade van reeën te beschermen kunnen direct naast het boompje bamboestokjes gezet worden. Deze stokjes staan voor een ree in de weg. Een ree heeft graag dat het stammetje waar hij zijn gewei aan veegt wat flexibel is. Een bamboestokje doet dat niet. Een andere (duurdere methode) is het naast het jonge boompje plaatsen van een ijzeren staafje met daarop een dwarsstaafjes gelast, dat later weer weggehaald moeten worden. Het planten van clusters jonge bomen, zogenaamde klumpen. Indien verjonging achterwege blijft of van onvoldoende kwaliteit is of als men nadrukkelijk bepaalde soorten wil inbrengen worden zogenaamde klumpen aangeplant. klumpen zijn kleine groepjes van bomen die verspreid over de in te planten oppervlakte geplant worden. Zij hebben een doorsnede van 5 tot 7 meter en bevatten 20 tot 40 (bij schaduwsoorten 40) stuks. In de randen van de klumpen worden 10 schaduwtolerante bomen geplant. De afstand tussen de centra van de klumpen is minstens 2 x de afstand die tussen toekomstbomen moet ontstaan. De aanplant heeft als doel toekomstbomen te telen. De ruimten tussen de klumpen wordt gevuld met natuurlijke verjonging. Het doel van de geplante bomen is het het telen van hoogwaardig hout. De vestigingsfase is voorbij als de boompjes door de vraatzone heen zijn en concurrentie met kruiden, struiken en grassen hebben gewonnen. De kwalificeringsfase gaat dan in. Kwalificeringfase Algemeen In de kwalificeringsfase zal de beheerder zijn jonge bos moeten leren kennen. Hij zal er in moeten rondlopen en kijken welke soorten er zijn en hoe zij zich ontwikkelen. Zijn er voldoende exemplaren aanwezig om toekomstbomen te vormen dan is ingrijpen vóór het uitvoeren van een eerste dunning niet nodig. De beheerder kan een goede inventarisatie maken in het jonge bos, maar een eventuele ingreep in de verjonging wordt pas gedaan als er onder het gesloten kronendak door gelopen kan worden. De opstand wordt in deze fase dichtgehouden om natuurlijke takafsterfte te laten plaatsvinden. Het helpen van opties Zoals hierboven beschreven hoeft het niet nodig te zijn om in de jonge fase in te grijpen en kan er gewacht worden tot de eerste dunning. Het kan wenselijk zijn om bijvoorbeeld een traag groeiende lichtboomsoort als de eik en een niet hoog wordende soort als de lijsterbes van overgroeiing door andere soorten te behoeden door concurrenten te verwijderen. Deze ingreep moet niet verward worden met het ouderwetse zuiveren, dit is geen vlaktegewijze opstandsbehandeling. De behandeling is erop gericht mogelijke toekomstbomen in leven te houden, het verwijderen van de concurrenten is niet gericht op dikte groei. De bomen die geholpen worden, worden opties genoemd. Er vindt in deze fase dus nog geen definitieve selectie plaats, de ingreep is erop gericht mogelijke toekomstbomen door de kwalificeringsfase heen te laten komen. Omdat diktegroei in deze periode geen doel is worden concurrenten ook liever geringd dan afgezaagd. Als dit goed gebeurt sterft de concurrent langzaam en houdt deze nog wat druk op de kroon van de toekomstboom en wordt de ontwikkeling van de kroon van deze boom nog niet teveel gestimuleerd. Veel diktegroei in deze periode zou betekenen een ontwikkeling van zwaardere takken en is opkronen later zeker noodzakelijk en duurder. Tevens zorgen zwaardere takken in deze fase voor een tragere overwallingsperiode op latere leeftijd van de boom. Het uiteindelijke takvrije deel in de fineerstam zou dan kleiner worden. Door het langzaam afsterven van de concurrent van de toekomstboom wordt tevens druk gehouden op aangrenzende boomkronen die anders ook teveel groeivoordeel gaan krijgen en zodoende krachtigere concurrenten kunnen worden. 5
6 Voor het ringen van de boom in deze fase wordt in Duitsland een moderne variant van het oude schilof haalmes gebruikt. Men verzorgt de jonge opstanden in deze fase meestal in het broedseizoen. In deze periode wil men ook in Duitsland liever rust in het bos en is er minder ander werk voor bosarbeiders dat dikwijls met gemotoriseerd handgereedschap uitgevoerd wordt. Het ringen van de bomen wordt zo uitgevoerd dat het houtweefsel van de boom zo onbeschadigd mogelijk blijft maar waarbij de schors en de bast wel volledig van de boom verwijderd worden. De toevoer van suikers vanuit de kroon naar de wortels van de boom wordt op deze wijze gestopt maar de vochttoevoer vanuit het wortelstelsel naar de kroon blijft gehandhaafd. Het gevolg van het ringen van de boom op deze wijze is dat de boom door toevoer van vocht nog enkele jaren kan leven maar uiteindelijk, langzaam aan ondervoeding sterft. Wat van belang is bij het uitvoeren van het ringen in het voorjaar is dat ook het cambium van de stam verwijderd wordt. Gebeurt dit niet dan kan de boom zich van het ringen herstellen. Na het ringen met het schilmes wordt, in het groeiseizoen, met een staalborstel het cambium van de boom verwijderd. Een andere methode om potentiële toekomstbomen van hun concurrenten te ontdoen is het om knakken van de concurrent of het slechts onttoppen van de concurrent. Dit laatste kan worden toegepast bij beuken onder eiken. De beuken blijven zo zorgen voor beschaduwing van de stammen van de eiken maar vormen (voorlopig) geen concurrentie als het gaat om licht. Bovengenoemde behandeling wordt indien nodig twee keer uitgevoerd. Tijdens de eerste behandeling worden 5 keer het aantal gewenste toekomstbomen geholpen, tijdens de tweede behandeling 3 keer het aantal gewenste toekomstbomen. Bovengenoemde behandeling is tijdens de excursie uitgelegd in een natuurlijke verjonging van voornamelijk berk, eik, beuk en eik. De natuurlijke verjonging heeft plaatsgevonden na een storm in Het opzoeken van de opties en het ontdoen van enkele van hun concurrenten in deze verjonging kosten 5 uur per ha per behandeling. Deze ingreep wordt gezien als de belangrijkste ingreep in de omloop van de opstand. Kwaliteit wordt behouden en soorten (eik en lijsterbes) die het anders afleggen tegen snelle groeiers worden in de opstand gehouden. Tevens kunnen er zowel climaxsoorten als pioniersoorten geholpen worden. Hierdoor krijgt men ecologische en recreatieve diversiteit en een economische risico- en inkomsten spreiding (pioniersoorten worden eerder geoogst, later climaxsoorten). Teruggekeken op de uitgevoerde behandeling bleek deze in principe niet nodig geweest te zijn. Er zouden zonder de ingreep voldoende toekomstbomen aanwezig zijn geweest, dit waren dan echter alleen beuken en berken geweest, eik en lijsterbes zou vrijwel volledig zijn verdrongen. Ontsluiting van de opstand Indien bovengenoemde handelingen plaats gaan vinden is het van belang dat de opstand van te voren ontsloten wordt. Bij het uitvoeren van bovengenoemde werkzaamheden in een niet ontsloten opstand is het uitzonderlijk slecht oriënteren en gaat het werk trager. Een bosarbeider zal over de ontsluitingspaden lopen en vanaf deze paden de opstand makkelijker kunnen overzien, deze vanaf het pad betreden, het ringen uitvoeren en terugkeren naar het ontsluitingspad. Deze ontsluitingspaden liggen op 20 meter, ze zijn 1 meter breed en worden aangelegd met de kettingzaag of bosmaaier. Per minuut wordt op deze wijze 0,75 tot 1,5 meter pad aangelegd. Deze ontsluiting wordt aangelegd als er voldoende kroonsluiting is. In een latere fase wordt de helft van de ontsluitingspaden gebruikt als exploitatiepad. Het selecteren van de toekomstbomen Het tijdstip waarop toekomstbomen geselecteerd worden is boomsoort afhankelijk. Bij pioniersoorten gebeurt dit eerder dan bij climaxsoorten. In gesloten opstanden gebeurt dit als over een lengte van 25 % van de te verwachte eindhoogte van een boom takafsterving heeft plaats gevonden. In de hierboven beschreven opstand zijn per hectare ongeveer 40 bomen (eik en beuk) met een lange omloop 6
7 geselecteerd en 50 berken (korte omloop) geholpen. Het juiste moment van selectie in het leven van een boom is van groot belang. Bij de qd-methode wil men nog een deel van de sterke jeugdgroei gebruiken om de boom te laten dimensioneren. Ook is het zo dat pioniersoorten maar enkele decennia van sterke groei kennen. Men wil geen jaren missen van de groeikracht van deze bomen in die periode, omdat deze bomen na enkele decennia vrijwel geen groei meer vertonen. Een overzicht van het moment van selectie, het einde van de kwalificeringfase en het begin van de dimensioneringsfase wordt later in dit verslag gegeven. Voor het selecteren van de toekomstbomen worden drie criteria gebruikt: - de bomen moeten kwaliteitshout kunnen gaan vormen; - de bomen moeten super vitaal zijn, men maakt gebruik van de voorlopers ; - deze bomen moeten op voldoende afstand van elkaar staan. Toekomstbomen met een dubbele top in de vorm van een V worden niet geselecteerd. Hebben zij een dubbele top in de vorm van een U dan kunnen zij wel geselecteerd worden. V-vormige dubbelen toppen vormen plakoksels, U-vormige niet. Bij het selecteren van de toekomstbomen wordt nadrukkelijk gekeken naar de onderlinge afstand die de bomen van elkaar zullen krijgen in de eindfase. Er wordt nadrukkelijk gestreefd naar het vermijden van toekomstig kroon-contact van de toekomstbomen. Dit geldt vooral voor soorten als berk, beuk, es, kers en eik. Door afsterving van takken van kers en berk kan stamrot optreden en bij soorten als beuk, es en eik kan verkleuring optreden van het (kern)hout. Mogelijk dat fijnspar ook last heeft van dergelijk contact. Uitzondering hierop zijn bomen die zeer dicht bij elkaar staan (zeg 1 of 2 meter) dan is het toegestaan dat zij beide verkozen worden tot toekomstboom. Bomen die zo dicht bij elkaar staan vormen samen een echte kronen gemeenschap. Voor een soort als de grove den, die geen last heeft van kernrot of houtverkleuring zijn deze regels minder strikt. Het maximaal aantal toekomstbomen per hectare bij de qd-methode is lager dan bij de Nederlandse toekomstbomenmethode. De kronen van de qd-toekomstbomen zijn groter en zoals gezegd dient krooncontact in veel gevallen vermeden te worden. Enkele aantallen denkend vanuit een monocultuur zijn: Eik, es, esdoorn, beuk 50 Berk Douglas en sparren 80 Dennen Lijsterbes 3 Belangrijker dan deze getallen is het kennen van de (on)mogelijkheden van een groeiplaats voor de verschillende bomen. De kronen van de qd-toekomstbomen zijn groter dan wij gewend zijn. Kronen van randbomen, voorlopers, solitairen in de buurt of op vergelijkbare groeiplaatsen geven goede en belangrijke indicaties. Het opkronen van de toekomstbomen Het opkronen van de toekomstbomen is de laatste handeling in de kwalificeringsfase. Als de toekomstboom uitgaande van een gesloten opstand een taksterfte heeft ondergaan van 25% van de te verwachten eindhoogte dan wordt de boom opgekroond. Het opkronen gebeurt in één keer. De op te kronen lengte is 25% van de te verwachten eindhoogte. Bij een groveden op armere zandgronden met een eindhoogte van ongeveer 18 meter is dit dus 4,5 meter, bij douglassen op een wat betere bodem 7
