ANTI-APARTHEID ANTHOLOGIE

Transcriptie

1 ANTI-APARTHEID ANTHOLOGIE Afrikaanse gedichten uit de apartheidsperiode Tiny Kraan Leiden Inhoudsopgave Inleiding 1 Gedichten De positie van kleurlingen 5 Het leven onder apartheid 39 Gedwongen verhuizingen 81 Protest in de townships 116 Verzet en geweld 161 Mandela en het nieuwe Zuid-Afrika 185 Bijlagen Chronologie van apartheid 221 Verklarende woordenlijst 223 Geografische termen 229 Lijst op auteurs 231 Lijst op gedichten 236 Bronnenlijst 241 1

2 Inleiding Deze bundel, een herziene uitgave van de bundel uit 2014, bevat gedichten, geschreven in het Afrikaans, door auteurs uit Zuid-Afrika die in de apartheidsperiode tot de kleurlingbevolking behoorden. De gedichten werden in de tweede helft van de 20ste eeuw geschreven, de periode van de officiële apartheid. In Nederland heeft deze literatuur tot nu toe weinig aandacht gekregen. Het Afrikaans werd (en wordt) hier vooral geassocieerd met de bedenkers en uitvoerders van apartheid. Het was de taal van Verwoerd, Vorster en Botha. Echter ook slachtoffers van apartheid drukten zich uit in deze taal. Eind 70 er en begin 80 er jaren van de 20 ste eeuw, met name na de Soweto onlusten van 1976, ontstond er het besef van politieke bruikbaarheid van het Afrikaans, en dit leidde tot een opbloei van literatuur in het Afrikaans (Hein Willemse, Die skrille sonbesies, 2007). Daarnaast speelde ook de gedachte dat Afrikaans voor deze schrijvers hun moerstaal was (Vernie February, 1979) een belangrijke rol. Men wilde laten zien dat het een mooie, levende taal was. Afrikaans Ek sleep Afrikaans deur die woestyn, kom jy saam. Ek sleep Afrikaans deur doringdraad en reën, kom jy saam. Ek sleep Afrikaans oor die hemelruim, lees jy saam. Ek sleep Afrikaans tot in my graf, sing jy saam. Is jy nog hier, is jy by om rug aan rug, vir Afrikaans te stry? Floris Brown In: Nuwe verset (2000), p. 65 Hoewel in Nederland soms deze taal van Zuid-Afrika het Zuid-Afrikaans wordt genoemd, omdat hier het woord Afrikaans slaat op het continent Afrika, geef ik de voorkeur aan de linguistisch correcte term Afrikaans. Het Afrikaans kent verschillende varianten. De belangrijkste zijn standaard Afrikaans, Kaaps Afrikaans en Griekwa of Oranjerivier Afrikaans. Verreweg de meeste gedichten in deze bundel zijn in standaard Afrikaans geschreven, maar ongeveer een derde is in Kaaps Afrikaans. Vooral de dichters S.V. Petersen, Adam Small en Peter Snyders schreven in deze taal, die met name op de Kaapse Vlakte heel populair was (en is). Kaaps Afrikaans was aanvankelijk vooral een spreektaal, maar werd in de onderhavige periode steeds meer een geschreven, literaire, taal, o.a. omdat deze, volgens Adam Small (2004), niet geassocieerd kon worden met het standaard Afrikaans van de onderdrukkers. 2

3 Enkele gedichten in deze bundel zijn van kleurlingschrijvers* die uit andere delen van Zuid- Afrika dan de West Kaap afkomstig zijn. Er zijn verder ook enkele gedichten opgenomen van zwarte** schrijvers. De meeste zwarte schrijvers schreven in het Engels. Hun verzetsliteratuur werd vooral verspreid via het tijdschrift Staffrider dat tussen 1978 en 1992 verscheen. Het belangrijkste doel van deze bloemlezing is om de aandacht te vestigen op Afrikaanstalige gedichten, waarin het lijden onder apartheid onder woorden wordt gebracht of waarin een duidelijk standpunt ingenomen wordt tegen apartheid. Dit betekent dat de inhoud niet op de eerste plaats wordt bepaald door literair esthetische criteria. In principe zijn alle gedichten opgenomen die blijk geven van een literair verzet tegen apartheid. Ik sluit me graag aan bij wat Jan Biezen schreef n.a.v. zijn serie Honderd dichters: De bossen zouden eenzaam worden met alleen de beste vogels Als begindatum voor selectie is genomen 1948, het jaar waarin de Nationale Partij na verkiezingen aan de macht kwam. Die datum wordt gezien als het begin van de apartheidsperiode die zou duren tot 1994, het jaar van de eerste vrije verkiezingen. In die periode werden racistische wetten aangenomen die de al veel langer bestaande discriminatie en segregatie verfijnden en legaliseerden. Ik heb een uitzondering gemaakt voor enkele gedichten uit een bundel van S.V. Petersen die in 1944 verscheen. Deze gedichten geven een goed beeld van de positie van kleurlingen vóór Het lag voor de hand om als einddatum 1994 te kiezen, het jaar waarin de politieke macht in handen kwam van het ANC onder Mandela. Maar dat zou betekenen dat een aantal gedichten die inhoudelijk heel goed passen in de verzameling niet opgenomen zou worden. Zo zijn er in de jaren na 1994 gedichten geschreven over Mandela en het nieuwe Zuid-Afrika, over het opnieuw opgebouwde District Six, of gedichten die in het algemeen terugkijken op het leven onder apartheid en daarna. Ik heb wat betreft publikatiedatum geen einddatum genomen en alle relevante gedichten die ik tegenkwam heb ik opgenomen. Hoewel er ook romans werden geschreven en korte verhalen, die aan de criteria voor opname zouden voldoen, heb ik mij om praktische redenen beperkt tot één literaire vorm, nl gedichten. Zij vormen bovendien verreweg het belangrijkste genre als het gaat om anti-apartheidsliteratuur in het Afrikaans. De indeling van de gedichten is thematisch, en volgt in grote lijnen de chronologische ontwikkeling van apartheid. Ze zijn ondergebracht in de volgende rubrieken: 1. De positie van kleurlingen 2. Het leven onder apartheid 3. Gedwongen verhuizingen 4. Protest in de townships 5. Verzet en geweld 6. Mandela en het nieuwe Zuid-Afrika Een indeling maken blijft altijd moeilijk. Van een aantal gedichten is niet op het eerste gezicht duidelijk waar ze gerubriceerd moeten worden en sommige gedichten hadden in meerdere rubrieken geplaatst kunnen worden. Per rubriek is er geordend naar jaar van publikatie, subthema en/of auteur. In mijn zoektocht naar gedichten heb ik mij beperkt tot die publikaties die in Nederland aanwezig zijn. De meeste gedichten zijn afkomstig uit bundels die in de bibliotheek van het Zuid Afrika Huis in Amsterdam en het Afrika Studiecentrum in Leiden te vinden zijn en in verschillende universiteitsbibliotheken, met name die in Amsterdam (UvA) en Leiden. Naast de 3

