INSPANNINGEN VOOR STUDIESUCCES EN ONDERWIJSKWALITEIT IN BEELD EVALUATIEONDERZOEK MEERJARENAFSPRAKEN IN HET HOGER ONDERWIJS EINDRAPPORT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INSPANNINGEN VOOR STUDIESUCCES EN ONDERWIJSKWALITEIT IN BEELD EVALUATIEONDERZOEK MEERJARENAFSPRAKEN IN HET HOGER ONDERWIJS EINDRAPPORT"

Transcriptie

1 INSPANNINGEN VOOR STUDIESUCCES EN ONDERWIJSKWALITEIT IN BEELD EVALUATIEONDERZOEK MEERJARENAFSPRAKEN IN HET HOGER ONDERWIJS EINDRAPPORT Utrecht, juli 2011

2

3 Voorwoord Steeds meer universiteiten en hogescholen geven verhoging van studiesucces en onderwijskwaliteit een prominente plaats in hun beleid. Dit is mede te danken aan het convenant meerjarenafspraken. Medio 2008 heeft de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) met de VSNU en de HBO-raad meerjarenafspraken gemaakt ter verhoging van studiesucces en onderwijskwaliteit. Convenantpartijen hebben de Inspectie van het Onderwijs gevraagd al in een vroege fase, namelijk in 2010, een evaluatieonderzoek uit te voeren. Het voorliggende eindrapport betreft alleen deze vroege fase van het proces. Het houdt echter nog geen eindevaluatie in, want de meerjarenafspraken strekken zich uit over een langere periode. De inspectie beantwoordt in dit rapport de onderzoeksvragen op basis van de resultaten uit een landelijke inventarisatie onder alle bekostigde universiteiten en hogescholen waarvan het rendement gevolgd wordt, en op basis van verdiepende casestudies. Hoe werken de meerjarenafspraken in het wo en in het hbo? De inspectie trekt op grond van haar bevindingen de volgende drieledige conclusie: 1. In het wo en in het hbo voltrekt zich op stelselniveau volgens de monitor van OCW onder studenten die zich na het eerste jaar opnieuw inschrijven voor dezelfde opleiding, een voorzichtig positieve ontwikkeling in termen van studiesucces (cohort 2007). Bij volgende cohorten zal moeten blijken of deze positieve ontwikkeling standhoudt. Instellingen zijn echter nog ver verwijderd van realisering van de afgesproken streefwaarden. 2. De inspanningen van instellingen voor de meerjarenafspraken zijn voldoende geweest. 3. De convenanten die met de VSNU en de HBO-raad zijn afgesloten, werken als beleidsinstrument onvoldoende specifiek door naar de instellingen toe. Daarmee is er geen garantie voor extra inspanningen om de doelstellingen te bereiken. Met de Randstadhogescholen zijn afspraken op maat gemaakt over de extra middelen ter verhoging van het studiesucces van niet-westerse allochtone studenten. Het specifieke karakter van de afspraken werkte gerichter door op de inspanningen van deze hogescholen. Helaas heeft dit zich nog niet vertaald in meer studiesucces. Uit onderwijskundig onderzoek is overigens bekend dat studentkenmerken (zoals sekse, IQ en de bagage aan basisvaardigheden bij instroom) voor het grootste deel de verschillen in leerprestaties verklaren. Het vraagt dus om intensieve onderwijsinspanningen om leerprestaties en rendementen te verbeteren. Al met al een complex proces dat schuil gaat achter de ogenschijnlijk eenduidige doelen van de meerjarenafspraken. Het evaluatieonderzoek naar de meerjarenafspraken heeft duidelijk gemaakt dat er grote verschillen zijn tussen instellingen. Ook daarom is het van belang dat er gerichtere afspraken met instellingen worden gemaakt. Bovendien is het noodzakelijk dat er betere afspraken komen om de uitval uit het eerste bachelorjaar terug te dringen. Ook is meer eenduidigheid nodig over wat er onder honoursprogramma s wordt verstaan.

4 Verder draagt monitoring van de effecten van de nieuwe wet- en regelgeving van OCW op het instroomniveau (rekenen/wiskunde en taal) bij aan sturing op verhoging van dit niveau. Tot slot onderstrepen wij het belang van blijvende samenwerking van regionale bestuurders aan de verdere verbetering van de aansluiting tussen voortgezet onderwijs/mbo en hoger onderwijs. De hoofdinspecteur hoger onderwijs Drs. H.G.J. Steur juli 2011

5 Inhoud Samenvatting 1 Inleiding Achtergrond project Themaonderzoek Opbouw eindrapportage 13 2 Verantwoording evaluatieonderzoek Inleiding Evaluatieonderzoek meerjarenafspraken Evaluatieonderzoek convenant G5 16 Verantwoording uitvoering 17 3 Universiteiten en de meerjarenafspraken Inleiding Doelstellingen voor universiteiten Ontwikkelingen in kernindicatoren universiteiten Inspanningen van universiteiten voor de meerjarenafspraken Gepercipieerde doelrealisering in het wo Werking van het beleidsinstrument meerjarenafspraken Conclusies over universiteiten 41 4 Hogescholen en de meerjarenafspraken Inleiding Doelstellingen voor hogescholen Ontwikkelingen in kernindicatoren hogescholen Inspanningen van hogescholen voor de meerjarenafspraken Gepercipieerde doelrealisering in het hbo Werking van het beleidsinstrument meerjarenafspraken Conclusies over hogescholen 73 5 Randstadhogescholen en het convenant G Inleiding Doelstellingen convenant G Ontwikkelingen in kernindicatoren G Inspanningen van Randstadhogescholen voor het convenant G Werking van het beleidsinstrument G Conclusies over het convenant G Conclusies evaluatieonderzoeken Inleiding Beleidskader en evaluatieonderzoek Conclusies over de instellingen en de meerjarenafspraken Conclusies over de voortgang in realisering van de streefwaarden Conclusies over de inspanningen van instellingen Conclusies over de werking van het beleidsinstrument meerjarenafspraken Conclusies over de Randstadhogescholen en het convenant G Aandachtspunten Hoofdconclusie 105

6 6.10 Aanbevelingen Nabeschouwing 107 Bijlagen I Beoordelingskader evaluatieonderzoek 112 II Theoretisch kader 114 III Selectie universiteiten voor de casestudies 120 IV Selectie hogescholen voor de casestudies 123 V Beeld van inspanningen van Universiteit A 127 VI Beeld van inspanningen van Universiteit B 129 VII Beeld van inspanningen van Universiteit C 131 VIII Beeld van inspanningen van Universiteit D 133 IX Beeld van inspanningen van Hogeschool A 135 X Beeld van inspanningen van Hogeschool B 137 XI Beeld van inspanningen van Hogeschool C 139 XII Beeld van inspanningen van Hogeschool D 141 XIII Beeld van inspanningen van Hogeschool E 144 XIV Beeld van inspanningen van Hogeschool F 146 XV Beeld van inspanningen van Hogeschool G 149 XVI Beeld van inspanningen van Hogeschool H 152 XVII Beeld van inspanningen van Hogeschool I 155 XVIII Beeld van inspanningen van Hogeschool J 158 XIX Financiële paragraaf 160 XX Bronnenstudie naar instroomniveau 162 XXI Lijst met afkortingen 165