8 (holtpodzol) met een eindhoogte van 45 meter is dit ongeveer 11 meter. Het opkronen gebeurt nadrukkelijk in één werkgang. Dit is veel kostenefficiënter dan het opkronen in meerdere werkgangen. Het verkrijgen van een groter takvrij stamstuk door in meerdere keren op te kronen is niet rendabel. Wat betreft soorten die gevoelig zijn voor kernrot of verkleuring is het zaak om te bekijken of het nodig is om de onderste takken van de levende kroon boven de opkroonlengte ook af te zagen als zij zo kort zijn dat zij in de schaduw van de eigen kroon op termijn ook af zullen sterven. Op deze wijze voorkomt men dat via deze takken op latere leeftijd infecties optreden en daardoor stamrot/houtverkleuring plaatsvindt. Afhankelijk van de te verwachten eindhoogte gebeurt het opkronen met (alleen) een stokzaag of ook met een (speciale) ladder. De ergonomisch negatieve kanten van veelvuldig gebruik van een ongemotoriseerde stokzaag zijn groot. Het gebruik van een gemotoriseerde stokzaag of een handzaagje en ladder is aan te bevelen. Het al dan niet opkronen van een toekomstboom is soort en boom afhankelijk. Van belang hierbij is of natuurlijke takafsterving en ook takafstoting van de dode takken plaatsvindt. Een soort zoals de groveden, kers en de douglas zullen nadat natuurlijke taksterfte heeft plaatsgevonden alsnog opgekroond moeten worden, omdat zij hun dode takken niet of zeer slecht afstoten. Bij eiken varieert dit per boom en soms per tak. Bij soorten als lariks, eik, berk en beuk kan het zo zijn dat opkronen niet nodig is. Een vakkundig oog van een beheerder is hier echter belangrijker dan standaardregeltjes. Voor het telen van hout met fineerkwaliteit is het 100% takvrij zijn van dat deel van de stam dat als fineerhout verkocht gaat worden een absolute must. Het takvrij zijn van dit hout maakt het verschil. De dimensioneringsfase Algemeen In de kwalificeringsfase is tijd en energie gestoken in het creëren van een mooie takvrije stam. In de dimensioneringsfase moet deze stam dik worden. Dit wordt gedaan door de boom de ruimte te geven om de kroon van de toekomstboom te vergroten; de dunning kan aanvangen. In Nederland is dat op het moment dat het takvrijestamstuk 2 / 5 van de eindhoogte bedraagt. Bij de qd-methode is dit ¼. De reden voor deze, in onze ogen, vroege ingreep is dat men de jeugdgroei wil benutten voor kroonuitbreiding en daarmee een snellere diktegroei. De qd-toekomstbomen worden rondom 100 % vrijgezet. De Nederlandse toekomstbomen voor ongeveer 2 / 3. Alleen met het 100 % vrijzetten van een toekomstboom is maximale bijgroei mogelijk en dat is één van de wensen binnen de qd-methodiek. Een andere reden waarom men de boom 100% vrijzet is het besef dat een concurrent om licht ook een concurrent om vocht is. Bij beuken in droge jaren is gebleken dat de qd-toekomstbomen geen last hadden van verdroging en de rest van het bos wel. Dunningen vinden plaats wanneer de toekomstbomen in contact komen met concurrenten. In de praktijk vindt dunning plaats rond de 3 tot 6 jaar. Bij een zeer snel groeiende soort als de esp is dit om de 3 jaar, bij een traag groeiende soort als de zomereik is dit om de 6 jaar. Het rondom vrijzetten van bomen vindt meteen vanaf de eerste dunning plaats. Bij bomen die gevoelig zijn voor waterlot (lariks en eik) gebeurt dit bij aanvang van het dunnen in twee fasen. Het risico op de vorming van waterlot bij deze soorten neemt na twee dunningen sterk af. De boom krijgt een steeds grotere kroon. Hoe groter de kroon hoe kleiner de kans op waterlot op de stam. Een belangrijk verschil met het huidige Nederlandse dunningsinzicht, waarbij de grootste concurrent verwijderd moet worden, is dat de concurrent verwijderd wordt op de plek waar de toekomstboom het hardst wil groeien. Met andere woorden daar waar de eindscheuten zitten van de vitaalste takken. Een belangrijk doel van het dunnen volgens de qd-methode is ook het in leven houden van alle takken boven het takvrije stamstuk. Het ontstaan van dode takken in dat deel van de boom wordt gezien als verlies aan productiecapaciteit maar ook als risicofactor voor stamrot of stamverkleuring. Via dode takken kunnen schimmels en bacteriën de boom binnendringen. 8
9 Bij het dunnen dient men onderscheid te maken tussen bomen die aan de rand van de toekomstboom staan en bomen die onder de toekomstboom opgroeien. De bomen die aan de rand van de toekomstbomen staan zijn directe concurrenten, hier dien je je als bosbeheerder zorgen over te maken. Zij moeten bij een dunning verwijderd worden. De bomen die onder de toekomstboom opgroeien en onder het kronendak van de toekomstboom staan zijn vrij ongevaarlijk. Dit verandert pas als zij in contact komen met de uiteinde van takken of bladeren van de toekomstboom. Dit kan gebeuren doordat zij schuin naar de rand van de kroon van de toekomstboom groeien of door de kroon van de toekomstboom heen groeien en op een gegeven moment in contact komen met groene delen van de kroon van de toekomstboom. Pas dan is er noodzaak tot het weghalen van deze bomen. Dergelijke bomen kunnen in de jongere jaren van eiken voor schaduwdruk op een stam zorgen en daarmee waterlot onderdrukken. De tabel op de volgende pagina geeft een overzicht van boomsoorten en de leeftijden waarop zij in de diverse fase zijn. De getoonde leeftijden kunnen bij het bosbeheer gebruikt worden om bepaalde activiteiten te ondernemen. 9
10 leeft bu, a. w.eik z.eik hb esp be gd kers esd li elsbe lijst. meid la iep leeft alba dg fs z.els es iep s m.bes peer bes hulst 0 V V V V K V V V V V V V V V V 0 4 E E E E K K K K K E E K E E E 4 8 K K K K D D K K K K K K K K K 8 12 K K K K D D K K K K K K K K K K K K K D D K K K K K K K K K K K K K R D D D K K D D K D K K K D K R R D D K K D D K D D K D D K R R D D D D D D K D D K D D D R R D D D D D D D D D D D D D O R D R D D D D D D D D D D D O O R R D D D D D D D D D D D O O R R D D D D D R D D D D D O R R D D D D D R D D D D D O R O D D D D D R R D D D D R O D D D R D R R D D D D R O D D D R D R R D D D R R D D D R D R D D R R R R D D R D R D R R R R R D R R D R R R R R R R R R O R R O R R R R O R R O R R O R R R R O R R O R O R R O R O O R R O R O O O O O R R O R O O O O O R R O O O O O O O O R O O O O O O O O R O O O O O O O O R O O O O O O O O R O O O O O O O R O O O O O O O R O O O O O O R O O O O O O R O O O O O R O O O O O R O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
11 V = verjongingsfase E = vestigingsfase K = kwalificeringsfase D = dimensioneringsfase R = rijpingsfase O = oogstfase Enkele opmerkingen over bovenstaande tabel: - Dik gedrukte letters betreffen mogelijkheid tot kwalificering onder schaduwdruk - Fijnspar en douglas zijn door de auteur van dit verslag in de tabel gezet. De keuze voor deze locaties in de tabel is gebaseerd op gegevens uit de excursiegids en naar aanleiding van communicatie met dhr Wilhelm. Fijnspar kan zeer waarschijnlijk ook onder schaduwdruk de kwalificeringsfase doormaken. - De duur van de rijpingsfase van de iep en de lariks in deze tabel zijn niet door dhr. Wilhelm opgegeven maar door de auteur van dit verslag bepaald (informatie was afwezig). Onderstaande tabel geeft weer wanneer soorten geoogst kunnen worden en welke diameters er dan te verwachten zijn. bu, a. alba w.eik z.eik dg fs hb esp be z.els gd kers es iep esd li elsbes m.bes peer lijst. bes meid hulst begin oogst einde oogst diam dbh min. diam dbh max >100 >100 > > Diameterontwikkeling Een gegeven in de teelt van fineerhout volgens de qd-methode is dat voor dezelfde boomsoort op zowel arme als rijke bodems op dezelfde leeftijd en met dezelfde kroonomvang dezelfde takvrije diameters van de stam bereikt worden. Het takvrije stamstuk heeft echter een andere lengte. Op armere bodems is het takvrij stamstuk korter dan op rijkere bodems. Aan het einde van de dimensioneringsfase en aan het begin van de rijpingsfase neemt de groeisnelheid van de boom af. De boom krijgt steeds kleinere jaarringen, dit gebeurt niet alleen omdat zijn groeisnelheid afneemt, maar ook omdat de bijgroei verdeeld moet worden over een steeds groter wordende omtrek. Het ontstaan van kleine jaarringen treedt hiermee vanzelf op. Dit principe van afnemende jaarringgroei geldt voor iedere boomsoort. Op een boomsoort als de eik hoeft dus geen schaduwdruk gehouden te worden om kleine jaarringen te krijgen, dit gebeurt bij een ouderwordende vrijstaande boom vanzelf. 11