4 oorspronkelijke publikaties vormden later verschenen bloemlezingen een belangrijke aanvullende bron. Behalve in standaard en Kaaps Afrikaans zijn er ook enkele gedichten opgenomen geschreven in Griekwa Afrikaans, gesproken in de Noord-Kaap; in Moslim of Maleier Afrikaans, een vorm van Kaaps Afrikaans met veel woorden en uitdrukkingen die met het Moslim geloof te maken hebben, en in tsotsi, de taal van de straat. De gedichten geschreven in standaard Afrikaans zijn redelijk toegankelijk voor een Nederlands sprekend publiek. Woorden die niet duidelijk zijn, zijn opgenomen in de woordenlijst op p Ook is een poging gewaagd om Kaapse, Moslim Kaapse en Griekwa Afrikaanse woorden te vertalen. Mijn dank gaat hierbij uit naar de dichter Floris Brown die mij hielp bij de vertalingen. Van geografische begrippen is een apart overzicht gemaakt op p Om de gedichten in een bredere context te plaatsen is een chronologie van apartheid opgenomen op p Specifieke woorden en uitdrukkingen die eenmalig voorkomen worden onder het betreffende gedicht verklaard. Hier is ook relevante inhoudelijke informatie te vinden *Ik ben me ervan bewust dat tegenwoordig de voorkeur uitgaat naar de term bruin; voor de duidelijkheid hanteer ik de term die in de apartheidsperiode officieel gebruikt werd. **In de apartheidsperiode bestond een breed streven om alle niet-blanken in één categorie nl. zwart onder te brengen. Hier wordt met zwart bedoeld personen van bijv. Xhosa of Zulu afkomst. 4

5 Positie van de kleurlingen 5

6 Bede Laat dit dan wees, o Heer, dat ek 'n duisend jaar gelee teen God en mens gesondig het Dan weet ek nou, op u bevel is hierdie skurfte blootgestel. In watter dieptes, stankbesmet en met verrotte slym besmeer, het ek nie daar versleg, dat selfs u, Heer, van my moes wyk my nie wou reinig van die slyk? Laat my dan maar soos Lasarus tevrede wees met streling van elk honger hondetong; dan weet ek tog, dis u besluit, die vloekstraf van 'n donker huid. As dit u straf is, dat ek so moet ly, dan wil ek swyg, o Heer; leer my berusting dan; laat my dan maar my kruisweg gaan, tot waar ek voor die donker staan S.V. PETERSEN In: Die enkeling (1944), p. 14 Ook in: Gaat de pijn toch de lach overheersen? In: Ons erfdeel, jg 16, no. 3 (1973), p. 82 Ook in: O nag, kom gou, bly weg (1989), p. 60 Ook in: Ticket voor de Kaap (1999), p. 16 6

7 Aan hulle wat gedwee ly O God, U weet hoe deur ontberings heen hul deurgeween na U verlang... deur watter nagte hulle bloed traag geword het, bang en somber soos 'n stoet na die uiteindelike dinge... Laat hul maar ly, o God, moeg word hul sal lankmoedig wag dat U self uit die hemel uit moet skree: dis nou genoeg! ADAM SMALL In: Verse van die liefde (1957), p. 11 7

8 Is dit? Is dit 'n wet wat elke mens verplig tot eie koers langs paaie van die tyd waar ons mekaar se duisternis of lig kan wees maar sielalleen loop tot in ewigheid? ADAM SMALL In: Verse van die liefde (1957), p. 20 Is jy my lig Is jy my lig en ek jou duisternis, dan kan jy deur my duisternis nog plekke vind - maar ek, omdat ek van die donker is, loop in die felheid van jou lig vir ewig blind. ADAM SMALL In: Verse van die liefde (1957), p. 21 8

9 Kô, lat ons sing Vrinne lat ons die Bybel oepeslaan en lat ons daaryt lies o Allahoegste Gies lat hierie woorde na onse harte gaan! yt die twiere boek van Mosas yt die Exoras yt die viere hoefstuk die ee ste en die twiere verse o God maak vi ons lig moet hierie woorde soes moet kerse! toe antwoord Mosas en hy sê: ma wat as hulle my nie glo, nie aan my woorde vat as hulle sê die Here het nie ga-appear aan my? ma die Here sê vi hom: djy sal djou mense lei wat s in djou hand? en Mosas sê: n staf nou vrinne dit was al wat hy gahad het hierie man van God n staf n dooie stok en boenop het hy nog gahakkel ok ma die Here het toe lank moet hom gapraat oor hoe hy moet daai kierie doodgaslaat het die Egiptenaar en Mosas het sy groote kop lat hang en toe toe skielak was daai selfde kierie in sy hand n slang! nou vrinne die Here het gabring aan my sy wonnerwerke oek so hy het gavra wat s in my hand en vrinne in my hand was my kitaar kô, lat ons sing ADAM SMALL In: Kitaar my kruis (1962/1975)), p. 11 Ook in: Ticket voor de Kaap (1999), p. 20 Ook in: Kô lat ons sing (2013), p. 25 9

10 Skollie Larie wêralt ma praat, pêllie, los an vas - a sikarêchie inna kannachie Oem Tas, innas ôrait, pêllie, is ôrait, ôs kannie worrie nie... - a sikarêchie inna kannachie Oem Tas, inna lêkka myt, inna lekka anna dinga, oe! Larie wêralt ma praat, pêllie, los an vas, warra va', warra va'? wat maakit saak? Soesie Ingilsman sê It cuts no ice; - Die Heera het gaskommal innie dice het vakeet gaval va ôs, dis ma al... Soe la hulla ma sê skollie, pêllie, nevermaain, da's mos kinnas va' Abel innas kinnas va' Kain, soe ris ôrait, péllie, is ôrait, ôs moenie worrie nie... ADAM SMALL In: Standpunte, jg 13, no. 6 (1960), p

11 Die Here het gaskommel* Lat die wêreld ma' praat pêllie los en vas 'n sigaretjie en 'n kannetjie Oem Tas* en dis allright pêllie dis allright ons kannie worry nie 'n sigaretjie en 'n kannetjie Oem Tas en 'n lekker meid en lekker anner dinge oe! lat die wêreld ma' praat pêllie los en vas wat daarvan wat daarvan wat maak dit saak soes die Engelsman sê it cuts no ice die Here het gaskommel en die dice het verkeerd gaval vi' ons daai's maar al so lat hulle ma' sê skollie pêllie nevermind daar's mos kinners van Gam en daar's kinners van Kain* so dis allright pêllie dis allright ons moenie worry nie ADAM SMALL In: Kitaar my kruis (1962/1975), p. 27 Ook in: Gaat de pijn toch de lach overheersen? In: Ons erfdeel, jg 16, no. 3 (1973), p. 82 Ook in: Ticket voor de Kaap (1999), p. 21 Ook in: Kô lat ons sing (2013), p *Eerder verschenen in Standpunte (1960), on der de titel Skollie, zie p. 10 *Tas is een goedkope wijn; de naam is afgeleid van het merk Tassenberg *Noach vervloekte het nageslacht van zijn zoon Cham; kleurlingen en zwarten zijn 'kinderen van Cham' 11

