1. inzicht in hoogte verzekerde bedrag, over- en verzekeringen

Transcriptie

1 Toetstermen : Ondernemer Detailhandel Crebocode : Cohort : (nummering is overgenomen van samengevoegd document OD en MH) onderwerp Specificatie 1. Detailhandelsgerelateerde 1. inzicht in hoogte verzekerde bedrag, over- en verzekeringen onderverzekering, hoogte schade-uitkering 2. kennis en inzicht in detailhandelsgerelateerde verzekeringen zoals: bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering, opstalverzekering, goederen- en inventarisverzekering en 2. Ondernemergerelateerde verzekeringen bedrijfsschadeverzekering 1. Kennis en inzicht mbt arbeidsongeschikheid 2. Kennis en inzicht mbt rechtsbijstandsverzekering 3. Kennis en inzicht in ongevallenverzekering 4. Kennis en inzicht in overlijdensrisicoverzekering en compagnonsverzekering 5. Kennis en inzicht pensioenverzekering 3. Consumentenrecht 1. kennis van en inzicht in productaansprakelijkheid 2. kennis van wetgeving met betrekking tot consumentenrecht zoals ruilen en garantievoorwaarden 3. kennis van de functie van de consumentenautoriteit 4. Overeenkomsten Overeenkomsten algemeen 1. kennis van de begrippen handelingsbevoegd en handelingsbekwaam 2. kennis van de eisen aan de inhoud van een overeenkomst, koppeling van de vorm met de inhoud van overeenkomsten 3. kennis van dwingend recht en aanvullend recht 4. kennis van de begrippen dwang, dwaling en bedrog 5. kennis van de wet bescherming persoonsgegevens Koopovereenkomsten 6. kennis van en inzicht in de plichten van een koper en een verkoper bij een koopovereenkomst 7. kennis van en inzicht in de toepassing van algemene voorwaarden, voor zowel als koper als verkoper 8. kennis en inzicht in de inhoud zwarte en grijze lijst, informatieplicht verkoper 9. kennis van en inzicht in koop op afbetaling en huurkoop, financial lease en operational lease. 10. kennis van en inzicht mbt kopen en verkopen via internet Arbeidsovereenkomst 11. kennis van en inzicht in voorwaarden voor en eisen aan arbeidsovereenkomsten 12. kennis van begrippen bepaalde tijd, onbepaalde tijd, proeftijd, contractverlenging 13. kennis en inzicht in redenen voor ontslag, ontslagprocedure 5. Huur bedrijfsruimte 1. kennis van de rechten en plichten huurder en verhuurder bedrijfsruimte 2. kennis van de bescherming huurder 3. kennis van de opzegging en duur mbt een huurovereenkomst bedrijfsruimte 6. Ondernemingsvormen 1. kennis en inzicht in de juridische aspecten mbt de keuze van een ondernemingsvorm ( eenmanszaak, VOF, CV, BV) 2. kennis van de juridische eisen mbt de oprichting van eenmanszaak, VOF, CV, BV 3. kennis mbt de verplichtingen startende ondernemer (handelsnaam, handelsregister) 4. kennis mbt huwelijk gemeenschap van goederen, huwelijkse voorwaarden 5. kennis mbt samenwonen en samenlevingscontract OD_toetstermen_mei11_1.1 pagina 1 van 7 definitief

2 7. Faillissement en surseance van betaling Specificatie 1. inzicht in faillissement(safhandeling) 2. kennis van de functie en rol van curator 3. inzicht in de aanvraag surseance van betaling 4. kennis van de functie en rol van bewindvoerder 5. kennis van de verschillen tussen faillissement en surseance 6. kennis van de WSNP 8. Belastingen voor de ondernemer 6. kennis van de begrippen inkomstenbelasting, zelfstandigenaftrek, startersaftrek, investeringsaftrek, mkb-vrijstellingen 7. kennis van de begrippen OZB, afvalstoffenheffing, rioolrecht 8. kennis van vennootschapsbelasing 12. Markt(benadering) en