7 Samenvatting Beleidskader Medio 2008 heeft de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) met de VSNU en de HBO-raad meerjarenafspraken gemaakt ter verhoging van studiesucces en onderwijskwaliteit. Daarbij zijn kernindicatoren en streefwaarden vastgelegd. In het convenant is afgesproken dat de instellingen zich zullen inspannen om de afgesproken ambities te realiseren. Hiervoor heeft de minister extra lumpsum aan de instellingen toegekend, bedoeld als steun in de rug. Convenantpartijen hebben de Inspectie van het Onderwijs gevraagd om al in een vroege fase, namelijk in 2010, een evaluatieonderzoek uit te voeren. Het doel was om een zo objectief mogelijk inzicht te krijgen in de inspanningen van de universiteiten en hogescholen om de ambities te realiseren. De toenmalige minister van OCW heeft medio 2008 aanvullende afspraken gemaakt met de vijf Randstadhogescholen (G5) ter vergroting van het studiesucces van nietwesterse allochtone studenten. Ook hiertoe heeft de minister van OCW extra lumpsum aan hen toegekend. Het evaluatieonderzoek De inspectie heeft het evaluatieonderzoek naar de algemene meerjarenafspraken in de uitvoering gecombineerd met dat naar het convenant G5. De overkoepelende vragen luiden: Hoe werken de meerjarenafspraken in het wo en in het hbo? Hoe werkt het convenant G5 bij de Randstadhogescholen? Dit evaluatieonderzoek is uitgevoerd door middel van achtereenvolgens: een verkenning in 2009; een landelijke inventarisatie (ofwel survey) in 2010 onder bekostigde instellingen; verdiepende casestudies bij een selectie van universiteiten en hogescholen die inzicht gaven in de verschillen tussen instellingen in het proces. Hierbij heeft de inspectie gebruikgemaakt van monitorgegevens van OCW (zie Kennis in Kaart 2008 en 2009) en de daaropvolgende Kamerbrief (23 juni 2011). Het voorliggende eindrapport betreft alleen deze vroege fase van het proces. Het houdt echter nog geen eindevaluatie in, want de meerjarenafspraken strekken zich uit over een langere periode. Hoe werken de meerjarenafspraken in het wo en in het hbo? Op basis van de verkenning in 2009 en het evaluatieonderzoek in 2010 trekt de inspectie de volgende drieledige conclusie. In het wo en in het hbo voltrekt zich op stelselniveau volgens de monitor op de indicator herinschrijvers na twee jaar studie een voorzichtig positieve ontwikkeling in termen van studiesucces (cohort 2007). Op basis van volgende cohorten zal moeten blijken of deze positieve ontwikkeling standhoudt. Echter, hoewel in het wo in 2014 de streefwaarde van meer dan 70 procent voor het vierjaarsrendement moet zijn bereikt, is er nog maar een lichte vooruitgang waarneembaar tot de stand van 52 procent in 2009 (cohort 2005). En hoewel in het hbo in 2013 de streefwaarde van 90 procent voor het zesjaarsrendement moet zijn bereikt, blijft dit steken op 76 procent in 2009 (cohort 2003). Pagina 7 van 166

8 De meeste instellingen gaven aan in hoge mate inspanningen te hebben geleverd voor de belangrijkste doelstellingen uit de meerjarenafspraken over studiesucces en onderwijskwaliteit, en met die inspanningen voortgang te hebben geboekt. Agendering en doorvertaling van beleid, gericht op studiesucces en onderwijskwaliteit, hebben in het kader van de meerjarenafspraken bij de meeste instellingen de nodige aandacht gekregen. De inspanningen van instellingen waren daarmee in lijn met het convenant meerjarenafspraken. De inspectie trekt op grond hiervan de conclusie dat de inspanningen van instellingen voor de meerjarenafspraken voldoende zijn geweest. De meerjarenafspraken hebben een meerwaarde, want ze versterken de werking van andere ingezette beleidsinstrumenten in het hoger onderwijs. Echter, universiteiten en hogescholen bleken de extra lumpsum voor de meerjarenafspraken (met uitzondering van de G5-middelen) minder gericht in te zetten dan past bij de streefwaarden uit de meerjarenafspraken. De oorzaken hiervan waren: De convenanten berustten op landelijke brancheafspraken (in plaats van instellingsspecifieke afspraken). Instellingen hadden veel bestedingsvrijheid door toekenning van middelen via extra lumpsum (zonder voorwaarden). Er was sprake van onheldere communicatie hierover naar de afzonderlijke instellingen. Veel instellingen hadden de prestatieafspraken dus niet helder op het netvlies. Voor de meerjarenafspraken zijn geen afzonderlijke afspraken met instellingen gemaakt. Een verbinding tussen de ambities uit de convenanten als brancheafspraken en de inzet van de extra lumpsum door instellingen is daarom niet eenduidig te leggen. Deze landelijke streefwaarden uit de meerjarenafspraken (hoewel geen absolute norm, toch in feite de formule one size fits all ) blijken voor de voorlopers geen uitdaging meer te zijn en voor de achterblijvers, gegeven hun uitgangssituatie, niet aan te sluiten bij hun fase van ontwikkeling. De inspectie trekt op grond van bovenstaande bevindingen de conclusie dat het beleidsinstrument van meerjarenafspraken op sectorniveau onvoldoende sturend werkt voor het bereiken van de streefwaarden door instellingen. Als de rijksoverheid wil dat instellingen sterker focussen op bepaalde beleidsdoelen, dan zal dit via specifiekere afspraken bereikt moeten worden (via voorwaarden in de bekostiging). Hoe werkt het convenant G5 bij de Randstadhogescholen? Met de Randstadhogescholen zijn wel afspraken op maat gemaakt over de extra middelen voor het studiesucces van niet-westerse allochtone studenten, voortvloeiend uit het G5-convenant. Het specifieke karakter van de afspraken werkte gerichter door op de inspanningen van deze hogescholen. De inspanningen van de Randstadhogescholen voor het convenant G5 zijn voldoende geweest. Ook heeft het beleidsinstrument G5 voldoende bijgedragen aan het bereiken van de streefwaarden door Randstadhogescholen in het kader van het convenant G5. Desondanks valt er bij de Randstadhogescholen over het algemeen een afname te constateren op de kernindicatoren voor het convenant G5 (dat wil zeggen: hogere uitval, lager propedeuserendement; zie de monitor van OCW). Op stelselniveau zijn hiervoor geen directe causale verklaringen te leveren.1 Uit onderwijskundig onderzoek is overigens bekend dat studentkenmerken (zoals sekse, IQ en de bagage aan basisvaardigheden bij instroom) voor het grootste deel de verschillen in leerprestaties verklaren. Het vraagt dus om intensieve onderwijsinspanningen om leerprestaties en rendementen te verbeteren. Al met al 1 Er wordt geen kwantitatief model getoetst. Pagina 8 van 166