12 Naturel As die swaar van die dag verby is en die voorman sy staan gestaan het, rol ek moue af die dag is dood. Soos ginds deur my pa-pe gelei is, beleef soos my ma-me gemaan het, halfhangskouer kom ek aangestoot. Weer eens by die bushalte weet ek: soos met yster gebrandmerk vir jare, loop ek "Kaffer" gemerk soos 'n bees. In die toustaan staan ek en sweet ek verontwaardiging uit in sware druppels van n soort vreeslose vrees... Langtand sal ek kou aan my ete vanaand weer by my vrou aan tafel, my kinders sal nie weet waarom. Diepnag weer my drome besete, my hart uitgetorring, -gerafel met ál wat van die bose af kom... S.V. PETERSEN. In: Die kinders van Kain (1960), p. 4 Ook in: SA in poëzie / SA in poetry(1988), p

13 Mulat Hulle ken hom nie, die man met wie hulle in die donker maats is. Toe die daglig kom, spreek hulle van hom asof hy melaats is....asof hy melaats is. S.V. PETERSEN In: Die kinders van Kain (1960), p. 4 13

14 Roepende stemme "Die beker loop oor, Heer, hoe lank nog, hoe lank?" Alle Hemele bly stom soos 'n rots met geen klank. "Hoe dof word die oë, die lig is aan sterwe!" En tog word die daglig nie daarom bederwe. "Visioene van rose verdor soos die blare?" Ag klein die verlies, gemeet met die jare. "Die stromende trane getuie van wee!" 'n Klein bietjie sout is nog lank niet die see. "Vervloek so'n stelsel van dwingelandy!" Wat weet dan 'n mensekind daarvan, soos jy? S.V. PETERSEN In: Gaat de pijn toch de lach overheersen? In: Ons erfdeel, jg 16, no. 3 (1973), p

15 Apartheid Met pigmentasie effens wit gaan hul verhewe gunter sit in bioskoop, bus, kafee en trein, verwaand naby die witlyn... LIONEL SHELDON In: Weeklaag van die wese (1960), p. 22 Swye Vanaand olie die wyntjies die verset in my teen hierdie nuwe halfnaatjie-wet,* totdat ek swanger van die haat net tande kners en vuiste bal, verbitterd op my knieë val sonder om 'n woord te praat... LIONEL SHELDON In: Weeklaag van die wese (1960), p *halfnaatjie is een denigrerend woord voor half-bloed, kleurling 15

16 Second coming I Here, ek wil djou ook mos meet, hoekom het ek dan so baie gesing, 'moet my nie vagiet'? wassit dan vaniet? so Here, as djy gaklim het yt die carriage en elke man klaa is met sy spiech en hand gaskud het, ál die groot manne wat so baie gabid het vi ons samelewing en ons staat, voor djy klim in djou private kar moet djou body-guard, voor die motorcycles moerie sirens djou weg-escort vi die reception by die mayor ennie president, ek vra djou, Here, please, pléáse wend en lig djou kop net één maal op en notice my hie agter, please, en smile moet my. ADAM SMALL In: Sê sjibbolet* (1963), p. 21 Ook in: Kô lat ons sing (2013), p *herkenningswoord of wachtwoord; vaak gebruikt om te testen of iemand bij een bepaalde groep behoort 16

17 Second Coming II Toerie Lord byrie airport yrie jet stap tussen die streamers oppie tarmac en virrie Here Jesus fan-club die V-sign wys was daa nie meer plek vir 'n mys. Innie press-conference wah gafollow het het hy ga-apologise en sincere regrets ga-express lat hy dié assignment so lank moes cancel, hy't werklik gatry sy bes ma soes hy ga-explain het 'n celebrity follw nie sy eie nie ma sy Manager se wil. Toe't hy kindly agree en moerie teenagers gapose voor 'n hele battery press photographers, ennie hêpkêts het gaskrie en spontaneously gatwis' (photo op bladsy drie) - en ámmal het die Lord wármly ga-applôd toe hy reveal hy gan 'n personal appearance-show vi sy non-white entoesiasts special innie Gem in hou.* ADAM SMALL In: Sê sjibbolet (1963), p. 38 Ook in: Kô lat ons sing (2013), p *Gem is een bioscoop in Wynberg, een van de zuidelijke buitenwijken van Kaapstad 17

18 Satan lei ons Satan lei ons almal om die bos Ons is almal maar halfnaaitjies van die gees- Een klomp wil God en wit vel dienstig wees En ander Christens stuur die tokkelos* ADAM SMALL In: Contrast, vol.2, no. 2 (1963), p *Spook of geest, gebruikt om kinderen bang te maken 18

19 Count your blessings Ek sê ou bryn pêllie ou swa't pêllie wat's daa innie wêreld vi djou sê vi my ek sê vi djou fôkol man: die gatkant vannie rylwaytryne die gatkant vannie êrouplyne daai mos die gatkant vannie rylwaystasies dja, die gatkant vannie wêreld se nasies sê'k ie? So ou bryn pêllie ou swa't pêllie wat's daa innie wêreld in vi djou sê vi my? nai, fokól man: die gatkant vannie mens se lot... ma oek 'ie gatkant vannie Here djou Got -so count your blessings ou pêllie count them one by one... ADAM SMALL In: Kol, jg. 1, no. 7 (1969), p. 9 Ook in: Toe Suiderkruis toe (1971), p

20 Onse God Een God het ons geskape al is jy wit en ek is bruin Een God is vir ons almal lief al is jy wit en ek is bruin Een God sien al ons smarte al is jy wit en ek is bruin Een God skenk ons genade al is jy wit en ek is bruin Een God sal uitkoms gee van hierdie lot al is jy wit en ek is bruin Een God sal eendag oordeel al is jy wit en ek is bruin HOWARD EYBERS In: Pro Veritate (july 1972) 20

21 Ek ken hulle Ek ken hulle Ek ken die bruinmense Liewe mense is hulle In my kombuis was skottelgoed op In my tuin trek grassies uit Delivery boy wat my groceries aanry Straatveër en Johny wat my odd jobs doen. Mevrou, as dit jou siening is slaan jy de bal vér mis n Druppel in die oseaan is al wat jy raaksien Het jy geweet dat daar opgevoede bruines is? HOWARD EYBERS In: Gaat de pijn toch de lach overheersen In: Ons erfdeel, jg 16, no. 3 (1973), p. 87 Ook in: Ticket voor de Kaap (1999), p

22 Hottentot* Hoor my woord van liewerlee, my refrein: maak oop die vensters, trek weg die gordyn! Al hoor ek in die weerklank agter die deur wat geroes nog op slot is die hoonwoordhottentot! S.V. PETERSEN In: Standpunte, jg 30, no. 2 (1977), p *denigrerende uitdrukking voor de oorspronkelijke Khoi bevolking; later van toepassing op alle kleurlingen 22

23 Hoor my woord Hoor my woord van liewerlee, my refrein: Maak oop die vensters, trek weg die gordyn! Al hoor ek agter die deur, wat vir my nog op slot sit, die hoonwoord hottentot, vermaledyde hoonwoord hottentot! Swaai hoog die vensters, skuif weg die gordyn! S.V. PETERSEN In: Nag is verby (1980), p