marktonderzoek 1. kennis van en inzicht in het vestigingsplaatsbeleid 2. kennis van en inzicht in marketingstrategieën 3. kennis van en inzicht in SWOT-analyse en concurrentieanalyse (interne en externe analyse) 4. kennis van en inzicht in marktsegmentatie c.q. doelgroepbepaling 5. kennis van en inzicht in de begrippen propositie, winkelconcept, winkelformule, winkelimago en marktaandeel 6. kennis van en inzicht in de relatie tussen koopgedrag van consumenten en de invulling van de retailmix 7. kennis van en inzicht in verkoopsystemen (bediening, zelfkeuze, zelfbediening) 8. kennis van verschillende soorten marktonderzoek (desk research, field research, kwalitatief onderzoek, kwantitatief onderzoek, steekproefonderzoek) 9. kennis van en inzicht in de eisen aan een goede doelstelling (SMART) 10. kennis van en inzicht in de fasering van kleinschalig marktonderzoek 11. het lezen van grafische prestatievormen: lijn-, staaf-, cirkeldiagram en het grafisch extrapoleren. 12. het lezen van tabellen 13. Statistische berekeningen uitvoeren met indexcijfers, gewogen gemiddelden, ongewogen gemiddelden. 13. Commerciële samenwerking 1. kennis van de verschillende vormen van commerciële samenwerking 2. kennis van en inzicht in de verschillende soorten samenwerkingsvormen 14. Assortimentsbeleid en inkoop 1. kennis van en inzicht in assortimentsindelingen (kern- en randassortiment, imagoverhogend assortiment, winstverhogend assortiment 2. kennis van de begrippen convenience, shopping, specialty, preferred en unsought goods 3. kennis van en inzicht in de begrippen merkbeleid; soorten merken, merktrouw, merkvoorkeur 4. kennis van en inzicht in het assortimentsbeleid (doelstellingen, brutorendementsgetal, invloed concurrentie, beoordelen schaprendement) 5. kennis van en inzicht in de productlevenscyclus 6. kennis van en inzicht in push en pullstrategieën 7. kennis van en inzicht in de begrippen dimensies, assortimentsstrategieën, assortimentsanalyse, kannibalisatie, saneren 8. kennis van en inzicht in de begrippen trading up en trading down, restyling 9. kennis van en inzicht in het inkoopproces van een detailhandelsonderneming 10. kennis van intensieve/selectieve/exclusieve distributie 11. kennis van distributiekanalen (direct/indirect, kort/lang) OD_toetstermen_mei11_1.1 pagina 2 van 7 definitief

3 Specificatie 15. Prijs en aspecten prijsbeleid 1. kennis van en inzicht in prijsbeleid en prijsstrategieën (prijsstellingmethoden, prijsperceptie, prijsgevoeligheid, prijsbeleving) 2. kennis van en inzicht in de begrippen low-margin, low-price retailing en (high) service retailing 16. Presentatie- en promotiebeleid 1. kennis van en inzicht in winkel lay-out, routing en restyling 2. kennis van en inzicht in family grouping 3. kennis van en inzicht in schapindeling en het presentatieplan 4. kennis van en inzicht in up/downgrading 5. kennis van en inzicht in reclame, instore promotie, public relations, consumentenpromoties en sales promotions 6. kennis van en inzicht in vormen van service 7. kennis van en inzicht in de begrippen, USP/EVA, loyaliteitsprogramma s 8. kennis van en inzicht in functies van persoonlijke verkoop (one to one marketing) 9. kennis van en inzicht in budgetteringsmethoden voor promotie 17. Exploitatiekosten 1. kennis van verschillende kostencategorieën, constante en variabele kosten, directe en indirecte kosten. 