12 Een veronderstelling van de auteur: hoe groter het pionier karakter van een boom (in oplopende mate bijvoorbeeld: lariks, berk, ratelpopulier) en hoe armer de bodem hoe groter de noodzaak om met voorlopers te werken omdat er anders onvoldoende diktegroei in de dimensioneringsfase kan plaatsvinden. De bosexploitatie Hoewel deze paragraaf niet expliciet iets te maken heeft met de qd-methode is het wel zinnig om hier aandacht aan te besteden. De uitvoering van de bosexploitatie in het bezochte Duitse bos staat vrijwel geheel in het teken van bodembescherming. De bodem is bijna heilig. De uitrijpaden liggen op 40 meter uit elkaar. Al de te vellen bomen worden met de kettingzaag geveld. Er komt geen harvester in het bos, alleen op de uitrijpaden komt een uitrijdcombinatie. Het hout dat vrijkomt met dunningen wordt naar deze paden toegetrokken met een paard of met een lier. Een sterk werkpaard (750 kg) kan het hele jaar door iedere dag werken als hij maximaal 0,30 tot 0,35 m 3 per boom uit het bos trekt en maximaal 5 uur per dag effectief werkt. Om die reden heeft men twee paarden in het bos staan en kan er gewisseld worden. De paarden worden zo dicht mogelijk bij het bos gestald (maximaal 10 kilometer). Bij het transporteren van paarden over de weg verbruiken paarden relatief veel energie. De kosten voor het vellen van de bomen zijn 10 euro/m 3, het uitslepen kost eveneens 10 euro/m 3, het uitrijden kost 5 euro/m 3. Het uitgereden hout (in Duitsland allemaal loof- en dus brandhout) levert aan de weg 40 tot 45 euro/m 3 op. Voordelen van het paard ten opzichten van een uitrijdcombinatie zijn: het uitsparen van 5000 liter diesel (verminderen CO2 uitstoot en verlies van aardolie als grondstof voor duurzamere producten dan brandstof), het kan in alle tijden van het jaar (ook als het nat is), het is recreatief aantrekkelijk, het bos wordt niet verstoord (er kan gewerkt worden in het broedseizoen), de bodemschade is minder dan bij elke andere vorm van uitrijden/slepen. De rijpingsfase Algemeen De rijpingsfase is de fase van de boom waarin geen of nauwelijks kroonuitbreiding meer plaatsvindt. Ook de snelheid van groei is afgenomen, omdat de boom in een andere leeftijdsfase is gekomen. Bomen met een zeer sterke jeugdgroei en een korte fysiologische omloop zoals de berk, els en de ratelpopulier, bereiken de rijpingsfase na 40 jaar. Deze soorten zullen na enkele decennia in de vervalfase komen. Hun diktegroei is na deze 40 jaar matig tot zeer matig. Zij hebben alles al gegeven in hun jeugd waar zij een ongekende groei hebben doorgemaakt. Een soort als de es kan nog decennia doorleven, maar het risico op verkleuring van het hout is dermate groot, dat er niet te lang gewacht moet worden met het moment van oogsten. Bij beuken treedt er ook risico van verkleuring op, zij het dat het moment van verkleuring later plaatsvindt dan bij de es. Dit ligt weer decennia later dan bij de es. Er is hierover nog volop discussie, maar bij een leeftijd van ongeveer 100 jaar zou dit toch een reëel risico zijn. Een esdoorn die ongeveer hetzelfde groeiritme als een es heeft, heeft daarentegen geen risico op verkleuring en met de esdoorn kan daarom nog lang doorgeteeld worden. Kers en els hebben last van stamrot naarmate zij ouder worden en dienen zodoende tijdig gekapt te worden, kap van deze soorten zou om die reden moet plaatsvinden tussen het 50 en 60 e levensjaar. Met sommige soorten zoals grove den en eiken kan decennia of mogelijk zelfs eeuwen doorgeteeld worden. Daar waar geen qd-toekomstbomen staan wordt bulkhout geproduceerd. Afhankelijk van de soorten is dit hout met industriële toepassingen (meestal naaldhout) of brandhout (loofhout). Over het algemeen wordt er niet gedund in deze stukken bos. Zij worden kaalgekapt als er uitzaaiing heeft plaatsgevonden op de locaties waar voormalige, dus geoogste, qd-toekomstbomen hebben gestaan. De cyclus van de qd- methode kan op deze plaats weer opnieuw beginnen. 12
13 Bomen die volgens de qd-methode opgegroeid zijn, zijn bomen met een grote diameter/hoogte verhouding. Hierdoor hebben zij onderstammen waar de wind weinig vat op heeft gehad. Zij hebben hierdoor weinig interne spanning. Zij zullen daardoor na verwerking niet veel werken en vormen zodoende naast fineerhout ook ideaal hout voor meubels en vloeren. Kennis over afzonderlijke boomsoorten en andere nuttige dingen om te weten Fineer algemeen Men kent schil- en snijfineer. Schilfineer gebruikt men vooral in de multiplex industrie, snijfineer gebruikt men als toplaag van meubels in de meubelmakerij. De basis is een plaat mdf of spaanplaat. Men gebruikt een toplaag voor de decoratieve kant en een tegenfineer van mindere kwaliteit voor aan de andere kant. Het aanbrengen van een tegenfineer is nodig om vochtverschillen in het meubelstuk te voorkomen waardoor de plaat zou gaan kromtrekken. Het tegenfineer is ook altijd snijfineer. Voor het maken van snijfineer is het niet erg als een boom draaiing vertoont, dit in tegenstelling tot schilfineer. Bij ringporige houtsoorten, zoals eik en es, is gelijkmatigheid in jaarringbreedtes belangrijker dan gelijkheid. Hiermee wordt bedoeld dat jaarringen gerust in breedte mogen variëren als de verandering in breedte maar geleidelijk plaatsvindt en niet met sprongen. Bij verspreidporige soorten, zoals berk, beuk en els maakt dit niet uit en mogen sprongen gerust voorkomen. Wat betreft snijfineer is het zo dat, hoe zeldzamer de houtsoort is, hoe kleiner de afmetingen mag zijn. Snijfineer moet foutvrij zijn. Bij schilfineer is dit afhankelijk van de toepassing al dan niet van belang. Sperfineer is fineer dat significant dikker is dan 1 mm. Het wordt onder andere gebruikt om randen van meubels te fineren en om fruitkistjes van te maken. Kleuren van het hout (bv Noors grenen is roder dan Nederlands grenen, dat geler is) zijn geen standaard waardebepalende factoren. Prijzen voor kleuren worden bepaald door de mode. Eikenhout dat door bacteriologische infecties rood verkleurd is daarentegen gewaardeerd voor wijnvaten voor bepaalde wijnsoorten. In de wijnvaten-houthandel gaat per jaar 1 miljoen m 3 hout om. Hiervan belandt uiteindelijk 80% daadwerkelijk in een wijnvat, de rest is afval. Voor wijnvaten wordt ook zeer hoogwaardig eikenhout gebruikt. Es vormt waardevoller fineer als het snel gegroeid is, hoe groter de jaarringen hoe beter. Eik is juist waardevoller als het traag gegroeid is. Een lange omloop met eik is nodig om dit te realiseren (150 tot 200 jaar en langer). Eikenfineer van de hoogste kwaliteit wordt in het Duits Spitzenfurnier genoemd. In bovengeschreven tekst (dimensioneringsfase) staat geschreven dat verkleuring van het hout te allen tijde voorkomen moet worden. Het is echter niet zo dat verkleuring van het hout perse leidt tot het waardeloos worden van de stam voor de fineerindustrie maar prijsdalingen zijn echter groot. In het Duitse veilingwezen zijn er zijn speciale klassen voor verkleurd fineer. In de meubelmakerij wordt bijvoorbeeld verkleurd essenhout gebruikt voor meubels die een kleurlak krijgen, verkleuring is voor die toepassing dus totaal geen probleem, de verkleuring wordt overgespoten. Ook kan fineer van verkleurde stammen als tegenfineer in de meubelmakerij gebruikt worden. Over de minimum lengte van stammen voor fineerhout mag sterk variëren. Hoe zeldzamer de soort hoe korter (en dunner) kan stam zijn om toch hoge prijzen per m3 op te leveren. Fineer voor deuren heeft een minimale lengte nodig van 2,20 meter. Plaatmateriaal heeft een lengte van ongeveer 2,50 meter, fineerstammen (berk, populier en beuk) voor deze toepassing zouden dus minimaal enkele decimeters langer moeten zijn dan de plaat. Het is niet erg als er in fineerstammen knikken zitten. Een stam van 6 meter met een knik op 2,50 meter wordt op deze knik doorgezaagd in een kort en een langer stuk. De 13
14 stamstukken na en voor de knik moeten wel recht zijn. Gangbare maten van fineermachines zijn 1,80 tot wel 5 meter. Sterkte van houtsoorten in relatie tot hun groeisnelheid Ringporige houtsoorten zoals eik, es en robinia zijn sterker als zij sneller gegroeid zijn. Er komen dan minder grote hoeveelheden van bros voorjaarshout in het hout voor. Bij verspreidporige houtsoorten zoals berk en beuk heeft de groeisnelheid geen invloed op de sterkte van het hout. Bij naaldhout vormt ook het najaarshout het sterkste hout. Bij naaldhout kan er echter geen regel opgesteld worden in relatie tot groeisnelheden. Dit varieert per soort en per boom. Hoewel het volgende het intrappen van een open deur genoemd kan worden wordt het hier toch even vermeld: hoe langer de vezel van de houtsoort en hoe zwaarder het soortelijk gewicht van een houtsoort hoe sterker het hout is. Lijsterbes In bovengenoemde tekst is lijsterbes diverse malen genoemd als fineerhoutsoort. Fineer van lijsterbes is niet zo bijzonder om te zien, lijsterbes is zeldzaam. De lijsterbes kennen wij voornamelijk als struik maar kan uitgroeien tot boom. Op landgoed Velder te Boxtel staat er één met een lengte van meer dan 10 meter en een dbh van ongeveer 30 cm. Van belang bij de teelt van fineerstammen van lijsterbes is dat de vaak gevorkte stam tot één doorgaande spil wordt teruggebracht. Gezien de grote mate van rotgevoeligheid is snelheid van diktegroei geboden. Om dezelfde reden wordt geadviseerd maar 3 lijsterbessen per hectare te telen; de grote mate van infectiegevaar levert een hoog investeringsrisico, op dezelfde plek kan een soort groeien met minder risico. Van lijsterbes (en elsbes en meidoorn) kan men dunner fineer snijden dan van de andere Europese soorten. Gangbaar is 1 mm, bij lijsterbes, meidoorn en elsbes is 0,5 mm mogelijk. Els en hakhout in het algemeen Het is geen probleem om uit elzenhakhout elzenfineerhout te telen (spaartelgen systeem). Er is door de velen wonden op de stobbe geen extra risico op stamrot. De opslag die optreedt na het afzetten van de andere uitlopers als de spaartelg gekozen wordt vormt geen probleem voor de els, maar kan zelfs bijdragen aan het produceren van voeding voor de spaartelg. Elzenfineerhout kan echter niet zomaar overal geteeld worden. Fosfor (fosfaat) is een belangrijke limiterende factor, evenals zomerdroogte. Mogelijk dat beekdalen met kwelwater de ideale omstandigheden vormen. Kwel is niet seizoensafhankelijk. Het groei ritme van de els is gelijk aan dat van de berk. Taksterfte vormt bij de els evenals voor de berk, een belangrijke bron voor stamrot. De els dient maximaal op 60 jarige leeftijd geveld te worden. De els is dan zeer waarschijnlijk al aan het rotten en het rotten van de stam gaat sneller dan dat er bijgroei plaatsvindt. Teelt van fineerstammen met andere soorten uit hakhout (es, esdoorn, beuk en eik) kunnen ook plaatsvinden zonder extra risico op stamrot in vergelijking met teelt uit één zaailing. Haagbeuk Van haagbeuk wordt ook snijfineer gemaakt, het wordt echter niet veel aangeboden. De soort heeft geen last van stamrot en kan daarom nog redelijk lang in zijn rijpingsfase blijven staan. De haagbeuk leeft ongeveer 100 jaar. De soort zou een ideale aanvulling kunnen zijn op rijkere sterk gedraineerde, oudere bos bodems waar in de zomer geen en in de winter veel water staat. Op dergelijke plekken vindt men geregeld eikenopstanden die op latere leeftijd (rond de honderd jaar) moeite krijgen met deze fluctuaties. Ook op bodems met keileem in de ondergrond kan teelt van goede haagbeuken plaatsvinden. De haagbeuk is in staat tot ver in de keileemlagen door te dringen en deze zelfs voor andere boomsoorten te openen. Amerikaanse eik Ook van Amerikaanse eik wordt snijfineer gemaakt. 14