24 Gee hom Heiland gee hom tog net dit nog 'n enigste dalk laaste wens Laat hom maar met moedswil en durf torring en terg* aan elke grens Wat dingmaak van elke andermens mede-mens as minder-mens S.V. PETERSEN In: Tydskrif vir Letterkunde, jg 23, no. 1 (1985), p *durf toring (lostornen) en terg (tarten) betekent durf uit te dagen of te overtreden 24

25 'n Ordinary mens In Athlone is ek 'n ordinary mens; dis maar nou en dan wat 'n hoekhour skrie: * "Hêt, ou whitey!" Maar daai maakie saakie kôs hulle wiet ek is 'n ordinary mens. Dis wanner ek trein of taxi moet ry wat ek al die problems kry: "Sorry, sir, the coach for whites is just behind this one". Now I ask you, djy widtie iens geallow om met jou eie mense te sittie - wat nog van jou non-black vrinne? Maarie tyd vannie riots wassie blok daem benoud, want amil is net colour-crazy; dit kos my "Black Power!" kliphad skrie en 'n handvol wit vuise feverish wave. Hulle trep my in Belgravia Road en vra: "Wat issie pass word!" "All Blacks!"skrie ek vannie skrik, maar wiet hoe dônner hulle my! PETER SNYDERS In: 'n Ordinary mens (1982), p *hoekhouers (hoekstaners) zijn kwajongens die rondhangen op straathoeken 25

26 Ek is oek important As al julle geldgatte julle geld gespendit en julle bananeskille innie slootjie gegooi het, en julle bustikkits soes confetti gestrooi het en julle staain en cool drinks* opgedrink het, en julle borrels en blikkies in n gangetjie gesit het, en julle visgraatbolle n vrot vrugte en stukkene boksies en papiere r o n d g e g o o i h e t dan kom ek en maakie wêreld weer skoon: soe, ek is oek important. Peter Snyders In: n Ordinary mens (1982), p *staain staat wrs voor wijn, afkomstig van (Droë) Steen 26

27 Dobbelspel Die Jode het 'n keuse tussen Jesus en ou Barabas gehad. Wie het hulle toe gekies? Ek moes ook loot tussen vryheid en die droom Hoe het die dobbelsteen geval? VERNIE FEBRUARY In: O snotverdriet (1979), p

28 Verban: Verbinne My stryd is bloedlustig. Goddank. Ek is 'n bloedlasteraar - wit en swart, apart, verswart, verskil, om 't ewe - ek is aan bloedlastering gewy, verdiep in die vermenging van bloed, verbinne: die leed van 'n plegtaal wat soos 'n koue mol nat-neus snuffel en uit die melkkroes kom. Verban, verbinne, verswarte kraamheld wat voëlnes steel en eekhorings daarin grootmaak. Bloedlastering is soos die lewe self - ek is 'n seun van God en niks behalwe goed kan my aanraak nie. Vooruitgang, rassebestaan, bloedlastering, broermoord 'n vertraagde milt wat skielyk oopbars en die geboorte snou, kwansuis vermeng, verbitter - die pas verstadig, verleng; verlange na die bleek albasterfles met gifsalf wat in 'n lawavloed na buite stroom, want ek is bruin, verbinne, in dié verband met kruitgesang verblind. Kan ek uithou teen die magskelkie wat my verlei? Néé, want die sweet verblind, verbinne die ervaring van bruin-en-wit wees in stede van swart en my stryd is verloor, verlore ekself. JULIAN DE WETTE In: Verban: Verbinne (1980), p. 41 Ook in: Poskaarte (1997), p

29 die kaap is cool disse coolspul in'ie kaap ampe' soes agter labarang* wannee' net'ie krummels in'ie boem lê en'ie pôdjie sêd lyk* soes kinnes met spielgoet agter'ie krismis sêd oor'ie karrendjies watte mee' raas of'ie groot pop wat'ie mee' skrie: 'fanie en melanie ontdek die piepie' p.c. proposals 'n sêd biesagiet vi' o's ytgepoep en dit bly sikke tyd om mette djis-dja o's te dummy met 'ie old o story va' colour affairs onner'ie south african flag nei die public is cool en wat ka'o's sê: druk deu' eid mubarak en* blessings for the struggle en soe aan dis al PATRICK J. PETERSEN In: Staffrider, vol. 6 (1984), no. 1, p *labarang slaat op de laatste avond van de ramadan; soms ook gebruikt voor het suikerfeest zelf *pôdjie sêd, lett. een potje droefenis, hartzeer *eid mubarak is een traditionele moslim begroeting, speciaal tijdens feesten 29

30 got is doot got sing sopraan in die n.g.-koor* met 'n noot op kleur, en word dood daar gebulk ek vra: waar waar is got want mense eet katte eet modder as patatte en got salf dominees wat ministers word maar got bly doot vir onse noot PATRICK PETERSEN In: amandla ngawethu (1985), p. 28 *N.G. slaat op de Nederduits Gereformeerde Kerk 30

31 Ag wanneer Wanneer gaan die vaal mis wegsak Wat my uitsig verhinder en gees beknop Wanneer gaan die son opkom Sodat ek kan sien waar ware gedagtes sweef Wat diep denkende wesens verstandelik laat leef Wanneer word ek verlos van die drukkende bande Wat my permanent beperk tot eiesoortige leed en skande Ag wanneer gaan ek ook langs die ronde tafel Sit en bepeins om daaglikse probleme te ontrafel Ag wanneer gaan ek ook saam wette maak Na my geestelike skikking en kulturele smaak Wanneer, wanneer, ag wanneer LEONARD KOZA In: Die skrille sonbesies ; emergent black Afrikaans poets in search of authority; in: Rendering things visible; essays on South African literary culture (1990), p

32 Van Riebeeck* Jy s artist Van Riebeeck, truly soewaar, n master van colours, finish en klaar. Hier's nou freedom of speech, soe gee daai resep hoe om shades van bryn yt net wit paint te skep. Hoe het jy jou lonely weekends gespend? Hoe het jy daai mixture van bryn paint geblend? Jy skuld my 'n hearing en móét my vertel daai mixture van bryn isse hel virre vel. Asse gesture of goodwill, grant my 'n wens dié keer net wit paint, paint my 'n mens. Jy s 'n artist Van Riebeeck, truly soewaar, n master van colours, Van Riebeeck ons vaar. MARIUS TITUS In: Oop gemoed (1990), p. 35 Ook in: Poskaarte (1997), p *negen maanden na de komst van Jan van Riebeeck en zijn mannen in april 1652 zouden de eerste kleurlingen zijn geboren 32

33 Katastrofe op 'n reis My tasse is gepak en ek is op reis maar my kompas is rigtingloos. Ek's nog profeet nog intellek wat my terminus seker kan bepaal want al die barrikades bly vassteek in my keel. Miskien moet ek soek na 'n sinjaal - en dit volg maar 'n onsekerheid hang soos 'n swaar reis-etiket om my nek, waarop duidelik geskrywe staan: "Kleurling"... nasionaliteit geskend bestemming onbekend... NOËL-DAVID ADAMS In: Optog (1990), p