2. kennis van en inzicht in kengetallen en het verband met kosten en opbrengsten: omzet per m 2 WVO, omzet per fte, opbrengst per gewerkt uur, omloopsnelheid en inkoopruimte 3. berekeningen uitvoeren met kengetallen zoals: exploitatiebeeld, omzet per m2, omzet per fte. 4. kennis van en inzicht in kostensoorten: rentekosten, de kosten van menselijke arbeid, de kosten van diensten van derden, de belastingen (kosten en niet kosten) en de voorraadkosten, afschrijvingskosten van duurzame bedrijfsmiddelen 5. berekenen van exploitatiekosten en verkoopresultaten 18. Consumentenprijs 1. berekenen van de consumentenprijs (met behulp van opslagpercentages voor indirecte kosten) 2. bepalen van de consumentenprijs aan de hand van een omrekenfactor OD_toetstermen_mei11_1.1 pagina 3 van 7 definitief

4 Onderwerp 19. Break-even(analyse) 1. berekenen van break-evenomzet en -afzet 2. uitvoeren van een break-evenanalyse 3. kennis van en inzicht in het begrip veiligheidsmarge 4. berekenen van de veiligheidsmarge 20. exploitatiebudget 1. opstellen exploitatiebudget 21. Budget 2. analyseren van budgetverschillen 3. berekenen van de brutowinst, nettowinst en het economisch resultaat 4. inzicht in de functie van begrotingen 22. Liquiditeitsbegroting 1. opstellen van een liquiditeitsbegroting 2. inzicht in acties naar aanleiding van tekort/overschot 23. BTW-budget 1. opstellen van een BTW-budget 25. Financiering 1. opstellen van een financieringsplan 2. opstellen van een investeringsbegroting 3. kennis en inzicht in een begin- en een eindbalans 26. Financiële kengetallen 1. werkkapitaal, current ratio, quick ratio, solvabiliteit berekenen, analyseren en interpreteren 2. REV, RTV, RVV berekenen, analyseren en interpreteren 3. werking (niet berekening) van hefboomeffect 4. cashflow berekenen, analyseren en interpreteren 27. Eigen vermogen 1. berekenen van het vermogen en de vermogensmutaties van een eenmanszaak, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap en besloten vennootschap 2. opstellen van de winstverdeling voor een eenmanszaak, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap en besloten vennootschap 28. Basisbegrippen boekhouden 1. kennis van de essentiële administratieve begrippen, zoals: debet, credit, journaal, journaalposten, dagboeken kolommenbalans, beginbalans, eindbalans, resultatenrekening, grootboek, subadministratie, eigen vermogen, vreemd vermogen, activa, passiva, liquide middelen (dubieuze) debiteuren, crediteuren, inkoopboek, verkoopboek, bankboek, kasboek, memoriaal, inkoopfactuur, verkoopfactuur, uitgaande creditnota, ingaande creditnota, te betalen btw, te verrekenen btw, af te dragen btw. 2. eisen administratie (voor kleine ondernemingen) 29. Basisboekhouding voeren 1. inzicht in gevolgen van de volgende financiële feiten: inkoopfactuur, verkoopfactuur, betalingen debiteur/crediteur, uitgaande creditnota, ingaande creditnota, kasstaat, privé opnamen, kosten 2. een beginbalans opstellen vanuit boekingsstukken 3. inzicht in gebruik en aanmaken dagboeken aan de hand van een gegeven beginsituatie (beginbalans en boekingsstukken) 4. financiële feiten in dagboeken verwerken (kas-, bank-, inkoop-, verkoopboek en memoriaal) specifiek verleende kortingen, dubieuze debiteuren 5. inzicht in boekingsgang 6. achterhalen en verklaren verschillen 7. btw-aangifte verzorgen 8. kennis van de regels met betrekking tot bewaarplicht en/of plichten richting de belastingdienst 30. Eindbalans en resultatenrekening 1. een eindbalans en resultatenrekening opstellen aan de hand van het grootboek of vanuit de boekingsstukken 2. inzicht in samenhang tussen balans en resultatenrekening OD_toetstermen_mei11_1.1 pagina 4 van 7 definitief