9 een complex proces dat schuil gaat achter de ogenschijnlijk eenduidige doelen van de meerjarenafspraken. Instellingen zouden zelf moeten onderzoeken welke maatregelen werken voor hun studentenpopulatie. Aanbevelingen aan OCW De inspectie adviseert op grond van het bovenstaande dat, als de minister van OCW bij de besluitvorming in 2011 nadrukkelijk specifieke ambities met instellingen wil afspreken en daaraan extra geld wil verbinden, zij dan beter kan kiezen voor een ander arrangement dan louter toevoeging aan de lumpsum. De inspectie beveelt het volgende aan: meer focus aanbrengen in het handelen van de Colleges van Bestuur (CvB s), met name gericht op onderwijskwaliteit ter verhoging van het bachelorrendement; het commitment verhogen door met elke instelling afzonderlijk afspraken op maat te maken over streefwaarden; verheldering van de communicatie van OCW naar elke instelling over de omvang van de jaarlijkse extra lumpsum en de hieraan gerelateerde doelstellingen; een externe verantwoording vragen aan elke instelling over de inzet van de extra lumpsum in relatie tot de afgesproken ambities, met inachtneming van beperking van administratieve lasten; flankerend beleid voeren om realisatie van de ambities uit de meerjarenafspraken te ondersteunen. Deze aanbevelingen aan OCW werden eerder al geformuleerd in de tussenrapportage (Inspectie van het Onderwijs, 2011b, zie Bovengenoemde maatregelen versterken in termen van governance de relatie tussen doelen en middelen. Aan de tussenrapportage voegt de inspectie nog een aantal aanbevelingen toe: Het is noodzakelijk dat convenantpartijen betere afspraken maken om de uitval uit het hoger onderwijs in het eerste bachelorjaar terug te dringen. Het louter monitoren van de ontwikkeling in uitval volstaat niet om de problemen in het eerste bachelorjaar terug te dringen. Er is meer eenduidigheid nodig over wat er onder honoursprogramma s wordt verstaan. Daarmee zijn de kwaliteitsborging en de erkenning gediend. Het monitoren van de effecten van de nieuwe wet- en regelgeving van OCW op het instroomniveau (taal en rekenen/wiskunde) draagt bij aan sturing op verhoging van dit niveau. Ook wordt het belang onderstreept van blijvende samenwerking van regionale bestuurders aan de verdere verbetering van de aansluiting vo/mbo en ho. Geadviseerd wordt dat OCW de rol van aanjager vervult in de discussie over de vraag hoe de regionale samenwerking versterkt kan worden. Aanbevelingen aan instellingen Het is van belang dat instellingen de eigen beleidskeuzes ter uitvoering van de meerjarenafspraken beter expliciteren. Conform de meerjarenafspraken wordt een lerende aanpak gevolgd. Daarbij worden universiteiten en hogescholen in de gelegenheid gesteld om een werkwijze te kiezen die past bij hun eigen profiel. De inspectie constateert echter dat sommige instellingen het argument dat bij ons nu eenmaal alles anders is, te gemakkelijk gebruiken. Pagina 9 van 166

10 Instellingen dienen er alert op te zijn dat in elke fase van het bacheloronderwijs rendementsbevorderende inspanningen nodig zijn, óók in die fasen waarvoor het convenant meerjarenafspraken tot op heden geen resultaatafspraken bevat. Het gaat hierbij om de fasen vóór en aan de poort, en in het eerste bachelorjaar. Het is absoluut gewenst dat instellingen zich nog intensiever inspannen om ervoor te zorgen dat studenten meteen de juiste studie kiezen en goed worden doorverwezen binnen het hoger onderwijs, teneinde uitval te voorkomen. In het huidige convenant ligt de focus op het studiesucces onder herinschrijvers in het tweede jaar, maar dat is niet genoeg. De voor studenten ingrijpende transitie tussen het toeleverende onderwijs en het hoger onderwijs vraagt om een stevige aanpak van instellingen. Instellingen dienen er in hun kwaliteitszorg op toe te zien dat studiesucces en onderwijskwaliteit samen omhooggaan. In dit onderzoek naar inspanningen ter verhoging van studiesucces is de kwaliteitsborging geen expliciet onderwerp van onderzoek geweest. De verhoging van studiesucces van een instelling is belangrijk; tegelijk is het echter van belang dat de kwaliteit van het onderwijs op niveau blijft. Pagina 10 van 166

11 1 Inleiding 1.1 Achtergrond project De meerjarenafspraken Medio 2008 heeft de toenmalige minister van OCW met de VSNU en de HBO-raad meerjarenafspraken gemaakt ter verhoging van studiesucces en onderwijskwaliteit. Daarbij zijn kernindicatoren en streefwaarden vastgelegd. In het convenant is afgesproken dat de instellingen zich zullen inspannen om de afgesproken ambities te realiseren. Hiervoor heeft de minister extra lumpsum aan de instellingen toegekend, bedoeld als steun in de rug. De strategische agenda Het hoogste goed (Ministerie van OCW, 2007) vormt hiervoor het beleidskader. De rol van de inspectie is in de convenanten over de meerjarenafspraken als volgt verwoord. Convenantpartijen hebben de Inspectie van het Onderwijs gevraagd om al in een vroege fase, namelijk in 2010, een evaluatieonderzoek uit te voeren. Het doel hiervan is een zo objectief mogelijk inzicht te krijgen in de inspanningen van de universiteiten en hogescholen om de ambities te realiseren. De inspectie maakt in dit evaluatieonderzoek ook gebruik van Kennis in Kaart (Ministerie van OCW, 2008 en 2009) en de daaropvolgende Kamerbrief (23 juni 2011) waarin OCW jaarlijks de kwantitatieve ontwikkelingen in kernindicatoren en achtergrondvariabelen uit de meerjarenafspraken publiceert. De nulmeting is gepubliceerd in 2008, een vervolgmeting in 2009 en vanaf 2010 zijn niet alleen de landelijke cijfers, maar ook die per universiteit en per hogeschool gepubliceerd. De inspectie sluit in het evaluatieonderzoek aan bij de definities uit de convenanten. De overkoepelende vraag in het evaluatieonderzoek naar de meerjarenafspraken luidt: hoe werken de meerjarenafspraken in het wetenschappelijk onderwijs (wo) en in het hoger beroepsonderwijs (hbo)? Tot slot wordt in het kader van het evaluatieonderzoek naar de meerjarenafspraken het proces rond de uitvoering van het bindend studieadvies (bsa) gevolgd. Dit is aan de Tweede Kamer toegezegd naar aanleiding van een inspectierapport hierover (Inspectie van het Onderwijs, 2010a; Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 97; Wartenbergh-Cras e.a., 2010) Het convenant G5 met de Randstadhogescholen De inspectie heeft in 2010 het evaluatieonderzoek naar de meerjarenafspraken (bij universiteiten en hogescholen) gecombineerd met een evaluatieonderzoek naar het convenant G5 (met alleen de vijf Randstadhogescholen). Beide deelonderzoeken zijn namelijk gericht op studiesucces en onderwijskwaliteit. De toenmalige minister van OCW heeft medio 2008 aanvullende afspraken gemaakt met de vijf Randstadhogescholen, ter uitvoering van de strategische agenda Het hoogste goed en de notitie De Randstadhogescholen, motoren van onze economie (De Haagse Hogeschool e.a., 2007). Voor initiatieven van de Randstadhogescholen om het studiesucces van niet-westerse allochtone studenten te vergroten, stelde de minister van OCW op grond van het convenant extra middelen aan deze hogescholen beschikbaar, ook bedoeld als steun in de rug. De Randstadhogescholen en de minister van OCW hebben gezamenlijk de ambitie uitgesproken om de uitval onder niet-westerse allochtone studenten te verminderen en het rendement te verbeteren. De achterstandspositie van Pagina 11 van 166