34 regsom is regs altyd wit altyd reg is ver regs altyd witter altyd meer reg? is links altyd swart altyd verkeerd is ver links altyd verkeerd altyd meer verkeerd? wie het dit gesê? wie het dit begin? waarom is links nie wit en regs nie swart? kom sit aan die regterhand van God... en die wittes het die plek vir hul geneem regs van die kruis, het n moordenaar hom bekeer die een links het weggedraai dis nou ons, die swartes, volgens hulle die wittes, die altyd reg, regs mense FLORIS A. BROWN In: Phoenix (1996), p

35 Skeidslyn Wit en Swart is abstraksies is skyn die lewe is meestal min of meer bruin VINCENT OLIPHANT In: Die sagte vlees (1998), p. 30 Klassifikasie ek is Kaapse Kleurling getjap* maar toe móés klasie uit dié kassie ontsnap ek verwerp toe Bruin en word na bewussyn Swart want dis glo nie n kleur nie dit lê in die hart Maar net toe ek denk I belong toe vind ek dit lê op die tong en steeds smeek party dat ek Afrikaner moet probeer maar néé, brúin Afrikaner, hoor ek 'n volgende keer heen en weer bont en bles geklassifiseer nou wil ek net toevoeg dis genoeg! ek skeur alle etikette van my af ek verwerp alle name behalwe een die enigste naam wat aan die godheid grens ek noem my méns VINCENT OLIPHANT In: Die sagte vlees (1998), p *getjap betekent letterlijk getatoeëerd, hier meer algemeen geklassificeerd 35

36 Identiteitskrisis na jare van rustig onverstoord slaap knoesig toegespin in die kleurling-kokon ontwaak ek met 'n identiteitskrisis en skree ten hemele Here wie en wat is ek waar hoort ek tuis? Here lê my wortels dalk in afriqua in die rooi sandduine van gordonia begrawe en vergete soos die wortelstok van!xthamma!xthoe* soos die bakenlose graf van trotse kaptein dorah iewers op robben eiland of lê dit iewers langs die dyke van holland dalk langs die groen wingerde van bordeaux of iewers op maleisiese eilande Here waar? lê dit in die vermenging van europese nguni maleier grigriqua koranna inqua chariguriqua chainoqua namaqua attaqua hessequa gonnaqua outeniqua briqua bloed?* in die utopia van swart en wit en niks tussen in voel ek samaritaans wil ek die drogfetusse van valsheid wat in donker labirinte verwek word laat aborteer ek wil behoort waar lê my wortels Here my Here waar? ELIAS P. NEL In: Honderd dichters 3, (2001), p *één van de klikgeluiden van de Khoisan wordt met een! aangegeven *de uitgang qua is afkomstig uit de Khoisan talen en betekent mens 36

37 Djollie Hotnot lagmag As djy lag dan skei die brein dopamine yt en djy voel lig gelukkig en djy heel jouself; djy niem die liëwe nie ernstig op nie want die liëwe is te ernstig om ernstig op te niem: soe lag en word ligter - soes engeltjies - wat slegs kan vlie omdat hulle lig is: lag en kry lagmag - die mag om te skep en anner gelukkag te maak lag vir jouself lag vir jou groep en lag yt die soegenaamde intellectuals Die ienagste problem is: djy word n djollie Hotnot.* PETER SNYDERS In: n Gemiddelde mens (gepubliceerd op internet); de meeste gedichten zijn later opgenomen in 'Tekens van die tye' (2002) *Djollie Hotnot betekent vrolijke Hottentot; in veel vroege studies wordt de kleurling gezien als iemand die zich niet druk maakt om de dag van morgen 37

38 Hierdie taal van my het ek van oorle Ma gekry in hierdie taal van my is norme in my siel gebrei is my grootste seer geweef is my bruin vel nerf-af uitgeleef KIWIDORE FILLIS In: Nuwe stemme 3 (2005), p

39 Het leven onder apartheid 39

40 Paspoort Sê hy, wanneer u om sy nommer vra: Wie het my ooit geleer om oor soiets te kommer? Here, vergewe hom, hy was onkundig tot omtrent besonderhede soos: Jy is op pad na God! ADAM SMALL In: Verse van die liefde (1957), p

41 What abou' de lô? Diana was 'n wit nôi Martin was 'n bryn boy dey fell in love dey fell in love dey fell in love sê Diana se mense what abou' de lô sê Martin se mense what abou' de lô sê al die mense what abou' de lô sê Martin sê Diana watte' lô God's lô man's lô devil's lô watt' lô sê die mense net de lô de lô de lô de lô what abou' de lô what abou' de lô Diana was 'n wit nôi Martin was 'n bryn boy dey go to jail dey go to jail dey go to jail sê Diana se mense we tol' you mos sê Martin se mense we tol' you mos sê almal die mense we tol' you mos sê Martin sê Diana what you tol' what God tell what man tell what devil tell what you tol' sê die mense net de lô de lô de lô de lô what abou' de lô what abou' de lô Diana was 'n wit nôi Martin was 'n bryn boy Diana commit suicide Martin commit suicide Diana en Martin commit suicide sê Diana se mense o God behoed sê Martin se mense o God behoed sê almal die mense o God behoed Martin en Diana died for de lô God's lô man's lô devil's lô watte' lô sê die mense net de lô de lô de lô de lô what abou' de lô what abou' de lô ADAM SMALL In: Kitaar my kruis (1962/1975), p. 52 Ook in: Poskaarte (1997), p. 12 Ook in: Kô lat ons sing (2013), p.47 41

42 O Oppas, oppas... Johnnie en Joanie het gatrou o ek onthou nog baie goed hoe galukkag hoe galukkag hoe galukkag hulle was ma' hulle galuk was in 'n glase kas o oppas oppas oppas oppas oppas vi' galuk in 'n glase kas want ons lewe in 'n land van son se skroei ons lewe in 'n land van wind se loei ons lewe in 'n land van hart se bloei Johnnie en Joanie het 'n hys gabou o ek onthou nog baie goed hoe galukkag hoe galukkag hoe galukkag hulle was ma' hulle galuk was in 'n glase kas Johnnie en Joanie het gatrou Johnie en Joanie het 'n hys gabou en die hys was gaseën o ek onthou nog goed met sussie en sussie en sussie en boet ma' oppas vi' galuk in 'n glase kas dja wies ma' vasigtag, pas ma' op netnou word daa' tien die ryt geskop dja oppas oppas oppas oppas oppas vi' galuk in 'n glase kas Johnnie en Joanie het gatrou Johnie en Joanie het 'n hys gabou toe't hulle God gadank met hande rou ma' die vader in die hemel hy was stil soes die graf so stil om hulle ontwil want die vader sê ons moet vasigtig wies met die soort galuk wat ons hierso kies Johnnie en Joanie het gatrou Johnnie en Joanie het 'n hys gabou hulle 't God gadank met hande rou toe val die blow, toe val die blow o God die brief het van hulle ga-eis briek af djulle hys briek af djulle hys want kyk in God se son se skyn is djulle nie wit nie, djulle is bryn hulle bid toe die vader ma' die vader is stil soes die graf so stil om hulle ontwil want die vader sê ons moet vasigtig wies met die soort galuk wat ons hierso kies dja ons moet oppas oppas oppas oppas oppas vi' galuk in 'n glase kas ADAM SMALL In: Kitaar my kruis (1962/1975), p. 57 Ook in: Kô lat ons sing (2013), p.51 42