15 Beuk Bij het telen van fineer van beukenhout is het goed om op jonge leeftijd te streven naar schaduwdruk op de beuk (kwalificeringsfase). Treedt er meer beschaduwing op dan zal de beuk zijn takken horizontaler laten groeien dan bij minder beschaduwing. Hoe verticaler de beuk zijn takken laat groeien hoe groter de kans op stamrot en verkleuring door water dat blijft staan in takoksels. Op latere leeftijd (dimensioneringsfase) zal de beuk echter fors vrijgesteld moeten worden. Esp In bovengenoemde tekst is enkele malen de esp genoemd. Espen worden geteeld voor schilfineer, voor de muliplex-industrie en voor fruitkistjes. Grenensoorten Niet alleen van groveden kan fineer worden gemaakt, ook van andere dennen wordt dit gedaan. Met Corsicaanse- en Oostenrijkse dennen kan men net zulke waardevolle stammen telen. Grote jaarringen is geen probleem voor het opbrengen hoge prijzen. Schilfineer van de zeeden wordt vooral gebruikt voor schilfineer voor de productie van multiplex. Iep en linde Er is niet veel vraag naar fineer van iepenhout. Meestal wordt iepenfineer uit de USA geïmporteerd; dit heet brasswood. Iepen wordt erg gewaardeerd voor beeldhouwwerk. Het heeft een karakteristieke tekening en is door zijn kruisdradigheid en lange houtvezels uitzonderlijk sterk. Het is zeer splijtvast. Bij beelden kunnen zonder veel risico op breuk kleine details uitgesneden worden (het kan dan 400 euro/m 3 opleveren). Om dezelfde reden wordt iep ook gebruikt om wielen (tandwielen in molens en wagenwielen) van te maken. Bewegend iepenhout is ongevoelig voor aantasting door houtworm. Ook linde wordt erg gewaardeerd voor beeldhouwwerk, tevens worden er potloden van gemaakt. (Fijn)spar Van fijnspar wordt ook snijfineer gemaakt dat gebruikt wordt in de meubelmakerij. Voor andere toepassingen zoals muziekinstrumenten wordt eveneens foutvrij fijnsparrenhout gebruikt. Ook andere sparrensoorten (sitkaspar, Servische spar) kunnen voor deze doelen aangeboden worden. Grauwe abeel Grauwe abeel zou een karakteristieke tekening hebben waardoor het geliefd zou zijn als verpakkingsmateriaal voor luxe cadeauartikelen. De firma Mehling & Wiesman uit Lohr am Main zou erg graag grauwe abeel af willen nemen. Jammer genoeg is het niet mogelijk geweest om prijzen te achterhalen. Vermarkten van het hout Algemeen Al het qd-hout wordt via veilingen verkocht. Een standaardregeltje dat in Duitsland gebruikt wordt om te beredeneren of hout via een veiling aangeboden zal worden is te beredeneren of hout dat via een veiling verkocht gaat worden 100 euro meer oplevert dan als dat hout verkocht zou worden via andere kanalen. Eenvoudig rekenwerk laat zien dat de kosten per m 3 bij het aanbieden van hout aan een veiling ongeveer 75 euro zijn Dit bedrag is opgebouwd uit: - 15 euro exploitatie kosten; - 25 euro transport kosten (uitgegaan van ½ dag heen, ½ dag leeg terug, 20 ton, kosten 65 euro/uur); - 35 euro veiling kosten. 15
16 De Duitse veilingen werken volgens andere methodes dan de Nederlandse rondhoutveiling. De grote veilingen hebben eigen vaste terreinen waar het hout een jaarrond of langer kan liggen. Hout wordt verkocht per inschrijving, niet per opbod. Kopers kunnen zelf bepalen wanneer ze kunnen komen kijken. De veilingen bieden vele honderden m 3 per verkoopronde aan. Het feit dat er veel hout aangeboden wordt, zorgt er ook voor dat er veel kopers komen. De veilingen hebben in de diverse regio s van het land verzamelplaatsen waar aanbieders van hout uit de betreffende regio s het hout naartoe kunnen brengen. Het hout wordt door de veiling van de verzamelplaats naar de veiling gebracht. Dit transport is bij de veilingkosten inbegrepen. Het certificeren van opgesnoeid hout wordt in Duitsland niet als zinvol gezien. Naaldhout wordt d.m.v. inzaging met de kettingzaag gecontroleerd op de aanwezigheid van noesten. Bij de meeste loofboomsoorten is aan de buitenkant goed te zien hoe het hout er aan de binnenkant uitziet. Algemene rendementsberekeningen van de qd-methode zijn een beetje koffie dik kijken. Hoe vergelijk je een korte omloop van een kleine boom als de lijsterbes met een hoge opbrengst met die van een douglasspar? Tijdens de excursie is in Wallonië een percentage van 2 tot 3 % genoemd. Mogelijk betrof dat de beukenopstand die toen bekeken werd. In Duitsland kon men dit percentage niet bevestigen. Wat men zich wel dient zich te realiseren is dat ieder jaar gemiddeld ongeveer 0,25% van de toekomstbomen uitvalt. Dat is 1 op de 400. Prijzen (fineer)hout op rondhoutveilingen Onderstaand overzicht geeft een beeld van prijzen die rond het jaar 2012 op rondhoutveilingen geboden worden voor de diverse fineerstammen met schors m 3. boomsoort standaard prijzen in euro s (rond uitzonderingen en eventuele oorzaak het jaar 2012) grenensoorten inlandse eik hogere prijzen bij hogere diameters en kleinere jaarringen is 1300 en meer mogelijk spar tot 1000 Piekprijzen in 2012 lijsterbes 2000 es esdoorn (ringelahorn) berk douglas els 1000 beuk lariks Over het algemeen kan gesteld worden dat fineer met een takvrije mantel van 20 cm ongeveer 250 per m 3 oplevert. Afhankelijk van de soort, toename stamomvang, mode en eventuele bijzonderheden in het hout kan de waarden sterk oplopen. Van de naaldhoutsoorten hebben de lariks en fijnspar hebben de afgelopen 10 jaar de hoogste prijzen opgeleverd. Grote jaarringen zijn geen beperkingen voor hoge prijzen. Dikke fijnspar met jaarringbreedtes van 3 mm heeft 800 euro opgebracht. Es met een doorsnede van 60 cm van 60 jaar oud met, daardoor van zelfsprekend, grote jaarringen, kan 400 euro de m3 op leveren. 16
17 Inlands eiken begint ongeveer na de leeftijd van 100 jaar met het structureel vormen van kleine jaarringen. Eikenhout dat bedragen rond de 1000 per m 3 oplevert moet daarom een lange omloop maken. In de gemeentebossen van Boxmeer vindt onder dennen natuurlijke verjonging van zomereiken plaats. Het zou mogelijk zijn om stammen van ongeveer 4 meter lengte van fineerkwaliteit te telen met deze eiken. Aan dhr. Wilhelm is gevraagd wat de waarde van dit hout zou kunnen worden uitgaande van de huidige markt. Deze waarden zijn als volgt: jaar, dbh 60 cm, gemiddelde jaarringbreedte 3 mm: 400 euro/m 3 ; jaar, dbh 75 cm, gemiddelde jaarringbreedte 1,5 mm: 700 euro/m 3 ; jaar, dbh 85 cm, gemiddelde jaarringbreedte 1 mm: 1000 euro/m 3. De waardestijging van qd-toekomstbomen in vergelijking met huidige Nederlandse t-bomen-methode, de methode zoals deze door Klingen en Sevenster is geïntroduceerd, is ongeveer 100% maar meestal meer. De qd-methode en Nederlands bosbeheer Algemeen De qd-methode is een goed werkend en bewezen concept. Er is een product, een eenvoudige productiewijze, een markt en er zijn goede prijzen. De qd-methode past goed in het kleinschalige bosbeheer wat in Nederland plaatsvindt. Het werken met toekomstbomen is al wijdverbreid. Slechts een geringe aanpassing van de in Nederland tot nu toe gebruikelijke toekomstbomenmethode is nodig om volgens de qd-principes te werken: er moet eerder en harder ingegrepen worden en er moet indien nodig opgekroond worden. Vanuit het oogpunt van multifunctionaliteit is de qd-methode beter dan de huidige Nederlandse toekomstbomenmethode. De qd-toekomstbomen worden sneller dik en dikker dan de toekomsboom volgens de tot nu toe gebruikte toekomstbomenmethode. Dit levert een verhoogde recreatieve- en ecologische waarde van de boom op in een kortere tijd. Door het gegarandeerd takvrij zijn van het hout van deze bomen stijgt de economische waarde ook nog significant meer dan bij de huidige toekomstbomenmethode. Cultuuromslag Het implementeren van de qd-methode behelst echter meer dan het praktisch aan de slag gaan. Er is een wezenlijke cultuuromslag nodig om hier op een duurzame manier mee aan de gang te gaan. In de Nederlandse bosbouw, waarin vrijwel iedereen gewend is om industrieel bulkhout te telen met als het meest waardevolle sortiment constructiehout, is de overstap naar de qd-methode ondanks relatief kleine praktische veranderingen toch vrij groot. Er de laatste decennia niet veel aandacht geweest voor houtproductie. Er is vooral (terechte) aandacht geweest voor het verhogen van natuur- en recreatiewaarden in onze bossen. De investeringen van onze voorgangers werden en worden geoogst ten behoeve van natuurontwikkeling, open plekken, bosranden, open bos t.b.v. de ontwikkeling van onderbegroeiing etc., maar het doen van investeringen in kansen voor houtproductie voor onze opvolgers is, op het vrijzetten van toekomstbomen na, weinig gedaan. De qd-methode is vrijwel het tegenovergestelde. Dit is een forse koerswijziging. De overgang van de teelt van bulkhout naar de teelt van kwaliteitshout moet geen hype zijn maar een duurzame stap. De kans is anders groot dat over 50 tot 150 jaar niemand meer weet dat er in het verleden bepaalde bomen zijn geholpen of zijn opgekroond en dan is het werk voor niets geweest. Een duurzame teelt van kwaliteitshout vraagt om een lange adem en om dit te doen moet een keuze voor het omschakelen van de teelt van bulkhout naar kwaliteitshout goed overwogen worden. 17