5 31. Derving 1. kennis van het begrip derving 2. inzicht in het voorkomen van niet-criminele derving 3. kennis van en inzicht in afschrijving voorraad 4. inzicht in de procedures ten aanzien van retourneren en reclameren 32. Voorraadbeheer en bestellen 1. kennis van soorten voorraden, zoals technische en economische voorraad 2. berekenen van soorten voorraden, zoals technische en economische voorraad 3. inzicht in het bijhouden van de voorraadadministratie 4. kennis van de voor- en nadelen van geautomatiseerde voorraadadministratie 5. inzicht in FIFO, VVP 6. berekenen van omzetsnelheid en omzetduur 7. berekenen van servicegraad 8. berekenen van inkoopwaarde omzet (beginvoorraad, eindvoorraad en inkopen) 9. kennis van en inzicht in bestelmethoden en bestelproces 10. kennis van de begrippen bestelpunt, bestelgrootte, besteleenheden en bestelfrequentie 11. berekenen van bestelpunt, bestelgrootte, besteleenheden en bestelfrequentie 12. berekenen van de veiligheidsvoorraad 33. Afhandeling goederenontvangst 1. kennis van de administratieve afhandeling 2. kennis van en inzicht in derving en afschrijving voorraad 3. kennis van organisatie van de goederenontvangst en controle 4. kennis van en inzicht in retourneren en reclameren 34. Voorraadinventarisatie 1. kennis van het begrip voorraadinventarisatie 2. kennis van aandachtspunten bij uitvoeren inventarisatie 3. kennis van het doel van inventariseren 4. kennis van werkzaamheden voorbereiden inventarisatie 5. kennis van werkzaamheden uitvoeren inventarisatie 6. kennis van manieren van inventarisatie 7. kennis van soorten inventarisatieresultaten 35. Inkoopbeleid 1. analyseren van de inkoopmarkt (voordelen/nadelen klein aantal leveranciers) 2. analyse bedrijfskolom, pull-push strategie 3. inzicht in onderhandeling over prijs en voorwaarden 4. inzicht in betalings- en leveringsvoorwaarden 5. inzicht in de verschillende inkoopkanalen 6. inzicht in het inkoopproces van een retailorganisatie 7. inzicht in onderdelen en samenstelling inkoopplan 8. inzicht in de wijze waarop een inkoopplanning van een retailorganisatie tot stand komt 9. inzicht in de verschillende manieren (kwalitatief en kwantitatief) waarop leveranciers beoordeeld worden 10. Inzicht in belang leveringsbetrouwbaarheid en de kwaliteit van leveranciers 11. inzicht in inkoopbeleid binnen de winkelformule 12. berekenen van het rendement van assortimentsonderdelen 13. berekenen van het brutorendementsgetal 14. inzicht in het interpreteren van het brutorendementsgetal 15. inzicht in voor en nadelen van winkelmerken 16. kennis van de begrippen intensieve, selectieve en exclusieve distributie OD_toetstermen_mei11_1.1 pagina 5 van 7 definitief

6 36. Communicatie 1. kennis van en inzicht in het gebruik van communicatiemiddelen 2. kennis van interne informatie-uitwisseling en overleggen in de winkelorganisatie 3. kennis van en inzicht in wijzen waarop conflicten ontstaan en opgelost kunnen worden 4. kennis van en inzicht in voorwaarden voor effectieve communicatie (luisteren, samenvatten, doorvragen) 37. Leidinggeven 1. kennis van en inzicht in verschillende stijlen van leidinggeven, situationeel leidinggeven 2. kennis en inzicht in management by exception, management by objectives en delegeren 3. kennis en inzicht in feedback (bv STARR methode) 4. taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden leidinggevende 38. Motiveren 1. kennis van en inzicht in de factoren die van invloed zijn op de motivatie van werknemers 2. kennis van en inzicht in de psychologische achtergronden om het gedrag van medewerkers te beïnvloeden (Maslow, Herzberg, Mc Gregor) 39. Beslissen 1. taken leidinggevende 2. kennis van het beoordelen van beslissingen (adhv eenvoudig beslissingsmodel) 3. kennis van en inzicht in besluitvormingsprocessen 40. Calamiteiten en criminaliteit 1. kennis van en inzicht in gevolgen van criminaliteit voor de winkel, het personeel en de klanten 2. kennis van en inzicht in het ontstaan van criminaliteit en effectieve maatregelen 3. kennis van en inzicht hoe te handelen tijdens een overval (RAAK) 4. kennis van en inzicht in soorten onveilige situaties die zich kunnen voordoen in de winkel 5. kennis van en inzicht in de handelswijzen bij brand en hoe brand vóórkomen kan worden 6. kennis van en inzicht in de nazorg aan het personeel bij een overval en de eigen rol hierin 41. Klachtenbehandeling en serviceverlening 1. kennis van soorten klachten (gegrond, twijfelachtig, ongegrond) 2. kennis van klachtenbehandelingprocedures (klachtendrempel) 3. kennis van manieren om klachten af te handelen 4. kennis van aandachtpunten correct afhandelen van klachten 5. kennis van de verschillende soorten service (persoonlijk/onpersoonlijk, voor, tijdens en na de koop). 6. kennis van en inzicht in de relatie winkelformule en de geboden service 42. Offertes 1. kennis van soorten offertes voor klanten 2. kennis van en inzicht in de eisen/inhoud offerte voor klanten 43. Verkoop- en goederen administratie 1. kennis van betaalmiddelen en wisselgeld 2. kennis van procedures administratieve afhandeling goederen en geldstroom bij verkoop. 3. status voorraad, van bestelling klant tot en met bestelling leverancier. OD_toetstermen_mei11_1.1 pagina 6 van 7 definitief

7 44. Diepgaande - en assortimentskennis 1. kennis van samenwerkingsverbanden in de gekozen 2. kennis van de belangrijkste ketens in de gekozen met hun kenmerken/formules 3. inzicht in bestedingen, marktaandeel en omzet in de gekozen 4. kennis van trends en ontwikkelingen in de gekozen 5. kennis van grondstoffen en ingrediënten van artikelen in de gekozen 6. kennis van producteigenschappen in de gekozen 7. kennis van productbeleving in de gekozen 8. kennis van vormgeving en uiterlijk van artikelen in de gekozen 9. inzicht in bijverkoop, substitutie en concurrerende artikelen in de gekozen 10. inzicht in gebruik van artikelen in de gekozen 11. inzicht in duurzaamheid van artikelen in de gekozen 12. kennis van milieuaspecten en wetgeving in de gekozen 13. kennis van consumenteninformatie en recente productontwikkelingen in de 14. inzicht in artikelpromotie in de gekozen (promotieplan en promotiemix) 15. inzicht in de winkelinrichting (winkelinterieur, winkellayout, family grouping, routing) 16. inzicht in het presentatieplan (displaypresentatie, frontpresentatie) 17. kennis van en inzicht in voorraadhoogte, assortimentsopbouw en assortimentssamenstelling 18. inzicht in de opbouw van de prijs van de beschreven artikelen in de gekozen 19. inzicht in de brutomarge van de artikelen/artikelgroepen in de gekozen 20. inzicht in het omzetaandeel van de artikelen/artikelgroepen in de gekozen 21. kennis van de situatie op de arbeidsmarkt in de gekozen 22. inzicht in de komende ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de gekozen OD_toetstermen_mei11_1.1 pagina 7 van 7 definitief