12 niet-westerse allochtone studenten ten opzichte van autochtone studenten dient zo veel mogelijk te worden ingelopen. Elke Randstadhogeschool heeft zelf een voorstel aan de minister gedaan voor de streefwaarden in 2011 ten aanzien van uitvalvermindering en rendementsverbetering. De minister heeft met elke Randstadhogeschool nadere afspraken gemaakt over de streefwaarden voor de indicatoren instroom, uitval en rendement, evenals over de grondslag voor herverdeling van het toegekende bedrag. De monitoring van en de advisering over de aanpak van de programma s is in handen van ECHO 2. Volgens het convenant ontstaat daardoor ook een platform voor wederzijds leren en inspireren waar praktijken en resultaten worden uitgewisseld. Over de voortgang in relatie tot de afgesproken indicatoren doet OCW sinds 2008 jaarlijks verslag in Kennis in Kaart en recentelijk in de Kamerbrief. De rol van de inspectie is in het convenant met de Randstadhogescholen als volgt verwoord. Convenantpartijen hebben de Inspectie van het Onderwijs gevraagd om in 2010 een evaluatieonderzoek te doen. Het doel hiervan is een zo objectief mogelijk inzicht te krijgen in het proces dat naar aanleiding van de beleidsafspraken met de vijf Randstadhogescholen op gang is gekomen. De evaluatie beoogt de minister en de Tweede Kamer te voorzien van informatie over dit proces. De overkoepelende vraag in het evaluatieonderzoek naar het convenant G5 luidt: hoe werkt het convenant G5 bij de Randstadhogescholen? Besluitvorming tot verdere financiering Voor de convenanten over de meerjarenafspraken met universiteiten en hogescholen stelt OCW sinds 2008 extra middelen beschikbaar. Het vorige kabinet had het voornemen om het bedrag te laten oplopen tot in 2012, maar door de economische crisis is deze oploop na 2010 door het ministerie van Financiën niet beschikbaar gesteld. 3 Dit is overigens conform de financiële paragraaf van het convenant. Opgemerkt wordt dat daarmee de condities waaronder medio 2008 de streefwaarden werden afgesproken, voor instellingen minder gunstig zijn geworden. De extra lumpsum voor kwaliteit (meerjarenafspraken en G5) bedroeg in 2010 voor de universiteiten circa 84 miljoen euro en voor de hogescholen circa 201 miljoen euro, 4 waartoe ook de 12 miljoen euro aan G5-gelden voor de Randstadhogescholen behoorde (zie voor een toelichting op de financiën bijlage XIX). In 2011 zal de minister van OCW besluiten of de toekenning van de extra lumpsum aan de instellingen voor de meerjarenafspraken wordt voortgezet. Bepalende factor voor dit besluit is de mate waarin voortgang is geboekt met het realiseren van de streefwaarden in deze meerjarenafspraken, in relatie tot de inspanningen van de instellingen. In het convenant G5 werd het voornemen geuit om in 2011 ook te besluiten over voortzetting van de aanpak in de afspraak met de Randstadhogescholen. Kortgeleden heeft de staatssecretaris echter besloten om in het kader van een taakstelling het specifieke doelgroepenbeleid te beëindigen. Dit betekent dat de extra lumpsum voor de G5 per 1 januari 2012 zal worden stopgezet (Ministerie van OCW, 2011). 2 Expertisecentrum voor diversiteitsbeleid in het hoger onderwijs 3 Dit geldt ook voor de extra lumpsum in het kader van het convenant G5. 4 Inclusief het groene onderwijs. Pagina 12 van 166

13 1.2 Themaonderzoek Een van de taken van de inspectie is toezicht houden op ontwikkelingen in het stelsel van hoger onderwijs. Het evaluatieonderzoek naar de meerjarenafspraken en naar de G5 is een thematisch onderzoek conform het jaarwerkplan van de inspectie. Het betreft geen handhavend onderzoek noch een onderzoek naar financiële rechtmatigheid. Thematisch onderzoek betekent dat de inspectie over haar bevindingen alleen in algemene en anonieme zin rapporteert. Ter voorbereiding van het evaluatieonderzoek naar de meerjarenafspraken voerde de inspectie in 2009 al een verkenning uit (Inspectie van het Onderwijs, 2010b). Deze verkenning resulteerde in een discussienotitie die begin 2010 aan de toenmalige staatssecretaris van OCW, mevrouw Van Bijsterveldt, werd aangeboden. Deze discussienotitie was bedoeld om midterm input voor het bestuurlijke overleg van de staatsecretaris met de convenantpartners VSNU en HBO-raad te leveren. Aanvullend werd een verdiepende bijlage toegezonden aan een externe klankbordgroep die met de inspectie meedenkt over de uitvoering van het onderzoek. Deze bestaat uit een vertegenwoordiger van OCW, de VSNU, de HBO- de studentenorganisaties ISO en LSVb, en een vertegenwoordiger namens de raad, Randstadhogescholen (voor het convenant G5). Na de verkenning in 2009 werd in 2010 eerst een landelijke inventarisatie (ofwel survey) uitgevoerd, gevolgd door een verdiepend onderdeel, bestaande uit casestudies. In dat kader bezocht de inspectie een aantal geselecteerde universiteiten en hogescholen, waaronder de Randstadhogescholen. In de casestudies is nader onderzoek gedaan naar de inspanningen door instellingen voor de meerjarenafspraken en naar de werking van het beleidsinstrument. Bij de Randstadhogescholen is aanvullend onderzoek gedaan naar hun inspanningen voor het convenant G5 en naar de werking van dit beleidsinstrument. Gezien de vroege fase van de evaluatieonderzoeken kunnen deze niet dienen als eindevaluaties (zie verder paragraaf en ). 1.3 Opbouw eindrapportage Het voorliggende document is een integraal eindrapport over het gehele evaluatieonderzoek naar de meerjarenafspraken. Daarin zijn ook de resultaten van de casestudies verwerkt. In deze eindrapportage trekt de inspectie definitieve conclusies over de werking van de meerjarenafspraken in het wo en in het hbo. Ook de vragen van het evaluatieonderzoek naar het G5-convenant worden hierin beantwoord. In hoofdstuk 2 geeft de inspectie een verantwoording van het door haar in 2010 uitgevoerde evaluatieonderzoek, bestaande uit een survey en casestudies. Hoofdstuk 3 beschrijft de resultaten van het evaluatieonderzoek onder universiteiten en in hoofdstuk 4 volgen de resultaten voor de hogescholen. In hoofdstuk 5 worden de resultaten behandeld uit de gesprekken met de vijf Randstadhogescholen over het convenant G5. In hoofdstuk 6 worden, op basis van deze gegevens, conclusies geformuleerd over de inspanningen van de instellingen en over de werking van de beleidsinstrumenten meerjarenafspraken en G5. Bijlage I bevat het gehanteerde beoordelingskader en bijlage II het daaraan gerelateerde theoretische kader. Bijlage III en IV geven een verantwoording van de selectie van universiteiten respectievelijk hogescholen voor de casestudies. In de bijlagen V tot en met XVIII worden de inspanningen die instellingen in 2009 en 2010 leverden voor de doelstellingen uit de meerjarenafspraken en, voor zover van toepassing, het convenant G5, vollediger in beeld gebracht. Deze Pagina 13 van 166

14 instellingsportretten kunnen mogelijk een bijdrage leveren aan de gekozen lerende aanpak door instellingen. Bijlage XIX gaat in op de financiën en bijlage XX geeft een toelichting op het instroomniveau in het hbo. Bijlage XXI is de lijst met afkortingen. Pagina 14 van 166