43 n Festive season Nou sing die Krismiskore weer die Heiland is gebore in Betlehem se stal vi' almal o vi' almal vi' alle mense dja Ma' goeie bure het mos goeie. grense Well pêllie dis oek waar So ons worship hier en hulle daar miskien aparte Heres oek Pêl lat ons nie nou trouble soek nie dis 'n festive season dié ADAM SMALL In: Kitaar my kruis, (1962/1975), p

44 Latterday Leiding In dié revelation kommie meer 'n hitch en so het die Here by Strandfontein oek an dié kommissie in 'n gasig verskyn en gasê: dié's hulle beach! ADAM SMALL In: Sê Sjibbolet (1963), p.44 Non-White Pleasure Resort Innie bosse hie word ons vrouens garape ene haaie vriet ons op en hieso kan ons lekker versuip dja, die beach is öp sy kop! ADAM SMALL In: Sê Sjibbolet (1963), p.43 44

45 Vrijheid Die see ruk teen die rotse by Houthaai ons loop en droom en alikruikels pluk en nes ons harte om mekaar verruk draai ook die meeue om ons koppe, alles draai in een groot sonnige maling van geluk? ons glimlag, maar ek weet ons wonder, elk banger as die ander oor die ongebore klein verlanger na die vryheid, sy my vrou ses maande swanger sy enek; ons druk mekaar se hande styf en glimlag wranger ons weet geluk behoort te wees bloot om die lewe te lowe soos die oomblik dit weerspieël in die flikkering van verhale op vis en krewe op elke trots skuimdruppende klein kiel van bootjies wat nou baai- en see-in wieg twee duikertjies glip glad vry in die diepe blou en hoog oor Chapmanspiek wiek vry 'n voëlpaar verby hoog bo die bootjies wat hieronder wieg maar hierdie skoonheid heel nie, maak net siek en hierdie oomblik lieg! ADAM SMALL In: Kitaar my kruis (1962/1975), p. 39 (eerste deel van een langer gedicht, p ) 45

46 Blankes alleenlik Dikwels het ek gewonder as ek so deur treinvenster, vetterig van kleinvingermerkies staar En met gefronste voorkop wonder oor die wéreld daarbuite waarom? waarom? waarom? In hierdie pragtige suburb met stewige akkerbome en uitsig van die berggesig met diepe barste en klowe koel en proteas wat blom ek nie vir my 'n huis kan bou Ek en andere soos ek bedek met bruinvelle en M.A.'s en M.ED's en PH.D's. Dan brand 'n vlam, 'n witwarm vlam wat vlam en vlam in my binneste en dit warm maak totday my hete liggaam gloei. Ek knyp maar liewer oë toe en laat my drome dwaal met ritmiese kelak-kelak van trein tot bo teen Leeukop waar dit ego en dan verdwyn tussen stille dennetoppe op die hellings, koel en groen wat laagbuig in die winterwind. HOWARD EYBERS In: Pro Veritate (aug. 1972). p

47 Bra Bizza Dink According Change Well gents Julle moet verstaan dat Ons het by die lanie gegaan Om te sê how long? Ons weetie om te sê ons is dik Van die apartheid style Hy het ons so gekyk en hy weetie Well you see we are changing slowly Maar nê man ons kan mossie forever wag En ek wat Bra Bizza is vertel jou jack Ons sal wag tot piiet kom Nou jy maak uit As die lanie nie change nie Dan moet ons vanself change Genuine jack Die change lê by ons Nie by die lanie nie. FHAZEL JOHENNESSE In: Staffrider, vol. 1, no.3 (1978). p. 20 Ook in: Just a little stretch of road (1979), p. 93 Ook in: SA in Poësie / SA in Poetry (1988), p

48 'n Swaar djop Oe Here, draai my geldjies om soerat ek my skuld kan betaal; en Here, hourie rent tog laag, surprise ons met 'n ding wat daal. En Here larrie kinnes tog 'n bietjie minnere iet, want brood is tog verskriklik duur; gister se rykdom is vandag se verdriet. En laat my kinnes smarras leer, want mens saai mos net wat jy maai, en sorg dat hulle versigtag wies as hulle wild oats saai. Met hoë pryse en frozen wages, laat die computer een foutjie maak, en tagtag rand op my boekie sit gereeld elke end van elke maand. En laat daar daarem spares nog wies vir my ou fifty-seven tjor, of laat die cops my minnere stop oe Here, I don't ask for more! En as ons weer hierdie winter wegspoel, save my race card asseblief; en hou my cassettes tog veilig, Heer, as diewe weer by ons inbriek. En as die recession ergerer raak, sorg maar lat ek my djop bly hou, want ekit 'n kind wat nog outyd is wat Boxing Day wil trou. En Here, die vergiewery moet darem nou 'n end mos kry, my vrinne vat vir my 'n pop want ek vergiewe hulle as hulle my rop. Amil skryf in, net wit win, soe hie's 'n swaar djop - even for you, laat my vrou rie competition wen, ennie South American trip vir two. PETER SNYDERS In: Ensovoort, jg 1 (1981), no. 2, p

49 Permit vir dit, permit vir dat 'n Permit om vrinne in Langa te visit want djy is blas en hulle is swat;* 'n permit om binne die witkraal te dans - daa's 'n permit vir dit, en 'n permit vir dat. 'n Permit om Kanna hy kô hystoe te sien* terwyl djy langs 'n wit skouer sit; 'n permit om matey met Matie te wies - * daa's 'n permit vir dat, en 'n permit vir dit. 'n Permit om witvoet in wit kêk te speel, of om rugby fever vir amil te gie, om 'n daklose toilet in Elsies te bou - daa's 'n permit vir daai, en 'n permit vir dié. 'n Permit om advertisements in lavatories te hang... maar ie boards moet met health regulations comply; die graffiti oppie mier sal moet sanitary wies - want daa's 'n permit vir dié, en 'n permit vir daai. PETER SNYDERS In: 'n Ordinary mens (1982), p *blas is donker, hier in de betekenis van gekleurd of bruin *Kanna hy kô hystoe is de titel van een toneelstuk van Adam Small dat hij schreef in 1965 en dat zowel in Zuid-Afrika als in Amerika met veel succes werd opvoerd *Matie is de naam voor een (oud)student aan de Univ. van Stellenbosch 49

50 Tighten your belt Die pryse gaan op soes mini-skirts torrat nerrie essentials gecover kan word, 'n stop word gesit aan 'n man se dop, cigarettes, entertainment en T-bone steaks... en starag sak daai katjiepens; en dan gaan die prys van olie op, en dit is elke ou se kans om alles duurder te maak, en soe betaal djy meer vir alles van toilet rolls tot botter en kaas; en dan sal djy maar moet tighten your belt en kleinere maak jou maag; en dan complain die railways dat hulle veels te swaar kry, soe óp gat al die treinfêr van elke mens of kind of vark op pad na werk of skool of mark en stokstyf word dai arme belt. En dan complain die government dat twaalf-en-tagtag million rand is veels te min vir die defence en separate amenities*; en dís wanneer die rent opgaan en brood en everyday things, en by this time dan kan jou belt al twie keer om jou lyfie gaan. En dan is alles soe fokken duur dat ons byna niks kan afford nie, maar hulle hou aan met: "Tighten your belt!' maar daar's niks meer om te tighten nie. PETER SNYDERS In: n Ordinary mens (1982), p. 14 Ook in: Poskaarte (1997), p *slaat op de Separate Amenities (Aparte Geriewe) Act uit 1953 Aparte geriewe Weerskante van 'n wit kerkhofmuur tussen dieselfde sipresse rus elkeen in sy eie doodkis. P. J. PHILANDER In: Venster (1982), p