18 Het werken met toekomstbomen is ons niet vreemd maar bij het werken volgens de qd-methode moeten er nog meer aandacht gaan naar individuele bomen, bomen van allerlei soorten, in allerlei ontwikkelingsfase op tal van locaties. Het vlaktegewijs denken is dan echt voorbij. Een ander administratie systeem waarbij de individuele bomen centraal staan is waarschijnlijk nodig. Het maken van een eenvoudig aan gps-coördinaten gekoppelde databank met daarin informatie over iedere afzonderlijke t-boom zal een praktisch hulpmiddel zijn. In Duitsland wordt hier ook al mee geëxperimenteerd. Kosten en baten Onderstaande bevat subjectieve elementen. Bij het telen van kwaliteitshout waarbij opgekroond wordt is het gebruikelijk om discussies te gaan voeren over rentabiliteit. Persoonlijk vind ik die vraag minder zinvol. Boswachterijen kunnen niet over één kam gescheerd worden maar in veel gevallen dienen zij meerdere en publieke doelen. Vandaag de dag gaan er duizenden euro s per jaar naar maatschappelijk verantwoorden zaken zoals slagbomen (die er een week later weer uitliggen), praatavonden (waar niemand komt of niemand luistert), inventarisaties t.b.v. de gedragscode zorgvuldig bosbeheer (waarbij in veel gevallen alleen maar algemeen voorkomende soorten beschermd worden), het snoeien van bomen omdat er wel eens tak op een auto kan vallen, verzekeringen betaald worden voor rampen die nooit plaatsvinden, enzovoorts enzovoorts. In dit licht lijkt het mij zeer maatschappelijk verantwoord om ieder jaar kleine investeringen te doen om voor onze opvolgers een bos te creëren dat financieel veel waardevoller en mooier is dan het bos dat we nu hebben. Als dit proces van opkronen lang genoeg volgehouden wordt komt er vanzelf een keer het omslagpunt waarbij de eerste qd-bomen geoogst gaan worden. De omzet neemt vanaf dat moment drastisch toe waardoor kosten voor bos- en boomverzorging direct uit de houtinkomsten betaald kunnen worden. De cirkel is rond en er is ervaring opgebouwd. Er is dan definitief een ander bosbouwtijdperk aangetreden. Als geld dat uitgegeven wordt in het bosbeheer gezien wordt als een investering is het ook gerechtvaardigd om bij uitgaven als geld voor slagbomen, informatieavonden etc. de vraag te stellen wat men daar, diverse tot vele decennia later nog aan heeft. Heeft men dan nog last van die auto die door het bos heeft gereden. Is de specht in Nederland uitgestorven omdat tijdens de houtoogst een holteboom is gesneuveld? Waarschijnlijk niet. Heeft men dan nog iets aan opgekroonde bomen en een verandering van het huidige bosbouwkundig systeem, in een systeem dat meer geld oplevert met nog eens dikkere en mooiere bomen ook? Waarschijnlijk wel. Is een boom eenmaal opgekroond dan is de investering blijvend. Een praktijkvraag Om toch wat concreter in te gaan op wat kosten en baten volgt hieronder een praktijkvoorbeeld waarbij de vraag gesteld wordt: opkronen of niet? In de gemeentebossen (duinvaaggrond) van Boxmeer zijn tijdens het uitvoeren van bleswerkzaamheden op ongeveer 10 hectare ongeveer 25 vitale zomereiken in de onderetage waargenomen die een recht stamstuk van minimaal 4 meter hebben. Wat kost het om deze bomen op te kronen? De werkzaamheid kan als volgt plaatsvinden. De blesser komt voor het eerst een mooie vitale, rechte, jonge eik tegen met een recht stamstuk van minimaal 4 meter. De blesser snoeit het onderste stamstuk tot 2 meter op met een snoeizaagje dat bij zijn standaard uitrusting behoord. Grote concurrenten kunnen worden geblest, kleinen concurrenten kunnen direct met een handzaagje omgezaagd worden. De locatie (en wat informatie over de boom) wordt vastgelegd met een gps zodat de boom over 5 of 6 jaar tijdens de volgende blesronden weer bezocht kan worden. Tijdens die ronden wordt de boom opgekroond tot 4 of 6 meter. De eerste werkzaamheid kost ongeveer 5 minuten per 18
19 boom. Dat wil zeggen ongeveer 3,75 euro (excl. btw). Het verwerken van de gegevens op kantoor gaat t.g.v. automatisering snel, laten we zeggen 2 euro per boom. Het opkronen van de boom over 5 jaar met een stokzaag duurt iets langer. Laten we zeggen dat dit iets meer kost, 5 euro, wederom moeten gegevens verwerkt worden, dit kost wederom 2 euro. De totale kosten voor deze bomen zijn dan 12, 75 euro vermenigvuldigd met 25 bomen is 318,75 euro uitgegeven in twee jaren. Aan het einde van hun omloop (we gaan uit van 150 jaar en een stamlengte van 4 meter) hebben de onderstammen van de eiken samen ongeveer een inhoud van 27,5 m3 en uitgaande van de huidige bovengenoemde prijs van 700 euro/m3 minus aftrek van 75 euro kosten per m3 hebben de bomen samen een waarde van ongeveer euro. Ter illustratie volgt hier een vergelijking met de waarde van grovedennen zoals deze vandaag de dag geproduceerd en geoogst wordt. Met het oogsten van groveden bij de huidige prijzen van ongeveer 30 euro per m3 zal er ongeveer 580 m3 den geoogst moeten worden om het zelfde bedrag te verdienen. Bij dunning is daar ongeveer 16 hectare bos voor nodig of moet er ongeveer 3,5 hectare worden kaalgekapt. Worden de eiken niet geholpen dan hebben zij in dezelfde omlooptijd de waarde van brandhout gerealiseerd (laten we voor het gemak ook maar 27,5 m3 nemen) dan is dat in totaal 27,5 m3 vermenigvuldigd met 20 euro (verkoop op stam) en dat is 550 euro. De eiken in die situatie zouden in een periode van 150 jaar niet bijzonder zijn om te zien (niet al te dik en betakt). De kronenbedekking van deze eiken zal aan het einde van hun dimensioneringsfase in totaal ongeveer 0,5 hectare beslaan. Op 50 jarige leeftijd beginnen de bomen er een beetje volwassen en mooi uit te zien. Ze hebben dan nog minimaal 100 jaar te gaan. Voor 382,5 euro heb ik dus meer dan honderd jaar lang 0,5 hectare geweldig functionerend bos en uiteindelijk een financiële reserve opgebouwd van euro. Verder groeien er ieder jaar enkele eiken de dimensioneringsfase in. Om de 5 jaar kan het aantal eiken van bovengenoemde statuur verhoogd worden. De eventueel op te kronen bomen zijn in een leeftijdsfase waarin tal van risico s om uit te vallen tot het verleden behoren (vraat van reeën, concurrentie met grassen en kruiden etc.). Ook zijn er geen investeringskosten gemaakt om ze op te laten groeien. Tevens zijn de eiken al 10 tot 20 jaar oud, die tijd kan dus als gewonnen beschouwd worden. Zou het nodig moeten zijn om op conventionele wijze nieuw bos met houtteeltkundige potenties te creëren dan is bodembewerking noodzakelijk (klepelen volstaat). Met het bedrag van 382,5 euro kan ik een oppervlakte van 0,38 hectare klepelen. (Dit is 0,38 hectare versus 0,5 hectare). Op deze locatie komen zeer waarschijnlijk dennen en berken op. Mochten er ook zomereiken opkomen dan maken zij vrij wel geen kans om op te groeien tussen de dennen en berken. In het betreffende bos streeft men wel naar een hoger aandeel zomereiken. De vraag die aan het begin van deze paragraaf gesteld was is: moeten de bomen opgekroond worden of niet? (Is de 318,75 euro maatschappelijk verantwoord besteed ). U mag het zeggen. Op holdpodzolen op de Veluwe waar beuken in de onderbegroeiing van tal van dennen opstanden opkomen geldt het zelfde verhaal. Ook zijn er in de onderbegroeiing van de gemeente bossen van Boxmeer op deze 15 hectare 5 lijsterbessen waargenomen. Met een zelfde soort begeleiding als hierboven beschreven zouden zij uit kunnen groeien tot waardevolle bomen/struiken. De totale waarden van deze lijsterbessen samen, hun gezamenlijk volume zal over 60 tot 70 jaar ongeveer 1 m3 zijn, met een geschatte waarden van 2000 euro. Bosverjonging en de qd-methode Het bovengenoemde voorbeeld is een goed voorbeeld hoe met weinig financiële middelen mooi bos en waardevol hout gegenereerd kan worden. Zoals eerder gezegd en het bovengenoemde voorbeeld laat dat zien draait het bij de qd-methode om de individuele boom. Om die reden kunnen tal van verjongingseenheden die op dit moment als mislukt gezien worden omdat de bezetting met bomen laag en de betakking zwaar is hergewaardeerd worden. Men kan deze verjongingseenheden ingaan, op zoek gaan naar goed gevormde voorlopers en deze opkronen. Zo ontstaat er een totaal nieuw 19
20 financieel plaatje. Sterker nog, deze zienswijze kan leiden tot een andere aanpak van bosverjonging en dat is de volgende: Maak een groepenkap en laat deze langzaam door het bos terugveroverd worden, boom voor boom. Pas geen bodembewerking toe. Kom om de vijf jaar eens kijken naar wat er aan boomsoorten opgekomen zijn en help hier en daar een boom een beetje. Kroon op een gegeven moment enkele bomen op en het nieuwe prachtig functionerende bos is geschapen. Het mooie van deze manier van aanpak is dat het verdwijnen van een recreatieve en ecologisch waardevolle open plek trager gaat dan op een locatie waar bodembewerking plaats heeft gevonden. De fase overgang van open ruimte naar bos gaat via een redelijk lang durende struweelfase. Er gaan geen voedingsstoffen verloren door een versnelde mineralisatie ten gevolge van bodembewerking en er hoeven geen kosten gemaakt te worden voor bodembewerking. De teelt van kist- en osb-sortimenten en de qd-methode Het in Duitsland bezochte bos lag in een gebied waar de beuk zijn optimum heeft. De bezochte bossen waren voornamelijk door beuk gedomineerd. Bij de praktisering van de qd-methode aldaar werden alleen de qd-toekomstbomen geholpen. In het overige deel van het bos werd niet geblest. Hier werd brandhout geteeld. Het Nederlandse bos bestaat nog voor een groot deel uit naaldhout. Dit zal voorlopig wel zo blijven. Indien de Duitse praktisering van het dunnen in een qd-bos wordt overgenomen vindt er nauwelijks diktegroei plaats van de bomen op die locaties waar geen qd-toekomstbomen staan. Dit hout is in deze diameterklasse minder waard dan dikker hout. Kisthout zal in dergelijke situaties minder aanwezig zijn, er zal op die locaties vooral osb-hout groeien. Indien de qd-methode in Nederland toegepast zou gaan worden dan is het wellicht verstandig om in die delen waar geen qdtoekomstbomen staan lichte, vrije hoogdunningen uit te voeren. Foto s Hieronder volgen enkele foto s van bomen in het Nederlandse bos die allen iets te maken hebben met de qd-methode. Op sommige foto s is een oranje veiligheidshesje of een spuitbus aan een boom gehangen om verhoudingen duidelijker zichtbaar te maken. 20
(FRUIT-)BOMEN SCHRIJVEN GESCHIEDENIS
(FRUIT-)BOMEN SCHRIJVEN GESCHIEDENIS MENSEN, DIEREN EN PLANTEN GROEIEN EEN BEPAALDE PERIODE VAN HUN LEVEN TOT ZE HUN UITEINDELIJKE GROOTTE HEBBEN BEREIKT. BIJ MENSEN EN DIEREN IS MEESTAL WEL TE ZIEN OF
Nadere informatieTerugblik Praktijknetwerk Boerenbos NO NL Wat hebben we in de bijeenkomsten gedaan / geleerd 8 mei 2015
Terugblik Praktijknetwerk Boerenbos NO NL 2013-2015 Wat hebben we in de bijeenkomsten gedaan / geleerd 8 mei 2015 Agenda Ochtend Witharen Welkom, koffie Napraten in 2 groepen Pauze, financiën Terugblik
Nadere informatie5 Kansen en knelpunten voor de houtsector en boseigenaren
5 Kansen en knelpunten voor de houtsector en boseigenaren In dit hoofdstuk wordt de vergelijking van vraag en aanbod samengevat en gekeken welke kansen en knelpunten er gesignaleerd kunnen worden voor
Nadere informatieBOS+ Is er vraag naar, en aanbod van kwaliteitshout; nu en in de toekomst? Stichting Probos. Inleiding
Is er vraag naar, en aanbod van kwaliteitshout; nu en in de toekomst? Jan Oldenburger (Probos) en Dries Van der Heyden (BOS+) BOS+ Stichting Probos Zet zich in voor duurzaam bosbeheer in Nederland en daarbuiten
Nadere informatieBeuk in perspectief. Ervaringen met beuk in het beheer op. Kroondomein Het Loo
Beuk in perspectief Ervaringen met beuk in het beheer op Kroondomein Het Loo René Olthof beheerder boswachterij Hoog Soeren, 3000ha 2180ha bos 394 ha beuk (18%) Verloofing Vestiging berk, beuk en eik in
Nadere informatieWat gaat er gebeuren in het Oosterpark?