15 2 Verantwoording evaluatieonderzoek 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft een verantwoording van de evaluatieonderzoeken naar de meerjarenafspraken en het convenant G5. Paragraaf 2.2 presenteert de onderzoeksvragen voor het evaluatieonderzoek naar de meerjarenafspraken en paragraaf 2.3 die voor het evaluatieonderzoek naar het convenant G5. Tot slot geeft paragraaf 2.4 een verantwoording van de uitvoering van het onderzoek. 2.2 Evaluatieonderzoek meerjarenafspraken Onderzoeksvragen meerjarenafspraken De overkoepelende vraag in het evaluatieonderzoek naar de meerjarenafspraken luidt: hoe werken de meerjarenafspraken in het wo en in het hbo? De inspectie hanteert de volgende vragen als uitwerking daarvan: a. Ontwikkelingen in kernindicatoren (op stelselniveau) a.1. Welke ontwikkelingen tekenen zich af in de kernindicatoren voor wo respectievelijk hbo, conform de meerjarenafspraken? a.2. Is er in het wo respectievelijk hbo voldoende voortgang geboekt met het realiseren van de streefwaarden in de meerjarenafspraken? b. Inspanningen instellingen (geaggregeerd naar stelselniveau) b.1. Welke inspanningen hebben de universiteiten respectievelijk hogescholen geleverd om aan realisatie van de ambities bij te dragen? b.2. Zijn deze inspanningen van instellingen voldoende geweest? c. Werking van het beleidsinstrument (op stelselniveau) c.1. Hoe hebben de instellingen de toevoeging van de extra middelen aan de lumpsum onder de noemer van de meerjarenafspraken ingezet? c.2. Heeft dit beleidsinstrument voldoende bijgedragen aan het bereiken van de doelstellingen (vergroten van het studiesucces in en de kwaliteit van het hoger onderwijs)? Evaluatie meerjarenafspraken op drie aspecten Kenmerkend voor een evaluatie is dat gegevens worden beoordeeld in het licht van criteria (Swanborn, 2004). Daarom wordt in de vragen van het evaluatieonderzoek naar de meerjarenafspraken gesproken in termen van voldoende. De verkenning heeft een beoordelingskader op stelselniveau opgeleverd, dat de inspectie momenteel in het evaluatieonderzoek hanteert (zie bijlage I). Het beoordelingskader omvat beoordelingscriteria voor: de voortgang in realisatie streefwaarden; de inspanningen van instellingen; de werking van het beleidsinstrument. Van deze drie aspecten beoordeelt de inspectie vooral de inspanningen van instellingen, geaggregeerd naar stelselniveau. Pagina 15 van 166

16 2.3 Evaluatieonderzoek convenant G Onderzoeksvragen convenant G5 De overkoepelende vraag in het evaluatieonderzoek naar het convenant G5 luidt: hoe werkt het convenant G5 bij de Randstadhogescholen? De inspectie hanteert de volgende vragen als uitwerking daarvan: a. Ontwikkelingen in kernindicatoren a.1. Welke ontwikkelingen tekenen zich af in de kernindicatoren voor het convenant G5? a.2. - (Deze evaluatievraag is niet van toepassing, gezien de rol van ECHO en de auditcommissie bij de G5; zie Van Raaijen e.a., 2011.) b. Inspanningen instellingen b.1. Welke inspanningen hebben de Randstadhogescholen geleverd om aan realisatie van de ambities bij te dragen? b.2. Zijn deze inspanningen van instellingen voldoende geweest? c. Werking van het beleidsinstrument (convenant) c.1. Hoe hebben de Randstadhogescholen de toevoeging van de extra middelen aan de lumpsum onder de noemer van het G5-convenant ingezet? c.2. Heeft dit beleidsinstrument voldoende bijgedragen aan het bereiken van de doelstellingen (vergroten van het studiesucces van niet-westerse allochtone studenten)? Met deze evaluatievragen wordt een brug geslagen tussen de evaluatieonderzoeken naar de meerjarenafspraken en het convenant G5. De vragen voor het evaluatieonderzoek die specifiek in het convenant met de Randstadhogescholen zijn geformuleerd, zijn als volgt te rangschikken: Ad b: Ad c: Op welke wijze is geborgd dat de positieve ervaringen niet verloren gaan als het budget eventueel terugloopt? Welke ervaringen zijn overdraagbaar naar andere instellingen? Hoe worden deze ervaringen gedeeld met andere instellingen? Welke keuzes hebben de Randstadhogescholen gemaakt in de besteding van de middelen? Zijn deze keuzes bijgesteld in de loop van het traject? Zo ja, waarom? Hoe kijken instellingen en deskundigen aan tegen de afspraken, inhoudelijk en procedureel (op basis van drie jaar ervaring met een kwantitatieve monitor van de resultaten van beleid voor allochtone studenten)? Geven de ervaringen met streefwaarden voor bevordering van studiesucces en rendement van alle studenten aanleiding het gekozen instrument bij te stellen? Wat waren belemmerende en bevorderende factoren voor de uitvoering van de voornemens? Ter vergelijking van de beide beleidsinstrumenten heeft de inspectie zelf nog een vraag toegevoegd: Heeft het beleidsinstrument voor de G5 meerwaarde ten opzichte van de inspanningen van deze hogescholen voor de algemene meerjarenafspraken? Pagina 16 van 166

EVALUATIEONDERZOEK MEERJARENAFSPRAKEN OVER STUDIESUCCES EN ONDERWIJSKWALITEIT TUSSENRAPPORTAGE LANDELIJKE INVENTARISATIE

EVALUATIEONDERZOEK MEERJARENAFSPRAKEN OVER STUDIESUCCES EN ONDERWIJSKWALITEIT TUSSENRAPPORTAGE LANDELIJKE INVENTARISATIE EVALUATIEONDERZOEK MEERJARENAFSPRAKEN OVER STUDIESUCCES EN ONDERWIJSKWALITEIT TUSSENRAPPORTAGE LANDELIJKE INVENTARISATIE Utrecht, februari 2011 Voorwoord Steeds meer universiteiten en hogescholen geven

Nadere informatie

Meerjarenafspraken OCW-HBO-raad

Meerjarenafspraken OCW-HBO-raad Bladnummer 1 Meerjarenafspraken OCW-HBO-raad Meerjarenafspraak tussen de minister van OCW en de HBO-raad ter uitvoering van Het Hoogste Goed, strategische agenda voor het hoger onderwijs - onderzoek- en

Nadere informatie

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool van Amsterdam

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool van Amsterdam Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool van Amsterdam Utrecht, 24 augustus 2009 In dit convenant worden de principeafspraken van het convenant Meer studiesucces voor allochtone

Nadere informatie

SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SAMENVATTING EERSTE 2 RAPPORTEN:

SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SAMENVATTING EERSTE 2 RAPPORTEN: SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SAMENVATTING EERSTE 2 RAPPORTEN: A. VERKENNING NAAR MAATREGELEN ROND IN- EN DOORSTROOM IN HET BACHELORONDERWIJS B. VERSCHILLEN EN ONTWIKKELINGEN IN

Nadere informatie

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten De Haagse Hogeschool

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten De Haagse Hogeschool Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten De Haagse Hogeschool Utrecht, 24 augustus 2009 In dit convenant worden de principeafspraken van het convenant Meer studiesucces voor allochtone studenten

Nadere informatie

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool Utrecht

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool Utrecht Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool Utrecht Utrecht, 24 augustus 2009 In dit convenant worden de principeafspraken van het convenant Meer studiesucces voor allochtone studenten

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer

Nadere informatie

Monitor OCW Meerjarenafspraken studiesucces en kwaliteit 2011. Inleiding

Monitor OCW Meerjarenafspraken studiesucces en kwaliteit 2011. Inleiding Monitor OCW Meerjarenafspraken studiesucces en kwaliteit 2011 Inleiding In 2008 zijn meerjarenafspraken gemaakt met de HBO-raad en de VSNU ten behoeve van de ambities op het gebied van studiesucces en

Nadere informatie

Kennis in kaart. Hoger Onderwijs en Onderzoek

Kennis in kaart. Hoger Onderwijs en Onderzoek Kennis in kaart 2009 Hoger Onderwijs en Onderzoek Inhoud Inleiding 5 Lijst van figuren en tabellen 7 Deel A Monitor strategische agenda 11 Hoofdstuk 1: Voortgang afspraken uit de Strategische Agenda 13