51 Suite My toppie meen ek makeer gebliksem word As ek so rond neek met n boeshiemeid.* Maa strues god! my ma hoor my Ek nca die show En ek kan nie gebother wies met snaakse morality Ek dan ook, Die lahnies hulle speel met my happiness My vrinne springbok my En die gattas ook, hulle tchee my nie kop nie * Maa ek, ek tchee hulle nie draad. Omtesê ek slaan nog kihtaar Wietie vannie gohvirmênt En as ek my way het Skop ek die law tot in sy maai Siezah! life is sweet like a lehmon. FAROUK ASVAT In: The time of our lives (1982) Hier uit: SA in Poësie / SA in Poetry (1988), p *boeshiemeid van bushman *hulle tchee my nie kop nie: zij krijgen mij er niet onder 51

52 Bra Frooks en die John Vorster span* Heit! Hoezit daa? Ek hoor djy kry wee n invite van high places. Nee-ja, die gattas kom nie klaa sonne my. As hulle my nie notch, raak hulle baie onrustig. Ja. Toe los hulle my die invite vi John Vorster. Maa ek tchee hulle mos nie kop*. Maa djy wiet mos hoe s die gattas, Hulle raak op hulle nerves -Misschien het ek geskiep of iets- Toe ko haal hulle my somme So agt van hulle, gats en al. En djy wiet wat -Ai, maa die lahnies is dom- Die eerste dêng as ik daa kom Vra die groot lahnie my nou Hoe kom is ek in die mang Ek wou somme in hom gevriet lag Maa ek wat Bra Fooks is Ken mos die lahnies En hou my maar zip. En vra vir leave Om te gaan pee. Maa die lahnie kyk my só, En skud sy kop; Nee, hy kan my nie alleen laat Wan ek is mos n political prisoner vi my poetry. Nou as ek n murderer-of-iets gewies het Kon ek gaan pies met pleasure. FAROUK ASVAT In: The time of our lives (1982) Hier uit: SA in Poësie / SA in Poetry (1988), p *John Vorster slaat hier op het politiebureau aan het John Vorsterplein in Johannesburg, berucht om zijn 10 de verdieping (de lift ging maar tot de 9 de ) waar politieke gevangenen werden ondervraagd en gemarteld *Maa ek tchee hulle mos nie kop: maar ik geef niet toe aan hen 52

53 Betekenis Ek is 'n kind van die donker, 'n oerwoud van sluimerende moontlikhede, die draer van 'n bedreigde kultuur, die gooier van die dolosse,* die heerser van die troppe wild en die uitgestrekte ongetemde grond, die stamvader van 'n nomadiese volk waarvan die trekrigtings ingeperk is deur die dra van 'n pas en omhein is deur die Groepsgebiedewet om 'n beter prooi vir die jagter te wees. WILLIE ADAMS In: Ensovoort, jg 3 (1983), no. 1, p *dolosse zijn botjes van dieren die door traditionele genezers gebruikt worden bij het zoeken naar de oorzaak van bijv. een ziekte of het mislukken van een huwelijk, of bij het voorspellen van de toekomst 53

54 americans like om te wietie ons arrive 'n quarter past three sharp by die pieraks poskantoor* ek en my pik swart american bra met 'n genuine american accent van harlem die lahnee meddies* behind the counter relax en sip nog java genuine rooi bos tea die lahnee ousies wietie 'n lang ding wat nie klaar raak nie my brazin hulle wietie van scope, keur, all-size pantihose en cheap bargains by pep stores ons darkies wag en wag rusteloos befok en in die moer die jumpas line en line en die meddies wietie en wietie en die queue van befokte rusteloose darkies word langer en langer die meddies wietie nou van simba chips, pink nail varnish en who's in love with who's husband ons darkies wag en wag en wag patiently there is no hurry in south africa jumpas line en line en die hele queue van darkies is nou diep in die moer my american bra is gat vol 54

55 hy bump bakgat na die counter en gesticulate met sy hande na die twee meddies wat diep in mgosi is my american bra wietie met sy all-american harlem accent 'honey and sugar pie - we don't own the day get off your pretty little fat arses we need some action around here time is money dumb twits' die meddies is vir 'n couple of seconds tongue-tied en tamatie rooi 'n toppie met 'n bier-pens in die queue chorus batshele mfowethu* baganga ngabantu* en die hele queue nod approval toe regain die meddie met die gesig vol geel vry pysies haar plaatelandse verkrampte composure sy bespekel my american bra op en af en vra sarcastically het die enelseman in jou bek gekak oorlamse zulu 'n mortuary silence prevails my american bra nooch mos nie afrikaans nie so hy kyk my met 'n glance wat demand - translate die atmosphere is tense en conducive for high blood pressure pretoria central prison here i come ek translate en add 'n nabzin van curry en pepper ek wietie my american bra oop kaartjie - loud en clear she says you are a monkey and you should remember that you are not in an english zoo, secondly... daai was genoeg translation vir my american bra hy lean oor die counter en tiger die meddie met die vry pysies die meddie skreeu en piss immediately toe breek 'n kak storm los my bra s.a.p. - gatas - every where* hassle wieties net boots en vuise size nine and ten boots probing the soft parts of the body my american bra rol terug maar die odds is heavy die gatas panel beat sharp sy oë toe ons darkies kyk die lahnees gatas met twas kak maar daar is fokall wat ons kan doen die ouwens met die twas speel die kietaar en die rest moet jive vir die timebeing ek maak 'n tactical fox trot retreat met 'n knop in my keel ek maak 'n bee line na die american embassy met sy eagle en stars en stripes of greed ek report briefly 55

56 afro american diplomat ambushed die diplomatic response is diplomatically long winded we condemn this in the strongest terms and will demand an inquiry ek cut hom short in mid sentence want ek dink van my american bra met 'n geswelde dik bek toe blou oë 'n couple of broken ribs so ek wietie real sharp om te sê forget die detente - call an ambulance! die is suid afrika my bra way down south. DIKOBE WA MOGALE In: Baptism of fire (1984), p. 61 Ook in: SA in Poësie / SA in poetry (1988), p. 787 Ook in: Poskaarte, (1997), p *Pieraks is Pretoria. *die lahnee meddies: de witte dames (van madame) *batshele mfowethu: vertel het hun, mijn broer *baganga ngabantu: zij spotten met mensen *SAP slaat op de Zuid-Afrikaanse Politie (South African Police) 56