Essentaksterfte De situatie in Nederland Inmiddels is meer dan 80 % van de essen in Nederland aangetast. De verwachting is dat hooguit 10 % van de essen de ziekte zal overleven, gebaseerd op ervaringen
Nadere informatieWat gaat er gebeuren in de Wevershoek?
Essentaksterfte De situatie in Nederland Inmiddels is meer dan 80 % van de essen in Nederland aangetast. De verwachting is dat hooguit 10 % van de essen de ziekte zal overleven, gebaseerd op ervaringen
Nadere informatieHoutoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden
Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Anjo de Jong, Wim de Vries, Hans Kros and Joop Spijker Inhoud Achtergrond: zorg over verarming van de bodem door oogst tak- en
Nadere informatieBos & milieu. Bomen 2013/12
2013/12 Bos & milieu Bomen In een boom speelt zich een aantal levensprocessen af die zorgen voor de groei. Dit verschijnsel heet fysiologie en komt bij alle levende organismen voor. De belangrijkste levensprocessen
Nadere informatieTelen van Kwaliteitshout Wouter Bax, Parenco hout. Parenco hout Wat is kwaliteitshout Welke factoren zijn van belang
Telen van Kwaliteitshout Wouter Bax, Parenco hout Inhoud Parenco hout Wat is kwaliteitshout Welke factoren zijn van belang Markt Terreinomstandigheden Partijkenmerken De kwaliteit Beschrijving per houtsoort
Nadere informatiePRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND
PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND Verslag derde bijeenkomst, 12 maart 2014 Aanwezige deelnemers: F. Tolman (met gast), A.H. Luten, H. Holland (met echtgenote), B. & A. Dunnewind, W. Pastoor,
Nadere informatieInformatie reader. Over bomen
Informatie reader Over bomen Bron: een selectie uit folders van de bomenstichting Hoe groeit een boom? blz. 1 t/m 4 Bomen en mensen blz. 5 t/m 7 Bomen en feesten blz. 8 t/m 10 Bomen en medicijnen blz.
Nadere informatieJurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel. Dwarse doorsnede van een boomstam
Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel Dwarse doorsnede van een boomstam Spinthout (licht) en kernhout (donker) Spinthout is het niet-verkernde hout van een boom: het bevindt zich tussen het kernhout
Nadere informatieNederlands bos. Nederlands bos: hoeveel bos is er?
Nederlands bos In het dichtbevolkte Nederland heeft bos meerdere functies. Naast de productie van hout zijn de natuur-, landschap- en recreatiefunctie van groot belang. Boswet, bosbeleid en regelgeving
Nadere informatieWat is essentaksterfte?
Wat is essentaksterfte? Essentaksterfte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de schimmel (vals wit bladvlieskelkje, Chalara fraxinea). Door de aantasting van essentaksterfte verzwakt de boom dusdanig
Nadere informatieBijlage 1 Uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer
Bijlage 1 Uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer Het geïntegreerd bosbeheer streeft ernaar om de productiefunctie van het bos op kleine schaal te integreren met de natuurfunctie en de recreatiefunctie.
Nadere informatie3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen
3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen In dit bedrijfsnatuurplan wordt een hoofdzonering aangebracht tussen 'natuurlijk groen' en 'functioneel groen'. In het natuurlijke groen is de natuurwaarde
Nadere informatieBEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN
BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN 1. INLEIDING De heer G. Holthuis en Mevrouw E. Wynia willen een nieuw landgoed aanleggen aan de Markeweg in Steenbergen. Onderdeel daarvan is de aanleg van 5 ha
Nadere informatieHoutoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden
Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Wim de Vries, Anjo de Jong, Hans Kros and Joop Spijker Inhoud Achtergrond: zorg over verarming van de bodem door oogst tak- en
Nadere informatieWat is essentaksterfte?
Wat is essentaksterfte? Essentaksterfte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de schimmel (vals wit bladvlieskelkje, Chalara fraxinea). Door de aantasting van essentaksterfte verzwakt de boom dusdanig
Nadere informatieDouglas: niet alles goud dat er blinkt
Douglas: niet alles goud dat er blinkt P. R. Hilgen Landbouwuniversiteit Wageningen De laatste decennia is de douglas uitgegroeid tot een van de belangrijkste boomsoorten van de Nederlandse bosbouw. Volgens
Nadere informatieDik hout vraagt kwaliteitsbeheer
Dik hout vraagt kwaliteitsbeheer Veranderingen in het Nederlandse bos Ontwikkelingen in de boomsoortaandelen binnen de oppervlakte opgaand bos tussen de 4de bosstatistiek (1980-1983) en het Meetnet functievervulling
Nadere informatieMeet- en rekenprincipes
2 Meet- en rekenprincipes MEET- EN REKENPRINCIPES HOOFDSTUK 2 2.1 Algemene inhoudsberekening Illustratie 2.a: Inhoudsberekening van een cilinder = oppervlakte x lengte. De inhoud van een object zoals een
Nadere informatie1 Beplantingen Onderhoud van beplantingen Snoeigereedschappen Samenvatting 22
Inhoud Colofon 5 Voorwoord 7 Inleiding 8 1 Beplantingen 11 1.1 Onderhoud van beplantingen 11 1.2 Snoeigereedschappen 17 1.3 Samenvatting 22 2 Bomen 23 2.1 Onderhoud van bomen 23 2.2 Samenvatting 29 3 Specifiek
Nadere informatieMETEN = WETEN Onderbouwing Duurzaam Bosbeheer
Peter Stouten 21 april 2016 METEN = WETEN Onderbouwing Duurzaam Bosbeheer Inhoud presentatie Oculaire inventarisatie Meten, hoe doe je dat? Wat kun je ermee? Oculaire inventarisatie Beoordeling op het
Nadere informatiePro Silva Nederland jubileert
Ellen Reuver en Robbert Wolf 10 jaar discussiëren in het bos Pro Silva Nederland jubileert Vrijdag 3 november 2000. Honderdvijftig bosbouwers trekken de Renkumse bossen in. Het tienjarig bestaan van Pro
Nadere informatie1000 HECTAREN VOL GELOPEN MET AMERIKAANSE VOGELKERS. IS DAT ERG?
Een verslagje aan het bezoek aan Käfertalerwald bij Mannheim. 1000 HECTAREN VOL GELOPEN MET AMERIKAANSE VOGELKERS. IS DAT ERG? Amerikaanse vogelkers dominant aanwezig in het bos van Mannheim. Groveden
Nadere informatieBerk en kwaliteitshout: een uitgesloten huwelijk?
Berk en kwaliteitshout: een uitgesloten huwelijk? M. Winnock, Inverde Wat is wit met soms hier en daar een zwarte vlek, kent een snelle jeugdgroei en brandt goed in de stoof? Inderdaad, u raadt het goed:
Nadere informatieSNOEIEN (LAAN) BOMEN
SNOEIEN (LAAN) BOMEN Snoeien van bomen Ideale boomvorm Een solitaire boom in de vrije ruimte behoeft géén snoei Begrippen binnen begeleiding snoei Scheut een nog niet verhouten stengel die max. 1 groeiseizoen
Nadere informatieVernieuwing Houtverkoop. Hoe breng ik mijn kwaliteitshout op de markt
Vernieuwing Houtverkoop Hoe breng ik mijn kwaliteitshout op de markt Vernieuwing? Sinds mensenheugenis verkoop op stam. Traditie Gevolg: verlies aan kennis bij de beheerders m.b.t. houtkwaliteit zowel
Nadere informatieLEVEN MET BOMEN. Dirk Criel
LEVEN MET BOMEN Dirk Criel Wat is een boom? Is dit een boom? Hoe ziet een boom eruit? kroon = het gedeelte van de boom boven de takvrije stam kruin = het geheel van bladeren en twijgen Stamopbouw Het
Nadere informatieBeknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013
Beknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013 Inleiding Het vakantiepark Miggelenberg is gelegen op de Veluwe. Het ligt in een bebost gebied
Nadere informatieBosbeheerplanning in Vlaanderen
Achtergrond 2 typen Doel/Voordelen/Procedure Case Meerdaalwoud,Heverleebos & Egenhovenbos Achtergrond Bosbeheer in Vlaanderen = bevoegdheid Vlaamse Overheid Bos in Vlaanderen: 10,8% bos = ca. 146.000 ha
Nadere informatiewww.houtcompagnie.nl
www.houtcompagnie.nl Houtinkoop voor bijzondere afmetingen: Wie en wat zijn wij: Nick Faber, ik ben Directeur/eigenaar van Houtcompagnie Almenum BV in Harlingen. Wij zijn een houthandel/zagerij. Ik ben
Nadere informatiePraktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD
52 Praktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD 591 52.6 Het Amerongsebos SIMON KLINGEN 52.6.1 Inleiding Het Amerongsebos ligt op de zuidwestflank van de Utrechtse Heuvelrug
Nadere informatieHOUTOOGST: VAN PLAN TOT PLANK
HOUTOOGST: VAN PLAN TOT PLANK beheerplan Om te bepalen welke functies in een bos van belang zijn en welke werkzaamheden er worden uitgevoerd maakt de boseigenaar een beheerplan. In het beheerplan staan
Nadere informatieWerkplan bosbeheer AWD : werkblok 1
Concept Versie 21 juni 2018 Werkplan bosbeheer AWD 2018-2019: werkblok 1 Willem Stuulen Martijn van Schaik Inleiding Dit is het werkplan bosbeheer van de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) voor 2018-2019.