Nadere informatie

Advies Universiteit van Tilburg

Advies Universiteit van Tilburg Advies Universiteit van Tilburg De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van het voorstel van de Universiteit van Tilburg (hierna UvT) dat het College van Bestuur met zijn brieven van

Nadere informatie

Basisgegevens opleidingsbeoordelingen Indicatoren en definities. 19 februari 2015

Basisgegevens opleidingsbeoordelingen Indicatoren en definities. 19 februari 2015 Basisgegevens opleidingsbeoordelingen Indicatoren en definities 19 februari 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Basisgegevens hbo-bacheloropleidingen 4 2.1 Voltijd hbo-ba 4 2.2 Deeltijd en duaal hbo-ba 5 3 Basisgegevens

Nadere informatie

Studiesucces en onderwijskwaliteit: een overzicht van de stand van zaken in 2015 bij de verplichte indicatoren

Studiesucces en onderwijskwaliteit: een overzicht van de stand van zaken in 2015 bij de verplichte indicatoren Studiesucces en onderwijskwaliteit: een overzicht van de stand van zaken in 2015 bij de verplichte indicatoren Achtergronddocument 1 bij Stelselrapportage 2016 Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek

Nadere informatie

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool Rotterdam

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool Rotterdam Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool Rotterdam Utrecht, 24 augustus 2009 In dit convenant worden de principeafspraken van het convenant Meer studiesucces voor allochtone studenten

Nadere informatie

Achtergrondinformatie

Achtergrondinformatie BIJLAGE 3 Achtergrondinformatie Diplomarendement Daling diplomarendement voltijd hbo-bacheloropleidingen De trend die de Inspectie van het Onderwijs de afgelopen jaren signaleerde in het hbo zet door:

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering IPC 2250 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

Monitor OCW Meerjarenafspraken studiesucces en kwaliteit Inleiding

Monitor OCW Meerjarenafspraken studiesucces en kwaliteit Inleiding Monitor OCW Meerjarenafspraken studiesucces en kwaliteit 2011 Inleiding In 2008 zijn meerjarenafspraken gemaakt met de HBO-raad en de VSNU ten behoeve van de ambities op het gebied van studiesucces en

Nadere informatie

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn Bestuurlijke afspraken tussen de HBO-raad en de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, naar aanleiding van het advies Vreemde ogen dwingen van de Commissie externe validering examenkwaliteit hoger

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Postbus EA..DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Postbus EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, Studenten sector Onderwijs vallen vaker uit... 2 Veel uitval bij 2 e graads hbo... 3 Meer uitval van pabo studenten met mbo-achtergrond... 5 Steeds meer mannen vallen uit bij pabo... 7 Studenten met niet-westerse

Nadere informatie

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s. Na nominaal plus 1 jaar 45 procent een diploma... 2 Rendement wo stijgt, hbo-rendement daalt... 4 Hbo-ontwerpopleidingen laagste rendement van de sector... 6 Hoger rendement wo biologie, scheikunde en

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs April 2016 Feiten en cijfers 2 Het algemene beeld Start van de studie uitval en wisselaars Tal van inspanningen bij hogescholen

Nadere informatie

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs, Samenvatting... 2 Minst aantal opleidingen... 2 Minst aantal studenten... 3 Instroom neemt af... 3 Laagste uitval... 3 Lager diplomarendement... 3 Daling in switch... 3 Twee nieuwe opleidingen... 4 Weinig

Nadere informatie

Monitor beleidsmaatregelen 2014. Anja van den Broek

Monitor beleidsmaatregelen 2014. Anja van den Broek Monitor beleidsmaatregelen 2014 Anja van den Broek Maatregelen, vraagstelling en data Beleidsmaatregelen Collegegeldsystematiek tweede studies uit de Wet Versterking besturing inclusief uitzonderingen

Nadere informatie

Eindadvies Theologische Universiteit Apeldoorn 24 oktober 2016

Eindadvies Theologische Universiteit Apeldoorn 24 oktober 2016 Eindadvies Theologische Universiteit Apeldoorn 24 oktober 2016 1. Inleiding De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van: de prestatieafspraak zoals vastgelegd in de beschikking van 3

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. 679 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 2 januari 2019 De vaste commissie voor

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Mei 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding Op 19 mei 2015 hebben de hogescholen hun strategische agenda #hbo2025: wendbaar & weerbaar1

Nadere informatie

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s. Na vijf jaar 38 procent met hbo-diploma Onderwijs... 2 Hbo-rendement tot voor kort dalend... 3 Wo-rendement stijgt... 4 Mbo ers in Onderwijs hoger rendement dan havisten... 6 Vrouwen halen hoger rendement

Nadere informatie

handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; Subsidieregeling tweede graden hbo en wo Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van... (datum), nr. HO&S/2010/228578, houdende subsidiëring van tweede bachelor- en mastergraden

Nadere informatie

Datum 13 april 2010 Betreft Rapport Bindend studieadvies van de Inspectie van het Onderwijs

Datum 13 april 2010 Betreft Rapport Bindend studieadvies van de Inspectie van het Onderwijs a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl

Nadere informatie

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR24052017 contactpersoon Daniël Rijckborst telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen e-mail d.rijckborst@avans.nl

Nadere informatie

Subsector overig. Subsector overig

Subsector overig. Subsector overig Subsector overig Samenvatting... Grote subsector... 2 Veel switchende studenten... 3 Hoge uitval onder mbo ers... 4 Hoog wo-diplomarendement... 4 Minste studenten van hbo naar wo... 4 8 accreditaties na

Nadere informatie

Subsector pedagogische opleidingen

Subsector pedagogische opleidingen Samenvatting... 2 Gemiddeld in aantal en inschrijvingen... 2 Meeste instroom in hbo-... 3 Weinig uitval... 3 Relatief minder switchers... 3 Hoog rendement in hbo-bachelor en wo-master... 3 Accreditatie-uitkomsten:

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA.DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Subsector politicologie en bestuurskundige opleidingen

Subsector politicologie en bestuurskundige opleidingen Subsector politicologie en bestuurskundige Samenvatting... 2 Weinig deeltijd... 2 Wo-instroom... 3 Weinig uitval iets toegenomen... 3 Veel switch... 3 Vier in herstel... 3 Veel studenten raden opleiding

Nadere informatie

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt Hbo als emancipatiemotor Onderzoek met impact Hbo in vogelvlucht #hbocijfers Februari 2018 Hbo als emancipatiemotor 453.354 Ingeschreven studenten in studiejaar

Nadere informatie

Advies Radboud Universiteit Nijmegen

Advies Radboud Universiteit Nijmegen Advies Radboud Universiteit Nijmegen De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van het voorstel van de Radboud Universiteit Nijmegen (hierna RUN) dat het College van Bestuur met zijn brieven

Nadere informatie

Subsector sociale wetenschappen

Subsector sociale wetenschappen Samenvatting... 2 Weinig opleidingen... 2 Kleinste aantal instromende studenten... 3 Uitval lager... 3 Veel switch... 3 Diplomarendement beter dan sector, slechter dan totaal ho... 3 Accreditaties met

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers April 2017 Inhoud 1 Het algemene beeld 2 2 Start van de studie: uitvallers 4 3 Start van de studie: wisselaars 5 4 Afsluiting van de studie: studiesucces

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

fr, Vere : Geachte mevrouw Bussemaker,

fr, Vere : Geachte mevrouw Bussemaker, t 0 4 fr, Vere : Hogeschoe1if Prinsessegracht 21 Postbus 123 2501 CC Den Haag t (070)31221 21 f(070)31221 00 Aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap - Mevrouw dr. M. Bussemaker Postbus 16375