57 Curriculum Vitae! waar die gousblom die aarde verf en die rotskoppie salamanders werf; en die kokerboom in al sy trots die kabbelende hitte se geklots eggo in die woestyngestrektheid en swierig 'n geel kroon laat spruit; waar 'n poeierblou lug wag op die korhaan se kug, het ek in dié stille gesuis die lig gesien - kompleet met my kruis - uitgespoeg en verwaarloos gelaat om self te stry vir liefde teen haat, te stry vir 'n hoekie van verblyf, waar ek mý liefde, mý haat kan bedryf! C.J. HOLLENBACH In: Gister se gestaltes (1988), p. 4 57

58 Immorality? waar donker nog duisterder is van arendsblik heel onbewus, sy ruggelings en gewillig op Rapport se agterblad, sy pikswart swingel in 'n wit mik ingebed woeker hulle vort soos mense onder vrees - ekstase rimpel langs 'n styf gespanne pees - lynreg teen dié gewraakte wet - om dan in glorie kleurvol bo die breinstam te ontplof -net toe n R1 kolf duisend liggies deur sy kop en sweetnat lyf laat golf. C.J. HOLLENBACH In: Gister se gestaltes (1988), p. 26 Wetgewing Met aanslag koud en klewerig kruip dit slymerig langs my rug; en vrees ontembaar pluk, my hart se snare ruk - eers grom die slapbas dof tot in crescendo die kwinte plof en ek genadeloos en weerloos nakend staan met volle krag geslaan deur die vloed van dié diktator se sovéélste politieke strategie! C.J. HOLLENBACH In: Gister se gestaltes (1988), p

59 Ons gaan swem hul sal nie weet nie ons lyk mos soos hulle, bietjie sonverbrand maar daar lê ons buitekant met gesigte in die sand JAN WILTSHIRE In: Die verkeerde land / Das verkehrteland (1985), p. 48 Hier uit: De Afrikaanse kleurlingdichters (2010), p. 57 Weerstand die enigste manier om opsweperige nie-blankes plat te druk is met groot knopkieries kragdadig die oproerige skedels soos molle oop te kloof oorals waarjy molle in die aarde neuk blyk nog een sy kop nog een en nog een JAN WILTSHIRE In: Die verkeerde land / Das verkehrteland (1985), p. 92 Hier uit: De Afrikaanse kleurlingdichters (2010), p

60 Kerk toe gaan die here like ons almal preek die lanies in die kerk die koor uit volle bors engelse liedjies besing die messing basuine blaas blanke gesigte straal die heerlikheid van die here is daar: die engel skaar stap binne 'n swartman met gekreukelde broek sit saam met godse volk sies man wat soek sy hier dis mos 'n witman se kerk kan hy nie sien of lees nie? gluurende aangapende oë laat hom vinnig opstaan in die skemer buite in die koue verdwyn JAN WILTSHIRE In: Die verkeerde land / Das verkehrteland (1985), p. 36 Hier uit: De Afrikaanse kleurlingdichters (2010), p

61 communique die dekreet is uitgevaardig: in triplikaat versprei - in die vrye volksrepubliek gaan almal voortaan donkergebril blanko blaaie in die koerante lees doofstom luister na die nuus: dat die son skyn dat daar sewe dae in 'n week is: voortaan verkondig slegs die minister die waarheid streng volgens die vyfde evangelie van mickey mouse CLINTON V. DU PLESSIS In: 'Die skrille sonbesies ; emergent black Afrikaans poets in search of authority; in: Rendering things visible; essays on South African literary culture (1990), p

62 Jesus vannie suburbs Daar's 'n Man wat ôs help in times of need Hy help ôs teen'ie whites that oppress us Ma ôs worrie nie and we don t squeal 'Cause ôs Jesus is vannie Suburbs. He was trained there as a Carpenter Hy ken oppression 'cause everyone was always pictin on Him My Jesus ken ie liewe Of being a loser. Ôs jesus vannie Suburbs differ from the Jesus of the whites Want ôs verstaan en ken ôs Jesus and ôs know He's doing right that's why we, the oppressed, like Him a lot - just the way He is - Want Hy's ôs Jesus - die Jesus vannie Suburbs... M.C. MACKIER In: Aankoms uit die skemer (1988), p

63 Die swietsbôd Ienage tyd vannie dag of nag, foun ek my Master vir niewe krag. Die Master lyste assek roep, wantie swietsbôd daboe is altyd oep. Daa's 'n founboks in my eie kêk, wat elke liewe Sondag wêk. Kyk net hoerrie mense wiemel wat kom foun straight narrie hiemel. Laas Sondág was ôs founboks vol, daar wassie ees een oepe kol. Maar innie Yellow Pages boek, het ek 'n anner foun gesoek. Daar was toe een moet baie plek, vir ouens wat wil foun soes ek. Daai plek was mooi ennie foun was wit - In no time wassek ytgesit. 'n Oepe swietsbôd help my min, wantie founboks hette wit foun in Marius F. Titus In: Aankoms uit die skemer (1988), p. 66 Ook in: Oop gemoed (1990), p. 34 Ook in: Genesing in vuil water (1999), p. 4 63

64 Verrotte wette Ek is siek van die stank van verrotte wette wat oor alles heen hang. Almal hel gevaarlik oor party plekke mans vrouwens kinders. Dit is 'n spel met die lewe 'n reuk van die dood Dit is 'n oproep om te lewe OP STAAN unzima lomthwalo ufuna sihlangane* PATRICK J. PETERSEN In: Advent (1988) Hier uit: Tussen Cham en Mozes; in: Ons knoop mekaar se veters vas (1996), p *Zulu: onze last is zwaar, we moeten samenwerken (titel van een vrijheidslied) 64

65 Gevonniste vryheid Roer jy net jou bek! Pasop meneertjie, daar's 'n wet. Vat jy net daai pen! Skryf jy net! Pasop meneertjie, hier's 'n wet en daar's 'n wet. Doen jy énige ding! Gaan naar enige plek; goed of kwaad, reg of sleg daar's 'n wet meneertjie, daar's vir alles 'n wet. PETER SNYDERS In: I qabane labantu, (1989), p

66 dril in die Padvinders het ek gevorder tot Troepleier onderleiding van Davy Petersen en John Beukes die jongspan moes ek touwysmaak hul straf vir elk verkeerde daad ek's in matriek en dink ek's groot van politiek maar bittermin geweet Republiekdag word toe weer gevier die vlag moes ek dra tot in Napier begelei deur brigade en duisend oë Le Seuerstraat op tot by die Plein plotseling met skok in stilte het ek besef dat ek die onderdrukkersvlag vasklou aan hef my voete weier, stol voor Durbanstraatse hoek toe ek skip verlaat, Padvinders vaarwel toe roep, FLORIS A. BROWN In: Gloei (1994), p. 7 oukamp die rugbyveld is verskuif na 'n nuwe paradys wat die eerste skandvlek sou verswelg hier waar jy oë van voor en agter moes hê sou jy geld vorder op skoolse kollektelys hier waar die ruwe spel gespeel moes word gedans moes word op die maat van die bendes niemand word ontsien vreemdeling tot bekendes so word daar vertel van 'n Kaapse weerwraakbende wat moes haastig vlug uit 'n brandende vragmotorhel ek het gesien : die stink die vrot die krot die brandsiekhond vuilneuse in groenslykdamp die kil die koud iemand skreeu benoud in die gevreesde roekelose gevoellose plakkerskamp FLORIS A. BROWN In: Gloei (1994), p