Nadere informatieDELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK
DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK Kwaliteitsbeoordeling van de bomen op deze locatie Door T. Katerberg European Tree
Nadere informatieBOOM de kampioen. vertelt over de plek die alle bomen over de hele wereld in ons. Er zijn ontelbaar veel boomsoorten en soms heeft een boom
BOOM de kampioen vertelt over de plek die alle bomen over de hele wereld in ons leven innemen. En in het leven van de dieren. Er zijn ontelbaar veel boomsoorten en soms heeft een boom ook nog eens familieleden
Nadere informatie1.Inleiding De beheerder van een productiebos wil voordat de bomen gekapt worden
BO 6 Tijdsinvestering: Bomen meten Tijdstip: lente, zomer of herfst 1.Inleiding De beheerder van een productiebos wil voordat de bomen gekapt worden Nodig: Materiaal hoogtemeter Meetlint werkbladen potloden
Nadere informatieNatuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1
C U R S U S Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1 Martin Winnock, inverde 1 Bossen in Vlaanderen Het b o s in Eu ro pa 146.000 ha 2 Verschuiving bosareaal van west naar oost! BBB - Bosbeheer deel 1
Nadere informatieBegeleidingssnoei van laanbomen
Begeleidingssnoei van laanbomen IPC Groene Ruimte, Arnhem 2009 Inhoud Inleiding 5 1 Achtergronden van het snoeien 7 1.1 Vrijstaande boomvorm 7 1.2 Groei van een boom 7 1.3 Groeisnelheid en conditie 9 1.4
Nadere informatieHoutaantasting onder water -stopt het ooit-
Houtaantasting onder water - stopt het ooit - René Klaassen 17 januari 2012 7 de nationale houten heipalendag Inleiding-1, tekst Beste mensen, Op de nationale houten heipalendag is houtaantasting natuurlijk
Nadere informatieWat gaan we doen? Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout. Oerboslandschap op zandgronden. Uitlogen bruine bosgrond
Wat gaan we doen? Oerboslandschap op zandgronden Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout Bij bosherstel op zandgrond 1. Bosherstel op zand 2. Maatregelen biodiversiteitsherstel 3. Duurzaam verdienmodel onder
Nadere informatie5 Meting van hout op stam
HOOFDSTUK 5 M E T I N G VA N H O U T O P S TA M 5 Meting van hout op stam 33 METING VAN HOUT OP STAM HOOFDSTUK 5 5.1 Inleiding Bij het meten van hout op stam wordt de inhoud bepaald aan de hand van de
Nadere informatieVisuele boomcontrole terrein jeugdgevangenis te Zutphen
Visuele boomcontrole terrein jeugdgevangenis te Zutphen Gemeente Zutphen DEFINITIEF 06 april 2007 rapport Lichtenvoordseweg 4 VESTIGING GROENLO Lichtenvoordseweg 4 7141 DX Groenlo +31 (0)544 37 78 80 Telefoon
Nadere informatieBoombiologie. Basiskennis 1. Boomanatomie (1) Boomanatomie (3) Boomanatomie (2) Het samenstel van deze organen vormen samen een organisme: de boom
Boomanatomie (1) Boombiologie Alle levende organismen hebben dezelfde opbouw: Basis is cellen, weefsels en organen Cellen zijn bouwstenen van structuur Gespecialiseerde structuren heten meristeemweefsel
Nadere informatieBRANDHOUTVERKOPING: PARK VAN LOPPEM 2015
BRANDHOUTVERKOPING: PARK VAN LOPPEM 2015 DATUM en UUR: Vrijdag 18 december 2015 om 9u00 Locatie: Gemeentehuis Zedelgem, Vergaderzaal 2 de verdiep, Snellegemsestraat 1, Zedelgem De gemeente Zedelgem organiseert
Nadere informatieBOMEN VOOR KOEIEN VERSLAG
BOMEN VOOR KOEIEN VERSLAG 2018 Ik weet: t gebeurt, maar ik vind het niet kunnen, Dat wij dieren het licht in hun ogen misgunnen. Plant duizenden bomen, liefst brede en hoge En gun een koe de schaduw in
Nadere informatieBeheerstrategie. Golfclub Driene. Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel:
Beheerstrategie Golfclub Driene 2010 2015 Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel: 0523-654590 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE 1 VOORWOORD 2 GEBIEDSBESCHRIJVING 2 DOELSTELLING
Nadere informatieR a p p o r t S y s t e m a t i s c h e B o o m c o n t r o l e ( V T A )
R a p p o r t S y s t e m a t i s c h e B o o m c o n t r o l e ( V T A ) Landgoed Nieuw Cruysbergen februari 2017 Opgesteld door Bosgroep Midden Nederland februari 2017 t (0318) 67 26 26 www.bosgroepen.nl
Nadere informatiePRESENTATIE BOMENPLAN ISVW
PRESENTATIE BOMENPLAN ISVW Bomenplan ISVW - Herplanten om variëteit te krijgen in leeftijd van het huidige bomenbestand. - Variëteit huidig bos: eiken, lindes, kastanjes, fruitbomen Visie en wens voor
Nadere informatieBosbeheer NHD. achtergronden, visie, beheer. Rienk Slings PWN
Bosbeheer NHD achtergronden, visie, beheer Rienk Slings PWN Waar ligt de bosgrens? op de zeereep kan geen spontaan bos groeien plaatselijk aan de binneduinrand wel. MAAR DAAR TUSSENIN? Historische lessen
Nadere informatieWorkshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017
Workshop bosbeheer Beheerteamdag 2017 Consulent bosbeheer Bosbeheer Elke boom heeft de functie om gekapt te worden Natuurwaarde bos? Wat bepaalt de natuurwaarde? Wat bepaalt de natuurwaarde van een bos?
Nadere informatieCOLOFON. Visual Tree Assessement (VTA) Golfbaan Het Rijk van Sybrook. Golfbaan Het Rijk van Sybrook. Datum 18 november 2016
COLOFON Titel Opdrachtgever Contactpersoon Visual Tree Assessement (VTA) Golfbaan Het Rijk van Sybrook Golfbaan Het Rijk van Sybrook dhr. H. Blaauw Status DEFINITIEF Datum 18 november 2016 Datum uitvoering
Nadere informatiePRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND
PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND Verslag eerste bijeenkomst, 11 september 2013 Aanwezige deelnemers: G. Nijhoving, F. Tolman, A.H. Luten, G.H. Rieks, H. Holland, B. & A. Dunnewind, W. Pastoor,
Nadere informatieBomen Effect Analyse Maliskampsestraat 84 te Maliskamp. In opdracht van: Familie Van Gerven. 18 november 2013 J.P.M. Hovens.
Bomen Effect Analyse Maliskampsestraat 84 te Maliskamp In opdracht van: Familie Van Gerven 18 november 2013 J.P.M. Hovens Faunaconsult Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl
Nadere informatieVertaling van het November 2014 nummer van Satsuki Kenkyu Les 11
Vertaling van het November 2014 nummer van Satsuki Kenkyu Les 11 Deze les wordt u gepresenteerd voor diegene die graag Satsuki bomen willen vormen in goede stijlen vanaf het eerste begin. Les 11 Ik wil
Nadere informatieKWALIFICEREN DIMENSIONEREN
ZENTRALSTELLE DER FORSTVERWALTUNG KWALIFICEREN DIMENSIONEREN een bosbeheerstrategie KWALIFICEREN DIMENSIONEREN Natuurgerichte bosbouw voor mooie, authentieke bossen met kwaliteitshout QD (Kwalificeren
Nadere informatiePRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND
PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND Verslag vierde bijeenkomst, 11 juni 2014 Aanwezige deelnemers: F. Tolman, A.H. Luten, H. Holland met echtgenote, B. & A. Dunnewind, G. Nijhoving met echtgenote,
Nadere informatiePlanten voor de Prins Werkmap Tweede graad Basisonderwijs
Planten voor de Prins Werkmap Tweede graad Basisonderwijs Tekeningen: Jowan De Saedeleer Inleiding Wil jij Prins Baldewijn helpen om terug in zijn kasteel te gaan wonen? Dan moet je op zoek gaan naar nuttige
Nadere informatieONBEKENDE BOOMAANTASTINGEN. December 2009
ONBEKENDE BOOMAANTASTINGEN December 2009 Onbekende boomaantastingen De gemeente Alphen aan den Rijn zet zich in voor een gezonde leefomgeving. Het openbaar groen draagt hier in belangrijke mate aan bij.
Nadere informatieCursus Hout in Boomopbouw en -architectuur
Cursus Hout in Boomopbouw en -architectuur Willy Verbeke, 2006 Primaire en secundaire groei Primaire groei : bij kruidachtige planten (wortel, stengel, ) zie cursus plantkunde Secundaire groei : bij houtige
Nadere informatieQuick-scan van enkele bosterreinen in de Gemeente Uden De waarde van begroeiingen met bomen en struiken
Quick-scan van enkele bosterreinen in de Gemeente Uden De waarde van begroeiingen met bomen en struiken N.C.M. (Bert) Maes Ecologisch Adviesbureau Maes Utrecht In opdracht van Bosgroep Zuid is op 15 juli
Nadere informatieLandgoed Lijftogtsheide
Landgoed Lijftogtsheide Beheerplan 2015-2024 Werkplan 2015-2019 Opgesteld door: Dhr. B. Wisselink Wisselinkweg 1 7021 MD Zelhem Tel: 06-12124001 In samenwerking met: Bosgroep Midden Nederland November
Nadere informatieHet Nederlandse bos in cijfers
Het Nederlandse bos in cijfers Resultaten van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie - Mart-Jan Schelhaas en Sandra Clerkx (Alterra) In 2012 is begonnen met de metingen van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie.