Nadere informatie

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour In deze bijlage zijn feiten en cijfers opgenomen over het hoger onderwijs die illustratief kunnen zijn voor de discussies in de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10073 14 april 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 april 2015, FenV/732728,

Nadere informatie

Onderwijskwaliteit. Onderwijskwaliteit

Onderwijskwaliteit. Onderwijskwaliteit Vooraf... 2 450 accreditaties, 56 nieuwe opleidingen... 3 Eén excellente opleiding... 4 Heel weinig opleidingen met hersteltermijn... 6 Meeste nieuwe opleidingen bij bouwkunde en civiele techniek... 7

Nadere informatie

Factsheet Toelatingstoets PABO

Factsheet Toelatingstoets PABO Pabo-opleidingen zitten in de lift De pabo s hebben de afgelopen jaren veel stappen gezet om de kwaliteit verder te versterken, onder meer door de invoering van de toelatingstoetsen. Deze maatregelen betalen

Nadere informatie

SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS

SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS TECHNISCH RAPPORT BIJ DEELRAPPORT A: 'VERKENNING NAAR MAATREGELEN ROND IN- EN DOORSTROOM IN HET BACHELORONDERWIJS' Utrecht, november 2015 Voorwoord

Nadere informatie

UITVAL EN RENDEMENT IN HET HOGER ONDERWIJS ACHTERGRONDRAPPORT BIJ WERKEN AAN EEN BETER RENDEMENT

UITVAL EN RENDEMENT IN HET HOGER ONDERWIJS ACHTERGRONDRAPPORT BIJ WERKEN AAN EEN BETER RENDEMENT UITVAL EN RENDEMENT IN HET HOGER ONDERWIJS ACHTERGRONDRAPPORT BIJ WERKEN AAN EEN BETER RENDEMENT Utrecht, mei 2009 VOORWOORD Het voorliggende rapport over uitval en rendement in het hoger onderwijs betreft

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Studiesucces en uitval 2018 Deze factsheet bevat de belangrijkste ontwikkelingen in het hbo op het gebied van studiesucces, studieduur, uitval en studiewissel van voltijd bachelorstudenten uitgesplitst

Nadere informatie

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN juni 2016 1 Inleiding 1.1 Achtergrond In 2012 heeft de toenmalige minister van Onderwijs het predicaat Excellente School in het leven geroepen om goed presterende

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2011

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2011 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs juni 2011 2 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Meer dan zeven op de tien studenten

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Afgestudeerden en uitvallers 2017 In deze factsheet staan de belangrijkste kengetallen en ontwikkelingen met betrekking tot uitval, studiewissel en studiesucces. Alle cijfers betreffen voltijd hbo-bachelorstudenten

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. mei 2010

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. mei 2010 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs mei 2010 1 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie

Nadere informatie

2014D37348. Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

2014D37348. Inbreng verslag van een schriftelijk overleg 2014D37348 Inbreng verslag van een schriftelijk overleg Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK (TKO) CHRISTELIJK COLLEGE DE POPULIER, AFDELING VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK (TKO) CHRISTELIJK COLLEGE DE POPULIER, AFDELING VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK (TKO) CHRISTELIJK COLLEGE DE POPULIER, AFDELING VWO Plaats: Den Haag BRIN-nummer: 02GJ Arrangementsnummer: 162437 Onderzoek uitgevoerd op: 25 oktober

Nadere informatie

Van prestatieafspraken naar kwaliteitsafspraken

Van prestatieafspraken naar kwaliteitsafspraken Van prestatieafspraken naar kwaliteitsafspraken Dirk Haen en Annerie Hesseling Directie Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Doel workshop In gesprek over

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 30 079 VMBO Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 oktober

Nadere informatie

Datum 8 februari 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Mohandis (PvdA) over het bericht dat selectie aan de poort allochtonen dupeert

Datum 8 februari 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Mohandis (PvdA) over het bericht dat selectie aan de poort allochtonen dupeert >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs & Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Risicoanalyse. Risico s op scholen in beeld. Inspectie van het Onderwijs

Risicoanalyse. Risico s op scholen in beeld. Inspectie van het Onderwijs Risicoanalyse Risico s op scholen in beeld Inspectie van het Onderwijs Voorwoord Het onderwijstoezicht is risicogericht. Dit betekent dat de toezichtcapaciteit zo veel mogelijk wordt ingezet op risicovolle

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19108 10 juli 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 juli 2015, nr. PO/SenO/747922,

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Ermelo Plaats : Ermelo Gemeentenummer : 0233 Onderzoeksnummer : 278180 Datum onderzoek : 23 september 2014 Datum

Nadere informatie

Programma STUDIESUCCES VOOR IEDEREEN!

Programma STUDIESUCCES VOOR IEDEREEN! Programma STUDIESUCCES VOOR IEDEREEN! Meerjarig programma van de Hogeschool Rotterdam in het kader van afspraken met de minister van OC&W ter verbetering van de in-, door- en uitstroom van studenten. Basisnotitie

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden Delfland

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden Delfland RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE Midden Delfland Plaats : Schipluiden Gemeentenummer : 1842 Onderzoeksnummer : 286929 Datum onderzoek : 11 januari

Nadere informatie

33000 Nota over de toestand van s Rijks Financiën

33000 Nota over de toestand van s Rijks Financiën 33000 Nota over de toestand van s Rijks Financiën 31885 Protocol tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk tot nadere wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Switch in het wo neemt toe... 2 Soorten switch... 4 Mbo ers switchen minder vaak... 5 Naar een opleiding in de sector Economie of Natuur... 6 studenten minder vaak van hbo naar wo... 7 Studenten wiskunde,

Nadere informatie

nog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit.

nog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit. nog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit. Onderzoek naar sociale hulpbronnen als studiesuccesfactor voor niet-westerse allochtone studenten in het Nederlandse hoger onderwijs Lunchbijeenkomst

Nadere informatie

Instellingstoets: vloek of zegen?

Instellingstoets: vloek of zegen? Instellingstoets: vloek of zegen? VLOHRA-congres Hogescholen in beweging 10 februari 2014 De Hanzehogeschool Groningen Achtergrond De oudste (1798) multisectorale hogeschool van Nederland Centrale waarden:

Nadere informatie

Subsector psychologie

Subsector psychologie Samenvatting... 2 Gemiddeld qua aantallen opleidingen... 2 Groot aantal studenten... 3 Grotendeels wo-subsector... 3 Weinig mbo-instroom in hbo-bachelor... 3 Weinig uitval... 3 Minste switch... 3 Diplomarendement

Nadere informatie

Contextschets Techniek

Contextschets Techniek Contextschets Techniek Nationaal Techniekpact 2020... 2 Welke activiteiten ondernemen de hbo-instellingen?... 2 Welke activiteiten ondernemen de universiteiten?... 3 Welke activiteiten onderneemt de 3TU?...