Nadere informatieOpfriscursus bosbeheer en bosexploitatie
Opfriscursus bosbeheer en bosexploitatie Cursusschema Dag 1 ochtend 09.00 12.30 Opstandsbeoordeling en doelstellingen middag 13.00 16.00 Verjongen en verjongingsplan Dag 2 ochtend 09.00 12.30 Exploitatie,
Nadere informatieThee- en soortgelijke hybriden
Thee- en soortgelijke hybriden Theehybriden en andere grootbloemige rozen worden zo gesnoeid, dat er sterke basisscheuten, een komvormige plant met een open centrum worden gevormd. Theehybriden bloeien
Nadere informatieMemo. Aan : Roel van de Laar Van : Celine Roodhart Datum : 1 oktober 2013 Kopie Kwaliteitsborging : :
Memo Aan : Roel van de Laar Van : Celine Roodhart Datum : 1 oktober 2013 Kopie Kwaliteitsborging : : Archief Joost Rink Onze referentie : 9X3223.A0/M0001/901971/JEBR/Nijm HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS,
Nadere informatieOPDRACHT 4 BOOMBEHEER. TERMEN UIT DE THEORIE BOOMVERZORGING Groeiplaatseisen. Bodemvaag. Penetrograaf. Sint-Janslot. Primaire groei secundaire groei
OPDRACHT 4 BOOMBEHEER TERMEN UIT DE THEORIE BOOMVERZORGING Groeiplaatseisen Bodemvaag Penetrograaf Sint-Janslot Primaire groei secundaire groei Schors bast cambium spinthout kernhout Groeiring Afgrendelingszones
Nadere informatieHolte in de stamvoet en de stam:
Visuele afwijkingen VTA (Visual Tree Assesment) = Visuele boomcontrole is controle van de boom. Middels deze methode wordt het breukrisico en de stabiliteit van een boom visueel beoordeeld op grond van
Nadere informatieBomenpad Park Vredeoord. Antwoordenblad. Vul hier eerst jullie namen in:
Antwoordenblad Vul hier eerst jullie namen in: 1......................................................................................... 3.........................................................................................
Nadere informatieONDERZOEK. VTA-inspectie bij 78 stuks diverse bomen aan de Doolhoflaan op landgoed Kernhem te Ede
ONDERZOEK VTA-inspectie bij 78 stuks diverse bomen aan de Doolhoflaan op landgoed Kernhem te Ede Opdrachtgever : Gemeente Ede De heer P. Peters Boomtechnisch adviseur : De heer W. Noorloos Projectnummer
Nadere informatieEssentaksterfte. Deze vestigen zich op oude en zieke bomen en versnellen het proces van afsterven en verrotting van stam en wortels.
ssentaksterfte e situatie in ederland Inmiddels is meer dan 90% van de essen in ederland aangetast. e verwachting is dat hooguit 10% van de essen de ziekte zal overleven, gebaseerd op ervaringen in o.a.
Nadere informatieEen jonge sequoia opgegroeid tussen de as van een bosbrand en een jonge sequoia in een pot.
Hoofdstuk 8. De levensloop van de Sequoia gigantea: van zaadje tot reuzenboom Niet elk zaadje dat uit de kegel valt ontkiemt. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat van de zaadjes die in een groene
Nadere informatieBOOMTECHNISCHE BEOORDELING 3 BOMEN ACHTERSTRAAT WILLEMSTAD
BOOMTECHNISCHE BEOORDELING 3 BOMEN ACHTERSTRAAT WILLEMSTAD BTL Bomendienst Rapport : M. Bouwer Gezien : H. Houtappels Paraaf : Telefoonnummer : 055-5999 444 Faxnummer : 055-5338 844 E-mail : bomendienst@btl.nl
Nadere informatieNOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK
NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK Opgesteld door: Ing. D. Heijkers In opdracht van: N.V. Nederlandse Gasunie Datum: 14 november 2011 Inleiding De Gasunie is voornemens een aardgastransportleiding
Nadere informatieFSC-boscertificering in Vlaanderen: stand van zaken eind 2017
FSC-boscertificering in Vlaanderen: stand van zaken eind 2017 Danny Maddelein Interne auditeur FSC-groepscertificaat De Elsakker (Meerle) 1 Situering Onder de vorm van een beknopte update wordt jaarlijks
Nadere informatiePlantinstructies Aandacht voor het plantgat.
Plantinstructies Aandacht voor het plantgat. Aandachtspunten bij het planten. Om te zorgen voor een optimale hergroei van een nieuw aangeplante boom is het raadzaam een aantal zaken goed in het oog te
Nadere informatieBomen snoeien. Johan Schuppert. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Johan Schuppert 12 july 2014 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/49394 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.
Nadere informatieKlimaatslim bosbeheer
Klimaatslim bosbeheer Bossen leveren een duurzame bijdrage aan het beperken van de klimaatverandering als hun veerkracht tegen de gevolgen daarvan verhoogd wordt. Martijn Boosten & Bart Nyssen 28 september
Nadere informatieHoutsoorten gebruik bij molens. Hout als bouwmateriaal voor een werktuig
Hout als bouwmateriaal voor een werktuig . Molens zijn vrijwel geheel uit hout opgebouwde werktuigen. De aard van het werktuig heeft altijd hoge eisen gesteld aan het gebruikte hout. Voor de onderdelen
Nadere informatieExtra -Laat de kinderen eventueel op internet zoeken naar gezonde en ongezonde bomen
Bomen van binnen Lesduur: 60 tot 90 minuten Bestemd voor groep 6 t/m 8 Sluit aan bij kerndoelen: 37, 39, 40, 41 Inleiding Korte omschrijving van de les: Lengtegroei en diktegroei, de lagen van een boom,
Nadere informatieHout. Primaire en secundaire groei. Primaire groei : bij kruidachtige planten (wortel, stengel, ) zie cursus plantkunde
CURSUS Hout in boomopbouw en architectuur Willy Verbeke, 2008 Primaire en secundaire groei Primaire groei : bij kruidachtige planten (wortel, stengel, ) zie cursus plantkunde Secundaire groei : bij houtige
Nadere informatieKennisdag eco2eco vraag en aanbod op de houtmarkt Welkom
Kennisdag eco2eco vraag en aanbod op de houtmarkt Welkom 29/06/2017 Opglabbeek Eric Peyskens ANB Bert De Somviele BOS+ Introductie Stuurgroep 4 situering deelpakket 3 binnen het project eco2eco Doel: Vlaamse
Nadere informatieCursus Achterstallig Onderhoud Hoogstamfruit
Hoogstamfruit 1 Indeling theorie Beoordeling hoogstamboomgaard Uitgangspunten bij Achterstallig onderhoud Fasering achterstallig onderhoud Snoeiafhankelijke factoren Techniek en veiligheid 2 Beoordeling
Nadere informatieBijlage 1 Groene kaart
Bijlage 1 Groene kaart Bron: www.leiden.nl Bijlage 2 Resultaten bomeninventarisatie Overzicht: - Overzichtskaart van deelkaarten - Kaart 1 - Kaart 2 - Kaart 3 - Kaart 4 - Kaart 5 - Tabel met resultaten
Nadere informatieBeplantingsplan percelen aan de Schouwenweg te Lierop 2017
Beplantingsplan percelen aan de Schouwenweg te Lierop 2017 Colofon Opdrachtgever: Dhr. N. van Bussel Titel: Beplantingsplan percelen aan de Schouwenweg te Lierop 2017 Status: Concept Datum: Juni 2017 Auteur(s)
Nadere informatieVijftien jaar lang inventariseren met Woodstock en Syhi
Vijftien jaar lang inventariseren met Woodstock en Syhi foto s Henny Schoonderwoerd Jop de Klein en Henny Schoonderwoerd Sinds 1990 wordt Woodstock (Staatsbosbeheer gebruikt dit systeem onder de naam Syhi)
Nadere informatieA) 1) gevestigd te 2) B) 1) gevestigd te 2) C) 1) gevestigd te 2) verklaart (verklaren) zich door ondertekening dezes bereid de uitvoering van 3)
RAW83-00915 OT'n Z-Veluwe Bos- en Natuurbeheer 2013-2014, Bladnr. 1 van 2 Behoort bij: 3001300-P-010-70 I N S C H R I J V I N G S B I L J E T De hierna te noemen inschrijver(s): A) 1) gevestigd te 2) B)
Nadere informatieVISUAL TREE ASSESSEMENT (VTA) GOLFBAAN DE HOGE KLEIJ
COLOFON Titel Opdrachtgever Contactpersoon Visual Tree Assessement (VTA) Golfbaan De Hoge Kleij Golfbaan De Hoge Kleij dhr. Joost Sträter Status Datum concept 19 mei 2017 Datum uitvoering VTA 18 mei 2017
Nadere informatieWerkblad. Landschappelijke elementen. Concept!!!
Werkblad Landschappelijke elementen Concept!!! Dit is een voorblad van een werkblad waaraan nog gewerkt wordt. Sommige onderdelen zijn goed uitgewerkt, andere minder. Alterra-WERKBLADLandschappelijkeElementen.doc
Nadere informatieSamenvatting Gevolgen essentaksterfte Utrecht in beeld Onderzoek en beheerstrategie
Samenvatting Onderzoek en beheerstrategie COLOFON Opdrachtgever: Gemeente Utrecht Mevrouw ing. I. Tepp Opdrachtnemer: Terra Nostra Boomtechnisch adviseur: De heer R. Geerts Mevrouw W.W. Batenburg Fotografie:
Nadere informatieHygroscopische eigenschappen
2013/12 Hout Hygroscopische eigenschappen Hout en vocht Hout is een natuurproduct dat na droging en verwerking gevoelig blijft voor vocht. Dit betekent dat het kan uitzetten en krimpen. Gebeurt dit ongelijkmatig,
Nadere informatieIs het Eike- of eikenhout
Lezingenblok Hout en monumenten Is het Eike- of eikenhout Patrick Assink Assinkhout BV Mijn naam is Patrick Assink. Ik ben werkzaam in ons familiebedrijf, waar we rondhout zagen, schaven, verhandelen en
Nadere informatieALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN
3 8 6 10 ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN Een boom is...... een vaste plant met een houten stam en een kruin, alleen noemen de onderdelen anders dan bij een plant. Delen van de boom Laat de kinderen
Nadere informatie1. ecologische functie
Criteria voor geı ntegreerd natuurbeheer samenvatting 1. ecologische functie criterium 1.1: kwaliteit van het natuurlijk milieu over heel het terrein indicator 1.1.1: - natuurlijke waterhuishouding niet
Nadere informatieOpdrachtgever. : Gemeente Breda : Toezichthouder. : J.L. de Jong Deelopdracht / perceel. : Mechelenstraat NTO-formulier nummer : -
WORTELS STAM / STAMVOET KROON Opdrachtgever : Gemeente Breda : Toezichthouder : J.L. de Jong Deelopdracht / perceel : Mechelenstraat NTO-formulier nummer : - 1. ALGEMENE GEGEVENS Boom nr. : 1 t/m 7 Opname
Nadere informatieKostenefficiënte en verantwoorde oogst van tak- en tophout
Kostenefficiënte en verantwoorde oogst van tak- en tophout Martijn Boosten Oogstdemonstratie tak- en tophout 27 februari 2014, Vierhouten Tak- en tophout uit bossen Naar schatting jaarlijks 36.000 ton
Nadere informatie1. Geheimen. 2. Zwammen
1. Geheimen 'Geen plant en geen dier' Een paddestoel is zeker geen dier, maar een plant is het ook niet. Ze hebben geen groene bladeren om zonlicht op te vangen. Bovendien groeien paddestoelen in het donker.
Nadere informatie