Nadere informatie

Subsector maatschappelijke hulp en dienstverlening

Subsector maatschappelijke hulp en dienstverlening Subsector maatschappelijke hulp en dienstverlening Samenvatting... Grootste subsector... Gemiddeld meer studenten per opleiding... 3 Weinig instroom in relatief veel deeltijdopleidingen... 3 Mbo-instroom

Nadere informatie

Tevredenheid over uitdagend onderwijs onder studenten Een korte notitie op basis van de Studentenmonitor Hoger Onderwijs

Tevredenheid over uitdagend onderwijs onder studenten Een korte notitie op basis van de Studentenmonitor Hoger Onderwijs Tevredenheid over uitdagend onderwijs onder studenten Een korte notitie op basis van de Studentenmonitor Hoger Onderwijs Robert Tholen Mark van Hees Nijmegen, ResearchNed augustus 2015 2015 ResearchNed

Nadere informatie

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne Partijen Schoolbesturen VCO De Kring (CNS De Nieuwe Weg, Baron de Vos van Steenwijkschool) Onderwijsgroep PRIMOvpr (De Driehoek, Obs Mildenburg, Obs Het

Nadere informatie

Welkom. Wat komt er terecht van de aanbevelingen (inmiddels accreditatie-eisen) van de Commissie Maatstaf? Nationale Dyslexie Conferentie 2013

Welkom. Wat komt er terecht van de aanbevelingen (inmiddels accreditatie-eisen) van de Commissie Maatstaf? Nationale Dyslexie Conferentie 2013 Welkom Wat komt er terecht van de aanbevelingen (inmiddels accreditatie-eisen) van de Commissie Maatstaf? Nationale Dyslexie Conferentie 2013 Expertisecentrum handicap + studie Lex Jansen www.handicap-studie.nl

Nadere informatie

Onderwerp en positionering van de beleidsdoorlichtingen In de beleidsdoorlichtingen van de ADR staan de volgende beleidsdoelstellingen centraal:

Onderwerp en positionering van de beleidsdoorlichtingen In de beleidsdoorlichtingen van de ADR staan de volgende beleidsdoelstellingen centraal: >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Financieel-Economische Zaken IPC 5350 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Kerncijfers. Onderwijs. Onderzoek [ 6 ]

Kerncijfers. Onderwijs. Onderzoek [ 6 ] [ 6 ] Kerncijfers Onderwijs Studenten 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015 Instroom propedeuse bachelor 3.857 4.153 4.541 5.222 4.937 Deelnemers excellentie 7,2% 6,3% 6,0% 7,9% 10,4% Contacturen

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging 35 002 Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging Nr. 2 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 17 september 2018 De

Nadere informatie

Instroom en inschrijvingen

Instroom en inschrijvingen Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Heerhugowaard

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Heerhugowaard RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Heerhugowaard Plaats : Heerhugowaard Gemeentenummer : 0398 Onderzoeksnummer : 293167 Datum onderzoek : 23 mei

Nadere informatie

Ministerie van Onderwijs, Cultuuren Wetenschap

Ministerie van Onderwijs, Cultuuren Wetenschap Ministerie van Onderwijs, Cultuuren Wetenschap > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Colleges van Bestuur van universiteiten en hogescholen cc HBO-raad en VSNU Rijnstraat

Nadere informatie

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Bestemd voor het bevoegd gezag van scholen en scholengemeenschappen in het voortgezet

Nadere informatie

Studierendement en -uitval

Studierendement en -uitval Studierendement en -uitval Afgelopen maanden zijn (t.b.v. het TUD-jaarverslag 2011) rapportages over rendement en studieuitval gedraaid. Daaruit zijn de volgende conclusies te trekken. Studierendement

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. 360 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Onderzoek studie uitval HBO studenten Het belang van een goede studiekeuze. oktober 2011

Onderzoek studie uitval HBO studenten Het belang van een goede studiekeuze. oktober 2011 Onderzoek studie uitval HBO studenten Het belang van een goede studiekeuze oktober 2011 Hoog percentage studie uitvallers Uit cijfers van de HBO-raad blijkt dat gemiddeld 15,8% van de HBO studenten afvalt

Nadere informatie

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO Eind september ging Deloitte met CFO s uit het hoger onderwijs in gesprek over de uitdagingen om de prestatieafspraken te realiseren, ook al is

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Boekel Plaats : Boekel Gemeentenummer : 0755 Onderzoeksnummer : 292944 Datum onderzoek : 9 mei 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Blaricum Plaats : Blaricum Gemeentenummer : 0376 Onderzoeksnummer : 293985 Datum onderzoek : 3 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie Nr. 214 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

11 juli 2012 Beleidsreactie advies NVAO m.b.t. kwaliteit en niveau van BE, VTM, CE en MEM bij Hogeschool Inholland

11 juli 2012 Beleidsreactie advies NVAO m.b.t. kwaliteit en niveau van BE, VTM, CE en MEM bij Hogeschool Inholland a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010 Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree 7 juni 2010 versie februari 2011 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 3 2 Wanneer kan een toets nieuwe opleiding leidend

Nadere informatie

Eindadvies Universiteit Utrecht 24 oktober 2016

Eindadvies Universiteit Utrecht 24 oktober 2016 Eindadvies Universiteit Utrecht 24 oktober 2016 1. Inleiding De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van: de prestatieafspraak zoals vastgelegd in de beschikking van 3 november 2012,

Nadere informatie

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Plan van aanpak Rekenkamer Maastricht februari 2007 1 1. Achtergrond en aanleiding 1 De gemeente Maastricht wil maatschappelijke doelen bereiken.

Nadere informatie

Toezicht op de kwaliteitstoetsing van de schippersinternaten. Rapportage voor de minister voor Jeugd en Gezin

Toezicht op de kwaliteitstoetsing van de schippersinternaten. Rapportage voor de minister voor Jeugd en Gezin Toezicht op de kwaliteitstoetsing van de schippersinternaten Rapportage voor de minister voor Jeugd en Gezin Utrecht, september 2008 2 Inhoudsopgave Inleiding...5 Hoofdstuk 1 Oordeel en onderbouwing...7

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20735 23 december 2010 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 december 2010, nr.

Nadere informatie

Datum 24 augustus 2015 Tussenrapportage CE en MEM-opleidingen van Hogeschool Inholland

Datum 24 augustus 2015 Tussenrapportage CE en MEM-opleidingen van Hogeschool Inholland >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer van de Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Hoger Onderwijs en Studiefinanciering IPC 2250 Rijnstraat 50 Den Haag

Nadere informatie

Tevredenheid over start en ontwikkeling op de arbeidsmarkt

Tevredenheid over start en ontwikkeling op de arbeidsmarkt Tevredenheid over start en ontwikkeling op de arbeidsmarkt Hbo ers uit sector Onderwijs vaker tevreden... 2 Tweedegraads lerarenopleidingen hbo en lerarenopleidingen kunst/lo het vaakst tevreden... 4 Afgestudeerden

Nadere informatie

Als studenten na één jaar studie niet meer staan ingeschreven in het bekostigd hoger onderwijs worden zij gerekend tot de groep van uitvallers.

Als studenten na één jaar studie niet meer staan ingeschreven in het bekostigd hoger onderwijs worden zij gerekend tot de groep van uitvallers. Uitval studenten... 2 Hbo ers in vallen minder uit... 3 Uitval in technische wo-masters lager... 5 Studenten met mbo-vooropleiding vallen minder uit... 6 Als studenten na één jaar studie niet meer staan

Nadere informatie

SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS DEELRAPPORT A: VERKENNING NAAR MAATREGELEN ROND IN- EN DOORSTROOM IN HET BACHELORONDERWIJS

SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS DEELRAPPORT A: VERKENNING NAAR MAATREGELEN ROND IN- EN DOORSTROOM IN HET BACHELORONDERWIJS SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS DEELRAPPORT A: VERKENNING NAAR MAATREGELEN ROND IN- EN DOORSTROOM IN HET BACHELORONDERWIJS Utrecht, november 2015 INHOUD Samenvatting 5 Inleiding 9

Nadere informatie

Biologie, scheikunde en medische opleidingen

Biologie, scheikunde en medische opleidingen Biologie, scheikunde en medische opleidingen... 2 Wiskunde, natuurkunde en informatica... 2 Bouwkunde en civiele techniek... 3 Ontwerpopleidingen... 4 Techniek en maatschappij... 4 Biologie, scheikunde

Nadere informatie